Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

5
Pagina 1/5 WELZIJNSINDICATOREN DEEL 5 ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2: SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI) Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen T +32 9 282 16 03 F +32 9 282 15 70 health&[email protected] Waarom nog een andere Performance Indicator? Vernieuwing is een moeilijk gegeven. Voorheen hebben we reeds gesteld dat de mens een gewoontedier is die zijn gedrag niet zomaar zal aanpassen. Nagenoeg iedere keer komt gedragsverandering er pas onder invloed van een externe factor. Jammer genoeg komt deze externe factor er dikwijls onder de vorm van een ramp, waarmee er extreme gevolgen op menselijk vlak gepaard gaan. Pas dan valt er meestal een duidelijke gedragsverandering waar te nemen. Voor de verandering van groepsgedrag zijn dit grote gevolgen op maatschappelijk vlak (bvb een groot aantal slachtoffers bij een incident), maar een individuele consequentie kan echter voor verandering bij één persoon zorgen. Zo zal de confrontatie in de privésfeer met een brand een drastische verandering teweegbrengen bij die persoon. De brand in het Woonzorgcentrum Kanunnik J Triest in Melle bracht enerzijds grote veranderingen met zich mee op wetgevend vlak, maar als je anderzijds kijkt naar het personeel van het desbetreffende WZC en het personeel in andere ouderenvoorzieningen dan zijn er toch grote verschillen waar te nemen in hun beider perceptie van brand. Zo heeft niemand in WZC Kanunnik Triest er een probleem mee om bewoners op welk moment van de dag naar de rookkamer te begeleiden. Stel je deze maatregel ergens anders voor dan is er alleen maar protest over de werklast dat dit met zich meebrengt. Zo kwam de term Safety Performance Indicator er na een grote ramp, met name de explosie in de BP Texas City Refinery op 23 maart 2005. Deze ontploffing eiste een zware tol met 15 dodelijke slachtoffers en meer dan 180 gewonden. Het incident deed zich voor aan de isomerisatie-kraker, waarbij er een dampexplosie van een koolwaterstofmengsel gebeurde. Zowel een onafhankelijke commissie van BP (Baker Panel) als de US Chemical Safety and Hazard Investigation Board van de federale Occupational Safety & Health Administration kwamen tot dezelfde conclusie: dit incident kwam er door toedoen van meerdere technische en organisatorische fouten in de raffinaderij, maar dat er ook organisatorische tekortkomingen waren binnen de groep BP. In navolging van dit incidentonderzoek is een Safety Performance Indicator als een middel beschouwd om herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen. Dit heeft geleid tot een groei van SPI’s in de industrie vanaf 2007 (na voltooiing van het onderzoek). In eerste instantie zijn SPI’s gericht op de procesveiligheid, maar bij uitbreiding kunnen ze wel gebruikt worden om uw geheel Welzijnsbeleid in cijfers te gieten, zo ook veiligheidsgedrag. Maar net zoals alle andere indicatoren moeten we opletten dat we ze niet overwaarderen en sluipt het gevaar van de dualiteit tussen meten en sturen door indicatoren binnen. Dit komt doordat er geen indicatoren te definiëren zijn die niet beïnvloedbaar zijn door de mens en zijn gedrag. Intrinsiek is een indicator bedoeld om te meten, alleen zal hij na verloop van tijd een streefdoel op zich vormen, waardoor de indicator dus een sturend instrument wordt in plaats van het bedoelde meetinstrument. Vandaar ook het gevaar dat het behalen van de indicator primair gesteld wordt tegenover de eigenlijke achterliggende bedoeling. Als gevolg zouden we dus meer indicatoren moeten definiëren om al doelen te bestrijken, maar staat dan wee in contrast met de gedachte om net niet te veel indicatoren vast te leggen. We moeten met andere woorden de indicator overstijgen met onze doel, zijnde een veiliger gedrag in werkomgeving bekomen. Wees dus voorzichtig met zowel uw aantal indicatoren, maar vooral de definitie en bijgevolg de doelstelling ervan. In deze optiek zou een SPI als procesveiligheidsindicator gericht moeten zijn op ongewenste gebeurtenissen. Nog een stap verder komen we als we er leading indicatoren kunnen van maken. Ze

Transcript of Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Page 1: Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Pagina 1/5

WELZIJNSINDICATOREN

DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:

SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)

Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw

Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel

RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be

Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&[email protected]

Waarom nog een andere Performance Indicator?

Vernieuwing is een moeilijk gegeven. Voorheen hebben we reeds gesteld dat de mens een

gewoontedier is die zijn gedrag niet zomaar zal aanpassen. Nagenoeg iedere keer komt

gedragsverandering er pas onder invloed van een externe factor. Jammer genoeg komt deze externe

factor er dikwijls onder de vorm van een ramp, waarmee er extreme gevolgen op menselijk vlak

gepaard gaan. Pas dan valt er meestal een duidelijke gedragsverandering waar te nemen. Voor de

verandering van groepsgedrag zijn dit grote gevolgen op maatschappelijk vlak (bvb een groot aantal

slachtoffers bij een incident), maar een individuele consequentie kan echter voor verandering bij één

persoon zorgen. Zo zal de confrontatie in de privésfeer met een brand een drastische verandering

teweegbrengen bij die persoon. De brand in het Woonzorgcentrum Kanunnik J Triest in Melle bracht

enerzijds grote veranderingen met zich mee op wetgevend vlak, maar als je anderzijds kijkt naar het

personeel van het desbetreffende WZC en het personeel in andere ouderenvoorzieningen dan zijn er

toch grote verschillen waar te nemen in hun beider perceptie van brand. Zo heeft niemand in WZC

Kanunnik Triest er een probleem mee om bewoners op welk moment van de dag naar de rookkamer

te begeleiden. Stel je deze maatregel ergens anders voor dan is er alleen maar protest over de werklast

dat dit met zich meebrengt.

Zo kwam de term Safety Performance Indicator er na een grote ramp, met name de explosie in de BP

Texas City Refinery op 23 maart 2005. Deze ontploffing eiste een zware tol met 15 dodelijke

slachtoffers en meer dan 180 gewonden. Het incident deed zich voor aan de isomerisatie-kraker,

waarbij er een dampexplosie van een koolwaterstofmengsel gebeurde. Zowel een onafhankelijke

commissie van BP (Baker Panel) als de US Chemical Safety and Hazard Investigation Board van de federale

Occupational Safety & Health Administration kwamen tot dezelfde conclusie: dit incident kwam er door

toedoen van meerdere technische en organisatorische fouten in de raffinaderij, maar dat er ook

organisatorische tekortkomingen waren binnen de groep BP. In navolging van dit incidentonderzoek is

een Safety Performance Indicator als een middel beschouwd om herhaling van een dergelijke ramp te

voorkomen. Dit heeft geleid tot een groei van SPI’s in de industrie vanaf 2007 (na voltooiing van het

onderzoek).

In eerste instantie zijn SPI’s gericht op de procesveiligheid, maar bij uitbreiding kunnen ze wel gebruikt

worden om uw geheel Welzijnsbeleid in cijfers te gieten, zo ook veiligheidsgedrag. Maar net zoals alle

andere indicatoren moeten we opletten dat we ze niet overwaarderen en sluipt het gevaar van de

dualiteit tussen meten en sturen door indicatoren binnen. Dit komt doordat er geen indicatoren te

definiëren zijn die niet beïnvloedbaar zijn door de mens en zijn gedrag. Intrinsiek is een indicator

bedoeld om te meten, alleen zal hij na verloop van tijd een streefdoel op zich vormen, waardoor de

indicator dus een sturend instrument wordt in plaats van het bedoelde meetinstrument. Vandaar ook

het gevaar dat het behalen van de indicator primair gesteld wordt tegenover de eigenlijke

achterliggende bedoeling. Als gevolg zouden we dus meer indicatoren moeten definiëren om al doelen

te bestrijken, maar staat dan wee in contrast met de gedachte om net niet te veel indicatoren vast te

leggen. We moeten met andere woorden de indicator overstijgen met onze doel, zijnde een veiliger

gedrag in werkomgeving bekomen. Wees dus voorzichtig met zowel uw aantal indicatoren, maar

vooral de definitie en bijgevolg de doelstelling ervan.

In deze optiek zou een SPI als procesveiligheidsindicator gericht moeten zijn op ongewenste

gebeurtenissen. Nog een stap verder komen we als we er leading indicatoren kunnen van maken. Ze

Page 2: Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Pagina 2/5

WELZIJNSINDICATOREN

DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:

SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)

Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw

Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel

RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be

Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&[email protected]

zullen dus een voorspellende waarde hebben voor het voorkomen en beheersen van deze ongewenste

gebeurtenissen.

Het vlinderdasmodel

Om de SPI’s in kaart te brengen moeten we hier eerst het vlinderdasmodel vermelden. Dit model, ook

wel bow-tie genoemd, is een gekend risicoanalysemodel waarbij de oorzaken & gevolgen van een

afwijkende gebeurtenis in kaart kunnen worden gebracht. De oorsprong van het vlinderdasmodel is

nogal vaag: het verschijnt voor het eerst rond 1979 in Australië, maar het is wel duidelijk dat Shell het

eerste bedrijf is dat het model in de praktijk wereldwijd toegepast heeft binnen zijn organisatie. In

wezen is het een heel eenvoudig model, waarbij de naam refereert naar de vorm hoe het model visueel

eruit ziet (zie figuur). Net door deze visueel eenvoudige vormgeving is het heel gebruiksvriendelijk.

Bij de opbouw van het model wordt er steeds gestart bij de knoop in het midden, waar een afwijkende

gebeurtenis gedefinieerd wordt. Dit is ook gekend als loss of containment ofte LOC. Vervolgens worden

de nadelige gevolgen aan de rechterzijde opgesomd. Dit is meestal het eenvoudigst , want dit ligt in de

natuur van het menselijk denken waarbij we eerder op consequenties gefocust zijn. Aan de linkerzijde

komen de oorzaken te staan, welke moeilijker te vinden zijn. Hoe meer oorzaken er echter gevonden

worden, hoe sterker uw vlinderdasmodel. Tot slot is het de bedoeling dat we aan beide zijden van de

LOC maatregelen definiëren zodat enerzijds de afwijkende gebeurtenis zich niet kan voordoen door

Page 3: Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Pagina 3/5

WELZIJNSINDICATOREN

DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:

SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)

Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw

Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel

RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be

Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&[email protected]

toedoen van een bepaalde oorzaak en anderzijds dat de afwijkende gebeurtenis niet tot de nadelige

gevolgen kan leiden. Deze maatregelen zijn beter gekend als line of defence (LOD).

- Aan de linkerzijde komen dus de preventiemaatregelen te staan, waardoor de loss of

containment niet kan voorvallen.

- Aan de rechterzijde leggen we de effectbarrières vast die er zullen voor zorgen dat de gevolgen

van de afwijkende gebeurtenis beperkt blijven (loss control). Dit zijn dus eerder repressieve

maatregelen.

Een afwijkende gebeurtenis kan bvb een lekkende leiding, een kortsluiting, verlies van controle bij

transport of het falen van een constructie zijn. De mogelijke oorzaken moeten we dan zoeken bij

klimatologische omstandigheden (storm, sneeuw, koude,…), chemische (corrosie), mechanisch

(metaalmoeheid of slijtage), fysische (hoge druk of temperatuur) of het menselijk falen. Het spreekt

voor zich dat zware ongevallen, schade aan kapitaal, productieverlies of een brand onder gevolgen

thuishoren.

Als we de LOD’s (zowel de preventiemaatregel als de effectbarrière) onder de loep nemen, dan

worden deze steevast tot 2 categorieën herleid:

- Technische maatregelen (veiligheidskleppen, zekeringen, detectiesystemen,…)

- Organisatorische maatregelen (veilig ontwerp, preventief onderhoud, noodplannen,…)

Echter speelt de menselijke factor meer en meer een bepalende rol als basisoorzaak dat het onmogelijk

is om een afwijkende gebeurtenis uit te sluiten op basis van louter technische & organisatorische

maatregelen. Een derde categorie met gedragsmaatregelen is onontbeerlijk geworden (participatie

werknemers, voorbeeldfunctie HL, observaties, manier van leidinggeven,…).

Zoals reeds gesteld wordt dit model veelvuldig gebruikt in de procesveiligheid. Sinds de opkomst van

het Enterprise Risk Management (ERM), duikt het model echter steeds meer op binnen de Health,

Safety & Environment wereld, waarbij de parameters die variabelen van het vlinderdasmodel opvolgen

gekend zijn als Safety Performance Indicatoren. Als we het model nader bekijken dat zien we dat er

drie plaatsen zijn waar we SPI’s kunnen definiëren:

- Niveau 1: indicatoren op niveau van het DRBS. Dit is het managementsysteem met procedures

& processen die er voor zorgen dat er voldoende kwaliteitsvolle LOD’s voorhanden zijn.

- Niveau 2: indicatoren op niveau van de LOD’s, maw de maatregelen om incidenten te

voorkomen, maar ook om de gevolgen hiervan te beperken. Als we terugdenken aan het

onderscheid tussen leading en lagging, dan is het duidelijk dat het meten van de LOD-

preventiemaatregelen leading indicatoren oplevert. Deze zijn dan ook het sterkst in het

beheersen van uw risico’s. Het meten van de LOD-effectbarrières zal op zijn beurt lagging

indicatoren voortbrengen, die minder sterk zijn in de risicobeheersing.

- Niveau 3: indicatoren op niveau van de gevolgen. Dit zijn de zwakste indicatoren, zoals bvb het

meten van het aantal arbeidsongevallen.

Ongeacht het feit dat SPI’s op niveau 1 sterker zijn dan deze op niveau 2 en 3, is het aangewezen om

SPI’s te definiëren op alle niveaus. Neem nu bijvoorbeeld de werking van een veiligheidsklep:

- SPI niveau 1: organiseren van een preventief onderhoudsprogramma met maandelijks grondig

onderhoud van de veiligheidskleppen

- SPI niveau 2: wekelijks dienen veiligheidskleppen minstens 1x effectief getest te worden

- SPI niveau 3: registratie & opvolging van een het aantal incidenten waarbij de veiligheidsklep wel

of niet gewerkt heeft

Page 4: Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Pagina 4/5

WELZIJNSINDICATOREN

DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:

SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)

Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw

Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel

RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be

Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&[email protected]

Voorbeelden van Safety Performance Indicatoren

NIVEAU 1:

- FEEDBACK

o Aantal werknemers die jaarlijks op veiligheid geëvalueerd worden

o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen

- VOORBEELDFUNCTIE

o Aantal veiligheidsvergaderingen bijgewoond door hoger management

o Aantal HSE-observaties uitgevoerd door hoger management

o % aanwezigheid management op toolboxmeetings

o % aanwezigheid van management op veiligheidsvergaderingen

- OPLEIDING

o % van specifieke opleiding voor personeel

o Frequentie van toolboxmeetings

o % van specifieke opleiding voor contractors

- BEWUSTZIJN

o % van besproken HSE-observaties op management

o Aantal gevolgde verbetervoorstellen

o % van uitgevoerde preventiemaatregelen binnen de voorziene tijd

o % aanwezigheid op de veiligheidsvergaderingen

o % van uitgevoerde HSE-observaties op de werkvloer

o % van uitgevoerde acties naar aanleiding van incidenten

o Aantal uitgevoerde arbeidsongevalanalyses/totaal aantal arbeidsongevallen

NIVEAU 2:

- TECHNISCH

o % van goed werkende veiligheidskleppen bij test

o Tendens van aantal defecten gerepareerd bij preventief onderhoud

o Aantal incidenten naar aanleiding van een technisch mankement

o % van goed werkende noodstoppen

o Aantal noodoproepen

o Aantal curatieve onderhoudstussenkomsten

o Aantal lekken

- ORGANISATORISCH

o Aantal uitgevoerde testen/geplande testen

o % van getest materiaal dat test doorstaat

o Aantal uitgevoerde onderhoudsopdrachten/geplande preventieve

onderhoudsopdrachten

o Aantal beantwoorde verbetervoorstellen

o % invulling van kritische taken door juist profiel werknemer

o % van periodiek geteste veiligheidsprocedures

o % van afgeleverde werkvergunningen

o Aantal herziene of nieuwe risicoanalyses

NIVEAU 3:

- Frequentiegraad arbeidsongevallen

Page 5: Welzijnsindicatoren - SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN

Pagina 5/5

WELZIJNSINDICATOREN

DEEL 5 – ANDERE & MOGELIJKS BETERE WELZIJNSINDICATOREN 2:

SAFETY PERFORMANCE INDICATOREN (SPI)

Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Securex vzw

Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel

RPR: Brussel - Ondernemingsnr.: 0410.664.940 - Bank: 290-0006306-22 - IBAN BE06 2900 0063 0622 - BIC GEBABEBB - www.securex.be

Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – T +32 9 282 16 03 – F +32 9 282 15 70 – health&[email protected]

- Ernstgraad arbeidsongevallen

- Aantal incidenten

- Aantal near-misses

- Aantal tussenkomsten nijverheidshelper

- Ernst tussenkomst nijverheidshelper