Weekopdrachten extern project Web viewDit is een site van het Leo Kannerhuis waarop struikelblokken...

0

Thijs van Belkom, Amy van Breugel, Francien

Meijer, Tom Meesters & Lotte Kleijnen

Lesmateriaal autisme

Samenvattingsdocument

https://www.google.nl/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwiikM24pZDLAhVBGA8KHVZ3BZ4QjRwIBw&url=http://www.menselijk-lichaam.com/geestelijke-gezondheid/autisme-bij-jonge-kinderen-herkennen&bvm=bv.114733917,d.ZWU&psig=AFQjCNGTJMY37LhrZ6gkOtwt-7JeGd9Fqg&ust=1456399597133691

1

INHOUDSOPGAVE

1.0 Inleiding.....................................................................................................................................................2

1.1 Aanleiding.............................................................................................................................................2

1.2 Doel project..........................................................................................................................................2

2.0 Timeline.....................................................................................................................................................3

2.1 Planning periode 1................................................................................................................................3

2.2 Planning periode 2................................................................................................................................4

3.0 Samenvatting.............................................................................................................................................5

3.1 Problem Finding....................................................................................................................................5

3.2 IDeation................................................................................................................................................8

3.3 Concepting............................................................................................................................................9

3.4 Building...............................................................................................................................................11

3.5 Testing................................................................................................................................................14

3.6 Redisnging...........................................................................................................................................15

3.7 Link logboek........................................................................................................................................17

4.0 Conclusie.................................................................................................................................................18

4.1 Aanbevelingen.........................................................................................................................................18

5.0 Discussie..................................................................................................................................................19

Bijlage 1 Gebruiksonderzoek................................................................................................................................20

2

1.0 INLEIDING

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding, het belang, het doel en de randvoorwaarden van het project beschreven.

1.1 AANLEIDING

De aanleiding van het project was een vraag op de site; inaut.nl. Dit is een site van het Leo Kannerhuis waarop struikelblokken voor kinderen/jongeren met autisme in kaart gebracht kunnen worden. Zij gaan vervolgens op zoek naar mogelijke oplossingen. De vraag van dit project kwam van een moeder die een zoontje heeft met autisme en die last heeft van de te drukke lesboeken. De plaatjes, kleuren en andere afleidingen zorgen voor te veel afleiding, waardoor hij zich niet goed kan concentreren op het werk. De huidige oplossing is het handmatig afplakken van delen tekst. Dit is tijdrovend en niet wenselijk voor iemand met autisme en zijn of haar omgeving.

Indien het probleem kan worden opgelost, zouden kinderen met autisme zich beter kunnen concentreren op hun werk en daardoor zullen waarschijnlijk de schoolresultaten verbeteren. Daarnaast is het voor de omgeving fijn als er een oplossing komt, ouders hoeven niet steeds de boeken aan te passen en ook voor de leraren blijft er meer tijd over om te besteden aan de andere kinderen. Indien kinderen met autisme mee zouden kunnen draaien met het regulier onderwijs, worden de toekomstmogelijkheden vergroot ten opzichte van wanneer ze naar het speciaal onderwijs gaan. Wanneer ze naar het regulier onderwijs gaan, krijgen ze een diploma waarmee ze verder kunnen studeren.

1.2 DOEL PROJECT

Het doel van dit project is; Het ontwikkelen van een product dat lesmateriaal prikkelarm maakt of zelf lesmateriaal ontwikkelen waardoor kinderen met autisme niet meer afgeleid worden en zich kunnen concentreren op hun werk. Dit zorgt uiteindelijk voor doorgroei mogelijkheden en betere participatie in de maatschappij.

De belangrijkste voorwaarden is dat het huidige lesmateriaal prikkelarm wordt gemaakt. Daarnaast moet het makkelijk zijn in het gebruik en niet voor nog meer afleiding zorgen. Het moet natuurlijk ook kindvriendelijk zijn. Het is belangrijk dat men binnen een periode van +/- 16 weken een goed werkend prototype kan laten zien en een lijst met verbeteringen aan het eventuele prototype. Dit alles moet te maken zijn binnen een bedrag van €150,- en met vijf personen.

3

2.0 TIMELINE

In dit hoofdstuk wordt de planning van het project van periode 1 en periode twee beschreven.

2.1 PLANNING PERIODE 1

In figuur 1 is de planning van de eerste periode te zien. Onder het figuur staan belangrijke inlevermomenten en de mijlpalen beschreven. Deze periode bestaat uit de fasen problem finding (week 1 tot 4), ideation (week 5 en 6) en concepting (week 6, 7 en 8)

Figuur 1: Planning periode 1

Inlevermomenten en mijlpalen

Week 3 o Maandag 22-02-2016- opdrachten week 2o Donderdag 23-02-2016 – pitch opdrachten week 2

Week 5 o Maandag 7-03-2016- opdrachten week 3 & 4o Donderdag 10-03-2016 – pitch voorgang project

Week 7o Maandag 21-03-2016- opdrachten week 5 & 6o Dinsdag 22-03-2016 – budgetpitch

Week 8 o Maandag 29-03-2016- opdrachten week 7

4

2.2 PLANNING PERIODE 2

In figuur 2 is de planning van de tweede periode te zien. Onder het figuur staan de belangrijke inlevermomenten en mijlpalen. Deze periode bestaat uit de fasen concepting (week 1 en 2), building (week 4 en 5), testing (week 5 en 6) en reconcepting (week 7).

Figuur 2: Planning periode 2

Inlevermomenten en mijlpalen

Week 1 o Vrijdag 22-04-2016 – opdrachten week 1


Week 3 o Dinsdag 10-05-2016 – Peer to peero Vrijdag 13-05-2016 – opdrachten week 3

Week 4 o Dinsdag 17-05-2016 – Pitcho Vrijdag 20-05-2016 – opdrachten week 4


Week 6 o Dinsdag 31-05-2016 – Pitcho Vrijdag 03-06-2016 – opdrachten week 6

Week 7 o Vrijdag 10-06-2016 – opdrachten week 7o Vrijdag 10-06-2016 – Deadline project

5

3.0 SAMENVATTING

Hieronder volgt de samenvatting van de doorlopen fasen die doorlopen zijn van dit project; problem finding, ideation, concepting, building, testing en reconcepting. Daarbij beschreven wat per fase is opgeleverd; zoals een pakket van eisen, MPI-model, functieanalyse, taakanalyse enzovoorts.

3.1 PROBLEM FINDING

In de eerste week van het project is de organisatie van het project gemaakt. De rollen zijn verdeeld, er is een samenwerkingscontract opgesteld, de planning voor de eerste periode is opgesteld en de manieren van communiceren zijn bepaald.

Door middel van de weekopdrachten die er vanaf week twee waren werd er een eerste blik op het probleem geworpen. Dit was het eerste struikelblok omdat de opdracht niet duidelijk was. De enige informatie rondom de opdracht was een casus. Hiermee konden de opdrachten niet voldoende gemaakt worden. Er was veel verwarring en het probleem uit de casus was heel erg breed.

Na een gesprek met de docentbegeleider bleek dat de afbakening naar eigen invulling bepaald mag worden. De doelgroep is toen afgebakend; ‘Kinderen van 8 tot en met 11 jaar met hoog functionerend autisme die naar het regulier onderwijs gaan’. Dit houdt in dat er naast het autisme geen verstandelijke beperking is. Ook is er besloten om de blik te richten op het rekenboek, omdat de rekenboeken; doordat zij meer plaatjes en grafieken bevatten meer prikkels opleveren.

Door middel van opdrachten als ‘who’s involved’ en ‘user journey’ is de doelgroep verder gespecificeerd.

Nadat de doelgroep was afgebakend heeft men allerlei informatie over autisme verzameld.

Door onder andere een interview, een bericht op een forum en verschillende literatuur is er informatie verzameld over de doelgroep en over het huidige lesmateriaal. Deze informatie is omgezet naar een pakket van eisen. Belangrijke eisen uit het project van eisen zijn dat het product structuur moet bieden, prikkelarm moet zijn en dat het aangepast is aan de doelgroep.

6

Pakket van Eisen

Naast het maken van het eisenpakket, is er gekeken naar hoe de interactie is tussen de gebruiker en het rekenboek. Het pakket van eisen is te zien in figuur 3. Daarnaast is er een takenanalyse en een functieanalyse gemaakt om te kijken wat het kind moet doen om te rekenen en wat het product moet kunnen om het rekenen mogelijk te maken.

MPI – Model

In figuur 4 is het MPI-model bij dit project te zien.

Figuur 4: MPI-model

Figuur 3: Pakket van eisen lesmateriaal

7

Functieanalyse (versie 1)

Voor dit project zijn er twee functieanalyses gemaakt. hieronder in figuur 5 is de eerste versie van de functieanalyse te zien. Hier werd er nog vanuit gegaan dat er een boek werd her ontwikkeld.

Figuur 5: Functieanalyse versie 1

Functieanalyse (versie 2)

Nadat het idee van een boek is losgelaten en er werd gekeken naar een hulpmiddel voor bij het rekenen is er een nieuwe functieanalyse gemaakt. deze is te zien in figuur 6. Het doel van een functieanalyse is om te kijken welke functies het hulpmiddel moet hebben.

Figuur 6: Functieanalyse versie 2

Het aanleren van rekenvaardigheden doormiddel van een

rekenboek

Het boek moet leesbaar zijn

Het boek moet structuur bieden

Het boek moet zo zijn gemaakt dat de aandacht

wordt getrokken naar een bepaald onderdeel

Rekenhulpmiddel

Het afschermen van prikkels

Afbeeldingen en andere afleidingen op een blz.

kunnen verbergen

verschuifbaar/verstelbaar structuur bieden universeel toepasbaar kindvriendelijk

8

Takenanalyse

Naast een functieanalyse is er bij dit project ook een takenanalyse gemaakt. In de takenanalyse staan de taken die de gebruiker moet uitvoeren bij het gebruik van het hulpmiddel. De takenanalyse is hieronder in figuur 7 te vinden.

Bij blok 6, 7 en 8 heeft de gebruiker tekst nodig als visuele informatie. De overgang naar de volgende stap is vloeiend. Bij blok 1 en blok 3 hoort wat extra uitleg. Deze is dan ook gegeven in de stappen eronder. Bij stap 7 krijgt de gebruiker input van het boek door middel van tekst. Om de som te berekenen moet je alert zijn en de prikkeldrempel moet gemiddeld zijn.

3.2 IDEATION

In deze fase is er aan de slag gegaan met het vergaren van ideeën. Dit is op verschillende manieren gedaan. Een daarvan is brainwriting. Bij brainwriting zijn er ideeën bedacht aan de hand van verschillende onderwerpen; prikkelarm, interesse 8-11 jaar, autisme, duurzaamheid, structuur. Er is voor brainwriting gekozen, omdat je dan allerlei ideeën kunt opschrijven zonder beperking door bepaalde manier van ideeën bedenken. In figuur 8 is een voorbeeld van de brainwriting bij het onderwerp prikkelarm.

Figuur 7: takenanalyse

Figuur 8: Brainwriting

9

Nadat de ideeën met o.a. brainwriting waren gegenereerd zijn deze ideeën verwerkt in een morfologische kaart, figuur 9. Er bleven toen nog ongeveer 50 ideeën over.

3.3

CONCEPTING

Van alle ideeën die er zijn bedacht moesten concepten gemaakt worden. Hiervoor is er gebruik gemaakt van de methode genaamd colorbox. De ideeën zijn ingedeeld in clusters op basis van originaliteit, haalbaarheid en functionaliteit. De lijst van 24 ideeën die daar uit is gekomen is weer gebruikt om de opdracht like dots op toe te passen. Hieruit kwam een top drie naar voren. Echter was de groep niet enthousiast over deze drie concepten en is er een stap terug gezet. De reden dat de groep niet enthousiast was, was omdat er alleen was uitgegaan van een boek. Mogelijkheden als een hulpmiddel of een e-boek waren niet meegenomen.

De morfologische kaart is er weer bij gepakt en hier zijn lijnen op getrokken voor de twee belangrijkste eisen. Namelijk prikkelarm en structuur. Ook hier stond de vorm te snel vast en was de groep niet tevreden. Door middel van het evaluation screen is er uiteindelijk een keuze gemaakt. Het concept wat verder uitgewerkt zal worden is het rekenhulpmiddel wat een soort schuifkaart is.

Om het concept helemaal goed uit te werken is er een FMEA gemaakt, figuur 10. Zo konden eventuele fouten gedetecteerd worden. Na aanleiding van deze fouten is er gekeken hoe deze opgeloste zouden kunnen worden. Dit kon dan nog in het prototype, dat gemaakt zal worden, verwerkt worden.

Figuur 9: Morfologische kaart

10

Figuur 90: FMEA

Om de interactie en de werking van ons product te laten zien en om te kijken of mensen van buitenaf hetzelfde beeld hadden van het product wij zelf dat heeft, zijn er verschillende storyboards gemaakt, figuur 11.

Figuur 11: Storyboard

11

MPI bij het gebruik van het hulpmiddel

Met gebruik van het hulpmiddel: De input zijn de tekst en afbeeldingen uit het boek en de geluiden vanuit de omgeving. De throughput: Kind bedenkt welke tekst het nodig heeft De output: Hulpmiddel wordt verschoven De input: Alleen de benodigde tekst en afbeeldingen zijn zichtbaar De throughput: Kind leest alleen de zichtbare tekst De output: Het kind kan de som maken.

Het uiteindelijke concept is het rekenhulpmiddel. Het kan over de pagina heen worden gelegd en de vlakken kunnen zo verschoven worden dat alleen het te gebruiken deel zichtbaar is en de rest van de pagina wordt afgedekt.

3.4 BUILDING

Op het moment dat er een concreet concept was, is er begonnen met het bouwen. De eerste versies waren van papier met een paar paperclips. De vlakken hiervan konden alleen maar verticaal bewegen en het zichtbare vlak was nog te groot.Een vervolg hierop was een plastic kaart met aan de linker en rechter kant een rails. Hier konden drie plastic banen verticaal worden verschoven. Dit prototype is te zien in figuur 12. Vervolgens is er verder gekeken en zijn er doorzichtige stroken gebruikt met daarop donkere vlakken. Deze konden horizontaal worden verschoven.

Een andere mogelijkheid voor een prototype is een soort schuifpuzzel. Dit idee is te zien in figuur 13. Er zijn acht verschillende vlakken die langs elkaar heen kunnen schuiven, waardoor er telkens een vlak is waarbij de tekst te zien is. Het nadeel hiervan is dat er altijd maar een heel klein gedeelte met tekst vrij kunt geven en niet kunt wisselen qua grote.

Figuur 10: Tweede versie prototype

12

Om te zorgen dat het pakket van eisen dat helemaal aan het begin van het project gemaakt is, zou passen bij het uiteindelijke prototype is deze aangepast. De belangrijkste eis heeft te maken met de hoofdfunctie van het product. Dit is dat het hulpmiddel het mogelijk moet maken dat kinderen een boek kunnen lezen zonder dat ze afgeleid worden door andere tekst/plaatjes uit het boek. Het

vernieuwde pakket van eisen is te zien in figuur 14.

Maten voor prototype

Voor het maken van een goed prototype was het belangrijk om de juiste maten te hebben. Voor het berekenen van deze maten is er uitgegaan van het rekenboek “de wereld in getallen”. Dit is de meest gebruikte rekenmethode bij basisscholen. De gemiddelde maten die hier uit zijn gekomen en mee zijn genomen in de vernieuwde 3D-tekening van het prototype zijn:

Figuur 13: Prototype schuifpuzzel

Figuur 14: Pakket van eisen rekenhulpmiddel

13

Kleinste vlak 47 mm (afdekvlak) Middelste vlak 60 mm (doorzichtige vlak) Grootste vlak 94 mm (afdekvlak)

In figuur 15, 16 en 17 zijn de 3D-tekeningen te zien.

Nadat er was begonnen met het maken van prototypes is er een businessmodel canvas en een waardemodel canvas ingevuld. Dit om alle bedrijfsaspecten in kaart te brengen en te kijken of het product de oplossing is van de problemen van de klant.

Aan de hand van de ingevulde modellen was het mogelijk om een pitch statement maken. Deze luidt:

“Ons rekenhulpmiddel helpt kinderen met autisme die willen rekenen zonder afleiding/prikkels door prikkels uit hun boek te bedekken, waardoor ze beter kunnen participeren in de klas en betere resultaten kunnen behalen”

Voor het verder ontwikkelen van het prototype is er verder gegaan met het prototype 1 de 3D-tekeningen van dit prototype zijn te zien in de figuren 15, 16 en 17.

Om de platen goed te geleiden zijn er 3 rails op elkaar bevestigd. De breedte van het hulpmiddel is 195mm, dit is 10 mm smaller dan het boek zodat het samen met het boek opgeborgen kunnen worden.

3.5 TESTING

Voor de test is er een uitgebreid onderzoeksplan opgesteld. Het belangrijkste wat in dit onderzoeksplan staat is wie de deelnemers zijn aan het onderzoek, waar we gaan onderzoeken en wat de testcriteria zijn. Om ervoor te zorgen dat alle testen hetzelfde zijn is er een protocol opgesteld en observatielijst. Deze zijn te vinden in bijlage 1.

Figuur16:: 3D-tekening prototype 1

Figuur 115: 3D-tekening prototype 2

Figuur 127: 3D-tekening prototype 3

14

In eerste instantie wordt er getest bij kinderen met autisme van 8-11 jaar. De testen vinden plaats op de plek waar ze normaal gesproken ook gebruik maken van de rekenboeken, in hun eigen klaslokaal. Aan het begin wordt er een verhaaltje verteld over wie de onderzoekers zijn en wat er zal gebeuren. Daarna worden de stappen waar het onderzoek uit bestaat verteld. Er worden verschillende opdrachten uitgevoerd en vervolgens kan de testpersoon vragen stellen en worden er door de onderzoekers vragen gesteld als laatste wordt de test afgesloten.

Voor het testen is er contact gezocht met verschillende reguliere basisscholen. In eerste instantie om te kijken of er kinderen waren met autisme bij wie de test zou mogen worden afgenomen. Op die manier lukte het niet om testpersonen te werven. Ouders geven lang niet altijd toe dat het kind autisme heeft en er waren dus weinig mensen waarbij het gediagnosticeerd was. Het was ook niet mogelijk om te testen bij kinderen die niet gediagnosticeerd waren maar waar wel een vermoeden is, omdat dit bij ouders/verzorgers verkeerd over kan komen.

In overleg is vervolgens besloten dat de doelgroep eigenlijk veel breder is dan autisme alleen en dat er ook getest kan worden bij kinderen die concentratie/aandachtsproblemen hebben. Met deze instelling is er weer contact gezocht met verschillende basisscholen, in totaal zeven. Het antwoord van de scholen is dat het nu niet haalbaar en wenselijk was om te testen, omdat alle scholen druk zijn met het afnemen van Cito toetsen zo aan het einde van het jaar en dat de school de leerlingen niet extra druk willen bezorgen.

Uiteindelijk is er een bericht op een forum op Facebook gezet over het hulpmiddel met de vraag of de lezers dachten dat het ging werken en of er nog op/aanmerkingen waren. Een belangrijke vraag die ook gesteld is, is over de kleur van het hulpmiddel. Op het bericht zijn er veel verschillende leuke en positieve reacties binnen gekomen. Er waren zelfs mensen die vroegen waar het hulpmiddel te koop was.

Conclusie test 1

Na de eerste test bleek dat het prototype niet stevig genoeg was. Het prototype viel namelijk helemaal uit elkaar. De testpersoon vond het jammer dat maar één pagina werd afgedekt. Deze testpersoon vond dat de kleur van het hulpmiddel paars moest zijn. Ook koste het de testpersoon nu wat veel tijd om het hulpmiddel te verschuiven. Hij vond dat dit makkelijker moest kunnen. En het hulpmiddel was heel dik, waardoor het niet in het boek opgeborgen kon worden.De testpersoon was wel blij met het hulpmiddel en denkt dat het gaat helpen bij het rekenen.

Na de eerste keer testen is er verder onderzoek gedaan naar de kleur van het hulpmiddel. Uit het onderzoek blijken de kleuren (mint) groen, blauw het beste te werken. Deze kleuren zijn het meest

rustgevend en stimuleren het leestempo. Deze kleuren zijn verwerkt in nieuwe 3d tekeningen, om een beeld te geven van hoe het er dan uit zou komen te zien, figuur 18, 19 en 20.Conclusie autisme forum

Figuur 14: Hulpmiddel roze Figuur 13: Hulpmiddel blauw Figuur 15: Hulpmiddel groen

15

De kleuren die aangeven worden is heel wisselend, sommige hebben een persoonlijke voorkeur en anderen geven een uitgebreide onderbouwing bij de kleur. Het meest wenselijk is dus dat het hulpmiddel in verschillende kleuren geproduceerd kan worden.Een ander punt wat wordt aangegeven is dat er maar één pagina is bedekt, de mensen op het forum zouden graag willen dat de andere pagina ook bedekt kan worden.De reacties waren allemaal heel positief en enthousiast. De afdekkaart werd als goed hulpmiddel ervaren en er werd toekomst in gezien. Ook werd er aangegeven dat het mogelijk geschikt was voor andere doelgroepen, zoals kinderen met dyslexie. Er waren zelfs al vragen waar het hulpmiddel te koop was.

3.6 REDISNGING

Verbeterpunten

Voor het herontwerpen van het prototype worden de punten meegenomen die uit de testen zijn gekomen en vanuit de reacties op het forum. Per punt is er gekeken naar hoe dit verbeterd kan worden.

Verbeterpunt 1Uit de test bij een gebruiker en uit een bericht op een forum kwam naar voren dat de andere pagina ook voor afleiding zorgt. Een verbeterpunt is dan ook om ervoor te zorgen dat de andere pagina ook bedekt is.

Voorstel herontwerp:Een oplossing voor dit probleem is om een flap aan de zijkant van het rekenhulpmiddel met een scharnier te bevestigen. Hierdoor is deze extra flap inklapbaar. Deze flap zal dezelfde grote hebben als de bladzijde, hierdoor dekt het rekenhulpmiddel ook de andere pagina netjes af. Om het rekenhulpmiddel aan de andere kant te laten werken, zal deze omgedraaid moeten worden. Het idee met de flap aan het hulpmiddel is te zien in figuur 21.

Figuur 16: Herontwerp

16

Verbeterpunt 2:Kleur verschilt sterk per persoon. Op het forum waar een bericht op was geplaatst liepen de kleuren heel erg uiteen. Van zwart tot wit en van lichtblauw tot groen. Dit is dus echt persoonsgebonden.

Voorstel herontwerp:Om de kleur van het product zo weinig mogelijk te laten afleiden, zullen er meerdere versies van het rekenhulpmiddel moeten komen in verschillende kleuren. Op een website zou bijvoorbeeld de juiste kleur gekozen kunnen worden, waarna deze wordt aangebracht op het product door de fabrikant.

Verbeterpunt 3:Het hulpmiddel moet steviger zijn. Het hulpmiddel heeft de test met de testpersoon helaas niet overleefd. Er moeten materialen en verbindingen worden bedacht die steviger zijn dan de lijm nu.

Voorstel herontwerp:Het materiaal zelf is momenteel stevig genoeg. Het verstandigste is om een nieuwe manier van onderdeel-verbinding te vinden, zo kunnen de platen plastic aan elkaar gesmolten worden als ze vast moeten. Het is ook verstandig om delen van het product zoveel mogelijk uit een onderdeel te maken. Dus dat bij hoeken niet twee platen aan elkaar gelijmd worden, maar in plaats daarvan een grotere plaat gebogen wordt.

Verbeterpunt 4:Het hulpmiddel was door de twee rails best wel dik. Het kan niet tussen het boek gelegd worden wanneer het boek wordt dichtgeklapt. Een verbeterpunt is dan ook om te kijken hoe het hulpmiddel minder dik kan zijn of hoe het op een andere manier bij het boek bewaard kan blijven.

Voorstel herontwerp:Om de rails dunner te maken, moeten de afstanden tussen de rails en de platen zelf dunner gemaakt worden. Dit wordt waarschijnlijk moeilijk te produceren. Voor het herontwerp moet dan ook gekeken worden wat de dunst mogelijke situatie is die te produceren valt, en of er anders nog platen op dezelfde rails gebruikt kunnen worden.

CE Markering

Op het moment dat het hulpmiddel echt op de markt gebracht gaat worden en het gaat om een medisch hulpmiddel, dan moet er een CE markering op komen te staan.Uiteindelijk kwam het erop uit dat het hulpmiddel geen medisch hulpmiddel is, het verlicht echter wel de gevolgen van autisme. Men wil niet de stempel op het product drukken dat het voor mensen met autisme is. Het blijkt dat veel meer mensen baad hebben bij het hulpmiddel, ook mensen met andere diagnoses of geen diagnose maar die gewoon lage concentratieboog hebben.

Patent onderzoek

Om te kijken of het rekenhulpmiddel op de markt gebracht kan worden en vervolgens beschermt kan worden is er middels de website; www.worldwide.espacenet.com patentonderzoek gedaan. Er is gekeken of er patenten waren op een afdekkaart, deze bleken er niet te zijn. Ook is er gekeken wat voor patenten er waren op een rails. Het was lastig iets te vinden wat leek op ons product en daar op toepasbaar is. Bij het combineren van de zoektermen kwamen er ook geen zoekresultaten, omdat het zo specifiek is. De conclusie hiervan is, is dat er geen patenten zijn die het op de markt brengen van het rekenhulpmiddel in de weg kunnen staan.

http://www.worldwide.espacenet.com/

17

3.7 LINK LOGBOEK

De link naar het logboek is:

https://minorergonomischontwerp.wordpress.com/

4.0 CONCLUSIE

Na een semester lang bezig te zijn geweest met het doen van onderzoek en het ontwerpen van een hulpmiddel, is de afdekkaart bedacht. Het hulpmiddel is nog niet heel veel getest, waardoor er geen duidelijke conclusie getrokken kan worden. Het prototype wordt met enthousiasme ontvangen. Echter is het niet duidelijk of het altijd werkt en of door het herontwerpen wel gaat werken. Er is een prototype gemaakt, maar om de werking goed te kunnen onderbouwen, zou er nog meer getest moeten worden met het hulmiddel.

4.1 AANBEVELINGEN

Binnen de projectgroep is er interesse om verder te gaan met het hulpmiddel. De aanbevelingen die worden gedaan zijn dan ook voor degene van de projectgroep die door willen gaan.

De belangrijkste aanbeveling die gedaan kan worden is dat het hulpmiddel veel getest moet worden. Ook zal er nog gekeken kunnen worden naar de precieze doelgroep. Blijft het zoals dat die nu is of wordt doel aangepast, zodat de doelgroep breder getrokken kan worden. Op het moment dat er goed is getest, kan er een herontwerp gemaakt worden. Bij het maken hiervan dient alle feedback meegenomen te worden. Er moet dan dus ook gekeken worden hoe het hulpmiddel dunner gemaakt kan worden en of er een andere mogelijkheid is om het hulpmiddel bij het boek te bewaren.

https://minorergonomischontwerp.wordpress.com/

18

Om een steviger ontwerp te maken, zou het lasercutten of 3d-printen een goede oplossing kunnen zijn. Dit dient dan nog goed uitgezocht te worden.Tot slot een tip; kijk waar geld vandaan gehaald kan worden en kijk wat het Avans ondernemerscentrum kan betekenen of dat er fondsen zijn waar aanspraak op gemaakt kan worden.

5.0 DISCUSSIE

Bij deze opdracht was geen fysieke opdrachtgever. Door onderzoek te doen en gesprekken met ervaringsdeskundigen te voeren kon er een duidelijk probleem worden vastgesteld en een doelgroep worden afgebakend. Het is echter de vraag of het op dezelfde manier zou zijn afgebakend als er wel een fysieke opdrachtgever zou zijn en of anderen mensen het op een zelfde manier zouden gaan afbakenen.

Bij het bedenken van ideeën en concepten was er al een heel sterk beeld van een herontwerp van een boek. Er had wellicht eerder uitgezocht moeten worden dat het qua wet- en regelgeving überhaupt niet haalbaar zou zijn om dit te kunnen gaan produceren. Wellicht waren er dan meer verschillende ideeën en concepten geweest waaruit gekozen kon worden.

Uiteindelijk is er dus gekozen voor de doelgroep kinderen met autisme die naar de reguliere basisschool gaan. Echter bij het testen bleek dat deze heel moeilijk te vinden waren. Er is toen besloten dat er ook kinderen zonder autisme, maar met concentratieproblemen getest konden gaan worden. Kunnen mensen zonder en met autisme wel met elkaar vergeleken worden? Als er met deze personen getest zou worden, sloot dit dan wel aan op het doel dat er was namelijk het prikkelarm maken van lesmateriaal voor kinderen met autisme.

Er heeft één fysieke test plaatsgevonden. Dit is niet echt een goede afspiegeling van het aantal kinderen met autisme en/of kinderen met een concentratieprobleem. Achteraf gezien kan de vraag

19

gesteld worden of er eerder moest worden begonnen met het werven van testpersonen. Er is in de vierde week begonnen met het werven van testpersonen. Er waren toen twee afwijzingen van scholen en bij één iemand kon daadwerkelijk getest worden. Er hadden in die eerste weken al meer contacten met scholen moeten worden gelegd. Ook had er meer contact gelegd moeten worden met testpersonen via de blogs.

20

BIJLAGE 1 GEBRUIKSONDERZOEK

Inleiding

Voor de Minor Ergonomisch ontwerpen ( periode 3 en 4 van schooljaar 2015-2016) wordt een externe project uitgevoerd; ‘prikkelarm lesmateriaal’. De doelstelling van dit project luidt:

Het ontwerpen en bouwen van een prototype van prikkelarm rekenlesmateriaal voor kinderen in het licht autismespectrum van acht tot elf jaar in het reguliere onderwijs binnen een periode van 20 weken.

Het concept dat ontstaan is, is een rekenhulpmiddel. Dit rekenhulpmiddel bestaat uit afdekvlakken, waarmee bepaalde delen van het boek afgedekt kunnen worden en daarmee reken lesmateriaal minder afleidend en prikkelarm te maken.

De kernaspecten van het onderzoek zijn: - Werking, werkt het product zoals het product beoogd te werken? - Zorgt het product niet voor extra afleiding? - Zorgt het product ervoor dat de prikkels worden weggenomen? - Of het product beter werkt dan een simpel A4 blaadje.

Methode

Gebruikers en deelnemers

De gebruikers van het hulpmiddel zijn kinderen van groep 7 in het reguliere basisonderwijs met autisme. De leeftijd van deze kinderen is 8 tot 11 jaar. Dit zijn zowel jongens als meisjes. Deze kinderen hebben nog geen ervaring met een dergelijk hulpmiddel. Deze gebruiker is tot stand gekomen, omdat het hulpmiddel is gemaakt voor het meest voorkomende rekenboek uit groep 7 (Erich. E. et al. (2001) De wereld in getallen. Rekenboek a groep 7. Malmberg ‘s-Hertogenbosch.).

Gebruiksonderzoek is arbeidsintensief en wordt het meestal uitgevoerd met slechts 5 tot 15 mensen (Balm, 2015)1. De wens is om minimaal 5 kinderen tussen de 8 en 11 jaar van het reguliere basisonderwijs te testen zonder autisme en een leerling met autisme.

Omgeving en locatie

De omgeving waarin het product gebruikt gaat worden is een klaslokaal. Hierdoor is er sprake van kunstlicht, andere studenten, achtergrondgeluiden, veel kleur, tekeningen op de muur en andere afleidende aspecten voor kinderen met autisme.

Het onderzoek wordt ook uitgevoerd in een klaslokaal. Dit zal echter in een lokaal zijn zonder andere kinderen en daarmee minder storende factoren die voor afleiding zouden kunnen zorgen.

Testcriteria

- De werking is goed wanneer het hulpmiddel tijdens de test niet stuk gaat.1 Balm, M.F.K et al. (2015) Handboek Ergonomie / Human Factors 2015. Arbo, Alphen aan de Rijn: Vakmedianet.

21

- De werking is goed wanneer het hulpmiddel met één vinger verschoven kan worden.- De werking is goed wanneer de testpersoon na één zin uitleg weet hoe het hulpmiddel werkt. - Het product zorgt niet voor afleiding als er net zo veel of meer sommen gemaakt kunnen worden

in hetzelfde tijdsbestek. - Het product zorgt wel voor afleiding als de testpersoon tijdens het testen alleen maar met het

product speelt. - Het product zorgt wel voor afleiding als de testpersoon aangeeft meer prikkels te ervaren. - Het product zorg wel voor meer afleiding wanneer de testpersoon tekenen van overprikkeling

laat zien. (fladderen, ineengedoken zitten) - Het product zorgt ervoor dat prikkels worden weggenomen als alleen de tekst zichtbaar is die

zichtbaar moet zijn. - Het product werkt beter dan een A4 wanneer het heel blijft en goed te verschuiven is.

Testmethode

Om de interactie, ofwel de gebruiksvriendelijkheid van het product te testen zijn twee manieren gebruikt; testen van interactie zonder gebruiker en testen met gebruiker.

Testen van interactie met gebruikerEen aantal gebruikers interacteert met het product en aan de hand van de resultaten wordt door de onderzoekers een conclusie getrokken. Hiervoor is gekozen voor een volledig gebruiksonderzoek. De interactie van product met gebruiker wordt geobserveerd, vervolgd door een interview. De observatie van de gebruiker wordt geleid door opdrachten en vragen. De methode hiervoor wordt een één-op-één observatie genoemd. Deze vragen en opdrachten zijn gebaseerd op de bevindingen van de onderzoekers in het onderzoek zonder gebruiker.

Om de interactie met de gebruiker te observeren wordt gebruik gemaakt van user narration; de gebruiker vragen hardop te denken terwijl hij het product gebruikt. Deze methode is nuttig voor emoties, zorgen en motivaties van de gebruiker in kaart te brengen. Hier wordt zichtbaar welke gebruiksproblemen er zijn en waarom die een probleem vormen.

Het is belangrijk dat de tester hardop denkt, omdat het lastig is om te observeren wat iemand voelt en wat iemand denkt. Bij dit product gaat het juist om de cognitieve ergonomie. Het is belangrijk dat alles wordt gedocumenteerd, zodat het duidelijk wordt wat verbeterd kan worden aan het prototype. Daarbij ligt extra de nadruk dat bij de user narration ook documentaties worden gemaakt.

Hardop denken is lastig voor kinderen. Zij geven informatie uit zichzelf meestal minder informatie tijdens de interactie dan volwassenen. De onderzoeker kan de deelnemer frequent bevragen, maar dit kan de interactie verstoren (Daams, 2011)2. Daarom wordt een andere vorm van hardop denken gebruikt, namelijk retrospectieve hardop denken. De proefpersonen denken niet hardop tijdens de taakuitvoering, maar voeren de taken in eerste instantie stil uit, en verbaliseren hun gedachten pas achteraf, aan de hand van een video-opname van hun taakuitvoering.

De interactie is getest aan de hand van het onderzoeksprotocol (bijlage 1). De resultaten worden door de observator ingevuld in het observatieformulier (bijlage 3). Het observatieformulier is opgebouwd uit een 5-punts Likertschaal tot 10 punten. Hierbij bestaat iedere punt uit de Likertschaal uit twee punten. Hieronder volgen de punten met de betekenis; 1 – 2 is volledig oneens, 3 – 4 is oneens, 5 – 6 is neutraal, 7 – 8 is eens, 9 - 10 volledig eens.

2 Daams, B. (2011) Productergonomie. Ontwerpen voor nut, gebruik en beleving. Deel 1. Undesigning

22

De resultaten worden omgezet naar verbeterpunten voor het herontwerp. Deze zijn opgenomen in de conclusie.

Testen van interactie zonder gebruikerDe projectgroep als niet gebruiker, beoordeelt en evalueert de interactieve aspecten van het product. De onderzoekers hebben hetzelfde onderzoeksprotocol doorlopen als voor het testen met gebruiker. Dezelfde opdrachten zijn gemaakt, met uitzondering van opgave 1. Hierbij is echter ook niet geobserveerd. De emotiemeter is niet van toepassing.

Onderzoeksprotocol

Het onderzoeksprotocol is opgebouwd uit een introductie, waar het doel en het verloop wordt beschreven. Daarna worden product en mens geobserveerd. Van te voren wordt vastgesteld wat geobserveerd gaat worden. Vervolgens zijn de opdrachten beschreven die de deelnemers uit moeten voeren. Deze opdrachten worden globaal beschreven, zodat de opdracht op eigen manier uitgevoerd kan worden door de deelnemers. Deze opdrachten moeten antwoord geven op vragen als; Waar loopt de interactie vast? Waar ziet of begrijpt de deelnemer iets niet? In welke volgorde worden dingen gedaan? Hoe lang doet de deelnemer er over om een opdracht uit te voeren?Tot slot wordt het onderzoek afgesloten.

Het taalgebruik in dit onderzoeksprotocol is zoveel mogelijk aangepast aan onze doelgroep, kinderen in het regulier onderwijs tussen 8 en 11 jaar. Voor het kind met autisme is het taalgebruik specifieker en bij activiteiten is een tijd aangegeven. Door de opdrachten zelf uit te voeren is hier een schatting van gemaakt. Verder kunnen deze kinderen met een emotiemeter aangegeven wat ze vinden (bijlage 5). Wellicht voor de kinderen met autisme niet filmen, omdat dit een afleidende factor zou kunnen zijn.

Resultaten

Interactie met gebruiker

De interactie met de gebruiker is getest door Pepijn. Pepijn is een leerling van de protestantse christelijke basisschool de Sonnewijzer in Son en Breugel. Het ingevulde observatieformulier is opgenomen in bijlage 3.

Observatie in tekstPepijn was al heel goed voorbereid op mijn komst. Hij wist dat ik kwam en ging ook makkelijk mee de klas uit. Hij pakte direct zijn rekenboek en nam deze mee naar de gang. Hier hebben we een rustige tafel gezocht en zijn we gaan zitten. Ik heb verteld dat ik eerst wat vragen wilde stellen, dat we dan een paar sommen gingen maken en dat ik aan het einde nog wat vragen wilde stellen.

Vragen voor het testen: o Vind je het spannend?

Pepijn vertelde dat hij het niet echt spannend vond omdat hij al wist wat we gingen doen. De juf had hem al voorbereid.

o Ik heb hier een plaatje met smileys, kun jij aangeven welke smiley nu op jou van toepassing is?

Hij vond alle groene plaatjes wel van toepassing. o Vind je het moeilijk om je op de sommen te concentreren?

Pepijn heeft veel last van de plaatjes in mijn boek. Vooral kleuren vind hij moeilijk te filteren. Hij meldde nadrukkelijk dat hij dan wel autisme had maar

23

toch echt niet dom was. Van de geluiden uit de klas had hij meestal niet zo veel last. Af en toe als er een paar kinderen heel druk waren vond hij dat wel vervelend maar over het algemeen had hij daar geen problemen mee.

o Wil je van te voren nog iets zeggen of kunnen we beginnen? We kunnen beginnen.

Ik heb Pepijn het hulpmiddel gegeven en we hebben het samen op zijn boek gelegd. Zijn eerste reactie was dat het hulpmiddel te klein was. Echter moet je het hulpmiddel links op de pagina leggen, toen zag hij dat het wel paste. Vervolgens heb ik Pepijn zelf een som laten kiezen om te maken. Ik kreeg de indruk dat hij het toch wel spannend vond. Daarom liet ik hem zelf een som kiezen. Ik heb bij de som gezegd dat het niet uit maakt hoe lang hij erover doet en dat het ook niet uit maakt als de som fout is. Daar zouden we niet naar kijken. Hij koos opdracht… Toen hij de juiste som voor zich had heb ik hem het hulpmiddel weer op zijn boek laten leggen en gevraagd of hij het hulpmiddel zo kon schuiven dat hij de opdracht zag. Hij keek een beetje vertwijfeld en begon toen voorzichtig te schuiven. Het schuiven ging niet soepel genoeg, hij kon niet met één vingen schuiven. Pepijn had niet door dat ook alle zwarte delen verschuifbaar waren. Ik denk dat dit hem dwars zat want toen ik dat zei leek hij een soort van opgelucht. Hij heeft vervolgens het hulpmiddel zo geschoven dat hij de som kon maken en ging de som maken. Vervolgens heb ik hem nog een som laten kiezen en heeft hij het hulpmiddel weer op de juiste manier ingesteld. Nadat hij klaar was met de sommen zijn we weer overgegaan op de vragen.

De volgende vragen zijn gesteld: o Hoe vond je het om met het hulmiddel te werken?

Hij vond het leuk om met het hulpmiddel te werken. o Denk je dat dit je kan helpen met het maken van je sommen?

Pepijn denkt dat dit hem kan helpen bij het maken van zijn sommen. Dit denkt hij omdat hij het fijn vindt dat alle overige kleuren en plaatjes worden afgeschermd. Hij vind het alleen wel afleidend dat de andere pagina niet bedekt is.

o Zou je het hulpmiddel willen gebruiken in de klas? Ja, dat leek hem wel wat. Wel moest het dan beter schuiven want dit kostte

wel veel tijd. Over de kleur zei hij dat hij paars een fijne kleur vond, volgens Pepijn was dit ook een bewezen kleur die rust geeft voor mensen met autisme.

o Vond je het lastig om het hulpmiddel te gebruiken? Aan het begin wist hij niet dat alle vlakken konden schuiven, toen vond hij

het wel lastig. Verder had hij geen problemen met de som in beeld krijgen. o Heb je nog tips voor ons om het hulpmiddel te verbeteren?

Als tips gaf hij aan dat de kleur paars hem zou helpen en dat hij graag wilde dat de andere pagina ook bedekt was.

Resultaten interactie zonder gebruiker

Die interactie met het product zonder gebruiker is getest door de projectgroep.

Hoe vond je het om het product te gebruiken? o Ik vond het wel fijn om het product te gebruiken, het koste alleen moeite om hem

goed te verschuiven, waardoor ik best lang bezig was met een som Wat werkt niet/wat werkt wel?

o Het werkt wel goed, alleen het schuiven gaat wat stroef en je kunt nog niet alles bedekken wat ik graag zou willen.

24

Vond je het moeilijk te begrijpen hoe je het product gebruikt? o Voor mij was het niet heel moeilijk te begrijpen. Het is niet heel duidelijk dat het de

onderste en bovenste zwarte strook verschoven kan worden. Kan je je met het hulpmiddel beter op de som concentreren?

o Niet helemaal, want niet alles wat ik wil afdekken kan afgedekt worden. Als dit zou kunnen is het echt een goede oplossing.

Zou je dit hulpmiddel in de klas willen gebruiken? o Op het moment dat het me niet meer werkt op zou leveren dan zou ik het wel gaan

gebruiken. Denk je dat andere kinderen het raar zullen vinden?

o Het is wel opvallend. Dus denk dat het best raar is als je er als enige mee werkt, maar als je ervan kleins af aan mee werkt dan wordt het wel normaal.

Conclusie en aanbeveling De verbeterpunten en aanbevelingen voor het herontwerp van het hulpmiddel zijn;

Verbeterpunt 1Uit de test met de gebruiker en uit een bericht op een forum kwam naar voren dat de andere pagina ook voor afleiding zorgt. Een verbeterpunt is dan ook om ervoor te zorgen dat de andere pagina ook bedekt is.

Voorstel herontwerpHet materiaal zelf is momenteel stevig genoeg. Het verstandigste is om een nieuwe manier van onderdeel-verbinding te vinden, zo kunnen de platen plastic aan elkaar gesmolten worden als ze vast moeten. Het is ook verstandig om delen van het product zoveel mogelijk uit een onderdeel te maken. Dus dat bij hoeken niet twee platen aan elkaar gelijmd worden, maar in plaats daarvan een grotere plaat gebogen wordt.

Verbeterpunt 2Kleur verschilt sterk per persoon. Op het forum waar we een bericht op hadden geplaatst liep de voorkeur zeer uiteen. Dit is dus echt persoonsgebonden.

Voorstel herontwerpDit verbeterpunt wordt waarschijnlijk het lastigste om te doen. Om de rails namelijk dunner te maken, moeten de afstanden tussen de rails en de platen zelf dunner gemaakt worden. Dit wordt waarschijnlijk moeilijk te produceren. Voor het herontwerp moet dan ook gekeken worden wat de dunst mogelijke situatie is die te produceren valt, en of er anders nog platen op dezelfde rails gebruikt kunnen worden.

Verbeterpunt 3Het hulpmiddel moet steviger zijn. Het hulpmiddel heeft de test met de testpersoon helaas niet overleefd. Er moeten materialen en verbindingen worden bedacht die steviger zijn dan de lijm nu.

Voorstel herontwerpHet materiaal zelf is momenteel stevig genoeg. Het verstandigste is om een nieuwe manier van onderdeel-verbinding te vinden, zo kunnen de platen plastic aan elkaar gesmolten worden als ze vast moeten. Het is ook verstandig om delen van het product zoveel mogelijk uit een onderdeel te maken. Dus dat bij hoeken niet twee platen aan elkaar gelijmd worden, maar in plaats daarvan een grotere plaat gebogen wordt.

25

Verbeterpunt 4Het hulpmiddel was door de twee rails vrij dik, zodanig dat het niet makkelijk in het boek opgeborgen kan worden. Een verbeterpunt is dan ook om te kijken hoe het hulpmiddel minder dik kan zijn, wat vooral afhangt van de rails.

Voorstel herontwerpDit verbeterpunt wordt waarschijnlijk het lastigste om te doen. Om de rails namelijk dunner te maken, moeten de afstanden tussen de rails en de platen zelf dunner gemaakt worden. Dit wordt waarschijnlijk moeilijk te produceren. Voor het herontwerp moet dan ook gekeken worden wat de dunst mogelijke situatie is die te produceren valt, en of er anders nog platen op dezelfde rails gebruikt kunnen worden.

Discussie

De steekproef van dit gebruiksonderzoek is één testpersoon. De steekproef dient een afspiegeling te zijn van de totale populatie. De resultaten die in dit gebruiksonderzoek zijn meegenomen, zijn enkel de wensen en meningen van één persoon. Het autismespectrum is ontzettend groot. Eén testpersoon kan niet voor heel deze groep de verbeterpunten bepalen. Hierdoor is de conclusie onbetrouwbaar.

Om de werking van het hulpmiddel te kunnen vaststellen, dienen de sommen door dezelfde testpersoon (met autisme) ook gemaakt te worden zonder hulpmiddel. In ons onderzoek is dat niet gedaan, waardoor er geen waarden zijn die met elkaar vergeleken kunnen worden en aan de hand daarvan de werking te kunnen bevestigen.

Daarnaast heeft het observatieformulier geen duidelijk codeboek. In een codeboek is beschreven waar de getallen in het observatieformulier voor staan en wat voor soort conclusie hieruit getrokken kan worden. Enkel is aangegeven waar de getallen voor staan, maar niet welke conclusie eruit getrokken kan worden. Het is dus niet onderbouwd welke conclusies getrokken kan worden uit de getallen die omcirkeld zijn. Om een goede analyse te kunnen maken, was dit nodig geweest.

Het aantal deelnemers is voornamelijk laag, omdat het lastig is om toestemming te krijgen van basisscholen. Aan het eind van het jaar zijn de basisscholen met de Cito toetsen bezig. Het bestuur wil de leerlingen niet deel laten nemen aan dit onderzoek, omdat dit een belangrijke toets is en ze de leerlingen niet af willen leiden met andere zaken. We niet overzien. In de meest ideale situatie hadden we direct aan het eind van periode 1 al een datum af moeten spreken met basisscholen. Ook hadden we actiever gebruik moeten maken van de forum. Dat is tevens ook onze doelgroep. Deze mensen zijn zeer welwillend om mee te werken, omdat het in hun eigen voordeel kan werken.

26

Bijlage 1. Onderzoeksprotocol

→ Tekenen gebruikersonderzoeksovereenkomst ouder of docent

→ Introductie

Hallo,

Wij zijn heel blij dat je mee wil doen aan dit onderzoek. In dit onderzoek zal aan jou een aantal vragen gesteld worden over het rekenhulpmiddel dat wij bedacht hebben. Dit onderzoek zal een uur duren.

Dit onderzoek is opgezet door vijf studenten van Avans hogeschool Tilburg. Wij zijn Thijs, Lotte, Francien, Tom en Amy. Wij hebben van school een opdracht gekregen om een hulpmiddel te verzinnen om huiswerk maken op deze manier afleidend te maken. Sommige kinderen zijn snel afgeleid en wij hopen dat dat door ons hulpmiddel minder zal worden. Hierbij hebben wij jou hulp hard nodig. Door dit onderzoek hopen wij er achter te komen wat wij nog kunnen verbeteren aan ons hulpmiddel.

Om te kijken hoe jij het hulpmiddel gebruikt, gaan wij foto’s maken of jou filmen. Dit kan misschien een beetje eng zijn, maar wij doen dit omdat wij niet alles kunnen onthouden. Je kunt gewoon net doen of de wij en de camera’s er niet zijn. Door te filmen of foto’s te maken, kunnen wij dit later nog terugkijken en daardoor meer informatie verzamelen. Deze foto’s of video’s worden alleen door ons, onze klasgenoten, onze docenten of andere mensen die iets willen leren van ons onderzoek. Wil je nou toch niet dat wij jou filmen, kun je dit aangeven bij ons.

Ons onderzoek bestaat uit de volgende stappen: Deze inleiding waar we uitleggen wat we doen en waarom Opdrachten die jij uit gaat voeren met het hulpmiddel Vragen over het hulpmiddel. Hierbij mag je zoveel mogelijk hardop denken. Wij zullen je

onder andere vragen; Waarom doe je dat? Waarom vind je dat? Daarna gaan we het onderzoek afsluiten.

Heb je nog vragen?Dan gaan we beginnen!

Thijs, Lotte, Francien, Tom en Amy. → Camera aanzetten (indien toestemming)

Openingsvragen (5 minuten)

→ Je kan hardop denken. Waar het ons vooral om gaat, is waarom u ergens voor kiest of waarom u iets doet. Er zijn geen foute antwoorden.

Vind je het leuk om sommen te maken? o Waarom wel/waarom niet?

Ben je snel afgeleid bij het maken van sommen?o Waarom wel/waarom niet?

27

Ligt deze afleiding aan het boek of aan andere dingen?

Opdrachten (25 minuten)

Opdracht 1 - eerste indruk hulpmiddel

→ De werking van het hulpmiddel wordt niet uitgelegd. Enkel wordt gepeild wat de eerste indruk is van het hulpmiddel. Hier is bewust voor gekozen. We willen namelijk toetsen of het hulpmiddel zonder uitleg bruikbaar is. Dus of het gebruik als moeilijk bruikbaar ervaren wordt.

Op de foto 1 zie je het boek zonder hulpmiddel. Op de foto 2 zie je het boek met het hulpmiddel. Door het hulpmiddel worden bepaalde delen van het boek afgedekt, zodat je je op een bepaald stuk tekst kunt concentreren en geen afleiding meer hebt van bijvoorbeeld plaatjes.

Foto 1: Zonder hulpmiddel

Foto 2: Met hulpmiddel

28

Lijkt het je op het eerste gezicht een handig hulpmiddel? Zou je hier mee willen werken? Opdracht 2

→ Deze opdracht is bedoeld om inzicht te krijgen in de bruikbaarheid van het product. De vraag is gericht op een specifieke som op een specifieke bladzijde. Dit zodat de eerste stappen van de taakanalyse ook meegenomen worden. Boek open doen, bladzijde zoeken, hulpmiddel pakken, hulpmiddel toepassen e.d.

Kun je som2 van les 2 week 3 op bladzijde 12 maken met gebruik van het hulpmiddel. Schrijf hetantwoord op het papier. Je mag zoveel tijd nemen als je wil.

→ Indien dit binnen 5 minuten nog niet gelukt is, ingrijpen. Vragen aan de leerling of dit ligt aan de moeilijkheid van de som of omdat het hulpmiddel moeilijk in gebruik is.

Opdracht 3

Kun je som …. van les … week … op bladzijde … maken met gebruik van het hulpmiddel. Schrijf hetantwoord op het papier. Je mag zoveel tijd nemen als je wil.

Opdracht 4


Opdracht 5


Interview (15 minuten)

→ Je mag weer hardop denken. Waar het ons vooral om gaat, is waarom u ergens voor kiest waarom u iets doet. Er zijn geen foute antwoorden.

Hoe vond je het om het product te gebruiken? o Waarom wel/waarom niet?o Wat werkt niet/wat werkt wel?

Vond je het moeilijk te begrijpen hoe je het product gebruikt? o Waarom wel/waarom niet?

Kan je je met het hulpmiddel beter op de som concentreren?o Waarom wel/waarom niet?

Zou je dit hulpmiddel in de klas willen gebruiken? o Waarom wel/waarom niet?o Denk je dat andere kinderen het raar zullen vinden?

Afsluiting (5 minuten)

We zijn aan het einde van dit onderzoek. Wil je ons nog iets vragen? Of heb je nog opmerkingen over het hulpmiddel? Heb je misschien nog tips voor ons? Dan willen wij jou heel erg bedanken voor uw deelname. Dankjewel!

30

Bijlage 2: Observatieformulier opdrachten

Datum: ____________________________ Gebruiker: _____________________________Tijd:_______________________________ Observator: ____________________________Locatie: ____________________________ Docent/begeleider: ______________________

Opdracht 2 - Gebruiken van het hulpmiddel

Beschrijven emotie a.h.v emotiekaart _________________________________________________

Fysieke ergonomie Volledig oneens Volledig eens De deelnemer hoeft niet teveel kracht uit te oefenen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen sprake van pronatie3 van de onderarm 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen spraken van extentie4 van de polsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen sprake van ulnair deviatie5 van polsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Sensorische ergonomie Volledig oneens Volledig eens Geen last van de kleur van het hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen last van de weerkaatsing van het doorzichtige vlak 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen last van de weerkaatsing van de zwarte vlakken. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen last van het contrast tussen het papier boek en hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De tekst blijft goed leesbaar door het hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Door het hulpmiddel valt teveel tekst weg. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Ondanks het hulpmiddel is er veel last van afleiding; 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

o Afgeleid door: _________________________________________________

Cognitieve ergonomie Volledig oneens Volledig eens Begrip van de werking/functie van het hulpmiddel is duidelijk . 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Het nut van het hulpmiddel is duidelijk. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

3 Een draaiing naar binnen 4 Knikstand van de pols in verticaal vlak5 Knikstand van de pols in horizontaal vlak

31

De bruikbaarheid van het hulpmiddel is duidelijk. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Omgevingsergonomie Volledig oneens Volledig eens De omgeving heeft invloed op deelnemer door;

o Camera 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Observator 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Docent 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Licht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Geluid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Anders, namelijk _________________________________________________

Overige opmerkingen____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________




Sensorische ergonomie Volledig oneens Volledig eens Geen last van de kleur van het hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen last van de weerkaatsing van het doorzichtige vlak 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10


32

Geen last van de weerkaatsing van de zwarte vlakken. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen last van het contrast tussen het papier boek en hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De tekst blijft goed leesbaar door het hulpmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Door het hulpmiddel valt teveel tekst weg. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Ondanks het hulpmiddel is er veel last van afleiding; 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

o Afgeleid door: _________________________________________________

Cognitieve ergonomie Volledig oneens Volledig eens Begrip van de werking/functie van het hulpmiddel is duidelijk . 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Het nut van het hulpmiddel is duidelijk. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De bruikbaarheid van het hulpmiddel is duidelijk. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10






Fysieke ergonomie Volledig oneens Volledig eens De deelnemer hoeft niet teveel kracht uit te oefenen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

33

Geen sprake van pronatie9 van de onderarm 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen spraken van extentie10 van de polsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen sprake van ulnair deviatie11 van polsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10


o Afgeleid door: _________________________________________________




Overige opmerkingen


34

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________





o Afgeleid door: _________________________________________________



35


o Camera 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Observator 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Docent 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Licht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10o Geluid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Anders, namelijk _________________________________________________


Bijlage 3: Observatieformulier Pepijn

36

Datum: 30-05-2016 Gebruiker: Pepijn Tijd: 13.45 Observator: Lotte Kleijnen Locatie: Basisschool de Sonnewijzer Docent/begeleider: ______________________


Beschrijven emotie a.h.v emotiekaart Pepijn gaf aan dat hij zich in alle groene poppetjes wel kon vinden. Trots, eerlijk en moedig vond hij er bovenuit steken.



o Afgeleid door: De andere pagina.


37





38


Beschrijven emotie a.h.v emotiekaart Alles in het groen.



o Afgeleid door: De pagina die niet bedekt is.



39



Overige opmerkingenDe kleur paars werd door Pepijn als een prettige kleur ervaren. Hij zei ook dat dit bewezen was als zijnde rustige kleur. Hij vond het hulpmiddel wat te dik want dat paste niet goed tussen zijn boek. Hij vond het hinderlijk dat zijn andere bladzijde niet bedekt was.

Bijlage 4. Gebruikersonderzoeksovereenkomst De overeenkomst tussen de Onderzoeker en Deelnemers.

Studenten van Avans Hogeschool Tilburg (‘Onderzoeker’) hebben u gevraagd om uw leerlingen deel te laten nemen aan het gebruiksonderzoek met betrek-king tot het rekenhulpmiddel van de Minor Ergonomisch Ontwerpen (‘Product’). ___________

ParaafTijdens het onderzoek krijgen uw leerlingen van de Onderzoeker informatie over het Product, zodat (‘Informatie’) zij zo goed mogelijk aan het onderzoek kunnen deelnemen. Door plaatsing van uw paraaf verklaart u zich akkoord om de Informatie vertrouwelijk te behandelen. ___________

ParaafDoor het plaatsen van uw paraaf gaat u ermee akkoord dat alle ideeën en suggesties voor verbetering van het Product gedurende het onderzoek eigendom worden van de Onderzoeker. ___________

ParaafTijdens het onderzoek observeren wij de leerlingen terwijl zij met het Product werken en maken wij daarvan aantekeningen (‘Studiemateriaal’). Wij maken daarbij gebruik van geluiden video-opnamen. Ook vragen wij de leerlingen een vragenlijst in te vullen en zullen wij een interview afnemen als onderdeel van een volledig gebruiksonderzoek. Dit studiemateriaal wordt ten alle tijden vertrouwelijk behandeld en zal anoniem zijn. ___________

ParaafDoor het zetten van uw paraaf geeft u toestemming om delen van het Studie-materiaal op tenemen in de eindpresentatie van de resultaten van de Onderzoeker. ___________

Paraafdelen van het Studiemateriaal op te nemen om delen van het Studiemateriaalte gebruiken voor onderwijsdoeleinden. ___________

ParaafOndergetekende heeft kennis genomen te hebben van bovenstaande en met een paraaf aangegeven met welke voorwaarden akkoord wordt gegaan. ___________

Paraaf

Onderzoeker DeelnemerNaam: ______________________________ Naam: _______________________________Datum: _____________________________ Datum: _______________________________

Paraaf:______________________________ Paraaf: _______________________________

Indien u nog vragen heeft over deze overeenkomst of nadere informatie wenst, kunt u conctact opnemen met Lotte Kleijen, 06-22415749, [email protected].

Bijlage 5. EmotiemeterMet deze emotiemeter kunnen kinderen met autisme aangeven hoe ze dingen ervaren tijdens het onderzoek.

1

Weekopdrachten extern project Web viewDit is een site van het Leo Kannerhuis waarop struikelblokken...

Documents

Transcript of Weekopdrachten extern project Web viewDit is een site van het Leo Kannerhuis waarop struikelblokken...