WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels...

4
‘Wie denkt dat hij gearriveerd is, dwaalt’ ACTEUR DAMIAAN DE SCHRIJVER WONEN TRANSPARANTIE TEN TOP DE STANDAARD Zaterdag 20, zondag 21 april 2013 TELEVISIE | PODIUM | FILM | MUZIEK | EXPO CULTUUR WEEKEND

Transcript of WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels...

Page 1: WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels vindt om de humor ervan bloot te leggen. Cynisme en scheldtirades vor-men één laag.

‘Wie denkt dathij gearriveerd is, dwaalt’

ACTEUR DAMIAAN DE SCHRIJVER

WONEN TRANSPARANTIE TEN TOP

DE STANDAARDZaterdag 20, zondag 21 apri l2013

TELEVISIE | PODIUM | FILM | MUZIEK | EXPO

CULTUURWEEKEND

Page 2: WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels vindt om de humor ervan bloot te leggen. Cynisme en scheldtirades vor-men één laag.

C8 CULTUUR DE STANDAARDZATERDAG 20, ZONDAG 21 APRIL 2013

‘De Oostenrijkse maatschappij isbehalve vastgeroest ook altijdaangebrand geweest, vanwege desympathieën voor het foute regi-me. Het slechte geweten is promi-nent aanwezig. Ook in Am Zielsluimert er een niet verteerd oor-logsverleden onder het verhaal.’‘Maar ik zie de haat tegen het tra-ditionele Oostenrijk niet als zijnhoofdthema. Het is maar een vande onderliggende bastonen. WatBernhard schetst, is een vileinportret van de struikelendemens. De Christus die valt onderhet kruis. De mens die geborenwordt om te sterven en dat ookhardnekkig blijft ontkennen: datbij de geboorte de aftakeling albegonnen is.’‘In onze zoektocht kwetsen we el-kaar voortdurend. In Bernhardsoptiek: onder meer door kinde-ren op de wereld te zetten. Hijhad zelf een verschrikkelijke

de blingbling eraf haalt: het doetpijn, ja.’

Schuilt er een lichtpunt onderzoveel onverbloemde haat?‘We hebben in onze voorstellin-gen in elk geval altijd gezochtnaar dat lichtpunt. Voor Tg Stanis Bernhard echt een klassieker.Zijn werk is vrij toegankelijk, ten-minste als je de sleutels vindt omde humor ervan bloot te leggen.Cynisme en scheldtirades vor-men één laag. Wat ik hoe langer,hoe meer waardeer in Bernhardis zijn grote betrokkenheid metde zoekende en falende mens. Hijverwoordt dat messcherp. Maaraltijd kiemt er mededogen.Mocht dat er niet zijn, dan zou-den we ons niet elke keer latenstrikken door hem.’

De vastgeroeste Oostenrijksemaatschappij zoals Bernhard dieportretteert, is die nog herken-baar?

deze fase van de repetities samen.‘We testen spelmogelijkhedenuit. Hoe boetseren we dezetekst? Hoe maken we hem licht?’

U bent al twintig jaar bezetenvan Bernhard. Speelde met ‘Oudemeesters’ en ‘Brandhout’ ooktwee monologen. Vanwaar die ob-sessie?‘Met Bernhards geschriften hebik een haat-liefderelatie. Ik kan erdiepdroevig van worden, maarook opgetogen, als ik zie hoe hijde woorden vindt die ik zelf nietkan verzinnen. Als geen ander vatBernhard de ergernis over onzemenselijke tekortkomingen.’‘Ik geef toe: het is niet altijd deprettigste stof om mee aan de slagte gaan. Altijd weer is de pil bit-ter. Maar Bernhard legt de vingerop de juiste manier op de wonde.Hoe hij de dingen probeert te ont-doen van hun glans. Hoe hij onzeziel met schuurpapier poetst en

speelt Damiaan De Schrijver eenjonge en succesvolle theaterau-teur die gedwongen wordt tot eengewetensonderzoek. Uiteindelijkmoet hij het antwoord schuldigblijven over de zin van zijn bezig-heden.Nu de tekstrepetities achter derug zijn, wordt volgens het typi-sche Stan-recept de voorstellingin anderhalve week in elkaar ge-bokst. Het wordt weer een ge-vecht met rekwisieten, vooraldan met een buitenmaatse rietenkoffer. Inpakken en daarna uit-pakken bepalen het ritme van de-ze voorstelling, waarin een moe-der en een dochter (Jolente DeKeersmaeker en Sara De Roo)hun jaarlijkse vakantie in Kat-wijk-aan-Zee aanvatten. Ze krij-gen daarbij de theaterauteur opvisite.‘Het woord moet nu vlees wor-den’, zo vat Damiaan De Schrijver

GEERT VAN DER SPEETENDe tijd die nodig is om ander-

halve sigaar op te roken: zo langduurt onze babbel in de Kaaithea-terstudio’s, waar volgende weekEind goed al goed in premièregaat. Al voor de zesde keer brengtTg Stan een stuk op de plankenvan de in 1989 overleden Oosten-rijkse schrijver en überkankeraarThomas Bernhard. Telkens wasDamiaan De Schrijver daarbijvan de partij.Bernhard is voor de acteur tel-kens weer een toetssteen. Zijn ra-dicale pessimisme, zijn obsessiemet mislukking, zijn magistralescheldproza: voor De Schrijverhebben ze iets verslavends. Alshij het over zijn favoriete schrij-ver heeft, haalt hij volzinnen bo-ven waarvan de cadans en de ob-stinate herhalingen zo uit eentekstbrochure weggelopen lijken.In deze nieuwe versie van Am Ziel

Damiaan De Schrijver: ‘Op de grote levensvragen geven goeie schrijvers niet de goeie antwoorden. Ze laten ons zélf het huiswerk maken.’ © Ivan Put

Page 3: WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels vindt om de humor ervan bloot te leggen. Cynisme en scheldtirades vor-men één laag.

DE STANDAARDZATERDAG 20, ZONDAG 21 APRIL 2013 CULTUUR C9

ning. Als het een kritische en ge-engageerde prikkel uitstuurt,moet het zich legitimeren. Ter-wijl vragen stellen toch de van-zelfsprekendheid zelve zou moe-ten zijn?’‘Als theatermaker voel ik meer enmeer druk om mijn rol duidelijkte maken in deze ongelooflijkcomplexe samenleving. Hoe poli-tiek correct moet je zijn? Hoe kunje al denkend spelen? En tot welk

‘Altijd weer isde pil bitter’Theaterauteur Thomas Bernhard verhiefzwartgalligheid tot kunst. Voor Damiaan DeSchrijver is de overdrijvingskunstenaar al twintigjaar een compagnon de route. ‘Wie denkt dat hijgearriveerd is, dwaalt’ staat er in vette letters inzijn Kleine Bernhard Gids. Een gesprek aan devooravond van Eind goed, al goed.

DAMIAAN DE SCHRIJVER OVER THOMAS BERNHARD

‘Bernhard toonteen grotebetrokkenheidmet de zoekendeen falende mens.Hij verwoordtdat messcherp.Maar altijd kiemter mededogen’

jeugd achter de rug en werd alsongewenst kind in Heerlen ge-dumpt. Zijn zelfhaat en zelfrelati-vering zijn daar grotendeels doorte verklaren. De jeugdjaren vorm-den voor een schrijver als Bern-hard de ideale meststof voor hetontwikkelen van misantro-pie. Het moeilijke contact met demedemens vind je op haast elkebladzijde van zijn werk.’

De vraag naar de verantwoorde-lijkheid van de schrijver en de kun-stenaar in het algemeen, waar ookBernhard in dit stuk niet uit komt,is zeer actueel.‘Zeker wel, nu men in Nederlandde kunsten uitroept tot de hobbyvan een linkse, geëngageerde eli-te. Kunst zit in de verdediging. Zeis niet meer evident.’‘Een rare omwenteling heeft zichvoltrokken. Men verwacht vanhet theater blijkbaar in de eersteplaats vertier en ontspan-

resultaat leidt dat dan? Kritischeschrijvers van het slag van Bern-hard en Tsjechov houden ons opdat vlak scherp en spits, denk ik.’‘Bij Stan hebben we er altijd eenpunt van gemaakt “amusementvoor de geest” te brengen. Wekoppelen het onderhoudendeaan het stellen van kritische vra-gen. Repertoire is er geknipt voorom een groot publiek een spiegelvoor te houden. Het probleem isalleen: op de grote levensvragengeven goeie schrijvers niet degoeie antwoorden. Ze laten onszélf het huiswerk maken.’‘Om terug te keren naar Am Ziel:met schrijven de maatschappijveranderen, dat lukt natuurlijkniet. Zelfs niet als je Shakespeareheet. Bij Thomas Bernhard klinktdat zo: alle schrijvers zijn ge-doemd om te mislukken. De échtegrote gaan er zelfs van uit dat zemislukken. Maar de kunst ligt in

het proberen. Proberen is al iets,hoe weinig ook.’

‘Weerzinwekkend’, ‘stompzin-nig’, ‘afstotelijk’: het zijn demeest voorkomende woorden indit oeuvre. Een dankbaar registervoor een toneelspeler?‘Bernhard wordt pure afbraak,als je niet ook nog humor achterde hand hebt. Bij de monoloogBrandhout heb ik de tekst als eenboemerang teruggekregen. Hebik wel het recht om dit te zeggen,vroeg ik mij af. Om zo kritisch testaan tegenover kunst en tegen-over de collega’s?’

Tijdens ‘Oude meesters’ werd udaar ooit rechtstreeks op aange-sproken door een toeschouwer.Wat flitst er dan door uw hoofd?‘Toeschouwers zijn weleens vakerin de war, neem ik aan. Maarhoogst zelden komen ze hun ver-warring ook vlak voor het podi-um uitspreken. De man uit het

Damiaan De Schrijver: ‘Op de grote levensvragen geven goeie schrijvers niet de goeie antwoorden. Ze laten ons zélf het huiswerk maken.’ © Ivan Put

b b b >Lees verder op pagina C10

publiek had de aanval van Bern-hard persoonlijk genomen. Lichtvertwijfeld vroeg hij zich af: watrest er ons dan nog? Gelukkigvormen de laatste bladzijden vanOude meesters een soort troost-gebed. Hij roept een “confuse,brute wereld” op waarin komedieen tragedie dicht bij elkaar lig-gen. Die laatste woorden kregende man kalm.’‘In Amsterdam stapte ooit ie-mand op het podium, kleeddezich uit en vroeg waar ik het rechtvandaan haalde om zo te spre-ken. Zeer confronterend, zo’nmoment. Het is de nachtmerrievan elke speler dat iemand je ophet podium ter verantwoordingroept. Op zo’n moment ben je al-leen gewapend met een tekst en

Page 4: WEEKEND - tg stanstan.be/media/producties/bernhard drie/de_standaard...minste als je de sleutels vindt om de humor ervan bloot te leggen. Cynisme en scheldtirades vor-men één laag.

C10 CULTUUR DE STANDAARDZATERDAG 20, ZONDAG 21 APRIL 2013

DE ARCHITECTKOEN VAN SYNGHEL

SPITS OF BOTTE BIJL?

Misschien is het alleen aan heiligen als Mi-chaël om het echte onderscheid te maken tus-sen goed en kwaad, om het af te wegen op eenweegschaal of met het zwaard onverbiddelijkhet goede van het slechte te scheiden. Het isverleidelijk om alles, dus ook architectuur,zwart-wit te beoordelen, omdat van enerzijds-anderzijdsverhalen of halfvolle en halflegeglazen een mens zijn hoofd toch maar gaat tol-len.De vraag of een gebouw goed of een slecht is,krijgt vooral belang als de overheid aan hetbouwen slaat, want de staat, stad of parastata-le mag dan een abstract monster zijn, in feitebouwt de overheid in naam van iedereen. Dusook in die van u en mij.

Zo neemt binnen afzienbare tijd de Brusselsegemeente Vorst een nieuw Huis van Tewerk-stelling en Onderneming in gebruik. De naamgeeft meteen aan dat er sociale ambities wor-den gekoesterd. In het kader van de Brusselsewijkcontracten ging de gemeente met debuurt in overleg. Daaruit groeide het pro-gramma, zodat er naast kantoren ook een kin-deronthaal werd ingericht.De keuze van het taartpuntige bouwterreinlaat zien dat de gemeente Vorst geloof heeft inarchitectuur. Want de bouwplaats krijgt wei-nig cadeau van de omgeving. Een uitloper vaneen volkswijk botsend op de gigantische, inzichzelf gekeerde fabriekshallen van Audi,terwijl een drukke invalsweg het laatste restjelebensraum opvreet. Die context schrok in elkgeval de Brusselse A2M-architecten niet af. In-tegendeel. De taartpunt dreven ze... op despits. Er bestaan al een paar emblematischetaartpuntgebouwen. New York kent het fa-meuze ‘strijkijzer’, Parijs het Institut Arabevan Jean Nouvel en Oostende Elektro Loetersvan Meta. Telkens puurden de architecten deongelukkige vorm van het bouwterrein uit toteen icoon.Architecten wagen trouwens graag een dansjemet de zwaartekracht. In Vorst mag de scher-pe hoek als een pijlpunt een eind de lucht inzweven. Spektakel waar de architecten devoorbije jaren hun hand niet voor omdraai-den.Zo spectaculair maken de architecten vanA2M het nu ook weer niet. Daarvoor zijn ze al

te veel het pad opgegaan van de passiefbouw,de techniek waarbij gebouwen hermetischworden geïsoleerd en het binnenklimaat zo-danig wordt gecontroleerd dat er nauwelijksenergie nodig is om het te verwarmen of ver-koelen. De sleutel van het passiefverhaal is hetcompact bouwen, het juist doseren en oriënte-ren van ramen en de controle van ventilatie.Prozaïsche bezigheden, waar weinig architec-tuur uit lijkt te putten.

Energieverlies

Toch loopt A2M met dit gebouw al voorop opde verplichting van het Brussels Gewest omvanaf 2015 alle nieuwbouw passief te maken.A2M wil schijnbaar laten zien dat dat mogelijkis zonder in te boeten aan spelvreugde. Terras-sen worden uit het volume gehakt. Voor de ge-vel hangt een optisch ribbenspel van houtenbalken, die de dik geïsoleerde wanden moetenopleuken, terwijl kleurtjes de kinderopvangredden.Maar de kantoren stijgen niet uit boven kan-toorse anonimiteit. De materialen lijken bin-nen gereduceerd tot textuurloze vlakken wit,grijs en zwart. Van een andere kunstmatig-heid is de sokkel van het gebouw. Betimmerdmet een kunststofplaat verliest het gebouwzowel zijn stedelijke plint als zijn geloofwaar-digheid qua duurzaamheid.Bovendien vloekt die kunststof met de eco-look van de houten balken die aan de gevelwerden opgehangen. Het nut van die balken istrouwens ver te zoeken. Als zonnewering zijnze een farce, als optisch spel energieverlies,want met een paar planken meer had heel degevel een volledige schors kunnen krijgen inplaats van grijze pleister. Behalve het creërenvan een perspectivische illusie van een com-pleet houten gevel zal het voor de overbuureen eeuwig raadsel blijven waarom die ‘pilaar-bijters’ daar zo iel hangen te wezen.Be.passive zette onlangs het gebouw op de co-ver van zijn recentste info- en promotiebladvoor passiefbouw, Brussels Leefmilieu noem-de het een ‘Voorbeeldgebouw’. Beide doen datvanwege de energetische performantie vanhet gebouw. Verdienstelijk. Alleen dreigt on-dertussen het gevaar dat architectuur tegen-over de mathematische pletwals van energie-zuinigheid zich alleen nog kan manifesterenmet een paar stuiptrekkingen. Hoog tijd dusvoor een waarachtig terug naar de bron om dearchitectuur én de energie te redden.

Waarom hangen die‘pilaarbijters’ zo iel tewezen?

Koen Van Synghel schrijft tweewekelijksover hedendaagse architectuur.

Het Huis van Tewerkstelling en Onderneming in Vorst: verdienstelijke passiefbouw.© Christophe Van Couteren

je liefde daarvoor. In mij komt al-tijd een missioneringsdrang naarboven. Zelfs al is er een haatdra-gende kankeraar als Bernhardaan het woord, dan nog ben ik deadvocaat van zijn woorden en vande gedachtegang erachter.’

Is er iets van Thomas Bernhardin u geslopen?‘Hij is zeker een van de weinigeschrijvers die mij zo beïnvloedhebben, een compagnon de route.Ik ben al zijn inspiratiebronnengaan natrekken: Montaigne, Pas-cal, Schopenhauer. Alle Bachop-names van Glenn Gould heb ikaangeschaft, als een soort contra-punt bij zoveel gif.’‘Kijken door de bril van ThomasBernhard is voor mij besmettelijkgeweest. Hij maakt van alles eenkarikatuur, maar dan op zo’n ma-nier dat je er ook helderder overkunt spreken. We moeten niet zosnel dwepen, klinkt het in Oudemeesters over kunst, maar altijdkritisch blijven kijken. En zekerniet iets goed vinden omdat an-deren dat voor ons ook al goedvonden. Ik vind dat een mooi uit-gangspunt: het is aan ons om hetpersoonlijke gevecht met de tra-ditie aan te gaan.’

‘Telkens weer als je wekenlangmet Bernhard bezig bent, kruiptzijn tekst je onder de huid. Vooralzijn kritische manier om naar dedingen te kijken. Hoe de maak-baarheid van de wereld een illu-sie is. Hoe je tekortschiet, als den-kend mens, om tot de ultiemegoede gedachten te komen.’

Is dat niet deprimerend?‘Het is vooral verhelderend. Hetvoorkomt dat je jezelf iets wijs-maakt. Am Ziel of “ter bestem-ming” komen is een onmogelijk-

heid. Ik ben blij dat ik geen arri-vist ben, of het gevoel heb dat ikergens gearriveerd ben. Als mens,als speler of maker. (Met grote na-druk op elk woord) Ge zíjt er niet:dat is wat Bernhard ons onder deneus duwt. En als je er uiteinde-lijk bent, dan ben je dood.’‘Als puntje bij paaltje komt, is hetleven een geklungel tot aan hetgraf. Een strompeltocht. Met gro-te geneugten en met korte ople-vingen, weliswaar. En bij de grotemomenten van het leven word jeook nog eens wakker ge-schud. Maar een strompeltochtblijft het.’

Ergernis blijft voor u een mo-tor?‘Ik erger mij vooral aan dingenomdat ik ze mooier of beter hadverwacht. Dat je niet op café magroken, bijvoorbeeld, ergertmij. Muziek in supermarktendoet dat ook. Automobilisten dieniet stoppen voor een zebra-pad. De onbeschoftheid en kort-zichtigheid van mensen. De heledag door kun je je ergeren: aan dekitsch op televisie, de platte com-mercie in de luxebijlagen vankranten, het overaanbod van cu-linaire journalistiek en de cult-status die eten krijgt. Alsof we erelkaar alleen maar mee willenovertroeven. Ziek word ik daar-van. En dat terwijl ik toch degrootste bourgondiër ben. Wekrijgen voortdurend ingelepelddat we niets waard zijn, als we erniet over kunnen meespreken.’

Word je milder met de leeftijd,of juist bitterder?‘Milder, denk ik. Maar ik wordook strenger voor mezelf. Ik twij-fel meer en meer of ik dit vak welgoed doe. Is het theater maken enspelen wat ik moet en kan? Is ditrelevant genoeg? Au fond zijn erheel weinig dingen die ik kan, dusik ben voorbestemd om dit zogoed mogelijk te blijven doen. Totze ons afschaffen.’ (lacht)

U speelde een N-VA-politicus in‘Met man en macht’. Waar zou uhet liefst willen wonen: in het Ran-zegem uit de tv-serie of in het We-nen van Thomas Bernhard?(diplomatisch) ‘Ik ben blij dat ikin Antwerpen woon. Natuurlijk,het is geen wereldstad zoalsBrussel. Maar ik woon er welgraag.’

Stan speelt ‘Eind goed al goed’ van23 tot 30 april in deKaaitheaterstudio’s in Brussel.Daarna tournee tot 15 juni.

b b b

Vervolg van pagina C9

Sara De Roo (l.), Jolente De Keersmaeker en Damiaan De Schrijver.© Ivan Put

‘Als puntje bijpaaltje komt, ishet leveneen geklungeltot aan hetgraf. Eenstrompeltocht’

thomas walgrave