WEEKEND EXTRA HET HOOGSTE WOORD TOMcentrum Fruit. Hij is namelijk de man bij wie ze terechtkomen met...

2
WEEKEND EXTRA HET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012 26 HET HOOGSTE WOORD TOM DECKERS HASSELT - Iedere fruitboer kent Tom Deckers, hoofd teeltonderzoek bij Proef- centrum Fruit. Hij is namelijk de man bij wie ze terechtkomen met problemen. Luisteren doen ze daarom niet altijd. Toch niet meteen, maar wel op termijn, als ze er zelf achter komen waarom hun peren geel zijn of hun hagelnetten op de grond liggen. “Maar dat is niet erg. Ik heb alle tijd”, lacht Tom. Hij is behalve adviseur ook nog een wandelende encyclopedie. Dé gedroomde docent, die wellicht de meest balorige tiener aan de wetenschap zou krijgen. Vraag hem waarom die boom zus of die appel zo is en hij heeft altijd een mooi verhaal. Ook buitenlandse fruitonder- zoekers kennen Tom. Problemen sturen ze via mail richting Haspengouw. Hoe bent u eigenlijk in het fruit verzeild geraakt? “Ik ben eigenlijk tussen het fruit gebo- ren. Mijn vader was professor fruitteelt in Leuven en hij had zijn eigen fruitboer- derij met appels, peren en perziken. Je had toen wel meerdere plantages van perziken, maar daar is intussen - op één teler in Aarschot na - iedereen mee gestopt. Wij hebben hier niet het beste klimaat voor perziken. Mijn grootvader had die perziken nog geplant.” Kon u toen al van fruit leven? “Ja, we hadden zeven werkmannen, allemaal ingeschreven. Dat is nu niet meer te betalen. Van appels hadden we boskoop, tijdeman, sterappels en ijzer- appels. Bij de peren waren dat legipont, clapp’s favourite en dubbele fluppen. Nu hoor je vaak dat mensen terug naar vroeger willen, naar de hoogstam. Maar dat plukken was wel gevaarlijk. Zeker bij de peren, want die bomen zijn lang en smal. Van plukken kon je vroeger dood gaan of invalide worden. Plukdoden noemden we dat.” Het valt me op dat het meeste fruit in hoge bomen daar hangt waar je niet aankan: helemaal van boven. Is dat om ons te pesten? “Boven in de kruin heb je nu eenmaal het meeste licht. Bovendien is het van- boven in een boom ook warmer. Het verschil in temperatuur tussen boven en beneden kan heel erg hoog oplopen. Als het beneden min vijf is, kan het boven nog plus één zijn.” Uw vader was landbouwingenieur, dus u ook? Was dat zo vanzelfsprekend? het leverde leuke discussies op. Mijnheer Swelders zei meteen zijn gedacht, we hadden dus als onderzoekers ook met- een onze feedback (lacht).” Konden ze u daar nog veel leren? “Ja, mijn eerste leermeester is mijn vader geweest. Hij was verantwoordelijk voor de proeftuin van de KU Leuven, die lag toen in Rillaar. Ik had van thuis uit dus al heel wat bagage. Maar Walter Porreye, mijn voorganger en de vader van fruitteler Piet Porreye (van Pipo- fruitsap), heeft daar nog flink wat kennis en ervaring bijgestoken.” Had u geen zin om net als uw vader en uw zoon te doctoreren? “Dat had ik kunnen doen, maar ik wilde liever in de buurt van de boeren zitten. En die proeftuin was in Sint-Truiden. Alles van het fruit was toen al lang in Limburg gecentraliseerd. Maar goed ook, want de afstand met de telers wordt anders te groot. Kijk naar Nederland, daar hebben ze het onderzoek van Wilhelminadorp overgedragen aan de Universiteit van Wageningen, maar JE HOORT NU VAAK DAT MENSEN TERUG NAAR VROEGER WILLEN, NAAR DE HOOGSTAM. MAAR DAT IS WEL GEVAARLIJK. WE HADDEN HET VROEGER OVER PLUKDODEN “Ik niet alleen, vier van mijn broers zijn dat ook geworden. Op eentje na, die is huisdokter. Fruit zit gewoon in ons genetisch materiaal. Toen ik in Leuven ben afgestudeerd, ben ik eerst nog drie jaar assistent geweest in het labo bij professor Scheys.” Waar deed u dan onderzoek naar? “Ik herinner me nog dat we asperges probeerden te telen in hydrocultuur. In een donkere kelder, net als met witloof. Maar die asperges waren niet dik, wel lekker. We hebben nochtans van alles geprobeerd om ze te verdikken. We hebben zelfs gewichtjes op de koppen gelegd, zodat ze harder moesten duwen bij het groeien. Bedoeling was om die in het putje van de winter op de markt te brengen.” Wanneer bent u in Sint-Truiden terecht gekomen? “Enkele jaren later, in 1981. Professor Soenen was toen directeur en fruitteler Victor Swelders voorzitter van het toen- malige Opzoekingsstation van Gorsem. Een fruitboer als voorzitter van een wetenschappelijke onderzoeksinstelling, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Tegenwoordig is dat de gedeputeerde van Landbouw (Marc Vandeput). Maar “Fruit zit in mijn genen” In ‘HET HOOGSTE WOORD’ laten we elk weekend mensen aan het woord die onze provincie op de kaart zetten. De ene misschien bekender bij het grote publiek dan de andere, maar stuk voor stuk baanbrekers in hun vakgebied. Locatie van deze dieptege- sprekken: het hoogste punt van Hasselt, de Sky Lounge in de TT-Torens. WEEKEND EXTRA HET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012 27 DE DIEPE LEEMGROND VAN HASPENGOUW IS UITZONDERLIJK VRUCHTBAAR. DAT PROEF JE. EEN KERS UIT HASPENGOUW KUN JE NIET VERGELIJKEN MET ANDERE KERSEN. de afstand tussen de fruittelers en de onderzoeksstreek is nu te groot.” De Nederlanders komen bij jullie aan- kloppen voor advies, heb ik gehoord. “Ja, alsmaar vaker. Dat mogen ze ook, maar dan verwachten we ook dat ze betalen.” Wat maakt Haspengouw nu zo geschikt voor fruit? “Die diepe leemgrond, die is uitzonder- lijk vruchtbaar en zeer geschikt voor de fruitteelt. Die vruchtbare grond proef je, zeker bij de kersen. Een kers uit Haspen- gouw kun je niet vergelijken met andere kersen. Die zijn nergens zo lekker.” “Maar aan grond alleen heb je niet ge- noeg. Je hebt een samenspel van factoren nodig. Zoals families die al generaties in het fruit zitten, goede landbouwscholen, een goed onderzoekscentrum en een goede universiteit in de buurt. De telers worden zo dus op verschillende niveaus geschoold.” Op welk niveau speelt Proefcentrum Fruit uit Sint-Truiden mee op interna- tionaal vlak? “We zitten aan de top in Europa, net als Laimburg in Noord-Italië, Wädens- wil in Zwitserland en East Malling in Engeland. Maar in Engeland is het onderzoek intussen fors afgebouwd.” Zijn jullie al met onderzoek naar druiven gestart? “Nog niet, maar dat komt nog. De eerste werkvergaderingen met de druiventelers zijn begonnen.” Kan een fruitboer ook wijnboer worden? “Technisch zijn druiven makkelijk te telen. Maar dan moet je natuurlijk nog wijn kunnen maken. In Aldeneik (Maaseik) lukt dat. Karel Henckens is een fruitboer, net als zijn vader Hein. Hij gebruikt trouwens zijn koelcel om de wijn in te laten gisten. Dat gaat heel goed omwille van de constante temperatuur die men daar kan bereiken. Maar ons klimaat is niet makkelijk. Soms lukken de druiven wel, soms niet. In een natte herfst, heb je een probleem, dan rotten ze aan de stokken. We missen ook steile hellingen. Die diepe leemgrond is ook niet zo geschikt voor druiven, die mogen slechtere grond hebben. Maaskiezel zoals in Aldeneik is inderdaad goed.” Zijn fruitboeren nu technisch beter dan vroeger? “De boeren zelf wel, maar wie is er bezig in de plantages? Mensen die nog nooit een boom van dichtbij hebben gezien. Bedrijven worden nu groot, heel groot. De teler kent zijn vak nog wel, maar hij laat het werk over aan tijdelijken. Ik kan zo zien of die snoei raprap door een paar onervaren buitenlanders is gebeurd.” Over buitenlandse plukkers horen we anders geen klachten. “Nee, dat kunnen ze sneller leren. Maar als je iemand met één hand ziet plukken, is die fout bezig. Want dan valt de rest van de tros op de grond. Appels pluk je met twee handen.” Komt er een moment waarop dat plukken wordt overgenomen door machines? “Er is wel een evolutie gaande waarbij je fruithagen plant, in plaats van fruit- bomen. Die zijn plat en dus makkelijker met een machine te snoeien. Voor indus- trieel fruit zou je die hagen ook met een machine kunnen plukken. Industriefruit moet namelijk niet zo perfect zijn. Dat onderzoek loopt op Europees niveau.” Zal de fruitsector hier nog overeind blij- ven? Boeren klagen toch vaak. “Ja, op voorwaarde dat ze blijven diver- sifiëren. Telers zijn enorm veerkrachtig. Het ene jaar hebben ze misschien tegen- slag, maar het andere jaar staan ze er weer. Maar ze moeten het risico sprei- den. Ze mogen zich niet beperken tot één appel en één peer. Naast jonagold moeten ze ook andere appels planten, net als naast de conference-peer. Naar die nieuwe rassen zijn we ook aan het TOM DECKERS DE BESTE FRUITONDERZOEKER VAN BELGIË ԥ Geboren in november 1952 in Bekkevoort. Groeit op in een gezin van 11 kinderen, vijf broers, zes zussen. ԥ Vader was landbouwingenieur en lector aan de landbouwfactulteit KU Leuven en stond in voor de proeftuin van de universiteit. ԥ Studeerde voor landbouwingeni- eur aan de KU LEUVEN ԥ GEHUWD, met Kris Van Roey, apotheker, VADER van Bart (landbouwingenieur), Tine (be- roepspianiste), Dieter (industrieel ingenieur). ԥ Eerste job: labo van dokter Scheys, KU Leuven ԥ Trok in 1981 naar HET OPZOEKING- STATION IN GORSEM, Sint-Truiden. Dat maakt intussen deel uit van het Proefcentrum Fruitteelt in Kerkom, Sint-Truiden. Dit is het kenniscentrum van de fruitteelt. ԥ Is nu AFDELINGSHOOD TEELTON- DERZOEK bij het proefcentrum Fruit )RWR«V /XF '$(/(0$16

Transcript of WEEKEND EXTRA HET HOOGSTE WOORD TOMcentrum Fruit. Hij is namelijk de man bij wie ze terechtkomen met...

  • WEEKEND EXTRAHET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012

    26

    HET HOOGSTE WOORD

    TOMDECKERS

    HASSELT - Iedere fruitboer kent Tom Deckers, hoofd teeltonderzoek bij Proef-centrum Fruit. Hij is namelijk de man bij wie ze terechtkomen met problemen. Luisteren doen ze daarom niet altijd. Toch niet meteen, maar wel op termijn, als ze er zelf achter komen waarom hun peren geel zijn of hun hagelnetten op de grond liggen. “Maar dat is niet erg. Ik heb alle tijd”, lacht Tom. Hij is behalve adviseur ook nog een wandelende encyclopedie. Dé gedroomde docent, die wellicht de meest balorige tiener aan de wetenschap zou krijgen. Vraag hem waarom die boom zus of die appel zo is en hij heeft altijd een mooi verhaal. Ook buitenlandse fruitonder-zoekers kennen Tom. Problemen sturen ze via mail richting Haspengouw.

    Hoe bent u eigenlijk in het fruit verzeild geraakt?“Ik ben eigenlijk tussen het fruit gebo-ren. Mijn vader was professor fruitteelt in Leuven en hij had zijn eigen fruitboer-derij met appels, peren en perziken. Je had toen wel meerdere plantages van perziken, maar daar is intussen - op één teler in Aarschot na - iedereen mee gestopt. Wij hebben hier niet het beste klimaat voor perziken. Mijn grootvader had die perziken nog geplant.”

    Kon u toen al van fruit leven?“Ja, we hadden zeven werkmannen, allemaal ingeschreven. Dat is nu niet meer te betalen. Van appels hadden we boskoop, tijdeman, sterappels en ijzer-appels. Bij de peren waren dat legipont, clapp’s favourite en dubbele fluppen. Nu hoor je vaak dat mensen terug naar vroeger willen, naar de hoogstam. Maar dat plukken was wel gevaarlijk. Zeker bij de peren, want die bomen zijn lang en smal. Van plukken kon je vroeger dood gaan of invalide worden. Plukdoden noemden we dat.”

    Het valt me op dat het meeste fruit in hoge bomen daar hangt waar je niet aankan: helemaal van boven. Is dat om ons te pesten?“Boven in de kruin heb je nu eenmaal het meeste licht. Bovendien is het van-boven in een boom ook warmer. Het verschil in temperatuur tussen boven en beneden kan heel erg hoog oplopen. Als het beneden min vijf is, kan het boven nog plus één zijn.”

    Uw vader was landbouwingenieur, dus u ook? Was dat zo vanzelfsprekend?

    het leverde leuke discussies op. Mijnheer Swelders zei meteen zijn gedacht, we hadden dus als onderzoekers ook met-een onze feedback (lacht).”

    Konden ze u daar nog veel leren?“Ja, mijn eerste leermeester is mijn vader geweest. Hij was verantwoordelijk voor de proeftuin van de KU Leuven, die lag toen in Rillaar. Ik had van thuis uit dus al heel wat bagage. Maar Walter Porreye, mijn voorganger en de vader van fruitteler Piet Porreye (van Pipo-fruitsap), heeft daar nog flink wat kennis en ervaring bijgestoken.”

    Had u geen zin om net als uw vader en uw zoon te doctoreren?“Dat had ik kunnen doen, maar ik wilde liever in de buurt van de boeren zitten. En die proeftuin was in Sint-Truiden. Alles van het fruit was toen al lang in Limburg gecentraliseerd. Maar goed ook, want de afstand met de telers wordt anders te groot. Kijk naar Nederland, daar hebben ze het onderzoek van Wilhelminadorp overgedragen aan de Universiteit van Wageningen, maar

    ❞JE HOORT NU VAAK DAT MENSEN TERUG NAAR VROEGER WILLEN, NAAR DE HOOGSTAM. MAAR DAT IS WEL GEVAARLIJK. WE HADDEN HET VROEGER OVER PLUKDODEN

    “Ik niet alleen, vier van mijn broers zijn dat ook geworden. Op eentje na, die is huisdokter. Fruit zit gewoon in ons genetisch materiaal. Toen ik in Leuven ben afgestudeerd, ben ik eerst nog drie jaar assistent geweest in het labo bij professor Scheys.”

    Waar deed u dan onderzoek naar?“Ik herinner me nog dat we asperges probeerden te telen in hydrocultuur. In een donkere kelder, net als met witloof. Maar die asperges waren niet dik, wel lekker. We hebben nochtans van alles geprobeerd om ze te verdikken. We hebben zelfs gewichtjes op de koppen

    gelegd, zodat ze harder moesten duwen bij het groeien. Bedoeling was om die in het putje van de winter op de markt te brengen.”

    Wanneer bent u in Sint-Truiden terecht gekomen?“Enkele jaren later, in 1981. Professor Soenen was toen directeur en fruitteler Victor Swelders voorzitter van het toen-malige Opzoekingsstation van Gorsem. Een fruitboer als voorzitter van een wetenschappelijke onderzoeksinstelling, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Tegenwoordig is dat de gedeputeerde van Landbouw (Marc Vandeput). Maar

    “ Fruit zit in mijn genen”

    In ‘HET HOOGSTE WOORD’ laten we elk weekend mensen aan het woord die onze provincie op de kaart zetten. De ene misschien bekender bij het grote publiek dan de andere, maar stuk voor stuk baanbrekers in hun vakgebied. Locatie van deze dieptege-sprekken: het hoogste punt van Hasselt, de Sky Lounge in de TT-Torens.

    WEEKEND EXTRAHET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012

    27

    ❞DE DIEPE LEEMGROND VAN HASPENGOUW IS UITZONDERLIJK VRUCHTBAAR. DAT PROEF JE. EEN KERS UIT HASPENGOUW KUN JE NIET VERGELIJKEN MET ANDERE KERSEN.

    de afstand tussen de fruittelers en de onderzoeksstreek is nu te groot.”

    De Nederlanders komen bij jullie aan-kloppen voor advies, heb ik gehoord.“Ja, alsmaar vaker. Dat mogen ze ook, maar dan verwachten we ook dat ze betalen.”

    Wat maakt Haspengouw nu zo geschikt voor fruit?“Die diepe leemgrond, die is uitzonder-lijk vruchtbaar en zeer geschikt voor de fruitteelt. Die vruchtbare grond proef je, zeker bij de kersen. Een kers uit Haspen-gouw kun je niet vergelijken met andere kersen. Die zijn nergens zo lekker.”“Maar aan grond alleen heb je niet ge-noeg. Je hebt een samenspel van factoren nodig. Zoals families die al generaties in het fruit zitten, goede landbouwscholen, een goed onderzoekscentrum en een goede universiteit in de buurt. De telers worden zo dus op verschillende niveaus geschoold.”

    Op welk niveau speelt Proefcentrum Fruit uit Sint-Truiden mee op interna-

    tionaal vlak?“We zitten aan de top in Europa, net als Laimburg in Noord-Italië, Wädens-wil in Zwitserland en East Malling in Engeland. Maar in Engeland is het onderzoek intussen fors afgebouwd.”

    Zijn jullie al met onderzoek naar druiven gestart? “Nog niet, maar dat komt nog. De eerste werkvergaderingen met de druiventelers zijn begonnen.”

    Kan een fruitboer ook wijnboer worden?“Technisch zijn druiven makkelijk te telen. Maar dan moet je natuurlijk

    nog wijn kunnen maken. In Aldeneik (Maaseik) lukt dat. Karel Henckens is een fruitboer, net als zijn vader Hein. Hij gebruikt trouwens zijn koelcel om de wijn in te laten gisten. Dat gaat heel goed omwille van de constante temperatuur die men daar kan bereiken. Maar ons klimaat is niet makkelijk. Soms lukken de druiven wel, soms niet. In een natte herfst, heb je een probleem, dan rotten ze aan de stokken. We missen ook steile hellingen. Die diepe leemgrond is ook niet zo geschikt voor druiven, die mogen slechtere grond hebben. Maaskiezel zoals in Aldeneik is inderdaad goed.”

    Zijn fruitboeren nu technisch beter dan vroeger? “De boeren zelf wel, maar wie is er bezig in de plantages? Mensen die nog nooit een boom van dichtbij hebben gezien. Bedrijven worden nu groot, heel groot. De teler kent zijn vak nog wel, maar hij laat het werk over aan tijdelijken. Ik kan zo zien of die snoei raprap door een paar onervaren buitenlanders is gebeurd.”

    Over buitenlandse plukkers horen we anders geen klachten. “Nee, dat kunnen ze sneller leren. Maar als je iemand met één hand ziet plukken, is die fout bezig. Want dan valt de rest van de tros op de grond. Appels pluk je met twee handen.”

    Komt er een moment waarop dat plukken wordt overgenomen door machines?“Er is wel een evolutie gaande waarbij je fruithagen plant, in plaats van fruit-bomen. Die zijn plat en dus makkelijker met een machine te snoeien. Voor indus-trieel fruit zou je die hagen ook met een machine kunnen plukken. Industriefruit moet namelijk niet zo perfect zijn. Dat onderzoek loopt op Europees niveau.”

    Zal de fruitsector hier nog overeind blij-ven? Boeren klagen toch vaak.“Ja, op voorwaarde dat ze blijven diver-sifiëren. Telers zijn enorm veerkrachtig. Het ene jaar hebben ze misschien tegen-slag, maar het andere jaar staan ze er weer. Maar ze moeten het risico sprei-den. Ze mogen zich niet beperken tot één appel en één peer. Naast jonagold moeten ze ook andere appels planten, net als naast de conference-peer. Naar die nieuwe rassen zijn we ook aan het

    TOM DECKERSDE BESTEFRUITONDERZOEKERVAN BELGIË

    Geboren in november 1952 in Bekkevoort. Groeit op in een gezin van 11 kinderen, vijf broers, zes zussen.

    Vader was landbouwingenieur en lector aan de landbouwfactulteit KU Leuven en stond in voor de proeftuin van de universiteit.

    Studeerde voor landbouwingeni-eur aan de KU LEUVEN

    GEHUWD, met Kris Van Roey, apotheker, VADER van Bart (landbouwingenieur), Tine (be-roepspianiste), Dieter (industrieel ingenieur).

    Eerste job: labo van dokter Scheys, KU Leuven

    Trok in 1981 naar HET OPZOEKING-STATION IN GORSEM, Sint-Truiden. Dat maakt intussen deel uit van het Proefcentrum Fruitteelt in Kerkom, Sint-Truiden. Dit is het kenniscentrum van de fruitteelt.

    Is nu AFDELINGSHOOD TEELTON-DERZOEK bij het proefcentrum Fruit

    Foto’s Serge MINTEN

  • WEEKEND EXTRAHET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012

    28

    HET HOOGSTE WOORD

    Tom Deckers

    zoeken. We hebben bij ons xenia-peren staan, maar die zijn zeer gevoelig voor nachtvorst en daarvan hadden we er dit jaar ook geen. Maar er zijn ook nieuwe perensoorten die dit jaar wel een goede oogst geven. Die hebben nog geen na-men. Van appels testen we onder meer wellant uit, een nieuw soort boskoop.”

    Boeren klagen vaak over hun inkomen, maar ik zie ook wel genoeg telers die mooi wonen, goede kleren dragen en met dikke auto’s rijden.“Vergeet niet dat er ook veel geleend geld bij is. Ze hebben toch enkele zware jaren achter de rug. Maar de telers die dit jaar kersen hebben overkapt, hebben goed geld verdiend. Die hoor je dan niet hé.”

    Echt? Ze hebben toch allemaal steen en been geklaagd dat hun kersen om zeep waren?“De gewone oogst was inderdaad prak-tisch volledig verloren wegens barsten. Aan de peren verdienen ze op dit mo-ment ook goed. De Nederlanders zijn de peren hier komen opkopen, want zij hebben er niet genoeg. Dat zal de telers wat ademruimte geven. De appeloogst is nog niet afgerond, maar ook dat ziet er goed uit.”

    Fruit wordt verkocht op basis van grootte en uitzicht, nooit op smaak. Dat is jam-mer, want ik weet nooit of een aardbei of kers ook lekker is. “Ik heb anders vorige week nog een vraag gehad van een veiling over de smaak. Ik vind ook dat ze smaak beter naar waarde zouden moeten schatten. Je kan die smaak trouwens wetenschap-pelijk analyseren met een gaschroma-tograaf. Die kan je geur en aroma’s in kaart brengen. Smaak hangt ook sterk samen met het suikergehalte.”

    Wat voor nieuwigheden komen er in de toekomst op ons bord?“Misschien wel appels met rood vruchtvlees. Die hebben we bij ons nu ook staan. In Nieuw-Zeeland heb ik trouwens appels en peren gezien in alle kleuren, vormen en maten. Ik denk ook dat de veredeling zo zal evolueren dat we veel minder moeten spuiten, dat we fruit zullen hebben dat resistent is tegen ziektes en insecten.”

    Krijgt u als onderzoeker trouwens respect van telers?

    IK GELOOF NIET IN HAGELKANONNEN. IN DE STREEP VAN DE PUKKELPOP-STORM STONDEN ER WEL ZES, GEEN ENKELE HEEFT DE HAGEL KUNNEN TEGENHOUDEN.

    Met dank aan het Radisson Blu hotel Hasselt en de Sky Lounge

    DE VRAAGJESHoeveel uur per nacht slaapt u?

    “Acht uur.”

    Waar kan u echt geen geld aan uitge-ven?

    “Aan dure merkkleren.”

    Wanneer heeft u zich in uw leven het ongelukkigst gevoeld?

    “Toen ik afscheid moest nemen van mijn ouders. Je weet dat dit moment er ooit komt, maar als het moment daar is, is het toch hard.”

    Waar kan u echt van genieten?“Van een concert klassieke muziek. Ik kan echt zwemmen in Bach. Mijn dochter Tine is pianiste, van haar concerten kan ik ook enorm genie-

    ten. We hebben met de familie ook een koor waar we mee optreden. Dat heet Ar Deco, een samentrek-king van de namen van onze beide families. We zijn op kerstnacht nog samen gaan zingen in Venetië.”

    Welk is uw lievelingsrestaurant?“Elk restaurant waar ik buiten kan zitten, zoals Aen de kerck van Melveren.”

    Wat is uw droomvakantie?“Cuba. Dansen en zingen op straat, geweldig.”

    Wat kost een brood?”“2,5 euro.”

    “Dat wel, maar ze luisteren niet altijd onmiddellijk. Daar geef ik niet om. Eigen ervaring is een prima leerschool, ook al draait dat slecht uit. Soms komen ze me jaren later pas gelijk geven. Maar ik heb tijd genoeg.”

    Wat voor raad slaan ze dan in de wind?“Wel, als ik hen zeg dat ze hun bomen water moeten geven, doen ze dat niet. Want irrigatie kost geld. Maar dat geeft je wel 30 à 40 procent meer rendement. Of het vermijdt dat je peren geel uitslaan door droogte.”“Ze gaan toch overal irrigatie moeten aanleggen, zeker met die onregelmatige regen van de laatste tijd. In Duitsland en Nederland hebben ze al overal irrigatie. Zelfde verhaal met de hagelnetten, die zullen ook wel doorbreken. Al zijn die ook niet zaligmakend. Want ik heb ook al hagelnetten tegen de grond zien liggen. Maar die boer had dan weer bespaard op sterke palen.”

    Gelooft u in hagelkanonnen?“Nee. Het is ook moeilijk wetenschap-pelijk te bewijzen of ze werken of niet. Maar in de streep van de Pukkelpop-storm stonden wel zes hagelkanon-nen, en geen enkele heeft de hagel tegengehouden. Een teler kan beter zijn plantages spreiden, dan spreidt hij

    ook het risico. Dus hij moet niet zoals vroeger alles rond zijn huis aanplanten. Als het in Sint-Truiden hagelt, hagelt het daarom nog niet in Borgloon.”

    Zou u zelf nog met een fruitbedrijf beginnen dezer dagen? Wat zou u dan aanplanten?“Dan zou ik kersen planten, onder plastic. Daarnaast zou ik nog een aan-tal hectaren peren zetten en een paar hectaren appels. Niet te veel, maar wel goed verzorgd. Dat is genoeg. Als mijn partner ervoor te vinden is, zou ik ook wel aan huis verkopen. Daar moet je natuurlijk veel thuis voor zijn. Ik merk dat boeren die ook thuis verkopen losser in hun frac zitten. (lacht).”“Grote volumes moet je wel via de veilingen versassen, maar je zou na-tuurlijk ook naar de mensen kunnen toegaan met een camionette of zo. Ik zie ook nog enorme mogelijkheden in de fruitsappen. Ik pers thuis ook zelf sap. Dan maak ik een mélange maison van jonagold. Die vul ik dan aan met boskoop voor het zuur en cox voor de smaak. Dat sap gaat dan de diepvries in en bij familiefeesten haal ik dat boven.”

    Was u niet liever boer geweest dan on-derzoeker?“Nee, want dan had ik nooit de kans

    gehad om zoveel te leren. Ik heb ook veel opgestoken in het buitenland. Ik ben overal geweest: Nieuw-Zeeland, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Afrika... Het mooiste is net dat je kennis kan delen.Nochtans zijn er mensen die hun kennis liever voor zichzelf houden. Wat gaan die doen? Erop broeden tot er kuikens uit komen? Het delen maakt het net interessant. Ik krijg nu mails uit het buitenland met de vraag om eens te kijken naar een stuk fruit. Als ik het weet, antwoord ik meteen. En als ik het niet weet, antwoord ik dat ik het niet weet.”

    U volgt ook een appelproject op in Ethi-opië.“Ja, dat is een ontwikkelingsproject van de KU Leuven in samenwerking met de Vlaamse interuniversitaire raad. Mijn broer Seppe coördineert dit project. Ik heb de Ethiopiërs bomen leren maken. Die kunnen er nu zo’n 10.000 per jaar produceren. Tien bomen per jaar le-veren daar al een jaarsalaris op. Want die appels brengen er maar liefst 2,5 euro per kilo op. Ze kunnen daar zelfs twee keer per jaar oogsten, maar dan moeten ze de boom wel rust gunnen en de winter nabootsen. Ze moeten die bomen bijvoorbeeld ontbladeren. Ze telen die appels ook hoger in de bergen in de noordelijke provincie Eritrea, daar is het koeler.”

    Komt u bij de mensen zelf?“Ja, ik heb er zelfs de beste appelboerin van Ethiopië ontmoet. Daar wilde ik dan ook mee op de foto. Ik kon aan de bomen zien dat ze veel had geoogst. Ze had namelijk ook een perzikenboom en met die boom had ze het snoeien geleerd. Dat had ik door toen ik zei dat ik haar boom wel even zou snoeien. Vergeet de top niet, zei ze. Maar ze vertelde haar snoeigeheim niet door aan de anderen. Dit is wel mijn inkomen, verdedigde ze zich.”

    Is die foto gelukt?“Ja, maar eerst is ze een hele tijd in haar hut verdwenen. Ik vreesde nog even dat ik haar beledigd had en dat ze daarom was verdwenen. Toen ze eruit kwam, had ze zich helemaal opgedirkt en droeg ze zowel een medialle als een band met de kleuren van Ethiopië.”

    Liliana CASAGRANDE

    NIEUWS/IN BEELDHET BELANG VAN LIMBURG - ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 OKTOBER 2012

    29

    * Afbeeldingen ongeveer ware grootte

    SPINNEN IN HET WEB● Er zijn ruim 42.000 soorten spinnen.

    ● Spinnen (Araneae) zijn geleedpotigen die behoren tot de klasse van de spinachtigen (Arachnida).

    ● Veel spinnen hebben een camouflagekleur. Een aantal spinnen kan van kleur veranderen. Er zijn ook

    soorten die andere dieren zoals wespen of mieren imiteren.

    ● Spinnen worden voornamelijk gegeten door vogels.

    ● Spinnen worden geboren uit eitjes die in septem-ber gelegd worden en in het voorjaar uitkomen. De volwassen spinnen die buiten leven, gaan in de winter dood. Kleine spinnen zijn na 5-10 keer vervellen volwassen.

    ● Veel spinnen maken een vangweb. Ze wachten tot een vlieg of mug in het web verstrikt raakt en grijpen de buit. Andere spinnen jagen actief op prooien. Spinnen ruimen grote hoeveelheden insecten op.

    ● De grootste spin qua spanwijdte van de poten is de Heteropoda maxima: 30 cm. De grootste qua lichaamslengte is de goliathvogelspin (Theraphosa blondi): 28 cm.

    OVER SPINNEN

    Infografiek DvhN | Janneke de JongeGrote foto: © ANP

    Als je bang bent voor spinnen kun je nu maar beter niet de tuin ingaan. Overal tref je webben met spinnen. Maar ook in huis kun je de spin tegenkomen. In een normaal huis dat geregeld schoongemaakt wordt, wonen gemiddeld 1500 spinnen. Angst voor deze spinnen is niet nodig; de meeste spinnen steken of bijten niet. Spinnen vind je over de hele wereld in alle soorten en maten.Een kijkje in het spinnenrijk.

    In België leven ongeveer 700 soorten spinnen.Enkele veel voorkomende spinnen*:

    Bijzondere soorten spinnen*: In België zijngeen gevaarlijke spinnen.Wel spinnen die bijten*:

    Kruisspin(Araneus diadematus)

    ● in tuin enplantsoen

    ● niet in huis

    Trilspin(Pholcus

    phalangioides)● in huizen

    Grijze huisspin (Tegenaria domestica)

    ● in huizen

    Veldtrechterspin (Tegenaria agrestis)

    ● verborgen in de struiken

    Huiszebraspin (Salticus scenicus)

    ● in en rond huizen● zit bij zonnigweer op muren

    Kalkmijnspin (Atypus piceus)

    ● alleen in Limburg● leeft in tunnels

    bekleed metspinrag

    Waterspin(Argyroneta aquatica)

    ● leeft onder water● kan bijten

    Grote spoorspinof grote bermzak-

    spin(Cheiracanthium

    punctorium)● beet kan leiden tot

    duizelingen en misselijkheid

    ● o.a. in wijngaarden

    Roodwitte celspin(Dysdera crocata) ● eet pissebedden● heeft krachtige cheliceren (kaken)

    ● valt aan bij verstoring● wondje gaat na enige

    tijd open: uitspoelen en ontsmetten

    Herfstvuurspin (Eresus cinnaberinus)

    ● zelden te zien

    ● 6 poten● lichaam: 3 delen● vaak vleugels● 2 grote facetogen

    ● 8 poten● lichaam: 2 delen● nooit vleugels● 8 kleine oogjes

    Een spin is geen insect

    insect spin

    pre

    Spinnen maken van kastanjes

    Bewegende spinMaak een spinnenlijfje van een

    kastanje: steek er 8 spelden in (het mooiste zijn de spelden die uit

    overhemden komen). Aan 1 speld een (zilver)draad knopen.

    Draai de draad 1 slag om elke speld, rondom tot de draad op is.

    Houd de draad aan het eind vast en de spin daalt af aan de draad.

    Spinnenweb met spin

    Steek 7 of 8 satéprikkers in de kastanje.Met (gekleurd) touw of draad weef je

    het web door elke keer de draad1 x extra om de prikker te slaan.

    1

    2