WEBDEMO 2007-1

8
DEMO 2 JONGEDEMOCRATEN.NL NUMMER 5 | 2007 3 Redactioneel Door: Alexander Inia Nu de DEMO op de deurmat ligt, is het verbijsterende 2006 voor- bij. Verbijsterend om zoveel rede- nen. Achttien graden in november, wegspoelen en –branden tegelijk in de zomer, de verguisde Seedorf als Messias onthaald in Oranje, T.P.F.K.A.L.P.F die in drie jaar van 26 naar nul (!) zetels gaat, een ge- blondeerde oliebol die met één po- litiek programmapunt negen zetels haalt... Ik vroeg me dit jaar wel eens af wat ik überhaupt nog in dit rare land doe. Helaas liet D66 zich ook beïnvloe- den door bovenstaande anarchie. Onze moederpartij was de weg aan het begin van het jaar kwijt en de onvermijdelijke politieke rekening kreeg het op 22 november gepre- senteerd: drie zetels. Behoorlijk slikken natuurlijk op zo’n moment, maar met dank aan de stortvloed aan opiniepeilingen van De Hond en consorten kwam de verkiezingsuitslag niet als donder- slag bij heldere hemel. Er was al een soort berusting binnen de partij, die 22 november niet zozeer aanmerk- te als puinruimen op een slagveld, maar als een nieuw begin. Voor 2007 hoop ik dat D66 zich- zelf niet voor de gek heeft gehou- den en dat de verstandige woorden worden omgezet in daadkracht. En dat een aanstekelijke zucht naar structuur en redelijkheid zich uit zal strekken over de samenleving als Graag wil ik de volgende oproep in uw blad plaatsen: Jij, peroxideblond, strak in het pak met een “Pimmetje” knoop in je das, doortastende ogen, of nee, liever do- delijke ogen. Ik groen jasje met logo van iets met een D. We waren met de trein al bijna op Amsterdam CS. Twee mannen in djallaba’s gingen samen naar de WC en jij riep je mannen die al die tijd al zo onopvallend mogelijk op- vallend om je heen stonden. “Die jur- ken willen ons opblazen, zo zijn ze”. Ze wilden erachteraan gaan, maar je hield ze tegen “blijf om me heen staan, ik heb net iets gezegd dat al die derde generatiemoslims kwaad heeft gemaakt.” Je pakte je mobiel en belde 112. Ik probeerde nog iets te zeggen over dat er toch een eenvoudige ver- klaring moest zijn, maar je kirde alleen maar:”dit levert zetels op!”. De trein werd stilgezet en de zich reinigende moslims voor het gebed opgepakt. Later zag ik je vaak op televisie, waar het tafereel zich menigmaal herhaalde, je luisterde niet, je zorg- de niet voor begrip, maar hield een vergrootglas bij de verschillen. Je had het over Tsunami’s van moslims die ons land zouden overspoelen en over het terugsturen van die kutma- rokkaantjes naar Marokko. Het land waar zij inmiddels trouwens ook ge- naaid worden als ze ergens iets kopen omdat de echte Marokkanen ze zien als toeristen. Bij de uitslagenavond voor de Tweede Kamerverkiezingen was je er weer. Met je partij voor de Vrijheid (moet daar trouwens niet achter staan “voor eenieder die zich voldoende aanpast”) haalde je negen zetels. Je deed het slim, dat moet ik toegeven, door meteen in de slachtof- ferrol te duiken en te beginnen over een cordon sanitaire. Je zag de teller in je ogen bij het uitspreken van de woorden van 9 naar 20 schieten. Toch Geert, toch kan ik me niet voor- stellen dat je werkelijk gelooft dat het nog meer verscherpen van de verschil- len de oplossing is, je lijkt namelijk best wel slim. Graag zou ik je dan ook nog eens terugzien om je te helpen nuanceren. Bel je me? Beste redactie van Rails Door: Olaf Prinsen Najaarscongres Breda FOTO’S: CHARLOTTE MEINDERSMA geheel. In ieder geval hopen wij in deze DEMO een eerste steen te leggen, door in een aantal artikelen de ver- kiezingsuitslag en de daarbij ho- rende toekomst in een begrijpelijk kader te plaatsen. Met vriendelijke groet, Alexander Inia

description

geheel. In ieder geval hopen wij in deze DEMO een eerste steen te leggen, door in een aantal artikelen de ver- kiezingsuitslag en de daarbij ho- rende toekomst in een begrijpelijk kader te plaatsen. Toch Geert, toch kan ik me niet voor- stellen dat je werkelijk gelooft dat het nog meer verscherpen van de verschil- len de oplossing is, je lijkt namelijk best wel slim. Graag zou ik je dan ook nog eens terugzien om je te helpen nuanceren. Bel je me? Met vriendelijke groet, Alexander Inia

Transcript of WEBDEMO 2007-1

DEMO2

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 3

RedactioneelDoor: Alexander Inia

Nu de DEMO op de deurmat ligt, is het verbijsterende 2006 voor-bij. Verbijsterend om zoveel rede-nen. Achttien graden in november, wegspoelen en –branden tegelijk in de zomer, de verguisde Seedorf als Messias onthaald in Oranje, T.P.F.K.A.L.P.F die in drie jaar van 26 naar nul (!) zetels gaat, een ge-blondeerde oliebol die met één po-litiek programmapunt negen zetels haalt... Ik vroeg me dit jaar wel eens af wat ik überhaupt nog in dit rare land doe. Helaas liet D66 zich ook beïnvloe-den door bovenstaande anarchie. Onze moederpartij was de weg aan het begin van het jaar kwijt en de onvermijdelijke politieke rekening

kreeg het op 22 november gepre-senteerd: drie zetels. Behoorlijk slikken natuurlijk op zo’n moment, maar met dank aan de stortvloed aan opiniepeilingen van De Hond en consorten kwam de verkiezingsuitslag niet als donder-slag bij heldere hemel. Er was al een soort berusting binnen de partij, die 22 november niet zozeer aanmerk-te als puinruimen op een slagveld, maar als een nieuw begin. Voor 2007 hoop ik dat D66 zich-zelf niet voor de gek heeft gehou-den en dat de verstandige woorden worden omgezet in daadkracht. En dat een aanstekelijke zucht naar structuur en redelijkheid zich uit zal strekken over de samenleving als

Graag wil ik de volgende oproep in uw blad plaatsen:

Jij, peroxideblond, strak in het pak met een “Pimmetje” knoop in je das, doortastende ogen, of nee, liever do-delijke ogen. Ik groen jasje met logo van iets met een D. We waren met de trein al bijna op Amsterdam CS. Twee mannen in djallaba’s gingen samen naar de WC en jij riep je mannen die al die tijd al zo onopvallend mogelijk op-vallend om je heen stonden. “Die jur-ken willen ons opblazen, zo zijn ze”. Ze wilden erachteraan gaan, maar je hield ze tegen “blijf om me heen staan, ik heb net iets gezegd dat al die derde generatiemoslims kwaad heeft gemaakt.” Je pakte je mobiel en belde

112. Ik probeerde nog iets te zeggen over dat er toch een eenvoudige ver-klaring moest zijn, maar je kirde alleen maar:”dit levert zetels op!”. De trein werd stilgezet en de zich reinigende moslims voor het gebed opgepakt. Later zag ik je vaak op televisie, waar het tafereel zich menigmaal herhaalde, je luisterde niet, je zorg-de niet voor begrip, maar hield een vergrootglas bij de verschillen. Je had het over Tsunami’s van moslims die ons land zouden overspoelen en over het terugsturen van die kutma-rokkaantjes naar Marokko. Het land waar zij inmiddels trouwens ook ge-naaid worden als ze ergens iets kopen omdat de echte Marokkanen ze zien als toeristen. Bij de uitslagenavond

voor de Tweede Kamerverkiezingen was je er weer. Met je partij voor de Vrijheid (moet daar trouwens niet achter staan “voor eenieder die zich voldoende aanpast”) haalde je negen zetels. Je deed het slim, dat moet ik toegeven, door meteen in de slachtof-ferrol te duiken en te beginnen over een cordon sanitaire. Je zag de teller in je ogen bij het uitspreken van de woorden van 9 naar 20 schieten.

Toch Geert, toch kan ik me niet voor-stellen dat je werkelijk gelooft dat het nog meer verscherpen van de verschil-len de oplossing is, je lijkt namelijk best wel slim. Graag zou ik je dan ook nog eens terugzien om je te helpen nuanceren. Bel je me?

Beste redactie van RailsDoor: Olaf Prinsen

Najaarscongres Breda

FOTO’S: CHARLOTTE MEINDERSMA

geheel. In ieder geval hopen wij in deze DEMO een eerste steen te leggen, door in een aantal artikelen de ver-kiezingsuitslag en de daarbij ho-rende toekomst in een begrijpelijk kader te plaatsen.

Met vriendelijke groet,Alexander Inia

DEMO4

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 5

Je mag tenminste hopen dat deze woorden als zodanig bedoeld waren, en geen eerlijke reactie waren op de onthutsende drie zetels die D66 haal-de, eentje meer dan de vaderlandse dierenknuffelaars en eenderde van ras-populist Geert Wilders. Gedurende de verkiezingsperiode kon nog om de hete brij heen worden gedraaid. ‘Het zijn maar peilingen’ was de terechte reactie van Pechtold als hem om een reactie werd gevraagd na de zoveelste teleurstellende cijfers. Maar peilingen zijn dusdanig betrouw-baar dat een uitslag in de buurt van de twee zetels van Maurice de Hond op voorhand al realistischer leek dan de door Pechtold beloofde zes. Nu de campagnerook van het politie-ke slagveld is opgetrokken is dan uit-eindelijk het tijdstip gekomen dat D66 haar gehavende gezicht in de spiegel moet aanschouwen. En zichzelf de open vraag moet stellen: ‘Wat nu?’. Een vraag waarop, zoals bij alle open vragen, geen antwoord mag worden uitgesloten. De open vraag moet worden gesteld, omdat de harde cijfers gewoonweg niet genegeerd kunnen worden. Het aantal zetels is immers in twaalf jaar tijd bijna gedecimeerd. En het idee dat met rust in de tent de dalende lijn

omgebogen kan worden werkt niet, dat zouden we na de opeenvolgende nederlagen toch eindelijk eens in moe-ten zien. Alexander Pechtold blijft er op hameren dat we ons nu echt op de toekomst moeten richten. Die mening deel ik, maar D66 zou nu toch moeten weten dat doordenderen zonder enige evaluatie van de afgelopen jaren een, het doet me pijn om het te zeggen, en-kele reis naar niemandsland betekent. Afbranden is makkelijk, de vinger op de zere plek leggen is lastiger. Om dat te kunnen doen, is het allereerst noodzakelijk de beïnvloedbare aspec-ten te benoemen die het resultaat van een politieke partij bij de verkiezingen bepalen. In mijn ogen zijn dat er drie: politieke inhoud, politieke geloofwaar-digheid en promotie. Hoezeer de meningen over de toe-komst van D66 ook verschillen, over de politieke inhoud van D66 zijn wij als Jonge Democraten het wel eens: het is politiek-inhoudelijk met afstand de beste partij van Nederland. Cijfers be-vestigen dit: het Centraal Planbureau wees na doorrekening van de verkie-zingsprogramma’s onze moederpartij als beste aan. En wij, de aan de D66 gelieerde Jonge Democraten, zijn na de SGP-jongeren de grootste politieke jongerenorganisatie van Nederland. Cijfers die dus duidelijk maken dat zo-wel de wetenschap als politiek geïn-teresseerden wel degelijk warmlopen voor wat D66 te bieden heeft. Over de politieke geloofwaardigheid van D66 is binnen de partij en ook in de media al veel gezegd. En aangezien het beeld van de kiezers hier bepalend is, is de keiharde conclusie: de links-li-beralen hebben een wanprestatie ge-leverd. Dit is (ik herhaal: in mijn ogen) een enorm belangrijke factor geweest in de frustrerende verkiezingsontslag.De belangrijkste en terechte kritiek: D66 is niet standvastig en heeft geen eigen gezicht. Het imago van ‘zwakke

broeder’ binnen de regering was er al voor het kabinet-Balkenende II en in de afgelopen jaren is het bijna exponenti-eel versterkt. De keuze om toch mee te regeren, kritiek van Pechtold met in-stant-excuses, de kwesties-Verdonk en –Uruzgan: allemaal tactische missers die de positie van onze moederpartij in het politieke krachtenveld allesbehalve versterkt hebben. En dan ‘het gezicht van D66’. Het is er wel degelijk en het bestaat uit de gekozen burgemeester en het referen-dum. Veel Jonge Democraten zijn niet voor niets kritisch: dit zijn non-issues voor 99 procent van de Nederlanders. De partijtop verdedigt de schijnbaar vruchteloze kruistocht voor bestuur-lijke vernieuwing met het argument dat er al veel tijd en moeite in gesto-ken is en dat er nu doorgepakt moet worden. Dit argument wil ik graag ontkrach-ten door te verwijzen naar het eco-nomische begrip ‘sunk costs’. Vrij vertaald houdt dat in dat je, hoeveel je ook hebt geïnvesteerd hebt in iets, moet stoppen met je inspanningen als blijkt dat ze niet het gewenste resul-taat opleveren. En dat is in mijn opi-nie precies de conclusie die er getrok-ken moet worden op het gebied van thema ‘bestuurlijke vernieuwing’. Het is veel beter om de kostbare sound bi-tes tijdens het journaal te vullen met steekhoudende standpunten op met name het gebied van onderwijs. Hiermee ben ik aangeland op het derde punt, want het niet aanspreken-de speerpunt van onze partij is onder-deel van een gebrekkige promotie. In de afgelopen jaren zijn de kenmerken van een succesvolle campagne danig veranderd: de inhoud van een partij is in campagnetijd minder belangrijk dan vroeger en er is ook een verhar-ding opgetreden. Wetenschappelijk onderzoek heeft dit daadwerkelijk aangetoond. En het verkiezingsresul-

taat maakt pijnlijk duidelijk dat D66 zich niet goed heeft aangepast aan de moderne verkiezingsstrijd. Of moet ik zeggen: heeft willen aanpassen? Want regelmatig hoor ik klagende geluiden over de oppervlak-kigheid van het huidige campagnevoe-ren. En andermaal ben ik het hier hele-maal mee eens. Maar het oordeel van de kiezer blijkt keihard: wie zich niet constant naar voren wurmt en met stemverheffing de media toespreekt, wordt in de verkiezingsuitslag keihard gestraft. Je hebt dan twee mogelijkheden: of met een zekere trots volharden in een inhoudelijke campagne, of je aanpas-sen aan de moderne media en de ei-sen van het grote publiek. Ik behoor geloof ik tot een minderheid die voor het laatste kiest. Een keuze voor een puur inhoudelijke campagne respec-teer ik, maar dan moet er niet worden geklaagd over een laag aantal zetels.Het schrijnendste beeld van de verkie-zingstijd vond ik het Grote Lijsttrek-

kersdebat, waarbij D66 (nota bene een regeringspartij tijdens Balkenende-II!) niet aan mee mocht doen. In plaats daarvan moest Pechtold de degens kruisen met de politieke Calimero’s van ons land. Het is absoluut schan-dalig dat de NOS onze moederpartij bij ‘de kleintjes’ heeft ingedeeld, maar D66 heeft het deels aan zichzelf te wijten. Te veel nuance en een gebrek aan kernachtigheid in de antwoorden, al jaren een kenmerk van de overigens erg sympathieke D66-politici, maakt de partij oninteressant voor een debat dat het nodige politieke vuurwerk op moet leveren. Pechtold had in de vorm van de CPB-doorrekening een ijzersterk wapen op zak om alle andere partijen op hun nummer te zetten. Dat hij de kans niet kreeg was grotendeels de schuld van de media, maar dat het zover heeft kunnen komen ligt ook aan de spin-doctors binnen de partij die het maar niet wil lukken om het bestaansrecht van D66 toe te lichten.

Binnen de Jonge Democraten en D66 zit erg veel politiek talent, en iedereen zal zijn of haar eigen mening over ‘de toekomst’ hebben. De kritische toon van mijn relaas maakt hopelijk twee dingen duidelijk. Allereerst dat D66 op deze manier niet verder kan. Zon-der standvastigheid, een herkenbaar eigen gezicht en adequate omgang met de media redt de partij het niet.Maar ik kan mijn relaas toch positief afsluiten. Ik heb nog steeds een rots-vast geloof in de partij en een groot deel van onze samenleving is potenti-ele D66-stemmer. Het is tijd voor ver-nieuwing binnen de partij, zodat we weer prikkelen en hout snijden tijdens Kamervergaderingen en debatten. Het talent is er absoluut, niet in de laatste plaats binnen de Jonge Democraten. Uiteindelijk zijn de woorden van Bak-ker en Van der Laan zo gek nog niet, als we ons maar realiseren dat de su-prematie van D66 niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is.

Verkiezingen voorbij: terug naar de toekomst‘Een mooie basis om door te gaan’ en ‘De laatste keer dat het aantal zetels wordt gehalveerd’. De reacties van Bert Bakker en Lousewies van der Laan op de verkiezings-uitslag getuigen van een geslaagd gevoel voor zwarte humor binnen de partijtop. Toch?

Door: Alexander Inia

FOTO: THIJS KUIPERS

DEMO6

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 7

Evalueren begint met terugkijken en onvermijdelijk het teruglezen van oude DEMO-stukken en weblogs. Daaruit is een beeld op te maken van een land van bananen en salsa, politieke polari-satie en ongelijkheid, koloniale steden en heerlijke jugos (gemixte fruitdrank-jes). De uitvalbasis van waaruit al die indrukken zijn opgedaan was het JD kantoor in het centrum van Bogotá. Vanuit de woonkamer op de elfde ver-dieping kijkt men uit over een stad van acht miljoen mensen. Een stad die wat betreft smog tot de meest vervuilde van Zuid-Amerika behoort – ondanks een vier keer zo hoog verplicht percen-tage bijgemengde biobrandstof dan in Nederland. Het uitzicht vanaf de elfde verdieping reikt op goede dagen van rijke buitenwijken en de mooie oude Candelaria tot hutjes van desplazados –ontheemden – op de hellingen rond de stad. Hutjes die verzakken en in-storten bij een goede regenbui – en in Bogotá regent het váák. Het draagt allemaal bij aan de immense verschei-denheid die het land rijk is. Rijk, in alle opzichten: aan delfstoffen en aan na-tuur, aan mensen, cultuur en historie. Ongelukkigerwijs is Colombia bij velen beter bekend om zijn guerilla’s en pa-ramilitairen, om zijn coca en conflict. Een land waar de VS een oorlog tegen drugs sponsoren die ze thuis niet wil-len voeren. De oudste democratie van Zuid-Amerika als battleground, in een steeds linkser wordende regio. Het biedt een interessante geo-politieke context.

JD’s partnerDe samenwerking tussen de JD en haar partner Unión Colombiana de Jóvenes Demócratas was, is en blijft in de toe-komst gericht op het stimuleren van participatie en interesse van jongeren in de politiek. In Colombia wordt die participatie van jongeren bemoeilijkt door het slechte imago van diezelfde politiek. Een imago van corruptie, cli-entilisme en polarisatie, wat jongeren niet aanmoedigt tot het investeren van tijd en inzet. Dit terwijl de Colom-biaanse politiek toch ook een aloude traditie heeft van eloquente sprekers waar wij “directe” Nederlanders nog veel van kunnen leren. Echter Colom-biaanse jongeren distantiëren zich meer dan in Nederland van de politiek, terwijl een continue stroom nieuwe, goede en verantwoordelijke politici hard nodig is om problemen het hoofd te bieden en instituties te versterken. Die versterking is niet alleen nodig gezien het gewapende conflict bin-nen de landsgrenzen, maar juist ook voor handhaving van de rechten van minderheden, voor de verbetering van de sociale zekerheid en onderwijs en voor de bescherming van de immense natuurgebieden. Zaken die onder de huidige president Álvaro Uribe minder aandacht krijgen. UCJD is weliswaar een kleine organi-satie, maar heeft de ambitie om even-wichtiger aandacht te geven aan Co-lombia’s problemen. Waar direct één van de verschillen met bijvoorbeeld de JD de kop opsteekt is de manier waar-

op UCJD invloed wil en kan uitoefenen op de samenleving en de politiek. In Colombia is het verkrijgen van invloed-rijke posities van groter belang dan in Nederland. Waar de JD via de media al invloed heeft op de politiek en haar moederpartij, is dat voor UCJD eigen-lijk alleen maar mogelijk door leden op verkozen posities te krijgen. Daarbij komt nog het feit dat jongeren in Co-lombia de grootste bevolkingsgroep uitmaken en posities zoals die van bijvoorbeeld alcalde (burgermeester) veel sneller beschikbaar komen voor jongeren. (De burgermeester wordt in Colombia trouwens wel rechtstreeks verkozen.) Die andere manier van in-vloed uitoefenen zorgt ook voor een heel ander soort jongerenorganisatie. Aandacht voor de vorming van leden bestaat zeker, maar vindt meer plaats in de context van netwerken, directe discussie en het verkrijgen van posi-ties. UCJD leden realiseren zich heel goed dat de jeugd de toekomst van Colombia bezit, maar dat een goede toekomst van hun land geen vanzelf-sprekendheid is.

Internationale samenwer-king van PJO’sUCJD ontbeert de mate van interne organisatie die de JD heeft. Men kan zich afvragen of dat zelfs mogelijk is in een land doorregen met rivieren en bergketens, waar busreizen van 15 uur normaal zijn en telefoon en internet voor veel mensen nog relatief duur is.

JD@Colombia: een succesvol eindcongresNa vijf fantastische maanden is het JD kantoor in Colombia weer gesloten en nadert het “Cool Colombia!” project haar einde. Gestart in juni 2006 heeft elk van de vijf JD teams ter plaatse een traject van 6 weken doorlopen in verschillende regio’s van dit indrukwekkende Zuid-Amerikaanse land. Als afsluiting van het overzeese deel van dit project kwamen in de tweede week van november de leden van onze partnerorganisatie UCJD samen in de hoofdstad Bogota voor een vier-daags seminar en ideologisch congres, onder andere opgeluisterd door de Nederlandse ambassadeur. Dat klinkt natuurlijk allemaal heel interessant, maar wat heeft de JD met dit project eigenlijk bereikt en wat kunnen we ervan leren?

Door:Tjeerd Dierckxsens en Stefan van der Esch

Toch was interne organisatie één van de doelen van dit project. JD heeft ge-probeerd om – met respect voor de praktische moeilijkheden van een jon-gerenorganisatie in Colombia – samen met UCJD de moeilijkheden bloot te leggen. Voorbeelden zijn de financie-ring van de organisatie en de manier waarop mensen lid kunnen worden. Deze zaken aanpakken is natuurlijk aan UCJD zelf; de JD had vooral het doel om de discussie over de manier waarop UCJD was georganiseerd aan te wakkeren en verbeterpunten te sig-naleren. JD en UCJD hebben samen in de vijf provincies waar UCJD actief is tiental-len workshops en presentaties gege-ven, waarmee honderden jongeren be-reikt zijn. Niet enkel UCJD leden, maar ook bijvoorbeeld studenten op univer-siteiten, leerlingen op basisscholen en in jongerenprojecten. Logistiek was dit geen eenvoudige opgave, maar (hoe-wel soms ietwat ad hoc) UCJD bezit de personen en het netwerk om in korte tijd veel te kunnen regelen: afspraken met raadsleden en een ex-presidents-kandidaat, workshops op scholen, on-derdak en reizen. Aan personen met daadkracht, kennis en flexibiliteit geen gebrek bij onze partner. De banden tussen de verschillende (geisoleerde) regio’s waar UCJD actief is zijn dan ook aangehaald in de afgelopen vijf maanden wat zeker als één van de successen van dit project mag worden genoemd. Moeilijker was het om de verschil-lende mensen en regio’s politiek op één lijn krijgen binnen UCJD. Een een-duidig standpunt ontbreekt dan ook op vrijwel alle politieke thema’s. Men kan bijvoorbeeld pro en contra Chavez groepen ontwaren binnen de partij en er is ook geen eensgezindheid over een afiliatie met de linkse – en tweede– par-tij van Colombia, de Polo Democrático Alternativo ofwel PDA. Het ideologisch congres bleek heel geschikt om ge-durende twee dagen UCJD in staat te stellen deze verschillen in standpunten naast elkaar te zetten, iets wat binnen UCJD ook als zeer belangrijk wordt ge-zien. Geconcludeerd kan worden dat UCJD volwassen genoeg is als organi-satie om verschillen in standpunten op

een constructieve manier te bediscus-sieren, hoewel het wat de Nederlan-ders betreft in een kwart van de tijd zou kunnen. UCJD kan zich op het vlak van efficiency dan ook nog veel ver-der ontwikkelen, hoewel het voor een groot deel ook een cultureel verschil is. Internationale samenwerking kwam ook naar voren in de aanwezigheid van een Jonge Socialiste onder de Ne-derlandse deelnemers. Als de meest actieve internationale PJO in Neder-land was het aan de JD om de eerste stap te zetten naar meer internationale samenwerking tussen de Nederlandse PJO’s. Ideologisch zijn internationaal de verschillen dan ook vaak veel klei-ner. Echter wat dit betreft loopt de JD toch nog voor de troepen uit en is het wachten op andere Nederlandse PJO’s die dezelfde stappen zullen nemen.

Congres en evaluatieZoals al eerder genoemd, werd het overzeese deel van het “Cool Colom-bia!” project afgesloten met vier dagen in november in Bogotá. UCJD leden uit alle regio’s kwamen naar de hoofdstad om eerst twee dagen de ideologische verschillen binnen UCJD te bediscussi-eren, om in de daaropvolgende twee dagen in een seminar de resultaten en ervaringen van de samenwerking met JD te bespreken. Waar ervaren JD deelnemers dachten dat ze wel wat gewend waren van Colombianen, werden ook zij verrast door de volhar-ding van UCJD in haar ideologische discussies die duurden van 10 uur ’s ochtends tot 3 uur ’s nachts! De plan-ning van de eerste twee dagen was in handen van de Colombianen, met de Nederlanders de derde en vierde dag in charge. Het was een cultureshock voor de UCJD’ers om erachter te ko-men dat we om zes uur ook echt het hele programma hadden gehad en niet waren uitgelopen. Waar UCJD het deed met grote plenaire debatten over brede onderwerpen, bevatte het door de JD georganiseerde deel vooral veel interactie en kleine werkgroepen over meer afgebakende stellingen (het idee van een ‘stelling’ riep ook vaak vragen op). De verschillen in planning en uit-

voering waren voor beide organisaties interessant om te zien. Na het congres en seminar was het tijd voor de evaluatie van dit unieke jongeren project samen met de be-langrijkste personen van UCJD. Zover wij weten heeft een Europese poli-tieke jongeren organisatie nog nooit op eigen kracht 5 maanden lang een kantoor gehad in een ander land voor het geven van workshops. De vraag aan onze partner UCJD was dan ook of achteraf gezien de tijd, geld en ener-gie die in het project gestopt zijn, ook dat heeft opgeleverd wat vooraf ge-dacht was. Met de optelsom van gere-activeerde regio’s van UCJD, de inter-culturele bruggen die er geslagen zijn en de ervaring die er aan beide kanten is opgedaan kan die vraag positief be-antwoord worden. De terugkoppeling was nog veel leerzamer dan dat omdat ook de culturele en organisatorische verschillen aan het licht kwamen die bij een dergelijk groot project een rol spelen. Ervaringen die ons nooit meer afgepakt kunnen worden.

Activiteiten in NederlandEn dan zit je weer in Nederland, zon-der bananen en salsa, zonder politieke polarisatie en ongelijkheid, zonder ko-loniale steden en heerlijke jugos. Tijd dus om jongeren hier uit te leggen wat het nu is om in een land als Colombia te wonen, werken en politiek te bedrij-ven. Dus zie je ons graag ergens een presentatie verzorgen, wil je in foto en video Colombia meemaken of gewoon meer weten, neem dan contact met ons op.

Aan dit project hebben deelgenomen: Jeroen Mimpen,

Erik van der Meij, Astrid-Irene van Etten, Hans Risseeuw,

Peter Luijten, Frouke Hoekstra, Judith Verkuil (JS), Inge

Jansen, Kirsten Rood, Lubna Al Harrak, Luc de Rooij,

Liselotte Kerkhof, Tjeerd Dierckxsens, en Stefan van der

Esch. Je kunt bij hun terecht voor vragen rondom het

project. Vanuit Nederland is er steun geweest van Jan

Paternotte, Peter Fijbes, en Thijs Brandenburg. De voor-

gaande twee DEMO’s – ook online te lezen – bevatten

uitgebreidere artikelen over de organisatie van UCJD en

de ideologische verschillen binnen onze partnerorga-

nisatie. De weblogs zijn nog steeds terug te lezen op

www.colombia.jongedemocraten.nl.

DEMO8

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 9

Youth IMD: Jongeren en de-mocratiseringHet Youth IMD, een sa-menwerkingsverband van Nederlandse PJO’s binnen het Instituut voor Meerpar-tijendemocratie is – na haar opbouw in 2005 – dit jaar op stoom gekomen. De eerste internationale samenwerking om politieke jongerenparti-cipatie in de programma’s van het IMD te integreren zijn een feit. Ghana en Gu-atemala hebben delegaties van YIMD mogen ontvangen. Wat zijn de resultaten tot nu toe, en hoe ziet de toekomst er uit?

Door: Jeroen Mimpen, Ferdinand Haselaar en Stefan van der Esch

In Nederland...In Nederland is het YIMD voornamelijk georganiseerd rond haar drie project-groepen: Guatemala, Ghana, en Kenya. Daarnaast bevind de algemene coördi-natie zich bij de stuurgroep waarin een vertegenwoordiger van iedere deelne-mende PJO zit. Waar het Instituut voor Meerpartijendemocratie democratise-ring door politieke partijen in jonge democratieën tot doel heeft, is het het YIMD te doen om in deze projec-ten van het IMD het thema politieke jongerenparticipatie te integreren. Het grote aantal partnerlanden – landen waar het IMD actief is – noodzaakte het YIMD om zich in eerste instantie op drie landen te richten. In 2006 zijn er twee verkennende missies naar Gu-atemala verricht, waarvan de laatste in oktober door Jeroen Mimpen (JD) en Judith Verkuil (JS) werd verricht en je hieronder een kort verslag kunt lezen.

En onlangs bezochten drie YIMD’ers Ghana, waaronder Ferdinand Haselaar namens de JD.

... in Ghana

Ghana heeft sinds zijn onafhankelijk-heid in 1957 een rumoerig politiek verleden gekend dat zich heeft geken-merkt door vele coups en autoritaire regimes. Pas sinds 1992 is Ghana een democratie. Sindsdien heeft het land een succesvol democratisch proces doorgemaakt met als hoogtepunt de vreedzame presidentiele machtsover-dracht in 2000. In dit proces heeft de rol van de jeugd nooit de volle aandacht gekre-gen. Zo zijn de politieke jongerenor-ganisaties nog zeer afhankelijk van de moederpartij en zijn zij de laatste 15 jaar vooral gebruikt als propagan-damachine rondom verkiezingen. Om de positie van de jeugd te versterken heeft het IMD daarom eind oktober een seminar georganiseerd om te dis-cussiëren over de rol van de jeugd in de Ghanese politiek. Dit seminar werd bijgewoond door jongeren van de vier grootste politieke partijen en een drie-koppige afvaardiging van het YIMD. Voor ons YIMD’ers was het de bedoe-ling om ervaringen uit te wisselen en de Ghanese jongeren zo een referen-

Deelname van Jeroen Mimpen aan een paneldiscussie in Guatemala

tiekader te bieden over de rol die po-litieke jongerenorganisaties kunnen spelen. Hierbij was men vooral geïnte-resseerd in de doorgaans onafhanke-lijke positie van de Nederlandse PJO’s en waren er veel vragen over de finan-ciering van onze activiteiten. De uit-komst van het seminar was een groot succes. Het was de eerste keer dat de jongeren van de verschillende politieke partijen op deze manier bij elkaar wa-ren gekomen en niemand wist vooraf wat te verwachten. Aanvankelijk was de groep dan ook verdeeld en stond men wantrouwend naar elkaar toe. Echter, al snel nadat het seminar was begonnen verdwenen de tegenstellin-gen en groeide de groep naar elkaar toe. Dit uitte zich in de opstelling van een resolutie waarin de jongeren ver-klaarden gezamenlijk te zullen strijden voor een meer autonome financiering van de politieke jongerenorganisaties en riepen zij de moederpartijen op de jeugd beter te vertegenwoordigen.

... en in Guatemala

Guatemala is een land dat – net als het bij de JD beter bekende Colom-bia – een gewelddadige geschiedenis kent. Na een burgeroorlog van 36 jaar, is in 1996 een vredesverdrag tot stand gekomen. Hoewel de situatie redelijk

stabiel is gebleven in de jaren na de ondertekening van het vredesverdrag kampt het Midden-Amerikaanse land nog met zeer veel sociale, economi-sche en politieke problemen. Deze drie aspecten van de Guatemalteekse problematiek hangen uiteraard zeer nauw samen. De politieke context kan gekenschetst worden door een aantal belangrijke invloeden: corruptie en ne-potisme, populistisch leiderschap of caudillismo, en gebrekkige participatie en representatie van achtergestelde groepen. Deze drie zaken vormen de centrale uitdagingen van de politieke ontwikkeling van Guatemala. Zoals in de meeste ontwikkelingslanden speelt corruptie een grote rol: zonder geld is invloedsuitoefening praktisch onmoge-lijk, en zonder historisch netwerk kom je ook niet ver. Dit maakt de politieke cultuur tot een cultuur van traditie en geslotenheid. Het bekende verschijn-sel caudillismo – de aanwezigheid van sterke aantrekkelijke leiders – versterkt de gesloten politieke cultuur en is te-vens een uiting van de zwakke ideolo-gische grondslagen waar veel politieke partijen mee opereren. Tot slot is er de gebrekkige participatie en representa-tie van drie groepen in het bijzonder: vrouwen, indígenas – de inheemse bevolking – en jongeren. Hoewel elk van deze groepen afzonderlijk een meerderheid vormt in de Guatemal-teekse samenleving, blijft de politieke vertegenwoordiging van deze groe-pen uitzonderlijk laag. In het bijzon-der de situatie van jongeren is er één voor het YIMD om aandacht aan te besteden. YIMD heeft met een tweede verkenningsmissie in oktober dit jaar een verdere stap gezegd richting een samenwerkingsverband met het Gua-temalteekse Foro, een overlegorgaan van politieke jongeren uit alle politieke stromingen. Begin volgend jaar moet dit samenwerkingsverband meer vorm gaan krijgen in een volwaardig project ter bevordering van de politieke parti-cipatie van Guatemalteekse jongeren.

... en verder?

Alle begin is moeilijk, en het heeft zo-doende ook een jaar lang veel voeten

in de aarde gehad om fysieke deelname aan de IMD projecten van de grond te krijgen. Maar intussen zijn er dus drie kleine missies naar twee IMD partner-landen geweest. Deze hebben ertoe bijgedragen dat het YIMD in korte tijd veel kennis heeft kunnen opbouwen over politieke jongerenparticipatie in deze landen. Uitdaging is nu om deze kennis, die binnen het IMD op waarde wordt geschat, uit te bouwen en bre-der in te zetten. Concreet betekent dat een evaluatie van de verkennende missies en samen met de IMD-landen-teams uitstippelen waar en op welke manier het YIMD de meeste waarde gaat toevoegen. Concreet betekent dat ook een verkennende missie naar Kenya in de eerste helft van 2007. En, om het Ghanese succes een vervolg te geven hoopt het YIMD volgend jaar een Ghanese delegatie te ontvangen en deze een congres te laten bijwo-nen van één van de Nederlandse PJO’s. Plannen te over dus, en de welbekende stroomversnelling is begonnen!

Voor meer informatie over Youth IMD en het IMD kun je contact opnemen met Stefan van der Esch via [email protected].

Drie YIMD’ers op het jongerencongres in Ghana

DEMO10

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 11

Door: Elze ‘t Hart winnares ‘Opiniërend Schrijven’

De afgelopen weken is in Nederland een discussie gestart over het wel of niet verbieden van het ontkennen van de Armeense genocide. Meerdere par-tijen hebben zelfs Turkse kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen van hun lijst afgehaald, omdat deze men-sen de Armeense genocide weigerden te erkennen. In Nederland kennen we al een verbod op het ontkennen van een historische gebeurtenis, namelijk het verbod op het ontkennen van de holocaust. Mijn inziens beperken deze verboden de vrijheid van meningsui-ting te veel. Voor ik beargumenteer waarom zij te ver gaan wil ik eerst een korte introductie geven over het on-derwerp vrijheid.

Filosofen zijn het al eeuwen oneens over hoe we met vrijheid om moeten gaan. Niet alleen over het abstracte begrip vrijheid, maar ook over het concrete, maatschappelijke en politie-ke begrip vrijheid. Die vrijheid is nooit onbeperkt, ze kan zelfs alleen maar gedacht worden aan de hand van be-grenzingen. Om het maatschappelijke leven goed te laten verlopen zijn daar massa’s beperkingen voor nodig, zoals het verbod om door een rood stoplicht te rijden. Toch vinden we sommige vormen van vrijheid zo belangrijk dat we die aanduiden als fundamentele rechten. Daar behoort ook toe de vrijheid van meningsuiting. Die fundamentele vrij-heden zijn niet absoluut, ze kunnen wel beperkt worden maar alleen onder bijzondere voorwaarden. Het verbod op het ontkennen van de holocaust is zo’n bijzondere beperking op de vrijheid van meningsuiting. Zijn er nu voldoende redenen om hier tot zo’n ingrijpende beperking van een grond-recht te komen?

Een bijzonder motief om het ontken-nen van de holocaust te verbieden is de grote gevoeligheid bij slachtoffers en nabestaanden, alsmede het feit dat die ontkenning soms (maar niet nood-zakelijk) uit antisemitische hoek komt. Maar om antisemitisme te bestrijden kunnen we een beroep doen op an-dere instrumenten zoals het discrimi-natieverbod. Dan blijft er dus over dat we deze ontkenning verbieden omdat sommige mensen het als heel pijnlijk ervaren. Maar is de pijnlijkheid van een onderwerp op zichzelf een redelijke grond om de vrijheid van meningsui-ting te beperken? Er zijn veel onder-werpen pijnlijk voor mensen, van de discussie over de islamitisering van Ne-derland tot en met de vraag of de bij-standsuitkering omlaag moet. Als de overheid elk onderwerp dat pijnlijk is voor veel mensen uit de weg zou gaan door het te verbieden, blijft er uitein-delijk niets meer over om te bediscus-siëren.

Bovendien zal de holocaust, juist om-dat het zo duidelijk vast staat dat hij heeft plaatsgevonden, niet vaak door serieuze mensen ter discussie worden gesteld. Als je de holocaust ontkent maak je jezelf gauw belachelijk en ver-dacht, maar in principe moet het wel kunnen als je denkt dat je daar goede gronden voor hebt. Als je inperking van de vrijheid van meningsuiting gaat toestaan omdat het te pijnlijk is zon-der dat er sprake is van discriminatie of een dergelijk misdrijf zullen deze inperkingen snel gaan uitdijen. Zo zie je dat er nu dus ook sprake is van de vraag of ontkenning van de Armeense genocide verboden moet worden, ter-wijl bij die ontkenning over het alge-meen geen sprake is van discriminatie of iets dergelijks.

Daarnaast is het ook niet goed voor de samenleving om een verbod op

het ontkennen van de holocaust en de Armeens genocide toe te staan. John Stuart Mill beschrijft dit heel verhelde-rend in zijn boek “On liberty” in 1859. Terecht stelt Mill dat als men niet de vrijheid krijgt zijn eigen gang te gaan en te zeggen wat men wil, men zich niet zal kunnen ontplooien en daar-door niet zal uitstijgen “boven het ni-veau van een aap die zich beperkt tot imitatie”.

Elk feit moet ter discussie gesteld wor-den, om zichzelf te kunnen ontplooien en om daadwerkelijk te bevestigen dat dit feit als waar kan gelden. Als de bur-ger deze vrijheid wordt ontnomen zal dit feit nooit een echte waarheid zijn, maar een mening die door veel of wei-nig mensen wordt afgedwongen. De burger moet ook de vrijheid hebben om dit elke keer weer opnieuw te on-derzoeken zodat er misschien nieuwe kanten ontdekt kunnen worden waar-mee een stap dichter wordt gezet naar nieuw inzicht. Een onderdrukte me-ning, zelfs al is zij niet waar, kan toch voor een gedeelte waar zijn. Daarnaast kan een niet onderdrukte mening, die wel als waar geldt, ook voor een ge-deelte onwaar zijn al gaat dit maar om details.

Gelet op dit alles kan men conclude-ren dat alleen de pijnlijkheid van een ontkenning niet genoeg is om een ver-bod te stellen op die ontkenning. Juist met het toestaan van de discussie over bijvoorbeeld de Armeense genocide wordt de geest gestimuleerd, kan er verder worden gezocht naar nieuwe aspecten en kunnen onderdrukte me-ningen, die (gedeeltelijk) waar kunnen zijn, aan het licht komen. Laten we daarom mensen de vrijheid geven om de holocaust te ontkennen en niet de vrijheid van meningsuiting beperken door mensen te verbieden de Armeens genocide te ontkennen.

‘Pechtold is een mister Bean‘Een interview met Filemon Wesselink

BNN-er Filemon Wesselink probeerde voor het program-ma Lijst 0 op de kieslijsten van verschillende partijen te komen. Bij D66 lukte het hem. Wat vindt Filemon nou van de partij die hem zo warm in haar armen sloot? Is hij alleen maar lid geworden voor televisie, of heeft hij ook echt wat met D66? Alle vragen die jullie hem altijd al wilden stellen legde de DEMO aan hem voor.

Door: Olaf Prinsen

Ben jij een D66-er?Ik heb op D66 gestemd, ik kom altijd uit op D66 met de stemwijzer. De idee-en staan het dichtst bij mij, ook al is het natuurlijk een klungelclub. Dit is vooral zo omdat ze in het kabinet zijn gestapt, iedereen wist wat Verdonk wilde gaan doen, dus ook D66. Daar-naast heb je natuurlijk het hele gedoe met Uruzgan, waarbij ze weer niet dui-delijk zijn geweest. En dan nu Thom de Graaf. Dan sta je al vanaf de oprichting voor een gekozen burgemeester, dan vraagt de koningin of je burgemeester wilt worden en dan zeg je ja, dat kan niet. Maar de inhoud is gewoon wel goed. Ik kom ook uit een libertijns D66 nest en veel andere BNN-ers zijn ook D66 stemmers. Ik ben dan lid gewor-den voor het programma lijst 0, maar ik blijf zeker lid.

Hoe ben je op de lijst gekomen en hoe vond je de sfeer tijdens de bij-eenkomsten?Voor het programma lijst 0 ben ik op de lijst gegaan, dus puur voor televisie. Ik heb het ook geprobeerd bij de SP en

GroenLinks. De sfeer was altijd goed, al viel het op de verkiezingsavond wat tegen. Bij de VVD is het altijd het ge-zelligst, maar de afkomst van de leden is duidelijk, er wordt gepraat over au-to’s en sigaren. Bij D66 merk je aan de goede sfeer dat het een liberale club is, maar je mist gelukkig de strakke pak-ken en de te grote stropdassen.

Als jij voorman zou zijn, wat zou je doen om D66 uit het slop te trek-ken?Allereerst zou ik nog tien jaar wach-ten, ik ben nu nog te jong. Daaraan ligt het nou juist bij D66, je moet een goede voorman hebben, iemand die er klaar voor is. Maar wat ik in ieder ge-val zou doen is een goede campagne voeren, die was nu echt hopeloos. Al-

leen de slogan al: vrijzinnig liberaal. Ik heb het aan een hoop leeftijdsge-noten gevraagd en niemand wist wat het betekende. Het was eigenlijk nog erger, want er was niet eens één slo-gan, D66 had er drie. En dan de ver-kiezingsstunt, er was iets met beelden van Paaseiland. Ik had het geld beter uitgegeven.

Hoe had jouw campagne er dan uit gezien?Ik had een goede slogan gekozen. Daarnaast had ik de vijf richtingwijzers uit het programma gebruikt, dat zijn hele duidelijke uitspraken over waar-voor D66 nou staat. Ik had meer tijd dan Pechtold gebruikt aan mediaop-tredens dan aan folderen, want vol-gens mij wordt het effect daarvan »

FOTO: ANNE TIMMER

DEMO12

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 13

Geert Wilders Ik ben wel geschrokken dat hij zo-veel zetels heeft gehaald. Hij heeft eigenlijk maar twee onderwerpen waar hij over wil praten, dat bleek ook wel bij het BNN jongerende-bat. Hij wil het hebben over veilig-heid en integratie, maar milieu en al dat soort zaken, daar praat hij niet over.

Rita VerdonkTsja, recht door zee en regels zijn regels. Het is één van de engste uitspraken die een minister kan doen. Je moet als minister beseffen dat de maatregelen die je neemt invloed hebben op mensen. Daar past rigiditeit en regels zijn regels niet bij. Dat is dan echt eng. En nu dat gedoe met die voorkeursstem-men, wees dan eerlijk en zeg dan dat je de macht wilt hebben.

Alexander PechtoldHij is een echte mister Bean. Het is een grappig mannetje om wie je moet lachen. Je hebt gewoon lol met hem, maar tegelijkertijd heb je het gevoel of het wel wel goed komt met Nederland als je hem de macht geeft, kan hij het wel? Om-dat ik hem beter ken weet ik dat hij het kan, maar hij is geen Bolkestein of Van Mierlo die meteen mensen kan overtuigen.

Jan Peter BalkenendeEen heel eerlijke en integere man. Dat hij nu heel anders wordt gezien dan een jaar geleden heeft ook niet veel te maken met de campagne, maar dat beeld is onbewust ge-cultiveerd. Het is gewoon een hele slimme man.

Als ik zeg... wat zeg jij dan?

echt overschat. De poster had ook veel beter gekund. En ik had Van Mierlo meer laten optreden. Hij vertegen-woordigt misschien de oude genera-tie, maar is wel mede de reden dat D66 drie zetels heeft gehaald. Mijn moeder, en een boel andere mensen van haar generatie, is een echte Van Mierlo/ Ter-louw aanhanger. Ze heeft D66 gestemd omdat het zo zielig is voor de partij als die verdwijnt. Die groep mensen heeft gezorgd voor twee zetels voor D66, de andere zetel is gehaald door de Turkse

stemmen, wat wel een goede zet was in de campagne trouwens.

Welke politicus is nou heel anders dan het heersende beeld?Eigenlijk kloppen de beelden wel die de mensen hebben van de verschil-lende politici. Neem nou Mark Rutte, het is een hele aardige kerel, maar hij is te lief en aardig. Als je in een debat hem het woord niet geeft, neemt hij het ook niet. Hij is te zacht en soft voor een lijsttrekker.

Wat is je opgevallen in al ervaringen met politici?Wat mij eigenlijk heel erg tegenviel waren de eisen die zij stelden. Voor het BNN jongerendebat wilde iedereen wel wat. Balkenende wilde niet in debat met Nebahat Albayrak van de PvdA, omdat hij alleen met lijsttrekkers wilde debatteren. Jan Marijnissen wilde in-eens helemaal niet meer, die hebben we met Lijst 0 moeten opvangen om hem toch over te halen. Rutte wilde niet praten over de bio-industrie en over dat onderwerp zou hij juist met Femke Halsema praten die weer geen ander onderwerp wilde dan dat, want dat had ze voorbereid. De enige die geen eisen had was Alexander Pecht-old, maar ja, die was al lang blij dat hij mee mocht doen.

Wat kunnen we van Filemon ver-wachten de komende tijd?In september komt een nieuw eigen programma. Er is nog geen titel voor, maar Filemon gaat in ieder geval in-tegreren in verschillende bevolkings-groepen. Spuiten en Slikken gaat na-tuurlijk door tot april en Try Before You Die gaat weer beginnen. Verder komt er een BNN programma over afkicken van verschillende verslavingen. Of ik zelf een verslaving heb? Nee, en ik ben ook niet verslaafd geraakt aan de poli-tiek, maar ik blijf het wel volgen.

Door: Kevin van Halderen

Gelukszoekers. Zo heetten ze in een recente verkiezingscampagne van een zekere ‘liberale’ partij. In andere krin-gen worden ze ook wel ‘profiteurs’ genoemd. En eigenlijk zijn ze maar vervelend. Een beetje naar het Westen trekken om daar voordeel te behalen uit de betere economische omstandig-heden. Hoe durven ze! “Dan hadden ze daar maar niet geboren moeten worden.”, grapte een gesprekspart-ner na mijn stelling dat economische vluchtelingen ook alleen maar op zoek zijn naar een beter leven dat in eigen land eenvoudigweg niet op te bouwen valt. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat hij dit niet serieus bedoelde, schrok ik er toch van. Feitelijk zijn het natuurlijk gewoon mensen die doen wat jij en ik zouden doen wanneer wij ons in de-zelfde positie zouden bevinden. Die redenering, pech voor die vluch-telingen, hadden ze er maar niet ge-boren moeten worden, leeft natuurlijk (hopelijk?) niet écht bij veel mensen, desalniettemin raakt zij wel een punt. Daarvoor moet de redenering echter wel eerst omgekeerd worden. Het valt niet te ontkennen dat de kansen in de wereld fundamenteel onevenredig verdeeld zijn en dat is nog zacht uit-gedrukt. Waar je geboren wordt, heeft grote invloed op je toekomst. Daar valt weinig op af te dingen. Zij, die aan de kansarme kant geboren worden, reali-seren zich dit maar al te goed, dat ver-klaart ook waarom er een migranten-stroom bestaat van de kansarme delen naar de kansrijke delen van de wereld. Maar realiseren wij ons dat wel? Ge-boren aan de, relatief gezien, kansrijke kant van de wereld, lijkt dit aan velen voorbij te gaan. En als dat niet zo is, waarom gebeurt er dan zo weinig? Geboren zijn in een kansrijk deel van de wereld is wellicht het grootste luxe goed dat een individu zich kan wen-sen. Wanneer hij dit eenmaal heeft,

Het vergeten goedrealiseert hij het zich echter vaak niet. Of, als hij dat wel doet, verbindt hij daar maar zelden consequenties aan.Als er één goed is dat for granted wordt aangenomen, dan is het dit wel. Pech voor hen die die mazzel niet gehad hebben, toch? – Nee, natuurlijk niet. Niemand heeft invloed op óf hij geboren wordt, laat staan waar. Maar ik heb er toch ook niet voor gekozen om hier geboren te worden, hoor ik een enkeling denken. Ja, dat klopt. Immers hebben we net vastge-steld dat niemand invloed heeft op óf hij geboren wordt en al helemaal niet op waar. Eigenlijk heb je dus vooral mazzel gehad. Stel nu dat het wel zou kunnen; dat men zou kunnen kiezen of en waar men geboren wordt. De keuze om in armoede en zonder enig toekomst-perspectief te leven is er een die een weldenkend mens niet snel zal maken. Daarbij is het juist het sociale gedrag dat mensen van dieren onderscheidt. Over de homo sapiens wordt immers graag gedacht als een superieure le-vensvorm. Als wij echt zo een ‘sociaal dier’ zijn en ‘geciviliseerd’, dan dienen wij de kansarmen te helpen. Men zou zelfs kunnen stellen dat dit een morele plicht is. Hulp in de vorm van (vooral niet-duurzame) goederen zal daarbij wei-nig uithalen. Het bekende voorbeeld van de hongerige familie die je een vis kunt geven om de honger te stillen voor een week of een hengel met de kennis hoe vis te vangen om de hon-ger te stillen voor altijd, gaat hier op. Daar komt nog bij dat mensen helpen zichzelf te helpen hun eigenwaarde in-tact laat en, voor de economisch geori-enteerde erg interessant, op de lange termijn ook nog eens minder kostenin-tensief is. Maar er is meer. Een wijze vrouw zei ooit: “Als we onze welvaart niet delen, komen ze het een keer halen.” Schrij-nende ongelijkheid zoals deze vandaag de dag in de wereld bestaat kan niet

eeuwig duren. Het wordt drukker aan de poort. Op een dag gaat dat mis. Op een dag houdt de poort de druk van hen die buiten staan te dringen niet langer. Dan heeft ook verdere verstevi-ging geen zin meer. Nog even los van het feit dat wij als mensen die onge-lijkheid op basis van ons puur menszijn al niet zouden moeten willen dulden, zit hier dus ook nog een nationaal vei-ligheidsrisico aan gekoppeld. Daar komt nog bij dat de houding waarbij de poort dichtgehouden wordt haast van arrogantie of in ieder geval kortzichtigheid getuigd. Immers zouden de kaarten in de toekomst wel eens heel anders kunnen liggen. De oplossing voor het vluchtelin-gen‘probleem’ ligt er dan ook niet in de grenzen maar op slot te gooien, hoe verleidelijk die gedachte voor sommigen ook moge zijn. Het is geen duurzame oplossing en humaan is zij al helemaal niet. De situatie ter plaatse dusdanig verbeteren zodat er voldoen-de kansen zijn om een waardevolle toekomst op te bouwen in eigen land, zodat migratie niet meer de enige op-tie is, maar een keuze, dat is het doel dat ons voor ogen zou moeten staan. Grenzen dichttimmeren is mensen aan hun lot overlaten, de kop in het zand steken, doen alsof je neus bloedt. Is dat hoe wij onze beschaving tonen? Het is 2007. Een nieuw jaar. Een nieuw begin. Misschien is dit het moment om eens te denken aan onze morele ver-antwoordelijkheid, voortvloeiend uit ons voordeel behaald door toevallig in het juiste deel van de wereld geboren te zijn en hier in het nieuwe jaar iets mee te doen. Maar wellicht is dit nog meer het moment om ons te realise-ren, tussen al het materialisme van de vers verworven cadeaus door, dat we een ding allang hebben, iets dat vele anderen in de wereld meer begeren dan wat ook, iets dat we misschien eigenlijk vergeten waren, waarvan we niet eens meer wisten, dat we het had-den: mazzel.

DEMO14

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 15

Dat waren dan een paar nationale spotjes. In de verschillende races voor de senaat en het huis van afgevaardig-den kwamen mooie leuzen als “Sher-rod Brown let us down” en “Bob Cor-ker: Taxing Tennessee” voorbij. Wat opviel was dat in de laatste week van de campagne volgens de New York Times bijna 90% van de spotjes direct gericht was op de tegenstander, en uiteraard op de negatieve kanten. De-mocraten lieten Republikeinen George Bush omhelzen, met George Bush een vliegtuigtrap afwandelen, met George Bush lachen en met George Bush wet-ten ondertekenen. Een Republikeinse kandidaat liet zich ontvallen: “Ik ben deze campagne vaker met Bush op TV dan ik hem ooit in het echt zal zien.” De Republikeinen ondertussen vulden de meeste spotjes met een overzicht van de belastingverhogingen die de Democraat ooit gesteund had, en ver-meldden er meestal ook bij dat het stemmen op een demo-craat een stem is op een land vol met getrouwde homo’s. Een grote meer-derheid van de Amerika-nen is tegen het homo-huwelijk.

In Nederland wordt het negatief campagnevoe-ren langzaam ontdekt. Eigenlijk maakt deze campagne alleen het CDA er echt actief gebruik van. Maxime Verhagen is daarin het centrale element. Hij was de eerste die van Wouter Bos zei dat hij een ‘lekker kontje’ had, om er al snel een ‘lekker draaikontje’ van te maken. Inmiddels noemt hij het op zichzelf weinig schokkende voorstel van Bos om te kijken naar de financiering van de AOW de ‘Bosbelasting voor oude-ren’. In het Amerikaans vertaald: “The Bushtax: taking money from our seni-

The Netherlands going negative?

Het was niet het meest briljante spot-je waarmee de VVD afgelopen maart probeerde kiezers van de PvdA te lok-ken. De rode roos in beeld moest vra-gen beantwoorden als ‘Wat vind je van integratie’, en begon telkens heen en weer te waaien in plaats van antwoord te geven. De PvdA won de verkiezin-gen glorieus. Een weinig succesvol de-buut van het ‘negatieve reclamespotje’ op Nederlandse bodem.

In Amerika doen ze dat natuurlijk be-ter. De Democraten bijvoorbeeld had-den bij de afgelopen verkiezingen de Bush-kaart uit te spelen. De impopu-laire president acteerde in ongeveer elk spotje van de Democraten, zodat het volk wist wie ook weer de leider van de Republikeinen is. Zo was er één waarin een aantal Amerikanen ach-ter elkaar naar een struik toewandel-den. Ze vroegen de struik: “Waarom is er zo’n groot begrotingstekort?”, “Waarom zijn de medicijnen zo duur geworden?” en “Waarom is er geen strategie voor Irak?”. De voice-over kopte vervolgens in: “You can ask this Bush, but you most likely won’t get an answer.” Vervolgens werd het beeld van de struik vervangen door een foto van George W. Bush. Voice-over: “You could also ask this Bush. But you won’t get an answer either. November 7, vote for a change. Vote for a Democrat.”

Dat is al betere kwaliteit. Nog beter de-den de Republikeinen het. Ze draaiden een spotje met beelden van brandende flatgebouwen, en enge mannen met baarden als Osama Bin Laden en Ay-atollah Khamenei(?). Deze enge man-nen lieten ze nog maar eens zeggen dat Amerika verbrand moet worden. Voice-over: “These are the stakes. On november 7th, Vote Republican.” Daar kan de VVD nog wat van leren.

ors!”. Verhagen is in de laatste weken vervolgens uit de CDA-campagne ge-haald, en daar is ook een reden voor. Negatief campagnevoeren werkt na-melijk prima, maar niet om stemmen voor jezelf te winnen.

Volgens een onderzoek van de Notre Dame University uit 2004 Werken ne-gatieve spotjes op een aparte psycho-logische manier: ze geven een verve-lend gevoel aan aanhangers van de kandidaat die aangevallen wordt. Met name de donkere beelden en de nega-tieve toon van dat soort spotjes maakt ze in die zin psychologisch effectief. Doordat je een minder prettig gevoel bij jouw kandidaat krijgt, ben je eerder geneigd helemaal niet te gaan stem-men. Het zal echter veel minder vaak ertoe komen dat je door zo’n spotje op de tegenkandidaat gaat stemmen. Uit het onderzoek bleek bijvoorbeeld ook dat ‘independent voters’, kiezers dus

die noch als republikein noch als democraat gere-gistreerd staan, nauwe-lijks beïnvloedt worden door ‘negative advertise-ments’. Ter illustratie, ze lieten een paar duizend mensen naar negatieve spotjes kijken, en na af-loop zei 14% dat hun ge-

voel over hun kandidaat was verslech-terd. Vervolgens lieten ze positieve spotjes van de tegenstander zien, en daarvan zei slechts 5% dat hun gevoel over hun eigen kandidaat was vermin-derd.

Die wetenschap is natuurlijk ook in Nederland bekend. Maxime Verhagen heeft toevallig geen gigantische hoe-veelheid stemmen behaald. Hoefde ook niet, men moest op Balkenende stemmen. En dat is gebeurd. Verhagen

heeft flink geïnvesteerd in een negatief gevoel bij Wouter Bos, om zichzelf ver-volgens zorgvuldig terug te trekken. Ondertussen zat Wouter Bos in het de-fensief.

Dit is echter een ingewikkelde con-structie. Het CDA verft Bos zwart, maar ondertussen wil de CDA-lijsttrekker überhaupt niet inhoudelijk met Bos in debat, om zodoende boven het poli-tieke gekrakeel te blijven staan. Deze truc kan alleen de partij toepassen die de premier levert. Balen voor Wouter; hij wint de verkiezingen niet omdat hij geen premier is, en wordt geen pre-mier omdat hij de verkiezingen niet wint. Negatieve campagnes zijn dus voorbehouden aan de bijzondere posi-tie van, in dit geval, het CDA.

Dat is vermoedelijk ook de reden dat een echt negatieve campagne, inclu-sief spotjes die wat slimmer in elkaar zitten van de VVD-roos, in Nederland moeilijk kan aarden. De Amerikaanse tweepartijendemocratie biedt de kiezer drie opties: republikeinen, democraten en thuisblijven. Het steunen van een marginale derde partij kan inderdaad ook, maar heeft hetzelfde effect als thuisblijven, aangezien die zelden tot nooit de meeste stemmen halen. Een negatief gevoel over de tegenstander is dus direct winst, zelfs als er ook een beetje negatief gevoel over jezelf ont-staat. Zolang de tegenstander maar zwarter is dan jij.

In de meerpartijendemocratie werkt dat natuurlijk anders. De VVD kreeg een hoop kritiek op het anti-PvdA spotje. Die kritiek zat uiteraard voor een groot deel in het gevoel dat we ‘Amerikaanse toestanden’ krijgen, een toverwoord voor alles wat lelijk is. Anderzijds was het spotje gewoonweg zeurderig, en

kwam na de roos vervolgens een groot VVD-logo in beeld. Iedereen kon met-een zien: aanval van de VVD.

En dat is het probleem. Kiezers hou-den namelijk eigenlijk niet van ‘ne-gative ads’. Uit alle focusgroepen die campagnestrategen hierop zetten blijkt dat een grote meerderheid van de kiezers ‘een afkeer heeft van nega-tieve campagnes’. En in een onderzoek van USA Today in oktober kwam naar voren dat 7 van de 10 kiezers zegt ‘weinig tot niets’ te geloven van de ge-presenteerde zaken in politieke spot-jes. Dat zeggen ze, maar ondertussen zal geen kiezer erkennen dat hij zich echt laat beïnvloeden door negatieve spotjes, ook al is dat wel zo. Het netto resultaat is dat de kiezers zeggen dat ze niet houden van negatieve spotjes, en er ondertussen wel door beïnvloed worden. Het beste is het dus voor een kandidaat, als hij zelf geen negatieve spotjes laat draaien, maar anderen dat voor hem doen. Niemand kan hem of haar dan iets verwijten, maar de te-genstander wordt wel in een kwaad daglicht gezet.

In een meerpartijendemocratie ligt dat voordeel altijd bij ‘de derde hond’. Stel dat het CDA echt negatieve spotjes zou gaan draaien: In beeld komt, bij-voorbeeld, een groot bos. Een aantal kiezers komt op het bos afwandelen en zij vragen het Bos: “Waarom wilt u een ouderenbelasting?”, “Weet u mis-schien of het afslachten van een mil-joen mensen genocide is?”, “Waarom wilt u bezuinigen op de zorg?” etce-tera. De voice-over kopt hem in: “Het bos zit vol met raadsels. Het heeft geen zin die te ontrafelen. Stem CDA.”

Prima verhaal. Nadeel is dat de kijker een negatief beeld krijgt van de PvdA,

maar ook van het negatieve, aanval-lende CDA. Winnaars zijn dus de an-dere partijen, en wellicht zal de kiezer dus ook eerder geneigd zijn om thuis te blijven, maar D66 of VVD stemmen is ook een redelijk alternatief.

We kunnen een voorlopige conclusie trekken. Hoewel Maxime Verhagen de eerste stap heeft gezet naar een negatief communicerend Nederland, zullen onze brave politieke normen en waarden het nog wel even uithouden. Totdat we natuurlijk overgaan op een tweetijenstelsel.

Genoemde bronnen:- http://www.usatoday.com/news/wa-shington/2006-11-02-negative-ads_x.htm

- www.nytimes.com: zoekopdracht: “negative ads”

Hij was de eerste die van Wouter Bos zei dat hij een ‘lek-ker kontje’ had, om er al snel een ‘lekker draaikontje’ van te maken.

Het beste is het dus voor een kandidaat, als hij zelf geen negatieve spotjes laat draaien, maar anderen dat voor hem doen. Niemand kan hem of haar dan iets ver- wijten, maar de tegenstander wordt wel in een kwaad daglicht gezet.

}

DEMO16

JONGEDEMOCRATEN.NL

NUMMER 5 | 2007 17

Van de voorzitterDEMO januari 2007

Het zijn er drie. Een kereltje, een man-netje en een meisje. Niet nieuw, maar wel gekozen om te vernieuwen. Want D66 is niet en kan niet meer hetzelfde zijn als de afgelopen vier jaar. De partij moet vanuit het niets van de electo-raatspeilers opnieuw haar weg vinden. Het begin is er – drie zetels is meer dan de gemiddelde verwachting was, maar het vervolg is moeili¬jk. Daarom een gratis advies.

De partij moet de fouten uit het ver-leden niet vergeten, maar zijn lessen leren. D66 ontleende ooit haar kracht uit het feit dat ze ánders waren dan de Haagse kliek. Visie, duidelijkheid, geen achterkamertjes, vooruitdenkend en vooruitstrevend. De partij is de af-gelopen jaren veel van die kwaliteiten kwijtgeraakt. Daarmee is D66 voor de kiezer teveel een partij geworden die zich, behalve in omvang, niet onder-scheidt van de meeste middenpartij-en. Omdat de kiezer altijd gelijk heeft – koppigheid wordt in ieder geval niet beloond – wordt het tijd dat de partij haar profiel hervindt.

Maak duidelijk waar je voor staat, dus ook waar je níet aan meewerkt. De nieuwe fractie zou een paar simpele principes moeten omarmen, waar zij zich ook daadwerkelijk aan gaat hou-den. 1. D66 is toekomstgericht, denkt en handelt vooruit. 2. Het gaat om mensen. 3. Afspraak is afspraak. Voor D66 en voor anderen. 4. D66 zal zich niet ophouden in ach-terkamertjes. En 5. D66 streeft maar één belang na: een vrij en vrijzinnig.

Het zal tijd kosten om te laten zien dat D66 wél anders is. Met wachten zijn ze er echter niet. Het wordt tijd dat de

partij weer visie krijgt, vooruitdenkt, weet waar het naartoe wil. De richtin-genstrijd, die zich in vrijwel alles doet gelden, is dodelijk voor de partij. Het wordt tijd voor een goede toekomst-discussie. Geen herhaling van Delft of Zutphen, geen stukken die het niveau van een gemiddelde leerling uit groep 8 niet overstijgen. Een kort manifest, waar iedereen bij wordt betrokken en die op een congres wordt aangeno-men, moet duidelijkheid bieden over het wereldbeeld van D66, en een prio-ritering aangeven in onze idealen.

Ik heb er wel vertrouwen in. Alexander, Boris en Fatma kunnen laten zien dat zij niet alleen door het oude D66 zijn gevormd, maar vooral ook het nieuwe D66 vormgeven. Gelukkig staan ze er niet alleen voor. De Jonge Democraten zijn altijd bereid tot creatieve hulp!

Bij die JD is iedereen inmiddels weer bijgeslapen van de verkiezingscampag-ne. We kunnen ons weer gaan richten op ónze visie. We gaan vooruitdenken. Het politiek-inhoudelijk weekend, op 3 en 4 februari, biedt je alle ruimte om je ideeën te laten gaan. Voor die tijd wens ik je veel succes met eventuele tentamens. Het zal erom spannen of ik je nog een gelukkig Nieuwjaar mag wensen. Als ik toch nog een wens mag doen: dat Nederland weer gaat be-grijpen dat ieder mens evenveel recht heeft op een waardig leven.

Volgend jaar zullen we hopelijk zeg-gen: de boerkaverboden, de uitzettin-gen van scholieren, de verspilling van talent in het VMBO, de debacles in Irak en Afghanistan... Dat is zó 2006!

Met vrijzinnige groet,Ton Monasso

Beste Jonge Democraten,

Colofon 22e Jaargang – nummer 5 januari 2007

DEMO is een uitgave van de Jonge Democraten, onafhankelijke po-litieke jongerenorganisatie sinds 1984.

Oplage: 1.500 exemplaren

DEMO redactie Hoofdredacteur: Alexander IniaAdjunct-hoofdredacteur: Olaf Prin-senRedactie: Peter Fijbes, Charlotte MeindersmaVormgeving: Mirjam Coenraads [email protected]

Deadline DEMO 6: tot nadere be-kendmaking via website

Bijdrages in deze DEMO van: Tjeerd Dierckxsens, Stefan van der Esch, Jeroen Mimpen, Ferdinand Haselaar, Elze ‘t Hart, Kevin van Halderen, Ton Monasso Voorpagina: © Mirjam CoenraadsAchterpagina: © Michiel Kellner

Landelijk Bestuur JD Postbus 660, 2501 CR Den Haag fax: 070 – 364 19 17 [email protected] www.jongedemocraten.nl

Drukkerij Uleman Goudstraat 6, 2718 RC Zoeter-meer tel: 079 – 361 40 26 [email protected] www.drukkerijuleman.nl

Agenda

6 januari 2007 Extra congres, Den Haag

8 januari 2007 Nieuwjaarsborrel Utrecht

10 januari 2007 Nieuwjaarsborrel Amsterdam

10 januari 2007 Politieke verkiezingsmarkt ROC Terneuzen

16 januari 2007 Tweeluik lokale/regionale politiek, Utrecht

17 januari 2007 Lezing over de Democratische Republiek Congo

18 januari 2007 Start debattraject, training

23 januari 2007 Cursus Liberalisme en Vrijzinnigheid, Amsterdam

24 januari 2007 Tweeluik lokale/regionale politiek, Utrecht

25 januari 2007 Filosofieplatform Nietzsche en milieuethiek

1 februari 2007 Integratiedebat, Utrecht

3 februari 2007 Politiek Inhoudelijk weekend

5 februari 2007 Politiek Pilzen, Utrecht

6 februari 2007 Brainstorm congres, Amsterdam

Voor meer informatie over de activiteiten, zoals aanvang en locatie, kijk op www.jongedemocraten.nl