cartesius.espritscholen.nlcartesius.espritscholen.nl/.../2015-2016/ael_stage/Stage… · Web...

STAGEWERKBOEK ARBEIDS ERVAREND LEREN

(AEL)2015 - 2016

4 HAVO

Van 23 - 27 november 2015

Stagewerkboek, Cartesius Lyceum


InhoudBELANGRIJKE GEGEVENS........................................................................................................4

INLEIDING................................................................................................................................... 5

AANDACHTSPUNTEN.................................................................................................................6

DE OPDRACHTEN......................................................................................................................7

1. DEZE STAGE; VERANTWOORDING..............................................................................7

2. DE ORGANISATIE VAN HET BEDRIJF...........................................................................7

3. INTERVIEWS...................................................................................................................8

4. MEELOOPverslag..........................................................................................................11

5. COMMUNICATIEverslag................................................................................................11

6. SOLLICITATIEprocedure vragenlijst...............................................................................12

HET DAGBOEK......................................................................................................................... 13

DAG 1 MAANDAG 23 november 2014..............................................................................14

DAG 2 DINSDAG 24 november 2014.................................................................................15

DAG 3 WOENSDAG 25 november 2014............................................................................16

DAG 4 DONDERDAG 26 november 2014..........................................................................17

DAG 5 VRIJDAG 27 november 2014.................................................................................18

Evaluatie..................................................................................................................................... 19

EVALUATIEFORMULIER - voor de leerling...........................................................................20

EVALUATIE FORMULIER - voor de stagebegeleider............................................................22

DE EINDBEOORDELING...........................................................................................................26


BELANGRIJKE GEGEVENS

Dit stageboek is van:

Naam:Klas:Adres:Postcode / woonplaats:Telefoon:

Naam stagebedrijf/instelling:Adres:Postcode / woonplaats:Telefoon:

Naam contactpersoon / stagebegeleider:Telefoon:Bereikbaar (tijd):E-mail:

Stagecoördinator school: Marcel LensinkE-mail stage coordinator: [email protected] school: 020 - 584 96 77


INLEIDING

Deze stageperiode biedt je een unieke kans om nieuwe ervaringen op te doen bij een bedrijf of instelling. Je komt in een (werk)situatie waar andere vaardigheden van je verlangd worden dan op school. Je oriënteert je op die manier op een beroep.

Je stelt jezelf bijvoorbeeld de vragen als:

● wat voor werk zou ik zelf willen doen?

● waar ben ik zelf goed in?

● wat voor werk zou bij mij passen?

● wat wil ik zeker niet doen?

In dit stagewerkboek vind je enkele opdrachten die je tijdens de stage moet uitvoeren. Zorg dat je het stage werkboek dagelijks bijhoudt. Neem dit stagewerkboek nogmaals door, voordat de stageperiode begint!

Het werkboek bestaat uit verschillende onderdelen:

De opdrachten○ de organisatie van het bedrijf (organigram);○ de interviews (verschillende interessante onderwerpen komen aan bod);○ meelopen (bijvoorbeeld met een medewerker 2 uur lang);○ communicatie (communiceren? Dat kan iedereen!);○ sollicitatieprocedure

Het dagboek (dagelijkse ervaringen worden gestructureerd genoteerd);

Evaluatieformulier (voor jezelf en de stagebegeleider).

Beoordelingsformulier


AANDACHTSPUNTEN

Stage overeenkomstZorg ervoor, dat de stageovereenkomst in dit werkboek (zie bijlage achterin) voor aanvang van de eerste werkdag is ondertekend door de stagecoördinator, mevrouw Kam, door jezelf en school.

StagewerkboekLees het stagewerkboek van tevoren goed door en zorg dat alle onderdelen ook aan bod komen. Neem het stagewerkboek mee naar je stageplaats en werk er elke dag aan.

GedragTijdens je stage maak je kennis met het werken in een bedrijf of instelling. Denk er steeds om dat je daar te gast bent en probeer je zo goed mogelijk te gedragen.Denk er bijvoorbeeld aan dat je:● er netjes en verzorgd uitziet;● je op tijd komt, zodat je stagebegeleider en eventuele andere medewerkers op je kunnen rekenen;● je aan de werktijden houdt;● je aan de gemaakte afspraken houdt;● iemand bedankt als hij je ergens mee geholpen heeft;● iets vraagt, als je het niet weet;● bij problemen contact opneemt met school.

IdentificatieTegenwoordig moet je je overal kunnen identificeren. Zorg ervoor dat je ook op je stageplek je identiteitsbewijs bij je hebt.

Ziekte

In geval van ziekte of verhindering meld je dit voor aanvang van de werktijd: - zowel aan het stagebedrijf (vraag naar je stagebegeleider) - als aan school: 020 - 584 96 77


DE OPDRACHTEN

In deze stageperiode oriënteer je je op het beroep en op het arbeidsproces. In het stagewerkboek vind je een aantal opdrachten dat je uitvoert tijdens je stageweek. Daarnaast is er een leidraad voor het bijhouden van een dagboek met enkele vragen per dag.

Neem de opdrachten door en plan wanneer je welke opdracht uitvoert en bedenk wiens hulp je misschien hierbij nodig hebt.

DEZE STAGE; VERANTWOORDINGDeze week is echt je stageweek. Omschrijf hier waarom je hebt gekozen voor deze stageplaats. Wat zijn je verwachtingen?Gebruik minimaal 200 woorden


DE ORGANISATIE VAN HET BEDRIJF

Op school heb je mogelijk wel eens iets geleerd over de organisatievormen van een bedrijf of instelling. De organisatie binnen een bedrijf kun je schematisch weergeven met een organigram of organogram. Het is de bedoeling dat je zelf zo’n organigram maakt van het bedrijf of de instelling waar je nu stage loopt of hebt gelopen.Teken het organigram.

Tips:

Van grote bedrijven bestaat vaak al een organigram. Vraag dit na bij je stagebegeleider en vraag of je een exemplaar mag hebben. Je kunt hiervan gebruikmaken. Van grote bedrijven is zo’n organigram vaak nogal ingewikkeld. In dat geval kun je volstaan met het maken van een organigram rondom de afdeling waar jij werkzaam bent. Noteer in de vakjes van het organigram de functies. Geef je eigen plaats aan in het organigram. Als je er helemaal niet uitkomt, beantwoord dan in ieder geval de volgende vragen, zodat het organigram later met een beetje hulp op school gemaakt kan worden:

- hoeveel mensen werken er in het bedrijf? - hoeveel mensen werken er op de verschillende afdelingen?- welke functies zijn er binnen het bedrijf?- wie zijn de belangrijke personen binnen het bedrijf?


INTERVIEWS

Om meer te weten te komen over de werkelijke inhoud van beroepen, moet je eigenlijk vragen stellen aan de beroepsbeoefenaren zelf. De volgende vragen kunnen je helpen bij het voeren van zo’n interview en je mag natuurlijk zelf ook vragen toevoegen.

Je moet ten minste twee interviews afnemen, meer mag natuurlijk ook. Vraag eerst of degene die je wilt interviewen ook geïnterviewd wil worden en er tijd voor kan vrijmaken. Geef bij het interview goed de datum, naam en functie van degene met wie je gesproken hebt, aan. Hieronder vind je mogelijke interviewonderwerpen. Het kan ook zijn dat je de onderwerpen van het werkboek niet zo geschikt vindt voor het bedrijf of de instelling waar je stage loopt. In dat geval kun je, in overleg met je stagebegeleider, andere onderwerpen bedenken.

Mogelijke vragen voor het interview

Welke opleiding(en) moet je volgen om in dit beroep terecht te komen?

Bent u ook zo in het beroep terechtgekomen of heeft u een andere weg gevolgd?

Bent u in dezelfde functie begonnen? Hoe lang voert u dit beroep al uit? Kunt u een korte beschrijving geven van uw functie? Over welke eigenschappen moet je beschikken om uw beroep te

kunnen uitoefenen? Wat vindt u de prettige kanten van uw beroep? Wat zijn de minder prettige kanten aan uw beroep? Hoe ziet een normale werkdag eruit?

Overleg met je stagebegeleider:

○ welke interviewonderwerpen geschikt zijn;○ met wie en op welk moment je afspraken kunt maken voor de

interviews.

Tip: wacht niet tot de laatste dag met je interviews!

Verwerk de interviews op de blanco bladzijden in het werkboek. Gebruik voor het voorbereiden en uitwerken van de interviews de instructie die je hebt gekregen tijdens de mentorlessen.


Mogelijke interviewonderwerpen

Sollicitatiemogelijkheden in het bedrijfOver dit onderwerp kan een personeelsfunctionaris je van alles vertellen.Van dit onderwerp vind je op de volgende bladzijde enkele voorbeeldvragen.

ArbeidsbelevingHet is de bedoeling dat je er met behulp van goede vragen achter kan komt hoe mensen hun werk ervaren. Welke gevoelens heeft de werknemer ten aanzien van het bedrijf of werk? Je kunt hiervoor iedereen in het bedrijf benaderen. Het is wel raadzaam om dezelfde vragen aan meerdere personen te stellen, zodat je antwoorden met elkaar kunt vergelijken.

Opleiding, functie en beroepOnderzoek welke opleidingen mensen hebben gevolgd en of die opleiding (precies) aansluit bij de functie die ze op dit moment in het bedrijf uitoefenen. Ook bij dit onderwerp kun je meerdere personen (van verschillende leeftijd!) ondervragen.

Interview met klant of patiëntAls je een klant of patiënt wilt interviewen, is het zeer belangrijk dat je daarvoor eerst toestemming vraagt aan je stagebegeleider én de klant of patiënt zelf. Het is zeker interessant wat voor mening en/of gedachten, de klant of patiënt over het bedrijf of de instelling heeft.

Activiteiten van het bedrijf of de instelling Onderzoek wat voor activiteiten zich in en rondom het bedrijf afspelen. Het zijn er vaak enorm veel! Omdat je in het stageverslag dat je voor school moet maken een uitgebreide beschrijving van het bedrijf moet geven, is dit onderwerp noodzakelijk voor iedereen! Zoek hiervoor iemand in het bedrijf die al wat langer in het bedrijf werkt of een leidinggevende functie heeft.

Interviewtips: Wie ga je interviewen? Het is natuurlijk leuk om zo professioneel mogelijk voor de dag te komen.

Wat wil je te weten komen? Stel van tevoren een vragenlijstje op.

Volg ook weer niet te strak je vragenlijstje. Luister goed naar de antwoorden van je gesprekspartner en probeer er op in te gaan.

Als het gesprek te ver af dreigt te dwalen, kom dan weer terug op je lijstje.

Zorg voor variatie in je vragen. Stel niet alleen maar vragen waar je met één woord op kan antwoorden. Zoals: “Hoe lang werkt u hier al? Bent u over het algemeen tevreden met uw werk? “ Beter is een vraag als: “hoe komt het dat u bij dit bedrijf al zo snel promotie hebt gemaakt?”

Stel niet alleen maar “moeilijke vragen” ; vragen van het type “Wat is het grappigste dat u ooit heeft meegemaakt op uw werk?”. “Wat is uw grootste blunder?” verlevendigen het interview.


Pas op met vragen over salaris. Dergelijke vragen zitten een beetje in de taboesfeer.


INTERVIEW 1 (verplicht)

INTERVIEW 2 (verplicht)

INTERVIEW 3 (niet verplicht)

Meeloop verslag

Bij dit onderdeel is het van belang dat je een dagdeel (minstens 6 uur) ‘meeloopt’ met een medewerker van het bedrijf of de instelling.

Onderwerp:

…………….....................................................................................................

De vragen worden gesteld aan:

Naam:

Functie:

Onderwerp:

…………….....................................................................................................


Naam:

Functie:

Onderwerp:

…………….....................................................................................................


Naam:

Functie:


Maak een kort verslag van het meelopen met de medewerker. Gebruik minimaal 250 woorden.

Let daarbij op het volgende:

omschrijf nauwkeurig de functie van de medewerker; omschrijf nauwkeurig de werkzaamheden die je de medewerker hebt zien verrichten geef je mening over de werkdrukte van de medewerker (gaat gemakkelijk, te veel activiteiten); geef je mening over de mate waarin de medewerker zich goed voelt bij zijn werk. enzovoort ….

Communicatieverslag

Communicatie is een heel ruim begrip. Vrijwel alle activiteiten in een bedrijf hebben te maken met communicatie en communicatie vindt op elk niveau binnen de organisatie plaats. Vraag aan je stagebegeleider waar hij/zij aan denkt bij bedrijfscommunicatie. Welke communicatiemiddelen worden er in het algemeen binnen het bedrijf gebruikt en welke middelen gebruikt hij/zij in het bijzonder?Op welke manier worden er concreet binnen het bedrijf of de instelling gegevens en opdrachten uitgewisseld? En wat vindt de stagebegeleider van de manier waarop de communicatielijnen binnen het bedrijf of de instelling zijn georganiseerd?

Maak een verslag over dit onderwerp (minimaal 200 woorden) en laat daarna de stagebegeleider het verslag lezen.

Denk hierbij aan de volgende communicatievormen:

mondeling (vergaderingen, mondelinge opdrachten, enz.); schriftelijk (mededelingenbord, voorschriften, post, memo’s, brieven,

personeelsblad, enz.); via de computer (e-mails); verticaal (van chef naar ondergeschikte); horizontaal (op hetzelfde niveau); enzovoort.


SOLLICITATIEprocedure vragenlijst

Als je gaat solliciteren moet een persoon zich goed voorbereiden. Schets een beeld van hoe de sollicitatieprocedure in zijn werk gaat bij jouw stagebedrijf /-organisatie. Hieronder staat een aantal vragen die je hierbij kunnen helpen. Voorbeeldvragen: ‘Sollicitatiemogelijkheden in het bedrijf’.

1. Hoe laat het bedrijf merken dat het een openstaande baan (een ‘vacature’) heeft?

2. Neemt het bedrijf wel eens mensen aan via een uitzend- of het arbeidsbureau?

3. Als u een sollicitatiebrief leest, waar let u dan op?

4. Welke onderwerpen komen aan bod tijdens een sollicitatiegesprek?

5. Handelt u een sollicitatie helemaal alleen af of hebben meer mensen daar mee te maken?

6. Let u op het uiterlijk van een sollicitant?

7. Wat vindt u belangrijker: veel diploma's of enthousiasme?

8. Wat zijn voor u redenen om een sollicitant af te wijzen?

9. Geeft uw bedrijf voorrang aan allochtone mensen waar het gaat om het in dienst

10.nemen van medewerkers?

11.Geeft uw bedrijf voorrang aan vrouwen waar het gaat om het in dienst nemen van medewerkers ?

12.Heeft u voor mij nog tips die ik later kan gebruiken als ik zelf moet solliciteren?

13.Welke functies kun je hier vervullen na een havo- of vwo-diploma?

NB: Bedenk eventueel zelf ook enkele vragen!


HET DAGBOEK

Dit onderdeel bevat voor elke dag van de stageperiode een eenvoudige vragenlijst, die je aan het eind van dezelfde dag moet beantwoorden. Als er iets cursief gedrukt is, moet je ‘doorhalen wat niet van toepassing is’. De andere keer wordt je gevraagd een kort verslag te schrijven.

Ook zijn er de dagboekpagina’s, waarop je moet schrijven wat je die dag allemaal hebt gedaan of geleerd. Houd dit nauwkeurig bij. Schrijf alles op. Vermeld de (werk)tijden. Dit is een prima basis voor een goed eindverslag.

Stel het schrijven van je dagboek en het invullen van de vragenlijst niet uit tot de volgende dag. Als je het meteen dezelfde dag doet, kost het namelijk minder tijd en vergeet je geen onderdelen.

DAGVERSLAG

Beschrijf in het kort wat je vandaag gedaan hebt. Geef ook de tijd aan. Schrijf erbij wat je ervan geleerd hebt. Geef een globale indruk, vond je het leuk of niet, ging het je gemakkelijk af of had je er veel moeite mee. Gebruik je ervaringen en eventueel nieuw verkregen informatie voor de planning van de volgende dag.


DAG 1 MAANDAG 23 november 2015

DAGVERSLAG:

Beschrijf kort je dagverslag

Vragenlijst maandag 23 november 2015

1. Bij wie heb je je vanmorgen gemeld of door wie ben je ontvangen?

2. Ben je ook aan andere werknemers voorgesteld? ja / neeZo ja, aan wie? En wat is zijn/haar functie?

3. Wat voor soort werk heb je vandaag gedaan?

4. Heb je een rondleiding in het bedrijf / de instelling gehad? ja / neeZo ja, welke afdeling(en) heb je gezien?

5. Wat vond je het leukste van deze dag?

6. Zijn er deze eerste stagedag ook minder leuke dingen gebeurd?


DAG 2 DINSDAG 24 november 2015

DAGVERSLAG:


Vragenlijst dinsdag 24 november 2015

1. Wat vond je van deze dag het leukste?

2. Wat vond je van deze dag het minst leuk?

3. Wat had je nog nooit eerder gedaan?

4. Is er iets wat je heel moeilijk vond?

5. Heb je iets gedaan wat heel goed ging?

6. Heb je je stagebegeleider gesproken vandaag? ja / nee

Zo ja, wat heb je met hem/haar besproken?

7. Met wie heb je vandaag het meest contact gehad? Vertel wat je met hem/haar hebt besproken.


DAG 3 WOENSDAG 25 november 2015

DAGVERSLAG:


Vragenlijst woensdag 25 november 2015

1. Wat vond je vandaag het leukst om te doen?

2. Wat vond je vandaag niet zo leuk?

3. Zou je het werk dat je tot nu toe gedaan hebt later ook wel willen doen? ja / nee

4. Heb je inmiddels bepaald over welke onderwerpen je je interview gaat houden? ja / nee

Zo niet, maak dan vóór morgen je keuze.

5. Heb je inmiddels alle afspraken gemaakt voor de interviews? ja / nee

Als je nee hebt geantwoord, moet je met je stagebegeleider bespreken wie je mag interviewen én hoe je die afspraak moet maken.

6. Hoe vaak heb je per dag pauze? ……… keer.Op welke tijden?

7. Met wie breng je de werkpauzes meestal door?

8. Wat doe je tijdens de pauzes?


DAG 4 DONDERDAG 26 november 2015

DAGVERSLAG:


Sta vandaag ook even stil bij het volgende.Noem minstens drie vaardigheden die voor het uitoefenen van het beroep van je stageplaats onmisbaar zijn. Leg goed uit waarom je deze vaardigheden onmisbaar vindt!

Vragenlijst donderdag 26 november 2015

1. Heb je vandaag nog contact gehad met andere werknemers van het bedrijf? ja / nee

Zo ja, waarover heb je gepraat?

2. Heb je enig idee hoe de andere mensen in het bedrijf het vinden dat je er bent?

Ze vinden het leuk / Het maakt ze niet veel uit.

3. Word je heel precies aan de werktijden gehouden? ja / neeZo ja, wie let daar op?

4. Ben je al eens te laat geweest? ja / nee Zo ja, hoe werd daar op gereageerd?

5. Je hebt nu vier dagen van je stageperiode achter de rug. Vind je het vermoeiend? ja / nee.Zo ja, wat vind je het vermoeiendst

6. Je hebt waarschijnlijk al één of meer interviews gehouden. Wat is je in het interview het meest opgevallen?.

7. Heb je tot nu toe overdag de tijd gehad om aan je stagewerkboek te werken?

ja / neeZo ja, was die tijd voldoende?

Zo nee, wat heb je daar aan gedaan?


DAG 5 VRIJDAG 27 november 2015

DAGVERSLAG


Vragenlijst vrijdag 27 november 2015

1. Dit is je laatste stagedag. Hoe denk je over de afgelopen periode? Ik ben blij dat het is afgelopen / Ik vind het jammer dat het is afgelopenGeef een toelichting bij je antwoord.

2. Wat zijn de grootste verschillen met een week op school’?

3. Wat vind je het allerleukste van de stageperiode?

4. Wat vind je tijdens deze stageperiode minder leuk?

5. Zijn je verwachtingen ten aanzien van het beroep bijgesteld? Met andere woorden: is er iets wat met ‘werken’ of ‘een baantje’ te maken heeft, waar je nu heel anders over denkt dan vóór de stageperiode?


Evaluatie

Hieronder een aantal vragen over je stageweek.

1. Noem minstens drie vaardigheden die voor het uitoefenen van het beroep van je stageplaats onmisbaar zijn. Leg goed uit waarom dit zo is!

2. Vertel wat je de afgelopen week hebt geleerd en ervaren.

3. Verwoord waarom je dit beroep wel of niet zou willen uitoefenen. Denk aan zowel de positieve als negatieve eigenschappen.

4. Sluit jouw profielkeuze aan bij het werken binnen je stagebedrijf?

5. Heb je al een idee welke studierichting je na je middelbare school wilt volgen?Zo ja, noem de studierichting.


EVALUATIEFORMULIER - voor de leerling

Markeer wat voor jou van toepassing is. Bij twijfel mag je ook twee hokjes markeren. Bij het lijntje kun je een mogelijkheid invullen die wij mogelijk over het hoofd gezien hebben.

1. Het werk dat mij werd opgedragen heb ik ……………. gedaan.

● goed● redelijk goed● matig

2. Ik had in mijn werk ……………. hulp nodig.

● veel● weinig● geen

3. Ik heb het werk met ……… gedaan.

● veel plezier● weinig plezier● tegenzin

4. Ik vind zelf dat ik …………………….. initiatief heb getoond.

● veel● soms wel● weinig

5. Mijn werktempo was …………..

● hoog ● normaal● langzaam

6. Ik was ……………

● keurig op tijd● soms te laat● vaak te laat

7. Ik zag er iedere dag ……………. uit.

● netjes● gewoon● een beetje slordig


8. Ik heb deze periode ………. verzuimd.

● nooit● één keer● vaak

9. Men lette in het bedrijf ………. op mij.

● veel● soms● nooit

10. Met mijn collega’s kon ik ……….. opschieten.

● goed● wel aardig● slecht

11. Met het leidinggevend personeel kon ik ……….. opschieten.

● goed● wel aardig● slecht

12. Als er problemen waren, dan werd ik …………. door mijn collega’s opgevangen.

● goed● redelijk● slecht

13. Ik zou na het behalen van mijn diploma ……..

● dit werk wel willen doen● bij dit bedrijf willen werken, maar in een andere functie● iets anders willen doen

14. Volgend jaar, als er weer een stageperiode is voor leerlingen, moet de school meer aandacht besteden aan:

15. Geef in vijf (kern)woorden weer hoe je deze stageperiode hebt ervaren.


EVALUATIEFORMULIER - voor de stagebegeleider

Naam stagiair(e):

Naam bedrijf/instelling:

Naam stagebegeleider:

Bij het evalueren:

○ markeren wat van toepassing is○ meerdere antwoorden zijn mogelijk○ eventueel aanvullen met korte omschrijving

Wilt u zo vriendelijk zijn het beoordelingsformulier uiterlijk vrijdag vrijdag 5 december

in te vullen? Alvast bedankt!


UITVOERING

1. De leerling heeft het werk ……….. uitgevoerd.

● goed● normaal● matig

2. De zelfstandigheid van de leerling op de werkplek was……………

● goed● redelijk● matig

3. De leerling verrichtte de werkzaamheden met…………

● veel plezier● plezier● weinig plezier

4. De leerling toonde …………initiatief.

● veel ● soms● geen

5. Het werktempo van de leerling was …………….

● hoog● normaal● langzaam

6. De leerling was …………

● keurig op tijd● soms te laat● vaak te laat

7. De leerling zag er ………….. uit

● netjes● slordig● wisselend

8. De leerling heeft ………….. verzuimd.

● nooit● één keer● vaak

9. Andere opmerkingen met betrekking tot het uitvoeren van het werk:

PERSOONLIJK FUCTIONEREN EN OMGANG MET ANDEREN


1. De leerling …………….

● Functioneerde vanaf het begin goed● Is gaandeweg beter gaan functioneren● Is nauwelijks beter gaan functioneren

2. Instructies werden door de leerling ……………. begrepen.

● Goed● Pas na het stellen van vragen● Niet goed

3. De leerling toonde ………….. interesse.

● Veel● Matig● Weinig

4. De houding van de leerling ten opzichte van leidinggevend personeel was ……..

● Goed● Normaal● Mondig● Brutaal● Slecht

5. De houding van de leerling ten opzichte van collega’s was…………….

● Goed● Redelijk● Matig

6. Andere opmerkingen met betrekking tot het persoonlijk functioneren en de omgang met anderen:


CONCLUSIES EN SUGGESTIES

1. Heeft de leerling voldoende werkzaamheden kunnen uitvoeren, meemaken of zien, om een reëel beeld te krijgen van dit werk / deze arbeidssituatie?

● Ja● Enigszins● Nauwelijks

2. Vindt u een dergelijke stage nuttig en/of van invloed op de vorming van de leerling?

● Ja● Enigszins● Twijfelachtig

3. Overige opmerkingen:


DE EINDBEOORDELING

Het stagewerkboek

Het stagewerkboek moet je uiterlijk vrijdag 4 december 2015 helemaal ingevuld inleveren bij je mentor. De mentor leest het werkboek en geeft een beoordeling; deze geschiedt met een O (onvoldoende), V (voldoende) of een G (goed). Alle onderdelen moeten ten minste voldoende worden beoordeeld voor het afronden van de stage.

Onderdeel Beoordeling

Beoordelingsformulier (stagebegeleider)

Kennismakingsgesprek

Het dagboek

De interviews

De organisatie van het bedrijf / organigram

Meelopen

Communicatie

Het overleg

Evaluatieformulier (leerling)

Bij beoordeling O (onvoldoende) volgt een aanvullende opdracht.

cartesius.espritscholen.nlcartesius.espritscholen.nl/.../2015-2016/ael_stage/Stage… · Web...

Documents

Transcript of cartesius.espritscholen.nlcartesius.espritscholen.nl/.../2015-2016/ael_stage/Stage… · Web...