Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen...

5

Click here to load reader

Transcript of Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen...

Page 1: Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen doka maar dat zou wel leuk zijn. De foto’s die ik maak gebruik

Portretten studenten ABV 2013

Robin Gerris (24) 3e jaar, voltijd.

Robin heeft al eerder voor de klas gestaan als onderwijsassistent, waar hij ook een opleiding voor volgde. Hij koos vervolgens niet voor de PABO maar meer vakspecifiek. Hij heeft affiniteit met beelden en creatief bezig zijn en overwoog ook wel naar het Grafisch Lyceum te gaan (Rotterdam) maar dat doen al zoveel mensen. De open dag op de ABV was doorslaggevend. Hij vindt het de sfeer warm en veilig en heeft goed contact met de docenten. Hij ziet de ABV als een huiselijke omgeving en het gaat goed met hem.

Zie je een samenhang tussen de theorie en praktijkvakken op de ABV?

Momenteel niet. Soms is er wel een themaweek maar het hangt sterk af van de docent. Het gaat in de lessen meer over beelden zoeken en samenstellen. Soms gebeurt het wel dat een docent een verband legt met een theoretisch verhaal. Het is geen onderdeel van het praktisch lesgeven.

Vind jij dat je door de praktijklessen vaardiger wordt in het toepassen van technieken om te komen tot een beeld. (2d / 3d / anders)?

De docent speelt in op wat hij ziet aan jou werk. De techniek moet je zelf gaan zoeken. Je wordt niet geforceerd om bijvoorbeeld olieverfschilderijen te maken. Dat vind ik wel een fijne benadering.

Doet de docent voor hoe bepaalde technieken gebruikt kunnen worden?

Sommigen doen dat wel. Niet vaak. Het is heel mooi om te zien hoe ze dat dan doen. Maar het hoeft niet vind ik. Je zou mensen maar het gevoel geven van: zo moet het. De bedoeling is dat je het zelf gaat uitzoeken. De techniek moet je gaan ‘achtervolgen’ om erachter te komen hoe iets werkt of hoe het gemaakt is.

Hoe doe je dat dan, dat vinden van die technieken?

Via internet, of in een museum, beeldonderzoek doen. Het is onderdeel van het proces. Bij mij gaat het voornamelijk om hout en fotografie. Ik maak veel gebruik van Google. Op het internet is zelfs een website die van alles vertelt over analoge fotografie, jeweetwel echt van die gekke dingen die thuishoren bij d etijd dat mensen nog in een doka werkte. Je kan er alles te weten komen; van plaatsen waar je heen moet gaan tot de reacties van bepaalde chemicalieën zeg maar. Die website heet www.lomography.com

Page 2: Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen doka maar dat zou wel leuk zijn. De foto’s die ik maak gebruik

Via een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen doka maar dat zou wel leuk zijn. De foto’s die ik maak gebruik ik weer voor een handmatig proces tot beeldvervaardiging. Verder is er een interessant ding…het is opgericht door mijn vriendin. Het is een clubje studenten die eens in de zoveel tijd bij elkaar zit en praat over een kunst-thema. Kan van alles zijn. De opkomst wisselt per sessie maar soms zitten we wel met veertien man bij elkaar. In mijn kamer! Da’s veel!We praten dan over een gedicht of over iets anders. We noemen het “How about Art”. De groep kent veertig leden.

Deel je die kennis ook klassikaal, in een les waarin er eventueel gekeken wordt naar elkaars werk?

Het gebeurt niet echt in de groep op school, het moet automatisch gebeuren. Praten met elkaar over werk. Er zijn wel reflectie momenten geweest in het jaar. Het hangt ook sterk af van de docent.

Is de uitvoering van het beeldende werk en de daarin meegenomen technische kennis en kennis van materialen een bijzaak of een hoofdzaak?

Ik moet het materiaal voelen. Ik ervaar het in het moment. Het is een momentopname. Misschien is het na een week weer anders…Het idee is dan leidend maar materiaal is niet leideind. Het materiaal is het idee. Wat ik maak is materiekunst! (lacht)

Denk je dat je door oefening in materiaal vaardiger wordt?

Ja, ik denk van wel. Maar ik werk niet naar een specifiek einddoel. Het maakproces staat bij mij centraal. Terwijl ik bezig ben ontstaat er een beeld waarvan ik zeg: hee! Dat is interessant! Dus het werken, het vormen, is eigenlijk het belangrijkste deel. Vaardig worden impliceert een vooropgezet einddoel maar dat hoeft niet. De weg er naar toe levert al een hele hoop dingen op.

Ik vin het niet erg als iets niet lukt. Technische onkunde is eventueel de charme van een bepaald resultaat. Ik wil de controle graag uit handen geven, van minder techniek naar meer …’zien wat er van komt…” Er is bij mij sprak van fascinatie voor het onverwachte, het zelf onderzoeken , de verwondering.

Robin geeft hiermee een fenomenologische verklaring, geen pragmatische, hij is niet ambachtelijk of gesteld op een praktische of nuttige meetbaarheid. Hij zoekt en vindt de dialoog tussen O en S.

Is een werkplaats-assistent een soort docent?

E zijn wat mij betreft net zo bevoegd als de docenten in de klas. Vind ik net zo belangrijk en hebben ook evenveel mijn bewondering.

Is het belangrijk dat jij als toekomstig docent ook een ‘maker van beeldend werk ’ bent?

Ja. Is héél belangrijk. Werk van jezelf laten zien, maar niet voor doen. Dat hoeft niet . Je moet het zelf gaan zoeken, zelf gaan achtervolgen.

Hoe denk jij dat een beeldend werk tot stand komt. Is er eerst een idee en dan de uitvoering ?

Loopt tegelijk, weet ik niet. Eerst is er wat en dan wordt het iets anders…Het ontstaat.

Page 3: Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen doka maar dat zou wel leuk zijn. De foto’s die ik maak gebruik

Is technische kennis vormend in de manier waarop ideeën ontstaan?

Ja, door technieken vergroot je je vocabulaire met meer technieken, er vindt een grotere koppeling plaats, een soort ketting. Die ketting vergroot het vocabulaire.

Is het dan niet nuttig om , laten we zeggen, 100 technieken achter elkaar aangeleerd te krijgen?

Ja, is wel nuttig maar het beeld, het maken van een beeld wordt er niet beter op…

Denk je dat een fotograaf evenveel kijk op beeldende vorming heeft als een schilder die met olieverf figuratieve werken maakt?

Ehm…ja. Hij zoekt naar de essentie, vlakverdeling, compositie,…Hij brengt de essentie over. Daar gaat het om. Het doet er niet zo toe wat daar verder gebeurt. Er zijn verschillende disciplines; schilderen, tekenen, fotografie…het zijn technieken die tot doel hebben het beeld te vormen. Daarboven hangt het algemene begrip ‘beeldend vormen’…Daarin zijn die disciplines opgenomen.

Maar.. het materiële is wel heel belangrijk. Kijk, het nadeel van fotografie en computers is dat het materiële ontbreekt. Het beeld moet wat mij betreft, gekneed worden. De fotograaf stopt het weg in een doosje. Het is allemaal hetzelfde. Een foto is maar een omhulsel van het beeld. Ieder schilderij is juist steeds weer anders, de expressie varieert heel sterk.

Is het werk uit de negentiende eeuw nog belangrijk om in het voortgezet onderwijs te bespreken?Ja. Niet afschaffen dus! Tekenen en schilderen is heel belangrijk, het is een subjectieve waarheid, de ervaring met het materiaal is echt heel belangrijk.

Werk je liever thuis of op de academie aan praktijkvakken?

Ik werk altijd op de academie of in de Rozenstraat. Daar zijn meer mensen, daar is meer context. Het heeft ook met de ruimte te maken. Thuis heb ik minder plaats. Is toch anders…In de Rozenstraat kan ik de boel ook laten staan terwijl ik thuis alles moet opruimen en zo.

Denk je dat je door workshops voldoende inzicht krijgt in praktische technieken?

De workshops, ja. Ik vond ze heel prettig. Je kon er kennis maken met technieken. Dat deden ze voor. Mensen kunnen ermee vooruit, ik denk wel dat ze voldoende technische kennis krijgen aangeboden. Waar het om gaat is dat, wanneer je meer wilt weten, je die kennis moet gaan werven. De workshops zijn een kennismakingsmoment.

Zou je meer willen weten over materialen als olieverf en aquarelverf?

Er zijn zat materialen die ik wil leren kennen en waarover ik meer wil weten, zeker, zeker! Wat ik doe om ze te begrijpen of te leren vind vaak buiten de academie plaats. In een museum, via internet, cursussen maar toch ook wel door bepaalde input van docenten.

Of ik iets weet van computer technieken? Nee, niet zoveel. Ik ken Photoshop, ik kan filmpjes maken in Premiere, Wordpress ken ik ook, het is onderdeel van onze manier van online presenteren. Zelf gebruik ik het niet echt. Ik heb een eigen website gemaakt.

En jij vindt dat je geen verstand van computertechnieken hebt?

Page 4: Web viewVia een online community leer ik veel over technieken m.b.t. fotografie. Ik heb zelf geen doka maar dat zou wel leuk zijn. De foto’s die ik maak gebruik

Nou, niet echt heel diepgaand als dat is wat je bedoelt… Ik heb geen HTML geleerd maar wel hoe je een website maakt in Dreamweaver. Met een beetje hulp van Fokke heb ik toen mijn eigen website in elkaar gezet. Ja, dat HTML ken ik niet maar soms herken ik wel een beetje codetaal in Dreamweaver. Fokke weet er heel veel van, die heeft mij echt geholpen met Dreamweaver. Als ik er niet mee vooruit weet te komen ga ik het hem gewoon vragen. Gaat hartstikke goed!

Kijken andere studenten en docenten naar jouw website? Ja, zeker. Ik krijg ook feedback. Da’s echt heel leuk en nuttig.

Wat doe je als een docent geen helpend antwoord heeft op een vraag over techniek of materiaal?

Ja, wat ik al zei, dan ga ik naar andere informatiebronnen. Ik kan het vragen aan iemand van Artcode 4, medestudenten…Of op internet. Beetje Googelen…Maar ik ken ook mensen op de technische universiteit in Eindhoven, daar kan ik ook e.e.a. aan vragen. Die weten heel veel over computers en over websites.