SportonderzoekOnderzoeksopzet

Tim Wiefferink & Masapait SaijaKlas 2M

OnderzoeksopzetSportonderzoek

H. van Slochteren03-10-2014

Hanzehogeschool GroningenSport, Gezondheid en Management

Inhoudsopgave

1. Inleiding...................................................................................................................3

2. Aanleiding................................................................................................................4

2.1. Problematiek..........................................................................................................................4

2.2. Maatschappelijke relevantie..................................................................................................4

2.3. Praktijkrelevantie....................................................................................................................4

3. Theoretisch kader.....................................................................................................5

3.1. Beschrijving huidige stand van zaken.....................................................................................5

3.2. Deelvraag 1.............................................................................................................................6

3.3. Deelvraag 2.............................................................................................................................6

3.4. Deelvraag 3.............................................................................................................................7

3.5. Deelvraag 4.............................................................................................................................7

3.6. Operationaliseren van begrippen...........................................................................................8

4. Doelstelling en vraagstellingen.................................................................................9

4.1 Doel van het onderzoek..........................................................................................................9

4.2 De vraagstellingen..................................................................................................................9

4.2.1 Hoofdvraag.....................................................................................................................9

4.2.2 Deelvragen......................................................................................................................9

5. Onderzoeksmethode..............................................................................................10

5.1 Onderzoekspopulatie...........................................................................................................10

5.2 Onderzoeksdesign................................................................................................................10

5.3 Meetinstrumenten...............................................................................................................10

5.4 Kwaliteit meetinstrumenten.................................................................................................11

5.5 Dataverzameling...................................................................................................................12

5.7 Data-analyse.........................................................................................................................13

6. Bibliografie 14

Bijlagen 15

Bijlage 1 Enquête leden...............................................................................................................15

2Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

1. Inleiding

Iedere week zijn er veel sportactiviteiten in Nederland. Helaas vinden bij deze sportactiviteiten ook blessures plaats. Dit is ook het geval bij VV Gorecht. Om het aantal blessures te verminderen, zal de blessurepreventie ingevoerd worden. Het doel van deze blessurepreventie is om het aantal blessures te verminderen. In dit onderzoeksvoorstel zal deze preventie centraal staan. Hoe wordt zo'n blessurepreventie ingevoerd? Waar moet rekening mee worden gehouden? Wat wordt op dit moment al gedaan om blessures te voorkomen?

De hoofdvraag die in dit onderzoeksvoorstel centraal staat is: "Hoe kan blessurepreventie geoptimaliseerd worden binnen de jeugd van VV Gorecht?"

In hoofdstuk 2 wordt de aanleiding besproken. Wat is het probleem en waarom moet dit probleem worden aangepakt? Hoofdstuk 3 staat in het teken van het theoretische kader. De doelstelling en de vraagstellingen worden in hoofdstuk 4 beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de onderzoeksmethode besproken. De literatuurlijst staat in hoofdstuk 6.

3Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

2. Aanleiding

2.1. ProblematiekHet onderzoek wordt uitgevoerd bij vv Gorecht. Bij deze voetbalvereniging is er geen duidelijk plan wat betreft de blessurepreventie. Het onderzoek dat uitgevoerd gaat worden is specifiek gericht op de blessurepreventie bij de jeugd van vv Gorecht. Er wordt nog weinig tot geen aandacht aan besteed wat betreft de blessurepreventie bij vv Gorecht.

2.2. Maatschappelijke relevantie

De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van sportblessures in Nederland worden geschat op € 1,3 miljard, waarvan € 460 miljoen aan directe medische kosten. (RIVM, 2014)Het maatschappelijke belang van dit onderzoek is ervoor te zorgen dat door middel van blessurepreventie de blessures verminderen. Hierdoor verlagen de ziektekosten, zoals fysiotherapie, dokterskosten en overige specialisten. Daarnaast is het beter voor de gezondheid als mensen kunnen blijven sporten zonder beperkingen aan het lichaam. Ook is overgewicht/obesitas hierin een belangrijk issue wat betreft de jeugd. Overgewicht bij jeugd neemt steeds meer toe en daarom is het erg belangrijk dat de jeugd zoveel mogelijk kan blijven bewegen.

2.3. Praktijkrelevantie

Het specifieke belang van dit onderzoek is dat het bestuur van vv Gorecht een plan op gaat zetten over de blessurepreventie voor haar leden. Dit is voor in de praktijk relevant, omdat vv Gorecht als vereniging streeft naar veel spelplezier en op een zo hoog mogelijk niveau wil blijven acteren. Om aan deze praktijkvoorbeelden te voldoen moeten er zo min mogelijk blessures voorkomen, zodat de sporters sowieso kunnen blijven voetballen en er plezier in houden. Daarnaast is het belangrijk dat het team zoveel mogelijk blessurevrij blijft, zodat zij bij elkaar blijven en het team op hoog niveau kan blijven acteren. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat dit niet ten koste gaat van het teamniveau, omdat er blessures aanwezig zijn.

4Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

3. Theoretisch kader

In het theoretisch kader wordt de huidige stand van zaken op basis van literatuur beschreven. Ook wordt er kritisch gekeken naar de huidige informatie over blessurepreventie en worden de begrippen verduidelijkt en vertaald moeten worden naar meetbare definities.

3.1. Beschrijving huidige stand van zaken

Op basis van de gevonden literatuur is er over blessurepreventie al heel veel informatie te vinden.Er zijn al van allerlei (wetenschappelijke) onderzoeken uitgevoerd en zijn er al veel resultaten uitgekomen. Binnen het voetbal zijn er verschillende blessurepreventieprogramma’s van onder andere de KNVB en de FIFA. Het blessurepreventieprogramma van de FIFA heet ‘The FIFA 11+’, dit programma is ontwikkeld door FIFA’s medisch onderzoekscentrum in samenwerking met een groep internationale experts (The 11 prevention programme). Ook vanuit de KNVB is er al veel onderzoek gedaan op het gebied van blessurepreventie en hier is een uitgebreid rapport over geschreven. (KNVB, 2014)

De aanpak van blessures verschilt per voetbalclub en voetbalniveau, denk hierbij aan het verschil tussen prof –en amateurclubs. Het voornaamste verschil tussen een prof –en amateurclub is de beschikbaarheid over financiële middelen en de aanwezigheid van een medische staf bij voetbalclubs. Bij profclubs wordt er genoeg aandacht aan medische zorg en begeleiding van de spelers. Echter is dit bij amateurclubs anders, omdat zij minder financiële middelen hebben en de medische staf hun werk (meestal) naast hun vaste baan als bijvoorbeeld fysiotherapeut. (Gezondheid, 2014)

Daarnaast zijn er verschillende onderzoeken gedaan door fysiotherapeuten en professoren op het gebied van blessurepreventie en de verschillende trainingsprogramma's die gebruikt kunnen worden om blessures te voorkomen. In de verschillende onderzoeken waaruit blessurepreventieprogramma’s worden opgesteld, heeft het een positief effect en heeft het bijgedragen aan het verlagen van het aantal blessures (Jeppe Bo Lauersen, 2014).

Bij VV Gorecht is het blessurebeleid als volgt geregeld. Een inloopspreekuur bij sportfysiotherapeut en manueel therapeut Edwin Keijzer. Dit is iedere woensdagavond van 18:00-19:00 in de EHBO/verzorgingsruimte in het kleedkamergebouw van VV Gorecht. Het inloopspreekuur is voor alle leden, zij kunnen hier terecht met blessures, vragen over blessures en blessurepreventie gerelateerd aan het voetballen (Organisatie EHBO). Ook bij VV Mifano een voetbalclub uit Mierlo zijn ze bezig met een soortgelijk blessurebeleid (Algemeen, Nieuws, 2014)

De afgelopen drie jaar zijn de blessures bij sportende mensen weer licht gestegen en dit is natuurlijk zorgelijk.(Sportknowhow, 2012). In de doelgroep van de 10 tot 14 jarigen komen sportblessures het meeste voor. De meeste voorkomende blessures bij voetballers zijn de enkel, knie en het bovenbeen. (VeiligheidNL, 2012).

5Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

3.2. Deelvraag 1

Hoe is het huidige blessurebeleid van VV Gorecht?

Zoals al in hoofdstuk 3.1 Beschrijving huidige stand van zaken is er bij VV Gorecht een inloopspreekuur bij sportfysiotherapeut en manueel therapeut Edwin Keijzer. Dit is iedere woensdagavond van 18:00-19:00 in de EHBO/verzorgingsruimte in het kleedkamergebouw van VV Gorecht. Het inloopspreekuur is voor alle leden, zij kunnen hier terecht met blessures, vragen over blessures en blessurepreventie gerelateerd aan het voetballen.

Naast het inloopspreekuur gaat Edwin Keijzer samen met Pieter Leka ook bijeenkomsten voor trainers/leiders verzorgen over Blessure-herkenning en Informatie over tapen.

Naast Pieter en Edwin is ook Astrid van der Steeg een belangrijke persoon binnen ons medische team. Astrid geeft bij Gorecht reanimatie- en AED-basis- en herhalingscursussen zodat er voldoende mensen zijn om in noodgevallen deskundig te kunnen handelen. Tevens is zij verantwoordelijk voor de ongevallenregistratie en EHB(S)O-dozen. (Organisatie EHBO)

3.3. Deelvraag 2

Welke kennis hebben de trainers van VV Gorecht op het gebied van blessurepreventie?

De aanpak van blessures verschilt per voetbalclub en voetbalniveau, denk hierbij aan het verschil tussen prof –en amateurclubs. De voornaamste verschil tussen een prof –en amateurclub zijn de beschikbaarheid over financiële middelen en de aanwezigheid van een medische staf bij voetbalclubs. Bij profclubs wordt er genoeg aandacht aan medische zorg en begeleiding van de spelers. Echter is dit bij amateurclubs anders, omdat zij minder financiële middelen hebben en de medische staf hun werk (meestal) naast hun vaste baan als bijvoorbeeld fysiotherapeut. (Gezondheid, 2014)

‘’Nu verklaart bijvoorbeeld de fysiotherapeut een geblesseerde speler fit voor volledige groepstraining en beschouwt de trainer/coach de speler vervolgens wedstrijdfit. Uit het rapport blijkt echter dat het risico op blessures bij wedstrijden veel hoger is dan bij trainingen; dat scheelt wel een factor zes. Trainers en coaches zouden dan ook geschoold moeten worden in blessurepreventie.” (Nieuws, 2008)

Dit is een uitspraak over trainers en coaches binnen het betaald voetbal, deze worden ondersteund door (medische) professionals.

3.4. Deelvraag 3

6Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

Op welke manier wordt er tijdens trainingen bij VV Gorecht rekening gehouden met de trainingsintensiteit en de belasting van het lichaam om blessures te voorkomen?

Voetbal omvat vaardigheden zoals tactiek, techniek en mentaliteit/psyche. Daarnaast speelt het fysiek van een voetballer een belangrijke rol. Het fundament van een sportprestatie is een gedegen trainingsopbouw. Kortom, het systematisch toekennen van trainingsprikkels. Voor een trainer is het belangrijk om te weten wanneer en met welke intensiteit een trainingsprikkel mag worden toegediend. Binnen de trainingsleer wordt dit ook wel periodisering genoemd. Het bevordert niet louter de sportprestaties, het voorkomt ook nog eens dat een voetballer geblesseerd of overtraind raakt. (voetbaltraining periodisering)

Het grootste aantal trainers van vv Gorecht heeft een trainersdiploma (minimaal KNVB TC 3 of hoger). Tijdens de cursus krijgen de trainers weinig tot geen leerstof over periodisering en trainingsintensiteit tijdens deze cursus. De trainers die beschikken over een KNVB trainersdiploma, hebben over het algemeen dus een geringe kennis van trainingsintensiteit en belasting van het lichaam. (Bos, 2014)

3.5. Deelvraag 4

Hoe wordt er rekening gehouden met de verschillende leeftijdsgroepen op het gebied van blessurepreventie?

Om blessures te voorkomen zijn krachttraining en stabiliteitsoefeningen nodig. Veel mensen denken dat krachttraining of fitness niet geschikt is voor kinderen (zes tot twaalf jaar) en jongeren (twaalf tot twintig jaar). Dit is echter niet per definitie waar, net als bij andere takken van sport kan onverantwoorde begeleiding leiden tot blessures.

Het is belangrijk om gedoseerde drukbelastingen aan te brengen op het skelet in de jeugd. Daarmee wordt een gezonde groei en ontwikkeling van het skelet gestimuleerd. Uit diverse bronnen blijkt dat een herhaalde verhoogde belastingdruk op het skelet tijdens de groei de botdichtheid vergroot. De takken van sport waarvoor dit in het bijzonder geldt, zijn gymnastiek/turnen en fitness/gewichtheffen. Dit is een uniek positief gezondheidseffect.

Per leeftijdsgroep zes tot twaalf en twaalf tot twintig jaar zijn diverse aanbevelingen over hoe je het beste deze doelgroep kan trainen zonder overbelasting te veroorzaken. (Vakbladkrachttraining)

Bij jeugdspelers dient te worden aangetekend dat de intensiteit van de trainingen niet te hoog mag liggen. Dit komt de ontwikkeling van het kind niet ten goede. Een nieuwe trainingsprikkel kun je al aanbieden door kleinere partijen te maken of bijvoorbeeld het speelveld te vergroten. De intensiteit en de timing van een trainingsprikkel is binnen voetbaltraining essentieel. (voetbaltraining periodisering)

3.6. Operationaliseren van begrippen

In het theoretisch kader van dit onderzoek zijn een aantal begrippen geoperationaliseerd moeten worden. Dit betekent dat de begrippen verduidelijkt en vertaald moeten worden naar meetbare

7Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

definities. Hieronder volgt een lijst met geoperationaliseerde begrippen die voorkomen in het theoretische kader van dit onderzoek.

Blessurepreventie: het nemen van maatregelen met als doel het voorkomen van blessures (zie voor verdere beschrijving hoofdstuk 3.3 en 3.5).Blessurepreventiebeleid: Een beleid die wordt gemaakt door het bestuur om blessures te voorkomen. (zie voor verdere beschrijving hoofdstuk 3.1 en 3.2).

Blessurepreventieprogramma: dit is een programma waarin verschillende methoden zijn verwerkt om blessures te voorkomen. (zie voor verdere beschrijving hoofdstuk 3.1)

Leeftijdsgroepen: de voetbaljeugd is verdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. De KNVB heeft de verschillende leeftijdsgroepen onderverdeeld in teams met de letters A t/m F. Elke letter is gekoppeld aan een leeftijd, dit zijn de volgende: 7-8 jaar F-pupillen, 9-10 jaar E-pupillen, 11-12 jaar D-pupillen, 13-14 jaar C-pupillen, 15-16 jaar B-junioren en 17-18 A-junioren. (zie voor verdere beschrijving hoofdstuk 3.5)

Trainingsintensiteit: Dit is de mate waarop je hartslagfrequentie toeneemt, hoe hoger de hartslag hoe hoger de trainingsintensiteit. (zie voor verdere beschrijving hoofdstuk 3.4)

8Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

4. Doelstelling en vraagstellingen

4.1 Doel van het onderzoek

Het doel is om door middel van het invoeren van blessurepreventieprogramma's het blessurepreventiebeleid bij VV Gorecht te optimaliseren. Om te meten of de blessurepreventieprogramma's helpen wordt er vanaf januari 2015 t/m januari 2016 een blessureregistratie bijgehouden waarin wordt geregistreerd hoeveel blessures er ontstaan. Het doel hiervan is om te achterhalen of door het blessurepreventieprogramma minder blessures ontstaan.

4.2 De vraagstellingen

4.2.1 HoofdvraagHoe kan blessurepreventie geoptimaliseerd worden binnen de jeugd van VV Gorecht?

4.2.2 Deelvragen

Deelvraag 1

Hoe is het huidige blessurebeleid van VV Gorecht?

Deelvraag 2

Welke kennis hebben de trainers van VV Gorecht op het gebied van blessurepreventie?

Deelvraag 3

Op welke manier wordt er tijdens trainingen bij VV Gorecht rekening gehouden met de trainingsintensiteit en de belasting van het lichaam om blessures te voorkomen?

Deelvraag 4Hoe wordt er rekening gehouden met de verschillende leeftijdsgroepen op het gebied van blessurepreventie?

9Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

5. Onderzoeksmethode

5.1 OnderzoekspopulatieDe populatie die zal deelnemen aan het onderzoek zal bestaan uit de medische staf, die bestaat uit een fysiotherapeut, een verzorger en een EHBO-instructeur. Daarnaast zullen ook voetballers en trainers van VV Gorecht uit de verschillende teams deelnemen aan het onderzoek. Er zijn verschillende leeftijdscategorieën die deelnemen aan het onderzoek. Er zal een enquête worden uitgezet aan het medische team, de trainers van de desbetreffende teams en de leden van VV Gorecht. Totaal zullen er 100 enquêtes worden uitgezet en daarvan wordt verwacht 75% respons te krijgen. Ook zal er worden gekeken naar de verschillende leeftijdscategorieën en hier zal ook onderscheid in gemaakt worden. Er is gekozen voor deze populatie, omdat zij het dichtst betrokken zijn bij blessurepreventie. De medische staf is constant bezig met blessures en hebben veel expertise op dit gebied. Daarnaast zijn de trainers verantwoordelijk voor de type trainingen en de intensiteit daarvan. En als laatste zijn de spelers van de verschillende teams belangrijk in dit onderzoek, omdat blessures bij deze personen voorkomen. De uitkomsten van het onderzoek zullen geheel anoniem blijven en worden alleen gebruikt voor dit onderzoek.

5.2 OnderzoeksdesignHet onderzoeksdesign bestaat uit kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Bij de kwalitatieve onderzoeksmethoden zal er dieper worden ingegaan op de informatie en zullen er specifiekere antwoorden uitkomen. Bij de kwantitatieve onderzoeksmethoden gaat het erom dat er veel informatie tegelijkertijd gewonnen wordt bij veel respondenten.

5.3 MeetinstrumentenDe meetinstrumenten die in dit onderzoek gebuikt worden zijn enquêtes en diepte-interviews.Er is voor de enquête gekozen, omdat het duidelijke meningen en ideeën van de betrokken weergeeft. De enquêtes worden online uitgezet aan de gehele medische staf, de trainers en de leden van VV Gorecht. Uiteindelijk kan er uit de enquête een goed beeld ontstaan van het eventuele probleem en de oplossing. De vragen uit de enquête bestaan voornamelijk uit gesloten vragen, zodat het sneller en makkelijker te verwerken is. Mocht het antwoordkeuzemogelijkheid die de respondent aan wil kruisen niet aanwezig zijn, dan kan de respondent via de 'anders, namelijk:' keuzemogelijkheid zijn of haar opvatting geven. De enquête is terug te vinden in de bijlagen. Daarnaast zal er gebruik gemaakt worden van diepte-interviews. Deze diepte-interviews worden gehouden om meer diepte te krijgen van het bepaalde onderwerp. Uit deze interviews kan er specifiekere informatie komen, omdat de onderzoeker door kan vragen en zo alles over het onderwerp kan komen te weten. Er is voor dit meetinstrument gekozen, omdat er bij de enquête niet achter redenen en oorzaken gekomen kan worden. Via een diepte-interview kan dit wel.De vragen die gesteld worden moeten de lading van het onderzoek dekken. Er zullen dus vragen gesteld kunnen worden, zoals: "Op welke manier wordt er op dit moment rekening gehouden met het voorkomen van blessures?" Deze vraag is een vraag die gesteld wordt tijdens het diepte-interview. In de enquête kan er een soortgelijke vraag gesteld worden, alleen het is van belang dat deze vraag wel gesloten gesteld wordt waarbij de respondent de keuze heeft uit een aantal antwoordmogelijkheden.

10Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

11Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

5.4 Kwaliteit meetinstrumentenHierboven is uitgelegd welke meetinstrumenten gebruikt zullen worden in het onderzoek, namelijk de enquête en het diepte-interview. In deze paragraaf wordt op welke manier de kwaliteit van deze twee meetinstrumenten hoog blijft aan de hand van meetbetrouwbaarheid en meetvaliditeit. Als eerste zullen deze twee begrippen uitgelegd worden. Vervolgens zal de meetbetrouwbaarheid en de meetvaliditeit voor het diepte-interview uitgelegd worden. Daarna zullen de meetbetrouwbaarheid en de meetvaliditeit voor de enquête worden uitgelegd.

Diepte-interview

Meetbetrouwbaarheid: bij het diepte-interview moet rekening worden gehouden dat de respondent niet beïnvloed wordt. De interviewer mag geen invloed op de vraagstelling en de respondent uitoefenen. Want wanneer dit wel gebeurt, kan de respondent sociaal wenselijke antwoorden geven. En deze antwoorden zijn ten nadelen voor het onderzoek. Daarnaast mogen er geen vragen gesteld worden waardoor de respondent in verlegenheid gebracht kan worden. De kans bestaat dan namelijk dat de respondent geen eerlijk of helemaal geen antwoord geeft. Om de meetbetrouwbaarheid zo hoog mogelijk te houden, moet de onderzoeker ervoor zorgen dat de vragen die gesteld worden, zo duidelijk mogelijk zijn. De respondent moet namelijk meteen weten wat er bedoeld wordt met de vragen. Wanneer de vraag te moeilijk, verkeerd geformuleerd of niet duidelijk is of dat er moeilijk begrijpbare begrippen in de vraag zitten, zal de respondent zijn of haar antwoord gokken. Het gevolg hiervan is dat de respondent niet het antwoord geeft die hij of zij zou geven wanneer de vraag goed gesteld zou zijn.

Meetvaliditeit: het doel van een diepte-interview is om achter dieperliggende antwoorden en redenen te komen. De validiteit uit zich in de gegeven antwoorden van de respondenten. Zijn de antwoorden realistisch? Zijn de antwoorden wel gemeend? Natuurlijk kan niet voor de volle 100% vastgesteld worden of de gegeven antwoorden meetvalide zijn. Wel zal bij het afnemen van de diepte-interviews doorgevraagd worden wanneer de onderzoeker het gevoel heeft dat er nog meer informatie te winnen is. Op deze manier wordt geprobeerd het onderzoek zo valide mogelijk te houden.

Enquête

Meetbetrouwbaarheid: om de meetbetrouwbaarheid zo hoog mogelijk te houden, moet de onderzoeker ervoor zorgen, net zoals in het diepte-interview, dat de vragen die gesteld worden, zo duidelijk mogelijk zijn. De respondent moet namelijk meteen weten wat er bedoeld wordt met de vragen. Wanneer de vraag te moeilijk, verkeerd geformuleerd of niet duidelijk is of dat er moeilijk begrijpbare begrippen in de vraag zitten, zal de respondent zijn of haar antwoord gokken. Het gevolg hiervan is dat de respondent niet het antwoord geeft die hij of zij zou geven wanneer de vraag goed gesteld zou zijn.

12Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

Meetvaliditeit: het doel van de enquête is om achter zoveel mogelijk antwoorden van de respondenten te komen. De enquêtes worden uitgedeeld aan 100 respondenten. Om ervoor te zorgen dat de enquête valide is voor het onderzoek, moeten de conclusies die getrokken worden vanuit de enquête gelden voor de gehele onderzoeksgroep. Er moet bijvoorbeeld niet vanuit één enquête conclusies getrokken worden. De 100 enquêtes moeten eerst met elkaar vergeleken worden waarna er algehele conclusies getrokken kunnen worden. Op deze manier wordt er gezorgd dat het meetinstrument valide is voor het onderzoek.

5.5 DataverzamelingDe eerste stap in het dataverzamelingsproces is het opstellen van de enquêtes en de diepte-interviews. Wanneer de enquêtes en de diepte-interviews opgesteld zijn, zullen de enquêtes door 100 respondenten worden ingevuld. Zij krijgen een e-mail met daarin de link naar de enquête, zodat zij op hun gemak de enquête in hun eigen tijd kunnen invullen. De diepte-interviews worden daarentegen opgenomen op de vereniging. Gemiddeld duurt het afnemen van een diepte-interview een uur.

5.6 Variabelen en meetniveauDe hoofdvraag die centraal staat in dit onderzoeksopzet is "hoe kan blessurepreventie geoptimaliseerd worden binnen de jeugd van VV Gorecht?" Het doel van deze onderzoeksvraag is om antwoorden te krijgen op welke manier de blessurepreventie ingezet kan worden, zodat het aantal blessures daalt.

Onafhankelijke variabele: blessurepreventieAfhankelijke variabele: daling blessures

MeetniveauDe hoofd- en deelvragen worden beantwoord via het nominale meetniveau. De gegeven antwoorden op deze vragen bevatten geen volgorde en rangschikking. Ook worden er geen gemiddelden, percentages en een absoluut nulpunt geformuleerd. De antwoorden bevatten daarentegen wel verschillende categorieën en labels, zoals welke kennis hebben de trainers, waardoor gesteld kan worden dat het een nominaal meetniveau is.

13Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

5.7 Data-analyseWanneer de respondenten de enquêtes hebben ingevuld, krijgen de onderzoekers hier een bevestiging van. De gegeven antwoorden worden direct in SPSS verwerkt, waarna de onderzoekers hier verbanden en conclusies uit kunnen trekken. Via het SPSS-programma worden er tabellen en grafieken gemaakt die de onderzoekers gebruiken voor het onderzoek. De diepte-interviews moeten daarentegen eerst getranscribeerd worden, waarna er conclusies worden getrokken. Het transcriberen hiervan kost veel tijd maar hierdoor wordt het diepte-interview kwalitatief goed en zo volledig mogelijk uitgewerkt. Dit uitwerken wordt in een Excel programma gedaan, zodat er snel en overzichtelijk met de gegevens gewerkt kan worden.

14Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

6. Bibliografie(sd). Opgehaald van vakbladkrachttraining.org:

http://www.vakbladkrachttraining.org/uploads/4/8/2/9/4829089/krachttraining_13.pdf

(sd). Opgehaald van Vakbladkrachttraining: http://www.vakbladkrachttraining.org/uploads/4/8/2/9/4829089/krachttraining_13.pdf

(2011). Opgehaald van VeilheidNL.

(2012). Opgehaald van Sportknowhow.

(2012). Opgehaald van VeiligheidNL.

(2014). Opgehaald van KNVB.

(2014). Opgehaald van RIVM.

Algemeen, Nieuws. (2014, Maart 9). Opgehaald van Mifano: http://www.mifano.nl/index.php/algemeen-topmenu-78/nieuws-topmenu-111/2301-informatieavond-blessurepreventie

Blessurepreventie KNVB. (sd). Opgehaald van Sportmedischcentrum KNVB, smcknvb: http://www.smcknvb.nl/sites/default/files/content/pdf/Blessure_Prev_A4_Lesterhuis.pdf

Bos, J. (2014, 11). trainingsintensiteit. (M. Saija, Interviewer)

Clubinformatie. (sd). Opgehaald van VV Gorecht: http://www.vvgorecht.nl/index.php/clubinformatie/65-over-ons

Gezondheid. (2014, 8 15). Opgehaald van Sport en strategie: http://www.sportenstrategie.nl/2014/gezondheid/blessures/sportbonden-moeten-proactiever-zijn-in-blessurepreventie/

Gezondheid. (2014, augustus 15). Opgehaald van Sport & strategie: http://www.sportenstrategie.nl/2014/gezondheid/blessures/sportbonden-moeten-proactiever-zijn-in-blessurepreventie/

Jeppe Bo Lauersen, D. M. (2014). The Effectiveness of Exercise Interventions to Prevent Sports Injuries. Opgehaald van Medscape: http://www.medscape.com/viewarticle/825094

Jonges, C. G. (2011). Onderzoeksmethoden voor sportstudies.

Nieuws. (2008, juni 10). Opgehaald van Sportknowhowxl: http://www.sportknowhowxl.nl/nieuws_2008/1908

Organisatie EHBO. (sd). Opgehaald van VV Gorecht: http://www.vvgorecht.nl/index.php/organisatie/23-ehbo

The 11 prevention programme. (sd). Opgehaald van Kort.com: http://www.kort.com/assets/documents/services/FIFA-the-11-Booklet.pdf

voetbaltraining periodisering. (sd). Opgehaald van Optimaalsporten: http://www.optimaalsporten.nl/training/voetbaltraining-periodisering.asp

15Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

16Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

Bijlagen

Bijlage 1 Enquête ledenHieronder is een enquête opgesteld voor de jeugdleden van VV Gorecht op het gebied van blessurepreventie. Deze enquête is opgesteld om een beter beeld te krijgen hoe er met blessurepreventie wordt omgegaan.

1. Wilt u aangeven in welk team u speelt bij VV Gorecht?o A o 1 o 2 0 3 o 4o B o 1 o 2 0 3 o 4o C o 1 o 2 0 3 o 4o D o 1 o 2 0 3 o 4o E o 1 o 2 0 3 o 4 o 5o F o 1 o 2 0 3 o 4 o 5 o 6 o Trainingsgroep

2. Heeft u wel eens last gehad van een blessure?o Jao Nee, dan hoeft u alleen vraag 3 nog te beantwoorden.

3. Bent u bekend met het medische team wat aanwezig bij VV Gorecht?o Jao Nee

4. Wat voor soort blessures heeft u gehad? (Meerde antwoordkeuzemogelijkheden)o Enkel o Schouder o Neko Knie o Elleboog o Rugo Heup o Pols o Anders, namelijk..............

5. Zijn/is deze blessure(s) voortgekomen door het voetballen bij VV Gorecht?o Jao Nee

6. Was de trainer/leider op de hoogte van uw blessure?o Jao Nee, waarom niet.............................

7. Bent u doorverwezen door uw trainer/leider of heeft u hierin zelf initiatief genomen?o Doorverwezen o Zelf initiatief

17Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek

8. Heeft u deze blessure aangegeven bij de medische staf?o Ja o Nee, waarom niet..........................

9. Is er genoeg zorg uitgegaan naar het behandelen/voorkomen van deze blessure?o Ja, wat is hieraan gedaan.............................o Nee, waarom niet.........................

10. Welke behandelingen/methoden zijn er toegepast om u blessure te behandelen/voorkomen?o Tapeno Oefeningeno Advies over schoeisel/kledingo Advies over de manier van traineno Advies over de intensiteito Anders, namelijk.............................

11. Heeft de behandeling effect gehad op de blessure?o Jao Nee, waarom niet..................

12. Is de klacht na de behandeling nog teruggekomen of heeft u er verder geen last meer van gehad?o Klacht is teruggekeerdo Geen last meer van gehad

13. Hoe tevreden bent u op schaal van 1 tot 10 over de begeleiding vanuit het medische team, waarbij 1 zeer slecht is en 10 uitmuntend?

o 1 o 2 o 3 o 4 o 5 o 6 o 7 o 8 o 9 o 10

18Tim Wiefferink & Masapait Saija 03-10-2014 Sportonderzoek