Escape roomU-Talent opdracht

Wiskunde

Onderbouw havo/vwo

InleidingEen escape room is een interactief spel waarbij een groepje mensen in een kamer wordt opgesloten. De deelnemers moeten door middel van het zoeken naar sleutels, codes en aanwijzingen, en door het oplossen van puzzels en raadsels de kamer binnen een bepaalde tijd proberen te verlaten. Veel escape rooms hebben een thema uit het horror-, detective- of misdaadgenre.

Jij gaat in deze module zelf met jouw U-Talent groepje een escape room bedenken en maken.

Het ontwerp van een escaperoom kun je helemaal op je eigen creatieve wijze invullen.

Opgave 1 – VerkenningOnderzoek hoe een escape room eruit ziet en wat voor een soort puzzels, raadsels en codes erin verwerkt kunnen zitten. Maak hierbij gebruik van filmpjes op youtube zoals:Escape Room #1 Enzo Knolhttps://www.youtube.com/watch?v=OCLJzz7XqGYEscape room #2 Zapper Soniahttps://www.youtube.com/watch?v=OCLJzz7XqGYenz. enz.

Opgave 2 – Ontwerp je verhaallijn In welke tijd en op welke plek vindt het verhaal plaats?

Op onze school is het misschien lastig om een echte afgesloten ruimte te vinden en in te richten. Probeer hier creatief mee om te gaan. Met wat eenvoudige attributen kun je een ruimte al een andere aanblik geven.

Wat wordt het doel van de missie die de spelers moeten volbrengen? Je kunt spelers de opdracht geven te ontsnappen uit een bepaalde ruimte, maar ook om een ‘bom’ onschadelijk te maken of een gestolen item op te sporen. Het hoeft dus niet persé een opsluiting te zijn. Het belangrijkste is, dat de spelers een serie van raadsels en puzzels nodig hebben om de gegeven missie tot een goed einde te brengen.

Voorbeeld: de spelers zijn met hun vliegtuig neergestort in het oerwoud. Zij hebben de crash overleefd, maar toen zij uit het wrak kropen, is één van hen gebeten door een giftige slang. Het enige serum dat redding kan brengen, zit in een afgesloten kistje met een cijferslot, maar waar is het kistje gebleven? En wat is de code? De spelers moeten het kistje zien te vinden en openen binnen een half uur, anders zal één speler het niet overleven. In dit voorbeeld heb je geen afgesloten ruimte nodig, maar wel wat voorwerpen die (een deel van) het wrak kunnen nabootsen.

Zorg dat je twee of drie verhaallijnen uitwerkt voordat je een definitieve keuze maakt.

Opgave 3 – Ontwerp de serie van gebeurtenissen en puzzelsBedenk wat er opgelost moet worden in welke volgorde. Wat hebben de spelers uiteindelijk nodig. Zorg dat er genoeg stappen inzitten, zodat zij niet binnen een paar minuten de oplossing hebben. Bouw ook de mogelijkheid in voor de spelers om hints te kunnen vragen als ze één stap niet zelf kunnen oplossen. Bedenk de raadsels en puzzels en zorg dat deze moeilijk zijn, maar niet té moeilijk, voor de eigen leeftijdsgroep. Gebruik logica, wiskunde, rekenen, letters, geschiedenis enz.Verwerk minstens 12 puzzels of raadsels in je escaperoom.

Let op: Deel je geheime puzzels met niemand!! (behalve met je expert, die heeft zwijgplicht)

Opgave 4 – Eindproduct1. Aan je expert geef je een schematische weergave van de escaperoom met alle

puzzels en hints erin vermeldt.2. Je laat de escaperoom uitvoeren door een ander U-Talent groepje van twee of drie

personen. Dit doe je tijdens het U-talent uur of een ander moment wat je met je begeleider afspreekt. De feedback van dit groepje wordt meegenomen bij de beoordeling.

BeoordelingLetterbeoordeling voor de U-talent opdracht ‘Escape Room’, volgens de JCU-methodiek

Letter Betekenis Beoordeling van U-Talentopdracht ‘Escape Room’

A+

Uitstijgend boven het beoogde U-Talent excellentie niveau

Er zijn twee of meer verhaallijnen uitgewerkt voor er een definitieve keuze werd gemaakt. De gekozen verhaallijn is spannend en gedetailleerd uitgewerkt.De gebruikte ruimte en attributen zijn goed passend bij het verhaal en tot in detail geloofwaardig ingericht.Er zijn meer dan 12 puzzels en raadsels verwerkt in de escape room. De puzzels en raadsels zijn divers en het niveau sluit goed aan op de doelgroep.De schematische weergave is helemaal correct en compleetEr is duidelijk meer moeite in gestoken dan verplicht.

A

Op het beoogde U-Talent excellentie niveau

Er zijn twee of meer verhaallijnen uitgewerkt voor er een definitieve keuze werd gemaakt. De gekozen verhaallijn is spannend en goed uitgewerkt.De gebruikte ruimte en attributen kloppen bij het verhaal en passen goed bij de verhaallijn.Er zijn minimaal 12 puzzels en raadsels verwerkt in de escape room. De puzzels en raadsels zijn divers en het niveau sluit goed aan op de doelgroep.De schematische weergave is goed en nagenoeg compleet

B

Onder het beoogde U-Talent excellentie niveau, maar boven regulier havo/vwo-niveau

Er zijn één of meer verhaallijnen uitgewerkt voor er een definitieve keuze werd gemaakt. De gekozen verhaallijn is duidelijk en voldoende uitgewerkt.De gebruikte ruimte en attributen passen voldoende bij de verhaallijn.Er zijn minimaal 12 puzzels en raadsels verwerkt in de escape room. De puzzels en raadsels zijn divers en het niveau sluit goed aan op de doelgroep. De schematische weergave is voldoende en redelijk compleet

C

Op regulier havo/vwo-niveau Er is één verhaallijn uitgewerkt. De verhaallijn is wel duidelijk, maar niet helemaal uitgewerkt. De gebruikte ruimte en attributen zijn wel bruikbaar voor het verhaal, maar er is onvoldoende aandacht aan besteed.De puzzels en raadsels zijn niet heel verschillend. Sommige zijn te makkelijk, te moeilijk of onduidelijk. Er zijn 10 tot 12 puzzels en raadsels verwerkt in de escape room. De schematische weergave is redelijk compleet.

D

Onder regulier havo/vwo-niveau

Er is één verhaallijn uitgewerkt. De uitwerking is niet zo goed.De gebruikte ruimte past niet zo goed bij het verhaal, veel attributen passen er niet bij of leiden af. Er zijn minder dan 12 puzzels en raadsels verwerkt in de escape room. De raadsels en puzzels lijken veel op elkaar.Het niveau sluit niet goed aan op de spelers; er zijn te veel onderdelen die te makkelijk, te moeilijk of onduidelijk zijn. De schematische weergave is niet compleet.

ProgressieProgressiekaart voor academische vaardigheden toegespitst op het vak Wiskunde, volgens de JCU-methodiek

Onderdelenkennis Vaardigheden Houding

Hoofdrubrieken

Onderzoek

- Je kent statistische middelen zoals verschillende soorten grafieken, tabellen etc.- Je kent verschillende soorten verbanden en formules

- Je kunt berekeningen uitvoeren / data verzamelen- Je kunt verschillende soorten verbanden / regelmaat herkennen en verwoorden- Je kunt conclusies trekken - Je kunt formules opstellen

- Je wilt dingen uitzoeken / oplossingen vinden- Je bent kritisch- Je deelt je bevindingen

Kennis verwerven / verwerken / toepassen

- Je kent verschillende manieren om een vraag of probleem te onderzoeken- Je kent stappenplan van Polya- Je weet verschillende hulpbronnen te vinden (bijvoorbeeld op internet) en je kunt inschatten of een hulpbron bruikbaar is

- Je kunt een vraag of probleem analytisch aanpakken, bijvoorbeeld door eerst een simpeler, verwant probleem te onderzoeken- Je kunt het stappenplan van Polya inzetten bij problemen oplossen- Je kunt relevante hulpbronnen vinden en inzetten

- Als aanpak A niet werkt, dan kun je overstappen op plan B- Je bent vastberaden om een probleem op te lossen, je zet door bij moeilijkheden- Je hebt een kritische houding tegenover de hulpbronnen die je vindt; je neemt niet alles zomaar voor waar aan

Communicatie

- Je bent bekend met relevante wiskundige notaties / taalgebruik- Je kent verschillende werkvormen en manieren van presenteren- Je bent bekend met verschillende ICT-hulpmiddelen zoals Powerpoint, Prezi, Kahoot, etc.

- Je kunt wiskundige notatie toepassen- Je kunt jouw kennis op een duidelijke manier overbrengen - Je kunt verschillende presentatietechnieken, werkvormen en ICT-middelen toepassen

- Je vindt het belangrijk om te formuleren in wiskundig correcte taal / notatie - Je probeert verschillende presentatietechnieken / nieuwe werkvormen / (ICT-)hulpmiddelen uit waar je nog niet bekend mee bent- Als je bepaalt op welke manier je iets uit wilt leggen, dan houd je rekening met wie je voor je hebt

Persoonlijke ontwikkeling

- Je weet waar jij goed in bent en waar jouw valkuilen / leerdoelen zitten- Je weet hoe je jezelf uit kunt dagen- Je hebt overzicht van je verantwoordelijkheden

- Je kunt (persoonlijke) leerdoelen voor jezelf formuleren- Je kunt uit je comfort-zone stappen- Je kunt je (school)werkzaamheden plannen- Je kunt op een constructieve manier overleggen met klasgenoten / begeleiders

- Je bent niet bang om nieuwe dingen uit te proberen / fouten te maken- Je staat open voor feedback- Je laat niet alleen progressie zien op leerdoelen binnen jouw comfort-zone, je laat ook zien dat je werkt aan de dingen die jij moeilijk vindt- Je hebt een nieuwsgierige / leergierige houding