Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word...

9
Samenvatting: Hardop Kijken Wat is kunstbeschouwing? door: Ad de Visser Hoe kunnen we naar kunst kijken? 2 methodes: Iconologie (onderdeel van kunstgeschiedenis); Gericht op de inhoudelijke betekenis. Afgeleid van het Griekse woord eikoon wat staat voor voorstelling of afbeelding. Deze methode vereist veel kennis van literatuur, filosofie, godsdienst, politiek, wetenschap, muziek, leefwijze, enzovoort. Morfologie (onderdeel van kunstbeschouwing); Gericht op de uiterlijke verschijningsvorm in de kunst. Afgeleid van het Griekse woord morfe wat staat voor vorm. Uiterlijke verschijningsvorm in de kunst: ruimte, compositie, licht, kleur, enzovoort. Een kunstwerk is een materieel object, een ding-op-zich met eigen fysieke kenmerken. Er is meer aandacht voor de iconologie dan voor de morfologie, dit komt doordat de kunstgeschiedenis meer als wetenschap wordt gezien. De afgelopen eeuw zijn kunstenaars op eigen initiatief meer gaan doen met vorm en kleur en minder tot niets met een inhoudelijke betekenis. De meest voor de handliggende manier van kijken naar een kunstwerken(: ze afzonderlijk zo goed mogelijk bestuderen) is toch niet bij iedereen vertrouwd door de dominantie van de kunstgeschiedenis. Belangrijke begrippen-paren:

Transcript of Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word...

Page 1: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

Samenvatting: Hardop Kijken Wat is kunstbeschouwing? door: Ad de Visser

Hoe kunnen we naar kunst kijken?

2 methodes: Iconologie (onderdeel van kunstgeschiedenis);

Gericht op de inhoudelijke betekenis.Afgeleid van het Griekse woord eikoon wat staat voor voorstelling of afbeelding. Deze methode vereist veel kennis van literatuur, filosofie, godsdienst, politiek, wetenschap, muziek, leefwijze, enzovoort.

Morfologie (onderdeel van kunstbeschouwing);Gericht op de uiterlijke verschijningsvorm in de kunst.Afgeleid van het Griekse woord morfe wat staat voor vorm. Uiterlijke verschijningsvorm in de kunst: ruimte, compositie, licht, kleur, enzovoort.

Een kunstwerk is een materieel object, een ding-op-zich met eigen fysieke kenmerken.

Er is meer aandacht voor de iconologie dan voor de morfologie, dit komt doordat de kunstgeschiedenis meer als wetenschap wordt gezien.

De afgelopen eeuw zijn kunstenaars op eigen initiatief meer gaan doen met vorm en kleur en minder tot niets met een inhoudelijke betekenis.

De meest voor de handliggende manier van kijken naar een kunstwerken(: ze afzonderlijk zo goed mogelijk bestuderen) is toch niet bij iedereen vertrouwd door de dominantie van de kunstgeschiedenis.

Belangrijke begrippen-paren:

De benadering vanuit tegenstellingen kan juist verhelderend werken, omdat contrasten tussen tweekunst werken juist specifieke en individuele kenmerken benadrukken.

Page 2: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

Tectonisch – atectonisch Heeft te maken met kadering en afmeting(het geheel). Shaped canvas: pleidooi voor de stelling dat vorm en inhoud één moeten zijn

Lineair – picturaalLinea=lijnWe gebruiken de aanduiding lineair wanneer begrenzingen helder, scherp, eenduidig en ‘uitgeknipt’ zijn. We spreken dan van een tekenachtig karakter.Pictura=schilderingOnder picturaal verstaan we contouren die min of meer in vage, wollige, weinig gefixeerde overgangen in kleur of licht-donker de verschillende vlakken markeren.Lineair: vast en scherp – picturaal: diffuus en zacht.

Plastisch – RuimtelijkPlasticiteit hangt samen met oppervlaktekwaliteit: het betreft de buitenkant of de huid van het kunstwerk(bijvoorbeeld: ruw en schetsmatig of glad en afgewerkt). Denk aan textuur.Ruimtelijkheid zegt iets over de wisselwerking tussen beeld en ruimte(bijvoorbeeld: een werk kan een open of een gesloten karakter hebben). Denk aan houding.Volume – massa – convex – concaafVolume doet denken aan iets hol, het betreft inhoud. Massa doet denken aan zwaarte, een materiaal dat massief is of lijkt. Deze begrippen worden doorgaans door elkaar gebruikt.Convexe eigenschappen (convex-bol) maken een beeld gesloten van karakter, lijkt geen ruimte van buitenaf toe te laten. Convexe beelden worden positief van aard genoemd. Concave eigenschappen (concaaf-hol) maken een beeld open van karakter, laat juist ruimte toe en worden negatief van aard genoemd.

Kunstenaars proberen het platte vlak te doorbreken doormiddel van de illusie van ruimte. Een simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid. Een wetenschappelijke manier van het weergeven van een ruimte volgens theoretische regels wordt het centraal perspectief genoemd(wordt gebruikt vanaf het begin van de Renaissance).

Page 3: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

Begrippen bij het perspectief: horizon, vluchtlijn, vluchtpunt, wijking en verkorting.

De horizon komt overeen met de ooghoogte van de maker(en de beschouwer). Wijking: convergerende lijnen die in het zelfde vluchtpunt samen komen. Verkorting: alles dat zich bevind tussen de convergerende lijnen wat dus naar de horizon toe kleiner lijkt te worden.

Lijnperspectief resulteert in tekenachtige ruimtes, kunstwerken die lineair van aard zijn hebben dan vaak ook een lijnperspectief. Hierbij kunnen we vaak een betrouwbaar beeld van een ruimte vormen, hierbij spreken we van diepte.

Schilderachtige ruimte of sferische ruimte, is een ruimte die picturaal is en hoeft geen diepte te vertonen. Maar als er sprake is van diepte is dit gelijk ook ruimte bevorderend.

Page 4: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

Picturaal ruimtelijkEen veel voorkomende combinatie van begrippen, omdat door de vaagheid van het picturale meer de nadruk lijkt te worden gelegd op de ruimte om een object heen.Lineair plastischEven eens een veel voorkomende combinatie. Wanneer iets scherp omlijnde figuren heeft, worden de figuren extra benadrukt. Hierdoor worden ze geïsoleerd van de ruimte eromheen.

LichtWat maakt dat we een beeld zien zijn lichtstralen die op onze ogen vallen.Licht – donkerIn zowel twee-dimentionaal werk als in drie-dimentionaal werk is licht en het ontbreken ervan van vitaal belang(denk aan contrast). Termen zoals toon, toonreeks en tonaliteit(het gebruiken van toonverschillen) hanteren we ook bij de beeldende kunst om een bepaalde kleur of kleurenreeks aan te duiden. Bijvoorbeeld: een zachte foto bevat een toonreeks van een aantal verschillende grijzen en een harde foto bevat grijsgradaties van alleen donker en licht.Modelé: het aangeven van volume van objecten met licht-donker verschillen.Stofuitdrukking: oppervlakte kwaliteit die ontstaat door een combinatie van licht-donker, materiaal-behandeling en kleurgebruik.

Eigenschaduw: laat ons alleen de eigenschappen van het object zelf zien. (benadrukt het modelé of de plasticiteit) Grisaille: een werk dat in één kleur word uitgevoerd.Slagschaduw: geeft aan waar het object in de ruimte staat is geen geïntegreerd onderdeel van het object zelf. (benadrukt de ruimte)Clair-obsur: het extreme gebruik van licht-donker

Licht-om-zichzelf: het onderwerp van het werk is het licht zelf.Glimlicht: vorm van spiegeling, de lichtvlekken op glanzende voorwerpen.

Kleur en vorm staan in een intieme relatie tot elkaar en laten zich niet scheiden.

Het kleurenspectrumDe spectraalkleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw en paars.

Itten maakte vooral duidelijk dat kleuren niet als zelfstandig gegeven opgevat kunnen worden omdat een kleur teveel beïnvloed wordt door zijn omgeving(rood omgeven door paars is een andere rood dan een zelfde rood dat omgeven word door groen).

Page 5: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

12-kleurige cirkel van Itten. (primaire kleuren, secundaire kleuren en nog een generatie kleuren verder(complementair contrasten staan tegen over elkaar in de cirkel))

Kleur-tegen-kleur-contrast: het verschil tussen kleuren.Complementair contrasten: kleur contrasten die de kleuren versterken. (hetzelfde rood wordt roder naast groen en hetzelfde groen wordt groener naast rood.) Wanneer je twee complementaire kleuren met elkaar mengt krijg je een warm grijs.

Warm-koudcontrast werkt ruimte bevorderend. Licht – warme kleuren (rood is het warmst). Schaduw – koude kleuren (blauw is het koudst). Andere gevoelswaardige contrasten: schaduwrijk – zonnig, ijl – stoffelijk, licht – zwaar.

Simultaancontrast: kleuren roepen graag hun complementairen op(bijvoorbeeld: grijs op groen licht rood op).Successief contrast: wanneer we veel van één kleur hebben gezien worden alle andere kleuren daarna geduwd de complementaire kleur.

De betekenis van een kleur in een werk word bepaald door de aard van de kleur zelf, de invloed op deze kleur van omringende kleuren en de kleur kwantiteit.

Onder symboolwaarde verstaan we de cultuurhistorisch bepaalde figuurlijke betekenis van kleur.

Oppervlaktekleuren: kleuren van objecten(bijvoorbeeld het rood van een mantel).Vlakkleuren: kleuren die zich niet laten identificeren met tastbare objecten(bijvoorbeeld het blauw van de lucht).

In een landschap lopen oppervlaktekleuren vaak over in vlakkleuren.

Cerebraal kleurgebruik: volledig rationeel toepassen van kleur.Impressief kleurgebruik: waarnemen van kleur in de werkelijkheid is dominant.Expressief kleurgebruik: emotionele betekennissen van kleur gebruiken om de essentie van het afgebeelde te benadrukken.

Page 6: Web viewEen simpele manier hiervoor is overlapping en oversnijding, als enkel hier gebruik van word gemaakt oogt een werk niet naar de werkelijkheid

Zelfstandige kleuren: de kleur verwijst slechts naar zichzelf.

Pointillisme(divisionisme of kleurscheiding) : schilderen of tekenen doormiddel van stippen of verftoetsen.Het pointillisme(bijvoorbeeld geel en rood door of naast elkaar) geeft een grotere kleurkracht dan het daad werkelijk mengen van kleuren.

Polychroom: veelkleurig.Monochroom: één kleur of verschillende tonen van één kleur

Kleurfamilie: een aantal kleuren die een homogeniteit vertonen(bijvoorbeeld een aantal groenen).Chromatisch kleurgebruik: wijs op het hanteren van trapsgewijze kleur- en toonverschillen.

Coloristen: bijzonder nadrukkelijk gebruik van kleuren.Classiciten: achten kleur ongeschikt aan de lijn.

Optical art: kunst die onze waarwording probeert te verstoren, de illusie is het doel.Kinetische kunst: kunst dat zelf beweegt.

Standpunt: de positie die de kunstnaar ten opzichte van zijn onderwerp inneemt.Een hoog standpunt: gezien van bovenaf, kan oppermachtig gevoel opwekken of een afstandelijk of juist een vertederend gevoel.Een laag standpunt: geeft het gevoel dat je word opgenomen in het werk. Het onderwerp word zo indrukwekkend mogelijk afgebeeld.

De fotografie hebben schilders en tekenaars geïnspireerd en de mogelijkheid gegeven extremere standpunten in te nemen.

De plaats waar het uiteindelijke beeld komt te hangen/staan, beïnvloed vaak ook het standpunt van de kunstenaar.

Genese: ontstaansproces van het kunstwerk.