Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia....

5
Nominativus Genitivus Dativus Accusativus Ablativus Stijlfiguren 19 – IJdelheid 1 C. PLINIUS TACITO SUO S. Gaius Plinius groet zijn Tacitus. 2 Auguror nec me fallit augurium, historias tuas immortales futuras ; Ik heb een voorgevoel en mijn voorgevoel bedriegt me niet, dat jouw geschiedwerken onsterfelijk zullen zijn; - Futuras: futurum esse in a.c.i. 3 quo magis illis (ingenue fatebor) inseri cupio. des te meer verlang ik (ik zal het eerlijk bekennen) daarin opgenomen te worden. - Fatebor: ind.fut.act. 3 Nam si esse nobis curae solet ut 4 facies nostra ab optimo quoque artifice exprimatur, nonne debemus optare, 5 ut operibus nostris similis tui scriptor praedicatorque contingat? Want als het gewoon is het ons tot een zorg te zijn dat ons gezicht wordt afgebeeld door de beste kunstenaar, dan moeten wij toch wensen, dat onze werken een schrijver en lofredenaar gelijk aan jou ten deel valt? = Plinius begint met te zeggen dat hij in Tactitus’ werk wil worden opgenomen. Geschiedschrijvingen zijn onsterfelijk, dus zou zijn naam ook onsterfelijk worden. Daarna noemt hij Tactitus een kunstenaar. 6 Demonstro ergo quamquam diligentiam tuam fugere non possit, sum sit in publicis 7 actis, demonstro tamen quo magis credis, iucundum mihi futurum si 8 factum meum, cuius gratia periculo crevit, tuo ingenio tuo testimonio ornaveris.

Transcript of Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia....

Page 1: Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia. 15Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati,

Nominativus Genitivus Dativus Accusativus AblativusStijlfiguren

19 – IJdelheid

1 C. PLINIUS TACITO SUO S.

Gaius Plinius groet zijn Tacitus.

2 Auguror nec me fallit augurium, historias tuas immortales futuras ;

Ik heb een voorgevoel en mijn voorgevoel bedriegt me niet, dat jouw geschiedwerken onsterfelijk zullen zijn;

- Futuras: futurum esse in a.c.i.

3 quo magis illis (ingenue fatebor) inseri cupio.

des te meer verlang ik (ik zal het eerlijk bekennen) daarin opgenomen te worden.

- Fatebor: ind.fut.act.

3 Nam si esse nobis curae solet ut 4 facies nostra ab optimo quoque artifice exprimatur, nonne debemus optare, 5 ut operibus nostris similis tui scriptor praedicatorque contingat?

Want als het gewoon is het ons tot een zorg te zijn dat ons gezicht wordt afgebeeld door de beste kunstenaar, dan moeten wij toch wensen, dat onze werken een schrijver en lofredenaar gelijk aan jou ten deel valt?

= Plinius begint met te zeggen dat hij in Tactitus’ werk wil worden opgenomen. Geschiedschrijvingen zijn onsterfelijk, dus zou zijn naam ook onsterfelijk worden. Daarna noemt hij Tactitus een kunstenaar.

6 Demonstro ergo quamquam diligentiam tuam fugere non possit, sum sit in publicis 7 actis, demonstro tamen quo magis credis, iucundum mihi futurum si 8 factum meum, cuius gratia periculo crevit, tuo ingenio tuo testimonio ornaveris.

Daarom wijs ik je op een gebeurtenis, hoewel het niet jouw opmerkzaamheid kan ontvluchten, omdat het in openbare notulen is, toch wijs ik je op een gebeurtenis opdat jij des te meer gelooft dat het prettig voor mij zal zijn als jij mijn optreden, dat door het risico in een nog gunstiger daglicht kwam te staan, zult hebben geëerd door jouw talent, door jouw getuigenis.

- Possit: hoewel met conj.- Cum: conj. causalis- Ellips: ook a.c.i. dus ‘esse’- Ornaveris: ind.futex.act. want in de niet si-zin staat een fut.

Page 2: Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia. 15Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati,

9 Dederat me senatus cum Herennio Senecione advocatum provinciae 10 Baetica contra Baebium Massam, damnato que Massa censuerat, ut bona 11 eius publice custodirentur.

De senaat had me gegeven samen met Herennius Senecio als advocaat aan de provincie Baetica tegenover Baebius Massa, en hij had besloten nadat Massa veroordeelt was, dat zijn bezit werd bewaakt door de staat.

= Plinius en Senecio waren door de senaat aangewezen advocaten die voor de provincie Baetica tegen Massa getuigden.

- Advocatum: predicatief bij ‘me’- Damnato Massa: ablabs

11 Senecio, cum explorasset consules 12 postulationibus vacaturos, convenit me et ‘Qua concordia’ inquit ‘iniunctam 13 nobis accusationem exsecuti sumus, hac adaemus consules petamusque 14 ne bona dissipari sinant, quorum esse in custodia debent.’

Senecio, toen hij heeft vastgesteld dat de consuls zullen ingaan op verzoeken tot herziening van de veroordeling, komt samen met mij en heeft gezegd: ‘Met eendracht, met die wij de aan ons opgelegde aanklacht ten uitvoer hebben gebracht, laten wij daarmee naar de consuls gaan en vragen opdat zij niet toelaten dat het bezit, waarvan de consuls in toezicht moeten zijn, wordt verkwanseld.’

= Senecio wil in dezelfde eendracht als tijdens het proces naar de consuls gaan met Plinius zodat de veroordeling niet wordt herzien. Massa was namelijk naar de consuls gegaan om in hoger beroep te gaan nadat hij veroordeelt was.

- Vacaturos: pfa met ‘esse’ in a.c.i.- Concordia: abl.ev.vr.- Antecedent hac: concordia

15 Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati, dispice num peractas putes partes nostras 16 senatus cognitione finita .’

Ik heb geantwoord: ‘Omdat wij door de senaat toegewezen advocaten zijn, overweeg of jij meent dat onze voltooide rol van de senaat met een gerechtelijk onderzoek was beëindigd.’

= Plinius zegt dat hun rol is uitgespeeld.

- Senatus: gen.ev.- Cognitione finita: ablabs

16 Et ille: ‘Tu quem voles tibi terminum statues, cui 17 nulla cum provincia necessitudo nisi ex beneficio tuo et hoc recenti; ipse et 18 natus ibi et quaestor in ea fui.’

Page 3: Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia. 15Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati,

En hij: ‘Jij kunt voor jou het einde vaststellen, dat je zult willen, voor wie geen enkele binding met de provincie is, behalve op grond van jouw bewezen dienst en wel op grond van deze van pas geleden; zelf ben ik en daar geboren en quastor in haar geweest.’

= Senecio zegt dat Plinius de zaak opgeeft omdat hij geen band met de provincie heeft. Zelf is hij er geboren en er quastor geweest.

- Cui: causaal- Nulla: nom.ev.- Beneficio: Plinius’ optreden in het proces

18 Tum ego: ‘Si fixum tibi istud ac deliberatum, 19 sequar te ut, si qua ex hoc invidia, non tantum tua.’

Toen ik: ‘Als dit voor jou vast en overwogen is, zal ik jou volgens opdat, als hier uit een of andere onaangename situatie is, het niet alleen jouw onaangename situatie is.’

= Plinius zegt dat hij met Senecio mee zal gaan als hij goed over de zaak heeft nagedacht, zodat hij er niet alleen voor staat (in geval van een nare situatie).

- Sequar: ind.fut.pass. deponens

20 Venimus as consules; dicit Senecio quae res ferebat, aliqua subiungo.

We gaan naar de consuls; Senecio zegt wat de zaak vereiste, ik voeg het een of andere toe.

21 Vixdum conticueramus, et Massa questus Senecionem non advocati fidem 22 sed inimici amaritudinem implesse, impietatis reum postulat.

Nog maar nauwelijks waren we klaar met spreken, of Massa, klagend dat Senecio geen blijk heeft gegeven van het vertrouwen van een advocaat maar van verbittering van een vijand, klaagt hem aan wegens plichtsverzaking.

23 Horror omnium; ego autem ‘Vereor’ inquam, ‘clarissimi consules, ne mihi Massa 24 silentio suo praevaricationem obiecerit, quo non et me reum postulavit.’

Ontsteltenis van allen, ik zei echter ‘Ik vrees, zeer beroemde consuls, dat Massa een schijnaanklacht heeft verweten aan mij door zijn stilzwijgen, dat hij ook niet mij de zaak heeft aangeklaagd’.

= Herennius kan wraakgevoelens hebben tegen Massa, maar Plinius niet omdat hij niet uit die regio komt, maar uit Rome. Omdat Massa ook Plinius zou moeten aanklagen, heeft zijn aanklacht tegen Herennius geen zin.

- Obiecerit: conj.pf.act.- Vereor ne: ut non

25 Quae vox et statim excepta, et postea multo sermone celebrata est.

Page 4: Web view2Auguror nec me fallit augurium, ... Concordia: abl.ev.vr. Antecedent hac: concordia. 15Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati,

En deze uitspraak is en meteen opgenomen en daarna in menig gesprek veelvuldig geprezen.

26 Divus quidem Nerva (nam privatus quoque attendebas his quae recte in publico 27 fierent) missis ad me gravissimis litteris non mihi solum, verum etiam 28 saeculo est gratulatus, cui exemplum (sic enim scripsit) similie antiquis contigisset.

De goddelijke Nerva (want persoonlijk schonk hij aandacht aan deze dingen, die op juiste wijze in het openbaar gebeurden), in een zeer ernstige brief naar mij gezonden, maar ook onze tijd, waaraan het voorbeeld ten deel was gevallen (want zo heeft hij geschreven) gelijk aan voorbeelden uit oude tijden, heeft zelfs gefeliciteerd, niet alleen aan mij.

= Voordat Nerva stierf (en vergoddelijkt werd), heeft hij een brief aan Plinius gestuurd waarin hij hem en alle mensen die op dat moment leven feliciteert met Plinius’ geweldige optreden in het proces.

29 Haec, utcumque se habent, notiora clariora maiora tu facies; 30 quamquam non exigo tu excedas actae rei modum.

Die dingen, wat het belang er ook van is, jij zult beroemder, groter maken; hoewel ik niet verlang dat jij de maat van de gedane zaak overdrijft.

31 Nam nec historia debet egredi veritatem, et honeste factis veritas sufficit. Vale.

Want noch de geschiedenis moet treden buiten de waarheid en de waarheid is voldoende voor zaken die eervol waren gedaan.