12

11

1029

8

7

6

5

4

7

3

2

1

0

OEFENTOETS PW HAVO 3 JANUARI 2018ANTWOORDENIn een markt voor de aloë vera plant gelden de volgende vergelijkingen:Qv = -p + 11Qa = p – 4

Qv = de gevraagde hoeveelheid in 100 stuks. Qa = de aangeboden hoeveelheid in 100 stuks.P = de prijs in €’s

Vraag 1. (3p.)Teken in de figuur de vraag- en aanbodlijn van de markt voor de aloë vera plant.

Geef alles zo duidelijk mogelijk aan en noteer je berekeningen.

Stel, p = nul, q = - 0 + 11 q = 11

Stel q is nul. 0 = -P + 11 p = 11

0 = p – 4

- P = - 4 dus p = 4

Stel p = 11 11 – 4 = 7 dus q is daarbij 7(00)

Pagina 1 van 4

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Q (x 100 kg)

P (€)

Qa

Qv

Assen juist benoemd en lijnen benoemd met Qa en Qv (1p)Qv juist getekend (1P)Qa juist getekend (1p)

Vraag 2 (2p.)Bereken (dus niet uit de figuur aflezen) de prijs en de hoeveelheid die horen bij het

marktevenwicht.

Qa = Qv Qv = -7,5 + 11 = 3,5p – 4 = -p + 11 Qa = 7,5 – 4 = 3,5 (1p)2p = 15P = 15 / 2 = € 7,50 (1p)

Prijs € 7,50 hoeveelheid (3,5 x 100 = ) 350 stuks

Vraag 3a) Geef een voorbeeld van substitutiegoederen.

Vervangen elkaar: aardappelen en rijst. Auto en fiets.

b) Geef een voorbeeld van complementaire goederen.

Horen bij elkaar. Fietsbel en fiets. Lenzenvloeistof en lenzen.

Pagina 2 van 4

Vraag 4 Bekijk de vraaglijn hiernaast.

P = prijs per entreekaartje

Q = in personen x 100

a) Welke prijs voor een

entreekaartje wordt er

gevraagd wanneer men

uit gaat van een

bezoekersaantal van 900

personen? € 2,-

b) Per persoon krijgt het koor € 0,50 subsidie.

Hoeveel euro krijgt het koor in totaal (P + subsidie), wanneer ze besluiten om

de prijs voor een entreekaartje vast te stellen op 3 euro?

Bij drie euro is er 6 vraag. 6 x 100 = 600 personen.600 x 3 euro entreekaartje = 1800 euro600 x 0,50 euro subsidie = 300 euro.

In totaal dus: 1800 + 300 = 2100 euro.

Vraag 5In januari 2017 hebben jeugdprins Milan I en prins Maurice I van de Rogstaekers te

Weert een leuke snack bedacht, aangezien de ouders van Milan een eigen cafetaria

hebben. Om te onderzoeken welke prijs ze het beste in kunnen voeren, hebben ze

een vraaglijn opgesteld. Zie figuur op volgende blz.

a. Lees in figuur af, bij welke prijs er 0 vraag is. € 4,-b. Lees in figuur af, bij welke prijs 400 vragers zijn. € 2,- c. Lees in figuur af, hoeveel vraag er is bij 3 euro. 200 stuksd. Lees in figuur af, hoeveel vraag er is bij 4 euro. 0 stuks

Pagina 3 van 4

Vraag 6 Bereken de prijselasticiteit (= Ev) bij een prijsverlaging van € 3,- naar € 2,50.

Hoeveelheid/Harry: Prijs/Potter:(300 – 200)/200 x 100% = 50% (€ 2,50 - € 3,00) / € 3,00 x 100% = -16,7%

Ev = H / P

50% / - 16,7% = - 2,99 - 3

Vraag 7Stel, de Ev (prijselasticiteit) is – 1,7. En de prijs van de Preens Snek verandert van € 2,50 naar € 1,50. Hoeveel procent zal de gevraagde hoeveelheid veranderen?

Ev = H / P- 1,7 = ? / (€ 1,50 – € 2,50) / € 2,50 x 100% - 1,7 = ? / - 40%

(ezelsbruggetje: 3 = 6 / 2)

- 1,7 x – 40% = 68% De gevraagde hoeveelheid zal met 68% toenemen.

Pagina 4 van 4