vanboxtelblogt.files.wordpress.com…  · Web view · 2014-11-02Het gevolg van het opheffen van...

91
REFLECTIEWERKSTUK TIM VAN BOXTEL 'Wat zijn de kansen voor een sportbreed weekblad in Nederland?' Studentennummer: 2146298 PCN-nummer: 220195 SLB'er: Bea Nobbe Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Waarom een onderzoek naar dit onderwerp? pag. 3 t/m 5 Hoofdstuk 2: Hoe heeft de tijdschriftenmarkt zich ontwikkeld? pag. 6 t/m 10 1

Transcript of vanboxtelblogt.files.wordpress.com…  · Web view · 2014-11-02Het gevolg van het opheffen van...

REFLECTIEWERKSTUK TIM VAN BOXTEL

'Wat zijn de kansen voor een sportbreed weekblad in Nederland?'

Studentennummer: 2146298PCN-nummer: 220195SLB'er: Bea Nobbe

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Waarom een onderzoek naar dit onderwerp? pag. 3 t/m 5

Hoofdstuk 2: Hoe heeft de tijdschriftenmarkt zich ontwikkeld? pag. 6 t/m 10

Hoofdstuk 3: Wie zijn de concurrenten van een sportbreed weekblad? pag. 11 t/m 213.1 Tijdschriften pag. 12 t/m 153.2 Kranten pag. 16 t/m 183.3 Internet pag. 19 t/m 21

1

Hoofdstuk 4: Waarom ging het met de Nederlandse sportbrede pag. 22 t/m 29weekbladen mis?4.1 Sportvisie pag. 23 t/m 244.2 Sport International pag. 25 t/m 264.3 Sportweek/NUsport pag. 27 t/m 29

Hoofdstuk 5: Wat kan Nederland leren van het Belgische pag. 30 t/m 35Sport/Voetbalmagazine?

Hoofdstuk 6: Heeft een sportbreed weekblad in Nederland kans van slagen? pag. 36 t/m 426.1 Visies van de journalisten pag. 37 t/m 396.2 Het publiek pag. 406.3 Advertentiemarkt pag. 41 t/m 42

Hoofdstuk 7: Wat zijn de kansen voor een sportbreed weekblad in pag. 43 t/m 45Nederland?

Hoofdstuk 8: Reflectie pag. 46 t/m 47

Hoofdstuk 9: Bronnenlijst pag. 48 t/m 50

Hoofdstuk 10: Bijlagen pag. 51 t/m 68Bijlage 1: het publiek pag. 51 t/m 55Bijlage 2: inhoud sportbrede weekbladen pag. 56 t/m 68

Hoofdstuk 1: Waarom een onderzoek naar dit onderwerp?

Mijn aanleiding werd geboren op 8 oktober 2013. Sanoma bracht op die datum naar buiten dat het tijdschrift NUsport werd opgeheven vanwege tegenvallende verkoopcijfers.1 NUsport was de opvolger van Sportweek, nadat de twee sportmerken van Sanoma in 2010 gefuseerd waren.2

1Sanoma stopt met NUsport (2013). Internet: http://nos.nl/artikel/560020-sanoma-stopt-met-nusport.html (geraadpleegd op 18 april 2014).2Fusie NUsport en Sportweek (2010). Internet: http://mobiel.nu.nl/overig/2224689/fusie-nusport-en-sportweek.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

2

Sportweek bestond sinds 1998.3 Het was een tijdschrift dat wekelijks nieuws bracht over meerdere sporten, met voornamelijk veel aandacht voor voetbal4, en zichzelf daardoor sportbreed mocht noemen. Sportbreed wil zeggen dat het een breed scala aan sporten betreft. Het blad richtte zich dus niet op één sport of een paar (zoals het online weekblad SportAmerika dat zich alleen richt op de populaire sporten in Amerika), maar maakte per editie verhalen over een groot aantal sporten. NUsport bleef sportbreed. Wel veranderde er vlak voor het einde iets aan de formule. Begin 2013 ging het tijdschrift terug van een wekelijkse verschijningsvorm naar één keer in de maand.5 Dat had te maken met bezuinigingen op de redactie.6 Uiteindelijk bleek ook dat laatste redmiddel niet genoeg om het tijdschrift te behouden.

Het gevolg van het opheffen van NUsport is dat Nederland geen algemeen sporttijdschrift meer heeft dat maandelijks of wekelijks verschijnt. Helden Magazine is er, maar dat komt één keer in de drie maanden uit en richt zich op een bredere doelgroep dan de sportliefhebber. De verhalen die met de sporters gemaakt worden, zijn ook gericht op human interest en lifestyle, twee speerpunten van de redactie.7

Daarnaast heb je de specifieke bladen over schaatsen, wielrennen, voetbal, vissen, golfen enzovoorts. Maar voor de sportbreed geïnteresseerde lezer is er geen tijdschrift (meer). Dat vind ik persoonlijk erg jammer omdat ik graag over alle sporten lees. Zo las ik NUsport ook omdat het een aanvankelijk wekelijkse en vervolgens maandelijkse dosis was van alle sporten. Ik ben benieuwd naar meer dan de uitslagen van het WK judo of zwemmen, wil ook de verhalen leren kennen van de sporters achter de prestaties. Op televisie zie ik weinig van sporten als zeilen, turnen, K-1 en judo. Alleen tijdens de Olympische Spelen en wereldkampioenschappen krijgen die sporten af en toe wat zendtijd. In de krant lees ik ook voornamelijk verhalen over voetbal en daarnaast wat wielrennen, schaatsen, hockey en tennis.

Een van de oorzaken achter het verdwijnen van de sportbrede weekbladen is de problematiek in de tijdschriftenwereld. Uitgeverij Sanoma kondigde in 2013 niet voor niets aan 32 titels te verkopen8 en ook de specifieke gedrukte sportbladen draaien niet goed9, maar toch liggen de schappen in de winkels nog vol met weekbladen voor verschillende doelgroepen. Kinderen, tieners, vrouwen, mannen, beleggers, boeren en autoliefhebbers hebben nog altijd een tijdschrift. De sportbrede liefhebber komt echter niet aan zijn trekken.

In 1998 dachten de uitgeverijen achter de sportbrede weekbladen SportVisie, Sportweek en Sport International (SI) een gat in de markt te hebben gevonden.10 Inmiddels zijn die drie tijdschriften

3Koninklijke Bibliotheek (2006). Het tijdschriftenboek. Waanders Uitgevers.4Zie bijlage 25NUsport wordt een maandblad (2012). Internet: http://www.nusport.nl/mixed-zone/2934453/nusport-wordt-maandblad.html (geraadpleegd op 18 april 2014). 6Mondelinge bron: Rogier van 't Hek, oud-hoofdredacteur NUsport. 7Di Corrado, T. De lezer van Helden Magazine (2013). Internet: http://kennisbank.hva.nl/document/514437 (geraadpleegd op 14 mei 2014).8Dit zijn de tijdschriften die bij Sanoma verdwijnen (2013). Internet: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/10/31/dit-zijn-de-tijdschriften-die-bij-sanoma-verdwijnen/ (geraadpleegd op 1 september 2014).9Oplagecijfers via Hollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 21 april 2014).10Verhagen, J. 'We zijn vergeten dat kwaliteitsverhalen belangrijk zijn' (2013). Internet: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/we-zijn-vergeten-dat-kwaliteitsverhalen-belangrijk-zijn/101174 (geraadpleegd op 21 april 2014).

3

verdwenen en is het de vraag of er daadwerkelijk sprake van een gat is. Ik ga dat onderzoeken met als hoofdvraag: 'Wat zijn de kansen voor een sportbreed weekblad in Nederland?'

Om mijn onderzoek af te bakenen kies ik voor een weekblad en laat ik een tijdschrift met een maandelijkse verschijning achterwege. Dat doe ik omdat een maandblad flink verschilt van een tijdschrift dat eens in de week verschijnt. De redactie van een weekblad moet elke week (ruim vier keer zo vaak als een maandblad dus) een tijdschrift vullen, is dus groter en daarmee duurder, zal andere verhalen hebben doordat het dichter op de actualiteit kan zitten en de organisatie anders inrichten omdat het blad vaker verschijnt. Die verschillen leiden ertoe dat ik mijn vragen duidelijker kan formuleren in gesprek met journalisten, deskundigen uit de marketingwereld en het publiek wanneer ik het onderzoek louter op een weekblad richt. Het kan echter wel zo zijn dat het antwoord op de hoofdvraag vertelt dat een weekblad geen kans van slagen heeft, maar een maandblad wel. Dat zou in een vervolgonderzoek dan verder bekeken kunnen worden.

Ik denk echter dat een blad over sport wekelijks beter uit de verf komt dan maandelijks. 'Het meest actuele wat in de wereld bestaat is sport. Dat kun je niet met een maandelijkse frequentie behandelen', zei oud-hoofdredacteur van Sportweek Frans Lomans in 2009.6 Daar sluit ik me bij aan. Het belangrijkste in de sport is de wedstrijd. Een tijdschrift is, in mijn ogen, een afwisseling tussen actualiteit en achtergrond. Bij sport is het heel moeilijk actueel te blijven wanneer je maar één keer in de maand verschijnt. Dan loop je achter de feiten aan. Niet voor niets is het best gelezen sporttijdschrift van Nederland een weekblad: Voetbal International (VI) met een totaal betaalde gerichte oplage van 117.138 begin 2014.11 En die verschijningsvorm is al niet ideaal aangezien VI bij mensen op woensdag op de deurmat valt, terwijl de Champions League-wedstrijden op dinsdag- en woensdagavond gespeeld worden. Daarnaast is het nog eens zo dat NUsport het na de keus om maandelijks te verschijnen geen jaar meer heeft volgehouden. Ook in België blijkt dat een wekelijkse verschijningsvorm goed kan werken, aangezien het Sport/Voetbalmagazine al decennia bestaat en nog altijd - redelijk stabiel12 - draait.

Het onderzoek richt zich in beginsel op een gedrukt sportbreed weekblad, maar de digitale optie wordt niet achterwege gelaten. Wanneer uiteindelijk blijkt dat een gedrukt sportbreed weekblad geen kans van slagen heeft, wordt gekeken of er een digitale optie is die wel succesvol kan zijn.

Dit onderzoek kent vijf deelvragen. In het eerstvolgende hoofdstuk, 'Hoe heeft de tijdschriftenmarkt zich ontwikkeld?', wordt besproken hoe het met de tijdschriftenmarkt gaat om te zien of er überhaupt een potentieel publiek is voor een sportbreed weekblad. Met de tweede deelvraag, 'Wie zijn de concurrenten voor een sportbreed weekblad?', wordt een blik geworpen op de concurrentie. Daarmee wordt aangetoond of er ruimte is voor een sportbreed weekblad in Nederland of dat die markt door de concurrenten al (deels) bezet is. In hoofdstuk 4 volgt een analyse over de ondergang van de Nederlandse sportbrede weekbladen in de geschiedenis. De daarbij horende deelvraag luidt: 'Waarom ging het bij de sportbrede weekbladen mis?'. Daaruit kan de conclusie getrokken worden of er simpelweg geen publiek was voor een sportbreed weekblad of dat het aan factoren lag waar een redactie en uitgever wel invloed op hebben. In het vijfde hoofdstuk staat de deelvraag om de aanpak van het stabiel draaiende12 sportbrede weekblad van België te analyseren centraal: 'Wat kan Nederland leren van het Belgische Sport/Voetbalmagazine?' Ten slotte wordt in het laatste hoofdstuk

11Oplagecijfers via Hollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 21 april 2014).12Mondelinge bron: Jacques Sys, hoofdredacteur Sport/Voetbalmagazine

4

voor de conclusie bekeken hoe deskundigen uit de journalistiek en advertentiewereld denken over een sportbreed weekblad. Ook het publiek komt aan bod. De deelvraag bij dat hoofdstuk is: 'Heeft een sportbreed weekblad in Nederland kans van slagen?' Die vraag lijkt erg op de hoofdvraag, maar wordt in dit hoofdstuk op deze manier geformuleerd aangezien hier de deskundigen uit de journalistiek, advertentiemarkt en het publiek op deze vraag ingaan. De conclusie van dat hoofdstuk baseert zich louter op die drie groepen.

In hoofdstuk 7 volgt een conclusie waarin de hoofdvraag wordt beantwoord naar aanleiding van het gehele onderzoek. Het antwoord kan natuurlijk zijn dat een sportbreed weekblad geen kans van slagen heeft in Nederland. Dit onderzoek schetst dan in ieder geval een beeld van hoe de Nederlandse geschreven sportbrede journalistiek er in 2014 uitziet. Na de conclusie op basis van dit onderzoek is mijn visie over de sportbrede weekbladen te vinden en het verhaal over het verloop van dit onderzoek, evenals de bronnen en bijlagen.

Aan het begin van elk hoofdstuk staat een korte inleiding met daarin opgenomen de manier waarop de deelvraag onderzocht wordt. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie.

Hoofdstuk 2: Hoe heeft de tijdschriftenmarkt zich ontwikkeld?

In dit hoofdstuk wordt een beeld van de ontwikkeling van de tijdschriftenmarkt over de afgelopen decennia geschetst. Op die manier wordt het potentiële lezerspubliek voor een sportbreed weekblad in kaart gebracht en aangetoond of het überhaupt wel mogelijk is om een tijdschrift goed te laten draaien in deze tijd. Ook wordt gekeken naar de digitale kansen voor een magazine, maar de nadruk ligt op het gedrukte weekblad.

5

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de tijdsbesteding tussen 1975 en 2005 onder Nederlanders vanaf 12 jaar blijkt dat tijdschriften steeds minder gelezen worden.13 In onderstaande grafiek zijn de verschillen te zien. Het gaat om het percentage Nederlanders dat minimaal een kwartier een tijdschrift las in één week tijd.

13Huysmans, F. & De Haan, J. Sociaal en Cultureel Planbureau (2010). Alle kanalen staan open. Internet: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=26392&type=org (geraadpleegd op 30 oktober 2014).

6

1975 1980 1985 1990 1995 2000 20050

10

20

30

40

50

60

70

80

% tijdschriftlezers

% tijdschriftlezers

Er is een sterke daling te zien qua percentage Nederlanders dat in één week tijd een tijdschrift minimaal een kwartier las. In 1975 was dat nog 75% van de bevolking, dertig jaar later slechts 47%.

Ook de tijd die eraan besteed werd, daalde, zoals in onderstaande grafiek te zien is. Het gaat hier om het aantal uren onder de Nederlanders vanaf twaalf jaar die tot de tijdschriftlezers behoorden (dus de 75% in 1975 en de 47% in 2005).

1975 1980 1985 1990 1995 2000 20050

0.5

1

1.5

2

2.5

Tijdsbesteding aan tijdschriften in uren

Tijdsbesteding aan ti-jdschriften in uren

De tijd die eraan besteed werd, daalde in dertig jaar tijd van twee naar anderhalf uur per week.

Het SCP constateert dat de daling een gevolg is van het feit dat de jongste generaties steeds minder lezen. Het planbureau onderzocht tussen 2006 en 2011 de tijdsbesteding wederom, maar pakte toen de boeken, kranten en tijdschriften samen onder de noemer 'gedrukte media'. De groep van 12 tot en met 19 jaar leest dan ook het minst van alle leeftijdsgroepen, zoals in onderstaande grafiek te zien

7

is. Het gaat om het gemiddeld aantal uren dat aan het lezen van gedrukte media besteed wordt door de Nederlander.14

Het valt op dat elke groep gemiddeld minder uren is gaan lezen in de gedrukte media tussen 2006 en 2011. Daarnaast is te zien dat, hoe jonger de leeftijdsgroep is, hoe minder er gelezen wordt.

InternetEen van de oorzaken achter de dalende tijdsbesteding aan tijdschriften, is het internet. Steeds meer mensen gebruiken internet als informatiebron en steeds minder Nederlanders pakken daarvoor een tijdschrift. In 1995 gebruikte 23% van de Nederlanders internet als informatiebron, inmiddels is dat 38%. De tijdschriften en opiniebladen (waartussen een onderscheid wordt gemaakt in dit deel van het onderzoek) zijn juist gedaald in diezelfde tijdspanne. In 1995 gebruikte 63% een tijdschrift nog als informatiebron, in 2005 was dat nog maar 52%. De opiniebladen gingen in tien jaar van 18% naar 15%.13

CrisisDe tijdschriften (en kranten) hebben niet alleen last van het internet gehad in de afgelopen jaren. Ook de gevolgen van de economische crisis hebben de markt hard geraakt. Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat abonnementen op een krant of tijdschrift tot de top 5 behoren van populairste bezuinigingen tijdens de economische crisis. 48% van de Nederlanders tussen de vijftien en zeventig jaar gaf aan als eerste op een abonnement te bezuinigen tijdens de economische crisis.15

TijdschriftenAan de oplagen van de tijdschriften zijn de gevolgen van de (negatieve) ontwikkeling in tijdsbesteding aan gedrukte media en de economische crisis te zien. De oplagen van alle publiekstijdschriften zijn tussen 2003 en 2012 sterk gedaald, zoals te zien is in de onderstaande grafiek.16

14Sociaal en Cultureel Planbureau (2011). Gedrukte media lezen. Internet: http://www.scp.nl/Onderzoek/Tijdsbesteding/Hoe_lang_en_hoe_vaak/Vrije_tijd/Mediagebruik/Gedrukte_media_lezen (geraadpleegd op 18 oktober 2014)15Madern, T. & Van der Werf, M. Nederland bezuinigt (2013). Internet: http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/2013/Peiling_bezuinigen_def.pdf (geraadpleegd op 30 oktober 2014).16Mediamonitor. Tijdschriften in 2012 (2013). Internet: http://www.mediamonitor.nl/mediamarkten/tijdschriften/tijdschriften-in-2012/ (geraadpleegd op 18 oktober 2014).

8

De oplagedaling onder alle tijdschriften lijkt nog wel even door te zetten. Tussen 2012 en 2013 daalden de oplagen namelijk opnieuw. Dit keer met 8,1%.17 In totaal hadden alle tijdschriften samen nog een bereik van 85,9% onder de Nederlanders vanaf dertien jaar tussen juli 2013 en juni 2014. Dat is drie procent minder dan een jaar eerder. 18

DigitaalHet digitaal lezen van tijdschriften wint juist aan populariteit. Per week werden in juni 2014 gemiddeld 31 minuten besteed aan het digitaal lezen van tijdschriften. Dat waren negen minuten meer dan een jaar eerder. Dat digitaal lezen heeft zo z'n voordelen voor de uitgeverijen. Zo geeft 55% van de Nederlanders vanaf dertien jaar aan digitaal een ander tijdschrift te lezen dan op papier en is 79% evenveel of meer tijdschriften gaan lezen sinds ze het digitaal doen. 14% van de lezers op een tablet koopt weleens een nummer via dat device.19

17Downfall oplage tijdschriften 2013: 1,4 miljoen stuks minder (2014). Internet: http://www.adformatie.nl/nieuws/downfall-oplage-tijdschriften-2013-14-miljoen-stuks-minder (geraadpleegd op 19 oktober 2014).18NOM (2014). Internet: http://www.nommedia.nl/upload/documenten/persbericht-jaarcijfers-nom-2013-ii-2014-i-incl-bijlage.pdf (geraadpleegd op 19 oktober 2014).19Magazines.nl/GfK. Lezen van tijdschriften op tablet groeit (2014). Internet: http://www.magazines.nl/nl/onderzoek/lezen-van-tijdschriften-op-tablet-groeit (geraadpleegd op 19 oktober 2014)

9

ConclusieSteeds minder Nederlanders lezen tijdschriften van papier. Het internet wordt meer gebruikt als informatiebron, tijdschriften juist minder. Elke nieuwe generatie heeft weer minder aandacht voor de gedrukte media. De oplagen van de tijdschriften dalen dan ook hard. De economische crisis heeft de markt ook geen goed gedaan. De digitale kant is het enige lichtpuntje voor de tijdschriftenmarkt. Nederlanders lezen steeds meer digitaal. Ze zijn ook bereid digitaal geld te besteden aan tijdschriften. Wanneer die ontwikkeling zich doorzet, zal de tijdschriftenmarkt zich in de toekomst flink toe moeten leggen op de digitalisering om de oplagen op een acceptabel niveau te houden. Voor de gedrukte markt ziet het er somber uit.

Hoofdstuk 3: Wie zijn de concurrenten van een sportbreed weekblad?

In dit hoofdstuk worden de concurrenten voor een sportbreed weekblad bekeken. Een dergelijk tijdschrift is er nu niet, dus de concurrentie zal van de andere geschreven pers komen, zoals van de bladen die zich op één sport richten en het sportbrede Helden Magazine dat eens in het kwartaal verschijnt. Ook gaan kranten volgens de deskundigen uit de journalistiek die verderop in dit onderzoek aan het woord komen, steeds meer op de stoel van tijdschriften zitten en wordt door websites tevens meer over diepgang en achtergronden geschreven. Daarnaast hebben we in het

10

vorige hoofdstuk gezien dat internet steeds meer als informatiebron wordt gebruikt, wat ten koste gaat van de tijdschriften.

In dit hoofdstuk worden de oplagen van de sporttijdschriften bekeken om te zien hoe die zich ontwikkelen. Ook worden ze in drie groepen verdeeld naar verschijningsvorm (wekelijks, maandelijks en nog minder) en in twee groepen naar inhoud (sportbreed en specifiek). Dit onderzoek richt zich namelijk op een wekelijks blad dat sportbreed is. Door de tijdschriften te verdelen in groepen, kan geconstateerd worden of er verschillen zijn in de ontwikkeling van de oplagen. Op deze manier wordt aangetoond of een sportbreed weekblad een goede vorm is voor een sporttijdschrift. Vervolgens wordt er ingezoomd op Helden Magazine, dat sportbreed is en het goed doet, om te zien hoe de makers hun tijdschrift succesvol laten draaien en waarom ze niet hebben gekozen voor een wekelijkse verschijningsvorm.

Bij de kranten wordt gekeken naar de enige sportkrant die Nederland gekend heeft, AD Sportwereld Pro, en waarom die verdwenen is. Daarnaast worden de sportkaternen van de kranten bekeken om te zien of zij al een deel van de markt innemen van een sportbreed weekblad met meer achtergrond en duiding rondom het nieuws of dat er naast hen nog genoeg ruimte is voor een sportbreed weekblad. De grootste vijf dagbladen en hun sportkaternen komen aan bod. In gesprek met de chefs sport van de kranten met de meeste en minste aandacht voor sport wordt de vraag gesteld waarom zij zo veel of weinig ruimte over hebben voor sport.

Ten slotte wordt in de laatste paragraaf bekeken welke sportwebsites het grootst zijn en hoe zij de site invullen. Zoeken zij daadwerkelijk meer de achtergrond en vervullen ze daarmee al een deel van de behoefte van de lezers die anders naar een tijdschrift zouden gaan? Daarnaast worden de digitale sporttijdschriften bekeken, aangezien in het vorige hoofdstuk geconcludeerd werd dat Nederlanders steeds meer digitaal lezen. Wie zijn de concurrenten daar en wat is hun aanpak?

Uiteindelijk schept dit alles een beeld over of er überhaupt nog wel plaats is op de markt voor een sportbreed weekblad of dat de Nederlander verzadigd is door al het sportnieuws en de sportverhalen. De behoefte van de Nederlander naar lezen over sport wordt ook duidelijk.

3.1 Tijdschriften

Momenteel is er slechts één tijdschrift dat zich sportbreed mag noemen: Helden Magazine. De andere bladen richten zich op één sport. Met die groep gaat het niet goed, blijkt uit de totaal betaalde gerichte oplagecijfers van het Hollands Oplage Instituut (HOI).20 In de tabel hieronder zijn de meest actuele oplagen (op het moment van raadplegen) te zien van de tijdschriften die in het

20Oplagecijfers via Hollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 1 mei 2014).

11

bestand van het HOI staan. Het loopt van 2011 tot en met het eerste kwartaal van 2014. Alle percentages zijn afgerond op één getal achter de komma. Van ELF en Helden Magazine zijn de oplagecijfers pas later openbaar geworden. Het GOLFjournaal is niet in dit onderzoek opgenomen, aangezien dat tijdschrift alleen en gratis onder de leden van golfverenigingen verspreid wordt.

Tijdschrift ELF Voetbal Goal! Voetbal International

Fiets Procycling

Verschijningsvorm

Maandelijks Maandelijks Wekelijks Maandelijks 6 x per jaar + specials

2011 - 30.125 155.491 35.597 17.1722012 - 27.671 140.328 34.776 18.9972013 31.591 26.165 127.139 33.201 20.2772014 Q1 29.011 21.548 117.138 32.382 12.611Oplage over 3 jaar Daalt met

8,2%Daalt met 28,5%

Daalt met 24,7%

Daalt met 9,0%

Daalt met 26,6%

Tijdschrift Golfers Magazine Formule1.nl Hockey.nl Runner's World

Verschijningsvorm

9 x per jaar 19 x per jaar Maandelijks Maandelijks

2011 19.375 17.287 6.163 38.3692012 18.458 15.637 5.664 33.9172013 13.022 11.320 5.070 31.8932014 Q1 11.970 10.304 4.563 36.878Oplage over 3 jaar Daalt met 38,2% Daalt met 40,4% Daalt met 26,0% Daalt met

3,9%

Tijdschrift Het Wandelsportmagazine

Waterkampioen Zeilen Helden Magazine

Verschijningsvorm 5 x per jaar Maandelijks Maandelijks 1 x per kwartaal

2011 32.150 34.168 23.905 -2012 34.576 29.673 22.499 29.4832013 35.026 28.264 16.893 33.1272014 Q1 33.988 26.001 15.441 34.899Oplage over 3 jaar Stijgt met 5,7% Daalt met

23,9%Daalt met 35,4%

Stijgt met 18,4%

Uit de bovenstaande tabellen valt te concluderen dat bijna alle oplagen dalen. Slechts twee tijdschriften zijn over drie jaar gestegen. Runner's World herpakte zich in het eerste kwartaal van 2014, maar deed dat niet sterk genoeg om de daling uit de jaren daarvoor weg te poetsen. Het Wandelsportmagazine is sinds 2011 gestegen, maar zag de cijfers ten opzichte van 2013 wel dalen. Er is maar één tijdschrift dat een constante stijgende lijn te pakken heeft: Helden Magazine.

HeldenHet sportbrede Helden Magazine komt één keer per kwartaal uit. De interesse van de doelgroep van het blad gaat verder dan alleen sport.7 Het tijdschrift heeft daarnaast een website waarop interviews en columns staan rondom de actualiteit. Ze richten zich online niet op nieuwsberichten en uitslagen.

12

De totaal betaalde gerichte oplage van het tijdschrift steeg bijna met 5,5 duizend tussen 2012 en het eerste kwartaal van 2014.

Zo lijken Frits en Barbara Barend een verstandige beslissing te hebben genomen door Helden Magazine vanaf 1 januari 2014 zelf uit te geven. In de jaren daarvoor hoorde het tijdschrift bij Sanoma.21 De familie Barend is een bekende in televisieland. Frits en Barbara zijn veel te zien op tv in bijvoorbeeld talkshows, waarbij zij vaak de naam Helden Magazine laten vallen, wat een vorm van gratis reclame is voor het tijdschrift. Er zit een duidelijke visie achter elke editie van het blad, vertelt redactie-assistente Lysette Dammers. 'We houden altijd de wensen van lezers in het oog. Mensen mailen ons en reageren ook op de social media. Daarnaast houden wij regelmatig een lezersonderzoek waardoor we te weten komen waar de interesse van de lezer ligt. We vragen ons altijd af wat beter kan en blijven evalueren.'

Met de interesses van de lezer wordt rekening gehouden en de redactie heeft daarnaast voor ieder nummer een thema. 'En dan gaan we kijken welke sporters in dat thema passen, tegelijkertijd helden zijn (ze moeten dus al iets gepresteerd hebben in hun vakgebied en bekend zijn) en een goed verhaal hebben. We letten op de verhouding tussen verschillende sporten. Vijftig procent is voetbal, omdat dat toch de grootste en meest bekeken sport is, en vijftig procent andere sporten.'

De redactie koos heel bewust voor een verschijningsvorm van één keer per kwartaal. 'Het moet exclusief blijven en sporters moeten het bijzonder blijven vinden om in Helden te staan. Maar het belangrijkste is dat we de tijd willen nemen om een mooi tijdschrift te maken. We willen kwaliteit leveren en ervoor zorgen dat alle verhalen perfect zijn. Dat is op wekelijkse basis niet te doen. Daarnaast wees onderzoek uit dat vaker verschijnen dan zes keer per jaar geen meerwaarde zou hebben, ook kostentechnisch gezien niet. Voor een weekblad is geen markt', aldus Dammers. Uiteindelijk koos de redactie dus voor een verschijningsvorm van één keer per kwartaal.

Ook op de advertentiemarkt gaat het goed met het magazine. 'De advertentie-inkomsten blijven stijgen, ook na het vertrek bij uitgever Sanoma. Frits Barend (een van de twee hoofdredacteuren en mede-eigenaar) is een goede verkoper en graag geziene gast bij potentiële adverteerders. Hij hanteert een zeer persoonlijke aanpak. Ook de wensen van de adverteerders houden we altijd in de gaten. Daar springen we op in met het bieden van een totaalpakket, inclusief online en social media, en op maat gesneden redactionele producties en advertorials.'

Sportbreed weekbladOnderstaande grafieken verdelen de oplagen van alle sporttijdschriften die in het bestand van HOI staan in groepen. De totaal betaalde gerichte oplage van de groep is gedeeld door het aantal tijdschriften, zodat de grafieken niet compleet uit verhouding worden getrokken. Daarnaast zou het ook geen goed beeld geven omdat van de eerste periode(n) van Helden Magazine en ELF Voetbal Magazine geen cijfers (bekend) zijn. De getallen zijn afgerond. De eerste grafiek laat de verschillen zien tussen de sportbrede en specifieke sporttijdschriften.22

21Helden magazine met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 naar familie Barend (2014). Internet: http://www.sanoma.nl/pagina/persnieuws/helden-magazine-met-terugwerkende-kracht-1-januari-2014-naar-familie-barend/ (geraadpleegd op 10 september 2014).22Oplagecijfers via Hollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

13

Sportbreed Specifiek0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

40000

2011201220132014 Q1

Het enige sportbrede tijdschrift is Helden Magazine. De betaalde oplage van dat blad is tussen 2012 en het eerste kwartaal van 2014 gestegen, met 18,4%. De oplagen van de specifieke sportbladen zijn gemiddeld jaarlijks gedaald, over drie jaar met 21%.

Wanneer de tijdschriften per verschijningsvorm worden verdeeld, valt op dat alle oplagen dalen. Of het nou om de weekbladen, maandbladen of tijdschriften gaat die nog minder vaak verschijnen.

Wekelijks Maandelijks Minder vaak0

20000

40000

60000

80000

100000

120000

140000

160000

180000

2011201220132014 Q1

Het enige tijdschrift dat wekelijks verschijnt, is Voetbal International (VI). De oplage van dat blad daalde flink, met 24,7% verdween bijna een kwart van de oplage in drie jaar tijd. Acht tijdschriften verschijnen maandelijks. Ook Formule1.nl hoort bij die groep aangezien dat blad negentien keer per jaar verschijnt en daarmee dichterbij een maandblad komt dan bij een weekblad. De oplagen van die tijdschriften daalden gemiddeld met 17%. Het opvallende is dat de magazines die nog minder vaak verschenen, een lichte stijging lieten zien van 2% over drie jaar. Dat kwam voornamelijk doordat 2012 en 2013 goede jaren waren voor die tijdschriften, aangezien ze toen gemiddeld stegen. Het Wandelsportmagazine is een van de succesvolste van die groep. Dat tijdschrift verschijnt vijf keer per jaar en was met het, tevens tot deze groep behorende, Helden Magazine het enige blad dat tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2014 steeg. Zij denken dat het 'geheim' achter de stijging van de

14

tijdschriften de lagere frequentie is. 'We denken dat mensen voor actuele berichten tegenwoordig het internet raadplegen. Voor de grotere achtergrondverhalen zijn tijdschriften interessanter en die staan over het algemeen meer in tijdschriften die minder vaak verschijnen', aldus een woordvoerder van de redactie.

2011 2012 2013 2014 Q10

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

40000

Totale oplage

Totale oplage

Bovenstaande grafiek geeft de ontwikkeling van de totaal betaalde gerichte oplagen van alle sporttijdschriften samen weer. De totale oplagen zijn sinds 2011 elk jaar gedaald. In totaal kelderden ze over drie jaar met 20,1%.

3.2 Kranten

Nederland kent anno 2014 geen sportkranten. In het verleden heeft het Algemeen Dagblad (AD) het wel geprobeerd met AD Sportwereld Pro. In 2008 kwam die eerste, tijdelijke sportkrant van Nederland op de markt. AD Sportwereld Pro verscheen vanaf 7 april. De krant zou vijf maanden lang gemaakt worden en daarna kon eventueel over een vervolg gesproken worden. De uitgeverij koos er in 2008 voor omdat het een bijzonder sportjaar was, vertelde algemeen hoofdredacteur Jan Bonjer aan Villamedia. 'De periode tussen april en september is met onder meer het EK Voetbal,

15

Wimbledon, de Tour de France en de Olympische Spelen één groot sportevenement.' Een abonnement kostte 19,95 euro per maand.23

De sportkrant draaide vrij goed. Bij de start werd uitgegaan van een totale oplage van 70.000, maar in juli 2008 verspreidde de redactie zelfs 104.500 kranten. Daarmee bereikte AD Sportwereld Pro dagelijks 250.000 lezers.24 Toch werd door uitgever AD Nieuwsmedia, toen nog een joint venture van PCM Uitgevers en Wegener (inmiddels heeft De Persgroep Nederland alle aandelen in handen), besloten om eind augustus van dat jaar de stekker uit de krant te trekken. 'Het project was bedoeld voor vijf maanden. Wij denken niet dat er ruimte is om, buiten deze sportzomer met het EK, de Tour en de Olympische Spelen, zes dagen per week een sportkrant te maken', zei Rob Okhuijsen, woordvoerder van AD Nieuwsmedia tegen het NRC.25 Het probleem zat hem vooral in de advertentiemarkt. 'Die is nog niet zo volwassen. Het blijkt moeilijker om adverteerders te vinden voor een sportkrant dan voor een gewoon dagblad.'

De sportkrant heeft evenveel opgeleverd als hij heeft gekost, liet bestuursvoorzitter Bert Groenewegen van PCM Uitgevers weten in hetzelfde artikel. Hij sloot niet uit dat er een vervolg zou komen als bijlage bij de krant op maandag en zaterdag. 'Uit het geslaagde experiment blijkt dat sport heel belangrijk is voor het AD.'

Aandacht voor sportHet Algemeen Dagblad bleef dan ook de krant met de meeste aandacht voor sport, zoals in onderstaande tabel te zien is. In die tabel staan de sportpagina's voor de schuine streep (/), daarachter staat het totale aantal bladzijden van de krant op die dag. Het gaat om de vijf landelijke kranten die het grootst zijn qua oplage (zie de tweede tabel). Magazines of bijzondere, eenmalige katernen van kranten zijn niet meegerekend. Ook de digitale zondagkrant van De Telegraaf is niet meegenomen omdat het de vergelijking scheef zou trekken aangezien de andere redacties geen zondagseditie hebben. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met het feit dat De Telegraaf in april nog op broadsheet-formaat werd uitgebracht, waardoor het grotere pagina's had. De sport van maandag stond in die krant in een apart katern met pagina's in tabloidformaat. De kranten zijn gedurende april geteld, het gaat over meerdere weken en edities dus, vandaar dat er bij 'rest van de week' van De Telegraaf en De Volkskrant een getal achter de komma staat.

De Telegraaf Algemeen Dagblad

De Volkskrant

NRC Handelsblad

Trouw

Weekend 8/118 20/80 8/64 7/120 3/60Maandag 24/40 20/48 12/48 7/44 6/40Rest van de week

3/26,5 12/48 3,25/56 2/48 2/47

23AD lanceert tijdelijke sportkrant (2008). Internet: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/ad-lanceert-tijdelijke-sportkrant/ (geraadpleegd op 28 september 2014). 24Oplage AD Sportwereld Pro boven 100.000 (2008). Internet: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/Tech-Media/article/detail/964227/2008/07/02/Oplage-AD-Sportwereld-Pro-boven-100-000.dhtml (geraadpleegd op 28 september 2014). 25AD stopt met Sportwereld Pro (2008). Internet: http://vorige.nrc.nl/article1945514.ece (geraadpleegd op 28 september 2014).

16

Gemiddeld % sport per dag (afgerond)

18,7 27,8 10,1 6,4 6,2

Na het Algemeen Dagblad besteedt De Telegraaf de meeste aandacht aan sport. Die twee kranten hebben ook de grootste totaal betaalde gerichte oplagen, zoals in de tabel hieronder te zien is. 26

De Telegraaf Algemeen Dagblad

De Volkskrant

NRC Handelsblad

Trouw

2011 542.822 392.272 236.379 186.671 92.038 2012 521.778 383.045 231.194 185.304 91.4762013 Q1 483.041 377.418 238.165 180.120 92.2562013 Q2 475.339 370.446 232.888 176.244 91.8452013 Q3 488.902 365.912 226.982 170.599 90.3382013 Q4 462.651 364.234 228.622 172.989 90.8002014 Q1 454.543 353.816 223.774 163.077 89.412

In bovenstaande tabel is te zien dat de oplagen van alle kranten dalen. De digitale resultaten vangen dat enigszins op. Waar in 2013 de totaal betaalde gerichte oplage van de vijf grootste kranten digitaal nog 148.348 bedroeg, was dat in het eerste kwartaal van 2014 al 182.282.

De Telegraaf en het AD zijn dus de grootste kranten qua betaalde oplagen en hebben tevens de meeste aandacht voor sportnieuws, in pagina's uitgedrukt. Volgens chef sport Wessel Penning van het AD is die link tussen sport en de populariteit van een dagblad logisch. 'Het zijn de populairste kranten, de kranten van het volk. Sport is ook iets van het volk. Van de brede lagen van de bevolking. Kranten met de grootste oplagen hebben een soort populair karakter en daar past sport perfect bij. Sport is winnen en verliezen, dat vinden mensen interessant.'

Volgens Penning is sport ontzettend belangrijk voor zijn krant. 'De lezer van het AD vindt sport interessant. Het is het unique selling point van de krant. Er is geen dagblad in Nederland waar sport zo belangrijk voor is als voor het AD. Die vele pagina's aan sport maak je natuurlijk voor de lezer, de doelgroep. Die weet wat het van het AD kan verwachten.'

SpeerpuntDe tegenpool van het AD is Trouw. Die krant besteedt gemiddeld slechts 6,2% van het aantal pagina's aan sport. Volgens chef sport Henk Hoijtink van die krant komt dat doordat sport geen speerpunt is voor Trouw. 'Dat weet je als je hier komt werken. Levensbeschouwelijke zaken als filosofie en sinds enige tijd ook duurzaamheid krijgen de voorkeur. Sport is niet het allerbelangrijkste voor de krant.' Hij vindt het te kort door de bocht om te stellen dat Trouw de kleinste oplage heeft doordat het de minste aandacht besteedt aan sport. 'Daar is geen direct verband tussen te leggen. Wij krijgen zowel reacties van mensen die vinden dat er te veel sport in de krant staat als van lezers die vinden dat er te weinig aandacht besteed wordt aan sport. Als uit onderzoek zou blijken dat er daadwerkelijk een nieuwe groep abonnees aangetrokken zou kunnen worden door meer sport in de krant dan zou er vanzelf wel een verschuiving plaatsvinden.'

26Oplagecijfers via Hollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

17

Zijn collega van het AD, Wessel Penning, is het met Hoijtink eens. 'De lezers van Trouw zitten niet op veel sport te wachten. Hetzelfde geldt overigens voor die van De Volkskrant en het NRC Handelsblad. Ik denk niet dat het rendabel zou zijn voor die kranten om er sport in te zetten. Anders hadden ze dat allang gedaan. Ik lees ook De Volkskrant en vind dat daar genoeg sport in staat. Als ik meer sport wil, dan ga ik wel naar AD Sportwereld.'

VerschuivingPenning merkt wel een bepaalde verandering binnen de dagbladenmarkt. 'Kranten gaan steeds meer op de stoel van tijdschriften zitten. We zorgen voor iets meer duiding en hebben langere stukken. De toekomst zal waarschijnlijk ook zijn dat het nieuws online staat en dat de kranten voor de duiding en reportages zijn. Maar ik zeg niet dat kranten tijdschriften worden want dat kan niet. Er zal altijd wel nieuws in moeten staan om het verhaal van de dag te zijn. Maar je zal wel voor duiding rondom de actualiteit moeten kiezen.'

3.3 Internet

Er zijn in Nederland niet veel websites die sportbreed zijn. Het bedrijf VINEX (Verenigde INternet EXploitanten) doet maandelijks onderzoek naar het bereik van de websites en applicaties van merken in Nederland.27 In de top 50 van augustus staat slechts één sportmerk: (het inmiddels tijdschriftloze) NUsport op plek 45. Met 12.675.000 bezoeken in die maand heeft NUsport met zijn website en 27Onderzoekscijfers via VINEX (2014). Internet: http://www.vinex.nl/resultaten/archief/2014/ (geraadpleegd op 22 september 2014).

18

applicatie 10,5% van de Nederlandse mannen en vrouwen van dertien jaar en ouder bereikt in die maand. Dat percentage staat gelijk aan 1.480.080 unieke bezoekers. NUsport is een onderdeel van NU, dat in die top 50 de hoogst genoteerde nieuwssite is met een bereik van 47,7% en 177.588.000 bezoeken in de maand augustus.

NUsportChef Daan Smink van NUsport denkt dat zijn werkgever zo groot is geworden door de snelle, bondige en overzichtelijke manier van het nieuws weergeven. Toch merkt hij een verschuiving. 'Mensen krijgen steeds meer aandacht voor diepgang. Wij zien dat lezers steeds langer in een artikel blijven hangen. Dat komt omdat bijna iedereen inmiddels alles online leest. Vroeger keken mensen alleen voor het snelle nieuws online, nu worden kranten steeds minder gelezen. De behoefte aan achtergrond en verdieping blijft echter wel. Die zoeken ze nu online. Daarom zorgen wij voor steeds meer lange interviews, columns en duiding. Het belangrijkst blijft echter altijd het snelle nieuws. Mensen moeten in één oogopslag weten wat er speelt.'

NUsport heeft een paar zogenoemde pijlersporten. 'Voetbal, wielrennen, schaatsen en Formule 1. Je merkt dat het publiek in die sporten de meeste interesse heeft. Voetbal is de koning. 50 tot 60% van onze site is voetbal. Maar we gaan wel voor een mix. Als er tien voetbalberichten boven elkaar staan, trek ik aan de bel', aldus Smink.

Websites kranten De grootste concurrentie voor NUsport komt van de dagbladen.12 Telesport is het enige andere sportbrede medium dat opgenomen is in het onderzoek van VINEX. De sporttak van De Telegraaf staat met een bereik van 7,5% echter wel op grote afstand. Telesport werd in augustus 5.111.000 keer bezocht. De andere dagbladen hebben ook een online sportkatern, maar daar wordt naar doorgeklikt vanuit de website van de krant. Dat is dus geen aparte site.

Henk Hoijtink, chef sport van Trouw, heeft steeds meer aandacht voor de website. 'We gaan in de toekomst meer doen met de website, nu staan er hoofdzakelijk berichten van het ANP op en zijn de redactie van de krant en het internet nog erg gescheiden. We zullen geen erg andere keuzes maken dan in de krant en niet al het nieuws pakken maar juist voornamelijk lange stukken maken. Die blijken, gek genoeg, heel goed gelezen te worden.'

Bij het AD hanteren ze een andere formule online. Chef sport Penning geeft aan dat zij juist voor de korte stukken gaan. 'Online hebben we de voorkeur voor de lekkere berichten. Het mag iets aantrekkelijker, berichten die je misschien niet direct in de krant zou zetten omdat het onderwerp te klein is maar die het online wel goed doen. Die op het internet rondzingen en waarover gesproken wordt. Online moet je kort zijn, volgens mij. Maximaal driehonderd woorden. Ik snap wel dat bij Trouw de langere artikelen goed gelezen worden. Dat ligt aan het medium. AD.nl is een soort NU.nl. Een nieuwsmerk. Dat is een enorm verschil met Trouw natuurlijk.'

Verder zijn er nog de websites van de televisiekanalen en omroepen die aandacht hebben voor verschillende sporten. Sport1, FOXsports, NOS, RTL, Eurosport en de regionale omroepen besteden online in beeld, geluid en/of tekst aandacht aan sport.

Digitale magazines Naast NUsport, de dagbladen, de omroepen en de televisiekanalen zijn er de online tijdschriften.

19

Sportschrijvert.nl startte in oktober 2013 met het ambitieuze idee om de plek van de sportbrede tijdschriften in te nemen.28 Grote namen uit de sportjournalistiek als Edwin Winkels, Iwan Tol, Edwin Struis, Diana Kuip en Remco Regterschot hadden zich verenigd om de site te vullen. Dertig à veertig journalisten meldden zich bij de oprichting al bij initiatiefnemer Jan Willem Zeldenrust om mee te werken aan het digitale sporttijdschrift. Zeldenrust wilde een site met lange verhalen die online nergens anders te vinden waren. Per week moesten er twee artikelen online komen, die dertig cent per stuk kostten. Uiteindelijk moest dat aantal groeien naar vijf tot zeven artikelen per week. De auteurs kregen een vaste vergoeding. Hij noemde als voorbeelden het literaire voetbalblad Hard Gras en de verdwenen tijdschriften Sportweek/NUsport en Johan (een voetbalblad). 'Het wordt een mix van goed geschreven, beschouwende verhalen en verhalen met een literaire inslag', vertelde Zeldenrust aan De Volkskrant. Later zouden ook fotoseries en gefilmde reportages online komen te staan. 'Mensen willen geen tijdschrift meer kopen waarin ze veel verhalen overslaan', zei Zeldenrust. Het tijdschrift werd aangekondigd op het moment dat NUsport de stekker uit het tijdschrift trok. 'Hoe jammer ik het ook vind, het einde van NUsport komt ons goed uit.' Zeldenrust zag dat mensen steeds meer digitaal gingen lezen. 'Er is een omslag gaande. De manier van lezen wordt anders, digitaal. Vooral de groep van 25 tot 35 jaar is internetminded.' Niet iedereen was direct enthousiast. Zo reageerden veel collega's uit de journalistiek sceptisch op het plan van Zeldenrust. 'Het is logisch dat mensen buiten de journalistiek het meest enthousiast waren. De meeste journalisten zijn gewend aan papier, aan traditionele uitgaven.'

Een halfjaar later lijken de ambitieuze plannen echter alweer in de prullenbak te zijn verdwenen. Het laatste artikel dat verschenen is, dateert van 13 maart 2014. De redactie was niet bereikbaar voor een reactie.

Een online sporttijdschrift dat wel succesvol loopt, is SportAmerika. Dat tijdschrift heeft oog voor de Amerikaanse sportwereld, met honkbal, ijshockey, american football en basketbal als pijlers. De redactie vult de site met nieuws over Amerikaanse sporten en komt daarnaast wekelijks met een gratis en digitaal magazine. Het is ook niet zo dat het zeventig pagina's tellende weekblad vol staat met reclame. Zo staan er in de meest actuele editie op het moment van raadplegen29 slechts vier advertenties in het tijdschrift. Maar waar haalt de redactie het geld dan vandaan? 'Mijn eigen geld zit erin. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby', legt oprichter en hoofdredacteur Neal Petersen uit. Hij verdient er niks aan, maar dankzij het succes en daarmee de stijgende advertentie-inkomsten kost het inmiddels ook niks meer. Daarnaast werkt hij met een volledig vrijwillige redactie. 'Ik ben in 2011 begonnen met berichten uit het Engels te vertalen. Mijn doel was om de Nederlanders in aanraking te laten komen met de Amerikaanse sporten. Ik had toen al het idee dat er altijd wel een markt is, zolang je het maar goed aanpakt. Uiteindelijk kreeg ik steeds meer aanmeldingen van mensen die op vrijwillige basis wilden schrijven en werd de markt groter en groter. Inmiddels bezoeken ruim honderdduizend mensen per maand de website en wordt het tijdschrift dagelijks duizend tot tweeduizend keer bekeken. Dat aantal stijgt nog steeds. Elk jaar komen er weer zo'n twintigduizend bezoekers per maand bij.' Hij maakt een duidelijke splitsing tussen de verhalen op de website en in het digitale magazine. 'Op de website staat de actualiteit en in de tijdschrift komt de verdieping. De NBA is voor ons het belangrijkst, daarna komen de NFL en het

28Onkenhout, P. Sportschrijvert.nl: nieuwe verhalensite vervangt verdwenen sportbladen (2013). Internet: http://www.volkskrant.nl/media/sportschrijvertnl-nieuwe-verhalensite-vervangt-verdwenen-sportbladen~a3525454/. (geraadpleegd op 18 september 2014).29SportAmerika Magazine (2014). Internet: http://www.sportamerika.nl/sportamerika-magazine-42-nba-2014-2015-preview (geraadpleegd op 23 oktober 2014).

20

honkbal. Het is vooral belangrijk dat je consequent bent. Als je over elke wedstrijd een verhaal wil schrijven, moet je dat constant doen of anders helemaal niet.' Hij kiest bewust niet voor een papieren tijdschrift. 'Papier is ten dode opgeschreven. Alles wat gedrukt is, valt om. Daarnaast zijn de productiekosten wanneer je het weekblad laat drukken een stuk hoger.'

Conclusie Het wordt voor een sportbreed weekblad lastig om een plekje in het sportmedialandschap te verwerven. Het AD en De Telegraaf komen dagelijks al met heel veel sport en achtergronden, sites als NUsport bieden het gratis aan en brengen steeds meer lange stukken en daarnaast is er nog de concurrentie van specifieke sportbladen en het Helden Magazine. Digitaal lijkt er echter wel een kans te liggen, maar dan moet het wel gratis zijn. Het online weekblad SportAmerika is daar een goed voorbeeld van. Dat weet zich knap staande te houden terwijl het publiek nog kleiner is dan bij een sportbreed weekblad, aangezien het zich alleen richt op Amerikaanse sporten en de liefhebbers daarvan. Dat mensen niet willen betalen voor digitale sportverhalen is te zien aan het snelle stoppen van Sportschrijvert. Wat verder opvalt is dat de sporttijdschriften die het minst vaak verschijnen over drie jaar een stijging vertonen, terwijl de maand- en weekbladen hun oplagen hard zagen dalen. Mensen lijken daarmee de voorkeur te geven aan achtergrond in plaats van actualiteit in een tijdschrift. Ook vinden ze een tijdschrift dat wekelijks of maandelijks verschijnt blijkbaar te veel.

Hoofdstuk 4: Waarom ging het met de Nederlandse sportbrede weekbladen mis?

In het verleden hebben er slechts drie sportbrede weekbladen bestaan in Nederland.30 Sport International was hoofdzakelijk een maandblad maar is in 1998 even overgegaan op een wekelijkse verschijningsvorm, Sportvisie en Sportweek/NUsport zijn altijd een weekblad geweest. Overigens heeft er buiten Helden Magazine sowieso geen ander sportbreed tijdschrift bestaan dan deze drie in Nederland.

30Koninklijke Bibliotheek (2006). Het tijdschriftenboek. Waanders Uitgevers. 21

In dit hoofdstuk staat centraal waarom de sportbrede weekbladen geen stevige voet aan de grond hebben gekregen in het Nederlandse tijdschriftenlandschap. De drie tijdschriften die in 1998 de strijd met elkaar aangingen komen aan bod. Van Sportvisie wordt kort de inhoud besproken en bekeken waarom het zo snel al mis is gegaan. Dit gebeurt op een andere manier dan bij Sportweek/NUsport omdat Sportvisie nog geen twee maanden de kans heeft gehad om een plek te verwerven in de tijdschriftenmarkt. Dat blad verdween alweer in 1998. De redactie van toen was dan ook niet meer te bereiken. De analyse van Sport International en Sportweek/NUsport is drieledig: de inhoud wordt besproken, het verloop en de vraag waarom het mis is gegaan. Dat alles in gesprek met journalisten die betrokken waren bij de tijdschriften.

4.1 Sportvisie

Naam: SportvisiePrijs: eerst 1 gulden, later 3,50 gulden.Hoogste oplage: 300.000Laagste en gemiddelde oplage niet bekendOpgericht: augustus 1998Opgeheven: september 1998

22

Het verhaal rondom Sportvisie was al snel afgelopen. Het blad werd begin augustus op de markt gebracht door uitgeverij TV Sport Magazine BV. De oplage die verspreid werd, bedroeg 300.000 exemplaren. Het weekblad mikte op meer dan alleen de grote sporten. Ook kleiduiven schieten, snookeren en mountainbiken moesten aandacht krijgen volgens de redactionele formule. Het was belangrijk dat 'de mens achter de sport' centraal stond. Veelbelovende woorden, maar nog geen twee maanden nadat de eerste editie werd uitgebracht besloten de financiers er al mee te stoppen.31 Er bleek te weinig belangstelling voor het blad.32 Op de volgende pagina is de inhoudsopgave van het eerste nummer te zien.33

Wanneer de inhoud van Sportvisie bekeken wordt, valt inderdaad op dat niet alleen de grootste sporten aandacht kregen. Ook over sporten als zijspancross, duivensport en bodybuilden verschenen artikelen in het tijdschrift. De cover was tevens altijd gevuld met een combinatie van verschillende sporten. Voetbal bleef echter wel veruit het belangrijkst in het tijdschrift (zie bijlage).

31De Rek, W. 'Sportliefhebbers willen heus wel lezen' (1998). Internet: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2698/Sport/archief/article/detail/460609/1998/09/19/Sportliefhebbers-willen-heus-wel-lezen.dhtml (geraadpleegd op 29 april 2014). 32Alberts, W. Te klunzig (1998). Internet: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1998/september/18/te-klunzig-7415166 (geraadpleegd op 29 april 2014).33

23

Foto via wielersportboeken.nl

Foto via wielersportboeken.nl

24

4.2 Sport International

Naam: Sport InternationalPrijs: 3,25 gulden (als weekblad)Hoogste oplage: 50.000Gemiddelde oplage: 30.000Laagste oplage: 20.000Opgericht: 1981Opgeheven: 2006

Het tijdschrift Sport International (SI), het zusterblad van VI, bestond al sinds 1981.34 Het was 'een blad voor de geïnteresseerde leek' maar voornamelijk opgericht ter verdediging van het bolwerk VI, legt oud-hoofdredacteur van zowel het voetbal- als het sportbrede blad Cees van Cuilenborg uit. 'Veel uitgeverijen hadden plannen voor een sportblad. Wij waren de leider en eigenlijk ook de enige op de markt en besloten toen als redactie om een zusterblad te beginnen. We deden dat uit defensief oogpunt. We wilden niet dat anderen op de markt kwamen. Het doel was niet per se om geld te verdienen maar meer om het bolwerk VI te beschermen. Daarnaast vonden we het leuk en spannend. We waren op de redactie allemaal liefhebbers van het maken van tijdschriften. Doordat we met VI al zoveel winst maakten durfde de uitgever ook wel een risico te nemen.'

Het tijdschrift, dat op de zomer van 1998 na altijd een maandblad is geweest, was in de eerste jaren succesvol. 'Het ging in het begin verrassend goed. Er werd in VI aandacht aan besteed, waardoor we een goed podium hadden waarop we reclame konden maken. We hadden ook wat leuke voetbaldingen erin staan. Maar na het eerste enthousiasme werd het minder. Het was heel zwaar om met één redactie twee tijdschriften te maken. De meeste redacteuren vonden VI toch belangrijker waardoor we besloten een eigen redactie voor SI te maken. Die bestond uit drie man plus freelancers. De kosten stegen daardoor terwijl het enthousiasme bij de lezer verdween. We maakten geen winst meer.'

Dalende oplage In die jaren was Van Cuilenborg alleen hoofdredacteur van VI, maar toen het minder ging, besloot hij zich toch weer toe te leggen op SI. 'We gingen samenwerken met Belgische tijdschriften en het Amerikaanse Sports Illustrated. Wij konden van hun specials gebruik maken en Sports Illustrated was daarnaast een grote naam waaraan we ons verbonden. De oplage liep toen even op maar al snel kwam de klad er weer in.'

In 1998 werd de formule veranderd. Vanaf dat jaar was SI geen maandblad meer, maar kwam het één keer in de week uit. Dat was wederom een beslissing ter verdediging van VI, maar dit keer pakte het niet goed uit. 'We wilden de markt in 1998 opnieuw beschermen. We hadden toen echter al duidelijk gemaakt dat het alleen in die sportzomer zou zijn. We hadden veel kennis en contacten bij

34Koninklijke Bibliotheek (2006). Het tijdschriftenboek. Waanders Uitgevers. 25

Foto via www.kb.nl

drukkerijen en konden snel schakelen van maand- naar weekblad. Het werd echter wel allemaal te geforceerd waardoor we het niveau dat we gewend waren van VI en het SI van voor de omschakeling niet konden halen.'

Het maandblad verdween acht jaar later. In 2006 werd besloten om alleen nog maar rondom grote sportevenementen uit te komen.35 Sindsdien is er echter niks meer vernomen van het sportbrede tijdschrift. 'SI was toch een bijproduct van VI en de rek was er op een gegeven moment echt uit. Alle concurrenten (op Sportweek/NUsport na) waren ook al verdwenen en VI beschermen was niet meer nodig. We stopten met als stok achter de deur dat we nog specials konden maken rondom grote evenementen. Er bleek gewoon niet voldoende markt voor het blad. De hoogste oplage die we hebben bereikt was 50.000, de laagste 20.000 (aan het einde) en het gemiddelde lag ongeveer op 30.000', legt Van Cuilenborg uit.

Hobbyisme Het blad heeft het 25 jaar volgehouden. De oud-hoofdredacteur geeft toe dat er nooit echt winst mee is gemaakt. 'Het maken van het tijdschrift kwam voor een groot deel voort uit hobbyisme. We mochten van de uitgever doorgaan omdat we met VI zoveel winst maakten. Daar mocht wel wat van in SI worden gestoken. We kregen een unieke vrijheid maar zakelijk gezien was het niet verantwoord.'

Op de advertentiemarkt liep het wel goed. 'Adverteerders vinden was niet zo moeilijk. We kwamen maar eens per maand op de markt (op die periode in 1998 na). Als adverteerders een contract afsloten met VI konden ze voor een zacht prijsje ook in SI staan', legt Van Cuilenborg uit.

InhoudWat opvalt wanneer de inhoud van Sport International bekeken wordt, is dat er ontzettend veel aandacht voor voetbal was. In het 64 pagina's tellende weekblad werden gemiddeld bijna twintig bladzijden (zie bijlage 2) gevuld met voetbal. Dat kwam volgens Van Cuilenborg door de interesse van de Nederlander. 'Misschien hadden we te veel voetbal, maar als de belangstelling terugliep deden we dat expres om weer meer mensen te trekken. Dan werd in VI gezegd dat ook in SI voetbal stond, maar dat er in dat tijdschrift op een andere manier over werd geschreven. Nederland is nou eenmaal erg gericht op voetbal. In de zomer hebben we wel een beetje aandacht voor wielrennen en in de winter voor schaatsen maar daar houdt het dan ook mee op. In landen als Duitsland en Frankrijk zie je dat sporten als Formule 1 en basketbal veel meer leven. Nederland is heel eenzijdig. Er zijn maar kleine groepen die in andere sporten dan voetbal geïnteresseerd zijn.' De cover was meestal gevuld met een combinatie van verschillende sporten.

4.3 Sportweek/NUsport

35Sport International Evenementenblad (2005, 22 oktober). De Stentor. 26

Naam: eerst Sportweek, later NUsportPrijs: van 2,50 tot 4,25 gulden en van 2,25 tot 2,95 euroHoogste oplage: 80.000Gemiddelde oplage: 30.000-35.000Laagste oplage: 15.000Opgericht: 1998Opgeheven: 2013

Het sportbrede weekblad dat het laatst opgeheven werd, was NUsport. Sportweek overleefde de concurrentiestrijd van 1998 en hield het ook daarna nog vrij lang vol. Toch vond uitgever Sanoma het in 2010, twaalf jaar na de oprichting, tijd voor een fusie met NUsport.36 Dat had niet direct met slechte verkoopcijfers te maken, vertelt de laatste hoofdredacteur van het tijdschrift, Rogier van 't Hek. Hij begon op 1 april 2012 bij NUsport. 'Ze wilden binnen één bedrijf (Sanoma) niet met twee sportmerken werken. Dat vond de directie wat overdreven. Daarom werd besloten de krachten te bundelen. NU was een grotere merknaam dan Sportweek volgens deskundigen binnen de uitgeverij, waardoor ze onder die titel verder gingen. Op deze manier konden ze als één merk de advertentiemarkt op en ook nog eens online en print aanbieden.'

De fusie verliep niet soepel volgens Van 't Hek. 'Het ging te langzaam, de redactie was nog te groot. Ze hadden gelijk efficiënter aan de slag moeten gaan. Nu was de huishouding te duur. Ze hadden beter en eerder moeten nadenken over de omslag. De oplagedaling die was ingezet bij Sportweek werd even aangetrokken, maar dat was voornamelijk omdat mensen nieuwsgierig waren en door de acties die gehouden werden. De daling is daarna weer ingezet en toen zakte het vrij snel in elkaar. Het werden vijfduizend abonnees minder per kwartaal. De merknaam NU is digitaal en wordt in niks gekoppeld aan papier. NU als weekblad, daar werden al grappen over gemaakt en toen het een maandblad werd konden mensen hun lol helemaal niet op. Het online publiek is heel anders dan dat van een maandblad. Het is de verkeerde strategie om te denken dat digitaal papier versterkt. Sportweek was een heel sterke naam, waar je op multimediaal gebied veel meer mee had kunnen doen. Je had beter onder die naam verder kunnen gaan. NU was toen ook nog niet zo bekend. Als je zei dat je van NUsport was, wisten mensen vaak niet waar je het over had. Bij 'het oude Sportweek' ging wel een lampje branden. Sportweek had daarnaast al een goede website. De toon van dat tijdschrift was heel herkenbaar en trok een bepaald publiek. De les is dat iedereen goed moet oppassen met het veranderen van een merknaam.'

Het eindeEind 2012 koos NUsport ervoor om als maandblad verder te gaan. Dat was het laatste redmiddel 36Fusie NUsport en Sportweek (2010). Internet: http://mobiel.nu.nl/overig/2224689/fusie-nusport-en-sportweek.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

27

Foto via www.catawiki.nl

volgens de oud-hoofdredacteur. 'Die beslissing is wel wat overhaast genomen maar door bezuinigingen werd de redactie te klein voor een weekblad. We bleven met zijn vieren over, maar zelfs dat was eigenlijk al te duur. Ze wilden print zo graag in stand houden, maar er was geen doordacht plan. We wilden met het maandblad nog twee tot drie jaar verder gaan, maar die tijd kregen we niet. We hadden aan het einde nog maar negenduizend abonnees.'

Uiteindelijk kwam een jaar na de omslag van week- naar maandblad het nieuws dat NUsport opgeheven werd. 'Sportweek/NUsport had vanaf dag één het water aan de lippen staan. De oplage was redelijk groot, maar dat kwam voor een groot deel door acties. Vier tijdschriften voor vijf euro bijvoorbeeld. Daar hou je jezelf mee voor de gek en je verdient er ook niet veel aan. Op een gegeven moment moet je toch stoppen met die trucs en dan zakt alles in elkaar.'

Het opheffen van het tijdschrift was niet zo gek gezien de ontwikkelingen op de tijdschriftenmarkt volgens Van 't Hek. 'Wij hadden het ook nog kunnen rekken, maar het moet geen commerciële hobby worden. Je ziet dat ook de specifieke sporttijdschriften niet fantastisch lopen. Het Golfers Magazine loopt niet goed, de wielerbladen alleen dankzij de Tour. Dat is de inkomstenbron voor andere edities. VI heeft nog genoeg vlees op de botten. Mensen lezen dat blad al hun hele leven, dat is een soort Donald Duck. Maar ook zij duiken straks onder de 100.000 qua oplage. Dan worden ze minder aantrekkelijk voor adverteerders en zullen daar ook ontslagen vallen. Dat zorgt dan weer voor minder kwaliteit. In deze tijd heeft niemand VI ook meer nodig voor de uitslagen, die heb je allang gezien op het internet. Het oude publiek is het enige dat nog wil lezen. Bij ons zag je ook dat het lezersbestand elk jaar een jaartje ouder werd.'

Sportcultuur Van 't Hek noemt ook het gebrek aan een echte sportcultuur in Nederland als een oorzaak achter het verdwijnen van NUsport. 'Er zijn te weinig grote competities en je kan niet constant terugvallen op dezelfde helden als Epke (Zonderland) en Ranomi (Kromowidjojo). De Eredivisie is al uitgehold en ook in het buitenland zijn er steeds minder grote sterren. Daarnaast zijn de Nederlanders alleen tijdens grote evenementen geïnteresseerd. Ze willen een oranje feestje, gezelligheid. Meer mensen keken opeens naar het wielrennen nadat Niki Terpstra Parijs - Roubaix won. Alleen incidentele successen trekken nog mensen. We hebben daarnaast weinig historisch besef. In de Angelsaksische landen wordt meer gedaan aan heldenverering. Wij doen bijvoorbeeld minder met een jubileum, leven meer in de waan van de dag. Je moet een land hebben waar de mensen 365 dagen per jaar sport ademen. Wij hebben veel te weinig mensen die van sport houden. De videobanden van de NOS van vroeger, daar is gewoon overheen gespoeld. Zoiets zie je echt alleen in Nederland. Er bleken maar weinig sportbrede liefhebbers te zijn. De Nederlander heeft alleen aandacht voor wielrennen, schaatsen en voetbal. Op de redactie van NUsport zaten ook voornamelijk voetbalmannen die de rest als B-sporten zagen.'

Dat is tegelijkertijd de reden waarom Sportweek/NUsport zoveel aandacht besteedde aan voetbal. 'Voetbal was wel de belangrijkste sport in ons tijdschrift, ja. Je bent constant aan het hinken op twee gedachten: voetbal of andere sporten.'

Advertentiemarkt Naarmate de oplage verder daalde, toonden ook adverteerders steeds minder interesse. 'We kwamen in een vicieuze cirkel terecht. Door de dalende oplage werden we ook minder interessant voor adverteerders. Die werden steeds slimmer en gingen meten wat ze bereikten met hun

28

advertenties. Ze vonden onze oplage te laag. Daarnaast gingen ze eerder voor de bladen die op één sport gericht waren. Een merk dat hardloopschoenen wil verkopen gaat naar een tijdschrift over hardlopen en voor voetbalschoenen gaat een adverteerder naar VI.'

Interviews, interviews, interviews Nando Boers werkte voor Sportweek en later NUsport. Hij noemt het internet als een belangrijke reden achter het verdwijnen van het sportbrede weekblad, maar vindt ook dat zijn voormalige werkgever niet de goede journalistieke keuzes maakte. 'Het is belangrijk dat je onmisbare verhalen maakt. Sportweek/NUsport greep, vond ik, te makkelijk naar een interview met een speler. Je kreeg nooit lang de tijd met een speler waardoor er zelden echt goede verhalen uitkwamen. Er werd door de redactie steeds minder gezocht naar bijzondere en aparte verhalen, terwijl dat erg belangrijk is. Mensen moeten je tijdschrift willen lezen. Je moet ervoor zorgen dat je verhaal beter is dan dat van een ander of dat je iets hebt wat niemand anders heeft. Iets waarvan mensen denken: shit, dat wil ik lezen!'

Boers vond niet dat het blad te veel aandacht besteedde aan voetbal, ondanks dat met die sport vaak meer dan dertig pagina's gevuld werden en de cover zo goed als altijd voetbalgerelateerd was (zie bijlage 2). 'Ik vond die verhouding prima. Op televisie en in de kranten zie je het ook: voetbal is de koning. Daarna komt er heel lang niks en dan schaatsen en wielrennen. Vervolgens is er weer een gat en dan komen tennis en Formule 1. Voor voetballers zal het te weinig voetbal zijn geweest, voor anderen te veel.' De sportjournalist zag dat het lastig was voor zijn werkgever om de sportliefhebber op maat te bedienen. 'Een wielerliefhebber kon bij ons één verhaal over wielrennen lezen en bij een wielerblad tien. Je ziet dat in de hele tijdschriftenmarkt: algemene bladen hebben het moeilijk. Ook Nieuwe Revu, Elsevier en Vrij Nederland hebben het lastig. Special Interest bladen doen het beter. Iemand die alles over Formule 1 wil lezen, koopt een tijdschrift over Formule 1.'

ConclusieDe sportbrede weekbladen merkten dat het lastig was een markt te creëren groot genoeg om het tijdschrift goed te laten draaien. Louter door het gebruiken van trucjes konden de oplagen nog enigszins acceptabele hoogten bereiken. De meeste Nederlanders bleken toch voornamelijk voetbalfan. Met Voetbal International was en is er al een sterk blad voor dat publiek en daarnaast zijn ELF en Goal! er. Sportbreed geïnteresseerden bleken er in Nederland maar weinig te zijn. En de fans van andere sporten vonden weer dat hun sport te weinig aandacht kreeg. Zo hinkten de redacties steeds op twee gedachten: voetbal en andere sporten. Ook op de advertentiemarkt was het, vooral voor Sportweek/NUsport, niet makkelijk doordat adverteerders eerder kozen voor een specifiek sporttijdschrift waarmee ze direct de doelgroep bereikten (zoals hardlopers in Runner's World of voetballers in VI). Door de dalende oplagen werd het alleen maar lastiger om het blad aantrekkelijk te maken voor adverteerders. Het is daarnaast zo dat Sport International toch voornamelijk op de markt was om VI te beschermen. Bij Sportweek lijken er in de laatste jaren wat overhaaste beslissingen te zijn genomen. Het werd eerst NUsport en vervolgens een maandblad. De redactie was echter nog te groot, waardoor het veel geld heeft gekost en het ook de herkenbaarheid van het tijdschrift niet ten goede kwam. Sportvisie heeft niet echt de kans gehad om te slagen.

Hoofdstuk 5: Wat kan Nederland leren van het Belgische Sport/Voetbalmagazine?

29

In dit hoofdstuk wordt het Belgische Sport/Voetbalmagazine besproken. Dat sportbrede weekblad bestaat sinds 1992 en draait nog steeds vrij stabiel37. Ondanks het feit dat de markt in België kleiner is (11,1 miljoen inwoners38 tegenover de 16,9 miljoen in Nederland39), weet een sportbreed weekblad het daar wel vol te houden. In gesprek met de hoofdredacteur wordt het hele blad doorgelicht. Alle aspecten waarmee een sportbreed weekblad in deze tijd te maken krijgt, worden besproken: de dalende oplagen, de concurrentie, de digitalisering, de advertentiemarkt en de toekomst. Uiteindelijk wordt in de conclusie gekeken of de aanpak van het Sport/Voetbalmagazine ook in Nederland zou kunnen werken.

In België is het Sport/Voetbalmagazine nauwelijks weg te denken uit het medialandschap. Dat blad werd in 1992 opgericht na een fusie tussen het in 1980 opgerichte Sport

37Mondelinge bron: Jacques Sys, hoofdredacteur Sport/Voetbalmagazine.38Bevolkingscijfers per provincie en gemeente op 1 januari 2014 (2014). Internet: http://www.verkiezingen.fgov.be/fileadmin/user_upload/Registre/fr/statistiques_population/population-bevolking-20140101.pdf (geraadpleegd op 23 oktober 2014).39Bevolkingsteller CBS. (onbekend). Internet: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/bevolkingsteller.htm (geraadpleegd op 23 oktober 2014).

30

Magazine en het in 1981 opgerichte Voetbal Magazine. Het tweetalige blad (in Wallonië heet het Sport/Foot Magazine) heeft een oplage van tussen de 60.000 en 70.000.33

Het Sport/Voetbalmagazine is niet zonder slag of stoot tot een geschikte bladformule gekomen. Hoofdredacteur Jacques Sys, die sinds 1994 in die rol werkzaam is en in de twintig jaar daarvoor als verslaggever al werkte voor Sport 67, Sport Magazine en Sport/Voetbalmagazine, vertelt over die zoektocht. 'We hebben geëxperimenteerd met een maandblad, weekblad en een bijlage bij (het weekblad) Knack. Ook hebben we het geprobeerd met een Voetbal Magazine op woensdag en een Sport Magazine op donderdag, maar we merkten toch dat voetbal de locomotief was. Sinds een jaar of 20, 25 brengen we het blad zoals het nu is. Het is een moeilijke aanloop geweest naar de juiste formule, maar die hebben we nu gevonden.'

Verhouding sportenDe formule is als volgt: 'Tachtig procent voetbal en twintig procent andere sporten met een tweetalige redactie die door één man wordt geleid sinds twee jaar en die voor 65% dezelfde inhoud heeft.' Voor die tijd had het blad twee redacties (een Frans- en Nederlandstalige) die wel in één ruimte zaten maar verder vrij gescheiden opereerden. Inmiddels is Sys van beide redacties de hoofdredacteur.

Het sportbrede tijdschrift mikt op mensen die geïnteresseerd zijn in voetbal en een brede interesse hebben voor sport. 'We gaan in eerste instantie voor de voetballiefhebber, maar je merkt dat die vaak ook interesse heeft in wielrennen en andere sporten.' Sys verwacht niet dat fans van andere sporten dan voetbal een abonnement nemen op zijn tijdschrift. 'Het zou me verbazen wanneer een wielerfan voor één verhaal per week over wielrennen abonnee wordt. Er zijn namelijk ook gespecialiseerde wielerbladen in België.'

Toch hecht Sys wel waarde aan het bereiken van andere doelgroepen dan alleen de voetbalfan. 'Wij vinden het belangrijk om naast ons gewone tijdschrift ook een soort magabooks (combinatie tussen een magazine en een boek) te maken. Ik geloof heel sterk in die magabooks. Zo brengen wij er twee keer per jaar een uit over wielrennen. In februari één waarin we het seizoen presenteren en ook voor de Tour de France maken we er één. Dat doen we sinds 2004. Ook voor het WK hebben we er één gemaakt over de Rode Duivels en in het verleden over het Formule 1-seizoen. Dat is een aanvulling op het wekelijkse blad.'

Maar het belangrijkste deel van het budget gaat uit naar voetbal. 'Als het WK atletiek eraan komt, maken wij er wel een vooruitblik op. Dat is belangrijk, vooruitblikken op dat soort evenementen. Maar we zullen er nooit iemand naartoe sturen. Ook niet naar de Tour de France. Het reisbudget is voor het voetbal.'

Op de cover van het Belgische tijdschrift staat dan ook altijd een voetballer. 'Wij hebben ooit Kim Clijsters en Justine Henin op de cover gezet toen zij de finale speelden van Roland Garros. Dat was het minst verkochte blad van dat jaar (2003). Met alle respect voor die mensen, maar dat is het niet hoor. Er moet een voetballer op de cover staan. Men kijkt televisie en vindt Clijsters tegen Henin fantastisch, net als in Nederland Sven Kramer, maar koopt daar geen blad voor. Tegenwoordig maken we uitsluitend nog maar voetbalcovers. Jaren geleden stond er voor het laatst een wielrenner op. Zelfs toen Tom Boonen wereldkampioen werd, stond hij niet op de cover. Ons publiek is voetbalfan.'

31

Maar toch wil Sys niet honderd procent voor voetbal gaan. 'Ik kreeg onlangs nog een brief van een lezer die na tien jaar z'n abonnement had opgezegd. Hij vond het niet gevarieerd genoeg. Ook naar de advertentiewereld toe is het mooi dat je een omnisportblad maakt. Dat je kan zeggen: het is niet alleen voetbal, maar we brengen ook een overzicht van andere sporten. Dat vinden we belangrijk. We maken wat korte berichtjes en één of meerdere grote verhalen over andere sporten. Dat hangt ervan af. We maken voor Wimbledon bijvoorbeeld plaats voor het levensverhaal van Andy Murray. Ook hebben we ruimte gemaakt voor een artikel over de memorabele roeiwedstrijd Oxford - Cambridge. Het maakt je blad mooier, gevarieerder en aantrekkelijker dan puur en alleen maar voetbalverhalen. Je kan je ook makkelijker onderscheiden van kranten als omnisportblad. Maar de vraag is welke gevolgen het heeft voor de verkoop. Daar vrees ik voor. Onze lezer wil gewoon voetbal en af en toe een verhaal zoals dat over Murray. Maar daar moeten we niet te ver in gaan. Uit marktonderzoeken is gebleken dat 80/20 de juiste verhouding is. Die is al twintig jaar stabiel in ons magazine.'

InhoudSys richt het blad steeds minder in met interviews en steeds meer met reportages. 'We krijgen minder en minder tijd voor interviews van de clubs waardoor het nooit diepgaande gesprekken worden. We krijgen ook niet de gelegenheid om er mooie foto's bij te maken. Daarnaast wordt het allemaal nagelezen waarbij kritische passages worden geschrapt. De charme van het interview verdwijnt daardoor. Dat is het grote nadeel van ons vak, de grootste evolutie in negatieve zin.' De redactie kiest steeds vaker voor een reportage. 'We gaan even bij Lierse kijken om te zien wat Stanley Menzo (tijdens het interview nog trainer daar) heeft veranderd. We praten met Menzo zelf maar ook met anderen. Ook kijken we weleens over de grens. We bezoeken Belgische internationals die in het buitenland spelen. We gaan ook naar Duitsland. In oktober is het 25 jaar geleden dat de muur viel. Dan gaat er iemand langs de voormalige grote Oost-Duitse clubs om te zien wat daarvan over is gebleven.'

ConcurrentenDe hoofdredacteur vindt de Belgische markt voordeliger dan de Nederlandse voor een sportbreed weekblad, simpelweg omdat de concurrentie qua tijdschriften kleiner is. De kranten zijn de grootste concurrenten. 'Er zijn wel een paar magazines geweest, maar die zijn na een korte tijd een stille dood gestorven. Er is naast ons op de Belgische markt ook geen plaats meer. Maandbladen zijn er wel, maar van die concurrentie hebben wij geen last. Van de dagbladen meer. De kranten publiceren enorm veel sport. Op maandag staan er 20 tot 22 pagina's aan sport in de krant. Dan is de vraag: hoe onderscheid je jezelf? Meer richting een maandblad gaan werkt ook niet, want dan verlies je de actualiteit. Dat is voor ons de uitdaging: hoe brengen wij verhalen tegen een actuele achtergrond, met de nodige afstand, nuance en op een geloofwaardige manier? Ik zeg altijd: Wat blijft er over als de lichten in het stadion gedoofd zijn? Wat kunnen wij nog brengen als Anderlecht kampioen is? En rondom het WK? Kranten sturen vier mensen met de Belgen mee. Wij één man en één iemand die door het land waar het WK gehouden wordt reist.'

Sys hecht veel waarde aan actualiteit. 'Onze week begint op dinsdag en op maandag sluiten we het blad af. Dinsdagochtend maken we een planning maar vrijdagavond is die soms alweer twee of drie keer veranderd. Soms gebeurt er iets, zoals een trainer die wordt ontslagen, en dan krijgen wij verhalen aangeboden. Daar pikken wij wel op in. Maar wel op een manier die, zo hopen wij, een toegevoegde waarde is tegenover een krant.'

32

OplageHet Sport/Voetbalmagazine blijkt nog als een toegevoegde waarde te voelen voor de lezer. De oplage daalt wel, maar niet hard. 'Wij zijn drie procent gezakt bij de laatste cijfers, dat is zeer weinig in vergelijking met andere tijdschriften. Wat wij merken is dat wij relatief goed stand houden qua abonnees. In de losse verkoop verliezen we, maar 85% van onze totale oplage bestaat uit abonnementen. Het valt dus eigenlijk nog wel mee. Wij hebben een heel stabiel lezerspubliek dat niet zo geweldig veel wisselt.'

Sys vindt het belangrijk om kwaliteitsjournalistiek te blijven brengen. 'Wij zijn, denk ik, heel geloofwaardig. Op termijn is dat belangrijk, dat je de lezer kwaliteit blijft brengen. De lezer weet zo wat hij van ons mag verwachten. We behandelen het voetbal op alle mogelijke manieren. Internationaal, nationaal, de hogere en lagere afdelingen. Men is relatief tevreden, waardoor wij de schade kunnen beperken. Ik denk dat onze oplage in twintig jaar tijd met nog geen tienduizend is gedaald.' Sys past trucs toe om die oplage hoog te houden. 'Wij geven mooie geschenken, zoals het voetbalshirt van het Belgische nationale elftal. Dat werkt goed en moet je wel doen.'

AdvertentiemarktOok op de advertentiemarkt heeft het Sport/Voetbalmagazine een duidelijk plan van aanpak. 'Wij proberen te kijken wat er in de advertentiewereld leeft. Er is constant contact met de mensen die de reclames werven voor ons. Zij hebben soms ideeën die vanuit de advertentiewereld komen. Dan kijken wij of we die in kunnen passen. De tijd dat BMW komt en zegt: "Wij nemen een dubbele pagina", is voorbij. Je moet creatief zijn en luisteren naar de wensen van de adverteerder. De Nationale Loterij kwam bijvoorbeeld bij ons. Dat is een groot bedrijf met weddenschappen en zij wilden er elke week één in ons blad zetten. Zij wilden dat wij dat redactioneel zouden ondersteunen. Dan gaan wij daarover nadenken. Uiteindelijk hebben we een lezer steeds laten vertellen over zijn passie voor voetbal en dat gecombineerd met een weddenschap.' Toch wijst Sys nog weleens een idee van een adverteerder af. 'Het belangrijkste is dat de journalistieke onafhankelijkheid behouden blijft, het onderwerp en de boodschap bij de filosofie van het blad past. Als een adverteerder vraagt of we elke week een rubriek over handbal kunnen maken, wijs ik dat af. Ook wekelijks een verhaal over provinciaal voetbal gaan wij niet doen. Sommige adverteerders willen zelfs de cover hebben, maar zo ver gaan wij niet. Maar we luisteren wel naar de ideeën die er zijn en soms, en dat is wel een evolutie ten opzichte van vroeger, gaan we mee met de adverteerder. Ik vind het goed en zelfs verreikend om met die mensen te praten.'

Toch merkt ook Sys dat het steeds moeilijker wordt om adverteerders te vinden. 'Het gaat overal minder hè. Het zou geniaal van ons zijn als wij het enige blad waren met meer advertenties en verkoop. Dat is natuurlijk niet zo. Je kan nooit tegen de stroming in gaan, alleen de schade beperken.'

DigitaalUitgeverij Roularta heeft één redactie die de websites van alle tijdschriften doet. Zo wordt ook de site van het Sport/Voetbalmagazine bijgehouden door die redactie, vertelt de hoofdredacteur van het Belgische sportbrede weekblad. 'We beseffen heel goed dat we digitaal moeten werken. Dat zijn we al aan het doen, maar het kan nog beter. Ik ken de exacte bezoekersaantallen niet, maar we merken dat de cijfers serieus klimmen. Wij zijn zijdelings betrokken bij de site. De redacteurs hier maken soms wel stukjes voor de site. Ik maak iedere week een planning met wat er op de site moet komen. Wij hebben contact met de mensen die specifiek voor ons blad aan de site werken. Daar mailen we mee en die komen weleens hier naartoe om te vragen wat we gaan doen. Hetgeen wij aangeven en

33

aanbrengen, pikken ze graag op. Maar de site dient voornamelijk ter ondersteuning van het blad. Daarop maken we aankondigingen van verhalen en schrijven we opiniestukken als de actualiteit zich daarvoor aandient.'

Sys begrijpt dat er veel aandacht besteed moet worden aan het internet, ondanks zijn liefde voor het gedrukte woord. Het Sport/Voetbalmagazine verschijnt dan ook al op de iPad. 'Het is een tijdje geen prioriteit geweest, maar nu wel meer. Ook omdat je merkt dat de advertentiemarkt geïnteresseerd is in de site. Zeker wedkantoren. Dat is nu eigenlijk in volle ontwikkeling. Maar voorlopig is het voor ons geen optie om verhalen of delen ervan online te zetten tegen betaling. Daar is wel over gesproken, over een betaald luik, maar we gaan dat voorlopig niet doen. Je moet daar dan weer mensen voor inzetten. Voetbal International heeft een heel goede site met een betaald luik maar daar werken ook veel mensen aan. Volgens mij is de redactie van hun site bijna net zo groot als onze totale redactie. Je moet dat toch rendabel kunnen maken. Ik ken geen enkele site van een sportblad die winstgevend is.'

Hij heeft wel serieus overwogen om één redactie te maken voor zowel het tijdschrift als de website. 'Als je dat doet, onder de supervisie van één man, moet je ook de filosofie van het blad doortrekken op de site. Dat is wellicht niet haalbaar. Het zijn twee verschillende werelden. De wereld van het internet is iets anders met korte berichten en werken met clicks. Dan zal er toch een aparte redactie moeten komen.'

ToekomstDe hoofdredacteur gelooft dat de huidige crisis binnen de tijdschriftenwereld met dalende oplagen en advertentie-inkomsten van voorbijgaande aard is. Hij is dan ook vrij positief over de toekomst van zijn tijdschrift. 'Ik geloof heel sterk in het gedrukte woord. Ik denk dat je liever een blad rustig leest op papier dan op het internet of op een tablet. Ik denk dat wij ons gaan handhaven. Wij moeten ons alleen elke week op de redactie opnieuw uitvinden. Nieuwe artikelen en formules bedenken. Daar zijn we constant mee bezig. Maar je mag ook niet de fout maken om, wat in Nederland misschien te veel gebeurt, je blad constant overhoop te gooien. Dan herkent de lezer het blad niet meer. Dat is een fout die veel bladen maken als het niet goed gaat. Veranderingen zijn meestal niet positief voor een tijdschrift. De lezer wil geloofwaardigheid, zijn blad herkennen. Je moet niks veranderen, maar eerder bepaalde zaken bijsturen. Op een manier waardoor het de lezer niet opvalt.'

34

ConclusieHet grote voordeel voor het Sport/Voetbalmagazine ten opzichte van de Nederlandse sportbrede weekbladen is dat het niet te maken heeft met de concurrentie van een groot voetbaltijdschrift als VI. Daardoor is het geen probleem zoveel aandacht te schenken aan de grootste sport van België (en Nederland), voetbal. Daarnaast heeft de redactie een bepaalde visie en formule ontwikkeld die staat, succesvol is en niet constant overhoop wordt gegooid. Sys blijft veel waarde hechten aan kwaliteitsjournalistiek en luistert goed naar wat de lezer wil. Dat maakt zijn blad herkenbaar voor de abonnee. De Nederlandse sportbrede weekbladen hebben in het verleden het roer nog weleens rigoureus omgegooid, dat zou Sys nooit doen. Hij vindt dat je het beter wat bij kan sturen zonder dat de lezer het merkt, zodat de abonnee zijn blad blijft herkennen. Dat werkt blijkbaar, aangezien er weinig abonnementen op het Sport/Voetbalmagazine opgezegd worden. Het is ook een groot voordeel voor het tijdschrift dat het een sterke uitgeverij (die meerdere tijdschriften uitgeeft) achter zich heeft, die weet wat er in de advertentiewereld leeft en ook flink met de digitale wereld bezig is.

Hoofdstuk 6: Heeft een sportbreed weekblad in Nederland kans van slagen?

In dit hoofdstuk beantwoorden verschillende deskundigen de deelvraag: 'Heeft een sportbreed weekblad in Nederland kans van slagen?' Hun meningen zijn een verrijking voor het onderzoek, aangezien zij veel kennis en ervaring hebben binnen de sportjournalistiek en/of de tijdschriftenmarkt.

Daarnaast wordt in dit hoofdstuk een blik geworpen op de advertentiemarkt. Hoe heeft de advertentiemarkt zich in de afgelopen jaren ontwikkeld voor de tijdschriften? Een marketingdeskundige uit de sportjournalistiek analyseert die ontwikkeling en geeft zijn visie op een sportbreed weekblad op de advertentiemarkt.

35

Vervolgens komt het publiek aan het woord. Dat mocht niet ontbreken. Tien sportbrede liefhebbers tussen 18 en 25 jaar komen aan het woord. Zij beantwoordden allemaal dezelfde vragen, die uiteindelijk een eerste inzicht schetsen over hoe een sportbreed weekblad in de markt zou liggen, of er überhaupt een markt voor is. De leeftijd van de gekozen doelgroep hangt samen met de bevindingen in hoofdstuk 2: de problemen voor tijdschriften liggen vooral bij de jongere generaties. Zij lezen een stuk minder dan de ouderen. De doelgroep is jong, maar wel oud genoeg om met gegronde redenen te bepalen of het een abonnement ergens op neemt of niet. Het schept een voorzichtig beeld. Het zijn tien mannen aangezien dat over het algemeen de grootste sportliefhebbers zijn. Verder maakt het geslacht weinig uit voor dit onderzoek. Een grote enquête maken was niet te doen vanwege de tijd die dat zou kosten, maar ook vanwege het feit dat de doelgroep de sportbrede liefhebber is en alleen de antwoorden van die groep van toegevoegde waarde zijn voor dit onderzoek. Daarnaast is dit een kwalitatief onderzoek, aangezien er meer uitkomt dan een antwoord op de vraag of ze een abonnement zouden nemen of niet. Zij praten ook over de digitale optie en hoe zij denken dat een sportbreed tijdschrift in de markt zou liggen. Ze zijn allemaal telefonisch gesproken met dezelfde vragen, waarna op de antwoorden doorgevraagd is (zie bijlage 1).

6.1 Visies van journalisten

In deze paragraaf beantwoorden deskundigen uit de journalistiek de vraag: 'Heeft een sportbreed weekblad in Nederland kans van slagen?'

Steven Kooijman - hoofdredacteur ELF Voetbal Magazine, Panna! en Voetbal Focus.'Een goed sportbreed weekblad kan zeker bestaan. Dat kan je ook in België uitgeven. Elke week de belangrijkste sporten in je blad. De KLM Open is net geweest en de Ryder Cup komt eraan. Dan had je drie of vier weken golf in je blad kunnen hebben. Ook het WK zeilen is net geweest. Lekker naar het darten gaan, het WK snooker. Als de cricketers zich per ongeluk kwalificeren voor het WK, dan is dat toch lachen? Er zijn zoveel evenementen die je kan pakken. Je moet niet te technisch schrijven

36

over die sporten, maar er zijn bijvoorbeeld superveel leuke wielerverhalen waarvan ik er best af en toe een zou willen lezen. En ik ben niet de enige. Of een hockeyer die in de winter in India gaat spelen, dat zijn toch te gekke verhalen? Zet er elke week een poster van een sportman met een mooie vrouw in, maak er een nieuwsapp bij en een afdeling die boeken uitgeeft over sporters. Ik geloof heilig dat het met de juiste bladformule goed zou kunnen. Die formule moet je echter niet constant veranderen, zoals ze bij Sportweek/NUsport deden. Die vulden het blad op een gegeven moment voor 2/3 met voetbal. Dan kom je in de concurrentie met Voetbal International en ons. Dat moet je niet doen.'

Nando Boers - freelance (sport)journalist van onder andere Trouw, EenVandaag (radio), Andere Tijden Sport (tv) en De Muur. In het verleden werkzaam voor onder meer Sport International en Sportweek/NUsport.'Het is volgens mij een kansloze missie om een sportbreed weekblad te starten. De lezersaantallen dalen bij alle tijdschriften sinds de komst van het internet. De advertentiemarkt is ook nog eens veranderd. Mensen gaan hun bedrijf niet meer aanprijzen in een tijdschrift. En als je geen adverteerders hebt, is er geen geld om goede stukken te maken. Daarnaast gaan kranten steeds meer op de stoel van tijdschriften zitten. Het zegt veel dat tijdschriftenmakers nu de bijlagen maken voor kranten. Ook de dagbladen zijn door die ontwikkeling concurrenten geworden voor de tijdschriften.'

Rogier van 't Hek - oud-hoofdredacteur Sportweek/NUsport'Ik denk niet dat een sportbreed weekblad kans maakt. Voetbal in combinatie met andere sporten werkt gewoon niet in Nederland. Alleen andere sporten trouwens ook niet, want dan belt de tennisfan weer op waarom er zoveel wielrennen in staat en andersom. De (algemene) sportfan in Nederland bestaat niet. Nederlanders zijn alleen tijdens grote evenementen geïnteresseerd. Kranten gaan ook steeds meer op de stoel van tijdschriften zitten. Het is allang niet meer alleen nieuws. Per dag hebben ze er toch een paar achtergrondverhalen in zitten. Dat doen ze ontzettend goed. Wij droomden van hun oplagen.'

Lysette Dammers - redactie-assistente bij onder andere Helden Magazine, Hockey.nl en NUsport.nl. Vervulde die functie ook bij het tijdschrift NUsport.'Nee, ik geef een sportbreed weekblad geen kans in Nederland. Nederlanders zijn minder sportgek dan in andere (ons omringende) landen. We hebben een paar piekmomenten, zoals de Olympische Spelen en de WK's en EK's voetbal, maar die zijn op één hand te tellen. Dan is er even een gekte, maar daarna ebt het enthousiasme al snel weer weg. Mensen kijken niet naar het EK atletiek of waterpolo. Het is ook te zien in het voetbal. In Nederland kijken we het veel, maar in landen als Engeland gaat het er nog veel gekker aan toe. Die mensen stoppen ook veel meer geld in hun club met het aanschaffen van bijvoorbeeld seizoenskaarten. Daarnaast zijn alle eerdere initiatieven voor sportbrede weekbladen al gesneuveld. Hier heeft ook de algemene ontlezing van jongere generaties mee te maken en het internet als vervangingsproduct.'

Henk Hoijtink - chef sport Trouw'Ik denk niet dat een sportbreed weekblad in Nederland kan overleven. We hebben de voorbeelden als Sportweek/NUsport en Sport International gezien. Sportweek/NUsport deed het in de eerste tien jaar aardig. Ze wilden toen bovenop de voetballers zitten en hadden veel goede contacten met onder andere de Nederlanders bij FC Barcelona en Clarence Seedorf. Maar bij het krimpen van de markt zijn ze niet voor niets op de fles gegaan. Kranten gaan ook meer richting tijdschriften met bijlagen en

37

magazines. Daarmee pakken zij ook een deel van de markt af van de tijdschriften. Het klinkt wel heel romantisch hoor, en ik heb met een paar collega's ook weleens geroepen dat we een sporttijdschrift moesten oprichten, maar ze gaan niet voor niets kapot. Er is te weinig aandacht en bereidheid om de portemonnee te trekken in deze tijden.'

Wessel Penning - chef AD Sportwereld'Het succesvol laten draaien van een sportbreed weekblad is tot nu toe steeds mislukt, maar ik denk wel dat het kan. Je moet dan heel goed onderzoeken hoe je het precies aan moet pakken. Je moet denken aan een verbinding met online en een lange adem hebben om het goed in de markt te zetten. Maar het zou wel moeten kunnen. Al blijft het zo dat de interesse van mensen vooral bij voetbal ligt. Dat kunnen we ontkennen en jammer vinden maar het is wel gewoon een feit. Ik vond Sportweek/NUsport ook een heel leuk blad maar dat kwam voornamelijk doordat ze het voetbal erg goed deden. Zo'n weekblad hebben we echter al met Voetbal International. Het is ook zo dat er nu al zo'n stroom aan nieuws en feiten over sport is. Ik sprak ooit een oud-hoofdredacteur van Voetbal International, ik zal geen naam noemen, en die zei: "Wat moet ik nou met VI? Ik heb AD Sportwereld iedere dag al. Dat is op zich al genoeg." Vroeger keek je de hele week uit naar het moment dat de Voetbal International op de deurmat viel. Nu komt er op televisie al zoveel sport op je af. Ook kranten gaan steeds meer op de stoel van tijdschriften zitten. Wij (het AD) zorgen voor meer duiding rondom het nieuws en hebben langere stukken. Misschien ga je uiteindelijk wel naar één groot nieuwsmerk. Dat het AD een tijdschrift, krant, radiozender en programma op televisie wordt. Dat is misschien wel de toekomst.'

Daan Smink - chef NUsport'Ik ben bang dat een sportbreed weekblad geen kans van slagen heeft in Nederland. Ik zit nu zes jaar bij NUsport en heb het tijdschrift dus ook meegemaakt. Je zag de oplage steeds verder dalen. Inhoudelijk kregen we er complimenten voor, maar mensen bleken steeds meer genoegen te nemen met online. Daarnaast gaan ze voor het voetbal naar Voetbal International. De markt buiten het voetbal is dan weer te klein. Nederland blijkt gewoon geen geschikt land voor zo'n tijdschrift. Een schaatsfan vindt één verhaal over schaatsen in het blad ook weer te weinig.'

Cees van Cuilenborg - oud-hoofdredacteur Sport International en Voetbal International'Ik denk dat een sportbreed weekblad in Nederland kansloos is. Alle tijdschriften krijgen moeilijkheden. Vroeger was er nog geen multimedia, geen internet of websites. Toen ging het goed. Kranten hadden ook nog niet zoveel sport. Nu maken die eigenlijk elke dag een miniweekblad over sport. De Telegraaf doet dat over de actualiteit en het AD is heel beschouwend en zoekt de achtergrond. Daardoor worden weekbladen overbodig. Een sportbreed maandblad met daarnaast een website, televisiekanaal en radiostation zou wel heel goed kunnen. Dat is voor jongeren ook interessanter. Die willen zich niet meer binden aan een abonnement, maar kopen eerder een boeiend maandblad met unieke verhalen.'

Jacques Sys - hoofdredacteur Sport/Voetbalmagazine'In de marktsituatie van nu is het niet mogelijk om een sportbreed tijdschrift op te zetten. Er zijn in Nederland wel meer mogelijkheden dan in België (meer inwoners) maar ik denk dat er met de huidige omstandigheden geen plek is. Als ik de cijfers hoor van Elsevier, Vrij Nederland en HP/De Tijd... Alles gaat in een dalende lijn. Waarom zou sport een uitzondering zijn? Mensen hebben minder tijd en lezen minder. Daarnaast bereiden kranten en televisiekanalen hun sportaanbod uit. In Nederland zijn een hoop commerciële televisiestations. Die brengen ook veel sport, op hun manier.

38

Zo krijg je een overkill. Het gevoel ontstaat dat je om de oren wordt geslagen met sport. Misschien kan het met een heel speciale aanpak lukken, maar je moet toch altijd commercieel blijven denken.'

Wouter Faber - marketingmanager VI'Na het uit de markt verdwijnen van het weekblad NUsport is er geen sportweekblad meer dat over breedtesport gaat. Dat is waarschijnlijk niet voor niets, er zijn wellicht te weinig mensen geïnteresseerd in veel verschillende sporten. Dan is er dus een klein bereik en ben je ook niet zo interessant voor adverteerders.'

6.2 Het publiek

Uit het onderzoek (zie bijlage 1) naar de mening van de geformuleerde doelgroep (sportliefhebbers van 18 tot en met 24 jaar) blijkt dat drie van de tien ondervraagden direct een abonnement zouden nemen op een nieuw sportbreed weekblad. Vier van hen zouden het serieus overwegen en drie wimpelen het bij voorbaat af. De negentienjarige Bas Scharwachter behoort tot die laatste groep. Hij ziet het als geldverspilling om te betalen voor een heel tijdschrift. 'Ik krijg dan het idee dat ik heb betaald voor pagina's die ik niet ga lezen. Als je in je tijdschrift de focus wil verdelen over alle sporten, dan zal ik toch maar één op de drie verhalen lezen, hoeveel ik ook van sport hou. Door de komst van sites als Blendle is het niet meer nodig om geld te verspillen aan pagina's die ik toch niet

39

lees, aangezien ik daarop zelf kan kiezen welke artikelen ik koop.'

De twintigjarige Toine Schoonen vindt het juist een verrijking om een blad met meerdere sporten erin te lezen. 'Ik vind dat prettiger dan de VI. Er is meer dan voetbal. Na het zoveelste diepgaande achtergrondverhaal heb ik het met voetbal wel gehad. Ik las NUsport eigenlijk altijd helemaal uit.'

GeneratiegenotenMaar liefst acht van de tien ondervraagden denkt niet dat generatiegenoten geld zouden uitgeven aan een sportbreed weekblad. Volgens de 23-jarige Thijs Stevens heeft dat niet alleen met financiële redenen te maken. 'Studenten vinden iedere handeling te lastig of te zwaar, dus ook het afsluiten van een abonnement. Ik denk dat het bij verder gevorderde studenten of net afgestudeerden een grotere kans heeft dan bij gasten van achttien of negentien jaar.' Hij denkt niet dat het aan de interesse ligt. 'Er zijn wel genoeg mensen die van sport in het algemeen houden en dus niet alleen van voetbal of hockey. Daarnaast is het zo dat mensen die van kleine sporten houden, de echt kleine sporten, vaak geen eigen blad hebben en dan dat sportbrede weekblad als hun sporttijdschrift gaan zien. Dan krijg je alles bij elkaar toch nog een best grote doelgroep.' Vier van de tien zijn het oneens met Stevens. Zij denken dat de interesse van hun generatiegenoten niet breed genoeg is voor een sportbreed weekblad. Die leeftijdgenoten zouden volgens hen voornamelijk aandacht hebben voor voetbal.

Een van de twee die denkt dat een sportbreed weekblad wel kans van slagen heeft onder zijn generatiegenoten, is de 22-jarige Mirzet Durak. Hij denkt dat zijn omgeving wel bereid is abonnee te worden. 'De meesten hebben een abonnement op VI en lazen NUsport ook. Een nieuw sportbreed blad zou het bij hen dus wel goed doen.'

OnlineDrie van de tien ondervraagden die niet verwachten dat een sportbreed weekblad op papier populair zou zijn bij hun generatiegenoten, denken dat een dergelijk tijdschrift het online wel goed zou doen. De 21-jarige Falco Cremers is er daar één van. 'Zo zit de consumentenmaatschappij in 2014 nou eenmaal in elkaar. Mijn generatie zal willen betalen als het online wordt aangeboden tegen een goede prijs. Maar op papier? Dat denk ik niet.'

6.3 Advertentiemarkt

In onderstaande tabel zijn de advertentie-inkomsten van de tijdschriften te zien in Nederland.40 Onderaan staat het verschil tussen 2014 en 2009 in procenten.

Jaartal Advertentie-inkomsten 2009 234 miljoen euro2010 223 miljoen euro2011 213 miljoen euro

40IAB. Nederlandse advertentie markt (2014). Internet: http://www.marketingfacts.nl/statistieken/detail/nederlandse-advertentie-markt (geraadpleegd op 25 oktober 2014).

40

2012 199 miljoen euro2013 188 miljoen euro2014 182 miljoen euroOntwikkeling in vijf jaar tijd (afgerond op één cijfer achter de komma)

Daling met 22,2% (52 miljoen euro)

De advertentie-inkomsten van de tijdschriften zijn in de afgelopen vijf jaar sterk gedaald. Volgens Wouter Faber, marketingmanager van Voetbal International, heeft de sporttak ook te kampen met minder inkomsten uit de advertentiewereld. 'Dat geldt voor ons (Voetbal International) en ik vermoed voor vrijwel elk sportmagazine. Het bereik van tijdschriften daalt en de waarde van de advertentie daarmee ook. De adverteerder kiest er steeds vaker voor om online en op mobiel te adverteren, waar zijn uitingen erg goed meetbaar zijn. Daarnaast is er de afgelopen jaren een flinke economische crisis geweest, waardoor budgetten bij de adverteerder vaak wat kleiner zijn geworden.'

BetrokkenheidVolgens Faber is het belangrijk om nauw betrokken lezers te hebben. 'Het gaat er de adverteerder om dat de lezer bereikt wordt en aandacht heeft voor zijn advertentie. Dat lukt het best bij een blad met een groot bereik en zeer betrokken lezers. VI en Runner's World zijn bijvoorbeeld twee tijdschriften met lezersgroepen die het blad veel aandacht geven. Dan is de kans dat de advertentie wordt gezien groter. Dat lijkt mij voor een adverteerder een belangrijk criterium.' Faber weet dat VI veel aandacht krijgt van de lezer door de gemiddelde leestijd te meten, te onderzoeken hoeveel ze van het blad lezen en hoe ze het waarderen, in vergelijking met lezers van andere bladen. Die betrokken lezer is echter niet het enige dat belangrijk is op de advertentiemarkt volgens de marketingmanager. 'Daarnaast hebben deze titels (Runner's World en VI) een goed en sterk imago, waar een adverteerder graag dicht tegenaan kruipt.'

Specifiek versus sportbreedFaber vindt het te makkelijk om te stellen dat een specifiek sportblad het makkelijker heeft op de advertentiemarkt dan een sportbreed weekblad omdat de doelgroep concreter bereikt kan worden. 'Uiteraard geldt dat een op bijvoorbeeld voetbal gerichte adverteerder de doelgroep wil bereiken die van voetbal houdt. Maar de doelgroep kan ook omschreven worden als mannen van tussen de 16 en 35 jaar om bijvoorbeeld scheerapparaten te verkopen. Dan zijn de eerder genoemde argumenten (betrokkenheid van de lezers en het imago) meer van belang.'De marketingmanager van Voetbal International gaf in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk al aan weinig kansen te zien voor een sportbreed weekblad. Toch ziet hij dat het met de juiste formule wel kan slagen. 'Een blad dat eens in het kwartaal verschijnt als Helden laat zien dat er toch nog een markt is. Daar hebben ze een goede formule voor bedacht.'

41

ConclusieVan de tien journalisten is er slechts één die zeker weet dat een sportbreed weekblad kan slagen in Nederland. Eén twijfelt en de rest denkt dat een sportbreed weekblad in Nederland in deze tijd kansloos is. Het publiek is meer verdeeld. Van de tien ondervraagden zouden er drie direct een abonnement afsluiten maar hetzelfde aantal zegt bij voorbaat al geen abonnee te willen worden. De grote meerderheid denkt niet dat hun generatiegenoten snel een abonnement zouden afsluiten. Onder hen is echter wel een groep die een sportbreed weekblad online een goede kans geeft. Op de advertentiemarkt heeft een gedrukt sportbreed weekblad weinig kans van slagen. De advertentie-inkomsten van tijdschriften dalen namelijk hard. Adverteerders kiezen steeds vaker voor online, waardoor opnieuw de conclusie getrokken kan worden dat er online wel een kans ligt en het voor een gedrukt sportbreed weekblad heel lastig wordt.

Hoofdstuk 7: Wat zijn de kansen voor een sportbreed weekblad in Nederland?

Een gedrukt sportbreed weekblad is vrijwel kansloos in de huidige Nederlandse tijdschriftenmarkt. Bijna alle sporttijdschriften zien hun oplagen kelderen en de Nederlander besteedt zijn tijd steeds liever aan het internet dan aan het lezen van een tijdschrift. Dit zorgt ervoor dat de oplagen en daarmee het bereik van de tijdschriften dalen waardoor het voor bedrijven minder interessant wordt om in een tijdschrift te adverteren.

Het probleem in Nederland is het feit dat de sportliefhebbers erg op voetbal gericht zijn. Sportweek/NUsport en Sport International draaiden voornamelijk goed wanneer ze veel over voetbal schreven, maar met Voetbal International, ELF Voetbal Magazine en Goal! wordt het voetbalpubliek

42

al volop bediend. Het Sport/Voetbalmagazine heeft de markt in België helemaal voor zichzelf en geen concurrentie van een groot voetbaltijdschrift. Daardoor kunnen de makers het zich permitteren om tachtig procent van het tijdschrift te besteden aan voetbal. Wanneer er in Nederland meer op andere sporten gericht wordt, blijkt de markt te klein. Een liefhebber van wielrennen kiest eerder voor Procycling dan voor een tijdschrift waarin slechts één verhaal over wielrennen staat. Hetzelfde geldt voor fans van Formule 1 (Formule1 magazine), golfers (Golfers Magazine) en ga zo maar door. De liefhebbers die een sportbrede interesse hebben, bleken er uit de ervaringen van Sportweek/NUsport en Sport International nauwelijks te zijn. Uit het onderzoek onder de sportbreed geïnteresseerde jongeren blijkt dat zij de komst van een sportbreed weekblad wel aan zouden moedigen, maar slechts een klein deel ervan is bereid een abonnement te nemen. Daarnaast achten zij de kans niet erg groot dat hun generatiegenoten het blad zullen lezen, omdat die toch voornamelijk gericht zijn op voetbal of geen zin hebben om een abonnement af te sluiten.

Naast de specifieke sporttijdschriften hebben de sportbrede weekbladen ook nog eens last van concurrentie van de kranten en het internet. Het AD en De Telegraaf besteden dagelijks veel aandacht aan sport in de krant, en merken dat de lezers dat waarderen. Websites als NUsport zoeken vaker de achtergrond en de duiding. Daarmee vervullen zij een deel van de behoefte waarvoor lezers normaal naar tijdschriften zouden gaan. Daarnaast is er al een sportbreed tijdschrift dat de actualiteit volledig los heeft gelaten en zich op de achtergrond richt: Helden Magazine. Volgens de samenstellers van dit blad is het overigens ook niet rendabel om vaker dan zes keer per jaar een dergelijk tijdschrift te maken. Ook bij het enige andere tijdschrift dat de laatste jaren een stijging (alleen tussen 2013 en het eerste kwartaal van 2014 niet) in de oplagen mocht noteren, Het Wandelsportmagazine, denkt men dat een tijdschrift in deze tijd beter voor de achtergrond kan kiezen dan voor de actualiteit. Voor nieuwsberichten kijken mensen op het internet, is hier de mening.

De gedrukte oplagen van tijdschriften en kranten dalen, maar digitaal en online gaat het juist wel goed. Mensen gebruiken internet steeds meer als informatiebron in plaats van tijdschriften. Maar er is ook goed nieuws voor die bladen: digitaal stijgen hun oplagen. SportAmerika speelt daar slim op in met een sterke website vol actualiteiten en een gratis weekblad dat meer de achtergrond opzoekt. Oprichter Neal Petersen heeft een paar jaar nodig gehad, maar nu zijn de kosten eruit en de bezoekersaantallen stijgen nog steeds. Een digitaal sportbreed tijdschrift lijkt online dus wel een kans van slagen te hebben. Dan moet het echter wel volledig gratis zijn, want uit het floppen van Sportschrijvert blijkt dat mensen toch niet voor sportverhalen willen betalen. Daarnaast is het belangrijk dat er een sterke website naast staat die actualiteit biedt. Sportmerken als NUsport en de site van AD Sportwereld zijn groot geworden doordat ze snel en overzichtelijk nieuws brachten. Bij NUsport merken ze echter dat de behoefte naar achtergronden er nog altijd is. SportAmerika combineert die twee en is daarmee succesvol. De bezoekersaantallen stijgen nog altijd. Wat van het Sport/Voetbalmagazine geleerd kan worden is dat in gesprek gaan met die adverteerders ook zijn vruchten afwerpt. Ook moet het blad een herkenbare toon hebben, waardoor de lezer het als 'zijn' tijdschrift gaat zien. Het is daarbij zaak dat de formule van het blad niet constant overhoop wordt gegooid. Bijsturen kan, maar dan wel op een manier waardoor de lezer het nauwelijks merkt. Maar zoals eerder vermeld, heeft het Sport/Voetbalmagazine een marktsituatie die voordelig is aangezien er geen concurrentie is van een wekelijks verschijnend voetbaltijdschrift.

Mijn visieHet idee voor het maken van dit reflectiewerkstuk kwam, zoals ik in de inleiding al aangaf, voort uit

43

mijn eigen verbazing na het verdwijnen van NUsport. Het was een bekend gegeven dat het slecht ging met de gedrukte media, maar dat de sportbrede weekbladen als eerste uit de markt verdwenen, vond ik vreemd. Ik dacht dat Nederland zo'n sportland was, aangezien er veel sport op tv is en het land op z'n kop staat rondom het EK en WK voetbal en de Olympische Spelen.

Na het onderzoek kan ik twee dingen concluderen. Allereerst is in Nederland voetbal veruit de populairste sport en komt daarna heel lang niks. Andere sporten hebben slechts een klein publiek. Daarnaast is het aantrekken van abonnees in deze tijden ontzettend lastig aangezien een abonnement juist een van de favoriete bezuinigingen is in economisch zware tijden. Een voorheen immens populair voetbaltijdschrift als Voetbal International, dat ook nog eens flink gepromoot wordt in het televisieprogramma, ziet de oplage schrikbarend hard dalen. Mensen gebruiken het internet steeds liever als informatiebron dan een tijdschrift. Daardoor dalen de oplagecijfers, wat ervoor zorgt dat de adverteerders weglopen want die willen dat hun advertenties door zoveel mogelijk mensen gezien worden.

De toekomst ziet er ook niet bepaald rooskleurig uit, aangezien de jongste generatie steeds minder tijd overheeft voor het lezen van gedrukte media. De kranten zoeken steeds meer de achtergrond omdat het internet ze toch altijd te snel af is qua nieuws en ook de online merken als NUsport gaan voor meer duiding en langere stukken. Zo blijft er nauwelijks nog ruimte over om als sportbreed weekblad origineel over de actualiteit te schrijven. Daar heeft het Belgische sportbrede weekblad Sport/Voetbalmagazine zelfs al last van, terwijl er in dat land niet de concurrentie is van andere weekbladen die over voetbal schrijven.

Ik heb met veel bewondering gekeken naar SportAmerika. Dat online weekblad is gratis, kent niet bijzonder veel adverteerders, maar weet zich toch al jaren te redden. Het wordt inmiddels ook steeds populairder. Dat merkte ik doordat verschillende mensen die ik interviewde voor de paragraaf 'publiek' SportAmerika noemden. Daarnaast zie ik artikelen uit het online weekblad en van de website steeds vaker voorbijkomen op de social media. Oprichter/hoofdredacteur Neal Petersen heeft zijn kosten er inmiddels uit door de interesse van adverteerders en de continu stijgende bezoekersaantallen. Hij liet overigens doorschemeren te overwegen in de toekomst ook een sportbreed weekblad op die manier op te zetten. Hij is ervan overtuigd dat er voor alles een markt is zolang de aanpak maar goed is. Volgens hem is dat dus de actualiteit op de website en de achtergronden van het nieuws in het blad. En dat blijkt te werken.

Ik vond de opzet van Sportschrijvert ook veelbelovend, maar denk niet dat het de goede insteek is om van begin af aan geld te vragen voor je artikelen. De journalisten zijn dan wel grote namen, maar dat wil niet zeggen dat mensen automatisch hun geld aan een verhaal uit zullen geven. Ondanks dat er gevestigde journalisten voor werken, zal een dergelijk initiatief zich toch eerst moeten bewijzen voordat mensen bereid zijn ervoor te betalen. Al kostte een artikel maar één cent, de handeling moet toch verricht worden. En zelfs als het medium zich bewezen heeft, is er geen zekerheid dat mensen geld overhebben voor een verhaal. Wanneer iemand op NUsport of de website van Trouw een gratis interview met Sven Kramer kan lezen, waarom zou hij daar dan op Sportschrijvert voor betalen? Het moeten wel erg bijzondere verhalen zijn, wil je mensen zover krijgen dat ze geld voor iets wat online te lezen is, neertellen.

Cees van Cuilenborg, de oud-hoofdredacteur van Sport International, zei iets wat ik wel interessant vond. Hij vertelde dat een maandblad naast een sterke website en eventueel een programma op de

44

radio en televisie in zijn ogen wel een grote kans van slagen heeft. Daar zie ik, in tegenstelling tot toen ik aan dit onderzoek begon, ook wel iets in. Ik ben inmiddels echter van mening dat het geen maandblad moet zijn, maar juist een tijdschrift dat nog minder verschijnt. Ik denk niet dat mensen snel een abonnement op een weekblad zullen nemen. Die tijdschriften zitten vaak dicht op de actualiteit, maar dan ga je als sportbreed weekblad toch herkauwen wat kranten al dagen daarvoor hebben besproken. Het AD vult de krant voor meer dan een kwart met sport. Het wordt heel moeilijk om naast dat soort dagbladen en internetmerken als NUsport met een origineel verhaal te komen. Een blad dat zes keer per jaar of eens in het kwartaal verschijnt, kan zich volledig richten op achtergronden. Met een sterke website vol actualiteit ernaast, wordt het voor adverteerders ook interessant omdat ze dan een totaalpakket krijgen, zowel gedrukt als online. De enige echte concurrenten voor de sportbrede website naast het tijdschrift zijn NUsport, het AD en De Telegraaf. De sites van de andere kranten en tijdschriften pakken alleen het belangrijkste nieuws of gaan meer op de achtergronden in, zoals Trouw en Helden Magazine. Een goed voorbeeld is het Helden Magazine, dat ook een totaalpakket aanbiedt. Het verschil is dat Helden Magazine zich ook richt op lifestyle en human interest en niet alleen op de sportprestatie en de sportliefhebber. Helden Magazine heeft als enige tijdschrift continu stijgende oplagecijfers. Ook zij laten de actualiteit volledig los. Een dik tijdschrift dat een paar keer per jaar verschijnt is ook interessanter dan een weekblad voor de fans van de kleine sporten. Een liefhebber van wielrennen zal niet snel een sportbreed weekblad kopen waar slechts één verhaal van vier pagina's over wielrennen in staat, maar wat als het een artikel is over tien pagina's? Dan wordt het toch het overwegen waard om geld in het tijdschrift te steken. En zo wordt de markt groter. Door in eerste instantie een zacht prijsje te vragen ter introductie, kan ook een vast lezersbestand gecreëerd worden. Het is belangrijk dat de redactie naar een formule zoekt die vervolgens niet constant overhoop wordt gegooid. Ook moet er in gesprek met adverteerders goed geluisterd worden naar hun wensen zodat daarop ingespeeld kan worden. In een vervolgonderzoek (zie volgend hoofdstuk) zou ingegaan kunnen worden hoe dat maandblad, die website en de redactie er precies uit moeten zien.

Er zijn in mijn ogen dus twee kansen: een maandblad met daarnaast een sterke website of een online sportbreed weekblad dat helemaal gratis is. Een gedrukt sportbreed weekblad waarvoor betaald moet worden, is kansloos.

Hoofdstuk 8: Reflectie

Het maken van dit reflectiewerkstuk was voor mij een ontzettend leerzame ervaring. Ik heb mezelf ongelooflijk vaak de 'waarom-vraag' gesteld. Alles moet verantwoord worden. Het is aan de ene kant een voordeel dat ik een twijfelaar ben en mijn vraagtekens zet bij alles wat ik doe, maar aan de andere kant is het daardoor ook lastig om het te accepteren wanneer ik een knoop heb doorgehakt. Ik heb lang getwijfeld over hoe ik het publiek moest onderzoeken bijvoorbeeld. Een algemene enquête leek mij geen goed idee, aangezien ik de sportliefhebber wilde bereiken. Daarnaast concludeerde ik uit hoofdstuk 2 dat de jongere generaties steeds minder lezen. Die doelgroepen moeten dus warm gemaakt worden. Zij zijn toch de toekomst. Daarom koos ik voor de generatie die wel zelf beslist over een abonnement maar ook nog erg jong is. Zij konden, naar mijn idee, met gegronde argumenten vertellen waarom ze wel of geen interesse zouden hebben in een sportbreed

45

weekblad. Die gedachte bleek de juiste, want ik kreeg een tiental nuttige visies te horen die me ook weer een nieuw perspectief boden op mijn hoofdvraag.

Ook twijfelde ik over de vraag hoe ik de interviews erin zou verwerken. Ik vond het nutteloos om zelf het Sport/Voetbalmagazine te gaan onderzoeken wanneer ik iemand kon spreken die er al decennia werkt, de lijntjes uitzet en het blad door en door kent. Daarnaast is het een welkome afwisseling om een interview te lezen in plaats van louter cijfers en veronderstellingen. Daarom heb ik er uiteindelijk voor gekozen om zoveel van de interviews met onder anderen de hoofdredacteur van het Sport/Voetbalmagazine en de oud-hoofdredacteuren van Sportweek/NUsport en Sport International te gebruiken. Naar mijn idee zijn het allemaal nuttige citaten die daadwerkelijk een toegevoegde waarde zijn voor het reflectiestuk. Ook de reeks visies van de journalisten/deskundigen vind ik fijn en overzichtelijk lezen. Ik heb er dan ook voor gekozen om de interviews niet in de bijlagen op te nemen, aangezien dat voor een groot deel herhaling zou zijn.

Ik heb bijna alle bronnen die ik wilde raadplegen, te pakken gekregen. Alleen bij het Helden Magazine, Sportvisie en Sportschrijvert had ik problemen. Bij Helden kon het alleen over de mail met de redactie-assistente en die had geen tijd om te reageren op de vragen die ik weer had over haar antwoorden. Ik heb Sportschrijvert op alle mogelijke manieren benaderd. Via Twitter, Facebook, LinkedIn en ook de oprichter heb ik op verschillende adressen gemaild. Ik wacht echter nog altijd op een reactie. Een telefoonnummer was onvindbaar. De redactie van Sportvisie kon ik niet meer bereiken. Vrij logisch, aangezien het tijdschrift al ruim zestien jaar niet meer bestaat. Het Wandelsportmagazine heb ik vlak voor de deadline nog bereikt, waardoor ik niet meer de tijd had om op hun antwoorden te reageren. Daarnaast stond er geen naam onder de mail, alleen 'redactie Wandelsportmagazine'.

Ik heb in dit onderzoek de inhoud van een sportbreed weekblad bewust weinig besproken. Bij de sportbrede weekbladen die er zijn geweest, kwam het aan bod en ook bij het Belgische Sport/Voetbalmagazine maar dat was meer om te zien of daar een reden lag waarom het mis is gegaan in het verleden en of het Sport/Voetbalmagazine een heel speciale aanpak hanteert waar een mogelijk Nederlands sportbreed weekblad ook mee zou kunnen slagen. Die inhoud bespreken was verder pas zinvol op het moment dat duidelijk werd dat een sportbreed weekblad kans van slagen had.

Ik denk dat dit reflectiestuk uiteindelijk een goed beeld geeft van de kansen van een sportbreed weekblad in Nederland doordat alle kanten belicht zijn: de digitalisering, de advertentiemarkt, het publiek, de concurrentie, het buitenland, de ontwikkelingen op de tijdschriftenmarkt en de geschiedenis. Voordat ik mijn conclusies trok, stelde ik mezelf de vraag: Heb ik alle handvatten gebruikt die nodig zijn om mijn hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden? Het antwoord daarop was: ja. Ik heb een goed beeld gekregen van de aspecten waarmee een sportbreed weekblad te maken krijgt, door nuttige en deskundige (mondelinge en geschreven) bronnen te raadplegen. Uiteindelijk heb ik, naar mijn idee, een helder antwoord kunnen geven op de hoofdvraag.

Mijn voordeel daarbij was ook dat ik zelf wel iets zie in het initiatief om een sportbreed blad op te richten na mijn afstuderen. Dit onderzoek geeft een duidelijk beeld van waar de mogelijkheden liggen.

46

VervolgonderzoekTijdens het maken van dit onderzoek ontdekte ik verschillende onderwerpen die interessant kunnen zijn voor een vervolgonderzoek. Ik doe de volgende aanbevelingen:

- Hoe zou een digitaal sportbreed tijdschrift eruit moeten zien? Uit mijn onderzoek blijkt dat een digitaal tijdschrift kans van slagen heeft. Door uitgebreid onderzoek naar de advertentiemarkt en het publiek kan gekeken worden welke onderwerpen voor hen aantrekkelijk zijn en interesse zullen wekken. Daarnaast kan er gekeken worden naar de mogelijkheid om er een website naast op te zetten en in welke vorm dat dan moet gebeuren.

- Hoe zou een sportbreed blad kunnen slagen? In de inleiding van mijn onderzoek gaf ik een sportbreed tijdschrift alleen wekelijks een kans, maar ik ben inmiddels van mening veranderd. Ik ben ervan overtuigd dat, indien de inhoud goed aansluit op de interesses van de lezers en er een sterke website naast staat, een blad dat een paar keer per jaar verschijnt juist een grotere kans van slagen heeft. In een onderzoek zou onderzocht moeten worden hoe dat tijdschrift, de website en de redactie eruit moeten zien.

- Hoe maak je een tweetalig tijdschrift? Het Sport/Voetbalmagazine heeft een tweetalig tijdschrift en een tweetalige redactie (Frans en Nederlands). Dat lijkt heel lastig, aangezien ze bijvoorbeeld al een eindredactie in twee talen nodig zullen hebben, en het ging in het begin ook erg moeizaam op de Belgische redactie. Hoe pakken zij het aan en wat zijn de verschillen tussen de twee kampen? Is één tijdschrift in dezelfde taal niet een stuk rendabeler?

Hoofdstuk 9: Bronnenlijst

Online nieuwsberichten:Sanoma stopt met NUsport (2013). Internet: http://nos.nl/artikel/560020-sanoma-stopt-met-nusport.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

Fusie NUsport en Sportweek (2010). Internet: http://mobiel.nu.nl/overig/2224689/fusie-nusport-en-sportweek.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

47

NUsport wordt een maandblad (2012). Internet: http://www.nusport.nl/mixed-zone/2934453/nusport-wordt-maandblad.html (geraadpleegd op 18 april 2014).

Dit zijn de tijdschriften die bij Sanoma verdwijnen (2013). Internet: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/10/31/dit-zijn-de-tijdschriften-die-bij-sanoma-verdwijnen/ (geraadpleegd op 1 september 2014).

Helden magazine met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 naar familie Barend (2014). Internet: http://www.sanoma.nl/pagina/persnieuws/helden-magazine-met-terugwerkende-kracht-1-januari-2014-naar-familie-barend/ (geraadpleegd op 10 september 2014).

AD lanceert tijdelijke sportkrant (2008). Internet: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/ad-lanceert-tijdelijke-sportkrant/ (geraadpleegd op 28 september 2014).

Oplage AD Sportwereld Pro boven 100.000 (2008). Internet: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/Tech-Media/article/detail/964227/2008/07/02/Oplage-AD-Sportwereld-Pro-boven-100-000.dhtml (geraadpleegd op 28 september 2014).

AD stopt met Sportwereld Pro (2008). Internet: http://vorige.nrc.nl/article1945514.ece (geraadpleegd op 28 september 2014).

Downfall oplage tijdschriften 2013: 1,4 miljoen stuks minder (2014). Internet: http://www.adformatie.nl/nieuws/downfall-oplage-tijdschriften-2013-14-miljoen-stuks-minder (geraadpleegd op 19 oktober 2014).

Online achtergrond/nieuwsverhalen:Verhagen, J. 'We zijn vergeten dat kwaliteitsverhalen belangrijk zijn' (2013). Internet: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/we-zijn-vergeten-dat-kwaliteitsverhalen-belangrijk-zijn/101174 (geraadpleegd op 21 april 2014).

De Rek, W. 'Sportliefhebbers willen heus wel lezen' (1998). Internet: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2698/Sport/archief/article/detail/460609/1998/09/19/Sportliefhebbers-willen-heus-wel-lezen.dhtml (geraadpleegd op 29 april 2014).

Alberts, W. Te klunzig (1998). Internet: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1998/september/18/te-klunzig-7415166 (geraadpleegd op 29 april 2014).

Onkenhout, P. Sportschrijvert.nl: nieuwe verhalensite vervangt verdwenen sportbladen (2013). Internet: http://www.volkskrant.nl/media/sportschrijvertnl-nieuwe-verhalensite-vervangt-verdwenen-sportbladen~a3525454/ (geraadpleegd op 18 september 2014).

Benjamin, J. AD stopt met Sportwereld Pro (2008). Internet: http://vorige.nrc.nl/article1945514.ece (geraadpleegd op 28 september 2014).

Online onderzoeken:Di Corrado, T. De lezer van Helden Magazine (2013). Internet: http://kennisbank.hva.nl/document/514437 (geraadpleegd op 14 mei 2014).

VINEX (2014). Internet: http://www.vinex.nl/resultaten/archief/2014/ (geraadpleegd op 22 september 2014).

48

Mediamonitor. Tijdschriften in 2012 (2013). Internet: http://www.mediamonitor.nl/mediamarkten/tijdschriften/tijdschriften-in-2012/ (geraadpleegd op 18 oktober 2014)

Sociaal en Cultureel Planbureau. Gedrukte media lezen (2011). Internet: http://www.scp.nl/Onderzoek/Tijdsbesteding/Hoe_lang_en_hoe_vaak/Vrije_tijd/Mediagebruik/Gedrukte_media_lezen (geraadpleegd op 18 oktober 2014)

NOM (2014). Internet: http://www.nommedia.nl/upload/documenten/persbericht-jaarcijfers-nom-2013-ii-2014-i-incl-bijlage.pdf (geraadpleegd op 19 oktober 2014).

Magazines.nl/GfK. Lezen van tijdschriften op tablet groeit (2014). Internet: http://www.magazines.nl/nl/onderzoek/lezen-van-tijdschriften-op-tablet-groeit (geraadpleegd op 19 oktober 2014)

Sociaal en Cultureel Planbureau (2011). Gedrukte media lezen. Internet: http://www.scp.nl/Onderzoek/Tijdsbesteding/Hoe_lang_en_hoe_vaak/Vrije_tijd/Mediagebruik/Gedrukte_media_lezen (geraadpleegd op 18 en 30 oktober 2014).

IAB. Nederlandse advertentie markt (2014). Internet: http://www.marketingfacts.nl/statistieken/detail/nederlandse-advertentie-markt (geraadpleegd op 25 oktober 2014).

Huysmans, F. & De Haan, J. Sociaal en Cultureel Planbureau (2010). Alle kanalen staan open. Internet: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=26392&type=org (geraadpleegd op 30 oktober 2014).

Madern, T. & Van der Werf, M. Nederland bezuinigt (2013). Internet: http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/2013/Peiling_bezuinigen_def.pdf (geraadpleegd op 30 oktober 2014).

Overig onlineHollands Oplage Instituut (HOI). Internet: http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html (geraadpleegd op 18, 21 april en 1 mei 2014).

Bevolkingscijfers per provincie en gemeente op 1 januari 2014 (2014). Internet: http://www.verkiezingen.fgov.be/fileadmin/user_upload/Registre/fr/statistiques_population/population-bevolking-20140101.pdf (geraadpleegd op 23 oktober 2014).

Bevolkingsteller CBS. (onbekend). Internet: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/bevolkingsteller.htm (geraadpleegd op 23 oktober 2014).

SportAmerika Magazine (2014). Internet: http://www.sportamerika.nl/sportamerika-magazine-42-nba-2014-2015-preview (geraadpleegd op 23 oktober 2014).

Nieuwsbericht krantSport International Evenementenblad (2005, 22 oktober). De Stentor.

Boeken:Koninklijke Bibliotheek (2006). Het tijdschriftenboek. Waanders Uitgevers.

49

Mondelinge bronnenRogier van 't Hek, oud-hoofdredacteur Sportweek/NUsport. Telefonisch gesproken op maandag 14 april 2014.

Jacques Sys, hoofdredacteur Sport/Voetbalmagazine. Gesproken op donderdag 5 juni 2014.

Lysette Dammers, redactie-assistente Helden Magazine, over de mail gesproken op 9 september 2014.

Steven Kooijman, hoofdredacteur ELF Voetbal Magazine, Panna! en Voetbal Focus. Gesproken op 23 september 2014.

Nando Boers, freelance sportjournalist, in het verleden werkzaam voor onder andere Sportweek/NUsport en Sport International, telefonisch gesproken op 3 oktober 2014.

Henk Hoijtink, chef sport Trouw, telefonisch gesproken op 8 oktober 2014.

Wessel Penning, chef sport AD, gesproken op 9 oktober 2014.

Daan Smink, chef NUsport, telefonisch gesproken op 10 oktober 2014.

Wouter Faber, marketingmanager VI, over de mail gesproken op 14 oktober 2014.

Cees van Cuilenborg, oud-hoofdredacteur VI en SI, telefonisch gesproken op 17 oktober 2014.

Neal Petersen, hoofdredacteur en oprichter Sport Amerika, telefonisch gesproken op 23 oktober 2014.

Redactie Wandelsportmagazine, over de mail gesproken op 31 oktober 2014.

Bijlagen

Bijlage 1: het publiek

Tien verschillende sportbrede liefhebbers tussen de 18 en 24 jaar zijn telefonisch gesproken over een sportbreed weekblad. Zij kregen dezelfde vragen voorgelegd, waarna op hun antwoorden werd doorgevraagd.

50

- Zou je een abonnement nemen op een sportbreed weekblad?- Zo nee, zou je het tijdschrift dan in de losse verkoop aanschaffen? En hoe vaak?- Hoe zou dat sportbrede weekblad eruit moeten zien (qua diversiteit aan sporten en actualiteit of achtergrond)?- Denk je dat je generatiegenoten/vrienden interesse zouden hebben in een dergelijk sportbreed weekblad?

Falco Cremers - 21 jaar

'Ik zou niet per definitie "nee" zeggen tegen een abonnement. Het moet wel echt een toevoeging zijn. Als er achtergronden en reportages in te lezen zijn zou ik er zeker over nadenken. Alleen niet weer verslagen over voetbalwedstrijden of uitslagen van andere sporten. VI doet het nu op de goede manier. Niet meer alleen het nieuws maar inspelen op het verhaal achter de clubs, spelers en trainers met een actuele aanleiding. Dat vind ik goed maar het is bij hen natuurlijk wel alleen voetbal.

Het tijdschrift zou een zo breed mogelijk scala aan sporten moeten bevatten. Met name aandacht voor de zaalsporten als basketbal, volleybal en handbal omdat die via de landelijke media naar mijn mening te weinig aandacht krijgen. Eens in de zoveel tijd een mooi geschreven achtergrondstuk over een relatief onbekende sport. Dat kan seizoensgebonden zijn. Het ijshockeyseizoen begint dit weekend, maar er was grote crisis vanwege te weinig sponsoren. Daar zou ik dan wel een verhaal over willen lezen. Er zijn toernooien van dartbonden in zowel Nederland als Engeland. Daar doen hele goede, jonge spelers aan mee. Maak eens een verhaal met hen. De Nederlandse dartvrouwen werden vorige week Europees kampioen, daar hoor je helemaal niks over. Dus verhalen over actuele thema's uit minder bekende sporten. Ik denk dat weinigen uit mijn omgeving het tijdschrift zouden kopen. Niet omdat ze het niets vinden maar meer omdat de consumentenmaatschappij in 2014 nou eenmaal zo in elkaar zit. Mijn generatie zal willen betalen als het online wordt aangeboden tegen een goede prijs, maar op papier? Dat denk ik niet.'

Mirzet Durak - 22 jaar

'Ik had een abonnement op NUsport en zou dat bij een nieuw sporttijdschrift zeker overwegen. Ik zou het eerst een keer kopen om te kijken of het wat is. Het blad moet modern zijn en losjes geschreven. Niet te zakelijk of te serieus. Een tijdschrift met veel persoonlijke verhalen waarbij je de mens achter de sporter leert kennen. Ik hoef geen wedstrijdverslagen te lezen maar leuke achtergrondverhalen over clubs wel. En dan niet alleen uit de voetballerij, maar ook over bijvoorbeeld honkbal- en basketbalclubs. Het tijdschrift zou vooral een kijkje in de achtergrond moeten geven. De actualiteit krijg je toch wel mee. Het zou mij alleen maar aanmoedigen om het blad te kopen wanneer er veel verschillende sporten in staan. De stukken die ik dan minder interessant vind, sla ik wel over. Mijn omgeving zou denk ik ook wel een abonnement nemen. De meesten hebben een abonnement op VI en lazen NUsport ook. Een nieuw sportblad zou het dus wel goed doen bij hen.'

Thijs Stevens - 23 jaar

'Ik zou er wel een abonnement op willen. Het zou een blad moeten zijn met veel verschillende sporten. De meeste aandacht zou wel uit

51

moeten gaan naar de grotere sporten als wielrennen, voetbal, tennis en basketbal maar de andere sporten moeten ook uitgelicht worden. Cricket moet niet even belangrijk gemaakt worden als bijvoorbeeld voetbal. Schaatsen vind ik ook maar niks, dat is zo oubollig. Op de kleine sporten zou het tijdschrift niet te diep in moeten gaan. De doelgroep kiest bewust voor een sportbreed tijdschrift dus zouden alle sporten wel aandacht moeten krijgen. Als er te veel voetbal in staat, kan je net zo goed VI kopen. Het zou meer de achtergrond moeten zoeken. Twintigers kennen de actualiteit al voordat ze dat tijdschrift lezen. Het blad zou de afwisseling moeten zijn tussen bijvoorbeeld persoonlijke verhalen maar ook artikelen over hoeveel geld er in een sport omgaat. Ook zou er een mix moeten zijn tussen de bekende en onbekende sporten. Als je zo'n blad aan het lezen bent, stel je je toch vanzelf open voor de 'kleinere' sporten. Qua geld maar ook het overhalen een abonnement af te sluiten zijn studenten niet makkelijk. Ze vinden iedere handeling al te lastig of te zwaar. Ik denk dat het bij verder gevorderde studenten of mensen die net klaar zijn een grotere kans heeft dan bij gasten van achttien of negentien. Er zijn wel genoeg mensen die van sport in het algemeen houden en dus niet alleen van voetbal of hockey. Daarnaast is het zo dat mensen die van kleine sporten houden, de echt kleine sporten, vaak geen eigen blad hebben en dan jouw tijdschrift als hun sportmagazine gaan zien. Dan krijg je alles bij elkaar een best grote doelgroep.'

Koen Schrauwen - 22 jaar

'Ik zou wel overwegen om er een abonnement op te nemen. Het gaat dan wel om de inhoud. Als het geschreven is als Procycling of Voetbal International maar dan een combinatie met verschillende sporten, dan zou ik het wel leuk vinden. Ik denk niet dat je te veel aandacht moet schenken aan kleinere sporten als paardrijden. Rondom grote evenementen als de Olympische Spelen kan dat wel, maar anders vooral de sporten die in Nederland groot zijn zoals voetbal en wielrennen. Ik zou graag verhalen lezen over Nederlanders die uitblinken in hun sport, hoe die toeleven naar een wedstrijd en een reportage over bijvoorbeeld een trainingskamp. Een beetje een afwisseling tussen het nieuws en achtergrondverhalen. Vooral verhalen over Nederlandse sporters zou ik wel graag willen lezen. Mensen uit mijn omgeving zouden het niet zo snel kopen, denk ik. Die zijn toch niet zo breed georiënteerd qua sport.'

Rens Dirks - 22 jaar

'Ik zou er geen abonnement op nemen want ik lees te weinig. Ik kijk meestal wel op websites. Ook koop ik af en toe los een tijdschrift en zo'n sportbreed weekblad zou ik dan wel een keer of dertig per jaar kopen. Ik wil toch een beetje op de hoogte blijven van het sportnieuws en als de cover me aantrekt of er een leuke sport(er) centraal staat, dan wil ik het wel kopen. Het is voor mij belangrijk dat er interessante stukken in staan over sporten die mij bevallen. Bijvoorbeeld een verhaal over doping in het wielrennen of over de transfernieuwtjes in het voetbal.

52

Het zou een tijdschrift moeten zijn dat een mix biedt tussen actualiteit en achtergrond. Een analyse over Louis van Gaal bij Manchester United zou ik bijvoorbeeld leuk vinden. Het zou een combinatie van sporten moeten zijn. Dus niet alleen aandacht voor de bekendste sporten maar ook verhalen over curling, cricket of snooker. Het tijdschrift zou wel minder aandacht voor die kleine sporten moeten hebben dan voor bijvoorbeeld voetbal want ik voel me meer begaan met voetbal. Maar een globaal verhaal over cricket waarin een Nederlander geïnterviewd wordt, zou ik zeker wel lezen. Het zou een tijdschrift ook aantrekkelijker maken als er veel verschillende sporten in staan, maar dan zou er wel globaal over de kleinere sporten geschreven moeten worden, anders wordt het wel heel lastig aangezien je daar toch minder van afweet. Ik denk niet dat jongeren het tijdschrift vaak zullen kopen. De meeste jongeren zijn met de elektronica aan de navelstreng geboren. Iets vlug opzoeken op VI of Voetbalzone of andere sportsites is zo gebeurd. Bovendien zijn jeugdige lezers meer gewend om alleen globaal te lezen (titels, dikgedrukte citaten). Ik denk dat jongeren die nog wel graag achtergrondverhalen lezen behoefte hebben aan een weekblad als Sportweek/NUsport.'

Quincy van Dorst - 22 jaar

'Ik zou er zeker over na gaan denken. Ik heb nu een abonnement op VI en twee tijdschriften zou een beetje duur worden maar als het over meerdere sporten gaat dan krijgt het misschien wel mijn voorkeur. Ik vind vooral voetbal, tennis en wielrennen leuk maar zou ook over de kleine sporten als bijvoorbeeld cricket willen lezen. De grote sporten verdienen meer aandacht maar over de kleine sporten zou ik wel meer te weten willen komen. Ik zou het vooral bij de achtergrond houden omdat je de actualiteit wel op internet leest. Persoonlijke verhalen over sporters bijvoorbeeld. Ik denk dat mijn vrienden het niet snel zouden kopen. Zij houden toch meestal van één sport, voornamelijk voetbal, en niet van meerdere. Zij kiezen eerder voor de VI.'

Bart Wendriks - 22 jaar

'Ik zou er geen abonnement op nemen. Ik ben niet zo van het lezen over sport in tijdschriften, meer van de televisie en het internet. Het moet echt een heel boeiend onderwerp zijn wil ik het los kopen maar die kans is klein. Als er bijvoorbeeld een groot verhaal in staat over wielrennen en een bijzondere overwinning, dan zou ik het wel overwegen omdat ik daar dan meer van wil weten. Ik zou het juist leuk vinden als er aandacht is voor de kleinere sporten. Dat is voor de mensen die het beoefenen ook leuk om een keer eens wat te lezen over hun eigen sport. De grote sporten verdienen wel de meeste aandacht.Ik denk dat je, vooral bij de kleine sporten, meer voor de achtergrond moet kiezen. Vertellen over hoe bijvoorbeeld cricket werkt. Hoe de stand in Nederland is, interesseert me weinig want ik ga die competitie toch niet volgen. Ik denk dat mijn vrienden toch vooral van één sport zijn en liever alleen over de grote sporten lezen. Zij zullen niet snel een tijdschrift kopen waar ook kleine sporten in staan.'

Toine Schoonen - 20 jaar

'Ik heb altijd een abonnement op Sportweek en daarna NUsport gehad. Ik vind dat prettiger dan de VI. Het is meer dan voetbal. Na het zoveelste diepgaande achtergrondverhaal heb ik het met voetbal

53

ook wel gehad. Ik las NUsport eigenlijk altijd wel helemaal uit. Ik zou graag een tijdschrift lezen met veel verschillende verhalen over ook minder bekende sporten. Bijvoorbeeld over bobslee maar ook een verhaal met een minder bekende wielrenner. Dat deed NUsport ook, dat vond ik altijd wel leuk om te lezen. 50% de grote sporten (voetbal, schaatsen, wielrennen, tennis) en 50% de rest (rugby, golf, honkbal, sporten die in NL wat ondergesneeuwd worden). Ook verhalen over wat een sporter ervoor doet interesseren me. Verder kijken dan de prestatie en het nieuws. Hoe een sporter terug is gekomen van een blessure en dan weer aan de top staat. Een beetje dat soort romantische verhalen. De standaard verhalen over de voetballer die altijd op de straat speelde en daarna gescout werd en de top bereikte, daar heb ik het nu wel een beetje mee gehad. Ik zou graag een afwisseling zien tussen actualiteit en achtergrond. Mijn vrienden zouden het niet zo snel lezen, denk ik. Ik ben wel een uitzondering op de regel. Ik lees bijna alles over sport. Op een enkeling na zullen de meesten toch kiezen voor VI.'

Stefan Bosson - 24 jaar

'Ik heb een abonnement op NUsport gehad, en zou wel opnieuw abonnee willen worden van een sportbreed weekblad. Ik vond NUsport wel een geschikt blad, alhoewel er veel voetbal in stond. Ik zou in dat nieuwe sportbrede weekblad maximaal 1/3 aan voetbal doen. Ook sporten als hockey, schaatsen, wielrennen, waterpolo, basketbal en atletiek zijn in Nederland vrij populair en verdienen aandacht. Eens in de aantal edities zou ik ook kleine sporten als bijvoorbeeld cricket aandacht geven. Het heeft weinig zin om die vaak te belichten, maar af en toe verdienen die wel wat aandacht. In zo'n weekblad moet je verhalen maken die een actuele nieuwsaanleiding hebben, maar van daaruit meer richting de achtergrond gaan. Een wedstrijdverslag hoef ik niet te lezen, maar wel bijvoorbeeld een interview met een wielrenner die gewonnen heeft en van daaruit een verhaal maken over hoe hij begonnen is met rijden en zich verder ontwikkeld heeft. Ik denk niet dat mijn generatiegenoten een abonnement zouden nemen op een sportbreed weekblad. Zij zouden het van mij lenen of losse artikelen op internet willen lezen, zoals op Blendle.'

Bas Schwarachter, 19 jaar oud.

'Nee, ik zou geen abonnement nemen op een sportbreed weekblad. Als je een tijdschrift gaat maken met alle sporten, dan krijg ik alsnog het idee dat ik voor pagina's betaal die ik niet lees. Als je in je tijdschrift de focus wil verdelen over voetbal, turnen, paardensport, schaatsen en roeien dan ga ik toch maar één op de drie verhalen lezen. Hoe veel ik ook van sport hou. En door de komst van sites als Blendle is het niet meer nodig om geld te verspillen aan pagina's die je niet leest, aangezien je daarop zelf kan bepalen voor welke artikelen je betaalt. Ik zou het sportbrede weekblad wel af en toe los kopen. Al denk ik wel dat een pakkende cover heel belangrijk is. Als je Edward Gal (ruiter) op de voorpagina hebt staan, dan zou ik toch minder geïnteresseerd zijn. Wanneer Sven Kramer erop staat, heeft het blad wel direct mijn interesse. Het is heel moeilijk om je te focussen op een bepaalde doelgroep. Sport is zo verschrikkelijk breed dat het erg lastig is om iedereen aan te spreken. Het idee van zo'n tijdschrift is om niet alleen voetbal en wielrennen te behandelen, maar ook andere sporten, lijkt mij. Anders is je unique buying reason ook compleet waardeloos. Maar juist daardoor wordt je doelgroep heel klein. Er is maar een kleine groep mensen die echt alles wil lezen qua sport. Als ik rustig in de trein zit en ik van Sven Kramer in een groot artikel over badminton val, lees ik liever de gratis Metro. Ik denk dat het sportbrede weekblad een combinatie van achtergrond en actualiteit zou moeten zijn.

54

Over het grootste nieuws moet wel geschreven worden, maar dan wel alleen als aanleiding. Als iemand een wedstrijd wint en je schrijft dat een paar dagen later, dan is dat raar. Je kan diegene wel interviewen en daarmee dan de achtergrond zoeken.Ik denk niet dat mijn generatiegenoten snel naar de winkel zouden gaan om zo'n tijdschrift te kopen. Maar op een tablet of op Blendle ligt dat wel anders, dat zou wel kunnen. Zeker als er interessante interviews met sporticonen in staan. Ook zou het best kunnen dat ze een abonnement nemen. Het is belangrijk dat het iets toevoegt aan het huidige tijdschriftenlandschap en dat het opvalt in het schap. Het moet vernieuwend zijn.'

Bijlage 2: inhoud sportbrede weekbladen

Bij het tellen van de pagina's is gekozen voor de edities buiten juni en juli, omdat in die maanden de grote voetbaltoernooien worden gehouden waardoor het de verhoudingen met andere sporten niet goed zou weergeven. Pagina's telden alleen voor 1 sport wanneer ze helemaal vol stonden met die sport en er dus geen berichten over andere sporten op dezelfde bladzijde stonden. Een combinatie

55

van meerdere sporten op 1 pagina werd tot 'overige' gerekend. Columns werden afhankelijk van het onderwerp ingedeeld bij een sport.

NUsport10 augustus 2010 76 pagina's2,95 euro

Cover 1 voetbal

Inhoudsopgave 2

Voetbal 36

Zwemmen 8

Hockey 5

Atletiek 4

Wielrennen 3

Basketbal 3

Boksen 2

Overige 3

Externe advertenties 5 (Pokerstars, Duck Out, Vodafone, Eneco Tour, Nivea)

NUsport advertenties 4

Sportweek 4 januari 2010 68 pagina's 2,95 euro

Cover 1 voetbal

Inhoudsopgave 2

Voetbal 26

Schaatsen 9

Darten 6

Wielrennen 5

Tennis 4

56

Skiën 2

Skispringen 2

Overige 4

Externe advertenties 3 (Panorama, Zeilen.nl, Eurosport)

Sportweek advertentie 4

Sportweek 16 maart 2010 68 pagina's 2,95 euro

Cover 1 voetbal

Inhoudsopgave 2

Voetbal 26

Schaatsen 7

Bobslee 6

Wielrennen 5

Formule 4

Hockey 3

Atletiek 2

Overige 4

Externe advertenties 5 (Vodafone, Hockey.nl, Puma (2), Radio Veronica)

Sportweek advertenties 3

NUsport Nummer 4 2013 (maandblad)132 pagina's 5,95 euro

57

Cover 1 (combinatie)

Inhoudsopgave 1

Voetbal 53

Wielrennen 18

Tennis 12

Judo 6

Motorcross 6

Hockey 2

Roeien 2

Atletiek 2

Overige 19

Externe advertenties 6 (Asics (2), Q-music, Procycling, Fonds Gehandicaptensport, Polaroid)

NUsport advertenties 4

Sport International 64 pagina'sApril 1998, week 15 3,25 gulden

Cover 1 (combi)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 18

Wielrennen 7

Tennis 6

Volleybal 6

Basketbal 6

American football 3

Atletiek 2

Overige 6

Externe advertenties 6 (Landmacht (2), Runner's World, VI, Sanex, Nike)

58

Sport International advertenties 1

Sport International april 1998 week 18 3,25 gulden 64 pagina'sApril 1998, week 183,25 gulden

Cover 1 (combi)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 22

Wielrennen 7

Tennis 5

Volleybal 4

Basketbal 3

Zeilen 2

Formule 2

Tafeltennis 2

Overig 6

Externe advertenties 7 (Panorama, Landmacht (2), Runner's World, VI (2 ads), Philips)

Sport International advertenties 1

Sport InternationalApril 1998, week 1664 pagina's3,25 gulden

Cover 1 (combi)

Inhoud 2

Voetbal 18

Basketbal 8

Wielrennen 6

Atletiek 5

Tennis 459

Formule 2

Volleybal 2

Zwemmen 2

Golf 2

Overige 6

Externe advertenties 5 (landmacht (2), VI (2 ads), Philips)

Sport International advertenties 1

Sportvisie 1-7 september 199872 pagina's 3,50 gulden

Cover (combi) 1

Inhoudsopgave 1

Voetbal 7

Formule 6

Tennis 4

Paardensprint 4

American football 4

Wielrennen 3

Schaatsen 3

Atletiek (hardlopen) 3

Zijspancross 3

Boksen 3

Duivensport 2

Overige 26

Externe advertenties 1 (Daihatsu)

Sportvisie advertenties 1

Sportvisie 60

11-18 augustus 1998 72 pagina's2 gulden (introductieprijs)

Cover 1 (combi)

Inhoudsopgave 1

Voetbal 18

Formule 5

Atletiek 4

Duivensport 4

Hockey 4

Midgetgolf 3

Snowboarden 2

Freefight 2

Bodybuilden 1

Overige 15

Externe advertenties 10 (Rexona, Renault, Psychotic, KPN Telecompetitie, Toyota, Isostar, Nationale Nederlanden, Mitsubishi, Spaar- en kredietcentrale, Opel)

Sportvisie advertentie 2

Sportvisie 15-21 september 3,50 gulden 72 pagina's

Cover 1 combi

Inhoud 1

Voetbal 27

Tennis 5

Mountainbiken 5

Hockey 3

Rolstoelracen 3

61

Downhill 2

Boksen 2

Skeeleren 2

Schaatsen 2

Baanwielrennen 2

Overige 13

Externe advertenties 3 (Nationale Nederlanden, Isostar, Opel)

Sportvisie advertenties 1

Sportweek 5 mei 1998 72 pagina's 2,50 gulden

Cover 1 (voetballer)

Inhoudopgave 2

Voetbal 32

Boksen 6

Formule 5

Basketbal 5

Tafeltennis 2

Overige 9

Externe advertenties 7 (Bavaria (2), Lotto (2), Coca-Cola, Vogue, Umbro)

Sportweek advertenties 3

Sportweek 7 april 1998 72 pagina's 2,50 gulden

62

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 30

Honkbal 6

Paardensport 5

Wielrennen 4

Basketbal 4

Formule 4

Tennis 2

Overige 4

Externe advertenties 7 (Nike, Bavaria (2), Matchbank, De Lotto (2), MultiWeb)

Sportweek advertenties 3

Sportweek 18 augustus 1998 72 pagina's 3,75 gulden

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 28

Boksen 6

Formule 2

Honkbal 2

Tennis 2

Overige 9

Wielrennen 5

Atletiek 4

Externe advertenties 7 (Wieckse Witte, Lotto (2), Leesservice, ABN Amro, UMBRO (2 ads))

63

Sportweek advertenties 4

NUsport 11 mei 2010 76 pagina's €2,95

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 34

Zwemmen 7

Wielrennen 7

Boksen 5

Tennis 3

Waterpolo 2

Schaatsen 1

Overige 3

Externe advertenties 6 (Pokerstars, AD, Q-music, Vodafone (2 ads), Hockey.nl)

NUsport advertenties 5

Sportweek 7 april 2010 68 pagina's 2,95 euro

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 33

Wielrennen 6

Hockey 5

Honkbal 4

64

Atletiek 2

Golf 2

Formule 2

Overige 4

Externe advertentie 5 (Shimano Fiets Challenge & Classic, Comedy Central, Hockey.nl, Quick, Dove)

Sportweek advertenties 2

Sportweek 24 februari 2004 68 pagina's2,35 euro

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 1

Voetbal 23

Boksen 6

Schaatsen 6

Formule 4

Tennis 2

Atletiek 2

Bobslee 1

Basketbal 3

Overige 8

Externe advertentie 9 (Media Markt, Motorbeurs Utrecht, Christoffel bier, Nike (2 ads), Renault, AA Drink, GTO Magazine, Gilette)

Sportweek advertenties 2

Sportweek 20 januari 2004

65

2,35 euro68 pagina's

Cover 1 (schaatsen)

Inhoudsopgave 1

Voetbal 31

Schaatsen 9

Tennis 3

Wielrennen 2

Basketbal 1

Overig 14

Externe advertenties 4(GTO Magazine, Christoffel Bier, Koopgids MTB, Formule 1 tijdschrift)

Sportweek advertenties 2

Sportweek 28 december 2009 2,75 euro 68 pagina's

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 31

Marathonschaatsen 6

Schaatsen 6

Tennis 4

Judo 2

Formule 2

Basketbal 2

Overige 4

66

Externe advertentie 6 (Menzis, Dove,Vodafone, Zesdaagse Rotterdam, Wintersport Magazine, ABN Amro Tennistoernooi

Sportweek advertenties 2

Sportweek 5 oktober 2009 68 pagina's 2,75 euro

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 2

Voetbal 32

Wielrennen 6

Formule 4

Tennis 3

Volleybal 2

Hockey 2

Overige 6

Externe advertentie 7 (Becel, Under Armour kleding, Hockey.nl, Procycling, nrc.next, Vodafone, Nivea)

Sportweek advertenties 3

Sportweek 20 mei 2003 68 pagina's 2,25 euro

Cover 1 (voetbal)

Inhoudsopgave 1

Voetbal 31

Tennis 4

Judo 4

Formule 3

67

Wielrennen 2

Basketbal 1

Overige 8

Externe advertenties 11 (Gillette Mach3 Turbo, Voltreffers, FC Utrecht fanshop, Staatsloterij 1, Suriprofs vs All-Star team, Randstad (2), Halfords, AA Drink, KIA, JVC)

Sportweek advertenties 2

68