portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web...

23
Visie op Bakonderwijs Visie op consumptief onderwijs anno 2012 Maart 2012 Visie op onderwijs Metawerk 4 Tim van Dalen Student no. 500631081

Transcript of portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web...

Page 1: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op BakonderwijsVisie op consumptief onderwijs anno 2012

Maart 2012

Visie op onderwijsMetawerk 4

Tim van DalenStudent no. 500631081

Hogeschool van AmsterdamEllen van Kooten en Michael Laarman

Page 2: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Inhoudsopgave

Inleiding.................................................................................................................................... 3

We gaan naar school om de leraar een plezier te doen............................................................5

Bakonderwijs: waarom we leerlingen opleiden tot bakker.......................................................8

Leren en lesgeven begint bij motiveren..................................................................................11

Opvoeder of kennisoverdrager, wat wordt er verwacht van de docent?...............................13

Nawoord................................................................................................................................. 15

Bibliografie..............................................................................................................................16

2

Page 3: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Inleiding

In dit visiestuk zal ik het gaan hebben over het bakkerijonderwijs zoals het er op dit moment uit ziet. Wat is de stand van zaken binnen de muren van de consumptieve techniek opleidingen aan het begin van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw?

Als aankomend docent is het om verschillende redenen belangrijk om een visie op onderwijs te hebben. Als je weet hoe je in het onderwijs staat dan draagt dat bij aan het zijn van een betere leraar. Het is belangrijk om als professional te weten waarom jij voor de klas staat. Dat is omdat je een voorbeeldfunctie hebt en jezelf een expert noemt op het gebied van onderwijs. Dat is althans wat het diploma suggereert. Je moet dan op de hoogte zijn van recente ontwikkelingen en wat er speelt in de actualiteit. Als docent moet je meegaan met je tijd om bij je leerlingen aan te kunnen blijven sluiten. Hoewel onderwijs steeds meer een massa product is, blijft het natuurlijk maatwerk pur sang. Immers, de persoonlijke stempel die een docent op een leerling drukt, is vaak van groter belang is dan het lesmateriaal zelf. Iedereen herinnert zich de lessen van een bevlogen leraar nog. Het is dus van belang om er over na te denken hoe je als docent voor de klas wilt staan. Concreet betekent dat je je afvraagt als je voor een klas met leerlingen staat, wie zijn leerlingen zijn en wat wil je ze bijgebracht hebben op het moment dat ze de school verlaten?

Om een goede visie te ontwikkelen, zijn er een aantal aspecten die bekeken en beschreven kunnen worden. Deze zal ik hieronder uiteenzetten. Allereerst is het belangrijk om ons af te vragen waarom wij eigenlijk naar school gaan, en wat we daar dienen te leren. Op deze vraag zijn natuurlijk duizend antwoorden te geven, maar volgens de Amerikaanse filosoof Richard Rorty die het boek Education as Socialization and as Individualization (Rorty, 1989) scheef zijn er twee hoofdstromingen te onderscheiden, namelijk de socialisering aan de ene kant en de individualisering van het kind aan de andere kant.

Rob Wijnberg die het essay Wat is het doel van onderwijs? (Wijnberg, 2009) schreef en daarin voortborduurt op de theorie van Rorty komt tot de conclusie dat er drie doelen kunnen zijn; een economische doel, een persoonlijk doel en het doel de zoveel mogelijk aan de samenleving bij te dragen (burgerschap).

Stel dat het onderwijs een economisch doel dient, hoe ziet de vraag van die economische markt er dan uit? Of, meer concreet: waar zit een bakker op dit moment op te wachten? Wat verwacht hij dat een leerling met diploma kan betekenen voor zijn bedrijf? En hoe zien die bedrijven er op dit moment uit? In hoeverre is er een splitsing gaande tussen ambacht en industrie. Wordt deze kloof steeds groter, waarbij het middensegment dreigt te vervallen, waardoor we enerzijds vakmensen nodig hebben die echt goed kunnen bakken en anderzijds alleen maar handjes die zachte witte bolletjes van een lopende band kunnen trekken?

Onderwijs, met welk doel dan ook, valt en staat met de docent. Maar hoe gaat het tegenwoordig met de docent? Is de docent eigenlijk wel bekwaam genoeg om deze gevraagde vakmensen af te leveren, of zou die ook weer terug naar school en de bakkerij in moeten om zijn kennis bij te spijkeren? Of is dat de rol van de docent helemaal niet meer? Moet de docent vooral pedagogisch sterk zijn en de leerling helpen bij zijn opvoeding en plaats in de samenleving, en dat in een sausje van bakkerijonderwijs?

3

Page 4: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

En als we dan in de klas zitten en we weten met welk doel, dan gaan we aan het leren, maar wat is eigenlijk leren en hoe doen we dat? Is alles leren, en leren we overal of weten we tegenwoordig heel goed informatie op te zoeken en doen we alsof dat kennis is?

In mijn visiestuk over onderwijs wil ik de bovenstaande vragen gaan beantwoorden. Hiertoe maak ik vijf hoofdstukjes waarin ik eerst een stellingname doe, vervolgens die stelling onderbouw met argumenten en mijn eigen ervaringen erin implementeer, tenslotte schrijf ik een nawoord waarin ik terugblik op het schrijven van deze visie.

4

Page 5: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

We gaan naar school om de leraar een plezier te doen

Mijn visie op de maatschappelijke functie en het doel van onderwijs; wat is mijn visie hierop en wat betekent dat voor mij als docent?

Mijn visie op de maatschappelijke functie en het doel van onderwijs is dat het een (voor)recht is dat het er is. We moeten heel dankbaar zijn dat het voor bijna iedereen in Nederland mogelijk is om onderwijs te genieten. Naast dat het een recht is, is het ook een plicht. Zeker in de huidige maatschappij die er naar streeft een kennis economie te worden. We moeten ons goed realiseren dat Nederland een klein land is dat zelf weinig produceert; naast een handvol fietsen en schaatsen is er weinig dat we maken en exporteren. Nederland is vooral een land van handel en kennis. Overal ter wereld wordt onze kennis over bijvoorbeeld het bouwen van dijken gewaardeerd en ingeschakeld.

Voor ons als inwoners van West-Europa is het ondenkbaar dat er geen onderwijs zou zijn en het is zo aannemelijk dat we er soms helemaal geen zin in hebben. Wat opvallend is als ik kijk naar landen waarin onderwijs niet zo vanzelfsprekend is, is dat kinderen daar heel graag naar school willen. Kinderen in bijvoorbeeld Afrika, realiseren zich heel goed: als ik weg wil uit die sloppenwijk, dan is de enige manier om dit voor elkaar te krijgen een goede baan vinden waarmee ik voldoende geld kan verdienen. De eenvoudigste weg naar een goede baan: onderwijs volgen.

Ondanks dat er misschien een hoop is aan te merken op ons onderwijssysteem - diploma fraude is aan de orde van de dag; op VMBO scholen wordt niks meer geleerd; MBO scholen zijn verworden tot zorginstellingen etc. - vind ik dat we er erg dankbaar voor moeten zijn. Door ons onderwijssysteem is iedereen in staat zichzelf persoonlijk, als burger en het land waarin hij leeft zoveel mogelijk te ontwikkelen.

Stelling:Onderwijs dient drie doelen: een economisch doel, een persoonlijk doel en het doel burgerschap te bevorderen.

Om de vraag van de ondertitel te kunnen beantwoorden moeten we ons misschien eerst afvragen waar onderwijs in de kern voor bedoeld is. Volgens het boek De Terugkeer van het Gezag (Furedi, 2011) is de primaire functie het overdragen van kennis en inzichten. Als we er nu vanuit gaan dat dit het doel is van onderwijs, wat is dan het doel van de overdracht van kennis en inzichten naar kinderen? Wat heeft het voor nut om kinderen te onderwijzen? Volgens Rob Wijnberg die een essay schreef over het belangrijkste doel van onderwijs (Wijnberg, 2009) (VPRO, 2009) zijn er drie subdoelen te onderscheiden.

Onderwijs heeft als doel mensen:A. zo gelukkig mogelijk te laten worden (persoonlijk) B. zo hoog mogelijk te laten presteren (economisch) C. zoveel mogelijk aan de samenleving te laten bijdragen (burgerschap)

Onderwijs dient in eerste instantie een persoonlijk doel. Het dient om kinderen de wereld te laten begrijpen (Furedi, 2011). Door te onderwijzen, is het kind in staat zichzelf te ontplooien tot een individu. Het kind is naar school gegaan en heeft daar kennis genomen van wat

5

Page 6: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

vorige generaties over de wereld hebben bedacht. Door deze onderwijzing heeft het kind kunnen leren over de wereld waarin hij leeft en geleerd wat voor hem daarin belangrijk is. Het kind heeft zijn eigen normen en waarden weten te ontwikkelen en zal proberen zoveel mogelijk volgens die regels te leven. Door de wereld beter te begrijpen, is de persoon in staat zijn leven op een positieve manier invulling te geven.

Onderwijs dient een economisch doel omdat wij in een land leven waar een economie en een samenleving draaiende gehouden moet worden. De samenleving waarin wij leven, is gebaseerd op het feit dat iedereen hier iets aan bijdraagt. Kinderen moeten dus naar school om iets te leren wat een maatschappelijk doel dient. Dit kan een opleiding tot bakker zijn, waarin het onderliggende maatschappelijke doel is om de samenleving van brood te voorzien, of dit kan een wetenschappelijke opleiding zijn, waarin de schoolgaande onderzoek doet naar zwarte gaten in het heelal om het voortbestaan van onze planeet veilig te stellen. Het maatschappelijke doel kan dus heel breed worden opgevat. Feit is dat er onderwijs nodig is om tot deze doelen te komen en dat op deze manier onderwijs dus een economische doel heeft.

Als individu maak je deel uit van de hierboven beschreven samenleving. Een samenleving is een complex geheel; het is de omgang en het verkeer der mensen (Den Boon,Ton, 2005). Op school leren kinderen vanaf het allereerste begin om te gaan met leeftijdgenootjes, met het gezag in de vorm van een leraar en alle andere aspecten die komen kijken bij onderwijs. Ze worden opgevoed om later als verantwoordelijke burgers deel te nemen aan de samenleving.

De Onderwijsraad, die de Nederlandse regering van advies voorziet op het gebied van onderwijs praten over het begrip “een leven lang leren”. Zij stellen dat het doel daarvan niet alleen een economische is, maar dat het mede dient om culturele vooruitgang van de samenleving en de persoonlijke ontwikkeling van burgers te stimuleren (Onderwijsraad). De conclusie die we uit de voorgaande alinea’s kunnen trekken is dat over het doel van onderwijs vele antwoorden zijn te geven. En het dus erg moeilijk is om hierop een eenduidig antwoord te geven. Het heeft te maken met grote begrippen zoals waarheid en vrijheid die door iedereen anders ingevuld worden (Rorty 1989). Kort gezegd kunnen we stellen dat het maatschappelijke doel van onderwijs een combinatie is van de drie eerder genoemde doelen. De doelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen met elkaar in een zeker evenwicht te zijn.

Uit stages kan ik het volgende ervaringen opschrijven. De leerlingen die op de MBO school waar ik stage liep onderwijs genoten waren bijna allemaal kinderen met een probleem. Allemaal hadden ze wel iets. Ze gingen veelal naar school omdat ze moesten en niet zo zeer omdat ze zo graag wilden. Ze zagen vaak totaal het nut van wat ze er deden niet in. Want het vak leerden ze wel op stage en het vak Nederlands hadden ze nergens voor nodig. Ze konden immers prima communiceren met hun Blackberry telefoons. Voor deze leerlingen was het dus van groot belang dat zij inzagen wat het doel van onderwijs voor hun was. Ik vertelde hun dan dat ze waarschijnlijk niet hun hele leven ’s nachts zwaar lichamelijk werk wilden blijven doen. En dat mochten ze ooit hun eigen bedrijf willen starten, kennis van Nederlands, rekenen en het politieke systeem onontbeerlijk zijn. Daarbij dat ze zich eens moesten inleven in hun werkgever, en wat zij er van zouden vinden als een werknemer onbeleefd is en elke dag te laat zou komen. Door leerlingen bij dit soort kwesties te laten stil staan probeerde ik hun te laten inzien dat ze niet alleen naar school kwamen om de docenten een plezier te doen.

6

Page 7: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Voor mij als docent betekent dit dus dat alleen overbrengen van vakkennis niet genoeg is. Buiten deze zeer belangrijke basis moet er ook aandacht besteed worden aan dat leerlingen begrijpen waarom ze naar school gaan, dat ze inzien dat door het leren van deze kennis hun mogelijkheden groter zijn en dat ze onderdeel uitmaken van een groter geheel, in economische zin maar ook in de zin dat zij er samen voor moeten zorgen dat het leefbaar blijft in Nederland. Als docent heb ik een niet te vergeten voorbeeldfunctie.

7

Page 8: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Bakonderwijs: waarom we leerlingen opleiden tot bakker

Visie op onderwijs in mijn vakgebied; wat is de essentie van mijn vakgebied en wat betekent dat voor mij als docent?

Mijn visie op het beroepsonderwijs is dat het niet zo goed gaat op de consumptieve scholen. De inspanningen van alle hardwerkende docenten ten spijt. Het punt dat ik probeer te maken heeft vooral betrekking op het vaktechnische gedeelte van de opleiding. Dus, wat een leerling leert over het vak waarvoor hij gekozen heeft en naar school gaat. Dit heeft meerdere oorzaken. De belangrijkste oorzaak is de leerling zelf. Het overgrote deel van de leerlingen dat toegelaten wordt tot de opleiding is nog niet klaar voor het onderwijs dat hem daar te wachten staat. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat VMBO leerlingen eigenlijk moeten instromen op MBO niveau 3, maar ze bijna altijd worden ingeschaald op niveau 2 (Rijksoverheid.nl) en daar ook op uitstromen. Voor de zelfstandigheid in de vorm van het competentiegericht onderwijs zijn de meeste leerlingen niet geschikt. De meeste lopen al achter vanaf het moment dat ze de basisschool verlaten en van de vier jaar VMBO onderwijs die zij hebben genoten lijkt niets te zijn blijven hangen (Obbink, 2011). Door deze vertraging komt de docent automatisch in moeilijkheden, want de kennis die hij moet aanbieden blijkt veel te moeilijk voor een groot deel van zijn klas. Omdat ROC’s worden afgerekend op hun slagingspercentages moeten er toch mensen slagen (Onderwijsinspectie). De bakkerijbranche heeft als een van de weinige branches landelijk gelijke examens, die worden afgenomen in het examencentrum van het NBC (Nederlands Bakkerij Centrum) te Wageningen. Het grote voordeel hiervan is leerlingen dus ook door andere kritische mensen worden beoordeeld. Kanttekening hierbij is dat dit examencentrum (dat overigens aangestuurd wordt door de brancheorganisaties) hopeloos verouderd is en daarbij doel ik niet op het fysieke aspect (de machinerie e.d.) maar vooral op de stof die ze er toetsen. Daarbij komt dat het tot voor de invoering van het competentiegericht onderwijs zo was dat de leerling niet wist welke producten hij op zijn examen moest gaan maken, tot op het moment dat hij met zijn schortje om in het examenlokaal stond, en dus over een zeker repertoire moest beschikken. Bij de nieuwe examens kunnen de leerlingen zelf kiezen in welke producten zij geëxamineerd willen worden. Zij kunnen zich dus op school en in het leerbedrijf volkomen concentreren op drie producten. De laatste jaren worden er geen jaarverslagen meer door het NBC uitgegeven (NBC), maar van de keren dat ik als examinator aanwezig was op de competentiegerichte examens ben ik heel erg geschrokken van het lage niveau.

Door het feit dat het niveau voor de meeste leerlingen te hoog ligt, en daarbij de leerlingen kampen met allerhande hulpvragen (zie verderop in deze visie), verschuift het accent van de docent van vooral een vakinhoudelijk sterk zijn, naar iemand die vooral opvoedkundig sterk moet zijn. Hij begeleidt de leerling vooral bij zijn hulpvragen en leert hem dat het belangrijk is om op tijd naar school te komen en zijn boeken en vakkleding mee naar school neemt. Zaken waarvan je zou aannemen dat ze algemeen bekend zijn.

Ik ben van mening dat de consumptieve opleidingen goed werk doen maar dat het bijna een ondoenlijke taak is. Ondanks dat kunnen MBO’s natuurlijk niet ophouden te bestaan, alleen ligt de nadruk tegenwoordig niet meer op het vakonderwijs en dat is in mijn ogen jammer.

8

Page 9: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Stelling: Het doel van bakkerijonderwijs is het afleveren van vakbekwame mensen waar de markt om vraagt. Maar: lezen, schrijven en rekenen als vaardigheden horen daar zeker bij.

Het doel van het bakkerijonderwijs in Nederland is het opleiden van vakmensen waar de markt om vraagt. Het betreft hier namelijk een opleiding met een specifiek aspect, het heet niet voor niets beroepsonderwijs (Aartsen & Ritzen, 1995). Wanneer er binnen de samenleving niet de behoefte zou bestaan aan dit soort mensen, dan zou er in eerste instantie geen opleiding voor zijn opgezet. Immers, er is ook geen opleiding tot drugsdealer, want daar zit de samenleving nu eenmaal niet op te wachten. Het bakkerijonderwijs is dus ooit opgezet met een duidelijk doel; het opleiden van mensen die kunnen functioneren in een bakkerijomgeving.

Of het deze functie tegenwoordig ook nog heeft, dat is een vraag die we ons kunnen stellen. Over het kerndoel (mensen opleiden voor de bakkerij) bestaat nog geen twijfel, anders zou de opleiding wel zijn opgedoekt. Maar wat buiten de vaktechnieken moet worden geleerd, daarover lopen de meningen wel uiteen. Een voorbeeld hierbij zijn de vakken; Leren, Loopbaan & Burgerschap, Engels en Nederlands. Want waarom zouden leerlingen die gekozen hebben om zich in een bepaald vak te specificeren ook hierin onderwezen moeten worden? Wordt de opleiding niet misbruikt voor dit soort “randvakken”? Voor de overheid is het natuurlijk makkelijk om op deze manier hun wensen door te drukken. Alle problemen die spelen in de samenleving kunnen via de school worden aangepakt, want daar zijn alle kinderen in hun kraag te vatten.

Een ander voorbeeld dat de functie van het bakkerijonderwijs - of beroepsonderwijs in het algemeen - ter discussie staat, is de zogenaamde startkwalificatie (Rijksoverheid, Startkwalificatie) die het behalen van minimaal een MBO niveau 2 diploma verplicht stelt. Hierdoor komen er mensen op de opleiding terecht die eigenlijk helemaal niet naar school willen en dus niet willen leren, maar de keuze tot de opleiding gemaakt heeft op totaal verkeerde gronden. Waardoor de opleiding tot een soort afvoerputje verwordt (Hemmer, 2006). Zo dient deze dus vooral een ethisch maatschappelijk doel, namelijk ervoor zorgen dat iedereen met een diploma de samenleving intrekt. Wat dat diploma dan ook waard moge zijn.

Moeten bij beroepsonderwijs dan geen sociale en basisvaardigheden worden aangeleerd? Naar mijn idee wel. Want voor een succesvol leven binnen onze maatschappij, zijn dit soort vaardigheden zeker zo belangrijk als vakkennis. Ik neem graag het kunnen begrijpen van wat er in de cao staat, het ontslagrecht, of hoe de werknemer zijn belastingpapieren moet invullen als voorbeeld. Een leerlinge kwam eens naar mij toe. Ze was ontslagen en vertelde waarom. De reden die door haar werkgever was gegeven, was helemaal niet gegrond. Ze was dus onterecht ontslagen en had dat makkelijk kunnen aanvechten (de mogelijke gevolgen hiervan even buiten beschouwing gelaten). Wanneer een individu dit soort zaken dus niet weet te vinden of te begrijpen, zou dit kunnen leiden tot verregaande problemen in de rest van hun leven.

Ook de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld te maken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat steeds meer mensen daar moeite mee hebben (Rijksoverheid, Voortgezet Onderwijs). En juist taal en rekenen zullen altijd een voorwaarde

9

Page 10: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

zijn om de wereld te begrijpen, te analyseren en te bekritiseren. Het spreken van een vreemde taal hoort daarbij, zeker in onze alsmaar sterker globaliserende wereld.

Wij zijn er dus allemaal bij gebaat, dat er in de opleiding naast het vakspecifieke aspect ook deze basisvaardigheden worden onderwezen, en de school lijkt daarvoor de meest ideale plek. Zeker omdat blijkt dat kinderen dit van huis uit vaak niet meer meekrijgen(van Gennip & Vrieze, 2008).

Voor mij als aankomend docent heeft dit alles er wel toe geleid dat ik besloten heb mijn toekomstige baan niet binnen een ROC instelling te zien. Ik vind het leuk om mensen dingen over te brengen maar ben eigenlijk veel minder geïnteresseerd in alle opvoedkundige rollen die daar hedendaags bij komen kijken.

10

Page 11: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Leren en lesgeven begint bij motiveren

Visie op leren en lesgeven: hoe leren leerlingen en wat betekent dat voor mij als docent?

Mijn visie op leren en lesgeven is dat het meest belangrijk is dat een leerling gemotiveerd moet zijn om te leren. Zonder motivatie kunnen alle didactische en pedagogische trucs worden uitgehaald die er zijn, maar zal een groot deel van die inspanningen tevergeefs zijn. Motivatie kan vanuit de leerling zelf komen, dit is het meest gewenst en het meest effectief. Maar de motivatie kan ook gestimuleerd worden door mij als docent en de invloed daarvan is groot. Als ik enthousiast ben over het vak waarin ik lesgeef, zal dit overslaan op mijn leerlingen. Als ik leerlingen het nut kan laten inzien van de lesstof, dan zullen ze het makkelijker aan- en opnemen.

Stelling:Motivatie is de eerste voorwaarde om te kunnen leren. De methode die vervolgens gebruikt wordt is minder van belang maar belangrijk is het doen en de mogelijkheden tot het maken van fouten.

In onze samenleving sturen we kinderen naar school om te leren. Op die school staat een professional voor hun klaar die middels technieken die hijzelf ook ergens geleerd heeft het kind iets gaat bij brengen. Op een typische lesdag van een schoolgaand kind in Nederland, vertelt de leerkracht de leerlingen over een bepaald onderwerp, laat hun het zelf lezen, laat hun vervolgens een opdracht maken en controleren of ze het te leren geleerd hebben doormiddel van een toets. Dit gaat allemaal redelijk succesvol, maar hoe een mens precies leert, daar zijn we nog niet achter. Volgens Leren in 5 dimensies (Marzano, 2010) heet dat ook wel het leerstof paradigma. Want waarom lukt het bijvoorbeeld bij de ene leerling beter dan bij de andere? Hoewel het onderzoek naar het brein de laatste jaren grote sprongen voorwaarts heeft gemaakt weten we eigenlijk nog niet precies hoe de processen in onze hersenen werken. Dus - om een verre blik in de toekomst te nemen - tot het moment dat er een computer op ons hoofd kan worden aangesloten en de hersenpan kan worden volgegoten met kennis, zullen we het moeten doen op de manier zoals we het al jaren doen.

Er zijn talloze manieren om te leren en er zijn boeken vol geschreven over dit onderwerp. Omdat mensen zo verschillend zijn (Hayer, 2011), heeft een ieder zijn eigen aanpak nodig. Bepaalde aspecten van leren echter, gelden voor iedereen.

Belangrijk in eerste instantie is de motivatie om te leren. Motiveren is: het geheel van factoren (ook aandriften en beweegredenen) waardoor gedrag gestimuleerd en gericht wordt (Den Boon, Ton, 2005). Motivatie moet vooral vanuit de leerling zelf komen, maar gebleken is dat de invloed van docenten op de motivatie van leerlingen vaak groter is dan zij zelf denken (Ebbens & Ettekoven, 2009). Wanneer leerlingen zin hebben om te leren, is de helft van het werk al gedaan (Marzano, 2010). Uiteindelijk is het van belang, dat de leerling zichzelf weet te motiveren om werk te gaan doen. Hij heeft zichzelf dan een actieve houding aangemeten waarin het leren als vanzelfsprekend gaat.

11

Page 12: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Volgens Ebbens (Ebbens & Ettekoven, 2009) heeft motivatie te maken met zes factoren;

- succes ervaren- individuele aanspreekbaarheid- kennis van de resultaten- betekenis geven- interesse in de leerling en veiligheid - positieve benadering

Wanneer de eerste voorwaarden om te leren goed zijn, kan het leren eigenlijk pas beginnen. Binnen het praktijkgericht onderwijs waar het in deze visie over gaat, gaan leerlingen producten maken. Voor het maken van deze producten, moeten de leerlingen handelingen uitvoeren; ze moeten bepaalde vaardigheden beheersen waardoor ze de handelingen goed kunnen doen. Het leren van deze vaardigheden gebeurt in een zoveel mogelijk realistische omgeving. Het grote voordeel van praktijkonderwijs is dat er een direct resultaat is. Wanneer er een handeling verkeerd wordt uitgevoerd, zal het product mislukken. Hierdoor kan de leerling heel direct leren van zijn eigen handelen. Dus, leren door te doen en fouten te maken. Een soort trail and error methode (Bolhuis, 2001)

Van belang is echter, dat de leerling verteld wordt waarom het fout is gegaan, en dat hij gestimuleerd wordt om het nogmaals te proberen. Anders komt de leerling in een negatieve spiraal terecht. Realiseert de leerling namelijk niet wat hij fout gedaan heeft, dan zal hij het in alle waarschijnlijkheid nogmaals doen waardoor vertrouwen in eigen kunnen en daarmee motivatie verloren kunnen gaan (Marzano, 2010).

Tijdens mijn stages op praktijkgerichte scholen heb ik ondervonden dat het leren van fouten zeer effectief kan zijn. Als voorbeeld noem ik graag het maken van Gooische moppen, een soort koekjes die men snijdt van een deeg pil. In les 1 kregen de leerlingen een recept van het product en een korte instructie over de werkwijze. Leerlingen gingen enthousiast aan de slag. Tijdens het bakken van de koekjes bleek echter dat ze allemaal verschillend van gewicht waren, waardoor ze zeer onregelmatig bakte. Het ene koekje was nog lang niet gaar, terwijl de andere al bijna zwart blakerde. Door de leerlingen het eindresultaat te laten zien en hen te vertellen wat ze fout gedaan hebben, werden de koekjes in les 2 veel beter. Omdat het gelijkmatig werken niet alleen van toepassing is op specifieke koekje, maar in de gehele opleiding steeds terugkomt, is het helpen herinneren aan de fout die ze maakte in les 1 een belangrijk punt waaraan ze herinnerd kunnen worden in vervolglessen.

Ook over het belang van motivatie kan ik een voorbeeld geven vanuit mijn eigen ervaringen. Ik ben natuurlijk een echte MBO leerling als het gaat om leren. Voor mijzelf is het heel belangrijk om in te zien waar ik het voor doe. De opdrachten voor het van marketing die we het afgelopen jaar hebben gemaakt, waarbij we zelf een bestaand bedrijf mochten uitzoeken om te gaan onderzoeken zijn een goed voorbeeld. Bij een opdracht als deze zie ik het nu ervan in, ik was met iets concreets bezig met een direct resultaat, en niet met iets abstracts waarvan ik later misschien nog eens zou gaan gebruiken.

Voor mij als docent betekent het feit dat motivatie zo belangrijk is en mijn directe invloed daarop zo groot is dat ik mij goed bewust moet zijn van de houding die ik aanneem voor de klas en hetgeen dat ik uitstraal.

12

Page 13: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Opvoeder of kennisoverdrager, wat wordt er verwacht van de docent?

Visie op de rol van de docenten, de pedagogische taak van de leraar. De docent als opvoeder en kennis overdrager.

Mijn visie is dat de docent die lesgeeft aan de consumptieve opleidingen in Nederland vooral iemand moet zijn die weet hoe hij moet omgaan met allerhande problemen die zijn leerlingen met zich meebrengen en dat ook zijn rol als opvoeder steeds belangrijker wordt. Omdat een schooldag maar uit zoveel uren bestaat, is dit van grote invloed op wat ik als docent buiten deze opvoedkundige taken de leerlingen nog kan bijbrengen. Ik vind dit een kwalijke zaak, maar realiseer mij hierbij dat dit een gegeven is waar wij door de huidige generatie die het beroepsonderwijs instroomt niet zoveel kunnen doen. Naar mijn idee ligt het accent van de vakdocent van tegenwoordig dus veel te veel op die van het opvoeden en “verzorgen” van de leerlingen, en heeft de vakinhoudelijke kant daar zwaar onder te leiden. Het onderzoeksrapport Gelukkig voor de klas (Vogels, 2009) onderschrijft dit. Zij stelt dat sinds 1980 en 2004 vakkennis met 40% is afgenomen, en de beroepsvoorbereidende competenties juist 40% zijn toegenomen. Dit wreekt zich met name in de vakkennis en heeft tot gevolg dat leerlingen les krijgen van leraren die vakinhoudelijk eigenlijk geen autoriteit zijn. Leraren die zonder boek, geen les kunnen geven (Oostrom, 2007). Naar mij mening is de rol van de leraar dus verschoven van iemand het vak overbrengt, naar iemand die vooral aan het opvoeden is.

Stelling: De vakdocent is er in eerste plaats om het vak over te brengen. De docent dient dus vooral vakbekwaam en (vak)didactisch sterk te zijn. Zijn rol als opvoeder en zorgverlener moet niet onderschat worden, maar dit moet zeker niet als zijn hoofdtaak beschouwd worden.

Dat de belangrijkste eigenschappen van een leraar zijn dat hij vakbekwaam en (vak)didactisch sterk is, lijken geen zaken waarover een discussie gevoerd hoeft te worden. Leraren dienen de stof waarin zij onderwijzen uitstekend te beheersen en daarbij over een ruim arsenaal aan manieren beschikken om deze stof over te brengen. Ook volgens onderzoek naar de ideale leraar van de Radboud Universiteit van Nijmegen (van Gennip & Vrieze, 2008) zijn dit, samen met de persoonlijkheid van de docent de twee belangrijkste eigenschappen. Maar alleen met die twee eigenschappen komt de leraar van tegenwoordig er niet meer. Scholen worden namelijk steeds meer geconfronteerd met zorgleerlingen (Nauta & Giesing, 2011).

De docent van tegenwoordig moet dus over nogal wat competenties beschikken. Hij dient niet alleen specialist te zijn op zijn vakgebied, maar daarnaast ook nog van alles af te weten over de stoornissen waar een steeds groter aandeel van de leerlingen zijn klas mee kampt; ADHD, Asperger, PDD-NOS, etc. Sterker nog, dit lijkt een alsmaar groter aandeel van zijn tijd in beslag te nemen.

Dat dit de realiteit is, daarvoor kunnen we de ogen niet sluiten. De grote vraag die wij onszelf wel moeten stellen, is wat wij belangrijker vinden; moet de opvoedkundige rol van de docent boven het aanleren van het vak worden verheven? De weg die het huidige kabinet is ingeslagen lijkt deze vraag positief te beantwoorden. Een voorbeeld hiervan is het

13

Page 14: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

“passend onderwijs” waar VMBO scholen in de zeer nabije toekomst mee te maken krijgen(Rijksoverheid, Passend Onderwijs). Het komt erop neer dat scholen wordt verplicht om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben hoe dan ook op school te houden. Dit alles, omdat begeleiding van zulke kinderen in het speciaal onderwijs te duur is geworden. In de praktijk zijn dat vooral jongeren met (ernstige) gedragsproblemen.

Voor een docent kan dat veel extra werk opleveren maar mits hij goed begeleid wordt in het omgaan met dit soort leerlingen vormt dit waarschijnlijk niet zo’n groot probleem. Ook mijn eigen ervaring tijdens stage aan een MBO opleiding heeft dit beeld bevestigd. Mijn begeleider en ik waren veel meer bezig om ervoor te zorgen dat de leerling zijn vakkleding meenam naar school dan dat we daadwerkelijk koekjes met hem gingen bakken. Wij hadden onder andere een dove leerling in de klas die elke week een tolk en een persoonlijk begeleider meenam. Hier ging echt een hoop tijd inzitten. En dan was er nog een leerling met PDD-NOS die zo’n zelfde arsenaal aan mensen meebracht in de klas. Probleem hiervan is, dat al dit soort zaken, snoepen van de tijd die leerlingen aanwezig zijn op school om het vak te leren en dat vooral andere leerlingen die wel graag willen en kunnen leiden onder dit soort maatregelen.

De manier waarop ik tegen mijn rol als docent aankijk is dat voor mij de hoofdzaak moet liggen in het overbrengen van het vak en dat ik het niet als mijn taak zie de opvoedkundige rol en alles wat daarbij komt kijken van de ouders over te nemen. In dat opzicht zou ik kunnen stellen dat ik erachter ben gekomen dat het (v)mbo onderwijs en ik niet zo geschikt zijn voor elkaar.

14

Page 15: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Nawoord

Het schrijven van deze visie heeft mij een breder beeld gegeven op het onderwijs waarin ik mij begeef. Ik heb kritisch gekeken naar een aantal vragen die een aankomend docent zich moet stellen om een mening te krijgen over het vakgebied waarin hij later werkzaam wordt. Op deze vragen heb ik een zo goed mogelijk antwoord proberen te geven. En daarbij rekening gehouden met de voors en tegens. Dit was niet gemakkelijk en het schrijven en het onderzoek doen heeft mij erg veel moeite en tijd gekost. Ik denk dat dit ook deels te wijten is aan het feit dat ik dit nog nooit eerder heb gedaan. Iets opschrijven is niet zo moeilijk, maar het onderbouwen ervan des te meer. Het onderdeel waar ik het meeste moeite mee had om te schrijven was over mijn visie op het maatschappelijk doel van onderwijs. Hierop ben ik al heel snel vast gelopen. Om hier een mening over te kunnen vormen, moet je erg goed in de materie zitten. De stukken over onderwijs in mijn vakgebied, de manier waarop leerlingen leren en de rol van de tegenwoordige docent vond ik makkelijker te beantwoorden, omdat ik hier al vanaf het begin van opleiding mee bezig ben geweest. Vreemd vond ik dat er in deze opdracht niet gevraagd werd naar mijn beeld van de leerling want daar is uiteindelijk waar het toch allemaal om draait.

Al met al een zeer intensieve opdracht en ik hoop dat deze positief heeft bijgedragen aan de voorbereiding op mijn LIO praktijkonderzoek van volgend jaar.

Nawoord na aanpassing

Toen ik mijn visie na het inleveren en nakijken terugkreeg bleken er een aantal zaken voor verbetering vatbaar. Deels waren dit zaken die ik had kunnen voorzien, zoals bijvoorbeeld de naleving van de APA regels. Deels omdat ik mijn visie had geprobeerd zo professioneel mogelijk op te schrijven. Ik had de ik-vorm vermeden waar deze juist belangrijk was. Met de opmerkingen van de docent erbij heb ik mijn stuk nogmaals kritisch bekeken en aangepast waar nodig. Ik heb geprobeerd mijn eigen mening en ervaringen een groter aandeel te laten innemen en hoop dat dit gelukt is.

7 Maart 2012

Tim van Dalen

15

Page 16: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

16

Page 17: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

Bibliografie

Aartsen, J. J., & Ritzen, J. (1995, Oktober 31). Overheid.nl. Opgeroepen op Januari 05, 2012, van Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0007625/HoofdstukI/Titel2/Artikel121/geldigheidsdatum_03-02-2012

Bolhuis, S., Doornbos, A., & Vonderen, J. v. (2001). Vakmensen als Leraar in het VMBO. Utrecht: HBO-Raad.

Den Boon, Ton. (2005). Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. Utrecht, Antwerpen: Van Dale Lexicografie BV.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2009). Effectief Leren. Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen.Furedi, F. (2011). De Terugkeer van het Gezag. Amsterdam: Meulenhoff.Hayer, M., Hanson, M., Hijlkema, B., & Riteco, A. (2011). Open Ogen in de Kleurrijke Klas.

Bussum : Uitgeverij Coutinho.Hemmer, W. (2006, September). Het Onderwijs als Labaratorium.Marzano, R. (2010). Leren in 5 dimensies. Koninklijke Van Gorcum BV.Nauta, P., & Giesing, M. (2011). Leerlingen met een Specifieke Hulpvraag. Nauta en Giesing.NBC. (sd). Opleidingen. Opgeroepen op 03 01, 2012, van Nederlands Bakkerij Centrum:

http://www.nbc.nl/opleiding/examencentrum/jaarverslagenObbink, H. (2011, 01 26). Zijn die beginnende MBO'ers nou zo dom, of niet? Trouw, pp.

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1837357/2011/01/26/Zijn-die-beginnende-mbo-rsquo-ers-nou-dom-of-niet.dhtml.

Onderwijsinspectie. (sd). Onderwijsinspectie . Opgeroepen op 03 01, 2012, van Onderwijsinspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/publicaties/Overzicht+mbo-opleidingen+onvoldoende+kwaliteit.html

Onderwijsraad. (sd). Een Leven Lang Leren. Opgeroepen op Januari 05, 2012, van Onderwijsraad: http://www.onderwijsraad.nl/dossiers/een-leven-lang-leren/item75

Oostrom, F. v. (2007). Een zaak van alleman. Over de canon, schoolboek, docenten en algemene. Kohnstammlezing. Amsterdam.

Rijksoverheid. (sd). Passend Onderwijs. Opgeroepen op Januari 05, 2012, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs

Rijksoverheid. (sd). Startkwalificatie. Opgeroepen op Januari 05, 2012, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanval-op-schooluitval/startkwalificatie

Rijksoverheid. (sd). Voortgezet Onderwijs. Opgeroepen op Januari 05, 2012, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs#ref-minocw

Rijksoverheid.nl. (sd). Beroepsonderijs MBO. Opgeroepen op maart 01, 2012, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/beroepsonderwijs/mbo/opleidingsniveaus-mbo

Rorty, R. (1989). Education as Socialization and as Individualization .van Gennip, H., & Vrieze, G. (2008). Wat is de Ideale Leraar? Nijmegen: Radbout Universiteit

Nijmegen.Vogels, R. (2009). Gelukkig voor de klas. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

17

Page 18: portfoliotimvandalen.weebly.comportfoliotimvandalen.weebly.com/.../visie_tim_van_dalen.docx · Web viewOok de basisvaardigheden taal en rekenen hebben met het bovenstaande voorbeeld

Visie op (v)bakonderwijs

VPRO. (2009, Maart 2009). Tegenlicht. Hoogvliegen in Laagland. http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2008-2009/excellence/hoogvliegen-in-laagland.html.

Wijnberg, R. (2009, Maart 25). Wat is het Doel van Onderwijs? NRC Next.

18