Week 39

Deze week was niet mijn beste week. De maandag begon ik met het geven van een rekenles aan beide groepen die voor mijn gevoel totaal de mist in liep waardoor ik dan de rest van de dag niet echt heel fijn in mijn vel zit. Ik denk niet dat de leerlingen hier veel van merken maar voor mezelf is het niet echt fijn.

Deze dinsdag begon ook al niet heel lekker. Ik had dinsdagochtend een klapband met de auto waardoor ik te laat op school was. Weliswaar maar tien minuten, maar toch te laat. Ik was me rotgeschrokken. Ik had daarna ook heel de dag het gevoel alsof ik achter de feiten aanliep. Ik moest om half 9 eigenlijk gelijk beginnen met een leesles van groep 3 maar doordat ik te laat was begon deze les ook later en kon ik veel dingen die ik voorbereid had niet meer doen.

Waar ik in week 35 een aantal leerlingen heb beschreven zie ik de afgelopen weken wel wat veranderingen optreden. M. uit groep 4 bleek een ijzertekort te hebben waarvoor hij nu medicijnen slikt. Dit gaat erg goed. Hij is veel minder opstandig en doet goed mee. Het hangen en duimen is nog wel steeds heel erg aanwezig, maar doordat hij wel goed mee doet is dit minder storend.

De moeder van N. uit groep 4 heeft verteld dat N. via de kinderarts getest zal worden op ADD. In zijn gedrag verandert dit natuurlijk niet veel, misschien is het juist wel erger geworden. Hij weet zelf dat dit getest wordt. Hij kwam dan ook eerst zelf op school vertellen dat hij getest werd op ADD en dat dit een concentratieprobleem is. Nadat hij dit had gezegd leek het wel alsof hij voor zichzelf een vrijbriefje had gevonden om helemaal niks meer te doen in de lessen. Mijn mentor vertelde dat we eerst de uitslag van het onderzoek afwachten en ondertussen natuurlijk wel kijken hoe we hem het beste kunnen helpen. Hij lijkt het de laatste tijd op school niet naar zijn zin te hebben. Hij is al een paar keer huilend naar school gekomen omdat hij echt niet wilde. Voorlopig is afgesproken hem geen werk meer mee naar huis te geven en ons er vooral op te foccusen dat hij het naar zijn zin heeft op school.

M. uit groep 3 heeft het denk ik nog steeds zwaar. Hij vind het lastig om een lang stuk aaneengesloten te werken, maar tegelijkertijd heb ik wel het gevoel dat het al beter gaat. Hij houdt het werk al langer vol als eerst en het lijkt er op dat hij wat langer nodig heeft om te wennen aan de situatie in groep 3 ten opzichte van die bij de kleuters.

Bijlage 2 Lesbeschrijvingsformulier ko-fase.

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Ilse StrobosStageschool: OBS Moolhoek Groep: 4

Datum:

Mentor: Bianca Stroeks

WPA-f Les: Beginsituatie:-De leerlingen hebben in de vorige les kennis gemaakt met de maten in centimeters en meters.-De leerlingen hebben in de vorige les kennis gemaakt met het klokkijken in kwartieren.-De leerlingen hebben het gehele blok al geoefend met het optellen en aftrekken boven de tien.Doelstellingen Les: - De leerlingen oefenen met het schatten en meten in centimeters en meters.- De leerlingen oefenen het automatiseren van optellen en aftrekken boven de tien.- De leerlingen oefenen het klokkijken in kwartieren.Persoonlijke doelstellingen voor de student:- Ik kan de les binnen de gestelde tijd afronden door me te houden aan de tijdsaanduiding uit de lesvoorbereiding.- Ik kan de les gestructureerd aanbieden door van te voren goed de handleiding te lezen en deze aan te houden. - Ik werk aanmijn liodoel, werken met coöperatieve werkvormen.Gebruikte bronnen: Rekenrijk, blok 2 les 9Dr.digihttp://www.fi.uu.nl/toepassingen/00203/handen.html

Timing: Wat doe ik? Wat doen de kinderen? Hoe organiseer ik dat?

2,5 min.Inleiding:Ik speel met de kinderen een rekenspelletje van de site: fi.uu.nl

Inleiding:De leerlingen kijken goed naar de flitshanden en geven aan hoeveel vingers ze gezien hebben.

Inleiding:Klassikaal samen met groep 3.

Het programma laat voor een korte periode een aantal vingers zien. Daarna verdwijnt de hand met vingers en moeten de leerlingen aangeven hoeveel vingers ze gezien hebben.

8 min.

5 min.

Kern: Ik vraag de weekdienst de werkboeken en de schriften van rekenen uit te delen.

Ik vertel de leerlingen dat ze alvast mogen beginnen aan les 9, som 6 uit hun werkboek. Zodat ik uitleg kan geven aan groep 3. Ze mogen best overleggen met hun schoudermaatje, maar dan heel zachtjes.

Ik vraag de leerlingen hun rekenboek op les 9 over te doen.

Samen met de leerlingen maak ik som 1 en 2 uit het boek.Bij zowel som 1 als som 2 moeten verschillende voorwerpen uit de klas gemeten worden in centimeters of meters. De antwoorden schrijf ik op het digibord.

Kern:De weekdienst deelt de werkboeken en de schriften van rekenen uit.

De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met les 9, som 6 van hun werkboek. Ze mogen hierbij zachtjes overleggen met hun schoudermaatje.

De leerlingen doen hun rekenboek op les 9 open.

De leerlingen luisteren naar de uitleg en geven antwoord als ze een beurt krijgen.

De leerlingen luisteren naar de uitleg.

Kern:

Zelfstandig werk.

Klassikaal

De les projecteer ik in het groot op het digibord.Afhankelijk van de tijd kijk ik hoeveel spullen we opmeten bij som 2.

5 min.Bij som 3 staan weer splitsingen waar je 4 sommen van kunt maken. Het eerste rijtje is al voor gedaan in je boek, de andere 4 rijtjes ga je zelf maken in je rekenschrift.

Ik vraag de leerlingen nu in hun werkboek op blz. 12 te kijken. Daar zie je ook drie sommen die je straks gaat maken. Bij som 4 moet je alle lijnen van het huis goed meten met je lineaal en er bij schrijven hoeveel centimeters lang ze zijn. Daarna ga je het huis precies natekenen.Bij som 5 ga je weer heel goed de klok zetten. Het is steeds een kwartier later op de klok. De eerste twee zijn al voor je gedaan. Wie kan mij vertellen hoe laat het is bij de eerste klok? (21.00uur) en bij de tweede klok? (21.15uur) Hoe laat moet het dan worden bij de derde klok? (21.30uur)

Som 6 ben je net al aan begonnen dus die heb je misschien zelfs al af. Je gaat daar steeds twee getallen zoeken die samen 16 maken.

Je mag nu zelfstandig aan het werk met

De leerlingen openen hun werkboek op blz. 12 en luisteren naar de uitleg.

30 min.

je sommen. Ik loop rond in de klas dus als je een vraag hebt dan steek je even je vinger op.

Als je klaar bent ga je verder aan je weektaak.

De leerlingen maken zelfstandig de sommen in hun schrift en werkboek.

2,5 min.

Verwerking / afsluiting:Ik neem een getal in gedachten onder de 20. Met behulp van het hoger-lager spelletje laat ik de kinderen raden welk nummer ik in gedachten heb.

Verwerking / afsluiting:De leerlingen raden met behulp van het hoger-lager spel welk nummer ik in mijn hood heb.

Verwerking / afsluiting:Klassikaal samen met groep 3.

Evaluatieformulier WPA-f Les

I VoorbereidingIk had voor mijn gevoel de les goed voorbereid. Maar achteraf bleek dat ik te weinig rekening gehouden had met mogelijke moeilijkheden in de les (zie didactiek.). Dit maakte dat ik me een beetje door de les heen moest worstelen.

II Uitvoering

a. interactie:Wat betreft de interactie met leerlingen gaat het goed. Alleen met N. heb ik af en toe wat problemen. Ik weet niet goed hoe ik hem moet benaderen en wat ik moet doen om hem bij de les te houden en te corrigeren op zijn gedrag omdat wat je ook doet of zegt, het lijkt hem niks te doen. Ik vind dit echt heel lastig.

b. management:En weer was ik veel te lang uitleg aan het geven bij groep 3. Ik probeer er zo enorm op te letten, maar het lukt me op één of andere manier niet om alles uit te leggen binnen een bepaalde periode. Ik had de leerlingen van groep 4 ook niet verteld wat ze moesten doen als ze klaar waren met hun werk en daardoor bleek achteraf dat er een flink aantal kinderen gewoon had zitten duimendraaien. Ik moet maar eens goed gaan nadenken over een oplossing en mijn mentor vragen hoe zij dit doet.

c. didactiek:Oei Oei Oei, dit ging niet zoals het had moeten gaan. Bij groep 3 verliep alles prima. De leerlingen wisten wat ze moesten doen en hebben dit allemaal ook bijna foutloos gemaakt. Bij groep 4 daarintegen ging het totaal de mist in. De leerlingen hadden al eens gewerkt met klokkijken in kwartieren en ik was er dus niet vanuit gegaan dat dit mis zou lopen. Een flink aantal leerlingen wist niet wat ze moesten doen. Konden niet aangeven wat een kwartier later was enz. Ik heb verschillende malen verteld wat ze moesten doen en hoe ze het moesten doen. Maar het lukte me maar niet om tot de leerlingen door te dringen. Ik merkte aan mezelf dat ik bleef hangen bij één manier van uitleg geven. Ik raakte een beetje in paniek, want ik wilde graag dat de leerlingen het wel zouden snappen. En zo zat ik bij heel veel leerlingen apart aan hun tafeltje om het nog eens door te nemen. Maar dit ging echt niet naar mijn zin. Doordat ik een beetje in paniek raakte kon ik ook geen oplossingen meer bedenken. Ik heb nog via het digibord gezocht naar een klok waarbij de leerlingen steeds aan moesten geven hoe laat het was. Maar omdat veel leerlingen het gewoon niet snapte en echt mijn hulp nodig hadden kon ik hier ook niet heel lang naar zoeken en toen wist ik het helemaal niet meer. Toen de les afgelopen was en ik de les met mijn mentor evalueerde, zag ik een klok staan die de duopartner van mijn mentor had gemaakt. Ik kon ik haar toen ook zo vertellen dat ik beter de les stil had kunnen leggen en die klok erbij had kunnen pakken en gewoon steeds kwartier voor kwartier de leerlingen laten benoemen hoe laat het is. Maar ja, dat is dan achteraf. Ik wil het heel graag goed doen, en mijn les binnen de tijd afronden en daardoor kan ik soms wat in paniek slaan en niet meer weten wat ik moet doen.

Bijlage 2 Lesbeschrijvingsformulier ko-fase.

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Ilse StrobosStageschool: OBS Moolhoek Groep: 3

Datum: 27- 09-2011

Mentor: Bianca Stroeks

WPA-f Les: Beginsituatie: - De leerlingen hebben vorige week de controle taak van veilig leren lezen kern 1 gemaakt. Uit deze controletaak is gebleken dat Nanne en Sofie al erg goed kunnen lezen en dus uit het zonboekje mogen gaan lezen en werken. Esra, Niels en Mathijs zijn raketkinderen, wat inhoud dat ze na de algemene introductie zelfstandig aan het werk mogen met hun maanboekje. Mats, Jasmijn en Dominique zijn de kinderen die extra instructie nodig hebben (ster). De andere leerlingen doen mee met de maaninstructie. - De leerlingen hebben gister het woord neus geleerd.

Doelstellingen Les: Alle leerlingen:- De leerlingen oefenen met hun woord- en letterkennis- De leerlingen kunnen woorden benoemen waar de letter –n- in zit.Maankinderen:- De leerlingen kunnen benoemen waar ze de letter –n- horen in een woord. -De leerlingen kunnen een betekenis aan een woord geven door woorden aan plaatjes te koppelen.- De leerlingen kunnen woorden vormen met de letters die ze tot nu toe geleerd hebben.Zonkinderen:- De leerlingen kunnen zelfstandig woorden lezen en daar betekenis aan geven.- De leerlingen kunnen woorden in een context plaatsen door te bepalen bij welk plaatje de woorden horen.Sterkinderen:- De kinderen kunnen na extra instructie zelfstandig de rest van de werkbladen maken.- De leerlingen kunnen een betekenis aan een woord geven door woorden aan plaatjes te koppelen.

Persoonlijke doelstellingen voor de student:- Ik kan de les binnen de gestelde tijd afronden door me te houden aan de tijdsaanduiding uit de lesvoorbereiding.- Ik kan de les gestructureerd aanbieden door van te voren goed de handleiding te lezen en deze aan te houden. Ik zou er ook iets in zetten als; ik blijf wel flexibel of ik volg de handleiding maar kan daar waar nodig mijn les ter plekke aanpassen.- Ik werk aan mijn lio-doel, gebruik maken van coöperatieve werkvormen.Gebruikte bronnen: Veilig leren lezen, kern 2, neus-dag2La.veiliglerenlezen.nl

Timing: Wat doe ik? Wat doen de kinderen? Hoe organiseer ik dat?

2 min.Inleiding:Ik vertel de kinderen dat we vandaag gaan beginnen met een hele leuke opdracht.

Ik heb hier een werkblad met allerlei plaatjes er op. Die plaatjes gaan over woorden die jullie al kennen. Je krijgt straks van mij een werkblad en met dat werkblad ga je door de klas lopen op zoek naar iemand die weet welk woord bij het plaatje hoort. Als je iemand hebt gevonden schrijft die het woord onder het plaatje, en daaronder zijn naam en jij doet dit ook bij hem.

Ik doe dit voor samen met een leerling. Ik wijs de leerlingen er op dat ze maar één woord in mogen vullen bij iemand.

Inleiding:De leerlingen luisteren naar de uitleg.

Één leerling doet samen met mij voor wat de bedoeling is.

Inleiding:(Mat doet met het hele ochtendprogramma mee.)

Het werkblad projecteer ik groot via het digibord.

5 min.

Ik deel de werkbladen uit en vertel dat de leerlingen dit nu zelf mogen gaan doen. Als hun werkblad vol is gaan ze even aan hun tafel zitten en mogen ze de plaatjes inkleuren totdat iedereen klaar is.

De leerlingen gaan deze opdracht zelfstandig maken. Als ze klaar zijn gaan ze aan hun tafel zitten en kleuren ze de plaatjes in die op hun werkblad staan.

3 min.Kern: Ik vertel de leerlingen dat ze hun veilig en vlot boekje op blz. 11/12 er bij mogen pakken en omdebeurt een woord mogen voorlezen aan hun schoudermaatje. Degene met het donkerste T-shirt begint.

Ondertussen ga ik naar Nanne en Sofie om uitleg te geven over het zonboekje.Op blz. 11 staat een soort puzzel.Er staan 4 cijfers en bij ieder cijfer hoort een letter. Ze moeten de puzzel oplossen om er achter te komen welk woord er staat. Het woord moeten ze vervolgens koppelen aan een plaatje.

Op blz. 12 staan zinnetjes. Bijvoorbeeld: geef de man een neus. Ze moeten dan

Kern:De leerlingen pakken hun veilig en vlot boekje en lezen omdebeurt aan hun schoudermaatje een woord voor.

Nanne en Sofie luisteren naar de uitleg.Daarna gaan zij aan de slag met hun werkboekje en hun leesboekje.

Kern:

Mat heeft een v&v van kern 6. Hoe pak je dit aan?

Op het planbord staat wat de leerlingen met een zonboekje precies moeten doen, zodat ze even terug kunnen kijken als ze het niet meer weten.

10 min.

10 min.

in het tekeningetje er naast een neus tekenen. Ze moeten dus goed de odpracht lezen en dan tekenen. Zij mogen nu zelfstandig aan het werk met hun werkboekje daarna lezen ze blz. 15 en 16 van hun leesboekje.

De leerlingen pakken allemaal hun woordendoos erbij. Ik vertel de kinderen dat ze het plaatje moeten zoeken van: v-aa-s. Daarna moeten ze zelf het woord er bij leggen.Ik controleer of dit goed gegaan is.

Daarna mogen de leerlingen zelf een woord leggen. De woorden die gelegd zijn schrijf ik op het bord. Als alle woorden op het bord staan lees ik de rij woorden samen met de kinderen voor in koor.

Ik vraag de leerlingen allemaal hun leesboekje erbij te pakken op blz. 8. Ik vraag een aantal leerlingen een stukje voor te lezen van de bladzijde. Daarna lezen we de hele bladzijde in koor.

Als er nog tijd over is vraag ik de leerlingen in hun klik-klakboekje een woord te maken met de letter

De leerlingen luisteren naar de opdracht en voeren deze uit.

De leerlingen pakken hun leesboekje erbij op blz. 8 en als ze een beurt krijgen lezen ze een stukje voor. Daarna lezen alle leerlingen in koor de

Mat heeft geen woorddoos. Hij werkt hier niet mee.

Mat heeft een leesboekje van kern 6.

5 min.

7 min.

–n-.

(’s middags.)

Ik vertel de leerlingen dat ze hun veilig-en-vlotboekje er bij mogen pakken en dat ze bladzijde 11/12 zelfstandig mogen lezen.

Ondertussen vraag ik de weekdienst de werkboekjes uit te delen en kijk ik met Mat naar de opdracht uit zijn humpie-dumpie boekje. Deze bespreken we en hij gaat die zelfstandig maken. Ook de raketkinderen vertel ik dat ze nu zelfstandig blz. 16 t/m 19 van het werkboek mogen gaan maken. Nanne en Sofie gaan verder met hun zonboekje.

Aan de andere leerlingen geef ik uitleg over het werkboekje. Op blz. 16 is het de bedoeling dat de leerlingen goed luisteren waar ze de letter –n- horen. En in het goede vakje de letter –n- zetten of het goede vakje inkleuren.

Op blz. 17 staan allerlei plaatjes met daarnaast steeds 3 woorden. De

bladzijde.

De leerlingen maken in hun klik-klakboekje een woord met de letter –n-.

De leerlingen lezen bladzijde 11/12 uit hun veilig-en-vlotboekje zelfstandig.

De weekdienst deelt de werkboekjes uit.

Mat luistert naar de uitleg over zijn werkboekje.

Mat, Nanne, Sofie, Mathijs, Esra en Niels gaan nu zelfstandig aan het werk.

De leerlingen luisteren naar de uitleg over het werkboekje.

Humpie Dumpie vindt Mat erg moeilijk om zelfstandig te maken. Hij heeft ook een boekje met kopieerbladen van kern 6.

Op het planbord staat welke bladzijdes er gemaakt moeten worden.

Het werkboekje wordt groot op het bord geprojecteerd via la.veiliglerenlezen.nl

25 min.

leerlingen moeten het goede woord aankruisen dat bij het plaatje hoort.

Op blz. 18 staan ook weer plaatjes. De leerlingen moeten het goede woord er bij schrijven.

En op blz. 19 staat steeds een zinnetje met daarachter twee plaatjes. Ze moeten het goede plaatje bij de zin kiezen.

De leerlingen gaan nu zelfstandig aan het werk.

Mats, Jasmijn, Mat en Dominique vraag ik bij me aan de instructietafel. Ik laat Mats en Jasmijn bladzijde 16 zelfstandig maken zodat ik met Mat kan bespreken of hij nog vragen heeft en of alles lukt. Mat gaat daarna weer zelfstandig aan het werk.Met Mats en Jasmijn maak ik van iedere blz. drie opdrachten samen. De rest maken ze zelfstandig. Iedere keer als ik met Mats en Jasmijn drie opdrachten samen heb gemaakt loop ik een rondje door de klas om te kijken of ik nog ergens kan helpen.

De leerlingen gaan zelfstandig aan het werk.

Mats, Jasmijn en Domique komen aan de instructietafel zitten en maken bladzijde 16 zelfstandig. Mat komt aan de instructietafel zitten en we lopen zijn opdrachten even door om te kijken of hij alles snapt en of het goed gaat.

Goed dat je Mat nog een keer bij je wilt roepen, dit zal hij ook zeker nodig hebben (zal zelf misschien aangeven van niet)Misschien het verhaaltje even samen lezen?

Als de leerlingen klaar zijn gaan ze verder aan hun weektaak of kiezen iets van het planbord.

Mats en Jasmijn maken samen met mij van iedere bladzijde steeds drie opdrachten samen. Daarna maken ze de rest van hun bladzijde zelfstandig.

Als de leerlingen klaar zijn gaan ze verder aan hun weektaak of kiezen iets van het planbord.

Waar is Dominique gebleven?

8 min.

Verwerking / afsluiting:

De leerlingen krijgen allemaal een blaadje, hierop mogen ze een zelfgekozen woord schrijven. Deze woorden gaan allemaal in een doos. Ik grabbel in de doos en pak er een woord uit. Met dit woord spelen we een spelletje galgje.

Verwerking / afsluiting:

De leerlingen schrijven allemaal een zelfgekozen woord op een blaadje. Daarna gaan de woorden in een doos. Ik pak er eentje uit en daarmee spelen we galgje.

Verwerking / afsluiting:

Evaluatieformulier WPA-f Les

I VoorbereidingDe voorbereiding was bij deze les dramatisch. Dat wil zeggen, het voorbereidingsformulier was op zich goed. Alleen moet ik wat meer rekening houden met wat Mat moet doen in mijn lesvoorbereidingen. Hij doet groep 3 een jaar over en daardoor volgt hij een ander programma. Omdat ik van te voren nooit goed weet hoever hij is gekomen met zijn werk in de vorige week vind ik het erg lastig dit te beschrijven in mijn voorbereidingen. Maar wat de voorbereiding voor mijn gevoel dramatisch maakte was dat ik vanmorgen een klapband had en dat ik eigenlijk gelijk om half 9 met de les had moeten beginnen. Ik kwam 10 minuten te laat op school en daardoor had ik constant het gevoel dat ik achter de feiten aanliep. Ik moest het werkblad voor de inleiding nog kopiëren en daar had ik eigenlijk de tijd niet voor. Soms vind ik het lastig te improviseren in de les. Ik wil me vaak graag houden aan wat ik beschreven heb in mijn lesvoorbereiding en ben altijd een beetje bang dat als ik me hier niet aan houd ik daarop gewezen zal worden. Deze situatie maakte echter dat ik wel moest improviseren dus dat was ook wel weer iets goeds. Ik heb de leerlingen dan ook allemaal hun veilig-en-vlotboekje er bij laten pakken en ze daaruit een bladzijde laten lezen zodat ik even de tijd had om alle spullen te kopiëren en klaar te zetten op het bord. Wat eigenlijk heel goed uitpakte.

II Uitvoering

a. interactie:Gelijk aan het begin van de les heb ik de leerlingen de reden vertelt waarom ik te laat was. Ze hadden hier natuurlijk allerlei vragen over. Ik heb er een paar beantwoord, maar wilde toen echt met de les beginnen. Ik heb toen gezegd dat als ze nog meer vragen ze die in de pauze mochten stellen en dat we nu gingen beginnen, omdat we anders helemaal zo weinig tijd hadden. De leerlingen begrepen dit en accepteerde het ook gelijk.

b. management:Wat management betreft ging het een keer heel goed. Eigenlijk merk ik dat de management altijd wel goed loopt als ik een enkele groep les moet geven. Ik heb dan geen last van rumoer van de andere klas en dat maakt dat ik me beter kan concentreren op de groep.

c. didactiek:Ook qua didactiek ben ik dit keer tevreden. De leerlingen begrepen alles wat ze moesten doen. Ze gingen hard aan het werk en bij de maankinderen lukte het ook om ze zonder al te veel problemen aan het werk te krijgen. Ik bedoel hier niet mee dat dit leerlingen zijn die niet willen werken, maar dat ze het werk soms gewoon moeilijk vinden. Het werken aan de instructietafel ging echter heel goed. Na een paar opdrachten samen gedaan te hebben snapte ze de opdracht en hebben ze hem verder zo goed als foutloos gemaakt.Ook bij Mat ging het heel goed. Hij volgt een ander programma wat ik soms wat lastig vind. Maar deze week ging dat ondanks dat ik het niet goed had voorbereid eigenlijk van een leien dakje.