Correctiemodel praktische opdrachtAlgemene voorschriften

- Teken met potlood!- Bij een hoek op papier mag het antwoord van de leerling maximaal 2 graden afwijken, - Bij een hoek ‘in de lucht’ mag het antwoord maximaal 5 graden afwijken.

Aantal punten per opdrachtOpdracht - Aanzichten: 36 12 puntenOpdracht - Koershoek en plaatsbepaling: 37 17 puntenOpdracht - Pythagoras in de ruimte: 37

Totaal 108 66 puntenCijfers: aantal punten : 66 x 9 + 1

De opdracht aanzichten kan zowel met blokjes als met (ruvion) figuren uitgevoerd worden.

Opdracht Aanzichten (36 12 punten)a) Noordpijl tekenen – 2 punten - 2 punten als op beide vellen de noordpijlen getekend zijn en deze overeen komen qua

richting.- 1 punt als op beide vellen de noordpijlen getekend zijn maar deze niet overeen komen qua

richting.- 0 punten als op een of geen van de vellen een noordpijl is getekend. - -1 punt als de noordpijl niet met potlood getekend isb) Omschrijf de figuren – 2 punten - 2 punten wanneer beide voorwerpen omschreven zijn met wiskundige termen.- 1 punt wanneer maar 1 voorwerp omschreven is met wiskundige termen of wanneer beide

voorwerpen uitgebreid omschreven zijn, maar zonder wiskundige termen.- 0 punten wanneer er niks is ingevuld of wanneer er een beknopte omschrijving zonder

wiskundige termen gegeven is.c) Twee aanzichten tekenen – 8 punten

Per aanzicht max. 4 punten.- 1 punten voor de schaal 1 : 3.- 1 punt voor het tekenen van de lijn in de juiste windrichting.- 1 punt voor het tekenen van figuur 1. - 1 punt voor het tekenen van figuur 2.

In dien niet getekend met potlood:- - 1 punt wanneer 1 aanzicht niet met potlood getekend is.- - 2 punten wanneer beide aanzichten niet met potlood getekend zijn.d) Aanzicht tekenen – 8 punten- 2 punten voor de schaal ( 1 punt voor elk figuur dat op schaal getekend is)- 2 punten voor het tekenen van de lijn (1 punt voor het tekenen en 1 punt wanneer deze lijn

op school getekend is)- 2 punten voor het tekenen van figuur 1- 2 punten voor het tekenen van figuur 2

In dien niet getekend met potlood:- -1 punt wanneer het aanzicht niet met potlood getekend is,e) Plaatsbepalen - 8 punten

Per plaats die bepaald is max. 4 punten.- 1 punt voor de loodlijn vanuit een van de aanzichten (zuid, west of noordoost).- 1 punt voor de loodlijn vanuit een ander aanzicht (zuid, west of noordoost).- 1 punt voor het zetten van een stip op het snijpunt van de twee loodlijnen (plaats van het

figuur).- 1 punt voor het aangeven van de plaats met een cijfer 1 of 2.

0 punten toe kennen als de cijfers 1 en 2 niet overeenkomen met de omschrijvingen uit opdracht b.In dien niet getekend met potlood:

- -2 punt wanneer de loodlijnen en de snijpunten niet met potlood getekend zijn.- -1 punt wanneer een deel van de tekening niet met potlood getekend is en een deel wel.- De cijfers 1 en 2 mogen er met pen bijgeschreven zijn.f) Koershoek – 5 punten - 2 punten voor het tekenen van de noordpijl vanuit punt 1

1 punt wanneer de noordpijl wel getekend is vanuit punt 1 maar niet overeenkomt met de eerder getekende noordpijl.

Ook 1 punt toekennen wanneer de noordpijl wel overeen komt met de eerder getekende noordpijl maar tekend is vanuit punt 2.

- 2 punten voor het tekenen van de lijn tussen bouwwerk 1 en 2 (de koers)- 1 punt voor zetten van het boogje in de hoek

0 punten toekennen wanneer het boogje wel getekend is, maar aan de verkeerde kant.In dien niet getekend met potlood:

- -2 punt wanneer de hele tekening niet met potlood getekend zijn.- -1 punt wanneer een deel van de tekening niet met potlood getekend is en een deel wel.g) Meet de koershoek – 3 punten - 3 punten wanneer de hoek aan de goede kant is opgemeten en minder dan 2 graden af wijkt- 1 punt wanneer de hoek aan de goede kant is opgemeten maar meer dan 2 graden en

minder dan 5 graden afwijkt- 1 punt wanneer de hoek aan de verkeerde kant is opgemeten, maar deze hoek minder dan 2

graden afwijkt- 0 punten voor een hoek die meer afwijkt.

Zuidaanzicht Oostaanzicht

Noordaanzicht Westaanzicht

Bovenaanzicht

Uitwerking opdracht a

Uitwerking opdracht c t/m f bij het bouwen van je eigen bouwwerk

Uitwerking opdracht c en d bij een ruimte figuur uit de Ruvion doos

Uitwerking opdracht e, f en g bij een ruimte figuur uit de Ruvion doos

Opdracht Koershoek en plaatsbepaling (37 17 punten)a) Teken de noordpijl – 2 punten - 0 punten wanneer er niks getekend is - 1 punt wanneer de noordpijl verkeerd getekend is, maar wel benoemd is dat 180 graden

zuiden is.- 2 punten wanneer de noordpijl goed getekend is.- -1 punt als de noordpijl niet met potlood getekend is.b) Geef leerling A een plek in het lokaal – 1 punt - 1 punt voor het opschrijven van een A op een van de tafelsc) Koershoek tekenen – 5 punten - 2 punten voor het tekenen van de noordpijl- 2 punten voor het tekenen van de lijn tussen A en het bureau of tussen A en de kast- 1 punt voor het aangeven van de gemeten hoek met een boogje

Indien niet met potlood getekend:- -1 punt als er gedeeltelijk niet met potlood getekend is- -2 punten als de hele koershoek niet met potlood getekend is

Het gaat hier om het tekenen van de koershoek volgens bovenstaande stappen. Is er in een eerder vraag een fout gemaakt, bijvoorbeeld een verkeerde noordpijl getekend, dan moet je dit zien als een doorrekenfout en hiervoor geen punten aftrekken

d) Meet de koershoek – 3 punten - 3 punten wanneer de hoek aan de goede kant is opgemeten en 2 graden of minder afwijkt.- 1 punt wanneer de hoek aan de goede kant is opgemeten maar meer dan 2 graden en

minder dan 5 graden afwijkt.- 1 punt wanneer de hoek aan de verkeerde kant is opgemeten, maar deze hoek minder dan 2

graden afwijkt- 1 punt wanneer de leerling gekozen heeft voor de manier “180+aantal graden=grote hoek”

en vervolgens vergeten is de 180 erbij op te tellen.- 0 punten voor een hoek die meer afwijkt.

Het gaat hier om het meten van de in c getekende koershoek. Is de koershoek in c anders getekend dan oorspronkelijk ‘de bedoeling’ was, dan moet je dit zien als een doorrekenfout. Meet de hoek na en indien het gegeven antwoord niet meer afwijkt dan 2 graden van het door jouw opgemeten aantal graden, de leerling gewoon de punten toekennen.

e) Meet de koershoek – 3 punten - 3 punten wanneer de hoek aan de goede kant is opgemeten.- 1 punt wanneer de hoek aan de verkeerde kant is opgemeten.- 0 punten voor een hoek die niet is opgemeten of een onrealistische grote heeft.f) Beargumenteer – 3 punten - 0 punten wanneer alleen groter of kleiner is opgeschreven.- 1 punt wanneer de reden niet goed geformuleerd is.- 2 punten voor een halve redenatie.- 3 punten voor een goede argumentatie.g) Geef leerling B een plek in het lokaal – 1 punt- 1 punt voor het opschrijven van een B op een van de tafelsh) Koershoek tekenen – 5 punten - 2 punten voor het tekenen van de noordpijl- 2 punten voor het tekenen van de kijklijn vanuit A- 1 punt voor het aangeven van de gemeten hoek met een boogje boogje

Indien niet met potlood getekend:

- -1 punt als er gedeeltelijk niet met potlood getekend is- -2 punten als de hele koershoek niet met potlood getekend isi) Koershoek tekenen – 5 punten - 2 punten voor het tekenen van de noordpijl- 2 punten voor het tekenen van de kijklijn vanuit B- 1 punt voor het aangeven van de gemeten hoek met een boogje boogje

Indien niet met potlood getekend:- -1 punt als er gedeeltelijk niet met potlood getekend is- -2 punten als de hele koershoek niet met potlood getekend isj) Plaats van C bepalen - 3 punten- 2 punten voor het zetten van een stip op het snijpunt van de kijklijnen- 1 punt voor het schrijven de letter Ck) Plaats van C bepalen – 3 punten - 2 punten voor het bepalen van de plaats van C- 1 punt voor de rode kleur (of andere kleur mits aangegeven)l) Beargumenteer – 3 punten - 0 punten wanneer alleen groter of kleiner is opgeschreven.- 1 punt wanneer de reden niet goed geformuleerd is.- 2 punten voor een halve redenatie.- 3 punten voor een goede argumentatie.

Foto uitwerking opdracht a

Foto uitwerking opdracht b

Foto uitwerking opdracht c

Foto bij plaatsbepaling (eerdere versie van dit po, maten en noorden kunnen afwijken)

Opdracht Pythagoras in de ruimte (37 punten)2 punten aftrek wanneer het bakje nummer niet is aangegeven.

a) Schets maken – 3 punten - 1 punt voor het schetsen van een kubus/balk- 1 punt voor het opschrijven van de hoekpunten- 1 punt voor het hebben van punt O in het grondvlak

Indien niet getekend met potlood- -1 punt voor een half met potlood getekende schets- -2 punten voor een niet met potlood getekende schetsb) Afmeten en invullen van de lengtes – 2 punten- 2 punten wanneer alle 3 de lengtes met realistische getallen zijn ingevuld. (Niet meer

afwijken dan een halve centimeter)- 1 punt wanneer 2 van de lengtes zijn ingevuld met realistische getallen (Niet meer afwijken

dan een halve centimeter)- 0 punten wanneer 1 of minder lengtes ingevuld zijn of wanneer de ingevulde lengtes

onrealistisch zijn/meer dan een halve centimeter afwijken.c) Afmetingen op de goede plaats in de schets schrijven – 1 punt- 1 punt voor het opschrijven van de afmetingen in de schets- 0 punten wanneer deze niet bij de juiste zijdes staand) Coördinaten opschrijven – 6 punten- 2 punten per goed coördinaate) Schets maken – 2 punten- 1 punt voor het vlak + afmetingen- 1 punt voor de hoekpunten op de juiste plek

Indien niet met potlood getekend:- -1 punt voor deels of geheel niet met potlood getekendf) Diagonaal - 7 punten - 1 punt voor het tekenen van de diagonaal- 1 punt voor het opschrijven zijde en kwadraat- 2 punten voor het opschrijven van de bekende zijden en hun kwadraat- 1 punt voor de som tussen de kwadraten- 1 punt voor worteltrekken- 1 punt voor opschrijven van de lengte van de onbekende zijdeg) Satéprikker opmeten – 2 punten - 2 punten wanneer hier exact hetzelfde antwoord uitkomt- 1 punt wanneer deze minder dan 5 mm van de berekening afwijkt.- 0 punten wanneer deze meer dan 5 mm van de berekening afwijkt.h) Schets maken – 2 punten- 1 punt voor het vlak + afmetingen- 1 punt voor de hoekpunten op de juiste plek

Indien niet met potlood getekend:- -1 punt voor deels of geheel niet met potlood getekendi) Diagonaal - 7 punten - 1 punt voor het tekenen van de diagonaal- 1 punt voor het opschrijven zijde en kwadraat- 2 punten voor de bekende zijden en hun kwadraat- 1 punt voor de som tussen de kwadraten- 1 punt voor worteltrekken- 1 punt voor opschrijven van de lengte van de onbekende zijdej) Satéprikker opmeten – 2 punten - 1 punt wanneer deze minder dan 5 mm van de berekening afwijkt

- 0 punten wanneer deze meer dan 5 mm van de berekening afwijkt.k) Beargumenteer – 3 punten - 0 punten wanneer alleen verschillend of gelijk is opgeschreven.- 1 punt wanneer de reden niet goed geformuleerd is. - 2 punten voor een halve redenatie.- 3 punten voor een goede argumentatie.