Waternetwerk Neerslag 2010-6
-
Upload
elma-media -
Category
Documents
-
view
249 -
download
4
description
Transcript of Waternetwerk Neerslag 2010-6
NeerslagNeerslag
#6 | 2010 #6|2010
1000-20-9000-5112 Waternetwerk Voordruk 2010 Kleur: fc1_1_stC5_fc_A.indd 1 10-12-2009 15:02:30
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Nationale themadag ‘Asset Management’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Beheersing van de slibindex op de zuiveringen Willem Annapolder & Walcheren . . . . . . . . . . . 3
Waterhergebruik in een aardappelverwerkende industrie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Thermofiele slibgisting past perfect in duurzame slibverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Slibretourregeling met behulp van slibspiegelmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Duurzame stikstofverwijdering in aërobe afvalwaterzuivering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Blauwalgen tot het verleden in het Oosterpark te Ridderkerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Energiezuinige retourslibregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Praktijktraject TAZ- en UTAZ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Waterschap Vallei & Eem en gemeenten verbeteren sturing rioolgemalen. . . . . . . . . . . . . . . . . 41
IBA’s in Zeeuws-Vlaanderen op de voet gevolgd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Palingbrood goed voor de waterkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Ultrasone slibdesintegratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Water kent geen grenzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Ouwe Jonkers bezoeken waterschap Roer en Overmaas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
In dit nummer:
neerslagTijdschrift voor de regionale secties van Waternetwerk
Raad van Advies en RedactieT. Dekker (voorzitter)
mw. M.C. van Houten (secretaris),
K. Sinnema (vice-voorzitter),
J.C. Blaauw, mw. A. van den Bor,
H.G. Letteboer, H. Dekker,
P.P. van der Pijl, J.L.M. Schwartz,
mw. M.E.P. Verhoeven,
mw. M.J.L. van de Vondervoort
AbonnementenadministratieWaternetwerk
Postbus 70, 2280 AB RijswijkTelefoon (070) 414 47 78
Fax (070) 414 44 20Abonnementsprijs € 25,00 per jaar
(buitenland € 30,00 per jaar)Abonnementen worden genoteerd
(uitsluitend op kalenderjaarbasis) tot wederopzegging. Opzegging dient te
geschieden voor 1 december.
Kopij en sectienieuws zenden aan:Waternetwerkt.a.v. redactie Neerslag Postbus 70, 2280 AB [email protected]
Advertentie-exploitatie (tevens druk)Elma Multimedia B.V.Postbus 18, 1720 AA Broek op LangedijkTelefoon (0226) 33 16 00Fax (0226) 33 16 01E-mail: [email protected]: www.elma.nlInformatie over tarieven, afsluitdata e.d.:Dhr. P. van den Ancker
ISSN 1382-258645e jaargang, nr. 6, november 2010
www.neerslag-magazine.nl
Verschijnt eens per twee maanden in een oplage van 2000 ex.Auteursrechten voorbehouden
1000-20-9000-6327 NVA Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
– ASSETMANAGEMENT IN DE WATERSECTOR: PAS 55
Waterschappen, RWZI’s enwaterleidingbedrijven moetenkunnen vertrouwen op deinzetbaarheid en veiligheid vanhun infrastructuur en bedrijfs-middelen. Ook de vraag of dezebijdragen aan een maximaalresultaat door doeltreffend endoelmatig gebruik is steedsactueler.
De PAS 55: de Publicly AvailableSpecification 55 is opgesteld om een professioneel beheer van debedrijfsmiddelen te stimuleren. Deze norm bevat de ‘best practices’voor assetmanagement uit diverseindustrietakken.
De norm is geschikt voor organisatiesdie beschikken over kapitaalintensieve,infrastructurele bedrijfsmiddelen. Doelis om deze bedrijfsmiddelen goed tebeheren en risico’s te beheersen.Doelstellingen op gebied vanduurzaamheid kunnen hierin wordenmeegenomen.
Lloyd’s Register kan u certificeren op basis van de PAS 55. Organisatieskunnen met het certificaat aantonendat ze de bedrijfsmiddelen optransparante wijze beheren op basisvan algemeen aanvaarde principes.
Wat kan assetmanagementvoor uw organisatiebetekenen?
• Het legt relaties met debedrijfsstrategie en optimaliseert hetinvesteringsbeleid en de concreteonderhoudsactiviteiten.
• Het ondersteunt het aantoonbaarvoldoen aan wet- en regelgeving,zoals de Waterschapswet;doelmatigheid en doeltreffendheidvan het beleid worden toetsbaaringericht.
• Het is gericht op het beheer vanfysieke bedrijfsmiddelen in relatie tot alle organisatieonderdelen enbelanghebbenden.
• Kostenbeheersing door optimalisatievan investeringen en onderhoud tenopzichte van de vereiste prestatiesop gebied van zowel waterbeheer,duurzaamheid en veiligheid.
• Ondersteuning ‘verantwoordbestuur’ door onafhankelijketoetsing van bedrijfskritischeprocessen.
• Korte en lange termijn risico’sworden tijdig onderkend.
Als de fysieke bedrijfsmiddelen niet optimaal worden beheerd
zijn bedrijfsresultaten niet maximaal. Bedrijfszekerheid en
betrouwbaarheid van bedrijfsmiddelen en infrastructuur hebben
een directe relatie met de prestatie van de organisatie.
Voor meer informatie
LRQA Sales & Contracts
T +31 (0) 10 201 8476
LRQA Projects
T +31 (0) 10 201 4236
E [email protected] www.lrqa.nl
Waarom u voor LRQA kiest?
Lloyd’s Register heeft als eerste instelling certificatie voorassetmanagement gerealiseerd.We beschikken over de mensenen de kennis om u een goedeservice te bieden die uwverbeteringsproces ondersteunt.
We leveren proef-audits, trainingen coaching en hanteren eenpragmatische benadering bij onzediensten, waarbij deprestatieverbetering van uworganisatie centraal staat.
De PAS 55 kan door LRQAgeïntegreerd worden getoetst metISO 9001 en 14001 (kwaliteit- enmilieuzorg). Bent u gecertificeerdbij een andere organisatie en wiltu overstappen? Neem contact open stel vast hoe eenvoudig dit is.
Lloyd’s Register is als stichtingfinancieel, politiek en technischonafhankelijk, dit staat voor eenonpartijdig oordeel.
1000-20-8000-9335 Neerslag voordruk 20101000-20-6000-2801 Neerslag voordruk 20091000-20-5001-0198 Neerslag voordruk 2008
Kleur: fc
Kleur: fc1000-20-9000-5541 NVA Neerslag voordr. 2010
1000-20-8000-7443 NVA Neerslag voordr. 09
1000-20-7000-2848 NVA Neerslag vd 08
Naast de bestaande hydraulieken voor de Amarex KRT- en Sewatec-pompen introduceert KSB een nieuwe roestvaststalen schroefcentrifugaalwaaier (type D) in combinatie met een van buitenaf nastelbare hardstalen slijtconus. Hiermee worden zelfs grove slibbestanddelen probleemloos verwerkt. De vrije door-gang van minimaal 100 mm voorkomt ook bij lage toerentallen verstopping. De nieuwe D-waaier maakt het KSB-programma compleet: voor elk type afvalwater is er nu een pomp op maat. Inclusief de zekerheid van een hoog rendement en maximale bedrijfs zekerheid.
Voor informatie en documentatie: KSB Nederland B.V., Postbus 211, 1160 AE Zwanenburg, tel.: 020 4079800, fax: 020 4079801, www.ksb.nl
336
06
NIEUWESCHROEFCENTRIFUGAALWAAIERVERWERKT GROVE SLIBBESTANDDELEN ZONDER VERSTOPPINGEN
Nu ookin roestvaststaal
Nieuw!
1000-20-9000-6698 Neerslag 6-2010 Kleur: fc
aquasuite.nl
Advies- en ingenieursbureau
• Energiebesparende beluchtingsregeling • Verbetering effl uentkwaliteit • Gebruiksvriendelijke bediening • Webgebaseerde visualisatie • Zelfl erende, onderhoudsarme regeling• Geschikt voor elke RWZI
Intelligente oplossingen voor geavanceerde monitoring en besturing van drinkwater- en afvalwaterprocessen
UCD 536 UCF 466
De nieuwe generatie decanters, efficiënter dan ooit- Hoger droge stof percentage- Lager polymeer verbruik- Lagere energiekosten (<1kW per m3 slib)- Compacte bouw (>12m3 per m2)
GEA Westfalia Separator Nederland B.V.Hoogveld 16 . 5430 AJ Cuijk . The NetherlandsPhone +31 4853 19-300. Fax +31 4853 [email protected] . www.westfalia-separator.nl
Slibontwatering en indikkingmiddels decanter
Bent u tijdelijk op zoek naar een Procestechnoloog? Amart Procestechnologie helpt u bij het operationeel beheer van afvalwater en afvalwaterzuivering.Voor zowel industriële als communaal afvalwaterzuivering. Wij kunnen voor u het proces of de proces-operator ondersteunen bij het• dagelijks beheer van de zuiveringsinstallatie• pilot c.q. proef (tijdelijke)opstelling• laboratorium en onderzoek
werkzaamheden• vervanging van uw procesoperator bij ziekte
en vakanties• ondersteuning bij uitbreiding of calamiteiten
Amart procestechnologieIJtochtkade 54, 1161 XJ ZwanenburgTel. 06 51 05 7959 - fax 020 497 6952www.amart.nl - [email protected]
Waterbeheersing in optima formamet Emotron:
1000-20-9000-5875 NVA Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
Koning & Hartmanuw partner in watermanagement
Analytical Measurement for Water TreatmentpH, redox, conductivity, H2O2, Cl2, CIO2, O3, O2, NH3
internet: www.jumo.nle-mail: [email protected]
telefoon: 0294 49149120.0
04-4
.1.2
.4.
1000-20-9000-6067 Neerslag Voordruk 2010 Kleur: fc
Postbus 94069703 LP Groningen
T 050 - 5 41 29 86F 050 - 5 41 78 68
Industrieweg 168861 VH Harlingen
T 0517 - 533 018F 0517 - 533 588
Industrieweg 168861 VH Harlingen
T 0517 - 430 542F 0517 - 430 563
1_1_stC5_fc_A.indd 1 18-12-2009 12:26:28
1000-20-8000-9345 NVA-neerslag voordr. 2010
a l t i j d i n n o v a t i e f
DraaizuigerpompenVersnijdende technieken
Als pompen probleemloosmoet zijn.
| Benningsweg 24 | 46325 Borken-Weseke | Duitsland
Tel.: +49 28 62 / 91 03-0 | Fax +49 28 62 / 91 03-46 | www.boerger-pumps.nl
| Tel.: +31 (0) 541 29 36 87 | Fax +31 (0) 541 29 35 78
Als versnijden effectiefmoet zijn.
- rioolwater- vet- en drijfslib- slibcirculatie- mobiele noodpompen- primair slib- ingedikt slib- retourslib- secundair slib- polymeren- extern aangevoerd slib
Als onderhoud geenwachttijd moet zijn.
Kleur: fc1_1_stC5_fc_D.indd 1 10-12-2009 15:48:57
CAW
AZtechniek is uw no-nonsense partner voor het leveren,installeren en onderhouden van biologische geurfilters.
Bestaande filters leeghalen en opnieuw vullen kunnen we voor uuitvoeren incl. het verantwoord afvoeren van oud materiaal.
Door onze ervaring zijn we de specialist voor:• Kunststof geurfilters, lavafilters, kokosfilters, compostfilters• Biologisch filtermateriaal zoals kokosvezels en lavastenen• Afzuigsystemen, ventilatoren, suskasten, leidingwerk• Doseerkasten, opslagtanks en leidingwerk• Controle en onderhoud
Op onze website kunt u actuele informatieen foto’s van uitgevoerde projecten vinden.
www.aztechniek.nl
Waardsestraat 265388 PP Nistelrodetel. +31 (0)412 – 610 486fax +31 (0)412 – 610 619mail [email protected]
6472_P07_fc.indd 1 10-12-2009 15:57:27
1000-20-9000-4894 NVA Neerslag 2010 voordruk kleur: fc
Zuiver als zand...door doordachte techniekZandrecycling Nederland B.V. is dé specialist op het gebied van inzameling en verwerking van riool-, kolken-, gemalenslib en veegzand (rkgv). Dit materiaal is in hoofdzaak afkomstig van de gemeenten c.q. overheden zoals Rijkswaterstaat en Waterschappen.
Het bedrijf is opgericht in 1988 als een samenwerking tussen van der Valk + de Groot, Rotterdam Afvalverwerking en Dolman. Gestart met één kleine reinigingsinstallatie, die op een paar locaties werd ingezet, is het bedrijf nu uitgegroeid tot een organisatie die d.m.v. samenwerkingen een netwerk van inzamellocaties door het gehele land heeft opgezet. De huidige aandeelhouders van ZRN zijn van der Valk + de Groot, Boskalis Dolman BV en A&G Holding BV. Het hoofdkantoor bevindt zich in Poeldijk.
Gemeenten en overheden reinigen hun riolen, vegen hun straten en wegen, reinigen kolken en (pomp-)gemalen. Dit werk kan worden uitgevoerd door de gemeente zelf als zij over eigen materieel beschikken of door de gespecialiseerde reinigingsbedrijven. Zandrecycling Nederland B.V. is uniek in de zin dat het de enige is die zich op een dergelijk (landelijk) niveau bezighoudt met dit product en de inzameling en verwerking hiervan. Door een uitgebreide samenwerking met meerdere partijen door heel Nederland is er de mogelijkheid gebruik te maken van dertien locaties voor de inzameling van rkgv materiaal.
Wij kunnen de bij reiniging vrijkomende afvalstromen ontvangen en zorgen voor een milieuverantwoorde verwerking van dit materiaal op basis van de huidige wet- en regelgeving. Uit het ingezamelde product wordt ± 75% zand teruggewonnen wat weer ingezet kan worden in de diverse werken. Wij kunnen direct in contact staan met de opdrachtgever of via de reinigingsbedrijven. Door onze samenwerkingen beschikken wij over een uitgebreid netwerk waardoor wij voor iedereen bereikbaar zijn.
Zandrecycling Nederland B.V.ABC Westland 231 T: 0174-2439502685 DC Poeldijk F: 0174-245303Postbus 62 E: [email protected] ZH Poeldijk I: www.zandrecycling.nl
Contactpersoon: Peter Voskamp (bedrijfsleider)
1_1_stC5_fc_A.indd 1 10-12-2009 16:11:35
1000-20-9000-5501 NVA Neerslag voordruk 2010 Kleur: FC
Alfa Laval Benelux BV · Postbus 9377 · 4801 LJ BredaTel.: 076 - 57 91 253 · Fax : 076 - 57 91 302Email: [email protected]
Slibbehandeling – minder is meer
Met een complete serie indiktrommels, spiraalwarmtewisselaars, decanteercentrifuges, MBR oplossingen, intelligente besturingssystemen en een professionele service organisatie, beschikt Alfa Laval over de focus, de technologieën en de know-how om de meest rendabele oplossing te bieden voor moderne slibbehandeling.
Het voldoen aan de actuele wet- en regelgeving op het gebied van het efficiënt en milieuvriendelijk verwerken van slib vraagt om een andere aanpak – die u samen met Alfa Laval succesvol implementeert.
www.alfalaval.com
PEE0
0155
NL 0
4110
9
1_1_stC5_fc_C.indd 1 10-12-2009 16:14:21
Water Treatment Solutions
6472_P14_fc.indd 1 14-12-2009 10:10:54
Advanced Waste Water
Solutions bv
Gentsevaart 21
4565 ER Kapellebrug (Hulst)
Tel: +31(0)114-321020
Fax: +31(0)114-314628
Mail: [email protected]
Internet: www. awws.eu
ADVANCED WASTE WATER SOLUTIONS
VAKS
CHI L D E R S B V
Ebbing Vakschilders B.V.Wij zijn een schildersbedrijf met een constante bezetting van ± 15 schilders en werken vanuit ’s-Heerenberg in Nederland, Duitsland en België.
Onze werkzaamheden bestaan voornamelijk uit staal- en
betonconservering voor nieuwbouw en renovatie.
De werkzaamheden spitsen zich toe op conserveringswerkzaamheden
werktuigbouwkundig zoals bruggen, sluizen en pompinstallaties en
anderzijds op civiele werkzaamheden van gebouwen, poldergemalen,
rioolgemalen, rioolwaterzuiveringsinstallaties en
drinkwaterproductiebedrijven cq. drinkwaterpompstations.
Ebbing ‘s Heerenberg B.V.
Postbus 225
7040 AE ‘s Heerenberg
tel:+31 (0) 316 532074
fax:+31 (0) 847 224093
gsm:+31 (0) 610508291
6472_P15_fc.indd 1 14-12-2009 10:19:53
close to you!
1000-20-8000-9038 Nva Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc1_1_stC5_fc_D.indd 1 10-12-2009 16:33:05
ver vooruit in duurzame technologie
COFELY MAAKTHET WAAR
Cofely biedt integrale oplossingen op het
gebied van water. Zo inventariseren we met
een ‘waterscan’ uw waterhuishouding
met concrete besparingsvoorstellen als
resultaat. Of maken we met behulp van
de ABW Filter zandfi ltratie mogelijk tegen
zeer lage energiekosten.
Of realiseren we slibvergisting met
30% meer rendement. Bent u
geïnteresseerd in de oplossingen van Cofely
Water Solutions? Bel 043 367 50 00 of
bezoek www.cofely-gdfsuez.nl
Hubert Stavoren BV Tel.: +31 514 684444Kooyweg 20 Fax: +31 514 6821988715 EP Stavoren E-mail: [email protected] Web: www.hubert.nl
Onze serviceafdeling staat 24 uur per dag voor u klaar en staat borg voor een optimale conditie en bedrijfszekerheid van uw waterzuiveringssysteem.
Hubert uw partner in nieuwbouw, onderhoud en revisie van:
Afvalwaterzuivering o.a. Screens o.a.
Vijzels TrommelfiltersBeluchters BandreinigersRondruimers GrofroostersLangsruimers MicrofiltersZandvangersIndikkers
6472_P17_fc.indd 1 11-12-2009 10:09:31
1000-20-9000-5248 NVA Waternetwerk 2010 Kleur: fc
Flexibeler en efficiënter beluchtenOdin: de nieuwste generatie turbocompressoren
Ongeveer 60 procent van het energieverbruik van afvalwater-zuivering komt voor rekening van het beluchtingsproces. Efficiënter beluchten kan dus aanzienlijke besparingen op-leveren: zuinige compressoren van Siemens zijn wereldwijd nu al goed voor een jaarlijkse CO
2-besparing van 2,9 Megaton.
Dat beluchten echter nog steeds efficiënter en goedkoper kan,bewijst Siemens met Odin:de nieuwste generatie turbo-compressoren.
EfficiëntDe Odin-compressoren worden rechtstreeks aangedreven dooreen permanent-magneetmotor. Een tandwielkast met olie is dan ook niet meer nodig. Dat betekent: minder ruimtebeslag én minder onderhoud. Bovendien werkt het rendementsverhogend, doordat er bij deze direct drive-
technologie geen overbrengings-verlies optreedt.
Plug and playAlle componenten van de instal-latie worden in één geluidsarmeomkasting gebouwd. Als de compressor op de juiste plek staat, hoeven alleen de procesleidingen elektra nog aangesloten te worden, en de installatie isgebruiksklaar.
Optimale flexibiliteitHet beproefde diffusor-verstel-systeem van Siemens kan de flowbij constant toerental traploos regelen (40%-100%). De geïnte-greerde frequentieomvormer regelt tegelijkertijd het machine-rendement. De combinatie van deze twee technieken in een dual-pointregeling zorgt voor optimale flexibiliteit: capaciteit en tegendruk kunnen eenvoudigworden aangepast als de omstan-digheden daarom vragen.
De Odin-compressor:
- wordt geleverd met STC-SO compact direct drive
- is verkrijgbaar in vier typen (75/110/200/315 kW)
- elk type biedt de keuze uit vijf specifieke impellergroottes, waardoor het mogelijk blijft een specifieke, custom mademachine te selecteren
- is leverbaar in de range van1.200 tot 16.000 Nm3/h.
Advertorial
Alle componenten in ééngeluidsarme omkasting.
Meer informatie:www.powergeneration.siemens.comof bel: (074) 240 22 50
1_1_stC5_fc_B.indd 1 11-12-2009 10:47:24
1000-20-9000-5911 Waternetwerk 2010 Kleur: fc1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 10:56:34
1000-20-8000-9349 Waternetwerk Neerslag voordruk ’10 Kleur: fc
AFVALWATER BEHANDELING SYSTEMEN
Regulierenring 33981 LA BunnikTel. 030 6570208E-mail: [email protected]
L. VAN RAAKMILIEUTECHNIEK
www.lvanraak.nl
KettingroostersPerforatieroostersStappenroostersRoostergoedpersenRoostergoedwaspersenRoostergoedwassersSchroeftransporteursRoostergoedcontainersSlibindikking Longofill systeemRevisie van machines Onderhoud Installatie
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 10:59:54
Kleur: fc1000-20-9000-0419 NVA Neerslag 2010 voordruk
Chemicaliën opslag en
doseerinstallaties, ijzer-
chloride, methanol, enz.
P.E. aanmaak en ver-
dunning installatie voor
poeders en vloeistoffen.
Filters.
Zelfreinigende filters zonder
bewegende delen.
Luchtbehandeling,
Ventilatoren – Lavafilters
Gaswassers
UW PARTNER
VOOR
COMPLETE
INSTALLATIES
Slibverwerking - installatie,
bandindikkers, zeefbandpersen.
Berkel en Rodenrijs (NL) Postbus 122, 2650 AC Industrieweg 94, 2651 BD Telefoon 010-511 52 11 - Telefax 010-511 52 74 E-mail: [email protected] - Website www.hycon.nl
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 11:03:42
Process-Equipment & Water-Technology
Postal addressHollandia Systems BVP.O. Box 60 4793 ZH Fijnaart, The NetherlandsT: +31 167 50 71 00F: +31 167 52 22 70
Visiting address Glasweg 64794 TB HeijningenThe Netherlands E: [email protected]: www.hollandiasystems.nl
We streven naar lange Levensduur van Producten en Relaties
Hollandia Systems is een toonaangevend bedrijf dat zich toelegt op het produceren
van klantspecifieke installaties, apparaten en constructies. De producten van Hollandia
Systems vindt u voornamelijk terug in de offshore-, chemie- en procesindustrie en bij
water- en hoogheemraadschappen. Hollandia Systems heeft - voormalig bekend onder
de naam Kloos Merofac - een lange reputatie als vertegenwoordiger van Passavant
Geiger en als leverancier van proces-equipment zoals slibverwarmers en spindle-drivers.
mem
ber of Hollandia H
olding BV
U en Van der Stelt:de juiste combinatieSnel, doeltreffend & grondig
Van der Stelt is een landelijk opererend bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoer van bulkproducten. De specialist in transport, reiniging en verhuur voor RWZI's, Waterschappen en Hoogheemraadschappen.
Vloeibaar transport- Primairslib, secundairslib en entslib- Afvalwater
Vast transport- Ontwaterdslib
ReinigingVoor het reinigen van opslagtanks, pompgemalen, rioolleidingen en bezinkputten beschikken we over een speciale combiwagen.
HuurVoor tijdelijke opslag worden vloeistofbakken in diverse formaten gebruikt. Alle vloeistofbakken zijn voorzien van 6” afsluiters.
Bij calamiteiten bieden wij u de juiste combinaties.
Duiveland 7, 1948 RB Beverwijk, tel. (0251) 229111Kijk ook eens op onze website www.vandersteltbv.nl
6472_P22_fc.indd 1 11-12-2009 11:09:46
MTOF Milieutechniek vertegenwoordigt voor Nederland:
MTOF Milieutechniek (handelsreg. nr 30086344) Tel:+31(0)30 2662660 Handelsnaam van Tolakker Holding B.V. Fax:+31(0)30 2624224Postbus 9603 E-mail: [email protected] GP Utrecht Website: www.mtof.nl
J.F. KNAUER GMBH
Umwelttechnik & Industrie-Elektronik
1000-20-8000-8747 Voordruk Neerslag 20101000-20-9000-4188 Waternetwerk Promotienr. Neerslag
1000-20-8000-1033 NVA/KVWN BG 2009
Inline-mixer (slib-polymeer)FlocksondePolymeeraanmaak en doseerinstallaties met concentraties tot 1,5%
Indikbanden Zeefbandpersen voor huishoudelijk slib Zeefbandpersen systeem CPF voor mineraal slib Decanters Volautomatische Kamerfilterpersen Volautomatische Membraanfilterpersen Roosterreinigers type Aqua Guard Filterinstallaties zoals zeef- bochten en zeeftrommels Revisie en onderhoud
Kleur: Full Color1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 11:12:44
1000-20-9000-5321 Waterboek ’10
1000-20-8000-6059 Waterboek ’09
Kl: fc
• Chemical Tanks
(Also Acc. VLAREM)
• High Purity Chemical
Tanks
• Food Storage Tanks
• Fuel Storage Tanks
• Mixing Tanks And Reactors
• ISO Containers
• FGD Scrubbers
• Deodorization Scrubbers
• Biofilters
• Stacks And Flue Liners
• Duct Systems
• Piping Systems
• Sprayheaders
• Electrofilters
• Storage Tanks
• Bio-Airclean Filters
• Pressure Vessels
• Salt Saturator Tanks
• PP Settlers
• GRP Covers
• RO Membrane Housing
• Silos
Plast icon EuropePara l le ls t raat 50, PO Box 309 Nl – 7570 AH Oldenzaa l
Te l : +31 541.85.85.85 Fax: +31.541.85.85.59 Mai l : in fo@plast iconeurope.comwww.plast iconeurope.com
- ENGINEERING - PRODUCTION - INSTALLATION - SERVICE -
Specialist in GRP and Dual Laminate Products
TANK APPLICATIONS
PROCESS EQUIPMENT & AIR TREATMENT
WATER AND WASTEWATER INDUSTRY
Plasticon The Netherlands BVParallelstraat 52, PO Box 309 – 7570 AH Oldenzaal
Tel: +31 (0)541.85.85.85 Fax: +31 (0)541.85.85.59 Mail: [email protected]
1_1_stC5_fc_A.indd 1 17-12-2009 15:07:52
1000-20-9000-5285 Neerslag 6-2010
1000-20-9000-5284 Neerslag 5-2010
1000-20-9000-5283 Neerslag 4-2010
Kleur: fc
1000-20-9000-4996 Neerslag 6-2010 1000-20-9000-4994 Neerslag 5-2010
Kleur: fc
Onze opdrachtgevers rekenen
terecht op onze
technologische
kennis en
ervaring.
Zij ook...
Onze opdrachtgevers rekenen
terecht op onze
technologische
kennis en
ervaring.
Zij ook...
SOLIS Projects bvMEMBER OF BELLMER GROUP
1000-20-9000-5047 Waternetwerk Neerslag 6-2010 Kleur: fc
1000-20-9000-6857 Neerslag 2010-6 Kleur: fc
HQD – pH, geleidbaarheid,zuurstof & redox in waterCompleet met INTELLICAL elektroden die kalibratiegegevens & meetwaarden digitaal verwerken!
➔ single/multi parameter meters
➔ ideaal voor veldapplicaties; handzaam, robuust en waterdicht
➔ eenvoudig en fl exibel - automatische elektrode herkenning
➔ LDO techniek, zuurstof meten zonder periodieke kalibratie
Voor meer informatie bel:
Tel: +31 (0)344 63 11 30
www.hach-lange.nl
1Neerslag 2010/VI
Voorwoord
BESTE LEZERS,De waterwereld verandert de laatste decennia erg snel.
Waar we vroeger nog genoegen namen met het boek van
Koot over afvalwater en transport van afvalwater, hebben
we thans een scala aan leerboeken, dictaten en cursussen. Ook beperken we ons
al lang niet meer tot de afvalwaterzuivering in Noord West Europa, maar kijken
ook naar de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Gelukkig hebben we in
Nederland diverse universiteiten, instituten en bedrijven die zich bezig houden
met ontwikkeling van nieuwe zuiveringstechnologie. Belangrijke ontwikkelingen
zoals anaërobe waterzuivering, stikstofverwijdering via nitriet en anammox en de
verwijdering van fosfaat middels struviet zijn in Nederland gestart en/of verder
ontwikkeld tot technische concepten voor een betere afvalwaterzuivering.
Ook hebben de initiatieven tot energiezuinige en zelfs energie producerende
zuiveringen zoals de EnergieFabriek geleid tot een nieuw inzicht op het gebied
van slibvergisting en de behandeling van slibwater. Een bijzondere ontwikkeling
is hierbij het gebruik van thermofiele vergisting waarmee slib aanzienlijk verder
wordt afgebroken en de energieproductie kan verdubbelen. Deze technologie
werd oorspronkelijk ontwikkeld in Denemarken en werd in Nederland nieuw
leven ingeblazen en verbeterd.
Eén aspect bij het streven naar meer energieproductie uit zuiveringsslib krijgt
echter verbazend weinig aandacht. Dit betreft het vrijmaken van stikstof en fosfaat
door de omzetting van meer organische stof. Hoge gehaltes aan ortho fosfaat en
ammoniakale stikstof in het slibwater zijn een direct gevolg en kunnen daarmee
een belangrijke belasting gaan vormen van het waterzuiveringssysteem van de
rwzi. Meer aandacht voor nutriënten in relatie tot de EnergieFabriek zou daarom
op zijn plaats zijn. Het initiatief van de technische commissie bodem om meer
aandacht van het ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de kring-
loopsluiting van stikstof en fosfaat sluit hier uitstekend bij aan. Daarom hoop ik
dat Nederlandse bedrijven zich zullen blijven onderscheiden in het vinden van
oplossingen voor nutriënten gebruik en dat deze oplossingen ook wereldwijd
geëxporteerd zullen worden.
Persoonlijk bevind ik mij in de bevoorrechte situatie dat ik projecten in het bui-
tenland mag uitvoeren en dat daarbij Nederlandse technologie gebruikt wordt.
Een prachtig voorbeeld daarvan is de bouw van een anaërobe waterzuivering voor
communaal afvalwater in Marokko. Door de lokale (warme en droge) omstan-
digheden is de toepassing van de UASB-technologie mogelijk en kan hierdoor
Neerslag 2010/VI2
het afvalwater voor ca. 70% gezuiverd worden. De UASB wordt gevolgd door
een trickling filter waardoor een effluent ontstaat dat perfect geschikt is als irri-
gatiewater. De zuivering produceert 50% meer energie dan wat gebruikt wordt
en is daarmee een echte EnergieFabriek. De toepassing van deze technologie in
Marokko is mogelijk gemaakt door het voorwerk van prof. Lettinga en LeAF en is
een uitstekend voorbeeld van samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven.
De Nederlandse ontwikkelingen op de rwzi’s zal door onze internationaal
gerichte bedrijven zeker verder geëxporteerd gaan worden, waardoor het werk
van alle collega’s in de secties ook in verre landen gebruikt kan worden. Toch een
leuk idee dat bijvoorbeeld uw slibgisting gekopieerd wordt in Beijing.
Ik wens alle lezers van deze Neerslag veel plezier met deze uitgave en veel
inspiratie voor nieuwe technologie.
Joop ColsenVoorzitter sectie Zeeland.
Vooraankondiging
Nationale themadag ‘Asset Management’Donderdag 10 maart 2011
In 2010 heeft Waternetwerk voor het eerst samen met Wateroplei-
dingen een nationale themadag georganiseerd voor onder meer
(potentiële) sectieleden.
In 2011 gaan we dit initiatief herhalen en is het overkoepelende
thema Asset Management. Een onderwerp dat actueel en relevant is
in de hele watersector. Het wordt een mooi programma dat voor de
deelnemers en hun organisaties van toegevoegde waarde is.
Noteer 10 maart 2011 daarom alvast in uw agenda.
3Neerslag 2010/VI
Beheersing van de slibindex op de zuiveringen Willem Annapolder & Walcheren
SITUATIESCHETSAanleiding voor een uitgebreid onderzoek op beide rwzi’s was de steeds terug-
kerende drijflagen op de actiefslibtanks en nabezinktanks. Beide zuiveringen heb-ben vaak in dezelfde perioden problemen met drijflagen. De drijflaagvorming is een potentieel risico op slibuitspoeling en niet wenselijk. Bij extreme drijf-laagvorming werd daarom ook ingegrepen met dosering van aluminiumchloride (PAX-14).
Beide rwzi’s zijn van het type PhoRedox. Een vaste anaërobetank gevolgd door
een vaste anoxischetank en een intermitterende beluchte tank. Het retourslib
wordt vanuit de nabezinktank teruggevoerd naar de anaërobetank en vanuit de
intermitterende beluchte tank vindt recirculatie plaats naar de anoxischetank,
figuur 1.
Figuur 1. PhoRedox schema.
Beide rwzi’s hebben een vrij grote anaërobe ruimte. Bij de rwzi Walcheren zijn
bestaande tanks van de oude zuivering gebruikt omdat er toen geen bezwaar werd
gezien in een lange anaërobe verblijftijd. De anaërobe verblijftijd op rwzi Walche-
ren is circa 1,6 uur en bij rwzi Willem Annapolder circa 1,4 uur. Bij het stijgen van
de temperatuur in het voorjaar wordt de intermitterende beluchte tank vanwege
een vlotte nitrificatie veel gebruikt als verlengde anoxischetank. Gevolg hiervan is
dat een deel van de anoxischetank een verlengde wordt van de (al grote) anaëro-
betank. Het redoxpotentiaal in de anoxischetank geeft dit duidelijk weer.
Uit microscopisch slibonderzoek is gebleken dat de drijflaag bij deze zuiverin-
gen altijd wordt veroorzaakt door de dominantie van de draadvormer Microthrix parvicella. De lange anaërobe verblijftijden, die bij het stijgen van de temperatuur
nog langer zijn, worden gezien als hoofdoorzaak voor de steeds terugkerende
dominantie van Microthrix parvicella. Fysieke aanpassing van de configuratie voor
onderzoek is ingrijpend gebleken. Onderzoek is daarom gericht op andere, al
dan niet tijdelijke, oplossingen.
Anaëroob AnoxischIntermittren
de bel.NBT
Neerslag 2010/VI4
ONDERZOEK 2007-2010Begin november 2007 is procesmatig op beide rwzi’s de anaërobe verblijftijd
verkort. Het retourslib is continu op een hoog debiet ingesteld. De anaërobe
verblijftijd op rwzi Walcheren is hierdoor verkort tot circa 54 minuten en op rwzi
Willem Annapolder 45 minuten.
Tot begin februari 2008 heeft zich toen geen drijflaag ontwikkeld. Om te toet-
sen of dit niet op toeval berust is op rwzi Walcheren de retourslibregeling terug
in automatisch bedrijf gezet. Na 10 dagen was duidelijk een drijflaag in opkomst.
Op rwzi Willem Annapolder was dit tussentijds niet het geval. Op rwzi Walche-
ren is geprobeerd om met wederom verkorten van de anaërobeverblijftijd een
verdere ontwikkeling van de drijflaag te voorkomen. Ingrijpen met PAX-14 was
echter noodzakelijk omdat de drijflaag zich verder bleef ontwikkelen. De kortere
anaërobe verblijftijd is gehandhaafd, ook na de PAX-14 dosering. Op rwzi Willem
Annapolder was nog steeds geen sprake van drijflaagvorming. Eind februari 2008
is ook hier de retourslibregeling terug in automatisch bedrijf gezet. Na 8 dagen
is al ingegrepen met PAX-14 en is de kortere anaërobe verblijftijd weer ingezet.
Daarna zijn er tot begin mei 2008 geen problemen geweest met drijflaagvorming.
Echter begin mei 2008 hadden beide zuiveringen binnen enkele dagen een drijf-
laag. De enige verandering die bij beide installaties is opgetreden is een snelle
toename van de watertemperatuur in vrij korte tijd. In plaats van een continue
beluchting vanwege een trage nitrificatie trad er weer intermitterende beluchting
op waardoor een deel van de anoxischetank weer anaëroob wordt. Ook met een
hoog retourslibdebiet is de anaërobe tijd dan nog (te) lang.
Na het uitsluiten van de toepassingsmogelijkheid verhoogd retourslibdebiet
en daarmee dus het beperken van drijflaagvorming is de aandacht verlegd naar
het zo efficiënt mogelijk doseren van PAX-14 waarbij het proces beheersbaar
moet zijn en de chemicaliëndosering zo beperkt mogelijk wordt. Het wekelijks
uitvoeren van microscopisch slibanalyses over een lange periode heeft veel inzicht
verschaft in de ontwikkelingen die plaats vinden bij drijflaagvorming voor deze
twee zuiveringen. Op basis van voortschrijdend inzicht is er gaande weg een
onderzoekslijn ontstaan.
De belangrijkste aandachtspunten hierbij waren:
– Ontwikkeling filamentenindex (FI) ten opzichte van slibvolume index (SVI);
– Doseerverhoudingen PAX-14;
– Moment van starten en stoppen van de dosering;
– Inpassingspotentieel microscopisch slibonderzoek bij reguliere werkzaamhe-
den.
CONCLUSIES VOOR RWZI WILLEM ANNAPOLDER EN RWZI WALCHEREN
Op basis van het onderzoek zijn de volgende zaken duidelijk geworden. Hier-
onder staan ze kort samengevat:
– Over het algemeen stijgt de FI eerder dan de SVI;
– Over het algemeen daalt de SVI eerder dan de FI;
– Doseren met PAX-14 2 g/kg ds volstaat;
5Neerslag 2010/VI
– Trend van SVI is bruikbaar om een richtlijn voor dosering van PAX 14 hierop
toe te passen;
– Starten met doseren bij een relatief lage SVI (overschrijding 100 ml/g);
– Doseren tot een lage en stabiele SVI van 80 ml/g;
Aan de hand van bovenstaande resultaten is voor beide zuivering een eerste
protocol opgesteld om in praktijk te gaan testen. Bij een overschrijding met 3
waarnemingen van een SVI van 100 ml/g wordt gestart met PAX-14 dosering met
een doseerverhouding van 2,0 g Al/kg DS. De dosering wordt gestopt bij een
onderschrijding met 3 waarnemingen van een SVI van 80 ml/g. Als er aanleiding
zou zijn voor microscopisch slibonderzoek wordt dit uitgevoerd.
Uitbijters in SVI bepalingen maken het trendmatig handelen op de korte ter-
mijn echter lastig. Hierdoor worden inschattingsfouten gemaakt. Tevens blijkt in
praktijk dat de SVI over een langere tijd tegen de grenswaarden aan kunnen hik-
ken zonder een over- of onderschrijding. Bij een SVI rond de grenswaarden gaat
dit nu ondersteund worden met microscopisch slibonderzoek. Zo wordt voor-
komen dat er alsnog te laat wordt gedoseerd of dat er juist onnodig lang wordt
gedoseerd. Daarnaast blijkt dat een instelling van 2 g Al/kg ds soms net wat te
laag uitpakt vanwege een verandering in drogestofgehalte of afwijking tussen
drogestofmeter en werkelijke waarde. Om aan de goede kant te zitten wordt nu
een doseerverhouding van 2,5 g Al/kg ds aangehouden.
Het protocol is in het kader van voortschrijdend inzicht dus nog op enkele
details onder constructie. Over een langere periode zal uiteindelijk beoordeeld
moeten worden wat het effect is (geweest) van vroegtijdig en gericht ingrijpen
met PAX-14.
Marc Augustijn en Renée QuistWaterschap Scheldestromen i.o.
1000-20-9000-7094 Neerslag 6-20101000-20-9000-7093 Neerslag 4-20101000-20-8000-8690 Neerslag 2-2010
1000 20 8000 7556 NVA Neerslag 2009/6
Kleur: FullColor
Laat dewielen vande industriedraaien
Haal het besteuit uw produktieproces
Er zijn veel manieren omspecifieke onderdelen enmachines te reinigen; hetkiezen van de juiste pompgarandeert dat u het beste uituw productieproces haalt.
• Pompen voor reiniging enonderhoud in lichtindustriële omgevingen
• Inzetbaar voor water onderhoge druk en agressievereinigingsmiddelen
• Minder onderhoud en eenlangere levensduur (LCC)
Uw fabriek loopt gesmeerdmet Lowara pompen.
Lowara BeneluxPostbus 54 4180 BB WaardenburgWeb site: www.lowara.com - E-mail: [email protected]
Lowara BeneluxPostbus 54 4180 BB WaardenburgWeb site: www.lowara.com - E-mail: [email protected]
Lowara
7Neerslag 2010/VI
Waterhergebruik in een aardappelverwerkende industrie
De awzi van LambWeston/Meijer vof in Bergen op Zoom werd uitgebreid met een Anphos®-installatie voor de verwijdering van fosfaat. De bestaande aërobe zuivering werd omgebouwd tot NAS®-systeem en er werd op pilotschaal (15 m3/uur) een membraanmodule voor slib/waterscheiding geplaatst op het slibretour van de bestaande nabezinktank. Het geproduceerde MBR-effluent werd in een pilot RO (10 m3/uur) bewerkt tot proces- en/of ketelvoedingswater. Het onder-zoek werd uitgevoerd in het kader van een InnoWATOR-project en werd mede gefinancierd door Senter Novem (nu Agentschap NL).
De oorspronkelijke awzi bestond uit een anaërobe reactor (UASB) gevolgd
door een aërobe waterzuivering met nitrificatie/denitrificatie met een slib/water-
scheiding in een nabezinktank. In de nieuwe situatie is een milieuvriendelijke
fosfaatverwijdering middels struvietprecipitatie gevolgd door een stikstofverwijde-
ring middels de anammoxroute in combinatie met een (pilot)membraaninstal-
latie (NAS®-MBR) en een omgekeerde osmose installatie.
Door toepassing van de Anphos® kan MBR-effluent worden gerealiseerd met
een fosfaat gehalte van ca. 20 mg/l, wat geschikt is als voeding van de RO. De
resterende hoeveelheid fosfaat kan eenvoudig uit de brine worden verwijderd
met een vergelijkbare techniek. In de aërobie wordt alle stikstof verwijderd zon-
der extra CZV-bron en wordt een effluentkwaliteit bereikt van CZV < 60 mg/l en
< 10 mg/l N-tot.
De MBR produceert een goede kwaliteit effluent met een troebelheid <0,05
NTU en kan meer dan 4 maanden zonder chemische reiniging. De kostprijs
omgerekend per kuub afvalwater bedraagt circa € 0,27.
De RO produceert kwalitatief goed permeaat met een geleidbaarheid <220 μs/
cm wat geschikt is voor hergebruik. Ondanks de grote zoutconcentraties treedt
er geen vervuiling met scaling op in de membranen. Zonder gebruik te maken
van een biocide is biofouling alleen met afvalwatertemperaturen <30 °C goed
beheersbaar. De kostprijs omgerekend per kuub hergebruikwater bedraagt circa
€0,65. Het concentraat van de RO kan niet zondermeer geloosd worden, vanwege
de hoge zout en CZV-gehaltes. Met een nabehandeling is de concentratie aan fos-
faten relatief eenvoudig te reduceren, maar het restant aan zouten en CZV blijft
te hoog voor lozing op de meeste oppervlaktewateren. Lozing op een rwzi leidt
tot de minste ecologische gevolgen, vanwege de grotere ontvangende wateren
waar deze op lozen.
Neerslag 2010/VI8
INLEIDINGRecentelijk is er in het kader van een InnoWATOR project bij Lamb Weston/
Meijer in Bergen op Zoom onderzoek gedaan naar een verregaande waterkring-
loopsluiting binnen de voedselverwerkende industrie. Het project bevindt zich in
de afrondende fase en de resultaten zullen dit jaar nog gepubliceerd worden. De
titel van het onderzoek is: ‘Ontwikkeling (afval)waterkringloopsluiting binnen de
voedingsmiddelenindustrie’.
Figuur 1. Overzicht awzi Lamb Weston/Meijer
Zoals in figuur 1 weergegeven is, bestaat de zuivering uit een anaërobe reactor
(UASB), een milieuvriendelijke fosfaatverwijdering (Anphos®), een stikstofver-
wijdering middels de anammoxroute (NAS®) in combinatie met zowel een nabe-
zinktank als een membraanfiltratie voor de scheiding tussen slib en effluent. Aan
de membraanfiltratie is een omgekeerde osmose installatie (RO) geschakeld om
permeaat te produceren van ketelvoedingswaterkwaliteit.
De UASB wordt met 80 m3/h aan afvalwater uit de fabriek gevoed vanuit de
mengtank. Het ingaande afvalwater heeft gemiddeld een CZV-gehalte van 12.000
mg/l, een fosforgehalte van gemiddeld 80 mg/l en een stikstofgehalte van 300
mg/l. In de UASB wordt het CZV gehalte voor ongeveer 80% gereduceerd en
in de Anphos® en NAS® vindt een verdere reductie plaats, zodat het effluent van
de membraantank en nabezinktank < 60 mg CZV/l bevat. De Anphos® reduceert
het fosfaatgehalte tot < 12 mg/l ortho-P en 20 mg/l P en de NAS® reduceert het
stikstofgehalte tot minder dan 10 mg/l N-tot.
De slibconcentratie in de NAS is circa 5 g/l. Dit is niet representatief voor een
MBR-configuratie. Om toch onderzoek te kunnen doen naar een MBR-configu-
ratie op een deelstroom van 15 m3/h is besloten de membraantank aan te sluiten
op de slibretourtank van de nabezinktank. De slibconcentratie van de nabezink-
9Neerslag 2010/VI
tank is circa 10 g/l en is representatief voor de slibconcentratie die normaal in
MBR-configuraties aangehouden worden. De functie van de nabezinktank in de
zuivering blijft hierbij verder behouden.
Het effluent van de MBR wordt vervolgens gevoed aan een RO-installatie, waar
voor 67% aan water voor hergebruik geproduceerd wordt.
In dit artikel zal er verder ingegaan worden op de resultaten van het onderzoek
naar de MBR en de RO. Hierbij komen zowel de technische, economische als
maatschappelijke aspecten aan bod.
MEMBRAAN BIOREACTOR (MBR)MBR membranen vor-
men een fysieke barrière
tegen slib, waardoor er geen
sprake meer kan zijn van uit-
spoeling zoals bij een nabe-
zinktank soms het geval kan
zijn. Hierdoor kan in een
MBR-configuratie het actief-
slib systeem op een droog-
stofgehalte belast worden
tussen 10 en 15 g/l. Ten
opzichte van een conven-
tionele nabezinktank is de
footprint van de installatie
kleiner en de kwaliteit van
het effluent hoger.
De installatie uit het
onderzoek maakt gebruik van plaatmembranen van het merk Kubota. De mem-
branen hebben een poriegrootte van maximaal 0,4 micron en vallen in het micro-
filtratie gebied. In de figuur 2 zijn twee van de drie membraanmodules zichtbaar
na plaatsing in de tank (de folie dient nog verwijderd te worden).
In totaal is er voor 870 m2 aan membraanoppervlakte aanwezig voor een pro-
ductie van 15 m3/h. Dit resulteert in een netto flux van 17,2 l/m2 h. Onder deze
condities heeft het systeem een reinigingsfrequentie van minder dan 1 x per 4
maanden. Het effluent van is vrij van onopgeloste stoffen en heeft een troebel-
heid van < 0,05 NTU. Deze kwaliteit wordt bewaakt met behulp van een troebel-
heidsmeting. Het effluent van de installatie wordt ingezet op een RO, maar is kwa-
litatief ook geschikt voor andere toepassingen, waaronder waswater en koelwater.
Het membraansysteem functioneert goed in een MBR-NAS®-configuratie.
Ondanks dat de flux voor industriële toepassingen volgens begrippen van mem-
braanleveranciers redelijk hoog ligt, blijft de reinigingsfrequentie laag. Wanneer
Lamb Weston/Meijer het volledige debiet uit de NAS® zou behandelen in een
membraaninstallatie, zou dit omgerekend naar een kostprijs per kuub behandeld
afvalwater resulteren in een bedrag van circa € 0,27.
Figuur 2: Kubota plaat membranen.
Neerslag 2010/VI10
OMGEKEERDE OSMOSE (RO)Omgekeerde osmose is de fijnst realiseerbare filtratietechniek die op de markt
beschikbaar is. RO-membranen bieden een barrière tegen vrijwel alle opgeloste
stoffen. De kwaliteit van het geproduceerde permeaat kan uitgedrukt worden
in geleidbaarheid. Dit is een maat voor de hoeveelheid opgeloste zouten in het
water. De geleidbaarheid hangt af van de keuze van de membranen en kan afge-
stemd worden op de toepassing. Om ketelvoedingswater te produceren is over
het algemeen een kwaliteit van < 300 μs/cm noodzakelijk, maar RO-permeaat kan
zelfs van demi- of ultrapuurwater kwaliteit zijn < 10 μs/cm. Deze kwaliteiten zijn
soms gewenst in de chemische of elektronische industrie.
In het kader van het InnoWATOR-project hebben Colsen BV, KWR en Lamb
Weston/Meijer vof, in samenwerking een omgekeerde osmose installatie gereali-
seerd waarvan het permeaat inzetbaar is op de stoomketel. In figuur 3 zijn twee
van de vier aanwezige drukbuizen zichtbaar. Het ingaande debiet van de instal-
latie bedraagt 15 m3/h, waarmee 67% aan permeaat geproduceerd wordt.
In de installatie zijn vier drukbuizen aanwezig, met ieder 6 membranen van
het merk Trisep. De geselecteerde membranen zijn zogenaamde ‘low fouling’
membranen en bevatten een verhoogde spacer van 1,2 mm. Het totale mem-
braanoppervlak bedraagt 600 m2, wat resulteert in een flux van 16,3 l/m2 h. De
voorbehandeling van het influent beperkt zich tot licht aanzuren (daling van <1
pH punt) en een periodieke shock dosering van bi-sulfiet (een geaccepteerd mid-
del binnen de aardappelverwerkende industrie)
Het systeem is robuust genoeg om te functioneren bij een fluctuerende geleid-
baarheid van 4.000 tot 7.800 μS/cm en fosfaatgehaltes tot 110 mg/l (PO4). Onder
normale bedrijfssituaties heeft het ingaande water een geleidbaarheid van onge-
veer 4.800 uS/cm en fosfaatgehaltes van <25 mg/l. De voorbehandeling is zover
geoptimaliseerd dat de membranen niet meer vervuilen met scaling (na optima-
lisatie is er al maanden niet meer gereinigd met zuur). Bioufouling vormt wel
een probleem. Met name in de zomermaanden, wanneer de temperatuur van het
MBR-effluent meer dan 30°C bedraagt, is de installatie niet in staat twee weken
te functioneren met alleen een shock dosering van bi-sulfiet. Dit is wel een ver-
eiste binnen Lamb Weston/Meijer, omdat in de fabriek een productiecyclus van
12,5 dag gehanteerd wordt. Een biocide-dosering is een deze maanden dan een
noodzakelijk kwaad om deze periode te kunnen overbruggen.
Figuur 3. RO-drukbuizen.
11Neerslag 2010/VI
De kwaliteit van het permeaat is goed. Het bevat vrijwel geen calcium of mag-
nesium (<0,5 mg/l) en valt onder de categorie onthard water. Het permeaat is
voor 100% vrij van bacteriën, maar als slot op de deur is een nageschakeld UV
systeem geïnstalleerd die onverhoopt optredende bacteriële doorslag elimineert.
De geleidbaarheid is minder dan 220 μs/cm. Permeaat van dergelijke kwaliteit
is inzetbaar is op koeltorens, condensors en kwalitatief gezien voldoet het zelfs
als proceswater. Met een pH-correctie tot 8,5, is het permeaat inzetbaar op een
stoomketel. Wanneer Lamb Weston/Meijer het volledige afvalwaterdebiet zou
behandelen in een RO, kan uit het relatief moeilijke afvalwater ketelvoedingswa-
ter geproduceerd worden voor circa 0,65 €/m3.
INTEGRALE OPLOSSING VOOR OPGECONCENTREERD AFVALWATER
Wanneer het effluent van een MBR opgewaardeerd wordt in een RO systeem,
vindt er feitelijk een scheiding plaats tussen een fractie aan schoon water en een
geconcentreerde fractie; de brine. De brine bevat dezelfde vracht aan zouten en
CZV uit de zuivering in een verhoogde concentratie, waardoor deze vaak niet
meer voldoet aan de lozingseisen.
Colsen heeft recentelijk onderzoek gedaan naar de verwijdering van fosfaten
en meerwaardige zouten in de brine van een RO. Met name fosfaten zijn op
vrij eenvoudige en goedkope wijze verregaand te verwijderen. Na een dergelijke
behandeling resteert er nog een brine met voornamelijk hoge chloride-en kali
gehalten. Op zout water is lozing geen probleem, maar op zoet water kunnen de
hoge zoutgehaltes een verstoring brengen in het ecologische evenwicht.
Voor de toekomst zal het een uitdaging worden voor waterschappen en indu-
strieën om een passende oplossing te vinden voor deze problematiek. Vaak lozen
rwzi’s op grotere ontvangende wateren dan de industrie. Het lozen van de relatieve
kleine volumes van een brine zou mogelijk via de rwzi’s plaats kunnen vinden.
WATERHERGEBRUIK BIJ FRUITVERWERKINGColsen heeft in samenwerking met een fruitsorteerbedrijf en het Belgische
VITO vooronderzoek gedaan naar de barrière van nanofiltratie tegen landbouw-
bestrijdingsmiddelen in de behandeling van waswater in de fruitsector.
Nanofiltratie houdt het grootste deel van alle opgeloste componenten tegen.
Het permeaat is kleurloos, vrij van CZV en bevat vrijwel geen multivalente zouten
meer. De monovalente zouten zijn wel in staat het membraan te passeren.
De resultaten uit het vooronderzoek waren veelbelovend. Van de 28 onderzochte
bestrijdingsmiddelen, was de retentie van 19 componenten hoger dan 98%, van 7
componenten hoger dan 80% en had één component een retentie van 64%.
Door toepassing van een nanofiltratie verbetert niet alleen de kwaliteit van het
proceswater, maar wordt ook de inname van water beperkt tot een minimum.
Begin oktober 2010 is er een installatie op praktijkschaal in gebruik genomen om
te onderzoeken wat de lange termijn resultaten van het systeem zijn.
Martin Mangus, Colsen b.v.
1000-21-0000-4304 Waternetwerk Neerslag 6-20101000-21-0000-4256 Waternetwerk Bedrijvengids 2010
Kleur: fc
13Neerslag 2010/VI
Thermofiele slibgisting past perfect in duurzame slibverwerking
Met het oog op de ontwikkelingen van het klimaat, de (fossiele) brandstofvoor-raden en het grondstoffenverbruik verschuift de trend sinds jaren steeds meer naar duurzaamheid. Veel bedrijven en instanties nemen reeds hun verantwoorde-lijkheid, door te kiezen voor duurzame ontwikkelingen en zo steeds zuiniger om te gaan met energie en grondstoffen.
In dit kader zijn er vanuit de waterschappen initiatieven als ‘De Energiefabriek’
ontstaan, waarbij wordt gestreefd naar energieneutrale of zelfs energie leverende
rwzi’s. Daarnaast moeten zuiveringsinstallaties ook financieel aantrekkelijk zijn.
Na het zuiveren van afvalwater blijft een restproduct over: zuiveringsslib.
Communale- en bedrijfszuiveringen in Nederland produceren jaarlijks enorme
hoeveelheden zuiveringsslib. Dit slib is een biologisch product dat voorname-
lijk bestaat uit water en bacteriën (actief slib) die het afvalwater hebben gerei-
nigd. Het slib bevat een deel van de verontreinigde stoffen uit het afvalwater, als
zware metalen en organische verontreinigingen, die niet in het oppervlaktewater
terecht mogen komen. Het slib is daardoor niet geschikt voor hergebruik.
De kosten voor het verwerken van zuiveringsslib op een rwzi beslaan een aan-
zienlijk deel van de totale zuiveringkosten. Uit een door Colsen BV uitgevoerde
haalbaarheidsstudie komt naar voren, dat de slibverwerkingskosten voor een rwzi
die zijn slib mesofiel vergist en daarna, samen met extern aangevoerd slib ontwa-
tert en afvoert naar een slibverbranding, ca. € 330,- per ton ds bedragen.
Daarnaast bevat het slib ook waardevolle elementen als stikstof, koolstof en
fosfaat, die deels verloren gaan doordat slib sinds de jaren ‘80 niet meer wordt
ingezet als meststof. Door thermofiele vergisting kunnen de totale kosten voor de
slibverwerking met meer dan 36% worden verlaagd.
DUURZAME SLIBVERWERKINGAl met al is het niet verwonderlijk dat er wordt gezocht naar alternatieve
manieren om zuiveringsslib op een meer duurzame manier te verwerken. Een
reeds lang bestaande slibverwerkingsmethode is vergisting. Hierbij wordt biogas
opgewekt uit de afbraak van organische droge stof uit het slib, die kan worden
omgezet in groene energie. Bij het verbranden van biogas in moderne WKK-
installaties kan tot meer dan 40% elektrisch rendement en 42% thermisch ren-
dement worden behaald.
Neerslag 2010/VI14
Vergisting is een anaëroob biologisch proces, waarbij organische stof door ver-
schillende anaërobe bacteriën wordt afgebroken. Het anaërobe proces van ver-
gisting bestaat uit vier stappen:
• hydrolyse, waarbij complexe, niet opgeloste materialen onder invloed van exo-
enzymen van zuurvormende bacteriën worden omgezet in minder complexe,
opgeloste bestanddelen;
• verzuring of acidogenese, waarbij de opgeloste stoffen door fermentatieve bac-
teriën worden omgezet in een reeks kleinere verbindingen, zoals vluchtige
vetzuren, alcoholen, melkzuur, CO2, H2, NH3, H2S en in nieuw celmateriaal;
• acetogenese, waarbij de eindproducten van de fermentatie worden omgezet
in propionzuur, boterzuur, valeriaanzuur en acetaat, waterstof, carbonaat en
nieuw celmateriaal;
• methanogenese, waarbij propionzuur, boterzuur, valeriaanzuur en acetaat wor-
den omgezet in methaan, CO2 en nieuw celmateriaal.
Het vergistingproces kent bij twee verschillende temperatuurzônes een opti-
male activiteit; bij 30-40°C en bij 50-55°C. Vergisting bij de eerste zône wordt
mesofiele vergisting genoemd en bij de tweede thermofiele vergisting.
Het vergisten van zuiveringsslib kent naast het produceren van biogas een
aantal andere belangrijke voordelen:
• de hoeveelheid droge stof neemt af door omzetting van organische droge stof,
waardoor minder slib moet worden verwerkt (afgevoerd);
• de ontwaterbaarheid van het uitgegiste slib neemt toe, waardoor bij de ontwa-
tering aanzienlijk minder polymeer moet worden gebruikt;
Figuur 1: Biogasmotor in een WKK-installatie.
15Neerslag 2010/VI
• er is na slibgisting aanzienlijk minder geurhinder bij de verdere slibverwerking,
doordat het slib is gestabiliseerd;
• een groot deel van de aanwezige pathogene micro-organismen sterft af en
in het slib aanwezige organische verontreinigingen worden gedeeltelijk afge-
broken. De mate van reductie van pathogenen hangt af van de hoogte van
de temperatuur. Thermofiele vergisters zullen daarom een grotere reductie
bewerkstelligen dan mesofiele vergisters. Bovendien neemt de reductie toe met
de tijd van blootstelling aan de temperatuur.
In Nederland zijn alle bestaande slibgistingen mesofiele installaties.
Alternatief: Thermofiele vergistingIn het vergistingsproces is de activiteit van enzymen en de snelheid van de
chemische reacties afhankelijk van de temperatuur. In het algemeen geldt hoe
hoger de temperatuur, hoe sneller de processen verlopen.
Een belangrijke eigenschap van thermofiele bac-
teriën ten opzichte van mesofiele bacteriën is, dat zij
hogere maximale omzetsnelheden hebben waardoor
er een hogere omzetting kan worden bereikt. Het
afbraakproces van vast materiaal loopt bij thermo-
fiele vergisters dubbel tot drie maal zo snel als bij
mesofiele vergisting. Hierdoor neemt ook de beno-
digde hydraulische verblijftijd af.
Bij een verblijftijd van ca. 20 dagen wordt er bij
thermofiele vergisting meer organisch materiaal
omgezet dan bij mesofiele vergisting. Afhankelijk
van de invoerstromen kan bij thermofiele vergisting
tot > 90% van de biomassa worden omgezet in bio-
gas. Wereldwijd en ook binnen Nederland bestaan
verschillende thermofiele vergisting installaties waar deze rendementen worden
behaald.
Bij thermofiele slibgisting wordt, afhankelijk van de verhouding primair/secun-
dair slib ca. 60-70% van de organische ds omgezet, tegen 40-50% bij mesofiele
slibgisting. Dit komt neer op een ds verwijdering van >50% bij thermofiele gisting
ten opzichte van ca. 30% ds afbraak bij mesofiele gisting. Het ODS-rendement
van primair slib ligt bij thermofiele slibgisting rond 90% en van secundair slib
rond 50%.
Door de hogere organische droge stofafbraak wordt ook meer biogas geprodu-
ceerd. Bij het thermofiel vergisten van primair en secundair zuiveringsslib in een
verhouding van 1: 1 worden specifieke biogasopbrengst gevonden van ca. 1.200 l
biogas/kg delta ODS, tegen een opbrengst van ca. 850 l biogas/kg delta ODS bij
mesofiele slibgisting.
Door de hogere omzetting van organische droge stof bij thermofiele gisting
neemt de asrest in het digestaat relatief toe. Tegelijkertijd neemt de calorische
waarde van het ontwaterde slib evenals de hoeveelheid ontwaterd slib af, waar-
door de kosten voor de verdere verwerking sterker dalen bij thermofiele slibgis-
ting dan bij mesofiele slibgisting.
Figuur 2: Thermofiele en mesofiele temperatuur rangeUit Imhoff’s Handboek ‘Taschenbuch der Stadtent-wässerung’ (1990).
Neerslag 2010/VI16
Een veelgehoord nadeel van thermofiele slibgisting zou de grotere gevoelig-
heid voor storingen en remmingen zijn. Wanneer bij het thermofiele slibgistings-
proces echter de juiste uitgangspunten worden gehanteerd, zodat de invloed
van bijvoorbeeld temperatuurwisselingen worden geminimaliseerd en er geen
toxische effecten van bijvoorbeeld NH3 optreden, draait de thermofiele vergisting
stabiel en is het een robuust proces.
PROCESOPTIMALISATIE SLIBVERWERKINGOm de productie van groene energie op rwzi’s te optimaliseren, moet worden
gestreefd naar een maximale benutting van de vergistingcapaciteit. Afhankelijk
van de reeds beschikbare gistingruimte op een rwzi betekent dit, dat het te vergis-
ten slib vergaand kan worden ingedikt voordat dit in gistingtank wordt gebracht.
Om de gistingstanks bij een hogere slibconcentratie goed te laten functioneren
en om wisselingen in temperatuur en concentraties te voorkomen, is een goede
(mechanische) menging van de gistingtank noodzakelijk. Bij een goede mening
vormt een hogere droge stof concentratie geen belemmering en kunnen de tem-
peratuur en concentraties gelijk worden gehouden. Ook wordt de vorming van
drijflagen en schuim effectief voorkomen bij een goede menging.
Als voorbeeld van een mechanische menger is door Colsen BV een uniek con-
cept ontwikkeld onder de naam DIGESTMIX®. Dit systeem zorgt voor een goede
menging en verwarming van de gistingtank en voorkomt de vorming van drijf-
lagen. Door dit concept worden de anaërobe bacteriën tevens beter in contact
gebracht met de organische droge stof, waardoor er dus meer biogas geprodu-
ceerd kan worden. Daarnaast is het opgenomen vermogen van dit mengsysteem
aanzienlijk lager (ca. 45% lager) in vergelijking met menging door middel van
biogasinblazing.
Uit een in augustus 2010 afgeronde haalbaarheidsstudie
naar thermofiele slibgisting op een rwzi van ca. 350.000
IE blijkt, dat de extra gegenereerde opbrengst uit biogas-
productie en de besparingen in exploitatiekosten (zoals
slibverwerking en chemicaliën dosering) goed opwegen
tegen de (her)investeringskosten.
Jaarlijks wordt bij de implementatie van een thermo-
fiel gistingproces, waarbij ook het extern aangevoerde slib
wordt meevergist om de capaciteit van de vergisters volledig
te benutten, ten opzichte van de huidige mesofiele vergis-
ting 5.808.000 kWh per jaar extra aan elektrische energie
opgewekt, hoeft 2.277 ton ds minder te worden ontwaterd
en hoeft 1.981 ton ds minder te worden afgevoerd naar
een grote slibverbranding. Bij een opbrengst van € 0,10/
kWh wordt er jaarlijks € 580.800,- aan extra opbrengsten
uit elektrische energie gegenereerd.Voor slibontwatering
is minder polymeer nodig en bij kosten voor slibontwatering van € 58,5/ton ds
en slibafzet van € 272,96/ton ds wordt jaarlijks voor € 697.786,- bespaard op de
Figuur 3: schematische weergave DIGEST-MIX® systeem (pat. pending)
17Neerslag 2010/VI
kosten voor slibverwerking. Een
investering die binnen twee jaar
kan worden terugverdiend.
NUTRIËNT RECOVERYDoor de verhoogde slibactiviteit
en de betere en snellere hydrolyse
(ontsluiting) die plaats vindt bij de
hogere temperaturen tijdens ther-
mofiele slibgisting, zal de concen-
tratie aan (ammonium)stikstof en
(ortho-)fosfaat in het rejectiewater
na thermofiele slibgisting groter
zijn in vergelijking met mesofiele
slibgisting. De NH4-N concentratie in het rejectiewater kan na thermofiele slibgis-
ting van primair en secundair slib oplopen tot ca. 1.500 mg/l en de ortho-fosfaat
concentratie tot ca. 100 mg/l.
Hierdoor leent het rejectiewater na thermofiele slibgisting zich uitstekend voor
een deelstroombehandeling, waarbij stikstof en fosfaat kunnen worden terugge-
wonnen.
Ammoniumstikstof kan bijvoorbeeld met het AMFER®-proces uit het rejectie-
water worden verwijderd. Bij dit proces ontstaat ammoniumsulfaat als product.
Dit kan worden afgezet als meststof en vormt zo (nagenoeg) een sluiting in de
stikstofkringloop.
Ortho-fosfaat kan door middel van het ANPHOS®-proces uit het rejectiewater
worden verwijderd onder de vorming van struviet, wat als meststof kan worden
afgezet. Dit vormt (nagenoeg) een sluiting in de fosfaatkringloop. In het kader
van de toekomstige schaarste aan grondstoffen als fosfaat wordt middels een
deelstroombehandeling aangesloten bij de doelstelling van een duurzame leef-
omgeving. Tevens kan het NAS®-proces als nageschakelde technologie worden
ingezet om het resterende stikstof op een ‘kostenefficiënte’ manier vergaand te
verwijderen.
Het implementeren van een thermofiele slibgisting op rwzi’s in combinatie
met deelstroombehandeling op het rejectiewater sluit aan bij de doelstelling
om tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten een optimale balans tussen
mens, omgeving en economie te realiseren.
Ten opzichte van mesofiele slibgisting wordt bij thermofiele slibgisting:
• tot 30% meer ods omgezet (tot 20% meer ds omgezet)
• tot 70% meer biogas geproduceerd
• > 20% minder uitgegist slib verder te verwerken, dus ook > 20% besparing
op ontwateringskosten (elektriciteit, polymeer e.d.) en afzetkosten (transport,
verwerking).
Davey Smet, Colsen BV
Full scale ANPHOS®-installatie bij LWM Krui-ningen
19Neerslag 2010/VI
Slibretourregeling met behulp van slibspiegelmeting
1. INLEIDINGOp 1 juli 2008 heeft het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpe-
nerwaard (hhsk) de meerjarenafspraak over de te bereiken energie-efficiency (mja3) onderschreven. Hierin is afgesproken dat de afdeling Afvalwaterketen in de komende 15 jaar gemiddeld 2% energie-efficiency per jaar zal bereiken. Eén van de mogelijkheden om tot een betere energie-efficiency te komen is het aan-passen van de slibretourregelingen op de rwzi’s.
In de periode december 2009 – mei 2010 heeft de afdeling ‘Afvalwaterketen’
een test uitgevoerd met een slibspiegelmeter in een nabezinktank van de afval-
waterzuiveringsinstallatie (rwzi) Kralingseveer. Vervolgens zal deze meting in een
slibretourregeling worden opgenomen om het energieverbruik van de slibretour-
vijzels te reduceren.
2. DOEL VAN HET ONDERZOEKEind 2009 zijn we in de gelegenheid gesteld om een slibspiegelmeter uit te tes-
ten. Al voor de testperiode ontstond het idee om met behulp van een dergelijke
meting de slibretourvijzels van de nabezinktanks te sturen.
In de huidige regeling draaien de vijzels bij droogweeraanvoer (DWA) op een
minimaal toerental en verbruiken dan ongeveer 7,5 kW. Het idee bestond dat de
vijzels bij DWA een bepaalde tijd helemaal uitgezet konden worden zonder dat dit
een negatieve invloed op de kwaliteit van het effluent zou hebben. Op deze wijze
kan energie worden bespaard. Het is de bedoeling dat het onderzoek duidelijk-
heid geeft op de volgende vragen:
– Is het signaal van de slibspiegelmeting stabiel genoeg om opgenomen te kun-
nen worden in een retourslibregeling?
– Is er een regeling te ontwerpen die voldoende veiligheid biedt voor de efflu-
entkwaliteit?
– Is er energie te besparen met een retourslibregeling op basis van een slibspie-
gelmeting? Zo ja, hoeveel kan er worden bespaard en hoe groot is de eventuele
terugverdientijd?
Bij een positief resultaat zal het onderzoek uiteindelijk leiden tot invoering
van de sturingssystematiek voor slibretourregeling op alle rwzi’s. Het is dan ook
van belang dat regeling zodanig wordt ontworpen, dat hij ook toepasbaar is op
andere rwzi’s.
Neerslag 2010/VI20
3. OPZET VAN HET ONDERZOEKHet onderzoek bestaat uit een aantal aspecten. Ten eerste moest worden vast-
gesteld of de werking van de slibspiegelmeter betrouwbaar genoeg is om in een
regeling te worden opgenomen. Vervolgens hebben we in eigen beheer een rege-
ling ontworpen om aan de hand van het uitgangssignaal van de slibspiegelmeter
de slibretourvijzels aan en uit te sturen. Deze regeling is vervolgens in de eerste
helft van 2010 uitgebreid getest.
Uiteindelijk hebben we de kosten en baten van de regeling bepaald en vastge-
steld of de regeling inderdaad energiebesparend werkt. In onderstaande tabel is
de planning voor het onderzoek aangegeven.
Proefperiode/Planning:Tijdens de proefperiode wordt de besturing van één slibretourvijzel aangepast
(P171).
Rwzi Kralingseveertijdschema proef retourslib regelen op slibspiegel.
2009 2010
nov dec jan feb mrt apr mei jun jul
voorbereidings- periode en aanschaf
ontwerpen software
inregelen besturing
meetperiode / optimalisatie- periode
afsluitende rap-portage/evaluatie
In november 2009 hebben we een slibspiegelmeter aangeschaft en die op één
nabezinktank geïnstalleerd. Gedurende de eerste maanden is met name gekeken
of de aanwijzing van deze meter betrouwbaar was. Dagelijks hebben we de trend
in de slibspiegel gecontroleerd om vast te stellen of de plaats van de meter juist
is en of het signaal dermate goed en betrouwbaar was dat sturen van de retourvij-
zel met dit signaal zonder risico voor met name de effluentkwaliteit kon worden
uitgevoerd. Al snel bleek dat, behoudens wat initiële gebreken en kinderziektes,
het signaal zo robuust was, dat het sturen van de slibretourvijzel met dit signaal
goed en betrouwbaar mogelijk is.
Vervolgens hebben we in eigen beheer een regeling voor de slibretourvijzel(s)
ontworpen en geprogrammeerd. Deze regeling is in de maanden januari tot en
met mei op één nabezinktank uitgetest en geoptimaliseerd.
21Neerslag 2010/VI
4. ONTWERPEN VAN DE SOFTWAREBij het ontwerpen van de software hebben we rekening gehouden met een aan-
tal aspecten om bij het falen van de regeling geen slibuitspoeling of andere pro-
blemen te krijgen. Hierbij werd extra rekening gehouden met eventuele risico’s
voor de effluentkwaliteit.
Zo mag onder andere het slib niet te lang in de nabezinktanks blijven. Afhan-
kelijk van de temperatuur en het in het slib aanwezige nitraat kan immers na
verloop van tijd denitrificatie in het slib ontstaan, waardoor het slib kan gaan
opdrijven in de nabezinktanks. Dit is een ongewenste situatie, omdat het slib dan
kan uitspoelen met het effluent. Dit is zeker op de rwzi Kralingseveer het geval,
aangezien hier de drijflaag op de nabezinktanks niet wordt tegen gehouden noch
geruimd.
Daarnaast moet er rekening mee te worden gehouden dat de secundairslibput
niet ‘leeg’ mag komen te staan. Uit deze put wordt onder andere het surplusslib
afgevoerd naar de bandindikkers. Bij onvoldoende slib in deze put zal de slibin-
dikking en afvoer van surplusslib naar de slibgistingstanks kunnen stagneren. Dit
is een ongewenste situatie.
In de huidige regeling voor de slibretourvijzels wordt rekening gehouden met
het verschil tussen droog weer (DWA) en regenweeraanvoer (RWA). De regeling
is zodanig ontworpen dat bij DWA de vijzels worden geregeld op het influentde-
biet met een vaste factor, met een bepaald minimumdebiet. Bij overschrijding
van een bepaald influentdebiet schakelt de regeling om, zodat slib in de nabe-
zinktanks kan worden gebufferd. Dit zorgt er voor dat de oppervlaktebelasting en
vooral de drogestofbelasting van de nabezinktanks in de hand worden gehouden.
Een gedetailleerde beschrijving van deze regeling kan worden gevonden in het
procesbeheersplan van de rwzi Kralingseveer. Aangezien deze regeling naar volle
tevredenheid werkt, willen we deze vooralsnog in de nieuwe regeling opnemen.
In onderstaande tabel zijn de procesvoorwaarden voor het regelen op de slib-
spiegelmeting opgenomen. De regeling is zodanig ontworpen dat de regeling op
slibspiegel pas in werking treedt als aan alle onderstaande startvoorwaarden wordt
voldaan. Als vervolgens aan één stopvoorwaarde wordt voldaan, dan stopt de rege-
ling op slibspiegel direct en wordt overgeschakeld op de ‘oude’ regeling. Op deze
wijze proberen we zoveel mogelijk risico’s voor de effluentkwaliteit te vermijden.
Procesvoorwaarden voor regelen op slibspiegelStart regeling (alle voor-waarden aanwezig)
Stop Regeling (één van de voorwaarden aanwezig)
Debiet influent < 4800 m³/h > 6400 m³/h
Slibniveau nabezinktank < 1m > 1,5m
Nitraat in beluchting < 10mg/l > 11 mg/l
Troebelheid effluent < 15mg/l > 30 mg/l
Storingen Geen storingen aan de metingen
Storing aan één van de metingen
De genoemde voorwaarden zijn vrij instelbaar, wat de regeling zeer flexibel
maakt. De optimale instellingen zullen proefondervindelijk worden vastgesteld.
Neerslag 2010/VI22
Naast genoemde procesvoorwaarden zijn ook de draaitijden van de vijzels vrij
instelbaar. In onderstaande tabellen is aangegeven hoe we in de proefperiode
deze tijden hebben ingesteld. Hierbij hebben we rekening gehouden met de
voorwaarden dat de secundair slibput niet zonder slib mag komen te staan. Als
dit gebeurt, zal de aanvoer van surplusslib naar de mechanische slibindikkers
kunnen stagneren. Deze indikkers zullen vervolgens in storing gaan, waardoor de
afvoer van surplusslib naar de slibgistingstanks geheel komt stil te liggen.
Instellingen Loop Wacht regeling 1 slibretourvijzelVijzel Looptijd [uur] Wachttijd [uur]P171 2 2,5
Instellingen Loop Wacht regeling 8 slibretourvijzelVijzel Looptijd [uur] Wachttijd [uur]P171* 2 2,5
P172# 2 2,5
P173* 2 2,5
P174# 2 2,5
P175* 2 2,5
P176# 2 2,5
P177* 2 2,5
P178# 2 2,5
* Deze vijzels lopen/wachten gelijktijdig / # Deze vijzels lopen/wachten gelijktijdig.
In nevenstaand schema is aangegeven op welke plaats in de huidige regeling
de regeling op slibspiegel is geïntroduceerd. Hierbij hebben we rekening gehou-
den met de start- en
stopvoorwaarden die
in eerder genoemde
tabel zijn opgenomen.
Retourslibregeling rwzi’s Kralingseveer en Groenedijk
Begin januari 2010
hebben we de regeling
op slibspiegel op één
nabezinktank gestart
en vervolgens geop-
timaliseerd. Al snel
bleek dat de regeling
goed werkte en dat de
effluentkwaliteit geen
risico’s liep. Ten over-
vloede hebben we een
Figuur 1
23Neerslag 2010/VI
aantal parameters gemeten op de ‘slibspiegelgestuurde‘ nabezinktank en op een
referentie nabezinktank. Hieruit bleek dat de effluentkwaliteit van beide nabe-
zinktanks op de gemeten parameters niet van elkaar verschilde.
Ter illustratie is in figuur 2 de trending van de slibspiegelmeting opgenomen
bij twee verschillende aanvoerpatronen: droogweer (DWA) en bij regenweer
(RWA). Uit deze plaatjes is duidelijk op te maken dat het slibniveau goed bin-
nen de ingestelde grenzen wordt gehouden. Ook is goed zichtbaar dat bij DWA
de retourvijzel, zoals we ook hadden verwacht, geruime tijd uitgeschakeld kan
worden. In de oude regeling werd de vijzel onder deze omstandigheden terug-
geschakeld naar een minimum debiet. Door het helemaal uitschakelen van de
vijzel zal zeker energie worden bespaard.
Een bijkomend voordeel is dat als we alle acht nabezinktanks voorzien van een
slibspiegelmeter we onbalans in de slibverdeling over de tanks kunnen monito-
ren. Bij dreigende slibuitspoeling kan dan direct worden ingegrepen.
Figuur 2
Neerslag 2010/VI24
5. ENERGIEBESPARING EN KOSTENNadat is vastgesteld dat de meting en de regeling naar behoren werkte (zie
nogmaals figuur 2) is uitgerekend wat de energiebesparing wordt als we deze slibre-
tourregeling implementeren voor alle acht slibretourvijzels. Hierbij we hebben de
volgende uitgangspunten gehanteerd:
Kostprijs elektriciteit: € 0,13 per kWh
Vermogen slibretourvijzel (minimum capaciteit): 7,5 kW (x 8 = 60 kW totaal)
DWA-dagen (debiet < 100.000 m3/dag): ca. 270 dagen
Geschatte vermindering draaiuren per dag: ca. 12 uur
Op basis van deze gegevens kan een besparing worden berekend van:
60 kWh*270 dagen*12 uur ≈ 195.000 kWh/jaar ≈ € 25.500,- /jaarVoor de proef zijn de volgende kosten gemaakt (inclusief BTW):
Aanschaf slibspiegelmeter € 8.000,=
Aanschaf draadloos systeem t.b.v. signaaloverdracht € 2.500,=
Montage kosten (ca.) € .500,=
Totaal € 11.000,=
Naar verwachting zal met de aanschaf en installatie/implementatie van acht
metingen een bedrag van ca. € 100.000,= zijn gemoeid. Bij een energiebesparing
van ca. € 25.000,= betekent dat binnen 4 jaren de investering voor de slibspiegel-
meters door de besparing in elektriciteit wordt terugverdiend.
Gezien de (energie-)besparing die bereikt wordt op de rwzi Kralingseveer zijn
we van plan de proef te herhalen op de rwzi Groenedijk. Hiervoor kunnen we de
reeds eerder geteste slibspiegelmeter gebruiken.
6. CONCLUSIESUit het onderzoek kunnen we de volgende conclusies trekken:
– De slibspiegelmeter geeft een goed en betrouwbaar beeld van het niveau van
de slibdeken in de nabezintank;
– Een robuuste sturing van de slibretourvijzel(s) op het niveau van de slibdeken
in de nabezintank is op de rwzi Kralingseveer goed mogelijk;
– Sturen van de slibretourvijzels op de rwzi Kralingseveer levert naar verwachting
een energiebesparing van een kleine 200.000 kWh. Dit betekent een terugver-
dientijd van ongeveer 4 jaar;
– Slibspiegelmeting op alle acht nabezinktanks geeft extra veiligheid in het voor-
komen van slibuitspoeling.
7. AANBEVELINGGezien de energiebesparing van ca. 200.000 kWh is de investering €100.000,=
binnen 4 jaar terugverdiend. Aanbevolen wordt dan ook om deze investering in
2010 te doen (MJA 3 investeringsbudget). Tevens wordt aanbevolen om de proef
uit te breiden naar de rwzi Groenedijk, teneinde vast te stellen of ook hier der-
gelijk hoge besparingen kunnen worden gerealiseerd.
Marcel van Hees en Alex Sengers, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
25Neerslag 2010/VI
NAS® Technologie werkt bij aërobe afvalwaterzuivering
Duurzame stikstofverwijdering in aërobe afvalwaterzuivering
Het New Activated Sludge (NAS®) systeem werd door Colsen BV in 2003-2004 ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Gent. Het systeem omvat een gecombineerde werking van actief slib (nitrificatie/denitrificatie) met anam-mox (nitritatie/N-kortsluiting). Door deze combinatie kan stikstofverwijdering verregaand plaatsvinden, ook bij afvalwater dat arm is aan organische koolstof. Anaërobe voorzuivering van afvalwater vindt steeds meer plaats en leidt tot een duurzame en effectieve wijze van zuivering . Het systeem biedt ook perspectieven bij biogasinstallaties en voor de rwzi.
CONVENTIONELE STIKSTOF VERWIJDERINGIn het verleden werd al het bedrijfsafvalwater gezuiverd middels het conventi-
onele actief slib systeem, ongeacht de precieze samenstelling van het afvalwater.
Sinds de jaren ’90 wordt de focus meer en meer op het anaëroob voorzuiveren
van afvalwater gelegd. Dit komt voort uit de lage kosten voor anaërobe zuivering
en de energie productie uit het biogas. Afvalwater met een hoge CZV-inhoud
wordt nu grotendeels anaëroob voorgezuiverd waarbij biogas gevormd wordt,
dat gebruikt wordt voor stoomopwekking of productie van elektriciteit. Door
deze voorzuivering toe te passen wordt een hoog aandeel van de CZV verwijderd
en kan de CZV/N-ratio ongunstig uitvallen voor conventionele technieken voor
stikstofverwijdering.
Bij een nitrificatie/denitrificatiesysteem worden stikstofverbindingen omgezet
tot nitraat, waarna het nitraat verwijderd wordt door middel van actief slib met
verbruik van CZV. Wanneer onvoldoende CZV beschikbaar is (CZV/N lager dan
6) voor deze nitrificatie zal het effluent nog een aanzienlijke vracht aan nitraten
bevatten, of dient een externe koolstofbron gedoseerd te worden.
(1) NH4+ + 1,5 O2 –> NO2− + H2O + 2 H+
(2) NO2− + 0,5 O2 –> NO3−
(3) 2 NO3− + CZV –> N2 + 6 H20
Stikstof-omzettingen bij conventionele nitrificatie/denitrificatie.
NIEUWE STIKSTOF VERWIJDERING.Voor afvalwater met een lage CZV/N-verhouding (<5), zoals bij anaëroob voor-
gezuiverd afvalwater, kan met het NAS®-proces stikstof vergaand verwijderd wor-
den. Het proces combineert de conventionele nitrificatie/denitrificatie met een
Neerslag 2010/VI26
door nitritatie/kortsluitroute binnen de stikstofverwijdering en gaat door in drie
verschillende zones: een aërobe zone (I), een anoxische zone (II) en opnieuw
een aërobe zone (III).
In zone I wordt ammoniumstikstof deels omgezet in nitriet en een klein aan-
deel nitraat. Het nitriet wordt vervolgens door combinatie met ammonium omge-
zet in stikstofgas in zone II.
(4) NH4+ + 1,5 O2 –> NO2− + H2O + 2 H+
(5) NH4+ + NO2− –> N2 + 2 H2O
Stikstof omzettingen bij nitritatie/N-kortsluitroute.
Schematisch overzicht van nitrifi-catie/denitrificatie (blauw) en de nitritatie/N-kortsluitroute (rood).
Dit vormt de zogenaamde kortsluitroute en wordt uitgevoerd door micro-orga-
nismen van de Anammox-groep (anaerobic ammonium oxidation). Organismen
die geïdentificeerd zijn als behorende tot deze groep zijn Candidatus Brocadia
sp., Candidatus Kuenenia sp. en Candidatus Scalindua. In deze zone gaat ook de
denitrificatie door van het in zone I en zone III geproduceerde nitraat.
De organismen van de Anammox-groep zijn zeer actief. Onderzoek heeft aan-
getoond dat in het NAS®-systeem 80% van de stikstof verwijderd wordt door deze
groep terwijl deze organismen slechts 3% van de biomassa uitmaken. De micro-
organismen van de Anammox-groep hebben een zeer lange verdubbelingstijd en
groeien hierdoor traag aan.
VOORDELEN NIEUWE STIKSTOFVERWIJDERINGDe voordelen van het NAS®-systeem liggen in verminderde operationele kos-
ten. Bij conventionele nitrificatie/denitrificatie wordt per mol NH4+ stoichiome-
trisch 1,856 mol O2 verbruikt. Bij het NAS®-proces wordt ca. 0,6 mol O2 per mol
N bespaard, doordat een deel van de ammoniumstikstof omgezet wordt tot nitriet
in plaats van nitraat (zie reactie 4-5). Dit komt overeen met een verlaging in zuur-
stofbehoefte (en dus in beluchtingsenergie) van meer dan 30%.
27Neerslag 2010/VI
Bovendien moet bij een conventioneel systeem met vergaande stikstofverwijde-
ring, zoals hierboven aangegeven, een koolstofbron gedoseerd worden bij afval-
water met lage CZV/N verhouding. Deze koolstofbron (bv. methanol, melasse)
dient aangekocht te worden. Bij het NAS®-proces wordt een deel van de stikstof
zonder verbruik van zuurstof en CZV omgezet in stikstofgas, waardoor vaak geen
additionele C-bron nodig is.
Hierdoor zal ook de slibproductie significant lager zijn. Slibaangroei in het
NAS®-systeem is lager door de kortsluitroute waardoor minder CZV nodig is. Het
merendeel van de slibaangroei wordt veroorzaakt door heterotrofe CZV omzet-
ting en bedraagt 0,3 kg slib/kg N. Ter vergelijking bedraagt bij conventionele
nitrificatie/denitrificatie de slibproductie 0,5-1,0 kg slib/kg N.
Het NAS®-systeem combineert de stikstof verwijdering via nitriet en anammox
met het bekende actiefslib systeem en vergt daardoor geen dubbele investerin-
gen. Vele actiefslib systemen zijn met beperkte aanpassingen om te bouwen tot
NAS®-systemen.
PRAKTIJKERVARINGEN IN DE INDUSTRIEVanaf 2004 is het NAS®-systeem ingezet bij verschillende awzi’s van aardappel-
verwerker Lamb Weston Meijer, nl. in Kruiningen en Bergen op Zoom waar het
gecombineerd wordt met een membraanbioreactor (MBR). Daarnaast werd het
systeem als NAS®-MBR gerealiseerd bij een aardappelverwerker in Italië.
Conventioneel nitrificatie/denitrificatie systeem omgebouwd tot NAS® bij aardappelverwer-ker Lamb Weston Meijer, Bergen op Zoom.
Neerslag 2010/VI28
NAS® ALS DIGESTAATBEHANDELINGAangezien digestaat vaak erg rijk is aan stikstof kan NAS® ook voor de nabehan-
deling van digestaat gebruikt worden. Sinds 2008 is het systeem bij de vergistingin-
stallatie van Ecofuels geïmplementeerd. In België werd een biogasinstallatie voor
varkensmest en industriële reststromen in 2009 uitgerust met een NAS®-systeem
om het water op oppervlaktewater te kunnen lozen.
Momenteel worden ook verschillende zuiveringen in Italië en Spanje gebouwd
voor zuivering van digestaat en/of afvalwater.
NAS® systeem voor digestaatzuivering Ecofuels, Well (Limburg).
NAS®-SYSTEEM VOOR DIGESTAATZUIVERING ECOFUELS, WELL (LIMBURG)
Bij anaërobe voorzuivering van afvalwater zijn bijkomende koolstofbronnen op
de aërobe zuivering onontbeerlijk. Bij het NAS®-systeem is dit niet noodzakelijk,
wat het tot een duurzame oplossing om energieterugwinning en afvalwaterbehan-
deling te combineren.
NAS® ALS KOUDE STIKSTOF VERWIJDERINGAlle bovengenoemde toepassingen heeft het te behandelen afvalwater een
temperatuur van > 20 ° C. Bij de behandeling van communaal afvalwater is deze
temperatuur veel lager en kan zelfs in de winter dalen tot < 10 °C. Momenteel
worden in samenwerking met de Universiteit van Gent testen voorbereid om het
NAS® systeem ook geschikt te maken voor koude rioolwaterzuivering, waardoor
ook daar een aanzienlijke besparing op energie kan worden bereikt.
Jorit Hillaert, Colsen BV
29Neerslag 2010/VI
Blauwalgen tot het verleden in het Oosterpark te Ridderkerk
In de gemeente Ridderkerk ligt het Oosterpark. Het park vormt een buffer tussen het stedelijk gebied en de snelweg A15. Er vinden diverse vormen van recreatie in het park plaats, zoals wandelen, fietsen, hon-den uitlaten, vissen en zelfs zwem-men in de aanwezige vijvers. Zwem-men werd de laatste jaren steeds problematischer door diverse water-kwaliteitsproblemen waaronder bloei van blauwalg.
SAMENWERKINGVoor het beheer en onderhoud van het park met plas zijn drie partijen ver-
antwoordelijk. De gemeente is eigenaar van het park en hecht groot belang aan
de mogelijkheid voor zwemmen. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde is ver-
antwoordelijk voor het onderhoud van het park met vijver. Het waterschap Hol-
landse Delta is verantwoordelijk voor de (zwem)waterkwaliteit. Om tot een oplos-
sing te komen heeft het waterschap het initiatief genomen om de problemen
gezamenlijk op te pakken. Op deze wijze is een meerwaarde ontstaan voor alle
partijen: een betere waterkwaliteit en een verbeterde beleving van het park met
de zwemplas.
ZWEMWATERPROBLEMENBijna elk jaar werd de zwemplas voor langere periode afgekeurd, omdat er
sprake was van blauwalgenbloei, bacteriële verontreiniging of botulisme. Drie
problemen met verschillende oorzaken. De grootste negatieve beïnvloeding
vindt plaats door de aanvoer van relatief nutriëntenrijke water uit het stedelijk
gebied. Hierdoor komen voedingsstoffen in het watersysteem en deze zorgen
voor (blauw)algen. In combinatie met relatief stilstaand water ontstaat daarbij
algenbloei en kunnen bacteriën zich ophopen. Bij lage zuurstofconcentraties,
veroorzaakt door stilstaand water en door algenbloei, kan botulisme ontstaan.
De bron van de nutriënten is op deze locatie helaas moeilijk aan te pakken, de
vijvers hebben immers hun waterbergende functie en moeten het stedelijk water
ontvangen. Naar de bron van de bacteriologische verontreiniging is onderzoek
gedaan, maar de herkomst bleef onduidelijk.
Zwemstrand.
Neerslag 2010/VI30
MAATREGELENOm genoemde problemen aan te pakken is besloten de plas door te spoelen
met water vanuit de hoofdwatergang. Door het water vooraf te filteren in een
helofytenfilter wordt een extra zuivering van het water bereikt.
Om dit te realiseren zijn de volgende maatregelen uitgevoerd:
– aanleg van een aanvoersloot, die tevens is ingeplant en zal gaan functioneren
als helofytenfilter;
– aanleg van twee doorspoelpompen;
– kleine pomp voor continue stroom met optimale helofytenwerking;
– grote pomp voor snelle verversing bij dreigende problemen;
Doorspoelpompen. Helofytenfilter, rechtsachter de zwemplas.
Overzicht maatregelen.
31Neerslag 2010/VI
– gedeeltelijke afsluiting van de plas met helofyten om het water langs het zwem-
strand te laten stromen;
– aanleg van een nieuwe uitlaat met V-stuw, zodanig dat het waterpeil nauwkeurig
te regelen is.
Om een evenwichtig ecologisch watersysteem te krijgen zijn in de vijver de vol-
gende maatregelen genomen:
– verwijderen van ca. 10.000 m3 bagger, voor meer waterdiepte en een betere
zuurstofhuishouding;
– aanleg oeverzones voor helofyten in de vijver zelf.
Daarnaast zijn maatregelen genomen om het strandje en het water schoon te
houden en bacteriologische verontreiniging zo veel mogelijk te voorkomen:
Nieuwe oeverzones, met op achtergrond zwemstrand.
Hondenzwemstrand.
Neerslag 2010/VI32
– strand vergroten en voorzien van hek;
– hondenstrand aanleggen, stroomafwaarts van het zwemstrand.
UITVOERINGMet de werkzaamheden is in september 2009 begonnen. De eerste maatre-
gel bestond uit het graven van nieuwe watergangen voor de aanleg van de aan-
voersloot en de doorspoeling van de plas. Dit werk kon voor de natte periode in
oktober worden afgerond. Vervolgens is een baggerdepot ingericht op een van
de bospercelen. De bagger uit de plas is middels een leiding vervoerd naar dit
baggerdepot, waardoor minimaal overlast voor de omgeving optrad.
De baggerspecie is inmiddels enkele keren omgezet middels een hydraulische
kraan en de gerijpte baggerspecie kan in de tweede helft van 2010 worden ver-
werkt op diverse plekken in het park. Een gedeelte in de plas is aangevuld met
grond, om er voor te zorgen dat waterplanten de mogelijkheid hebben zich te
ontwikkelen. Hiervoor is een onderwaterbeschoeiing aangebracht om te voorko-
men dat de grond naar de diepere gedeelten van de plas stroomt.
Om het water vanuit de aanvoersloot naar de plas te pompen, is een pompput
met twee pompen geplaatst. Een pomp met een capaciteit van 2 m3 per minuut en
een pomp met een capaciteit van 10 m3 per minuut. Om het waterpeil te kunnen
reguleren is een v-stuw geplaatst. Deze stuw zorgt er voor dat het water geleidelijk
wordt afgevoerd. Indien gewenst kan de hoogte van de stuw worden aangepast.
Als laatste zijn de helofytenplanten aangebracht, bermen ingezaaid en bomen
geplant. In maart 2010 was het gehele werk uitgevoerd en heeft een feestelijke
opening plaatsgevonden.
TOEKOMSTNu is het wachten tot de begroeiing is aangeslagen en zijn functie als helofyten-
filter kan gaan vervullen. Vooruitlopend op die ontwikkeling is vanaf de start van
het zwemseizoen 2010 de kleine pomp dag en nacht aangezet en wordt continue
met een kleine hoeveelheid water doorgespoeld. Daarbij houdt het waterschap de
tweewekelijks zwemwatermetingen extra nauwkeurig in de gaten. Bij enige waar-
neming van blauwalgen of van bacteriologische verontreiniging zal direct extra
worden doorgespoeld. Naar verwachting kan hiermee een negatief zwemadvies
of zwemverbod vanuit de provincie voortaan voorkomen worden. Door de water-
kwaliteit te monitoren kan in de toekomst worden bepaald of de investering het
resultaat heeft opgeleverd wat we voor ogen hadden.
Ad van Tetering en Hanneke Maandag,Waterschap Hollandse Delta
33Neerslag 2010/VI
Energiezuinige retourslibregelingDe retourslibstroom op onze rwzi’s heeft als doel het terugvoeren van actief
slib naar de beluchtingstank. Daarnaast zal, aangezien het een recirculatiestroom is, nitraat worden teruggevoerd, hetgeen een positief effect heeft op de stikstof-verwijdering. Dat laatste is echter niet het doel van de retourslibstroom, maar een neveneffect, het is veel efficiënter om dit met een recirculatiepomp te bewerk-stelligen. Op Nederlandse rwzi’s wordt over het algemeen te veel retourslib ver-pompt om het hoofddoel te bereiken, hierdoor wordt veel energie verspild.
Bij waterschap Zeeuwse Eilanden is het tot nog toe gebruikelijk het retourslib-
debiet te sturen op basis van het influentdebiet, waarbij een factor van 1 wordt
gehandhaafd, dat wil zeggen dat voor iedere m³ influent er in principe 1 m³
retourslib wordt verpompt (zie grafiek 1). De retourslibpomp is echter continu
in bedrijf en heeft een minimale frequentie waarop deze kan draaien. In onder-
staande grafiek wordt bij deze minimale frequentie 300 m³/uur verpompt. Dit
betekent dat, wanneer het influentdebiet kleiner is dan het minimale retourslib-
debiet, er te veel retourslib wordt verpompt. Bij een hoog aanvoerdebiet zal de
retourslibpomp op maximale capaciteit draaien en kan de retourslibverhouding
lager dan 1 worden. Een factor van 0,7 tijdens maximale rwa wordt echter als
voldoende beschouwd, aangezien het retourslib dan wat dikker is dan tijdens dwa.
Grafiek 1: retourslibdebiet versus influentdebiet bij retourslibverhouding van 1
OPTIMAAL VERPOMPENDe meeste retourslibpompen zijn centrifugaalpompen en die hebben allemaal
een optimaal toerental, dat afhankelijk is van de pompconfiguratie (pompcurve
en opvoerhoogte).
Neerslag 2010/VI34
Voor de rwzi Walcheren is de optimale pompfrequentie bepaald door de
pompfrequentie van minimaal (20 Hz) steeds met 5 Hz te verhogen en bij iedere
frequentie de opgenomen stroom uit het net en het verpompte debiet te note-
ren. Hieruit kan het aantal verpompte m³ per kW worden berekend (zie grafiek
2). Opgemerkt dient te worden, dat de opgenomen ampères afgelezen uit de
frequentieomvormer (fo) niet geschikt zijn gebleken voor omrekening naar kW.
In de fo van deze pomp kan worden gekozen voor fluxoptimalisatie, volgens de
handleiding kan dit in sommige situaties een energievoordeel opleveren. In ons
geval bleek dat echter alleen in het lage bereik het geval. We hebben ervoor geko-
zen om de fluxoptimalisatie aan te laten staan. Voor onze retourslibpomp bleek
de optimale frequentie tussen de 25 Hz en 30 Hz te liggen. Dit zal echter in elke
situatie opnieuw bekeken moeten worden.
Grafiek 2: Optimale frequentie retourslibpomp rwzi Walcheren
NIEUWE REGELINGVanaf oktober 2009 wordt de retourslibpomp van nabezinktank 6 van de rwzi
Walcheren door een nieuwe regeling aangestuurd, die gericht is op het eerder
genoemde hoofddoel van retourslib en op energiebesparing. Nabezinktank 5,
waarin de oude regeling actief bleef, diende als referentie. In de overige 4 nabe-
zinktanks wordt het retourslib middels een retourslibvijzel verpompt.
De grootste wijziging in de nieuwe retourslibregeling is dat deze intermitte-
rend is i.p.v. continu. Daarnaast zal zoveel mogelijk in het optimale gebied wor-
den gedraaid, in dit geval is dat ongeveer 27 Hz. Ten slotte bleek het mogelijk
om de retourslibverhouding te verlagen naar 0,7, dit geldt overigens voor zowel
de oude als de nieuwe regeling.
In de oude regeling werd het te verpompen retourslibdebiet berekend op
grond van het aanvoerdebiet en vervolgens meteen verpompt. In de nieuwe rege-
35Neerslag 2010/VI
ling wordt dit berekende debiet echter eerst opgeteld in de PLC en pas wanneer
een instelbaar startdebiet is bereikt, zal de retourslibpomp dit gaan verpompen.
Het startdebiet is zodanig gekozen dat de pomp minimaal 10 minuten zal kun-
nen draaien. Tijdens het in bedrijf zijn van de pomp wordt wel meteen op het
momentaan berekende retourslibdebiet gestuurd, met als voorwaarde dat deze
minimaal op de optimale frequentie ligt, in ons geval 27 Hz. Dit betekent dat tij-
dens dwa altijd op de optimale frequentie gestuurd zal worden, tijdens rwa zal het
debiet noodgedwongen hoger worden om aan de retourslibverhouding van 0,7 te
kunnen blijven voldoen. De energiewinst zit dus met name in de dwa, aangezien
er dan geen m³ te veel wordt verpompt en iedere m³ op de energetisch meest
gunstige wijze wordt verpompt. Op rwa-dagen zal er geen effect zijn omdat dan
in beide gevallen continu op (vrijwel) maximale capaciteit zal worden gedraaid.
INDIKKING RETOURSLIBSommige retourslibregelingen zijn gebaseerd op massabalans, hierbij wordt
vaak uitgegaan van een maximale indikkingsgraad van het retourslib van 1.200
gedeeld door de slibvolume-index (svi). Bij een svi van 100 ml/g zou dit bete-
kenen dat het retourslib maximaal tot 12 g/l zal indikken. Metingen bij de rwzi
Walcheren hebben echter aangetoond, dat het retourslib, bij een svi van ongeveer
100 ml/g indikt tot 16 g/l. Een verregaande indikking blijkt ook uit het feit dat
de slibdeken bij de intermitterende retourslibregeling totaal niet hoger werd dan
bij de oude regeling, in beide gevallen werd alleen slib gemeten vanaf ongeveer
2/3 vanaf het centrum van de nabezinktank.
Wanneer de teruggevoerde vrachten in kg ds van de twee regelingen met
elkaar vergeleken worden, blijkt dat deze vrijwel identiek zijn, hetgeen wederom
een aanwijzing is dat met de vernieuwde regeling nauwelijks extra slib in de nabe-
zinktank wordt gebufferd. Dezelfde hoeveelheid actief slib wordt dus in een veel
kleiner volume teruggebracht naar de beluchtingstank.
BESPARINGAangezien de retourslibpompen niet zijn voorzien van een aparte kWh-meter is
de bereikte besparing berekend, op basis van het verpompte retourslibdebiet. Er
is hierbij dus geen rekening gehouden met het feit dat met de nieuwe regeling
de pomp vaker op de optimale frequentie draait. De besparing is weergegeven
t.o.v. de oude continue regeling (retourslib nbt 5) met een retourslibfactor van
1,0. Zoals eerder gemeld wordt het retourslib van nbt 6 middels de discontinue
oftewel intermitterende regeling verpompt. De vermelde waarden van retourslib-
debieten zijn de gemeten waarden tijdens dwa.
Zoals uit tabel 1 (volgende pagina) blijkt kan met het verlagen van de retour-
slibverhouding al een aardige besparing worden bereikt, ook bij de oude rege-
ling. Die besparing wordt echter beperkt doordat bij een lagere retourslibverhou-
ding steeds meer op de minimale pompcapaciteit zal worden gedraaid. Er wordt
hierbij dus steeds vaker en steeds meer afgeweken van de ingestelde factor. Bij
de intermitterende regeling wordt de ingestelde retourslibverhouding wel exact
gevolgd, doordat bovenstaande beperking hier niet van toepassing is.
Neerslag 2010/VI36
Tabel 1
Tijdens DWA factor 1,0 factor 0,7 factor 0,6 factor 0,5
m3/d m3/d m3/d m3/d
retourslib nbt 5 5533 5244 4771 4560
retourslib nbt 6 4450 3808 2886 2503
besparing factor 0% 5% 14% 18%
besparing regeling 20% 22% 26% 28%
besparing totaal 20% 27% 40% 45%
In de zomermaanden, wanneer het drogestofgehalte van de beluchtingstanks
over het algemeen lager is, kan eventueel een lagere retourslibverhouding wor-
den gekozen. Bij de rwzi Walcheren bleek een retourslibfactor van 0,6 bij een
ds-gehalte van 4,9 g/l en een svi van 95 ml/g echter iets te kritisch, waardoor
de slibspiegel tijdens rwa te hoog werd. Een factor 0,7 bleek, met dezelfde svi en
hetzelfde ds-gehalte wel voldoende om slibuitspoeling te voorkomen.
CONCLUSIE:Het is bij de rwzi Walcheren gebleken dat, met dezelfde hardware, maar met
andere software een grote besparing mogelijk was op het verpompen van retour-
slib. Er zijn geen nadelige gevolgen van de gewijzigde regeling geconstateerd, wel
blijft het opletten met het verlagen van de retourslibverhouding.
Marc AugustijnWaterschap Scheldestromen i.o.
37Neerslag 2010/VI
Procesoperators Waterschap Aa en Maas tot veel meer in staat én enthousiast
Praktijktraject TAZ- en UTAZ“Mijn collega’s en ik waren ervan overtuigd dat er veel meer in onze mensen
zit dan altijd gedacht werd. En dat komt nu ook daadwerkelijk tot uitdrukking. Het blijkt dat zij, met de juiste insteek en benadering, tot veel meer in staat zijn en enthousiast een veel grotere bijdrage leveren aan het totaal.”
Paul Bos, Regiohoofd Zuiveren bij Waterschap Aa en Maas heeft met zijn col-
lega’s enige tijd geleden besloten de hele organisatie van het zuiveren van afvalwa-
ter op de zeven rioolwaterzuiveringinstallaties van het waterschap naar een hoger
niveau te tillen. „Wij willen toewerken naar een volledige transparantie van het
zuiveringsproces en dat vergt dat je de ‘boel’ veel beter voor elkaar moet heb-
ben.” Bos vertelt dat vanuit de oude cultuur er nogal een verzuiling was ontstaan
in taken en rollen. Dat maakte de hele bedrijfsvoering tot een verouderd systeem.
„Maar waar het vroeger wel eens een keertje mis ging – dat gebeurde gewoon en
dat hoorde verder dan niemand – zijn wij nu de eerste die binnen een half uur
het bevoegd gezag bellen om te vertellen dat we een probleem hebben, dat het
opgelost wordt en dat men uiteraard mag komen kijken.”
HELIKOPTERVIEWToen Bos het proces naar volledige transparantie wilde inzetten, was de bood-
schap: prima, maar doe het wel met hetzelfde aantal mensen. Bos: „Voor ons was
het toen duidelijk dat we erop moesten aansturen dat onze mensen veel meer
‘moesten mogen en kunnen’, anders zouden we het met de bestaande bezetting
niet voor elkaar krijgen.” Bos had voor zichzelf al een beeld gevormd waarbij zijn
mensen veel meer thuis raken in het gehele zuiveringsproces, een helikopterview
krijgen en het liefst ook nog een sparringpartner zouden worden voor de eind-
verantwoordelijke voor de procesprestaties.
„Een situatie waarin vooral samen gekeken wordt naar het tackelen van een
probleem, in plaats van de oude situatie dat de procesman of -vrouw bij wijze van
spreken de hele dag op het zuiveringscomplex aan het fietsen was om de eind-
verantwoordelijke op te zoeken en er met werkbriefjes gewerkt werd”, aldus Bos.
WATEROPLEIDINGENPaul Bos ging met zijn collega’s actief op zoek naar een gedegen opleiding.
Daarbij kwamen onder andere de Vapro en Stichting Wateropleidingen in beeld.
„Alle zittende medewerkers hadden de bekende (theorie)opleiding TAZ dan wel
UTAZ al afgerond. Maar om te bereiken wat we voor ogen hadden was meer
Neerslag 2010/VI38
nodig. Programmamanager Edwin de Buijzer van Wateropleidingen kwam toen
met het voorstel voor deelname aan het Praktijktraject-TAZ en Praktijktraject-
UTAZ die Wateropleidingen elders al met succes had uitgevoerd.
De Buijzer daarover: „Deze praktijktrajecten zijn gericht op het aantoonbaar
vergroten en toepassen van de theorie- en praktijkkennis over het proces van
het zuiveren van rioolwater en de slibverwerking. Wij hebben ervaren dat dit het
best kan worden bereikt door iedere deelnemer individueel opdrachten te laten
uitvoeren binnen de eigen werksituatie. Aan de hand van de 8 opdrachten wordt
de deelnemer aangezet een vertaalslag te maken van de theorie van het zuiveren
van afvalwater naar installaties en apparatuur op de eigen werkplek. Uit eerdere
ervaringen is gebleken dat deze methode ook sterk bijdraagt aan de algemene
en persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer en ook de competentie van de
deelnemer vergroot. Ik heb tot nu toe zelf, op regelmatige basis vanuit Water-
opleidingen, de deelnemers van Waterschap Aa en Maas begeleid en wederom
geconstateerd dat de deelnemers erg snel leren en ook leergierig zijn of worden
naar gelang zij dieper in de materie komen.”
GOEDE BEGELEIDING SUCCESFACTORDe interesse voor grootschalige deelname aan de praktijktrajecten van Water-
opleidingen was bij Bos snel gewekt. „Maar ik wilde er wel zeker van zijn dat zoveel
mogelijk van mijn medewerkers zouden slagen. De bedoeling was ook om onze
mensen in functie van ‘medewerker zuiveren’ op te laten klimmen tot ‘proces-
operator’. Dus het mocht niet zo gaan van: ‘ik teken wel even een contractje, de
mensen gaan aan de gang en ze zoeken het verder zelf maar uit. Nee, ik sprak
met Edwin af dat het hele traject ook extra door Wateropleidingen zou worden
begeleid door bijeenkomsten, onder kundige begeleiding vanuit Wateropleidin-
gen zelf te houden. Dat heeft tot nu toe extra bijgedragen tot het succes. Maar
daarnaast hebben wij ook extra ingezet op het begeleiden op de locaties zelf. Een
goede begeleiding is in mijn ogen voorwaarde voor continuïteit en vooruitgang.
Nu we ongeveer op de helft van de een jaar durende cursus zitten, is dat ook
zeker gebleken.”
MOTIVATIE EN ENTHOUSIASMEGevraagd naar zijn ervaringen tot nu toe, is Bos een en al enthousiasme. „Het
is best een pittig traject waar onze medewerkers veel tijd in moeten steken en dus
ook goed gemotiveerd moeten zijn. Wat ik tot op heden bemerk is dat het zelfs
boven verwachting uitpakt. Ik noem het voorbeeld van een medewerker waarvan
wij dachten dat hij beter het iets minder zware Praktijktraject-TAZ kon gaan doen.
Hij wilde echter Praktijktraject-UTAZ oppakken en wij hebben gezegd: oké, we
steunen je. Die jongen zit echt elke avond uren in de boeken!”
Intussen is de periode aangebroken waarin de eerste tentamens worden afge-
nomen. Bos: „Met natuurlijk de nodige tentamenvrees en plankenkoorts wanneer
zij presentaties moeten houden. Allemaal nieuw en spannend, maar het wordt op
een heel leuke manier opgepikt. Die spanning wordt niet omgezet in dwarslig-
39Neerslag 2010/VI
gen, frustratie en dat soort dingen. In tegendeel: je ziet ze groeien en stappen
maken die ze anders nooit hadden gemaakt. Voor een aantal deelnemers is het
ook allemaal nieuw. Zo werken wij steeds meer met geautomatiseerde systemen
waar sommige, vooral oudere werknemers tot nu toe weinig feeling mee hadden.
Maar door het project zie ik ze steeds meer over die computervrees heenkomen
en nu zelfs ook thuis gebruik maken van e-mail.”
Daarnaast staat Bos versteld van wat sommige deelnemers nu al met bijvoorbeeld
powerpointpresentaties weten te bereiken. Ook op het gebied van het onderling
communiceren heeft de cursus volgens hem bij ‘zijn mensen’ al behoorlijk wat
op gang gebracht.
NU AL EFFICIËNTER WERKENMaar ook naar de organisatie toe ziet Bos nu al dingen gebeuren die het
beoogde effect van de praktijkcursus waarmaken. „Er wordt efficiënter gewerkt
en we zien dat de medewerkers nu ook al kosten weten te besparen. Het che-
micaliëngebruik wordt bijvoorbeeld minder omdat de mensen beter zijn gaan
snappen hoe het hele systeem in elkaar steekt. Ook de slibontwatering verloopt
veel efficiënter”, aldus Bos.
Met de toename van het inzicht in het zuiveringsproces, de persoonlijke bege-
leiding en het plezier en de uitdaging die de medewerkers door de cursus hebben
verkregen, is het door Bos gewenste sparren onder zijn mensen ook al rijkelijk
op gang gekomen. „Dat leidt tot een geheel andere benadering richting proces-
voering en collega’s. Het heeft er in ieder geval al toe geleid dat er veel minder
overtredingsituaties zijn geweest bij het lozen van het gezuiverde water. Dat vind
ik een heel belangrijke stap, want je wilt natuurlijk landelijk goed scoren. Maar ik
zie ook procesmedewerkers die vroeger moesten opboksen tegen onderhoudsper-
soneel. Als die nu bijvoorbeeld langskomen voor de reguliere smeerbeurten en
de procesmedewerker – die breder heeft leren kijken – ziet dat er veel regenwater
naar de zuivering in aantocht is, zullen zij gemotiveerd overtuigd worden dat het
op dat moment niet goed uitkomt. Sterker, ik zie de onderhoudsploeg nu zelf ook
naar de buienradar kijken om te bepalen wanneer ze beter wel of niet in actie
kunnen komen. Dat is precies waar wij naartoe willen.”
HARDER WERKEN MAAR MET PLEZIERStoringen worden nu ook al eerder gesignaleerd en de volgende stap is vol-
gens Bos om ook het planmatig onderhoud op een hoger niveau te brengen en
zo bijvoorbeeld niet meer kosten te maken dan strikt noodzakelijk. „Zo zijn we
nu bezig met een nieuw soort olie waarmee motoren nu eenmaal per vijf jaar
ververst kunnen worden in plaats van eens in de twee jaar. Een proces dat door
het inzicht en meedenken van de betrokkenen aan versnelling onderhevig is.
Wellicht dat de mensen in de nieuwe situatie wat harder moeten werken, maar
ik neem waar dat ze dat nu met veel meer plezier zaken aanpakken”, aldus een
enthousiaste Paul Bos.
Neerslag 2010/VI40
OP NIVEAU COMMUNICERENEn tenslotte de mening van een deelnemer zelf, in de persoon van Anthio
van Beekveld die werkzaam is op de rioolwaterzuivering van Dinther. Hoewel de
cursus een behoorlijke wissel trekt, ook op zijn privéleven, vertelt Anthio op zijn
‘bescheiden enthousiaste’ wijze direct dat hij zelf ervaart al veel meer op hetzelfde
niveau met de procesleider te kunnen communiceren. „De cursus verlokt je veel
dieper en ook veel breder naar het zuiveringsproces te kijken dan voorheen,
toen je een bepaalde vaste taak had. De theorie in hoofdzaken beheerste ik best
al wel, maar door nu met Praktijktraject-UTAZ ‘gedwongen’ te kijken naar alles
wat er omheen speelt, merk ik dat ik veel meer, beter en ook zelfstandiger op het
zuiveringsproces kan inspelen. Ik begrijp alles veel beter en ben het ook stukken
interessanter gaan vinden. Ik moet zeggen dat de begeleiding, zowel vanuit het
eigen waterschap als door Edwin de Buijzer van Wateropleidingen, daar op een
belangrijke manier aan heeft bijgedragen”, aldus Anthio, die er aan toevoegt ook
heel anders naar de schermen van de procescomputer te zijn gaan kijken, die
hem nu veel meer vertellen hoe het zuiveringsproces er op die momenten voor
staat.
Olav LammersBlauwGpud
41Neerslag 2010/VI
Waterschap Vallei & Eem en gemeenten verbeteren sturing rioolgemalen
INLEIDINGWaterschap Vallei & Eem gaat, in overleg met de gemeenten in de Gelderse
Vallei en het Eemland, alle rioolgemalen automatiseren zodat ze op afstand en op basis van actuele gegevens kunnen worden bestuurd.
Rioolgemalen pompen het water vanuit de riolering naar de rioolwaterzuive-
ringen, waar het waterschap het afvalwater met behulp van miljoenen bacteriën
en moderne technieken schoonmaakt. Op dit moment zijn deze pompen zo
ingesteld dat ze bij een bepaalde waterhoogte in het riool het afvalwater naar
een zuivering gaan pompen. De aansturing van deze pompen gebeurt vanuit het
rioolgemaal zelf. Als de automatisering van de rioolgemalen voltooid is zal het
mogelijk zijn om rioolgemalen vanuit een centraal punt te sturen, waardoor een
betere beheersing van het afvalwater mogelijk is.
OUDE SYSTEEMArjan Budding (afdeling planvorming Waterschap Vallei en Eem) en Theo van
den Eshof (afdeling waterzuivering Waterschap Vallei en Eem) leggen uit wat er
gaat veranderen.
Van den Eshof: „Waterschap Vallei & Eem maakte tot nu toe gebruik van
een telemetriesysteem. Dit systeem is afhankelijk van bepaalde personen die de
techniek van deze systemen goed beheersen. Dit maakt een dergelijk systeem
erg kwetsbaar: als deze mensen zouden wegvallen is het systeem niet goed meer
te hanteren omdat de jongere generatie die techniek niet meer goed beheerst.
Daarnaast is het huidige systeem verouderd en zijn de elektrische systemen van
verschillende gemalen toe aan vervanging. Dit is niet altijd meer mogelijk: som-
mige onderdelen zijn zo oud dat ze niet meer geproduceerd worden. Het is
daarom noodzakelijk hier een andere oplossing voor te vinden. Het vernieuwen
van het systeem is aangegrepen als aanleiding om het hele gemaalbeheer onder
de loep te nemen.”
Het oude systeem bleek met meer gebreken te kampen dan alleen veroudering
van de techniek. Het is een omslachtige en inefficiënte manier om gemalen te
beheren. De gegevens worden slechts één keer per dag opgehaald, waardoor ze
niet altijd zichtbaar zijn en het niet altijd mogelijk is om over de meest recente,
Neerslag 2010/VI42
up-to-date informatie te beschikken of deze te verstrekken. Om in het systeem
te kunnen, bijvoorbeeld als een pomp geblokkeerd moet worden, moest op een
omslachtige manier en langs een trage verbinding ingebeld worden. Dit kost tijd
en kan veel efficiënter. Door het systeem te verbeteren kan zowel de omslachtige
procedure als de verouderde techniek in een keer geoptimaliseerd worden.
NIEUWE SYSTEEMBudding legt uit hoe dit in zijn werk gaat. „Bij het nieuwe systeem wordt gebruik
gemaakt van real time sturing. Daarbij worden de betrokken gemalen vanuit één
centraal punt aangestuurd. Het is dan mogelijk om vanuit de hele wereld in te
loggen op de server en direct de gegevens van alle aangesloten gemalen te zien.
Het wordt daarmee makkelijker om een overzicht van de situatie in een zuive-
ringskring te beoordelen en om direct te reageren. Daarnaast is het systeem ook
veilig. Het VPN netwerk dat gebruikt wordt is praktisch altijd beschikbaar en als
het een keer weg mocht vallen worden de gegevens direct opgeslagen. Zodra het
netwerk weer online komt worden alle gegevens geupdate waardoor je altijd over
de meest recente gegevens beschikt.”
Naast het updaten en beter beschikbaar maken van gegevens heeft real time
sturing nog meer voordelen ten opzichte van het oude systeem. Budding: „Vallei
& Eem beschouwt rioolwaterzuiveringen en de riolering als één systeem. Het is
straks mogelijk dat het waterschap samen met de gemeenten de bergingscapaci-
teit in het riool benut als opvang van vuil water. Hierdoor wordt het makkelijker
om het afvalwater te beheersen. Daarnaast is het met real time sturing mogelijk
een constantere aanvoer naar zuiveringsinstallaties te creëren, waardoor het afval-
water nog beter kan worden schoongemaakt. Bij calamiteiten kunnen waterschap
en gemeenten gerichter ingrijpen.”
De kans op overstort van het riool zal kleiner worden, omdat het waterschap
er met het nieuwe systeem voor kan zorgen dat het rioolstelsel in een bepaald
gebied zo leeg mogelijk is als daar zwaar weer wordt verwacht. En als het riool-
stelsel toch overbelast raakt kan een eventuele overstort van rioolwater in het
oppervlaktewater ergens plaatsvinden waar het de minste schade veroorzaakt, en
niet in het dichtstbijzijnde (maar misschien kwetsbare natuur-)gebied, zoals dat
nu gebeurt.
Voor mensen die in het gemaalbeheer werken zal er niet veel veranderen. Van
den Eshof: „Het nieuwe systeem zal geen banen gaan kosten, het maakt het voor
bedienend personeel enkel makkelijker om gegevens op te vragen en situaties
te beoordelen. Het functioneren in een zuiveringskring wordt nu makkelijker in
beeld gebracht. Hierdoor is er een kwaliteitsslag te maken. Omdat het nieuwe
systeem tot meer inzicht zal leiden en doordat gemeenten en het waterschap
beter gaan samenwerken zal het straks makkelijker worden om te werken aan
signalering en om het functioneren te verbeteren. Hierdoor zal de kwaliteit van
het gemaalbeheer toenemen.”
43Neerslag 2010/VI
SAMENWERKENEen van de belangrijkste aspecten van het nieuwe systeem is dat waterschappen
en gemeenten nauwer gaan samenwerken. In het oude systeem was het zo dat de
afvalwaterketen door zowel gemeenten als het waterschap beheerd werd, maar
dat dit zonder samenwerking of overleg gebeurde. Er was geen inzage in elkaars
gegevens, waardoor het risico bestond op langs elkaar heen werken en proble-
men over het hoofd zien. In het nieuwe systeem zal er een centrale databank zijn
waar alle gegevens in verzameld wordt. Deze gegevens worden dan aangevuld
met nieuwe, up-to-date gegevens die continu bijgewerkt worden. Op dit moment
worden de gegevens van de betrokken gemeenten en Waterschap Vallei en Eem
verzameld in deze centrale databank. Hierdoor zijn de gegevens makkelijk te
beheren en is het mogelijk gegevens aan elkaar te koppelen, waardoor meer
inzicht ontstaat en het mogelijk wordt efficiënter te handelen en sneller te reage-
ren. De gemeenten binnen het waterschapsgebied zijn door het nieuwe systeem
verzekerd van actuele en betrouwbare gegevens over de beschikbare ruimte in
het rioolstelsel.
Van den Eshof: „Het is belangrijk dat we als overheden meer om ons heen
gaan kijken. Vaak zijn overheden bezig met hun eigen dingen, kijken ze alleen
naar hun eigen eilandje en niet naar wat daar omheen gebeurt. Als we echter
naar Europa kijken dan hebben wij de hoogste riooldichtheid in Nederland. Het
wordt daarom tijd om over de grenzen heen te kijken.”
Daarnaast is samenwerking van groot belang voor het slagen van het nieuwe
systeem. Budding: „De kwaliteit van het systeem en van de gegevens hangt af van
de samenwerking tussen waterschap en gemeenten. Als dit niet goed gaat zullen
de gegevens niet up-to-date zijn, wat gevolgen zal hebben voor de inzichtelijkheid
en de efficiëntie van het systeem. Alleen door goed samen te werken kunnen we
de weg inslaan naar een nog beter functionerende afvalwaterketen.”
Neerslag 2010/VI44
IBA’s in Zeeuws-Vlaanderen op de voet gevolgd
In Zeeuws-Vlaanderen is een groot aantal IBA’s vijf jaar lang onder de loep genomen. Door middel van steekproeven is naar voren gekomen hoe de verschil-lende individuele afvalwatersystemen presteren. De resultaten zijn opmerkelijk. Het helofytenfilter steekt met kop en schouders boven de andere systemen uit. Bij sommige parameters komt het filter zelfs heel dicht in de buurt van de effluent-concentraties bij rioolwaterzuiveringinstallaties. Een ander opvallende uitkomst is dat de verschillen tussen de resultaten van IBA-2 en andere IBA-3 systemen minimaal zijn. Tellen we daar de extra onderhoudskosten van de IBA-3 systemen op, dan is de keuze snel gemaakt.
In Zeeuws-Vlaanderen is een
groot aantal panden in het bui-
tengebied niet aangesloten op het
riool. Zij lozen hun afvalwater op
het oppervlaktewater. Geen ideale
situatie en zeker niet in waterrijke
natuurgebieden. Om deze kwets-
bare gebieden te beschermen
hebben de drie Zeeuws-Vlaamse
gemeenten, de provincie en het
waterschap de handen ineen
geslagen. In 2003 hebben zij een
samenwerkingsovereenkomst afge-
sloten en zijn zij gestart met ver-
beteringen. Concreet betekent dit
dat zij 108 IBA-3 systemen geplaatst
hebben bij panden die lozen op
kwetsbaar oppervlaktewater. Door
tussenkomst van dit systeem krijgt
het water een zuiveringsbehande-
ling alvorens het in het schone
oppervlaktewater belandt. Hier-
door komen er minder schadelijke
stoffen in het water. Een van de
onderdelen van de samenwerking
is het monitoren van de systemen.
Hoe presteren de verschillende
systemen en tegen welke kosten?
Voorbeeld van een helofytenfilter bij een mini-camping
45Neerslag 2010/VI
SPECIALE EENHEID: DE IBA-WACHTOm de aanschaf, plaatsing en het beheer in goede banen te leiden is de IBA-
wacht in het leven geroepen. Deze wacht heeft ook het beheer van door de
gemeenten geplaatste IBA-2 systemen en helofytenfilters op zich genomen. Een
andere belangrijke taak van de IBA-wacht is het monitoren van de effluentkwa-
liteit. In het monitoringprogramma zijn ter vergelijking ook enkele verbeterde
septic tanks (VST) opgenomen.
In Nederland zijn beoordelingrichtlijnen opgesteld voor de certificering van
IBA-systemen. Op basis van de emissie-eisen vindt daarbij een indeling plaats in
klasse 1, 2 of 3. Een IBA van een hogere klasse heeft een hoger zuiveringsrende-
ment. Van 2005 tot en met 2009 heeft de IBA-wacht metingen uitgevoerd aan het
effluent ter controle van de goede werking van de IBA’s. De door de IBA-wacht
gemonitorde IBA’s zijn als volgt te onderscheiden:
– IBA-1; verbeterde septic tank VST (5 stuks)
– IBA-2; BrinkVos compact systemen (30 stuks)
– IBA-3; BrinkVos compactsystemen (108 stuks)
– IBA-3; Helofytenfilter (10 stuks)
Deze metingen zijn uitgevoerd als steekproefbemonstering. Hierbij zijn de vol-
gende parameters geanalyseerd:
– Chemisch zuurstof verbruik (CZV)
– Biochemisch zuurstof verbruik (BZV)
– Kjeldahl-stikstof (Kj-N)
– Ammonium-stikstof (NH4-N)
– Nitraatstikstof (NO3-N)
– Nitrietstikstof (NO2-N)
– Totaal stikstof (N-totaal = Kj-N + NO3-N + NO2-N)
– Onopgeloste bestanddelen (OB)
PRESTATIESIn afbeelding 1 zijn de resultaten uit 2009 weergegeven als concentraties (mg/l)
in het gezuiverde afvalwater. Ter vergelijking zijn ook hier de rwzi-prestaties weer-
gegeven (blauwe staafjes). De resultaten zijn opmerkelijk. Voor de meeste para-
meters scoren helofytenfilters het best. Vooral op het gebied van stikstofverwijde-
ring springen zij er positief uit. Bij sommige parameters komen zij zelfs dicht in
de buurt van rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Een ander opvallend resultaat is het gemiddelde zuiveringsrendement van
IBA-2 en IBA-3 systemen. Deze zijn namelijk vergelijkbaar, ook voor de N-reduc-
tie, terwijl dit geen beoordelingscriterium is voor een IBA-2. Gemiddeld voldoen
de gemonitorde IBA-3 systemen in Zeeuws-Vlaanderen niet aan de ammonium-
norm van 4 mg/l. De norm voor N-totaal wordt wel behaald (N-eisen gelden
alleen voor IBA-3 systemen). Een groot deel van de geloosde stikstof is echter nog
aanwezig als ammonium. Ammonium onttrekt zuurstof aan het oppervlaktewater
bij omzetting naar nitraat.
Neerslag 2010/VI46
CZV [mg/l] VST 267IBA-2 183IBA-3 172Helofytenfilter 34Rwzi 40
BZV [mg/l] VST 141IBA-2 23IBA-3 31Helofytenfilter 3Rwzi 3
Stikstof [mg/l] VST 61IBA-2 51IBA-3 55Helofytenfilter 14Rwzi 7
Ammonium [mg/l] VST 68IBA-2 36IBA-3 41Helofytenfilter 23Rwzi 2
Onopgeloste bestanddelen mg/l] VST 20 IBA-2 32 IBA-3 45 Helofytenfilter 12 Rwzi 7
Afbeelding 1. Effluentconcentraties IBA’s Zeeuws-Vlaanderen in 2009
47Neerslag 2010/VI
Voor de meeste IBA’s geldt dat het zuiveringsrendement gedurende de meet-
periode (2005-2009) is toegenomen. Met name in de periode direct na plaatsing
presteerden veel IBA’s onvoldoende als gevolg van technische storingen en het
nog niet goed op gang komen van de biologische processen. Door hier samen
met de leverancier kort op te zitten is de bedrijfszekerheid aanzienlijk toegeno-
men.
De onderlinge spreiding in effluentkwaliteit van de verschillende IBA’s binnen
een en dezelfde klasse is relatief groot. De effluenkwaliteit is namelijk sterk afhan-
kelijk van de gebruiker. Denk aan de soort bedrijfsvoering, eventueel medicijn-
gebruik van de bewoners, specifieke schoonmaakmiddelen die gebruikt worden
etc..
BEHEER EN ONDERHOUDKlaarmeesters van het waterschap onderhouden de systemen. Door deze
constructie kunnen de beheerskosten laag gehouden worden. In tabel 1 zijn
de beheerskosten van het waterschap voor de periode 2007-2009 weergegeven.
Naast personeelskosten gaat het hier onder andere om kosten voor bemonste-
ring, onderhoud, verbruiksgoederen en afvoer van slib.
2007 2008 2009
Personeelskosten:
per IBA-2 € 114 € 165 € 105
per IBA-3 € 189 € 230 € 150
Overige kosten onderhoud en beheer:
per IBA-2 € 10 € 73 € 194
per IBA-3 € 392 € 428 € 224
Totale kosten:
per IBA-2 € 124 € 238 € 300
per IBA-3 € 580 € 659 € 374
Het volgende kan gezegd worden over de betrouwbaarheid van de IBA’s opge-
nomen in de Zeeuws-Vlaamse IBA-wacht:
– IBA-2: 86% van de IBA’s functioneert storingsvrij
– IBA-3: 67% van de IBA’s functioneert storingsvrij
We kunnen concluderen dat de beheerskosten van de IBA-3 systemen hoger
liggen dan een IBA-2 systeem. Dit valt te verklaren door het feit dat er meer
techniek op deze systemen zit, waardoor ze storingsgevoeliger zijn dan een IBA-2
systeem. De gevolgde helofytenfilters daarentegen functioneren boven verwach-
ting goed en het beheer en onderhoud hiervan kost naar verwachting niet meer
dan bij een IBA-2. Tellen we daar het geringe verschil in gemiddeld zuiverings-
Neerslag 2010/VI48
rendement van de IBA-2 en 3 bij op, dan is voor ons de keuze snel gemaakt.
Met uitzondering van een helofytenfilter is een IBA-2 in de praktijk een betere
investering dan een IBA-3.
TOEKOMSTDe samenwerking tussen de verschillende partijen verloopt goed. De IBA-wacht
is ingesteld tot 2024. Op dit moment zijn er nog 1806 panden in Zeeuws-Vlaan-
deren die hun afvalwater op het oppervlaktewater storten. De 154 locaties in de
kwetsbare gebieden zijn inmiddels allemaal gesaneerd. Het is de bedoeling dat
de resterende locaties buiten de kwetsbare gebieden voor 2027 een verbeterde
sceptic tank krijgen. We hopen daarmee, samen met gemeenten en provincie, het
Zeeuws-Vlaamse oppervlaktewater weer een beetje schoner te maken.
Jos GoossenWaterschap Scheldestromen i.o.
49Neerslag 2010/VI
Palingbrood goed voor de waterkwaliteit
Palingbrood, kun je dat eten? Op Schouwen-Duiveland is het inderdaad een lekkernij. Maar er bestaat ook een mosdiertje dat de naam palingbrood draagt. Deze diertjes zijn zogenaamde koloniediertjes die in de brakke wateren van Zee-land voorkomen. De kolonies kunnen heel groot worden, waardoor er na een aantal jaren zelfs een soort rif kan ontstaan. Het palingbrood levert doorgaans een positieve bijdrage aan de waterkwaliteit, omdat ze zich voeden met plankton. In duikers kunnen ze het de Zeeuwse waterschappen wel eens lastig maken, wan-neer de kolonie zo groot is geworden dat de waterafvoer stagneert.
De Latijnse naam voor de soort waartoe palingbrood behoort, is Electra crus-tulenta. Dit zijn mosdiertjes, een groep van kleine poliepachtige diertjes in kalk-
huisjes. De meeste soorten leven in zee, en vormen sterk vertakte bosvormige
(vandaar de naam mosdiertjes) of korstvormige kolonies die normaal hooguit
enkele centimeters groot worden. Sommige korstvormige kolonies van deze soort,
die ook wel palingbrood of zouterik worden genoemd, kunnen in voedselrijk
water heel groot worden. Als er in de loop van een paar jaar een aantal lagen over
elkaar zijn gegroeid kunnen er zelfs kleine riffen ontstaan.
RIFFENPalingbrood komt voor in de brakke wateren van Zeeland (zie rode stippen)
en Texel. Het groeit op een harde ondergrond, zoals rietstengels, takjes, palen,
stenen, schelpen, maar ook betonnen duikers. In voedselrijk water kunnen dikke
Neerslag 2010/VI50
korsten ontstaan. Deze korsten bestaan uit een aaneenschakeling van kleine kalk-
huisjes waarin de diertjes leven. De huisjes zelf zijn maar heel klein en nauwe-
lijks met het blote oog te zien. De kleine, vaak bolvormige riffen worden in de
volkmond ook wel levende stenen of kaasjes genoemd. Aan de laatste dankt het
Kaaskenswater bij Zierikzee haar naam.
In de Rammekenskreek (zie luchtfoto) komen riffen voor van tientallen meters
lang en anderhalve meter hoog. De stenen of riffen zijn meestal niet hard, maar
erg bros. Je kunt ze zo in elkaar drukken. Soms groeien de kolonies echter samen
met een bepaald soort blauwwier, dat ook kalklaagjes afzet. Deze laagjes zijn hard.
Dan ontstaat er een hard rif.
Naast palingbrood is er nog een ander brakwaterorganisme, de trompetkoker-
worm (Ficopomatus enigmaticus), dat rifachtige structuren vormt. Deze wormen
komen voor in het Kanaal door Walcheren, onder andere in Middelburg, waar ze
Luchtfoto Ramme-kenskreek.
Kanaal door Walcheren. Palingbrood in duiker.
51Neerslag 2010/VI
als een soort ‘kraag’ op de palen en de kaaien zitten, vlak onder de waterspiegel
(zie groene stippen in kaart).
Op sommige plaatsen groeien de kolonies ook in duikers (zie foto). In het
voedselrijke polderwater kunnen ze echter zo groot worden, dat duikers verstopt
raken. Het is dan ook periodiek nodig de kolonies uit de duikers te verwijderen om
de waterafvoer in stand te houden. Omdat het vrijwel altijd om de zachte, brosse
variant gaat, is dit
goed te doen.
MORFOLOGIEDe kolonievor-
mende diertjes lij-
ken qua uiterlijk op
koralen of hydroid-
poliepen, maar heb-
ben qua inwendige
bouw meer gemeen
met kokerwormen of
zeepokken. De zeer
kleine individuen zit-
ten in rijen achter
elkaar in een chitine-
achtig of kalkachtig huisje. De aan elkaar vastzittende huisjes vormen platte kor-
sten op stenen, schelpen of zeegrasbladeren. Ieder individu van de kolonie bestaat
uit een mond, maag, darmkanaal, anus en een ringvormige tentakelkrans die met
trilhaarcellen (zie foto) bezet is. Met deze krans worden allerlei voedseldeeltjes
uit het water gefiltreerd. De tentakelkrans kan in het huisje worden terugge-
trokken. Ze vermeerderen zich door knopvorming, maar ook door geslachtelijke
voortplanting. Uit de eieren komen larven met trilharen, die zich later hechten
op nieuwe plaatsen.
WATERKWALITEIT EN ECOLOGIEDe aanwezigheid van palingbrood heeft invloed op de waterkwaliteit. Een kolo-
nie van palingbrood werkt in feite als een groot filter, dat voornamelijk plant-
aardig plankton uit het water filtert. Zo worden er dus indirect voedingsstoffen
uit het water gehaald en blijft het water helder. In brak water vervult deze soort
eigenlijk dezelfde rol als watervlooien in zoet water. Watervlooien komen in brak
water niet of nauwelijks voor. De rol van filteraar wordt in de brakke wateren
overgenomen door palingbrood en schelpdieren zoals de brakwaterkokkel.
Verder vormt een kolonie een leefgebied voor allerlei diertjes, zoals vlokreef-
ten, waterpissebedden en wormen. Deze vormen een belangrijke voedselbron
voor paling. Vandaar waarschijnlijk de naam palingbrood.
Anne FortuinWaterschap Scheldestromen i.o.
Palingbrood.
Neerslag 2010/VI52
Ultrasone slibdesintegratie; achtergrond, perspectieven en de toekomst
Ultrasone slibdesintegratie
INLEIDINGEnergie kan opgewekt worden uit veel bronnen zoals fossiele brandstoffen,
wind, zon en biogas. Waterzuiveringen produceren tot op heden biogas uit pri-mair en secundair slib. Secundair slib bevat in relatie tot primair slib minder organische stof en minder eenvoudig af te breken organische stof. Een toename van primair slibdebiet naar de gisting resulteert in een evenredig toename van biogas. Secundair slib levert een aanzienlijke hoeveelheid biogas en wordt tevens in de gisting aangeboden om biogas te winnen maar is moeilijker af te breken.
Slibdesintegratie wordt toegepast om organisch stof vrij te maken uit secundair
slib. Dit kan door het slib mechanisch of thermisch te behandelen. Dit artikel gaat
in op mechanische slibdesintegratie en specifiek op ultrasone slibdesintegratie.
Mechanische slibdesintegratie is gebaseerd op het desintegreren van slib met
externe krachten. In een samenwerkingsverband van Waterschap Zeeuwse Eilan-
den, STI bv en Knol Training & Advies wordt ultrasone slibdesintegratie onder-
zocht op rwzi Willem Annapolder. Dit onderzoek wordt in kader van de Meer-
Jarenafspraak Energie-Efficiency (MJA3) uitgevoerd en mede mogelijk gemaakt
door Agentschap NL.
WERKING ULTRASONE SLIBDESINTEGRATIEUltrasone slibdesintegratie is een methode om slib mechanisch te desintegre-
ren. Bij ultrasone slibdesintegratie worden trillingen met een hoge frequentie
in het slib gebracht en ver-
oorzaken ultrasone cavitatie.
Cavitatie is het verschijnsel
dat plaatselijk de druk lager
wordt dan de dampdruk van
de vloeistof. Als gevolg van
de lagere plaatselijke druk
vormt zich een dampbel en
implodeert bij een toename
in druk.
Door de implosiekrachten
worden de slibvlokken afge-
broken en bij intensievere
ultrasone behandeling wor-
den de cellen afgebroken. Druk operationeel gebied.
53Neerslag 2010/VI
VOORWAARDEN ULTRASONE CAVITATIE
Het effect van ultrasone
cavitatie is afhankelijk van
meerdere factoren. Als eerste
de heersende druk bij een
lage druk is de dampbel het
grootst maar zijn de implo-
siekrachten klein. Bij een
toenemende druk wordt de
dampbel kleiner maar is de
optredende implosie heftiger.
Bij een grotere druk wordt de dampdruk van de vloeistof niet overschreden en
treedt er geheel geen cavitatie op. De optimale procesdruk ligt tussen 1 en 2 bar
overdruk in de ultrasone reactor.
De vorming van dampbellen of ultrasone cavitatie is ook afhankelijk van de
heersende viscositeit. Bij een hogere viscositeit heeft de implosie van dampbel-
len meer tijd nodig. Bij een te hoge viscositeit accumuleren de dampbellen voor
de oscillator omdat de implosies van de dampbellen teveel tijd kosten. Hierdoor
vormt zich een luchtlaag voor de oscillator en treedt er geen cavitatie meer op.
Viscositeit van een suspensie is afhankelijk van het gehalte droge stof maar ook
van deeltjesgrootte, soort deeltjes en eventueel polymeergehalte. Er zijn op dit
moment geen correlaties bekend die de viscositeit van slib goed kunnen beschrij-
ven omdat deze door meerdere variabelen worden bepaald. Er worden op labo-
ratoriumschaal testen uitgevoerd om te bepalen dat een ultrasoon behandeling
voldoende effect geeft.
EFFECT VAN ULTRASONE SLIBDESINTEGRATIE OP BIOGASPRODUCTIE
Ultrasone slibdesintegratie wordt reeds in Duitsland, Denemarken en Polen
op full-scale toegepast met goede resultaten. De biogasproductie bij vergisting
van slib uit afvalwater-
zuiveringen is toege-
nomen met 10-30% bij
een verhouding van
1 op 1 van primair en
secundair slib. Deze
toename van biogas is
niet geheel dankzij de
vrijgekomen organi-
sche stof. Er wordt ca.
30% van het secundair
slib naar de vergisting
door de ultrasoon reac-
tor geleidt (ofwel 15%
Desintegratie van slib.
Omzetting in vergisting.
Neerslag 2010/VI54
van de totaalstroom). De toename van biogasproductie wordt niet geheel bepaald
door de vrij gekomen organische stof. Een ander effect van ultrasone slibdesin-
tegratie komt door de vrijgekomen enzymen die de gisting versnellen. Hierin
ligt tevens het nadeel en natuurlijk het voordeel van ultrasone slibdesintegratie.
Ultrasone slibdesintegratie heeft nauwelijks effect bij hoge verblijftijden in een
gistingstank (–>25 dagen). De extra verkregen enzymen hebben effect op de
omzettingssnelheid van de organische stof en niet op de conversie hiervan. Bij
kortere verblijftijden (<–15-20 dagen) in een vergister is het effect van ultrasone
slibdesintegratie groter.
CONCLUSIEDe effecten van slibdesintegratie zijn verhoging van de omzettingssnelheid
door de extra werking van enzymen en extra vrijgekomen organische stof. Ultra-
sone slibdesintegratie bij een goed belaste vergisting kan 10 tot 30% meer bio-
gasproductie opleveren en de slibmassa evenredig reduceren. Een bijkomend
voordeel van ultrasone slibdesintegratie is een betere slibontwatering, waardoor
een kostenreductie te realiseren is. In Duitsland, Denemarken en Polen zijn hier
meerdere studies op uitgevoerd en kan de investering in 2 jaar op basis van alleen
de toegenomen biogasproductie terugverdiend worden.
DE TOEKOMST…Er zijn op meerdere locatie in Nederland (o.a. Awzi Zeist, Bath en Enschede)
testen uitgevoerd waar de werking van ultrasone desintegratie niet consequent
is aangetoond. Er zijn een aantal voorwaarden waaraan moet voldaan voordat er
ultrasone cavitatie optreedt. Daarnaast is de installatie relatief veel buiten werking
geweest door storingen aan de omliggende equipment.
Gezien de ervaringen in het buitenland is ultrasone slibdesintegratie een veel-
belovende techniek met een laag energieverbruik per opgewekt kuub biogas en
daardoor is het erg aantrekkelijk deze techniek toe te gaan passen. Op rwzi Wil-
lem Annapolder gaat de ultrasone unit voor slibdesintegratie langere tijd ingezet
worden om betrouwbare resultaten te krijgen. In het kader van MJA3 wordt in
het samenwerkingsverband van Waterschap Zeeuwse Eilanden, STI bv en Knol
Training & Advies ultrasone slibdesintegratie uitvoerig getest en onderzocht naar
de toepassing in de Nederlandse markt.
Timon Stomp, Knol Training & AdviesJo Nieuwlands, Waterschap Zeeuwse EilandenAlbert de Jonge, STI bv
55Neerslag 2010/VI
Water kent geen grenzenSamenwerking over de landgrenzen is niet altijd even gemakkelijk. Andere
structuren, werkwijzen en niet te vergeten cultuur, vergen een knap staaltje door-zettingsvermogen en organisatietalent. In Zeeuws-Vlaanderen loopt de samen-werking met de zuiderburen goed. Inmiddels zijn diverse Interreg I, II en III projecten uitgevoerd en nieuwe Interreg IV projecten staan op stapel. Wat maakt grensoverschrijdende samenwerking tot een succes en tegen welke moeilijkheden kun je aanlopen? Bram de Keuninck, grensoverschrijdend (gebieds)makelaar van het waterschap Scheldestromen i.o. vertelt.
Bram de Keuninck is één van de medewerkers die aan de wieg van de samen-
werking tussen de Zeeuwen en de Vlamingen staat. Bram: „Grensoverschrijdende
contacten werden in het grensgebied van Zeeuws-Vlaanderen pas gelegd in de
jaren ’60. Deze contacten reikten alleen niet verder dan het culturele vlak. Als
waterschap wist men in die tijd nauwelijks wat er aan de andere kant van de
‘schreve’ gebeurde. Een beetje vreemd, gezien het feit water geen grenzen kent
en Nederland volgens het Tractaat van 1843 verschillende verplichtingen heeft
richting België.”
Neerslag 2010/VI56
ALS DE KIPPEN BIJEind jaren tachtig kwam er beweging in de grensoverschrijdende contacten.
„Sinds 1990 ondersteunt de Europese Unie grensoverschrijdende samenwerking
via het Interreg-programma. De provincies Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland
anticipeerden hier snel op en richtten het overlegorgaan Euregio Scheldemond
op.” Ook de Zeeuws-Vlaamse waterschappen waren er als de kippen bij. Samen
met de Vlaamse polders, provincies en andere instanties richtten zij een grens-
overschrijdend overleg op, waar gezocht werd naar samenwerkingsverbanden. En
niet zonder resultaat. „Halverwege de negentigerjaren hebben we een gezamen-
lijk en grensoverschrijdend krekenbeleidsplan opgesteld. In dit plan staat een
totaalvisie op landschap, natuur, milieu, cultuurhistorie en recreatie in het grens-
gebied beschreven. Een belangrijk ‘startdocument’ voor verdere samenwerking.”
OPTIMALISATIEIn de tussenliggende jaren is veel bereikt. Het waterschap heeft in overleg met
de Euregioscheldemond Interreg I, II en III fondsen aangeboord om verschil-
lende projecten op het gebied van kreekherstel, het vergroten van waterbergings-
capaciteit, bijmalingen, bodemsanering, waterkwaliteitsverbetering, riolering en
recreatief medegebruik te realiseren. Ook zijn grensoverschrijdende watersy-
steemanalyses uitgevoerd. „In totaal hebben we voor zo’n € 14 miljoen aan pro-
jecten met Interreg-subsidie gerealiseerd. We hebben door deze samenwerking
goed bij elkaar in de keuken kunnen kijken. Verschillende systemen zijn beter
op elkaar afgestemd en het waterbeheer in de grensstreek is geoptimaliseerd.”
57Neerslag 2010/VI
DEZELFDE TAALSamenwerken over de grenzen is niet altijd even gemakkelijk. Het vergt een
speciale aanpak. „Het waterbeheer in België is anders georganiseerd dan in
Nederland. In België heb je bijvoorbeeld te maken met veel kleine polders, de
evenknie van de waterschappen. Ook de gemeenten, de provincies en het Vlaams
Gewest spelen een rol. Je hebt dus te maken met veel partijen, ieder met zijn
eigen werkwijze. Al die organisaties en instanties moet je op één lijn zien te
krijgen.” Het succes van de samenwerking hangt af van aantal factoren. „Je moet
niet alleen kennis hebben van je eigen waterbeheergebied, maar ook dat van de
buren. Het is belangrijk dat je inzicht hebt in waar synergie mogelijk is en wat de
haalbaarheid van een project is”, vervolgt Bram. „Een goed voorbeeld is bijvoor-
beeld het combineren van waterberging, niet alleen met natuurlijke aspecten,
maar ook met cultuurhistorie en eventuele knelpunten in de waterhuishouding.’
Daarnaast is het heel belangrijk dat je de cultuur begrijpt en de mensen kent.
‘Van medewerkers en beleidsmakers tot bestuurders en politici. De cultuur van de
Zeeuws-Vlamingen en de zuiderburen ligt dichtbij elkaar. We spreken hier in het
grensgebied dezelfde taal. Letterlijk en figuurlijk. Dat maakt het samenwerken
een stuk gemakkelijker.”
INTERREG IV EN V„We hebben al veel bereikt in de afgelopen jaren, maar ook voor de komende
jaren staat er nog heel wat te gebeuren. Zoals het regionaal bestuursakkoord
water aan de Zeeuws-Vlaamse kant afstemmen met dito Vlaamse projecten.” In
het kader van Interreg IV is inmiddels het programma ‘Natuurlijk Water’ goed-
gekeurd, waarbij voor een bedrag van € 4.000.000 kreekverbindingen in ere wor-
Kreekgebied
Neerslag 2010/VI58
den hersteld, natuurlijk dijkbeheer wordt
opgezet en riolerings- en afkoppelingspro-
jecten in het landelijk grensgebied worden
gerealiseerd. Bram: „Met onze ervaring
van meer dan twintig jaar grensoverschrij-
dende en grensverleggende samenwer-
king, van mens tot mens, zien we ook de
volgende projecten vol vertrouwen tege-
moet.”
Bram de Keuninck /Manon VerouderWaterschap Scheldestromen i.o.
Kreekgebied met grenspaal
Stuw
59Neerslag 2010/VI
Ouwe Jonkers bezoeken waterschap Roer en Overmaas
Met 40 leden bezoekt het genootschap van Ouwe Jonkers op 20 augustus jl. het Waterschap Roer en Overmaas.
Na de ontvangst met koffie en vlaai geeft de secretaris-directeur van het water-
schap, de heer Jacq In den Kleef een uiteenzetting. Het Algemeen Bestuur van
het Waterschap Roer en Overmaas telt na de verkiezingen in 2008 25 leden, 16
uit de categorie ingezetenen, 3 uit bedrijven, 4 landbouw en 2 natuur. Het DB
bestaat uit vijf leden. De formatie van het waterschap is 137 fte.
De taken zijn het kwaliteitsbeheer, het kwaliteitsbeheer en de waterkerings-
zorg. Het budget in 2010 is € 79 miljoen. Het waterschap beheert een gebied van
95.000 hectare met 750.000 inwoners.
Kenmerkend voor het waterschap zijn de lange grenzen met Duitsland en Bel-
gie en de daaruit voortkomende internationale samenwerking op het gebied van
afvalwaterzuivering en waterbeheer.
De beide waterschappen in de provincie Limburg, Roer en Overmaas en Peel
en Maasvallei, hebben een aantal taken ondergebracht in een gemeenschappe-
lijke regeling, het Zuiveringsbedrijf Limburg: beheer en exploitatie van de afval-
waterzuivering en het opleggen en invorderen van aanslagen. Er wordt gedacht
aan een verdere verzelfstandiging van het onderdeel belastingen samen met
gemeenten.
Ad de Man, medewerker van het zuiveringsbedrijf , meldt in zijn inleiding een
aantal highlights, onder meer acties om te voldoen aan de meerjarige afspraken
Neerslag 2010/VI60
voor energie-efficiency-verhoging. Het betreft verbeteren van de sturing van de
beluchting, verdergaande slibontwatering en meer vergisting. Hij noemt daarbij
onder meer het toepassen van thermofiele vergisting, waarvoor in Venlo een
proefinstallatie zal worden gebouwd, fosfaat terugwinning en de inzet van micro-
zeven.
Bij het zoeken naar systemen met een grotere duurzaamheid worden in de
afweging betrokken de elementen kosten, energiegebruik, chemicaliën, grond-
stoffen en de emissie van broeikasgassen.
Harry Tolkamp gaat in op de toepassing van de wateroverlastnormen in het
beheersgebied. De in WB 21 en Nationaal bestuursakkoord Water opgenomen
werknormen vragen in het overwegende hellende gebied van Zuid Limburg grote
investeringen voor het aanpassen van beken en het aanleggen van buffers. Tevens
is het nodig erosie tegen te gaan met andere landbouwtechnieken.
De door het waterschap in de voorgaande periode uitgevoerde sanerings- en
inrichtingsmaatregelen hebben de waterkwaliteit en de ecologie van de beken
verbeterd. Om overstromingen vanuit de Maas tegen te gaan zijn op verschillende
plaatsen keringen aangebracht.
Tijdens de middagexcursie in het stroomgebied van de Roer wordt een bezoek
gebracht aan de ECI centrale te Roermond waar een systeem van vismigratievoor-
zieningen is gerealiseerd. Vervolgens wordt de verbeterde vistrap in de Hambeek
bezocht en de omleiding van de Roode Beek bij de Gitstappermolen.
Tijdens de aansluitende ledenvergadering memoreerde de voorzitter de dit
jaar overleden Tom Ekelmans en deden Marien de Ruiter en Jaap van Selm
verslag van het contact met een aantal leden die de vergaderingen niet kunnen
bezoeken.
De voorzitter bedankt de scheidend secretaris, Anne Kiestra, voor zijn inspan-
ningen. Tenslotte worden drie nieuwe leden geïnstalleerd: Loes Duvoort-van
Engers, Sjors van Geest en Adde-Klaas de Boer. De dag wordt afgesloten met een
geanimeerd diner.
Cor Kerstens, secretaris van de Ouwe Jonkers
1000-20-8000-8878 Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc1_1_stC5_fc_B.indd 1 11-12-2009 11:34:45
1000-20-9000-5338 NVA Neerslag Voordruk 2010 Kleur: fc
GMB is volop in beweging en wil voor haar opdrachtgevers een partner zijn die functioneert als verbindende schakel wanneer het gaat om water, energie en bodem.
GMB ontwerpt, realiseert, onderhoudt en renoveert onder meer drinkwater- en afvalwater zuiveringsinstallaties, pompen en gemalen, waterbergingen, riool- en persleidingen, dijken en kades. We reinigen en saneren (water)bodems en bouwen installaties die afval(water) omzetten in energie. In eigen installaties halen we biogranulaat en energie uit slib. En we realiseren voorzieningen voor een optimale mobiliteit en logistiek, zoals verkeersknoop-punten, haventerreinen en loodsen.
T (0488) 44 94 49 I www.gmb.eu
Koersbepalend in water, energie en bodem!
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 11:37:11
COLASITSPECIALIST IN
KUNSTSTOF TOEPASSINGEN VOOR WATERZUIVERING
VENTILATIESYSTEMEN VOOR STANKBESTRIJDING
Van kunststof ventilatoren
tot complete installaties
met leidingwerk, geurfilters,
wassers, sproeitorens,
kleppen en/of suskasten.
DOSEERINSTALLATIES EN OPSLAGTANKS VOOR CHEMICALIËN
Complete installaties voor
het doseren van chemicaliën
bij o.a. defosfatering.
Gemonteerd op kunststof
paneel of in kunststof kast.
Indien gewenst verzorgt onze projectafdeling het constructie-ontwerp. Daarbij profiteert u van onze veelzijdige ervaring met kunststofprojecten. En natuurlijk van onze verantwoorde en deskundige montage.
E-mail: [email protected]: www.colasit.nl
COLASIT HOLLAND B.V.
Postbus 1105
5200 BD 's-Hertogenbosch
Telefoon 073 - 6418315
Fax 073 - 6423682
ISO 9001
1000-20-9000-4976 Neerslag voordruk 2010
1000-20-8000-7626 Neerslag voordruk 2009
1000-20-7000-3988 NVA Neerslag voordruk 2008
Kleur / zw1_1_stC5_zw_A.indd 1 11-12-2009 11:39:30
1000-20-9000-5670 Waternetwerk 2010 Kleur: fc
Arveon, uw partner inafvalwatertechniek!
Arveon productenArveon is al jaren een betrouwbare partner als het gaat om het leveren van innovatieve enbetrouwbare producten voor de (afval)watertechniek.
Onze producten
• Allflowlift afvalwaterpomp- units met
grofvuilkamersysteem
• Allflowlift prefab HDPE rioolgemalen met
grofvuilkamersysteem
• Combiflowlift afvalwaterpomp- units
• Combiflowlift prefab HDPE rioolgemalen
• TSK Syncho anti- waterslag terugslagkleppen
• Allflowstop terugslagkleppen
• WD Systeem muurdoorvoeringen
• Oplossingen op maat
www.arveon.nl [email protected]
Postadres:Postbus 242 • NL 7040 AE ’s-Heerenbergt +31 (0) 314 67 51 60Bezoekadres:Handelsweg 12 • NL 7041 GX ’s-Heerenbergf +31 (0) 314 67 51 69 • [email protected] • www.arveon.nl
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 11:48:44
kragten landschapsarchitectuur stedenbouw beheer openbare ruimte civiele tech-niek geodesie planologie riooltechniek ecologie geografie vertechniek geodesie pla-nologie riooltechniek ecologie geografie verkeer & vervoer directie en toezicht geo-in-formatie bodemkunde kragten landschapsarchitectuur stedenbouw beheer openbareruimte civiele techniek geodesie planologie riooltechniek ecologie geografie verkeer & vervoer directie en toezicht geo-informatie bodemkunde kragten landschapsarchi-tectuur stedenbouw beheer openbare ruimte civiele techniek geodesie planologie ri-ooltechniek ecologie geografie verkeer & vervoer directie en toezicht geo-informatie bod-emkunde kragten landschapsarchitectuur stedenbouw beheer openbare ruimte civiele
‘s-HertogenboschHambakenwetering 1Postbus 23095202 CH ‘s-HertogenboschT 088-33 66 333
RoermondPostbus 146040 AA RoermondT 0475-395979
W kragten.nl Hoogveld - Sittard
6472_P29_fc.indd 1 11-12-2009 11:58:57
1000-20-9000-6584 Neerslag voordruk 2010
1000-20-8000-8744 Neerslag voordruk 2009
Kleur: fc
< Filcom, met twee moderne productie vestigingen in
Nederland, is een van de grootste producenten van
gekalibreerd zand in Europa. Op basis van streng
geselecteerde grondstoffen wordt na een was-,
droog- en zeefproces een grote verscheidenheid aan
nauwkeurig begrensde zandfracties verkregen, die
zowel in bulk als verpakt geleverd worden. >
< Het filter- & entzand van Filcom voldoet aan de Kiwa
normen en wordt veelal met behulp van bulkauto's
op de bestemmingsplaats afgeleverd. De logistieke
organisatie wordt volledig door Filcom verzorgd.
Naast het filter- & entzand voor de waterzuivering en
zwembaden levert Filcom instrooizand voor kunst-
grassportvelden, omstortingsgrind in grondwaterputten,
gekalibreerd zand voor wervelbed ovens en vulzanden
in de betonreparatie mortels. >
FILCOM BVPostbus / P.O. Box 93350 AA PapendrechtThe Netherlands
T +31 (0)78 615 8122F +31 (0)78 615 9275
www.filcom.nl
1_1_stC5_fc_B.indd 1 11-12-2009 12:01:07
MC-RIM/OMBRAN.CPSOf het nu installaties voor de verwerking van afval-water, drinkwaterreservoirs of betonnen constructies in drinkwaterbescher-mingsgebieden betreft, de toepassingsgebieden van MC-RIM zijn veelvoudig. Overal waar door een agres-sieve inwerking van water op lange termijn betonoppervlaktes bescha-digd kunnen worden, en dus een verhoogd veiligheids-risico vormen, komt de hoge chemische en mechanische bestandheid van MC-RIM tot zijn recht.
MC-Bouwchemie Nederland • Het Eek 9b • 4004 LM Tiel
Tel. 0344-633700 • Fax 0344-633410 • E-mail [email protected] • www.mc-bouwchemie.com
MC-RIM• Mineraal oppervlaktebeschermingssysteem• Waterdampdiffusie open• Drukwaterbestendig conform DIN 1048• Bestand tegen een zeer agressieve inwerking
van water en grond conform DIN 4030• Oppervlaktebescherming in de afvalwater-
branche binnen het bereik van pH 3,5 tot pH 14• Oppervlaktebescherming in de
afvalstortbranche• Bekleding van vijzelwerken• Oppervlaktebescherming voor drinkwaterreser-
voirs en betonnen constructies in drinkwater-beschermingsgebieden
Ombran CPS• Polymeer silikaat beschermingssysteem• Voor de biogene zwavelzuur aantasting (zoals
in bijv. rioolputten/schachten)• Waterdampdiffusie open• Oppervlaktebescherming in het bereik van pH 0
tot pH 4,5.
OZORBERDe nieuwe generatie geurfi lters met een combinatie van ozorptie- en chemisorptietechnologie
Afvangen van zeer hoge concentraties H2S (>1.000 ppm) en mercaptanen
Lage exploitatiekosten
Onderhoudsarm
Compacte bouw
Zeer lange standtijden
Eenvoudige systeem lay-out
Twin Filter specialist in lucht- en waterzuivering Zie onze website www.twinfi lter.com
6472_P31_fc.indd 1 11-12-2009 12:10:34
INFRAM B.V. Postbus 16, 8316 ZG MarknesseTel: 0515 – 24 11 20, [email protected], www.infram.nl
INFRAM STAAT VOOR KWALITEIT, INTEGRALE AANPAK EN TOEPASBARE OPLOSSINGEN
Afsluiters regenereren
90% van alle probleem afsluiters 100% bedienbaar maken!
Bel voor een vrijblijvende demonstratie+31 (0)187 - 60 52 00
Ons overig leveringsprogramma omvat o.a.:
Afdichtingen, afsluiterbediening, aanboorarmaturen, beveiligingen, ballonafsluiters, brandslangen, buisstoppen, flenspakkingen, flow- en drukmeters,
gereedschappen en hulpmiddelen, lekdetectieapparatuur, muurkragen, muurdoorvoeren, standstukken, storzkoppelingen, watermeterbeugels,
watermeterputten, watertappunten etc.
Schmidt Watertechniek B.V. • Stoofweg 18-20 • NL-3253 MA OuddorpT +31 (0)187 – 60 52 00 • F +31 (0)187 – 60 51 71
E [email protected] • I www.schmidt.nl
6472_P32_fc.indd 1 11-12-2009 12:19:50
1000-20-9000-6618 Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
ECHOTEL 355 – ULTRASONE NIVEAUMETER
Niveau, volume en debiet in een open kanaal.•
Menugestuurd LCD scherm met 4 drukknoppen. •
Uitgerust met HART• ® en PACTware™.
Temperatuur gecompenseerde eliminatie van stoorecho’s.•
WERELDWIJD OPLOSSINGEN VOOR NIVEAU EN DEBIET
Europees hoofdkwartier & produktie
Heikensstraat 6
9240 Zele, België
Tel: +32 (0)52 45 11 11
Fax: +32 (0)52 45 09 93
e-mail: [email protected]
ELKE DRUPPEL MAAKT HET VERSCHILKWALITATIEVE, BUDGETVRIENDELIJKE RADAR
EN ULTRASONE VLOEISTOFNIVEAUMETING
MODEL R82 - RADAR NIVEAUMETER
Niveau of volume.•
De ingekapselde hoornantenne in polypropyleen of Tefzel• ® is
geschikt voor de meest corrosieve media.
Uitgerust met HART• ® en PACTware™.
Interne oriëntatie van de antenne maakt het mogelijk de •
bundel te richten terwijl de radar geïnstalleerd is.
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 12:21:49
1000-20-8001-0045 NVA Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
ABS SCABA ROERWERKEN IN SLIBGISTINGSTANKS.
1_1_stC5_fc_E.indd 1 11-12-2009 12:25:16
1000-20-9000-5503 Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
UW PARTNER IN:
(MOBIELE)
SLIBONTWATERING
BOUW EN VERHUUR VAN
APP ARATUUR EN INSTALLATIES
KURSTJENS IS TEVENS SPECIALIST IN HYDRAULISCH
BAGGEREN EN EXTRACTIEVE GRONDREINIGING
SCHOONMAKEN VAN
SLIBGISTINGTANKS
SCHOONMAKEN VAN
BELUCHTINGBASSINS
BEL ONS073 599 66 08
MAIL [email protected]
MEER INFOwww.kurstjens.nl
1_1_stC5_fc_B.indd 1 17-12-2009 15:59:58
1000-20-8001-0095 NVA Neerslag voordruk 2010
1000-20-7000-3979 NVA Neerslag voordruk 2009
Kleur: zwwt1_1_stC5_zw_B.indd 1 11-12-2009 12:36:16
Bomitech, Postbus 2042, 5202 CA ’s-Hertogenbosch
Tel. (073) 631 14 36 - Fax (073) 631 43 83
E-mail [email protected]
www.bomitech.nl
Probleemoplosser voor:• Biofilters en Biowassers
Levering biofiltermateriaal:• Bomimix• Lavastenen• Microgaswassystemen• CEF
Tevens voor biofilters en biowassers• onderhoudscontracten• geurmetingen• garantie op geurrendement• garantie op materialen• gedegen advies• Verhuur Biofilters
GEURPROBLEMEN? Bel Bomitech 06 51 19 19 58
6472_P37_fc.indd 1 11-12-2009 13:21:48
1000-20-8000-8682 Neerslag 2010 voordr.
1000-20-7000-6968 Neerslag 2009 voordr.
1000 20 7000 1833 NVA N l 2008 V d
beluchtingsapparaten service enkeramische beluchters onderhoudmembraanbeluchters o.a. gespecialiseerd in hetborstelbeluchters reinigen van keramischeejector- en schroefbeluchters beluchtingselementen verhuur oppervlaktebeluchtersmechanischeapparatenruimerbruggenvijzelpompenindikkersharkroosterszandvangersvoortstuwersroerwerkenroostergoedverwijdering
slibbehandelingkamerfilterpersenfilterdoeken
waterbehandelingfilterspoelkoppensproeiers
afvalwaterbehandelingcompact installatiesturnkey installatiesbiorotorenvulmateriaal
appendagesregelafsluitersterugslagkleppenmeskantplaatafsluiters
Merrem & la Porte:solide partnervoor de waterzuivering
Merrem & la Porte:van oudsher en voor de toekomst
influent
vijz
els
belu
chte
rs/v
oo
rtstu
wers
MERREM & LA PORTE BVVeilingweg 2, 5301 KM Zaltbommel
Verkoopgroep Water- en Slibtechniek
Telefoon (0418) 57 89 70
Telefax (0418) 51 56 25
Postbus 50, 5300 AB Zaltbommel
E-mail: [email protected]
Internet: www.water-slib.nlAccredited by theDutch Council for
CertificationISO gecertificeerd
Kleur: warm red1_1_stC5_sk_B.indd 1 14-12-2009 10:46:00
DynaSand®: het enigeechte continu zandfi lter
Nordic Water Benelux BV
Van Heuven Goedhartlaan 1211181 KK AmstelveenT +31(0)20 5032691F +31(0)20 [email protected]
Wereldwijd zijn er al meer dan 20.000 units geplaatst.
Continu zandfilter voordrinkwaterproceswater, koelwateroppervlaktewaterafvalwatergrondwaterfosfaatverwijdering
Biologisch filter voornitrificatiedenitrificatie
Do you speak H2O? Meer onafhankelijkheid in
watermeting?Als één van de toonaangevende bedrijven in de proces meettechnologie levert KROHNE een waardevolle bijdrage aan de vereisten van de waterindustrie.
KROHNE’s nieuw ontwikkelde electro-magnetische watermeter WATERFLUX is een complete meetoplossing voor water en afvalwater applicaties.
KROHNE – water is onze wereld
Voor meer informatie zie onze website
www.krohne.comWATERFLUX 3070 C
6472_P39_fc.indd 1 11-12-2009 13:41:17
1000-20-9000-5075 Waternetwerk Voordruk Neerslag 2010 Kleur: fc
Uw par tner voor betaalbare & betrouwbare meet inst rumenten
MJK Automation B.V.Hoofdweg 667 A 2131 BB Hoofddorp
Tel: 0251-672171Fax: 0251-671951
Regio Mid Oost Hellebrekers Technieken 0341 25 26 88 www.hellebrekers.nl
Regio Noord WestFacta Products B.V.0251 36 12 20www.facta.nl
Regio Midden West Kwakernaak B.V. 0184 68 91 68 www.kwakernaak.nl
Regio Zuid Oost Pompen Service Limburg 045 4009721 www.pompen-service.nl
Hieronder vindt u de MJK Partners voor Nederland:
Regio Zuid Aquasystems Zwaans B.V. 0418 57 20 80 www.aszwaans.nl
Regio Zuid WestIstimewa Rotating www.istimewarotating.nl
De Connect® is de nieuwste multi-functionele pomp regelaar van MJK
Het “Groene Hart” voorziet de MJK Connect® van fantastische energiebespa-rende functies.Makkelijk benaderbaar en in te stellen middels het tekst gestuude menu “MJK Energie-optimalisatie” in de MJK Con-nect®.
MJK Connect® Energie-optimalisatie is:
Energie-optimalisatie ®
beschikbaar
MJK Energie-optimalisatie
1_1_stC5_fc_G.indd 1 11-12-2009 13:49:43
Waterstromen exploiteert installa es voor (afval)waterzuivering en slibverwerking. Bedrijven die deze ac viteiten wensen uit te besteden, zijn bij ons aan het
juiste adres. Waterstromen is bereid bestaande installa es over te nemen en te investeren in uitbreidingen, aanpassingen of nieuwe installa es.
Concurrerende prijsvorming met innova eve, duurzame en betrouwbare processen zijn belangrijke kenmerken van onze aanpak.
Waterstromen kan u compleet ‘ontzorgen’.Samen met u vinden wij de beste oplossing!
Waterstromen b.v.Barchemseweg 18Postbus 87240 AA LOCHEMTel: 0573 29 85 51www. [email protected]
6472_P41_fc.indd 1 11-12-2009 14:03:03
1000-20-9000-5325 Waternetwerk Neerslag 2010 voordruk Kleur: fc
Plaatbeluchters als noodbeluchting!De noodbeluchting kan onder andere toegepast worden bij calamiteiten en tijdens onderhouds- en revisiewerkzaamheden aan bestaande beluchtingsinstallaties.
De plaatbeluchters zijn gemonteerd op gekoppelde frameconstructies welke universeel toepasbaar zijn op praktisch alle zuiveringen, daar de frameconstructies alsmede de bijbehorende luchtleidingdelen zijn opgebouwd uit meerdere standaard componenten. De frames kunnen worden gemonteerd, hangend aan de wanden of afgesteund op de vloer van de beluchtingstank.
V OORDELEN
• Montage kan uitgevoerd worden tijdens een inbedrijfzijnde zuiveringsinstallatie.
• Toepasbaar voor verschillende bassinvormen.
• Toepasbaar voor waterdieptes van 1 tot 9 meter.
• Laag energieverbruik.• Snelle montage mogelijk.• Frames, plaatbeluchters,
luchtleidingen en blowers zijn uit voorraad leverbaar.
Fuzzy-Filter®
Voor optimale zwevende stof verwijdering. Filtratiesnelheden tot 100 m/uur.
Bosman Watermanagement B.V. - Steegjesdijk 6 - Postbus 3701 - 3265 ZG PIERSHIL T +31 (0) 186 - 60 60 60 F +31 (0) 186 - 69 13 67 E [email protected] I www.bosman-water.nl
TOEPASSINGEN
• Effluent polishing van rioolwaterzuiveringen
• Voorfiltratie voor andere systemen • Industrie waterbehandeling • Koelwater • Filtratie voor desinfectie• Waterhergebruik systemen• Pulp- en papierproceswater
V OORDELEN
• Zeer hoge filtratiesnelheden mogelijk (tot 100 m/h)
• Samendrukbaar filter medium • Lage waswaterproductie • Lange levensduur van het
filtermedium • Modulair van opbouw • Continu bedrijf mogelijk • Goede filtratieresultaten
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 14:05:22
1000-20-8000-8713 NVA Neerslag voordruk 2010
1000-20-8000-3694 NVA Neerslag voordruk 2009
1000-20-8000-5941 NVA Waterboek 2009
Kleur: fc1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 14:14:14
Postbus 44, 6700 AA Wageningen, T 0317 419 144, F 0317 420 464, www.albersalligator.com
Albers Alligator levert al 25 jaar kwaliteitsproducten voor (tijdelijke) opslag van Rioolwater, Industriële vloeistoffen, Mest en Biogas. Degelijk, duurzaam en bedrijfszeker. Kortom, zorgeloze producten in binnen- en buitenland.
Alligator Biogasbuffer
Alligator Winbag ®
Alligator Rioolbuffer
Uw partner voor al uw elektrotechnische werkzaamheden. Van het aansluiten van een eenvoudige pomp tot en met een compleet geautomatiseerde zuivering.
Bezoek ook onze website www.vdsijs.nl voor actuele projecten.
6472_P44_fc.indd 1 11-12-2009 14:22:24
Melspring ziet water als een bron die vraagt om een meer dan
zorgvuldige behandeling. Onze jarenlange kennis en ervaring
hebben geleid tot een compleet programma chemicaliën voor
o.a. rioolwaterzuivering, drinkwaterbereiding, industriële (afval)
waterbehandeling en slibverwerking.
•Poly-electrolietenNieuwe generatie structuurgemodificeerde poly-electrolieten.
•MetaalzoutenIJzerchlorides / IJzer(chloride)sulfaten / (Poly)aluminiumchlorides& Blends / Natriumaluminaten (alkalische Al-oplossing).
•Koolstofbronnen
•Verkoop en verhuurInstallaties voor aanmaak, opslag en dosering van chemicaliën,zowel permanent als tijdelijk.
Methanol / Ethanol / Azijnzuur / Suikerwaters / Alkalische glycerines / Organische zuren / Blends.
Melspring International B.V. Telefoon: +31 26 3842040, Fax: +31 26 3842041E-mail: [email protected], Website: www.watermelspring.com
1000-20-8000-9640 NVA Neerslag 2010
1000-20-5001-1471 NVA Neerslag 2009Kleur: fc
1_1_stC5_fc_A.indd 1 11-12-2009 14:34:34
1000-20-8000-9772 NVA Neerslag voordruk 2010
1000-20-8000-7960 NVA Neerslag voordruk 2009
1000-20-8000-7264 NVA 2009
Kleur: fc
De Burgmann MG1 is een
van de succesvolste mecha-
nical seals. Op elke gebied
of toepassing zorgt de MG1
in de pompen voor de juiste
afdichting vaak onder
moeilijke omstandigheden.
Meer dan 100 pompfabrikan-
ten over de hele wereld ver-
trouwen op MG1. Reden voor
dit succes: simpel, robuust,
betrouwbaar en eenvoudig
te monteren.
EagleBurgmann MG1 ... het
Origineel. Gewoon goed.
Balgafdichting MG1
... het Origineel!
Voor pompen
met succes.
EagleBurgmann Netherlands B.V.
Koningsschot 9
NL-3905 PP Veenendaal
Phone +31 / 318 / 54 20 00
Telefax +31 / 318 / 54 15 35W e
d i ch t e
na f
v o o r
e e ns c h o n e r m i l i e u .
W e l c o m e t o o u r s e a l i n g w o r l dw w w . e a g l e b u r g m a n n . c o m
1_1_stC5_fc_B.indd 1 14-12-2009 08:57:33
1000-20-9000-5506 Waternetwerk Neerslag 2010 Kleur: fc
Flowserve, specialist in pompen op maat
Het gemaal Hoogland te Stavoren heeft een belangrijke functie in het peilbeheer van de Friese boezem en daarom zijn er door Wetterskip Fryslân maatregelen getroffen om op een veilige en verantwoorde wijze het huidige maalbedrijf te kunnen voortzetten. Een deel ervan is het vergroten van de capaciteit van de huidige pompen en het vernieuwen van de aandrijflijn.
Het gemaal is voorzien van een viertal pompen. De toegepaste waaiers hebben een diameter van 3600 mm. De pompcapaciteit van de huidige pompen, welke sinds 1965 in bedrijf zijn, wordt binnen de bestaande pompconfiguratie, door middel van een hydraulische modificatie door Flowserve met 25% vergroot. Dit houdt in dat de capaciteit van 24,6 m3/s per pomp wordt verhoogd naar 30 m3/s.
De oude aandrijflijn is vernieuwd en bestaat nu uit een toerengeregelde e-motor, frequentieomvormer en tandwielkast, inclusief een nieuw fundatieframe voor deze componenten. Het toerental van de pomp is traploos instelbaar van 45 tot 65 toeren per min.
Flowserve heeft de ombouw van 2 stuks pompen dit jaar gerealiseerd. In 2010 volgt de ombouw van de volgende 2 stuks pompen.
Voor meer informatie, kunt u op ons bellen: 074-2404000 of een e-mail sturen: [email protected]
Wetterskip Fryslân
1_1_stC5_fc_A.indd 1 14-12-2009 09:04:46
1000-20-9000-4886 Neerslag voordruk 2010 kleur: fc
Stankoverlast?
Brabantsehoek 2 • 5071 NM Udenhout • 013 511 74 [email protected] • www.bersselaar.com
Met aluminium afdekconstructies van Van den Bersselaar
wordt geuremissie binnenshuis gehouden.
Kijk op internet: www.bersselaar.com hoe eenvoudig
en degelijk voor-bezinktanks, slibindikkers, zandvangers,
etc. kunnen worden afgedekt of vraag een brochure op!
1_1_stC5_fc_C.indd 1 14-12-2009 09:10:42
1000-20-8000-9496 Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc
Michiel Geise, directeur van ITT Flygt Benelux, gaat genieten van zijn welverdiende pensioen.
Op donderdag 6 maart a.s. zal hij u offi cieel voorstellen aan zijn opvolger. U kunt dan direct van de
gelegenheid gebruikmaken om Michiel ‘vaar - wel’ te wensen.
De receptie vindt plaats op donderdag 6 maart 2008, van 16.00 tot 18.00 uur in
Restaurant Theater café Sybold, Willem Kesplantsoen 5 in Dordrecht. Telefoon +31 (0)78 6145999.
Om ons goed op uw komst voor te bereiden, vragen wij u bijgaande antwoordkaart voor 28 februari 2008
in te vullen en op te sturen. U kunt ook mailen naar Marijke Boeter (marijke.boeter@fl ygt.com).
Zij is voor eventuele vragen bereikbaar via +31 (0)78 6548522.
Op adem komen met onze beluchtingPassie en deskundigheid gaan hand in hand
Waarom worden onze fi jne bellen-beluchtingsschotels vaker voorgeschreven dan welk ander systeem ook? Het antwoord is: passie! Daarom kunnen wij u verzekeren van de hoogste effi ciëntie in beluchting: maximale zuurstofi nbreng bij minimaal energieverbruik.
Onze passie vertaalt zich in toonaangevende expertise in de waterbranche. Zoals blijkt uit de robuuste constructie van onze beproefde systemen, waarin 30 jaar productie-ervaring is ingebouwd. We ontwerpen systemen en daarna blijven we ze testen, in laboratoria en in werkende installaties. Met die gegevens maken we van productverbetering een continu proces.
De resultaten voor u? Optimale prestaties met de laagst mogelijke levensduurkosten. En een gerust hart…
www.ITTtreatment.com
1_1_stC5_fc_G.indd 1 10-12-2009 15:04:38
Endress+Hauser BV
Postbus 6-12
1410 AC Naarden
Tel. (035) 695 86 11
www.nl.endress.com
EH
20
09
-13
6
Memosens verbindt partners.
Endress+Hauser is wereldwijd leverancier van automatiseringoplossingen. Inmiddels heeft
Endress+Hauser meer dan 130.000 Memosens-sensoren verkocht en hiermee een de-facto standaard
gerealiseerd voor sensortechnologie in analyse instrumentatie. Inmiddels ontwikkelen wij de
Memosens-technologie door in samenwerking met andere bedrijven. Meetprincipes waarvoor de
Memosens-technologie reeds beschikbaar is, zijn: pH, redox, geleidbaarheid, opgelost zuurstof en
(vrij) chloor.
Overstappen van analoog naar digitaal loont de moeiteGebruikers besparen gemiddeld 30% tot 50 % vergeleken met analoge pH-metingen. Met de nieuwe
calculator op www.apps.endress.com/memosens , kunt u zelf uw besparing en de terugverdientijd van
uw investering uitrekenen.
Memosens bewijst zichzelf ook op de RWZIVanaf begin 2010 heeft Endress+Hauser de nieuwe Liquiline CM442 meetversterker op de
Nederlandse markt beschikbaar. Deze meetversterker is ontworpen met de eisen van de gebruikers
als uitgangspunt. Deze meetversterker is uiteraard voorzien van Memosens technologie. De Liquiline
CM442 heeft standaard 2 Memosens-ingangen en is eenvoudig uitbreidbaar naar 8 kanalen middels
steekbare modules. Uiteraard gecombineerd met de ‘typische RWZI analysesensoren’: optisch
zuurstof, drogestof, troebelheid en optisch nitraat.
Memobase: kalibreer sensoren op kantoor of in de werkplaatsOptimaliseer sensor- en datamanagement van alle Memosens-sensoren met Memobase. Dankzij dit
softwareplatform kunt u alle kalibraties centraal uitvoeren. Dus niet meer buiten in weer en wind
maar in een omgeving waar u zich goed kunt concentreren. Hiermee reduceert u onderhoudskosten
en wordt de levensduur van de sensoren verlengd.
www.apps.endress.com/memosens
Intelligente sensoren besparen kosten
1000-20-8000-8679 NVA Neerslag voordruk 2010 Kleur: fc 1_1_stC5_fc_D.indd 1 10-12-2009 15:33:33