wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de...

19
4 Maatschappelijke veranderingen inspiratie voor vastgoed wat is jouw inspiratiebron? bouwinvest magazine nr 4 jaargang 2 oktober 2011 27 Duurzaamheid inspireert huurders tot andere leefwijze 22 Prinsenhof krijgt met de WTC-licentie nog meer allure

Transcript of wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de...

Page 1: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

inb

eeld n

r 4 ok

tob

er 2011

4 Maatschappelijke veranderingen inspiratie

voor vastgoed

wat is jouw inspiratiebron?

bouwinvest magazinenr 4 jaargang 2 oktober 2011

27 Duurzaamheid

inspireert huurders

tot andere leefwijze

22 Prinsenhof krijgt

met de WTC-licentie

nog meer allure www.bouwinvest.nl

ColofonUitgave

Bouwinvest

La Guardiaweg 4

Amsterdam

Postbus 56045

1040 AA Amsterdam

T +31 (0)20 – 677 1600

F +31 (0)20 – 677 1700

[email protected]

www.bouwinvest.nl

Coördinatie en eindredactie

Afdeling Marketing & Communicatie Bouwinvest

Redactioneel concept

Afdeling Marketing & Communicatie Bouwinvest

Hans Ouwerkerk, Ouwerkerk Tekst & Advies

viervier

Grafi sch concept en ontwerp

viervier

Tekst en redactie

Bouwinvest

Liesbeth van der Pol

Hans Ouwerkerk, Ouwerkerk Tekst & Advies

Fotografi e

Twan de Veer

Drukker

Akxifo

oktober 2011

Page 2: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

3

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

4 InspiratieWat inspireert de vastgoedsector?

Waardoor komen ontwikkelingen op gang

en hoe gaat de sector daar mee om?

1 Marktverhaal – Inspiratie, bron voor

initiatieven

2 Visie – Markt als inspiratiefactor

3 Rondetafelgesprek – Inspiratie om

te innoveren

22 In Ontwikkeling‘Van internationale allure’

Prinsenhof Den Haag heeft de WTC-

licentie gekregen. Het voelt aan

als een kroon op het gebouw.

27 SamenSamenwerken voor duurzaamheid

Iris Gelten van Bouwinvest en

Maarten Dansen van DGBC over het

duurzaamheidonderzoek onder huurders.

“Duurzaamheid staat meer in de

belangstelling.”

30 ZekerToekomst als grote inspiratiebron

Professor Guus Boender is duidelijk.

“Pensioenbestuurders moeten niet alleen

voor de toekomst investeren, maar ook in

de toekomst.”

32 Met Passie‘Ik geloof in deze straat’

Sommige mensen worden geïnspireerd

door een straat. Nel de Jager is zo iemand.

Jaren geleden raakte zij helemaal in

de ban van de Haarlemmerdijk e.o. in

Amsterdam.

En verder3x Inspiratie 16

Ter Zake 20

Column 26

22

324InspiratieIk vind inspiratie, het thema van dit nummer,

een mooi woord. Het heeft iets uitdagends.

Inspiratie zorgt ook voor gedrevenheid. Een

goed voorbeeld daarvan vind ik elders in deze

uitgave het verhaal van winkelstraatmanager

Nel de Jager. Geïnspireerd door haar overtuiging

dat de Amsterdamse Haarlemmerbuurt een

echte winkelstraat moest hebben, zette zij zich

hiervoor met hart en ziel in. Terecht ontving zij

tijdens de Provada voor haar inspanningen de

Piet Kranenberg-ring.

Dergelijke geïnspireerde personen houden je

een spiegel voor. Het zet je aan het denken over

wat je eigen inspiratiebron of drijfveer is. Goed

beschouwd zijn dat voor Bouwinvest de mensen

die door onze inspanningen maandelijks van

hun pensioen kunnen genieten. Ook worden wij

geïnspireerd door de wensen van onze huurders.

Juist het vertalen van deze wensen in vastgoed-

producten zorgt voor aansprekende woningen

en kantoren met nauwelijks leegstand.

Het mooie aan inspiratie is ook dat je het uit zo

veel dingen kunt halen. Zo vind ik evenementen

altijd inspirerend. Praten met anderen, kennis-

delen en nieuwe ideeën op doen. Met dat doel

zijn we aanwezig op de Provada, de Expo Real

in München, doen we mee aan de Dutch Green

Building Week en organiseren wij onze eigen

investorseminars. En, niet te vergeten, maken

we ons eigen relatiemagazine.

Ik wens u inspirerend leesplezier,

Dick van Hal, directievoorzitter

10

inleiding

Page 3: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

5

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

4

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

t

De rol van vastgoed in de samenleving is door de jaren heen telkens

veranderd. Van bijvoorbeeld zorgen voor een dak boven het hoofd tot

de financiële aanjager van de consumptiemaatschappij. De grootste

transformatie heeft echter sinds de crisis plaats. Immers, niet langer

is de samenleving, maar juist het individu de grootste inspiratiebron

voor de vastgoedsector.

De veranderende rol van vastgoed

Kleinpolder in het zuiden van de Rotterdamse

deelgemeente Overschie heeft in 1947 de

primeur. Dit is de eerste wijk in Nederland waar

met de wederopbouw wordt begonnen. Steden-

bouwkundige Lotte Beese heeft voor Kleinpolder

een wijk bedacht met veel hoogbouwflats waar

uiteindelijk 33.000 mensen hun thuis in moesten

vinden. Het is de zogenoemde wijkgedachte die

Beese heeft geïnspireerd: buurten met moderne

woningen die een uniforme uitstraling en

inrichting hebben. De hoogbouw zorgt er voor

dat de wijk ruim van opzet is. Tussen de flats

komen groenstroken. Hier kunnen de bewoners

elkaar ontmoeten en bouwen aan een sociale

cohesie.

1 marktverhaal

Inspiratie bron voor initiatieven

In dit artikel…Gaan we met zevenmijlslaarzen door

de na-oorlogse ontwikkelingen in het

vastgoed. Wat is de inspiratiebron voor de

veranderingen geweest. De wensen van de

consument of zijn de grote ontwikkelingen

simpelweg door de marktomstandigheden

afgedwongen?

1950 – 1960  het zijn de beroemde 

wederopbouwjaren. in hoog 

tempo worden heel efficiënt 

galerijflats bijna letterlijk uit de 

grond gestampt.

Page 4: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

7

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

6

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

1 marktverhaal

t

voorbeeld van wonen in de toekomst. Wonen in

ruime appartementen in het groen.

PrivacyIn de zeventiger jaren willen mensen steeds meer

privacy. Het individualisme doet in de maatschap-

pij zijn intrede en het wonen in galerijflats, die

allemaal dezelfde uitstraling hebben, staat daar

natuurlijk haaks op. Gezinnen die het zich kunnen

veroorloven verhuizen naar eengezinswoningen

die in de zogenoemde ‘groeikernen’ worden

gerealiseerd. Wonen in ‘nieuwe’ kernen als

Purmerend, Zoetermeer, Almere en Nieuwegein is

in. De uitstroom van vooral ook weer de midden-

klasse heeft flinke gevolgen voor de stad. Het

inwonersaantal loopt terug en vooral de naoor-

logse wijken en oude stadsvernieuwingsgebieden

worden het domein van migranten. Pas in de jaren

negentig begint de stad weer wat aan populariteit

terug te winnen. Dit komt ook door de transforma-

tie van terreinen die hun oorspronkelijke functie

verloren hebben in aantrekkelijke woongebieden.

Gebieden waar de scheiding tussen wonen en

werken veel minder strikt is. Voorbeelden daarvan

zijn de Kop van Zuid in Rotterdam, de IJ-oevers en

het Oostelijk Havengebied in Amsterdam en het

Céramique-terrein in Maastricht.

Compacte stadEind jaren ‘80 draagt het ministerie van VROM met

de Vierde Nota-extra de compacte stadsgedachte

uit. Ruim 600.000 woningen moeten er in hoge

dichtheden tussen 1995 en 2005 op locaties aan de

randen van de steden worden gebouwd. De

Vinex-woning wordt een begrip en bekritiseerd

maar vindt wel gretig aftrek. Logisch, want de

eigen woning is door de bijna automatische

waardevermeerdering en verschillende hypo-

theekvormen verworden tot een flappentap voor

luxeartikelen als caravans, auto’s en verre

vakantiebestemmingen.

Klant als inspiratiebronDe recente kredietcrisis heeft de woningmarkt

aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-

heid bij de woonconsumenten over de gevolgen

van de crisis voor hun baan, inkomen en bezuini-

gingsmaatregelen van het rijk, dat zij een pas op

de plaats maken. De doorstroming stokt. Nieuw-

bouwplannen voor zowel huur- als koopsector

worden geschrapt of moeten flink worden

aangepast. De omwenteling van een aanbod- naar

een vraaggestuurde markt is voor veel ontwikkel-

partijen wennen. Er moet op een hele andere

manier met consumenten worden gecommuni-

ceerd. Anderen vinden er de inspiratie voor totaal

nieuwe producten. Producten en woonconcepten

die niet over de consument heen zijn bedacht maar

juist voor of, beter nog, sámen met de consument

worden bedacht. Met andere woorden, de wensen

van de individuele woonconsument als nieuwe

inspiratiebron. En deze bron is misschien wel

onuitputtelijk.

‘De buurt als kraamkamer

voor de nieuwe welvaart’

1970 – 1990  de individualisering 

viert hoogtij. de behoefte aan 

eengezinswoningen is groot. 

stadsvernieuwing bepaalt het 

straatbeeld in de stad.

1960 – 1970    midden jaren zestig 

start het groeikernenbeleid. 

gemeenten als zoetermeer 

en purmerend worden de 

woonparadijzen voor gezinnen.

NavolgingHet is een aanpak die in het hele land navolging

krijgt. Overal verrijzen aan de randen van de stad

ruime hoogbouwwijken die in rap tempo de door

de oorlogsjaren hoog opgelopen woningnood

moeten oplossen. De stedenbouwkundige

gedachte bij deze wijken is geïnspireerd op de

vooroorlogse architectuurtheorie om goed en

modern wonen voor alle burgers toegankelijk te

maken. De nieuwbouw wordt, zeker wanneer het

economisch wat beter gaat met Nederland,

bevolkt door de opkomende middenklasse.

Jonge gezinnen met goede vooruitzichten die zich

een moderne huurflat kunnen veroorloven. De

buurt als kraamkamer voor de nieuwe welvaart.

Op basis van de functionele stad-ideeën van de

Zwitsers-Franse architect Le Corbusier, begint in

1966 de bouw van de Bijlmermeer als staduitbrei-

ding van Amsterdam. Kern van de functionele stad

is een strikte scheiding tussen wonen, werken en

recreëren. De Bijlmermeer is volgens de architect

en stedenbouwkundige Siegfried Nassuth hét

Page 5: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

9

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

8

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

t

2 visie

De ontwikkelingen van het vastgoed kenmerken

zich door golfbewegingen die vaak beleidsmatig

worden ingezet; de naoorlogse woningbouw,

het groeikernenbeleid, de stadsvernieuwing en

Vinex. Maar het zijn vervolgens de economische

omstandigheden die de ruimte voor nieuwe

ontwikke lingen bepalen. Kortom, de markt als

inspiratie factor.

De regelgeving neemt toe waardoor de ruimte

voor vernieuwing een stuk beperkter is. Ook

risicomanagement speelt een belangrijke rol. Sinds

de laatste crisis ligt de nadruk op het inzichtelijk

maken en beheersen van de risico’s. En daarmee is

er minder ruimte voor innovaties. Risico’s die een

project kunnen bedreigen wegen immers zwaarder

dan het uitzicht op mogelijke opbrengsten. Dat tij

is te keren door een flink risicobudget te alloceren.

Alleen de rendementen zijn momenteel niet

zodanig dat daar de ruimte voor is. In tijden dat je

tien procent rendement hebt, is het gemakkelijk

om één procent te reserveren voor het risicobud-

get of nieuwe ideeën. Maar helaas leven we

momenteel niet in die wereld.

‘Zegt u het maar’Van ‘aanbod- naar vraaggestuurd’ wordt naar ons

idee nog te vaak vertaald naar “zegt u het maar”.

Of we het in de woningmarkt via co-creatie doen,

(collectief) particulier opdrachtgeverschap of via

traditioneel marktonderzoek: er is maar een kleine

groep consumenten die zin heeft én in staat is zelf

een woning te bedenken en te laten ontwikkelen.

Consumenten hebben vaak geen idee wat bepaal-

de ideeën kosten, of wat de doorlooptijden of

praktische bezwaren zijn. De crux zit hem in de

uitkomst van een onderzoek van nota bene een

bedrijf gespecialiseerd in co-creatie. Dat is dat

goede marketingmensen en specialisten minstens

zo goed, ja, zelfs beter dan consumenten in staat

zijn om nieuwe en unieke oplossingen te beden-

ken. Echter, je hebt de klánt nodig om de juiste

relevantie te bepalen. Dit is ook intuïtief juist.

Immers, de meeste niet-specialisten weten niet

wat de mogelijkheden zijn. Welke automobilist had

uit zichzelf een antiblokkeersysteem bedacht?

Dit betekent dus niet het klantdenken als haarlem-

merolie introduceren. Maar juist diepgaande

klantkennis verwerven, en op een gestructureerde

manier tot nieuwe mogelijkheden komen om

vervolgens samen prioriteiten vast te stellen.

Zo ontwikkelen professionals bruikbare nieuwe

producten, geïnspireerd door diepgaand inzicht in

de klantwensen.

GemakkenBinnen de sectoren wonen, kantoren en winkels

zijn wij dan ook volop bezig met de veranderende

marktomstandigheden. Goede voorbeelden

daarvan zijn de ontwikkeling van de zogenoemde

‘Bouwinvestwoning’ die, van alle gemakken

voorzien, aansluit bij de vraag van onze klanten.

En initiatieven zoals het actief bezig zijn met de

seniorenhuisvesting en het toepassen van ‘het

nieuwe werken concept’ in kantoren. Als het gaat

om het omgaan met het overschot aan leegstaande

kantoren dan ligt er voor de vastgoedsector nog

een opgave. Hoewel wij er zelf geen voorraad van

hebben, moeten we bij nieuwbouw in het kader van

onze maatschappelijke verantwoordelijkheid wel

een oplossing voor leegstand bieden. De winkel-

markt is eveneens volop in beweging. We zijn van

de naoorlogse winkelstrips via geconcentreerde

winkelgebieden naar grootschalige detailhandels-

vestigingen gegaan. De kale functie van de winkel

gaat verdwijnen. Dit komt vooral door de intrede

van internet en de toenemende populariteit van

webshops. Het winkelen wordt meer een dagje uit.

Naast hele grootschalige concepten heeft de

consument ook behoefte aan kleinschaligheid.

BalancerenWe zitten momenteel in de fase van balanceren.

Enerzijds zetten we ons in om aan de wensen van

onze huurders te voldoen en anderzijds om

voldoende rendement te maken om de partijen

die in onze fondsen beleggen tevreden te houden.

En dat in een periode waarin de middelen schaars

zijn. Tegelijkertijd zet de crisis iedereen wel weer

met twee benen op de grond, een inspirerende

gedachte…

2000 +  de woonconsument wil 

terug naar de menselijke maat. 

geen grote bouwlocaties meer 

maar kleinschalig en meer 

maatwerk is het devies.

Huurder als inspiratorKlantgericht ontwikkelen. De term wordt, zeker in

de vastgoedwereld, te pas en te onpas gebruikt.

Maar wat er mee wordt bedoeld, blijft veelal

ongewis. Onmiskenbaar wordt de invloed van de

klant op het eindproduct steeds groter. Logisch,

alleen de producten die naadloos aansluiten bij de

vraag vinden voldoende aftrek. Het vergt continu

in gesprek gaan met de consument. Wij geven daar

handen en voeten aan door bijvoorbeeld ons

huurderspanel regelmatig te bevragen over

nieuwe ontwikkelingen en wensen.

‘We moeten ons laten inspireren

door onze creativiteit’

1990 – 2000  marktpartijen gaan  

met de vinexbouw aan de gang.  

de belangstelling voor de 

woningen op de nieuwe een-

vormige woonenclaves is groot.

Markt als inspiratiefactor

Page 6: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

11

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

10

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Inspiration exists, but it has to find you working pablo picasso

Page 7: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

13

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

12

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Halverwege het rondetafelgesprek merkt Tom Espinosa, eigenaar

van Hotel V in Amsterdam, op dat de hotelbranche op sommige

punten even conservatief is als de vastgoedsector. “Maar ook in

onze sector is er het besef dat we moeten innoveren. Hotels die

daar niet voor openstaan zien dat direct terug via social media

waar gasten laten weten wat ze van je vinden. Dus je merkt het

direct aan je bezettingsgraad, kamerprijs en tevredenheid van het

personeel. Met andere woorden, alles gaat disfunctioneren als je

niet innoveert.” Erwin Drenth, manager van de afdeling marketing

en communicatie van Bouwinvest is het met Espinosa eens.

“Zowel de vastgoedmarkt als de beleggersmarkt, de twee

terreinen waar wij ons op bewegen, vragen daar om. Je hebt de

corporaties, de huursubsidies, hypotheekrenteaftrek, grondposi-

ties die vastliggen; een heel stramien waar je aan moet werken.

Dus innovatie is van cruciaal belang. Tegelijkertijd vluchten

pensioenfondsen uit de beursaandelen en zijn ze op zoek naar

stabiele beleggingsvormen. Ik denk dan ook dat als wij als sector

laten zien dat wij met die partijen meedenken en met concepten

In dit artikel…Gaan Tom Espinosa, directeur Hotel V,

Erwin Drenth, marketingmanager Bouwinvest,

Robert Jooren, hoofd verkoop Van Ganse-

winkel, Frank van Beek, directeur Lingotto,

Dick van Hal, directievoorzitter Bouwinvest

en Jacqueline Rempt van Remptation

met elkaar in gesprek over innovatie in

de vastgoedsector.

Voor de deelnemers aan het rondetafelgesprek is het glashelder: de

vastgoedsector moet meer innoveren. Niet alleen op productniveau maar

vooral ook op procesniveau. Op zoek naar de onderscheidende factor,

nieuwe samenwerkingsvormen met andere sectoren en vooral nieuwe

businessmodellen. Daarom dit gesprek: inspiratie om te innoveren.

t

3 rondetafelgesprek

Inspiratie voor innovatie

Page 8: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

15

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

14

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

werd begrepen. Dus we hebben veel energie

gestoken in het verkondigen van de boodschap

‘Afval bestaat niet’. Maar ook veel geluisterd naar de

klant. Hoe reageert die en welke visie heeft hij op

onze boodschap? Overigens is het natuurlijk wel zo

dat afval inzamelen bij klanten onze kernactiviteit

blijft. Daar is onze grondstoffenbenadering aan

gekoppeld, maar ook onlosmakelijk mee verbonden.”

Frank van Beek: “Het is een doodlopende straat als je

afval alleen maar benadert als kostenpost. Dus

mede met de eindigheid van grondstoffen is het

voor jullie een logische stap geweest om te zeggen,

‘Afval is geen kostenpost maar juist een profitpost’.”

Jooren: “Absoluut. We hebben daarvoor ook

samenwerking met andere partners gezocht en

andere branches hebben die samenwerking met ons

gezocht. Omdat bedrijven als Philips en Ahrend ook

weten dat ze op termijn de materialen niet meer

hebben waarmee zij hun producten kunnen maken.

Dus van beide kanten is er het besef van ‘hé we

hebben elkaar nodig’. En dan is het mooi om te zien

dat er door die samenwerking een concreet product

wordt gemaakt. Een product dat deels bestaat uit

stoffen die eens afval waren. Binnen onze organisa-

tie zijn daar overigens meer mensen mee bezig dan

het aantal dat zich bezighoudt met het vergaren van

afval.” Drenth: “Wat jullie hebben gedaan is op een

andere manier kijken naar je bedrijfsvoering en het

product waar jullie mee bezig zijn. Een parallel met

de vastgoedmarkt zou kunnen zijn dat woningen niet

het eindproduct zijn maar een grondstof om andere

producten aan te bieden zoals verzekeringen,

hypotheken etc. Dat is ook innovatie.”

Offensief“Er is een offensieve reden om te innoveren. Je moet

gezien worden wil je uiteindelijk rendement blijven

maken. Dus moet je dingen anders doen dan

anders”, zegt Espinosa. “Maar”, brengt Erwin Drenth

naar voren, “wil jij als pensioendeelnemer dat er met

jouw pensioengeld wordt geïnnoveerd? Want het

betekent ook dat er dingen fout kunnen gaan.”

Jacqueline Rempt vindt juist van wel. “Dan moet je

degene voor wie je het doet er wel nadrukkelijk bij

betrekken. Dus die burger om wiens kapitaal het

gaat en die uiteindelijk moet zeggen ‘dit is waarde-

vol en mijn geld waard’. Sluit aan bij actuele thema’s

zoals de gezonde stad, de bedrijvige stad. Mobiliseer

de vraag nog voor je investeert. Dat reduceert het

risico. Dan krijg je ook die nieuwe businessmodel-

len.” Volgens Frank van Beek moet er wel

onderscheid worden gemaakt tussen proces- en

productinnovatie. “Bij productinnovatie gaat het om

hoe goed de woning of het kantoor is en hoe we het

ontwerp kunnen verbeteren. In termen van proces-

innovatie gaat het om het betrekken van de

gebruikers en het slim in elkaar zetten van de keten

van ontwikkelen, realiseren en financieren.”

FinancieringVooral financiering is in de sector een lastig punt en

een van de oorzaken dat de woningmarkt op slot zit.

Dick van Hal: “En het lukt ons als maatschappij maar

niet om die zaak vlot te trekken.” Frank van Beek:

“We hebben jarenlang een luxepositie gehad. Als je

een huis wilt kopen ga je naar de bank en die leent je

het geld wel. Sparen was er niet bij. Maar die tijd is

echt voorbij. We moeten ons vermogen op een hele

andere manier realiseren. Wellicht in een vorm van

‘ik financier voor en jij gaat wekelijks tien uur voor

mij werken’.” Jacqueline Rempt: “Dat is een nou een

voorbeeld van een heel nieuw businessmodel.” Tom

Espinosa: “Zo zijn er heel veel nieuwe initiatieven te

bedenken. Ik ben ook niet zo somber over de

vastgoedsector. Het gaat vooral om keuzes maken.

Luister naar je klant, leef je in en zoek naar je

onderscheidende factor. Innovatie is vooral ook leuk

om te doen. Je krijgt een soepeler organisatie en je

krijgt er blijere klanten door.” “De kern van het

verhaal is”, besluit Van Hal, “dat het zit in het

aanpassingsvermogen van je organisatie. Dat vergt

iets van je mensen. En het houdt je scherp.”

Lees de integrale weergave van dit rondetafel-

gesprek op www.bouwinvest.nl

‘Het gaat om keuzes maken en

luisteren naar de klant’

komen, er kansen liggen.” “De omgeving aan zowel

de investeerderskant als aan de vastgoedkant is

enorm aan het veranderen. Het wordt allemaal

dynamischer en gaat steeds sneller. En daar

moeten we op anticiperen” vult Dick van Hal,

directievoorzitter van Bouwinvest, aan.

De openingsvraag van gespreksleider Marjet

Rutten of de vastgoedsector moet innoveren heeft

de aanwezigen direct bij de les getrokken. Volgens

Jacqueline Rempt, eigenaar van Remptation

innovatie support, zijn het de gevolgen van de

crisis die het voor de vastgoedsector simpelweg

noodzakelijk maken om te innoveren. “Hoewel

ik niet uit de branche kom, denk ik dat de wijze

waarop de sector tot nu toe heeft gefunctioneerd,

niet langer meer houdbaar is. Er ontstaat een

nieuw speelveld. Tot op heden is er steeds

geïnvesteerd voor de korte termijn. De aandeel-

houder wil rendement zien en dat is wat ons

handelen drijft. Dat maakt het tegelijkertijd lastig

om voor de lange termijn in innovatieve duurzame

ontwikkelingen te investeren terwijl dat wel nodig

en uiteindelijk meer rendabel is. Dat moet je dus

op de een of andere manier zien te doorbreken.

Vooral omdat we lange termijn oplossingen nodig

hebben omdat bijvoorbeeld onze huidige grond-

stoffen eindig zijn. ”

Pensioenkapitaal“Met andere woorden”, vult Frank van Beek,

directeur van Lingotto, aan “je wilt het begrip

rendement niet alleen beperken tot geld maar je

trekt het nadrukkelijk breder en gaat het ook om

het maatschappelijk rendement.” Jacqueline

Rempt knikt. “Ik ben bezig met de oprichting van

de stichting 0.0. De gedachte is dat we met

pensioenkapitaal van de burger innovaties kunnen

realiseren gericht op het vervullen van primaire

levensbehoeften zoals voldoende goede voeding,

menselijke woonomgeving, hernieuwbare energie,

meer welzijn en welvaart en tegelijkertijd het

rendement op dat vermogen van de burger

verhogen. Dus de kwaliteit van leven voor de

burger wordt hoger en het rendement op zijn

kapitaal wordt groter.”

VoorbeeldVan Gansewinkel is voor de deelnemers aan dit

rondetafelgesprek hét voorbeeld van een bedrijf

dat, geïnspireerd door grondstofschaarste,

veranderende (milieu)wetgeving en economische

vooruitzichten, als afvalverzamelaar en verwerker

een geheel nieuwe koers is gaan varen. “Het was

voor ons ook heel spannend toen we besloten

‘we gaan geen afval inzamelen maar grondstoffen

leveren’. Het heeft op alle niveaus, zowel binnen

als buiten onze organisatie, tijd gekost voordat dat

‘Innovatie is leuk en je krijgt een

soepeler organisatie’

vervolg pagina 13

Om morgen mee te beginnenGespreksleider Marjet Rutten vroeg de deelnemers naar

ideeën waar de vastgoedsector direct mee aan de gang

kan. Voor Robert Jooren is dat op zoek gaan naar andere

branchevreemde partijen en daar samenwerkingsverbanden

mee sluiten. Dat vindt ook Jacqueline Rempt: “Haal

bijvoorbeeld de energiesector en de creatieve sector er

bij.” Tom Espinosa: “Zoek de pareltjes.” Frank van Beek:

“Focus op het proces van transformatie van leegstaande

kantoren naar woningen.” Dick van Hal kiest voor werken

aan imagoverbetering van de sector en Erwin Drenth ziet

mogelijkheden voor “minder gemakzuchtig klantdenken”.

t

3 rondetafelgesprek

Inspiratie voor innovatie

Page 9: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

17

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

16

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

“Ik heb mijn vriendin wel moeten overhalen.

Want ik wilde echt op een boot wonen. Ik bladerde

in het NAi een boek door over waterwonen en dacht

‘dit wil ik ook’. Dus gingen we schepen bekijken en

stuitten uiteindelijk op een monumentaal schip

van 28 meter lang. Prachtig. En ook van binnen best

wel mooi. We kregen in Zaandam een ligplaats en

hebben daar drie jaar in dat schip gewoond. Het

kon ook nog varen dus hebben we nog veel tochten

gemaakt. Je bent echt vrij. En dat is voor mij een

inspirerende gedachte.

Het woonoppervlak was echter relatief klein en

er was weinig uitzicht. Op onze zoektocht naar

iets groters kwamen we uit bij een zogenoemde

Kempenaar, een vrachtschip met een lengte van 50

meter en 6, 60 breed. Deze boot is speciaal gebouwd

voor de kanalen in Zuid-Nederland en Vlaanderen.

Er kwam vervolgens wel het nodige bij kijken.

Zo moesten we een vergunning hebben van de

gemeente en uiteraard ook een hypotheek. Vooral

dat laatste is voor een schip niet echt simpel.

Vervolgens hebben we in negen maanden tijd de

boot op een werf in Friesland verbouwd. Mijn

vriendin is ontwerpster van tentoonstellingen.

Zij heeft veel zelf ontworpen. Met als resultaat een

boot met vijf slaapgelegenheden, een loftachtige

woonkamer, een woonkeuken, twee badkamers

en een sauna. Eigenlijk is het een hele luxueuze

woning. Het wonen voelt ook heel

goed. En ik kan met mijn eigen huis

verhuizen, als we dat zouden willen.

Dat is toch het grote voordeel van

wonen op een schip.”

1

Naam Bas van Schelven

Inspiratie een boek over wonen

op het water

Omdat ik toen op het idee kwam om

in een boot te gaan wonen

Bas van Schelven werkt sinds 1 september

bij Moervast/Waterwonen in Rotterdam.

Hij woont samen met vriendin en dochter

op een voormalig vrachtschip dat ze voor

een groot deel zelf hebben verbouwd.

‘Leegstaande kantoren zijn mijn inspiratiebron’

3x overinspiratie

Inspiratie. Voor de een is het een boek dat hem aanzette

om anders te gaan wonen, de ander vindt het bij mensen

die hem weten te verrassen. En de derde loopt warm voor

leegstaande gebouwen. Bas van Schelven, Emilie Vlieger en

Jan de Haas over inspiratie.

‘Ik kan met mijn eigen

huis verhuizen’

Page 10: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

19

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

18

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

“Pionieren zit in mijn bloed. Toen ik zes

jaar geleden de zestig passeerde, wilde

ik dan ook niet op mijn lauweren gaan

rusten. Maar ik heb nooit kunnen bevroeden dat

ik met Studio Hergebruik boven op een trend zat.

Het hergebruik van oude materialen in nieuwe

design gebruiksvoorwerpen of kunstwerken is in.

Dat komt ook door alle aandacht die er is voor

duurzaamheid. De Studio is een begrip geworden.

Daar heeft de locatie aan de Coolsingel natuurlijk

enorm bij geholpen. Het gebouw zou worden

herontwikkeld en eigenaar Bouwinvest was op

zoek naar een tijdelijke gebruiker. Ik ben dankbaar

dat wij hier de kans hebben gekregen. Het was een

levende etalage.

Het is ook een combinatie van een winkel,

expositieruimte, atelier, workshopruimte én

ontmoetingsplek. Tegelijkertijd is het natuurlijk

een nichemarkt. Als je dit wilt beginnen in een

ruimte waarvoor je een marktconforme huur moet

betalen, dan ga je het niet redden. Inmiddels

zorgen we toch voor flink wat werkgelegenheid.

Studio Hergebruik is daardoor een economische

factor geworden voor mensen in een sector waar

het niet makkelijk is om een fatsoenlijk salaris te

verdienen.

We zijn nu een nieuwe fase ingegaan. Het pand aan

de Coolsingel is verkocht en sinds september zijn

we gevestigd aan het Rijnhoutplein. Ook een prima

plek. Wel is de workshopruimte elders onder-

gebracht. De nieuwe ruimte is nu eenmaal wat

kleiner dan wat we hadden aan de Coolsingel. Ach,

ik ben dit ooit begonnen met het idee om een leuke

hobby te hebben. De hobby heeft mij wel mee op

drift genomen. Het houdt mij jong.”

‘Ik was op zoek naar

een leuke hobby’

3

Naam Jan de Haas

Inspiratie ontwerpers en klanten

Omdat ontwerpers mij steeds ver-

rassen en klanten zo enthousiast zijn.

Jan de Haas is directeur van Studio

Hergebruik in Rotterdam. Zes jaar gele-

den begonnen met zeven ontwerpers.

Inmiddels zijn er zeventig ontwerpers

bij betrokken.

“Zes jaar was ik toen mijn vader mij

meenam naar Rotterdam om daar in de

haven naar schepen te kijken. Ik had

totaal geen oog voor de boten maar keek mijn

ogen uit naar de gebouwen en bruggen om mij

heen. Vervolgens hebben wij er een rondje

architectuur van gemaakt. Met terugwerkende

kracht denk ik dat toen de liefde voor architectuur

is ontstaan.

Toch ben ik met Kunst & Economie aan de Hoge-

school voor de Kunsten in Utrecht een heel andere

studie gaan volgen. Maar met mijn afstudeer-

scriptie ‘Locatiemarketing bij revitalisering van

leegstaande kantoorlocaties in de stad’, keerde ik

als het ware toch terug naar de bebouwde

omgeving. Het vinden van oplossingen voor

leegstaande kantoren is een flinke uitdaging en

voor mij een bron van inspiratie. Het is zoeken naar

de mogelijkheden van een gebouw in relatie tot

zijn omgeving. En dat kan de ene keer een bedrijfs-

verzamelgebouw voor startende kleine

ondernemingen zijn, de andere keer is dat

bijvoorbeeld een centrum voor kunstenaars. Een

locatiemarketeer heeft de rol van bemiddelaar en

koppelt vastgoed en toekomstige gebruikers aan

elkaar. De nieuwe functie wordt, om de gewenste

doelgroep te bereiken, met passende communica-

tiemiddelen in de markt gezet. Dat is een heel

creatief proces waarbij je, zeker in het begin,

zogenoemde ‘superpromoters’ nodig hebt.

Enthousiastelingen die zich achter het idee

scharen en dit met passie uitdragen en anderen

inspireren. Geweldig.”

‘Enthousiastelingen

dragen hun passie uit

en inspireren’

2

Naam Emilie Vlieger

Inspiratie leegstaande gebouwen

Omdat zij uiteindelijk leiden tot

vernieuwende ideeën

Emilie Vlieger is locatiemarketeer en

heeft met Vliegerprojecten een eigen

bureau. Daarnaast werkt zij samen met

APTO, architectuur & planontwikkeling

uit Amsterdam.

Page 11: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

21

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

20

In het kader van het Erasmus Festival organiseert Bouwinvest op

dinsdag 22 november een bijzonder symposium in de AaBe

fabriek in Tilburg. Onder het motto “AaBe in Perspective; social,

urban and cultural aspects of public space in Tilburg”, buigen

onder andere architect en stedenbouwkundige Joan Busquets en

architect, stedenbouwkundige en voormalig Rijksbouwmeester

Kees Rijnboutt zich over de inrichting en vormgeving van de

openbare ruimte. Dit is ook het centrale thema van het Erasmus

Festival. Eerder al krijgt Busquets de Erasmusprijs uitgereikt. Het

Erasmus Festival wordt van 19 tot en met 27 november gehou-

den. Bouwinvest is hoofdsponsor van dit jaarlijkse evenement.

Voor meer informatie, zie www.erasmusfestival.nl

Vrijheid, gemak en dé manier om te zien of wonen in een bepaalde buurt bevalt. Dat

geven huurders van Bouwinvest als belangrijkste reden om een woning te huren. Dat

blijkt uit het klantenonderzoek dat Bouwinvest eerder dit jaar heeft gehouden. Veel

verschuivingen ten opzichte van het onderzoek uit 2007 zijn er niet. Hoewel, meer

huurders geven de economische onzekerheid als reden om te huren. Onder vijf

deelnemers is een maand gratis huur verloot. De familie Poeckling uit Amsterdam

was een van de gelukkigen.

Nederland in het algemeen en de Amsterdamse

regio in het bijzonder zijn tijdens de Expo Real 2011

onder de aandacht van institutionele investeerders

gebracht. Bouw invest stond samen met circa

vijftien private en publieke partijen gedurende de

driedaagse beurs in de stand van Amsterdam

Metropolitan Area. Internationale investeerders

kregen hier een compleet beeld van de economi-

sche en culturele ontwikkeling van de Amsterdamse

regio. De Expo Real was voor Bouwinvest tevens de

gelegenheid om de naamsbekendheid op de

internationale investeerdersmarkt te vergroten.

De herontwikkeling van het gebouw Beurspassage en Gravenstraat in Amster-

dam is een stap dichterbij. Bouwinvest heeft onlangs de haal baarheidsstudie

laten uitvoeren naar het optimaliseren van het winkel- en kantoren complex aan

het Damrak en de Nieuwendijk en het tegenover gelegen pand aan de Graven-

straat. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om de complexen van in

totaal 12.500 m2 winkels en ruim 13.000 m2 kantoren flink op te knappen. Van de

twee complexen wordt het uitstralingsniveau verhoogd en de courantheid

verbeterd. Ook zullen de gevels volledig in een nieuw jasje worden gestoken.

In 2015 moet de herontwikkeling klaar zijn.

t

ter zake

AaBe Fabriek decor voor Erasmus-seminar Huren betekent vrijheid

Bouwinvest in München

Herontwikkeling Beurspassage dichterbij Financieel Directeur Rob Vroom gaat Bouwinvest na acht jaar verlaten.

Vroom heeft de afgelopen jaren een grote bijdrage geleverd aan het opzetten

van Bouwinvest als zelfstandige vastgoedonderneming en de transformatie

die daarop volgde naar een zelfstandige vastgoedvermogensbeheerder.

Nu daarvoor een stevige basis is gelegd gaat hij met ingang van 1 november

aanstaande op zoek naar nieuwe uitdagingen. Uiteraard danken wij Rob Vroom

voor zijn grote inzet en wensen hem alle succes en geluk toe voor de toekomst.

Rob Vroom vertrekt

In deze rubriek de belangrijkste ontwikkelingen in

onze fondsen in 2011 tot nu toe. Zo zijn er onder andere

voor het Residential Fund 74 appartementen en twee

commerciële ruimtes in Haarlem en 179 te realiseren

woningen in het Eenhoorngebied in Amsterdam

aangekocht. En in de eerste zes maanden van dit jaar

zijn er negen complexen met een totale waarde van

€ 50 miljoen verkocht. Het Retail Fund heeft, naast het

huidige winkelcentrum Berkel Center in Berkel en

Rodenrijs, voor € 6,4 miljoen nieuwbouw aangekocht.

Berkel Center was al in ons bezit. Naast de herontwikke-

ling van de Beurspassage en Gravenstraat in Amsterdam

is ook de vernieuwing van winkelcentrum Molenhoek-

passage in Rosmalen in voorbereidingsfase. DHL huurt

5100 m2 in het Ondernemingshuis in Maastricht, dat in

portefeuille van het Office Fund zit. En belangrijk is dat

Cordares het huurcontract voor 46.000 m2 kantoorruim-

te aan de Basisweg in Amsterdam heeft verlengd.

Uit de fondsen…

Page 12: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

23

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

22

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Prinsenhof in Den Haag gaat vanaf het 2e kwartaal 2012 als World Trade

Center door het leven. Daarmee wordt het complex dé internationale

ontmoetingsplek van Den Haag. ‘Het voelt aan als een kroon op het complex.

Niet alleen voor ons maar ook voor de ondernemers die hier al gevestigd zijn’,

zegt Kelly Rodrigus, asset manager kantoren van Bouwinvest.

Prinsenhof wordt WTC The Hague

Van internationale allure

Het is druk in Prinsenhof Plaza. Het is lunchtijd

en de terrassen van Tiny Tokyo, Pepperoni en de

Coffee Company stromen vol. Kelly Rodrigus geniet

zichtbaar van de hectiek beneden in het atrium.

De tafel in het restaurant van NH Hoteles op de

entresol biedt daarvoor dan ook een plezierig

overzicht. “Plaza is de huiskamer van Prinsenhof.

Het bruist hier altijd de hele dag door.” De asset

manager kantoren is al weer ruim drie jaar bij

Prinsenhof betrokken. “Het is echt een bijzonder

gebouw, een mooi ontwerp met hoogwaardige

materialen en wat mij vooral aanspreekt, is het

open karakter van Prinsenhof.”

Deze zomer heeft Prinsenhof als complex de WTC-

licentie van de gemeente Den Haag in de wacht

gesleept. Dat betekent concreet, dat vanaf het 2e

kwartaal 2012 niet alleen de grote WTC logo’s op

het complex prijken, maar dat het gebouw het

decor wordt voor tal van internationaal georiën-

teerde activiteiten. “Het zal de aantrekkingskracht

als vestigingsplek vergroten”, verwacht Rodrigus.

“Enerzijds voor Nederlandse bedrijven die een

internationale focus hebben of willen ontwikkelen

en anderzijds voor buitenlandse ondernemingen

die graag in een internationale setting werken. En

dat we daar nu al een sterke voedingsbodem voor

hebben, blijkt uit het feit dat 80 procent van de

bedrijven die hier zitten internationaal georiën-

teerd zijn.”

VisiePrinsenhof, waarvan de bouw in 2002 startte, past

in de visie van de gemeente Den Haag om van het

Beatrixkwartier een hoogwaardig stedelijk gebied

te maken. Een gebiedsontwikkeling met als doel

een geïntegreerde woon- en werkomgeving te

realiseren met een spraakmakende en duurzame

inrichting van de openbare ruimte en voorzien van

een hoogwaardig stedelijk vervoerssysteem.

Rodrigus: “Een zakendistrict waar men ook

plezierig in woont. Wat dat betreft is de ligging van

Prinsenhof dicht tegen het centrum en in de buurt

van de Haagse uitvalswegen ideaal.” Aan de

buitenzijde is heel goed te zien dat Prinsenhof uit

verschillende bouwdelen bestaat maar tegelijker-

tijd ook één bouwmassa vormt. “Er zijn acht torens”,

vertelt Rodrigus, “ waarin de kantoorruimtes, het

NH hotel, woningen en woonwerkunits gevestigd

zijn.” Zes bruggebouwen verbinden de torens met

elkaar. De verbinding onder de bruggebouwen, en

dus tussen de torens, wordt gevormd door drie

deels overdekte corporate gardens. “Dit zijn de

centrale entreehallen met daarin de servicebalies

en de diverse voorzieningen.” Drie internationaal

vermaarde architecten hebben aan Prinsenhof

gewerkt; Kees Rijnboutt, destijds verbonden aan

De Architectengroep, Rob Ligtvoet van architecten-

bureau Kraaijvanger Urbis en Hans van Beek van

Atelier Pro.

t

in ontwikkeling

WTCHet concept van World Trade Center

Association (WTCA) is na de oorlog in

Amerika ontstaan om de internationale

handel te stimuleren. Door de WTC

Business Clubs waar bedrijven lid van zijn

worden handelsbevorderende activiteiten

georganiseerd. WTC The Hague wordt de

tiende van Nederland. Er zijn al WTC’s in

Amsterdam, Rotterdam, Schiphol, Eindhoven,

Heerlen, Arnhem, Almere en Leeuwarden.

Page 13: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

25

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

24

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

t

in ontwikkeling

Hier worden kleine kantoorunits vanaf 25 m2 en

flexibele werkplekken aangeboden. Ideaal voor de

zelfstandige zonder personeel (zzp-er) die zich er

tijdelijk of permanent kan vestigen en gebruik

maken van alle mogelijke moderne kantoorvoor-

zieningen. “En dan moet je denken aan internet

-wifi is trouwens in heel Prinsenhof beschikbaar- ,

repro voorzieningen, receptiediensten, post

door stuur service en vergader- en presentatie-

ruimten. Met al deze voorzieningen”, benadrukt

Rodrigus, “vormt het Business Center een ideale

plek voor kleine ondernemers en internationale

satellietkantoren. En wanneer bedrijven door

willen groeien, dan kunnen zij elders binnen het

complex een plek krijgen. Door deze benadering

dragen we bij aan de werkgelegenheid en daarmee

dus ook aan de economische versterking van

Den Haag.”

CachetDe bestaande vergaderzalen van NH Hoteles, en de

opening van het Congress Center in oktober 2011

met een zaal met ruimte voor meer dan 350

personen, maken naast voorzieningen zoals een

stomerijservice, kapper, fitnesscenter en kinder-

dagverblijf het complex WTC waardig. “We gaan

natuurlijk de komende tijd nog wel het een en

ander veranderen”, zegt Rodrigus. Zo moet

bijvoorbeeld de centrale hal van de E-toren nog

meer een dynamische uitstraling krijgen. “Dat mag

wel wat meer bruisen. En verder richten we ons op

het officiële openingsfeest. Daar kijken onze

huidige huurders nu al naar uit. Wat dat betreft is

iedereen ook heel enthousiast over het feit dat

Prinsenhof een WTC gaat worden. Het geeft

Prinsenhof als vestigingsplaats nog meer cachet.

Dát is het goede woord.”

In totaal beschikt Prinsenhof over 63.173 m²

kantooroppervlak. Een deel daarvan zal overigens

niet als WTC worden aangemerkt. Dat is namelijk

de ruimte die op dit moment door de Belasting-

dienst in gebruik is. “Feitelijk zijn dat twee torens

en een bruggebouw”, aldus Rodrigus.

HartTerug naar Plaza, de centrale entree van Prinsen-

hof. Samen met de verschillende restaurantjes en

de receptie van NH Hoteles vormt dit, zoals gezegd,

het dynamische hart van Prinsenhof. “Deze ruimte

is ook zo inspirerend. Hier zie je de medewerkers

van de diverse ondernemingen elkaar ontmoeten

en spreken hotelgasten met hun zakelijke relaties

af. Maar ook de bewoners van de woningen komen

hier graag. Je moet namelijk niet vergeten dat hier

ook nog wordt gewoond. We hebben een keuze

uit compleet ingerichte drie- tot vijfkamerhuur-

woningen variërend van woon-werkunits, apparte -

menten en penthouses tot maisonnettes, waarvan

enkele zelfs verdeeld over drie woonlagen.

Voor expats is het bijvoorbeeld ideaal dat ze een

gestoffeerd of compleet afgewerkt appartement

kunnen huren.”

UitstralingDe zakelijke uitstraling van een WTC zal volgens

Rodrigus de aantrekkingskracht van Prinsenhof

vergroten. Om alle doelgroepen te kunnen

bedienen wordt momenteel hard gewerkt aan

de totstandkoming van een Business Center.

Een win-win situatie“Wij zijn als handelsbevorderende organisatie

heel blij dat Prinsenhof de status van World

Trade Center krijgt.” Dat zegt Gerard Vaandrager,

directeur van het Nederlands Centrum voor

Handelsbevordering (NCH). Sinds half juli is NCH,

een netwerkorganisatie voor ondernemers die

internationaal actief zijn, in Prinsenhof gevestigd.

“Voor onze uitstraling is het een uitstekende

plek. Maar het is voor beide partijen een win-

win situatie. Wij organiseren voor alle sectoren

diverse activiteiten die ook in het kader van de

WTC-licentie moeten worden ontwikkeld. De

faciliteiten zoals grote en kleinere vergaderzalen

zijn daarvoor aanwezig. En verder hebben

wij de kennis en ervaring in huis, waarbij ik

bijvoorbeeld denk aan het invullen van een trade

& investment information desk. En dat is denk ik

toch de onderscheidende factor van Prinsenhof.

Internationale bedrijven die naar ons komen,

kunnen wij in Prinsenhof in alles ondersteunen.

Tot huisvesting aan toe.”

Het is volgens Vaandrager ook de uitstraling van

het gebouw dat aanspreekt. “Dat is zondermeer

internationaal. Als je in Prinsenhof Plaza zegt

dat je in New York bent, geloof je het ook. De

levendigheid in combinatie met voorzieningen

zoals het hotel, restaurant, fitness en ook de

architectuur natuurlijk, is van internationale

allure. Daarnaast speelt de bereikbaarheid een

belangrijke rol. Het openbaar vervoer stopt voor

de deur en de op- en afrit van de snelweg zijn op

steenworp afstand. En verder speelt alles wat te

maken heeft op het gebied van handel en politieke

besluitvorming zich natuurlijk op deze vierkante

kilometer af.”

vervolg pagina 23

‘Prinsenhof

Plaza is als

ruimte enorm

inspirerend’

Page 14: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

27

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

26

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Als haar onderzoek iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het

wel dat er ook in de vrije sector huurmarkt kansen liggen voor

verduurzaming. ‘Huurders willen zelfs hun leefwijze hiervoor

aanpassen’, benadrukt Rianne de Jong.

In opdracht van Bouwinvest en de Dutch Green

Building Council (dgbc) heeft de vierdejaars

studente Bouwkunde Vastgoedeconomie aan de

Haagse Hogeschool onderzoek gedaan naar de

perceptie over een duurzaamheidkeurmerk onder

de huurders van Bouwinvest. “Het onderzoek was

tweeledig”, legt De Jong uit. “Enerzijds wil

Bouwinvest weten wat huurders onder duurzaam-

heid verstaan en of men voor duurzaamheid extra

huur wil betalen. Anderzijds wil dgbc inzicht

hebben in de waardering van de huurder ten

aanzien van de categorieën van het breeam-nl 2.0

certificaat.” Een literatuurstudie leerde De Jong

dat er op dit vlak nog weinig onderzoek is gedaan.

Zeker niet naar de wensen over duurzaamheid van

vrije sectorhuurders.

Haar onderzoek heeft geleid tot interessante

inzichten. In totaal hebben 724 huurders uit het

Bouwinvest Huurderspanel deelgenomen aan het

onderzoek. Over een antwoord op de vraag wat zij

als meest opvallende uitkomst bestempelt, hoeft

zij niet lang na te denken. “Dat is toch wel het feit

dat 65% van de huurders een hogere huur (1 tot

4%) acceptabel vindt, zonder dat daarbij inzicht

vereist is in de besparing. Daarnaast is ruim 90%

van de huurders bereid om hun leefpatroon aan te

passen. “Hiervan geeft 42% aan dat ze het gedrag

aan willen passen zonder dat daar een financieel

voordeel tegenover staat.” Natuurlijk erkent De

Jong dat er een verschil zal zijn tussen zeggen en

doen. Zaken die huurders als gedragsverandering

bestempelen zijn onder andere korter douchen,

een trui aantrekken in plaats van de verwarming

hoger zetten en meer aandacht hebben voor het

materiaalgebruik.

breeam-nl keurmerk voor duurzame bouwHet breeam-nl keurmerk zegt de huurders nog

weinig. Slechts een beperkt aantal huurders kiest

uit oogpunt van duurzaamheid bewust voor een

woning met een keurmerk. De Jong: “Men kent het

keurmerk vaak niet. De meeste aspecten waar het

keurmerk voor staat zijn echter wel herkenbaar.

Deze hebben voor een deel te maken met zaken

die huurders belangrijk vinden zoals daglichttoe-

treding en energiebesparing.”

Samenwerken

‘Ruim 90 procent wil zijn

leefpatroon aanpassen’

Wil je ontwerpen? Bevlogen en geïnspi-

reerd werken aan architectonische

opgaven? Dan ga je ervan uit dat je dat

uitstekend onder de knie krijgt tijdens

één van de vele goede opleidingen die

ons land rijk is. Je oefent in de praktijk

van de talrijke architectenbureaus en

misschien begin je voor jezelf. Ontwerpen

leer je zo wel, maar raak je ook voldoende

geïnspireerd? Je ging van Zumthor naar

Zaha, van Herzog naar Hertzberger, en

maakte mogelijk nog eens een uitstapje

naar Berlage en Frank Lloyd Wright.

De grote opgave van dit moment,

herbestemmen en renoveren, vraagt om

heel andere inspiratiebronnen. Bestaan-

de gebouwen zijn immers ook ooit

bedacht.

Jouw ideeën vermengen zich nu met die

van je voorganger, de oorspronkelijke

architect. Dat was iemand die een visioen

had en dat uitwerkte, of wellicht iemand

die alleen maar een beschikbaar budget

en een aantal gevraagde ruimtes

voorgeschoteld kreeg. En daar moet je

het dan mee doen?! Angst, twijfel en

paniek slaan toe. Inspiratie halen uit het

bestaande is voor velen van ons nieuw,

maar heeft wel de toekomst.

Ik mocht Het Scheepvaartmuseum in

Amsterdam verbouwen. Het waren de

tekeningen van de oorspronkelijke

architect, Daniël Stalpaert, die me hierbij

als geen ander inspireerden. De prachtige

geometrie van het zeventiende-eeuwse

pakhuis in het water, inmiddels verbor-

gen door diverse verbouwingen.

Wij hebben hier onzichtbare ingrepen, als

de installaties, vermengd met duidelijk

zichtbare, waaronder het patineren van

de gevel en de overkapping van de

binnenplaats. Een aantal latere toevoe-

gingen, zoals de steigers rondom het

gebouw, zijn weggehaald. Dit alles deden

we samen met andere bevlogen ontwer-

pers, Rappange en Ney.

Nu kan de bezoeker de originele schoon-

heid van het gebouw, dat voldoet aan alle

hedendaagse museale eisen, weer in volle

glorie ervaren.

Ik denk dat Stalpaert meer dan tevreden

zou zijn met ons werk. Mijn motto?

‘You should always beat the master.’

Liesbeth van der Pol

www.dokarchitecten.nl

Inspiratie? Het bestaande

t

column

Liesbeth van der Pol

voor duurzaamheid

Page 15: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

29

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

28

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Maarten Dansen is als projectmanager bij Dutch Green Building

Council bij het onderzoek betrokken geweest.

Waarom is dit gezamenlijk onderzoek gedaan?

“Omdat hier een kennislacune zit. Er zijn niet of nauwelijks

gegevens beschikbaar over duurzaamheid in de brede zin, in

combinatie met gedrag en de woningmarkt. Ik denk dat kennis

op dit gebied voor veel partijen interessant is en noodzakelijk

om een gedegen strategie te bepalen.”

Wat vind je de meest opvallende uitkomst van het onderzoek?

“De bereidheid van bewoners om zich in te zetten voor duur-

zaamheid als het transparant wordt uitgelegd. Het idee dat

bewoners niet om duurzaamheid vragen is niet omdat bewoners

niet willen, maar omdat bewoners niet weten. Indien zij weten

wat duurzaamheid in de brede zin inhoudt (inclusief transport,

gezondheid, veiligheid, kwaliteitsborging, ecologie etc.), en de

gebouweigenaar is transparant over zijn duurzame investerin-

gen, dan zijn bewoners bereid daarvoor te betalen.”

Leiden de uitkomsten tot andere woonproducten?

“Ik verwacht niet direct. Daarvoor is aanvullend onderzoek

nodig, of testcases. Wel laat het onderzoek zien dat er ruimte is

voor nieuwe woonproducten. En als het bewustzijn bij de

bewoners blijft groeien, kan dit een hele interessante markt zijn.

De producten moeten er al zijn als de eindgebruiker er om gaat

vragen. In de markt heeft men het tegenwoordig wel altijd over

de eindgebruiker, maar dit onderzoek laat zien dat we nog een

flinke slag hebben te maken.”

Wat is de toekomst van het BREEAM-NL–keurmerk?

“breeam-nl wordt de standaard in Nederland. In het keurmerk

worden de juiste duurzame aspecten geborgd, alleen voor

breeam-nl woningen is onbekendheid bij de bewoner is nog de

bottleneck. In Engeland is het keurmerk verplicht gemaakt voor

nieuwe woningen. Zo ver zijn we nog niet in Nederland. Eerst

moet een groot deel van de markt er om vragen. dgbc moet met

haar participanten gaan kijken hoe we dit probleem gezamenlijk

kunnen oppakken.”

Iris Gelten is projectmanager marketing en heeft Rianne de Jong

bij haar onderzoek begeleid.

Waarom is dit gezamenlijk onderzoek gedaan?

“Bouwinvest is founding partner van dgbc. Wij streven niet zo

zeer naar een koppositie in duurzaamheid, maar willen duurzaam-

heid wel concreet maken. Met onze vastgoedfondsen willen we

een bijdrage leveren aan een duurzame gebouwde omgeving.

Inzicht in de opvattingen van huurders over het breeam-nl

keurmerk en de bereidheid om te betalen voor duurzaamheid

geeft ons richting. Het helpt ons bij het maken van keuzes voor

duurzaamheidmaatregelen die aansluiten bij huurderswensen

voor woningen in de portefeuille.”

Wat vind je de meest opvallende uitkomst van het onderzoek?

“De bereidheid van de huurder om te betalen en het gedrag aan

te passen vind ik het meest opvallend. Dit biedt perspectief voor

nieuwe huurconcepten. Men is zelfs bereid 5% extra huur te

betalen en het gedrag aan te passen wanneer inzichtelijk kan

worden gemaakt dat dit, vanwege de lagere energiekosten, per

saldo een besparing van ca. 3% voor hen oplevert. Dit betekent

dat investeringen in de verduurzaming van de woningporte feuille

gezamenlijk met de huurder kunnen worden gerealiseerd.”

Leiden de uitkomsten tot andere woonproducten?

“Er is ruimte voor nieuwe businesscases en huurconcepten.

Een idee van een nieuw huurconcept is een integrale huurprijs.

Hierbij worden de maandlasten van huur en energiekosten

gebundeld. Huurkosten zijn hoger vanwege de opslag van

verduurzamingskosten. De energielasten zijn lager door het

relatief lage energieverbruik in combinatie met duurzame

energietechnieken. Maar liefst 60% van de huurders vindt zo’n

integrale huurprijs aantrekkelijk.”

Wat is de toekomst van het BREEAM-NL 2.0 keurmerk?

“Bouwinvest heeft behoefte aan het meten en vergelijken van

de duurzaamheid van haar portefeuille. Onze investeerders vragen

dat van ons. Echter, hoewel de huurder de verschillende aspecten

van het keurmerk belangrijk vindt, geldt dat nog niet voor het

keurmerk zelf. Hier ligt dus nog een opgave voor de dgbc.”

Iris Gelten projectmanager marketing

‘Gedragsaanpassing

huurder kans voor nieuwe

huurconcepten’ Maarten Dansen, projectmanager DGBC

‘Bewoners willen zich

inzetten voor duurzaamheid’

samen

t

Interesse in het onderzoek? Stuur een mail naar [email protected]

Page 16: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

31

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

30

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

dit laatste bestrijd, gaan pensioenfondsen daar-

mee voorbij aan de grootste maatschappelijke

risico’s die ons bedreigen.”

VraagstukkenHij pakt een wit velletje papier om zijn gedachten

te vormen en tekent drie rondjes. “Ten eerste gaan

we van zeven werkenden op één gepensioneerde in

1952 naar vier werkenden op één gepensioneerde

op dit moment, naar twee werkenden op één

gepensioneerde in 2040. De vraag is of die twee dan

hetzelfde kunnen leveren wat nu vier werkenden

doen. Dat is dus een megagroot risico.” Energie krijgt

een plek bij het tweede rondje. “Oók een risico. We

moeten op zoek en investeren in alternatieve

energievormen. We kunnen niet zeggen ‘we hebben

bij toeval gas gevonden en we zullen wel ergens op

stuiten’. Dat is slecht risicomanagement.” Het derde

en laatste rondje staat voor gezondheidszorg. “Een

drama, want de kosten voor de gezondheidszorg

worden nog hoger dan de pensioenkosten.” Het zijn

drie grote en vooral risicovolle vraagstukken waar

volgens Boender oplossingen voor kunnen komen

door bijvoorbeeld energie en gezondheid te

combineren. “Deze vraagstukken moeten ons

inspireren tot innovatieve benaderingen. En dat

begint met investeren in het onderwijs. Dat moet

natuurlijk veel beter. Daarnaast dusdanige innova-

ties bedenken waardoor we onze productiviteit

kunnen verhogen.”

Maatschappelijke taakBoender ziet hierin een taak voor institutionele

beleggers. “Er is 800 miljard euro beschikbaar.

Met dat geld kun je wel iets op gang brengen. Het

moet ook wel. Je weet als pensioenfonds anders

zéker, dat je in de nabije toekomst in de problemen

komt. Met andere woorden, als je zekerheid wil

hebben, ook en vooral voor de lange termijn, dan

moeten partijen zich juist daar op focussen. Dat

betekent niet alleen investeren voor de toekomst

maar vooral ook in de toekomst.” Volgens Boender

moeten vooral de pensioenbestuurders daarbij het

heft in handen nemen. “Lef tonen, niet alleen maar

de cijfers voor de korte termijn laten regeren, maar

vooral ook durven luisteren naar de onderbuik.

Daarmee biedt je perspectief voor de gezondheids-

zorg, voor het onderwijs én voor het bedrijfsleven.

Nederland geeft door een dergelijk initiatief niet

alleen de nationale vergrijzende economie een

enorme en cruciaal belangrijke stimulans. We

kunnen hiermee ook internationaal het voortouw

nemen met betrekking tot “echte” pensioenbeleg-

gingen. Combinatieconcepten waarmee je veel

efficiënter kunt werken zijn toch een mooi

exportproduct?”

‘Pensioenfonds heeft ook

een maatschappelijke taak’

Het gesprek met Guus Boender, hoogleraar ALM

aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en

directeur van Ortec-Finance in Rotterdam heeft

plaats op de dag dat de beurskoersen weer overal

ter wereld rode cijfers laten zien. Het radiojour-

naal meldt zorgen bij pensioenfondsen over de

dekkingsgraden. “Een mooi moment om het over

zekerheid te hebben”, zegt Boender met een brede

glimlach op zijn gezicht. Maar die glimlach

verdwijnt al snel als hij er serieus op laat volgen

dat “we in een gekke wereld terecht zijn gekomen

waarin Chinezen met een inkomen van een

honderdste van wat Amerikanen verdienen, de

consumptie van diezelfde Amerikanen financie-

ren.” De al maar oplopende schulden verwonderen

hem. Net als het feit, dat er overal ter wereld een

soort Dagobert Ducks zijn waardoor er niets mag

veranderen als ook maar één iemand daar slechter

van wordt.

Knoppen draaienHet is in zijn ogen vooral het opportunisme dat

regeert. “Op alle vlakken. En er is nauwelijks

ruimte om aan de knoppen te draaien terwijl dat

voor vraagstukken als Europa, zorg, woningmarkt

en energie wel nodig is.” En juist als het gaat om

het brengen van fundamentele veranderingen ziet

Boender een rol weggelegd voor institutionele

beleggers. “Vanuit risicomanagement vluchten

institutionele beleggers van het ene aandeel naar

het andere. Daarbij leggen ze alle vertrouwen bij

vooraanstaande vermogensbeheerders omdat die

in het verleden al zulke goede rendementen

hebben weten te brengen. Los van de vraag of ik

Risicomanagement als inspiratiebron

zeker

Guus Boender, hoogleraar alm en directeur Ortec Finance

‘Pensioenfondsen en toezichthouders moeten niet alleen voor de toekomst

investeren, maar ook in de toekomst, bijvoorbeeld door maatschappelijke

initiatieven op het gebied van gezondheidszorg, het onderwijs en het

bedrijfsleven’. Professor dr. Guus Boender over wat pensioenbestuurders

echt moet inspireren om uiteindelijk tot structurele, lange termijn

oplossingen te komen.

t

Page 17: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

33

inb

ee

ld n

r 4 ok

tob

er 2011

32

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Het gezicht van de vrouw spreekt boekdelen als

Nel de Jager haar vriendelijk meldt dat de stoep

niet is om op te fietsen: ‘waar bemoeit dat mens

zich mee’. De ontvangster van de vernietigende

blik kan er om lachen. “Ik weet het, ik heb een

grote mond en er zijn mensen die mij een echte

heks vinden. Maar ik kan mij daar niet zo druk om

maken. Het gaat mij om het resultaat.” We staan

midden op de Haarlemmerdijk in Amsterdam.

Uiteraard is de bioscoop The Movies nog dicht,

maar Bakkerij Mediterrane doet op deze vroege

vrijdagochtend goede zaken. “Op zondagmorgen

staat heel Amsterdam hier in de rij om warme

croissants te kopen.”

Wanneer je de winkelstraat langzaam maar zeker

wakker ziet worden is het lastig voor te stellen dat

de Haarlemmerbuurt midden jaren tachtig ten

dode was opgeschreven. “Niemand gaf er nog een

stuiver voor”, benadrukt De Jager. Eigenlijk bij

‘ Deze buurt heeft een goed

geoutilleerde winkelstraat nodig’

toeval was zij in ’87 in de Haarlemmerbuurt terecht

gekomen. “Ik was aan de wandel en werd getroffen

door de sfeer en die bijzondere steegjes.” Via een

studievriendin werd Nel gevraagd of zij wellicht

interesse had om voor een werkgroep wat werk te

verrichten. Nel woonde inmiddels zelf op het

Haarlemmerplein en viel zo met haar neus in de

spreekwoordelijke boter. Ze werkte op dat

moment in Rotterdam als buurtopbouwwerkster

maar trok zich het lot van de afglijdende buurt aan

en ging als vrijwilliger aan de slag.

Diversiteit“Ik heb wat met de stad”, zegt De Jager terwijl zij

even bij Bloomfeld binnenstapt. Puck Lauder is

met deze exclusieve heren- en bruidsmodezaak

een nieuwkomer op de Haarlemmerdijk. “En? Al

een beetje gesetteld”, vraagt Nel geïnteresseerd.

“Absoluut”, zegt Lauder. “Wij hebben echt voor

deze straat gekozen om z’n diversiteit aan winkels

en het leuke publiek dat hier komt. We verwachten

er veel van.” De woorden laten een brede glimlach

op het gezicht van Nel verschijnen. Buiten zegt zij;

“het is best wel een gevecht geweest. De Haarlem-

merdijk was als winkelstraat opgegeven.

Nel wint ringOp de Provada in Amsterdam heeft Nel de

Jager de ‘Gouden Piet Kranenberg Ring’ om

haar vinger geschoven gekregen. Deze ring,

die Bouwinvest jaarlijks uitreikt, is bestemd

voor een persoon die zich verdienstelijk

heeft gemaakt op het gebied van vastgoed-

ontwikkeling of vastgoedbeheer in

Amsterdam. “Ik ben er supertrots op”, zegt

ze, “het doosje staat open in de kast. Helaas

is de ring te groot om te dragen. Anders zou

ik dat zeker doen.”

‘De sfeer vond ik zo bijzonder. De Haarlemmerbuurt was een krakerswijkje

met verpauperde pandjes en de Haarlemmerdijk/Haarlemmerstraat waren

als winkelstraat op z’n retour. Ik leek bijna de enige die er nog potentie in zag.

En kijk nu: een langgerekte winkelstraat met 263 winkels.’

Op stap met winkelstraatmanager Nel de Jager

‘Ik geloof in deze straat’

Page 18: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

34

inb

ee

ld

nr

4 o

kto

ber

201

1

Dat vond ik toen onterecht. Ik was er van overtuigd

dat er wat van te maken zou zijn.” Zo zorgde Nel er

met de nodige overtuigingskracht voor dat panden

die op de nominatie stonden om te worden

gesloopt niet meer werden dichtgetimmerd of

dichtgemetseld. “Ik regelde ondernemers die

tijdelijk een ruimte wilden betrekken. Uiteindelijk

zijn daar veel van gebleven.”

VerbeterenDe inspanningen van De Jager, “we hebben ook tal

van lege etalages ingericht”, zorgden er voor dat

de Haarlemmerbuurt als winkelstraat bleef leven.

“Stapje voor stapje zag je het klimaat verbeteren.

De panden werden vernieuwd, de ondernemers

bleven of kwamen terug. En door te zorgen voor

een goede ondernemersvereniging hebben we

voor onderlinge binding gezorgd. Het was

natuurlijk ook de tijd van de stadsvernieuwing met

een projectgroep, het grondbedrijf en woningcor-

poraties als belangrijke participanten.” Een andere

vervolg pagina 33

met passie

t

tijd volgens De Jager. “Absoluut. Nu zijn er veel

meer particuliere eigenaren en commerciële

partijen met allemaal hun eigen belangen.

Dat maakt dit soort operaties lastiger.” Dan ziet

ze midden op het trottoir een reclamebord van

Ekoplaza, de biologische supermarkt, staan.

Er klinkt een zucht en ze beent naar binnen. Twee

tellen later keert ze terug met een medewerkster

die het bord weghaalt. “Daar moet je best wel

bovenop zitten, uitleggen dat er spelregels zijn,

anders wordt het een rommeltje.”

Sinds 2005 is Nel de Jager zelfstandig winkelstraat-

manager en bedrijfsadviseur. Niet alleen meer voor

de Haarlemmerbuurt, maar ook voor tal van

andere straten in Amsterdam en andere steden.

Zij ziet zich als klankbord/intermediair voor zowel

winkeliers/ondernemers als eigenaren. “Niets ten

nadele van hen, maar zij kijken vaak vanuit het

eigen belang naar de straat terwijl ik het grotere

geheel in de gaten kan houden.”

MotortjeWanneer we weer terug zijn bij het Haarlemmer-

plein zegt ze: “Je krijgt wanneer je doorzet veel

voor elkaar. Het is zoeken naar het motortje dat

het vliegwiel in werking zet. Hier ben ik dat

motortje geweest, of noem het “de gek” die

voortdurend de kar trekt. Door in de straat te

blijven geloven. En zie, de Haarlemmerbuurt is nu

een echte winkelstraat waar je je dagelijkse

boodschappen kunt doen. Maar je kunt er ook

winkelen en aangenaam verblijven. We hebben

ketens als Albert Heijn en Etos maar ook de

Kookboekwinkel, waarvoor je speciaal hier naar

toe komt.”

‘Ik geloof in deze straat’

InspiratieIk vind inspiratie, het thema van dit nummer,

een mooi woord. Het heeft iets uitdagends.

Inspiratie zorgt ook voor gedrevenheid. Een

goed voorbeeld daarvan vind ik elders in deze

uitgave het verhaal van winkelstraatmanager

Nel de Jager. Geïnspireerd door haar overtuiging

dat de Amsterdamse Haarlemmerbuurt een

echte winkelstraat moest hebben, zette zij zich

hiervoor met hart en ziel in. Terecht ontving zij

tijdens de Provada voor haar inspanningen de

Piet Kranenberg-ring.

Dergelijke geïnspireerde personen houden je

een spiegel voor. Het zet je aan het denken over

wat je eigen inspiratiebron of drijfveer is. Goed

beschouwd zijn dat voor Bouwinvest de mensen

die door onze inspanningen maandelijks van

hun pensioen kunnen genieten. Ook worden wij

geïnspireerd door de wensen van onze huurders.

Juist het vertalen van deze wensen in vastgoed-

producten zorgt voor aansprekende woningen

en kantoren met nauwelijks leegstand.

Het mooie aan inspiratie is ook dat je het uit zo

veel dingen kunt halen. Zo vind ik evenementen

altijd inspirerend. Praten met anderen, kennis-

delen en nieuwe ideeën op doen. Met dat doel

zijn we aanwezig op de Provada, de Expo Real

in München, doen we mee aan de Dutch Green

Building Week en organiseren wij onze eigen

investorseminars. En, niet te vergeten, maken

we ons eigen relatiemagazine.

Ik wens u inspirerend leesplezier,

Dick van Hal, directievoorzitter

10

inleiding

Page 19: wat is jouw inspiratiebron? - BouwinvestKlant als inspiratiebron De recente kredietcrisis heeft de woningmarkt aardig op zijn kop gezet. Het is vooral de onzeker-heid bij de woonconsumenten

inb

eeld n

r 4 ok

tob

er 2011

4 Maatschappelijke veranderingen inspiratie

voor vastgoed

wat is jouw inspiratiebron?

bouwinvest magazinenr 4 jaargang 2 oktober 2011

27 Duurzaamheid

inspireert huurders

tot andere leefwijze

22 Prinsenhof krijgt

met de WTC-licentie

nog meer allure www.bouwinvest.nl

ColofonUitgave

Bouwinvest

La Guardiaweg 4

Amsterdam

Postbus 56045

1040 AA Amsterdam

T +31 (0)20 – 677 1600

F +31 (0)20 – 677 1700

[email protected]

www.bouwinvest.nl

Coördinatie en eindredactie

Afdeling Marketing & Communicatie Bouwinvest

Redactioneel concept

Afdeling Marketing & Communicatie Bouwinvest

Hans Ouwerkerk, Ouwerkerk Tekst & Advies

viervier

Grafi sch concept en ontwerp

viervier

Tekst en redactie

Bouwinvest

Liesbeth van der Pol

Hans Ouwerkerk, Ouwerkerk Tekst & Advies

Fotografi e

Twan de Veer

Drukker

Akxifo

oktober 2011