Waarom kwaad als God bestaat

16

Click here to load reader

description

Digitaal inkijkexemplaar van het boek 'Waarom kwaad als God bestaat' van bestsellerauteur Norman L. Geisler

Transcript of Waarom kwaad als God bestaat

Page 1: Waarom kwaad als God bestaat

Waarom kwaad als God bestaat?

Page 2: Waarom kwaad als God bestaat
Page 3: Waarom kwaad als God bestaat

Een nieuwe manier van denken over de vraag:

Waarom kwaad

als God bestaat?

Norman L. Geisler

Het Zoeklicht

Postbus 99

3940 AB DOORN

Page 4: Waarom kwaad als God bestaat

Cover design by Dan PittsCover art: Cain and Abel by Palma Giovane/Art Resource, Inc.

Engelse uitgave:

Copyright © 2011 by Norman L. GeislerOriginally published in English under the title If God, Why Evil by Bethany HousePublishers, a division of Baker Publishing Group, Grand Rapids, Michigan, 49516, U.S.A.All rights reserved.

Nederlandse uitgave:

© 2012 Uitgeverij Het Zoeklicht – Doorn

ISBN 9789064511547

Vertaling: Joeky JanuschOpmaak: TMgraphics.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge-slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photo-copying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.

Page 5: Waarom kwaad als God bestaat

OVER DE SCHRIJVER

Dr. Norman L. Geisler heeft meer dan vijftig jaar lesge-

geven aan de universiteit. Over de hele wereld heeft hij

lezingen gehouden en discussies geleid. Hij heeft een MA

van Wheaton College en een PhD in filosofie van de Loyola

Universiteit. Tegenwoordig is hij bestuursfunctionaris en

hoogleraar in de apologetiek aan het Veritas Evangelical

Seminary (www.VeritasSeminary.com) in Murrieta, Califor-

nië. Hij is auteur c.q. medeauteur van meer dan 70 boeken.

Page 6: Waarom kwaad als God bestaat
Page 7: Waarom kwaad als God bestaat

INHOUD

Inleiding

Hoofdstuk een: Drie opvattingen over het kwaad

Hoofdstuk twee: De aard van het kwaad

Hoofdstuk drie: De oorsprong van het kwaad

Hoofdstuk vier: De hardnekkigheid van het kwaad

Hoofdstuk vijf: Het doel van het kwaad

Hoofdstuk zes: Het kwaad uit de weg gaan

Hoofdstuk zeven: Het probleem van lichamelijk kwaad

Hoofdstuk acht: Wonderen en het kwaad

Hoofdstuk negen: Het probleem van het eeuwige kwaad (de

hel)

Hoofdstuk tien: Hoe zit het dan met hen die er nooit van

ge hoord hebben?

Bijlage een: Het sterven van dieren voor de tijd van

Adam

Bijlage twee: Bewijs voor het bestaan van God

Bijlage drie: Een kritische analyse van De Uitnodiging

Bibliogra!e

9

11

17

25

33

43

55

67

77

89

111

119

127

147

162

Page 8: Waarom kwaad als God bestaat
Page 9: Waarom kwaad als God bestaat

9

INLEIDING

In de vijftig jaar dat ik moeilijke vragen heb bestudeerd, is er geen

vraag vaker gesteld dan: ‘Als God bestaat, waarom is er dan zoveel

kwaad in de wereld?’ Deze vraag staat bijna aan de top van praktisch

alle lijsten met de meest gestelde vragen over het christelijk geloof. Des-

ondanks ken ik geen kort, eenvoudig, leesbaar en uitvoerig boek over

dit onderwerp. Waarom kwaad als God bestaat probeert deze leemte op

te vullen.

Te oordelen naar de populariteit van boeken als De uitnodiging, hun-

keren de mensen naar een echt bemoedigend antwoord wanneer ze te

maken krijgen met lijden, tragedie en de dood. Ik weet dit uit eigen

ervaring. Ik heb mijn vader, mijn moeder, mijn zuster en (het allermoei-

lijkste) mijn dochter verloren. Mijn hart gaat uit naar iedereen die een

van deze kwaden ervaren heeft. Ze bestaan echt en ze doen echt pijn.

Op hetzelfde moment dat ons hart troost nodig heeft, heeft ons

hoofd antwoorden nodig. Als er een algoede en almachtige God is,

waarom maakt Hij dan niet een einde aan al deze tragedies? Beter nog,

als Hij wist dat het totaal aan menselijke ellende dat plaats heeft ge-

vonden, zou plaatsvinden, waarom heeft Hij dan om te beginnen deze

wereld geschapen?

Vanuit een zuiver apologetisch perspectief is meer scepticisme, ag-

nosticisme en atheïsme voortgekomen uit het onvermogen om diverse

aspecten van het probleem van het kwaad te beantwoorden dan welke

andere kwestie dan ook. En daarbij komt nog dat wanneer er twijfel

ontstaat op dit gebied, die zich snel verplaatst zich naar andere gebie-

den. Het probleem van het kwaad is een belangrijke factor.

Toegegeven: er zijn vele boeken over verschillende aspecten van dit

Page 10: Waarom kwaad als God bestaat

10

probleem geschreven. Wat maakt dit boek anders? Ten eerste probeert

dit werk duidelijk te zijn over de verschillende dilemma’s en de voorge-

stelde oplossingen. Het probleem wordt eerst duidelijk vastgelegd en

dan wordt er een antwoord in basistermen gegeven.

Ten tweede is dit boek beknopt. De problemen en antwoorden

worden in een bondige, logische vorm gezet zodat je duidelijk kunt zien

wat er gezegd wordt. Er wordt zo weinig mogelijk uitgeweid zodat je

door de bomen nog steeds het bos kunt zien.

Ten derde is het boek veelomvattend. Alleen al een blik op de hoofd-

stukken laat dit zien, want het boek behandelt de aard, de oorsprong,

de hardnekkigheid, het doel en het uit de weg gaan van het kwaad. Het

bespreekt de metafysische, morele en fysieke problemen van het kwaad.

Bovendien behandelt het waarom God niet meer wonderen doet om

het kwaad af te wenden en waarom Hij, volgens de Bijbel, sommige

mensen voor eeuwig (in de hel) laat lijden.

Ten vierde probeert dit werk correct te zijn.We houden ons niet bezig

met louter intellectuele oefeningen; we zoeken naar de waarheid. Aan-

gezien we geloven dat God de bron is van alle waarheid en dat de Bijbel

een gezaghebbende openbaring van Hem is, streven we ernaar Bijbels

te zijn.

Ten slotte probeert dit boek vertroostend te zijn. We zijn niet alleen

maar geïnteresseerd in intellectuele oplossingen maar ook in praktische.

Daarom staan er door het boek heen situaties uit het echte leven, die

de persoonlijke waarde van de oplossingen voor het kwaad laten zien.

Het is mijn vurige hoop en gebed dat je net zoveel baat zult vinden

bij het lezen van Waarom kwaad als God bestaat als ik heb na een halve

eeuw over deze zaken nagedacht te hebben.

W G

Page 11: Waarom kwaad als God bestaat

11

Hoofdstuk 1

DRIE OPVATTINGEN OVER HET KWAAD

Ik kan me mijn eerste discussie met een atheïst op het Lake County

Community College, ten noorden van Chicago, nog haarscherp

herinneren. Deze atheïst beweerde dat het onnoemelijke kwaad in de

wereld laat zien dat het onmogelijk is dat er een God bestaat. Toen ik

hem vroeg op welke morele norm hij die uitspraak baseerde, realiseerde

hij zich onmiddellijk dat hij voor een dilemma stond. Als hij toegaf

dat er een ultieme morele wet bestond waardoor hij wist dat de wereld

kwaad was, dan zou dit leiden tot een ultieme Gever van die morele wet.

Als hij ontkende dat er een objectieve morele wet bestond, dan zou het

erop lijken dat hij geen enkele gegronde reden had voor zijn aanklacht

jegens God.

Zijn antwoord was eerlijk, maar schokkend: ‘Ik heb geen enkele

ultieme morele wet waarop ik mijn uitspraak baseer dat deze wereld

kwaad is. Mijn conclusie is eenvoudig gebaseerd op mijn eigen goede

morele gevoelens.’ Wanneer ik gezegd had dat mijn reden om in God te

geloven niet gebaseerd was op enig objectief bewijs – enkel mijn eigen

goede morele gevoelens – dan had men mij natuurlijk van het podium

weggelachen.

Iedereen komt in aanraking met het kwaad. Het kwaad bestaat in

vele vormen: pijn, lijden, ziekte, ramp, dood. Iedereen zoekt naar het

antwoord op de vragen: Heeft pijn enig doel? Waarom stierf degene van

wie ik hield? Waarom werd onze stad verwoest door de orkaan? Waarom

sloeg de bliksem in ons huis in? Waarom raasde de tornado door onze

contreien? Waarom sterven er zo veel mensen door droogte en honger?

Je moet wel volkomen ongevoelig zijn als je je niet afvraagt hoe het nu

zit met het probleem van het kwaad.

Page 12: Waarom kwaad als God bestaat

12

Er zijn drie fundamentele antwoorden te geven op het hele probleem:

Pantheïsme bevestigt God en ontkent het kwaad.

Atheïsme bevestigt het kwaad en ontkent God.

Yeïsme bevestigt God én het kwaad.

Over het algemeen geloven pantheïsten dat God bestaat, maar ze

ontkennen het bestaan van het kwaad. Ze geloven dat God goed is, dat

God alles is en dat er dus geen kwaad is. Mary Baker Eddy, de opricht-

ster van de Christian Science-beweging, had deze visie, namelijk dat

‘het kwaad een afwijking is van het morele verstand.’

De meeste mensen vinden het echter moeilijk om dit antwoord te

accepteren. De oude limerick vat hun raadsel goed samen:

Yere was a Faith Healer of deal

Who said ‘Although pain isn’t real,

If I sit upon a pin,

And it punctures my skin,

I dislike what I fancy I feel!’

(Een gebedsgenezer in het Hollandse Drecht

zei: ‘Ook al is pijn dan niet echt,

toch word ik gekweld

door een dasspeld,

en ik voel ‘t wel degelijk, zeg!’)

Kortom, als het kwaad niet echt is, waarom doet het dan zo’n vreselijke

pijn? Als pijn, lijden en dood niet echt zijn, hoe verklaren we dan waar de

illusie vandaan komt? En waarom heeft iedereen het? Verder, waarom is

de illusie zo hardnekkig? Waarom kunnen we er niet voor zorgen dat het

verdwijnt? Wanneer we ons afvragen of we dromen of wakker zijn, dan

kunnen we onszelf knijpen. We weten dat we hebben gedroomd omdat

we wakker werden. Maar we worden niet wakker uit het lijden dat ons

altijd omgeeft en ons vaak aangrijpt. We kunnen een illusie onderschei-

W G

Page 13: Waarom kwaad als God bestaat

13

den, omdat er altijd een achtergrond van de werkelijkheid is waardoor we

weten dat het een illusie is. Maar het kwaad is onderdeel van de achter-

grond van het leven zelf. Hoe kan het dan denkbeeldig zijn?

De oplossing die de atheïst heeft voor het kwaad is precies het tegen-

overgestelde. Atheïsten geven toe dat het kwaad echt is, maar geloven

niet dat er een God bestaat. Volgens Sigmund Freud is God een illusie,

omdat geloof in God gebaseerd is op een vervulling van wensen. Hij

zei dat het leuk zou zijn als er een God bestond, net zoals het ook leuk

zou zijn als er een pot met goud aan het einde van de regenboog stond.

Maar we kunnen alleen weten dat iets kwaad (niet goed) is, als we

weten wat goed is.

We kunnen niet weten wat onrechtvaardig is tenzij we weten wat

rechtvaardig is. Maar als er een morele wet is die eist dat we altijd recht-

vaardig behoren te zijn, dan leidt ons dat meteen terug naar een Morele

Wetgever. C.S. Lewis zei: [Toen ik een atheïst was] was mijn argument

tegen God dat het universum zo wreed en onrechtvaardig leek te zijn.

Maar hoe kwam ik aan dit denkbeeld van recht en onrecht? Je noemt

een lijn niet krom zonder dat je een voorstelling hebt van een rechte

(Onversneden christendom, p. 55).

Bovendien verwarde Freud een wens met een behoefte. Dat we

wensen dat iets bestaat, betekent niet dat het bestaat. Maar het is rede-

lijk te geloven dat als we echt iets nodig hebben, het dan bestaat. Francis

Collins, wetenschapper en hoofd van het menselijke genoomproject,

zegt het zo:

Waarom zou er zo’n universeel en specifiek menselijk verlan-

gen [naar God] bestaan als het niet verbonden was met een mo-

gelijkheid van vervulling? Schepselen worden niet met verlangens

geboren tenzij er voor die verlangens een bevrediging bestaat.

Een baby voelt honger, en er is ook voedsel. Een jong eendje wil

zwemmen, en er is ook water. (De taal van God, p. 43.)

Zelfs atheïsten laten een behoefte aan God zien. Jean-Paul Sartre

zei: ‘Ik had God nodig (…) ik strekte me uit naar religie, ik verlangde

D

Page 14: Waarom kwaad als God bestaat

14

ernaar, het was een remedie. Was het me ontzegd, dan zou ik het zelf

uitgevonden hebben.’ (Words, in Engelse uitgave 102, p. 197).

Albert Camus voegde hieraan toe: ‘Wat zal echter het menselijke hart

ontmoedigen als het eenmaal geraakt is door de goddelijkheid van de

mens?’ (De mens in opstand, p. 122 / 123)

Blaise Pascal merkte op dat er een vacuüm, zo groot als God, in elk

hart is en dat dit vacuüm alleen gevuld kan worden door Degene die

het gemaakt heeft:

‘Wat anders roepen deze hunkering en onmacht ons toe dan

dat de mens ooit waarachtig geluk gekend heeft, waarvan hem

nu niets anders is overgebleven dan de indruk, het volkomen

lege spoor, dat hij vergeefs tracht te vullen met alles wat hem

omringt, waarbij hij, als aanwezige dingen niet helpen, niet-aan-

wezige te hulp roept, die daar echter geen van alle toe geëigend

zijn omdat deze oneindige kloof slechts door iets oneindigs en

onveranderlijks, namelijk door God zelf, gevuld kan worden.’

(Gedachten, p. 66/67)

Zo blijven we zitten met het resterende alternatief dat zowel God als

het kwaad echt zijn. Maar het is niettemin een echt probleem – tenmin-

ste voor de christelijke visie op God. De God van de Bijbel is alwetend

en Hij voorzag dat het kwaad in Zijn wereld zou gebeuren. Hij is ook de

Algoede en Hij verlangt ernaar het kwaad uit de weg te ruimen. Boven-

dien is Hij de Almachtige en zou dit kunnen bereiken. Waarom bestaat

er dan het kwaad? Zijn het kwade en het goede niet elkaars tegenpo-

len? Hoe kan het bestaan van het kwaad in overeenstemming gebracht

worden met het bestaan van een algoede, almachtige God?

Rabbijn Harold Kushner gaf een eenvoudige oplossing voor dit

dilemma in zijn bestseller Als ‘t kwaad goede mensen treft: God is noch

de Algoede, noch de Almachtige.

Bent u in staat om God te vergeven en lief te hebben, ook als

u hebt ontdekt dat Hij niet volmaakt is? (p. 138) Maar als we

W G

Page 15: Waarom kwaad als God bestaat

15

onszelf tot de erkenning kunnen brengen dat er bepaalde dingen

zijn die God niet in Zijn macht heeft, dan worden er vele goede

dingen mogelijk (…) (p. 46)

Maar deze visie op God geeft de nodige, ernstige problemen. Ten

eerste, zoals C.S. Lewis opmerkte, hoe kunnen we weten dat iets niet

volmaakt is tenzij we weten wat volmaakt is? Dus als er een niet-vol-

maakt wezen was dat kwaad op deze wereld toestond of aanbracht, dan

kon zo’n wezen niet God zijn, maar een duivel. Het onvolmaakte impli-

ceert een volmaakte norm (God) waaraan we de niet-volmaakte norm

meten. Kushners onvolmaakte god impliceert dat er een volmaakte God

is boven deze onvolmaakte wereld.

Ten tweede, Kushners god is niet almachtig, maar begrensd en

beperkt in macht. Maar alles wat beperkt is, is beperkt door iets anders,

wat ons uiteindelijk leidt naar een Onbeperkte Beperker van elk beperkt

wezen. Dus Kushners god is een overtreding van de fundamentele wet

van de relatie tussen oorzaak en gevolg, d.w.z. dat elk beperkt wezen een

oorzaak heeft.

De volgende gelijkenis illustreert dit punt. Een atheïst en een theïst

gingen samen wandelen in het bos waar ze een glazen bal tegenkwa-

men met een diameter van ongeveer 2,5 meter. Ze vroegen zich allebei

af waar deze vandaan kwam en waren het erover eens dat iemand of

iets die bal daar had geplaatst. De theïst vroeg toen: ‘Stel dat deze bal

een doorsnee had gehad van 5 meter, had deze bal dan nog steeds een

oorzaak moeten hebben?’

‘Natuurlijk’, antwoordde de atheïst. ‘Als een kleine bal een oorzaak

nodig heeft, dan ook een grotere.’

Vervolgens vroeg de theïst: ‘Maar stel dat hij 12,5 kilometer in door-

snee was, zou hij dan nog steeds een oorzaak moeten hebben?’

De atheïst pauzeerde even en zei: ‘Ja, als een kleine bal een oorzaak

moet hebben en de grotere ook, dan moet een hele grote ook een

oorzaak hebben.’

Toen zei de theïst: ‘Stel dat we een bal maken die zo groot is als het

hele heelal, zou die dan nog steeds een oorzaak moeten hebben?’

D

Page 16: Waarom kwaad als God bestaat

16

‘Natuurlijk niet’, snauwde de atheïst. ‘Het heelal is er gewoon!’

En dat is nu net het probleem: met het groter maken van de bal haal je

niet de noodzaak van een oorzaak weg; het eist een nog grotere Oorzaak.

Dus een beperkte (begrensde) god moet een oorzaak hebben. Aangezien

elk beperkt wezen een oorzaak moet hebben, heeft de Oorzaak van alle

beperkte wezens (God) geen oorzaak nodig: Hij is de uit Zichzelf zijnde

Oorzaak en de Onbeperkte Beperker van alle beperkte wezens. Kush-

ners god lost het probleem niet op, maar vraagt om een ander, meer

essentieel antwoord.

HET PROBLEEM BLIJFT BESTAAN

De christen (theïst) beweert dat alleen een oneindig goede en on-

eindig machtige God het probleem van het kwaad kan oplossen (zie

hoofdstuk 4). Maar hoe dan? Nog eens: zijn absoluut goed en kwaad

niet onverenigbaar? En zou een algoede en almachtige God het kwaad

niet kunnen elimineren?

W G