VVD presenteert: Agenda StartupNL

30
Agenda #StartupNL November 2013

description

Ruim veertig maatregelen van de VVD moeten het ondernemersklimaat voor startups aantrekkelijker maken. Tweede Kamerlid Anne-Wil Lucas presenteert vandaag de Agenda ‘StartupNL’ met voorstellen die het startups makkelijker moet maken om in Nederland te starten, groeien én vestigen.

Transcript of VVD presenteert: Agenda StartupNL

Page 1: VVD presenteert: Agenda StartupNL

Agenda

#StartupNL

November 2013

Page 2: VVD presenteert: Agenda StartupNL

2

www.startupnl.nl

ir. A.W. (Anne-Wil) Lucas-Smeerdijk

Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal VVD fractie

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

[email protected]

@annewillucas ~ #startupnl

annewillucas.vvd.nl ~ www.startupnl.nl

Page 3: VVD presenteert: Agenda StartupNL

3

www.startupnl.nl

De afgelopen maanden heeft de VVD-fractie tientallen gesprekken gevoerd met startups,

investeringsfondsen, expatcentra, juridische en fiscale adviseurs en acceleratorprogramma's. Met

hen zijn de meest voorkomende problemen én mogelijke oplossingen geïnventariseerd. Met deze

Agenda StartUpNL doen wij het kabinet voorstellen en suggesties om het vestigingsklimaat voor

startups te verbeteren en vragen wij om een reactie op onze voorstellen.

Nieuwe producten en diensten leiden tot nieuwe bedrijven en werkgelegenheid. Van de banengroei

in Nederland komt 60% van startende bedrijven, waarbij techno-starters voor vier keer meer

banen zorgen dan 'gewone' startende ondernemers (OESO). Veel van deze technologische starters

(na hier: startups) hebben de potentie om snel te kunnen groeien. Ze ontwikkelen producten en

diensten waarmee ze de wereldmarkt veroveren en kunnen bijdragen aan grote maatschappelijke

uitdagingen van klimaatverandering tot het betaalbaar houden van onze zorg. Zij kunnen helpen

de ambities van dit kabinet onder het motto ‘Global Challenges, Dutch Solutions’ waar te maken.

Waarom dit plan?

In Nederland blijven de private investeringen in

R&D achter en lukt het ons nog onvoldoende

kennis te vertalen in nieuwe producten en

diensten. Juist innovatieve startups kunnen

hieraan een belangrijke bijdrage leveren.

Tegenover de grote kansen die zij bieden voor de

samenleving en de economie staan grote risico’s

voor de individuele ondernemer. Die investeert

vaak fors en soms jarenlang in

productontwikkeling, voordat hij de markt op

kan.

Vanwege de grote potentiële bijdrage van

startups aan onze economie wil de VVD-fractie

het ondernemersklimaat voor deze ondernemers

verbeteren. Uit gesprekken met startups en

investeerders blijkt dat we niet ten volle de

potentie benutten van hun ideeën en producten,

omdat veel startups de eerste fase van hun

bedrijfsontwikkeling niet doorkomen. Soms

omdat hun plannen niet goed genoeg zijn, maar

helaas vaak omdat ze tegen barrières oplopen.

Die barrières willen wij weg halen.

Wij willen meer innovatieve starters tot wasdom laten komen en meer buitenlandse startups naar

Nederland halen. Dat zal niet voor iedere individuele startup een garantie voor succes zijn, maar

als we meer startups kunnen laten uitgroeien

tot volgroeide onderneming, dan verdienen we

de investering dubbel en dwars terug in extra

economische groei, banen en simpelweg in

nieuwe producten en diensten waar we

allemaal van profiteren.

Nederland is niet het enige land dat graag startups binnenhaalt. Ook wij als land concurreren op

een wereldmarkt. Startups komen graag naar Nederland, maar wij zijn niet hun enige keuze. Zij

zijn ongebonden en vestigen zich lang niet altijd in het land van herkomst. Ze maken een bewuste

afweging voor een vestigingsland. Zij kijken daarvoor onder meer naar de regelingen op het gebied

Met innovatieve starters –ook wel

technostarters genoemd- bedoelen wij

bedrijven die recent zijn opgestart en

waarbij een groot deel van de

bedrijfsactiviteit R&D-gerelateerd is.

Startups worden vaak in één adem genoemd

met starters, snelgroeiende mkb’ers of

ondernemers in het algemeen. Maar een

startup is hierbinnen een specifieke

categorie. In Silicon Valley –waar vele

startups zijn uitgegroeid tot grote,

succesvolle bedrijven- is de volgende

definitie in gebruik: ‘a startup is an

organization formed to search for a

repeatable and scalable business model’.

Het verschil met een bedrijf is dat de

oprichters van startups erkennen dat ze nog

aan het zoeken zijn naar hun business

model en de strategie om te schalen, terwijl

een bedrijf al haar product en business

model heeft geconsolideerd.

Onderzoeksbureau EIM schat het aantal

startups op ruim 7000. Deze zorgen voor een

werkgelegenheid van bijna 16.000 fte's en een

omzet van € 1,9 miljard. De gemiddelde

bedrijfsgrootte is 2,2 fte.

Page 4: VVD presenteert: Agenda StartupNL

4

www.startupnl.nl

van ondernemingsrecht, fiscaliteit, innovatieklimaat, immigatiewetgeving en de aanwezigheid van

acceleratorprogramma's. Op basis daarvan kiezen sommigen heel bewust een land uit dat voor

hen gunstig is. Als wij als Nederland tot de meest innovatieve economieën van de wereld willen

blijven behoren, zullen we moeten zorgen dat die startups Nederland uitkiezen. Daarom is het zaak

dat we in onze regelingen nog eens kritisch tegen het licht houden en afstemmen op hun wensen.

Geen 'gewone' ondernemers

We hebben in Nederland grofweg 900.000 bedrijven, die allen hun bijdrage leveren aan onze

economie. De voorstellen in deze Agenda StartUpNL zijn gericht op innovatieve starters, die met

nieuwe producten of diensten nieuw op de markt komen. Zij zijn niet gericht op een specifieke

sector, deze starters bevinden zich namelijk in alle sectoren van de economie. Wel kennen zij

specifieke startersproblematiek. Die willen we aanpakken, want wij denken dat hun potentie nog

beter kan worden benut.

Innovatieve startups hebben lef, nemen risico en barsten van de ambitie. Zij onderscheiden zich

van 'gewone' ondernemers, omdat ze

vaak een heel nieuw product in de

markt zetten, fors investeren in de

ontwikkeling van hun product voordat

ze omzet kunnen gaan draaien, ze

niet altijd een vastomlijnd

bedrijfsplan hebben als ze beginnen,

afhankelijk zijn van informele investeerders (aangezien banken de risico's die deze bedrijfjes met

zich meebrengen vaak niet kunnen of willen dragen), op een wereldwijde markt opereren, de

ambitie hebben die wereldmarkt te veroveren en vaak voortkomen uit wetenschappelijk onderzoek

of behoefte hebben aan specifieke technologische kennis.

Startups kenmerken zich ook door behoefte aan coaching en tips op het gebied van

ondernemerschap. Ze zijn vaak inhoudelijk gedreven en focussen zich soms meer op hun product

dan op hun bedrijf. Ze hebben daarom behoefte aan kennis en kunde van ervaren ondernemers en

adviseurs. Er zijn initiatieven als StartUpBootcamp en Rockstart, maar ook de inbucators en

acceleratorprogramma's van universiteiten, hogescholen, lokale overheden en andere partijen die

voorzien in die behoefte. Geweldige

voorbeelden van succesvolle Nederlandse

startups zijn Booking.com en WeTransfer.

Maar ook op het gebied van life sciences en

bijvoorbeeld watertechnologie zijn er

prachtige voorbeelden. Helaas zijn er ook

voorbeelden van innovatieve starters die ons

land alweer verlaten hebben. Shapeways

bijvoorbeeld. Een jong Nederlands bedrijf in

3D-printing dat naar de VS is vertrokken

omdat daar meer investeerders actief zijn die

bereid waren te investeren. Er is veel dat al deze startups bindt, maar er zijn ook grote verschillen

tussen sectoren. Bijvoorbeeld tussen ICT en life sciences. In de Agenda StartUpNL zit een scala aan

voorstellen en ideeën die aan de diversiteit van de doelgroep tegemoetkomt.

Voorstellen

De voorstellen zijn soms simpel en soms verstrekkender van aard. Wij realiseren ons dat al deze

voorstellen niet van vandaag op morgen gerealiseerd kunnen worden. We maken daarom

onderscheid in voorstellen voor de korte termijn en voorstellen voor de langere termijn. Dit

onderscheid is ook ingegeven door de financiële omstandigheden waarin Nederland verkeert: de

Veel landen als Frankrijk, Canada, het Verenigd

Koninkrijk, maar bijvoorbeeld ook Chili hebben specifiek

beleid ontwikkeld om het vestigingsklimaat voor

startups te verbeteren. Nederland kan niet

achterblijven.

Incubator: broedplaats voor jonge startende

bedrijven. Biedt over het algemeen huisvesting,

coaching en een netwerk van contacten.

Gericht op de pre-start en startfase.

Accelerator: programma waarin een bedrijf kan

deelnemen na de startfase, om sneller te

groeien. Biedt bijvoorbeeld hulp wat betreft het

verkrijgen van financiering, juridische zaken en

bedrijfsvoering.

Page 5: VVD presenteert: Agenda StartupNL

5

www.startupnl.nl

voorstellen voor de korte termijn kunnen budgetneutraal worden ingevoerd. De voorstellen voor de

langere termijn vergen een investering. Gezien de financiële omstandigheden en het onlangs

gesloten Begrotingsakkoord vragen we op deze punten op dit moment alleen om een financiële

doorrekening.

Willen wij de ambities uit het regeerakkoord ten aanzien van een innovatieve en toekomstgericht

economie realiseren, dan hebben wij de hulp van deze bevlogen ondernemers hard nodig. Zij

kunnen zorgen voor economische groei, banen én slimme oplossingen voor maatschappelijke

uitdagingen. Maar dan moeten wij hen wel aan ons binden.

Graag doen wij dan ook de volgende voorstellen:

1. Toegang tot kapitaal pag. 7

1) Zet in op verdere groei van crowdfunding en kredietunies

2) Stel de BMKB-regeling definitief open voor niet-banken

3) Breng meer flexibiliteit in de Seed Capital-regeling

4) Verruim de rendementseisen voor de ROM’s

5) Betrek incubators en accelerators bij het vroegefaseinstrument Ondernemingsfinanciering

6) Voor de langere termijn: Maak een doorrekening van de kosten van het fiscaal faciliteren

van durfkapitaal in startups.

2. Toegang tot innovatieregelingen pag. 11

7) Maak de aanvraag van de S&O-verklaring eenvoudiger

8) Behoud de WBSO en de RDA bij de uitwerking van in de winstboxplannen

9) Verleng de 1e schijf van de WBSO

10) Biedt in de WBSO-aanvraag ruimte voor flexibiliteit

11) Behoud de S&O-aftrek in de inkomstenbelasting in de winstboxplannen.

12) Zet de regeling voor innovatiekrediet breder in

13) Zorg dat licenties die door TNO worden uitgegeven ook binnen de regels voor de

innovatiebox vallen

14) Zorg dat startups ook ‘in kind’ kunnen bijdragen aan het topsectorenbeleid

15) Zorg dat de Topinstituten voor Kennis en Innovatie (TKI’s) actief startups betrekken bij de

roadmaps die zij opstellen

16) Verhoog het percentage van de TKI-toeslag naar 40% voor de eerste € 20.000

17) Maak steviger werk van de rol van overheid als launching customer

3. Toegang tot kennis pag. 14

18) Maak publicaties en onderzoeksdata binnen een jaar via open access toegankelijk

19) Maak werk van open data

20) Geef ondernemers met een S&O-verklaring toegang tot alle kennisbronnen van

universiteiten en hogescholen

21) Maak afspraken met universiteiten, KNAW en NWO over het overdragen van intellectueel

eigendom

22) Inventariseer de ongebruikte octrooien bij universiteiten en de TO2-instituten

23) Voorkom dat de TO2-organisaties patenten aanvragen

24) Verken de overstap van een registratie-octrooi naar een getoetst octrooi

4. Toegang tot Nederland pag. 17

25) Voer in Nederland een startup-visum in

26) Koppel het startup-visum aan het nieuwe ondernemersplein

27) Geef innovatieve startups de mogelijkheid via een startup visum kenniswerkers en co-

founders uit het buitenland aan te nemen

Page 6: VVD presenteert: Agenda StartupNL

6

www.startupnl.nl

28) Open een website www.startupnl.nl om innovatieve starters te enthousiasmeren aan de

slag te gaan in Nederland

5. Toegang tot de fiscus pag. 20

29) Voorzie de eerste brief van de Belastingdienst over de btw-aangifte van een toelichting

30) Hanteer voor bedrijven die bekend zijn een beperkte maximumtermijn van vier weken voor

de btw-teruggave

31) Onderzoek hoe het vereiste dat een DGA volgens de gebruikelijkloonregeling minimaal

hetzelfde moet verdienen als zijn best betaalde werknemer, vervangen kan worden door

een eerlijkere set van criteria

32) Voor de langere termijn: Onderzoek of de regelingen rond het afdragen van

inkomstenbelasting over ontvangen aandelen als loon voor werknemers van startups

versoepeld kan worden en breng de financiële gevolgen in kaart.

33) Voor de langere termijn: Maak een doorrekening van de financiële gevolgen van het

wijzigen van het gebruikelijk loon naar het minimumloon voor startups die voor de bv-vorm

kiezen voor hun eerste twee jaar

6. Toegang tot elkaar pag. 24

34) Stimuleer de regio’s EFRO-gelden in te zetten voor fysieke innovatieclusters

35) Reserveer middelen in de eerste geldstroom van universiteiten voor de ontwikkeling van

incubators

36) Stimuleer gemeenten meer flexibiliteit in hun bestemmingsplannen te brengen

37) Heroverweeg het systeem van promovendi-bonussen

38) Ontwikkel een NVAO-keurmerk voor ondernemende opleidingen

39) Stimuleer universiteiten en hogescholen een business master te ontwikkelen

40) Zorg dat bij de Technology Transfer Offices begeleiding is door ondernemers

41) Zorg er voor dat universiteiten en hogescholen beloond worden voor het benutten van

patenten en het zorgen voor succesvolle startups

7. Toegang tot de wereld pag. 28

42) Zorg dat startups mee kunnen op handelsmissies

43) Wijs een ambassadeur aan voor startups

Hieronder werken wij de voorstellen nader uit. Aan het einde is een uitvoeringsparagraaf

opgenomen.

Page 7: VVD presenteert: Agenda StartupNL

7

www.startupnl.nl

Toegang tot kapitaal

Page 8: VVD presenteert: Agenda StartupNL

8

www.startupnl.nl

Het verkrijgen van voldoende startkapitaal is voor veel startups een struikelblok. Banken zijn de

laatste jaren veel voorzichtiger geworden met het verstrekken van leningen. Uit de

Financieringsmonitor 2013 van Panteia blijkt dat bij 42% van het kleinbedrijf de gezochte

financiering door de bank wordt geweigerd. En uit het recente rapport van het World Economic

Forum (WEF) blijkt dat Nederland fors is gedaald in de internationale ranglijst als het gaat om

kredietverlening aan het MKB. Dit heeft onder meer te maken met de verscherpte eisen aan

banken ten aanzien van het aanhouden van voldoende buffers. Deze afnemende

kredietverstrekking zorgt ervoor dat startups steeds afhankelijker zijn van informele investeerders

en zogenoemde business angels. Maar veel innovatieve starters weten de weg nog niet te vinden

naar deze alternatieve financiers. Daarbij zijn de garantieregelingen vanuit het ministerie van EZ

ook nog te veel toegesneden op banken en participatiemaatschappijen in plaats van deze nieuwe

financiers

Het gebrek aan financiering uit zich vooral in de eerste fase van een onderneming, vanaf de start

tot aan de periode waarin er voor het eerst omzet wordt geboekt. In die fase wordt er geld

uitgegeven, maar komt er nog niets binnen. En het potentiële succes is daardoor nog onzeker.

Vooral voor die fase is er een sterke behoefte aan financiering, door private financiers. Een handje

hulp van de overheid, via een groeifaciliteit die ook openstaat voor andere financiers dan banken

en participatiemaatschappijen kan daarbij erg behulpzaam zijn.

Het kabinet is zich bewust van de

problematiek. Via extra maatregelen

probeert zij de financiering van bedrijven op

gang te brengen met daarbij een prominente

plaats voor innovatieve starters. De pilot om

de BMKB-regeling ook open te stellen voor

niet-banken is een belangrijk stap in de

goede richting. Ook het uitbreiden van de

Garantie Ondernemingsfinanciering voor

nieuwe aanbieders van MKB-financiering

helpt bij het verbreden van het

financieringslandschap.

Er wordt in 2013 een pre-seed regeling

geopend, in samenwerking met regionale

overheden. De vraag is wel of dit

revolverend fonds van € 75 miljoen,

voldoende zal zijn om ook voor de toekomst

private investeerders over de streep te

trekken en het financieringslandschap

substantieel te verbreden met private

investeerders.

Een bijdrage aan een structurele oplossing

hiervoor voor de langere termijn is om

informele (private) investeerders fiscaal te

stimuleren om te investeren in innovatieve

startups. Voor de invulling daarvan zien wij

de volgende mogelijkheden:

1) Een vrijstelling van de box3-heffing voor investeringen in durfkapitaal tot € 100.000,-.

Heb kabinet stelt in 2013 € 125 miljoen extra

beschikbaar om de toegang tot financiering voor

bedrijven te vergroten, voornamelijk het MKB:

€ 75 miljoen voor twee nieuwe

financieringsinstrumenten. Eén daarvan steunt

innovatieve starters en doorgroeiers. De

andere richt zich naar aanleiding van een

voorstel van de VVD-fractie op business

angels, om starters en kleine bedrijven een

betere toegang te bieden tot durfkapitaal.

€ 30 miljoen voor

microfinancieringsorganisatie Qredits.

€ 10 miljoen voor de oprichting van de

Nederlandse Investeringsinstelling (NII). Een

gezamenlijk initiatief van het Rijk en

marktpartijen dat zich richt op projecten die

tegen marktconforme condities financierbaar

zijn, maar om verschillende redenen niet aan

de gewenste (bancaire) financiering kunnen

komen.

€ 5 miljoen voor de tijdelijke verruiming van

de regeling Borgstelling MKB-kredieten

(BMKB).

€ 5 miljoen voor o.a. financiële en

organisatorische ondersteuning van

alternatieve financieringsvormen als

crowdfunding en kredietunies.

Page 9: VVD presenteert: Agenda StartupNL

9

www.startupnl.nl

2) Een durfkapitaalregeling gebaseerd op de voormalige Tante Agaath-regeling (met een

vrijstelling van de vermogensrendementsheffing tot max. € 60.000,- en een heffingskorting

van 0,75% over het vrijgestelde bedrag).

3) Een regeling als de SEIS-regeling in het VK (Seed Enterprise Investment Scheme;

www.hmrc.gov.uk/seedeis) in de Nederlandse situatie. Waarbij investeerders een

vrijstelling krijgen van de inkomstenbelasting van 50% van het bedrag waarvoor aandelen

worden gekocht in een startup, met een maximum van 100.000 euro. Hiernaast is er een

volledige vrijstelling van de winstbelasting als de verkregen winsten door verkoop van

aandelen uit startups direct geherinvesteerd worden in nieuwe SEIS-aandelen. De eisen die

aan deze regeling worden gesteld is dat het bedrijf waarin geïnvesteerd wordt een startup

is, gevestigd in het VK, minder dan 25 werknemers heeft en waarvan de bezittingen de £

200.000 niet overschrijden. Ook mogen deze startups in totaal maar voor maximaal £

150.000 aan SEIS-investeringen ontvangen.

Naast deze fiscale maatregelen is er ook nog ruimte voor verbetering in het bestaande financiële

instrumentarium. In Nederland is er een Seed Capital-regeling die zich richt op startups in

uiteenlopende sectoren. Een groot aantal seed-fondsen maakt graag gebruik van de regeling. Zij

constateren echter dat de investeringsdynamiek binnen sectoren sterk verschilt. De ICT is in dit

opzicht bijvoorbeeld echt anders dan medische technologie, waar de time-to-market kan oplopen

dat 10 jaar. Deze verschillen in sectoren vragen om meer maatwerk in de Seed Capital-regeling.

Zo zijn de maximuminvesteringsbedragen in sommige sectoren te laag, waardoor ze niet kunnen

door investeren in een startup. De regeling moet daarom flexibeler worden ingericht en meer recht

doen aan de diversiteit van startups. Dit door onder meer de maximuminvesteringsbedragen in de

ene sector te verhogen en in een andere sector juist te verlagen. Ook de looptijd van de fondsen

zou ruimte moeten bieden voor maatwerk per sector.

Door de rendementseisen die het Rijk stelt aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen kunnen

zij niet of nauwelijks investeren in innovatieve startups en blijft er geld op de plank liggen bij de

ROM’s.

Graag maken wij het verkrijgen van krediet gemakkelijker voor startups. Wij denken dat de

volgende voorstellen daarin kunnen bijdragen.

Voorstel

Zet in op verdere groei van crowdfunding en kredietunies. Er wordt al werk verricht op dit

gebied, maar de groei van deze vormen van financiering gaat nog langzaam. Ondernemers zijn

vaak nog niet bekend met deze vormen van alternatieve financiering. Zorg daarom voor meer

aandacht en bekendheid, bijvoorbeeld via de Ondernemerspleinen.

Stel de BMKB-regeling definitief open voor niet-banken, zoals kredietunies.

Breng meer flexibiliteit in de Seed Capital-regeling. Bekijk daarbij de mogelijkheden om te

differentiëren in de maximuminvesteringsbedragen per sector, de maximumbedragen per

tranche te verhogen, de definitie van startup niet afhankelijk te laten zijn van een oudere

moederholding, de regeling open te stellen voor holdings, de maximale looptijd van 12 jaar

onder voorwaarden te verlengen, rente te accumuleren en mee te converteren met de

hoofdsom, meer flexibiliteit in het al dan niet achterstellen van een lening op te nemen in de

regeling.

Verruim de rendementseisen voor de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s),

waardoor deze gemakkelijker kunnen investeren in meer risicovolle innovatieve projecten en

startups. Nu heeft het rijk het investeringsbeleid van de ROM's behoorlijk strak gedefinieerd,

waardoor niet al het geld dat beschikbaar is, geïnvesteerd kan worden. Hierdoor ligt er bij de

ROM's geld op de plank.

Page 10: VVD presenteert: Agenda StartupNL

10

www.startupnl.nl

Betrek naast NWO/STW ook incubators en accelerators bij het vroegefaseinstrument dat in de

septemberbrief over ondernemingsfinanciering wordt voorgesteld. Zij bieden immers

begeleiding aan startende ondernemers. Stimuleer daarbij informal investors om deel te nemen

aan dit instrument. Dit creëert extra massa en brengt de ratio van de markt in het instrument.

Voor de langere termijn: Maak een doorrekening van de kosten en een overzicht van de

uitvoeringsmogelijkheden van het fiscaal faciliteren van investeringen in durfkapitaal in

startups. Reken daarbij de onderstaande drie varianten door:

1) een vrijstelling van de vermogensrendementsheffing tot € 100.000 voor investeringen in

durfkapitaal,

2) een durfkapitaalregeling gebaseerd op de voormalige Tante Agaath-regeling

3) een regeling zoals de SEIS-regeling in het VK.

Deze varianten kunnen worden beperkt tot startups met een S&O-verklaring. Maak daarnaast een

doorrekening van de budgettaire effecten van iedere variant wanneer die generiek –voor alle

investeringen in durfkapitaal- zouden worden ingevoerd.

Page 11: VVD presenteert: Agenda StartupNL

11

www.startupnl.nl

Toegang tot

innovatieregelingen

Page 12: VVD presenteert: Agenda StartupNL

12

www.startupnl.nl

In Nederland hebben we drie generieke fiscale innovatieregelingen: WBSO, RDA en Innovatiebox.

Hiervan is vooral de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) voor startups interessant.

Deze regeling vergoedt een deel van de loonkosten van personeel dat onderzoek doet. De andere

twee regelingen zijn alleen van toepassing voor bedrijven die winst maken en dat doen veel

startups nog niet. Overigens kan deze groep ook vaak maar beperkt gebruik maken van de WBSO.

Ze hebben vaak nog niet zo veel personeel in dienst en het aanvragen van de vereiste Speur- en

Ontwikkel-verklaring (S&O-verklaring) kost veel tijd of zelfs een gespecialiseerd bureau. Die tijd en

geld steken zij vaak liever in hun onderneming.

Momenteel zijn de WBSO, RDA en innovatiebox aan elkaar gekoppeld via de S&O-verklaring. Dit is

nadelig voor bedrijven die niet op voorhand WBSO hebben aangevraagd, toch innovatief zijn, maar

door het ontbreken van een S&O-verklaring geen gebruik kunnen maken van de innovatiebox.

Ervaring leert dat samenwerking tussen bedrijven of samenwerking van bedrijven met

onderzoeksinstellingen het aanvragen van WBSO ingewikkeld en complex maakt. Terwijl

samenwerking juist gestimuleerd zou moeten worden.

In het topsectorenbeleid werken kennisinstellingen, bedrijven en overheid samen in nieuwe en

innovatieve projecten. Startups kunnen daarin van toegevoegde waarde zijn. Helaas is hun

deelname nog te beperkt. Hun beperkte financiële armslag is bijvoorbeeld een belemmering: het

topsectorenbeleid gaat uit van een financiële participatie. Veel startups hebben niet altijd die

financiële middelen, maar hebben wel mensen, middelen en ideeën om in te inzetten. Door hen

toe te staan dit in te zetten in plaats van geld –oftewel een bijdrage ‘in kind’- wordt het

topsectorenbeleid toegankelijker voor startups. En de topsectoren worden hierdoor innovatiever en

dynamischer. En dat is geen overbodige luxe.

Hoewel de naam ‘innovatiekrediet’ anders doet vermoeden, is het innovatiekrediet feitelijk een

subsidie, die alleen terugbetaald hoeft te worden bij het succesvol zijn van de innovatie. Door de

subsidievorm kunnen ondernemers echter in de knel komen met Europese regelgeving om het

verstrekken van staatssteun tegen te gaan. Daarnaast maken jaarlijks slechts zo'n 40 ondernemers

gebruik van het innovatiekrediet.

Graag verbeteren wij de toegankelijkheid van innovatieregelingen voor startups. Wij doen daarom

de volgende voorstellen.

Voorstel

Maak de aanvraag van de S&O-verklaring eenvoudiger en koppel hem los van de WBSO. Nu

hebben ondernemers vaak intermediairs nodig om de procedure te doorlopen. Integreer de

aanvraagprocedure van de S&O-verklaring in het digitale ondernemersplein. De S&O-verklaring

wordt vervolgens het keurmerk voor innovatieve ondernemers bij diverse overheidsregelingen,

onder meer bij de Belastingdienst.

Behoud de WBSO en de RDA bij de uitwerking van in de winstboxplannen. Deze fiscale

instrumenten werken goed en zijn van groot belang voor innovatieve bedrijven, in het geval

van de WBSO ook als het bedrijf nog geen winst maakt.

Verleng de 1e schijf van de WBSO van €200.000 naar €250.000. Dit is conform het

Belastingplan.

Biedt in de WBSO-aanvraag ruimte voor flexibiliteit: in sommige sectoren gaan de innovaties

zo hard dat ze niet of nauwelijks 6 maanden van te voren te voorspellen zijn. Zorg voor

beoordelaars van WBSO-aanvragen met kennis van zaken in de betreffende sector.

Behoud voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen de S&O-aftrek in de

winstboxplannen.

Zet de regeling voor innovatiekrediet breder in, door én het minimum investeringsbedrag te

verlagen én het krediet voor startups van toepassing te laten zijn op de gehele

Page 13: VVD presenteert: Agenda StartupNL

13

www.startupnl.nl

bedrijfsfinanciering (in plaats van alleen de project-gerelateerde kosten). Maak van het

innovatiekrediet ook daadwerkelijk een krediet, in plaats van een subsidie. Dit om stapeling

van overheidssteun te voorkomen.

Zorg dat licenties die door TNO worden uitgegeven ook binnen de regels voor de innovatiebox

vallen. Als het intellectueel eigendom door TNO is aangevraagd betreft het immers pre-

competitieve kennis en zou de uitwerking van die kennis door bedrijven met een licentie onder

innovatie moeten vallen.

Zorg dat startups ook ‘in kind’ kunnen bijdragen aan het topsectorenbeleid. Zij hebben niet

altijd de middelen om financieel deel te nemen, maar kunnen vaak wel mensen en ideeën

inzetten. Hierdoor wordt het topsectorenbeleid toegankelijker voor startups.

Zorg dat de Topinstituten voor Kennis en Innovatie (TKI’s) actief startups betrekken bij de

roadmaps die zij opstellen. Koppel (bestaande) incubators aan de verschillende topsectoren en

doorsnijdende thema’s.

Verhoog het percentage van de TKI-toeslag naar 40% voor de eerste € 20.000 die MKB’ers

bijdragen. Dit is vooral voor startups een prikkel om deel te nemen aan het topsectorenbeleid.

Ontzie de MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT) en de WBSO in de uitwerking van de

herschikking van middelen voor het bedrijfsleven, zoals voorzien vanaf 2015 in het

begrotingsakkoord.

Maak steviger werk van de rol van overheid als launching customer. Leg daarom de regie bij

het ministerie van EZ en versterk het mandaat. Nu stranden innovatieve producten en diensten

vaak bij conservatieve inkoopafdelingen van ministeries of diensten.

Page 14: VVD presenteert: Agenda StartupNL

14

www.startupnl.nl

Toegang tot kennis

Page 15: VVD presenteert: Agenda StartupNL

15

www.startupnl.nl

Innovatieve startups zijn vaak kennisintensief. Voor de ontwikkeling van nieuwe producten of

diensten is het van belang dat zij kunnen profiteren van de laatste inzichten uit de wetenschap en

vakliteratuur. De toegang tot die kennis is voor hen cruciaal: in de informatiesamenleving waarin

wij leven veranderen kennis en inzichten erg snel. En met verouderde inzichten is het moeilijk om

innovatief te zijn. Het is voor startups dus van groot belang dat zij een gemakkelijke en snelle

toegang hebben tot kennis. Veel startups hebben die toegang niet of in veel te beperkte mate.

Nadat een innovatieve starter is afgestudeerd of gepromoveerd verliest hij de toegang tot de

kennisbronnen van de universiteit. Daarbij is het erg duur om zelf toegang te krijgen tot een

voldoende brede selectie aan kennis.

Ook de octrooien die bij universiteiten, kennisinstituten en instituten voor toegepast onderzoek op

de plank liggen vormen een knelpunt. Bijvoorbeeld als het octrooi door de kennisinstelling is

aangevraagd en de startende ondernemer in onderhandeling moet met die kennisinstelling om zijn

‘eigen’ onderzoeksresultaten te mogen gebruiken. Uit de gesprekken blijkt dat kennisinstellingen

hier verschillend mee omgaan: veel kennisinstellingen zijn bereid het intellectueel eigendom te

verkopen aan de startende ondernemer voor een redelijke prijs. Andere kennisinstellingen

beginnen zware juridische onderhandelingen met de startende ondernemer.

Het is van belang dat universiteiten en kennisinstituten afspraken maken over de wijze waarop zij

omgaan met het beschikbaar stellen van octrooien. De staatssecretaris van OCW heeft, op verzoek

van de VVD-fractie, reeds toegezegd in het voorjaar van 2014 met een voorstel te komen hoe het

intellectueel eigendom van universiteiten en kennisinstituten beter benut kan worden, bijvoorbeeld

door startende ondernemers.

De echte oplossing voor een betere toegang

tot kennis ligt in een systeem van open access.

In het Verenigd Koninkrijk is inmiddels een

expliciete keuze gemaakt voor het verplicht

open access publiceren van wetenschappelijke

publicaties en onderzoeksdata. Ook aan het

ontvangen van Europese onderzoeksmiddelen

uit Horizon2020 zal het ‘open access-

publiceren’als voorwaarde worden gesteld.

Deze brede beschikbaarheid van kennis draagt

bij aan innovatie en kan het voor ondernemers

een belangrijke vestigingsfactor zijn.

Nederland moet, net als de EU, stappen

ondernemen om open access de norm te laten zijn. De rechtvaardiging is dat de betreffende kennis

met publiek geld is verkregen, dus ook publiek beschikbaar moet zijn.

Ook het beschikbaar stellen van overheidsdata aan burgers en bedrijven stimuleert

ondernemerschap en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen en diensten. Voorbeelden hiervan

zijn buienradar.nl en de app OmgevingsAlert (een app die de gebruiker attendeert op

vergunningaanvragen in de buurt). Het openstellen van overheidsdata draagt bij aan de gewenste

groei van de Nederlandse digitale economie.

Wij willen de beschikbaarheid van kennis voor startups vergroten. Wij doen daarom de volgende

voorstellen.

Open access: het zonder beperkingen

beschikbaar stellen van wetenschappelijke

kennis. In het bijzonder gratis online. Het kan

gaan om wetenschappelijke artikelen, boeken

en datasets. Op dit moment komen lang niet

alle publiek gefinancierde wetenschappelijke

publicaties op deze manier beschikbaar. Dat

komt omdat uitgeverijen die de

eigendomsrechten van wetenschappers

overnemen dat vaak niet willen. Zij verdienen

veel aan het uitgeven van de resultaten van

publiek gefinancierd onderzoek.

Page 16: VVD presenteert: Agenda StartupNL

16

www.startupnl.nl

Voorstel

Maak publicaties en onderzoeksdata die met publiek geld zijn bekostigd binnen een jaar via

open access toegankelijk. Neem dit vereiste per 1 januari 2014 op in de voorwaarden voor het

ontvangen van middelen uit de eerste en tweede geldstroom. Wijs als overheid een plek aan

waarin deze kennis wordt verzameld en vrij toegankelijk wordt gemaakt voor onderzoekers,

bedrijven en burgers.

Maak werk van open data. Per 2015 dient overheidsinformatie vrij beschikbaar te zijn, tenzij de

privacy of openbare orde & veiligheid zich daar tegen verzet.

Geef ondernemers met een S&O-verklaring gratis of tegen een kleine vergoeding toegang tot

alle kennisbronnen van universiteiten en hogescholen en daarmee tot de state of the art kennis

in de wetenschappelijke wereld.

Maak op korte termijn afspraken met universiteiten, KNAW en NWO over het overdragen van

intellectueel eigendom aan wetenschappers die hun vinding naar de markt willen brengen óf

verder onderzoek willen doen bij een andere kennisinstelling.

Inventariseer de ongebruikte octrooien bij universiteiten en de TO2-instituten en maak

afspraken hoe deze octrooien beschikbaar kunnen worden gesteld aan startende ondernemers.

Voorkom dat de TO2-organisaties patenten aanvragen en zorg dat zij echt vraaggericht gaan

werken.

Verken de overstap van een registratie-octrooi naar een getoetst octrooi. Een getoetst octrooi

biedt de ondernemer meer zekerheid en voorkomt een wildgroei aan octrooiaanvragen. Verkort

waar mogelijk de duur van octrooien in sectoren waar de techniek snel verandert en time-to-

market relatief kort is.

Page 17: VVD presenteert: Agenda StartupNL

17

www.startupnl.nl

Toegang tot Nederland

Page 18: VVD presenteert: Agenda StartupNL

18

www.startupnl.nl

Startups zijn een internationaal gezelschap. Velen komen uit Nederland, maar een groeiende groep

vestigt zich hier vanuit het buitenland. Zij maken een bewuste keuze voor een vestigingsland.

Startende ondernemers uit het buitenland moeten nu een bedrijfsplan kunnen overleggen en door

de screening van zowel de IND als AgentschapNL komen. De IND hanteert hiervoor een

puntensysteem.

Uit onderzoek van het Expatcenter Amsterdam blijkt dat de criteria voor de toekenning van punten

voor veel buitenlandse ondernemers onduidelijk zijn. Ook het criterium bedrijfsplan leidt tot

problemen. Veel deelnemers aan acceleratorprogramma’s hebben dat nog niet. Zij doen juist mee

aan zo’n programma om met behulp van ervaren ondernemers en investeerders een bedrijfsplan

op te stellen. Ook promovendi en studenten

uit het buitenland die vanuit hun studie of

onderzoek een bedrijf willen starten, kunnen

vaak niet voldoen aan de eisen die de IND en

AgentschapNL aan hen stelt. Veel van hen

verblijven daarom op basis van een

toeristen- of studievisum, terwijl ze wel

degelijk aan het werk zijn in Nederland. Het

Expatcenter Amsterdam concludeert dat het

huidige puntensysteem geen aantrekkende

werking heeft op startende innovatieve

ondernemers uit het buitenland. Hierdoor

kiezen zij soms voor een ander land of voor

een baan in loondienst, in plaats van een

onderneming in Nederland op te bouwen.

Ook het in dienst nemen van buitenlandse werknemers is niet gemakkelijk. Uit het eerder

genoemde rapport van het World Economic Forum blijkt dat de beschikbaarheid van kenniswerkers

in Nederland in toenemende mate een knelpunt is. Dit droeg bij aan de gedaalde klassering van

Nederland in deze ranking. Veel innovatieve startups willen mensen uit het buitenland in dienst

nemen. Vaak om over specifieke kennis en kunde in huis te halen die in ons land zeer beperkt

beschikbaar is. Op die buitenlandse werknemers is de kennismigrantenregeling van toepassing.

Vanuit die regeling zijn er stevige inkomenseisen. Kennismigranten moeten in 2013 een bruto

jaarinkomen verdienen van ten minste € 52.010. Voor een kennismigrant jonger dan 30 jaar is dit

€ 38.141. Dit zijn voor startups forse bedragen. Zij zijn nog bezig met het opbouwen van een

onderneming en hebben vaak nog niet de

financiële armslag voor hoge salarissen. Het

Techniekpact pakt dit probleem van te weinig

technici op de arbeidsmarkt aan, maar kan

zeker op de korte termijn onvoldoende

soelaas bieden.

In juli 2013 kondigde het ministerie van EZ

aan het puntensysteem dat AgentschapNL

hanteert voor inkomende startende

ondernemers te willen vereenvoudigen. Dat

was een stap in de goede richting. Maar het

kan nog een stap verder. O.a. Canada en het

Verenigd Koninkrijk hebben een zogenoemd

startup-visum. Een speciaal visum om de

komst van kennismigranten te vergemakkelijken. Dit visum beperkt de bureaucratie in de startfase

van innovatieve startups: de eisen wat betreft het businessplan, het puntensysteem van

Het Verenigd Koninkrijk werkt met een

driefasenvisum. Startende ondernemers

krijgen eerst zes maanden de tijd om £ 50.000

durfkapitaal te vergaren. Als dit lukt krijgt de

ondernemer een visum van drie jaar voor de

tweede fase. Daarna kan een permanente

verblijfsvergunning aangevraagd worden,

waarbij getoetst wordt op het aantal banen dat

de onderneming kan creëren. In Canada is het

startup-visum gekoppeld aan een bedrag aan

durfkapitaal van een erkende investeerder. Dit

betekent CA $ 200.000 van een durfkapitalist

of CA $ 75.000 van een informal investor, een

taalbekwaamheidseis en een opleidingseis.

Op 1 juni 2013 is de wet Modern Migratiebeleid

in werking getreden. Daarmee is al een stap

gemaakt. Het werd gemakkelijker om

hoogwaardige kennismigranten uit het

buitenland naar Nederland te halen. De

werkgever van een kennismigrant kan nu zijn

referent worden. De referent heeft een

belangrijke rol gekregen: hij mag

verblijfsaanvragen indienen voor de

kennismigrant. Daarnaast moet hij aan de IND

informatie verstrekken over de migrant en

heeft hij een administratie- en zorgplicht. De

referent is ook verantwoordelijk voor de

eventuele terugkeer van de vreemdeling.

Page 19: VVD presenteert: Agenda StartupNL

19

www.startupnl.nl

AgentschapNL en de kennismigrantenregelingen. In de begroting van EZ voor 2014 wordt nu een

apart visumtraject aangekondigd.

Wij willen Nederland bereikbaar maken voor startups. Daarom doen we de volgende voorstellen.

Voorstel

Voer in Nederland een startup-visum in voor innovatieve startende bedrijven. Dit betekent dat

zij worden vrijgesteld van een uitgebreide toetsing op puntensysteem vooraf. Na bijvoorbeeld

een halfjaar worden zij beoordeeld op basis van behaalde resultaten ten aanzien van het

vergaren van durfkapitaal en/of het opstellen van een businessplan. Ten tijde van het startup

visum zijn deze ondernemers uitgesloten van de Nederlandse voorzieningen als bijstand en

toeslagen. Onderzoek welke aanvullende voorwaarden nodig zijn om misbruik van het startup-

visum te voorkomen. Gedacht kan worden aan opleidingseisen of bijvoorbeeld deelname aan

een erkend accelaratorprogramma.

Koppel het startup-visum aan het nieuwe digitale ondernemersplein dat is opgericht: de

aanvraag moet volledig digitaal kunnen verlopen via dit ondernemersplein

(www.ondernemersplein.nl). Zorg dat de site en informatie over alle regelingen ook volledig

Engelstalig beschikbaar zijn.

Geef innovatieve startups de mogelijkheid via een startup visum kenniswerkers en co-founders

uit het buitenland aan te nemen. Ook deze kenniswerkers kunnen gedurende de looptijd van

hun visum geen gebruik maken van het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel. Koppel deze

mogelijkheid aan het hebben van een S&O-verklaring om misbruik van de regeling tegen te

gaan.

Open een website www.startupnl.nl om innovatieve starters te enthousiasmeren aan de slag te

gaan in Nederland en hen de informatie te bieden die zij nodig hebben. Deze website moet,

naar het voorbeeld van Tech City in het Verenigd Koninkrijk ook gericht zijn op buitenlands

talent. Bekostiging kan plaatsvinden uit de extra middelen van artikel 13 in de EZ-begroting

2014 voor het bevorderen van ondernemerschap.

Page 20: VVD presenteert: Agenda StartupNL

20

www.startupnl.nl

Toegang tot de fiscus

Page 21: VVD presenteert: Agenda StartupNL

21

www.startupnl.nl

Veel startende ondernemers klagen over de btw-aangifte. Deels terecht, maar deels ook vanuit

onvoldoende kennis over de mogelijkheden die de Belastingdienst biedt om maatwerk te kunnen

leveren. Het zou daarom goed zijn als de Belastingdienst meer werk maakt van een goede

voorlichting aan startende ondernemers over het btw-systeem en de mogelijkheden voor

bijvoorbeeld kwartaalaangiften, uitstel van aangifte en het kunnen terugvragen van afgedragen

btw bij niet-betaalde facturen.

Verder is de boete fors als de datum voor btw-aangifte wordt overschreden. Daartegenover staat

dat de teruggave van de btw soms lang op zich laat wachten. Meestal geschiedt die binnen een

aantal weken, maar soms kan die vele weken tot maanden duren. Al die tijd kunnen bedrijven niet

over geld beschikken dat hen toekomt. Voor startups die vaak weinig financiële armslag hebben is

dit erg nadelig. Zoals er ook een maximumbetalingstermijn is voor overheden zou er ook een

maximumtermijn voor btw-teruggave moeten zijn.

Inkomstenbelasting

De bestaande fiscale startersregelingen zijn gebaseerd op de inkomstenbelasting en gelden voor

eenmanszaken en VOF’s. Door de komst van de flex-bv kiezen veel innovatieve starters er voor om

direct een BV op te richten. Het voordeel hiervan is dat zij hierdoor risico’s beter kunnen afdekken

en zodra zij groeien, baat hebben bij het gunstige tarief in de Vennootschapsbelasting (Vpb).

Nadeel is wel dat daardoor de startersaftrek en zelfstandigenaftrek niet op hen van toepassing zijn.

Startups geven werknemers graag aandelen in hun onderneming. Handig wanneer de startup nog

bezig is met het op poten zetten van het bedrijf en er nog weinig cash-flow is. In ruil voor een

lager salaris krijgen werknemers aandelen, waarmee ze delen in het risico, maar ook in de winst en

eventuele waardestijging van de onderneming. Ondernemers krijgen hierdoor meer betrokken

werknemers en lagere salariskosten. Werknemers voelen zich als mede-eigenaar meer

gewaardeerd en betrokken en doen een stapje extra waarmee de kans op succes van de startup

groter is.

Het knelpunt bij het geven van aandelen is dat deze worden gezien als loon in natura, waarover

direct inkomstenbelasting moet worden betaald. Ook al is er bij dit type bedrijven een meer dan

reëel risico dat deze aandelen uiteindelijk niets waard blijken te zijn. Hiernaast zijn er bezwaren als

het moeten voorfinancieren van de belasting. Een andere behandeling is daarom wenselijk.

Idealiter is een startup in staat om de beste mensen aan te trekken met een laag salaris en

daarnaast een aandelenbelang in het bedrijf zodat ze kunnen meedelen in het succes. De

werknemer is daarmee een

investeerder, en moet ook als

zodanig behandeld worden. Het

voorstel zou dan ook zijn om de

inkomstenbelasting pas te heffen

op het moment van verkoop van

de aandelen of na maximaal drie

jaar. Op deze manier blijft het

geven van de aandelen gewoon

loon in natura, maar doe je wel

recht aan het risico dat de

werknemer heeft genomen door

akkoord te gaan met een lager salaris en de kans dat de aandelen uiteindelijk niets of minder

waard zijn en voorkom je cashflowproblemen bij de werknemer. Een dergelijke aanpassing kan

meteen een groot effect kan hebben op de mogelijkheden van startups, zonder dat dit de overheid

geld kost. Een extra langetermijneffect is dat veel werknemers die op deze manier meegedeeld

De gebruikelijkloonregeling vereist dat de DGA en

eventuele medewerkers die een aanmerkelijk belang

hebben (meer dan 5% van de aandelen) een loon krijgen

dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van het

werk. Dat is minimaal € 43.000. Als zij wel minder dan dit

gebruikelijkloon krijgen uitbetaald, dan moet het verschil

als loon in de administratie worden verwekt en daarover

loonheffing worden afgedragen. Dat verschil is het

zogenoemde fictieve loon: de werkgever betaalt het niet

werkelijk uit, maar betaalt wel de loonheffing.

Page 22: VVD presenteert: Agenda StartupNL

22

www.startupnl.nl

hebben in het succes, op hun beurt ook gaan ondernemen met het geld dat ze verdiend hebben.

Dit voedt het startup-ecosysteem.

Startups lopen ook aan tegen de gebruikelijkloonregeling. De regeling voorkomt dat de directeur-

grootaandeelhouder (DGA) zich een zo laag mogelijk loon uitkeert om zo meer winst via de relatief

lage vennootschapsbelasting te belasten. Vanuit de het perspectief van fraude dus een begrijpelijke

regeling. Maar voor startups een knelpunt: het gebruikelijkloon is vaak hoger dan het loon dat zij

zich daadwerkelijk kunnen uitkeren. Ze maken bovendien de eerste jaren nauwelijks winst,

waardoor ze nog niet profiteren van de relatief lage vennootschapsbelasting.

Bij de toepassing van de gebruikelijkoonregeling zou voor innovatieve startende ondernemers die

direct voor de bv-vorm kiezen (iets wat sinds de invoering van de flex-bv steeds vaker voorkomt)

een verlaging van het gebruikelijk loon tot het niveau van het minimumloon voor de eerste 2 jaar

van de onderneming een uitkomst zijn. Hierdoor ontstaat een meer gelijke behandeling ten

opzichte van starters die voor de rechtsvorm

van een eenmanszaak of VOF kiezen en

daarmee een startersaftrek krijgen. Hierdoor

wordt het voor startups nog aantrekkelijker

een bv te starten. Het beroep op de

zelfstandigenaftrek en de startersaftrek zal

hierdoor wat omlaag gaan. Om misbruik te

voorkomen kan de S&O-verklaring die

innovatieve starters aanvragen bij

AgentschapNL als toegang dienen tot deze

uitzondering voor innovatieve starters.

Daarnaast is er binnen de gebruikelijk loonregeling een probleem ten aanzien van het vereiste dat

de DGA zichzelf niet minder loon kan toekennen dan zijn meest verdienende werknemer. Dit

vereiste is destijds in de wet gekomen om het ontlopen van de inkomstenbelasting door DGA's te

voorkomen. Voor de huidige generatie ondernemers is het echter niet ongebruikelijk om in de

startfase van het bedrijf minder te verdienen dan sommige werknemers (bijvoorbeeld in het geval

van specialistische hoogopgeleide kenniswerkers). Voor het bepalen van een marktconforme

beloning zou daarom een ander criterium gezocht moeten worden.

Wij willen de fiscus toegankelijker maken voor startups. Daarom de volgende voorstellen.

Voorstel

Voorzie de eerste brief van de Belastingdienst over de btw-aangifte van een toelichting

over de werking van het btw-systeem en de mogelijkheden die de Belastingdienst biedt om

maatwerk te leveren ten aanzien van de btw-aangifte, zoals aangifte per maand of

kwartaal en de mogelijkheden voor uitstel van btw-afdracht of teruggave van afgedragen

btw bij niet geïnde facturen.

Hanteer voor bedrijven die reeds bekend zijn bij de Belastingdienst en van iedere

verdenking gevrijwaard een beperkte maximumtermijn van vier weken voor de btw-

teruggave.

Onderzoek hoe het vereiste dat een directeur-grootaandeelhouder (DGA) volgens de

gebruikelijkloonregeling minimaal hetzelfde moet verdienen als zijn best betaalde

werknemer, vervangen kan worden voor een eerlijkere set van criteria om een

marktconform loon te bepalen.

Voor de langere termijn: Onderzoek of de regelingen rond het afdragen van

inkomstenbelasting over ontvangen aandelen als loon voor werknemers van startups

versoepeld kunnen worden, door het afrekenen over de aandelen pas na drie jaar te doen.

Flex-bv: sinds 1 oktober 2012 zijn de regels

omtrent het oprichten van een besloten

vennootschap (bv) aangepast. Deze

ondernemingsvorm is veel toegankelijker

gemaakt voor startende ondernemers via een

flex-bv. Hiervoor is geen startkapitaal nodig,

voorheen moest dat minimaal € 18.000,- zijn.

Ook zijn er meer mogelijkheden om een bv

naar eigen wens in te richten, vandaar de

naam 'flex-bv'.

Page 23: VVD presenteert: Agenda StartupNL

23

www.startupnl.nl

Onderzoek daarbij of en op welke wijze de waardestijging van de aandelen via box drie kan

lopen, om zo het risico dat de werknemer van de Startup heeft genomen te belonen. En

maak een doorrekening van de financiële gevolgen van een dergelijk systeem.

Voor de langere termijn: Maak een doorrekening van de financiële gevolgen en de

beleidsmatige consequenties van het wijzigen van het gebruikelijk loon naar het

minimumloon voor startups die voor de bv-vorm kiezen voor hun eerste twee jaar.

Hierdoor zou een meer gelijk speelveld ontstaan met starters die voor de eenmanszaak of

VOF kiezen en daarmee gebruik maken van de startersaftrek. Dit kan worden beperkt tot

alleen startups met een S&O-verklaring. Daarmee hoeft het niet te gelden voor de overige

aanmerkelijkbelanghouders, waarvoor via het begrotingsakkoord de regeling iets is

aangescherpt. De inperking tot startups houdt het budgettaire beslag ook relatief beperkt.

Page 24: VVD presenteert: Agenda StartupNL

24

www.startupnl.nl

Toegang tot elkaar

Page 25: VVD presenteert: Agenda StartupNL

25

www.startupnl.nl

Startups gedijen goed in een omgeving waar zij elkaar en ervaren ondernemers (coaches) kunnen

treffen. Deze nieuwe groep ondernemers worden vaak vanuit hun product of dienst richting het

ondernemerschap gedreven en hebben vaak behoefte aan intervisie en tips over het opstellen van

een businessplan, het verkennen van de markt, het proces van productontwikkeling en de

administratie die bij het ondernemerschap komt kijken. Uit onderzoek van accountantskantoor

Ernst & Young in de G20-landen, blijkt dat het bieden van een netwerk rondom jonge ondernemers

het ondernemingsklimaat in een land aanzienlijk versterkt. Clustervorming en het opzetten van

campussen helpt om van deze startups volwaardige ondernemers te maken. Onderzoek heeft

aangetoond dat starters die gesteund worden door ‘business incubators’ twee keer zoveel kans van

slagen hebben. Plekken in acceleratorprogramma's, incubators en broedplaatsen zijn om deze

reden populair bij startups. Yes Delft,

kennispark Twente en Bio-sciencepark

Leiden zijn naast Brainport Eindhoven

mooie voorbeelden van een

inspirerende werkomgeving voor

innovatieve starters. Bovendien bieden

deze voorzieningen vaak een goede en

goedkope fysieke eerste werkplek,

waar vanuit de onderneming kan

'uit'groeien.

Veel gemeenten en provincies maken,

in samenwerking met universiteiten en

hogescholen al werk van deze fysieke

clustering. De wijziging van de

leegstandswet per 1 juli 2013 biedt

gemeenten en provincies al meer

ruimte flexibel om te gaan met het

bieden van een (tijdelijk) onderkomen:

het wordt gemakkelijker om

leegstaande woonruimte of kantoren

tijdelijk te verhuren. Zo is bijvoorbeeld voor kantoorgebouwen de maximale verhuurperiode

opgerekt van 5 naar 10 jaar en mogen verhuurder en huurder gezamenlijk de huurprijs bepalen.

Een verdere flexibilisering van bestemmingsplannen op lokaal niveau is daarnaast gewenst, om

deze innovatieve starters de plek te geven die past bij het innovatieve karakter van de

onderneming: dicht bij de benodigde kennis van de universiteit of juist in het bruisende centrum

van de stad.

In de nieuwe Omgevingswet wordt toegewerkt naar meer globale bestemmingsplannen en meer

flexibiliteit om tijdelijk te kunnen afwijken van het bestemmingsplan. Bovendien worden de

procedures voor tijdelijke afwijkingen van het bestemmingsplan verkort tot maximaal 8 weken.

Vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) worden fondsen beschikbaar

gesteld voor het versterken van de regionale concurrentiekracht. Juist startups leveren een

bijdrage aan het concurrentievermogen van regio’s. Zij ontwikkelen nieuwe producten en diensten

die voor een groot deel bijdragen aan de economische groei. Binnen de besteding van de EFRO-

middelen dient ruimte te zijn voor regio's om te investeren in fysieke kennisclusters en een

aantrekkelijke werkomgeving voor innovatieve starters.

De Technology Transfer Offices (TTO) van universiteiten kunnen een goede eerste stap zijn voor

gepromoveerden en andere onderzoekers die hun kennis naar de markt willen brengen. Het gaat

dan niet alleen over het benutten van octrooien, maar vooral ook om het gebruik van de specifieke

kennis en kunde die de onderzoekers binnen hun vakgroep en tijdens hun onderzoek hebben

De kracht van innovatie ligt in samenwerking.

Campusbedrijven innoveren sneller en beter, omdat

ze dicht bij elkaar zitten en daarmee makkelijk

kennis, faciliteiten en laboratoria delen. Daarom is het

goed nieuws dat minister Kamp onlangs een nieuwe

broedplaats op de High Tech Campus in Eindhoven

financieel ondersteunde met € 6 miljoen. Deze

broedplaats -het Mμ-gebouw- is een centrum voor

jonge, innovatieve ondernemers en al meer

gevestigde hightech bedrijven. Naast het Rijk zijn

gemeente, provincie, de Technische Universiteit en

private financiers als ASML, Rabobank en Philips

betrokken. Door de ligging op de campus zijn kennis,

onderzoek en ontwikkeling binnen handbereik.

Behalve kantoorruimte heeft het centrum een aantal

hoogwaardige laboratoria voor onderzoek. Er worden

producten ontwikkeld als nieuwe accu’s voor

elektrische auto en robots die in de toekomst ingezet

worden in operatiekamers.

Page 26: VVD presenteert: Agenda StartupNL

26

www.startupnl.nl

opgedaan. Het moet dan ook aantrekkelijk zijn om naast een aanstelling als onderzoeker, ook een

eigen bedrijf te beginnen. Universiteiten zouden dit moeten bevorderen. Valorisatie is immers niet

hetzelfde als het maken of verkopen van patenten. Heel veel kennis is niet in een patent te

verwerken, alleen al omdat het een onderdeel is van de werkwijze die alle onderzoekers in een

bepaald veld delen. Dat maakt deze kennis niet minder waardevol voor de wereld buiten de

universiteiten en kennisinstellingen. Via een spin out-bedrijf kan deze kennis ontsloten worden

naar de markt. Een startup kan tegelijk als voorbeeld en informatiebron dienen voor promovendi

en studenten die hun kennis willen gaan gebruiken als zij hun traject op de universiteit hebben

afgerond. Zorg dat de TTO van de verschillende universiteiten hun methodes goed met elkaar af

gaan stemmen. De leidraad zou daarbij moeten zijn dat ze niet op basis van het aantal door hen

verkochte octrooien worden afgerekend of bekostigd, maar op basis van het aantal succesvolle

startups dat zij hebben helpen ontstaan.

Het is voor het innovatieklimaat belangrijk dat promovendi vaker kiezen voor het promoveren bij

een bedrijf of (publiek-privaat) kennisinstituut. Het huidige systeem van een promovendi-bonus

aan de universiteiten stimuleert dit niet. Het zou goed zijn als ook in Nederland het systeem van de

promovendi-bonus wordt heroverwogen en ook bedrijven of kennisinstituten gecompenseerd

kunnen worden voor de kosten die zij maken bij het begeleiden van promovendi, in plaats van

enkel de universiteiten.

Wij zien kansen om het ondernemerschap binnen opleidingen verder te versterken. Er worden al

minors ondernemerschap aangeboden, maar er is vanuit de Nederlands-Vlaamse

Accreditatieorganisatie (NVAO) bijvoorbeeld nog geen keurmerk voor ondernemende opleidingen.

Ook kan gedacht worden aan het aanbieden van masteropleidingen waarin naast de inhoudelijke

verdieping ook aandacht is voor ondernemersvaardigheden. Eigenlijk op dezelfde manier waarop er

nu al researchmasters worden aangeboden. En waarbij het starten van een onderneming

gecombineerd kan worden met het

afronden van de Masteropleidingen.

Het afschaffen van de

bijverdiengrens voor de

studiefinanciering in het laatste jaar

door het Kabinet Rutte I is hiervoor

een belangrijke stap in de goede

richting geweest.

Mede door de aandacht die er het

afgelopen jaar is geweest voor het

tekort aan technici is het aantal

studenten die kiezen voor een

technische studie met 20% gestegen. Dat is geweldig nieuws en onderstreept de noodzaak om

voortvarend met de uitvoering van het Techniekpact aan de slag te gaan. De aantrekkelijkheid van

technische opleidingen kan verder vergroot worden als aankomende studenten meer zicht krijgen

op de innovatieve bedrijven die uit deze opleidingen voortkomen. Zet de startups daarom in de

etalage. Daarnaast is het voor de startups van belang om vroegtijdig in contact te komen met

technisch talent. De beschikbaarheid van voldoende geschoold personeel is voor deze starters een

grote zorg, zo blijkt uit de gesprekken. Incubators bij de universiteiten en hogescholen bieden dus

een voordeel voor zowel de opleidingen als de startups.

Wij onderling contact tussen startups stimuleren. Daarom doen we de volgende voorstellen.

Tot 2020 zijn er jaarlijks 30.000 extra technici nodig. Het

kabinet pakt dit tekort aan. Met onderwijs, bedrijfsleven,

werkgevers, werknemers en regio’s is in mei 2013 het

Techniekpact gesloten. Het pact is gericht op de

langjarige aanpak. In dit pact staan 22 afspraken gericht

op de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in

de technieksector en het terugdringen van het tekort aan

technisch personeel. Hieronder een investeringsfonds

voor samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven,

meer bètadocenten in het voortgezet onderwijs en inzet

op scholing en van werk-naar-werk-trajecten.

Page 27: VVD presenteert: Agenda StartupNL

27

www.startupnl.nl

Voorstel

Stimuleer de regio’s EFRO-gelden in te zetten voor fysieke innovatieclusters en bijvoorbeeld

incubators.

Reserveer een deel (indicatief 2,5%) van de middelen in de eerste geldstroom van

universiteiten voor de ontwikkeling van incubators.

Stimuleer gemeenten meer flexibiliteit in hun bestemmingsplannen te brengen, waardoor

broedplaatsen kunnen ontstaan en startende ondernemers meer vrijheid hebben in hun

locatiekeuze.

Ontwikkel een NVAO-keurmerk voor ondernemende opleidingen, zoals er bijvoorbeeld ook

een keurmerk is voor internationale opleidingen.

Heroverweeg het systeem van promovendi-bonussen (die alleen aan een universiteit

kunnen worden uitgekeerd) om promoveren bij een publiek-privaat kennisinstituut of

bedrijf te stimuleren.

Stimuleer universiteiten en hogescholen om naast researchmasters ook business master te

ontwikkelen, waar naast de inhoudelijke verdieping ook aandacht is voor

ondernemersvaardigheden en het opzetten van een eigen startup.

Zorg dat bij de Technology Transfer Offices en incubators niet alleen inhoudelijke

begeleiding is voor de startups, maar ook begeleiding door doorgewinterde ondernemers.

Betrek in de brief over het benutten van intellectueel eigendom op resultaten van

wetenschappelijk onderzoek een visie op een gemeenschappelijke en effectieve werkwijze

van de TTO van universiteiten. Zorg er daarbij voor dat universiteiten en hogescholen niet

beloond worden voor het hebben van patenten, maar juist voor het benutten van patenten

en het zorgen voor succesvolle startups.

Page 28: VVD presenteert: Agenda StartupNL

28

www.startupnl.nl

Toegang tot de wereld

Page 29: VVD presenteert: Agenda StartupNL

29

www.startupnl.nl

Voor Nederlandse bedrijven is het vaak lastig om in het buitenland een voet aan de grond te

krijgen. Onbekendheid met procedures, regels, gebruiken en gewoonten spelen mee. Het kabinet

zet daarom sterk in op economische diplomatie. Veel startups hebben de ambitie de wereld te

veroveren, maar zijn de eerste jaren financieel niet of nauwelijks in staat hun product en bedrijf te

presenteren in het buitenland. Voor buitenlandse bedrijven die zich in Nederland willen vestigen

hebben we de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Het zou goed zijn als er ook actief

in het buitenland gezocht wordt naar kansen om onze innovatieve startups de wereld te laten

veroveren. De kennis en kunde van de NFIA over buitenlandse bedrijven en ontwikkelingen kan

hiervoor goed gebruikt worden.

DutchBaseCamp is een mooi voorbeeld van een initiatief om Nederlandse startups de stap overzees

te laten maken en startups uit de VS vanuit Nederland de kans te bieden Europa te veroveren.

De wereld moet Nederlandse startups kunnen vinden en andersom. Daarom doen we de volgende

voorstellen.

Voorstel

Zorg dat startups mee kunnen op handelsmissies. Laat hen voortaan deel uitmaken van

handelsdelegaties.

Wijs een ambassadeur aan voor startups. Deze ambassadeur bezoekt buitenlandse

evenementen en spreekt daar namens innovatief en digitaal startend Nederland. Andersom

wijst hij startups op mogelijkheden over de grens en is hij ook het gezicht voor de sector in

Nederland. Deze ambassadeur kan bij de NFIA worden ondergebracht.

Page 30: VVD presenteert: Agenda StartupNL

30

www.startupnl.nl

Uitvoering

Deze Agenda StartUpNL bevat vele verschillende voorstellen. De meeste daarvan betreffen

aanpassingen van beleid en regelgeving, die naar onze mening binnen de huidige financiële

middelen van dat beleid of die regelgeving kunnen worden opgevangen. Denk bijvoorbeeld aan het

vereenvoudigen van de aanvraag van de S&O-verklaring of het invoeren van het startup-visum.

Wat ons betreft worden al deze maatregelen zo snel mogelijk uitgevoerd.

De voorstellen voor de langere termijn (fiscaal aantrekkelijk maken durfkapitaal, uitkeren van

aandelen als loon en de verlaging van de gebruikelijkloonregeling voor innovatieve startups) kosten

wel geld. Gezien de bezuinigingsopgave waarvoor we als overheid staan en het onlangs gesloten

Begrotingsakkoord, is dit niet de tijd voor nieuwe voorstellen met budgettaire consequenties. Dit

zijn echter wel voorstellen die wij voor de langere termijn van groot belang achten. Om die reden

zijn ze wel meegenomen in dit voorstel. Wij vragen nu echter alleen om een doorrekening van die

voorstellen.

Omdat dit plan geen financiële paragraaf bevat, mag het geen initiatiefnota heten. Wij vragen het

Kabinet om op basis van deze voorstellen met een beleidsagenda te komen om het

vestigingsklimaat voor startups in Nederland te verbeteren. Hoewel de voorstellen diverse

beleidsterreinen beslaan, vragen wij de Minister van Economische Zaken hier het voortouw in te

nemen.