Vrouwen in de muziekjournalistiek  · Web view2017-01-08 · Als je vrouwen alleen maar prijst...

42
FONTYS HOGESCHOOL JOURNALISTIEK Vrouwen in de muziekjournalistie k Een reflectief kwalitatief onderzoek naar de scheve man- vrouwverhouding bij Nederlandse muziekbladen Esmee de Gooyer 16-10-2016 Studentnummer: 2167677 PCN: 239452

Transcript of Vrouwen in de muziekjournalistiek  · Web view2017-01-08 · Als je vrouwen alleen maar prijst...

Fontys hogeschool journalistiek

Vrouwen in de muziekjournalistiek

Een reflectief kwalitatief onderzoek naar de scheve man-vrouwverhouding bij Nederlandse muziekbladen

Esmee de Gooyer16-10-2016

Studentnummer: 2167677PCN: 239452

Illustratie door Amanda Lanzone. Bron: Newyorker.com

InhoudsopgaveVoorwoord..............................................................................................................................................................................................................3

Inleiding..................................................................................................................................................................................................................3

1. Vrouwen in de journalistiek: een algemene indruk....................................................................................................................................4

1.1 Veel studenten, weinig journalisten.................................................................................................................................................4

1.2 Vrouwelijke en mannelijke journalistiek...............................................................................................................................................7

2. Vrouwen in de muziekjournalistiek.............................................................................................................................................................8

2.1 Meten met twee maten.........................................................................................................................................................................8

2.2 Authenticiteit is alleen voor mannen.....................................................................................................................................................8

2.3 Plek voor vrouwen.................................................................................................................................................................................9

3. Vrouwen in de Nederlandse muziekbladen: de cijfers.............................................................................................................................10

4. In gesprek met hoofdredacteuren van Nederlandse muziekbladen............................................................................................................12

4.1 Waarom werken er zo weinig vrouwen in de muziekjournalistiek?......................................................................................................12

4.2 Werken vrouwelijke schrijvers anders en zou je om meer lezers aan te trekken door de verhoogde diversiteit aan schrijfstijlen meer vrouwen aannemen?.............................................................................................................................................................................13

4.3 Hoe kunnen we meer vrouwen in de muziekjournalistiek krijgen?......................................................................................................14

4.4 Hoe zit het bij jouw blad? Vind je het zelf belangrijk dat er vrouwen werken en doe je zelf iets om meer vrouwen bij je blad te laten komen?..................................................................................................................................................................................................15

4.5 Zijn sommige muziekgenres populairder onder vrouwen dan andere en zie je dat terug in de werknemers en lezers?....................16

4.6 Samenvatting.........................................................................................................................................................................................17

5. In gesprek met vrouwen uit het werkveld................................................................................................................................................19

5.1 Waarom werken er zo weinig vrouwen in de muziekjournalistiek?.....................................................................................................19

5.2 Is het belangrijk dat er meer vrouwen in de muziekjournalistiek komen te werken? Zo ja, waarom?................................................20

5.3 Is er een verschil in de manier waarop mannen en vrouwen werken?.................................................................................................20

5.4 Ben je persoonlijk in aanraking gekomen met discriminatie tijdens je werk?.....................................................................................20

5.5 Wat moet er veranderen?....................................................................................................................................................................21

5.6 Hebben jullie advies voor beginnende vrouwelijke journalisten?........................................................................................................22

5.7 Hebben jullie advies voor hoofdredacteuren van muziekbladen?.......................................................................................................22

5.8 Samenvatting.......................................................................................................................................................................................22

6. Conclusie..........................................................................................................................................................................................................24

6.1 De cijfers...............................................................................................................................................................................................24

6.2 Hoe komt het dat er zo weinig vrouwen bij de muziekbladen werken?...............................................................................................24

6.3 Werken vrouwelijke muziekjournalisten anders dan hun mannelijke collega’s?.................................................................................25

6.4 Hebben genres invloed op het aantal vrouwelijke lezers en vrouwelijke redacteuren?.....................................................................25

6.5 Wat is de huidige stand van zaken bij de muziekbladen?....................................................................................................................25

6.6 Hoe kan de man-vrouwverhouding rechter getrokken worden in de toekomst?................................................................................26

6.7 Reflectie op het onderzoek.....................................................................................................................................................................26

6.8 Verantwoording en kanttekening bij het onderzoek.............................................................................................................................27

Bronnenlijst..........................................................................................................................................................................................................28

VoorwoordWat ooit begon als een voorzichtig idee is in maar liefst twee jaar uitgegroeid tot een daadwerkelijk uitgevoerd onderzoek. Het zijn niet de makkelijkste twee jaren geweest en tijdens een groot gedeelte ervan heeft het onderzoek spreekwoordelijk stof verzameld op de harde schijf van mijn laptop. De wil was er, maar de tijd en de overtuiging van mijn eigen kunnen niet altijd. Ik had het dan ook niet gekund zonder de hulp, ondersteuning en aansturing van een aantal mensen. Bedankt Malou

2

Willemars, mijn studiebegeleider, dat je me hebt geholpen met het verder uitbouwen van ideëen, voor de motivatie die je bracht en je kennis van zaken waarover ik in het duister tastte. Bedankt Martin Cuppens, collega en goede vriend, voor je geloof in mijn kunnen en in de noodzaak van het onderzoek, en het inzetten van je netwerk ervoor. Ook bedankt mijn oude schoolmaatjes Clemens Lambermont, Simone van Leur, Wouter Hinssen, Thijs Janssen en Sander van Kasteren voor de mentale ondersteuning en begrip als school weer even niet wilde lukken. En als laatste bedankt Kevin van der Wens voor je liefde en steun. Zonder jou had ik het allemaal al lang geleden opgegeven.

InleidingIk begon in maart 2014 aan mijn stage bij muziekblad Lust For Life. Als muziekliefhebber was ik natuurlijk enorm fanatiek, maar de stage oversteeg zelfs mijn torenhoge verwachtingen. Naar muziek luisteren werd mijn werk, net alshet recenseren van cd’s en concerten, het researchen van bands, en natuurlijk het belangrijkste: artiesten interviewen. Soms was het moeilijk om mijn enthousiasme voor me te houden als ik een held(in) sprak, maar over het algemeen was het vooral leuk. Ontzettend leuk.

Gelukkig mocht ik na die drie maanden blijven werken voor zowel Lust For Life als de tijdens mijn stage opgezette gratis muziekkrant LiveGuide van dezelfde uitgever (Music Maker Media Group). Tijdens het festivalseizoen maakte ik gretig gebruik van de gastenlijst-plaatsen, ik kreeg het recenseren van cd’s – toch wel het moei-lijkste onderdeel van het vak – steeds beter onder de knie en interviews die ik deed werden dan wel minder talrijk, maar vaak wel groter en interessanter. Ik sprak o.a. The Black Keys, Róisín Verschillende edities van Lust For Life. Bron: Esmee de GooyerMurphy (vroeger de zangeres van Moloko), Lou Rhodes van Lamb, Panda Bear en Avey Tare van Animal Collective, Shirley Manson van Garbage, alt-J, Chris Keating van Yeasayer, Ian McCulloch van Echo and the Bunnymen, Grimes en Fink.

Toch begon er iets te knagen. Ik realiseerde me dat ik tijdens mijn stage de enige vrouw op de redactie was geweest (er werkte officieel wel een andere oud-stagiaire als freelancer, maar zij was op dat moment voor lange tijd in Zuid-Amerika). Tijdens de persdagen van de artiesten die ik interviewde kwam ik ook maar heel af en toe andere vrouwelijke muziekjournalisten tegen. Bovendien flirtten sommige bandleden met me. Soms had ik het gevoel dat ik mezelf eerst moest bewijzen voordat ik het idee had dat ik serieus genomen werd tijdens een interview. Dat laatste kan ook perceptie zijn geweest.

Ik had natuurlijk wel ooit gehoord dat de muziekbusiness een ‘echte mannenwereld’ was. Tijdens de redactievergaderingen van Lust For Life was dat ook overduidelijk: het moest meestal speciaal aangekaart worden welke vrouw die maand in het blad zou komen. Vrouw. Enkelvoud. Ook was de tagline van het magazine ooit ‘Mannenblad over muziek & meer’. Geheel terecht kregen ze daar klachten over van hun vrouwelijke lezers die zich buitengesloten voelden. Inmiddels is er gekozen voor het veel neutralere ‘Maandblad over muziek & meer’, godzijdank. Natuurlijk heb ik niks tegen

3

specifieke mannenbladen, maar Lust For Life gaat alleen over muziek en muziekgerelateerde zaken. Muziek is niet alleen voor mannen. Vrouwen houden ook van muziek.

Ik wil met dit kwalitatieve onderzoek een blik werpen op de man-vrouwverhouding op de redacties van muziekbladen in Nederland, de achterliggende oorzaken ervan te vinden, te weten te komen hoe de hoofdredacteuren er zelf over denken en mijn kennis over vak te vergroten. Daarnaast wil ik advies geven aan jonge muziekjournalistes, hoe ze het beste aan een baan kunnen komen. De hoofdredacteuren wil ik advies geven over hoe ze de man-vrouwverhouding op hun redactie rechter kunnen trekken. Zij zijn immers degenen die het probleem kunnen verhelpen. Een evenwichtig blad – dat niet specifiek voor één sekse bedoeld is – wordt naar mijn mening immers geschreven door mannen en vrouwen, in min of meer gelijke verhoudingen.

1. Vrouwen in de journalistiek: een algemene indruk

1.1 Veel studenten, weinig journalistenSinds de jaren ’80 van de vorige eeuw is de meerderheid van de Amerikaanse bachelor journalistiek- en communicatiestudenten vrouw en dat aantal groeit nog steeds (Everbach & Flournoy, 2007). Volgens een studie van Becker et al. uit 2001 was tweederde van de Amerikaanse bachelor- en masterstudenten van dezelfde studierichting op dat moment vrouw. In Nederland liggen die cijfers bij twee van de drie HBO journalistiekopleidingen wat gelijker. In april 2016 stonden er bij de Fontys Hogeschool Journalistiek 384 mannen en 405 vrouwen ingeschreven (C.L.J. van Meerendonk-Peffer, persoonlijke mededeling, 11 april 2016) en bij de journalistiekopleiding van Hogeschool Windesheim stonden in die periode 252 mannen en 247 vrouwen ingeschreven (B. Boll, persoonlijke mededeling, 8 april 2016). Bij de journalistiekopleiding van Hogeschool Utrecht hebben zich in 2015 490 mannen en 733 vrouwen ingeschreven (Vereniging Hogescholen, 2015).

Op de journalistieke werkvloer liggen die aantallen echter behoorlijk anders. Decennia lang werden vrouwen afgewezen voor de meeste verslaggeversbanen door mannen die zeiden dat ‘het geen baan is voor een vrouw’. (Chambers et al., 2004). In 1967 kreeg een vrouwelijke sollicitant bij het Algemeen Dagblad nog te horen: “Geachte mejuffrouw, in antwoord op uw sollicitatiebrief moeten wij U tot onze spijt mededelen dat wij geen plaats hebben. De redactie bestaat namelijk uitsluitend uit De oude ‘newsroom’ van The New York Times mannelijke journalisten, daar de hoofdredactie Bron: Newstatesman.com bezwaar maakt tegen vrouwelijke

medewerksters” (De Vries, 2007). Tegenwoordig ligt het wat ingewikkelder. Slechts eenderde van de journalisten in Amerika is vrouw. Dat percentage is niet veranderd sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw (Everbach & Flournoy, 2007). Diekerhof, Elias en Sax deden in 1986 onderzoek in opdracht van Stichting Vrouw & Media (SVM). In ‘Voor zover plaats aan de perstafel’ schreven zij dat “de krant een mijnheer is, in alle betekenissen van het woord”. Op dat moment was slechts tien procent van de Journalisten in Nederland vrouw (Koetsenruijter

& Deuze, 2015). In 1999/2000 is dat aantal gestegen tot 34 procent. 54 procent van de vrouwelijke journalisten heeft een voltijdbaan (in vergelijking tot 71 procent van hun mannelijke collega’s). Respectievelijk 21 en 20 procent van de vrouwelijke en mannelijke journalisten zijn freelancers. De vrouwen zijn ook iets hoger opgeleid dan de mannen. 31 procent van hen heeft wetenschappelijk

4

onderwijs gehad, vergeleken met 27 van de mannen. Bij hbo-opgeleiden was dat verschil vijf procentpunten (47 versus 42) en bij mbo’ers één procentpunt (7 en 6). Twintig procent van de mannelijke journalisten is lager opgeleid (toenmalige mulo, mavo, hbs, havo of vwo), vergeleken met twaalf procent van de vrouwen. Ook zijn de vrouwen op de redacties gemiddeld jonger en hebben ze daardoor minder ervaring. De gemiddelde leeftijd van de vrouwen is 38, die van de mannen 43,5 jaar (Merens, 2003). Van de journalisten onder de 45 jaar is iets meer dan de helft vrouw, bij journalisten onder de 35 is dit zelfs tweederde (Koetsenruijter & Deuze, 2015).

Naar welke factoren vrouwen weg van de journalistiek drijven is al vaak onderzoek gedaan. De uitkomst: lage lonen, zorgen over het gezinsleven, ongebruikelijke en onregelmatige uren en een glazen plafond op redacties. In de door mannen gedomineerde journalistieke wereld botsen de behoeftes van vrouwen ook vaak met de eisen van de nieuwsredactie. In veel journalistieke banen worden succes en prestatie in gedefinieerd door productie, wat soms in strijd is met de ethische verplichtingen van vrouwen om hun publiek én hun persoonlijke verantwoordelijkheden thuis te dienen (Everbach & Flournoy, 2007). Vooral de zorgen over het gezinsleven zijn een bekend probleem. Werkende vrouwen hebben namelijk als ze thuis komen nog de zogenaamde – en vaak gedocumenteerde – ‘second shift’. Ze doen het gros van het huishoudelijke werk en spenderen veel meer tijd met hun eventuele kinderen dan hun partners. Dit fenomeen werd voor het eerst uitgebreid onderzocht door Arlie Hochschild en Annie Machung in 1989, maar is nu nog even relevant. Het boek dat ze schreven over hun bevindingen, ‘The Second Shift: Working Parents and the Revolution at Home’, is in 2012 nog geüpdatet met nieuwe data en een nieuw nawoord. In 2014 deed de Organisation for Economic Co-operation and Developement (OECD) onderzoek naar het verschil in het aantal uren dat mannen en vrouwen aan het huishouden besteden in 29 landen in de wereld. Gemiddeld kwamen mannen uit op 71 minuten per dag, vrouwen op 173. Voor Nederlandse mannen kwam het neer Een baan, kinderen, het huishouden.. Net jongleren.op 83 minuten, terwijl hun vrouwelijke Bron: Arlie Hochschield & Annie Machung – The Second Shiftpartners gemiddeld 151minuten eraan besteedden (OECD,

2014).

Ook in Nederland is het glazen plafond op de redacties duidelijk aanwezig. Het percentage vrouwen in hogere functies bij dagbladen is maar acht procent. In 2006 werd de eerste vrouwen tot hoofdredacteur van een dagblad benoemd. Dat waren Annemieke Besseling bij het Brabants Dagblad en Birgit Donker bij NRC Handelsblad. Een jaar later volgde Barbara van Beukeringen bij Het Parool. In 2015 zijn geen van deze vrouwen meer werkzaam in hun rol en is staat er geen vrouw meer aan het hoofd van een Nederlands dagblad (Koetsenruijter, 2015). Volgens Diekerhof, Elias en Sax (1986) wordt de arbeidsmarkt gekenmerkt door een zogenaamde arbeidsdeling naar sekse. Vrouwen worden over het algemeen lager betaald en doen werk wat lager gewaardeerd wordt. Zodra er meer vrouwen in een bepaalde sector gaan werken, gaan de status van en de vergoeding voor banen in die sector omlaag. En, tegenovergesteld, als er in een door vrouwen gedomineerde sector meer mannen komen werken, gaan de status en de vergoeding juist omhoog. Die theorie heet de ‘wet van Sullerot’, naar de Franse sociologe Évelyne Sullerot.

5

Verder is er een loonkloof. Volgens de Emancipatiemonitor 2014 van het Sociaal Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek verdienen vrouwen in 2009 gemiddeld tachtig procent van het bruto uurloon van mannen. Een ruwe loonkloof van twintig procent, dus. Als verschillen in werkervaring, beroepsniveau, opleiding en leidinggeven worden meegenomen, blijft een gelijkwaardige loonkloof van 8 procent over. Volgens onderzoek van de Internationale Federatie van Journalisten in samenwerking met het Central European Labour Studies Institute en de Wage Indicator Foundation is de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke journalisten in Nederland nóg groter. De brutoloonkloof is namelijk 28 procent en de gelijkwaardige kloof is maarliefst twintig procent.

Daarnaast wordt mannelijkheid als vanzelfsprekend aangenomen, terwijl vrouwen ‘signs’ zijn binnen de mannelijke verhaallijn van de nieuwsredevoering. De vrouwen die in het nieuws voorkomen als bronnen of onderwerpen, representeren alle vrouwen. Dat is hun specifieke rol. Meestal worden daarvoor vrouwen met feministische meningen gekozen, terwijl dat niet het standpunt van alle vrouwen dekt. Het is niet zo’n homogene groep als wordt aangenomen (Rakow & Kranich 1991). Ook op de redactievloer hebben vrouwen hier last van. Zij representeren hun ‘soort’, als ze in de minderheid zijn. Ze zijn extra zichtbaar voor hun mannelijke collega’s omdat ze opvallen. De verschillen tussen de vrouw op de redactie en haar mannelijke Gender-nonconformiteit

collega’s worden uitvergroot door het contrast met de Bron: Hessianwithteeth.wordpress.com mannen en de onderlinge gelijkheid van de mannen wordt juist uitvergroot. Ze wordt sneller de dupe van generalisatie en stereotypering

dan haar mannelijke collega’s omdat die onderling verschillen van elkaar omdat ze met een grotere groep zijn (Koetsenruijter, 2015).

In principe is die theorie toepasbaar op alle minderheden in een groep, maar in het boek ‘Voor zover plaats aan de perstafel’ (Diekerhof, Elias & Sax, 1986) wordt de nadruk gelegd op het feit dat het een vrouwelijke minderheid is. Bij vrouwen op de werkvloer wordt er bij voorbaat al van uitgegaan dat zij niet geschikt zijn voor het werk: het is een zogenaamd mannenberoep. Haar vrouw-zijn werkt haar dus tegen. Het duurt even voordat ze zichzelf heeft kunnen bewijzen en dat belemmert haar in promotie en mobiliteit. Als haar professionaliteit het gewonnen heeft van haar sekse, gaat ze een bedreiging vormen voor de mannen op de werkvloer. Haar collega’s schieten in de

verdediging en spreken haar aan op haar sekse en hoe ze zich moet gedragen om in het stereotype te passen dat daarbij hoort. Maar helaas horen in dat stereotype geen leiderschapskwaliteiten bij. De keuze van vrouwen is dus deze: conformeer je aan de stereotypering van vrouwen om ‘erbij te horen’ op de werkvloer, maar mis daardoor de mogelijkheid om een leidinggevende functie krijgen, of ga tegen de sociale en culturele noties in van wat ‘vrouwelijkheid’ is om wél een leiderspositie te kunnen bemachtigen. Of de derde mogelijkheid: ga freelancen om dat alles te ontwijken.

1.2 Vrouwelijke en mannelijke journalistiekOndanks alle tegenwerking, heeft het journalistieke werk van vrouwen een essentiële rol gespeeld in de vrouwenkiesrecht-beweging (Holmes & Nice, 2012). Vanaf het ontstaan van de ‘suffragette’-beweging eind 19e en begin 20ste eeuw hadden de door vrouwen geschreven pamfletten, artikelen en boeken heel veel invloed. Tijdens de eerste feministische golf in de jaren’70 van de vorige eeuw geloofden vrouwen dat ze succesvolle

6

carrières én een familieleven konden hebben, net zoals de man-nen. Maar twintig jaar later twijfelden vrouwen hier al behoor-lijk aan. Tijdens de derde feministische golf van de jaren ’90 van de vorige eeuw beweerden vrouwen juist dat zij een aparte culturele groep waren van de mannen omdat ze andere normen, waarden en werkwijzen hadden (Chambers et al., 2004).

Uit onderzoek is gebleken dat mannelijke en vrouwelijke jour- Suffragettes. Bron:nalisten journalistiek verschillend definiëren, maar dat op de fashionthroughhistory.blogspot.commeeste redactievloeren mannen hiërarchische en bureaucra-tische structuren hebben gemaakt om hun eigen definitie van nieuws te handhaven. Oftewel, de mannen zijn de baas en bepalen wat journalistiek is en hoe er gewerkt moet worden. Wat vrouwelijke journalisten belangrijk vinden in hun werk botst soms met de idealen van hun mannelijke collega’s. Mede daardoor voelen vrouwen vaak de druk om zich te bewijzen als ‘one of the guys’, terwijl ze andere sociale en persoonlijke belangen hebben dan mannen en een andere definitie handhaven van wat nieuws is. Ze vinden andere onderwerpen, invalshoeken, bronnen en ethiek belangrijk. Zogenaamde ‘mannelijke’ journalistiek is gefocust op politiek, misdaad, financiën, educatie en opvoeding, terwijl ‘vrouwelijke’ journalistiek gaat om human interest, consumentennieuws, cultuur en sociaal beleid (Everbach & Flournoy, 2007).

Maar zelfs als vrouwen hetzelfde nieuwsonderwerp kiezen als mannen, schrijven ze de stukken op een andere manier. Ze personaliseren of humaniseren hun verhalen. Vrouwen communiceren graag met de lezer, ze zijn ‘people-oriented’ in plaats van ‘issue-oriented’, ze vinden het belangrijk dat nieuws in context wordt geplaatst en leggen graag de consequenties van gebeurtenissen uit. Dat geeft media extra waarde. Vrouwen werden in de jaren zestig van de vorige eeuw in eerste instantie dan ook aangenomen bij kranten om het aantal (vrouwelijke) lezers te verhogen. Dat liep toentertijd omlaag. Vrouwen waren geïnteresseerd in andere delen van de krant dan mannen en vrouwelijke journalisten konden daarop inspelen (Christmas, 1997).

2. Vrouwen in de muziekjournalistiek

7

2.1 Meten met twee matenIn haar pleidooi voor meer vrouwelijke muziekjournalisten benoemt muziekjournalist Anwen Crawford (o.a. The Monthly, The New Yorker) de meest beroemde rockmuziek-journalisten ooit: Robert Christgau, Greil Marcus, Lester Bangs en Nick Kent. Het zijn allemaal mannen. Bangs overleed

in 1982 op 33-jarige leeftijd, maar blijft volgens Crawford de meest iconische van alle. Omdat zijn ‘hard-living, drug-taking, sunglasses-after-dark-wearing gonzo schtick’ hem net zo’n mannelijke anti-held maakte als de rocksterren waarover hij schreef Lester Bangs. Bron: Pleasekillme.com

(Crawford, 2015).

Die pose werkt volgens Crawford niet zo goed voor vrouwelijke recensenten. Als ze een slechte ‘attitude’

tonen, wordt dat vrijwel nooit getolereerd – laat staan geprezen. Van de rebelse vrouwen van de rock, inclusief de schrijfsters, wordt zelden aangenomen dat ze genieën zijn. Sterker nog, men veronderstelt dat ze hoeren zijn. In de biografie van Lillian Roxon, de ‘moeder van de rock’, van Robert Milliken herinnert Roxon’s protégé Kathy Miller hoe ze uitgedaagd werd door een mannelijke redacteur. Hij had haar een stuk over rockband The Who toegewezen en vroeg in ruil daarvoor om een pijpbeurt. “Wat is het probleem?” vroeg hij. “Je bent een groupie.” Miller antwoordde: “Ik ben een vrouw die over rock schrijft.” Hij reageerde: “Dat is hetzelfde.” Het is inmiddels bewezen dat het stereotype van groupie – aanbiddend, prachtig en veracht – voor vrouwen die participeren in rock nog steeds bestaat (Crawford, 2015).

Lillian Roxon. Bron: Alchetron.com

Ook worden vrouwen minder snel serieus genomen, of ze nu fan zijn, over muziek schrijven of muziek maken. Crawford vertelt hoe ze als puber op school rondliep met een map met daarop een foto van de IJslandse zangeres Björk. Een jongen uit haar klas riep meteen beschuldigend: “Wedden dat je niet eens weet wie dat is!” En dat terwijl Crawford opgegroeide met The Sugarcubes, de band waar de zangeres deel van uitmaakte voordat ze überhaupt haar solocarrière begon (Crawford, 2015).

2.2 Authenticiteit is alleen voor mannenVroeger waren het de platenzaken en gitaarwinkels, vertelt Crawford, nu de social media: de podia waarop mannelijke bekwaamheid geëtaleerd wordt als het gaat om popmuziek. Vrouwelijke expertise wordt als het tevoorschijn komt afgewezen op grond van fraude. Een erkend ‘expert’ worden, muzikant of recensent bijvoorbeeld, zal je er niet voor behoeden om van valsheid en fraude beschuldigd te worden. Het probleem is dat de rol van vrouwen in de popmuziek lang geleden besloten en vastgezet is, deels door de oude muziekjournalistiek. Om de ontluikende ‘rockscene’ van de jaren ’60 een waardig onderwerp van kritisch onderzoek te maken, moest vastgesteld worden dat rock serieus en authentiek was. Een van de resultaten van de discussies die toen gaande waren, was dat vrouwen aan de verliezende kant stonden. Ze werden frivool en nep gevonden, zelfs door de vrouwelijke recensenten. Dat is door de jaren heen niet veranderd (Crawford, 2015).

8

Jessica Hopper, voorheen senior editor bij het invloedrijke Amerikaanse online muziekplatform Pitchfork, nu schrijver bij MTV en door Vice uitgeroepen tot ‘the ultimate female rock critic’, wijdde een hoofdstuk van haar boek The First Collection of Criticism by a Living Female Rock Critic aan Lana Del Rey. De zangeres gaat sinds het begin van haar carrière gebukt onder beschuldigingen van ‘nepheid’. Volgens Hopper maken we er een hele heisa van om duidelijk te maken dat we de waarheid willen weten, maar uiteindelijk zijn we alleen geïnteresseerd in oude mythes. En de mythe van de misleidende vrouw is een van de oudste die er is (Hopper, 2015).

Jessica Hopper. Bron: Newsweek.com

2.3 Plek voor vrouwenWaar vrouwen wel zonder beschuldigingen hun gang kunnen gaan, is een stuk verwijderd van de redactievloer: in academia. Dat is een veel bereidwilliger domein voor vrouwen die over popmuziek schrijven. In die sfeer verschijnen er essays en boeken die bijdragen aan een rijke en aanhoudende feministische analyse. Ze halen maar af en toe de reguliere pers, maar veertig jaar aan kritische feministische theorie over popmuziek is langzaam naar het standpunt van jongere recensenten doorgesijpeld (Crawford, 2015). Ook Hopper ziet het verschil. Online journalistiek heeft volgens haar geleid tot een woeste nieuwe oogst van hele eigenzinnige jonge schrijvers die schrijven over onderwerpen als rassen, genderidentiteit, seksualiteit, geaardheid en het lichaam. Ze hebben een vrijwel onberispelijk gevormd kritisch kader, vindt de journalist (Mistry, 2015).

Crawford denkt dat er in fictie en memoires misschien meer plaats is voor vrouwelijke schrijvers om over alles wat gekmakend en prachtig is aan muziek te schrijven dan in de muziekjournalistiek. Maar er is volgens haar nog veel behoefte aan vrouwelijke muziekrecensenten. Ze noemt de tweedeling die rock teweeg brengt: aan de ene kant de vrijheid die het geeft aan vrouwen, aan de andere kant de onderwerping van vrouwen die het verheerlijkt. Tussen die grenzen werkt de vrouwelijke muziekjournalist, terwijl ze hoopt zich een weg te kunnen banen (Crawford, 2015).

Op internet staat al een een open Google document genaamd ‘The Writers of Color list’ vol met namen van schrijvers, ontstaan toen Jazmine Hughes van T Magazine en freelance journalist Durga Chew-Bose het zat waren dat er door de journalistieke industrie altijd geklaagd werd dat ze geen ‘people of color’ kenden. Muziekblad The Fader heeft daarop geïnspireerd een lijst gemaakt met vrouwelijke muziekjournalisten, zodat redacteuren die kunnen bekijken als ze op zoek zijn naar een nieuwe journalist die hun team kan versterken. Volgens het blad zijn er al genoeg vrouwelijke muziekjournalisten, maar ze moeten wat zichtbaarder worden (Friedlander, 2015). Ik heb mijn eigen naam er ook in gezet.

3. Vrouwen in de Nederlandse muziekbladen: de cijfersAangezien vrouwen veel in de ‘soft news’-gedeelten zoals van de journalistiek – zoals kunst, entertainment en lifestyle – werken, zou je misschien verwachten dat er veel vrouwen voor muziekbladen schrijven. Cultuur en muziek zijn ‘soft news’-segmenten bij uitstek. Ik vroeg een aantal Nederlandse muziekbladen om cijfers over hun redacteuren, freelancers en lezers. Ik heb ervoor

9

gekozen om alleen te kijken naar bladen voor muziekliefhebbers. Muzikantenbladen zoals De Bassist, Zing Magazine en Musicmaker heb ik buiten beschouwing gelaten omdat die een andere doelgroep en inhoud hebben. Het gaat bij hen meer om de ‘gewone’ muzikant dan om bekende artiesten. Subbacultcha! en Gonzo (circus) heb ik ook niet onderzocht omdat dit lifestyle-bladen zijn; ze gaan niet alleen over muziek. Dat maakt het moeilijk om ze te vergelijken met bladen die wel alleen muziek als onderwerp hebben. Verder heb ik de jazzbladen Doctor Jazz Magazine en Jazzism en de klassieke muziekbladen zoals Luister en Akkoord Magazine niet onderzocht omdat zij eveneens een andere doelgroep hebben. Dat zijn bladen voor specifiekere interesses die de popmuziekbladen nooit halen.

Uiteindelijk bleven de volgende bladen over: OOR, Soundz, Lust For Life, LiveGuide, Aardschok, DJ Mag NL, Popmagazine Heaven en The Daily Indie. OOR, Soundz en Popmagazine Heaven schrijven over (al dan niet alternatieve) popmuziek, Lust For Life voornamelijk over classic rock, LiveGuide vooral over alternatieve artiesten die naar de Nederlandse poppodia komen, Aardschok over hardrock en metal, DJ Mag NL over dance en The Daily Indie over nieuwe interessante artiesten. Een vrij breed spectrum aan genres dus.

Aantal mede-werkers

Aantal vrouwelijke medewerkers

Percentage vrouwelijke medewerkers

Aantal vaste medewerkers

Aantal vrouwelijke vaste medewerkers

OOR 32 5 15,6 7 0Soundz 14 3 21,4 2 0Lust For Life 23 4 17,4 6 0LiveGuide 11 3 27,3 2 0Aardschok 20 6 30 0 0DJ Mag NL 26 7 26,9 6 2Popmagazine Heaven

34 0 0 4 0

The Daily Indie

65 26 40 0 0

Tabel 1: Vrouwelijke medewerkers en lezersaantallen bij muziekbladen in Nederland. Bron: persoonlijke mededeling van Erik van den Berg (OOR), Jean-Paul Heck (Soundz), Martin Cuppens (Lust For Life), Sven Bersee (LiveGuide), ‘Metal Mike’ van Rijswijk (Aardschok), Sarah Strijker-Ottow (DJ Mag NL), Popmagazineheaven.nl en Missmag.nl (Popmagazine Heaven) en Ricardo Jupijn (The Daily Indie).

N.B.:

10

Aantal freelancers

Aantal vrouwelijke freelancers

Oplage Percentage vrouwelijke lezers

OOR 25 5 30.000 OnbekendSoundz 12 3 45.000 OnbekendLust For Life 17 4 26.000 16LiveGuide 9 3 50.000 OnbekendAardschok 20 6 21.000 OnbekendDJ Mag NL 20 5 20.000 OnbekendPopmagazine Heaven

31 0 7.000 Onbekend

The Daily Indie

65 26 1.000 20

Bij de freelancers van OOR en The Daily Indie zijn alle medewerkers gerekend, niet alleen de schrijvende redacteuren;

De vaste medewerkers van Lust For Life werken niet allemaal fulltime op de redactie en het aantal freelancers van het blad fluctueert. Op dit moment leveren 17 van hen een substantiële bijdrage;

De helft van de abonnees van Lust For Life heeft geen geslacht doorgegeven; Aardschok en The Daily Indie werken alleen met freelancers en hebben geen vaste redactie; Het percentage vrouwelijke lezers van The Daily Indie is een schatting; LiveGuide is een gratis muziekkrant en ligt op 550 distributiepunten in Nederland; Popmagazine Heaven kon ik niet bereiken voor informatie over het blad. De informatie in de

tabel is afkomstig van hun website en Missmag.nl. De percentages bij ‘percentage vrouwelijke medewerkers’ zijn tot een cijfer na de komma

afgerond.

11

4. In gesprek met hoofdredacteuren van Nederlandse muziekbladenIk ben in gesprek gegaan met Erik van den Berg (OOR), Martin Cuppens (Lust For Life), Sven Bersee (LiveGuide), Ricardo Jupijn (The Daily Indie) en Sarah Strijker-Ottow (DJ Mag NL). Van den Berg sprak ik via e-mail, Cuppens en Bersee face-to-face, en Jupijn en Strijker-Ottow telefonisch.

N.B. Niet alle interviewkandidaten konden antwoord geven op alle vragen. Bij sommige vragen zijn er dus minder antwoorden.

4.1 Waarom werken er zo weinig vrouwen in de muziekjournalistiek?Jupijn: “Er zijn best veel vrouwelijke muziekjournalisten, ze komen bijvoorbeeld bij ons werken tijdens hun studie. Misschien hebben ze niet de ambitie om ermee verder te gaan. En ook al hebben ze dat wel, het is moeilijk om een baan te vinden in de muziekjournalistiek. Of misschien vinden ze het maar een tijd leuk en vinden ze daarna iets wat ze leuker vinden om mee verder te gaan.”

Van den Berg: “Popjournalistiek is altijd een typisch mannending geweest en staat dus ook zo bekend. Misschien dat dat bij voorbaat al vrouwen afschrikt. De vraag zou misschien wel moeten zijn: haken ze af of beginnen ze er überhaupt niet aan? Maar eerlijk gezegd weet ik het antwoord daarop niet. Opvallend is overigens wel dat OOR sinds enkele jaren in samenwerking met de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg een cursus popjournalistiek organiseert, waarbij zich juist opvallend veel vrouwen aanmelden. Bij de laatste editie was zelfs driekwart van de deelnemers vrouw!”

Cuppens: “Ik ben eerlijk gezegd niet anders gewend dan dat er veel meer mannen dan vrouwen op muziekbladenredacties werken. Mijn oud-hoofdredacteur Tjerk Lammers heeft er een redelijk botte kijk op. Hij heeft het idee dat vrouwen er op een gegeven moment te volwassen voor worden; muziek is voor hen maar ‘spielerei’. Ze vinden het een leuk tijdverdrijf, maar gaan daarna snel iets zinnigers doen. Ik geloof daar zelf niet zo veel van. Ik ken genoeg vrouwen die gek zijn van muziek en er zijn er genoeg die kunnen schrijven, maar ik heb echt geen idee waarom ze niet bij ons terechtkomen. Wij staan er gewoon open voor. In de loop der jaren is er behoorlijk wat veranderd in onze colofon. We hebben vaak stagiairs die eindigen als freelancers en dat vinden we heel leuk en willen we ook handhaven. Vroeger waren dat alleen mannen, maar tegenwoordig zijn dat vaak vrouwen. Zij blijven grappig genoeg ook vaak hangen. Dat is leuk, maar ik denk dat er ook genoeg wat oudere vrouwen zijn die van classic rock houden, net zoals de jongere dat doen. Ik vind het raar dat we die niet terugzien op de redactie.”

Bersee: “Ik denk dat het vanuit de journalisten zelf komt. Vrouwen gaan blijkbaar minder snel de popjournalistiek in. Voetbaljournalistiek is nog erger, maar in het voetbalstadion zie je veel meer mannen dan vrouwen, terwijl in Paradiso toch ongeveer evenveel mannen als vrouwen komen kijken naar een concert. Er is verder ook geen droog brood te verdienen in de muziekjournalistiek. Misschien is het wel een mannendingetje om dat ervoor over te hebben om hun hobby fulltime te doen. Je moet wel heel gedreven zijn om het vol te kunnen houden. Ik zie mezelf dit ook niet de rest van mijn leven doen.”

Strijker-Ottow: “Dat is een moeilijke vraag. Ik heb evenveel vrouwelijke als mannelijke stagiairs gehad en er werken bij ons drie vrouwelijke freelancers die vaste rubrieken hebben in het blad. Er zijn dus wel vrouwen die bij muziekbladen willen werken. Er werken in de ‘dance-scene’ in

12

verhouding wel veel vrouwen in de marketing en event management. Misschien willen ze liever een vaste baan of een baan in de PR.”

4.2 Werken vrouwelijke schrijvers anders en zou je om meer lezers aan te trekken door de verhoogde diversiteit aan schrijfstijlen meer vrouwen aannemen?Jupijn: “Ik kan niet zeggen dat ik per stuk kan lezen of het geschreven is door een man of een vrouw. Zeker niet bij de albumrecensies. Interviews zijn wat persoonlijker. We sturen dan ook iemand op muzikanten af die meer in de leefwereld van die artiest staat. Laatst hadden we bijvoorbeeld een interview met Savages, een nogal uitgesproken feministische band. Als je daar een vrouw op afstuurt, heeft die een andere klik met de bandleden. Het zal een gesprek vol herkenning zijn, terwijl het heel anders zou uitpakken als ik er een man op af zou sturen. Die zou heel andere vragen stellen en een andere insteek hebben. Maar ik zou geen vrouwen aannemen alleen om het vrouwelijke lezersaantal te verhogen.”

Van den Berg: “Ik heb dat in OOR tot dusver niet gesignaleerd. Althans, het is me nooit opgevallen. De keuze van gespreksonderwerpen tijdens interviews is soms anders, vrouwelijker zo je wilt, maar dat daarmee het verhaal dan meer gepersonaliseerd of gehumaniseerd werd dan bij mannelijke schrijvers, kan ik me niet herinneren. Uiteraard kan het ‘vrouwelijk perspectief’ extra waarde geven aan interviews. Man versus vrouw geeft altijd een andere ‘vibe’ dan man versus man. Een interview kan er een stuk spannender en amusanter van worden. Maar ik zou geen vrouwen aannemen om eventueel het lezersaantal te verhogen. Dat zou een tamelijk geforceerde kunstgreep zijn. Bovendien betwijfel ik sterk of het zou werken.”

Cuppens: “Ik geloof niet in extreme verschillen tussen mannen en vrouwen, maar ik denk wel dat er een verschil in denkwijze is, dat ze andere insteken hebben en andere invalshoeken verzinnen. Mensen voelen zich toch op hun gemak bij iemand die meer met ze gemeen heeft. Andersom kan het ook wel werken. Een oud-stagiaire en freelancer doet het op een bijzondere manier. Als zij mannelijke bandleden interviewt, weet ze er meer uit te halen dan haar mannelijke collega’s omdat ze heel open is. Dat vinden die bandjes heel leuk. Maar daar zit wel weer een klein beetje seksisme in: mannen vinden het leuk als een leuk meisje hen aandacht geeft. Het is prima als je er een tactiek voor hebt. Ontlok mensen maar, ik vind in principe alles – tot op zekere hoogte – goed, maar zorg wel dat je serieus genomen wordt. Je bent een journaliste en je representateert ons. Maar als je het kan doen door leuke open vragen te stellen en te glimlachen en gezellig te zijn, dan is het prima. Dat doe ik ook, je moet mensen op hun gemak stellen.”

“Ik denk dat de vrouwen die voor ons schrijven gemiddeld creatiever schrijven dan de mannen. Dat komt ook doordat er vrij veel mannen van de oude garde bij ons schrijven die heel erg ‘op safe spelen’. Ze weten heel veel en weten veel ook goed over te brengen, maar doen het op een heel veilige manier omdat dat nu eenmaal is hoe ze al jaren schrijven. Een van de jonge vrouwen die voor ons werkt, schrijft juist zo bizar, heel anders dan al onze andere freelancers. Ze gebruikt metaforen en zienswijzen waar ik echt niks van snap, maar het is heel tof. Af en toe schiet ze door, maar dat is helemaal niet erg. Ik heb liever dat iemand dát doet, dan dat ze te braaf blijven. Als stagiairs bij ons beginnen, zijn ze vaak heel jong en blijven daarom in het begin heel veilig schrijven. Maar op een gegeven moment komen ze los en dan wordt het heel interessant. Vaak hebben ze echt een creatieve kant. Die grote verscheidenheid vind ik alleen maar beter. Daar streef ik ook naar. Als we nu ook wat dames van in de vijftig hadden die voor ons schreven, was het pas echt compleet.”

“Of het hebben van meer vrouwelijke schrijvers meer lezers oplevert, weet ik niet. Dan zou je de onderwerpkeuze misschien ook moeten veranderen, onderzoeken welke muziek vrouwen leuk

13

vinden en over welke onderwerpen ze willen lezen. Maar wij zijn ook steeds verder van het plaatje ‘artiest maakt een album en praat daarover’ af aan het gaan. Vroeger kon je alleen over muziek lezen in de bladen, toen was er nog geen internet. Inmiddels kunnen mensen die basic informatie overal al lezen. Als je als tijdschrift nog iets wilt toevoegen, dan moet je je juist richten op de meer persoonlijke kant van een artiest en daarbij de diepgang niet schuwen.”

“Het klinkt eigenlijk heel logisch om meer vrouwen aan te nemen om meer vrouwelijke lezers aan te trekken. Maar dan is dus de vraag: schrik je dan niet de oude lezers af? We hebben nu een bepaalde manier van schrijven en een bepaalde onderwerpkeuze. Maar aan de andere kant, bij een tijdschrift – en bij ons al helemaal – vind ik creatief schrijven het belangrijkste dat er is. Een schrijver is volgens mij pas echt goed als je aan zijn of haar teksten kunt herkennen wie het is. En bij de vrouwelijke schrijvers die we op dit moment hebben, is dat dus ook zo.”

Bersee: “Mannen en vrouwen zijn niet hetzelfde en maken waarschijnlijk ook niet dezelfde keuzes op een redactie. Vrouwen brengen ook nieuwe artiesten naar voren in de muziekindustrie. Ik ken maar weinig mannen die een artiest als Grimes [vrouwelijke artiest met een heel aparte stijl, red.] kunnen waarderen. Meer vrouwen op de werkvloer vertaalt zich ook naar andere keuzes voor muzikanten in de bladen. Als er meer vrouwelijke hoofdredacteuren zijn, zullen er bijvoorbeeld ook meteen meer vrouwen op de cover staan.”

“Ik heb er nooit echt bij stil gestaan, maar ik kan me goed voorstellen dat vrouwen anders schrijven dan mannen. We hebben bij LiveGuide alleen niet zo veel schrijvers, dus ik vind het moeilijk om er iets over te zeggen. Bij mannen zie ik eerder nonchalance terug, denk ik. Sommigen komen terug met maar heel weinig quotes. Dan hebben ze zich niet zo goed voorbereid, dat kun je eraan afzien. Maar nonchalance kan ook positief uitpakken. Als ik echt op zoek was naar een manier om meer vrouwelijke lezers aan te trekken, dan is het logisch om meer vrouwelijke schrijvers bij het blad te krijgen. Maar dat zou ik dan niet doen omdat het vrouwen zijn, maar omdat ze typisch vrouwelijke verhalen schrijven.”

Strijker-Ottow: “Ik vind het zelf prettig om met vrouwen te werken. We sturen ook vaak vrouwen op bekende artiesten af die al erg ‘media-trained’ zijn. Ze lijken tijdens een gesprek met een vrouw wat zachter te worden, een beetje alsof ze met hun vriendin of moeder aan het kletsen zijn. Ze proberen zich niet zo te bewijzen en uit te sloven als wanneer ze met een man praten. Verder heb ik het idee dat vrouwen gestructureerder en meer geordend werken en dat ze dingen netter en meer volgens de gegeven opdracht aanleveren. Ze geven het ook uit zichzelf aan als ze bijvoorbeeld de deadline niet halen en ze zijn communicatief vaardiger. Mannen zijn daar wat losser in. Ik denk dat het een time management issue is. Volgens mij is plannen, organiseren en aansturen wel iets vrouwelijks.”

“Ik kan niet zeggen dat ik heb gemerkt dat vrouwen met meer diepgang schrijven. Bij sommige rubrieken in DJ Mag NL is dat ook niet nodig. Er moet wel een aanleiding zijn en ruimte ervoor zijn in het blad. Uit analyses is gebleken dat we vooral mannelijke lezers hebben, dat komt voornamelijk door onze ‘tech’-rubriek. Als we onze doelgroep ooit gaan verbreden, zal ik een andere briefing doen voor interviews. Dan moet het persoonlijker, met meer diepgang.”

4.3 Hoe kunnen we meer vrouwen in de muziekjournalistiek krijgen?Jupijn: “Ik weet niet hoe we meer vrouwen in de muziekjournalistiek kunnen krijgen, maar ik denk dat het neer komt op hard werken en ervaring opdoen. Dat is vaak de doorslaggevende factor. Maar daar dienen wij ook voor: we zijn een springplank voor jong talent.”

Van den Berg: “Er hoeft niks aan gedaan te worden.”

14

Cuppens: “Heel simpel: haal jonge talentvolle journalistes binnen, leid ze op en houd ze bij je blad. Ik denk dat het niet helemaal aan het aanbod van vrouwelijke muziekjournalisten ligt, stagiaires zijn er bijvoorbeeld genoeg. Het gaat er om dat ze na hun stage blijven. Er zijn niet zo bijster veel oudere vrouwelijke muziekjournalisten, daar moeten we het dan ook niet zo van hebben. We houden sowieso veel stagiairs die we goed vinden bij het blad, maar misschien gebeurt dat zelfs nog meer bij de vrouwen.”

Bersee: “Op mijn journalistiekopleiding was er geen vak waarbij je over muziekjournalistiek kon leren, misschien dat je mensen enthousiast zou kunnen maken over het vak door het toe te voegen aan het curriculum van de opleidingen. Bij de nieuwe media werken wel meer vrouwen dan bij de oude. Muziektijdschriften horen bij een oud journalistiek genre en er zitten veel oude gevestigde namen in het bladenwereldje, misschien dat het met de tijd vanzelf meer naar vrouwen toe groeit.”

“Misschien hebben de jonge meiden weinig inspiratiebronnen in het vak, maar dan kun je je ook afvragen in hoeverre jonge gasten daarop letten als ze de muziekjournalistiek in gaan. Het kan zijn dat ze geïnspireerd zijn door mannen als Leo Blokhuis of Leon Verdonschot, maar een bekende vrouwelijke muziekjournalist is er niet echt. Ik denk zelf dat er wel meer mensen een vak of hobby ingaan als ze voorbeelden hebben, als het populair is op dat moment. Net als mensen sporten gaan beoefenen als het Nederlandse team van die sport het internationaal goed doet.”

4.4 Hoe zit het bij jouw blad? Vind je het zelf belangrijk dat er vrouwen werken en doe je zelf iets om meer vrouwen bij je blad te laten komen?Jupijn: “Bij The Daily Indie spreken we elkaar vooral via de mail; we doen dit naast onze baan of studie en hebben geen bedrijfscultuur. Als de verhouding tussen mannen en vrouwen heel scheef zou zijn, merken we daar weinig van. Maar als je dag in dag uit alleen maar met oude mannen op een redactie zit, is het een ander verhaal. Dat is voor niemand leuk. Ik vind dat er pas een beleid nodig is als het fout zit. Maar de oude muziekbladen zoals OOR zijn toch stervende. Ik weet niet waarom daar zo weinig vrouwen werken. Ik vraag me af of ze het bewust doen, die ‘man’s world’ creëren op de redacties. De toffe jonge bladen zoals Subbacultcha!: dat leeft, daar is het te doen.”

“Ik selecteer mijn medewerkers op hun kunnen. Ik realiseer me dat het nooit helemaal objectief kan zijn, maar ik heb het wel makkelijk: we werken alleen met vrijwilligers en ik kan dus veel meer mensen aannemen dan een blad met betaalde redacteuren. Als er een aantal mensen voor The Daily Indie willen komen werken en ze kunnen allemaal goed schrijven, dan kunnen ze meteen aan de slag. Of het vrouwen of mannen zijn maakt dan niet uit, als ze maar enthousiast zijn. We hoeven minder te selecteren en zijn niet op zoek naar één profiel, iemand voor een bepaalde functie. Ik vind het ook niet belangrijk dat er vrouwen bij ons werken, net zomin als ik het belangrijk vind dat er mannen werken. Maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat we een diverse groep hebben: we trekken een vrij gemengd publiek aan, vrouwen vinden het leuk wat wij doen.”

Van den Berg: “We streven niet naar een meer gelijke man-vrouwverhouding, we zoeken er in ieder geval niet actief naar. Als zich een goede potentiële redacteur aandient, speelt geslacht geen enkele rol. Het gaat om schrijfcapaciteiten, kennis en visie. Puur in geval van dezelfde kwaliteiten en ervaring zou het best wel eens kunnen dat er voor een vrouw wordt gekozen. In het mannenbolwerk dat de OOR-redactie al jaren is, kan enig vrouwelijk perspectief vast geen kwaad.”

Cuppens: “Ik vind het zeer wenselijk dat de redactie meer divers wordt, maar ik vind het raar om echt aan positieve discriminatie te doen. Toch is dat misschien wel de toekomst. Het is gezond om het een beetje recht te trekken. Als we aanmeldingen krijgen voor stagiairs en het zou een ‘fifty-fifty’-tje zijn, dan zou het kunnen dat we inderdaad de vrouw kiezen. Maar onze redactie is in

15

principe wat hij is. Hij verandert niet heel veel. Als er iemand weg gaat, gaan we natuurlijk kijken wie hem dan zou kunnen opvolgen. Dat er nog zo weinig vrouwen bij ons werken, zou op dat moment absoluut kunnen meewegen. Qua freelancers is dat niet zo moeilijk, de oude garde gaat op den duur wel met pensioen en dat zal bij sommigen niet zo heel lang meer duren. Dat moeten we dan van onder aanvullen.”

Bersee: “Ik heb er nooit heel bewust naar gestreefd om mannen of juist vrouwen als schrijvers te hebben. De vrouwen die voor LiveGuide schrijven komen uit de Lust For Life-stal; voor hetzelfde geld hadden er helemaal geen vrouwen bij ons gewerkt. Ik ben zelf überhaupt nooit heel actief op zoek geweest naar schrijvers omdat we voor een groot deel werken met de schrijvers die ons benaderen en dat zijn toevallig mannen. Er solliciteren sowieso niet vaak schrijvers bij ons. We worden wel vaak benaderd door fotografen en daar zitten wel veel vrouwen tussen.”

Strijker-Ottow: “Het is belangrijk dat er een goede verhouding is in het blad. Het maakt de kwaliteit van het magazine ook hoger. Het is ook prettiger om te werken op een plek waar ook een aantal vrouwen zijn. Ook vind ik het als vrouw zijnde belangrijk dat er meer gelijkheid is. Als er een pitch gegeven wordt door een vrouw kan ik die in het vervolg een kans geven in plaats van meteen te roepen dat er geen plek meer is in het blad.”

4.5 Zijn sommige muziekgenres populairder onder vrouwen dan andere en zie je dat terug in de werknemers en lezers? Jupijn: “Alle muziekbladen trekken sowieso meer mannelijke lezers dan vrouwelijke. Ik ken de precieze lezersaantallen van mijn blad niet, maar ik denk dat het bij ons sowieso wel goed zit. Het verschilt per muziekblad en over wat voor muziek ze schrijven. Vrouwen houden volgens mij meer van nieuwe interessante muziek dan bijvoorbeeld classic rock. Dat is echt een mannending.”

Van den Berg: “OOR schrijft niet over een bepaald genre, maar over veel verschillende genres: pop, rock, indie, dance, roots, singer-songwriters, avant-garde, metal, punk, elektronica, etc. De van oudsher ‘typisch mannelijke’ genres zoals metal blijven zelfs behoorlijk onderbelicht. Dus nee, ik denk niet dat het veel invloed heeft op het geslacht van de lezer.”

Cuppens: “Volgens ons abonneebestand is zestien procent van de abonnees die hun geslacht in hebben gevuld vrouw, maar je moet die cijfers wel met een enorme schep zout nemen. We hebben een iets oudere doelgroep en de abonnementen staan – wie het ook leest in het gezin – meestal op naam van de man. Het is ouderwets, maar zo gebeurt het nog vaak. Onze ijkpersoon is in principe ook een man van rond de vijftig, maar het is niet zo dat we specifiek niet voor of over vrouwen schrijven. Nu niet meer tenminste – we hebben ooit natuurlijk die rare tagline gehad. Maar dat was maar heel even, we kregen daar terecht zó veel klachten over. Daar was men niet blij mee, nee.”

“Classic rock is over het algemeen geen genre waar veel vrouwen van houden, maar dat is wellicht iets te kort door de bocht. Van onze vorige stagiaire hoorde ik dat het publiek bij een concert van Whitesnake de man-vrouwverhouding ongeveer gelijk was en ook op classic rockfestival Bospop lopen genoeg vrouwen rond. Ze zijn er dus wel. Maar ik denk dat de gemiddelde vrouw niet blij wordt van Pink Floyd of Toto. Vrouwen reageren vaak op stukken over artiesten zoals Queen of David Bowie, die geven ook wat minder het ‘mannen-in-spijkerbroek-gevoel’ af, wat bijvoorbeeld AC/DC wel doet.”

“Als je puur naar genre zou kijken, denk ik dat vrouwen meer houden van de wat hippere nieuwe muziek. Ik denk – maar dat is echt een gevoel – dat jongere mensen sowieso meer met muziek hebben dan oudere mensen. Als je van de onderkant komt aanwaaien bij een blad ben je vaak ook

16

wat jonger en luister je naar jongere muziek. Dan ga je op zoek naar een plek waar je over je favoriete muziek kan schrijven. Maar aan de andere kant, dan zouden er bij OOR ook meer vrouwen moeten zitten, want daar is meer ruimte voor nieuwe muziek dan bij Lust For Life. Wij doen ook wel wat met jongere artiesten, maar misschien is dat niet wat mensen verwachten van ons en komen ze daarom niet zo snel bij ons terecht.”

Bersee: “De bands die we in LiveGuide willen hebben, moeten in principe jong, nieuw en hip zijn, maar het is geen absolute vereiste. We zoeken een beetje de rauwere muziek op. Dat willen we ook uitstralen met het krantenpapier waarop het blad is gedrukt. Rauw, een beetje smerig, donkere krochten, een beetje rock ’n roll. Het is door mannen verzonnen, nog voordat ik bij het blad was. Natuurlijk zijn er meiden die het ook leuk vinden, maar het klinkt als een mannelijk iets. Toen we St. Vincent [vrouwelijke rockartiest, red.] op de cover hadden, was het een heel stijlvolle cover die misschien meer vrouwen aanspreekt. The Daily Indie is qua naam en toon bijvoorbeeld wat luchtiger dan wij, het heeft voor mijn gevoel een wat lieflijkere uitstraling – niet vervelend bedoeld. Maar misschien dat er daarom meer vrouwen werken. Het lijkt me ook dat er bij OOR makkelijk meer vrouwen kunnen werken, de genres waar zij over schrijven trekken vrouwen aan.”

“Ik heb wel het idee dat LiveGuide veel gelezen wordt door vrouwen. Op social media krijgen we wel eens reacties van meiden, vaak op basis van de cover van de LiveGuide van die maand. We hadden laatst een foto van de cover met The Last Shadow Puppets [rockband, red.] erop, dat zijn twee gasten die volgens mij ook redelijk populair zijn onder de vrouwen. Toen hadden er ook een paar meisjes gereageerd met dingen als: “Ik móet deze krant hebben!”. Ik denk wel dat LiveGuide over dingen schrijft die vrouwen willen lezen. Het is niet een mannenmuziekkrantje, of zo. Als je over hiphop schrijft is het een ander verhaal, dat is wel populairder onder mannen denk ik. ”

Strijker-Ottow: “Onze doelgroep bestaat wel voornamelijk uit mannen, maar sommige delen van dance – EDM [populair genre in de elektronische muziek, red.]bijvoorbeeld – zijn toch best vrouwelijk. Zelfs bij de harde genres zoals hardstyle zie je genoeg vrouwen. Ik heb me verder niet verdiept in de genres van de andere muziekbladen in Nederland, maar misschien dat er zo weinig vrouwen bij OOR werken omdat het blad toch vooral over rock schrijft. Dat lijkt me meer een mannending.”

4.6 SamenvattingDe hoofdredacteuren hebben verschillende ideeën over hoe de scheve man-vrouwverhouding in de muziekjournalistiek is ontstaan. Ricardo Jupijn merkt op dat er genoeg vrouwen bij zijn blad komen werken tijdens hun studie, maar dat ze daarna misschien afhaken of gewoonweg geen werk kunnen vinden. De muziekjournalistiek is nou eenmaal niet de makkelijkste richting om een baan in te vinden. Erik van den Berg denkt dat vrouwen afgeschrikt worden omdat het vak als een mannending bekend staat, terwijl Sven Bersee het erop houdt dat vrouwen het zelf minder leuk vinden en het er misschien niet voor over hebben er een slecht salaris voor te krijgen. Martin Cuppens vertelt dat volgens Tjerk Lammers, de voormalige hoofdredacteur van Aloha, Revolver en Lust For Life, er wel veel vrouwen beginnen in de branche, maar ze daarna iets anders gaan doen wat ze nuttiger vinden, vertelt Martin Cuppens. Sarah Strijker-Ottow denkt dat vrouwen misschien liever een vaste baan hebben dan als freelancer werken en vaker in PR-functies terecht komen.

Of vrouwen anders werken dan mannen, vinden de hoofdredacteuren moeilijk te zeggen, voornamelijk omdat ze weinig voorbeelden hebben op hun eigen redactie. Van den Berg is geen verschil opgevallen, maar hij geeft wel aan dat een vrouwelijke insteek het blad geen kwaad zou doen. Jupijn zegt geen verschil te zien in de recensies, maar stuurt wel mensen op een interview af die meer in de leefwereld van een band staan. Cuppens vertelt dat hij niet gelooft in grote verschillen tussen mannen en vrouwen, maar wel denkt dat vrouwen een andere denkwijze hebben, andere

17

insteken en invalshoeken kunnen verzinnen. Tegelijkertijd schrijven alle vrouwen die bij Lust For Life werken anders dan de rest van de redacteuren, maar dat ligt er volgens hem vooral aan dat ze allemaal jong zijn. Jonge schrijvers zijn vaak creatiever dan de oude rotten in het vak. Om de balans compleet te maken, wil hij ook graag wat oudere vrouwen bij zijn blad hebben. Bersee laat weten dat hij de mannen vaker betrapt op nonchalance. De vrouwen bereiden zich over het algemeen beter voor op een interview. Strijker-Ottow heeft dezelfde ervaring. Volgens haar werken vrouwen meer geordend, gestructureerderen en meer volgens de opdracht werken.

Op de vraag hoe de man-vrouwverhouding in de muziekjournalistiek kan veranderen, heeft Van der Berg een heel kort antwoord: dat hoeft helemaal niet. Jupijn noemt zijn eigen blad als hulpmiddel: The Daily Indie fungeert als springplank voor nieuw talent. Verder vindt hij dat hard werken en ervaring opdoen belangrijke middelen zijn om verder te komen in het werkveld. Ook Cuppens legt de nadruk op het opleiden van jonge journalisten en vindt het belangrijk om ze bij het blad te houden. Volgens hem is er genoeg aanbod (ze hebben veel vrouwelijke stagiaires gehad), dus daar ligt het niet aan. Een andere optie is het opnemen van muziekjournalistiek in het curriculum van journalistiekopleidingen. Op die manier worden vrouwen misschien meer geïnteresseerd in het vak, meent Bersee. Ook denkt hij dat nieuwe media meer vrouwen aantrekken dan de oude. Die laatste hebben veel gevestigde namen, voornamelijk mannen die niet echt als voorbeeld of inspiratie dienen voor vrouwen. Maar misschien groeien met de tijd meer vrouwen in die functies, oppert hij.

Bij The Daily Indie heerst geen bedrijfscultuur, vertelt Jupijn, maar als je met alleen maar mannen op een redactie zit, is dat voor niemand leuk. Misschien creëren ze bewust een ‘man’s world’, maar oude muziekbladen zoals OOR zijn toch stervende, zegt hij. Zelf is hij niet actief op zoek naar vrouwelijke schrijvers. Hij selecteert zijn medewerkers op hun capaciteiten, maar omdat het op vrijwillige basis is, kan hij veel mensen aannemen en hoeft hij niet te kiezen. Enthousiasme is bij hem het belangrijkste. Uiteindelijk werkt er een diverse groep bij The Daily Indie, vertelt hij. Ook Van den Berg streeft niet naar een gelijke man-vrouwverhouding, maar in het mannenbolwerk dat OOR is, kan een vrouwelijk perspectief geen kwaad, zegt hij. Cuppens vindt diversiteit zeer wenselijk. Positieve discriminatie vindt hij nog een beetje raar, maar niet ondenkbaar voor de toekomst. Maar de Lust For Life-bureauredactie verandert niet veel in de loop der jaren. Bij de freelancers gaat de doorstroom makkelijker; een deel van de oude garde gaat binnenkort met pensioen en maakt ruimte voor de jonge journalisten. Bij LiveGuide werken dezelfde vrouwen die ook voor Lust For Life schrijven. Bersee gaat zelf ook niet op zoek naar schrijvers, maar wordt af en toe benaderd door mannen. Hij heeft er zelf nooit bewust naar gestreefd om meer vrouwelijke schrijvers te vinden. Strijker-Ottow geeft aan dat ze meer open kan staan voor pitches van vrouwelijke freelancers.

Bijna alle hoofdredacteuren zijn het erover eens dat vrouwen van nieuwe, hippe muziek houden. De oude genres zoals classic rock zijn meer ‘mannendingen’, al plaatst Cuppens daar een kanttekening bij. Volgens hem ligt het ten eerste aan welke artiest het is – vrouwen vinden David Bowie en Queen bijvoorbeeld wél leuk, maar AC/DC weer niet – en ten tweede zijn er ook veel vrouwen bij classic rockconcerten en -festivals te vinden. Hij en Bersee verwonderen zich ook om het feit dat er zo weinig vrouwen bij OOR werken, omdat dat blad juist veel over nieuwe muziek schrijft. Volgens Van den Berg zijn de van oudsher ‘mannelijke’ genres er zelfs onderbelicht. Strijker-Ottow denkt dat rock als geheel misschien meer een mannending is dan dance-muziek zoals EDM. Ook denkt Cuppens dat jonge mensen meer met muziek bezig zijn dan ouderen, en daarbij meer naar nieuwe muziek luisteren. Als je vanuit de onderkant komt aanwaaien bij een blad ben je vaak jonger en ben je op zoek naar een plek waar je over je eigen favoriete muziek kan schrijven. Dan kom je misschien niet bij de oudere muziekbladen uit. Lust For Life doet ook wel wat met nieuwe muziek, maar dat is niet wat mensen verwachten van het blad en misschien komen ze er daardoor niet bij terecht. Cuppens zegt ook dat je het percentage vrouwelijke lezers met een korrel zout moet nemen omdat de wat traditionele doelgroep vaak de tijdschriftabonnementen op de naam van de man in het huishouden heeft staan, ongeacht wie het blad leest. LiveGuide heeft een mannelijke uitstraling: rauw en rock ’n

18

roll, zegt Bersee. Bladen zoals The Daily Indie hebben misschien meer vrouwelijke schrijvers omdat ze lieflijker en luchtiger ogen. Toch heeft hij het idee dat het veel gelezen wordt door vrouwen, door bijvoorbeeld de reacties die hij ziet op de Facebook-pagina van het blad.

5. In gesprek met vrouwen uit het werkveldIk heb een zo divers mogelijke groep vrouwen gesproken qua leeftijd en media waar ze voor schrijven. Ik ben in gesprek gegaan met: Thea Derks (freelance klassieke muziekjournalist bij o.a. Cultuurpers.nl, Preludium en Luister, schrijfster van o.a. de biografie Reinbert de Leeuw: mens of melodie), Mabel Zwaan (chef website bij The Daily Indie, studente journalistiek aan de Hogeschool Urecht), Fiona Fortuin (editor/hoofdredacteur bij Noisey), Mieke Atema (redacteur bij OOR) en heb Sarah Strijker-Ottow (hoofdredacteur van DJ Mag NL) ook enkele vragen voorgelegd. Ik sprak hen telefonisch.

N.B. Niet alle interviewkandidaten konden antwoord geven op alle vragen. Bij sommige vragen zijn er dus minder antwoorden.

5.1 Waarom werken er zo weinig vrouwen in de muziekjournalistiek?Zwaan: “Ik weet niet precies waarom er zo weinig vrouwen werken in de muziekjournalistiek. Misschien zijn ze onbewust ontmoedigd omdat er zo veel mannen werken op de redacties van muziekbladen. Op mijn studie zie ik dat heel veel meiden sowieso kiezen voor televisiejournalistiek of later bij vrouwenbladen zoals Linda willen werken. De jongens lijken meer voor de harde journalistiek te kiezen, of voor sport.”

Derks: “Vrouwelijke muziekjournalisten zijn ook in de klassieke muziekwereld ondervertegenwoordigd. Mannen krijgen op alle fronten meer kansen. Als ze bijvoorbeeld een inleiding verzorgen voor een concert, en ze doen het ronduit slecht, worden ze tóch teruggevraagd. Een vrouw moet tien keer zo goed zijn om diezelfde waardering te krijgen. Ook zijn er heel erg ingesleten gedragspatronen waar mannen en vrouwen zich naar gedragen. Zelf verdom ik het om bijvoorbeeld koffie in te schenken of af te wassen als de mannen het ook niet doen. Ik zie vaak dat mijn vrouwelijke collega’s er toch intrappen.”

Fortuin: “Ik heb het idee dat de baantjes in de muziekjournalistiek vooral via-via geregeld worden, terwijl vrouwen nog steeds netjes solliciteren. Het is echt een mannenwereld. Bovendien zijn er weinig plaatsen bij de bladen die ook nog eens niet afgestaan worden.”

Atema: “Ik had er niet zo bij stilgestaan dat er zo weinig vrouwen bij OOR werken – volgens mij zijn het er met mij erbij vier, waarvan er twee over films schrijven. Ik vind het lastig om er antwoord op te geven. Ik denk dat mannen uiteindelijk meer lef hebben dan vrouwen, dat ze eerder een stuk op durven te sturen naar OOR en te vragen: ‘En, vind je het wat?’. Vrouwen hebben daar veel minder de neiging toe.”

“Bij concerten in Paradiso zie ik wel veel vrouwen; muziek is echt geen mannenaangelegenheid. Maar je moet als muziekjournalist ook echt een mening hebben. Ik geloof dat mannen beter zijn in meningen zwart op wit op te schrijven, en daar ook achter te blijven staan. Dat is wel een veralgemenisering, maar ik denk dat vrouwen daardoor tegengehouden worden. Bij een recensie komt altijd een hoop subjectiviteit kijken en als ze hun mening opschrijven, komen er altijd veel mitsen en maren bij kijken. Mannen schrijven op wat ze vinden en zijn heel stellig daarin. Ik denk dat vrouwen er meer moeite mee hebben om een negatieve recensie te schrijven. Ik vind dat zelf ook helemaal niet leuk. Ik vind het echt heel jammer als ik een nieuwe cd van een band die ik leuk vind

19

moet recenseren en hij niet goed blijkt te zijn. Mannen lijken het leuk te vinden om los te gaan op zo’n plaat. Vrouwen zijn voorzichtiger, zien het vanuit andere perspectieven.”

5.2 Is het belangrijk dat er meer vrouwen in de muziekjournalistiek komen te werken? Zo ja, waarom?Zwaan: “Ik vind het wel belangrijk dat er meer vrouwen bij muziekbladen gaan werken. Ik hoop dat er later een golf van jonge meiden bij OOR gaat werken. Ook voor mezelf, mocht ik daar terecht komen, lijkt me dat heel leuk. Toen ik stage liep bij Festivalinfo zaten daar alleen maar mannen op kantoor. Ik stoor me er meestal niet zo aan dat het zo’n mannenwereld is, maar als ik er op ga letten vind ik het toch wel vervelend. Als je kijkt naar de zogenaamd belangrijke popjournalisten zijn dat ook allemaal mannen.”

Derks: “Ik vind sowieso dat de man-vrouwverhouding een goede afspiegeling moet zijn van de maatschappij. Op dit moment werken er veel meer mannen bij muziekbladen. Ik vind het wel jammer dat veel vrouwen niet bezig zijn met ‘de vrouwelijke zaak’. Gelukkig zijn er wel jongere vrouwen die de fakkel over kunnen nemen, maar niet zo veel als ik graag zou willen. Ik sta er nu ook om bekend dat ik er wel voor vecht, maar dat lijkt ook te betekenen dat ik niet kritisch mag zijn over de vrouwen waar ik over schrijf. Maar daar red je de zaak ook niet mee. Als je vrouwen alleen maar prijst omdat het vrouwen zijn, word je ook niet meer serieus genomen. Ik doe op andere manieren mijn best, maar het zet weinig zoden aan de dijk. De klassieke muziekwereld is helemaal nog niet bezig met het opnemen van vrouwen.”

Fortuin: “Ja, gelijkheid is belangrijk.”

Atema: “Ik weet niet of ik het belangrijk vind dat er meer vrouwen in de muziekjournalistiek komen werken. Op zich is gelijkheid iets moois, maar vrouwen moeten er zelf ook aan werken.”

5.3 Is er een verschil in de manier waarop mannen en vrouwen werken? Zwaan: “Bij ons op de redactie zijn de beste schrijvers toch wel de jongens. Ze tonen meer initiatief en schrijven ook meer, de meiden zijn wat afwachtender en volgzamer en pakken minder stukken op. Maar één jongen schrijft zo belachelijk veel dat hij het gemiddelde ook flink uit balans haalt.”

Derks: “Vrouwen zien het als vanzelfsprekend om zich heel goed voor te bereiden. Bij de inleidingen die ik geef zijn mensen vaak verbaasd dat ik me zo goed voorbereid heb. Mannen zijn meer geneigd om zichzelf op de voorgrond te werpen. Ze zijn vaker blaaskaken en hun publiek heeft daar blijkbaar bewondering voor. Ik vind zelf dat je dieper op de muziek in moet gaan. Wie jij bent als persoon is niet belangrijk.”

Fortuin: “Ik heb geen verschil gemerkt in de manier waarop mannen en vrouwen werken.”

Atema: “Op zich lijkt het me leuk als vrouwen schrijven over muziek die ik leuk vind, maar ik weet niet of een vrouw dat per se beter kan. Als een man dat net zo goed doet, vind ik dat ook prima. Ik zie de ‘vrouwelijke’ manier van schrijven ook terug bij bijvoorbeeld Tom Engelshoven van OOR. Wellicht kan dat de inhoud van het blad ook veranderen of verbeteren. Ik zie bij mezelf wel dat ik op zoek ben naar een gevoel achter een nummer of een cd als ik er een recensie over schrijf. Maar ik heb zelf niet gezien dat vrouwen anders schrijven, bij OOR zijn er te weinig.”

20

5.4 Ben je persoonlijk in aanraking gekomen met discriminatie tijdens je werk?Zwaan: “Ik heb het geloof ik niet moeilijker gehad omdat ik een meisje ben. Ze kijken toch vooral naar kwaliteit. Maar omdat ik eerst op het MBO zat, gingen ze ervan uit dat de kwaliteit van mijn stukken toch minder was.”

Derks: “Ik ben me vaak heel bewust van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat ik na een – wat ik dacht – heel leuk interview met een componist nog even na stond te praten met hem, en hij mijn bil opeens vastpakte. Ik was zo geschokt dat ik niks deed, ik stond er verlamd bij, als een konijn in de koplampen. Er gingen zo veel dingen door mijn hoofd.”

“Een ander moment was toen ik mijn eerste stukje publiceerde en ze mijn naam als ‘Theo Derks’ hadden vermeld. Het is een tikfout, maar wel een heel kenmerkende. Ze gingen ervan uit dat ik een man was.”

“Ook moest ik een tijd geleden een interview doen met een cellist. De opdracht was dat het een persoonlijk stuk mocht zijn en dat ik er zelf in voor mocht komen. Ik kreeg zelfs een voorbeeldartikel en de manier waarop de journalist het had geschreven, vond ik zelf irritant. Maar goed, ik voerde de opdracht uit en begon het stuk met persoonlijke dingen. Maar toen ik het aan de opdrachtgever gaf, moesten al die stukken er juist weer uit omdat het zogenaamd te persoonlijk was. Als ik een man was geweest, zouden ze het niet alleen hebben laten staan, maar had ik nog meer op de voorgrond moeten komen.”

“Verder heb ik gemerkt dat als ik tijdens een vergadering een suggestie maak die wordt opgepikt, de credits uiteindelijk naar de uitvoerende man gaat en automatisch aangenomen wordt dat hij het ook heeft bedacht. Mannen worden gewoon serieuzer genomen dan vrouwen. Ik word bijvoorbeeld ook nooit gevraagd voor De Wereld Draait Door of andere praatprogramma’s, maar ze blijven maar zeggen dat er geen vrouwelijke deskundigen zijn of dat vrouwen niet willen komen. Ik reageer dan maar op Twitter met: ‘Ik wacht nog op een uitnodiging’.”

Fortuin: “Ik heb zelf wel eens het gevoel gehad dat ik niet helemaal serieus werd genomen, dat ik me extra hard moest bewijzen.”

Atema: “Ik ben bij OOR in ieder geval nooit anders behandeld, maar dat is een relatief kleine redactie. Ik vind het ook iets sufs, het idee dat je alleen als mannen onder elkaar over muziek kan praten. Maar ik schrijf voornamelijk recensies en dan kom je daar toch minder mee in aanraking dan wanneer je ook interviews en dergelijke doet.”

5.5 Wat moet er veranderen?Zwaan: “Ik denk dat de muziekjournalistiek sowieso al aan het veranderen is. Mijn vriendinnen schrijven bijvoorbeeld ook voor 3voor12. Binnenkort zullen de bladen toch vooral freelancers in dienst hebben, dan kunnen wij ook makkelijker binnenkomen.”

Derks: “Alles staat of valt met rolmodellen. Vrouwen worden minder gestimuleerd om verder te komen in de journalistiek. De nieuwe generatie moet bewust een plek opeisen. Als ik dat doe en zeg wat ik denk, heb ik volgens mannen ‘haar op mijn tanden’, dat lijkt me geen positieve uitspraak. Als een man ‘weet wat ‘ie wil’ straalt dat juist kracht uit. Ik heb mijn hoop gevestigd op de jongere generatie. Veel van de vrouwen die nu wel door zijn gedrongen, hebben zich bij de mannen gevoegd en nemen hun gedrag over. Ik voel me roepende in de woestijn. Wat ik zeg, daalt niet in.”

21

Fortuin: “Het wordt steeds toegankelijker om over muziek te schrijven, bijvoorbeeld via blogs of op social media. Het hoeft niet meer via de officiële wegen en de journalisten hoeven niet meer geschoold te zijn. Vanuit de oude media komt daar wel kritiek op, maar het maakt het wel makkelijker voor vrouwen om binnen te komen. Het geeft mogelijkheden. Minder pure muziekjournalistiek betekent dat het geen vereiste is om encyclopedische kennis van muziek te hebben. Niet dat vrouwen dat niet kunnen, maar je hoeft niet te bewijzen dat je die kennis hebt. De oude kant van de muziekjournalistiek is er nog wel, en die is ook belangrijk, maar bij de nieuwe kant liggen vooral de kansen voor de vrouwen. Het zou me niet verbazen als er meer vrouwen over muziek schrijven op het internet.”

Atema: “Er zijn sowieso maar weinig betaalde plekken. Er wordt veel met freelancers gewerkt en de komst van het internet heeft ook een hoop veranderd. Maar ik denk eerlijk gezegd niet dat de verhoudingen bij OOR nog gaan veranderen. Ik zat zelf in een luxepositie omdat ik zelf werd gevraagd. Aan die cursus deden trouwens wel veel vrouwen mee. Als de ‘beste’ recensie of interview werd gekozen, waren die ook vaak van vrouwen. Dus misschien zijn zij de nieuwe aanvoer. Ik denk dat er een kleine verandering komt, maar geen revolutie. De mannen die er werken, blijven er ook nog wel een tijd. Vooral de freelancers zijn jong, de meeste tussen de dertig en de veertig.”

5.6 Hebben jullie advies voor beginnende vrouwelijke journalisten?Derks: “Wees zelfbewust, weet wat je wil. Voldoe niet meer aan de verwachtingspatronen. Hou oog op de vrouwelijke factor van het blad of de site waar je voor schrijft, zodat de aandacht gelijk verdeeld wordt. Wat vrouwen doen, wordt als minder goed ervaren omdat we niet voldoen aan de mannelijke blik.”

Fortuin: “Vrouwen die net beginnen moeten keihard aan de weg timmeren en van zich laten horen. Niet opgeven. Vrijwilligerswerk is goed om mee te beginnen en ervaring op te doen.”

Atema: “Vrouwen moeten het lef hebben om zichzelf aan te dienen.Verder moeten ze veel schrijven, ervaring opdoen en niet te onzeker zijn over hun kunnen. Ze moeten laten zien wat ze in huis hebben.”

Strijker-Ottow: “Verdiep je ook eens in andere genres en ‘scenes’ dan die je zelf leuk vindt. Focus je niet alleen op wat ‘hot and happening’ is. Leer de geschiedenis van een genre of een artiest ook kennen als voorbereiding op een artikel of interview en doe onderzoek. Er komt nu een generatie aan die nooit cassettebandjes mee heeft gemaakt, zorg in ieder geval dat je weet hoe het er vroeger aan toe ging.”

5.7 Hebben jullie advies voor hoofdredacteuren van muziekbladen?Derks: “Er mag best een beetje positieve discriminatie zijn, zo lang we maar oog houden op de kwaliteit en niet klef worden. We moeten inzoomen op de vrouwen.”

Fortuin: “Het zou goed zijn als hoofdredacteuren alle freelancers met een goed idee een kans geven. Een CV of achtergrond in de muziek moet geen voorwaarde meer zijn. Er zijn zo veel mensen die veel weten en een leuk idee hebben, maar die niet werken voor de echte bladen. Die laten we wel voor ons schrijven, eventueel met wat extra hulp bij het schrijven. Je kunt ze echt zien groeien, de jonge schrijvers van de toekomst.”

22

5.8 SamenvattingOver het antwoord op de vraag waarom er zo weinig vrouwen in de muziekjournalistiek werken, hebben de vrouwen verschillende theorieën. Zwaan stelt dat vrouwen misschien ontmoedigd worden door alle mannen op de redacties, en dat studentes vaak kiezen voor televisiejournalistiek of bladen als Linda. Volgens Derks krijgen mannen op alle fronten meer kansen en worden ze meer gewaardeerd voor hetzelfde werk. Ook zijn er ingesleten seksistische gedragspatronen die vrouwen tegenhouden. Fortuin denkt dat baantjes in de journalistiek vooral via-via geregeld worden, terwijl vrouwen netjes solliciteren. En de weinige plaatsen op redacties worden ook nog eens niet afgestaan. Atema legt het probleem meer bij de vrouwen neer. Ze meent dat mannen meer lef hebben en niet bang zijn om achter hun negatieve recensies te blijven staan. Vrouwen zijn voorzichtiger en zien het vanuit een ander perspectief.

Derks en Fortuin vinden het uit naam van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen belangrijk dat er meer vrouwen bij muziekbladen komen te werken. Het moet volgens Derks een afspiegeling zijn van de maatschappij. Zwaan zegt het ook vervelend te vinden dat het zo’n mannenwereld is. Atema legt er echter nadruk op dat vrouwen er zelf ook hard aan moeten werken.

Volgens Zwaan zijn de beste schrijvers bij The Daily Indie mannen, de vrouwen tonen minder initiatief en pakken minder op. Derks heeft daar andere ervaringen mee. Volgens haar zien vrouwen het als vanzelfsprekend om zich heel goed voor te bereiden, terwijl mannen meer geneigd zijn zichzelf op de voorgrond te zetten. Atema heeft te weinig werk van vrouwen gezien om er iets over te zeggen en merkt op dat mannen ook op een ‘vrouwelijke’ manier kunnen schrijven.

Zwaan en Atema hebben zelf nooit te maken gehad met discriminatie op het werk. Fortuin heeft echter het gevoel gehad dat ze niet serieus genomen werd en zichzelf extra hard moest bewijzen. Derks geeft een aantal prangende voorbeelden uit haar carrière: de man waar ze een interview mee had, legde opeens zijn hand op haar kont, het werd aangenomen dat ze ‘Theo Derks’ was, ze wordt nooit als deskundige uitgenodigd bij De Wereld Draait Door terwijl het programma klaagt dat er geen vrouwen beschikbaar zijn voor die functie en haar ideeën worden tijdens vergaderingen gekaapt door mannen die er credits voor krijgen.

De vrouwen zijn het erover eens dat er al een verandering gaande is. Er komt steeds meer plek voor freelancers en volgens Atema en Zwaan is dat een kans voor vrouwen om binnen te komen. Fortuin zegt ook dat de nieuwe soort muziekjournalistiek niet meer ‘puur’ is en over encyclopedische kennis gaat, daar hoef je je niet meer zo erg te bewijzen. Daar liggen kansen voor vrouwen. Derks vindt dat rolmodellen heel belangrijk zijn; vrouwen moeten gestimuleerd worden om verder te komen.

Als advies voor jonge vrouwelijke schrijvers noemen de vrouwen verschillende dingen. Volgens Derks moeten ze zelfbewust zijn en weten wat ze willen, ruimte opeisen en niet meer aan verwachtingspatronen voldoen, terwijl ze oog houden op de vrouwelijke factor in het blad waar ze voor werken. Fortuin zegt dat ze vooral keihard aan de weg moeten timmeren en niet moeten opgeven. Vrijwilligerswerk kan helpen. Atema vindt dat vrouwen het lef moeten krijgen om zichzelf aan te bieden en dat ze niet onzeker moeten zijn over hun eigen kunnen. Strijker-Ottow raadt hen aan om zich te verdiepen in de geschiedenis van de muziek en niet alleen mee te gaan met wat nu ‘hot and happening’ is. Verder vindt Derks dat de hoofdredacteuren wel een beetje aan positieve discriminatie mogen doen en raadt Fortuin hen aan om freelancers met een goed idee een kans te geven, ook al hebben ze geen goede CV of een achtergrond in de muziek.

23

6. ConclusieDe volgende conclusie is gebaseerd op literatuuronderzoek en de ideeën en meningen van de personen uit het werkveld die in de voorgaande twee hoofdstukken naar voren zijn gekomen naar aanleiding van interviews.

Naast de gebruikelijke factoren die vrouwen uit de journalistiek drijven – lage lonen, zorgen over het gezinsleven, ongebruikelijke en onregelmatige uren en een glazen plafond op redacties (Everbach & Flournoy, 2007), de ‘second shift’, de loonkloof en het stereotype waar ze als minderheid op de werkvloer aan moeten voldoen – zijn er wellicht nog andere dingen in de Nederlandse muziekbladenwereld die ervoor zorgen dat de man-vrouwverhouding op redacties scheef is. Mannelijke muziekjournalisten gedragen zich bijvoorbeeld wel eens zoals de rocksterren waar ze over schrijven, maar als vrouwen die pose aannemen, worden ze aangezien voor hoeren. Verder worden mannen snel als authentiek gezien, terwijl vrouwelijke expertise afgewezen wordt op grond van fraude. Ze worden frivool en nep gevonden. Volgens Jessica Hopper maken we er een hele heisa van dat we de waarheid willen weten, maar uiteindelijk zijn we alleen geïnteresseerd in oude mythes. En de mythe van de misleidende vrouw is een van de oudste die er zijn.

Vrouwen hebben last van de tweedeling die rock teweeg brengt: aan de ene kant is er de vrijheid die het geeft aan vrouwen, maar aan de andere kant is er de onderwerping van vrouwen die het verheerlijkt. Waar wel plek voor vrouwen is, is in fictie en memoires, academia en in de online journalistiek. Die laatste discipline leidt volgens Hopper tot een woeste oogst van hele eigenzinnige jonge schrijvers met een vrijwel onberispelijk gevormd kritisch kader.

6.1 De cijfersAlhoewel er al jaren minstens even veel vrouwen als mannen journalistiekopleidingen doen, werken er minder vrouwen in de journalistiek dan mannen. Ook de man-vrouwverhouding bij muziekbladen is erg scheef. Bij geen enkel blad is de verhouding gelijk. DJ Mag NL is het enige blad met een vrouwelijke hoofdredacteur en daarmee ook de enige met een vrouwelijke vaste medewerker. Bij Popmagazine Heaven werken geen vrouwen. The Daily Indie en Aardschok werken alleen met vrijwilligers en hebben daarom geen vaste redacteuren. The Daily Indie heeft met 40 procent het hoogste percentage vrouwen op de redactie. Bij het blaf werken 65 freelancers waarvan 26 vrouwen. Bij de andere magazines is 15,6 tot 30 procent het totaal aantal medewerkers vrouw.

Lust For Life en The Daily Indie zijn met respectievelijk 16 en 20 procent de enigen met cijfers over het percentage vrouwelijke lezers. Dat is te weinig om echte conclusies uit te trekken. Hoofdredacteur Martin Cuppens (Lust For Life) plaatst er voor zijn blad een kanttekening bij. Volgens hem zijn de lezers van zijn blad wat traditioneel en staat het abonnement op naam van de man in huis, terwijl het evengoed ook door de vrouw gelezen kan worden.

6.2 Hoe komt het dat er zo weinig vrouwen bij de muziekbladen werken?Veel vrouwelijke studenten hebben überhaupt geen interesse in de muziekjournalistiek, maar kiezen in plaats daarvan voor andere journalistieke disciplines zoals televisiejournalistiek en vrouwenbladen zoals Linda. Als ze toch muziekjournalistiek ingaan, kunnen ze door een aantal factoren tegengehouden worden. De muziekjournalistiekwereld is sowieso klein. Er zijn weinig vacatures en de baantjes worden vaak via-via geregeld terwijl vrouwen netjes solliciteren. Bij bladen zoals The Daily Indie komen wel veel vrijwilligsters werken tijdens hun studie, maar daarna haken ze af en gaan

24

ze een andere richting in dan de muziekjournalistiek. Misschien ligt hun interesse ergens anders of worden ze afgeschrikt juist omdat het vak als een mannending bekend staat. Vrouwen zijn misschien ook voorzichtiger en hebben minder lef dan mannen. Dat kun je terugzien in de manier van schrijven, maar ook in de manier waarop ze zich aanbieden bij een medium.

Verder is het salaris van een muziekjournalist niet hoog; misschien hebben de vrouwen het er niet voor over om hun hobby als baan te kunnen doen in ruil voor in verhouding maar weinig geld. Of doen ze het een tijd, maar gaan daarna iets ‘nuttigers’ doen waar ze meer mee verdienen en waarbij ze in vaste dienst komen in plaats van te moeten werken freelancer. Het kan zijn dat vrouwen dat laatste belangrijk vinden.

Verder kan het zijn dat seksisme en discriminatie een rol spelen, maar dat komt niet veel naar voren in de interviews. Het is mogelijk dat mannen meer kansen krijgen en meer gewaardeerd worden voor hetzelfde werk. Niet alle vrouwen die meewerkten aan dit onderzoek hebben zelf ooit te maken gehad met discriminatie. Als dat wel het geval was, ging het om het gevoel niet serieus genomen te worden en zichzelf extra hard te moeten bewijzen. Soms werd aangenomen dat ze mannen waren, hun ideeën tijdens vergaderingen gekaapt door mannen of waren ze het slachtoffer van seksuele intimidatie. Ook worden vrouwen minder vaak als deskundige uitgenodigd bij programma’s als De Wereld Draait Door, terwijl programmeerders klagen dat er geen vrouwen voor beschikbaar zijn. In Nederland is tachtig procent van de deskundigen die in media komt man (Van Heugten, 2015).

6.3 Werken vrouwelijke muziekjournalisten anders dan hun mannelijke collega’s?De meeste hoofdredacteuren hebben niet veel ervaring met verschillende vrouwelijke schrijvers, dus vinden ze het moeilijk om iets over hun manier van werken te zeggen. Wel sturen ze specifiek vrouwen op interviews om een vrouwelijke insteek erin naar voren te brengen, of om ervoor te zorgen dat de journalist meer gemeen zou hebben met een bepaalde band dan een man dat zou hebben. Volgens de meeste vrouwen uit het werkveld zouden vrouwen netter en gestructureerder werken en zich beter voorbereiden, terwijl mannen nonchalanter en losser zijn en de neiging hebben zichzelf op de voorgrond te zetten, maar het kan zijn dat vrouwen uiteindelijk wat minder initiatief tonen.

6.4 Hebben genres invloed op het aantal vrouwelijke lezers en vrouwelijke redacteuren?Bijna alle hoofdredacteuren zijn het erover eens dat vrouwen van nieuwe, hippe muziek houden. De oude genres zoals classic rock zijn meer ‘mannendingen’, maar dat verklaart niet waarom er zo weinig vrouwen bij OOR werken. Het blad schrijft juist veel over nieuwe muziek, de van oudsher ‘mannelijke’ genres zijn er zelfs onderbelicht. Het kan ook zijn dat rock als geheel meer een ‘mannending’is dan dance.

Verder kan het zijn dat jonge mensen meer met muziek bezig zijn dan ouderen, en naar veel nieuwe muziek luisteren. Als jonge muziekjournalist ben je op zoek naar een plek waar je over je eigen favoriete muziek kunt schrijven, dan kom je misschien niet bij de oude muziekbladen uit. Ook kan de uitstraling van een blad (‘mannelijk’ en rauw versus ‘vrouwelijk’ en lieflijk) invloed hebben op het aantal vrouwelijke schrijvers dat het aantrekt.

25

6.5 Wat is de huidige stand van zaken bij de muziekbladen?De meeste hoofdredacteuren zijn niet specifiek op zoek naar vrouwelijke schrijvers, maar selecteren hun medewerkers alleen op hun kunnen en hun enthousiasme. Erik van den Berg (OOR) vindt het zelfs niet nodig dat de man-vrouwverhouding op redacties minder scheef wordt, alhoewel een vrouwelijk perspectief geen kwaad kan. Maar volgens Ricardo Jupijn (The Daily Indie) zijn oude muziekbladen zoals OOR, of ze nou bewust een ‘man’s world’ creëren of niet, toch stervende. Hij geeft ook aan dat het voor niemand leuk is als er alleen maar oude mannen op de redactie zitten. Martin Cuppens vindt diversiteit zeer wenselijk en vindt positieve discriminatie niet ondenkbaar voor de toekomst. Sven Bersee (LiveGuide) zegt dat de schrijvers die bij zijn blad werken voornamelijk van Lust For Life komen, en hij zelf niet naar nieuwe medewerkers op zoek gaat. Sarah Strijker-Ottow (DJ Mag NL) zegt meer open te staan voor pitches van freelancers. De meeste hoofdredacteuren geven aan dat bij de freelancers de doorstroom makkelijker gaat dan bij de vaste redacteuren en dat je daar sneller het verschil gaat zien.

6.6 Hoe kan de man-vrouwverhouding rechter getrokken worden in de toekomst?Er is al een verandering gaande. Er komt steeds meer plek voor freelancers en dat is een goede kans voor vrouwen om binnen te komen. Ook kunnen ze makkelijker terecht bij de nieuwe media. Verder fungeren bladen die op vrijwilligersbasis werken, zoals The Daily Indie en LiveGuide, als springplanken voor jong talent en een plek waar ze werkervaring opdoen. Ook kunnen magazines jonge journalisten aannemen als stagiaires en ze vanuit daar verder opleiden en aanhouden als freelancers. Een andere optie is om muziekjournalistiek op te nemen in het curriculum van de journalistiekopleidingen, zodat studentes er meer in aanraking mee komen en er meer interesse in krijgen. Bij de oude muziekbladen werken veel gevestigde mannelijke namen die niet echt als rolmodel of als inspiratie dienen voor jonge vrouwen. Ook is de nieuwe soort muziekjournalistiek misschien minder ‘puur’ en gefocust op encyclopedische kennis, daardoor kan het zijn dat vrouwen minder het gevoel hebben zich te moeten bewijzen dan in de oude journalistiek het geval is. Maar het kan ook juist voordelig zijn om veel kennis te hebben over de geschiedenis van de muziek, en niet alleen te focussen op wat nu populair is. Verder moeten vrouwen hard werken, zelfbewust zijn, weten wat ze willen, ruimte opeisen, niet aan seksistische verwachtingspatronen voldoen, niet opgeven, het lef hebben om zichzelf aan te bieden, niet onzeker zijn over hun eigen kunnen en oog houden op de vrouwelijke factor in het blad waar ze voor werken. Hoofdredacteuren mogen wel een beetje aan positieve discriminatie doen en freelancers met een goed idee een kans geven, ook al hebben ze geen goed CV of een achtergrond in de muziek.

6.7 Reflectie op het onderzoekVoordat ik aan het onderzoek begon, leek het me sowieso goed als de man-vrouwverdeling op de redacties van muziekbladen meer gelijk zou zijn. Die bleek alleen een stuk schever dan ik had verwacht. Ik dacht iedere keer als ik nieuwe cijfers binnenkreeg: “Zie je wel! Ook hier werken meer mannen dan vrouwen op de redactie!”. Ik kreeg er een beetje een dubbel gevoel van. Natuurlijk wilde ik niet dat de verhoudingen zo scheef waren, maar ik vond het stiekem wél leuk dat mijn gevoel, of ingeving, ergens op gebaseerd was.

Ik kon niet goed onder woorden brengen waarom ik meer gelijkheid op de redacties wilde zien. Het was heel bijzonder om met anderen uit het werkveld te praten en erachter te komen dat een aantal van hen, voornamelijk Fiona Fortuin, Thea Derks en Sarah Strijker-Ottow, dezelfde feministische ideeën over ons werk erop nahouden. Vooral Derks was een goed rolmodel. Zij draait al tientallen jaren mee in het vak en maakt zich al heel lang sterk voor het grote doel: gelijkheid. Ik heb in mijn

26

directe omgeving nooit iemand zo fel en gepassioneerd over dit onderwerp horen praten, alleen op televisie of in een geschreven stuk.

Ook Fortuin en Strijker-Ottow waren grote inspiratiebronnen, voornamelijk omdat ze heel zakelijk en direct over feminisme en gelijkheid praatten. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Het is misschien geen taboe meer, maar ik word er zelf nog vaak raar op aan gekeken als ik over feminisme praat. Mijn gesprekken met de vrouwen hebben ervoor gezorgd dat ik me meer dan ooit heb gerealiseerd dat ik geen blad voor mijn mond moet nemen als ik praat over iets waar ik in geloof, wat me aan het hart gaat. En het heeft me geholpen om mijn eigen mening verder te kunnen onderbouwen. Ik realiseer me nu dat alhoewel het onderwerp van mijn onderzoek voor veel mensen onbeduidend zal zijn, het de realiteit is dat veel vrouwen in het werkveld daadwerkelijk last van deze vorm van discriminatie kunnen hebben. Mijn interviews hebben hen een gezicht gegeven.

Het was ook heel bijzonder om te leren dat vrouwen daadwerkelijk anders werken dan mannen, via zowel schriftelijk research als de interviews die ik heb gedaan. Ik had zelf niet verwacht dat vrouwen door hun collega’s zo goed beoordeeld werden, dat ze worden gezien als netter en als meer gestructureerd of geordend werkend. Dat verbaasde me. Ik had verwacht dat vrouwen qua inhoud andere soorten verhalen schreven, maar dat kwam niet duidelijk naar voren uit het onderzoek. Alleen dat ze andere invalshoeken gebruikten en andere insteken verzinnen bij interviews.

Ik vond het ook fijn dat de meeste hoofdredacteuren op een constructieve manier meewerkten aan het onderzoek. Van tevoren had ik er al met Martin Cuppens over gepraat. Ik wist dus al van zijn positieve opstelling ten opzichte van gelijkheid op de redactievloer. Dat heeft me zeker moed gegeven om verder te gaan en enigszins brutale vragen te stellen aan hem en de andere hoofdredacteuren. Zij bleken meer open te staan voor verandering dan ik had verwacht; zelfs Erik van den Berg (OOR) bleek meer vrouwen op de redactie wel een positieve ontwikkeling te vinden, al vond hij het niet per se nodig. Helaas wilden de hoofdredacteuren van Soundz en Popmagazine Heaven, twee van de bladen met weinig vrouwelijke medewerkers, niet meewerken aan het onderzoek. Als ze dat wel hadden gedaan, was de conclusie die ik uit de interviews heb getrokken misschien anders geweest.

Kortom, het onderzoek heeft voor mij alleen maar nog duidelijker gemaakt waarom het belangrijk is dat de man-vrouwverhouding in de muziekbladen rechter getrokken wordt. Ik ben blij dat ik met de vrouwen uit het werkveld heb kunnen praten en dat de hoofdredacteuren open staan voor veranderingen. Misschien heb ik ergens wel een zaadje geplant.

6.8 Verantwoording en kanttekening bij het onderzoekAangezien dit een kwalitatieve studie is die gebaseerd is op relatief klein aantal individuele interviews, zijn de bevindingen niet wetenschappelijk bewezen. Daarvoor is een meer gestructureerde en grotere studie nodig. Graag zou ik in de toekomst onder andere onderzoek doen naar de muziekjournalistiek in zijn algemeenheid. In dit onderzoek komen alleen de pure muziekbladen aan bod, maar ook op internet en in lifestyle-bladen en kranten en dergelijke wordt er veel over muziek geschreven. Daar zal de man-vrouwverhouding wellicht anders liggen. Ook had ik graag meer vrouwen uit het werkveld gesproken, maar een groot aantal wilde niet meewerken of had er simpelweg geen tijd voor. Ook was het niet makkelijk om ze überhaupt te vinden: er zijn er nu eenmaal niet zo veel.

27

BronnenlijstBecker, L.B., Tudor, V., Huh, J. & Prine, J. (2001) Annual Enrollment Report Number of Students Studying Journalism and Mass Communication At All-time High. Journalism & Mass Communication Educator 56(3), 28-60.

Central European Labour Studies Institute (CELSI) en Wage Indicator Foundation (WIF) (2012). Gender pay gap in Journalism: Wage indicator global report 2012. Amsterdam: Wage Indicator Foundation.

Chambers, D., Steiner, L. & Fleming, C. (2004) Women and Journalism. London: Routlege.

Christmas, L. (1997) Chaps of both sexes? Women decision-makers in newspapers: Do they make a difference? Rowde, Wiltshire: Women in Journalism.

Crawford, A. (2015) The World Needs Female Rock Critics. Geraadpleegd op 8 april 2016, vanhttp://www.newyorker.com/culture/cultural-comment/the-world-needs-female-rock-critics

Davies, H. (2001) All Rock and Roll is Homosocial: The Representation of Women in the British Rock Music Press. Popular Music 20(3), 301-319.

Diekerhof, E., Elias, M., & Sax, M. (1986) Voor zover plaats aan de perstafel: Vrouwen in de dagbladjournalistiek, vroeger en nu. Amsterdam: Meulenhoff Informatief.

Everbach, T. & Flournoy, C. (2007, juli) Women Leave Journalism for Better Pay, Work Conditions. (2007) Newspaper Research Journal.

Franks, S. (2013) Women and Journalism. London: I.B. Tauris & Co. Ltd.

Friedlander, E. (2015) The World Doesn’t Need More Female Music Critics. Geraadpleegd op 13 april 2016, vanhttp://www.thefader.com/2015/06/03/the-world-doesnt-need-more-female-music-critics

Graves, M. (2015) How Jessica Hopper became the ultimate female rock critic. Geraadpleegd op 8 april 2016, vanhttps://i-d.vice.com/en_us/article/how-jessica-hopper-became-the-ultimate-female-rock-critic

Heugten, J. van (2015) Mannen beheersen nog altijd het nieuws. Geraadpleegd op 23 oktober 2016, van https://www.vidm.nl//profiel.php?pid=64&detail=persberichten&prid=2046#nav

Hochschild, A. & Machung, A. (1989) The Second Shift: Working Families and the Revolution at Home. New York: Penguin Group.

Holmes, T. & Nice, L. (2012) Magazine journalism. London: SAGE.

Hopper, J. (2015) The First Collection of Criticism by a Living Female Rock Critic. Chicago, Illinois: featherproof.

Hopper, J. (2015) The Invisible Woman: A Conversation With Björk. Geraadpleegd op 8 april 2016, vanhttp://pitchfork.com/features/interview/9582-the-invisible-woman-a-conversation-with-bjork/

28

Jones, S. (2002) Pop Music and the Press. Philadelphia: Temple University Press.

Koetsenruijter, L. (2015) Gender aan het werk: Arbeidspositie en –beleving van vrouwelijke Parooljournalisten. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Koetsenruijter, L. & Deuze, M. (2015) De journalistiek van mannenberoep naar vrouwenberoep? Geraadpleegd op 5 januari 2017, van http://www.denieuwereporter.nl/2015/06/de-journalistiek-van-mannenberoep-naar-vrouwenberoep/

Merens, A. (2003) Midden in de media: meer vrouwen in de journalistiek. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

MissMag (z.d.) Heaven. Geraadpleegd op 21 oktober 2016, van http://www.missmag.nl/heaven/

Mistry, A. (2015) Rough Around The Edges: An Interview With Jessica Hopper. Geraadpleegd op 8 april 2016, van http://thehairpin.com/2015/05/rough-around-the-edges-an-interview-with-jessica-hopper/

OECD (2014) Balancing paid work, unpaid work and leisure. Geraadpleegd op 5 januari 2017, van http://www.oecd.org/gender/data/balancingpaidworkunpaidworkandleisure.htm

Popmagazine Heaven (z.d.) Geen hypes, puur muziek. Geraadpleegd op 21 oktober 2016, van http://www.popmagazineheaven.nl/over-ons

Rakow, L.F. & Kranich, K. (1991) Women as Sign in Television News. Journal of Communication 41(1), 8-24.

Reddington, H. (2007) The Lost Women of Rock Music: Female Musicians of the Punk Era. Aldershot, Hampshire: Ashgate.

SCP en CBS (2014). Emancipatiemonitor 2014. Den Haag: SCP / CBS.

Vereniging Hogescholen. (2015) Studentenaantallen. Overzicht en analyse van aantallen studenten van Nederlandse hogescholen. Den Haag: Vereniging Hogescholen.

Vries, E. de (2007) Barstjes in het plafond. Geraadpleegd op 5 januari 2017, van http://www.ellendevries.nl/upload/v&m.pdf

29