VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen...

4
Kasteel Hoensbroek had deze zomer een heel speciaal programma dat volledig aansluit bij het thema van dit Wellermagazine. Tijdens ‘Binnenstebuiten’ was er altijd wat te doen of het nu goed weer was of slecht weer! Elke dag was er voor jong en oud een ontdekkingstocht mogelijk naar het kasteelleven binnenshuis én buitenshuis. Maar hoe was het leven in een kasteel en vooral in kasteel Hoensbroek binnenshuis en buitenshuis in vroeger eeuwen? Hoe leefden de kasteelbewoners? Wanneer trok men er op uit en hoe leefde men binnen? In deze bijdrage kan ik slechts een tipje van de sluier oplichten, wie meer wil weten kan natuurlijk altijd een goed boek ter hand nemen, zoals ‘Kastelen in Limburg’ (2005) of ‘Middeleeuwse kastelen in Limburg’ (1996) of internetfilmpjes daarover op bijvoorbeeld de Schooltv-beeldbank bekijken. De ‘stercke huysinghe’ Met zijn voorgebouwen en drie binnenpleinen is Kasteel Hoensbroek op zijn minst gezegd indrukwekkend. De eerste ‘stercke huysinghe’ uit de 13de eeuw in het moeras werd aan het eind van de 14de eeuw uitgebreid met een ronde toren met drie meter dikke muren. Het slotgebouw lag toen op de plek van het huidige binnenplein van het slotgebouw. De muren die dit plein omringen, zijn gebouwd op de funda- Door: Roelof Braad Roelof Braad is stadshistoricus van Heerlen en bereikbaar bij Historisch Goud - Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis te Heerlen Foto’s: collecties Historisch Goud, Heerlen VROEGER Wellermagazine

Transcript of VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen...

Page 1: VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen moderne Franse smaak van de bouwheer was en waar hoog adellijke gasten waardig ontvangen

Kasteel Hoensbroek had deze zomer een heel speciaal programma dat volledig aansluit bij het thema van dit Wellermagazine. Tijdens ‘Binnenstebuiten’ was er altijd wat te doen of het nu goed weer was of slecht weer! Elke dag was er voor jong en oud een ontdekkingstocht mogelijk naar het kasteelleven binnenshuis én buitenshuis.

Maar hoe was het leven in een kasteel en vooral in kasteel Hoensbroek binnenshuis en buitenshuis in vroeger eeuwen? Hoe leefden de kasteelbewoners? Wanneer trok men er op uit en hoe leefde men binnen? In deze bijdrage kan ik slechts een tipje van de sluier oplichten, wie meer wil weten kan natuurlijk altijd een goed boek ter hand nemen, zoals ‘Kastelen in Limburg’ (2005) of ‘Middeleeuwse kastelen in Limburg’ (1996) of internetfilmpjes daarover op bijvoorbeeld de Schooltv-beeldbank bekijken.

De ‘stercke huysinghe’Met zijn voorgebouwen en drie binnenpleinen is Kasteel Hoensbroek op zijn minst gezegd indrukwekkend. De eerste ‘stercke huysinghe’ uit de 13de eeuw in het moeras werd aan het eind van de 14de eeuw uitgebreid met een ronde toren met drie meter dikke muren. Het slotgebouw lag toen op de plek van het huidige binnenplein van het slotgebouw. De muren die dit plein omringen, zijn gebouwd op de funda-

Door: Roelof BraadRoelof Braad is stadshistoricus van Heerlen en bereikbaar

bij Historisch Goud - Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis te Heerlen

Foto’s: collecties Historisch Goud, Heerlen

VROEGER

We

llerm

ag

azi

ne

Page 2: VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen moderne Franse smaak van de bouwheer was en waar hoog adellijke gasten waardig ontvangen

menten ervan (18,85 meter breed en bijna 16 meter diep). Op de oosthoek was het geheel vermoedelijk ook eerder extra versterkt door een zware toren en vanuit de kelders was dit versterkt huis verdedigbaar door middel van schietsleuven. Op minstens drie plaatsen in de fundamenten zijn wigvormige schietsleuven gevonden. Boven deze schietsleuven werden restanten ontdekt van een gewelfaanzet, waaruit valt op te maken dat de kelders overwelfd waren. Op het binnenplein werd ook een oude waterput ontdekt.Het leven in dat kasteel was nog sober en meer gericht op de verdediging van het bezit tegen aanvallen van buiten. Men leefde van de inkomsten van de pachten die de boeren en de molenaar aan de kasteelheer één of twee maal per jaar moesten afdragen. Door de inzet bij de Brabantse oorlogen en voor de vervulling van hun ambten, bijvoorbeeld als schout van Maastricht, waren de kasteelheren niet veel op het kasteel aanwezig en hadden ze ook weinig tijd voor feesten.

Naar meer luxe…Toch zien we dat het kasteel uitgroeit tot een prachtkasteel. Dat komt vooral doordat de familie Hoen steeds rijker wordt door tal van belangrijke ambten in onze regio en in het naburige Duitse gebied. Om die status zichtbaar en om indruk te maken tijdens ontvangsten op het kasteel gaan de graven, later markiezen van Hoensbroek, mee met de mode van de

1375

1425

1550

1650

1725

linker pagina onderaan – Luchtfoto van het kasteelcomplex. De contouren van de tuinen en het gaardehuis zijn nog goed zichtbaar. links – De vijf verbouwingsfasen van het kasteel. hieronder – Beeld van de 18de-eeuwse inrichting – de slaap-kamer onder in de grote toren; en ‘De Sael’ voor de officiële ontvangsten.

Bin

ne

nsh

uis

/ B

uit

en

shu

is

Page 3: VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen moderne Franse smaak van de bouwheer was en waar hoog adellijke gasten waardig ontvangen

tijd en wordt – mede omdat door de vinding van het bus-kruit de verdedigingsfunctie van het kasteel niet meer zo belangrijk is – het kasteel verbouwd tot een luxe woonpaleis. De geschiedenis van het kasteel kent vijf bouwfasen die geleid hebben tot het kasteel zoals het nu is. In elke fase was er merkbare verandering aan interieur en exterieur, ingegeven door de verandering van de leefgewoonten en de grotere rijkdom van de bewoners. De grootste verbouwing vond plaats door kasteelheer Adriaan van Hoensbroek in de 17e eeuw. Deze dateert hoofdzakelijk uit de jaren na 1640 en is zeer verwant met de Maaslandse Renaissance stijl. De bemiddelde graaf Adriaan gaf toen opdracht voor de nieuwe vleugel aan het kasteel en voor de economiegebouwen, waardoor het kasteel uiteindelijk het huidige aanzicht kreeg. Toen zijn ook de twee hoeven elk met drie vleugels om een binnenplaats gebouwd. Aan de voorkant van de buitenste hoeve zijn in twee rijen schietgaten boven elkaar. Boven de poort met ophaalbrug is een steen met het wapen van Adriaan van Hoensbroeck en zijn echtgenote Anna Elisabeth en het jaar 1640, het jaar waarin men begon met het bouwen van de voorhof. Op deze steen zijn de Latijnse spreuken te lezen: ‘Verus Amor nunquam perit’ (ware liefde sterft nimmer) en ‘Sit pax inviolata tibi’ (u zij ongestoorde vrede).In het slotgebouw kwamen al wat bredere trappen en representatieve ontvangstzalen en werkvertrekken. De brede trappen waren ook nodig omdat de damesmode brede hoepelrokken voorschreef. In de loop van de 18de eeuw worden ook de kamers regelmatig heringericht, zo leiden we af uit de boedellijsten die we in het archief van het kasteel hebben gevonden. De familie von und zu Hoensbroech kreeg steeds belangrijker functies en ging tot de hoge landadel behoren, toen Arnold Adriaan door de Spaanse Koning in 1675 tot markies werd benoemd.

Verbouwing tot prachtslotToen in 1717 de oude middeleeuwse zaalvleugel instortte, werd enkele jaren daarna op de oude fundamenten een nieuwe zaalvleugel herbouwd. Dat gebeurde toen Johan Willem Adriaan van Hoensbroek op 3 november 1720 het slot en markizaat van Hoensbroek doorgaf aan zijn zoon Frans Arnold Adriaan, die op die dag trouwde met Anna Catharina Sophia, Rijksgravin van Schönborn. Zij konden zich een verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de

toen moderne Franse smaak van de bouwheer was en waar hoog adellijke gasten waardig ontvangen konden worden. De toen gebouwde vleugel werd veel lichter en zonniger dan de vleugel uit de 17e eeuw.In het oog springend is bij binnenkomst door de brede deur in de hoek van de galerij de grote, brede statige trap, de ‘escalier d’honneur’. Meteen rechts van de trap is de ‘voorname sael’ met twee antichambres. Dit werd de representatieve ontvangstruimte van het huis. Behang van goudleer bedekte de muren.Op oude kaarten zien we nog kasteeltuinen getekend, de grote gaard met vier perken ten zuidoosten van het kasteel en de kleine gaard rechts van het eerste poortgebouw met het ‘gaerdehuys’. Nu zijn deze weiland.

In dit kasteelmuseum bewondert u meer dan veertig authentiek ingerichte kasteelvertrekken, daterend uit de middeleeuwen tot en met de 18e eeuw. De laatste jaren is de museale presentatie in de vertrekken van het kasteel aan de hand van boedellijsten in het archief opnieuw kunst-historisch verantwoord ingericht met aankopen, bruiklenen en portretten van de voormalige bewoners. En: op het kasteelplein kun je je vermaken met middeleeuwse spellen als de ‘Trou Madame’ en een potje ‘Zwierbal’. In het kasteel kun je de middeleeuwse uitkijk- en verdedigingstoren, de roemrijke 17de en 18de-eeuwse zalen, plafondschilderingen, kroonluchters, keukens, portretten en de nieuwe familie-kamer bekijken en op zoek gaan naar de Geheime Kamer! Op afspraak kunnen kinderen zich in traditionele kleding en hoofddeksels terug wanen in de tijd van ridders en jonk-vrouwen. Alle informatie over het kasteel vindt u op: www.kasteelhoensbroek.nl.

linksonder – Portretten van Adriaan van Hoensbroek en Anna Catharina von Schönborn. Ze was getrouwd met Frans Arnold Adriaan van Hoensbroek en met 23 kinderen de meest kinder- rijke kasteelvrouwe. rechtsboven – Portret van ‘de blauwe dame’ van het kasteel, gravin Sophia van de Leyen (1754-1807), echtgenote van de laatste heer van Hoensbroek, Lothar Frans (1722-1796) rechtsonder Kasteel spellen spelen.

We

llerm

ag

azi

ne

Page 4: VROEGER - Rijckheyt · 2015. 7. 20. · verbouwing veroorloven, die geheel overeenkomstig de toen moderne Franse smaak van de bouwheer was en waar hoog adellijke gasten waardig ontvangen

Binneshoes

Zoeë vas wie ee hoes, hei blieve v’r zoeë lang as v’r kinne. Vier zowe wal gek zieë dees sjoeën hoekflat mit doebel balcon te verloate; beëter kans-te amper kriege. Doabei hant vier pas geleie de ganse inrichting gemoderniseerd en vöäl geld oetgegeëve an nui meubele. Vier veule ós wie vuëgelkes zoeë vrei en hei is ’t zoeë lekker rustig temidde van aadige buurlüj.Eigen haard is goud waard, weëd ummer gerope, mè was-te mar wieënig huësj is: Jieëker hüske hat zie krütske … en inderdaad zoge v’r ’t krüts al vúúr ós wie ee paar daag geleie inne groeëte örgel bei ós neëve woeëd aafgelieëverd.Noeëts gewete dat heë of zie Bertram örgel spilde… ’t zal dich mar gebure, me wilt toch geer zieng rus han in zie ege hoes en noe dit !Ofsjoeën vier ze nog neet hant hure sjpieële, prakkezere vier d’r ganse daag wie v’r dat mótte aapakke, zónger örgel- gejengel en zónger ruzie te kriege met de Bertrams.

De aanval is de beste verdediging, inne kreet van inne vreugere voetbal-commentator, brach ós óp ee idee: óch vier ee instrument! Ich vroog miene vrunk bei de harmenie of heë mich zie instrument vuur ee paar daag wool lieëne. En zoeë koam zieng dieke tuba bei ós heem.Vruntelik de Bertrams oetgenuëdigd um ós nui inrichting te kómme bekieke bei ee teske en gleëske.Wie ze koame en ós ganse hoes bekieëke houwe, zagte ze dat zie óch get nuits houwe: inne örgel. Inne elektronische woeëd mit noadruk gezag en heë vulde aa: ’Ich sjpieël ummer mit koptelefoon en zoeë hat ginne las van miene meziek’.’En vanaaf ’t ieësjte moment bin ich al d’r mit bezig geweë’.Ee pak, neë tieën pakke vole van ós aaf…..

Óndinkbaar dat ing ’tactisch ópgesjtelde’ groeëte tuba in de kamer neet ópvilt en inderdaad ’t ieësjte wat ze vroge: ’En buurman, sjpilt dier tuba?’Ofsjoeën ich ganse anger planne houw wille bekindmake, kós ich noe vlot en virtuoos zage: ’Mè neë die sjplinternui tröät is van miene vrunk deë ee paar daag de sjtad oet is en ich bewaar ze zoeëlang vuur hem’.’t Woar ee en al gezelligheed want uëver en weer woare v’r verlost van angste en Rijdende Rechter.Oos-Wes heem bes is óch neet ummer woar: wat dachs-te van hung in de flat?As inne begint te bletsje, bletsjt ee-twieë-drei de ganse flat, want hei zint ee sjtuk of 8 van die möppe…Jónk en aod oet de flat deet mit an ózze zoeëmer-barbekjoe. Zelfs die nui poepsjieke dame in höär zilver-brokaat mantel-pak danst mit d’r hoesmeester óp örgelmeziek. Gezellige gemeensjap!

Boeteshoes

Um mit de duur in hoes te valle: vier hant ing sjleephut. Caravan heesj dat offisieel. Deë naam sjient te kómme van inne beroemde dirigent, inne zieëkere Karajan en went v’r gereed zint reupt mieng vrouw danóch: ’En noe mar karre Jan’.

Egaal ’t is een heem óp raar das-te achter diene auto mós hange en dan mar de baan óp. Vúúr vier óp sjtap d’rmit gónt, zint v’r mieë wie inne haove daag ’nt inlane volges ing lies die mieng vrouw hat samegesjteld um nieks te vergeëte. Doe zals in de rimboe zitte zónger flesje-öäpener…?!

Zoeë is ’t vuurdeel das-te alles van dich zelf bei dich has en doamit zint vier neet zuinig: tot en mit de eëpel hant vier alles bei ós. Zjwoar belane vertrekke vier dan noa ’t Zuide. De letste kier woar d’r ieësj nog ee probleem: bei ’t truuk-zette voeëte vier óp ós ege sjpatlappe…. Wat ee gedeuns en wat ing krete vanaaf de balcons…. Vier hant toen – noeëd- gedwónge – 20 kilo eëpel heem mótte loate.En dan sjokkele vier zoeng doezend kielemeter noa ’t greun. Ja went vier gónt danóch noa de natuur, doa woeë ’t ’s-nachs müskessjtil is en vuur daag en dauw kwakende kwakkede dich wakker make. Voet van alle hantier en alling mit de natuur… De flat en de bure effe vergeëte, totdat d’r angere daag bliek dat diene boave-buurman ’t zelfde dach en doog en mit ing tent teëgenuëver dich sjteet…Hat dus ginne zin um óp de ansichkate vuur heem ing zón te tekene as ’t al daag lank reëgent…

Ger Prickaerts Heëlesj

DE TAAL

VAN DE MAM

De taal van de mam wordt geschreven in onze moedertaal: het dialect. We spreken over ’taal’ omdat het Limburgs een echte en erkende taal is, die in niets onderdoet voor het Nederlands. Ten opzichte van onze standaardtaal – het Nederlands – is het Limburgs een dialect, zoals het Nederlands een dialect is in relatie tot het handels-en diplomatiek Engels.

Bin

nes

ho

es b

oet

esh

oes

Bin

ne

nsh

uis

/ B

uit

en

shu

is