Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs...

24
Vrije Universiteit Brussel Meertalige leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs: ondanks gelijke taalvaardigheid lagere slaagkansen Consuegra, Els; Struys, Esli; Van Biesen, Lilith; Surmont, Jill Publication date: 2016 Link to publication Citation for published version (APA): Consuegra, E., Struys, E., Van Biesen, L., & Surmont, J. (2016). Meertalige leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs: ondanks gelijke taalvaardigheid lagere slaagkansen. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 13. Nov. 2020

Transcript of Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs...

Page 1: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Vrije Universiteit Brussel

Meertalige leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs: ondanks gelijke taalvaardigheidlagere slaagkansenConsuegra, Els; Struys, Esli; Van Biesen, Lilith; Surmont, Jill

Publication date:2016

Link to publication

Citation for published version (APA):Consuegra, E., Struys, E., Van Biesen, L., & Surmont, J. (2016). Meertalige leerlingen in het Vlaams secundaironderwijs: ondanks gelijke taalvaardigheid lagere slaagkansen.

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portalTake down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Download date: 13. Nov. 2020

Page 2: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen

Date: Friday, 27/May/20169:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns voor het meten van effecten van

onderwijstoezicht: naar dynamische modellenPolak Y1-10

9:00am - 10:30am Parallel 4 BBV (I): Leren van (toekomstige) professionalsSession Chair: Niek van den BergReferent 3: Niek van den BergVan der Goot - Basel

Competentie-ontwikkeling op het werk: Kan dit de betrokkenheid van uitzendkrachtenvergroten?Nienke Woldman, Piety Runhaar, Renate Wesselink, Martin MulderWageningen University, Netherlands, theDit onderzoek brengt in kaart welke mogelijkheden uitzendkrachten krijgen voor competentie-ontwikkeling(CO), bij zowel de uitzendorganisatie als de opdrachtgever waar zij te werk gesteld zijn. Daarnaast wordtverkend in hoeverre deze mogelijkheden voor CO invloed hebben op de betrokkenheid dieuitzendkrachten ervaren naar de uitzendorganisatie en de opdrachtgever (zgn. dubbele betrokkenheid).Door middel van een online vragenlijst is data verzameld onder uitzendkrachten in Nederland (n=449).Voorlopige resultaten impliceren dat uitzendkrachten gefocust zijn op de opdrachtgever: dit is deorganisatie waar zij zich het meest betrokken bij voelen en waar zij op zoek gaan naar mogelijkhedenvoor CO. Daarnaast suggereren onze data dat het aanbieden van mogelijkheden voor CO door deuitzendorganisatie de affectieve betrokkenheid naar deze werkgever kan vergroten.

Rollen in regioleren; het teamniveauRenate Wesselink, Judith GulikersWageningen University, Netherlands, TheRegioleren is een ontwikkeling in het (groene) beroepsonderwijs, gebaseerd op (sociaal)constructivistische uitgangspunten van leren, die nieuwe rollen van docenten vergt. In dit onderzoek isnagegaan in hoeverre de negen, op basis van theorie gedefinieerde rollen ook daadwerkelijk terugkomenin de praktijk en in hoeverre opvatting over ‘goed onderwijs’ en ‘goed toetsen’ invloed hebben op de rollendie docenten(teams) oppakken. In de praktijk zien we op teamniveau de negen rollen terug. Individueledocenten doen niet alle rollen. Op teamniveau hebben de opvattingen van docenten geen invloed op derollen die ze doen of willen ontwikkelen. Op individueel niveau wordt dit nog onderzocht.

9:00am - 10:30am Parallel 4 Cur (I): Ontwerpgericht onderzoek in de master: Hoe faciliteren we dat? en hetbenutten van de professionele ruimte bij leraren-in-opleiding in de schoolVan der Goot -

Galway

Ontwerpgericht onderzoek in de master: Hoe faciliteren we dat?Wenckje Jongstra1, Ietje Pauw1, Susan McKenney2

1Katholieke pabo Zwolle, Netherlands, The; 2University of Twente, TheOntwerpgericht onderzoek is een uitdagend genre van studie waarbij wetenschappelijke inzichtengedistilleerd zijn uit empirische dataverzameling ten behoeve van het oplossen van problemen in depraktijk. Masterstudenten worstelen met dit type onderzoek en zouden gebaat zijn bij robuusteondersteuning. Maar richtlijnen voor het bieden van zulke ondersteuning middels het curriculumontbreken. Initiële richtlijnen zijn opgesteld aan de hand van literatuur. Op basis hiervan is een leertrajectontworpen en geïmplementeerd. Tijdens de implementatie hebben 18 experts feedback gegeven optussenproducten van studenten en op het leertraject. De data zijn twee keer kwalitatief geanalyseerd(inductief en deductief). Op basis van deze data zijn de richtlijnen bijgesteld om meer samenhang aan tebrengen tussen de opbrengsten van de verschillende deelstudies in ontwerpgericht onderzoek.

Inrichten en benutten van professionele ruimte van leraren-in-opleiding in de school:een kwestie van geven en nemen?Anna van der Want1, Monika Louws2, Jacobiene Meirink1, Rosanne Zwart21Universiteit Leiden, Netherlands, The; 2Universiteit Utrecht, Netherlands, TheProfessionele ruimte van leraren wordt tegenwoordig in veel beleidsdocumenten en onderzoekengenoemd als belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs. In dit onderzoek vatten weprofessionele ruimte op als de mate waarin docenten zeggenschap hebben over de onderwijspraktijk ende mate waarin docenten hun eigen professionele ontwikkeling kunnen sturen. Professionele ruimtevraagt om een continue onderhandelingsproces tussen docenten en hun collega’s en leidinggevenden.Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de mechanismen en belemmerende/bevorderendefactoren die een rol spelen bij de professionele ruimte van docenten. Hiertoe zijn docenten in opleiding enschoolleiders bevraagd over hun ervaringen en opvattingen. Tijdens de rondetafelsessie willen we graagin discussie gaan over manieren voor datatriangulatie.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

1 van 23 22/10/16 14:58

Page 3: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

9:00am - 10:30am Parallel 4 Cur (III): Het ontwerpen van ICT-rijke curricula voor (jong) volwassenenVan der Goot -

Shanghai

Het ontwerpen van ICT-rijke curricula voor (jong) volwassenenChair(s): Susan McKenney (University of Twente), Joke Voogt (Universiteit van Amsterdam)Dit symposium focust op factoren die belangrijk zijn bij het ontwerpen van ict-rijke curricula voor (jong)volwassenen. In drie bijdragen wordt aandacht besteed aan, respectievelijk het ontwerpproces, deontworpen producten, en de uitdagingen bij de implementatie. De eerste studie analyseert de invloed vansamenwerking in een multidisciplinair docentontwerpteam in de Lerarenopleiding TechnischBeroepsonderwijs op de beeldvorming over de curriculumvernieuwing. De tweede studie presenteert hetdidactisch ontwerp (en bevinding over gebruik) van een serious game voor leerlingen in de metalectro(MBO). In de derde studie zijn studiegedrag en acceptatie van studenten in ‘flipped’ en ‘non-flippedclassrooms’ onderzocht.

Presentations of the Symposium

De invloed van samenwerking in een docentontwerpteam op beeldvorming over eencurriculuminnovatieHerma Jonker1, Joke Voogt2, Virginie März31Hogeschool Windesheim, 2Universiteit van Amsterdam & Hogeschool Windesheim, 3Universiteit vanAmsterdamEen multidisciplinair docentontwerpteam van de Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs heeftgedurende het studiejaar 2014-2015 samengewerkt aan het herontwerpen van het curriculum naar eenflexibel blended curriculum voor (jong) volwassenen. Dit docentontwerpteam had als taak om zowel eengoed product (curriculumontwerp en curriculummaterialen) te ontwikkelen alsook om samen een goedontwerpproces te realiseren. In een explorerend casestudyonderzoek werd onderzocht hoe desamenwerking binnen het docentontwerpteam werd ervaren en welke betekenis die had voor debeeldvorming over deze curriculuminnovatie. Resultaten laten onder andere zien dat de samenwerkingbinnen het docentontwerpteam werd beïnvloed door de taakstelling, agenda, werkwijze, betrokkenen enrandvoorwaarden. De invloed van deze samenwerkingsfactoren op de beeldvorming wisselde pergroepsfase en per DOT-lid, en kon zowel positief als negatief zijn.

Het Ontwerpen van Game-ondersteunde Curricula voor het MBOJeroen van Merrienboer1, Roy van Brussel21Universiteit Maastricht, 2KenteqDit project onderzoekt of en hoe curricula in het MBO optimaal ondersteund kunnen worden vanuit eenserious game. Het onderzoek wordt uitgevoerd met CRAFT, een game gericht op leerlingen in demetalectro. Het theoretisch kader is 4C/ID; in dit model staat leren door te werken aan levensechte takencentraal. CRAFT biedt leerlingen taken aan die zij soms in de game, soms op school, en soms op dewerkplek uitvoeren. CRAFT is in verschillende scholen toegepast: Leerlingen en docenten zijnenthousiast, effecten op leren zijn positief en CRAFT lijkt geschikt om het gehele curriculum teondersteunen. Het onderzoek levert nieuwe kennis op over hoe games volledig geïntegreerd kunnenworden in het onderwijs.

Studiegedrag en studentacceptatie: Uitdagingen van Flipping the ClassroomAnja Boeve, Rob Meijer, Casper Albers, Roel Bosker, Jorien Vugteveen, Rink HoekstraRijksuniversiteit GroningenBij het implementeren van de flipped classroom wordt ander studiegedrag van studenten gevraagd dan bijhoorcolleges. Het doel van deze studie was om inzicht te krijgen in het studiegedrag van studenten in deflipped classroom. Studenten in de flipped classroom bleken nagenoeg hetzelfde studiegedrag tevertonen als dat van de studenten die niet de flipped classroom volgde. De kwalitatieve analyse van decursusevaluatie brachten een spanningsveld aan het licht tussen enerzijds waardering voor hetontmoedigen van uitstelgedrag en anderzijds het gemis van de stapsgewijze kennisoverdracht tijdens hetcollege. Aandacht voor de acceptatie van studenten tijdens de implementatie van de flipped classroom isnodig zodat studenten bereid zijn voordelen van de flipped classroom voor hun leerproces optimaal tegebruiken.

9:00am - 10:30am Parallel 4 DSO (I): Actie, perceptie en cognitie: eyetracking-studie naarverhoudingsgewijs redeneren en percepties en realisaties van leerkrachten in eengeflipte klasPolak Y1-21

Actie, perceptie en cognitie: Een eyetracking-studie naar verhoudingsgewijs redenerenin interactie met een appArthur Bakker1, Shakila Shayan1, Marieke van der Schaaf1, Dor Abrahamson2

1Universiteit Utrecht, Netherlands, The; 2University of California, Berkeley, USAIn deze studie pasten we eyetracking-technologie toe met als doel de veranderende relatie tussen actie,

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

2 van 23 22/10/16 14:58

Page 4: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

perceptie en cognitie te onderzoeken bij leerlingen (N = 76, leeftijd 9-14, bo-vmbo) die een taak doen dievraagt om verhoudingsgewijs redeneren met een iPad-applicatie. Deze app (MIT-Ext) is geïnspireerd doortheorieën over embodied cognition, het idee dat we denken met en via ons lichaam in interactie met deomgeving. Eyetracking-data, logfiles van handbewegingen en verbale uitingen werden verzameld. Deanalyses tonen hoe cognitie verweven is met actie en perceptie, in het bijzonder hoe het proces vanreflectieve abstractie verloopt. De resultaten onderschrijven Piagets theorie over genetischeepistemologie en tonen hoe de coördinatie van handbewegingen via zogenaamde perceptueleaandachtsankers verhoudingsgewijs redeneren kunnen ondersteunen.

Percepties, ervaringen en realisaties van leerkrachten in de geflipte klas: eenontwerpgerichte studie in het technisch en beroepssecundair onderwijsStephanie Dujardin1, Katie Goeman2

1Vives Brugge, Belgium; 2KU Leuven, BelgiumDe “geflipte klas” (FtC), waarbij klasinstructie en huiswerk worden gepermuteerd, laat toe om digitaleleermiddelen te integreren en positieve leerresultaten te bewerkstelligen. In deze paper presenteren weresultaten van een ontwerpgerichte studie die enerzijds focust op de percepties en ervaringen vanleerkrachten technisch en beroepsonderwijs, anderzijds op de gerealiseerde FtC-ontwerpen. Hiertoewerden diepte-interviews gecombineerd met een systematische analyse m.b.v. een classificatieschemagebaseerd op Merrill’s First Principles of Instruction. We besluiten dat leerkrachten baat hebben bij eendraaiboek met instructievoorbeelden en motiverende strategieën voor zelfgestuurd leren, i.f.v. hunervaringsniveau en de connectiviteit van leerlingen. Uit deze studie blijkt tevens de generieketoepasbaarheid en de kwaliteit van het instrument om componenten van effectieve instructie in een FtCbenadering te evalueren.

9:00am - 10:30am Parallel 4 H&O (II): Honoursonderwijs: succesfactoren en de acceptatie door docentenin het hoger onderwijsSession Chair: Marieke MeeuwissePolak Y2-16

Honoursonderwijs: een zoektocht naar de succesfactoren van honoursonderwijsbinnen SaxionJolise 't Mannetje, Karin Truijen, Mark GellevijSaxion, Netherlands, TheSinds 2012 doen we een jaarlijkse meting naar succesfactoren binnen (Saxion-)honoursonderwijs in hetHBO, om te voorzien in de behoefte naar onderzoek hierover. We doen verslag van de uitkomsten van demeting van 2015 én vergelijken deze uitkomsten met 2014. Honoursonderwijs verschilt van regulierbachelor-onderwijs. Waar moet het accent op liggen in honoursonderwijs? In dit onderzoek is geprobeerdzicht te krijgen op factoren waaraan honoursonderwijs moet voldoen om studenten goed te kunnenopleiden; Welke factoren zijn belangrijk om te komen tot goed honoursonderwijs? Deze studie laat ziendat bij beide metingen ‘hoge eisen’ bepalend lijkt te zijn voor de mate van reflectief leren binnen hethonoursonderwijs. Bovendien lijkt de ‘kwaliteit van de selectieprocedure’ bepalend voor de waarderingvan het honoursonderwijs.

De Acceptatie van Honours door Docenten in het Hoger OnderwijsDidi M.E. Griffioen, Jannet Doppenberg, Ron OostdamKenniscentrum Onderwijs en Opvoeding, Hogeschool van Amsterdam, NederlandBij de implementatie van veranderingen in het onderwijs, is het altijd de vraag hoe de bredere groepdocenten ‘aan boord’ te krijgen. Met docenten als verbinders tussen de onderwijsorganisatie en destudenten, is de rol van de docent bij implementatieprocessen essentieel. Deze studie beschouwt deimplementatie van honoursprogramma’s in het hbo door de toepassing van twee modellen: a) het‘Excellence Acceptance Model’, en b) het ‘Organisational Influence Model’. De data uit dezevragenlijststudie onder docenten (N=406) is geanalyseerd middels een pad-analyse in Mplus7. Deresultaten laten zien dat de een discussiecultuur over excellentie, opvattingen, houding en gedrag vandocenten positief beïnvloeden. Implicaties voor praktijk en wetenschap worden bediscussieerd.

9:00am - 10:30am Parallel 4 ICT (I): De uitdagingen van open online onderwijs/MOOC'sPolak Y1-08

De uitdagingen van open online onderwijs/MOOCsChair(s): Marco Kalz (Open Universiteit)Open online onderwijs/MOOCs genieten op dit moment de aandacht omdat zij de belofte inhouden omtegen geringe kosten dan wel gratis onderwijs voor de massa kunnen aanbieden. Echter, er zijn eenaantal vraagstukken die eerst beantwoord moeten worden wil die belofte worden waargemaakt. Een vandie vraagstukken heeft betrekking op hoe het leerproces vormgegeven kunnen worden nu studenten veelvrijheid hebben (waaronder tijdsonafhankelijkheid) en zeer veel studenten gelijktijdig bediend moetenworden. Ook is er het vraagstuk van dropout; wat is het en hoe kunnen we het ondervangen. Ook kan deimpact van MOOCs bekeken worden vanuit de achtergronden van de volgers; kunnen zij hiermee hunsociaal-economische positie verbeteren? Dit zijn de uitdagingen die op het symposium aangekaart zullenworden.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

3 van 23 22/10/16 14:58

Page 5: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Presentations of the Symposium

De invloed van motivatie op zelfregulatie in open online onderwijsRenée Jansen, Anouschka van Leeuwen, Jeroen Janssen, Liesbeth KesterUniversiteit UtrechtMOOCs bieden studenten meer vrijheid dan traditioneel onderwijs. Dit betekent dat studenten een groterdeel van hun leren zelf moeten reguleren. Zelfregulatie is belangrijk om succesvol te zijn in open onlineonderwijs (OOO). Drie motivationele factoren, taakwaardering, leerdoeloriëntatie en zelfeffectiviteit, zijnbekend als voorspellers van zelfregulatie in traditioneel onderwijs. Het is onbekend of deze relatie ookstand houdt in OOO. Verwacht wordt dat dit geldt voor taakwaardering en zelfeffectiviteit, maar niet voorleerdoeloriëntatie. In tegenstelling tot een kennisoriëntatie, is een prestatieoriëntatie namelijk zeldenmogelijk in OOO. Daar is namelijk kennis voor nodig van de prestaties van andere studenten. Vandaar datgeen verband wordt verwacht tussen leerdoeloriëntatie en zelfregulatie. Regressieanalyse moet uitwijzenof deze hypotheses juist zijn.

De kwaliteit en het ontwerp van MOOCsJulia Kasch, Peter van Rosmalen, Marco KalzOpen UniversiteitEen steeds belangrijker wordende uitdaging van het onderwijs is het ontwerpen van kwalitatief hoogonderwijs aan grote/groeiende studenten aantallen. Tijdens deze presentatie zoomen wij in op het cursusontwerp van verschillende MOOC om te analyseren in hoeverre de leeractiviteiten zijn afgestemd op debeoogde leerdoelen (principe van constructive alignment). Daarnaast richten we ons op de verschillendeinteracties die gebruikt worden in de MOOCs en hoe deze samen met het principe van constructivealignment de kwaliteit en de schaalbaarheid van MOOCs beïnvloeden.De eerste resultaten uit ons onderzoek laten zien dat de gekozen invalshoek inzicht oplevert in hetontwerp van de bestudeerde MOOCs. De focus op alignment en interacties geeft een gebalanceerd zichtop de combinatie van kwaliteit en schaalbaarheid.

Dropout een probleem? Een kwestie van perspectiefMaartje Henderikx, Karel Kreijns, Marco KalzOpen UniversiteitDropout in MOOCs is een probleem: onderzoek toont uitvalpercentages tussen de 90%-95% aan. Zelfsonder MOOC-volgers met de intentie de MOOC volledig af te ronden, behaald 78% hun persoonlijkgestelde doel niet. Het doel van dit onderzoek is om een eerste aanzet te geven tot inzicht in de factorendie ten grondslag liggen aan dropout., Dropout wordt hierbij gedefinieerd vanuit het perspectief van deMOOC-volger - worden de persoonlijke doelen behaald - en niet vanuit het traditionele perspectief van deMOOC-provider. Het theoretisch raamwerk Reasoned Action Approach van Fishbein & Ayzen (2010) dientals model om de kloof tussen intentie en daadwerkelijk gedrag inzichtelijk te krijgen. Dit zal door middelvan een combinatie van vragenlijstonderzoek en literatuuronderzoek gedaan worden.

Speelt sociaal-economische status van MOOC-volgers een rol bij het volgen vanMOOCs?Karel Kreijns1, Marco Kalz1, Jonatan Castaño Muñoz21Open Universiteit, 2Instute for Prospective Technological StudiesHet doel van onderhavig onderzoek was om de relatie tussen sociaal-economische status (SES) en deintentie tot het afnemen van een of meerdere MOOCs in de nabije toekomst te bepalen. Een vragenlijstmet daarin schalen voor het meten van SES en intentie is begin 2015 afgenomen bij vijf MOOCs (vierSpaanse, één Nederlandse). Latent Class Analysis in Mplus 7.0 is uitgevoerd. De conclusie is datwerkelozen hogere intenties hebben dan werkzame MOOC-volgers. Dit werd versterkt naarmate zij eenhoger opleidingsniveau hadden. Werkzame MOOC-volgers ontwikkelden ook hogere intenties naarmatezij een hoger opleidingsniveau hadden. Echter, naarmate zij ook een hogere salaris ontvingen had dit eenaverechtse invloed intentie. Baanpositie had nauwelijks invloed op het ontwikkelen van intenties bij dezeMOOC-volgers.

9:00am - 10:30amParallel 4 ICT (II): Wat betekenen ICT en social media voor leraren?Session Chair: Henk SligteSession Chair: Marieke ThurlingsReferent: Liesbeth KesterE-didactiek: welke ict-toepassingen gebruiken leraren en waarom? Henk Sligte Joke Voogt (Universiteit vanAmsterdam/Windesheim), Henk Sligte (Kohnstamm Instituut UvA), Antoine van den Beemt (Eindhoven School ofEducation), Johan van Braak en Koen Aesaert (Universiteit van Gent)

Polak Y1-20

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&I (I): InterventiesSession Chair: Peter PJL VerkoeijenSession Chair: Huib TabbersVan der Goot -

Heidelberg

80 Woorden Leren in 60 Minuten? Een Wetenschapscompetitie om de besteleermethode te vindenGesa van den Broek1, Anke Marit Albers2, Ruud Berkers3, Paul Konstantin Gerke4, Boris Konrad3,

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

4 van 23 22/10/16 14:58

Page 6: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Nils Müller3, Marlieke van Kesteren5,6

1Radboud Universiteit Nijmegen, Netherlands, The; 2Radboud University Nijmegen, Donders Institute forBrain, Cognition and Behaviour; 3Radboudumc, Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour;4Radboudumc, Diagnostic Image Analysis Group, Department of Radiology; 5VU University Amsterdam,Department of Educational Neuroscience; 6Stanford University, Department of PyschologyNieuwe woorden leren is een cruciaal onderdeel van het vreemdetalenonderwijs. Hier presenteren we eenleermethode waarmee de auteurs in de finale staan van de Memrise challenge: een internationalewedstrijd om de optimale manier te vinden om binnen 1 uur tijd 80 nieuwe woorden te leren. Kenmerkenvan de leermethode zijn onder andere een video-instructie over het gebruik van sleutelwoorden enmentale inbeelding; stapsgewijze toevoeging van nieuwe woorden en herhaling aangepast aan het niveauvan de gebruiker; en herhaalde retrieval (vertaal)oefeningen met adaptieve feedback. Uit eengecontroleerd experiment met studenten bleek dat de ontwikkelde methode betere resultaten opleverdedan een controleconditie waarin deelnemers op eigen tempo de woorden bestudeerden (t(33) = -3.73, p =.001).

De ontwikkeling van het leesstrategiegebruik en de tekstaanpak van individuelevmbo-leerlingen onder invloed van klassikaal begrijpendleesonderwijsMirjam de Bruijne1,3,4, Amos van Gelderen1,2, Paul van den Broek3

1Hogeschool Rotterdam – Kenniscentrum Talentontwikkeling; 2Kohnstamm Instituut (Universiteit vanAmsterdam); 3Universiteit Leiden; 4CED-groep – Kenniscentrum Begrijpend LezenDit onderzoek brengt de aanpak van een schoolse leestaak door 19 vmbo-leerlingen in beeld, en deontwikkeling daarvan gedurende twee schooljaren waarin zij strategisch begrijpendleesonderwijs krijgen.Onderzocht is welke zelfregulerende activiteiten deze leerlingen ontplooien bij het lezen van eeninformatieve tekst, hoe strategiegebruik en tekstaanpak zich ontwikkelen onder invloed van het klassikaleonderwijsprogramma (Nieuwsbegrip) en welke verschillen zich daarbij voordoen tussen individueleleerlingen. Alle leerlingen zijn vier keer gefilmd terwijl zij hardopdenkend een tekst lezen entekstbegripvragen beantwoorden. Uit analyses van de filmopnames blijkt dat er van meet af aan groteverschillen in taakaanpak en leesstrategiegebruik bestaan tussen leerlingen en dat die verschillen vrijstabiel zijn over de vier taakuitvoeringen. Wel zien we kleine veranderingen in strategiegebruik, waaronderkwalitatieve verbeteringen.

Uitdagende groepsopdrachten voor leerlingen met hoge cognitieve vermogens: deeffecten van een geïntegreerd verrijkingsprogramma voor wiskunde en geschiedenis invwo-5Jaap Schuitema1, Sonia Palha2, Carla van Boxtel1, Thea Peetsma1

1Universiteit van Amsterdam, Netherlands, The; 2Hogeschool van AmsterdamIn dit onderzoek is onderzocht hoe docenten van vwo-5 klassen hun lessen zodanig kunnen aanpassendat leerlingen met hoge cognitieve vermogens meer uitgedaagd worden zonder dat dit ten koste gaat vanleerlingen met minder hoge cognitieve vermogens. Er werden open en betekenisvolle groepsopdrachtenontwikkeld voor de vakken geschiedenis en wiskunde. Met een quasi-experimentele onderzoeksopzet(N=957) werd het effect van de groepsopdrachten op de motivatie en leerprestaties van leerlingenonderzocht. Daarbij werden de effecten van de mate van structuur en de groepssamenstellinggeanalyseerd. Hoewel er geen toename in motivatie en inzet was, bleken de groepsopdrachten bijgeschiedenis het leren van alle leerlingen te bevorderen. Met name onderpresteerders met hogecognitieve vermogens lijken baat te hebben bij uitdagende groepsopdrachten.

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&I (II): Reviewstudie naar de effecten van docentbegeleiding opsamenwerkend lerenSession Chair: Anouschka van Leeuwen

Van der Goot -Rochester

Reviewstudie naar de effecten van docentbegeleiding op samenwerkend lerenAnouschka van Leeuwen, Jeroen JanssenUniversiteit Utrecht, Netherlands, TheUit verschillende meta-analyses blijkt dat samenwerkend leren een effectieve onderwijsstrategie is diebijvoorbeeld de leerprestaties van leerlingen bevordert. Het overgrote deel van onderzoek naarsamenwerkend leren zich richt op de leerprestaties van leerlingen. Veel minder onderzoek is verricht naarde rol van de leraar tijdens samenwerkend leren. Dat is verrassend, aangezien zonder adequatebegeleidingsstrategieën de kans bestaat dat de samenwerking tussen leerlingen niet optimaal verloopt.Momenteel wordt er een reviewstudie uitgevoerd om samen te vatten welke rollen leraren innemen als zijsamenwerkend leren begeleiden, en om in kaart te brengen wat het directe effect is vanbegeleidingsstrategieën van leraren op die samenwerking tussen leerlingen. Tijdens hetrondetafelgesprek worden enkele vragen rondom de analyse van de uitkomsten voorgelegd aan hetpubliek.

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&I (III): Effectief schrijfonderwijs in po en vo

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

5 van 23 22/10/16 14:58

Page 7: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Session Chair: Saskia RietdijkVan der Goot -Santander

Effectief schrijfonderwijs in PO en VOChair(s): Saskia Rietdijk (Universiteit van Amsterdam; CED groep), Huub van den Bergh (UniversiteitUtrecht)E-mail, berichtjes op WhatsApp en Facebook, blogs, internetfora: we schrijven meer dan ooit. Het is vanessentieel belang dat het onderwijs onze kinderen al op jonge leeftijd leert om zich schriftelijk goed uit tedrukken. In dit symposium staat het schrijfonderwijs in het PO en VO centraal en wordt verkend, aan dehand van recente wetenschappelijke bevindingen, hoe het schrijfonderwijs naar een hoger plan getild kanworden. Er worden drie verschillende aanpakken gepresenteerd om het onderwijs in het schrijven vanteksten te verbeteren:1. Tekster: strategiegericht schrijfonderwijs voor het PO2. Booster: strategiegericht schrijfonderwijs voor het VO3. Feedback: schrijfinstructie op maat.

Presentations of the Symposium

Beestachtig goed leren schrijven met Tekster: een wetenschappelijk beproefdelesmethode voor het schrijven van teksten in het POMonica KosterUniversiteit UtrechtOm de schrijfprestaties van basisschoolleerlingen te verbeteren, is aan de Universiteit Utrecht Teksterontwikkeld: een lesmethode voor schrijfvaardigheid die verschillende bewezen effectieve didactiekencombineert tot één aanpak voor het schrijven van teksten. De kern van de methode is een schrijfstrategie,gebaseerd op de stappen van het schrijfproces. Met behulp van deze strategie schrijven leerlingendiverse teksten in verschillende genres. Tekster is getest in twee grootschalige experimenten, met intotaal 2766 leerlingen uit 125 klassen verspreid door heel Nederland. De resultaten laten zien dat Tekstereffectief is: na 4 maanden onderwijs met Tekster gaan leerlingen 1½ leerjaar vooruit. Dit effect is tweemaanden na de interventie nog steeds zichtbaar.

Booster, een schrijfcursus voor de havo-bovenbouw die uitgaat van de kracht vanobserverend leren en interactie met klasgenotenKlaske ElvingHet Baarnsch Lyceum; Dudoc Alfa promotiebeursWelke didactische werkvormen zijn effectief binnen het schrijfonderwijs in de havo-bovenbouw? Om dezevraag te beantwoorden zijn in 2015 twee studies uitgevoerd in havo 5. De focus ligt op het aanleren vaneen schrijfstrategie waarbij het schrijfproces in stappen wordt verdeeld. De resultaten van de studieswijzen uit dat vooraf mogen overleggen met een klasgenoot, al is het maar vijf minuten, tot betere tekstenleidt. Ook aan het eind van het schrijfproces, de revisiefase, kan winst worden geboekt door de leerlingeneen eenvoudig revisie-schema te laten gebruiken. Momenteel wordt op basis hiervan een zelf ontwikkeldeschrijfcursus beproefd in havo 4, waarin observerend leren en interactie met klasgenoten een grote rolspelen.

‘Deze tekst kan nog wel wat beter’. De feedbackpraktijk van basisschoolleerkrachtenRenske BouwerUniversiteit UtrechtIn dit onderzoek is gekeken hoe leerkrachten feedback geven op teksten en in hoeverre zij deze feedbackafstemmen op individuele behoeften van leerlingen. Uit de resultaten is gebleken dat de inhoud en vormvan feedback voornamelijk wordt bepaald door de stijl van de leerkracht en nauwelijks door de kwaliteitvan de geschreven tekst. Zo geven leerkrachten bijvoorbeeld voornamelijk directieve feedback, ongeachtof het een goede of een zwakke schrijver betreft. Dit is opmerkelijk aangezien goede schrijvers mindersturing nodig hebben dan zwakke schrijvers. Om de effectiviteit van feedback te optimaliseren is hetdaarom van groot belang dat leerkrachten leren om hun feedback beter af te stemmen op de leerling.

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&L (I): Good examples m.b.t. professionalisering van lerarenopleidersSession Chair: Fer BoeiVan der Goot -

Montréal

Good Examples m.b.t. professionalisering van lerarenopleidersFer Boei1, Martijn Willemse1, Quinta Kools2, Geerda Geerdink3, Lidewij Van Katwijk4, Loes VanWessum1, Hanneke Koopmans5

1Hs Windesheim, Netherlands, The; 2Hs Fontys, Netherlands, The; 3Hs Arnhem en Nijmegen,Netherlands, The; 4Hs Stenden, Netherlands, The; 5Hs Rotterdam, Netherlands, TheHet zelf doen van onderzoek, c.q. begeleiden van studentenonderzoek is een nieuwe taak voorlerarenopleiders binnen het HBO. Als reactie zijn veel professionaliseringsactiviteiten (PA) opgezet doorde verschillende instellingen. Samen met het VELON is een landelijk onderzoek opgezet naar deze PA's.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

6 van 23 22/10/16 14:58

Page 8: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

In de eerste fase is een survey onderzoek gedaan naar het beleid, de PA's en de waardering daarvandoor lerarenopleiders en de wensen voor de toekomst. In de tweede fase wordt door middel van hetbeschrijven van good examples meer inzicht geboden in de werking van deze PA's.In de ronde tafel komen twee zaken aan bod. De uitkomsten van de eerste fase zullen wordengepresenteerd, Daarna zal met de aanwezigen gesproken worden over de vragen hoe good exampleskunnen worden geïdentificeerd en beschreven.

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&L (III): Bumpy moments bij technisch onderwijs, vraag en aanbod mastersen het effect van Key2Teach op leerkracht-leerling relatie, externaliserend gedrag enwelbevinden leerkrachtenPolak Y1-17

Een Randomised Controlled Trial naar het effect van Key2Teach op leerkracht-leerlingrelatie, externaliserend probleemgedrag van leerlingen en welbevinden vanleerkrachtenC. Hoogendijk1,3, J.G. Holland1,3, N.T. Tick4, A.F.D. Veen. van2, W.H.A. Hofman5

1Yulius Academy, Yulius, Organization for Mental Health, Netherlands; 2Inholland, University of AppliedSciences, Rotterdam, Netherlands; 3Erasmus Universiteit, Rotterdam, Netherlands; 4Department of SocialScience, Utrecht University, Netherlands; 5University of Groningen, Groningen, NetherlandsLeerkrachten en leerlingen met externaliserend probleemgedrag kunnen profiteren van een goedeleerkracht-leerling relatie. Pianta (1999) beschrijft middels een model de leerkracht-leerling relatie aan dehand van componenten die aanknopingspunten bieden voor verandering van de relatie. Key2Teach isprofessionaliseringsinterventie voor leerkrachten en gebaseerd op een wetenschappelijke kennisbasisrondom relatiegerichte interventies en methoden in het onderwijs. Het doel is de conflictueuze relatietussen leerkrachten en leerlingen met externaliserend probleemgedrag te verbeteren. Middels een RCT ishet effect van Key2Teach onderzocht bij 103 leerkrachten en hun leerlingen. Eerste effecten deleerkracht-leerling relatie zijn positief. Vervolganalyses moeten uitwijzen of Key2Teach ook effect heeft ophet welbevinden van leerkracht, gedragsproblemen van leerlingen en andere leerkracht- enleerlinguitkomsten.

Vraag en aanbod van masteropleidingen voor leraren in het voortgezet onderwijsReinout van Brakel1, Sil Vrielink2, Eva van der Boom2

1Ecorys, Netherlands, The; 2MOOZ OnderzoekDe aansluiting tussen de vraag naar masteropleidingen en het aanbod is van groot belang voor dedeelname aan masteropleidingen. In opdracht van OCW en de VO-Raad is onderzoek gedaan naar zowelvraag als aanbod van masteropleidingen voor docenten in het voortgezet onderwijs.Middels enquêtes onder docenten, schoolleiders, secundaire analyses van IPTO en CRIHO, interviews enexpertbijeenkomsten, is in kaart gebracht welke knelpunten in vraag en aanbod er zijn. Tevens gaat hetonderzoek in op de randvoorwaarden voor een betere aansluiting: op school, regionaal en nationaalniveau.

Omgaan met bumpy moments in de context van technisch beroepsonderwijsEllen Klatter1, Kara Vloet2, Sandra Janssen2, Giel Kessels3

1Fontys Hogescholen, Eindhoven; Hogeschool Rotterdam; 2Fontys Hogescholen, Eindhoven; 3SummaAutomotive, EindhovenOnderzoek naar bumpy moments focust op het vakdidactisch handelen van docenten binnen hettechnisch beroepsonderwijs. Bumpy moments zijn situaties waarin de docent op een bepaalde manierheeft gehandeld, maar waarbij ook een legitiem handelingsalternatief denkbaar is. Door middel vanlesobservaties is onderzocht wat voor typen bumpy moments door docenten techniek worden benoemd,en of deze te categoriseren zijn langs de segmenten van het Bloemmodel. Tevens bleek welkestrategieën docenten techniek kiezen om benoemde bumpy moments op te heffen, en met welk doel.Bumpy moments zijn volgens docenten enerzijds pedagogisch, anderzijds vakinhoudelijk van aard.Onderliggende opvattingen bieden in samenhang met de professionele identiteit van leraren handvattenvoor het (vak)didactisch opleiden van leraren technische beroepen.

9:00am - 10:30am Parallel 4 L&L (IV): Academische pabo's als brug tussen wetenschap en praktijkPolak Y1-23

Academische pabo’s als brug tussen wetenschap en praktijkChair(s): Lisa Gaikhorst (Universiteit van Amsterdam)Sinds 2008 bestaan er in Nederland academische pabo’s. Doel is om studenten op te leiden die eenbijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de basisschoolpraktijk. Kern van het symposium is devraag in hoeverre een academische pabo erin slaagt om studenten op te leiden die een brug tussenwetenschap en praktijk vormen, en welke eisen dat stelt aan opleidingen, studenten en werkveld.De eerste bijdrage (Stella van der Wal-Maris) gaat over de relatie tussen het ontwikkelen van eenbetekenisgericht leerpatroon en de leeromgeving. De tweede bijdrage (Jan Baan) gaat over het verschil inonderzoekende houding tussen studenten van een reguliere en academische pabo . De derde bijdrage

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

7 van 23 22/10/16 14:58

Page 9: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

(Marco Snoek) gaat over het afstudeeronderzoek als brug tussen onderzoek en praktijk.

Presentations of the Symposium

Veranderingen in de betekenisgerichtheid van academische pabo-studenten en hoedeze samenhangen met hun percepties van de leeromgevingVan der Wal-Maris Stella1, Gonny Schellings2, Jeannette Geldens3, Douwe Beijaard21Hogeschool Marnix Academie, 2Eindhoven School of Education, 3Hogeschool de KempelBij academische pabo-studenten (N=22) werden veranderingen in hun betekenisgericht leerpatroon inkaart gebracht. Vervolgens is bij negen van hen gekeken naar de relaties tussen deze veranderingen enhun percepties van de bijdrage van de leeromgeving hieraan. Veranderingen werden gemeten met deInventory of Learning Styles (ILS)-vragenlijst bij aanvang en afronding van de studie. Na afronding vanhun studie werden de studenten geïnterviewd over wat in hun leeromgeving betekenisgericht lerenstimuleerde. De veranderingen varieerden van een lichte afname tot een grote toename vanbetekenisgerichtheid. In tegenstelling tot de studenten die geen toename vertoonden, stelden destudenten die een toename lieten zien dat de leeromgeving hen mogelijkheden bood om het leren zelf tereguleren en te laten aansluiten bij hun interesses.

De onderzoekende houding van academische en reguliere pabostudentenJan BaanStichting BijzonderwijsDeze studie is gericht op het verschil in onderzoekende houding tussen studenten van een reguliere eneen academische opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo). Het verschil werd onderzocht door middelvan een enquête onder 260 studenten en interviews met 9 studenten. Daarnaast werd eencurriculumanalyse uitgevoerd om verschillen in het academische en reguliere pabo-curriculum teonderzoeken. Academisch opgeleide studenten bleken over een meer onderzoekende houding tebeschikken dan reguliere studenten. Zij hadden in vergelijking met reguliere studenten een kritischerhouding en waren gemotiveerder om onderzoek te doen. Zowel het academische als reguliere curriculumis onderzoek geïntegreerd. Echter, in het academische curriculum was meer structurele aandacht vooronderzoek en lag de focus vaker op verschillende vormen van onderzoek.

Het afstudeeronderzoek van een academische pabo als boundary objectMarco Snoek1, Judith Bekebrede2, Fadie Hanna2, Theun Créton3, Hester Edzes41Hogeschool van Amsterdam, 2Universiteit van Amsterdam, 3Werkplaats4, 4Stichting ASKOHet afstudeeronderzoek binnen de academische pabo kan beschouwd worden als de meesterproefwaarin de student laat zien zelfstandig een (praktijkgericht) onderzoek uit te kunnen voeren en tegelijkeen brug kan slaan naar de basisschoolpraktijk. Daarmee is het afstudeeronderzoek te beschouwen alseen boundary object tussen opleiding en basisschool.Binnen de UPvA is geprobeerd om het boundary-karakter van het afstudeeronderzoek te versterken doorhet onderzoek als dialoog te organiseren. In dit onderzoek is onderzocht in welke mate dit heeft geleid totkrachtige boundary objecten, welk effect dat heeft op de waardering voor en impact van hetafstudeeronderzoek in de school en wat een dergelijke benadering vraagt van de opleiding, studenten ende basisschool.

9:00am - 10:30am Parallel 4 M&E (I): Hoeveel moet ik goed hebben? Onderzoek en innovatie bijstandaardbepaling en equivaleringPolak Y3-09

Hoeveel moet ik goed hebben? Onderzoek en innovatie bij standaardbepaling enequivaleringChair(s): Anton Béguin (Cito)In dit symposium bespreken we onderzoek naar vier procedures die tot doel hebben een standaard tebepalen die past bij de doelstellingen van de toets of van een toetsprogramma. De eerste procedure richtzich op een volledige inhoudelijke beoordeling van de toets. Hierin wordt de standaard gebaseerd opinhoudelijke oordelen. De andere drie procedures hebben een focus op examen- en toetssystemen. Dezeprocedures proberen de generieke trend in prestatieniveau over de jaren heen vast te stellen.

Presentations of the Symposium

3DC: standaardbepaling op basis van leerinhoudJos KeuningCitoEr zijn verschillende procedures beschikbaar voor het vaststellen van prestatiestandaarden op basis vanleerinhoud. Bekende voorbeelden zijn de Angoff procedure, de Bookmark procedure en de DirectConsensus procedure. De procedures hebben hun voor- en nadelen. Sommige procedures zijngemakkelijk te begrijpen en tijdsefficiënt, maar maken geen gebruik van empirische gegevens. Andereprocedures doen dat wel, maar deze procedures zijn vaak weinig intuïtief en tijdrovend in het gebruik.Daarom is iets nieuws ontwikkeld: de 3DC procedure. De naam 3DC staat voor Data-Driven DirectConsensus. De procedure combineert de voordelen van verschillende bestaande

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

8 van 23 22/10/16 14:58

Page 10: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

standaardbepalingsprocedures. Deze presentatie laat zien hoe de procedure werkt.

National Reference Test: Standaardhandhaving in EngelandRemco FeskensCitoIn tegenstelling tot Nederland bestaat er in Engeland geen één centraal examen die leerlingen moetenmaken om een certificaat voor het voortgezet onderwijs te kunnen halen. Vanwege historische redenenzijn er meerdere zogenaamde Awarding Organizations waar studenten een examen kunnen afleggen1.Dit heeft tot de zorg geleid dat door concurrentieprikkels steeds hogere cijfers gegeven worden. Eenontwikkeling die ook cijfermatig zichtbaar is2. Om meer inzicht te krijgen of het verkrijgen van hogerecijfers een gevolg is van cijferinflatie of een daadwerkelijke groei in vaardigheid reflecteert, is voorgesteldeen ankertoets, de National Reference Test, te ontwikkelen. Op deze toetsen kunnen de vaardigheden inwiskunde en Engels van leerlingen in Engeland worden vastgesteld. Deze presentatie laat zien hoe toetsis opgezet en hoe de resultaten op de toets gebruikt kunnen worden voor standaardhandhaving van deexamens.

Gemiddeld percentage correct over vakken heen als indicator voor trends invaardigheidAnton BéguinCitoAls hulpmiddel voor het vaststellen van de standaard bij examens wordt in Engeland een referentietoets(National Reference Test) geïntroduceerd die inzicht moet geven in trends in prestatieniveau in dekernvakken Wiskunde en Engels1. Deze toetsen fungeren als een jaarlijks peilingsonderzoek op basiswaarvan de examenstandaarden kunnen worden bijgesteld om rekening te houden met trends inprestatieniveau. Dit onderzoek presenteert een alternatieve procedure om trends in prestatieniveau inpopulaties leerlingen vast te stellen. Over vakken heen wordt het gemiddelde percentage goed gemaakteopgaven bepaald. Trends in dit percentage gelden als indicatie voor stijgende of dalende generiekevaardigheid

Meta-analyse voor het signaleren van trends in examenpopulatiesHendrik StraatCitoIn 2012 en 2013 zijn in Nederland nieuwe uitslagregels ingevoerd voor de centrale examens voortgezetonderwijs. Door deze veranderde exameneisen is de aanname van normeren onder gelijke populatiesminder aannemelijk. In dit onderzoek wordt de Fisher-methode voor meta-analyse gebruikt om trends inexamenpopulaties te signaleren. De Fisher-methode combineert informatie uit verschillendeinformatiebronnen, zoals standaardbepaling en equivalering of standaardhandhaving via een designwaarin examens van verschillende jaren worden gelinkt via gemeenschappelijke items. Via aggregatieover vakken heen, waarbij rekening wordt gehouden met de onzekerheid van de informatiebronnen,worden de verschillen in prestatieniveaus tussen verschillende examenpopulaties inzichtelijk gemaakt.

9:00am - 10:30am Parallel 4 M&E (II): Comparatieve methode bij feedback op schrijven, diagnostischtoetsen rekenenen groep 5 en effectieve rapportage van formatief toetsenSession Chair: Floor ScheltensPolak Y3-14

Feedback op schrijven: Wat heeft de comparatieve methode te bieden?Marije Lesterhuis1, Anneleen Mortier2, Vincent Donche1, Liesje Coertjens1, Peter Vlerick2, Sven DeMaeyer1

1Universiteit Antwerpen, Belgium; 2Universiteit Gent, BelgiumComparative Judgement (CJ) is een evaluatiemethode waarbij beoordelaars gevraagd wordt het werk vanstudenten te vergelijken. Eerder onderzoek laat de summatieve voordelen van deze methode zien, maarer is nog niet naar de formatieve mogelijkheden gekeken. Deze studie exploreert deze door teonderzoeken of beoordelaars CJ gemakkelijker vinden om feedback te geven en of het soort feedbackverschilt van opmerkingen plaatsen bij de tekst. De resultaten tonen aan dat beoordelaars verschillen inwelke methode hun voorkeur geniet. Ook verschilt het soort feedback dat beide methodes genereert,zowel van inhoud als van toon. Toekomstig onderzoek moet zich richten op welke vorm van feedbackdoor studenten wordt geprefereerd en hoe ze deze (kunnen) gebruiken om hun vaardigheden teontwikkelen.

Meer dan goed/fout : diagnostisch toetsen rekenen in groep 5Floor Scheltens, Anton BéguinCito, Netherlands, TheIn deze presentatie wordt de ontwikkeling beschreven van een diagnostisch instrument om misconceptiesbij aftrekken in groep 5 (leerjaar 3) op te sporen.De insteek van dit diagnostisch instrument is dat het aansluit op het leerlingvolgsysteem (LVS).Twee fasen worden beschreven, het formuleren van hypothesen en het verifiëren van deze hypothesen.Op basis van de LVS-toets eind groep 4 (leerjaar 2) zijn de 585 leerlingen ingedeeld in vijf groepen. Aandeze groepen is een taak uit het diagnostisch instrument toegewezen die aansluit bij hun vaardigheden en

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

9 van 23 22/10/16 14:58

Page 11: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

mogelijke misconcepties.Uit de resultaten blijkt dat het diagnostisch instrument goed in staat is om misconcepties in kaart tebrengen, echter dat de hypothesen maar voor een deel van de leerlingen gelden.

Effectieve rapportage van formatief toetsen: Een behoefteanalyseDorien den Otter1, Saskia Wools2, Theo Eggen1, Bernard Veldkamp3

1RCEC/Universiteit Twente/Cito; 2Cito; 3RCEC/Universiteit TwenteFormatief toetsen lijkt een krachtig middel om het leren te stimuleren, maar data afkomstig van dezetoetsen wordt in de praktijk slechts beperkt gebruikt. Hierdoor blijft het gewenste leereffect vaak uit. Eénvan de oorzaken is het aanbieden van te veel data, zonder dat goed nagegaan is wat een gebruiker metdeze data wil doen. Dit onderzoek kijkt daarom naar welke informatiebehoeften leerkrachten hebben. Metbehulp van focusgroepen is achterhaald welke acties leerkrachten willen doen om het leren te stimulerenen welke data zij hiervoor nodig hebben. Het huidige en het gewenste gebruik van resultaten vanrapportages is tevens onderzocht door middel van vragenlijsten. In de presentatie wordt ingegaan op hetgebruik, de acties en informatiebehoeften van de leerkracht.

9:00am - 10:30am Parallel 4 O&S (I): Cognitieve prestaties en sociaal-emotioneel functioneren vanleerlingen in het speciaal (basis)onderwijsVan der Goot - Lund

Cognitieve prestaties en sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen in het speciaalonderwijs en speciaal basisonderwijsChair(s): Guuske Ledoux (Kohnstamm Instituut UvA)In 2014 heeft de tweede meting van het cohortonderzoek COOL Speciaal plaatsgevonden. Hierin zijnvoor verschillende typen speciaal onderwijs (cluster 2, 3, 4) en het speciaal basisonderwijs gegevensverzameld over prestaties taal en rekenen en verschillende aspecten van het sociaal-emotioneelfunctioneren. Dezelfde gegevens zijn beschikbaar voor leerlingen in het regulier basisonderwijs (via hetcohortonderzoek COOL5-18), dit betreft zowel de daar aanwezige ‘zorgleerlingen’ als overige leerlingen.Dit maakt vergelijking mogelijk tussen regulier en speciaal onderwijs op deze aspecten, ook longitudinaal.Tevens kan worden nagegaan in hoeverre verschillen tussen de onderwijssettingen samenhangen metverschillen in hun leerlingenpubliek. Op de ORD wordt een beeld gegeven van de data die COOLSpeciaal biedt en worden enkele resultaten gepresenteerd op cognitief en niet-cognitief terrein.

Presentations of the Symposium

De opzet van COOL SpeciaalAnnemarie Van Langen1, Guuske Ledoux21ITS, Radboud Universiteit, 2Kohnstamm Instituut UvAHet cohortonderzoek COOL Speciaal is opgezet om drie redenen: de behoefte aan data voor het beleidpassend onderwijs, de behoefte aan data voor het kwaliteitsbeleid en het wetenschappelijk belang vanvergelijkende studies tussen regulier en speciaal onderwijs in het licht van discussies over inclusiveeducation. Door COOL Speciaal in zoveel mogelijk opzichten identiek te maken aan COOL5-18, hetcohortonderzoek in het regulier basisonderwijs, is een databestand gecreëerd dat zich leent voorverschillende vragen over de ontwikkeling van leerlingen in het speciaal onderwijs en speciaalbasisonderwijs (cross-sectioneel en longitudinaal) en voor vragen die vergelijkingen tussen speciaal(basis)onderwijs en regulier basisonderwijs betreffen. Ook specifieke vergelijkingen met ‘zorgleerlingen’ inhet regulier basisonderwijs zijn mogelijk.

Prestatieniveau van 'speciale' leerlingenEd Smeets, Annemarie Van LangenITS, Radboud UniversiteitEen belangrijk motief om te streven naar meer inclusief onderwijs is dat uit internationaal onderzoekregelmatig blijkt dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs gemiddeldbetere cognitieve resultaten behalen dan vergelijkbare leerlingen in het speciaal onderwijs. Toch zijn degegevens daarover niet eenduidig. In dit deel van het symposium onderzoeken we daarom voorNederland in welke mate er verschillen zijn in gemiddelde prestaties taal en rekenen tussen leerlingen inhet regulier onderwijs (‘zorgleerlingen’ en overige leerlingen) en leerlingen in het speciaal basisonderwijsen cluster 2, 3 en 4 van het speciaal onderwijs.Ook gaan we na hoe vergelijkbaar leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs en ‘zorgleerlingen’ in hetregulier onderwijs feitelijk zijn.

Sociaal-emotioneel functionerenAnne Regtvoort, Guuske LedouxKohnstamm Instituut UvADiscussies over voor- en nadelen van inclusief onderwijs betreffen niet alleen de vraag welke setting(speciaal of geïntegreerd onderwijs) het gunstigst is voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen, maargaan ook over wat het beste is voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen, motivatie, gedrag enwelbevinden van leerlingen. Vaak wordt gesteld dat een speciale setting (waar de leerling lotgenoten vindten waar het onderwijs is ingericht op de specifieke behoeften van de leerling) juist op deze gebieden het

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

10 van 23 22/10/16 14:58

Page 12: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

meest te bieden heeft. Hierover bestaan weinig empirische gegevens; met COOL Speciaal zijn deze nuwel beschikbaar. In dit deel van het symposium onderzoeken we in welke mate er verschillen zijn tussenleerlingen in verschillende onderwijssettingen op diverse aspecten van sociaal-emotioneel functioneren.

9:00am - 10:30am Parallel 4 O&S (II): Onderwijservaringen van jongeren van etnisch gemengde afkomst,groepsnormen en hoge cijfers en burgerschapsonderwijs effectiviteit Kinderen en hunmorele talentenSession Chair: Eddie Denessen

Van der Goot -Franeker

Onderwijservaringen van Nederlandse jongeren van etnisch gemengde herkomst: derol van etnische socialisatie en etnische identiteitMerlijn Karssen1,2, Monique Volman1, Ineke van der Veen2

1Research Institute of Child Development and Education, Universiteit van Amsterdam, Netherlands, The;2Kohnstamm Instituut, Universiteit van AmsterdamIn Nederland is er relatief weinig aandacht voor jongeren van etnisch gemengde herkomst, jongeren metéén ouder van Nederlandse herkomst en één van niet-Nederlandse herkomst. De focus van dit onderzoekis inzicht geven in de onderwijservaringen van deze jongeren en de factoren die hun onderwijservaringenbeïnvloeden. Er zijn 17 jongeren tussen de 15 en 20 jaar en 10 ouders van verschillende etnischeachtergronden en onderwijsniveaus door heel Nederland geïnterviewd. Uit de voorlopige analyses bleekdat er bij de meeste jongeren sprake is van incidentele negatieve of positieve ervaringen op school diegerelateerd waren aan hun gemengde herkomst. Een aantal jongeren hadden structureel zeer negatieveonderwijservaringen.

Burgerschapsonderwijs in het basisonderwijs. Een onderzoek naar de effectiviteit vanhet programma Kinderen en hun morele talentenMiranda Visser, Jaap Schuitema, Mayke den Ouden, Monique Volman, Geert ten DamUvA, Netherlands, TheAlhoewel scholen de burgerschapcompetenties van hun leerlingen kunnen bevorderen, is kennis oversystematische en effectieve werkwijzen beperkt. In dit onderzoek is de effectiviteit van het programmaKinderen en hun Morele Talenten empirisch onderzocht: In hoeverre bevordert deelname aan hetprogramma de burgerschapsoriëntaties en burgerschapskennis van leerlingen in groep 7 en 8? Aan hetonderzoek deden 30 basisscholen en 70 klassen mee (pretest-posttest control group design). Deleerlingen werden gedurende twee jaar gevolgd met behulp van het landelijk genormeerde meetinstumentBurgerschapscompetenties. Voor de analyse is gebruik gemaakt van multilevel-analyse van longitudinaledata (niveaus: klas, leerling, meetmoment binnen leerling). De resultaten laten positieve effecten van KMTzien op de burgerschap van leerlingen. Daarnaast zijn er interactie-effecten gevonden met geslacht enschooladvies.

11:00am - 12:15pm Keynote 4: Taalbeleid in de grote stad door prof. dr. Folkert KuikenIn zijn keynote gaat Folkert Kuiken in op 20 jaar taalbeleid in Amsterdam. De nota Naar betere resultaten vormde hetbegin van een lange weg van taalbeleid die in 1994 door de gemeente Amsterdam is ingezet. Ruim twintig jaar later is hettijd voor een terugblik: hoe heeft dit beleid zich in de loop der jaren ontwikkeld, welke knelpunten moesten...

Van der Goot -Sorbonne

12:15pm - 1:15pm Curriculum lunch: Lunchsessie divisie CurriculumSpecial panelsession "Koersen op kennis" De discussie over de rol van kennis in het onderwijs heeft een nieuwe impulsgekregen door het advies van het Platform Onderwijs2032. Tijdens de ORD organiseert de divisie Curriculum eenpaneldiscussie over deze thematiek. Met Carla van Boxtel, Harrie Eijkelhof en Rick de Graaff.Van der Goot - Lund

12:15pm - 1:15pm Divisieoverleg: Divisieoverleggen voor alle divisiesBeschikbare zalen T3-01, T3-03, M1-04, M1-07, M1-16, M1-18, M2-06, M2-07, M2-10, M2-11 en M2-12. Exacte indelingvolgt later.Van der Goot -

Midden- en westhal2e etage

12:15pm - 1:15pm L&I lunch: Lunch divisie L&IVan der Goot -

Rochester

12:15pm - 1:15pm Lunch VIN (besloten): Lunch met overleg VOR, ICO en NROSession Chair: Roeland van der RijstVan der Goot -

Franeker

12:15pm - 1:15pm ORD lunch II: Lunch voor ORD-deelnemersVan der Goot -

Midden- en westhal1e etage

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 B&O (I): Beroepsonderwijs: plaats in lerende regio en loopbaangerichteleeromgevingen en op zoek naar de balans op de onderwijsarbeidsmarktPolak Y1-21

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

11 van 23 22/10/16 14:58

Page 13: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Collectief leren en transformationeel leiderschap: de creatie van loopbaangerichteleeromgevingen in het beroepsonderwijsAniek DraaismaWelten Instituut, Open Universiteit, Netherlands, TheScholen erkennen in toenemende mate hun verantwoordelijkheid voor het begeleiden van leerlingen inhun loopbaanontwikkeling, maar de begeleiding die in Nederland geboden wordt focust grotendeels opschoolprestaties en niet op het ontwikkelen van competenties voor zelfsturing van de loopbaan. Terbevordering van loopbaangerichte leeromgevingen participeren 37 mbo instellingen in een project dat eentrainingsprogramma voor docenten en professionele begeleiding voor een dialogisch onderwijsbeleidbiedt. Deze studie richt zich op de aanwezigheid van collectief leren en transformationeel leiderschap inde participerende scholen en de vraag of dit een voorwaarde is voor de creatie van loopbaangerichteleeromgevingen. De voorlopige resultaten laten zien dat een proces is gestart, maar gebrek aan helderecommunicatie en visie staat structurele en culturele veranderingen in de weg.

Op zoek naar balans. Over de behoefte aan en de organisatie van arbeidsflexibiliteit inhet primair onderwijs.Mariëtte Amsing1,2

1ReflecT, Tilburg University, the Netherlands; 2CAOPFlexibele contracten bieden scholen de nodige flexibiliteit in de organisatie van arbeid. Een flexibelcontract kan een leraar/docent kansen en flexibiliteit bieden. Echter, er zijn ook vormen van ‘slechte flex’in het onderwijs bekend, zoals startende docenten die gedwongen van tijdelijk naar tijdelijk contract‘hoppen’ zonder zicht op een vast(er) contract. Het is de vraag wat de effecten van de flexibele inzet vanwerkenden zijn voor de betrokken werknemer, werkgever en de kwaliteit van het onderwijs. In dit paperworden de positieve en negatieve effecten voor een individuele docent, de beroepsgroep, eenschool/onderwijsinstelling en het onderwijs in brede zin in beeld gebracht middels literatuuronderzoek,desk research en case studies.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 BBV (I): Teamleren van docententeams nader onderzochtSession Chair: Renate WesselinkVan der Goot -

Shanghai

Teamleren van docententeams nader onderzochtChair(s): Renate Wesselink (Wageningen University)Docenten zijn ongeacht het soort onderwijs waarin zij werken genoodzaakt, gezien de ontwikkelingen inde maatschappij om meer en meer in (multidisciplinaire) teams te werken. Op basis van eerder onderzoekweten we dat teamleren een bijdrage kan leveren aan de uiteindelijke teamprestatie. Echter uit een reviewnaar het teamleren van docententeams blijkt dat er nog relatief weinig onderzoek is gedaan naar hetteamleren van docententeams en het onderzoek dat heeft plaatsgevonden laat zien dat er nog belangrijkevragen zijn op het gebied van de uitkomsten van teamleren en de rol van leiderschap. In dit symposiumkomen naast de review, deze thema’s aan bod. Daarnaast worden factoren die het teamlerenbelemmeren dan wel bevorderen besproken.

Presentations of the Symposium

Teamleren van docenten: een systematische literatuurstudieEva Kunst1, Marianne van Woerkom1, Hildert Zoethout2, Rob Poell11Tilburg University, 2Wageningen UniversityDocententeams zijn steeds vaker verantwoordelijk voor het ontwikkelen en vormgeven vanonderwijsprogramma’s. Gebaseerd op algemeen teamleeronderzoek is het aannemelijk dat teamleren indocententeams bijdraagt aan de implementatie van onderwijs en prestaties van het team. Echter, slechtsbeperkt onderzoek dat specifiek kijkt naar teamleren in docententeams en bevorderende enbelemmerende factoren is beschikbaar. Om in te spelen op het ontbreken van deze kennis is er eensystematische literatuur studie uitgevoerd waarbij 17 artikelen (acht kwalitatieve, zes kwantitatieve en driegecombineerde studies) zijn geselecteerd en vergeleken. De resultaten van deze studie laten zien datveel onderzoek zich heeft gericht op de activiteit en diepgang van gesprekken binnen teambijeenkomstenen dat er weinig aandacht is voor bevorderende factoren en uitkomsten van teamleren in docententeams.

Een multidimensionale benadering van teamleren: Het differentiële effect van intra- eninter-teamleren op teameffectiviteit.Rike Bron, Maaike Endedijk, Ruth van VeelenUniversiteit TwenteTeamleren wordt in onderzoek vaak gedefinieerd als een intra-groepsproces. Aangezien teams in depraktijk niet geïsoleerd van externen werken, onderscheiden we in deze studie intra- en inter-teamleren:leren binnen het team versus leren tussen het team en externen. We operationaliseren teameffectiviteitals een multidimensionaal concept, bestaande uit teamprestatie, levensvatbaarheid en gezamenlijkvertrouwen in het team. Een vragenlijstonderzoek onder 440 docenten uit 130 docententeams in hetHoger Onderwijs laat zien dat kennisdeling binnen het team effect heeft op de prestatie en

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

12 van 23 22/10/16 14:58

Page 14: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

levensvatbaarheid van het team, terwijl co-constructie in het team de levensvatbaarheid en hetvertrouwen in het team voorspelt. Deze resultaten maken duidelijk dat een multidimensionale blik opteamleren en teameffectiviteit cruciaal is voor het begrijpen van de onderlinge complexe relatie.

Teamleren en transactiviteit in docententeams in het mbo: een kwalitatieve benaderingHildert Zoethout, Renate Wesselink, Piety Runhaar, Martin MulderWageningen UniversityVoor docenten is vaak onduidelijk hoe zij invloed kunnen hebben op teamleren. Het doel van deze studieis het complexe, emergente karakter van teamleerprocessen zichtbaar en begrijpelijk te maken door dit teonderzoeken middels video data. Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder drie docententeamsafkomstig uit drie sectoren in het mbo. Het theoretisch uitgangspunt wat als leidraad is gebruikt in deanalyses is het concept ‘transactiviteit’, d.w.z. de mate waarin er in discussies gebruik wordt gemaakt vanelkaars redeneringen. Uit voorlopige resultaten blijkt dat teamleren slechts in beperkte mate plaatsvindt inde onderzochte teams. Meer aandacht voor het hergebruiken van gedeelde informatie en het benoemenvan conflicterende visies zouden de transactiviteit van de discussies ten goede kunnen komen.

Gespreid leiderschap en teamleren in de context van onderwijsvernieuwing in het mboMachiel Bouwmans, Piety Runhaar, Renate Wesselink, Martin MulderWageningen UniversityGespreid leiderschap (GL) en teamleren hebben positieve invloed de innovativiteit van teams. Naar derelatie tussen GL en teamleren is weinig empirisch onderzoek gedaan. Daarom wordt deze relatieonderzocht binnen mbo-ontwikkelteams die werken aan onderwijsvernieuwingen. Docenten met eencurriculum ontwikkeltaak, coaches en teamleiders van vijf ontwikkelteams zijn geïnterviewd. Resultatentonen aan dat de vorm van GL kan verschillen per ontwikkelingsfase en dat meerdere vormen naastelkaar kunnen bestaan. Zo kan er sprake zijn van een pragmatische en strategische spreiding vanleiderschap, die overgaat in een incrementele spreiding. Ook tonen de resultaten een relatie tussengespreid leiderschap en teamleren aan. Enerzijds initiëren verschillende leiders teamleeractiviteiten,anderzijds wordt leiderschap niet altijd geaccepteerd door betrokkenen en zijn teamleeractiviteiten nodigom leiderschapsposities vast te stellen.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 Cur (I): Onderwijs 2032: Curriculumtrends nu en voor de toekomstVan der Goot - Lund

Onderwijs2032: Curriculumtrends nu en voor de toekomstChair(s): Wilmad Kuiper (SLO)Welke kennis en vaardigheden moeten leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs leren om goedvoorbereid te zijn voor hun toekomst? Het Platform Onderwijs2032 (‘het Platform’) heeft op basis vanuitgebreide gesprekken en bijdragen op het digitale platform een integrale visie gepresenteerd.Gedurende dit symposium zullen we de vraag ‘in hoeverre het Nederlandse onderwijs nu al handen envoeten geeft aan wat het platform beoogt’ beantwoorden. Dat doen we door gebruik te maken van detrendanalyses die SLO uitvoert en die hun neerslag vinden in de Curriculumspiegel.

Presentations of the Symposium

Samenhang: wat wordt beoogd en bereikt?Elvira FolmerUniversiteit UtrechtHoewel er aansprekende lichtpunten zijn als het gaat om (het bevorderen van) samenhang tussen (enbinnen) vakken zijn er ook mislukkingen en gemiste kansen. Bij veel leraren en schoolleiders is er wel eenwil om te werken aan samenhang. Er liggen echter belemmeringen op drie terreinen: inhoudelijke kadersbieden te weinig concrete aanknopingspunten, noodzakelijke randvoorwaarden ontbreken, en anderebelangen zijn negatief van invloed, zoals de nadruk taal en rekenen en de monodisciplinaire opgezetteexamenprogramma's. Het Platform pleit in haar hoofdlijnenadvies voor samenhangend onderwijs waarinleerlingen een gemeenschappelijke basis krijgen die ze op grond van hun persoonlijke capaciteiten eninteresses verdiepen en verbreden. Dat zal alleen mogelijk zijn wanneer de genoemde belemmeringen uitde weg geruimd worden.

Kennis en vaardigheden: wat wordt beoogd en bereikt?Jan BerkvensSLODe roep om meer vaardigheden in het onderwijs is alom tegenwoordig en buitengewoon actueel. In hetadvies wordt betoogd dat de balans de afgelopen jaren te ver is doorgeslagen naar aandacht voor de‘basics’: taal en rekenen. Daar waar aspecten van de 21e eeuwse vaardigheden al aandacht krijgen, metname op het gebied van burgerschap en duurzaamheid, hebben leraren en scholen moeite om hierhanden en voeten te geven. Kortom, uitspreken dat er meer aandacht voor (vakoverstijgende of algemeenvormende) vaardigheden moet komen, heeft niet automatisch tot gevolg dat dat ook gebeurt. Er zalmoeten worden ingestoken op duidelijke leerplankaders, nagedacht moeten worden over wat hoe tebeoordelen valt en hoe leraren gebruik kunnen maken van materiaal dat voorhanden is.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

13 van 23 22/10/16 14:58

Page 15: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Natuur en techniek: wat wordt beoogd en bereikt?Wout OttevangerSLOSamenhang tussen de natuurwetenschappelijke vakken is zeer gewenst maar komt moeilijk totwasdom.Uitzondering daarop is natuur, leven en technologie (NLT) in de tweede fase. Dit vak gaat uit vaneen multidisciplinaire aanpak. Andere mooie voorbeelden zijn de nieuwe leerplankaders voor Wetenschap& Technologie (PO) en Natuurwetenschappen & Technologie (onderbouw VO). De laatste geeft viagemeenschappelijke werk- en denkwijzen van natuurwetenschappers en technici mogelijkheden om devakken op een multidisciplinaire manier aan te bieden. In beide kaders is het bètagebied beschreven ineen combinatie van werkwijzen, vakinhouden en denkwijzen. In een aantal domeinen van de vernieuwdeexamenprogramma’s is deze combinatie ook gemaakt. Implementatie ervan is in het licht vanOnderwijs2032 een belangrijke focus voor de komende jaren.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 DSO (I): Cultuuronderwijs als volwaardig onderdeel in het curriculumPolak Y1-20

Cultuuronderwijs als volwaardig onderdeel in het curriculumChair(s): Lenie van den Bulk (LKCA)Cultuuronderwijs is algemeen vormend onderwijs in kunst, erfgoed en media. Uit een onderzoek naarcultuureducatie in Nederland (Bamford, 2007) bleek dat scholen niet helder voor ogen hadden watcultuureducatie eigenlijk was en hoe zij het een volwaardige plaats binnen het curriculum konden geven.In dit symposium worden drie papers gepresenteerd die hierop betrekking hebben. Als eerste een recentonderzoek naar een theoretisch kader voor cultuuronderwijs, relevante ontwikkelingen van kinderen enjongeren en de plaats van cultuuronderwijs in het curriculum. Daarna volgt een onderzoek naar de manierwaarop, en de voorwaarden waaronder, reguliere leerkrachten in het PO een nieuwe plaats geven aankunst en cultuur in hun lessen. Tot slot volgt een onderzoek naar een visueel beoordelings-instrumentvoor de beeldende vakken.

Presentations of the Symposium

Cultuur in de SpiegelBarend van Heusden, Eelco van Es, Theisje van DorstenRUG, afd. Kunsten, Cultuur en MediaLeraren cultuuronderwijs in het PO en VO klagen over een chronisch gebrek aan duidelijkheid over deinhoud, de interne en externe samenhang en de aansluiting van cultuuronderwijs. Een gevolg hiervan isdat zij het gevoel hebben hun werk en vak(ken) voortdurend te moeten legitimeren. Ons onderzoekschept duidelijkheid over de inhoud van cultuuronderwijs, de plaats van cultuuronderwijs in het curriculumen de aansluiting ervan bij de cultuur en ontwikkeling van leerlingen. Het onderzoek heeft eenonderbouwde theorie van cultuur opgeleverd en kennis met betrekking tot de voor cultuuronderwijsrelevante ontwikkeling van leerlingen.

Dromen en drempels: een onderzoek naar het transformatieproces van reguliereleerkrachten in het programma Cultuureducatie met kwaliteit.Edwin van MeerkerkRadboud Universiteit NijmegenHet programma Cultuureducatie met kwaliteit heeft tot doel de deskundigheid van leerkrachten tebevorderen, leerlijnen en toetsvormen te ontwikkelen en de samenwerking met buitenschoolse partners teversterken. Hoe gaan leerkrachten om met deze ontwikkelingen? Wat wordt er van hun kennis,vaardigheid en professionele houding gevergd? Deze vragen staan centraal in het hier gepresenteerdeonderzoek, waarin het programma CMK Gelderland, met 21 deelprojecten, de afgelopen vier jaar isonderzocht. Voor dit etnografisch getinte onderzoek heeft een aantal leerkrachten een schooljaar lang eenlogboek bijgehouden rond projecten in het kader van het CMK-programma. Op basis hiervan en vaninterviews met kunstvakdocenten, collega leerkrachten en leerlingen is gekeken naar de succes- enfaalfactoren van dit proces.

Een instrument voor zelfbeoordeling bij de beeldende vakken in het voortgezetonderwijsTalita Groenendijk, Folkert Haanstra, Sanne KerstenAmsterdamse Hogeschool voor KunstenHoe kan een bruikbaar en valide instrument voor (zelf)beoordeling bij de beeldende vakken in hetvoortgezet onderwijs er uit zien? Er werd in samenwerking met experts uit verschillende Europese landeneen visuele rubric ontwikkeld. Dit instrument werd getest op scholen in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije enNederland. De docenten en de Nederlandse leerlingen werden uitgebreid geïnterviewd over het gebruikvan de rubric, hun begrip van de criteria en visie ten aanzien van de validiteit van het instrument.Leerlingen en docenten blijken de vorm van het instrument werkbaar te vinden en de criteria lijken valide.Echter, leerlingen blijken moeite te hebben met het begrijpen van bepaalde criteria. Een verbeterde versievan het instrument wordt voorgesteld.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

14 van 23 22/10/16 14:58

Page 16: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 HO (I): Percipiëren onderwijscontext universitaire docenten, evolutie vanstudentenpercepties,studentpercepties van groepsopdrachtenSession Chair: Karen M. Stegers-JagerPolak Y1-17

Studentpercepties van groepsopdrachten: de relatie van ontwerpkenmerken metinteractie, betrokkenheid en leeropbrengstenMiranda de Hei1, Wilfried Admiraal2, Ellen Sjoer1, Jan-Willem Strijbos3

1De Haagse Hogeschool, Netherlands, The; 2ICLON, Universiteit Leiden; 3Ludwig Maximilians UniversityMunichGroepsopdrachten vormen een belangrijk onderdeel van het pabocurriculum. De gewensteleeropbrengsten worden echter niet altijd behaald. In deze studie werd onderzocht wat de relatie is tussenpercepties van studenten van verschillende componenten van groepsopdrachten en hun ervarenleeropbrengsten. De deelnemers waren 290 studenten van zes verschillende pabo’s. Na afloop van eengroepsopdracht vulden de studenten een vragenlijst in. Studentpercepties van taakkenmerken engroepssamenstelling bleken gerelateerd aan de gepercipieerde leeropbrengsten in termen van kennis.Studentpercepties van taakkenmerken en begeleiding bleken gerelateerd aan de gepercipieerdeleeropbrengsten voor de ontwikkeling van vaardigheden als toekomstig leerkracht. Studentpercepties vande interactie tijdens de groepsopdracht medieerde de relatie tussen studentpercepties van degroepsopdracht en beide soorten leeropbrengsten. Studentbetrokkenheid medieerde alleen voorleeropbrengsten voor het toekomstig beroep.

De evolutie van studentenpercepties ten aanzien van anonimiteit in peer assessment:een interventiestudie in het hoger onderwijsTijs Rotsaert1, Tammy Schellens2

1Ghent University, Belgium; 2Ghent University, BelgiumIn het zoeken naar peer assessment settings waarin studenten minder negatieve effecten ervaren tengevolge van interpersoonlijke processen, wordt anonimiteit vaak naar voren geschoven als oplossing. Omdit thema verder uit te diepen, focust deze interventiestudie op het afbouwen van anonimiteit tijdens peerassessment sessies. Hierbij wordt anonimiteit als een katalysator gezien voor het toewerken naar eenauthentieke feedbacksetting. Zodoende tracht de studie inzicht te krijgen in het belang dat studentenhechten aan anonimiteit en hoe hun attitudes ten opzichte van peer assessment evolueren. De resultatengeven aan dat studenten significant minder belang hechten aan anonimiteit, nadat ze achtereenvolgenseen anonieme en niet-anonieme setting hebben ervaren. Bovendien heeft deze manipulatie geen negatiefeffect op hun algemene attitude tegenover peer assessment.

Hoe percipiëren universitaire docenten hun onderwijscontext? Een studie naar devaliditeit en betrouwbaarheid van een meetinstrumentAnn Stes, Peter Van PetegemUniversiteit Antwerpen, BelgiumProsser en Trigwell (1997) ontwikkelden de vragenlijst ‘Perception of the Teaching Environment’ (PTE). Inhuidige studie onderzoeken we de validiteit en betrouwbaarheid van een Nederlandstalige variant (39items, vierpunts Likertschaal). Hierin worden volgende zes concepten bevraagd: 1) gepercipieerdecontrole, 2) mate waarin men tevreden is over de grootte van de studentengroep, 3) wijze waarop menstudentkenmerken ervaart, 4) gepercipieerde departementale steun voor onderwijs, 5) gepercipieerdewerklast, en 6) wijze waarop het leiderschap wordt ervaren.De vragenlijst werd op vrijwillige basis uitgezet onder de docenten van de Universiteit Antwerpen. Aldusverzamelden we voor 120 docenten volledige data, die we gebruikten voor een confirmatieve analyse. Deresultaten onderschrijven de validiteit en betrouwbaarheid van onze Nederlandstalige variant van de PTE.

1:15pm - 2:45pmParallel 5 HO (II): Het effect van curriculum-herontwerp bij hbo verpleegkunde: positievebeïnvloeding van beeldvorming over de wijkverpleegkundige en verhogen van hetcompetentieniveauSession Chair: Margriet Van IerselPromotiecommissie: Prof. dr. Paul A Kirschner, Prof. dr. Rien de Vos, Prof. dr. Wilma Scholte op Reimer en Dr. CorineLatour. Mailadres: [email protected]

Polak Y3-14

Curriculum-herontwerp bij hbo-verpleegkunde: positievere beeldvorming over dewijkverpleegkundige en een hoger competentieniveauMargriet Van IerselHogeschool van Amsterdam, Netherlands, TheSamenvattingDe toename van thuiswonende complexe patiënten veroorzaakt een tekort op de arbeidsmarkt aanhbo-wijkverpleegkundigen. Studenten hbo-verpleegkunde oriënteren zich door negatieve beeldvormingechter beperkt op wijkverpleegkunde. Evidence-based curriculumherontwerp wordt ingezet om debeeldvorming over de wijkverpleegkunde te verbeteren en het competentieniveau bij studenten teverhogen, in de verwachting dat deze interventie de uitstroom naar dit werkveld vergroot. Centrale vragenin het gehele (promotie)onderzoek zijn of/hoe curriculum-herontwerp positieve beeldvorming bij studentenbevordert en beoogde ‘wijkverpleegkundige’ competenties vergroot. Het rondetafelgesprek wordt mede

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

15 van 23 22/10/16 14:58

Page 17: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

gevoerd vanuit informatie uit de eerste drie deelonderzoeken:1. Hoe is de beeldvorming van studenten hbo-verpleegkunde over de wijkverpleegkunde volgens dewetenschappelijke literatuur?2. Hoe kan deze beeldvorming worden gemeten?3. Hoe is deze beeldvorming bij beginnende propedeusestudenten verpleegkunde?

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 ICT & HO: Opleidingsbreed implementeren van blended learning, lesgevenaan volwassen cursisten in een blended omgeving en effecten simulatiegame in demedische onderwijspraktijkSession Chair: Pierre Gorissen

Van der Goot -Heidelberg

Opvattingen van lectoren over lesgeven aan volwassen cursisten met diverseonderwijsachtergronden in blended leeromgevingenRuth Boelens, Bram De WeverUniversiteit Gent, BelgiumHoewel vanuit onderzoeksliteratuur en onderwijsbeleid het belang van blended leren wordt benadrukt, iser nog weinig geweten over de wijze waarop leraren dit in hun onderwijspraktijk vormgeven en hoe zedaarbij rekening houden met diverse studentkenmerken. In deze studie werden 21 lectoren uit despecifieke lerarenopleiding in het volwassenenonderwijs geïnterviewd, met als doel het nagaan vanopvattingen van deze lectoren met betrekking tot de kenmerken van hun volwassen cursisten en hetontwerpen van blended leeromgevingen daarvoor. Uit de resultaten blijkt dat percepties met betrekking totkenmerken van cursisten vrij gelijklopend zijn over de lectoren heen, maar dat lectoren verschillendemanieren hanteren om te differentiëren. Daarnaast verschillen lectoren in hun visie op de rol van blendedleren binnen hun onderwijssetting.

De effecten van een simulatiegame op vaardigheden en motivatie bij studenten enartsen: het ‘expertise-reversal’ effect in de medische onderwijspraktijkMary E.W. Dankbaar1, Stephanie C.E. Schuit1, Jan L.C.M. van Saase1, Jeroen J.G. vanMerrienboer2

1Erasmus Medisch Centrum, the Netherlands; 2Maastricht University, Health, Medicine and Life Sciences,the NetherlandsSimulatiegames zijn veelbelovend om vaardigheden op een motiverende en efficiënte wijze te trainen. Zeworden steeds meer gebruikt maar er is nog weinig bekend over optimale ontwerpkeuzes in relatie tot huneffectiviteit(1,2). Met een simulatiegame voor de training van acute-zorgvaardigheden is onderzocht: 1.Wat de effectiviteit bij artsen is, en 2. wat het effect van meer/minder natuurgetrouwe patiëntcasuïstiek, inaanvulling op een e-module, op vaardigheden en motivatie van geneeskundestudenten is. De game leidtbij artsen tot betere klinische vaardigheden maar bij studenten, in vergelijking met de e-module, niet. Welvinden studenten de game motiverend. Deze resultaten duiden op een ‘expertise reversal effect’: Gameskunnen het leren ondersteunen indien de complexiteit van cases aansluit op het competentieniveau vande cursist.

Het opleidingsbreed implementeren van ‘blended learning’ project bij UniversiteitLeiden: een case study over meerdere jaren.Maartje Eva Damiate van den Bogaard, Floris van Blankenstein, Sonja WagenaarUniversiteit Leiden, Netherlands, TheDe Universiteit Leiden heeft tussen 2013 en 2016 bij drie opleidingen blended learning ingevoerd. Daarbijis gekozen om opleidingsdirecteuren een sleutelrol te geven, bij het kiezen van een passendeimplementatiestrategie en bij het vormgeven van blended learning in de opleiding. Er is lopende hetproject geevalueerd over hoe ict is ingebed in de opleiding, wat werkt en hoe er is geimplementeerd.Daarbij is data verzameld bij directeuren, icto-medewerkers, docenten, studenten en beleidsmakers. Dedocenten en studenten zijn in toenemende mate tevreden over blended learning, maar erkennen dat hetmoeilijk is om het echt effectief in te zetten. De strategie om opleidingsdirecteuren hetimplementatietraject zelf te laten vormgeven, lijkt ook effectief te zijn geweest voor de opleidingsbredeadoptie van blended learning.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&I (I): Ondersteunen van zelfregulatie: effecten op verwerven domein-specifieke vaardigheden en zelfregulatie vaardighedenSession Chair: Jeroen van MerrienboerReferent: Annemieke Elisabeth Smale-Jacobse

Van der Goot -Santander

Ondersteunen van zelfregulatie: Effecten op het verwerven van domein-specifiekevaardigheden en zelfregulatievaardighedenChair(s): Jeroen J. G. Van Merriënboer (Maastricht University, Open Universiteit), Annemieke E. Smale-Jacobse (Rijksuniversiteit Groningen)Zelfgestuurd leren is belangrijk op de middelbare school, maar ook daarbuiten. Aangezien dit moeilijk isvoor menig leerling, is het noodzakelijk om hen hierin ondersteuning te bieden. Tijdens dit symposiumwordt ingegaan op de vraag of ondersteuningstechnieken die effectief zijn gebleken om het leren vandomein-specifieke vaardigheden te ondersteunen, ook ingezet kunnen worden om

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

16 van 23 22/10/16 14:58

Page 18: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

zelfregulatievaardigheden te verbeteren, zoals het monitoren en evalueren van het eigen leerproces enhet bepalen van volgende studieactiviteiten. De technieken die aan bod zullen komen zijn: (1)modelvoorbeelden, waarin modelleerlingen laten zien hoe zij succesvol zelfregulatievaardighedenuitvoeren, (2) tutor ondersteuning, waarin leerlingen feedback en advies krijgen van een tutor over hunzelfregulatievaardigheden en (3) metacognitieve checklists met richtinggevende vragen die leerlingenkunnen gebruiken tijdens zelfregulatie.

Presentations of the Symposium

Het Effect van Videovoorbeelden op het Leren van Zelf-regulatievaardighedenSteven F. Raaijmakers1, Martine Baars2, Lydia Schaap3, Fred Paas4, Jeroen J. G. VanMerriënboer5, Tamara Van Gog61Universiteit Utrecht, 2Erasmus Universiteit Rotterdam, 3Avans Hogeschool, 4Erasmus UniversiteitRotterdam, University of Wollongong, 5Maastricht University, Open Universiteit, 6Universiteit Utrecht,Erasmus Universiteit RotterdamDeze studie richtte zich op het gebruik van videovoorbeelden voor het leren vanzelfregulatievaardigheden. In twee experimenten is het effect van videovoorbeelden op het leren vanzelfevaluatie- en taakselectievaardigheden bij middelbare scholieren onderzocht. Daarnaast is er gekekennaar het effect op domein-specifieke vaardigheden en de transfer van taakselectievaardigheden. Uit deresultaten blijkt dat leerlingen naast domein-specifieke vaardigheden ook taakselectievaardigheden lerenvan de videovoorbeelden. Nog belangrijker is echter dat de videovoorbeelden ook de transfer vantaakselectievaardigheden verbeteren.

Het Effect van Tutorondersteuning op Zelf-regulatievaardighedenMichelle L. Nugteren1, Halszka Jarodzka1, Liesbeth Kester2, Jeroen J. G. Van Merriënboer31Open Universiteit, 2Universiteit Utrecht, Open Universiteit, 3Maastricht University, Open UniversiteitDeze studie richtte zich op het gebruik van tutorondersteuning voor het aanleren vanzelf-regulatievaardigheden. In 3 experimenten zijn verschillende vormen van tutorondersteuning voor hetverkrijgen van zelfassessment-, taakselectie- en domein-specifieke vaardigheden bij middelbarescholieren getest. Daarnaast is ook gekeken naar de rol van motivatie bij het gebruik vantutorondersteuning. Uit de resultaten blijkt dat feedback en advies in kwantitatieve vorm minder effectief isdan in kwalitatieve vorm of geen feedback en advies. Daarnaast blijkt motivatie een significantevoorspeller te zijn voor het wel of niet opvolgen van tutoradvies.

Het Effect van Metacognitieve Checklists op Zelf-regulatievaardighedenJimmie Leppink1, Tamara Van Gog2, Liesbeth Kester3, Fred Paas4, Jeroen J. G. Van Merriënboer51Maastricht University, 2Universiteit Utrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, 3Universiteit Utrecht, OpenUniversiteit, 4Erasmus Universiteit Rotterdam, University of Wollongong, 5Maastricht University, OpenUniversiteitDeze studie richtte zich op het gebruik van metacognitieve checklists voor het aanleren vanzelfregulatievaardigheden onder middelbare scholieren (experimenten 1 en 2) en bachelorstudenten(experiment 3). Uit de resultaten blijkt dat het gebruik van metacognitieve prompts tijdens het leren deselectie van een volgende leertaak door de leerling nauwkeuriger kunnen maken (experimenten 1 en 3)en dit soort prompts in combinatie met instructie voorafgaand aan de leerfase het leren kunnenbevorderen (experiment 2).

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (II): Wederzijdse afhankelijkheid in samenwerking tussen docenten opdifferentiatie in de klas en Interacties tussen docenten in professionele leeromgevingenSession Chair: Helena J. M. Pennings

Van der Goot -Franeker

Effecten van wederzijdse afhankelijkheid in samenwerking tussen docenten opdifferentiatie in de klas op basis van cognitieve verschillen tussen leerlingen.Loes de Jong, Jacobiene Meirink, Wilfried AdmiraalLeiden University Graduate School of TeachingOndanks de groeiende kennisbasis rondom professionele leergemeenschappen (PLGs) is er slechtsbeperkte kennis voorhanden over de effecten van PLGs op de onderwijspraktijk van docenten. Hetonderhavige project onderzoekt de effecten van PLGs op de wijze waarop docenten differentiëren in deklas. Drie typen leergemeenschappen worden onderzocht die variëren op een dimensie van wederzijdseafhankelijkheid. Docenten in deze drie typen werken samen aan het omgaan met cognitieve verschillentussen leerlingen. In dit rondetafelgesprek wordt ingegaan op de conceptualisatie van een PLG (wanneerkunnen we spreken van een PLG?) en het experimentele karakter van het onderzoek (in hoeverre kunnenverschillende vormen van PLGs vooraf ingekaderd worden zonder een inbreuk te doen op het natuurlijkeverloop binnen een PLG?).

Interacties tussen docenten in Professionele LeerGemeenschappenHelena J. M. Pennings, Marieke Thurlings, Perry den BrokTechnische Universiteit Eindhoven, Netherlands, The

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

17 van 23 22/10/16 14:58

Page 19: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Professionele Leergemeenschappen (PLGs) worden veelvuldig ingezet om docenten samen te latenwerken aan professionele ontwikkeling. PLGs zijn voornamelijk gericht op het oplossen van problemen diedocenten tegen komen in de dagelijkse lespraktijk. Er is onderzoek gedaan naar de effecten van PLGs opverbeteren van de lespraktijk en leeropbrengsten van leerlingen. De ene PLG is succesvoller dan deandere PLG. Het zou kunnen dat de communicatieprocessen tijdens de PLG bijeenkomsten hierin eenbelangrijke rol spelen. Naar deze communicatieprocessen is echter nog weinig onderzoek gedaan. Metdeze studie zoomen we met microgenetische analyse in op de interacties tussen docenten tijdens PLGbijeenkomsten.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (III): Onderwijsonderzoek met en door docenten in de onderwijspraktijk:condities voor succesVan der Goot -

Rochester

Onderwijsonderzoek met en door docenten in de onderwijspraktijk: condities voorsuccesChair(s): Larike Bronkhorst (Universiteit Utrecht), Marjan Vermeulen (Open Universiteit)Onderwijsonderzoek met en door docenten in de onderwijspraktijk wordt gezien als een antwoord opaansluitingsproblemen tussen onderwijsonderzoek- en praktijk. Dergelijk onderzoek kan in potentiebijdragen aan professionalisering van docenten, schoolontwikkeling en ontwikkeling van nieuwe kennis.Echter, deze potentie wordt lang niet altijd gerealiseerd. Het doel van dit symposium is om meer zicht tekrijgen op condities van onderzoek met en door docenten om deze potentie te realiseren. Daartoe wordencondities voor succes van onderzoek met en door docenten in de onderwijspraktijk vanuit verschillendeperspectieven benaderd: (1) condities binnen de school, (2) persoonlijke en contextuele condities vandocentonderzoekers, (3) condities voor samenwerkingsprojecten tussen onderzoekers en scholen, en (4)condities waaraan onderzoek moet voldoen.

Presentations of the Symposium

Waarde van onderzoek in academische opleidingsscholenAnje Ros1, Miranda Timmermans2, Janneke van der Steen31Fontys Hogescholen, 2Pabo Avans Hogeschool, 3Hogeschool van Arnhem en NijmegenAcademische opleidingsscholen (AOS-en) beogen twee doelen met praktijkonderzoek door leraren:professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling. Uit de literatuur blijkt dat met name het leveren van eenbijdrage aan schoolontwikkeling via praktijkonderzoek niet eenvoudig is (Berger, Boles & Troen, 2005;Oolbekkink, van der Steen & Nijveldt, 2014). In deze studie hebben we bij alle 33 AOS-en in Nederlandonderzocht op welke wijze zij schoolontwikkeling door onderzoek realiseren, welke resultaten ze geboekthebben en wat succes- en faalfactoren zijn. Uit de eerste voorlopige resultaten blijkt dat het realiseren vaneen onderzoekende houding en een onderzoekscultuur belangrijke doelen zijn. De wijze waarop hetonderzoek wordt georganiseerd is divers. Kennisdeling en –uitwisseling zijn belangrijke componenten diezorgen voor bijdragen aan schoolontwikkeling.

Ervaren professionele ruimte binnen de promotiebeurs voor lerarenHelma Oolbekkink-Marchand, Han LeeferinkRadboud UniversiteitDe promotiebeurs biedt leraren professionele ruimte zich te professionaliseren en bij te dragen aanschoolontwikkeling. In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre leraren met een promotiebeurs dezeprofessionele ruimte ook ervaren en benutten. Daartoe zijn 20 VO docenten met een promotiebeursgeïnterviewd over hun ervaren en benutte professionele ruimte en de factoren die daarop van invloed zijn.Ook hebben deze docenten gedurende een schooljaar 3 keer een digitaal logboek ingevuld. De eersteresultaten laten zien dat leraren sterk variëren in het benutten van professionele ruimte voor professioneleontwikkeling en schoolontwikkeling. Bepalende factoren daarvoor lijken het type onderzoek dat lerarenuitvoeren, de professionele geschiedenis van leraren, en de leercultuur in de school.

Onderwijsonderzoek dat bijdraagt aan schoolontwikkelingWouter Schenke1, Monique Volman2, Jan van Driel3, Femke Geijsel21Kohnstamm Instituut UvA, 2Universiteit van Amsterdam, 3Universiteit LeidenEen terugkerende discussie in het onderwijsveld is hoe er verbindingen gelegd kunnen worden tussenonderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Met deze notie in het achterhoofd zijn negentien ontwikkel- enonderzoeksprojecten in vo-scholen onderzocht. In deze O&O-projecten werkten docenten enschoolleiders samen met praktijkgerichte onderzoekers. Het onderzoeksdoel was boven tafel krijgenwelke voorwaarden in deze O&O-projecten bijdroegen aan het gebruiken van inzichten uit onderzoek bijbeslissingen over schoolontwikkeling. De resultaten laten zien dat het essentieel is dat projectbetrokkenenmet elkaar in discussie gaan over onderzoeksresultaten tijdens bijeenkomsten in school en reflecteren opde betekenis ervan voor de schoolpraktijk. Aanvullende voorwaarde is duidelijke afspraken te maken overtaakverdeling en communicatie vanaf de start van een O&O-project, zodat samenwerking leidt tot hetbereiken van projectdoelen.

Kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderwijsonderzoek vanuit het perspectief van deonderwijspraktijk

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

18 van 23 22/10/16 14:58

Page 20: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Suzanne Groothuijsen, Larike Bronkhorst, Gjalt Prins, Wilmad KuiperUniversiteit UtrechtPraktijkgericht onderwijsonderzoek is gericht op bijdragen aan de wetenschappelijke kennisbasis enpraktijkverbetering en tracht daarmee zowel onderwijsonderzoekers als docenten te bedienen.Kwaliteitscriteria voor dit type onderzoek zijn tot nu toe voornamelijk gebaseerd op de denkbeelden vanonderzoekers; denkbeelden van docenten ontbreken. Echter, wil praktijkgericht onderzoek de aansluitingtussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk verbeteren, dan kan beargumenteerd worden dat ook hetpraktijkperspectief van docenten meegenomen moet worden bij het vaststellen van kwaliteitscriteria. Hetdoel van dit onderzoek is het in kaart brengen van kwaliteitscriteria voor praktijkgerichtonderwijsonderzoek vanuit het perspectief van de onderwijspraktijk. Voorlopige resultaten laten zien datdocenten vergelijkbare criteria hanteren als onderzoekers, maar verschillen wat betreft prioritering eninvulling van de criteria.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (IV): Lesson Study als professionaliseringsbenadering in de NederlandsecontextSession Chair: Jacobiene MeirinkPolak Y1-07

Lesson Study als professionaliseringsbenadering in de Nederlandse contextChair(s): Siebrich de Vries (Rijksuniversiteit Groningen)In dit symposium staat Lesson Study (LS) centraal als een relatief nieuwe benadering voor professioneleontwikkeling van docenten in Nederland. Hoewel de werkzaamheid van LS al ruim 15 jaar object vanstudie is, - waarbij de conclusie meestal luidt dat LS een krachtige aanpak is voor leraren om hunlespraktijk te verbeteren -, is dit onderzoek vooral kleinschalig, op zelfrapportages gebaseerd, en heeft hetvrijwel altijd betrekking op niet-Nederlandse contexten. Doel van dit symposium als vervolg op dat vanvorig jaar is om aan de hand van vier onderzoeken in Nederland, elk met een eigen focus en methodeinzicht te krijgen in de mogelijkheden en waarde van LS voor de Nederlandse context.

Presentations of the Symposium

De bijdrage van Lesson Study aan de activerende en cognitief uitdagendewiskundedocentGerrit Roorda, Siebrich de VriesRijksuniversiteit GroningenVeel docenten, in het bijzonder (gevorderde) beginners, vinden het moeilijk om leerlingen te activeren encognitief uit te dagen. In het kader van een professionele leergemeenschap voor wiskundedocentenhebben we onderzocht welke invloed het werken in een LS-team heeft op de mate waarin de docent deleerlingen activeert en cognitief uitdaagt. In deze studie beschrijven we een multiple case study, waarvoorwe data hebben verzameld via interviews, vragenlijsten, en pre- en post-LS- observaties inwiskundelessen. Uit de resultaten blijkt dat er zelfgerapporteerde leereffecten zijn die ook in observatieszichtbaar zijn. Hoewel de geobserveerde lessen wel wat actiever worden, zijn en blijven ze weinigcognitief uitdagend. 

Meten van adaptive expertise in de context van Lesson StudyFelix van Vugt1, Rosanne Zwart1, Jan van Tartwijk1, Peter Sloep21Universiteit Utrecht, 2Open UniversiteitIn deze studie zijn we geïnteresseerd in de ontwikkeling van Adaptieve Expertise (AE) bij beginnendedocenten in een LS-context. AE wordt gezien als een gouden standaard voor levenslang leren. LS lijkteen geschikte strategie om ontwikkeling van AE bij beginnende docenten te bevorderen. Data die wegebruiken voor het in kaart brengen van de ontwikkeling (pretest-posttest) en het leggen van de relatiemet de kenmerken van LS zijn een think-aloud-protocol, vragenlijsten en videodata van deLS-bijeenkomsten. Voorlopige resultaten laten zien dat de deelnemende docenten in beperkte matecognitieve processen laten zien die kenmerkend zijn voor AE. Verder valt op dat de focus op het leren vanleerlingen een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van AE. 

Lesson Study: leren van leerlingen met telproblemenNellie Verhoef, Tom CoenenUniversiteit TwenteIn deze studie professionaliseren docenten zich door middel van LS – leren van leerlingen mettelproblemen. De dataverzameling bestond uit field notes van observaties van case-leerlingen, en video-opnames van de voorbereidingen en de nabesprekingen. De analyse vond plaats door de activiteiten vanleerlingen te categoriseren. De live observaties confronteren docenten met hóe leerlingen activiteitenuitvoeren. Het blijkt dat leerlingen telproblemen effectief leren aanpakken door zich in situaties in te levenen zelf schematiseren.

Lesson Study: leeropbrengsten en voorwaarden voor succesvolle implementatie enuitvoeringTijmen Schipper1, Anita Emans1, Sui Lin Goei1, Siebrich de Vries2

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

19 van 23 22/10/16 14:58

Page 21: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

1Hogeschool Windesheim, 2Rijksuniversiteit GroningenCentraal in deze studie staat de invloed van LS op het professioneel leren van docenten, en welkefactoren bevorderend en belemmerend zijn voor succesvolle implementatie van LS. Semi-gestructureerdeinterviews zijn afgenomen bij 22 vo-docenten die minimaal een jaar met LS hebben gewerkt. Deinterviews zijn enerzijds geanalyseerd op leeropbrengsten en anderzijds op faciliterende enbelemmerende factoren. Het blijkt dat docenten zich meer bewust worden van de onderwijsbehoeften vanleerlingen en dat ze hun handelen hier meer op af proberen te stemmen. Een groot deel vindt zichzelf nahet werken met deze methode een betere docent. Goede begeleiding en facilitering blijken belangrijkevoorwaarden.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (V): Is één lesbezoek voldoende? Schoolcijfers, een tweede natuurSession Chair: Douwe BeijaardPolak Y1-08

Schoolcijfers, een tweede natuur. Effecten van een training datagestuurd werkenWillem de Vos1, Paul van Wensveen2, Denise van Schelven1

1Hogeschool Rotterdam, Netherlands, The; 2Risbo. Erasmus Universiteit RotterdamHet programma Schoolcijfers is gericht op het ontwikkelen en trainen van opbrengstgericht endatagestuurd werken en het handelingsrepertoire van leraren in het basisonderwijs. In eeneffectonderzoek is de volgende probleemstelling onderzocht: ‘Heeft de training datagestuurd werkeneffect op het handelingsrepertoire en het datagebruik van leerkrachten in het basisonderwijs?’. Deontwikkeling van een experimentele- en een controlegroep leerkrachten, die bij aanvang van hetonderzoek zoveel mogelijk aan elkaar gelijk waren, is gedurende 1 ½ jaar met elkaar vergeleken. Uit deresultaten blijkt dat de training Datagestuurd werken effect heeft. Het schoolleiderschap, desamenwerking en attitude, kennis, vaardigheden en doelmatigheidsbeleving van leerkrachten wordenpositief beïnvloed door de training. Het effect van het handelingsrepertoire op drie vormen vandatagebruik (verantwoording, schoolverbetering en instructie) is minder zichtbaar en ambigue.

Is één lesbezoek voldoende? Een studie naar de betrouwbaarheid van lesobservatieRikkert Martijn Van Der Lans, Wim Van De Grift, Klaas Van Veen, Marjon Fokkens-Bruinsma1 Leraenopleiding RUGOm de kwaliteit van onderwijs te verbeteren willen scholen het functioneren van docenten in kaartbrengen. Eén van de methodes die scholen hiervoor toepassen zijn lesobservaties. Deze methode isechter niet zonder problemen. Het is duidelijk dat één lesobservatie niet meer is dan een momentopname,maar het is onduidelijk hoeveel lesbezoeken er dan wel nodig zijn. In dit onderzoek bestuderen wedaarom hoe de betrouwbaarheid toeneemt bij een toenemend aantal lesbezoeken. De lesbezoekenwerden uitgevoerd door telkens andere (getrainde) collegadocenten. Uit de resultaten blijkt dat 3lesobservaties door 3 collega’s nodig zijn om met acceptabele betrouwbaarheid advies te geven oververdere ontwikkelingsmogelijkheden, maar dat >10 lesbezoeken nodig zijn om met acceptabelebetrouwbaarheid summatieve besluiten te nemen over het functioneren.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (VI): Veranderingen in professioneel taalgebruik, effecten vanmasteropleiding op leraren en vraag en aanbod van masteropleidingen voor leraren voPolak Y2-16

Effecten van een masteropleiding op leraren en hun omgevingHenk Sligte1, Marco Snoek2, Arjan Heyma3

1Kohnstamm Instituut; 2Hogeschool van Amsterdam; 3SEO economisch onderzoekIn toenemende mate volgen leraren een masteropleiding, deels vanwege stimuleringsmaatregelen vanuitde overheid. In een langlopend onderzoek met centrale onderzoeksvraag 'Wat zijn de effecten van hetvolgen van een masteropleiding op leraren en hun omgeving en welke verklaringen zijn er voor het al ofniet optreden van die effecten?' is met behulp van vragenlijsten een nulmeting en een tussenmetingverricht met een groot aantal (mogelijke) effecten als resultaat, en zijn focusgroepen gehouden omverklaringen voor deze effecten te verkennen. Inmiddels zijn twee rapporten beschikbaar. In depaperpresentatie schetsen we de gecombineerde aanpak van kwantitatieve effectevaluatie en verklarendeevaluatie, presenteren de uitkomsten van elk van de twee typen evaluatie, en hun gecombineerderesultaten.

Veranderingen in professioneel taalgebruik in de klas als mogelijke indicator van groeivan de beroepsvaardigheidGosse RomkesHogeschool Rotterdam, Netherlands, TheHet betreft een promotie-onderzoek naar de inhoud en het verloop van het leerproces ‘Leren lesgeven’ bijstudenten uit de tweedegraads lerarenopleidingen. In de bijdrage worden de uitkomsten vandeelonderzoek I gepresenteerd. Dat is een cross-sectionele analyse van verschillen in taalgebruik tussen1ste en 4de jaars aan het einde van hun stageperiode. De contrastanalyse is gebaseerd op eenvergelijking van lesepisodes (LE) en klassediscoursevents (KDE). In het onderzoek worden 11verschillende lesepisodes en 24 verschillende klasse-events van elkaar onderscheiden. De hoofdvraagdie beantwoord wordt is waarin 1ste en 4de jaars van elkaar verschillen in hun taalgebruik in de klas

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

20 van 23 22/10/16 14:58

Page 22: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

m.b.t. LE's en KDE's. De verschillen in vormen en inrichting, inhoud en formele kenmerken tussen LE's enKDE's wordt inzichtelijk gemaakt.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L (VII): Professionalisering en goed leraarschapPolak Y1-23

De relatie tussen leraar- en vakgroepkenmerken voor de professionele ontwikkeling vanleraren in secundaire scholen.Jasja Valckx, Geert Devos, Ruben VanderlindeGhent University, BelgiumDe professionele ontwikkeling van leraren is belangrijk voor de kwaliteit van onderwijs. De huidige ideeënover professionele ontwikkeling van leraren worden gekenmerkt door een verschuiving van het aanbiedenvan traditionele professionaliseringsprogramma’s naar werkplekleren in een professioneleleergemeenschap (PLG). In deze studie wordt de relatie tussen leraar- en vakgroepkenmerken en deprofessionele ontwikkeling van leraren secundair onderwijs onderzocht. Semi-gestructureerde interviews(n=40) met leraren wiskunde, Frans en PAV, vakgroepvoorzitters en schoolleiders vonden plaats. Eenvergelijkende analyse van vier hoogscorende en vier laagscorende vakgroepen als PLG werd uitgevoerd.De resultaten tonen dat zowel schoolleiderschap als vakgroepleiderschap, samenwerking in de vakgroep,het beleid rond samenwerking in de school en de doelmatigheidsbeleving van leraren een samenhangvertonen met de professionele ontwikkeling van leraren binnen PLGs.

Ontwerpen van effectieve professionalisering in het MBOAlbert Zeggelaar, Marjan Vermeulen, Wim JochemsROC van AMsterdam, Netherlands, The1.0 Samenvatting (max 120 woorden)De effectiviteit van professionaliseringsactiviteiten voor docenten blijkt nog vaak beperkt. Onder anderdoor incoherentie tussen de doelen van onderwijs, de professionaliteit van de docent en onderwijsbeleid.Om dit te verbeteren is er meer inzicht nodig in de eigenschappen die de effectiviteit vandocentprofessionalisering kan verhogen. Een uitgevoerde reviewstudie resulteerde in een lijst van 14ontwerpeisen waarvan het gebruik in een specifiek professionaliseringsprogramma beoordeeld werd doorexperts. De ontwerpeisen bleken toepasbaar op het programma. In het algemeen ondersteunt onze lijstvan ontwerpvereisten ontwerpers, ontwikkelaar en trainers van professionaliseringsprogramma’s. Het isook gebleken dat het functioneren van ontwerpvereisten afhankelijk is van het trainingsmateriaal en/of detrainer en/of de organisatie.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 L&L(VIII): Vakdidactische kennisontwikkeling van docentenSession Chair: Erica BouwSession Chair: Hanneke TuithofVan der Goot -

Montréal

De vakdidactische kennisontwikkeling van ervaren docenten in eencurriculumvernieuwingHanneke Tuithof1, Larike Bronkhorst2, Leen Dorsman1, Jan van Tartwijk2

1Faculteit Geesteswetenschappen UU The Netherlands; 2Faculteit Sociale Wetenschappen UU TheNetherlandsDit promotieproject gaat over de vakdidactische kennisontwikkeling van Nederlandse ervarengeschiedenisdocenten in de context van een curriculumvernieuwing. Na het ontwikkelen van eenframework voor vakdidactisch kennis, het reviewen van literatuur en het verzamelen van data, zijn we dekennisontwikkeling van de docenten aan het analyseren. We gebruiken daarbij het concept PedagogicalContent Knowledge (PCK) en 5 PCK-elementen. De docenten zijn drie keer geïnterviewd, hebbenvragenlijsten ingevuld, eigen didactische producten ingeleverd en een taak met examenvragen gedaan.We willen in kaart brengen hoe de vakdidactische kennis van deze ervaren docenten onder invloed vande curriculumvernieuwing verandert en bijgesteld wordt. In dit rondetafelgesprek willen we van gedachtenwisselen over hoe de vakdidactische kennis verandert en welke factoren daarbij een rol kunnen spelen.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 M&E (I): Toegepaste psychometrie in digitale leeromgevingen en multimedialetoetsenSession Chair: Theo J.H.M. EggenPolak Y3-09

Toegepaste psychometrie in digitale leeromgevingen en multimediale toetsenChair(s): Theo J.H.M. Eggen (RCEC/Cito/University of Twente), Desiree Joosten Ten Brinke (ou),Anton Béguin (cito)Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk dat toetsen steeds beter kunnen worden gebruikt voormeerdere onderwijs- en toetsdoelen. Traditionele summatieve toetsen kunnen in een computeromgevingniet alleen op een veel rijkere manier, maar ook optimaal geïndividualiseerd worden afgenomen.Daarnaast zijn in het digitale tijdperk de mogelijkheden en behoeften voor toetsing ter ondersteuning vanhet leerproces, formatief toetsen, enorm toegenomen. Vooral in digitale gepersonaliseerdeleeromgevingen is de behoefte aan betrouwbare informatie groot. Voor de toetsing in deze omgevingen

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

21 van 23 22/10/16 14:58

Page 23: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

geeft de traditionele psychometrische aanpak geen oplossing.In het symposium zal ingegaan worden op de toepassing van itemresponstheorie en Bayesiaansenetwerken in multimediale toetsen en digitale leeromgevingen die zowel summatief als formatief gebruiktworden.

Presentations of the Symposium

Het scoren en psychometrisch modelleren van interactieve multimedialepraktijkgerichte computerexamen responses in een Bayesiaans NetwerkSebastiaan De Klerk1, Bernard Veldkamp2, Theo Eggen31RCEC/Explain, 2RCEC/University, 3RCEC/Cito/UniversityEen systematische literatuur review van de auteurs (2014) toont aan hoe interactieve en complexeresponses van kandidaten in multimediale praktijkgerichte computerexamens (MPCE) gescoord enpsychometrisch gemodelleerd kunnen worden. Een MPCE is een simulatie assessment waarinkandidaten, aan de hand van verschillende vormen multimedia en interactiviteit, (onderdelen van) eenberoep kunnen uitoefenen. Een belangrijke bevinding van de review was dat een specifiekpsychometrisch model, het Bayesiaanse Netwerk (BN), eigenschappen heeft die goed van pas komenvoor de analyse van de complexe data die voortvloeit uit dit type assessment. In een vervolgstap hebbende auteurs (2016) zelf een MPCE ontwikkeld, en de data die door 57 kandidaten is geproduceerdgeanalyseerd aan de hand van een BN.

Bayesiaanse Netwerken in gepersonaliseerde en adaptieve leeromgevingenNikky Van Buuren1, Hendrik Straat1, Theo Eggen21RCEC/Cito, 2RCEC/Cito/University of TwenteGepersonaliseerd leren wordt gedefinieerd als een methode die individuele leerdoelen, interesses ensterktes en zwaktes van leerlingen in kaart kan brengen en met deze informatie een aan het individuaangepaste leerervaring kan aanbieden. In veel disciplines zijn Bayesiaanse netwerken succesvoltoegepast. In dit onderzoek worden de mogelijkheden van Bayesiaanse netwerken belicht voor gebruikvan deze methode in gepersonaliseerd leren. Construeren van Bayesiaanse Netwerken voorgepersonaliseerd leren hebben een groot aantal nog niet onderzochte aspecten. Of in de specificatieinhoudelijke expert kennis van het vakgebied of gegevens van personen worden gebruikt is hier eenvoorbeeld van. De toepasbaarheid van de combinatie van deze twee elementen in netwerken isonderzocht. De resultaten worden beschreven en toegelicht aan de hand van een voorbeeld.

Computergestuurde adaptieve formatieve toetsing in de LIBE online leeromgevingMaaike C. Heitink, Bernard P. VeldkampRCEC/Universiteit TwenteIn het LIBE project wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een online leeromgeving waarmee leerlingende verwerking van informatievaardigheden kunnen verbeteren. Deze bijdrage gaat over het gebruik vanformatief toetsing in een leeromgeving voor gecijferdheid waarin leertaken worden afgestemd op hetniveau van de studenten. Bij het toetsen kunnen leerlingen hints en feedback gebruiken om taken uit tevoeren. Het gebruik van daarvan zal het responsgedrag beïnvloeden. Daarom is, voor een nauwkeurigevaardigheidsschatting, een IRT model gebruikt waarin met het gebruik van deze feedback en hintsrekening wordt gehouden. De leermodules zijn onderzocht met 900 studenten uit Italië, Portugal enNoorwegen. De resultaten van de pilot werden geanalyseerd met een Partial Credit Model; de implicatiesvan het model worden besproken.

1:15pm - 2:45pm Parallel 5 O&S (I): Smartphone-app bij ouderbetrokkenheid en huiswerkgedrag,bevorderen morele reclamewijsheid en meertaligheid en lagere slagingskansenSession Chair: Louise ElffersPolak Y1-10

Ouderbetrokkenheid en het huiswerkgedrag van leerlingen: maakt een smartphone-apphet verschil?Joris Ghysels, Carla HaelermansUniversiteit MaastrichtDit onderzoek bestudeert de band tussen de betrokkenheid van ouders en het oefengedrag van hun kinden bekijkt in het bijzonder of een bijkomende stimulans ouders tot een grotere betrokkenheid brengt enleerlingen daardoor vervolgens meer tijd besteden aan hun huiswerk. De data hebben betrekking op eenexperiment bij meer dan 2000 leerlingen op twee scholen uit het voortgezet onderwijs, aangevuld metbijkomende enquêtegegevens van ouders en leerlingen. De geëvalueerde interventie betreft eensmartphone-app die ouders informatie geeft over het gebruik van een ITS (“Intelligent Tutoring System”)voor rekenen en taal.De resultaten wijzen op een statistisch significante stijging van het oefengedrag van de leerlingen tengevolge van het gebruik van de smartphone-app door ouders.

Het bevorderen van morele reclamewijsheid bij jongeren: Een interventiestudie in hetsecundair onderwijsBritt Adams, Tammy Schellens, Martin Valcke

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

22 van 23 22/10/16 14:58

Page 24: Vrije Universiteit Brussel Meertalige ... - Research Explorer€¦ · ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen Date: Friday, 27/May/2016 9:00am - 10:30am Parallel 4 B&O (I): Onderzoeksdesigns

Ghent University, BelgiumDoor de opkomst van nieuwe reclamevormen die overigens moeilijker te herkennen zijn, wordt gesteld datde reclamewijsheid van minderjarigen, ook binnen het onderwijs, extra gestimuleerd moet worden.Hoewel bestaand lesmateriaal veelal focust op het cognitieve aspect, staat in deze studie morelereclamewijsheid centraal. In een verkennende interventiestudie binnen het secundair onderwijs (negenklassen) schreven leerlingen (n = 136) een zakelijke brief naar de Jury voor Ethische Praktijken inzakeReclame over een omstreden reclameboodschap. Via tablets, zochten leerlingen in conditie 1 tijdens deles naar een omstreden reclameboodschap. In conditie 2 (lessenreeks op papier) kozen de leerlingen éénvan de in het lesmateriaal opgenomen reclameboodschappen. Voorlopige resultaten tonen dat leerlingenvooral seksueel getinte en aan schoonheidsideaal gerelateerde reclameboodschappen als onverantwoordbeschouwen.

Meertalige leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs: ondanks gelijketaalvaardigheid lagere slaagkansenEls Consuegra1, Esli Struys2, Lilith Van Biesen2, Jill Surmont21Vakgroep Educatiewetenschappen, Vrije Universiteit Brussel, België; 2Centrum voor Linguïstiek, VrijeUniversiteit Brussel, BelgiëMeertalige leerlingen die thuis weinig of niet de instructietaal spreken (in Vlaanderen en Nederland hetNederlands) blijken minder succesvol te zijn op school. Vaak wordt gesteld dat dit het gevolg is van eenlagere taalvaardigheid in de instructietaal. De relatie tussen blootstelling en vaardigheid in een taal isechter nog niet vaak bestudeerd en deze studie gaat na of zittenblijven inderdaad verklaard wordt doortaalvaardigheid enerzijds of eerder door taalgebruik, socio-economische status, gender enmigratieachtergrond anderzijds. Surveydata en scores op gestandaardiseerde taalvaardigheidstoetsenvan 6380 leerlingen uit het eerste jaar secundair onderwijs werden geanalyseerd en tonen aan dat niettaalvaardigheid (p=.252) maar taalgebruik en migratieachtergrond de voorspellers zijn van zittenblijven.Deze resultaten stellen de relatie tussen taalgebruik en taalvaardigheid in vraag.

ORD 2016 – Onderwijs Research Dagen - ConfTool Pro Printout https://www.conftool.pro/ord2016/index.php?page=browseSe...

23 van 23 22/10/16 14:58