Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

68
1 Vrede, alle Goeds 1360km van Vézelay naar Assisi in 39 dagen (/6 weken)

Transcript of Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

Page 1: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

1

Vrede, alle Goeds

1360km van Vézelay naar Assisi in 39 dagen (/6 weken)

Page 2: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

2

Voorwoord Na Santiago in 2012 en Rome in 2014 weet ik het zeker. Pelgrim zijn, is een levenslijn in mijn bestaan. Het laat niet los en wat ik geleerd heb, moet steeds ververst, aangewakkerd worden om niet stil uitgeblust te raken. Een pelgrimsroute lopen, het lange gaan, eenzaam en alleen, overdenken en wikken. Dat is wat mij trekt. Maar wat mij niet trekt is gaan over bekende wegen. Met mijn naam, Vincentius Franciscus Maria, heb ik eigenlijk altijd enige affiniteit gehad met Franciscus van Assisi. En met de verkiezing van de nieuwe Paus, is ook de aandacht voor Assisi weer toegenomen. Vorig jaar vroeg een klein bericht op de site van de vereniging (pelgrimswegen) aandacht voor de pelgrimsroute vanaf Vézelay (ook al zo’n historisch spiritueel rijke plaats) naar Assisi. Ik hoefde er niet lang over na te denken of ik deze uitdaging aan zou gaan. Want een uitdaging is het. In 2015 hebben welgeteld 167 man de route afgelegd. Ook al zijn er dit jaar meer te verwachten, elk jaar weer meer, dan nog is dit een stille, nieuwe route. Volgens de berichten zou het een fysiek zware route zijn en het zou lastig zijn onderkomens te vinden. Dat appelleert aan mijn geest. Pelgrim, avonturier, kloosterling zijn, zoekend op weg. Dit dagboek is een dagboek zoals naar Santiago en Rome. Een verslag van stappen zetten, een zoektocht, een retraite, een vinden. Het verslag is een verslag van mijn route en gedachten, mijmeringen. Het is een vrijwel letterlijk verslag van mijn (papieren) dagboekje dat ik onderweg bijgehouden heb. En weer terug, wat blijft me dan het meeste bij? De engelen onderweg, ik mocht er velen ontmoeten, ontroerend, inspirerend. Assise zelf waar de geest van Franciscus nog steeds rondwaart. Almere, augustus 2016

Misschien is het handig aan te geven wie ik ben. Ik ben Vincent Oomen (1957), getrouwd met Co, en samen hebben we twee kinderen Marianne (1992) en Wim (1994). Ik woon in Almere, werk als automatiseerder bij een Verzekeringsmaatschappij in Amsterdam. We zijn actief in de RK kerk van Almere Haven. In 2012 ben ik naar Santiago gelopen om mijn stuwmeer aan vakantiedagen op te maken. Dat was zoveel, dat ik in 2014 wederom op pad kon gaan, nu naar Rome. Beiden tochten „kleven aan mij”, en zijn een inspiratiebron geworden.

Page 3: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

3

Inhoud

Voorwoord 2

Eerst wat achtergrond 4 De tijdgeest ..................................................................................................................................... 4 Franciscus van Assise .................................................................................................................... 4 Chemin d’ Assise ............................................................................................................................ 6 Alternatieven binnen de Chemin d’ Assise ..................................................................................... 6 Pelgrimswegen ............................................................................................................................... 7

Frankrijk Vertrouw, begin, ga door 10

28.05.2016 ( 0 km dag 0/ 0km) Vézelay ................................................................................. 10 29.05.2016 (31 km dag 1/ 31km) Vézelay - Marigny l’Eglise .................................................... 11 30.05.2016 (40 km dag 2/ 71km) Marigny l’Eglise – Lac du Setton ......................................... 12 31.05.2016 (37 km dag 3/ 108km) Lac du Setton – St.Léger sous Beuvray .............................. 13 01.06.2016 (35 km dag 4/ 143km) St.Léger sous Beuvray – Montchanin .................................. 15 02.06.2016 (27 km dag 5/ 170km) Montchanin – Burnand ......................................................... 16 03.06.2016 (30 km dag 6/ 200km) Burnand – Cluny .................................................................. 17 04.06.2016 (29 km dag 7/ 229km) Cluny – Tramayes ................................................................ 19 05.06.2016 (24 km dag 8/ 253km) Tramayes – Beaujeu ............................................................ 20 06.06.2016 (36 km dag 9/ 289km) Beaujeu – Villefranche sur Saône ....................................... 22 07.06.2016 (44 km dag 10/ 333km) Villefranche sur Saône – Bourg St.Christophe .................... 23 08.06.2016 (22 km dag 11/ 355km) Bourg St.Christophe – St.Sorlin en Bugey ......................... 25 09.06.2016 (31 km dag 12/ 386km) St.Sorlin en Bugey – Innimond ............................................ 26 10.06.2016 (42 km dag 13/ 428km) Innimond – St.Maurice de Rotherens .................................. 27 11.06.2016 (34 km dag 14/ 462km) St.Maurice de Rotherens – Les Échelles ............................ 29 12.06.2016 (34 km dag 15/ 496km) Les Échelles – St.Pierre de Chartreuse .............................. 30 13.06.2016 (30 km dag 16/ 526km) St.Pierre de Chartreuse – Laval .......................................... 31 14.06.2016 (16 km dag 17/ 542km) Laval – Rivier d’Allemont ..................................................... 33 15.06.2016 (36 km dag 18/ 578km) Rivier d’Allemont – St.Jean de Mauriënne .......................... 34 16.06.2016 (37 km dag 19/ 615km) St.Jean de Mauriënne – Modane ........................................ 35 17.06.2016 (34 km dag 20/ 649km) Modane – Gran Scala .......................................................... 36

Italië, Vrede alle Goeds 38

18.06.2016 (44 km dag 21/ 693km) Gran Scala – San Antonio .................................................. 38 19.06.2016 (26 km dag 22/ 719km) San Antonio – Piassasco .................................................... 39 20.06.2016 (39 km dag 23/ 758km) Piassasco – Carmagnola .................................................... 40 21.06.2016 (45 km dag 24/ 803km) Carmagnola – Neive ........................................................... 42 22.06.2016 (55 km dag 25/ 858km) Neive – Grognardo ............................................................. 43 23.06.2016 (25 km dag 26/ 883km) Grognardo – Tiglieto ........................................................... 44 24.06.2016 (35 km dag 27/ 918km) Tiglieto – Pietralavezzara ................................................... 45 25.06.2016 (21 km dag 28/ 939km) Pietralavezzara – Colle di Creto ......................................... 46 26.06.2016 (44 km dag 29/ 983km) Colle di Creto – Cabanne ................................................... 47 27.06.2016 (26 km dag 30/1009km) Cabanne – Passo del Bocco ............................................. 48 28.06.2016 (40 km dag 31/1049km) Passo del Bocco – Adelano ............................................... 50 29.06.2016 (41 km dag 32/1090km) Adelano – Aulla .................................................................. 51 30.06.2016 (39 km dag 33/1129km) Aulla – Mariana di Massa .................................................. 52 01.07.2016 (39 km dag 34/1168km) Mariana di Massa – Valpromaro ........................................ 53 02.07.2016 (17 km dag 35/1185km) Valpromaro – Lucca ........................................................... 55 03.07.2016 (45 km dag 36/1230km) Buonconvento – Montepulciano ........................................ 56 04.07.2016 (43 km dag 37/1273km) Montepulciano – Chiusi Scalo ........................................... 57 05.07.2016 (64 km dag 38/1337km) Chiusi Scalo – Torgiano ..................................................... 58 06.07.2016 (23 km dag 39/1360km) Torgiano – Assisi ............................................................... 60 07.07.2016 (— km dag 40/1360km) Assisi .................................................................................. 61

Terugkijken 63

En dit ook nog 64 Wat neem je mee .............................................................................................................................. 64 De routeboekjes ................................................................................................................................ 65 Planning 65

Page 4: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

4

Eerst wat achtergrond

De tijdgeest

Franciscus van Assisi leefde van 1182 tot 1226. We noemen dat Middeleeuwen en beschouwen dat als een periode tussen twee grote tijdperken, het Romeinse en de Renaissance. Het is echter onmiskenbaar dat de periode1075-1225 eveneens een hoogtepunt in de geschiedenis van West-Europa is geweest. De bevolking nam, door betere landbouw, gezondere leefomstandigheden, veiligere wereld, steeds meer toe. Men leefde in een tijd van optimisme. De reconquista van Spanje was op haar hoogtepunt, Toledo net gevallen (1085), de Kruistochten bewezen de kracht van het westen (vanaf 1071), Saracenen werden uit Sicilië verdreven en de Middellandse zee schoongeveegd van de moslim piraten. Er woedde een enorme ontginningsijver, in Nederland werden de laagveen woeste gronden tot landbouwgebied omgevormd, in de bergen werden hellingen aan de landbouw toegevoegd, dorpen gesticht op steeds hogere hoogten. Steden kregen stadsrechten, werden in Italië stadstaten. De plunderaars, Saracenen, Noormannen en Hongaren verslagen of onder christendom gepacificeerd. En in het geloofsleven werd de wereld uniform, Katholiek, en onder het gezag van één man, de Paus. Franciscus stond niet alleen in zijn verzoek aan de Paus tot goedkeuring van zijn orde (in 1209). De Kartuizers (Bruno van Keulen, 1084), Cisterciënzers (Robert van Molesme stichtte in 1098 Ctiteaux, Bernard in 1115 Clairvaux), Norbertijnen (Norbertus van Xanten stichtte in 1121 Prémontré) en later Dominicanen (Dominicus Guzman, 1215) stammen uit dezelfde periode.

Franciscus van Assise

Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een welgestelde lakenkoopman uit Assisi. Zijn vader was op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk. Pica de Bourlemont (zijn moeder) gaf hem de naam Giovanni (Johannes). Zijn vader maakte daar bij thuiskomst Francesco, 'Fransman', van. Het kan ook zijn dat hij die bijnaam pas later kreeg omdat zijn vader hem meer dan eens naar Frankrijk stuurde om handel te drijven. In zijn jeugdjaren leefde Franciscus, volgens zijn eerste biograaf Thomas van Celano, als een wildebras: Hij zwierf met zijn kameraden door de stad en gaf veel geld uit aan feestmalen en kleding. Thomas stelde dat waarschijnlijk zo voor om het contrast met zijn bekering beter uit te laten komen. Vermoedelijk was Franciscus echter ook in zijn jeugd al een creatief en fijngevoelig mens. Hij wijdde zich aan de liefde, streefde naar de ridderslag en gedroeg zich bij tijd en wijle als minnezanger of troubadour. Na een veldslag tussen zijn geboorteplaats Assisi en de stad Perugia in 1202 werd Franciscus krijgsgevangen. Hij was toen ongeveer 20 jaar oud.

Na een jaar kwam hij vrij maar was daarop lang en ernstig ziek. Weer aan de beterende hand werd Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten. Volgens zijn Testament bracht God hem in hun midden en bewees hij hun barmhartigheid. Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn. Hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'. Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek was vervallen, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn

Page 5: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

5

vader (die ze immers had betaald) en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg. Toen Bernardus van Quintavalle en Petrus Catani zich in 1208 bij Franciscus wilden aansluiten, raadpleegden zij gezamenlijk het evangelieboek van de kerk van Sint Nicolaas om te ontdekken hoe hun leven eruit moest zien. Zij stuitten daarbij op drie teksten: • "Als je dat wilt, volmaakt zijn, ga heen, verkoop al je eigendom en geef het aan de armen en

je zult een schat in de hemelen hebben. Kom dan hierheen en volg mij." (Mt. 19,21). • "Hij zegt tot hen: neemt niets mee voor onderweg, geen staf, geen reiszak, geen brood en

geen geld, en ook moet u geen twee hemden hebben." (Lc. 9,3). • "Als iemand dat echt wil, achter mij aan komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis

dragen, en zó mij volgen!" (Mt. 16,24). Dat is wat zij vervolgens naar vermogen deden en daarmee was de Franciscaanse beweging begonnen. Kort nadien sloot Egidius van Assisi zich bij hen aan. In hetzelfde jaar 1208 gaf de abt van het Benedictusklooster op de Monte Subasio het kerkje van Portiuncula in het dal bij Assisi in bruikleen aan Franciscus om het tot het centrum van zijn nieuwe beweging te maken. Ten tijde van paus Innocentius III die een theologische visie bezigde op "Christus als Koning der Koningen, met Jeruzalem als Zijn stad en het Heilig Land als Zijn erfdeel", dat met kruistochten heroverd moest worden op de moslims, verraste Franciscus ieder door "voor God" te kiezen door in dienstbaarheid te verblijven onder de Saracenen. Hij ging mee met één van de kruistochten maar bewandelde een tegenovergestelde weg. Zijn vreedzame benadering van de Islam, dialogisch avant la lettre geeft een volstrekt ander beeld van God: de God van de nederige dienstbaarheid, die uitnodigt om in een geest van vrede en geweldloosheid onder andere mensen te gaan, hun werk en leven te delen en zo te midden van hen Zijn aanwezigheid te ontdekken. Een belangrijke regel van Franciscus in de omgang met andersdenkenden en andersgelovigen is o.a. de afwijzing van woordenstrijd. Armoede, dienstbaarheid, geweldloosheid zonder wapenen, zelfs zonder het wapen van het woord, gingen voor hem hand in hand en in dit perspectief ondernam hij in 1219 tijdens de kruistocht zijn persoonlijke vredesmissie naar de sultan van Damiate, waar hij hoffelijk werd ontvangen en spirituele gesprekken voerde. Franciscus was de belichaming van een nieuw persoonlijk gekleurd soort vroomheid binnen het Christendom, waarbij de ontwikkeling van het individu en diens persoonlijke gaven en talenten van grote betekenis waren. Tegelijk hechtte hij grote waarde aan het behoren tot een groep gelijkgezinde gezellen, een broederschap, waarin men in elkaars noden en behoeften kan voorzien. Franciscus schreef aan het einde van zijn leven een lofzang op de natuur, het Zonnelied. Hierin bezingt hij 'de dingen van de hemel' - broeder zon en zuster maan en de sterren -, 'de dingen van de aarde' of de vier elementen - broeder wind en zuster water, broeder vuur en zuster aarde -, en ten slotte de levensweg van de mens. Franciscus zag het op zich nemen van wat het leven te dragen geeft als een van de manieren om dichter bij Christus te komen. Wanneer hij opmerkte 'draag uw kruis', bedoelde hij 'neem uw lot op u', 'draag uw deel van het lijden'. Franciscus wees niet alleen het lijden niet af, hij hechtte ook grote waarde aan de natuur, die hij een prachtige weergave vond van hoe de Schepper voor ons wil zijn, en ons draagt en in leven houdt. Dat gebeurt door de afwisseling in het weer zoals Franciscus in zijn Zonnelied zingt. Rond 1219-1220 ontstonden er problemen in de broederschap. Franciscus, die in het Midden-Oosten verbleef, keerde daarom terug naar Italië en legde het ambt van minister-generaal van de broederschap neer. Petrus Catani volgde hem op, en na diens dood broeder Elias Bombarone. Franciscus schreef intussen een nieuwe regelredactie, waarbij hij naar eigen zeggen van de vele kruimels één hostie wilde maken (met andere woorden: hij maakte er een meer geordend geheel van). Op 29 november werd de nieuwe orderegel door paus Honorius III met een pauselijke bul bekrachtigd. Op 24 september 1224 ontving Franciscus stigmata. In de winter of lente daarna zong hij voor het eerst zijn bekende Zonnelied. Hij stierf op de avond van 3 oktober 1226. Op 4 oktober, de dag na zijn overlijden, werd het lichaam van Franciscus in een processie door de stad gevoerd naar de kerk van San Giorgio in Assisi, waar hij begraven werd. In dezelfde kerk sprak paus Gregorius IX twee jaar later zijn heiligverklaring uit. Op verzoek van de paus begon Elias van Cortona met de bouw van de Sint-Franciscusbasiliek boven zijn graf. Binnen de orde ontstond na de dood van Franciscus een hevige strijd over hoe de Franciscanen behoren te leven. Aan de ene kant stonden de minorieten, ook wel conventuali genoemd, die het armoede-ideaal vrijwel schrapten uit de regel. Aan de andere kant waren er de spiritualen, die voor

Page 6: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

6

vrijwillige armoede kozen. Vertegenwoordigers van beide bewegingen schreven in de eerste decennia na Franciscus' dood allerlei levensbeschrijvingen van hun idool, waarin ze hem uitspraken en ideeën toedichtten die in overeenstemming waren met hun overtuiging. Tijdens het generale kapittel ('algemene bestuursvergadering') van de Franciscanen in 1260 kreeg de generaal van de orde, de geleerde theoloog Bonaventura (later heilig verklaard), de opdracht om een ‘officiële’ biografie te schrijven. Deze Legenda Maior ('Grote Levensbeschrijving') werd in 1263 goedgekeurd door het generale kapittel. In 1266 werd de broeders verboden andere levensbeschrijvingen over Franciscus te lezen. Alle andere 'legenden' moesten worden vernietigd. wegen leden. naar vermogen deden, en daarmee was de Franciscaanse beweging begonnen. Kort nadien sloot Egidius van Assisi zich bij hen aan. In hetzelfde jaar 1208 gaf de abt van het Benedictusklooster op de Monte Subasio het kerkje van Portiuncula in het dal bij Assisi in bruikleen aan Franciscus om het tot het centrum van zijn nieuwe beweging te maken.

Chemin d’ Assise

Deze pelgrimsroute is begonnen vanuit een idee gewoon te lopen naar Assisi. Twee leden van de seculiere orde van Sint Franciscus (de derde orde) Françoise Olijslaeger met haar man Dominique begonnen in 2002 vorm te geven aan een project zonder duidelijke historische wortels. Waar vandaan: thuis of elders? Uiteindelijk is een symbolische plek gekozen, Vézelay, de eerste Franciscaanse aanwezigheid in Frankrijk in 1217. St. Franciscus stuurde twee van zijn broeders om boven de Alpen te evangeliseren. Zij hielden uiteindelijk halt in de Bourgogne, Vézelay. Later zou hier de eerste priorij gesticht worden van de Franciscaanse orde in Frankrijk. Vandaar dat deze plaats als begin punt voor de Franse route naar Assisi is gekozen. Dit pad is geen „ oude bestaande” maar geheel nieuwe pelgrimsroute. Het is sober in "comfort" of " faciliteiten " en volgt daarmee de eenvoud die Franciscus predikte. De samenstellers van de route hebben zich met name laten leiden door bestaande Grande Randonee- routes. Deze zijn gericht op wandelplezier, en minder op het vinden van een route van A naar B. In de praktijk houdt dat in: veel omwegen, mooie paden, weinig onderkomens en als ze er zijn, vaak de (wandel) gite d’ etappes of bij particulieren die de pelgrimsgeest en Franciscus een warm hart toedragen. Op de weg naar Assisi worden weinig „pelgrimsoorden” aangedaan. Des te meer natuurschoon, hoogten, vergezichten in stille werelden. De route is in 2008 uitgezet waarbij gebruik gemaakt is van de bestaande GR (Grande Randonee), AV (Alta Via dei Monti Liguri), en VF (Via Francigena) trajecten. Daarom is de markering beperkt gebleven. Alleen waar verbinding gezocht moest worden tussen een van de voorgaande (deel) routes, moest de Franse vereniging die deze route tot ontwikkeling gebracht heeft, een eigen markering aanbrengen. Daar is men uitzonderlijk goed in geslaagd. De markering, gecombineerd met de beschrijving, volstaat om de gehele route zonder mankeren af te leggen (zie ook http://chemindassise.org/fr/accueil/).

Alternatieven binnen de Chemin d’ Assise

De vereniging Chemin d’ Assise heeft een route beschreven, waarbij op verschillende plaatsen een alternatief geboden wordt. • Na Innimond is er de keuze, door de Vallée de Mauriënne (via Chambéry), of over Les Hautes de

Chartreuse. La Vallée is korter, kent (veel) minder hoogte verschillen en is al-met-al veel eenvoudiger en sneller. De planners geven aan dat deze route “en cas de neige”, bij sneeuw te prefereren is. Het nadeel van deze route is dat het veel natuurschoon en La Grande Chartreuse (de eerste stichting van St.Bruno) mist, je opgesloten zit in een vallei met druk verkeer. Geen rustige route. Bovendien mis je, de naar mijn mening, mooiste etappe, Laval naar Rivier d’Allemont.

• Voor de Mont Cenis, is voor hen die hoogte vrezen, een alternatief via Lanslebourgh. Dat is om, witte weg met minder natuurschoon. Het pad langs Bramans is volgens de meeste pelgrims juist het mooiste stuk van de hele route, zeker met mooi weer. Het is een klein pad, de kans op verdwalen is echter afwezig. Er is immers maar één pad en niet meer dan dat. Fout lopen is welhaast onmogelijk.

• Voor Turijn kan je kiezen de Via Francigena via Ivrea/ de Po vlakte te lopen, of via Ligurië. Eigenlijk gelden hier dezelfde overwegingen als de keuze voor La Vallée de Mauriënne. Via de Povlakte is vlak, snel, eenvoudig én een groot voordeel, je kunt gebruik maken van voordelige rifugio’s. Een bijkomend voordeel is dat de steden in de Po-vlakte uitzonderlijk mooi zijn. Een nadeel is dat als je te laat in het seizoen bent, je nogal wat last van muggen hebt. Het doorkruisen

Page 7: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

7

van de Apennijnen vanaf Fornovo di Taro tot Aulla is relatief eenvoudig, vergeleken met Ligurië weinig hoogteverschillen en in enkele dagen te doen. Mocht zelfs dat te inspannend zijn, dan is vanaf Fornovo di Taro een alternatieve route via witte wegen

1 een redelijk alternatief.

De route door Ligurië is naar natuurschoon te prefereren. Je loopt over de kam van een heuvelrug dus een fysieke conditie is vereist. Het aantal rifugio’s is beperkt, waardoor je vaak op hotels en B&B aangewezen bent. Het is een duurder alternatief.

• Na Aulla kan je wederom kiezen, alsnog de Via Francigena op te gaan, of rechtdoor door een vallei van de Apennijnen. In Fucecchio komen beiden routes weer bij elkaar. De Via Francigena heeft als voordeel dat het een echte pelgrimsroute is, van kerk naar kerk, van heilige plaats naar heilige plaats. En dat het door een oud cultuurlandschap loopt. Plaatsen als Lucca en Siena zijn oogstrelend. Doordat de Via Francigena veel langer in ontwikkeling is, zijn ook hier meer rifugio’s (voordelige onderkomens) voorhanden. De route door de Apennijnen heeft het voordeel van stilte, rust en natuurschoon. Is fysiek niet meer zo zwaar als Ligurië en als je eerder in Turijn voor de Via Francigena gekozen hebt, heb je nu de kans een echte stille natuurroute te kiezen.

• Als laatste kan je bij San Miniato Basso kiezen tussen een route ten zuiden van de Lago Trasimeno, of ten noorden daarvan. De officiële route verloopt ten zuiden en vermijdt de drukte van Florence en daarmee ook de prijzigheid. Het is een stillere, financieel aantrekkelijkere route. Maar toch, de route noord langs loopt via La Verna, een natuurgebied dat nauw aan Franciscus verbonden is. Van verschillende zijden heb ik, ongevraagd, gehoord dat daar de „spirituele energie” stroomt en dat dát eigenlijk de route voor een echte pelgrim zou moeten zijn.

Pelgrimswegen

De laatste jaren heb ik heel wat kilometers afgelegd. Hieronder een kleine opsomming van de karakteristieken van de verschillende wegen, waarbij opgemerkt wordt dat dat natuurlijk MIJN ervaringen zijn.

1 Een “witte weg” is een weg die op de Michelin en andere autokaarten “wit” is ingekleurd. Met andere

woorden, een landweg, achteraf stille lokale niet doorgaande weg.

Page 8: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

8

pelgrimage naar Santiago langs de

Voie d’Arles en de

camino del Norte/ Primitivo

pelgrimage naar Rome (langs de Via Francigena)

Verbinding startplaatsen naar Santiago in Frankrijk, oa Voie de Stevinson

Chemin d’Assise, (ofwel de) Chemin de Paix

wanneer 2012 2014 2015 2016

route Amsterdam - Maastricht - Luxemburg - Langres- Vézelay -Lyon - Arles - Toulouse - Hendaye -Oviedo - Santiago (/Finisterre - Muxia)

Amsterdam - Den Bosch - Tongerlo - Rocroi Reims - Langres - Pontarlier - Lausanne - Aosta - Pavia - Aulla - Lucca - Siene- Rome

Vézalay - Augy sur Aubois - Moulin s - Puy en Velay - Arles

Vézelay- Chartreuse - Mont Cenis- Ligurië - Aulla - Lucca/ Bonconvento - Assisi

afstand officiële

route

2200 km 2200 km 600 km 1500 km

afstand gelopen 3350 km 2200 km 750 km 1350 km

aantal dagen gelopen

93 60 26 39

de route door Frankrijk en de Primitivo, zeer mooi, gewoon gaan, niet moeilijk. Op de Primitivo zijn de refugios wat spaarzaam zodat een dagafstand soms wat groot wordt.

zeer mooi, alleen een klein stukje (Fidenza-Aulla) inspannend, maar vergeleken met de Chemin d’Assise stelt het weinig voor. De Alpen over is één dag doorbijten.

mooie, weinig begane en zeer inspannende GR route tot le Puy. Daarna de voie de Stevinson, ik noem die het „het Pieterpad van Frankrijk”, eenvoudig en druk.

mede door regen in Frankrijk, heftig. Volgt de Grande Randonees die zich op wandel- plezier richten. De aanloop naar de Alpen (Des Hauts de Chartreuse/ Aiguilles d’Arves) zijn lang en zwaar. De Alta Via in Ligurie (van heuveltop naar heuveltop) is zwaar.

hoogtevrees nergens, nergens aan de orde

neem in plaats van het traject Martigny- Sembrancher (ZW) de grote weg. Verder nergens aan de orde

niet aan de orde neem als route naar de Mont Cenis (FR) de weg via Lanslebourg, maar je mist dan wel het mooiste stuk. Het alternatief via Ligurië (IT) is minder geschikt.

mooiste etappe Hospitales (SP) San Bernardino pas (ZW/IT)

Mont Lozère Volgens velen Bramans- Mont Cenis, volgens mij Laval-Rivier d’Allemont.

lotgenoten onderweg

Pas vanaf de Frans-Spaanse grens, op de Camino del Norte beperkt tot +/- 40 man/dag. Daarvoor liep ik op mijn route vrijwel altijd alleen. (op de Camino Francès loop je met honderden)

Pas vanaf de Po vlakte kom je dagelijks één of twee lotgenoten tegen. Daarvoor altijd alleen. Vanaf Siëna wordt het ‚druk’, wel 10 man op een dag.

Tot Le Puy loop je alleen, in twee dagen kom je misschien één lotgenoot tegen. Na Le Puy, op de Voie de Stevinson toch een 50man per dag.

Op het stukje Via Francigena mag je lotgenoten verwachten. Daarbuiten is het geluk hebben, maar ben je doorgaans alleen.

lotgenoten (2) Alle leeftijden, < 30jaar en > 60jaar oververtegenwoordigd

Met name 30-40jr en >60jaar

hele gezinnen (vanaf PeV)

nvt

markering heel goed opvallend goed, wat de boekjes of de recensies ook zeggen.

goed tot heel goed lift mee met de GR’s, en daardoor heel goed. Paar keer fout gelopen, in Italië. Hoort er bij.

Page 9: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

9

pelgrimage naar Santiago langs de

Voie d’Arles en de

camino del Norte/ Primitivo

pelgrimage naar Rome (langs de Via Francigena)

Verbinding startplaatsen naar Santiago in Frankrijk, oa Voie de Stevinson

Chemin d’Assise, (ofwel de) Chemin de Paix

onderdak kloosters (BE) refugios (FR/SP), altijd plaats, doorgaans primitief

grote verscheidenheid, heel primitief tot eigen kamer of appartement. Doorgaans beter dan de Santiago refugios.

met name gite d’etappes gericht op wandelaars

in FR veel bij particulieren, in IT (laatste stuk) bij parochies. Daartussen veel B&B en hotels (maakt het veel duurder)

kosten (totaal is sterk afhankelijk van het aantal dagen dat je loopt, vandaar een dagprijs)

30€ per dag (10€ slapen, 10€ eten, 10€ diversen). per dag BE: 30€ FR: 35€ SP: 30€

35€ per dag (15€ slapen, 15€ eten, 10€ diversen). per dag NL : 55€ BE : 35€ FR : 43€ ZW: 46€ IT : 35€

35€ per dag per dag vóórLe Puy: 30€ ná Le Puy : 41€

40€ per dag (31€ slapen, 10€ eten, < 3€ diversen ). per dag FR: 35-40€ IT : 40-45€

Gezondheid/ insecten

Punaise de lits, bedwantsen in Zuid FR en Spanje

Muggen en vliegen op de Po-vlakte, te vermijden door vroeg in het seizoen te lopen

- Teken in Ligurië

pelgrims geest doorgaans aanwezig, open voor andere kerk- gemeenschappen, groepsgebeuren

doorgaans afwezig, meer wandelaars. individualistisch erg Katholiek allemaal

Sterk aanwezig in Vézelay en Puy en Velay. Buiten die steden, absoluut afwezig.

Met name in FR, door onderdak bij particulieren is een pelgrimsgeest bij de loper een vóórvereiste. Men verwacht niet anders. Dit geldt ook voor de parochies in IT.

opmerking Als je geen Frans spreekt, wordt de communicatie op deze route wel erg lastig.

Conclusie Dé route voor allen die eens aan een pelgrimsweg willen proeven, serieus of vakantieganger, oud of jong. Fysiek het gemakkelijkste alternatief.

Zoek je eenzaamheid en toch gemak, neem deze route. Fysiek wat zwaarder dan naar Santiago.

Voor hen met een sportieve inborst, zonder een uitgesproken pelgrimsgeest.

Alleen voor de werkelijke pelgrims die bewust op zoek zijn en willen delen met de gastadressen. Fysiek eist het wel wat (tenzij je begint in Aulla).

pelgrims onderweg, fries op de Duomo van Fidenza Italië

Page 10: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

10

Frankrijk Vertrouw, begin, ga door

28.05.2016 ( 0 km dag 0/ 0km) Vézelay

Co, mijn vrouw, en Hanneke haar zus, met de auto onderweg naar een refugio aan de camino de Santiago in Augy sur Aubois, zetten me vlak vóór Vézelay af. Buiten fluiten, kwetteren, riedelen vogels hun lied, af en toe hoor ik het roeken van de duiven er tussendoor. Aan de voet van de heuvel is het in de kapel van de Franciscanen doodstil. Klein gebouwtje, voorhof, in een lege wei. Dikke muren, deur wijd open, helder groenig licht door het bovenlicht van de kapel. De kapel, 10x10meter is leeg. Een simpel altaar, een Franciscus kruis icoon en een opengelegde bijbel, het woord naar eenieder. Contrast tegen de basiliek hoog op de berg. Groot, rijk versierd, beelden op de kapittels. Een levendige communauteit, heilige zang, wierook. In het kapelletje is niets. De aangekondigde vesper vindt geen doorgang. Ik zit alleen, later een tweede. Wat zal deze tocht mij brengen? Franciscus is een leitmotiv. Zijn vreugde, zijn eenvoud en

Page 11: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

11

spiritualiteit. Franciscus heeft zich afgezet tegen de rijkdom van de kerk, zoals zovele bewegingen, elk op zijn tijd, de zucht naar weelde trachtten te keren. Zoals zovelen in de kerk weer probeerden te vinden van wat hen dreef. Ik kniel in de lege ruimte voor het altaar. Heer ontferm u over mij, Heer wees mij genadig, Heer inspireer mij, doe mij leven. Alleen probeer ik de stilte te vinden. Motivatie, motivatie. Waarom deze route, waarom opnieuw? Weer die angsten. Wat komt op mij af, wat komt op mijn weg, zal ik de pijn, moeite, wat dan ook weerstaan? Wat drijft ons voort? Franciscus wist mensen, weet mensen te motiveren. Het koord dat de Franciscanen om hun pij knopen, wordt cordelle genoemd. La Cordelle is ook de naam van deze kapel. Een cordelle is tevens de naam van het touw waarmee trekschuiten in vroeger tijden, langs het jaagpad getrokken werden. Het verbeeldt dat we trekker zijn, in de Geest van, moeten leven en daarmee het voortouw moeten nemen. De refugio aan de voet van de basiliek is vol. Vanavond met Dick, gepensioneerd leraar scheikunde, en diens vrouw Anneke, beiden 68, gegeten. Pelgrims? Nee hoor, zeggen zij, wandelaars altijd onderweg, toerist of gewoon omdat het leuk is. Al voor de 6e keer onderweg naar Santiago en nu dan via de Del Norte en in Oviedo afbuigen naar Valencia. Die komen helemaal niet in Santiago. Ze komen er eerlijk voor uit. Pelgrimeren, religieuze bevlogenheid, dat is niet aan hen besteed. Ze zien de pelgrims onderkomens als welkome -voordelige- aanvulling op hun route. Maar wat vind ik? Ik wil proberen dagelijks met een stille tijd de focus op de route te brengen. Juist dan verwacht ik de meerwaarde te voelen van een pelgrimage. Het doel is, geïnspireerd te worden. Maak daar dan ruimte voor. Bij het slapen gaan onweert het. Het zal wel. Wat ik niet wijzigen kan, neem ik zoals het valt. En als het morgen regent, ach, dan zal het overmorgen wel weer beter gaan. Ik kan de knop niet zomaar omzetten. Half nog met de gedachten thuis, droom ik van de toekomst.

29.05.2016 (31 km dag 1/ 31km) Vézelay - Marigny l’Eglise Draag uw ziel in lijdzaamheid. We hebben een snurker, en wat voor een. Hij zoekt het puur in volume en weet de hele slaapzaal met gemak te vullen. Als ik maar lig, als mijn lijf maar rust. Slapen hoeft niet per sé. In het gewone ritme, half zes, wakker, Omdat de lauden pas om 07:00uur zijn, is het zinloos om al op te staan. Wacht, het is nog geen morgen. Dan staat de een op, stilletjes, geen Spanjaard of Italiaan. De anderen volgen en de enkeling die door wil slapen, kan dat. In de keuken is het al druk. Ontbijt, crackers, koffie. De Nederlanders, Anneke en Dick, en Duitsers zoeken wat substantiëlers, de bakker om de hoek is net open gegaan. Vers brood, stevig ontbijt. Gezellige drukte, iedereen praat met allen, en verrassenderwijs, er gaan er 6 richting Assisi. Misschien zie ik ze nog wel. De lauden, aansluitend de pelgrimszegen, wordt door zeker 12 pelgrims en evenzovele andere belangstellenden bijgewoond. Hoe heel anders dan de sobere, en juist daarmee open, vol van de wereld, kapel van Franciscus. Psalmen, Cantiques, een kloosterlijke rite, wierook, rozenblaadjesgeur. Wij verblijven in God’s tuin, we zitten in een reusachtige ruimte met boven ons een geruis. Is het de regen die slaat op het dak, is het de Geest die over ons komt? Na de zegen verlaten we de basiliek, we gaan allen zonder verwijlen op pad. Compostela of Assisi, de wereld in. Al zit de hemel potdicht, liggen er plassen water op de weg, de vogels zingen, het water klatert in de beek, krekels in het veld en een buizerd vliegt laag over. Het pad volgt de Cure, eerst door een dicht groen struweel, later over velden, door lege dorpen, langs witte wegen. Het is warm, donkere wolken waar ik niet ben. Allengs wordt het donkerder, onweer bouwt zich op. Alles nat, net geen regen, af en toe een bliksemschicht. Alleen, alleen. De zes pelgrims, die ook onderweg gegaan zijn naar Assisi, heb ik nog voor dat het dorp verlaten wordt, ingehaald. Ze moesten een broodje kopen, nooit meer gezien. De snelstromende Cure, nu al 25meter breed, onstuimig en dat slechts 40km van haar bron verwijderd, houdt me gezelschap.

Page 12: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

12

Het is de eerste dag. Ik kan als een malloot verder lopen, maar weet dat me dat uiteindelijk op zal breken, Bij het eerste pijntje aan de voet, halt gehouden, onderzoek, maatregel. En op het einde van de dag, behalve een enkel spatje, is het droog gebleven en drukkend heet. In het hete bos landen de teken op de huid, zal me goed moeten controleren vanavond. Het zweer gutst over het gezicht. Stap voor stap, het gaat vandaag nog niet van harte. De rugzak knelt, moe in de knieën. Goede voeten. Het pad is goed aangegeven. GR13, Santiago via Le Puy en Chemin d’ Assise lopen gelijk op. Route beschrijvingen zijn totaal overbodig. Het kan niet mis, neem wel de grote stokken mee. De paden zijn modder, overstroomd, beekjes gelijk. Soms staat alles blank, kan langs het randje balancerend er net langs. Winkels zijn afwezig, een barretje in Chastellux, een weinig uit de route, is alles om je vocht weer op peil te brengen. Ik besluit er voor vandaag vroeg mee te stoppen en loop regelrecht naar de gemeente gite. De gite ligt pal op het pad. Ik was te vroeg. Op de deur een telefoonnummer en terwijl ik bel, begint het te regenen, voor het eerst zet het echt door die dag. Heb tijd, heb geduld. Volgens de mensen hier trekken de meren in de Morvan de regen aan. Als je maar voorbij de Morvan bent, dan zal het wel beter worden, zegt de beheerder van de gite. Laat begonnen (na 09:00uur) en vroeg weer gestopt (15:00uur) voelt het goed. Beter voorzichtig van start dan stuklopen op het begin. Met mij komen later Marielotte, die een rondtrektocht door de Morvan maakt, en Xavier, die met mij vanochtend de benedictation ontving en onderweg is tot Lyon. Zijn etappes verder naar Assisi komen in de volgende jaren nog wel aan bod. Het is druk. Het rappe Frans volg ik niet, mij blijft de kakofonie die onrustig maakt. Nu ze uit eten zijn, het restaurant ziet er goed uit, heb ik weer rust. Door in de gite te koken, creëer ik de rust, de stilte in mijn hoofd. Iedereen weg, ik kan me de 15minuten stille tijd gunnen. Vijf minuten stil, ben me bewust van mijn lichaam, de voeten de knieën, de… al. Dan ben ik er. Dan ben ik echt hier en nu. Vijf minuten tekst voor de regel van Taizé, laat het op me inwerken. Lees slechts een klein stukje, opnieuw en opnieuw. En al begrijp ik het niet, of komt het simpel over, lees het overnieuw. En vijf minuten die me bezighouden, wat was het vandaag, wie was ik vandaag. Door elke dag vijftien minuten tijd te spenderen probeer ik deze tocht juist tot pelgrimage te maken. Ik ben geen wandelaar sec. Spiritueel, ach misschien niet eens. Wel even stil staan, luisteren naar wat anderen en ikzelf te zeggen hebben. Luisteren waar zo snel de mond gesnoerd wordt. Buiten begint het vanavond te miezeren, zet door. Binnen, Xavier was gelijk met mij vertrokken en twee uur later, in de regen aangekomen, hangt alles vol met zijn spullen. Voor de kleine verwarmingselementen dampen (en stinken) kledingstukken. Pas tegen het slapengaan heeft hij alles weer op orde en kan hij zich ontspannen. Het dagelijks corvee duurt met regen extra lang.

30.05.2016 (40 km dag 2/ 71km) Marigny l’Eglise – Lac du Setton Een dag van malheur. De hele nacht regent het, in de ochtend zit alles potdicht. Het miezert, de wolken hangen laag in de heuvels. Het zal vandaag geen moment droog zijn. Op weg, met goede moed. Een half uurtje later wordt de weg versperd. Het ziet uit als totaal onbegaanbaar. De Cure is buiten haar oevers getreden. De regen van de laatste dagen heeft haar werk gedaan. Ik besluit om om te lopen, de witte wegen en ben blij als ik de GR weer een twee uur later op kan pikken. Nog een half uur later sta ik aan de andere kant van de Cure, bij de brug die ik had willen vermijden. Twee en een half uur, om 100meter verder te geraken. Eén Gretver, en verder. Er was gewaarschuwd voor de regen. Het maakt de paden glad, en niet alleen dat. Het verandert de paden in stroompjes, beekjes, soms modderstromen, meertje van plassen waar geen alternatief is. De beek spuit haar water op het pad, een end verder, aan de andere kant spoelt het weer verder. Hele paden, kilometers lang, is er geen doorkomen aan. Ook al liep Jezus over het water, ik moet dat nog

Page 13: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

13

leren. De schoenen en sokken plonsen in de plassen. Paden glad. Uiteindelijk maak ik dan een smak. Mijn hand ligt open, een diepe vuile wond. Enkele kilometers later kan ik aanbellen in een dorpje. Het gras is gemaaid en al zitten overal de luiken potdicht, hier zal toch wel leven zijn? Wachten, een nors gezicht verschijnt voor het bovenraam. Heeft u water? vraag ik, mijn gewonde hand tonend. Jazeker, wacht, een eeuwigheid later opent de deur, staat mevrouw met een verbanddoos onder de arm klaar. Mag ik mee, wordt de wond verschoond, een gaas, een pleister. Je suis un grand homme avec un coeur d’un petit enfant. Ze begrijpt het. Laat me even zitten, bijkomen. Ze zegt, zie mijn man die zo schielijk binnenkwam. Hij is net zo. Een bonk van een vent, een beetje bloed en hij ligt plat. Zachte krachten, vrouwenhanden, helen de wonden. Ter bescherming diep ik een handschoen, die ik voor de Alpen in gedachte had, onder uit de rugzak. De mensen zijn best wel aardig, je moet ze soms even uitdagen.

Vier jaar geleden liep ik hier ook. Slechts enkele paden herken ik nu. Het lange lange stijgen voor Dun in een kale vlakte. Nu staan er manshoge dennenboompjes. Het gekapte bos is vernieuwd. De greppels, losse steenslag, stijle hellingen, ze liggen er nog. Dun-la-Place, toen zonnig, is nu in de regen grauw. De epicerie op maandag gesloten. Een tegenslag, want bij het opzoeken van mijn handschoen ben ik vergeten mijn proviand weer in de rugzak te doen. Het is verder lopen, verder… Een dag van mal heure. Regen, fout lopen, vallen, proviand verloren en waar ik inkopen dacht te doen, gesloten. Ik kan in de tegenslag gaan hangen, me mee laten trekken door de negativiteit. Dat wil ik niet, dat doe ik niet, dat laat ik niet gebeuren. Een keer goed eten, goed drinken, adem halen, goed slapen. Doorgaan. Denk positief, weest positief, blijf positief. En al word ik nat, soppen mijn sokken in de schoenen, het geeft me plezier. Door het bos, de blub, weer een sprong over een plas, balancerend op de twee stokken. Als ik bij een riviertje even halt houd om de aardappels af te gieten, is de waterstraal die vanaf mijn hoed naar beneden loopt sterker dan de plas. Het is echt nat weer. Ik neurie en fluit. Ik heb er zin in. In de verte zie een pelgrim. Xavier stapt gestaag door. Mijn tempo is maar ietsje hoger en een tijdje zitten we bij elkaar in de buurt. Vanavond heeft hij gereserveerd in het enige hotel dat open is. De camping is met dit weer toch geen alternatief en ik besluit dat het malheure best met een luxe overnachting afgesloten kan worden. De waard staat ons in de deuropening op te wachten. Of we de schoenen aan de voordeur uit willen doen, de jassen en poncho’s in willen leveren. Die kunnen in het stookhok drogen, en dan blijft het hotel tenminste droog.

31.05.2016 (37 km dag 3/ 108km) Lac du Setton – St.Léger sous Beuvray Geen regen vannacht. Het zit nog wel potdicht en de straat is nat. Gisteren waren er mensen in het hotel die van het pad kwamen dat wij nu moeten gaan. Hun advies: Verder op is het zeiknat, glibberglad, drassig land, niet te doen. Ga de witte wegen, laat de vallei en beekdalen links liggen. Te vroeg gejuicht. Geniepige stuifregen en voor ik het weet, ben ik doorweekt. Het houdt niet op, miezert gestaag door. In de verte wordt de grauwe lucht wat lichter, één keer breekt zelfs een waterig zonnetje door. Voorbode van mooi weer dat zich vandaag nog verbergt. Rafelige randen aan de wolken stemmen me blij. Het wordt wat minder pot- en- pot- dicht. Het is stil. De routebeschrijving waarschuwt bij regen op de witte wegen te blijven. Over het pad van gisteren was die waarschuwing er (nog) niet en het was gister eigenlijk al ondoenlijk. Vandaag houd ik me aan het advies. De witte, en zelfs de gele wegen, zijn geheel verlaten. Niemand. Af en toe een eekhoorn, gisteren wat dode slangen in het beekdal. Vaak het donderen en kabbelen van buiten de oevers getreden stroompjes. Er is in deze streek de laatste weken heel veel water gevallen. Het pleziert me, ondanks al die nattigheid, te gaan in eenzaamheid.

Page 14: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

14

De gite recht tegenover het postkantoor van St Léger is superbe. Eerst voorbijgelopen, het zag er te duur uit. Terwijl ik wacht op het hotel dat dicht was (pas om 18:00uur open) wijst de dame achter de bar me opnieuw op de gite, toch geprobeerd. Eigen ruime schone kamer, bed wordt netjes fris opgedekt, ruime recreatie, mooie keuken met alle ingrediënten voor het avondeten en het ontbijt. Koffie beschikbaar mét koekjes. Een badkamer waar ik thuis nog trots op zou zijn met allemaal zeepjes en handdoeken. Dat kan niet meer stuk. Lavendelblaadjes naast het bed, een alleraardigst Japan- geïnspireerd tuintje en alle kruiden in een rekje.

Spierpijn, rug, schouder. Na drie dagen lopen, ach je gaat toch vergelijken. De voorgaande drie keer waren de voeten stuk, lag ik met een brak lichaam uitgeteld te bed. Nu doe ik het rustig aan, dat merk ik. Voeten voelen goed, nog een korte nachtrust dus niet oververmoeid. De afstanden zijn iets minder, het plezier veel meer. Al op de eerste dagen verlies ik veel tijd op de vooraf gemaakte „planning” die uitgaande van 35km/dag toch al krap was. Ik heb een gewone baan en ben gebonden aan vakantiedagen. De vereniging Chemin d’ Assise geeft aan dat de gehele route 75 wandeldagen zal duren. Ik heb er maar 39 en met de 35km/dag zou ik het nét kunnen redden. Wellicht toch maar de korte route via de Vallée de Mauriënne? Of bij Turijn de Via Francigena op pakken en Ligurië links laten liggen? De regen doet me wel wat. Opgesloten in mezelf en door de almaar drippende wereld, sta ik minder stil. Ik merk dat ik geen foto’s maak, de witte wegen zijn mooi, heel mooi, eentonig mooi. Niet echt dat pakkende moment om op een foto te vereeuwigen. Omdat ik de verregende vertrapte slik en zompige wandelwegen vandaag mijd, en dat is een heel verstandige keuze, mis ik veel markant natuurschoon. De beken die ik passeer zijn alle buiten de oevers getreden en storten met veel kabaal door de engten heen. Ik denk dat de paden vandaag door het bos minstens zo erg als gisteren zullen zijn, niet te doen dus. Onderweg bij een bakje koffie raak ik in gesprek met twee Engelsen. Zij had vroeger een deel van de camino gelopen met een vriendin. Twintig waren ze, hartsvriendinnen. Na de camino was het uit, nooit uitgesproken, gewoon doodgebloed. Nooit meer kruisten hun paden elkaar. De camino kan mensen tot elkaar brengen, kan mensen vervreemden. Ze vertelde, zoals het mij raakte, echt tot in de ziel, zo was het voor mijn vriendin één grote vakantie, wandeling langs uitspanningen en gezelligheid. De camino kan wat raken, kan je veranderen, maar het hoeft niet. De camino kan mensen verbroederen, en kan mensen scheiden. Ze vroeg me, ben je een wandelaar of ben je pelgrim. En deze vraag houdt me deze hele camino bezig. Voor mij is het antwoord makkelijk zat, ik ben een pelgrim. Al ben ik niet van de Middeleeuwse snit. Nee, het is niet het aankomen en bidden op het graf van.., maar het onderweg zijn en zoeken naar. En heb je dan wat gevonden? vraagt ze verder. Wat neem je mee? Ik neem motivatie, inspiratie en een innerlijke rust met me mee. Geluk, zo je wilt. Mijn gezicht straalt, nog steeds, als ik over Santiago vertel, en dat is toch al vier jaar geleden. Maar ook, ik word stil in mezelf als ik ’s ochtends het

Page 15: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

15

Gooimeer rimpelloos zie liggen onder een koperen opkomende zon, stil als de hectiek op kantoor me te veel wordt. Jazeker, Santiago heeft me wat gebracht. En helaas, dat moet je verversen, steeds weer aanwakkeren om niet opgebrand, uitgeblust te raken. De gite voor vanavond, luxe, ruim, heeft nog een gast, Erik uit Limburg. Eric, twintiger, is kok, heeft zijn baan opgezegd en is gaan lopen vanaf Sittard. Geen voorbereiding, gewoon doen. Zijn vader loopt in etappes naar Santiago, plant alles tevoren, goede voorbereiding. Dat is niks voor hem. Vertrekken en ’s avonds maar zien waar hij eindigt. Als het avond is, stopt hij, vraagt in het plaatselijk café waar onderdak is en heel vaak wordt hij genodigd bij mensen thuis. Vaak eet hij mee, is even huisgenoot voor een avond, opgenomen in het familieleven. Het geluk dient de dapperen. Wie zegt dat Fransen niet gastvrij zijn? Dat ze onaardig zijn? De goedheid en gastvrijheid frappeert. Er dient zich altijd wel een oplossing aan. Hij heeft zelfs geen routeboekje, volgt nu de GR13. Laat zich verrassen door wat op de weg komt, neemt de tijd en staat open voor ontmoetingen. Onze pelgrimspaden zijn zo georganiseerd aan het raken, routes, overnachting adressen, dat het toeval uitgebannen wordt. We gaan op weg en minimaliseren de risico’s, de toevalligheden. Daarmee doen we afbreuk aan wat een pelgrimsweg echt zou moeten zijn: Zoektocht naar. Erik is er een van de tweede generatie lopers. Zijn vader is hem voorgegaan en ergens heeft hij hem de hoop, het geloof gegeven. En Erik gaat, heeft vertrouwen en ontmoet overal liefde.

01.06.2016 (35 km dag 4/ 143km) St.Léger sous Beuvray – Montchanin

Droomloze nacht, in een ruk doorgebracht. Kijkend uit het raam belooft het weer een natte dag te worden. De lucht zit wederom potdicht. De hoop die ik gister had, rafelige randen aan de wolken die een einde aan de regen voorspelt, is niet bewaarheid. Het is grijs, nevelig, met vocht gevulde lucht. Daar waar de zwarte wolken laag hangen, moet ik heen. Het miezert, er hangt stuifregen in de lucht, mystiek feeëriek. Vandaag loop ik de hoge heuvels uit, kom in de lagere. Minder bos, meer landbouw de korenaren vangen de stuifregen in de lange haren en kleurt de velden zilver groenig grijs. De runderen hokken wat bij elkaar, de stier houdt zich lusteloos afzijdig. Bonken van stieren overigens, men doet hier overduidelijk niet aan KI. De witte paden zijn goed te doen, de weg wordt een pad, een rustig spoor, een holle weg. De beek zoekt haar bedding, vindt deze, en de holle weg wordt door de beek in bezit genomen. Geen doorkomen aan. Omkeren dan maar, beter gekeerd dan de voeten weer nat en stuk. Acht uur verder, volgens de kaart 35km gelopen, in mijn tempo geloof ik daar niets van. Af en toe een spettertje, ja zelfs ook een beetje blauw van een waterig zonnetje in een vochtig drukkende atmosfeer. Het regen al minder en ik mijmer dat ik het nog missen zal voor ik in Assisi aangekomen ben. Fout gelopen totaal geen erg in gehad, en tot aan Montcenis (een andere Mont Cenis dan de Alpen berg) gekomen. In plaats van rechtsom langs Le Creusot, nu links aan het lopen. Ook goed, als ik er maar kom. Lopen naar Santiago (2012) mijmerde ik over ik die ik tegen kwam. Wie ben ik, hoe is toch gekomen dat ik geworden ben wie ik ben. Naar Rome (2014) was het de ander en het thema van geloven, wat heeft geloof in mijn leven te betekenen. Het thema van deze tocht is veel meer de weg naar binnen. Veel minder zichtbaar, veel meer dan een innerlijke reis die ik hoop te maken en minder in woorden te vatten zal zijn. Als ik ’s ochtends eerst bij mijzelf thuis probeer te komen, vóórdat ik een stukje uit de regel van Taizé of bijbel lees, probeer ik de innerlijke rust, vrede en geluk te vinden, even vasthouden. Vasthouden door de hele dag, ondanks de tegenslagen, ondanks verkeerd lopen, regen of als het niet mee zit. Het Franse lied, Ne crains pas (Jes 43), Vrees niet, zingt door het hoofd. Zingt, zoals het vrijwel alle dagen deze tocht door mijn hoofd zal zingen. Ga de toekomst, ga vandaag en alle dagen, met vertrouwen tegemoet. Het is goed, zal goed komen. En ik kan het niet missen, in de stad zegt een voorbijganger, wijzend naar mij als pelgrim, kijk, een vrolijke wandelaar met plezier. Geluk kan je maken.

Page 16: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

16

Want het zit niet mee in Le Creusot, toch een grote (metaal) industriestad had ik me een hotelkamertje beloofd. De buschauffeur van de stadsdienst zet me af bij een hotel, vanaf 130€. Nogal prijzig. Gevraagd, gezocht naar alternatieven, maar zoals zo vaak, de lokalen weten het eigenlijk niet. Langs de kant van de weg had ik een reclame gezien voor een Formule1 hotel. Dat moet er dus wel „ergens” zijn. Met nog eens een stadslijn, door de stille lege straten, blik voor de deur, luiken toe, een doodse stad. Iedereen opgesloten achter de eigen muren. Door de buitenwijken en een eind lopen daarna voordat ik me in een hotel van deze fameuze keten incheck. Ach ja, Een bed is een bed en een douche spettert even hard als hij op de kamer staat dan wel gemeenschappelijk ergens op een gang. Goed mee te leven. Ik ben moe, heel moe als ik er om 19:00uur aan kom. Sinds vanochtend niets gegeten, weinig gedronken, pijn in het lijf, goede nachtrust. Volgens de kaart loopt de route morgen weer op kleine paden langs een rivier. Het zal me benieuwen. Vandaag waren de paden weer ondergelopen, wegen afgezet en rivieren en beekjes hadden overduidelijk meer water te verwerken dan gewoonlijk doen. Als het niet lukt, worden het weer witte wegen want, al regent het niet echt meer, de bossen zitten nog boordevol water.

02.06.2016 (27 km dag 5/ 170km) Montchanin – Burnand Goede nachtrust, stil hotel. Pijn in het lijf maakt me herhaaldelijk wakker. In de ochtend een volledig grijze lucht, daar vertel ik niks nieuws mee. De slechte recensies die de Formule1 keten hebben, zijn niet in dit hotel ervaren. Simpel, eenvoudig, no-nonsense, goed. Van mij krijgen ze een pluim. Weest stil, niet weest leeg, maar wordt vol van wat je doe. Als ik eet, eet dan en laat de gedachten daar niet van afdwalen. Als ik iemand ontmoet, ontmoet hem dan, oprecht zonder te laten afleiden. Als ik stil ben, ben dat dan ook en denk aan niets, niets anders dan ik- hier- nu. Als ik bid, bid dan ook. Weest oprecht toegedaan aan wat je doet. Le Creusot is een oude industriestad. Veel metaal nijverheid, staalfabriek, gevestigd op de mijnen van weleer. Een afgedankte staalpers siert een plein. Hele mooie, gebouwen, Jugendstil, 20e eeuw, landhuizen versieren het stadsbeeld. Hier hebben de industriëlen veel geld verdiend. En natuurlijk, is er een officieel bureau van de franse communistische partij. Materieel rijk worden kan blijkbaar niet zonder anderen arm te maken. Ik kom op bekend terrein. Vier jaar geleden onderweg naar Santiago, ben ik deze weg ook gepasseerd. Buxy met de Buxusstruiken, het feu de St.Jean op de berg boven St Gengoux. Een storm, een donderbui, het is maar de TGV die passeert. Wat komen ze kort op elkaar. Veel electriciteitsdraden ontsieren het landschap. Op de kaart was het me al opgevallen, vele lijnen naar Le Creusot, het zal wel een electriciteitscentrale zijn. Nee hoor, het is de energie-vretende staalindustrie, eindpunt van de electriciteitsvoorziening, niet het begin. De landweggetjes hoog over zijn zeiknat en drassig. Ik vermoed dat de paden die langs de beken lopen niet te doen zijn, zijn ze ook niet. Verschillende ondergelopen, drassig zompige paden dwingen me terug tot omlopen. Ik mijmer over Taizé, komt, hoort en ziet. Er gebeuren wonderbaarlijke dingen. Meer dan 100.000 jongeren zijn er elk jaar voor enkele dagen tot een week te gast. Allereerst om zich te vermaken. En toch, het merendeel raakt geïnspireerd, komt thuis met verhalen die hen nooit meer los zullen laten Als ik het moet duiden wordt het lastig. Gastvrijheid is wel heel belangrijk. zonder de gastvrijheid betoont door de communauteit, zou dit nooit gegroeid zijn tot de immense beweging die het nu is. Gastvrijheid, open staan, ontvangen. Doorgeven van geloof, van inspiratie. Niet alleen van de monniken tot de jongeren, ook tussen de jongeren onderling. Zoals wij op pelgrimswegen gaan, ons thuis verlaten en nieuwe vergezichten zoeken. Zo opent in gesprek met de ander zich een nieuw vergezicht dat vaak blijvende indruk maakt. En vertrouwen. Vertrouwen in God, in de ander, in jezelf. Een vertrouwen dat nooit beschaamd wordt voor wie durft, voor de moedigen die op pad durven gaan. Het het zal goed komen, is goed. Geloven terug in de essentie, wars van denominatie, ontdaan van futiliteiten. De verbinding zoeken. Verbindend in gebed, in zang waar eenieder zich in kan herkennen. Een meditatieve sfeer die uitnodigt en waar (vrijwel) iedereen zo instapt, zich thuis voelt.

Page 17: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

17

In mijn studietijd was Taizé al een bekend oord. In het groepje waar ik deel van uit maakte, „Abdij en jij” , hadden we de belofte gedaan dat ieder Taizé zou bezoeken. Ook voor mij is het een onuitwisbaar gebeuren geworden. Vrolijk, luchtig en toch indringend persoonlijk en serieus. De hele Godganse dag regen. Een regennevel overdekt het landschap. Verder dan 1 km is niet te zien. Ik wou dat het voorbij was en toch, mijn humeur mag er niet onder lijden. Het is heerlijk om onderweg te zijn. Aankomen, waar dan ook, is leuk, maar er zit niemand op mij te wachten. Fout lopen kan ik niet, want het gaat om het gaan, niet om de bestemming. Elke weg, elk pad is goed. Het regent gestaag, de stuifregen dringt overal door. Ik wordt koud van de nattigheid. De gite van vanavond is dan niet wat ik wens, een vochtig onverwarmde keet in het bos, geen voorzieningen en zielsalleen. Ik zal mijn noodrantsoen moeten aanbreken. Vroeg in de slaapzak. En buiten regent het nog. De eerste blaartjes verschijnen. Dat had ik ook niet anders verwacht in de zeiknatte schoenen en doorweekte sokken. Een blaar houdt standaard drie dagen aan. Afwachten dus. Als ik dan door dit Franse land, in de buurt van Cluny loop, vallen me de stevige vroeg middeleeuwse dorpskerkjes op. Sommige van een bijzondere schoonheid, van buiten dan. Want van binnen is het een stoffige dooie boel. Gelukkig zijn de kerkjes vaak open, kan ik er even schuilen en bijkomen. Opvallend dat de dorpjes o zo vaak naar de patroonheilige van de kerk vernoemd zijn. Waar God het Franse land verlaten heeft, herinneren de namen ons aan Diens helpers uit voorbije tijden. Zo snel kom je niet van God af!

03.06.2016 (30 km dag 6/ 200km) Burnand – Cluny

Goed geslapen, veel gedroomd. Ik moest vredewensen ophalen bij kinderen die ze niet op school konden brengen. Werd naar hen thuis gereden door een vrijwilliger. De eerste twee kinderen, Peter en Marieke, duidelijk wat minder begaafd met een simpele boodschap, oprecht en lief. Niet de omhaal van woorden, de werkelijke bedoeling telt. Bij het afscheid gaf ik spontaan een vredeskus. Vrede geef je door. Wakker gefloten door de vogels, Onnodig te zeggen dat het grijs is, de lucht zit wederom potdicht. Maar, zover als ik zien kan en dat is niet ver in dit bos, de lucht is wel helder. Al een uur op, nog steeds geen spat gevallen. Hoopvol. Alle kleren, shirt, broek, ondergoed en sokken nog nat van gisteren. De schoenen evenzo. Het nodigt niet uit in de klamme kleren op pad te gaan. Ze zullen wel drogen, stomend door de lichaamswarmte om daarna weer door regen vermengd met zweet stinkend, vanavond weer muffig nat in de handwas te gaan. Het lot van een pelgrim in regentijden is niet onverdeeld prettig. Maar ik heb geluk. Vandaag is geen regen, nou ja, bijna niet, gevallen. Ik ben om gelopen naar Taizé, de extra pijn aan de voeten heb ik er graag voor over. Taizé is een verrassing. Weer meer kloosterlingen, buiten het seizoen toch weer groot, groter, grootser. Ongelooflijk, het groeit hier tegen de stroom in. Jonge broeders, duizenden jongeren. Open gezichten, open vizier. Men spreekt elkaar aan, wil elkaar ontmoeten, raakt in gesprek, in trance in de gebeden, in de liederen. Aangeraakt en meegenomen. Ik ontmoet een pelgrim, hij is komen lopen van achter München naar hier. Zie de fietsers onderweg met maar één doel. Ik woon de Taizé dienst bij, van het begin tot het einde. Als buitenstaander en eigenlijk ook weer niet. Ik weet nog, vier jaar geleden, onderweg naar Santiago ben ik hier ook geweest. Ik voelde mij toen niet op mijn gemak. De rust kwam niet over mij, hoe ik ook probeerde. Toen was ik er een hele dag, nu slechts twee uur. Ik ga nu zitten, sluit de ogen, haal diep adem, geef me over en thats it, ben thuis. De kerk stroomt vol, vroeg in het seizoen, de luiken zijn nog niet geopend. De broeders komen een voor een binnen. Een klop, de dienst begint.Onbekende Taize liederen, toch eenvoudig mee te zingen. Ik zing mee, laat me in vervoering brengen. Doe mee, een met zoveel anderen,

Page 18: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

18

ondergedompeld, meegevoerd, tot rust gekomen. Het kan, gewoon zitten, loslaten, meedrijven op gezang, kringelen naar de hoogte. Laat komen wat komt. Na de dienst verlaat ik Taizé direct. Een jongeman houdt me staande, waarom? Waarom zo snel weer doortrekken weg van hier? Omdat Taizé voor de jeugd is. Dat de jeugd elkaar ontmoet, spreekt, bemoedigt. Een oude vent is hier alleen een stoorzender, bedweter. Zoek mijn onbeheerde rugzak die veilig op het middenplein ligt, te midden van duizenden passanten, grijpbaar voor elke gauwdief. Ik wil hier weg. Bij het vertrek uit het dorp kom ik beide Fransen tegen die ik eerder in St. Léger ontmoette. Ook zij voelden na de dienst niet het verlangen hier te blijven. Goed er geweest te zijn, goed weer door te gaan. Niet dat het me niets zegt, onbelangrijk is. Nee, het is niet meer onze wereld, niet meer de wereld van mij met mijn 58 jaar. Het is de wereld van de jongeren. Laat het hun wereld zijn. Mijn voeten doen me pijn. Ik kan wel doorlopen, maar wil het helemaal niet. Als ik maar loop, gaat het prima, vergeet ik de pijn. Dat is onzin. Als ik vanavond rust, moet ik de schade aanzien. Ik besluit, meer een verstandsbesluit dan gevoel, te stoppen in Cluny. Het is er nog lastig onderdak te vinden. De reusachtige gite d’etappe is volgeboekt met Amerikanen en op hoop van zegen meld ik me bij de Soeurs de St.Jopseph. Vanaf de straat, een deur, een voorportaal, een tweede zware bruine deur en je staat bij de portier. De portier is, ondanks dat je zegt dat ze zo gentile is, gewoon een tang. Het vergt wat overreding voor ze de gastenzuster belt. De gastenzuster, een en al vrolijkheid, een groots gebaar, een hartelijk welkom, een vriendelijk woord, uitstekende voorzieningen. Een mooie kamer, gastvrij, welvoorziene keuken met proviand. Er worden in dit huis talrijke pelgrims opgevangen. Wel 200 per jaar. Bijna allen gaan naar Compostella en alle nationaliteiten. Een enkeling naar Assisi, maar dat zijn dan wel Fransen. Nee, een Hollander op weg naar Assisi is toch wel ongebruikelijk. Later voegt Jens uit Leipzig zich bij me. Als een echte pelgrim, stinkt hij als otter. Hij spreekt slechts Duits, waar de zuster alleen Frans spreekt. Toch handig die meertaligheid van Nederlanders. Jens heeft er al meer dan 1000km op zitten, trots toont hij een enorm aantal stempels. Een maand onderweg. En ja, hij kwam langs een plaatsje dat Taizé heette, de voie verte (het fietspad) liep er langs. Nooit van die plaats Taizé gehoord, was daar wat bijzonders dan, hoezo? Nee, vandaag heeft hij een topprestatie geleverd. Wel 40km vanaf Saint Désert, maar ja he, doorstappen op de voie verte is een makkie. En ik kan het weten want vier jaar geleden ben ik diezelfde weg vanaf St Gengoux gegaan. En Cluny, nou ja, ik moet toch ergens slapen? Het is lastig om het gesprek op pelgrimsgeest, zoeken, vinden te brengen. Wandelen is een passie, wandelen is zijn doel. Cluny, eertijds heel, heel groot en bijzonder belangrijk, heeft nog Pausen voortgebracht. Inspiratiebron van Benedictijnen, Cisterciënzers, van vele Godvrezende zoekers uit voorbije tijden. Centrum van culturele ontwikkeling, handel, macht. Cluny is nu een zielig dorpje. Nee, niet waar. Wat geweest is, is geweest. Cluny heeft toch maar cultuur gebracht, verspreid, de weg naar Santiago open gelegd, en vele zielen in het verleden in beweging gebracht met haar kloosterhervormingen. En met wat nu is, de Soeurs de St Joseph, zijn ze weer een presentie van God in ons midden, gastvrijheid, aandacht. Iemand als Jens, van wie ze geen woord verstaan wordt evenzeer opgevangen als een Fransman. De communauteit van de Soeurs de Cluny (http://sj-cluny.org/) is in deze streek ontstaan, heeft haar primaire vestiging hier al is het hoofdkantoor in Parijs. Ik kende ze niet, hoeft ook niet. De orde is met name actief in Franstalige gebieden en bestaat nu uit een 2600 zusters. In de 19e eeuw is ze ontstaan als weerwoord op de Franse revolutie die zoveel van het kerkelijk leven vernietigde, en richt zich nu met name op onderwijs en gezondheid. De kleine communiteit die het moederhuis nu bevolkt, een 15tal zusters, zijn allemaal op leeftijd. Het is een soort bejaardenhuisje voor de eerder elders actieve zusters. Nog steeds de dagelijkse gebeden, die ik als gast natuurlijk bijwoon. En barmhartig voor elke pelgrim, vreemdeling, voorbijganger, die onderdak vraagt. Durf ik, als een vreemdeling voor mijn deur staat, met een dergelijk groots gebaar hem welkom te heten? Het is donativo, en Jens vraagt me, hoeveel moet je dan geven? Ach, er is maar een maatstaf, antwoord ik. Als bekend wordt wat je gegeven hebt, wil je niet dat je je daarvoor schamen moet. En je weet wat het onderdak elders kost, dan weet je toch de redelijke prijs?

Page 19: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

19

04.06.2016 (29 km dag 7/ 229km) Cluny – Tramayes En weer zit de lucht potdicht. Het vertrek uit het gasthuis doet camino achtig aan. De hospice ligt in een hellend straatje, een 50meter van de stadspoort verwijderd. In het ochtendgloren, nauwelijks goed licht geworden, ga ik over de kasseien door de straat op weg. Zoals zovele pelgrims juist ook deze weg, deze poort genomen hebben, de stad achter zich gelaten, de toekomst, Santiago hun pelgrimsbestemming tegemoet. Vreemd, Cluny, wereldmacht, meer dan 1000 dochterkloosters, ontzagwekkend invloedrijk en toch zo weinig stad rondom haar kloostermuren. De monniken moeten zeer ijverzuchtig zijn geweest dat ze de macht en handel aan zich hielden. Voor poorters geen ruimte. In de feodale wereld, waar geld een schaars middel was en rijkdom vergaard werd door het aanbrengen van goederen, belasting werd in goed en mankracht geheven, was het van eminent belang dat de wegen goed onderhouden werden. Cluny, centrum van macht en rijkdom wordt wel geroemd als bakermat van het pelgrimsbeweging. Daar zat dan wel een hoop welbegrepen eigen belang achter al die steunpunten op ’s Heren wegen. Vandaag modder, ree sporen in de blub, toch droog, alleen bewolkt. Ik heb pijn aan de voeten. Het gaat ternauwernood. Koers af op een gite, 60personen, altijd plek, maar deze blijkt nog gesloten. De regen komt niet weer, de paden wel zeiknat. Op de route is met grote witte pijlen een alternatief rond de plassen uitgezet. Goed alternatief en ik ga over op de witte pijlen. Blijkt het alternatief geen alternatief maar een heel eigen, andere route, Vóór ik het in de gaten heb, zit ik al ver naast de kaart. Helaas. En ook later op de dag gaat het mis. Wil ik bij het onderkomen in het dorp St.Jacques afspreken, wordt er niet opgenomen. Te groot risico dat ik naar een adres loopt waar niets lijkt te zijn, buig ik af, weer terug naar Tramayes waar altijd onderdak verwacht kan worden. Verder dan St.Jacques zou ik misschien wel halen, maar mijn voeten zouden dan aan gort gelopen zijn. Dat risico, die tol wil ik niet betalen. Dan maar een particulier. Jacques Vial heeft achter diens naam in de adressenlijst „accueil pélerin” staan. Geen idee wat het betekent. Met de mobiel bel ik, een stem vraagt me, waar sta je?, het blijkt een 100tal meters verder te zijn. In de deuropening zwaait een man me een warm welkom tegemoet. Hij heeft een tuinhuisje voor maar zes man. Gastvrije ontvangst, een praatje, thee, een bed. Jacques heeft enkele jaren geleden de camino de Santiago gelopen en thuis gekomen dacht hij, wat kan ik daar nu aan bijdragen. Zijn huis is een grote bende, grote doe-het-zelf verbouwing en ogenschijnlijk is alleen de badkamer gereed. Maar het tuinhuisje is wel beschikbaar, zijn eigen badkamer staat ter beschikking. Simpel, sober, wat ben ik er blij mee op een dag als deze. Niet ver gekomen, wel bek af. Mijn snelheid, in voorgaande tochten gemiddeld een 35km/dag, ligt nog ver onder dat peil. De voeten doen pijn, bloeduitstortingen langs de teennagels. Blaren die morgen over zouden moeten zijn. Linkervoet heeft bij inspectie een forse blaar, tweede dag. Rechts had vandaag de derde dag, zal morgen beter zijn. Ik durf ze niet door te prikken, te onduidelijke contouren. Dat wordt dus pijn lijden, we zien wel. Nee, lekker gaat het allemaal niet.

Terwijl Jacques me uitlegt waar alles te vinden is, belt een wandelaar voor een plaats. Vijf bedden vrij maar, Geen credencial? Nee, dan geen plaats. Deze refugio is alleen voor pelgrims, gewone wandelaars worden verder gestuurd. Er komt nog een koppel. Blijken Jens en Annette te zijn die elkaar bij de VVV getroffen hebben en vandaar doorgestuurd werden. Vanavond met drie, twee Duitsers, tweemaal heel verschillend. Jens vanuit Leipzig heeft zes maanden om in Santiago aan te komen. Het gaat zoals het komt, tijd zat, werkeloos, low budget, zorgt goed voor zichzelf met eten, slecht waar het verzorging betreft. En Annette, net op weg, steeds twee weken, dan weer naar huis. Dertiger, drukke baan, weinig tijd, spirituele teksten boekje bij de hand. En absoluut niet georganiseerd, een slaapzak of lakenzak hoort niet tot haar uitrusting. Annette en Jens discussiëren over de politiek. Hoe Angela Merkel telkenkere toch weer een crisis overleeft. Hoe de vluchtelingen een aanslag plegen op de Duitse samenleving. Annette is vrijwilliger in

Page 20: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

20

het vluchtelingenwerk in Keulen, heeft te doen met de vrouwen ut Syrië, uit Afrika, mensen die vluchten uit angst. Angst voor hun lijf en leven. Die niet stoppen in Italië maar, nog steeds bang, verder, verder willen. De migratie op zo’n schaal is nog niet eerder voor gekomen. Ja, naar Amerika en Australië, dat was om economische redenen. Dat is nu anders. Het is geen economie die hen drijft. Nee, Annette gelooft er heilig in dat deze mensen terug zullen keren als het thuis wat veiliger wordt. Ik zeg, nee hoor, ze blijven. Ze settelen zich, krijgen kinderen en al wil de eerste generatie straks terug, omwille van de kinderen en kleinkinderen die opgroeien in hun nieuwe land, zullen ze blijven. Ontevreden met hun lot en met de eigen normen die ze nog generaties doorgeven. Immigranten zijn problemen, het is eenvoudig te zeggen „pas je aan aan onze normen”, maar om dat in het innerlijk van de nieuwe landgenoten te laten doorleven, dat is een heel ander verhaal. Een gedrag, norm, gewoonte heb je in je. Wat is goed, of wat is fout, wat is politiek aanvaardbaar, hoe om te gaan met “nee”, met frustraties. Dat wijzig je niet een-twee-drie. Kijk naar onze tweede generatie Marokkanen of Turken. Ze spreken perfect Nederlands, hebben een goede opleiding, en toch, ze leven in een eigen wereld. Je mag eisen dat ze de wetten eerbiedigen, dat is echter slechts het absolute minimum van een normbesef in de samenleving. En al zijn het problemen die op ons af komen, we hoeven er niet voor weg te lopen, weg te kijken. We kunnen bang zijn voor wat komen gaat. Het is tevens een uitdaging , een enorme uitdaging hier iets goeds uit voort te laten komen. Anette houdt een dagboekje bij, Jens een gedachtenboekje en stappenteller. Ongevraagd krijgen we het aantal stappen, heel veel, dat hij afgelegd heeft te horen.En hoeveel stappen dat op een dag zijn. Er zit een berekening achter hoeveel calorieën dan worden verbrand, maar moet je nu je eigen lichaamsgewicht, of dat gewicht inclusief de rugzak als maatstaf nemen? Vragen die Jens bezig houden. Ik denk dat de gedachtenisboekjes van Annette en Jens een volledig verschillende inhoud hebben. Beiden willen ze de beelden, de indrukken vast houden voor later om er over te vertellen. Beiden hebben ze Taizé links laten liggen. Jens omdat hij er niets van wist, en al wist hij er van, ik heb niet het idee dat dat dan veel uitgemaakt zou hebben. Anette omdat ze dacht, twee uur Taizé, dat kan helemaal niet, dat is verloren tijd. Een hele dag, of niet.

05.06.2016 (24 km dag 8/ 253km) Tramayes – Beaujeu

We worden allen wakker van het vuurwerk, hoorden het, zagen de lichten en hoorden het roffelen van de regen op het dak. Draaiden ons om voor de tweede etappe van onze diepe slaap. Vanochtend is als vanouds, pot-dicht met stuifregen. Ik ben de eerste. Warme koffie, een vaarwel want de Santiago gangers zullen vandaag na 20km westwaarts trekken, buen camino, op pad. Ondanks de regen, met gezang in het hoofd, ne crains pas, vertrouw, loop en zoek de vreugde. Ik ga op pad met de wind in de rug. Al binnen het uur, jas aan, jas uit, en uiteindelijk uit. Bewolkt en af en toe een plekje blauw. Eigenlijk prima wandelweer. Wat zeur ik eigenlijk? De route volgt vandaag min of meer de route van een oude romeinse handelsweg. Dat wil zeggen, door een dal, de beekloop volgend langs oude plaatsjes, machtige Cluny kerkjes met stevige vierkante viering, uitgebouwd met betrekkelijk ondiepe maar hoge beuken. Als pro-romaans bij Oviedo gelijk (hier een iets latere datum). Zouden de invloeden vandaar gekomen zijn? Ontegenzeglijks hebben de pelgrimswegen cultuur verspreid, culturele eenheid bevorderd, zijn mensen langs die wegen de wereld in getrokken, ideeën gedeeld, vaardigheden doorgegeven. De kerken hier, Germolles en Ouroux, zijn getooid met Bourgogne pannendaken met figuren. God in de mensen, driehoek met de punt naar beneden. De mensen zoeken God, driehoek met de punt naar boven. En beide driehoeken over elkaar geeft dan een zes-kantige ster, de jodenster. De zes punten geven de zes dagen van de week, met de ene heilige zondag in het midden aan. Een symbool dat tot ver in de Middeleeuwen niet als exclusief Joods symbool gebruikt werd. In Ouroux, dat is afgeleid van Oratorium, plaats voor gebed, wordt dit symbool gecompleteerd door een ster en een kruis, een monstrans gelijk. Oude middeleeuwse symbolen. Deze streek is in de middeleeuwen bloeiend geweest, vredig en dicht bewoond. Vandaag is het er doods, aan een doorgaande weg van niets naar

Page 21: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

21

nergens. De valleiweg stijgt langzaam, en brengt me op de top (743meter) zodat ik boven de wolken uit kijk. Een uitzicht van zeker 100km in het rond. Rechts, waar de route naar Santiago loopt, over de heuvels, nevel en regen. Links, waar ik heen zal gaan, dikke wolken, leeg van water, af en toe een plekje blauw. Blauw dat zich gaandeweg uitbreidt en toch nog een waterig zonnetje produceert in de namiddag. Op de top lijkt een scheiding te liggen, het weer slaat om, weg regen. De aarde wordt verwarmd, de dennengeur komt vrij. Op de zuidhellingen schijnt de zon, staan de wijnstokken, mooi pad, eekhoorntjes hupsen voor me uit. De bospaden zijn redelijk te gaan. Ondanks de regen van de laatste dagen, verzadigd de grond, blub die de voeten naar beneden trekt, heerlijk lopen. Aan de kant van de weg een bordje, rustplaats voor pelgrims. Een bewoner heeft onder een prieeltje stoeltjes gezet, een tafeltje, rustplekje voor vermoeide mensen gecreëerd en ik maak er dankbaar gebruik van. Als ik doorloop, spreek ik een kleine zegebede over dit heerlijk plekje uit. Mijn voeten doen pijn. Rechts zijn drie dagen verstreken. Ziet en voelt veel beter. Links is het de derde dag, voelt penibel. Bij het badderen blijkt echter, als altijd, dat de pijn erger is dan de schade. Ik kan vandaag verder lopen. Waarom niet? Maar ik kies voor de voeten. Als ik alles kapot loop, heb ik er later dubbel last van. Doe rustig aan. Het is een verstandshuwelijk en voelt niet gelukkig, maar is wel de beste keus. Een pelgrimsweg is een metafoor voor het leven zelf. Ik ga op weg, soms gedachteloos, met een doel voor ogen, altijd verder dan haalbaar lijkt. En toch, met de tijd, kom ik er wel. Ik ontmoet gastvrije plaatsen, een hutje voor mijn middagmaal, de refugio van Jacques. Alles om niet. Onderweg kom ik mensen tegen, mensen die me deelgenoot maken van wat hen beweegt, en soms ook niet. Soms vraag je de mens, en komt er alleen maar nieuwsgierigheid naar. Geroepen tot pelgrimage zijn er weinigen. En toch, wat zou dat? Gaandeweg zal aan het lijf ervaren worden, de gastvrijheid, openheid, eenvoud geduld, compassie. Van hen die onze onderkomens verzorgen, van hen die onderweg zijn. Ik schreef weleens, laten we elkanders engelen op onze weg zijn. Houdt dat voor ogen. Deel, en je ontvangt dubbel. Deel niet omvat je dubbel wilt ontvangen, maar deel en weet dat dat het geluk van de ander vergroot en daarmee dat van jou. Als ik in de kerk zit, de gebeden hoor, de liederen zing, dan denk ik vaak aan deze dagen. Aan pelgrimeren, onderweg zijn, gelukzalig en vol vertrouwen. Ja het is goed, op het einde zal het zal goed zijn, en als het nu niet goed is, dan is dat nog niet het einde. Het eind is altijd goed. Wat me frappeert is dat geluk geen geld is, geen gezondheid, geen afwezigheid van pijn. Geluk is een gevoel, gekend, geliefd te weten, Geluk kan je maken, geluk kan ik maken voor een ander. De ander kan (en zal) mij gelukkig maken. Misschien is dat wel de geheimenis van een goede verstandhouding. Wat is een pelgrim. De vraag kan je op verschillende wijzen beantwoorden. Ik had gezegd, een zoeker naar inspiratie, naar motivatie. Je kan zoeken naar „ je weg”. Moet je rechtsaf gaan in het leven, of linksaf. Of, op zoek naar” jezelf”, wie ben ik, hoe is gekomen wie ik ben, wat ik ben, waarheen ik ga en ben ik daar dan tevreden mee? Of, zoals nu, een zoeker naar „ het innerlijke ik”, de vrede, het doorleefde. Misschien zelfs een verandering, een attitude. Wat ik mee gekregen heb van de Benedictijnse spiritualiteit is dat ze een vast ritme voor getijden, bidden en stil zijn heeft. De tijd is de kern. Het is heel belangrijk je aan een systematiek te onderwerpen die de ruimte biedt. Franciscus preekt tegen de vogels in het veld. Ofwel, hij heeft de vrede, Pax et Bonum, gevonden, Vrede en alle goeds, doe goed. Het ritme wordt als vanzelf gevuld met mentaliteit, houding, verstilling, doorleefd, vrede. In Beaujeu aangekomen sta ik in vertwijfeling. Hotel, chambre d’hotes? Gite is er niet, dat wordt duur. Bellen tevoren heb ik niet gedaan en ik schiet een voorbijganger aan: weet u?, en ik wijs naar een adres in het boekje. O, U bedoelt mw Sernon? Ja hoor, en ze wijst de weg. Een welbekend adres in dit stadje dat aangeeft dat deze stad nog groot genoeg is dat men elkaar kent. Eén hoofdstraat, een machtige kerk, en wat zijstraatjes. Vanavond chambre d’ hotes. Best weer duur. Om geld te bespraken pick nick ik op een bankje naast de beek. De zon schijnt, eindelijk. De voeten kunnen uitwasemen, de blaren drogen aan de zon. Straks een pilsje tot besluit en vroeg het bed in. Gister, met Jens, was wel leuk. Maar hij was constant aan het woord, geen rust. Dat zal vanaf nu, nu de Santiago route en de Assisi route afscheid van elkaar genomen hebben, wel anders worden. Zou Beaujeu de naamgever zijn van de Beaujolais? Er is hier wel heel, heel veel aandacht voor de beaujolais wijn met verschillende proeverijen in het centrum.

Page 22: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

22

Beaujeu kan bogen op een roemrijke geschiedenis nauw verbonden met de Sires de Beaujeu, of, zoals de pater familias zich later noemde, le Prince de Beaujolais. Inderdaad, Beaujeu en Beaujolais hebben direct met elkaar van doen. Hoofdstad van een van de grote prinsdommen in Frankrijk. De plaatselijke parochiekerk, Sint Nicolaas, is in 1132 geconsacreerd door Paus Innocentius II. De Sires de Beaujeu waren indertijd de werkelijk machtigen waar kerk en wereld rekening mee hielden. Stichters van de vrijhandelsstad Villefranche in 1140. Kruisvaarders, tempeliers, gehuwd met de prinsessen van Frankrijk en Savoye, in de tweede helft van de 12e eeuw uitgegroeid van Sire tot Seigneur tot Prince de Beaujeu en zwager van de koning van Frankrijk. Uiteindelijk, in 1265 met de dood van de laatste stamhouder die slechts één dochter had, is het huis ten einde gekomen. Of beter, ingevoegd in een ander geslacht.

06.06.2016 (36 km dag 9/ 289km) Beaujeu – Villefranche sur Saône Laat op, madame was niet te bewegen voor 07:45uur een ontbijt te serveren. Eerst maar de ruimte voor een stille tijd genomen. Stil, straatgeluiden komen door, het lukt niet me te concentreren maar voor ik het weet is de tijd om. Wat was dat moeilijk de eerste dag, wat gaat het al gemakkelijk nu. Zo ook het overdenken van een stukje uit de regel van Taizé, of het lezen uit een van Paulus’ brieven. Stille tijd is in een zucht voorbij. Het is bewolkt als ik inpak en de stad uitloop. Geen winkels open, geen proviand voor onderweg anders dan wat in de buik zit. Meteen fors stijgen, steen keienpad, overwegend droog. Laatste randje Morvan. Eenmaal boven is het leed geleden, zal het de verdere dag alleen maar licht dalen zijn. Een aangename wandeldag door bos en velden. Pas na 20km komt St.Cyr waar toute le commerce zou zijn, in zicht. Ik verheug me bij voorbaat op een cola. Door de steeds meer doorbrekende zon, alpenwei, de lucht geurt van dennenhars, kamfer, boeren hooien het gras. Dat belooft de komende dagen mooi weer. De eerste vlinders, zandoogjes, citroenvlinders. Het weer slaat om. Vogels hoog in de lucht en in de verte blaft een hond. Stil in de wereld, stil in het hoofd. Kilometers glijden voorbij. Lopen is even stilstaan, even leeg zijn, even thuiskomen. Ik loop op mijn blaar (gaat beter nu), weet

niet wat op de bank staat (wel dat de belastingdienst weer langs zal komen) en neurie voor me uit. Geluk is geen geld, is geen goed, is geen gezondheid. Geluk is het hier en nu, in het hart van zeker weten. Tegen het middaguur arriveer ik in St.Cyr. Er zou een bakker zijn, een bar. Ach, die zijn er wel, maar op maandag gesloten. Alleen de gemeente waterkraan is open. Een domper. Het valt

zoals het valt, en zoals het valt is het altijd goed. Een oude vrouw spreekt me aan. Pelgrim, Assisi? Kan het niet ontkennen. En? vraagt ze. Ik zeg, de bar is dicht helaas. Och, antwoordt ze, wil je water, wil je een boterham? Loop even mee. In een uitdragers huis, wat een troep in elke ruimte, mag ik in de mooie kamer zitten. Brood, ham, worst, kazen, fruit, vruchten, sla en pickles. Tast toe, water en wijn worden aangedragen. Of wil je wat anders? Gilberte snijdt ruim af, ik leg driekwart weer terug. Heb je al onderdak voor vanavond? Nee, antwoord ik, maar de grote stad Villefranche wil ik wel halen vandaag. Ze belt even op, Nee, vol met afspraken vandaag, kan niet, volgend adres, volgend. Overal geen gehoor of kan niet. Helaas, nergens mogelijk. Loop verder, zegt ze, en als er niets lukt, bel dan dit. Ze geeft een telefoonnummer op een papiertje. Gesterkt ga ik verder op pad. Zestien kilometer nog, onder de inmiddels bloedhete zon. Blij mijn water aangevuld te hebben volg ik de rode wijnfles-aanduiding route door de Beaujolais velden, tussen de wijnplanten, veel nieuwe aanplant. Hier wordt geïnvesteerd in de toekomst. Glibber, rots, steen en wauw, wat kan je ver zien. Lyon in de verte. De druiven zijn nog klein. Het ruikt naar zwavel, preventieve behandeling tegen meeldauw die in de 19e eeuw de wijnvelden decimeerde. De ouderwetse methode van bestrijden nog steeds in zwang.

Page 23: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

23

Villefranche wil maar niet dichterbij komen en uiteindelijk, eindelijk dan, loop ik in de eerste buitenwijk in. De bus naar het centrum rijdt van achter me voorbij. Ik zou eens in de verleiding komen! Er achter piept een klein wit autootje op, komt langszij, raampje naar beneden. Bent u die Hollandse pelgrim? Ik sta met een mond vol tanden. Hoe weet zíj dat nou? Stap in, je slaapt vanavond bij mij thuis. Het blijkt de vrouw te zijn die vol afspraken zat. Er was toch een gaatje en ze had terug gebeld naar Gilberte. Gilberte had al gezegd, die loopt snel, dus dacht ik, zegt ze, zal eens zien of ik hem kan vinden. Een luttel 100meter verder schiet ze een zijweggetje in. Ze heeft haar garage verbouwd tot een prima één of twee persoons refugio. Welkom, welkom en als je nog moet eten…. schuif aan. Vorig jaar zijn 167 pelgrims de weg naar Assisi gelopen. Volgens het gastenboek van mijn gastvrouw, Daniëlle zijn er in 2015 2 Nederlanders geweest (Marti en Corinne uit Amsterdam), het jaar er voor één (Tim). Nee, Hollanders kom je niet veel tegen. De weg is booming maar nog steeds erg klein en heel erg Frans. Er komen refugio’s, chambre d’hotes bij, maar schaars. Daniëlle, heeft zelf van Vézelay richting Assisi tot de Mont Cenis gelopen, en zo vertelt ze, ze wilde wat terug doen voor al die mensen op de route. Ze bedacht, de route loopt vrijwel langs mijn huis, een luttele honderd meter van mij

vandaan en opende daarmee deze gastvrije gastenkamer. Op de de tweede dag ben ik gevallen. De wond in mijn hand is nog (steeds) open en ter bescherming draag ik een wollen handschoen er overheen. Geen gezicht, het voelt wel gewichtig. In de jaren ’60, het rijke Roomsche leven bloeide nog, was het boek „ de Kardinaal” een best seller. Hoe de zoon van een tramconducteur het brengen kon tot kardinaal prins van de kerk, in de curie van de Paus. Als ik het verhaal vandaag de dag overdenk, de stelligheid waarmee dogma’s geponeerd werden, de vanzelfsprekendheid waarmee tradities levend bleven. Wonderlijk dat in zo’n korte tijd het denken van de westerse wereld zo verzelfstandigd is. Hoe ik er op kom? Omdat een van de passages in dat boek verhaalde hoe een eerbiedwaardige familie van eeuwenoude adel, zo oud en zo voornaam dat ze zich niet verlaagde de handschoen uit te trekken voor ze een ander de hand gaven. Het waren trouwe Paus aanhangers die, en dat begrijp ik weer niet, de Christelijke boodschap van eenvoud zoals door Franciscus gepropageerd wordt niet kennen. En zo zit ik dan 2,5uur aan tafel, verhalen vertellen, pelgrimeren wat is dat, waar gaat het over. Hoe gaat het met jou, Daniëlle. Wat houdt ons bezig. Haar kinderen in het buitenland, haar man met pensioen en nog nooit zo druk geweest, vol bijbaantjes in de sportbonden, vier dagen per week uithuizig. Ontmoetingen aan de keukentafel, wat geniet ik er van. Geloof, hoop en zeker weten. Gewoon gaan, ook al is je innerlijk nog niet tot rust. Gaan, op me in laten werken, en zeker weten, het zal goed komen, het zal goed zijn.

07.06.2016 (44 km dag 10/ 333km) Villefranche sur Saône – Bourg St.Christophe

Ontbijt samen met Daniëlle. Inpakken, wegwezen. Toch niet. Daniëlle brengt me naar de bakker, dan de kruidenier, en over de Saône. Dan hoef ik dat lelijke stuk door de stad niet te lopen. Met een welgemeend „ tot ziens”, een hug, nemen we afscheid. Onverwachts zijn Gilberte en Daniëlle gekomen, als engelen op mijn weg. Het weer lijkt omgeslagen, de lucht is blauw. Broeierig warm, bewolkt in de verre verte, dreigt nabij te komen. De boeren hooien, de zwaluwen vliegen nog steeds laag. Wie zal gelijk krijgen? De boeren of moeder natuur? De Dombes, de streek waar ik nu door heen loop, is plat, erg plat, is mij verzekerd. Vergelijk het met midden en zuid Limburg bij ons. Koren staat er zielig bij, mais pas 15cm boven de grond, die moeten er nog hard aan trekken om groot te worden. Het pad volgt boerenlandpaden

Page 24: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

24

tussen uitgezaaide velden, langs natte moederpoelen, langs de etangs vol met muggen, witte wegen langs koren. Vogels, veel vogels, koekoek in het bos, een specht, reigers met de poten in het nat, fazanten stuiven op uit de akker. Muggen begeleiden me de gehele dag in zwermen. En overal waar ik loop, plonst het kikkers in het water. De omgeving is vol etangs, natuurlijke waterplassen waar het water stil blijft staan. Met deze temperaturen is het een kraamkamer voor muggen, een distributiecentrum voor malaria. Maar daar heeft men wat op gevonden. Zou men „ niets” doen, dan is het land drassig en zijn de meren gevuld. Door dijkjes langs de etangs te leggen en ze alternerend 3 jaar vol, dan leeg te maken, kunnen de muggen zich slecht ontwikkelen, is de malaria gebannen, en elke drie jaar als ze een etang weer leeg laten lopen, een macht aan vis voorhanden.

In Ars ligt de pastoor opgebaard in een glazen kistje, graatmager, lijkbleek. Kan ook moeilijk anders. Hij is al jaren dood. De pastoor van Ars, heilig verklaard en patroon van de pastoors, trekt veel bekijks. Er is een nieuwe (lelijke) basiliek om zijn kist gebouwd, bezocht door authentieke pastoors in soutane. Daar kan ik dan wat mee-warrig over doen, maar het is een feit, hij weet nog veel mensen te inspireren. Dan is het toch mooi, allang dood en zoveel mensen in beweging zetten? Zeggen we niet, je bent pas dood als je niet meer herinnerd wordt? Er lopen twee wandelaars voor me uit. Als Emmaus gangers in gesprek, en al gaan ze een andere kant, ze gaan samen op de weg van de pastoor van Ars, is het te raden waar het gesprek over zal gaan. Een schoolklas, lagere school, wordt aan de hand genomen. Een multitude jongeren, twintigers, komt me in de velden tegemoet. Retraite, bezinning. Het hoeft allemaal niet zo lang of ver weg te zijn. Ik bel tevoren op. La maison de Béthanie, daar ben je altijd welkom, zei Daniëlle. Geen gehoor, in het antwoordapparaat ingesproken dat ik onderweg ben. En als ik dan eindelijk in het dorp arriveer, de lucht trekt al dicht, het wordt benauwend warm, wordt ik op straat door oudere dametjes aangesproken. U bent zeker een pelgrim en zoekt een slaapplaats? Ga naar huis Béthanie, daar is altijd plaats. En ja hoor, daar aangekomen wordt ik over de muur aangesproken, was u dat die gebeld had? Kom er in. Louise wordt er bij gehaald. Oudere vrouw van een leeftijd dat je er niet meer naar vraagt. Stevig, kordaat, grijs haar. Pientere kop, stralende ogen door een zilveren montuur, kruisje om haar hals. Het zou zo een Franciscanes kunnen wezen. Ja hoor, zegt ze. Voor een pelgrim hebben we altijd een bed gereed staan. Ga douchen, we eten tegen zeven. Juist aangekomen, begint het te regenen. Donder en bliksem in de verte. Het koelt op slag af. Het huis Béthanie is en opvanghuis voor buitenlanders, nu een Armeniër, drie Albanezen en drie Iraniërs en Louise die het al bestiert. In de ’90-ger jaren, vertelt Louise, zat ze zo goed als aan de grond. Vrouw alleen, geen ouders, zoontje Vincent, geen geld, niets. Alleen een visioen. Vanuit Parijs was ze via veel omwegen hier neergestreken. Met een visioen. Via een père kreeg ze de beschikking over een bouwval, ruïne, dit hier. Maar ze had een visioen. Na een auto ongeluk werd ze opgenomen in het ziekenhuis, ontslagen, terug naar het bouwval. Diezelfde avond stond er een buitenlander voor de deur. Hij zocht onderdak. Louise dacht, zo zegt ze, Heer, als het niet nú is, wanneer dan wel? en opende de deuren wagenwijd. Maison Béthanie was geboren. Sindsdien zijn er velen die aan haar deur kloppen. Sommigen voor jaren, soms voor een paar weken. Buitenlanders, vluchtelingen, vreemden. Werklozen die wat om handen wilden hebben. De restauratie van het pand begon, een kapel werd ingericht. Handarbeid, confituren bereiding en verstelwerk voor de kostwinning. Eenvoud, dankbaarheid. De mensen uit het dorp dragen aan, soms dit, soms dat. Heb vertrouwen, heb geloof. Is het dan altijd goed gegaan? Ach, je had vreemde snuiters. Een alcoholist, de flessen lagen her en der. Een dealer, drugs, niet goed. De alcoholist en de dealer konden elkaar niet velen, zijn met elkaar op de vuist gegaan. De politie kwam er aan te pas. Maar de alcoholist is genezen, de dealer verdwenen. Het komt goed, je weet alleen niet wanneer.

Page 25: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

25

En de tegenkrachten van buiten. Overheden eisten dat het huis sloot, voldeed niet, keer op keer tegenwerking. De mensen uit het dorp steunen geweldig, tot nu toe met succes. Philippe, een bewoner van dit huis, alleen op de wereld kreeg onderweg naar zijn werk een hart stilstand. Het ziekenhuis belde, alleen het adres van maison Béthanie stond in zijn boekje. De reanimatie had wat op zich laten wachten, er waren nogal wat functies uiteengevallen, kunt U? zo vroeg men aan Louise. Nee dacht ze, niet in dit huis, met zoveel trappen, ondoenlijk deze last op me nemen. En ze zegt, ik bad tot God dit voor mij weg te nemen. Vanavond zit ik aan tafel. Hij is goed gevuld met velen. Ook Philippe is er bij. Een vent in de kracht van zijn leven, geen enkele beperking. Heb vertrouwen, het zal goed komen. Vertrouw, begin, ga door.

08.06.2016 (22 km dag 11/ 355km) Bourg St.Christophe – St.Sorlin en Bugey

Heerlijk geslapen, wat was ik moe. Het ontbijt in de keuken met oud brood, zelfgemaakte jam en veel koffie. Alleen Roger en Louisa zijn al op, de huisgenoten staan later op. Ik neem de tijd. De huiskapel is op dit uur leeg, alleen voor mij. Dankbaarheid is hier de kern, dankbaarheid, vertrouwen. En zij deelden alles gezamenlijk, en er was genoeg. Zonder poes pas nemen we afscheid. Ieder zijns weegs. Wat is een pelgrim, wat is een wandelaar. Wie is toerist, wie profiteur? Zet het huis wijd open. De wandelaar kan een pelgrim worden en het huis wil daar aan bijdragen. Vandaag de laatste stukjes van Les Doubes. Weinig hoogteverschillen, open velden, drassige paden langs water. Irritante muggen, keiige beekpaadjes die nu gelukkig, droog staan. En vol met bloemen in het veld, wolken in de lucht. Vogels zingen, cicaden tsjirpen, de warmte hangt in de lucht. Het pad voert over dreven, langs de rivier, door bos, alles redelijk plat. Alleen door Perouges, een middeleeuws dorpje dat tegen negenen de luiken nog openen moet, doods, geen handel, geen toeristen. En eigenlijk, geen bezienswaardigheden. Het dorpje dankt haar welvaart aan de glorieuze verdediging in 1460 waardoor het belastingvrijdom ontving van haar veroveraar. Het dankt haar welvaart nu aan haar nominatie als een van de plus beaux villages de France, een aanjager voor de toeristenstroom. En haar bekendheid aan de vele films die hier, in het ongeschonden middeleeuws decor, zijn opgenomen. Wat worden de heuvels hoog. Ik ben nu in de Alpen regio Le Bugey aangekomen. De eerste koebellen, het gras groen, de kaas heerlijk. In de kaas proef ik de bloemen. Gisterenavond bij Béthanie heb ik alleen lokale kazen geproefd, verrassend gevarieerd en lekker (al zag het niet uit). De daggemiddelden van naar Santiago en Rome haal bij verre niet, En met de bergen in aantocht zal ik dat ook wel niet halen, Deze route, die doorgaans de GR volgt, is gericht op schoonheid, niet op snelheid. En het weer zit niet mee. Ik stel me er op in Assisi niet te halen. Geen probleem, als het gaan te verkiezen is boven het aankomen, is alleen het vertrek belangrijk. Het haalt de stress weg en biedt ruimte voor ontmoetingen. Ik hoef niet zo. Kies voor de mooie route, langs La Chartreuse. Liever dan de snelle, via de Vallée de Mauriënne. Liever de inspirerende weg, dan de snelle. De route is goed aangegeven Weinig kans op fout lopen. Het vele water van de afgelopen weken is hier al in de grond gezakt. Af en toe nog een forse waterplas, vette klei, overwegend goed te doen.

Page 26: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

26

St.Sorlin is een klein, achteraf dorpje, leeg, stil. Ze doen hun best met bloemetjes het dorpsbeeld schilderachtig op te fleuren. Drukte is afwezig. Het adres van de sleutelbewaarster van de parochiezaal snel gevonden. Even teruglopen, slaapmatje op de grond. Ramen kunnen niet open, het gebouw zit potdicht. Ben er blij mee, al droogt de was natuurlijk niet. Vanochtend had ik natte sokken, natte blouse, moest drogen aan het lijf. Dat wil ik niet nogmaals en neem alles mee naar het parkje. Hang de was uit, terwijl ik op een bankje wat lees, wat overdenk, wat geniet. Aan de buitenzijde van de kapel in de hoofdstraat is een fresco van Sint Christoffel aangebracht. De figuren zijn getooid met het grote witte kruizen op een rood vlak. Niet de Zwitserse vlag maar het teken van het huis Savoie. Een merkteken dat tot diep in Piemonte in allerlei wapenen terug zal komen. Hier in le Bugey betreed ik een nieuwe culturele eenheid welke zich tot aan Ligurië uitstrekt. Ik zal merken dat tot aan Ligurië het heel normaal is dat de ouderen Frans spreken. Het Italiaans dialect lijkt op het Frans, het Franse op het Italiaans. Sint Christoffel is de patroonheilige voor de reizigers, ook ik heb een medaillon van St. Christoffel in mijn reiszak. Reizen in de middeleeuwen waren gevaarlijk en vol obstakels. Rovers, beesten, wild kolkende rivieren of steile bergen lagen op hun pad. Volgens de legende was Christoffel een reusachtige man uit Kanaän die alleen de machtigste heerser wilde dienen. Zijn eerste meester was een koning, maar Christoffel ontdekte dat zijn koning bang was voor de duivel. Hij concludeerde dat de duivel daarom nog machtiger moest zijn dan de koning en besloot in dienst van de duivel te treden. Vervolgens merkte Christoffel dat de duivel bang was voor Christus. Hij verliet daarom de duivel en ging op zoek naar Christus, om hem van dienst te zijn. Onderweg ontmoette Christoffel een kluizenaar en vroeg hem hoe hij Christus kon dienen. De kluizenaar vertelde over Christus en wist een manier voor Christoffel om Christus te helpen. Hij bracht hem naar een wilde, gevaarlijke rivier, waarin veel mensen verdronken als zij de rivier probeerden over te steken. Met zijn uitzonderlijke lengte en kracht kon Christoffel de mensen veilig aan de overkant brengen. Op een nacht stond er een kind aan de oever van de rivier. Het kind vroeg aan Christoffel of hij hem veilig over wilde zetten. Christoffel nam het kind op de schouders, maar met elke stap die hij zette, werd het kind zwaarder. Nadat hij met moeite de rivier had overgestoken, vertelde het kind aan Christoffel dat hij Christus was en dat hij, door hem te dragen, de zonden van de wereld op zijn schouders had gevoeld. De naam Christoffel is afgeleid van het Griekse Christophorus, dat Christusdrager betekent. Niet vreemd om dan Christoffel te ontmoeten aan de voet van de Alpen, aan het begin van de zware reizen over de toppen van de berg. Eerst Willibrord, toen Xavier, daarna de zusters in Cluny, Daniëlla en nu Louisa. Allemaal hebben ze het ongevraagd over de klaagcultuur in Frankrijk. Het gemopper, de machtsstrijd, het platleggen van het openbare leven met stakingen door een fractie van de bevolking en alleen die eigenbelang centraal stellen boven toekomst voor het land. Vreemd, er lijkt een unanimiteit welke niet bij machte is de vakbondsacties te breken.

09.06.2016 (31 km dag 12/ 386km) St.Sorlin en Bugey – Innimond Verwarrende droom, kinderen, klooster. De wekker maakt me wakker na 10uur slaap. Zou zo er nog meer aan vast willen plakken. Al is het nu overdag droog, de broeierige warme vergt meer dan ik dacht. Morgenrood, de straat is nat. Het zal vandaag een wisselende dag worden. Niet heet, al brandt de zon bij wijle op de huid, dan weer ijskoude wind of miezer regen. Al met al prima wandelweer, de jas niet aan gehad. Op de weg van Franciscus ontloop ik het thema armoede niet. Armoede is gezocht door Franciscus; kijk naar de vogels in het veld, ze zaaien niet, ze maaien niet en toch wordt er voor hen gezorgd. Armoede zelf is geen deugd. Armoede maakt echter vrij. Wie in evangelische zin arm is, leert leven zonder zekerheid voor de dag van morgen. In het blijde vertrouwen dat in alles voorzien zal worden. We vergaren kapitaal, zekerheid en een beurskrachje doet dat verdampen. We willen onze toekomst veilig stellen en een nieuwe wet of regelgeving snoept weer vijf jaar van ons welverdiend pensioen af. Elk mens wil kapitaal. Het is schijn, verrot in de schuur, verroest in de grond, verdampt bij de bank. Zoals de Israëlieten in de Negev manna kregen, elke dag genoeg en bewaren had geen zin. Zo zouden wij moeten vertrouwen. In vertrouwen. Dit is natuurlijk erg moeilijk, staat haaks op ’s mensen zucht naar meer en beter en zeker. Toekomst vast. Leert echter niet dat onze gezondheid wispelturig is, en het geluk, het diepe gevoel van binnen, daar niet van af hangt? Na de koffie, een broodje in de bar, op weg. Direct al stijgen, stijgen, hoger. Ik loop het voorgebergte van de Alpen in, langs de grens van de departementen Isêre en Savoie en zal het weten ook. Het

Page 27: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

27

weer zit mee, de zon wordt door de lichtgroene verse bladeren gefilterd. De regen van de laatste dagen heeft haar sporen achter gelaten. Vandaag is het echter overwegend droog, hier en daar een modderpoel, ree-sporen in de blub, en vossen poepje, veel vogels en insecten. Een haan kraait in de verte. Het houdt niet op, heeft Jezus al lang verraden. Ik passeer een versterkte boerenhoeve, veel konijnen in het veld. Afwisselend en goed uitgezet wandelpad, bos, schaduw, dan weer gras, alpenweide. Na de eerste klim volgen er meer, maar niet meer zo heftig. Tot achter Ordonnaz een kleihomp afgedaald moet worden. Aan de sporen te zien zoekt iedereen alternatieven. Naar beneden is het al halsbrekend, naar boven ondoenlijk. Het brengt me op een verscholen vallei, prima weidegrond (prairie noemt men dat hier), kilometerslang. Het verbaast me dat ze er geen koeien op loslaten, dat zou mooie melk, goede kaas moeten geven. In de verte tekenen de Alpen af, daar moet ik over. Ik ben er niet meer bang voor. Er zal altijd wel een paadje zijn dat me verder brengt. Het zal me benieuwen. Grote plakkaten langs de kant van de weg contre les parcs aelien, windmolens dus. In Spanje staan de heuvels er vol mee. In de Provence worden ze nu in een hoog tempo gebouwd. Hier zijn ze er nog niet. Of het protest van de lokale bevolking ze tegen zal houden? Bij het oude kerkje van Innimond, eertijds een priorij van Cluny, vliegt een torenvalk van onder de binten weg. Van hieraf zie ik kilometer ver, richting Lyon, richting Alpen. Wat zijn ze hoog. Ze beangstigen niet meer. Sinds de voettocht naar Rome, over de Alpen door de sneeuw, weet ik, ik kan het. Waar anderen gingen, kan ik ook. Al valt het me dit jaar zwaar. Ik neem nog een wijntje, laat de deur van de gite open. In dit dorp, Innimond, heerst rust. Een eind verder staan kinderen een paard te roskammen. Jongens spelen een balspel. De zwaluwen vliegen af en aan naar hun nesten onder de dakgoot. Hun vluchten worden allengs hoger, het mooie weer komt er aan. De lucht is schoongeveegd, amper nog een wolkje. Ik ben vandaag de enige gast in de gite d’ etappe, beter, de eerste gast in 10dagen. De kwaliteit van de gite is heel, heel goed (zou ik zo een weekje vakantie willen vieren). Een restaurant bar pal tegenover voor je natje en je droogje. Hier kan je niet anders dan de jachtigheid van het bestaan vergeten.

10.06.2016 (42 km dag 13/ 428km) Innimond – St.Maurice de Rotherens Bril kwijt. Gisteravond na twee glazen wijn en doodmoe het bed in getuimeld. De boel, de boel gelaten en niet op mijn bril gelet. Vanochtend lichte paniek. Eerst maar eens alles gestructureerd opruimen. Dat maakt het probleem wel zo overzichtelijk. Naar de bar van de overkant, misschien had ik hem daar laten liggen. Nogmaals de gehele gite door, weer naar de overkant. Mijn pelgrimage is ten einde zonder bril. In mijn hoofd maak ik al een scenario, bus, trein, thuis. Nogmaals alles overhoop gehaald, blijkt de bril uiteindelijk tussen de dekens aan het voeteneinde van het bed beland te zijn. Nooit meer. Als kleine jongen vanaf mijn vierde ik had een bril en moest er altijd zuinig op zijn. Vaste plaatsen, vaste rituelen. Daar moet ik me als grote vent nog steeds aan houden. Om weer wat tot bedaren te komen een paar forse koppen koffie in de bar. Er hangen foto’s van het dorp van toen. Kale zwart-wit foto’s in een boomloos landschap. De kerk, de gemeenschappelijke broodoven, de lavage. Geen boom te zien. Hoe zeer is dat nu veranderd, hellingen bebost, de heuveltoppen grasland waar koeien op grazen. Het is alsof ze van de toppen van de bomen, die op de flank van de heuvel staan, blaadjes snoepen. Vroeg op pad. Elk uur in de morgen telt dubbel. Strakblauwe hemel, de kou hangt in de lucht. Niet lang meer. Door het bos, eerst al fors fout gelopen en in plaats van door het struweel zelf de richting kiezen, omgekeerd op mijn schreden. Had het paadje dat rechts het donkere gat in dook, niet gezien. Een glibberpartij, snel weer afgedaald. Hier moet je dus de paden volgen, de rotsformaties brengen verrassingen als je recht door het bos wilt struinen. Het officiële pad was al afgesloten, onbegaanbaar.

Page 28: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

28

In de stilte kruist een marter het pad, huppelt voor me uit. Slangetjes, hazelwormen. Het is, wat de routebeschrijving noemt, de Kathedraal van de Natuur. Uren loop je, niemand te zien. Natuur, weinig cultuur, weinig historische gebouwen. De route brengt me langs een meertje, langs velden, productiebossen met kapot gereden modderpaden en ook mooie witte weggetjes. Hagedissen ritselen hun schuilplaats onder het dorre blad. Onverwacht moet ik weer stijgen naar Izieu. Dorpje achter een heuvelrug, opgewekt boerendorp, bloemetjes, parasols, gelach, gasten zitten aan de borrel en lunch. Een cola op het terras van een, blijkbaar gerenommeerd, restaurant. Het opgediende eten ziet er voortreffelijke uit, de champagne kurken liggen her der in het grint. Onaangenaam verrast het me dat slechts een luttele honderden meters verder een monument staat voor de 44 opgepakte joodse kinderen en hun 7 begeleiders. Blokken uit een blokkendoos, een fluit er boven op. Klaus Barbie had op 6 april 1944 het commando waarbij de kinderen opgepakt werden. Afgevoerd, weg. Geen een keerde terug. Thuis heb ik nog een verzameling staatkundige geschriften. Daartussen staat ook een hoofdstuk van Mein Kampf. Ook heb ik een boek, goed verborgen, over concentratiekampen. De Amerikaanse legerfotografen hadden indertijd de opdracht vast te leggen wat ze aantroffen. Hun resultaten zijn in de Nürnbergprocessen als bewijsmateriaal aangedragen. De verschrikking welke de ene mens de andere kan aandoen. Ik kan dan nog wel begrijpen dat een man verknipt kan zijn en gekke denkbeelden heeft. Het valt nog in te voelen als een hele groep gekke denkbeelden als antisemitisme met zich draagt, Maar het stuit bij mij op totaal onbegrip als dat denken, een handelen wordt. Dat handelen a-moreel, niet te rechtvaardigen pijnigen, martelen doden, wordt van hen die niets, niets misdaan hebben. Alleen gemotiveerd door dat ze er zijn. Paulus gaf in zijn brieven (oa Galaten) al hoog op van het verschil tussen wet en geloof. De wet, een stelsel van instituten, gewoonten, regels om het Zijn voor God zeker te stellen. Een omheining van regels opdat wat je doet, altijd het goede is. Paulus zegt, de wet, díe wet heeft afgedaan, wij leven in Christus. Ofwel, het is niet de wet, maar de gerichtheid, de gezindheid, het oprechte zoeken dat telt. En daarmee heeft Paulus al de richting gegeven. Christendom zoekt synthese van bestaande gebruiken opdat de Geest die leven doet, ook daarin leven zal. Het jodendom zocht het in „afgescheiden”, uitverkoren zijn, en daarmee het seperationisme dat niet begrepen wordt. We denken wel eens, antisemitisme is van alle tijden. Toen ik in Israël was, en Chaim Potok’s Wanderings, Solomon Grayzel’s History of the Jews, las, werd me duidelijk dat anti-semitisme juist niet iets van alle tijden is. In alle tijden waren, zo nu en dan, uitbarstingen van anti semitisme, maar dat is wat anders dan een permanente onderstroom. Het succes van geseparitioneerden, maakt jaloers, roept weerstand, opstand, geweld over zich af, zoals elke jalousie op den duur geweld met zich mee brengt. Maar ik begrijp niet, dat dat geweld, gesanctioneerde horror worden kan, doelbewust, mens onterende gruwel van verknipte geesten. Mijn conditie is na twee weken weer een beetje op peil. De voeten voelen goed, negen uur slaap, negen uur lopen op een dag. Wel steeds alleen, overdag in het bos, in de avonden in de refuges. Zelfs vandaag, een kruispunt van de Camino naar Santiago, het pad vanuit Genève naar Puy en Velay, en de Assisi-route, zou ik in de gite mensen verwachten. Niets van dat. Toch vind ik het niet vervelend om weer alleen te zijn. Vanmiddag, op een splitsing, moest ik definitief besluiten de langere of de kortere route te nemen. Het gaat om het onderweg zijn, het gaat om gedachten, gevoel, niet om het aankomen. Dan had ik net zo goed direct het vliegtuig kunnen nemen. Nee, de langer route is mijn bewuste keuze. Patrick, mijn gastheer voor vandaag, is dit voorjaar 61 geworden. Dus met pensioen. In Frankrijk kan dat, nog steeds. Zien ze niet dat met al die voorrechten die ze nu genieten de toekomst straks onbetaalbaar wordt, ze nu een probleem laten voort etteren dat steeds moeilijker op te lossen zal zijn? Nu al hoor ik geluiden dan een vrijgezel met minimumloon, 68% aan belasting en sociale lasten afdraagt. Er is een limiet aan wat mensen dragen willen. Ik val van het ene uiterste, een parochiezaal met niets, een gite zonder enige voorziening, in het andere uiterste, Deze gite in S Maurice heeft werkelijk alles. Volledig uitgeruste keuken, inclusief alles wat je je nog te drinken en eten zou kunnen wensen. Verschillende soorten bier wijn limonade, confiture, brood, een winkeltje voor het avondeten, Super, super uitgebreid. Badkamer met alles, zelfs föhn (met mijn kaal hoofd heb ik daar niet zoveel aan, maar toch). De zelfgemaakte wijn staat al koud, ontkurken dan maar.

Page 29: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

29

Als alle leed geleden is, is daar Patrick. Patrick is als zovelen. Zelf de camino gegaan, thuis gekomen, wat kan ik doen om de gastvrijheid, vriendschap die ik zelf ontmoet heb, weer door te geven? In de gelegenheid, maar ook, als Daniëlle, hij doet het toch maar, gestart, voortgegaan, vertrouwen. In het dorp zijn drie overnachting adressen. Althans, waren er drie, Een is opgeheven, de beheerder overleden. De ander gesloten, de gastvrouw ligt meer in het ziekenhuis dan thuis. Alleen Patrick is nog over. Wat mogen wij, pelgrims, blij zijn met deze bevlogenheid. Volgens het livre d’Or is het niet zo druk in deze gite, wel zouden er twee Belgen onderweg naar Assisi, slechts twee dagen voorsprong, voor me zitten. Die kom ik vanzelf wel eens een keer tegen.

11.06.2016 (34 km dag 14/ 462km) St.Maurice de Rotherens – Les Échelles Het regent van die hele dikke spetters. Ik wacht liever tot de bui over is. Trek mijn jas aan, een dek over de rugzak en gaan… Onnodige zorg, na 100meter al stopt de regen, het regent de hele dag niet meer, de lucht trekt open. Het is vandaag permanent op en neer, naar boven, naar beneden. Heel wat hoogtemeters. Door bos, langs een faliserand, door velden, ondergelopen paden, onmogelijke stijle treden en mooie gorges. Grote roofvogels in de lucht, witte vlakken onder de vleugels…. Goed dat ik al twee weken onderweg ben, het lichaam is zo onderhand wel iets gewend. Om de route voor morgen, naar La Chartreuse, behapbaar te maken, wil ik in Les Échelles overnachten. Helaas, daar aangekomen is de chambre d’hotes complet en moet uitgeweken worden, terug naar Saint Pierre de Genebroz. Vier kilometer terug, onnodige hoogtemeters, veel vermoeiender dan nodig. In de refugio van vanavond, voor acht man plek, ben ik weer de enige. Jacques en Annie Richel, beiden begin 60 en retiré, met pensioen. De gite, en eigenlijk, het centrum voor natuurstudie en alternatieve landbouw, is hun hobby. Als ik aanbied te betalen blijkt de refugio op donativo’s te leven. Het zo vertrouwde kistje is echter niet te bekennen, dus geef ik hem mijn gewone bedrag voor donativo. Ach nee joh, zegt hij, doe niet zo gek. En hij geeft me alles terug op 10€ na. Hij brengt een halve fles wijn en een pot zelfgemaakte soep toe, goed voor een wandelaar die zijn vocht moet aanvullen. Een collega attendeerde me op Luijendijk’s „gratis geld”. Gratis geld voor iedereen dat voorziet in een basis. Niemand hoeft meer te werken. Werken doe je tegen een gering salaris en alleen als je dat leuk vindt. En dan is het werk dat niet lonend is, ineens wel bereikbaar als de werkende zich met het basisloon tevreden stekt. Utopie? Nee hoor, ook vandaag weer, jong gepensioneerd die hun pensioen als basisloon krijgen. Gister was het Patrick, eertijds automatiseerder, nu kleine boer (wijn, groente) en de refugio uitbater. Vandaag zijn het Jacques, vroeger leraar fysica, en Annie uitbaters van een groepsgite maar veel meer: promotors van het „terug naar de natuur ideaal”. Een kleine tuin aangelegd volgens de middeleeuwse principes. Ze maken cursusboeken, het gebruik van planten voor medicinale doeleinden en andere planten syllabi. En als ik aankom, zijn een 15 tal middelbare scholieren planten aan het determineren en leren welke werking ze hebben op het menselijk lichaam. Idealen die alleen geleefd kunnen worden met een basisloon. Jammer dat dat alleen voor gepensioneerden haalbaar is. Op de wandeldagen, zeker waar het bossen betreft kan ik urenlang lopen, bijna de hele dag zonder iemand tegen te komen, Hoogst zelden een eenling, wandelaar. Slechts een keer een „ colonie des vacances”, 20 man sterke wandelgroep. Nee, je moet tegen alleen zijn kunnen en niet bang zijn in een bos.

Page 30: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

30

12.06.2016 (34 km dag 15/ 496km) Les Échelles – St.Pierre de Chartreuse

Kijk ik waar ik vandaan kom, is de lucht mooi blauw. Kijk ik waarheen ik ga, is de lucht zwaar donker bewolkt. We zullen zien, en zowaar, heerlijk wandelweer. Niet warm, af en toe een zonnetje, geen regen. Rustige paden, bos, modder (hoe kan het ook anders), stenige rotspaden op en neer, en wat asfaltwegen, door een gorge, mooie alpenweide, kudden schapen in toom gehouden door een hond. Een ezel met jong gaapt me aan. Koebellen klinken over de wei, de heuvels, de bergen zo je wilt, in een sluier. Bloemenpracht. Over de oude Romeinse brug, heel niet nodig want een nieuwe brug ligt er pal naast. Wie wil er niet naar Assisi lopen? In stilte loop ik door de diepe gorge, uit mijn mijmeringen gerukt door het lawaai. Ik weet dat wel, dat die 30 motorrijders die met hun denderende motoren stoer door de bochten zeilen, hun verloren jongenshart nieuw leven in willen blazen. Het duurt weer even tot de koekoek zich laat horen, het gekabbel van de beek weer ruist in de oren. De natuur is sterker.

Wegwijzers, routebordjes. De bewijzering naar Assisi is met een schot hagel onder vuur genomen. Vrede alle goeds, Franciscus’ lijfspreuk, met voeten getreden. Er is zo weinig nodig, de vrede te verstoren, de onrust in een maatschappij te voeden. Een kogel hier, een aanslag daar. In de Westerse wereld, met al die miljoenen die rustig huisje-tuintje-beestje leven achter hun gordijnen, is snel onrust te zaaien door een willekeurige aanslag in een mensenmassa. En als het zich herhaalt, plaats vindt op plaatsen waar „ iedereen” wel eens komt, een winkelcentrum, een festival, een uitgaanscentrum, een kerk, wordt door slechts enkele aanslagen het onbehagen bij miljoenen gezaaid. Een emotie van onveiligheid gevestigd waar daar getalsmatig, statistisch geen grond voor is. Vrede is broos. En niettemin, als je die niet zelf uitdraagt, komt het er nooit van. Begin, ga door, vertrouw. De aversie tegen islam, buitenlanders Algerijnen neemt alleen maar toe.

Xavier (Lac des Settons) vertelde dat hij een schoonzoon had die in Algerije geboren is. Er leeft nog altijd een diepe wrok van een „wij tegen zij”. De één miljoen Fransen in Algerije moesten daar in de jaren zestig kiezen, la valise ou le cercueil, de koffer of de kist (lees: verdwijn uit dit land of verdwijn in het graf). Ze zijn het niet vergeten. In de toenemende spanning, als de IS het hard tegen hard gaat spelen, kan die leuze weer terug komen. Maar dan is het de moslim in Frankrijk die kiezen moet. Waar integratie faalt, is afzetten tegen wat vreemd is, segregatie het logisch gevolg met uiteindelijk spanning, conflict en escalatie. Hoger, hoger, de hoogte in. De skilift staat er verloren bij, de parapenters liggen triest in het gras. Geen zon, geen thermiek, het is hun dagje niet. Ik koers af op Saint Pierre bij La Grande Chartreuse. De reden om deze omweg te kiezen ligt hier, in St Pierre. Tegen de middag kom ik er aan. Snel ontdaan van de rugzak loop ik verder naar het klooster, de Chartreuse. In 1084 is, de later Heilig verklaarde, Bruno met zes metgezellen hier hun „ désert” in getrokken om de bekoringen en de lauwheid van de wereld te ontvluchten. Dan moet je niet denken aan een zandwoestijn, die heb je hier echt niet, maar aan een afgesloten wildernis. Nu nog, ik loop langs hoge rotswanden de smalle gorge in, kom op een voorterrein, daarachter, in de vallei omringt door hoge rotswanden, ondoordringbare, onbereikbaar dan door de enige toegangspoort, ligt La Grande Chartreuse. Onlangs is er een film over ze gemaakt: Het grote zwijgen, Into Great Silence. Het is een film die het meest pure contemplatieve kloosterleven nauwkeurig registreert. Geen muziek, anders dan de liederen tijdens het getijdengebed, geen interviews, geen commentaar. Het veranderen van de tijd, de seizoenen en de steeds terugkerende elementen van de dag, van het gebed. Het gevoel, de emotie. Bruno heeft de orde gesticht, volgelingen gevonden in zijn grote zwijgen, zijn grote niets, Zijn volle aandacht. In het niets wordt alles vol. In de leegte beleef je de grootheid van God. In de stilte overmant Hij je.

Page 31: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

31

Met mijn kloosterachtergrond, toch een half jaar bij de Norbertijnen, en vaak te gast geweest bij tal van andere kloosters, zijn de Kartuizers (zoals de orde in de Nederlandse volksmond heet), een groot mysterie gebleven, ontoegankelijk, geen gasten, voor bezoekers gesloten. De lucht is vol van bloemengeur. Alsof ze spuitbussen opengezet hebben, maar intenser, verfijnder. De werkelijkheid is gevarieerder dan spuitbussen ooit kunnen evenaren. Het klooster kom ik als gast niet in. Men heeft een museum geopend waarin het kloosterleven uitgelegd, de cellen nagebouwd zijn. Ik denk, ik voel dat ze daar goed in geslaagd zijn. De kloosterrust heerst ook in het museum. Al waren de kloosters waar ik geweest ben, oases van heerlijke rust, dit, dit alleen, volledig stil, alleen voor de Heer staan, dit zou ik nooit kunnen dragen. Na fantastische witte broodsweken, leeg, stil en tegelijk vol stromen van Zijn Geest, zou dat gelukzalig gevoel opdrogen, dor, moeilijk volhouden worden. Kartuizer monniken leven allen in een eigen cel die ze praktisch niet verlaten. Hun „cel”, een huisje aan een kloosterhof verlaten ze slechts voor kerkgang. Hun eten, hun overige besognes, worden hen door een luik in de wand aangereikt. Contact met anderen is uitgesloten. Eens per week, op zondag of op feestdagen, wordt in stilte gezamenlijk gegeten. Eens in de week, „ ontspanning”, een wandeling met medebroeders in het bos. Regelmatig een meditatieve reflectie, het vaste contact dat ze hebben met ieder een eigen gids, raadsman die je op weg helpt in je zoektocht. Toch, de eenzaamheid, stilte, is de boventoon. Stil zijn in gebed, in studie, in tuinarbeid, ieder heeft een eigen tuintje, of in andere arbeid. Een cel, geen ontsnappen aan. In de wintermaanden is er 1 maal per dag eten. Niet te veel, genoeg. Als er weinig is, waardeer je het meer. Als het spaarzaam is, voel je je rijk met wat je hebt. Het frappeert me. Ze geven hun leven in geloof. Ik heb geleerd, geven doe je door delen. Deel, en het wordt meer. En dan is het contemplatieve, slechts bidden, en dan nog alleen, wel erg egocentrisch. De pure eenvoud spreekt me aan, maar een mens hoort toch niet alleen te zijn? Wat als Hij zich niet laat zien? Als de dagen eindeloos voortglijden in leegte, in doelloosheid, de eenzaamheid je naar de keel grijpt? Een leven, mysterieus, ik vat het niet, verwarrend. Met vraagtekens keer ik terug van het museum naar het hotel. Ik slaap in het centrum een dorp, centrum van een wintersportgebied. Op deze tijd van het jaar kan ’s avonds een slak zonder gevaar voor zijn vege lijf op zijn gemak de hoofdstraat oversteken. Om te zeggen dat je een kanon af kunt schieten is nog te weinig gezegd. Het is nog rustiger, je kunt een heel batterij opstellen.

13.06.2016 (30 km dag 16/ 526km) St.Pierre de Chartreuse – Laval

Het dorp ligt hoog in de bergen, het regent pijpenstelen. De lucht zit bij de opstaan potdicht, wolkenflarden hangen tussen de daken van het dorp. Slecht geslapen, onrustig, steeds weer wakker. Dromen, obstakels van de paden verwijderen, de weg kwijt, rondjes lopen. Ik ben al moe nog voor ik op weg ga. Het weer nodigt niet uit. Regenbroek aan, op pad. De eerste stop is gedacht in Saint Hugues de Chartreuse. Er is daar een museum van religieuze kunst. Daniëlle adviseerde me daar eens heen te gaan. Het mag niet zijn, museum gesloten. Ook na uitgebreid koffie en een broodje in het dorp, nog steeds dicht. Ik wacht niet langer en loop door. Stijl bergop. Het lijkt alsof hier ooit een weg gelopen heeft. Als een dampend boerenpaard, de glazen van

Page 32: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

32

de bril beslaan, volg ik gestaag de weg naar boven, naar de Col du Coq. Het is slechts 4.3 km en de bewegwijzering zegt dat je er 2,5uur over doet. Belachelijk laag tempo, ze hebben gelijk. Door frisgroen natgeregend bos. De regen is intussen opgehouden, het gedrup nog niet. Een kakofonie aan vogelgeluiden. Bloemen laten zich nog niet zien. Die wachten op de zon. Gelukkig hoef ik nooit de toppen over, wandelpaden lopen door de pas. Dat scheelt weer hoogte. Ook dan moet ik er aan de andere kant wel weer af. De routebeschrijving geeft als alternatieven de tandradbaan die echter buiten het seizoen alleen in het week end gaat, dus vandaag gesloten. Een tweede alternatief is een stijl wandelpad dat beslist ontraden wordt bij regen en vochtig weer. Veel te glad en ongeluk gevoelig. Dat valt zeker af met dit weer. En het derde alternatief is: liften. Nou ja, dat vind ik nou niks, lopen zul je. Dus lopend langs de weg naar beneden. Helaas, in deze route zitten enkele niet verlichte tunneltjes, levensgevaarlijk voor een wandelaar en terecht verboden. Omwille van de veiligheid teruggelopen en toch maar de duim omhoog. De derde auto stopte. Dit is een toeristische streek. Veel wandelpaden, veel parkeerplekken. Alleen is nu alles leeg. Voor de rest van de week is regen voorspeld en onweer op de dag dat ik de Mont Cenis over trek. Jammer, het is niet anders. Ik heb uitzicht op de bergen. Wat zijn ze hoog, wat ligt er veel sneeuw. Het zal me benieuwen. Afhankelijk van het weer wordt het pad of (om via ) de weg. Veiligheid staat voor op. Het dorp Laval heeft en een fraai dorpskerkje. Vol scheuren in de muren, er zijn hechtingen in aangebracht en meet punten. Restauratie staat op de rol, al kan het nog wel even duren. Een vrouw spreekt me aan, haalt de sleutel van de kerk en voert me naar een laat-middeleeuwse fresco van Maria met haar mantel, gekroond door twee engelen. Onder haar mantel een schare aan chevalliers, ridders van het geslacht dat hier de Granseigneur leverde. Fraai, onverwachts in een dorpskerkje als hier. Dit zijn feodale gebieden. Snel geteld voert mijn wandeling in dit dorp me langs twee, niet al te grote, kasteeltjes en een burchttoren ruïne. In de auberge waar ik vanavond intrek neem, oude boel, zeil op de vloer, een badkamer die in 1950 al niet meer modern te noemen was, vertelt men dat twee dagen eerder twee Belgen onderweg naar Assisi gesignaleerd zijn. Ze zitten dus nog altijd voor me. Ik ben niet de enige pelgrim. Bernadette en Gerard zijn beiden met pensioen. Vroeger hadden ze een café/feestzaal en boerderij bedoeling. Voor het vaste inkomen werd in de fabriek gewerkt. Dat hoeft nu niet meer. Het café is nog wel open, al komt er bijna niemand meer. De feestzaal is er wel, van die doodenkele keer dat hij verhuurd wordt, moeten ze het ook niet hebben. Pensioen en tuintje zijn voldoende. Hoe is het gekomen dat u pelgrims opneemt? Nou, op een dag kwamen er een stel in het dorp en die vroeg iedereen waar een pelgrim onderdak kon vinden. Toen hebben we ons maar aangemeld. En natuurlijk, het grote huis, voormalig hotel, is al een opvang voor mensen met een beperking die hier in een familieverband hun thuis krijgen, ook voor langskomende pelgrims is altijd plaats. Bernadette is hier de kloeke moederkip die de haar toevertrouwden bewaard. Daniël, een weet-al die me bestookt met onzinnige wetenswaardigheden. Ken je de hoofdstad van Denemarken? In Spanje eten ze paëlla, en het meer van Lausanne wordt ook Lac Lemans genoemd. In één ademtocht worden volstrekt los van elkaar staande feiten verteld, die helemaal niets met het onderwerp van de conversatie van doen hebben. Reuze aardige man, maar een zinnig gesprek kan ik niet met hem voeren. Hij leeft in de eigen wereld. Zo ook de ander gast, oude vrouw, zegt geen woord, apathisch beweegt ze zich van de stoel naar haar kamer. Ze eet in langzame bewegingen. Beweegt nauwelijks, een kasplantje zonder initiatief. Bernadette zegt, deze twee zouden in een inrichting verpieteren. Hier hebben ze tenminste nog enigszins een familie leven. De gastvrijheid die ze hier aan de dag leggen, is geen gastvrijheid meer. Ze gaat veel verder. Ik moet denken aan het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. De zorg, de aandacht, niet voor de volksgenoten, maar voor de vreemde. Voor de zwakke, voor hen die het nodig hebben. De Samaritaan zorgde voor onderdak en verdween uit beeld. Het is niet de Samaritaan aan wie de verpleegde zijn dankbaarheid kan tonen. Barmhartigheid, een open hart, een gulle lach. Alles om de ander. Alles om niet.. Even, een avond maar, welkom, thuis.

Page 33: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

33

14.06.2016 (16 km dag 17/ 542km) Laval – Rivier d’Allemont

Goed geslapen, een echt bed met lakens en eens lang genoeg om de voeten binnenboord te houden. (Nederlandse mannen zijn met hun 1.82cm gemiddeld het langste volk van de wereld, en met mijn 176cm ben ik naar Hollandse begrippen bescheiden, voor vreemden overduidelijk lang). Gisteravond werd ik getrakteerd op een uitgebreid maal, met speciaal voor de pelgrim, een flink stuk vlees. Zelf eten ze dat alleen in de middag, maar een pelgrim deed dat niet wist Bernadette. Dus nu dan maar. Al zijn ze hoger met sneeuw op de flanken, ze zijn minder stijl dan Les Hautes de Chartreuse. Langzaamaan de hoogte in. Beneden hoor ik de beek. Het is bewolkt. Van mij mag het zo blijven tot ik boven ben. De zon piept er even door. Het wolkendek kan niet dik zijn. Het pad gaat eerst door de velden, later loofbossen. Het regent, het pad wordt een beek. Eerst probeer ik de schoenen nog droog te houden. Zinloos, onmogelijk. Het pad wordt een spoor, voert langs een beek waar het vallende water alle geluiden overstemt. Het wordt stijler, stijler. Voorbij de boomgrens. De richtingwijzer zegt, 1,4km, 0.50u naar de Pas de La Coche. Belachelijk laag tempo, kunnen ze hier dan niet doorlopen?. Dat klopt. Het vergt inderdaad een uur. Het pad kronkelt de hoogte in. Naar de pas is het permanent door ijskoud water stappen. De wind neemt toe, het miezert, recht omhoog, 8graden, en het wordt nog kouder. Het pad verdwijnt onder de sneeuw. De pas is nog bedekt met een gletsjer, de wilgen nog nauwelijks in knop. Bovenop, de sneeuwklokjes en krokussen steken hun kopje op. De natuur loopt hier maanden achter. Bovenaan op de top had ik mijn lunch beloofd. Domme keuze, het kwik is inmiddels gedaald naar 5. Veel wind, stuif regen in de lucht. De bril beslaat, nauwelijks zicht in de mist, ik zoek achter een rots beschutting. Aangenaam is anders. De pelgrimsroute zou één uur naar beneden zijn. Ik zie hem niet, kies voor de duidelijke markering 2,5uur route. Langer, veiliger. En weer loop ik de jaargetijden door. De mistvlagen verwaaien, jagen elkaar achterna in de wind. Veenbes staat er zielig bij. Open vlakte, zuidhelling, op slag warmer al is de zon niet te zien. De seizoenen volgen elkaar snel op, ik kom snel weer terug in de tijd. Lager zijn vroege voorjaarsbloemen al weer gewoon. Prachtige natuur, mystieke nevelsluier doorboord door eenzame dennen. Later, het pad mondt uit in een stil, heel stil dennenbos. De naalden vormen een tapijt waar alle geluiden op verstommen. Het is jammer dat ik aankom in Rivier d’Allemont. Eigenlijk te vroeg om te stoppen, maar de volgende overnachtingsplaats is te ver weg om vandaag nog te bereiken. In het dal, aan de grote weg, zou een gite zijn. Is er wel, dicht. In het restaurant een beetje verder, weten ze de beheerder te vinden. Ik kan er nog niet in, de gite moet eerst nog schoon gemaakt. Gisteren waren er twee dames, Fransen. En hij loopt mee, begint schoon te maken. Ik wacht in de keuken, doe mijn ding en, ga vast de was doen. Een gite is eigenlijk een verkeerd woord. Een soort vakantiehuisje met (ook) een slaapzaaltje voor zes. Schrootjes aan de muur, IKEA bedden. Kleine, goed uitgeruste keuken. Ik voel me direct thuis, alsof ik in Nederland aan het kamperen ben. Het restaurantje een honderd meter verder. Weinig klandizie en wat er is, zo vertrouwt de dame achter de bar me toe, zijn vaak Nederlanders. Fietsers die oefenen voor de Mont Ventoux en door dit dal, dat zal ik morgen zien, een uitstekend fiets parcours vinden. Ik heb genoten van vandaag. Het eerst stuk, omhoog, appelleert aan de fysieke uitdaging. Het tweede stuk, omlaag over de kale flank, is ongeëvenaard mooi, wat zal dat een pracht worden als de bloemen in bloei staan. En het derde, laatste stuk, door bos, sereen stil, gedekt gedempt zacht licht.

Page 34: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

34

15.06.2016 (36 km dag 18/ 578km) Rivier d’Allemont – St.Jean de Mauriënne

Het is weer van alledag. Bewolkt en regen vannacht. Het zit potdicht, Hartje zomer en 10 graden. Dit zal heel Frankrijk wel duren, alleen begint het nu ook koud te worden, lange warme onderbroek, wanten bij de hand. De sneeuw waar ik gisteren overheen moest, is duidelijk zichtbaar vanuit het dal. Het geeft een kick te weten daar geweest te zijn. Volgens de route beschrijving staat er vandaag weer een hoge passage op de lijst. de Col d’Arves. Het wordt door de beheerder van de gite hevig ontraden. Te nat, te glad, te gevaarlijk, zeker als je alleen bent. Later in het seizoen zeker de moeite waard. Nu moet ik wijzer wezen. Gisteren had ik na aankomst in Rivier ook al teruggebeld naar Laval. Veilig aangekomen. Er zal niets gebeuren, maar als wel, zelfs gisteren was een veiligheidslijntje noodzakelijk. Regen, Regen, Koud, de wind snijdt. Minder dan 5graden. Bellen van de regen op de weg, blaten van schapen. Het gletsjer ijs komt snel nabij. Constant het geluid van vallend water. De weg is stil, nat, beken storten zich naar beneden. Nat, Eindelijk boven, klaart het op. De verdere dag, eenmaal het dal uit, geen regen meer en als ik op de Oosthellingen aankom, geen wind. Het wordt nog aangenaam. Boven, bij het stuwmeer gekomen, opent zich het landschap en de lucht. Grote weiden, kale vlakte, regen houdt op, spatje blauw. Een lang lint weg kronkelt door het landschap. Leeg, slechts af en toe een motorrijder die zijn mannelijkheid wil bewijzen, verder verlaten. Marmotten duiken op, dat ze in dit lege landschap leven willen. Langzaam wordt het warmer. Het duurt even voor de lange onderbroek, de trui, de handschoenen weer in de rugzak verdwijnen. De koude wind van achter, vanuit het Westen, snijdt, heb ik geen last van zolang ik Oostelijk kan aanhouden. De schaapsherder zegt, neem nu niet de grote weg achter St Jean d’Arves. Het pad door het bos is veel mooier. Om het pad naast de col te nemen, is nauwelijks 200meter boven het dorp stijgen. Ik laat het wat bezinken, dus toch? In St. Sorlin, de eigenlijke halteplaats voor vandaag, is het uitgestorven. Een dorp vol met restaurants, pizzeria’s, bars, chalets, boulangerie, stoeltjesliften. Alles dicht. Het is een lege spookstad. Alleen in het hoogseizoen, de winter voor haar wintersport, hoog zomer, als er gewandeld wordt moet het er bruisen van leven. In het tussenseizoen is het leeg, echt verlaten, luiken dicht, een spookstad, het nodigt niet uit, integendeel. Ik loop snel door. Marmotten op de rotswanden springen voor me weg. Moeilijk zichtbaar tussen de rotsen, maar ze laten zich zien en horen. Als ik St.Jean inloop, weet ik dat ik het advies van de herder moet volgen. De weg, het veilige alternatief, is afgezet, dus móet ik wel over de col, ondanks de regen, al dan niet glibberig of veilig. Na de Col d’Arves (>2000m) is het alleen maar dalen, meer dan twee uur aan een stuk. Dalen in een rottempo als of er geen einde aan komt. Onwaarschijnlijk lang dalen, ik had niet het idee dat ik zoveel gestegen was, honderden meters. Dalen door een bos, wat glibberig over de losse bladeren, de natte klei, slecht aangegeven, maar hoe kan ik anders dan naar beneden. Later hoorde ik dat enkele dagen voor me twee Franse dames door een helikopter opgehaald zijn. Een bericht dat later vanuit verschillende bronnen bevestigd werd, hoe kunnen ze zo in problemen geraakt zijn? Dalen, dalen. Vermoeiend, soms een beetje radeloos. Een bosarbeider is bezig, heeft paaltjes, wegwijzers uitgerukt. Toch goed opletten, en dan kom je er wel. Het witte kalksteen glinstert. In Chartreuse grijze kalk, aan de west kant van het massief leisteen, kwarts houdend, groen, rood. Nu dan helwit. Heel mooi. Dalen tot aan St.Jean aan de rivier (520m), terug in glooiende heuvels. Ik wil slapen in de gite communale. Is er niet. In de parochiezaal dan maar. De pastoor kan me niet doorverbinden met de gastvrouw, nee geen mogelijkheid. Dan een accueille pellerin-contactpersoon. Neemt niet op. Ten lange leste, de laatste. Nee, niet vanavond, zegt Fabiënne, waar zit je nu? Blijf

Page 35: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

35

daar, Ik bel direct wel weer. In inderdaad, drie minuten later belt ze. Ga naar de kathedraal, daar wordt je opgewacht. Hij zal je onderdak bieden. Bij de kathedraal stapt Gerard op me af. Kom mee, bij ons zal je slapen en eten. Gerard, zijn vrouw Catherine en kinderen Benedict, Cyril en Guillaume. Ik zal vanavond in hun woonkamer op de sofa slapen. Laten me met een groots gebaar van hun gastvrijheid genieten. Wat een vertrouwen, ze halen een vreemde in huis, stellen het huis open, geloven in mij. Wat gastvrijheid vermag te doen. Heb je ooit zelf gelopen? vraag ik aan Gerard. Nee hoor, meer dan 5 kilometer kom ik niet. Ken je de route uitzetters de familie Olijslager dan? Nou ja, kennen is een groot woord. Ik heb ze eenmaal de hand geschud. Ze willen van Assisi geen Compostella maken. Alleen voor de echte pelgrimsgeest. Expres maken ze het je ook niet gemakkelijk. Enkele uitdagende etappes mogen er wel in zitten, dat is ook deels het karakter van deze route. Gerard is leraar op de technische school. Vandaag moest hij surveilleren bij het centraal schriftelijk Franse taal, tekstbegrip. De leerlingen kregen drie teksten. Een over een pelgrim op doorreis bij een oude Chinees, een over een ontdekkingsreiziger en de laatste over een antropoloog op bezoek in Afrika. Het examen vroeg naar het gemeenschappelijke in de teksten. Wonderlijk hoe modern de pelgrimszucht geworden is. Het verlangen en het doen, de ander met een onbevooroordeeld open oog, oor en hart tegemoet treden in een werkelijke ontmoeting. Hoe toepasselijk.

16.06.2016 (37 km dag 19/ 615km) St.Jean de Mauriënne – Modane Het moet van mijn hart. Opvallend hoe goed verzorgt, goed onderhouden de huizen er uit zien. De subsidie stroom lijkt zijn werk te doen. De laatste vijf jaar wordt in Frankrijk subsidie gegeven voor het energiezuiniger maken van woningen. Nieuwe kozijnen, strak aluminium of kunststof, isolatie. Huizen zien er dan ineens veel verzorgder, bewoonbaarder uit. Die verkrotting van de jaren 50, of 80, is terug gedrongen. Bij het opstaan, vallen vette druppels regen. Niets uitnodigend om op te staan, op weg te gaan. Het vertrek wordt even uitgesteld. Als ik ergens ben, probeer me te voegen in het ritme van waar ik te gast ben. Mijn gastheer gaat ter kerke, dus ik ook. In de kleine zijkapel van de kathedraal wordt de mis gecelebreerd. Van de kathedraal waar de bisschop al lang uit vertrokken is, de bisschopszetel vacant. De kerk is veel en veel te groot. Vandaag is de evangelielezing met het „Onze Vader” en de overweging, op deze doordeweekse dag, kent twee thema’s. Dat in het” Onze Vader”, het „ vergeef ons onze schulden zoals..” de langste frase in het gebed is. De langste, en misschien ook wel de moeilijkste want we moeten wel wat doen, doen we dat ook? Als we in ons hart kijken, oprecht? En het tweede thema, dat me de dag bezighoudt, het Onze Vader is een gebed van „woorden”. Maar een gebed hoeft geen „woorden” te zijn. Bidden kan ook met een „zijn”, de onvoorwaardelijke overgave er te zijn, nu, in eenvoud, oprecht en open. Probeer dat eens elke dag, een wandeling lang. De dienst is redelijk bezet. Allen die pelgrims onderdak bieden zijn er. Mw David, die de parochiezaal bestierd en vannacht twee Françaises die gestart zijn in Ars en vandaag het laatste stuk afleggen, begeleid. José, die gisteren niet thuis was en Gérard. Terwijl we in de kerk zijn trekt de zwaarste regen over. Kopje koffie en op weg. Door de vallei van de Mauriënne. De wolken hangen laag, ontnemen het zicht op de bergen, kunnen de toppen me ook niet afschrikken. Langs mooie veldwegen, bos, door wijngaarden en langs kleine dorpjes, gevarieerd. Misschien komt het door het weer, regen en westenwind, hoe mooi het ook is, het lawaai uit de vallei overstemt. Snelweg, gewone weg, trein, alles wordt door de ene smalle strook gepropt. Industrie, veel aluminium omdat met de stuwmeren de elektriciteit nog voordelig was. Hoe lang nog nu de Europese Unie de bevoordeling van deze industrie door voordelige energie die als staatssteun gezien wordt, verboden heeft? Langzaamaan omhoog, als ik naar achter kijk, verbaas ik me hoe snel ik hoogte heb gewonnen. Het heeft de laatste weken hard geregend en vandaag nog steeds. De talrijke beken, vallen met geweld en veel lawaai naar beneden. De keien knikkeren met het zwartgrijze stinkend modderwater mee. Het rommelen van de grote stenen gaat over in het gedonder uit de lucht. Tussen St.Michel en Orelle neem ik de grote weg, volgens de routebeschrijving is de pelgrimsweg bij veel regen onbegaanbaar. En dat er veel regen is, is onbetwistbaar. Ik ontkom er niet aan. In 218 v.Chr. is Hannibal met zijn olifanten langs de vallei de Mauriënne opgetrokken in een poging de Romeinen te verrassen. En zijn plan lukte. In deze vallei zijn zoveel engten dat, als de Romeinen ook maar enig idee hadden, een heel leger eenvoudig tegen te houden

Page 36: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

36

was. Gisteren verhaalde een plaquette bij de Lac de Grand Maison (vlak na Rivier d’Allemont) hoe in 1944 een 25tal mensen van het Franse verzet enkele duizenden Duitsers die op de vlucht waren en de grote valleien meden, enkele dagen wisten tegen te houden. De gorges hier bieden een natuurlijk barrière om legers te weerstaan. Gisteravond las ik op de mail dat de vlucht Assisi (/Perugua)-Rome- Amsterdam gecanceld was. Ze zijn blij me een vlucht Rome-Amsterdam (voor hetzelfde geld) daarvoor in de plaats aan te bieden. Maar dan moet ik snel reageren (wtc.nl). Ik voel me een beetje als Paulus die, aan de oever van Klein Azië naar Rome wilde reizen. Allerlei hindernissen verhinderde dat dat mogelijk was zodat Rome voor Paulus lange tijd onbereikbaar was. Zal ik op mijn beurt, Assisi halen?. Nat, koud en rillerig kom ik aan. Vanaf vanmiddag is het gaan regenen en erger. Het plenst. Neem een koffie in Modane, 2,80€, best wel duur. De waard moet wel opnieuw dweilen om de viezigheid die ik met mijn natte goed naar binnen breng, op te ruimen. De gite die ik in gedachten had, is nog gesloten. De accueil nog vijf kilometer verder. Ik zie het niet meer zitten, neem het eerste hotelletje dat ik tegen kom. Sluit me eerst een paar uur op, kruip in het bed, droog en warm worden. Buiten blijft het gieten, het verkeer raast onder het raam door de natte straten, regenplassen. Het water spat op in uit de goot. Bijkomen van vandaag. In het huis naast het hotel oefent iemand op een drumstel. Kan me niet deren, zo moe ben ik.

17.06.2016 (34 km dag 20/ 649km) Modane – Gran Scala Geen regen meer, en dat is al heel wat. Verder op in het dal, waar ik heen moet, hangen de wolken laag, de toppen van de bergen niet te zien. De Mont Cenis is een doorgang door de Alpen welke al lange tijden in gebruik is. Niet alleen Hannibal, ook keizer Henrik IV is hier op zijn weg naar Canossa langs getrokken. In de winter van 1077, met vrouw, kind en een enkele bediende, door de sneeuw naar de Paus om hem vergiffenis te vragen de excommunicatie op te heffen. Het waren de tijden dat de Paus wereldlijke aspiraties, had, en de Keizer zich nog met benoemingen van abten, kardinalen en kerkelijke gunsten bemoeide. In die strijd werden kerkelijke wapenen en staal vrijelijk gebruikt. Hendrik’s gang, publiekelijk boete doen, bleek maar een tussenstap in die lange (investuur) strijd tussen machten. De beek voert nog altijd een massa water af. Het is nu echter niet meer vol stink zwavel modder, wat vriendelijker. Met de schoenen nog nat, stap ik voort langs de grote weg. De gorge is idioot diep, de kilte blijft hangen, de adem condenseert in de lucht, wolken boven me. Tegen het middaguur, als ik vanuit Bramans de Mont Cenis wil bestijgen, breekt de zon door. De donkere wolken zijn er nog steeds, maar niet meer boven mij. Het schijnt dat het gisteren in Chambery, aan het begin van de vallei, 20cm water op de wegen stond. Vandaag blijft het droog. Met 19graden gaat het bos weer lekker ruiken. Als alle leed geleden is. Italië binnen handbereik, de regen is voorbij. Het pad volgt de route die Hannibal eens genomen zou hebben. Althans, een van de meest waarschijnlijke routes, want ook de Grand St Bernard en de Montgenèvre pretenderen zijn doorkomst. Eerst is de route nog gemakkelijk, later een stijler pad, mooie uitzichten op besneeuwde hellingen, langs bloemenweides. Stap voor stap, langzaam aan, ik hoef me niet voor iemand te bewijzen, niet voor een ander, niet voor mezelf. Koebellen klinken een carillon, het ruisen van het water is de vaste ritme sectie. Langzaam stijler, hoger, boven de bomen uit. Links een stijle helling naar beneden, groots wijds uitzicht op besneeuwde toppen, over dalen. Echte bergen. Langzaam aan naar de pas, een brede toegang tot een kleurige bloemenzee in alpenweiden. Bij lange na niet zo inspannend als bij Laval- Rivier d’Allemont. Roofvogels bidden in de lucht en eenmaal op de top, marmotten die geschrokken kreten slaken en me uit mijn mijmeringen verlossen. De Lac du Mont Cenis ligt er wat verlaten bij. Bergen rondom, alleen, lege weiden, geen boom te zien. Kale vlakte in het niets. De Fransen bouwden een stuwmeer omwille van de elektriciteitswinning maar de centrale staat een tiental kilometer verder in het dal. Door een pijp wordt het water vanaf het stuwmeer door de bergen geleid om zo nog meer gebruik te maken van het verval. En waar de centrale staat, is niks te zien aan het grote gebouw dan dat er grote elektriciteitsdraden naar toe (vanaf) lopen.

Page 37: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

37

In de engte van de pas staat een hotel, de Scala, met dortoir. Het hotel is vandaag goed bezet, 9 kamers. In het dortoir ben ik alleen, een ruime privé kamer. Eindelijk sta ik oog in oog met de twee Belgen, Jean Pierre en Geert Ze hebben in het hotel een kamer. Vanaf St. Maurice zitten ze voor me, nu heb ik ze dan ingehaald. Als pelgrim vraag ik of ik aan hun tafel aan mag schuiven en het wordt gezellig. Ze hebben een GPS-tracker mee en volgens hen kloppen de afstanden uit de routebeschrijving van geen meter. Elke dag hebben ze fors meer kilometers gelopen dan de beschrijving aangeeft. Een vermoeden waar ik me wel in kan vinden. Het aantal wandel uren komt ook bij mij vaak niet overeen met wat ik dan) zou verwachten aan afstand. Terugkijkend is de route in Frankrijk heel, heel duidelijk aangegeven. Vooraf had ik vreze. Onverdiend. Goed aangegeven en waar de markering langdurig ontbrak, was slechts één pad te gaan (Col d’Arves, Mont Cenis). Onderkomens bij families thuis, beslist bijzonder hartelijk en inspirerend. Ze zijn er voor de pelgrim, ben je een wandelaar sec, dan lijken ze me niet geschikt. De route is vooreerst gekozen om mooi te zijn. De GR-routes worden gevolgd en die zijn er niet om van A naar B te komen. De veruit allermooiste etappe (vind ik) is die van Laval naar Rivier d’Allemont Een goede tweede is de Mont Cenis met zwaar indrukwekkende vergezichten. Het deel dat me het meest is tegen gevallen is die door de vallee de Mauriënne; teveel lawaai, te druk met industrie en verkeer.

Page 38: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

38

Italië, Vrede alle Goeds

18.06.2016 (44 km dag 21/ 693km) Gran Scala – San Antonio

Het was vannacht ijskoud. Heb me dik aangekleed en ben nog van de koude wakker geworden. Het ontbijt wordt om 07:45uur geserveerd. Idioot laat. Ik besluit er niet op te wachten, kleed me dik aan, vertrek om 07:15uur. De douaniers staan op wacht, controle op vreemdelingen die misschien langs een stille grensovergang het land proberen in te glippen. Ze geven een bemoedigend woord, een praatje, fris water voor onderweg, een joviale zwaai. Frankrijk neemt in stijl afscheid. Na het bord Italië duikt het pad links in de bosjes. Mooi keien pad, stil, beekjes, oude Koninklijke weg van het koninkrijk Savoie, de Strada Reale, waar Frankrijk en Italië elkaar ontmoetten. Eertijds een hoofdweg, nu een overwoekerd bospad. Vogels, tijgerlelies, guldenregen, hazelnoot, geurende rozen. De natuur is aan deze zijde van de Alpen al veel verder dan op de noordhelling. Bloemen zijn al uitgebloeid, in no-time zak ik honderden meters. Lindebomen bloeien, honingzoete geuren zweven door de lucht. In het dal, scherp afdalen, wordt het direct warmer. Het kwik stijgt uiteindelijk tot 22. Boven me steeds blauw. De paar druppels die naar beneden komen zijn niet voldoende om de jas aan te trekken. Rondom me, overal waar ik niet moet zijn, wolken. In de avond, ik zit dan al lang droog in de refuge van de parochie, zal het uiteindelijk boven me vallen. De eerste dorpen zien er desolaat in een onherbergzaam landschap uit. Ze doen me denken aan het arme Zuid Italië. Huizen dicht op elkaar, kan de wind niet tussen, de zon niet in, het geluid niet door. Alle luiken en deuren dicht. Doods, bloedeloos, angstig leeg. Dalen, dalen, tot aan Novalesa, het eerste Italiaanse dorpje, steen. Daarna wordt de route te vaak de grote weg op gedirigeerd, of langs kleine achteraf weggetjes met rommel perceeltjes er om heen. Het dal wordt hier veel breder dan aan de andere zijde van de pas. Toch zijn ook hier veel protesten tegen de TAV, Tremo a Alto Velicita, de TGV. De bedoeling is dat vrachtauto’s op de trein gezet en efficiënt door nieuwe tunnels naar Turijn gereden worden. Er rijdt al een TGV, op het oude spoor, niet snel genoeg. De Europese eenwording eist toch een nieuwe snellere lijn, nieuwe tunnels, ondanks dat de huidige lijncapaciteit niet eens half gebruikt wordt. De vooruitgang, de wenkende toekomst en eeuwigdurende roem voor de grote leiders lonken. De tegenstanders vrezen de jarenlange bouwactiviteiten, verrommeling van natuurschoon, kapitaal verslindende werken die zich nooit terug verdienen, en, zo fluistert men, uranium en asbest op het gekozen traject. Alle protesten ten spijt, beslissingen worden niet hier genomen. Niet in deze dorpen, niet in de achteraf zaaltjes, niet aan de keukentafel of bar. Protesteren hier, heeft geen zin.

Page 39: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

39

In Italië verschijnen de Santiago én de Via Francigena wegwijzers. Het blijkt dat een Via Francigena variant óók via de Mont Cenis loopt, maar daar niet als zodanig was aangeven. En ook dat de Camino de Santiago vanaf Rome over de Montgenèvre door Susa loopt (naar Arles) . De Assisi route volgt hier de Via Francigena vaak (soms ook niet). Ik verwacht nu dus wel Santiago gangers. Het bijkomend voordeel belooft dat tot Turijn de pelgrims voorzieningen goed verzorgd zijn, berekend op een massa mensen. Het is een beetje tegenstrijdig. Pelgrimeren is „in”. De Santiago wegen zitten boordevol. Pelgrim, stilte zoekers, zoeken andere routes, Assisi, Rome. En de lokale autoriteiten hopen op drommen mensen om de lokale economie te ondersteunen. Investeren in voorzieningen. En zo hebben de pelgrim en de overheden een totaal verschillende hoop op de ontwikkelingen. Langs de kant van de weg opvallend veel memento mori herinneringen voor verkeersslachtoffers. Er wordt nonchalant gereden. In een auto droomt de Italiaan dat de wereld van hem is. Eén hand aan het stuur, de ander met een mobiel. Gehaast, ongeduld, niet aangenaam. Vooral de twintig-dertigjarigen, en, opvallend de oude vrouwtjes zijn een gevaar op de weg. Door een foutje te lang langs de hoofdweg gelopen, bar na bar. Van dorst zal je hier niet omkomen. Het voelt niet aangenaam, de grote wegen moet ik mijden. Vanavond, erg laat, kom ik aan in San Antonio. Natuurlijk ga ik naar de kerk, wordt, nog voordat ik er om vraag, opgemerkt. Een vrouw komt me halen, pelgrim zeker?, en troont me mee naar de rifugio. Een mooi, nieuw appartement voor acht man, en ik ben alleen. Waar zijn de Santiago gangers? Dan voel ik me een profiteur en weet dat dat niet zo is. Pelgrim, wanneer ben je dat? Pelgrim ben ik dat? Waar eindigt de wandelaar en begint de pelgrim? De kerk in Novalese is van binnen verrassend fraai. Er hangt een „ school van Rubens” schilderij. Ook de andere kerken die ik aandoe zijn juweeltjes. Vanavond, de parochiekerk van San Antonio, de dienst bijgewoond, vol mensen oud en jong, mooie muziek, fantastische zangstemmen, een preek met het hele lichaam, een samenscholen betreffen van het hele dorp. De kerk leeft hier nog. Is het de voorganger, vitale zestiger met een zware bariton? Is het werkelijk geloof? Vooraf aan de dienst werd eerst een half uur de rozenkrans gebeden. Is het gewoonte? De tijd zal leren.

19.06.2016 (26 km dag 22/ 719km) San Antonio – Piassasco Zondagmorgen zes uur. Zware onweersbuien zijn vannacht over getrokken, wat geweest is, is voorbij. Nu is het droog, mooi vreugdevol weer. Wat is er nu zo leuk aan wandelen? In de vroegte kraait een haan in de verte, de kikkers kwaken in het veld, de beek vertelt fluisterend een verhaal, de vogels zingen en de zon veegt er een warme heldere gloed overheen. Heerlijk. De route kan ik aanpassen, met de fietsers de gemakkelijke weg onderlangs de abdij van San Michel, of voor de lopers via de San Michel. Voor dat laatste gekozen, een paadje achter de kerk en dan omhoog. Van 385 naar 600m meter stijgen, een pittig klimmetje voor de koffie dat beloond wordt met een fraai pad door tamme kastanje bossen, een mooie abdij, een prachtig uitzicht en de hele middag weer langzaam aan dalen naar 300 m door een afwisselend coulissen landschap. Omdat het zondag is, worden hele busladingen toeristen uitgestort, een peloton wielrijders en colonnes motormuizen voegen zich in de wachtrij. De abdij is dicht, een dienst is gaande, en als het „misa est” klinkt, dromt de meute zich naar binnen. Daar wil ik me niet in voegen, geniet van het uitzicht, de rust, en keer mijn rug naar de drukte.

Page 40: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

40

Ergens bij San Michele lijkt het wel alsof ik de VF route kwijt geraakt ben. Geen markeringen meer. Op de Via Francigena vanuit Zwitserland, toch de hoofdroute duurde het tot Piacenza dat ik medepelgrims tegen kwam. Op deze route, ongebruikelijk, verwacht ik ze niet eerder dan bij Aulla, dus over, zeg een week, Toch is dat gaan in stilte en eenzaamheid, geen straf. Juist niet, want in de avonden, of wanneer dan ook, dan heb ik echt contact. Dan kan ik rustig mijn gedachten en gevoelens onder ogen zien. San Michele is de patroon heilige, beschermer van de vervolgde christenheid en Jodendom. In het boek Daniël is aan Michael de taak bedeeld het volk in de eindtijd te beschermen. Ook al staan in de Bijbel maar weinig engelen verhalen, een van de Deuterocanonieke boeken, Tobias, is een uitzondering, het geloof in engelen is in Joden en Christendom aanwezig. En zeg nou zelf, zijn de ontmoetingen onderweg niet ontmoetingen als met engelen? Ik heb mijn balpen verloren. Dan weet ik weer u wat voor een zuinige wereld we opgegroeid zijn. Tot de vierde klas (groep 6) moesten we met een kroontjespen schrijven. Dopen in een inktpotje op de tafel, aflikken met de tong of het vloeidoekje. Op een dag kwam het schoolhoofd mw. Hoogstraten, binnen met een noviteit. Ieder kreeg één balpen met de mededeling dat je daar dan een heel jaar mee moest doen. We moesten er heel, heel zuinig op zijn. Vandaag de dag is een balpen een wegwerp artikel, maar eens was dat anders. Voor de afstanden die ik afleg, ben ik aangewezen op de onderkomens onderweg. Vandaag wilde ik naar None, maar de adressen die ik belde, gaven allemaal aan vandaag „ gesloten” te zijn. Dan kan ik niet anders dan een adres kiezen wat dichterbij. Best wel spannend. Een B&B, ik heb daar slechte ervaringen mee, en hele goede. Hoe zal het zijn? Het valt me overigens op dat veel aan de kerk gelieerde onderkomens in het weekend, gesloten zijn. Deze B&B blijkt prima. Kleine kamer rustig gelegen huis, en pelgrims betalen de fixed price inclusief een avondeten en de ganse dag gezelligheid koninklijk bediend. De avond door gekeuveld en de werkelijk bijzondere tuin bewonderd. Vorig jaar hadden ze 300 kilo kiwi’s uit de tuin, vertellen ze, en dat was bijvangst. De passie is citroenen en sinaasappels. Groenten en ander fruit, veel bloemen, zijn maar bijzaak. Boven het dorp gelegen, door de lommerrijke tuin een heerlijk uitzicht. Met een forse pot thee bijkomen.

20.06.2016 (39 km dag 23/ 758km) Piassasco – Carmagnola De drijvende kracht is de moeder in huis. O klein-gelovige die dacht dat een B&B om het geld te doen is. Deze mensen hebben dat helemaal niet nodig. Verlangen er ook absoluut niet naar. Ze zijn in deze toch wel grote stad tegen Turijn aan, de eerste en tot nu toe enige. Beiden in de 70, is het maar de vraag voor hoelang nog. Ik ben de eerste Hollander en moet en zal in de livre d’or schrijven. Zal op de foto gaan. De vrouw des huizes loopt mee, naar het begin van de route. Als iemand je vraagt, loop 1 mijl mee, ga dan 2. En heel Bijbels, als een vreemdeling aanklopt, geef hem te eten, drinken, onderdak, een thuis voor de avond. Ieder naar zijn behoefte. Iedereen is wel ergens groot in. Als ik vraag waarom toch zo’n groot standbeeld voor die man, dan vertelt ze, Het was een uitvinder. Hij heeft hier in Piassasco de eerste stad verlichting op het Europese vastenland geïnstalleerd, hier waar hij woonde. En dan denk ik, iedereen heeft wel iets om trots over te zijn. En trots is trots, is een gevoel, en hoeft niet eens op waarheid te berusten om de grootheid in het hart te voelen. Met een vredeskus en een snik in het hart, nemen we afscheid. Denk aan ons, zegt ze, en bidt voor Monica, haar dochter, in Assisi, voegt ze er zachtjes aan toe.

Page 41: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

41

Vooroordeel, het zal wel dat, verwachtingen. Dodelijk. Ik moet nog leren met open hand, open hart ontvangen. Leef met de dag, leef in het hier en nu, in het vertrouwen en de zekerheid dat mensen het het beste met me voorhebben. Niet naïef, dat is niet nodig. Wel dat ik in vreugde ontvangen zal wat voor mij gebeurd. Geluk is vaak zo dicht bij, ik hoef het alleen maar te pakken.

De route loopt een „ witte weg” onder Turijn door. Vlak bij de grote stad, geen paden door het veld. Anderzijds, dat ik zo dicht bij een van de grootste steden van Italië loop, nauwelijks 20km verder is de stadsgrens, merk ik niet eens op. Ja, natuurlijk is er op deze door-de-weekse dag veel verkeer langs de hoofdwegen. Maar nee, de routes door het veld, ademen een landelijkheid uit waar de boer nog even stil staat, de melkwagen een stofwolk opwaait, en ik ben blij verkeerd gelopen te zijn. Het is plat hier, een plotselinge overgang van de heuvels naar de platter dan platte Po vlakte. Veel graan, mais, met die vette grote bladeren die we in Nederland hooguit op het einde van augustus zullen zien. Boeren maaien het gras, veel kamille, linde en lavendel. Jammer dat de route hier geen GR-pad volgen kan. Het zoekt zijn weg langs achteraf wegen, modder veldwegen, en toch ook, grotere wegen. Veel asfalt dus. Deze vlakte heeft rijke grond. Veel dorpjes, dichte bebouwing. Langs de hoofdwegen veel handel. Het kleine stukje SS20 dat ik moet volgen, telt al snel 8 hoertjes, allemaal van Afrikaanse afkomst. Hier kent men geen raam prostitutie. Hier zitten de dames op een plastic stoeltje, parasolletje er boven, aan de kant van de weg op klanten te wachten. Inderdaad, die zijn er. Auto’s met man alleen stoppen, kijken schichtig om zich heen, verdwijnen, niet langer alleen, in het veld. Het ziet er allemaal erg uniform uit, erg georganiseerd. Dit zijn geen kleine zelfstandigen. Ze lijken gedwongen lichaam, en misschien ook ziel, te verkopen in de bermen. In de gids staat als je de Apennijnen vreest, stap dan na Aulla over op de Via Francigena. Dat is een negatieve keuze. Nee, ik vrees de Apennijnen niet, maar weet wel dat de VF door Toscane enorm mooi is. Ik heb daar de vorige keer hele goede herinneringen aan overgehouden. Daar wil ik nog een keer heen. Vanavond overnacht ik in een echte rifugio, Ik ben de enige gast waar voor 10 man plaats is. Het klooster van Santa Anna is een gesloten vrouwenklooster. Letterlijk, een weg loopt het geheel terrein rond, opgesloten door twee verkeersaders. En figuurlijk, een zelfgekozen afzondering van de wereld. Ze leven en blijven op zichzelf. Toch is het gastvrij binnen die grenzen. Net toen ik dacht, ik zal het adres eens zoeken van het klooster, liep ik er langs. Aanbellen, ik meld me door de intercom, O bent U het? Kom er in. De poort wordt op afstand bediend, gaat open, een warm welkom. Men spreekt alleen Italiaans en dat ken ik niet. In de tuin kan ik mijn corvee doen, alles goed voorzien. En om zo laat, de vingers gaan in de lucht, eten. En dat is veel en goed! In de kast staat de Italiaanse vertaling van de Hollandse Nieuwe Catechismus (van 1968). Veel herdrukken in het Italiaans, omkaft, duidelijk veel gelezen. In Nederland, toen een bestseller met meer dan 400.000 verkochte exemplaren, staat het boek nu als winkeldochter in de tweede hands boekenzaakjes. Als eerste catechismus na het concilie, is de Nederlandse heel invloedrijk geweest, veel vertaald en verkocht. Ja zeker, het heeft discussie, polemieken en beschuldigingen dat het van de rechte leer afweek, opgeleverd. De maagdelijke geboorte, geboorteregeling en het bestaan van engelen was niet al te dogmatisch ingestoken, maar invloed had het zeker. En het heeft in pater Schillebeeckx voor het voetlicht gebracht. Een begenadigd schrijver van lezenswaardige studies. Nederland liep toen voorop. Ik vraag me af, liep Nederland voorop, of is ze afgedwaald. Volgt de wereld uiteindelijk dezelfde weg?

Page 42: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

42

21.06.2016 (45 km dag 24/ 803km) Carmagnola – Neive

Vandaag is een wandeldag met twee gezichten. Hoge nevelwolken leggen een sluier om de zon, later breekt het echt door met een schitterend licht. Het eerste stuk in een totaal vlak land, mais, graan, de boeren zijn aan het oogsten, gras, dorsers, bedrijvigheid. En na San Grato, begint het heuvelachtig te worden. Op de Noord hellingen boomgaarden, hazelnoot, vijg, appel, peer, kers, abrikoos. Het lijkt wel, alles dat stam heeft en vrucht draagt, is hier welkom. Hele mooie paden, uitstekend aangegeven (complimentje!). Veel bijenkasten, heel veel. Na Monte Reuro, op de Zuidhellingen, is het in een slag gewijzigd. Wijn, wijn en wijn. Monte, het is een berg, nou ja, als ik dat vergelijk met de Alpen, noem het dan liever vals plat. Ook hier mooie paden, af en toe en wit weggetje of zelfs een gele weg. Als ik ergens komen wil, kan ik de gele wegen niet vermijden. Op de zuidelijke hellingen wijn, op de kopse kant van de wijnrijen, rozen. Rozen omdat deze bevattelijker zijn voor verschillende ziekten als meeldauw en daarmee verklikkers zijn als de schimmel in het veld aanwezig is. Dan kan de boer alsnog, net op tijd, de wijnoogst redden. Het maakt de wijnpercelen wel een stuk fleuriger, gezelliger. Wijn, anders dan in Duitsland of Frankrijk, niet op rotsige grond, maar op vettige klei, leem, gras ondergrond. Kikkers kwaken in de sloot langszij. Dat moet je wel proeven als het uit de fles komt. Ik heb het idee dat me het zoeken van mooie routes, het wel een heel end om lopen wordt. Mijn tempo, op de platte weg 6 km/uur, zou niet kloppen met de beschrijving volgens de gids. Ik vat dat niet. Het boekje moet bijna wel minder afstanden aan geven dan in werkelijkheid gelopen wordt. Vanochtend ben ik de dag begonnen in het kappelletje van de zusters. Nee, er is geen mis, de priester is op bedevaart naar Compostella. Maar het kappelletje zit tegen 6:30uur vol. Alle zusters bidden hun eigen ochtendoffice in stilte. Ik bid met ze mee. Lieve, zachtaardige zusters, bekommerd om de pelgrim, mij. En bekommerd om kinderen, God mag weten hoe moeilijk het is zo’n groep kwetsbare vrouwen in de wereld te bewaren die toch vrij en open te staan naar die wereld. Fysiek ingeklemd, de doorgaande wegen kaderen hun tuin, het zal sociaal economisch evenzo zijn. Hoe houdt deze communiteit van zes zusters, 50+, het hoofd boven water? Ik zie florerende kerken, goed onderhoud, vol, hoor muziek als in de jaren ’60 in Nederland. De kerk trekt jeugd. Ik zie en vraag me af, gaan ze de weg van Nederland? Ik begin het te begrijpen. In Frankrijk liep ik de GR’s, aangegeven in het veld, de kaartjes en de tekst van de Assisi vereniging waren vrijwel overbodig. Hier in Italië ben ik aangewezen op hun bijdrage. De tekstaanwijzingen zijn het belangrijkste. De markering in het veld (nog steeds prima) zijn slechts een hulpmiddel. En de kaartjes dienen alleen als je echt fout gelopen bent. Vandaag niet (dankzij de tekst) maar toch o zo vaak. In Castagnito besluit ik door te lopen naar Neive, er zou daar een rifugio zijn. Gebeld, geen gehoor. Op goed geluk heen gelopen. De pastorie is leeg. Wachten, een uur, nog steeds niets. Kerken bezoeken, mooie Grieks orthodoxe met leerzame iconen, nog steeds niemand in de pastorie. In arren moede maar het hotelletje genomen dat pal tegenover de kerk staat. Wat een luxe, eventjes ontwent, helemaal niet nodig. En ja hoor, na het douchen, zie ik leven in de pastorie. Had geduld, dan zou ik er ook geslapen hebben. Ik neem het zoals het valt en geniet van mijn hemelbed. Nog steeds geen andere pelgrim te zien, geen aanspraak. Mijn wijntje in het café op het terras in dit toeristisch stadje. Straathandel, een grote mooie zwarte Afrikaan komt zijn waar, armbandjes, kettingen, glaswerk, aan de man brengen. Er worden grappen om hem gemaakt. Gelaten laat hij het over zich heen komen. Uiteindelijk niets verkocht trekt hij verder. Even later kom ik hem weer tegen. Het middelpunt van weer, grappen en grollen, nu van cafégangers elders. Een tweede Afrikaan, behangen met koopwaar, sjokt door de straat om de hoek. De vrouwen maken zich tot willoos object, de mannen evenzo. En wij, wij doen dat, wij laten dat toe. Verdorven wereld die zo met menselijk bloed omgaat.

Page 43: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

43

Neive is een klein middeleeuws dorpje op de top van een wijnberg. Aan alle kanten wijn, beroemde wijn, lekkere wijn. Alles wijn dat hier de klok slaat. Het dorp behoord tot de mooiste dorpjes van Italië, met recht. Klein, een rond stratenplan, kinderkopjes, enkele kerken en natuurlijk de toren, hoe hoger hoe voornamer de stad. Overdag vol van gasten, ’s avonds uitgestorven.

22.06.2016 (55 km dag 25/ 858km) Neive – Grognardo Eindelijk het echte Italië. Zonovergoten, stralend blauw, een bol aan de hemel en echt bloedheet wordt het niet. De zon moet de aarde nog opwarmen. Zes uur wakker, tot zeven wachten op het ontbijt, weg ochtendkoelte, welkom heel goed, uitgebreid ontbijt, genoeg om de hele verdere dag op te lopen. Neive is een oude landbouwplaats op een berg(je), een oord van wijnbouw. Het is al wijnhistorie dat hier kraait. Het pad gaat dan ook door wijn, wijngaarden. Pad, paadje, witte wegen. Er wordt sulfer gespoten tegen de meeldauw. Het stinkt. Blauwig goedje, de boeren in beschermend pak. Er wordt hard gewerkt aan een goede opbrengst. Tot mijn schrik ontdek ik de sleutel van de B&B in mij broekzak. Ik zie me al 15km terug lopen! Even telefonisch contact gelegd en uitgelegd wat er aan de hand was. Ze doen er niet moeilijk over. Stuur maar per post terug. De vreze dat de hele dag in de war zou raken, is geminimaliseerd tot een uur. Kan ik gewoon door. De route gaat dan wel langs kleine wegen, de indruk is dat ze vaak ver om gaan. Dan maak je meer kilometers dan gewenst. En de twee Belgen merkten al op, ook meer kilometers dan de routebeschrijving aangeeft. Het zijn natuurlijk meer kilometers, omdat je op een dag weleens fout loopt. Goed fout, en toch weer op de route moet geraken. Dan is het, vertrouwen, gevoel, geluk en ik zit weer op de route. Al met al is de route uitstekend aangegeven. Niemand kan echter verhinderen dat je even niet oplet, in gedachten verzonken, of de markering verwijderd werd door lokalen. Mensen, engelen, helpen me op weg. Komt een boerenkar me tegoed gereden. Een man op het hooi gezeten, reikt een tak met kersen aan. Tutti, zegt hij. Tutti? vraag ik nog, ja tutti en een tak met zeker een kilo kersen er nog aan wordt geschonken. Het is stil op de velden. Niets, niemand, geen hond te zien. Nou ja, juist wel, honden wel, mensen niet. In Italië heeft men op het platte land veel op met honden. Waaks, herders honden, en veel lawaai aan de broek. Gelukkig niet zo vaak vals. Mijn stokken doen dan wel dienst, toch heb ik liever geen of lieve beesten. Onbetrouwbaar volk voor vreemden. Op mijn twee dimensionale kaart zie ik geen hoogteverschillen. Toch leer ik aan de namen wat af te leiden. Alles met Monte, Monte Roero, Montabone, ligt op een berg. De routebeschrijving geeft 9 km aan voor Montabone naar Aqui Terme. Maar, dat blijkt dan later, die gaat er wel van uit dan je de trein neemt (!). Dat is mij te min. Lopen zal ik, tot ik er bij neerval. En dat doe ik dan ook bijna. Vijf liter water vandaag en geen plas. Al geeft de temperatuur maar 32 graden aan, de gevoelstemperatuur, dalen en stijgen met 15kg op de rug, ligt heel wat hoger. Het is zwaar. Het vals plat, wordt erg vals en weinig plat. Grotere wegen zijn niet te vermijden. Ballisage in Aqui Terme is verdwenen. En ja, de gids heeft gelijk, neem de trein! Het is een saaie, gevaarlijke, warme, lange weg waar geen lol aan te beleven valt. En de stad zelf nodigt al helemaal niet uit tot een langer verpozen. Op het gevoel naar het zuiden van de stad. Eenmaal buiten de stad bel ik mijn onderkomen. Zij spreken slechts Italiaans, en dat ken ik niet. Toevallig komt op het verlaten pad een wandelaar mij achterop, nette heer. Spreekt U Engels? Ik geef hem direct mijn telefoon in de hand. Hij neemt de aanwijzingen in zich op. Als het telefoongesprek beëindigd is, zegt hij, U heeft dubbel geluk. U loopt de goede weg, en ik werk bij een internationale onderneming, dus ik spreek Engels (ja denk ik, God’s Engelen behoren tot een echt internationaal bedrijf). Ik bedank hem, en hij keert om, op zijn schreden terug naar de stad. Gesterkt, en in het zeker weten dat ik verwacht wordt, stap ik voort. Is dit de weg naar Grognardo? vraag ik de vier mountainbikes voor de zekerheid. Ja hoor, op de splitsing linksaf, kruising rechts, en dan weer rechts. Net op tijd de goede weg gewezen. Was wel zuidwaarts aan het lopen, maar langs de verkeerde heuvelrug. Mountainbikers, bedankt. Wat maakt nu een wandelaar een pelgrim? Ik heb tijd, en niets dan tijd. Ik leef, ik stap, ik ben hier. Hier in het nu. Hier met hem, hier met haar. Daarmee sta ik open voor wat gebeurd om mij heen. Zie de blijde gezichten, roep het geruststellende woord. Ik ontwikkel een gevoeligheid, ontvankelijkheid voor wat om mij heen geschied. De intensiteiten van het bestaan ervaren, dat kan alleen maar onderweg.

Page 44: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

44

In het winkeltje, snel gevonden in dit kleine dorp, wacht de verkoopster geduldig al uren op mijn komst. Een blik is genoeg, dat is de pelgrim waar ze op wachtte. Ik doe wat inkopen, en loop met haar mee naar het gemeentehuis op de hoek. De gemeente rifugio is een gesloten zaaltje zonder ramen, geen voorzieningen. Ik kan een matras uit de kast trekken, blaas liever mijn matje op. Waar ga je eten? Nee, er is niks in dit dorp, dus eigen pasta. In de rifugio is geen kookgelegenheid, ze biedt aan mijn macaroni klaar te maken. Ik neem een flesje wijn toe. Snel naar bed. Ben moe na deze lange dag.

23.06.2016 (25 km dag 26/ 883km) Grognardo – Tiglieto

Opvallend hoe het lichaam zich herstelt. Alle ledematen, te beginnen bovenaan, tot uiteindelijk de voeten tot rust gekomen zijn. Vanochtend werd ik met de vogels wakker, en draaide me om. De wil is er wel, het lichaam is zwak. Gisteravond was zwaar. Al heb ik goed geslapen, niet goed genoeg, ben nog moe en sta op elke hoek te puffen.Ik neem me voor in de eerste bar uitgebreid koffie te gaan drinken. In het eerste dorpje Morbelli was de bar wegens omstandigheden gesloten. Het tweede dorp, Toleto, niets te zien, vraag ik of er een bar is. Nee, zegt de man die zich voorstelt als Stephano. Voor die tien man die hier ’s winters wonen, houden ze niets open. Maar als je koffie wilt, kom erin. Hij zet het vuur op, koekjes erbij, fruit voor onderweg? Vannacht heeft een pelgrim in onze rifugio, hier om de hoek, geslapen. Hij loopt je vooruit. Hoe ver ga je? Liguro Campo? Niet doen, veel te ver. En in mijn tweestrijd, beslist hij het pleit. Van een pelgrimage kan ik een een race maken. Anderen inhalen, mijn beperkte tijdschema mij laten regeren. Niet doen! Het weer is te warm, ik loop dit maar éénmaal, laat je niet opjagen, geniet ervan. En als ik dan langs een verlaten abdij kom, ga ik daar uitgebreid een middagrust houden. Voetjes in de lucht, kersen plukken uit de bomen. Middagboterham met kaas. Campo is vandaag te ver. Ik heb de route tevoren ingedeeld in dagen. Elke dag 35km. Moet toch haalbaar zijn gezien mijn ervaringen naar Santiago en Rome? Nee dus. In het boekje staan de tijden en die zeggen meer dan de afstanden. Ik kan lacherig doen om de vermelding dat 1,5 km 1 uur vergen, naar het kan wel zo zijn. Bovendien „mis” ik nog voor ik van start gegaan ben, al twee dagen. Een dag door een later vertrek dan gepland, en een dag aan het einde door de extra reisdag naar Rome die noodzakelijk is wegens het cancelen van de vlucht uit Perugia. Ze hebben vandaag een mooi pad in petto. Door bos, het bladerdek levert schaduw, en langs een mooie heuvelrichel, een zacht windje maakte de 32 graden toch aangenaam. Op de graat van de heuvel, mooi uitzicht, heerlijke badkamer dennen geur. Ik kan ver zien, uitzicht. Een ree springt weg in het kreupelhout. Jammer dat het pad weer daalt naar beneden, het dal in. Ik denk goed tegen de hitte te kunnen. Toch overvalt de windstille warmte me deerlijk. Waarschijnlijk vanwege het vele korte stijgen en afdalen. Ook heb ik nu al schrik van wat over wandelen in Ligurië verteld wordt, stemt niet tot vreugde. Veel stijgen, veel dalen, geen overnachtingsplekken, vaak verdwalen, geen winkels, je moet een hele winkel foerage en water meesjouwen. Tegen twee in de middag is de energie op. Niet alleen in het lijf, ook in het hoofd. Ik had een B&B gebeld, alles Italiaans de stem klonk OK. Het zal er dus wel zijn. In het dorp vraag ik de weg aan spelende kinders, ze wijzen allemaal met grote stelligheid een andere richting op. Heel behulpzaam, dat wel. De opgeschoten jeugd gevraagd, die is te verlegen om in gebrekkig Frans of Engels de weg uit te leggen. Tot een van hen twee kinderen aanwijst en de opdracht geeft met me mee te lopen. Onder geleide kom ik aan. Met een dag als deze, alles loopt anders dan ik dacht, raak ik de kern van het pelgrimeren. Het overkomt me, ik organiseer eigenlijk niks. Door me open te stellen, te praten met wie ik ontmoet, komt het op mijn pad. Het is voor het grijpen, grijp dan ook. Onderga wat het leven je onderweg toe laat vallen. Pluk de vruchten, geniet van de wind, bezoek de abdij, zoek en vind de stilte. Droom weg, sluit de ogen, en hier nu. Zoals iemand zei, Ik ga maar wat, en ben een beetje. De manier waarop ik sta in

Page 45: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

45

mijn weg, bepaalt in grote mate wie ik ontmoet, wat ik zie. Het lijkt een ego-hebberigheid, die, als het echt ego-centrisch wordt, acuut weer stil valt. Het is een ik, jazeker, maar wel een ik die open staat.

24.06.2016 (35 km dag 27/ 918km) Tiglieto – Pietralavezzara

Mijn ikje loslaten, Wat is dat makkelijk bij het wandelen. Gaan, er is niemand tegen wie ik mijn ik kan doen gelden. Ik ben gast, gast in de natuur, gast bij de mensen, gast, een beetje bij mij thuis. In de stilte van de ochtend, op de knietjes, lezend, mijn gedachten richten, vrede zoeken in het hart. Inpakken, op weg, op pad. Ik ben alleen, en toch, nee, niet alleen. Ik voel mij niet alleen, maar samen met zovelen. In de vroege ochtend op weg, wat loopt het heerlijk, nog voor zeven uur. Een ree houdt de pas in, doet een stap opzij en staat me een 10meter verder in het kreupelhout na te kijken, zich onbespied wanend. De zon staat nog laag, in de schaduw van de heuvel kan ik klimmen. Vanaf Tiglieto een open veld, half open bos, hele kleine paadjes, goed te vinden, heel alleen door de vergezichten. Toch fout gelopen dus pas tegen de middag arriveer ik in Campo Ligure. Klein, heel klein stadje, fijne sfeer. Maar ik moet door, door en onderweg. Naar de Prato Colla. Ik ken dan wel geen Italiaans, maar dit betekent zoiets als, naar boven. Dus ga ik naar boven. Ik vraag de weg aan een bewoner en wordt helaas faliekant de verkeerde kant opgestuurd. Een mooie gelegenheid om de GPS op de mobiel eens uit te proberen. Wat een wonder, het ziet waar ik ben, waar ik heen ga. En al die kleine paden die staan er nog op ook. Als het officiële pad zo mooi is als het pad waar ik nu langs geleid wordt, dan heeft men een mooie route opgezocht. Ben eerder blij fout gegaan te zijn, dan dat ik het betreur. In de felle zon wordt het heet. Op het heets van de dag, is er juist zo’n saai stukje weg, weinig verkeer, weinig te zien, kilometers vreten tot de afslag door de velden heen. Niet leuk, en een beetje moedeloos zet ik me aan de kant van de weg. Uitrusten, even de hitte over me heen laten gaan. Een auto stopt. Ze zien me zitten, uitgeblust, moedeloos. Vakantiegangers, Nederlanders, rust zoekers, tijd zat. Kunnen we U helpen mijnheer? Nou nee, een aardig gesprek, dat is al waar ik op hoop en wat ik ruimschoots ontvang. Wat doet U, wat is dat, wat zijn uw ervaringen? Een gesprek is snel geopend. Oprechte belangstelling, een uur later nemen we afscheid. Pelgrimeren, wat is dat? Het dendert nog na in mijn hoofd. Bij het water aanvullen, ik bel aan bij een gewoon huis aan de kant van de weg, hoor ik dat er vandaag drie (!!) Fransen voor me uit zitten. Ik zou het ze zo graag willen vragen, hoop ze vanavond te zien. Door half open gemengd loofbos. Vele, lekkere geuren, bloemen, mooi pad tussen de stuwmeren, het eerste leeg, de twee anderen vol, en al is het warm, hoger waait de wind. En hoger kom ik. Vanaf hier wordt de aansluiting op de Alta Via dei Monte Ligurie gemaakt. Na de stuwmeren is het even klimmen, langs de heuvelrug, op de graat, wijds uitzicht, grasflank van een heuvelrug, 1000m hoog en toch maar enkele kilometers van zee, geen schaduw. Doe dit niet op het heetst van de dag(!). Zouden al die andere pelgrims nog onderweg zijn? Al die pelgrims die ik op mijn eerdere pelgrimages mocht ontmoeten, Andrea, Manuel, Marc? De wandelaars, nee, die niet. Die gaan eens, hebben vakantie, keren terug. Pelgrims, ja, die blijven onderweg. Is het niet op een route, dan wel thuis. Die blijven denken aan hoe het anders kan, openstaan voor wat op hun weg komt. En ik hoop, durven Engelen te zijn door wie langs komt. Het pad is vandaag weer goed uitgezet. Minder ruimhartig als in Frankrijk, en al ben ik vandaag 3x fout gelopen, ik kan niet klagen. Het moet een immens werk zijn de markering in het veld te onderhouden. Het zijn wandelpaden, paden om mooi te zijn, niet om van A naar B te komen. In de

Page 46: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

46

vijfde klas van de lagere school vertelde de meester dat hij eens, in de jaren zestig, tweemaal van thuis naar Oostenrijk was gefietst. De eerste maal, als een schoolmeester, had hij een liniaal gepakt, een rechte lijn, en de route gevolgd. De tweede maal, had hij de dalen van de Rijn en daarna de Donau gevolgd. Qua kilometers om, maar, zo zei hij, veel sneller. Het is mij bij gebleven. De kortste route is altijd om, nooit sneller. Met de kortste route mis je juist het natuurschoon, de interessante plaatsen. Zo had ik indertijd, als voorbereiding van de route naar Santiago, dagboekjes van internet geplukt. Er was een verhaal bij van vier man die de liniaal methode gekozen hebben. Een route vol met gemiste kansen. Steden die de moeite waard waren en vijf kilometer uit de route, gemist. En omdat ze niet verder keken dan hun liniaal breed was, ze hadden het niet eens in de gaten. Routes uitzetten is lastig. Je moet het evenwicht zoeken tussen mooi, veilig en mogelijkheden te overnachten. De Voie d’ Assise kiest overduidelijk voor wandelroutes, mooi, interessant, en je kan meeliften op de routes die al uitgezet zijn. Alleen waar, gezien de opdracht toch eens in Assisi aan te komen, verbindingen gezocht moeten worden, ontkom je soms niet aan een lelijk stuk asfalt. Vanavond in een oud schoolgebouw. Toen ik tegen vijf uur in de middag belde deed de beheerder moeilijk. Ik begreep dat het „ vol” was, met drie wandelaars voor me, zou dat best kunnen. Dit heb ik nog nooit mee gemaakt maar nu ik de op de Alta Via zit, komen er natuurlijk meer wandelaars bij (blijkt dus niets, niets van waar te zijn). Waar ben je? vraagt de beheerder. Ik denk, hij is de alternatieven aan het afwegen, die zijn er niet. OK zegt hij, kom maar. Uiteindelijk zit ik dan moederziel alleen in een gite voor wel 20man. Het gebouw is echter voor vanavond voor een parochievergadering in gebruik, de nieuwste encycliek van de Paus wordt besproken. Hij wilde het gebouw blijkbaar vrijhouden. Of ik het lawaai niet lastig vind? Nee hoor, je kan een kanon naast mijn bed afschieten, en dan nog, slaap ik er dwars door heen.

25.06.2016 (21 km dag 28/ 939km) Pietralavezzara – Colle di Creto

Tegenstrijdige gevoelens. Er zitten drie pelgrims voor me. Ik zou ze willen ontmoeten maar ben bang. Ik ben bang voor Ligurië, dat het me teveel tijd gaat kosten, dat het zo hoog is, dat ik geen onderkomen vinden zal, dat… Ik ben moe, moe aan het worden van het lopen, en dat wreekt zich op dit pittig stuk. Want pittig is het. Vanaf Pietralavezzara is het heerlijk lopen op bospaden, Heerlijk aangenaam maar dat heeft (op zaterdag) zijn keerzijde. Motorrijders, mountainbikers op het pad. Gelukkig wordt het later, wat de Fransen noemen, een balcon, smal richelpaadje langs een hoogte. Moet opletten niet fout te stappen, voor fietsers en atb-ers niet meer te doen. Lusteloos, zoutgebrek, chips. Ik zal aandacht moeten besteden aan mijn fysieke conditie. Ik wil geen wedstrijd, wil niet de drie Fransen inhalen, waarom zou ik? Mijn handicap is dat ik nooit wil winnen, altijd wel vooraan wil lopen. Wat ik in het hoofd weet, voel ik niet in het hart. Ik moet me inhouden, wil niet hard lopen, haal de Fransen, drie oudere mannen, toch (eenvoudig) in. De zon wordt versluierd door een nevel. Drukkend warm, de temperatuur wint erbij, het beloofde uitzicht op Genua en de zee, verwaterd in een mistig gebeuren.

Page 47: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

47

De hoogten zijn niet bijzonder indrukwekkend. Vanaf de Passo del Bocchetta, bij Pietralavezzara, is het 775m, je daalt een keer tot 450m, stijgt tot 790m, en daalt weer om vlak voor het einde weer van 450m naar de 600m te stijgen. Het zijn niet zozeer de hoogten. Het zijn de smalle geitenpaadjes, overgroeid door gras, de hitte, het zweet. Nog een pelgrim naast François, Dominique en Jean-François, nu een Belse vrouw, Therese, 64 jaar. Pelgrim? Vraag ik. Nee hoor, gewoon lekker wandelen in de bergen. Geïnspireerd door de geweldige man Franciscus van Assisi. Wat is een pelgrim? Toch maar weer de vraag die me bezig houdt. Het lijken allemaal gewone wandelaars, gepensioneerd, veel tijd. Ingecheckt in een hotel. Gisteravond had de beheerder van de rifuge voor me gereserveerd, maar vergeten door te geven waar. Dat was even zoeken. Gelukkig is Creto niet al te groot. Best duur, ben benieuwd. De pelgrims, de drie Fransen, Therese en ik, krijgen allen een kamer op de bovenste verdieping, worden wat gesepareerd van de overige bezoekers. Het diner wordt gemakshalve aan één tafel geserveerd, waar we toch allen „ alleen” op pad zijn. Ik ben er blij mee, als pelgrims elkaar onderweg tegen komen, schuif je aan. Ik hoop op een goede nachtrust en vroeg vertrekken. Het weer ziet er absoluut niet goed uit. Onweer op komst. Dominique vertelt smeuïg. Hij heeft de hele route goed gepland. Elke overnachting van de 75 dagen vanuit thuis al tevoren gereserveerd. Hij weet nu al precies wanneer waar. Hij zou met twee zijn, zijn vrouw is met hem meegelopen tot de grens met Italië en is daar afgehaakt. Maar ja, toen was er dus steeds een bed teveel gereserveerd. Geen nood, François, die ze toch al tegen gekomen waren, vulde de opengevallen plaats prima in. Nu loopt hij weer met twee. Alleen belt hij elke avond een lang, heel lang telefoongesprekje met zijn vrouw. Hij mist het toetje. Dominique en François zijn wel aan elkaar gewaagd, het zijn moderne lopers, de tablet, GPS, route beschrijvingen, kaarten, afstanden, alles elektronisch in het ding. Wandelen met alleen kaart en kompas is er niet meer bij. Ze zullen uitgebreid stoppen in Siena, kunsthistorisch een erg aantrekkelijke stad. Dominique, zo zegt François, weet alles van stenen, van architectuur en beelden. Een kenner waar hij zich graag door laat inlichten. Toen ik op weg naar Rome was, kwam ik Fransen tegen die er over klaagden dat de Voie d’Assise zoveel asfalt was. Vandaag zeker niet, en als ik op de kaart kijk, dan slechts een dag voor Aulla (en zelfs dat zal meevallen).

26.06.2016 (44 km dag 29/ 983km) Colle di Creto – Cabanne

Slecht geslapen. Het matras lijkt wel een strobaal waar ik steeds van af rol, hobbelig, stinkt naar pis. Dit hotel heeft dan wel twee sterren, ik zou niet weten hoe ze er aan komen. Ze profiteert er van dat als er niets anders is, dan eenoog koning is en ben ik blij met alles. Het ontbijt wordt vanochtend om acht uur geserveerd. Veel en veel te laat. Dan laat je de lekkere wandeluren in de ochtend aan je voorbij gaan. Ik stap om half zes de deur uit, lichte ochtendnevel, fris, bewolkt, laaghangende mist. Een koele bries tot aan de middag, om dan weer in drukkend warm te veranderen. De ochtend is zilvergrijs onder een licht bewolkte hemel en al lijkt het op de horloge al wel later, de ochtend houdt het gloren vast, de schemering blijft in het dichte bos. Stil bos, de bladeren vangen de dauw en nevel. Zelf maak ik geen geluid, ik rust. Het geluid draagt ver, en luister naar de honden in de verte. Van opzij geraas. Geblaf van een hond, maar dan donkerder, rauwer, een zware stem. Het brullen van een bronstig ree-bok die wel zin heeft. Het tekent deze weg. Veel, heel veel alleen door

Page 48: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

48

bossen en velden. Uren lang niemand te zien, soms de hele dag niet. Italianen zijn geen wandelaars en voor internationaal publiek is de route te onbekend. Tot aan de Passo della Scoffera, vijf keer fout gelopen, 10 keer gevallen. Debet daar aan is het hoge gladde gras dat de merktekenen verbergt en de paden overdekt. De pas is mooi, mooi als in de afsluitende filmshots van “de Sound of Music”, maar ik zie de grond niet en kilometers lang is het stapvoets, voetje voor voetje door de uitgeslepen paadjes tasten naar het pad, een uitgeslepen groef in de grond, want de grond is niet te zien. Verzwikken van de enkels kan ik me niet permitteren. En op de balkons, de smalle richelweggetjes langs de stijle heuvelhellingen, wil ik al helemaal niet misstappen. Beneden in het dal zie ik het dorpje liggen. Het pad moet er naar toe, zou niet weten waar ze de stijlte naar beneden neemt. Ik vertrouw er maar op dat de wegbereiders een mooie, begaanbare route voor me in petto hebben en de zorgen overbodig zijn. Zijn ze natuurlijk ook, voorzichtig aan naar beneden. Fysiek een uitdaging, wel heel mooi en mede door de koele bries, heerlijke wandeling. Een koffie en opkikkertje in de bar later na de Passo della Scoffera, belooft de (franstalige) gids me een raser begroeiing. Raser, geschoren. Pas als ik er langs loop begrijp ik wie er geschoren wordt. Dat ben ik zelf. Het zijn de braamstruik doornen, die mij scheren. Al ras wordt het een mooi pad, anders van karakter, warmer, liever. Langs een witte weg, een stil dorp, armelijke bedoelinkjes vol volk, een breed gravel bospad. Op het einde van de dag in Barbagelata kan ik kiezen. Hier overnachten, of naar de gite in Cabanne. Overmoedig besluit ik tot het laatste. Rechte weg, moet wel plat, en dus eenvoudig zijn. De stem door de telefoon is allerhartelijkst maar in de weg mis gerekend. Het eerste stuk is niet plat, stijl dalen door kleine gootjes. De rechte weg is wel recht, maar niet rustig. Goed opletten, en dat valt op het einde van de dag niet mee. Ik ben blij eenmaal in de gite aan te komen. Waar voor 20man plaats is, blijf ik alleen. Waar is iedereen? Het is doodstil op deze zondagavond. Ben te moe de deur uit te gaan op zoek naar afleiding. De slaapzaal, met haar doorzakkende bedden en vieze lakens, laat ik voor wat het is. Rol mijn matrasje in de ruime eetkeuken uit, installeer me alsof ik het pand voor me zelf heb. Dat is ook zo. Ik zoek een alternatief voor de moeilijke lange tocht van morgen. Ze lijken er niet te zijn. Het probleem is dat ik geen kaartmateriaal heb, en totaal in het ongewisse blijf van de terreingesteldheid. Wat ik wel weet is dat niet de afstand (15,5 +9) telt, maar de tijd (5:15+ 3:30).

27.06.2016 (26 km dag 30/1009km) Cabanne – Passo del Bocco

Gisterenavond de was gedaan, alles is nog kletsnat als ik het weer aan moet trekken. Goed geslapen op het matrasje. Een beetje koud en tochtig, een van de kozijnen ligt uit de sponningen en, ook al heb ik er wat tafels voorgezet, het blijft een tochtig waai gat. Vandaag moet ik laat starten. Na Cabanne is er de gehele dag geen enkele mogelijkheid inkopen te doen of een bar om mijn dorst en opkomende honger te laven. Gister, zondag, was de kruidenier gesloten en vandaag pas om acht open. Daar moet ik wel op wachten. De Monte Ligure zijn mooi, de paden echter zwaar. Op de Via Francigena heb je eigenlijk alleen na Sivizzano en vlak na Aulla twee dagen klimmen als hier. En dan nog heb je op de Via Francigena een alternatief langs de witte wegen. Dat soort alternatieven zijn er hier niet, het aantal dagen is meer, en de zwaarte toch een graadje erger. Is dit een pelgrim route? Nee, eigenlijk niet. Ik kom niet langs kerken, niet langs kloosters, niet langs plaatsen waar „iets” gebeurd is. Het is een aaneenschakeling van GR’s, wandelpaden en nu de Alta Via. Die zijn gericht op wandelplezier, niet op „ergens aankomen”. Het valt me dan ook niet mee. Het lopen gaat best wel, al moet ik zoveel aandacht aan het lopen schenken dat ik aan de meditatieve momentjes amper toekom.

Page 49: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

49

In mijn schoen rechts zit een gat. In die van links een hele scheur. Als ze het maar uit houden. Na gisteren, de onmogelijke paden en uren scheef lopen, zijn ze doorgescheurd, en niet langer waterdicht. Onmogelijke paden vergen veel van mijn schoenen.

Vandaag staat er slechts 26kilometer op het programma. Ik heb er meer dan 8 uur over gedaan. Absurd lang. Tweemaal goed fout gelopen (zeker + 5 km, niet opgenomen in de telling). Op en af, en op en af. De Alta Via is primair een route langs de waterscheiding die de hoogtes zoekt. De Via de la Paix wil van A naar B en zoekt soms een alternatief. Vandaag pakt dat niet gunstig uit. Vanuit Cabanne leidt de Via de la Paix me uit het dorp, even de witte weg op, en dan moet ik een route met drie gele bolletjes volgen. De lokale route uitzetters houden hier weinig rekening met de begroeiing, en het merkteken dan ook (al direct na het verlaten van de witte weg) over het hoofd gezien. Voor ik me bedenk dat het wel erg lang duurt voor het merkteken zich herhaalt, ben ik al 20minuten verkeerd. Wel mooi hoor (werkelijk mooi), maar ontmoedigend. Zeker als daarna, in Vallacella, nog steeds de gele bolletjes volgend, blijkt dat er de gele bolletjes me letterlijk het bos insturen. Natuurlijk heb ik de verkeerde pad gevolgd, kom tal van verwilderde paarden in het open loofbos langs de beek tegen, om uiteindelijk, gestuurd door mijn GPS, weer op de Alta Via terecht te komen. (In Villacella had ik over moeten stappen op een GR, maar die aanwijzing in de beschrijving over het hoofd gezien) Twee uur onderweg, nauwelijks 3 kilometer van Cabanne, had ik beter direct de AV kunnen volgen. Villacella is niet de moeite waard, bar gesloten, een abdij ruïne (nauwelijks als zodanig herkenbaar) is om, niet handig, lastig te vinden (al is het wel een heel mooi wandelpad, dat weer wel). Mijn humeur daalt, ik heb er kort gezegd de pé in. En bij de Chapella della Lame, daalt het nog een beetje meer. Plaats namen die niet in mijn route beschrijving staan, een richtingwijzer van de Voie de Paix die naar mijn gevoel de verkeerde kant op wijst (was ook zo). Nee, wat de richtingwijzers betreft, is vandaag niet optimaal, en het zal ook niet beter worden. Het is een interessante weg, gemengd bos, open steeneik bos, later op de noordhellingen beuken en een afdaling via open hoogveen langs een bergbeekje naar beneden. Kleine aardbeien in de berm van de weg. Vanaf Cabanne (650m) stijgen naar de toppen van1110m, 1300m en later 1500m 1600m, om bij de 960m te eindigen. Mijn conditie is best wel goed, toch wordt het afzien, goed opletten. Het is wandelen, nauwelijks tijd tot dromen. Dit is niet het doel van een pelgrimage. Ik was moedeloos vandaag. Ik ben geen bergliefhebber, heb geen plezier in klimmen en dalen, En het bleek vandaag de hoogste etappe te zijn met een klimmetje boven de 1600m. Over de Pyreneeën, tussen St Jean en Roncevalle met 1400meter, is lager, en daar hoef je maar één topje over en geen lange serie zoals hier. Vandaag, in de eenzaamheid want ook nu weer, niemand, niemand op het pad, dacht ik echt even aan opgeven. Ben benieuwd hoe de andere wandelaars deze etappe ervaren. Van Cabanne tot hier is nergens een overnachting mogelijkheid (de alternatieve gites staan er vandaag verlaten bij), nergens iets te koop, zie je niemand. Heb je pech, loop je om zoals ik en komt er twee uur bij en ben je, zelfs al heb je een goede conditie, ’s avonds op het einde van je Latijn. Onderweg wordt ik ge-smst. Tip van thuis: Ga langs Cinque Terre. Nee, natuurlijk niet. Dat is niet alleen niet de route, het is „uit” de route. Ik bedoel, geografisch ligt het niet op de route (een 30tal kilometers om). Psychologisch ligt het niet op de route. Dan zou ik toerist zijn in plaats van pelgrim, haalt het me uit de mood die ik o zo krampachtig toch zoek en probeer vast te houden. Nee, geen denken aan. Uitgeteld kom ik aan, heb me niet tevoren aangekondigd in het hotel op de pas. Ik wordt wat stuurs ontvangen, niet verwacht. Toch, na een kort herstel, gastvrij. Ze hebben in het hotel een eenvoudig kamertje tegen gereduceerd tarief. Een prima keuken, en schenken wijn in limonade glazen. Voldoende om er weer boven op te komen.

Page 50: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

50

Ik had me onderweg al bedacht, ik ga met de bus verder, want „ ergens” moet ik toch een paar wandeldagen overbruggen die ik te kort kom in mijn verlof. Dan maar hier. Gelukkig, de bus vertrekt niet meer, ik kan niet meer weg en ben gedwongen hier te blijven. Goed drinken (veel), goed eten (dagmenu heel heel veel) en goed slapen (lang). Dat is de remedie tegen angst en moedeloosheid. Morgen, morgen zal het beter gaan. Ik ben moe, ga vroeg slapen. Het was gewoon een rot-dag. Wat heb ik dan verkeerd gedaan?? Op tijd wakker, beuzelen tot de bakker open was, malheur dat de was niet droog was. Prima geslapen maar niet uitgerust. Moe, fout gelopen, geen ritme.

28.06.2016 (40 km dag 31/1049km) Passo del Bocco – Adelano

Na een dag als gister, vraag ik me af had ik het gehad omdat ik, mijn lijf, mijn geest het begaf. Of had ik het gehad omdat ik zo vaak verkeerd gelopen ben, op het verkeerde been gezet, verwachtingen die niet uitgekomen waren? Een wisselwerking, want met goede moed begonnen, gaandeweg de wanhoop nabij. Nu, na goed eten, goed slapen, weer helemaal „ bij”. . De techniek is zelfs het pelgrimeren een beetje binnen gedrongen. Met een app kan ik elke dag teksten van de Jezuïeten volgen. Zou ik graag doen maar in deze contreien is wifi niet altijd beschikbaar. De route loopt vandaag lekker weg, eenvoudige paden door bloemen weiden. Heel veel, heel veel geuren, rozen, snoepjes zoet. Ik kauw nog na op de preek van de curé uit St.Jean de Mauriënne. Bidden doe je niet alleen met woorden, doe je ook met je zijn. Laat je zijn, je presentie, een gebed zijn. Wees niet alleen TE vreden, breng door je zijn DE vrede. Het ligt zo dicht bij elkaar. Dan denk ik aan Ma, tevreden. Er zijn altijd die meer hebben, zei ze, vergelijk je er niet mee. Goed, is goed genoeg. En ik denk, als je Tevreden bent, zal je ook DE vrede uitstralen. Niet tevreden met jezelf, of met hoe de wereld in elkaar steekt, wel in harmonie met jezelf. Tevreden met je zijn en daarmee open ruimte geven voor anderen, open. De kortere weg is altijd langer. De vereniging d’Assise had een kortere weg uitgedacht. Door onmogelijke, ontbrekende, verwarrende en tegenstrijdige aanwijzingen, werd hij toch langer (ook wel een beetje door mijn eigen dommigheid). Mijn vader werkte in een ijzergieterij. Soms kwam een werkstuk niet helemaal goed uit de mal. In plaats van slijpen en schaven, was zijn stelregel al snel: Opnieuw. Het vervolmaken van iets dat mislukt is, vergt meer dat opnieuw beginnen, opnieuw proberen. De kortere weg, blijkt uiteindelijk te vaak langer. Vandaag de eerste (en de laatste) ezels ontmoet op deze tocht. Pelgrims reizen niet met ezels. Dit is echter geen pelgrims route, het is de Alta Via. Op de Voie de Stevinson (van Puy en Velay naar St.Jean) is het „mode” om een ezeltje mee te nemen. Er zijn speciale verhuur bedrijven. En het is ook leuk, met de hele familie op pad, de kinderen op de rug van het beest, cowboy of ridder voor het moment. Een ezel gaat niet snel, heeft veel verzorging nodig en is voor pelgrimsdoeleinden een onding. Waar moet je het beest laten als je een kerk binnengaat? De kerststal is al lang afgebroken. Het is alsof vandaag alles weer op zijn plaats valt. Ik neurie „ne crain pas” voor me uit. Het lied dat me heel Frankrijk begeleidde. Vrees niet, heb geloof, heb vertrouwen. Ik verlang naar Aulla, weet me daar, nog voor ik er ben, welkom en geborgen. Gister ging alles fout. Vandaag is het alsof een engeltje op mijn schouder meereist. Net op tijd zie ik een pad rechts omhoog duiken naar het drie landenpunt (Tre confini, La Spezia-Massa-Parma) waar

Page 51: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

51

vanuit weer een vijftal GR’s het bos in waaieren. Had het engeltje niet meegekeken, had ik zo op een andere LAW gezeten en afgebogen naar, God weet waarheen. Door het bos, vaak van boom naar boom, het pad nauwelijks herkenbaar. De engel wijst de weg. Naar beneden, verder geen aanwijzingen, en het gaat perfect. Fantastisch, vandaag geen missers. Engel, had je gister vrij? Is het mijn humeur dat ik de aanwijzingen zie, of zijn het de aanwijzingen die mijn humeur beïnvloeden? Uitgaande van een creatie spiraal (ten positieve) is er ook zoiets als een anti-creatie spiraal die me alleen maar dieper in het stof doet bijten. Maar er is altijd een weg uit, een engel bij de hand. In het reliëf in Fidenza, worden de pelgrims begeleid door een engel, een engel die hen bewaard op hun weg. En de route volgt de graat van de heuvelrug. Van top naar pas, naar top, op en af. En op en af, en… En vergezichten, dalen, heuvels. Bloemenzee. Ik probeer het vast te leggen op een foto, en denk aan de albums en de schoenendozen, foto’s van oom Piet. In de jaren ’50 en ’60 was hij, priester, ongetrouwd, vaak op vakantie geweest naar Oostenrijk. Foto’s van vergezichten, gletsjers. Na zijn dood kwamen de dozen foto’s tevoorschijn. Herinneringen die niemand iets zeggen dan hij die de foto ooit nam. We proberen het hemels gevoel te grijpen, te verstillen, wat we als paradijs ervaren. En toch, mijn paradijs, is niet het jouwe. De foto roept bij mij een emotie op, omdat ik er zelf bij was, ik het zelf gezien heb, ik er zelf geweest ben en de geuren, de wind, de warmte, de rilling in mijn lijf weer ervaar. Een ander zegt, mooi plaatje, en voelt er niets bij. Een plaatje herinnert me aan de voeten, aan de blijheid, de luchtigheid, de transpiratie, de dorst. Ach wat, dat zie je toch niet? Vanavond, half pension. Eten wat de pot schaft. En dat is penne in een huisgemaakte pesto, lasagne, konijn (heerlijk), lamsvlees, sla en een crema catalana (is een soort vanille/citroen puddinkje met gekaramelliseerde suiker topping). Uitstekend gegeten met een halve liter witte wijn er bij. Ik verwacht dat dit de laatste avond alleen zal zijn tot Buenconvento. Vanaf Aulla, op de Via Francigena, zal ik, verwacht ik, meer volk tegen komen. Volgens de waard hier ben Ik ben de eerste Nederlander op weg naar Assisi die hij onderdak biedt. Eigenlijk wilde ik bij de Franciscaanse parochie geestelijke overnachten, hij heeft een hele goede naam in pelgrimskringen. Maar omdat ik pas in de middag besloot door te lopen naar Adelano, wilde ik hem niet in verlegenheid brengen. Italianen hebben graag dat je je dagen tevoren aankondigt.

29.06.2016 (41 km dag 32/1090km) Adelano – Aulla

Wat een heerlijke dag. Zonnetje, lichte wind, eerst stijgen dan op de graat de berg af, even eronder, via een breed gravel pad, langzaam weer naar beneden. De bergen worden lager, zon, halfschaduw bos, vanaf Passo Alpicella, geen ziel te zien. Een bloemenzee en heerlijke geuren, brem, krekels, cicaden, in de verte kraait een haan, een slanke patrijs dribbelt parmantig voor me uit, tot het plomp wegvliegt. Vogels zingen in alle talen, kwetterende muziek. Het tweede deel vanaf de Passo Alpicella, het heetst van de dag, loopt in de halfschaduw onder lichtgroen bladerdak. En ik weet, Vanavond word ik verwacht, altijd een bedje gereed. In de middag zie ik de zee. Eindelijk. Het is vandaag een eenvoudig pad, heel anders dan de afgelopen dagen. Vanaf Aulla ga ik op de Via Francigena. Niet omdat dat makkelijker is. Dat zou een negatieve keuze zijn. Wel omdat ik dan op een echte pelgrimsweg en highway to heaven zit. Oud gerenommeerd, gelardeerd met kerken en heiligdommen. Aulla zelf was een bedevaart plaats van Saint Caprasio, wie weet nog wie hij was? En toch, het is een heilige. Caprasio, (Caprisius van Lérin) was een kluizenaar uit de Provence in Frankrijk. Op het einde van de vierde eeuw, het Christendom was nog jong en zocht haar weg vanuit Marseille naar het noorden, zocht hij de eenzaamheid. Aangetrokken tot zijn leven van eenzaamheid, kreeg hij gezelschap van twee (later ook heilig verklaarde) broers, met wie hij op bedevaart naar het Heilig Land trok. Teruggekomen daarvandaan vestigde hij een kluis in de buurt van Fréjus, geïnspireerd door de

Page 52: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

52

monastieke regel van Pachomius, toentertijd, nog voor Benedictus van Nursia de stichter van de Benedictijnen, een van de leidende monastieke bewegingen. Hij heeft eigenlijk niks met Aulla van doen, anders dan dat zijn lichaam als reliek daarheen ontvoerd werd. En Pelgrim als Caprasio was, zo is de abdij welke op zijn graf gevestigd was, een toevluchthaven geworden, vroeger voor Sigiric en nu, voor allen die de Via Francigena of, om het even welke pelgrimage ook gaan. Het afscheid zit in een klein plakkertje, einde Alta Via pad voor de Assisi pelgrims. Zij gaan rechtsaf, wij linksaf over de weg. Weinig eer voor zo’n goed uitgezet wandelpad waar de pelgrims dankbaar gebruik van gemaakt hebben. Een pad met zware, heel zware etappes. Natuurschoon, uitdagend, ja. Pelgrims, religieus, inspirerend? En zodra we de Alta Via verlaten, kom ik in Toscane. Weer kers, druif, vijg en olijf. De vegetatie wijzigt in één oogopslag. Als ik aankom bij de Franciscanen, niets eis, gelukkig ben met wat voor mij voorbeschikt lijkt, dan voel ik mij een pelgrim. Hier, nu, werkelijk vrij, vol en met verwondering om het leven om mij heen. Een warm welkom in de abdij, koekje er bij (ik had ze deze keer zelf meegenomen), en om de hoek gebracht naar het grote pelgrimsverblijf. Vanavond Aulla. Acht medepelgrims, allemaal Italianen. Dat wordt wennen. Ik heb nog koud mijn plekje toegewezen gekregen of er stapt nog een Italiaan binnen. Hij vraagt onderdak want, zo zegt hij, hij is pelgrim. Wat is een pelgrim? Zijn wij dat in onze afritsbroeken, stinkend petje op het hoofd, zweet doordrongen bloesje? Of is hij dat, oudere dikbuikige 50-ger in lange corduroy stadsbroek, geen zweetvlekje op het T shirt en plastic zakje met zijn eigendommen in de hand? De beheerder fluistert me toe, dat is geen pelgrim, dat is een dakloze. Maar als de pelgrims voor een nacht een thuis vinden in de rifuge voor daklozen, waarom dan niet een dakloze voor één nacht bij de pelgrims? De zwerver voor een nacht hebben ze op een kamer alleen gelaten. Niet mengen met de pelgrims, en ook niet afwijzen. Delicaat, wie sta je toe, wie niet? Pelgrims hebben het goed, ze kunnen ook een hotel nemen. Alleen maakt het aantal dagen alle dagen hotels onbereikbaar duur. Zwervers hebben het veel minder. Een hotel is voor hen niet aan de orde. Ze dan de deur wijzen? Eén nacht, dat is de regel. Eén nacht, niet meer, zoals ook voor pelgrims voor wie dit huis bestemd is.

30.06.2016 (39 km dag 33/1129km) Aulla – Mariana di Massa

Ik was even vergeten wat een gite is. Snurkers op de zaal, en niet zo’n beetje ook. Ze hebben de wekker op 04:30uur gezet en doen zo stil als alleen Italianen stil kunnen doen. Dus iedereen is op slag klaarwakker. Kan de slaap niet meer vatten en sta ook maar op. Twee jaar geleden heb ik de Via Francigena ook gelopen, Ik weet nog, na Aulla het laatste heuveltje. Inderdaad, maar wat een zaligheid na Ligurië. Niet meer 3,5liter water meesjouwen voor de hele dag. Proviand kan ik onderweg wel kopen, weer 1,5kilo lichter. En de route zelf, ach zwaar, nou nee. Eenmaal boven is het bos, gravel, asfalt, naar beneden. En de weg naar boven, kan zelfs nog vermeden worden als je dat wilt… Omdat het zo vroeg was, wilde ik in het eerste dorp een barretje voor koffie zoeken. Helaas, vandaag gesloten. Amper 10 minuten later, bongiorno, ben je Nederlander? Zin in koffie? En het bakje worden er twee. Een uur lang keuvel ik met Michiel, gepensioneerde Nederlander met een huisje in Toscane. Hij zegt, de meeste pelgrims komen hier pas om 12uur langs, wat brengt je zo vroeg? Michiel was acacia hout aan het kappen en als afrastering rond de tuin het leggen. Als een soort natuurlijke heg tegen de wilde zwijnen. Zwijnen houden niet van acacia's en doornen. Om de beesten uit de tuin te houden, ze vernielen alle perken, is zware arbeid nodig. Michiel heeft het niet op de lokale jagers. De zwijnen zouden nu, in de zomer, allang hoger op de heuvels moeten zijn. Maar door

Page 53: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

53

ze bij te voederen, houden de jagers ze hier beneden, een gemakkelijkere prooi voor als het jachtseizoen weer opent. Ik loop hier weer de route van kerk naar kerk, van plaats naar plaats, van herinnering naar herinnering. Zou Manuel, de Zwitser met wie ik twee jaar geleden dit traject gelopen heb, zijn weg gevonden hebben? Zijn twijfel in zekerheid omgezet zien? Wilfried Kemp van kruispunt interviewde Santiago gangers na thuiskomst weer. Was er wat veranderd? Waren zij veranderd? Soms niet even duidelijk en niet in het dagelijks doen-en-laten. Maar de ervaring, het weten dat, dat kan nooit meer uitgewist. De eerste vijgen zijn rijp, druiven zijn weer terug, fruit bomen aan de kant van de weg. De natuur ziet er weer heel anders uit, warmer. Padden, kikkers kwaken, kwetterde vogels en de warme klanken van een cicaden koor. En ik was de geur even vergeten: benzine dampen van het verkeer. Tussen Sarzana en Massa ligt de oude Romeinse haven en industriestad Luni (uit 177 v Chr). De Via Francigena loopt pal langs de oude stadsgrens. De stad was in haar hoogtijdagen 200meter x 400 meter groot, had een forum, verschillende rijke villa huizen, een arena, amfitheater en later een vroeg middeleeuwse basiliek. Een industriestad vanwaar het Carrara marmer, dat de Romeinse wereld en nu de gehele rijke wereld, voedt met mooi blank geaderd steen. De stad, eigenlijk maar met bescheiden afmetingen, moet er mooi uitgezien hebben. De straten betegeld met spiegelglad hel wit marmer. Haar vloeren van marmer, glanzend wit marmer zoals we dat in paleizen hebben. De betonnen Romeinse werken welhaast zeker afgedekt met marmeren platen. In het museum staan standbeelden die hier gevonden zijn. Het moet een pracht stad geweest zijn. De haven is verzand, de stad stierf. Rondom alleen plat „ nieuw” land. De toeristische bezienswaardigheden, de Cinque Terra, amper 25 kilometer verder, en niemand die hier bij deze Romeinse ruïne stad nog komt. De vergankelijkheid van succes. En vanavond zit ik - weer alleen- in de jeugdherberg van Marina di Massa. En ik had zo gehoopt op gezelschap. Waar zijn ze? De jeugdherberg, van buiten een kolos, de badkamer van het goedkoopste steen dat ze hebben, alles marmer. Ruime ruimtes, een zwembad, en aan het strand. Alles marmer, zelfs de trottoir banden. Helaas staat de jeugdherberg nu buiten de officiële route. Het lijkt alsof hier een stammenstrijd uitgevochten wordt. Vele verschillende routes uitgezet door verschillende verenigingen. Er is nu ook een fietsroute (blauw /wit in plaats van rood/wit). Die was er twee jaar geleden nog niet. Elke route afficheert zich als „ echt”. Waarom? Is er dan twijfel? Een enorm complex, 1400bedden. Men heeft enkele vleugels geheel afgesloten zodat er nog „slechts" 200 beden beschikbaar zijn. En ook die zijn vanavond niet gevuld. Morgen, ja dan, dan zal alles beter gaan. Crisis, Duitsers, Kroaten, ze blijven allen weg zegt de receptioniste. Als de crisis maar voorbij is, zo zegt ze, dan komen ze wel terug. Komen ze wel terug? Dit centre de vacance is als enige open gebleven tussen nog oudere, vervallen, verlaten onderkomens met holle gebroken ramen, afgebladderde verf.

01.07.2016 (39 km dag 34/1168km) Mariana di Massa – Valpromaro

Slecht geslapen. De hele nacht belaagd door muggen, een van de ramen kon niet dicht en er komen er almaar meer. Ik moet moed maken deze nieuwe etappe te beginnen. De zon is nog niet boven de Apennijnen uit, het is nog koel. Langs de kust zie ik de bebouwing veranderen. Hoe meer Zuid, hoe ingetogener, luxueuzer, duurder de hotels, verzorgder de boulevard. Kermiswagen rijden een terrein op. Morgen, misschien al vanavond, zal er kermis zijn. Nu strijden ze om het beste plekje. De eenvoudige strandpaviljoens verdwijnen, geen verkoopstalletjes meer. Hoe meer Zuid, hoe minder schreeuwerig, meer ingetogen de winkels. De opgepropte bebouwing krijgt groen er tussen door. De

Page 54: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

54

huizen worden luxueuzer, de restaurants stralen kwaliteit uit. De boulevard verandert van kale hete asfaltweg naar fraai met bomen voorziene rustige weg. Trimmers, alle leeftijden maken hun rondje. De fuzz, hectiek verdwijnt. Mensen groeten me op straat, steken een duim op. Rome? Nee Assisi. Pelgrim zijn is hier een bekend fenomeen. En merk dat ik er op aangesproken wordt, voel ik me meer een pelgrim. Geen gewone wandelaar meer. Ik heb een doel. Zomaar, op straat, water? Wijntje? Zomaar, bewoners aan de kant van de weg nodigen je uit. Laten me proeven van hun zelfgemaakte witte wijn (smaakt perfect). Wie ben je, wat doe je, waarom? De vrouw des huizes haalt koekjes. Neem ze mee voor onderweg, biedt ze aan. Ze haalt servetjes. Het is niet het servetje, het is de zorgzame aandoenlijke belangstelling. Bij het vertrek lopen ze mee. Bij het afscheid, een hartelijke buon camino, dank je wel, en met een ferme handdruk, ga ik verder. Ik kijk om, ze staan er nog, een zwaai met mijn stok. Werelden ontmoeten elkaar. Diepladers, aan kleine stukjes marmer doen ze hier niet. Dorpskerkjes met marmer aan binnen en buitenzijde. De kerk van PietraSanta een schoonheid zoals zoveel kerken hier zo goed onderhouden zijn. Aan de buitenzijde hangt het wapen van een Paus (Leo X 1513-1521, een van de Medici). Binnen in het schip hangt prominent een groot wapenbord met nogmaals dat wapen, nu met de lijfspreuk Ora, bidt. In de regel van Bernardus van Nursia stond Ora et Labora, bidt en werkt. Nee, aan werken zal deze Paus niet gedacht hebben. Paus Leo X had bijzondere talenten. Dat moet haast wel om op je 14e al tot kardinaal gewijd te worden en op je 37e tot Paus. Levensgenieter, kunstminnaar, en mecenas voor Michelangelo en Raphael, heeft hij enerzijds bijgedragen aan fantastische cultuurschatten, anderzijds onweerlegbaar aangestuurd op de hervormingen vanuit het protestantisme. Pietrasanta was ten tijde van Leo X in handen van de Medici, zijn familie, en genoot de volle aandacht. Michelangelo, beschermeling van de Paus, moest een weg bouwen welke de marmergroeven van Pietrasante zou ontsluiten voor de handel. Die weg is er nooit gekomen, Michelangelo wel. Hij heeft er het marmer voor diens Mozes vandaan laten slepen. En nog, is de stad een beeldhouwers stad met elk jaar weer nieuwe beelden. In het stadje even verder dan Pietrasanta, in Camaiore, staat een standbeeld van Sint Franciscus. Hij grijpt naar de zon. Hij staat er alleen maar bij te wezen, te zijn met zijn hele ik. Hij heeft geen wapenspreuk nodig om hem op de goede weg te houden. Hij is er al. En weer hoor ik de curé van St.Jean de Mauriënne, laat je “zijn” een gebed zijn. Laat je “zijn” in harmonie met jezelf zijn. Problemen op de route. Negen pijlen wijzen naar links, en één naar rechts. Het plakkaat in het Italiaans ziet er officieel uit. Wat nu? Meeste stemmen gelden. Afijn, en twintig minuten later is de weg door het bos totaal geblokkeerd. Geen doorkomen aan. Twintig minuten toch geprobeerd, twintig minuten terug en de omweg gemaakt die dat ene bordje wel aangaf. In Italië zijn er veel organisaties die zich met de Via Francigena bemoeien. Doorgaans dezelfde, soms worden ook afwijkende routes uitgezet. Met de veelheid aan pijlen wordt het niet makkelijker de juiste er uit te kiezen. In de refuge is vanavond een levendige discussie. De twee hospitaleros worden juist vandaag afgelost door de volgende twee. Pelgrimeren, wat is een pelgrim, wie durft de meetlat te leggen? Wat is een wandelaar, wie is een zoeker? In ieder geval hebben ze niet allemaal religieuze redenen. Wie zal wat vinden, wie komt verlicht thuis? Ja er zijn mensen waarvan je van alles kunt denken. Maar ach, laat de goede niet onder de kwaden lijden. Zou de Via Francigena even succesvol worden als de camino de Santiago? Er wordt gesuggereerd dat vorig jaar 13.000 man de Via Francigena, of een deel daarvan gelopen heeft. Dat lijkt schromelijk overdreven. De politiek heeft echter aan dit getal al niet genoeg. Het moet meer. Meer investering, in paden, in onderkomens. Met geloof en hoop alleen zullen deze aantallen nooit gehaald worden. Valpromaro ligt vóór Siena, en daar beginnen de meeste Italianen hun pelgrimage. In Valpromaro komen er dagelijks niet meer dan 10 voorbij, zeggen de hospideros die de godganse dag op de uitkijk staan. Dat zijn geen wereldschokkende aantallen. Feit is, vorig jaar zijn er hier 880 overnachtingen geweest. Ervan uitgaande dat 2 van de 10 passanten hier overnacht, Lucca is te halen vanuit Pietrasanta, dan mag je 4000 man op de route vóór Siena verwachten. Veel, weinig indrukwekkend vergeleken met Santiago. De overheden willen de route propageren. Verblindt door het succes van Santiago, willen meer regio’s van de rage profiteren, Ierland met de Saint Patriicks way, Noorwegen met de Sint Olavsleden. Ze

Page 55: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

55

verwachte er een economische boost van. Maar zouden wij, als low budget pelgrims nu werkelijk zoveel geld inbrengen? Ik ben vandaag niet de enige gast. Regis, Fransman die vanuit de Normandische kust, via Parijs, Vézelay, een eigen route tot Aosta gekozen heeft en vandaar langs de Via Francigena verder getrokken is, houdt me gezelschap. Gepensioneerd, geopereerd, wilde wat voor de wereld doen en loopt nu om geld te verzamelen. Elke etappe gesponsord met 15€. Elke etappe vooruit bedacht, georganiseerd. Hij weet al waar hij over 30dagen slapen zal. Zoekt voordelige onderkomens om zo meer af te kunnen dragen aan zijn kinderproject in Madagascar. Slapen in een donativo- onderkomen is hem welkom. (Bij mijn vertrek lag naast mijn donativo wat kleingeld, en Regis was toen al lang en breed weg.) Niet alleen zijn kinderproject heeft baat bij zijn tocht, zelf is hij al 14kg verloren en ziet er met een driedubbele kin desondanks nog steeds fors uit.

02.07.2016 (17 km dag 35/1185km) Valpromaro – Lucca Zes uur, Regis is al vertrokken, heb hem nauwelijks horen gaan. Rustig ontbijt, nog voor de hospideros wakker zijn en ook op stap. Het is stil, stilte die ik hoor door het machinegeruis ver op de achtergrond. Door bos, hoofdzakelijk dijkwegen onder schaduw. Zonnebloemen bloeien in het veld. Ik zie waar (en waarom) ik twee jaar geleden fout gelopen ben. Zou het zo weer doen. De route is op de Via Francigena heel goed aangegeven. De plakkers die twee jaar geleden als nieuw uitzagen, zijn nu verbleekt. Nieuwe plakkers, en plakkers voor de fietsers zijn aangebracht. De fietsroute is nog niet bekend, ben geen enkele fietser tegen gekomen. Lucca ligt er in de ochtend mooi bij. Nog schoon, weinig toeristen. Lucca is een echt Toscaanse stad. Met paleizen, kerken, stadsmuur die de middeleeuwse stad in de 16e eeuw tot vestingstad maakte. Ik ben hier gekomen om het labyrint, rechts in het voorportaal van de kathedraal van Sint Martinus. Een

labyrint zoals ook in de kathedraal van Chartres en Amiens te vinden zijn, alleen dan in het marmer ingelegd op de grond en in een immens formaat. Het thema labyrint stamt uit Kreta, de draad van Ariadne, de stier en de Argonauten. Het lukte de Argonauten de stier te overwinnen en met behulp van de draad van Ariadne uit het labyrint de weg terug te vinden ten leven. Eigenlijk is een labyrint dus helemaal geen christelijk beeld, hoort het niet in een christelijke cultusplaats thuis. Misschien dat het daarom in Lucca een plaatsje achteraf kreeg, maar wel in het zicht. Een labyrint is de metafysische afbeelding welke herinnert aan onze levensweg. We zoeken ons, we slaan ons, een weg door ons leven, een

weg uit de oppervlakkigheid, het materialisme. En we willen geïnspireerd worden altijd verder te zoeken, naar iets hogers, naar het licht, het ideaal. Zoals we zochten naar de Graal, verlicht, zo zoeken we onze weg uit het donker, uit de verwarrende wereld. Alleen als we de draad volgen, ons eigen leitmotiv, alleen dan, dan vinden we onze bestemming. In ons lopen, overpeinzen, leeg in het hoofd, hopen we ergens de draad te vinden. De uitdaging, de motivatie, inspiratie, het besluit. Hoe je het ook noemen wilt. trein In Frankrijk ontdekte ik al achter te lopen op het schema. Daar waar ik extra meters moest maken, verloor ik ze juist door het weer. Het was toen een bewuste keuze, snel lopen, afsnijden, doorlopen. Of genieten en in mijn eigen ritme (ook al ligt dat voor anderen misschien wat hoog, toch is het míjn ritme waar ik me lekker bij voel) doorlopen en inspiratie zoeken. Bewust heb ik mijn tijd willen nemen. Het was al snel duidelijk dat de mij toegemeten tijd dan niet voldoende zou zijn. „ Ergens” moest ik tijd inhalen door met openbaar vervoer verder te reizen. Dan moet dat maar hier (4 of 5 dagen, 150km Toscane).

Page 56: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

56

Michiel verbaasde zich over mijn woordgebruik. Ik vertelde hem dat ik blij was dat ik op vakantie mocht. Mogen? Het is toch een recht? Nee, mogen. Mag van Co, mijn vrouw, mag van mijn baas. Ik ben reuze blij met de tijd die me gegund is en ga daar niet weer extra bij snoepen. Waarom hier de tijdwinst nemen? Omdat ik twee jaar geleden deze etappes, Lucca-Buenconvento, ook gelopen heb. En al wil ik het dolgraag nog een keer lopen, als ik een stukje over moet slaan, dan maar hier. Dit is altijd het ergste, wachten en niet weten waarop, tot wanneer, met welk effect. Wachten in onzekerheid. Op het aangegeven adres in Buenconvento zou een contactpersoon zijn. Het blijkt een bar, maar de bar is gesloten. Dicht tot 16:00uur maar het is al een half uurtje later. Italianen zijn niet zo op de klok. Regis vertelde dat hij, op zijn wervingsactie door Frankrijk, vaak moeite had een slaapplaats te vinden. Dan kwam hij in een pastorie, zag een gastenkamer met twee bedden, en zei de pastoor dat er geen voorzieningen waren. Alleen face to face, dán kan je mededogen krijgen, dan kan je een slaapplaats vinden, dan kan je de pastoor er aan herinneren wat je zelf gezien hebt. De rifugio is gesloten. De keuze, 4 kilometer terug op de route (dus morgen ook weer heen) en snurkers, of een hotelletje. Na wat dubben kies ik het hotel, morgen wordt zwaar genoeg. Buenconvento is een klein stadje, met een kleine kerk, een fraai klein gemeentehuis, echte kleine stadsmuren en een klein museum. Ach het is gewoon klein en heeft toch alles. Bedrijvig druk, het is Toscane, en rustig tegelijk. In het hotelletje, kleine kamers, half pension. Alles is klein, zelfs de gastvrijheid, kleine porties eten is hier klein (Auberge de Roma, niet aan te bevelen). Na het diner ga ik op zoek naar een plaats waar ik mijn buikje wel vol kan eten. Ondanks het grote welkomsbord bij de refuge is deze tot nader order gesloten. De curé vertrokken en alles valt in elkaar.

03.07.2016 (45 km dag 36/1230km) Buonconvento – Montepulciano (Omgelopen via Castelnuzio, Petroio, Osteria della Noci)

Slecht geslapen. De kamer ligt pal boven de keuken en de machinerieën van de keuken draaien ook ’s nachts op volle toeren. Gedroomd dat ik al op weg was, aan het lopen, lopen. Gedroomd dat ik een preek moest houden voor een zware gemeente waar ik zelf als RK nogal „licht” ben. Bijbel kwijt, voorbereiding kwijt, niet gepast gekleed, liet ik de dominee de keuze. Doen? En ja, uren voor de vuist weg over slechts één thema, het eerste geloofsartikel. Het houdt me blijkbaar meer bezig, dan ik voor mezelf erken. Het houdt me bezig, waar het antwoord een beslist, bevestigend Ja, is. Gisterenavond was de gastvrijheid zo beneden de maat, dat ik de stempel in mijn credencial weigerde. Het stelt niks voor, een klein gebaar van onbegrip. Vroeg vertrokken. Overal blaffen herdershonden in het veld. Niet aangenaam. Moet de beesten even verder van mijn lijf houden. Ik maak me met stokken groot, zet de aanval in, en ze weten weer wie de baas is, druipen af. De weg wordt al snel piste en blijft dat zo’n beetje de hele dag. Pruimen rijp, bloemen, geurend en bloeiend, koren rijp, klaar gemaaid te worden. Combiners op de weg. Het is stil vandaag. Mijn thermometer loopt naar de 40graden. Het is de eerste dag dat ik het moet doen met uitsluitend richtingaanwijzers van de vereniging voie d’Assisse. Dat valt tegen. Waar ze tot nu toe mede kon steunen op de VF, de AV en GR, moet ze het nu alleen doen. Op plaatsen waar ik beslist een indicatie verwacht, staat niets. In de routebeschrijving worden straatnamen gebruikt die de vier (!) lokale bewoners die ik er afzonderlijk om vroeg, niet kenden (aan mijn uitspraak ligt het niet). De

Page 57: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

57

kaartjes geven net te weinig details. Niet verwonderlijk dat ik fors omgelopen ben, want eenmaal van de route af, is het moeilijk er weer op te geraken. Open velden, doorzichtige bosschages, stoppelvelden met rolletje stro, heuvels een 100meter boven het dal. In de verte Radicofani, het einde van Toscane, het begin van Umbrië of achter Radicofani, Latium. De zon verhit de aarde. De oogst rijpt. Roofvogels zweven over het landschap, geduldig wachtend op hun prooi. De mensen landerig, geen haast. Het pad mijdt de dorpjes, kiest de pistes, oude wegen ooit eens bestraat, nu stoffig zanderig. Vanaf Vézelay ben ik de brieven van Paulus aan het doorlezen. Die man wordt me steeds sympathieker. Doorwrocht Farizeeër met goede opleiding in wet en regels, is hij getuige van de steniging van de eerste martelaar Stephanus. Ik stel me zo voor, een oprechte Godzoeker is getuige van een Godsvinder. Paulus, in geloof al zeker weten dat het om geloof gaat en niet om werken, ziet een gelukzalig mens sterven, sterven voor zijn geloof. En dan moet het hem zeker zijn: het geloof, dit vertrouwen, dit moet Gode welgevallig zijn. En hij trekt er zijn consequenties uit. Een prachtman, zijn leven een wending durven geven buiten de paden van zijn eigen toekomst. Vanavond in de gite, beter, zaaltje van het bisschoppelijk paleis, met Monique en Paolo. Eindelijk niet alleen. Zijn het pelgrims? nee, zeker niet. Monique is lid van het organisatie comité van de Voie en zet zich in voor de ontwikkeling van de pelgrimsroutes (komt goed uit, kan ik gelijk de fouten doorgeven waar ik tegen aan gelopen ben). Waarom zet je je in? vraag ik. Om de pelgrimsroute voor pelgrims open te leggen. Ik maak haar deelgenoot van mijn grote vraag, Wat is dan een pelgrim? Een pelgrim is iemand waarbij in het hart, in het hoofd wat gebeurt. Noem het spiritueel, christelijk hoeft dat niet te zijn. Als er maar wat gebeurt. Het gekke is, zegt ze, Italianen zijn vaak marcheur, geen pelgrim. Gaan met twee of drie, hoeven hun gewoonten, habitudes, niet op te geven. Ze zijn bang voor wat buiten hun wereld plaats vindt. Zoeken de vastheid, zitten vast in cultuur, wat zeggen ze wel van mij, gewoonten, wat hoort. Een pelgrimage kan je juist open doen staan voor wat buiten de comfort zone gebeurd. Los laten, alleen gaan, open staan voor ontmoetingen, de ander. Want juist onderweg, kan je de oppervlakkigheid verlaten. Jezelf en de ander vragen stellen. Vragen die verdiepen, ontdekken. Vragen naar het levensverhaal, keuzes die gemaakt of te maken zijn. Vragen over hoop, geloof of twijfel. Wat is het dat we de oppervlakkigheid niet durven, niet kunnen of willen verlaten? Ze waren in Ponte d’Arbia en de pelgrims hadden het alleen over de kilometers, dat ze gestart waren in.., hoeveel kilo ze hadden, over Santiago, over.. En niemand sprak over zijn hart, zijn verlangen, zijn wensen. Monique en Paolo voelden zich niet thuis in dat gezelschap van strebers, wedstrijdlopers, marcheurs. Het is geen wedstrijd, het gaat er niet om de eerste, de beste te zijn, de vergelijking met de ander te doorstaan. Wat telefoontjes en ze hebben al mijn overnachtingen tot aan Assisi geregeld! Gereserveerd voor een Hollandse pelgrim, meer kenmerken hoef je niet op te geven. Dat geeft enerzijds rust, het is geregeld. Anderzijds legt het me vast zoals dat bij al die Fransen vast ligt. Niet verder lopen dan gepland. Het zal me benieuwen hoe me dat bevalt. Na Aulla zou het landschap minder heftig zijn. Ze zegt, het verschil tussen een toerist en een pelgrim is eenvoudig te zien. Als een toerist, een marcheur ergens aankomt, dan wil hij dit, en dat, en hoe laat. Vragen, vragen, eisen, wensen. Als een pelgrim ergens aan komt, is het eerste woord, rust, vrede. Het komt zoals het komt, en zoals het komt is goed. Het blijkt dat ik de langere route gelopen heb. De kortste is elke twee jaar gecontroleerd, de langere niet omdat niemand (!) die loopt (dom van mij).

04.07.2016 (43 km dag 37/1273km) Montepulciano – Chiusi Scalo

Page 58: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

58

Montepulciano is een wijn- en toeristencentrum. Vol met mensen drukte in de nauwe straten. Alleen in het ochtenduur, we moeten om 07:00uur het gebouw uit zijn, zie ik de stad zoals hij is. Mooi, als in de middeleeuwse stad van Kruisvaarders in Spijkerbroek. De route voert eerst van de berg af langs een, ook al op dit uur, drukke weg. Snel duikt er een gravelpad op en blijft daar de gehele dag. Onder het gravel zijn de oude wegen, oude stenen, eens economische welvarendheid te zien. Wat achterblijft is een weggetje achteraf. Welvaart komt, welvaart gaat en laat haar materiële resten achter. Een fazant fladdert onhandig vijf meter voor me uit het stoppelveld in. Veel vogels, geen insecten. Ver weg motor geruis, landbouw machines, Honden in het veld, Toscaanse boom partijen. Duidelijk te zien waar de renaissance schilders hun inspiratie vandaan haalden. Slangen op de weg, nog al forse…. Door een vallei, vroeger moeras nu een ingepolderd ontwaterde vlakte (en heet). Een marter kruist het pad. Op een verbindingsweg, aan de rand van een hellingbos, ligt een groot kadaver. een Das, aangereden, aangevroten, vers. Jammer. Ze hebben het met hun grote, relatief logge lichaam, moeilijk zich in de bewoonde wereld te handhaven. Gisteren met Monique verder gesproken over pelgrimeren. Wat doet het je? Het haalt je in ieder geval uit de comfort zone, zet je op een afstand, letterlijk. Vanuit de zij-lijn wordt het probleem duidelijker, wordt de werkelijkheid in een ander licht gezet. Zien mensen hun liefde voor de echtgenoot bloeien, gaan huwelijken die al gebroken zijn, ook definitief kapot. Van een afstand zie je helderder. Een pelgrimage hoeft niet religieus te zijn, áls er maar wat gebeurd tussen die twee oren. In het ritme van het gaan, de spiegeling van je vragen aan de antwoorden van een ander, in het samenspel of soms alleenspraak. Als er maar wat gebeurt. Dit is betwist gebied, Op de grens van Siene, Florence en Perugia ligt hier in de vallei een drassig moeraslandschap, eerst in de 19e eeuw drooggelegd tot Hollandse leegte. Indertijd liep hier een droge weg doorheen. Wie de weg controleerde, controleerde het gehele gebied. Siena wilde een daad stellen, haar eigendomsrecht vestigen en bouwde een toren met de toepasselijke naam Beccati Questo (Zie dit). Nogal uitdagend naar de andere partijen die wel moesten antwoorden. Perugia bouwde daarop, slechts 100meter verder aan de zelfde weg door het moeras, een veel hogere toren met de naam Beccati Quello (Zie dat) als antwoord. Het is alsof ik kinderen hoor bekvechten. Op elke hoogte, elke berg lijkt het wel, staat een toren, een kasteel of een burcht. Landjepik om de grootste te zijn. Het is als de honden. Elk paaltje moet bewaterd, dit is van mij. Zo ook hebben de stadstaatjes zich elk plekje toegeëigend, “dit is van mij”. Kinderachtig gedoe. En weer alleen in de rifugio van een parochie in Chiusi Scalo. Geen andere pelgrim al is er plaats voor vijf. Vorig jaar zouden er 167 man naar Assisi gelopen zijn. Dit jaar zijn er 400 credentials uitgegeven. Omdat velen de weg in gedeelten afleggen, betekent dat niet dat dit jaar al die 400man Assisi zullen bereiken. Wel dat er een duidelijke groei zichtbaar is. De slaapzaal voor vijf, is een donkere ruimte. Geen raam kan open en het is nu al benauwend heet. Ik sleep mijn eigen matje in de eetzaal, waar de ramen wel open kunnen. Kan ik tenminste vannacht slapen.

05.07.2016 (64 km dag 38/1337km) Chiusi Scalo – Torgiano

Midden in de nacht op gestaan, neem een extra koude douche om het natte zweet van me af te spoelen. Ik ga die koude douches nog waarderen. Tot 03:00 ’s nachts is het buiten nog vol met leven en lawaai. De ramen staan wagenwijd open om nog een laatste zuchtje wind te vangen. Het blijft smoorheet. Gelijk met de vogels ga ik mijn bed uit. Het kwik is gedaald tot een temperatuurtje waar we in de zomer in Nederland al blij mee zijn. Maar als dit het ochtendgloren is, vrees ik de middagzon.

Page 59: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

59

Alles raakt versleten. In het bovenleer van beide schoenen zitten gaten. Er vallen gaten in de sokken, de blouses zijn kapot. De rugzak is niet meer te stellen, de stelriempjes lijken wel elastiek. De naden van de rugzak scheuren uit en waterdicht is hij al lang niet meer. Goed dat we er bijna zijn. In het ochtendlicht zijn de dieren nog actief. Direct achter Chiusi, waar het moerasland in waterrijk polderlandschap gewijzigd is, zie ik in de verte twee otters mijn pad kruisen. Otters komen in heel Europa voor, als er maar water is. Het bijzondere aan een otter is wel dat het vroeger tot de vissen gerekend werd. Op de vrijdagse vastendagen was het wel geoorloofd vis te eten, maar geen vlees. En omdat de otter zwemt, vis eet, is het zelf vis, en mag het ook op vrijdag gegeten worden. Aldus komen de otters voor in de renaissance stilleven schilderijen, samen met de vissen en ander geoorloofd voedsel. Snel loop ik echter de polder uit, kom in een heuvelrand met voorbeeldige Toscaanse dorpjes, mooie omwalling, stadspoorten en torens. Elk dorpje lijkt hier wel voor toeristen gebouwd. Eekhoorntjes springen weg, twee fazanten wanen zich onbespied. Met de opkomende hitte zweet ik door alle poriën. Alles voelt klef en klam, bij elke 10km een forse stop, fors drinken. Ik roep bij elke bar vragende blikken op, ben overgestapt op kannetjes warme thee. Kan ik mooi het koffiebar ritueel aanschouwen. Het is alsof elke man, voor hij naar zijn werk gaat, even halt houdt, vingermutsje koffie, broodje, koppensnellen door de krant, arm over de schouder van een collega, en vriend, en hop, off we go. Samenbindend in een dorp, bron van nieuws uitwisseling en als het goed is, mededogen, vriendschap. Een klein gebaar, steuntje in de rug. Door de heuvels, warm, geurend. Uitzicht op het eiland waar Sint Franciscus lang verbleef. Pijnboom, olijf, later zonnebloemen (na Tavernelle), nog te vroeg in het seizoen, in een overwegend licht glooiend landschap. Op alle heuveltoppen staat een kasteel. Al snel warmt het op, de geuren nemen toe, de zon warmer, de sfeer beter. Het gravel pad door het bos stapt heerlijk voort, met steeds meer plezier loop ik, ondanks de hitte, voort. Ik kom in de buurt van Rome, passeer de Tevere, de rivier die ook door Rome stroomt als Tiber. Mensen toeteren, steken een duim omhoog als ze me zien. Een pelgrim onderweg naar Assisi, onmiskenbaar nu. Ik krijg moed door de aanmoediging van andere. In de erkenning hier, kan ik de hele wereld aan. Pas in de avond merk ik hoe veel vocht ik verloren heb. Ik drink zomaar een paar liter weg, niet normaal. Het treft mij, Paulus, getuige van de dood van Stephanus, ziende dat het geloof alles overwint, ja zelfs de wet terzijde stelt. Tot de overtuiging gekomen dat niet de wet, maar slechts het geloof iemand rechtvaardigt en daaruit de consequenties trekt. Franciscus, eveneens uit geloof, doet wat hij doet. Een zegebede als lijfspreuk, Pax en Bonum, Dan denk ik aan Caty, een te vroeg overleden collega, die eens vertelde dat ze met hoge nood in EuroDisney Parijs was. Bij uitzondering, mocht ze op de personeelstoilet, als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Ze deed haar ding en haar oog viel op een bordje bij de ingang terug in het park: Smile, You’re on stage now! Dat heeft me jaren op de been gehouden op mijn werk bij de DAS. Als ik door de draaideur ging, zei ik tegen me zelf, Smile, ze verwachten het. Maar dat is spel, toneel, uiterlijk. het is er wel, maar niet echt. Het echte is van Paulus en Franciscus. Laat je “zijn” een gebed zijn, je leven een vrede en vreugde. Niet gespeeld, oprecht. Tegen 10uur ben ik op het eerste adres waar ik had afgesproken te overnachten. Veel te vroeg, en ik besluit door te lopen. Doe een briefje in de brievenbus van de curé, en ga door, de dag is te jong om nu al te stoppen. De hitte neemt toe, de kilometers saai, alleen een weg om van A naar B te komen op een rustige, toch mooie weg. In de verte Perugia, zal ik niet komen dit jaar, en deels ook drukke, onaangename wegen. Ik bel op naar het volgende adresje. Of ik in plaats van morgen vandaag al komen kan? Geen probleem, ze reserveren een tafeltje bij het restaurant naast de rifugio. Moe kom ik klokke zes aan, blij de dag verlengd te hebben. Morgen zal ik Assisi zien! En wat heb ik ervaren deze tocht. Geduld, het maakt niet uit hoe snel, ik kom er wel. En zo niet, ook dat is goed. Eigenlijk ben ik, de

vooraf planning ten spijt, elke dag gewoon vertrokken, zonder bedoeling per se ergens aan te

Page 60: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

60

komen. Het loopt zoals het loopt, en er was geen druk om kilometers te vreten. Expres niet, nadat ik in Frankrijk al besloten had het plezier voor te laten gaan op het aankomen.

Broederschap, blijdschap om de ander. Mijn vooroordelen aan de kant gezet, de mensen die ik ontmoette onbevangen tegemoet getreden. Nee, ik heb weinig medewandelaars ontmoet, helaas. Maar, en dan met name, zoveel lieve, lieve inspirerende mensen.

Eenvoud, slechts het hoogstnoodzakelijke neem je mee, en dat is genoeg. Zelfs dat is te veel. De eenvoud in leven, eten, drinken, slapen, gaan, maakt dat de geest open staat voor vreugde en gevoel. Daar ben ik dankbaar voor.

Dankbaar, voor wat ik ontmoet heb aan goedheid, aan engelen onderweg, steun en bemoediging. Maar ook, dankbaar dat mijn fysieke ik dit toch weer mogelijk kon maken.

Accepteer wie ik ben, wat ik bent, wat ik met me meedraag. In mijn gesprekken met anderen, heb ik geen moment gedacht, „ wat zal de ander van mij vinden”. De woorden van de curé van St.Jean indachtig, probeerde ik bewust te „ zijn”, hier en nu, en dat ook uit te dragen.

Sterkte, want ik wist al eerder, uit mijn tochten naar Santiago en Rome, een mens is veel sterker dan hij denkt. En al heeft de moed me een dag ontbroken, ook die dag twijfelde ik geen moment dat ik aan zou komen waar ik mijn stappen naar richtte. De berg die vandaag voor me ligt, ligt morgen achter me. De angst voor steilten en hoogtes, is ongegrond. Wat de route bedenkers uitgezet hebben, is goed gedaan.

Vertrouwen, vertrouwen dat het goed zal komen, goed zal zijn. Vertrouwen dat me slechts een moment, kortstondig, in de steek gelaten heeft voor Grognano. De engel gaf het vertrouwen terug, ook al zat ik op de verkeerde weg. Als het einde daar is, is het goed. En als het nog niet goed is, is het nog niet het einde.

Geluk, de rust, de blijdschap in het gemoed, de zekerheid, het is goed. De cicaden gaan ineens „ uit”, 21:08 uur nog vol lawaai, 21:09 is het muisstil. Bedtijd.

06.07.2016 (23 km dag 39/1360km) Torgiano – Assisi

De hele nacht hoor ik honden, dan weer slaan ze links aan, dan weer rechts. Als dat in Nederland zou gebeuren, was er al lang wat aan gedaan. Niet uitgerust ga ik op pad voor het laatste stukje. Eigenlijk ben ik er al. Al snel zie ik Assisi in de verte, achter een drukke industriestad, op een berg liggen. De zon straalt door de wolken heen, een bol met spaken zonlicht boven de heuvels. Zo moet ook Franciscus hem gezien moet hebben. Velden met zonnebloemen, inspiratiebron voor de liefde tot de natuur. Mijn lijf doet pijn. Mijn voeten, mijn schoenen. Doorbijten, even nog, even nog die heuvel. Dan sta ik op het plein voor de basilica van Franciscus. De zon breekt nu definitief door. Hel wit de kerk. Het plein is (nog) leeg, wat mooi. Een gevoel van blijheid, lichtheid om het schone vervult me. In de benedenkerk is op vele fresco’s Sint Franciscus afgebeeld. Een draagt het predicaat als zou daarop Franciscus het meest levensecht uitgebeeld zijn. Jonge man, grote flaporen. Dat zo iemand het charisma had menigten in beweging te zetten. Want charisma had hij. In tijden dat de wereld op kop stond, de zelfverzekerdheid van de Italiaanse stadstaten, de opkomende weelde, opkomende na-ijver tussen steden, machten op land en zee. Nieuwe denkbeelden en een kerk die op instorten stond. Ik bel op voor een overnachting. Ben rijkelijk vroeg op dit koffie-uur. We spreken af om 12:00uur bij de Porte de Jacomo, de pelgrimspoort van Sint Jacobus. De rifugio is net buiten de stad, direct naast het kerkhof. Als het vannacht niet de dag des Oordeels wordt, zal ik een rustige nacht hebben. En wat doet het me?

Page 61: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

61

Allereerst is de afgelegde afstand 1350km natuurlijk niets vergeleken met Santiago (> 3300km) of Rome (>2200km). Ik zou op deze afstand dan ook geen fysieke uitputtingsslag verwachten. Al ben ik moe, heb last van de hitte, dat gewoon de te lange dag van gisteren. Ik ben verbaasd dat een eenvoudig man, Frans uit Assisi, zoveel mensen op de been brengt. Santiago is een apostel, Rome een wereldstad aan cultuur en historie. Assisi is en blijft een klein provinciestadje op de berg die het moet hebben van één man. Eén man die zichzelf niet belangrijk vond en misschien, bij leven al heilig, bij dood nog steeds inspirerend. Pax et Bonum, Vrede alle Goeds. In de pelgrims mis, worden de pelgrims die vandaag aangekomen zijn naar voren geroepen. We zijn met een clubje van vier man. Naast mij nog een Amerikaans echtpaar die, vanuit Florence, elke dag een (heel) klein stukje lopen. Hun hotelarrangement vervoert elke dag hun bagage. En een Italiaan, eveneens vanuit Florence. Bewondering dat ik dat hele stuk vanuit Vézelay gelopen heb, waar ik het maar een klein stukje vindt, vinden anderen dat een hele prestatie. De voorganger besteedt er plichtmatig lijkt het, enige woorden aan. Wat zou het, ik ben hier niet voor hem, ik ben er zelfs niet voor Assisi. Ik ben er omdat de weg me hierheen geleid heeft en ik me onderweg wilde laten inspireren. Vroeger kon nog vanuit de Almacht, in een hiërarchische lijn van God tot aan beneden, een onderworpenheid aan Paus, Keizer, Kerk burgervaarder, baas verwacht worden. Vandaag de dag ben ik het zelf die bepaalt wat ik er van vind, hoe ik in het leven sta, en waartoe ik mij inspireren laat. Daar heb ik het gezag van een voorganger niet voor nodig. Niet in aanbidding, niet in trance, maar in een serieus afvragen, waarom?, waartoe? zeig ik neer in de crypte voor Franciscus’ graf. Inspirerende mensen, inspiratie die ook vandaag nog ons leven kan bereiken.

07.07.2016 (— km dag 40/1360km) Assisi

Stille nacht, alleen in een rifugio waar plaats is voor velen. Pelgrims, waar zijn jullie? Tegen 04:00uur beginnen er toch weer honden zonder reden te blaffen. Ben al op voor de wekker gaat. Reuze dag. Ik mag de fiets lenen van de rifugio en kan zo in de ochtend de ermitage waar Sint Franciscus zich met zijn volgelingen terug trok, en de kerk bezoeken welke dier Sint Franciscus als eerste opgebouwd werd. De ermitage ligt op nauwelijks 3 km vogelvlucht van de stad. Het is echter fors stijgen. Op dit vroege uur is het nog rustig, slechts twee dames lopen langs de kant. We lopen samen op, een boeddhistische non en een Italiaanse met boeddhistische interesses. Wat is een pelgrim, waarom gaan zovelen, zijn het allemaal pelgrims? Wat zoeken ze, wat zouden ze moeten zoeken? Inspirerend, zachtaardig, luisterend. Maar ook, in gesprek merk ik, ik besef, ik bén nu een pelgrim, ik héb wat te vertellen en ik vertel ook zonder woorden. We delen het ontbijt halfweg de berg. Pax et Bonum, als van nature voegen we ons in de stilte van de ochtend, De ermitage, kluis waar Sint Franciscus leefde, is een grot met uitzicht op een naar het Westen gerichte vallei. Ondiepe grotten, meer een alkoven, omringen deze plaats. Elk van zijn volgelingen had een eigen plek. Ik zit in de kapel van de ermitage. Stil, de ramen staan open, binnen zoemt een vlieg, buiten fluiten de vogels hoge heldere klanken. Ik hoef alleen naar stil te zijn om de magie van deze plaats te voelen. We zijn nog maar met zijn drieën. Dikke muren, eeuwenoud gebouwd op stenige rots, vaste grond. Door de kluis is een toeristen route aangelegd, éénrichting verkeer. Ik ben te lang in de kapel gebleven, de eerste busladingen zijn inmiddels gearriveerd, De bezichtiging route loopt langs de grot van Franciscus waar hij zich zo vaak teruggetrokken heeft. We zijn niet meer met drie, horden trekken in een lange rij voorbij. Het eenrichting pad gaat trappetje op en af, gangetje door en als hoogtepunt de grot. Ik blijf even langs de kant zitten, de horde trekt verder alsof ze door de Kalverstraat loopt. Kijkt niet links, kijkt niet rechts. Steekt automatisch de hand in een wijwater vat, slaat gedachteloos een kruisje, en staat weer buiten.

Page 62: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

62

Franciscus we noemen hem wel de armoede prediker. Dat is hij niet. Hij propageert de eenvoud, oprechtheid, openheid hier-en-nu en vertrouwen op de voorzienigheid. Tevreden zijn met waar hij is zonder de idealen, vrede, gerechtigheid, uit het oog te verliezen. Hij is een tegenstrijdigheid. In zijn geestesbenadering zocht hij een contemplatief, wel doorvoeld leven. Maar het eerste dat hij deed was: bouw deze kerk op. Doe werk. In de kluis is een beeldengroep over contemplatie. God kan je vinden in het aanschouwen van de natuur, of in de geletterdheid van de schrift. Of in het niets doen, meditatief lui liggen in het gras en doorleefd. doorstraald willen worden van het zijn, het leven. O wonder, de fiets, hij staat er nog. Ook zonder slot. Francesco, de hospidero zei, vertrouw, ook zonder slot staat hij veilig. Eén lied tijdens deze tocht heeft mij vrijwel elke dag begeleid: Ne crains pas, vreest niet, vertrouw er maar op. Spreek de zegenbede uit als Franciscus, Pax et Bonum, Vrede alle Goeds (Mt 10:12). De rest komt van zelf. Dwalen door de straten van Assise. Hardstenen oude huizen, trapstraatjes, bloemetjes hangen buiten, boogjes, straten overwelft. Het doet zo middeleeuws aan, al is het niet dat wat Franciscus in zijn dagen gezien zal hebben. De middeleeuwen duurden lang. Wat hij wel gezien heeft, is het kruis van Sta Chiara. Christus lijkt van het kruis af te komen als mens als jij. Met open armen, uitnodigend met warmte je bij de hand te nemen. Zo moet Franciscus dat gevoeld hebben toen hij zich geroepen wist. De hele dag alleen, de hele weg vrijwel alleen, en vanavond de afsluiting. Nog eenmaal de pelgrimsmis. Het voor de dienst afgescheiden gedeelte in de basiliek zit vol. Er zijn vandaag meer pelgrims aangekomen. Paolo en Monique, maar ook Jacques, een Fransman begin dertig. We ontmoeten elkaar voor de dienst. Al zijn we met weinigen, het is goed gelijkgestemden te ontmoeten. Pal achter mij neemt Francesco plaats. Hij is vanuit Florence komen lopen, rugzak naast hem in het gangpad en nog zonder slaapplaats vanavond. Een tweede Italiaan, Massimo, sluit zich aan. Op de trap van de rifugio wachten nog drie Polen, Arturo, Maria en Kiska, samen vanaf Krakau op weg naar Rome. Alle pelgrimsverhalen, pelgrimsbeelden, pelgrims routes smelten ineen. Een blik van herkenning, een lach, een bemoedigend woord. Vanavond, voor het eerst en tegelijk voor het laatst. We voelen ons verbonden en toch nemen we afscheid van elkaar, gelijkgestemden, verschillend, en o zo gelijk. Pax et Bonum

Page 63: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

63

Terugkijken Het weer in Frankrijk was ronduit slecht. Het aantal pelgrims was dit jaar dan ook veel minder dan gebruikelijk. Op de route naar Assisi werden vorig jaar 167 wandelaars ingeschreven. Dit jaar zijn er tegen de 400 credencials uitgereikt. Dat wil niet zeggen dat ze alle 400 in Assisi aangekomen zijn. Veel Fransen lopen de routes in stukjes en daarmee doen ze er jaren over voor ze aankomen. Maar dat het drukker wordt, is duidelijk. Verrassend (voor mij) was dat het aantal wandelaars in Italië dit jaar beperkt bleef. Zelfs op de Via Francigena waren weinigen onderweg. Wellicht omdat ik in het heetst van het jaar gelopen heb of ook hier, de wandelaars van ten Noorden van de Alpen het vanwege het slechte weer hebben laten afweten. De uitdaging voor dit jaar was te zien of de Voie d’Assise wel mogelijk zou zijn. Het antwoord is een beslist JA. De route is goed gemarkeerd, de fysieke uitdaging is (mits je gezond bent en enige conditie en vooral tijd hebt) goed te nemen, er zijn voldoende overnachtingsmogelijkheden (vaak wat duurder), en het is rustig (heel rustig). Je moet deze tocht zélf maken, ontmoetingen met medepelgrims zijn schaars. Je loopt in de natuur, kan uren lang, dagenlang, de gedachten de vrije loop laten, je laten inspireren. Het kan een echte pelgrimage worden, zoals bedoeld door de routeplanners, zoals verwacht door de gastvrije gezinnen onderweg. Als je maar wilt. Er zijn bovendien alternatieven op de beschreven routes (zie vooraan aan dit dagboekje) die het eenvoudiger maken voor hen die het fysiek niet trekken. Maar als je alle lichte alternatieven achter elkaar plakt (Vallée de Mauriënne, aansluiting Via Francigena in Turijn via Ivrea, of later vanaf Aulla) blijft er van het karakter van deze route bar weinig over. Je loopt dan wel naar Assisi, maar niet de Voie de Paix. Waarschuwingen dat de route een goede fysieke conditie vereisen, zijn niet van de lucht. Ze zijn volgens mij ook volkomen terecht. Uitvallers zijn talrijk. Je hoeft natuurlijk niet mijn tempo aan te houden (je eigen tempo is het enige tempo dat bij je past!), maar ook als je een 20km per dag loopt, het vele stijgen en dalen in de hete zon vergt veel van je lichaam. De route gaat door afgelegen gebieden in Frankrijk en door voormalige Franstalige gebieden in Noord Italië. Iets anders dan Frans spreekt men niet. Mijn indruk is dat je voor deze route echt wel Frans moet spreken om enige aansluiting met de lokale bewoners te krijgen, of om alleen al de routegids te kunnen begrijpen. Ik ben natuurlijk lang niet de eerste die deze route aflegt (zie bv http://hans2hike.waarbenjij.nu/reisverslag/4840141/tough-climb-me-and-franciscus) http://giri.waarbenjij.nu/reis/details/445577/pelgrimsreis-van-vzelay-naar-assisi of google/youtube gewoon op vezelay assise (ook, juist veel, franstalig)

Page 64: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

64

En dit ook nog

Wat neem je mee Wat je meeneemt onderweg is natuurlijk afhankelijk van wat je van plan bent. Ik wilde gaan kamperen, maar dat is er niet van gekomen. De hele route kan je in B&B’s, hotels en in parochiezaaltjes onderdak vinden. Een tent is alleen een „ verzekeringspremie”. Je neemt hem mee om zeker te zijn van een plek indien je nergens terecht kunt. Alleen als je echt van kamperen houdt, neem hem mee. Anders, laat hem thuis. Mijn paklijst voor Assisi zag er als volgt uit: Kampeer benodigdheden

- rugzak met regenhoes - licht gewicht 1pers. tentje (1,3kg PerrySport) met 8 lichte aluminium haringen, niet gebruikt NIET

meenemen)

- luchtmatrasje (Declathon) - slaapzak (Xenos) - lakenzak (Xenos) - Beschermhoezen kussen en matras tegen de bedwantsen (gelukkig geen last van gehad) - zaklampje (Xenos) - extra scheerlijn met (6) wasknijpers - lege waterfles en noodrantsoen (bv bouillon, soep, noten en hoog calorisch vijgenbroodje) - mes met kurkentrekker, lepel, blikopener Kleding Inclusief de kleding die je aan hebt: - een paar dikke wollen sokken, drie paar dunne sokken (alle versleten) - twee lange broeken, lichtgewicht snel drogend, (waarvan één afritsbaar en één “uitgaanstenue”) - twee sneldrogende shirts (Aldi) plus een netter “uitgaans tenue” shirt - fleece vest (extra licht, heel warm) - regenjas (winddicht, goed ademend) - drie maal ondergoed - een lange onderbroek (heb je nodig tot Italië) - zwembroek (eigenlijk overbodig, ik slechts eenmaal echt kunnen zwemmen)

- regenbroek en poncho - heel stevige wandelschoenen en - lichtgewicht slippers (voor in de stad/ als je wat rust aan de voeten wenst) - een hoed (tegen de zon en regen) - één zakdoek (kan je wassen, een tweede zakdoek is overbodig

Als je door Frankrijk loopt, is twee sets kleding waarvan één aan, te weinig. Als het regent, en je kunt niets wassen, is een derde set onontbeerlijk. Loop je alleen in Italië, dan zouden twee sets voldoende kunnen zijn. Alle kleding die je mee neemt moet niet alleen lichtgewicht maar ook sneldrogend zijn. Een en ander is afhankelijk van het jaargetijde. Persoonlijke verzorging

- natuurlijk je pers.verzorgingsstuf, wat je denkt nodig te hebben plus handdoek - ehbo, met name naald/ontsmettingsmiddel, (blaren en gewone) pleisters, tekentang, sporttape,

pincet (voor doornen), veiligheidsspelden, nagelschaartje. Verband is wat onzinnig want als er echt wat aan de hand is, helpt dat beetje dat je bij je hebt ook niet.

- medicijnen/pillen voor als je aan de race bent, of juist niet, pijnstillers en ORS - tube zonnebrandcrème (klein, koop je onderweg wel bij) - brillenkoker met wollen doek om de bril te poetsen. Het is aan te raden een zonnebril mee te

nemen, maar met mijn “zelfkleurende glazen” is dat onnodig. Papieren en allerlei

- credencial (op deze route in Frankrijk én Italië een absolute must) - wandelstokken (als je ze nodig hebt, vind je ze wel in het bos, dus niet meenemen!)

- paspoort in een waterdicht zakje - portemonnee, altijd contant geld (een basis voorraadje van 200€ is voldoende, pinnen is niet

overal mogelijk)

- bankpasje(s) om te pinnen, ziekenfondskaart, alarmnummer,

Page 65: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

65

- Mobiele telefoon (met GPS, heb ik veel plezier van gehad)/ camera met oplader.

- kaarten, gidsjes, kompas, fluitje (voor noodgevallen) - dagboekje (eerst leeg), bijbeltje of wat je aanspreekt voor onderweg (boekje, gedichten, spreuken) - naald en garen, touwtjes, waterdichte zakjes om alles droog op te bergen in de rugzak. Als je kan, stuur dan een deel van de gidsen en kaartmateriaal poste restante ergens aan de route.. Kies daarbij géén postkantoor, dat alleen door de week en op kantoor tijden geopend is, maar een jeugdherberg, refugio of klooster op de weg.

De routeboekjes

De volgende routeboekjes heb ik gebruikt. - De basis is de beschrijving van de vereniging Chemin d’Assise / Chemin de Paix

(http://chemindassise.org/fr/accueil/). Deze is voldoende om de weg te vinden. Als je je niet zeker voelt, koop de betreffende IGN kaarten daarbij (groene 1:100.000) voor het Franse deel.

- Voor het deel in Toscane had ik tevens een wandelkaart van de Italiaanse VVV (Global map, Via Francigena in Toscana 1:50.000 isbn 978-88-7914-502-2). Alleen al de wandelkaart volstaat om de Via Francigena route te vinden.

- Daarnaast zijn, met name voor de Alta Via in Ligurië aparte aanvullende kaarten handig, maar niet noodzakelijk. (Alta Via del Monti Ligurie- Edizion Multigraphic Firenze, 1:25.000, en Genova- Varaza Ovada, http://www.istitutogeograficocentrale.it, 1:50.000). Ook kan je je toevlucht nemen tot een „ echte” routebeschrijving uit: De Wandelgids Ligurischer Höhenweg Alta Via dei Monti Liguri | Conrad Stein (9783866861619).Noodzakelijk is het echter niet.

- Onontbeerlijk is de lijst overnachtingsadressen. Ook deze is te vinden (up to date) op http://chemindassise.org/fr/accueil/. Let op, voor Ligurië wordt je dan wel weer doorverwezen naar www.altaviainfo24.com. Voor de lijst overnachtingsadressen op de Via Francigena, zie de site van www.pelgrimswegen.nl.

- Het schijnt dat er van de Ligurië route ook GPS tracks bestaan. Gezien het aantal maal dat ik daar fout gelopen ben, is het wellicht handig die tracks te downloaden als steun (zie ook op www.altaviainfoh24.com).

Planning Ieder zijn eigen wandeltempo, het tempo waar hij zich wel bij voelt. Gemiddeld loop ik 35 kilometer per dag. Doordat het weer tegen zat in Frankrijk en ik daardoor juist niet de kilometers maakte in Frankrijk waar ik op rekende, moest ik al snel een keuze maken: Of Assisi geheel en al op eigen kracht al lopend bereiken, maar dan zou ik in de varianten steeds voor de kortste route moeten kiezen en geen tijd aan andere dingen mogen besteden. Of gewoon een leuke tocht maken en de consequentie accepteren dat ik 150km met de trein moet overbruggen. Dat laatste heb ik dus gedaan (Lucca -Buenconvento, 4 of 5 wandeldagen). De vereniging voor Assise gaat uit van 75 wandeldagen. Dus echt „vreemd” dat dat me niet in 39 dagen lukte, mag je dat niet noemen.

.

Page 66: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

66

Gerealiseerd:

nr etappe kilometers week dag oC meteo datum slapen

dag tot gem

tussen () aantal mede- slapers in dortoir

1 Vézelay - Marigny l’Eglise 31 31 31 zondag 17

29-mei-16 gite (2)

2 Marigny l’Eglise- Lac du Setton 40 71 36 maandag 16

30-mei-16 hotel

3 Lac du Setton - St Léger 37 108 36 dinsdag 15

31-mei-16 gite (1)

4 St Léger - Montchanin 35 143 36 woensdag 16

1-jun.-16 hotel

5 Montchanin- Branand 27 170 34 donderdag 16

2-jun.-16 gite (0)

6 Branand - Cluny 30 200 33 vrijdag 18

3-jun.-16 salle paroisse (1)

7 Cluny - Tramayes 29 229 33 zaterdag 20

4-jun.-16 gite (2)

8 Tramayes - Beaujeu 24 253 32 zondag 21

5-jun.-16 b&b

9 Beaujeu - Villefranche sur Saône

36 289 32 maandag 22

6-jun.-16 gite (0)

10 Villefranche sur Saône - Bourg St.Christophe

44 333 33 dinsdag 30

7-jun.-16 gezin

11 Bourg St.Christophe - St.Sorlin en Bugey 22 355 32 woensdag 25

8-jun.-16 salle paroisse (0)

12 St.Sorlin en Bugey - Innimond 31 386 32 donderdag 24

9-jun.-16 gite (0)

13 Innimond - St.Maurice de Rotherens 42 428 33 vrijdag 30

10-jun.-16 gite (0)

14 St.Maurice de Rotherens - Les Échelles 34 462 33 zaterdag 25

11-jun.-16 gite (0)

15 Les Échelles - St.Pierre de Chartreuse 34 496 33 zondag 22

12-jun.-16 hotel

Page 67: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

67

nr etappe kilometers week dag oC meteo datum slapen

dag tot gem

tussen () aantal mede- slapers in dortoir

16 St.Pierre de Chartreuse - Laval 30 526 33 maandag 22

13-jun.-16 gezin

17 Laval - Rivier d’Allemond 16 542 32 dinsdag 15

14-jun.-16 gite (0)

18 Rivier d’Allemond - St.Jean de Mauriënne 36 578 32 woensdag 22

15-jun.-16 gezin

19 St.Jean de Mauriënne - Modane 37 615 32 donderdag 19

16-jun.-16 hotel

20 Modane - Gran Scala 34 649 32 vrijdag 19

17-jun.-16 gite (0)

21 Gran Scala - San Antonio 44 693 33 zaterdag 22

18-jun.-16 salle paroisse (0)

22 San Antonio - Piossasco 26 719 33 zondag 28

19-jun.-16 b&b

23 Piossasco - Carmagnola 39 758 33 maandag 32

20-jun.-16 salle paroisse (0)

24 Carmagnola - Neive 45 803 33 dinsdag 32

21-jun.-16 hotel

25 Neive - Grognardo 55 858 34 woensdag 32

22-jun.-16 salle paroisse (0)

26 Grognardo - Tiglieto 25 883 34 donderdag 32

23-jun.-16 b&b

27 Tiglieto - Pietralavezzara 35 918 34 vrijdag 32

24-jun.-16 gite (0)

28 Pietralavezzara - Creto 21 939 34 zaterdag 32

25-jun.-16 hotel

29 Creto - Cabanne 44 983 34 zondag 22

26-jun.-16 gite (0)

30 Cabanne - Passo del Bocco 26 1009 34 maandag 22

27-jun.-16 hotel

31 Passo del Bocco - Adelano 40 1049 34 dinsdag 22

28-jun.-16 hotel

Page 68: Vrede, alle Goeds - pelgrimswegen.nl

68

nr etappe kilometers week dag oC meteo datum slapen

dag tot gem

tussen () aantal mede- slapers in dortoir

32 Adelano - Aulla 41 1090 34 woensdag 32

29-jun.-16 gite (5)

33 Aulla - Marina di Massa 39 1129 34 donderdag 34

30-jun.-16 gite (0)

34 Marina di Massa - Valpromaro 39 1168 34 vrijdag 34

1-jul.-16 gite (1)

35 Valpromaro - Lucca 17 1185 34 zaterdag 34

2-jul.-16 hotel

36 Buenconvento - Montepulciano 45 1230 34

zondag

38

3-jul.-16 salle paroisse (2)

37 Montepulciano - Chiusi Scalo 43 1273 34 maandag 36

4-jul.-16 salle paroisse (0)

38 Chiusi Scalo - Torgiano 64 1337 35 dinsdag 36

5-jul.-16 salle paroisse (0)

39 Torgiano - Assisi 23 1360 35 woensdag 36

6-jul.-16 gite (0)

40 Assisi 0 35 donderdag 32

7-jul.-16 gite (8)