Vraagstelling en Onderzoeksopzet

1

Click here to load reader

Transcript of Vraagstelling en Onderzoeksopzet

Page 1: Vraagstelling en Onderzoeksopzet

Vraagstelling: 

Wat is de invloed van ideeën over representatie uit de conciliaire beweging in de 15de eeuw op het functioneren van de kerkelijke organisatie in de Nederlandse gewesten die onder het bisdom Utrecht vallen? 

Deelvragen: 

‐ Wat is de conciliaire beweging?  

• Historische context. Opkomst van centralistisch pauselijke macht. Gregoriaanse hervormingen. Investituurstrijd en Concordaat van Worms. Ballingschap in Avignon. 

‐ Hoe zien conciliaristen en papalisten de rol van een vertegenwoordigende vergadering, inspraak en representatie in een christendom dat tot dan toe gedomineerd wordt door het idee van de Kerk en gelovigen als  een organisch geheel (het corpus christi)?  

• Jean Gerson, Heimerich van de Velde, Juan de Segovia, Marsilius van Padua, Willem van Occam, Durantis, Juan de Torquemada e.a 

‐ Hoe functioneerde representatie in de kerkelijke organisatie in het bisdom Utrecht vóór de opkomst van de conciliaire beweging? (uitgangssituatie) 

• Verkiezing en aanstelling van geestelijken 

• Rechtspraak en verhouding tussen rechtbanken 

• Invloed van Rome/Avignon. 

• Ambtsdienaren. 

• Belastingen en afdracht. 

• Etc. ‐ Welke veranderingen in het functioneren van de kerkorganisatie zijn in de periode van de 

conciliaire beweging te bespeuren? (veranderingen) Archiefonderzoek. 

• Opkomst en invloed van de pauselijke inquisitie in Utrecht (aanstelling inquisiteur in 1372 door Gregorius X ) 

• Groeiend aantal ambtenaren verbonden aan de geestelijkheid. 

• Teruglopende pauselijke inkomsten en veranderingen in de inning van deze belastingen (door besluiten Concilie van Konstanz 1414‐18). 

• Opkomst van de aflaat als vervanging van teruglopende pauselijke inkomsten 

• Groeiende invloed Staten van Utrecht en wereldse politiek op de geestelijke rol van de bisschop.  Met name bij de verkiezing/aanstelling. 

‐ Zijn die veranderingen te relateren aan, of maatregelen tegen, de ideeën over representatie uit de conciliaire beweging? (beoordeling van veranderingen en beantwoording hoofdvraag) 

• Zeer waarschijnlijk maar ten dele, welke ideeën zijn  dat dan? Vallen Gerson, van de Velde en Segovia er in te herkennen?  

• Beperkte aandacht aan andere  ontwikkelingen die deze veranderingen kunnen verklaren zoals verdergaande verstedelijking, opkomst centraler bestuur onder de Bourgondiërs, toenemende handel etc. Let wel, deze ontwikkelingen staan niet los van de conciliaire beweging. Het één hoort bij het ander en past in wat de Duitsers ‘Zeitgeist’ noemen.