VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in...

4
Kennis over oudere patiënt schiet tekort TREFWOORDEN Ouderenzorg Vaardigheden Kennisniveau Attitude

Transcript of VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in...

Page 1: VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in het zie - kenhuis. De vragenlijst bevat zes thema s: normale veroudering, geriatrische

36TVZ 05/2018

VOORWOORD

Foto’s Anne en Catharina: Monique Kooijmans

Kennis over oudere patiënt schiet tekort

ANNE ESKES & CATHARINA VAN OOSTVEEN

Hoofdredactie Onderzoek

Op zoek naar rebellen‘Geen woorden, maar daden’ zijn nodig in het aanpakken van de tekorten in de zorg, zoals V&VN dat zo mooi schrijft op haar

website. Dat dat hard nodig is bleek ook afgelopen zomer weer. Het was niet de aanhoudende hittegolf die ervoor zorgde dat

de werkdruk van verpleegkundigen ‘het kookpunt’ bereikte. Nee, het kookpunt werd voornamelijk bereikt door de enorme perso-

neelstekorten. Verpleegkundigen konden korter op vakantie, werkten fors meer dan hun contracturen en in een aantal zie-

kenhuizen werden zelfs acute afdelingen gesloten omdat goede zorg niet meer gegarandeerd kon worden. Vanuit diverse hoeken worden lijstjes met actiepunten en prioriteiten gemaakt om iets te doen aan de schaarste van verpleegkundigen; meer oplei-den, duurzaam personeel inzetten, imago van het vak verbete-

ren, klinisch academische carrièrepaden ontwikkelen, maar ook de zorg slimmer organiseren door bijvoorbeeld administratielast terug te dringen. In dit kader had minister Hugo de Jonge een mooie oneliner: ‘Snappen of schrappen, en er dan ook echt mee kappen’. De denktank Ontregel de Zorg – een succesvol initiatief van de Argumentenfabriek samen met VVAA – organi-seerde begin dit jaar schrapweken en heeft verpleegkundigen

massaal aan het ontregelen gekregen. Verpleegkundigen tonen zich rebellen. Ze nemen geen genoe-

gen meer met ‘Ik doe dit, omdat we het altijd zo hebben ge-daan’. Dat betekent niet dat je rücksichtsloos je kont tegen de krib gooit en stopt met het doen van bijvoorbeeld risico-inven-tarisatiescores, maar je bent ook niet té voorzichtig. Je bent kri-tisch door je onderzoekend op te stellen (is het gebruik van risi-

co-inventarisatie-instrumenten voor deze patiëntengroep wel evidence based?), bent creatief door olifantenpaadjes te be-denken (wijkt gefundeerd af van een protocol), toont lef door samenwerking te zoeken met collega’s van andere disciplines en andere organisaties (organiseert zorg buiten de klapdeuren

van je afdeling) en zet door om die administratieve last écht terug te dringen.

De onderzoekers die deze maand in TVZ publiceren tonen zich ook rebellen. Ze zijn kritisch, creatief, hebben drive om de zorg voor patiënten, cliënten en collega’s te veranderen, pionieren en hebben een brede blik. Ben jij ook zo’n rebel? Laat je dan

horen! Want rebellen zijn nodig om de zorg te veranderen; niet alleen maar woorden, maar ook daden!

TREFWOORDEN ➜ Ouderenzorg ➜ Vaardigheden ➜ Kennisniveau ➜ Attitude

Page 2: VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in het zie - kenhuis. De vragenlijst bevat zes thema s: normale veroudering, geriatrische

37TVZ 05/2018

onderzoek

In Nederland hebben wij te maken met zogenaamde dubbele vergrijzing (een re-latief groot aandeel ouderen in de sa-menleving én een stijging van de gemid-delde leeftijd). Momenteel is 18 procent van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder, in 2040 naar verwachting 40 pro-cent.1 Dit betekent dat ziekenhuisver-pleegkundigen steeds meer met deze pa-tiëntengroep te maken krijgen in hun dagelijkse werk. Veroudering veroor-zaakt lichamelijke, sociale, psychologi-sche en emotionele veranderingen die voor elk persoon anders zijn. Mede door comorbiditeit en kwetsbaarheid is de kans op complicaties als delier en zie-kenhuisinfecties voor deze patiëntenca-tegorie hoger, wat ook het ziekenhuis zelf tot een potentieel gevaarlijke plek maakt.2 Deze complicaties zijn negatief geassocieerd met functionele en cogni-tieve achteruitgang, institutionalisering en mortaliteit na ontslag.2 Al deze facto-ren zorgen ervoor dat de oudere patiën-tengroep erg heterogeen is, waardoor protocollen en richtlijnen vaak niet van toepassing zijn op de situatie van de in-dividuele patiënt. Kennis en vaardighe-den van individuele verpleegkundigen is daarom erg belangrijk.

DOEL VAN HET ONDERZOEKOnderzoek toont aan dat kennis over ou-deren bij verpleegkundigen tekort schiet.

Wereldwijd groeit het aantal ouderen snel, wat duidelijk zichtbaar is in de toename van het aantal ouderen dat wordt opgenomen in het ziekenhuis. Bij oudere patiënten is vaker sprake van comorbiditeit, waardoor de verpleegkundige zorg steeds complexer wordt. Dit vraagt om specifieke kennis en vaardigheden van verpleegkundigen om hoge kwaliteit van zorg te garanderen.

auteursCHRISTEL DERKS

verpleegkundige, verpleegkundig onderzoeker, Elisabeth Tweesteden

Ziekenhuis

LYSETTE HAKVOORTgeriatrie verpleegkundige en ver-pleegkundig onderzoeker, Máxima

Medisch Centrum

MARIËLLE VAN MERSBERGEN

EBP coördinator, verplegingsweten-schapper, Elisabeth Tweesteden

Ziekenhuis

MARJO VAN DEN ELSENverplegingswetenschapper en epide-

mioloog, Deventer Ziekenhuis

MARIEKE SCHUURMANS professor en opleidingsdirecteur ‘Professionals in de Zorg’, Utrecht

Medisch Centrum

JEROEN DIKKENverpleegkundige, gezondheidsweten-

schapper en gerontoloog, hoge-schoolhoofddocent/senior onderzoe-

ker verpleegkunde bij De Haagse Hogeschool

CORRESPONDENTIE CHRISTEL DERKS, [email protected]

Verpleegkundigen scoren onvoldoende tot gemiddeld op het kennisniveau met betrekking tot fysieke, mentale en sociale aspecten van veroudering.3 Tevens vin-den verpleegkundigen het niet aantrek-kelijk om voor ouderen te zorgen.4 Zo geven zij aan zich onwennig te voelen in de aanwezigheid van oudere patiënten en ervaren zij oudere patiënten als klagend en niet flexibel. Hierdoor komt de kwali-teit van zorg aan de oudere patiënt in het geding.4 Mogelijk leidt meer kennis over geriatrie en gerontologie tot een verbete-ring van deze opvattingen en voorkeuren (attitude) en daarmee tot betere zorg aan oudere patiënten.4

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in het kennisniveau van ver-pleegkundigen over oudere patiënten in Nederlandse ziekenhuizen. Verder is on-derzocht of kennisniveau gerelateerd is aan leeftijd, opleidingsniveau en werker-varing van verpleegkundigen en het specialisme waar zij werken. Ten slotte wordt de relatie tussen kennisniveaus, opvattingen en voorkeuren verkend.

ONDERZOEKSMETHODEDeze studie is een multicenter onder-zoek met een cross-sectioneel design. De deelnemers werden geworven in tien Nederlandse ziekenhuizen. In elk zie-kenhuis zijn BIG-geregistreerde ver-pleegkundigen op tenminste twee chi-rurgische en twee beschouwende afdelingen geïncludeerd. Inbegrepen waren reguliere afdelingen, dagbehan-deling chirurgie, intensive care, spoed-eisendehulpafdelingen en dialyse-afde-lingen. Wanneer er toestemming werd verkregen voor deelname, ontvingen alle verpleegkundigen die voldeden aan de inclusiecriteria een e-mail met infor-matie over het onderzoek en een web-link naar de vragenlijst. De dataverza-

Page 3: VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in het zie - kenhuis. De vragenlijst bevat zes thema s: normale veroudering, geriatrische

38TVZ 05/2018

ONDERZOEK&PRAKTIJK

rekend en vervolgens vergeleken met de eerder beschreven normgroepen.3 Om te kijken of leeftijd, middelbare schoolop-leiding, verpleegkundig opleidingsniveau, aantal jaren werkervaring en specialisme van invloed zijn op het kennisniveau van verpleegkundigen is lineaire regressie toegepast. De veronderstelde relatie tus-sen kennis en opvattingen en voorkeuren is getest met de Pearson correlation test. De Independent sample t-test is gebruikt om verschillen tussen verpleegkundigen met verschillende opvattingen en voor-keuren aan te tonen.

RESULTATENIn totaal zijn 2902 verpleegkundigen be-naderd. 1922 (66,2 procent) hebben de vragenlijst hebben ingevuld. Deelnemers die geen toestemming gaven (n=21) of niet aan de inclusiecriteria voldeden (n=6) werden uitgesloten van deelname. Tevens hadden 152 deelnemers niet alle vragen van de KOP-Q vragenlijst beant-woord waardoor zij werden uitgesloten van deelname. 1743 deelnemers bleven over voor analyse. De verpleegkundigen waren representatief: 91,5 procent vrouw, gemiddeld 38,7 jaar oud, 34,8 procent mbo-, 35,1 procent hbo- en 27,5 procent in-service opgeleid. Verpleegkundigen hadden gemiddeld 15,81 jaar ervaring.

KENNISNIVEAU In het totaal scoorden 636 van de ver-pleegkundigen lager dan de normgroep van BIG-geregistreerde verpleegkundi-

gen; 116 verpleegkundigen hadden het kennisniveau van eerstejaarsstudenten, 520 verpleegkundigen scoorden op het niveau van een laatstejaarsstudent, 571 hadden het kennisniveau wat verwacht wordt van een BIG-geregistreerde ver-pleegkundige en 536 scoorden op het ni-veau van verpleegkundig specialist (zie figuur 1). Tussen de ziekenhuizen en type afdelingen bleek geen verschil te zijn in kennisniveaus van verpleegkundigen. Er werd echter wel een grote spreiding waargenomen tussen verpleegkundigen: op 80 procent van de afdelingen varieer-de de kennisniveaus van samenwerkende verpleegkundigen van eerstejaars kennis-niveau tot verpleegkundig specialist.

OUDERE, HOGER OPGELEIDE EN MEER ERVAREN VERPLEEGKUN-DIGEN

Wanneer verpleegkundigen ouder zijn, meer ervaring hebben en hoger opge-leid zijn, gaat ook het kennisniveau om-hoog. Verrassend is dat ook het voort-gezet onderwijsniveau bepalend is. Hoewel de verschillen significant zijn, lijken deze niet klinisch relevant. Meer onderzoek naar voorspellende variabe-len op kennis en attitude van verpleeg-kundigen is daarom nodig.

INVLOED POSITIEVE OPVATTIN-GEN EN VOORKEUREN Van de respondenten gaf 12,5 procent (n=209) aan graag met oudere patiën-

meling vond plaats tussen 1 februari 2017 en 8 maart 2017.

KENNIS OVER DE OUDERE PATI-ENTEN-QUIZ (KOP-Q)Het kennisniveau van verpleegkundigen werd gemeten door de KOP-Q.4 De KOP-Q bestaat uit 30 onjuist/juist-stel-lingen en meet algemene kennis over (de zorg voor) oudere patiënten in het zie-kenhuis. De vragenlijst bevat zes thema’s: normale veroudering, geriatrische aan-doeningen, signaleren van problemen op latere leeftijd, interventies, familie-inter-venties en kwetsbare patiënten versus oudere patiënten. Voor elk correct ant-woord krijgt men één punt. Bij een on-juist antwoord krijgt men 0 punten. De KOP-Q-vragenlijst is gevalideerd in Ne-derland en is valide en betrouwbaar be-vonden. Normscores werden beschreven voor vier verschillende groepen (kennis-niveaus), namelijk; eerstejaars verpleeg-kundestudenten (19,05 punten), vierde-jaars verpleegkundestudenten (23,25 punten), BIG-geregistreerde verpleeg-kundigen (25,14 punten) en verpleeg-kundig specialisten (27,70 punten).3

ATTITUDE VERPLEEGKUNDIGENOmdat kennis mogelijk geassocieerd is met opvattingen en voorkeuren, werden enkele aanvullende vragen gesteld. Als eerste werd gevraagd met welke patiën-tengroep verpleegkundigen het liefste werken (leeftijd 0-18, 19-69, 70+). Ten tweede werd aan verpleegkundigen ge-vraagd hoe zij denken over de toename van het aantal oudere patiënten in het ziekenhuis (aangegeven op een schaal van 1 (geen probleem) tot 10 (een groot probleem)). Ten slotte werd aan ver-pleegkundigen gevraagd of zij het moeilijk vinden om voor oudere pati-enten te zorgen (aangegeven op een schaal van 0 (zeer eenvoudig) tot 10 (zeer moeilijk). Naast deze extra vragen werden ook een aantal demografische gegevens van verpleegkundigen uitge-vraagd: leeftijd, opleidingsniveau, werk-ervaring en het specialisme waarin de verpleegkundigen werken.

ANALYSEOm het kennisniveau van verpleegkundi-gen te bepalen zijn de KOP-Q-scores be-

6.7%

Eerste jaarsverpleegkunde

studentenkennisniveau

Lattste jaarsverpleegkunde

studentenkennisniveau

Verpleegkundigkennisniveau

Verpleegkundigspecialisten

kennisniveau

100.0%

90.0%

80.0%

70.0%

60.0%

50.0%

40.0%

30.0%

20.0%

10.0%

0.0%

29.8 %

Norm-groepen Dikken 2016

Percentage verpleegkundigen volgens norm-groepen (n=1743)

Perc

enta

ge v

erpl

eegk

undi

gen

32.8 %30.8 %

FIGUUR 1 KENNISNIVEAU VAN RESPONDENTEN VERGELEKEN MET NORM-GROEPEN (12)

Page 4: VOORWOORD Hoofdredactie Onderzoek Kennis over Op zoek naar ... · zorg voor) oudere patiënten in het zie - kenhuis. De vragenlijst bevat zes thema s: normale veroudering, geriatrische

39TVZ 05/2018

ONDERZOEK&PRAKTIJK

ten (70+) te werken, 77,6 procent (n=1294) gaf aan graag voor patiënten van middelbare leeftijd (19-69 jaar) te zorgen en 9,8 procent (n=164) van de respondenten gaf de voorkeur aan kin-deren (0-18 jaar), ondanks dat zij op een volwassen afdeling werkten (zie fi-guur 2A). Verder kwam naar voren dat respondenten die graag met oudere pa-tiënten (70+) werken een significant hoger kennisniveau hebben vergeleken met verpleegkundigen die liever werken met patiënten van 0-18 jaar of 19-69 jaar (zie figuur 2B). In totaal vindt 55

procent van de respondenten het moei-lijk om voor oudere patiënten te zorgen (zie figuur 2C). Respondenten die aan-geven graag met ouderen te willen wer-ken kijken significant positiever aan tegen de toename van het aantal oude-ren in het ziekenhuis (zie figuur 2D).

DISCUSSIE EN CONCLUSIEHet kennisniveau van 36 procent van de verpleegkundigen in Nederland ligt onder de normgroep van verpleegkun-digen en is vergelijkbaar met het niveau van studenten. Daarnaast brengt de spreiding in kennisniveau van verpleeg-kundigen grote risico’s voor patiënten met zich mee. Omdat in 80 procent van de teams grote verschillen zijn in ken-nis, kan het voorkomen dat patiënten op één dag grote variatie in kwaliteit van zorg ontvangen. Het is daarom van belang dat verpleegkundigen hun ken-

nis regelmatig met collega’s delen en een doorlopende leerhouding ontwik-kelen. Het is opmerkelijk dat 36 procent van de Nederlandse verpleegkundigen die onder de normgroepen scoorden, niet profiteren van hun collega’s die scoorden op normgroepniveau of hoger. Omdat hogere kennisscores wer-den waargenomen bij oudere, meer er-varen verpleegkundigen met een hoger opleidingsniveau, kan deze groep ver-pleegkundigen als expert fungeren, het gesprek aangaan en helpen bij het leren met elkaar op afdelingen en tijdens de

verpleegkundeopleiding. Daarbij moet specifiek aandacht zijn voor verpleeg-kundigen die voorkeur hebben voor een jongere patiëntengroep of het moeilijk vinden voor oudere patiënten te zorgen. Deze studie liet zien dat meer kennis kan bijdragen aan een positieve attitude ten aanzien van oudere patiën-

NOOTDe onderzoeksgroep wil graag het hele RENursE consortium en de stuurgroep bedanken voor hun inzet voor deze studie.

SAMENVATTING ➜ In Nederland is het kennisniveau

over oudere patiënten van 36 procent van de verpleegkundigen vergelijkbaar met dat van verpleegkundestudenten.

➜ Op 80 procent van de afdelingen zijn er grote verschillen in kennis- niveau tussen verpleegkundigen.

➜ Mogelijk delen verpleegkundigen hun kennis onvoldoende met elkaar.

➜ 55 procent van de verpleegkun-digen vindt het moeilijk om voor

oudere patiënten te zorgen en 77,6 procent geeft aan het liefst voor de patiëntencategorie 19-69 jaar te willen zorgen.

➜ Het aanpakken van de tekortko-mingen in de kennis en houding van verpleegkundigen in educatieve en kwaliteitsverbeteringsprogramma’s moet een prioriteit zijn voor alle pro-fessionals, opleidingen en beleidsma-kers in de gezondheidszorg.

REFERENTIES1. CBS. Bevolking kerncijfers. http://statline.cbs.nl/Statweb. 2. Creditor MC. Hazards of hospitalization of the elderly. Ann Intern Med 1993;118:219-223.3. Dikken J. How to measure nurses’ knowl-edge and attitude regarding older patients? Print Service Ede.4. Higgins I, e.a. The negative attitudes of nurses towards older patients in the acute hospital setting: a qualitative descriptive study. Contemp Nurse. 2007;26(2):225e237. 5. Blegen MA, e.a. Nurse experience and ed-ucation: effect on quality of care. J Nurs Adm. 2001;31:33-39.

ten, wat mogelijk leidt tot betere patiën-tenuitkomsten.5 Dit laatste is met deze studie niet aangetoond, maar in volgen-de initiatieven van het RENURSE con-sortium (Research, Education, Nurses regarding Elderly) wordt hier zeker aandacht aan besteed. Gezien de diversiteit en de hoge res-ponse (60 procent) van ziekenhuizen en verpleegkundigen die hebben deelgeno-men aan de studie is het aannemelijk dat deze resultaten ook gelden voor an-dere ziekenhuizen in Nederland. Het aanpakken van de tekortkomingen in de kennis en attitude van verpleegkun-digen in educatieve en kwaliteitsverbe-teringsprogramma’s zou dan ook een prioriteit moeten zijn voor alle profes-sionals, opleidingen en beleidsmakers in de gezondheidszorg, zowel lokaal als nationaal.

0

164

0–18 19–69

2A. Wat is uw favoriete leeftijdsgroep om mee te werken?

2A. Vindt u het moeilijk om voor ouderen te zorgen? 2D. Hoe kilkt u tegen de toename van het aantelouderen in uw ziekenhuis aan? (schaal 0-10)

2B. Voorkeur voor patientenpopulatie in relativemet KOP-Q scores (0-30)

70+

1294

209200

400

600

800

1000

1200

1400

0

2

4

6

8

10

20,0%Ja 19–69 Nee 0–18 19–69 70+

5,7 5,754,82

55,0%

45,0%

30,0%

25,0%

35,0%

40,0%

45,0%

50,0%

55,0%

60,0%

2021222324252627282930

0–18

24,95 25,125,59

19–69 70+

FIGUUR 2 VOORKEUREN EN MENING BETREFFENDE DE OUDERE PATIËNT