VOORWOORD 2/ SMEAD CAPITAL MANAGEMENT · 2017-06-21 · speculatietaks 33,00% 65,82 Winst uit...
Transcript of VOORWOORD 2/ SMEAD CAPITAL MANAGEMENT · 2017-06-21 · speculatietaks 33,00% 65,82 Winst uit...
1/ VOORWOORD
Op uitnodiging van Truncus was William “Bill” Smead
op bezoek in België. Bill is oprichter van Smead Capital
Management en een befaamd value investeerder. We
geven in deze nieuwsbrief een korte samenvatting van
Bills ideeën over investeren.
In het kader van de voortdurende berichtgeving over
veranderingen in ons belastingsstelsel en de vraag naar
meer belasting op vermogen, maken we in deze nieuwsbrief
duidelijk dat een goed rendement op een vermogen nog
belangrijker wordt. Dit leidt tot de noodzaak van een
gedisciplineerd en succesvol lange termijn investeringsbeleid
Koen Steeland
Vennoot Truncus
Beheerder Truncus Equity Investment Fund
Nieuwsbrief
IN DEZE EDITIE
1/ Voorwoord
2/ Smead Capital Management
3/ De belasting op uw roerend vermogen
Juli 2016 / nr. 30
2/ SMEAD CAPITAL MANAGEMENT
BILL SMEAD: EEN TOPINVESTEERDER IN BELGIË OP
UITNODIGING VAN TRUNCUS
William ‘Bill’ Smead, een topinvesteerder uit Seattle, was
op uitnodiging van Truncus in België. Bill gaf toelichting
bij zijn visie op investeren in een interview met De Tijd en
tijdens een seminarie voor Truncus’ klanten.
Bill Smead is oprichter en beheerder van Smead Capital
Management. Meer dan 30 jaar brengt hij de principes
van ‘value investing’ met succes in de praktijk. Zijn sterke
investeringshistoriek zorgden ervoor dat Smead Capital
Management intussen meer dan 1,1 miljard dollar beheert en
dit volgens een eenduidige methodiek.
Bill is een bevlogen spreker met heldere standpunten.
Tegelijkertijd is hij een bescheiden man: het rendement voor
zijn investeerders wordt voornamelijk gemaakt door de on-
dernemingen waarin hij investeert. Zijn rol, hoewel belangrijk,
laat hij liever onbelicht.
Investeren als eigenaar van een onderneming
Bill Smead vertelt geen complexe verhalen en hij investeert
in gekende, grote ondernemingen. Hij gebruikt geen buiten-
gewone kwantitatieve modellen in zijn analyse, er komt geen
magie aan te pas, er is geen geheime formule.
Of toch wel ?
Bill Smead heeft een succesformule: hij investeert met de
mentaliteit van een eigenaar van een onderneming. Hij ge-
looft in de kracht van eenvoudige maar sterke ondernemings-
processen die leiden tot grote competitieve voordelen. Smead
investeert met het oog op lange termijn waardecreatie en hij
besteedt veel aandacht aan de prijs die hij voor die investe-
ringen betaalt.
Bill Smead legt uit dat hij de sfeer op de beurs in zijn voordeel
gebruikt. Hij gaat hierbij de meest glamoureuze succesverha-
len van het moment liever uit de weg en hij richt zijn inves-
teringen op sectoren en ondernemingen die door de beurs
momenteel uit de gratie vallen. Het gaat erom te investeren in
kwaliteitsvolle ondernemingen tegen aantrekkelijke waarde-
ringen én hierbij het geduld aan de dag te leggen om – net
zoals een eigenaar van een onderneming – de tijd haar werk
te laten doen en de onderneming de kans te geven om aan-
deelhouderswaarde te creëren.
Smead vat het als volgt samen: “de aandelenmarkt werd
uitgevonden om geld te transfereren van beleggers die geen
geduld hebben naar investeerders die wel geduld hebben”.
Smead en Truncus: dezelfde waarden
Bill Smead noemt dezelfde waarden die Truncus ook zeer
belangrijk acht: transparantie, een fundamenteel investe-
ringsproces, een echte betrokkenheid en een noodzakelijke
veiligheidsmarge.
1. TransparantieSmead zoekt eenvoudige ondernemingsprocessen en
duidelijkheid in bewindvoering. Een goede onderneming
heeft niet noodzakelijk een genie nodig aan het hoofd
van het bedrijf om zaken voor elkaar te krijgen.
2. Fundamenteel investeringsprocesEen goede investering voor Smead betekent dat geen
overdreven prijs betaald wordt voor de kwaliteit van de
aanwezige activa. Smead voorspelt hierin niet te veel
maar begrijpt de fundamentele ondernemingsprocessen
en de waarde die ze kunnen creëren.
3. BetrokkenheidBill Smead investeert in ondernemingen met de lange ter-
mijn gedachte van een mede-eigenaar. Tevens investeert
hij zijn familiekapitaal op dezelfde manier als het geld
van zijn investeerders.
4. VeiligheidsmargeSmead zoekt ondernemingen die voldoen aan een eco-
nomische nood en die belangrijke competitieve voorde-
len hebben. Een gezonde kasstroom is belangrijk net als
een investeringsprijs die niet te hoog is. Dit zijn allen
elementen van veiligheidsmarge.
Wie Bill Smead hoort spreken, krijgt de indruk dat geld verdienen
via beursinvesteringen eenvoudig is. Truncus is ervan overtuigd
dat dit in zekere zin zo is indien de investeerder een aantal
voorwaarden in acht neemt. Er moet voldoende veiligheidsmarge
zijn op het niveau van de individuele investering: de kans
op structureel kapitaalverlies moet gering zijn. Minstens
even belangrijk: een investeerder moet geduld hebben om
ondernemingen het werk te laten doen.
3/ DE BELASTING OP UW ROEREND VERMOGEN
Het weerklinkt elke dag in elke landstaal: ‘het wordt tijd dat
de grote vermogens bijdragen!!!’. Leiders van werknemersor-
‘INVESTEREN IS DENKEN ZOALS EEN EIGENAAR VAN EEN ONDERNEMING.’
Bill Smead
ganisaties schreeuwen het uit hopend op grote bijval van de
achterban, met succes. Het klopt dat Belgische arbeid, in ver-
gelijking tot de ons omringende landen, zwaar wordt belast.
Maar klopt het ook dat het vermogen de dans ontspringt?
In het algemeen kan worden gesteld dat – al kent België op
zich geen expliciete vermogensbelasting en al wordt inko-
men uit vermogen in bepaalde gevallen weinig of niet belast
– het totaal van alle bestaande vermogensbelastingen ervoor
zorgt dat vermogen toch vrij zwaar wordt aangepakt.
In deze bijdrage staan we stil bij de belastingdruk op het
roerend vermogen. Blijven onroerende goederen dan buiten
het vizier van de fiscus? Heel kort kan worden gesteld dat
het dan al zo mag zijn dat onroerende inkomsten in de in-
komstenbelasting in bepaalde situaties vrij ‘voordelig’ worden
getaxeerd (op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen),
laat ons niet vergeten dat er ook nog iets bestaat als:
- een jaarlijkse onroerende voorheffing dat fictief het
jaarlijks huurinkomen van de woning taxeert;
- een meerwaardebelasting bij een overdracht op korte
termijn (16,5% te verhogen met gemeentebelasting);
- een registratierecht bij elke contractuele overdracht (in
Vlaanderen 10%);
- een schenkingsrecht bij overdrachten om niet (in
Vlaanderen tot 27% of 40% naargelang de verwantschap
tussen schenker en begiftigde) en;
- een taxatie bij overlijden door de heffing van een
erfbelasting (in Vlaanderen tot 27% of 65% naargelang de
verwantschap tussen erflater en erfgenaam).
Terug naar het roerend vermogen.
In een niet zo ver verleden waren de roerende inkomsten van
de beursbelegger (zoals interesten van obligaties en dividen-
den op aandelen) nog belastbaar tegen een tarief van 15%. In
ongeveer 5 jaar tijd is de roerende voorheffing opgetrokken tot 27%. In de meeste gevallen wordt deze bevrijdende belas-
ting ingehouden door de bank, waardoor het inkomen niet in
de aangifte personenbelasting moet worden opgenomen.
Komt daarbovenop de beurstaks op transacties van aan-
delen (0,27%), kapitalisatiefondsen (1,32%) en obligaties
(0,09%) dewelke in de voorbije jaren ook stelselmatig werd
opgedreven. De beurstaks wordt door de bank ingehouden
en aan de Schatkist doorgestort (zie evolutie beurstaks in ta-
bel onderaan).
Niet te vergeten is ook de zogenaamde Reynders taks die
meerwaarden op kapitalisatiefondsen, die voor minstens 25%
(vóór 2011 nog 40%) beleggen in vastrentende effecten, aan
een roerende voorheffing van (op vandaag) 27% onderwerpt.
Sinds dit jaar (1/01/2016) betaalt de belegger bovendien een
belasting van 33% op de meerwaarde op beursgenoteerde
effecten die hij binnen de 6 maand na verwerving realiseert,
door de invoering van de zogenaamde speculatietaks.
Naast dit alles haalt de fiscus ook inkomsten uit de kosten
die de belegger aan de financiële instelling betaalt in de
vorm van BTW op beheerlonen, bewaarlonen, commissies en
eventueel andere kosten.
Wie ervoor kiest om in verzekeringsproducten te beleg-
gen, betaalt ook daar in de meeste gevallen een verzeke-ringstaks van 2%.
De succesvolle belegger ziet dus een groot deel van zijn win-
sten opgaan in belastingen. We hebben hierboven enkel de
Belgische belastingheffing aangehaald. Wie bij een buiten-
landse bank een beleggersrekening aanhoudt, ziet de kosten
nog oplopen vanwege eventuele buitenlandse beurstaksen
en al dan niet beperkte buitenlandse bronheffing.
Het is bovendien ook zo dat de belastingen doorgaans over de
brutowinsten worden berekend zonder dat er een kostenaftrek
is voorzien(4). Zo wordt een beurstaks berekend over het bedrag
van de transactie, zij het een verkoop met winst of met verlies:
‘The house always wins!’.
De fortuinlijke belegger die elke belegging met succes reali-
seert, zal zich daarover minder beklagen dan een belegger
die al eens vaststelt dat, niettegenstaande de belegging niets
heeft opgebracht, er toch een aanzienlijke som naar taksen
en kosten is gegaan. Helaas heeft de doorsnee belegger al
eens te kampen met het tweede scenario.
VÓÓR 1/01/2012 SINDS 1/01/2012 SINDS 1/08/2012 SINDS 1/01/2015
% Max. % Max. % Max. % Max.
Gewone aandelen (1) 0,17% € 500 0,22% € 650 0,25% € 740 0,27% € 800
Kapitalisatie fondsen (2) 0,50% € 750 0,65% € 975 1,00% € 1.500 1,32% € 2.000
Obligaties (3) 0,07% € 500 0,09% € 650 0,09% € 650 0,09% € 650
1 Bij aan-en verkopen.2 Bij verkopen.3 Bij aan-en verkopen.4 Er bestaan uitzonderingen.
SITUATIE
Aankoop aandeel 1.000,00
beurstaks 0,27% 2,70 commissie* 0,40% 4,00 BTW op commissie 21,00% 0,84 beheer-en bewaarloon** 1,00% 10,00 BTW op beheerloon 21,00% 2,10
HYPOTHESE 1Verkoop na 1 jaar met winst 1.200,00
beurstaks 0,27% 3,24
commissie 0,40% 4,80 BTW op commissie 21,00% 1,01
Winst uit verkoop 200,00 Ontvangen dividend 40,00 roerende voorheffing 27,00% 10,80
Netto opbrengst voor de belegger 200,51 Opbrengst voor de staat 20,69 8,62% Opbrengst voor de bank 18,80 7,83%
HYPOTHESE 2Verkoop na 1 jaar met verlies 800,00
beurstaks 0,27% 2,16
commissie 0,40% 3,20 BTW op commissie 21,00% 0,67
Verlies uit verkoop -200,00 Ontvangen dividend 40,00 roerende voorheffing 27,00% 10,80
Netto verlies voor de belegger 196,47 Opbrengst voor de staat 19,27 8,03% Opbrengst voor de bank 17,20 7,17%
HYPOTHESE 3Verkoop binnen 6 maand met winst 1.200,00
beurstaks 0,27% 2,16
commissie 0,40% 3,20 BTW op commissie 21,00% 0,67
speculatietaks 33,00% 65,82
Winst uit verkoop 200,00
Netto opbrengst voor de belegger 111,54 Opbrengst voor de staat 74,24 37,12% Opbrengst voor de bank 1@3,80 6,90%
CONCLUSIE:De investeerder heeft er alle belang bij om het kostenplaatje van de beleggingsportefeuille zo laag mogelijk te houden. De investeerder dient zich bovendien goed te laten informeren over de fiscale gevolgen van de beleggingsproducten die hem aangeboden worden. Tot slot drukt de toenemende
fiscaliteit op het aldus roerend vermogen de ontwikkeling ervan. Dit leidt dan weer tot de noodzaak van een duurzaam rendement op dit vermogen, onderbouwd door een gedisciplineerde investeringsaanpak.
COLOFONVerantwoordelijke uitgever: Katrien Yde I Spinnerijstraat 12 I 9240 Zele, België I [email protected]
Redactie: Isabelle Verhoye, Miek Vandecasteele, Koen Steeland, Stefaan Vanden Berghe, Pieter Van Neste & Katrien Yde
Een voorbeeld:De aankoop en verkoop van
1 aandeel in 3 hypotheses:
- Verkoop na 1 jaar met
winst
- Verkoop na 1 jaar met
verlies
- Verkoop binnen de 6
maanden (toepassing
speculatietaks)
* commissie aangerekend per transactie, per hypothese 0,40%
** beheer-en bewaarloon jaarlijks aangere-kend door de beheerder, per hypothese 1% per jaar. Wordt in hypothese 3 gehalveerd.