INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft...

28
INGRADO MAGAZINE En verder: Ondertekening VSV-convenant Friesland Vaste schooltijden op losse schroeven Rayons verbinden Ingrado met praktijk Mei 2012 | Nr. 16 Mbo’ers pakken uitval aan Roem & Poen

Transcript of INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft...

Page 1: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

I N G R A D OM AGA Z I N E

E n v e r d e r :O n d e r t e ke n i n g VSV- c o n v e n a n t F r i e s l a n dVa s t e s c h o o l t i j d e n o p lo s s e s c h r o e v e nR a y o n s v e r b i n d e n I n g r a d o m e t p r a k t i j k

Mei 2012 | Nr. 16

Mbo’ers pakken uitval aan

Ro e m & P o e n

Page 2: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Advertentie

Advertentie

Deze plek is geld waard!

Bent u lid van Ingrado en brengt u een nieuwe adverteerder aan?

Dan verdient u een boekenbon ter waarde van 25 euro.

OF

Bent u zelf ondernemer, ondersteuner, trainer, coach en betrokken bij het recht op onderwijs?

Wilt u hier adverteren?

Meld u aan via [email protected]

Page 3: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

3 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 3

Inhoud

4 Kort

5 Van het bestuur

6 Algemene Ledenvergadering Strak in de ochtend, creatief in de middag

10 Pilot aanpak mbo-verzuim Met z’n allen om de leerling

12 Moeilijk bemiddelbare jongeren I-fit: mentale en fysieke fitness

13 Werken naar vermogen Wet gestrand, Ingrado gaat door

14 Regionalisering Relaxed de krachten bundelen

16 Ondertekening VSV-convenant Friesland Na het feest direct weer aan het werk

18 10 vragen aan... Gemma Tielen, hoofdinspecteur Inspectie Jeugdzorg

20 Roem & Poen Mbo’ers pakken uitval aan

22 Vaste schooltijden op losse schroeven

24 Lunch, inhoud en borrel na Rayons verbinden Ingrado met praktijk

26 Dag van de leerplicht Dag van de eerste Schimmelpennincklezing

27 Rechten & plichten

Uitgelicht

Ingrado Magazine Mei 2012 | Nr. 16

www.ingrado.nl

Teksten:Rob de Blok, Yolanthe van der Ree, Safae Abagouy m.m.v. Nathalie Lecina, Peter Zunneberg, Bea Ros

Eindredactie:Yolanthe van der Ree

Redactieadres:Postbus 5113, 6802 EC Arnhem [email protected]

Fotografie: Bart Versteeg, Herman Zonderland, Henk Loof, Ton Nuninga

Illustraties:Welmoet de Graaf i.s.m. Iris van Sen (welmoet.nl en weez.nl)

Vormgeving: 0to9, Rotterdam

Druk:JP Offset, Duiven

Als u teksten uit deze uitgave wilt overnemen, neem dan contact op met de redactie van Ingrado Magazine.

Ingrado Magazine is een uitgave van Ingrado, Vereniging voor Leerplicht en RMC.

Roem & PoenMbo’ers pakken uitval aan

Mbo-studenten zetten de aanval in op de schooluitval. Eigenwijs en onortho-

dox inspireren zij dreigende uitvallers om een opleiding te kiezen die bij hen

past en die ze ook willen afmaken. Hun methode noemen ze Roem&Poen.

Ze zijn nog maar net gestart, maar weten zeker dat deze methodiek gaat

werken. Op pagina 20 brengen zij zelf hun methodiek voor het voetlicht.

20

Ondertekening VSV-convenant Friesland

Ingrado Magazine was aanwezig toen op de 12 april de nieuwe VSV-

convenanten in Friesland werden ondertekend. Vertegenwoordigers van

alle vo- en mbo-scholen en de wethouders zetten vol overtuiging hun

handtekening. De accountmanager van het ministerie van OCW was er ook.

Op pagina 16 komen verschillende betrokkenen aan het woord.

16

Een goede band met de leden onderhouden, daarvoor is de algemene

ledenvergadering eigenlijk niet genoeg. Ingrado heeft daarom het land

opgedeeld in zes rayons, die minimaal eens per jaar een bijeenkomst

houden waar het bestuur aanwezig is. Elk rayon heeft een of meerdere

contactpersonen. Wat doen die zoal en wat zijn hun drijfveren?

En hoe luidt hun gedroomde toekomst? Lees het op pagina 24.

Rayons verbinden Ingrado met praktijk 24

Scholen 52 weken per jaar open, vierdaagse schoolweek, flexibele in- en

uitlooptijden. Veel is mogelijk op de zeven (vanaf augustus tien) scholen die

meedoen met de pilot flexibilisering onderwijstijd. Mits elke leerling minimaal

940 lesuren onderwijs per schooljaar krijgt. Hoe dat uitpakt? U leest het op

pagina 22.

Vaste schooltijden op losse schroeven 22

Colofon

Page 4: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 164

KortIn elk nummer een bonte verzameling nieuwtjes, onderzoeken, aankondigingen en publicaties onder de noemer Kort. Heeft u een bijdrage voor deze rubriek? Mail deze naar [email protected].

Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nieuwe aanpak ziekte-verzuim basisonderwijs Drenthe

Mijn verhaal

Nieuwe campagnestijl voor de dag van de leerplichtDe invulling van het BOA-traject in het domein onderwijs

is van start gegaan. Actuele ontwikkelingen zijn aanleiding

om de oorspronkelijke aanpak te heroverwegen. Dit

betekent dat de start van het nieuwe stelsel verschoven

wordt, maar dat het nieuwe examen- en opleidingstraject

wel beter aansluit bij de wensen van de sector. De basis-

opleiding krijgt het karakter van een entree-opleiding

gevolgd door een op het domein toegespitst vervolg-

traject. Meer informatie vindt u op www.ingrado.nl.

De gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn en

de GGD Drenthe hebben een nieuwe aanpak ontwikkeld

voor ziekteverzuim in het basisonderwijs. Het plan onder-

scheidt zich door de intensieve samenwerking tussen de

gemeente, de basisscholen en de jeugdarts/school-

verpleegkundige. Waar scholen ziekteverzuim voorheen

op aparte momenten aan de GGD en aan Leerplicht

meldden, wordt het nu direct aan beide organisaties

gemeld. Leerplicht is zo eerder op de hoogte van het

verzuim en kan dus eerder ingrijpen. Doordat de GGD en

Leerplicht meer contact met elkaar hebben, kunnen ze

elkaar beter aanvullen. Zo is er meer aandacht voor de

leerling die ziek gemeld is. Hierbij worden ouders intensief

betrokken. Deze aanpak is gebaseerd op het landelijk

ontwikkeld protocol Snel terug naar school is veel beter.

Hierin worden handvatten gegeven om gezamenlijk via

een vaste werkwijze de problematiek aan te pakken.

Wat betekent onderwijs voor jou? Op de site

www.dagvandeleerplicht.nl hebben jongeren hun

eigen verhaal gepost:

“ Ik zit nu in groep 8 en ik ga volgend jaar naar het gym-

nasium. Grieks en Latijn omdat dat super interessante

talen zijn! Ik wil later ook in de horeca werken, dus dan is

het wel handig als je veel verschillende talen kent. Het lijkt

me saai als je niks weet en nooit kan zeggen: ‘o, dat weet

ik wel!’ ” – Lara

“ Vorig jaar kon ik een tijd lang niet naar school omdat ik

mijn been op meerdere plekken had gebroken. Te gek!

Zou je denken, maar dat was het helemaal niet. De leer-

plichtambtenaar kwam met een oplossing. Ik kon via de

computer school volgen. Via de webcam. Dat was ont-

zettend leuk, want zo had ik evengoed contact met mijn

vrienden en klasgenoten. Het mooie is ook dat ik nu niets

hoef in te halen, of achterloop. Ik kan gewoon met mijn

vrienden aan het eind van het jaar examen doen!” – Bas

Tijdens de Dag van de Leerplicht op 15 maart 2012

deelde heel Nederland een verhaal. Kinderen, jongeren,

leraren, ouders en leerplichtambtenaren vertellen elkaar

hun eigen verhaal over waarom het zo belangrijk is om je

verhaal af te maken. Geïnspireerd door de campagne:

School? Ik maak mijn verhaal af! Jij ook?

Page 5: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Van het bestuur

Ton Nuninga

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 5

Poll

Interactieve workshops

Dit schooljaar zijn zeven basisscholen gestart met de

pilot flexibele onderwijstijd van het ministerie van

OCW. Flexibele onderwijstijd: een goed idee of niet?

Stem mee op de poll over actuele kwesties

www.ingrado.nl

Ingrado nodigt u uit voor een interactieve workshop in

uw rayon. In het eerste deel van de workshop staan

actuele ontwikkelingen (landelijk of in uw rayon)

centraal. In het tweede deel is er tijd voor vraag

over alles op het gebied van leerplicht en RMC.

De workshop wordt verzorgd door Carolien de Bruin

en Hans Velthoen, adviseurs van Ingrado. Heeft u een

vraag die u aan de orde wilt stellen in de workshop?

Mail deze alvast naar: [email protected]

Waar en wanneer?11 juni10.00 tot 12.00 voor leerplichtambtenaren en

RMC’ers uit rayon Noordwest

in Zaanstad

14.00 tot 16.00 voor leerplichtambtenaren en

RMC’ers uit rayon Oost en Noord

in Zwolle

12 juni10.00 tot 12.00 voor leerplichtambtenaren en

RMC-ers uit rayon Midden in Utrecht

14.00 tot 16.00 voor leerplichtambtenaren en

RMC-ers uit rayon Zuidoost

in Panningen

U ontvangt hiervoor een uitnodiging via de mail.

Een overzicht van de rayons is te vinden op:

www.ingrado.nl

Agenda rayonbijeenkomsten Zuidwest: 30 oktober 2012

Midden: 12 november 2012

Noord en Oost worden nog gepland en aangekondigd

op www.ingrado.nl

Fo

to: B

art

Ver

stee

g

En daar zit ik dan, overleg gepland met

een aantal externen rond lunchtijd zonder

lunch … ik mag van mijn gemeente geen

lunches meer bestellen … schaamrood

nog net niet op de kaken, gelukkig begrijpt

iedereen het: tsja, er is geen geld meer …

Minder geld … Minder geld is inderdaad

een gegeven. Het is soms lastig, toch is

het ook een goede prikkel om te kijken

waar we ons geld nu echt aan willen uit-

geven! Wat vinden we nu echt belangrijk?

Ingrado heeft het wat dat betreft wel

makkelijk.

Onze visie laat weinig keus. Al onze inspanningen zijn

gericht op het recht op onderwijs en in het bijzonder op

activiteiten die voorwaarden en mogelijkheden scheppen

om te zorgen dat jongeren (weer) kunnen meedoen.

Dus staan we voor wat goed is en pakken we aan wat

beter kan. Want, de jeugd heeft en maakt de toekomst.

Hoe kun je laten zien wat je doet? Erover vertellen alleen is

niet genoeg. Je hebt een onderbouwing nodig. Je moet je

jongeren kennen. Je wilt laten zien met welke jongeren het

niet goed gaat en welke jongeren er dankzij een nieuw

project juist wel in slagen!

Een mooi voorbeeld hoe we aan het werk zijn om dat

beeld van de jeugd helder te krijgen is ons nieuwe VSV

Kompas. Dit kompas is ontwikkeld om informatie te

verzamelen en te presenteren zodat RMC-regio’s de

schooluitval in hun regio kunnen terugdringen. Verreweg

het grootste deel van de gegevens is op basis van

bestaande bronnen reeds ingevoerd.

Samen met RMC-coördinatoren, trajectbegeleiders en

registratiemedewerkers bouwen we op de RMC-dagen

voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten.

En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten.

Door samen met een club betrokken mensen aan te

pakken, komen we een heel eind!

Lees vooral verder. Ook dit nummer staat weer vol met

ideeën, tips en verhalen van medestanders in het recht op

onderwijs.

We gaan er vanuit dat ook dit magazine weer voor veel

inspiratie zal zorgen. Veel leesplezier!

Ton Nuninga

Page 6: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

6 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16

6

Het ochtendgedeelte van de Algemene Ledenvergadering van Ingrado staat

traditiegetrouw in het teken van verantwoording en vooruitblikken. Terugkijken dus

aan de hand van de jaarrekening en het jaarverslag en vooruit naar de begroting. Het

middagdeel is ook deze keer weer boordevol inspiratie en energie. Een nieuw profiel

voor de leerplichtambtenaar, omgekeerd denken over schooluitval en waarom het soms

lastig communiceren is met jongeren met een contactstoornis. Ook was er dit keer een

vragenuurtje ingericht met de juridisch adviseurs van Ingrado.

Strak in de ochtend, creatief in de middag

Algemene Ledenvergadering

Tekst: Yolanthe van der Ree | Fotografie: Henk Loof en Ton Nuninga

Financieel staat Ingrado er nog

steeds goed voor. Wel dringt de

accountant die de jaarcijfers

presenteert aan op meer begrotings-

discipline. De begroting van 2011

werd met ruim honderdduizend euro

overschreden. En dat moet niet

meer. Ook Ingrado kan niet meer

uitgeven dan begroot. Voorzitter

Carry Roozemond is zich daar als

geen ander van bewust. ‘Ik kan het

tot op de laatste cent uitleggen,

maar ik praat het niet goed. Er zijn

weinig dingen waarvan ik het rood op

de kaken krijg, maar dit is er zeker

één.’ Roozemond is daarom

ongelooflijk blij dat de leden haar

steunen en de jaarrekening unaniem

goedkeuren. ‘Ik dank jullie heel

hartelijk voor het vertrouwen.’

ContributieOok het voorstel om de

contributiesystematiek op een

andere manier in te richten, staat op

de agenda in het ochtenddeel. Is het

nu nog een heel ingewikkelde reken-

som, het plan is één bedrag te gaan

innen voor elke jongere tot 23 jaar.

Het minimum- en maximum-

contributiebedrag wordt losgelaten.

Uitgaand van wat de leden nu

betalen, zou de nieuwe contributie

neerkomen op 6 eurocent per

jongere per jaar. De inning zal gaan

lopen via de RMC-contactgemeenten.

Het uitgewerkte voorstel is binnen-

kort te lezen op www.ingrado.nl.

Laatste agendapunt is een heel

korte introductie op het nieuwe

beroepsprofiel van de leerplicht-

Page 7: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

7 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 7

ambtenaar, dat in ontwikkeling is.

Centraal bij het ontwikkelen van dit

profiel staat de vraag wat de

hedendaagse leerplichtambtenaar

en de RMC-medewerker moeten

kennen, kunnen en weten. ‘Wat is de

betekenis voor jullie werk van de

focus op het recht op onderwijs?

Wat zijn de effecten van de invoering

van passend onderwijs, van de

transitie van Jeugdzorg en de

invoering van de wet Werken naar

vermogen? Ook al gaat dat na de val

van het kabinet misschien anders

dan waar we vanuit gegaan zijn; het

zal jongeren en dus ons werk raken.

Naast kennis hebben we vooral ook

vaardigheden nodig. Vaardigheden

om alle mogelijkheden die de

verzuimladder (zie illustratie) ons

biedt, optimaal te kunnen benutten

en een glasheldere diagnose te

kunnen stellen.’

Het profiel wordt verder

uitgewerkt in een pilot met

leerplichtambtenaren in de regio

Amsterdam. Het bestuur van Ingrado

onderzoekt hoe de doorontwikkeling

van het beroepsprofiel in een onder-

wijsaanbod vertaald kan worden.

Inspectie Parallel aan de algemene

vergadering liep een voorlichtings-

bijeenkomst van de Onderwijs-

inspectie over het toezicht op de

naleving van de leerplichtwet (zie

ook IM nr. 15). Coördinerend

inspecteur Beroepsonderwijs en

volwasseneneducatie Els de Ruijter

lichtte de effecten toe van de

gewijzigde positie van de Onderwijs-

inspectie.

Sinds 1 januari kan de inspectie

scholen een bestuurlijke boete

opleggen als die hun verzuimbeleid

niet op orde hebben. Inmiddels zijn

er tien dossiers tot stand gekomen

die zullen uitmonden in een

bestuurlijke boete. Het gaat om

boetes tussen de 5.000 en 20.000

euro. De tien jaar voorafgaand aan

de wetswijziging heeft Leerplicht

twee keer een procesverbaal

opgemaakt tegen een school dat in

beide gevallen is geseponeerd.

Opvallend in de cijfers die De Ruijter

meebracht naar Utrecht, is ook de

verbeterslag die met name in het

mbo is gemaakt. Meldde in 2006

slechts 25 procent van de ROC’s

conform de regels, nu is dat 65

procent. In het voortgezet onderwijs

ging dit getal van 75 naar 89 procent.

Interactieve workshopsHet middaggedeelte van de ALV

staat weer bol van de workshops.

Opvallend dit keer is het interactieve

karakter van veel workshops.

Proces-verbaal

Stop KB

Dwangsom

Verhoor

Onderhandeling

Verwijzing

Advies

Bezoek

Gesprek

Voorlichting

Page 8: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

8 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 168

Jan Korterink van het Kenniscentrum

Lerende Overheid (KCLO) liet

leerplichtambtenaren een casus ‘tot

op het bot fileren’ ofwel een goede

diagnose maken. Dat immers is de

belangrijkste vaardigheid van een

leerplichtambtenaar, betoogde hij al

in het ochtendprogramma. Voor de

een blijkt dit dagelijkse kost; elke

casus, elke melding wordt grondig

geanalyseerd, bij voorkeur met

collega’s. De lijntjes met andere

netwerkpartners zijn kort, waardoor

het beeld van de situatie snel

compleet kan zijn. Voor anderen is

het minder vanzelfsprekend op een

dergelijke manier met een melding

aan de slag te gaan. Korterink

benadrukt dat om een goede

diagnose te kunnen stellen, het snel

en goed werkt om met collega’s een

casus te bespreken. ‘Met een open

mind, onbevooroordeeld en met zo

min mogelijk kaders in je hoofd.’

Ook in de workshop van Jos

Lubberman van Actis Onderzoek

gingen de deelnemers zelf aan de

slag. Centraal staat de vraag: hoe

kunnen we ervoor zorgen dat

leerlingen (en hun ouders) worden

gestimuleerd om op school te

blijven? Maar in plaats van antwoord

op die vraag te zoeken, buigen de

deelnemers zich over het tegen-

overgestelde: hoe kunnen we ervoor

zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen

uitvallen en thuis blijven zitten? Dat

kost geen enkele moeite, de een na

de andere maatregel wordt aan het

papier toevertrouwd. Waarom is het

dan vaak niet zo eenvoudig om

maatregelen te bedenken om

leerlingen juist op school te houden?

Lubberman laat de deelnemers de

uitkomst spiegelen zodat vrij

gemakkelijk antwoorden op de

centrale vraag ontstaan. Hier wordt

een top 3 in aangebracht met een

advies aan de politiek, het onderwijs

of de eigen organisatie. Opvallend is

de aandacht die het onderwijs krijgt.

Van meer aandacht voor en

betrokkenheid bij de leerling, betere

docenten tot flexibeler in- en

doorstroommogelijkheden – het

onderwijs lijkt de sleutel in handen te

hebben in de strijd tegen school-

uitval. Maar ook de politiek krijgt een

rol toebedeeld, met name waar het

gaat om een betere facilitering van

scholen (kleinere klassen, meerdere

instroommomenten) en docenten

(professionalisering).

En hier en daar komen de

leerplicht-ambtenaar en RMC-

medewerker zelf ook nog even in

beeld in de voorstellen: ken de

leerling, zorg dat ’ie zich gezien voelt

en zoek samenwerking in de keten.

Advies op maatVraag het de adviseurs! Voor

het eerst konden leden in de twee

workshoprondes vragen stellen aan

de juridisch adviseurs van Ingrado:

Carolien de Bruin en Hans Velthoen.

Het was een interactieve workshop

waarin ruimte was voor het

uitwisselenvan ervaringen en het

delen van kennis. De meeste

deelnemers hadden hun vragen

vooraf ingediend, maar er was ook

Page 9: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

9 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 9

ruimte voor spontane vragen. ‘Mijn

collega’s en ik hebben verschil van

mening over gedogen of vrijstelling

verlenen. Ik zie gedogen als gemak-

zucht.’ Carolien de Bruin kan in

sommige gevallen goed leven met

een gedoogconstructie. ‘Een mbo-

leerling die ontdekt dat hij een

verkeerde keuze heeft gemaakt,

zich al heeft ingeschreven bij een

andere opleiding voor het volgende

schooljaar en niet meer te motiveren

is voor school – vaak zelfs al een

baantje heeft – kun je wat mij betreft

uitschrijven en gedogen dat hij de

laatste maanden van het schooljaar

geen onderwijs volgt. Dan moet

echter wel alles uit de kast zijn

gehaald om hem of haar op school

te houden.’ De Bruin benadrukt dat

steeds meer scholen onder noemers

als overbruggingsklas, doorstroom-

klas en stageklas zoeken naar

oplossingen om deze groep jongeren

binnenboord te houden. Andere

onderwerpen die in de twee sessies

aan de orde kwamen: onderwijs-

consulenten, waarvoor kunnen die

precies worden ingezet? Wat wordt

de taak van de leerplichtambtenaar

bij de invoering van passend onder-

wijs? Wanneer mag een school een

leerling uitschrijven? Wat doe ik met

een verzoek van ouders om een

gedeeltelijke vrijstelling zodat het

AWBZ een zorgindicatie kan

afgeven? Wilt u ook uw vraag

voorleggen aan de adviseurs? Zij

maken een rondje door het land. In

KORT op pagina 4 vindt u de agenda.

Na afloop, onder het genot van

een hapje en een drankje, praten de

aanwezigen nog even na. Twan

Wilmer beleidsadviseur uit Breda

volgde de workshop onderwijs, zorg

en arbeidsmarkt. ‘Ik ben bevestigd in

mijn idee dat we breed moeten

samenwerken in het belang van

jongeren. Door de workshop ben ik er

echter ook van overtuigd dat dit op

alle niveaus moet gebeuren: bestuur,

beleid en praktijk. Dat betekent dat

er aan samenwerking altijd een

bestuurlijke opdracht vanuit het

college van B en W ten grondslag

moet liggen. Alleen dan kun je

werkelijk een sluitende aanpak

realiseren.’

Marion Kooij, leerplicht-

ambtenaar uit Zaanstad, vond de

workshop van de Raad van de Kinder-

bescherming zeer verhelderend.

‘Met hun nieuwe aanpak bevorderen

ze samenwerking tussen Leerplicht,

Openbaar Ministerie en henzelf. Het

zogenoemd justitieel casusoverleg

moet ertoe leiden dat er vaker een

zorgmelding wordt gedaan in plaats

van dat gekozen wordt voor een

justitiële aanpak.’ In de tweede ronde

schoof Kooij aan in de workshop van

filosoof Ronald Hünneman. Dit keer

over contactstoornissen. ‘Heb ik

waanzinnig veel van opgestoken.

Aan de meeste leerlingen moet je

niet vragen Wil je me morgen om

3 uur bellen om te vertellen wat de

huisarts heeft gezegd? Ze snappen

die vraag niet en bellen dus ook niet.

Weer een leerling die z’n afspraken

niet nakomt, denken wij dan. Maar

wij moeten het veel simpeler maken:

Je belt me morgen om 3 uur. En dan

vraag je op dat moment wat de

huisarts heeft gezegd. Simpel he?

Je moet het alleen even weten …’

Page 10: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1610

Tekst: Yolanthe van der Ree | Illustratie: Welmoet de Graaf

leerling heen te gaan staan. Dat

sprak me meteen aan, want we

werken te veel langs elkaar heen en

dat is niet in het belang van de

leerling. Zo werd een leerling met

zorgwekkend verzuimgedrag

opgeroepen door de leerplicht-

ambtenaar. Leerplicht toonde begrip

voor de situatie van de jongen en

maakte de afspraak dat hij minimaal

6 uur per week naar school moest.

Op de korte termijn misschien fijn

voor die leerling, maar uiteraard niet

in het belang van zijn schoolloop-

baan. Het is maar een voorbeeld,

maar het maakt wel duidelijk dat de

leerling absoluut belang heeft bij

samenwerking en afstemming.’

De Ingrado-pilot kreeg de vorm

van een training. Onze school is

uniek, luidt de werktitel. Vier bijeen-

komsten onder leiding van filosoof

Ronald Hünneman en actrice Beppie

Gerrits. Volgens huidig RMC+-mede-

werker in Groningen, Ans Schuring, is

de kracht van de training dat alle

deelnemers een spiegel krijgen voor-

gehouden. ‘Voorafgaand aan elke

bijeenkomst spreken Hünneman en

Gerrits met leerlingen. Tijdens de

bijeenkomsten worden delen van

deze gesprekken nagespeeld.

Met z’n allen om de leerlingInmiddels is op vrijwel alle ROC’s het besef doorgedrongen

dat ook de school een taak heeft bij het voorkomen en

terugdringen van schoolverzuim. In een convenant spreken

MBO-Raad, ministerie van OCW en Ingrado zich uit voor

een gezamenlijke aanpak. Maar hoe maak je van school-

verzuim een gedeelde verantwoordelijkheid? Hoe kunnen

school, ouders, Leerplicht en RMC echt samenwerken?

In een pilot op het Noorderpoort in Groningen wordt een

nieuwe aanpak ontwikkeld.

Pilot aanpak mbo-verzuim

De school voor Laboratorium-

techniek van het Noorderpoort in

Groningen staat voor pittig onderwijs

in een prettige leeromgeving. ‘Pittig

en prettig, het bekt lekker en dekt de

lading’, zegt teammanager Evert Jan

van Brussel. ‘De opleiding is inhou-

delijk zwaar, erg exact, leerlingen

moeten weten waar ze voor kiezen.

Dat dat niet altijd het geval is, blijkt

uit de relatief hoge uitval in het

eerste jaar. Maar ook verderop in de

opleiding hadden we te maken met

voortijdige schooluitval. We zijn

daarmee aan de slag gegaan in onze

teamverbeterplannen en sindsdien

zijn de schooluitvalcijfers drastisch

omlaag gegaan.’

Anderen toelatenHet voorkomen van voortijdig

schoolverlaten was dus al punt van

voortdurende aandacht in het team

van Van Brussel. Toch was hij meteen

enthousiast toen toenmalig RMC+

-medewerker Josje van Weerlee, hem

vroeg te participeren in een pilot van

Ingrado. ‘Achterliggende gedachte

van de pilot is dat je met elkaar VSV

te lijf gaat, dus school, ouders, RMC

en Leerplicht. Ik zie het als een kans

om anderen echt toe te laten in de

school, om met elkaar om die

Page 11: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 11

Scholen of gemeenten die interesse hebben in

de training, kunnen voor meer informatie terecht

bij Ingrado: [email protected]

digd. Hünneman: ‘De meest verras-

sende, creatieve ideeën kwamen

voorbij. Centraal in alle plannen

stond: je verplaatsen in de leef-

wereld van de bezoekers van het

evenement en zorgen dat je krijgt wat

je nodig hebt. Waarom kunnen we

dat wel bedenken voor een buiten-

schoolse commerciële activiteit en

niet voor ons eigen onderwijs?’

Verbinding Op de school van Van Brussel zijn

nu twee bijeenkomsten geweest.

‘Het is niet eenvoudig om een team

te verleiden de training te volgen.

Ik heb duidelijk gemaakt dat we als

school gekozen hebben om VSV aan

te pakken en dat we dit dus gaan

doen. En iedereen is er nu ook. Het

mooie van Ronald en Beppie is dat

ze echt maatwerk leveren. Ze kijken

goed wat er speelt in een team en

zorgen voor een veilige sfeer. Zo

worden er in de tweede bijeenkomst

onder meer rollenspellen gedaan.

Docenten voeren hierin een begelei-

dingsgesprek met een leerling en

oefenen met grenzen stellen en

ruimte geven. Dat de meeste

collega’s daaraan meewerkten,

zegt iets over de sfeer.’

Zowel teammanager Van Brussel

als RMC+-er Schuring ervaren meer

betrokkenheid bij VSV. Van Brussel:

‘Met elkaar zijn we op zoek naar

verbinding en samenwerking. Het

besef dat je elkaar nodig hebt om

echt het verschil te kunnen maken,

dringt langzaam tot iedereen door.’

Schuring: ‘Ik hoop en verwacht dat

we elkaar steeds meer als partner

zien, elkaar weten te vinden, ook

voordat een situatie escaleert. Bel

ons gewoon als je wilt overleggen

over een leerling. Geen probleem,

daar zijn we voor.’

Leerlingen geven daarin onder meer

aan het onderwijs saai te vinden. In

plaats van dat als gegeven te accep-

teren, daagt de training uit om te

onderzoeken hoe dat komt. Waarom

kunnen leerlingen wel uren gamen,

maar is hun aandacht in de les snel

verdwenen? Leerplicht- en RMC-

medewerkers op hun beurt zien

tijdens de training hoeveel de school

al doet met een leerling. In plaats

van na een melding direct op de

leerling af te stappen, zou je eerst

met de school moeten praten. Wat

is er al geprobeerd? Wat ging goed

en waar ging het mis? Zo kun je op

elkaar aansluiten en samenwerken.’

Jongere als klant‘De jongere staat centraal’, zegt

Ronald Hünneman over de inhoud

van de training. ‘We beginnen daarom

met een lezing voor een zo breed

mogelijk publiek over het puberbrein.

Dat is belangrijk: we moeten weten

over wie we het hebben. Waarom is

het voor jongeren zo moeilijk om op

tijd te komen, waarom kost het zo-

veel moeite de eindstreep te halen?’

‘Ik zie de jongere als klant van het

onderwijs. En hoe je een klant bena-

dert, weet iedereen. Maar in het

onderwijs gelden plots andere regels.

In plaats van met plezier en belo-

ning, werken we met plicht en straf.

Hoe gek is het dan dat het onderwijs

de leerling niet motiveert?’ Om dit te

ervaren, krijgen deelnemers tijdens

de tweede bijeenkomst de opdracht

een evenement voor jongeren te be-

denken. Het gaat om de verkoop van

een nieuw abonnement voor mobiele

telefonie. Het evenement vindt op

school plaats en moet daarom ook

een leerzaam onderdeel bevatten.

Op te lossen problemen zijn: hoe

krijgen we jongeren naar het

evenement dat buiten schooltijd

plaatsvindt, hoe geven we de

onderwijscomponent vorm en hoe

krijgen we jongeren zo ver dat ze hun

rekening betalen? Elke groep presen-

teert z’n plan aan een panel waarin

ook de doelgroep is vertegenwoor-

Page 12: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

12 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16

12

I.fit: mentale en fysieke fitnessDe gemeente stuurt ze naar een soort sociale werkplaats, waar ze schroefjes voor

Ikea moeten afwegen. Dat ervaren de jongeren als straf. Zo hou je ze niet gemotiveerd

en dat blijkt ook: de helft valt af. Daarom bedacht een Zeeuwse RMC-trajectbegeleider

iets anders. Negentien moeilijk bemiddelbare jongeren doorliepen I.fit, een tien-weeks

programma dat gericht is op motivatie en het ontdekken van je eigen talenten.

‘Ze zitten vaak in de put en

hebben van alles mee-gemaakt. Zijn

zes maanden of langer thuis en

hebben meestal al een hulpverle-

ningstraject doorlopen. Maar na zes

weken I.fit hebben ze alweer zin om

de boel op te pakken.’ Het zat

Padden van de Water, trajectbegelei-

der bij het regionale bureau leerplicht

RMC Oosterschelde, niet lekker dat

het voorwerk dat hij en zijn RMC-

collega’s met moeilijk bemiddelbare

jongeren verrichtten, geen goed

vervolg kreeg. Daarom ontwikkelde

hij samen met een compagnon een

motivatieprogramma. In tien weken

tijd doorlopen de jongeren verschil-

lende door deskundigen geleide

workshops met thema’s die nauw op

hun belevingswereld aansluiten.

BeroepsgerichtDe trainingsdagen van de deel-

nemers zijn vanaf tien uur ’s ochtends

gevuld, wat al een leermoment op

zich is. Het programma biedt drie

beroepsgerichte onderdelen:

multimedia, horeca (dat hier funfood

wordt genoemd) en fashion.

Daarnaast is er uitgebreid aandacht

voor fysieke en mentale gezondheid:

Ipower, waarbij het gaat het om

respect tonen, luisteren, samen-

werken en sport. ‘Geen sportschool,

want tussen de spierbundels hebben

onze jongeren met hun slechte

conditie en geringe zelfvertrouwen

niets te zoeken. Het gaat om het

overwinnen van obstakels, grenzen

verleggen en daardoor vertrouwen

kweken. Vandaar dat we Capoeira

doen, freerun en mixed martial arts.

Allemaal gericht op het trainen van

weerbaarheid. Daarnaast zijn er

workshops dans en muziek.’

Boze buitenwereldVan de Water volgde de effecten

van de eerste I.fit-training. De gemid-

delde opkomst was 85 procent.

Van de negentien jongeren uit de

Oosterschelde-regio volgden er

zeventien het hele programma.

Elf van hen zijn ingestroomd in een

werkstage of werk in afwachting van

plaatsing op een ROC. Een zestal kon

wel aan de bak op het mbo.

Van de Water: ‘Een aantal zal de

boze buitenwereld aankunnen, maar

voor het merendeel geldt: als we ze

loslaten is de kans groot dat het weer

misloopt. Vier jongeren geven we

nazorg via een pgb, maar de vooruit-

zichten zijn dramatisch. Het zijn

Moeilijk bemiddelbare jongeren

Tekst: Rob de Blok | Foto: Padden van de Water

Samen een gezonde maaltijd bereiden

‘ Na zes weken I.fit hebben ze alweer zin om de boel op te pakken.’

alleen de grote zorgaanbieders die

dat middel nog kunnen aanwenden.’

En een vervolg van de training

voor een volgende groep jongeren?

Van de Water wil wel, maar een

subsidie heeft hij niet meer.

‘Per deelnemer moeten we financie-

ring zien te krijgen. Wij werven nu

bij gemeenten, bij BJZ en via privé-

personen. Gemeenten hebben een

participatiebudget, dus het is aan

ons om ze te overtuigen. Maar dat

het omslachtiger is geworden,

staat vast. Terwijl we de moeilijkste

doelgroep aantoonbaar hebben

bereikt.’

Meer info: qualifit-ifit.blogspot.com

Page 13: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

13 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 13

Het was een tijdrovende debat-

tenreeks in april, toen de Wet werken

naar vermogen werd behandeld in

de Tweede Kamer. In het zicht van de

haven, de beraadslagingen waren

afgesloten en het wetsvoorstel zou

bij de stemming op een meerderheid

Zoals het passend onderwijs

ondanks alles gedecentraliseerd

gaat worden, zo zal ook de kern van

de Wet werken naar vermogen

overeind blijven. Ook de opvolgers

van staatssecretaris De Krom en zijn

minister Kamp zullen de doorontwik-

keling van de sociale zekerheid

koesteren, denkt Roozemond. Al is

het maar vanwege de betaalbaar-

heid. ‘Daarom zie ik het als onze

verantwoordelijkheid duidelijk te

maken voor welke jongeren wij staan

en wat die jongeren nodig hebben.

Bijna alle partijen zijn het op

hoofdlijnen eens met de uitgangs-

punten: een eenheid maken van

verschillende wetten, waarbij

ongekwalificeerde jongeren tot het

uiterste gestimuleerd worden terug

naar school te gaan om vervolgens

goed gekwalificeerd de arbeidsmarkt

te betreden. Wellicht kan een

kabinet met een andere kleur het

accent iets verschuiven, maar de

gemeente (lees in veel gevallen:

de regio) krijgt de centrale rol.’

Blijf zoekenDat betekent wat Roozemond

betreft, dat Leerplicht en RMC

moeten blijven zoeken naar thuis-

zitters en voortijdig schoolverlaters.

‘Laat je niet uit het veld slaan: wij

blijven ons bezighouden met het

opsporen van die jongeren. Wij

brengen de risico’s en kansen in

kaart, zoals we dat ook al doen bij

het hernieuwen van de VSV-conve-

nanten. En we blijven aan tafel bij de

partners in de keten onderwijs,

arbeid en zorg. Dankzij Leerplicht en

RMC bestaat al een schat aan kennis

over de jeugd tot 23 jaar in een

Wet gestrand, Ingrado gaat door

Werken naar vermogen

gebied, zelfs al voor er een beroep

wordt gedaan op zorg, uitkering of

passend onderwijs.’

Wachten op de wachttijdIllustratief voor de voorgenomen

wijzigingen die nu in de koelkast

staan, is de wachttijd van vier weken

voor een bijstandsuitkering voor

jongeren zonder startkwalificatie. In

die tijd moet de jongere bewijzen dat

hij op geen school terecht kan. Het

wetsvoorstel regelt dat een RMC-

functionaris die verklaring zou

kunnen verstrekken. Maar ook een

(negatief) bindend studieadvies van

de mbo-school kan volstaan.

Ingrado maakte duidelijk waar haar

voorkeur ligt: ‘Deze jongeren zijn niet

weg te sturen met een bindend

studieadvies vanuit het mbo. Ze

hebben maatwerk nodig: een slimme

cocktail van re-integratie en mbo die

hen kan leiden naar werk in plaats

van naar een uitkering. Om dat te

bieden is achtergrondkennis van het

onderwijs nodig en die heeft de RMC

in huis. De RMC-coördinator staat

klaar om samen met de mbo-

scholen zulke flexibele trajecten te

ontwikkelen. Gevallen kabinet of

niet, morgen staat die jongere

gewoon weer aan de balie bij de

RMC’er die zijn stinkende best doet.’

kunnen rekenen, viel het kabinet.

Alles voor niets geweest? ‘Ik zou

daar niet van uitgaan’, zegt Ingrado-

voorzitter Carry Roozemond. ‘De

koers is bepaald, een ander kabinet

zal aantreden en Ingrado blijft staan

voor het recht op onderwijs. Ik roep

de leden op onverminderd kennis

over de doelgroep te blijven vergaren

en de verbinding te zoeken met

partijen op lokaal en vooral ook

regionaal niveau.’

Page 14: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1614

Tekst: Rob de Blok | Illustratie: Welmoet de Graaf

‘ Ik durf nu de stelling wel aan dat we over een paar jaar één zullen zijn’

Relaxed de krachten bundelen

In West-Brabant neemt de samenwerking van Leerplicht en RMC zienderogen toe.

Alle achttien gemeenten zijn van plan zich samen te voegen tot één regio. Een centrale

administratie, het jeugdvolgsysteem, wordt nu uitgerold.

Regionalisering

‘Een half jaar geleden had ik het nog niet durven

zeggen, maar ik denk dat we over een paar jaar één club

voor de uitvoering in de hele regio gevormd zullen

hebben, met twee of drie subregionale teams. Als het

niet eerder wordt’, zegt Michiel Keulemans, ambtelijk

projectleider regionalisering. De uitspraken zijn kenmer-

kend voor de manier waarop de gemeenten in West-

Brabant de regiovorming aanpakken. Relaxed, de

zegeningen tellend en ondertussen doelbewust en met

veel enthousiasme werkend aan de bundeling van

krachten. ‘Ik durf nu de stelling wel aan dat we over een

paar jaar één zullen zijn.’

Centrale administratieAchttien gemeenten moeten het regionale bureau

leerplicht gaan vormen. Binnenkort werken ze alle

achttien met een centrale administratie (die 156.000

jongeren omvat) en een splinternieuw jeugdvolgsysteem.

‘Dat betekent dat we geen kind meer laten ontglippen’,

zegt Saskia Boelema, wethouder voor onder meer

onderwijs en jeugdzorg in Breda. ‘Dat is winst. We zien dat

de gemeenten die nu al samenwerken in de uitvoering

erin slagen om ouders, leerlingen en scholen op één

manier te bedienen. We zijn een eind op streek en het

gaat sneller dan verwacht.’

Waarmee twee belangrijke pijlers onder de regio-

nalisering zijn samengevat: een betere registratie en één

aanspreekpunt voor elke school. De woonplaats van

Page 15: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 15

‘ We laten geen kind meer ontglippen’

een verzuimende leerling, nu nog bepalend voor welke

ambtenaar met de leerling aan de slag gaat, doet er

dan niet meer toe. ‘Voor jongeren en scholen is het

prettig dat ze met één gezicht te maken krijgen’, zegt de

Roosendaalse leerplichtambtenaar Patrick Ros, die in

de nu al functionerende regio West-west werkt. ‘We gaan

vaker op de scholen zelf werken. Je hebt alles bij de hand

met het systeem dat web-based is. En ik hoop straks

spreekuren te houden op de scholen, iets waar ik nu

geen tijd voor heb.’

Geen verzetRos schrijft met collega’s een handboek voor de

achttien gemeenten. Gevoegd bij het jeugdvolgsysteem

ontstaat langzaam maar zeker een uniforme werkwijze.

Is er dan geen verzet bij Leerplicht en RMC tegen het

opgeven van autonomie? ‘Nee’, zegt Ros. ‘Verbazingwek-

kend eigenlijk, hè? De collega’s en onze partners op de

scholen zien de voordelen. En we werken al langer

samen. We bespraken al met elkaar hoe we om zouden

gaan met veranderingen bij de inspectie, of met nieuwe

richtlijnen van het Openbaar Ministerie. We hebben

scholen laten weten hoe we omgaan met vakantieverlof

en één verzuimkaart uitgebracht.’ Ook voor de bestuur-

ders speelt het verlies van autonomie geen grote rol, stelt

wethouder Boelema: ‘Leerplicht is een uitvoerend orgaan

binnen je gemeente. Het gaat erom die uitvoering samen

met de andere gemeenten zó te organiseren dat het

contact met scholen, de jongeren en hun ouders nog

beter wordt. Dat is belangrijker dan een vaste werkplek

op het gemeentehuis.’

NuchterMichiel Keulemans, verantwoordelijk voor de dage-

lijkse praktijk van de regionalisering, zoekt de weg van

de geleidelijkheid. Als bijvoorbeeld de positie van enkele

gemeenten die nog geen aansluiting hebben bij de twee

subregio’s ter sprake komt, is zijn nuchtere commentaar:

‘Hoe meer gemeenten aansluiting zoeken bij de samen-

werkende gemeenten, hoe beter dat is voor de kwaliteit

van de dienstverlening. Maar een must is het op dit

moment niet. Het werkt zeker niet als je zegt: jij moet op

mijn feestje komen.’

Het jeugdvolgsysteem wordt gevoed vanuit drie

bronnen: DUO, de dossiers die al bestaan en de Gemeen-

telijke Basisadministratie. ‘De GBA-collega’s waren de

eersten om mee te overleggen’, zegt Keulemans.

‘Zonder hen kon het nooit iets worden. We hebben een

bewerkers overeenkomst afgesloten; een gedragscode

waarmee de gebruiker zich verplicht netjes met gevoelige

gegevens om te springen. Het jeugdvolgsysteem brengt

de leerling zonder startkwalificatie compleet in beeld en

linkt eventueel ook naar zijn zusje die regelmatig verzuimt

op de basisschool.’

OndernemerszinTerwijl Leerplicht en RMC gaan voor de regioschaal,

worden Jeugdzorg en delen van de UWV juist gedecen-

traliseerd. Ros: ‘Tja, ik zou niet weten hoe dat er straks uit

komt te zien; dat is wel een lastige.’ Wethouder Boelema:

‘De zaken zijn complexer geworden, het is niet anders.

Maar ik zie geen spanning: het passend onderwijs is in

regio’s ingedeeld, gemeenten moeten de decentralisatie

van Jeugdzorg gezien de schaal toch al regionaal invullen.

Ook rond de Wet werken naar vermogen geldt: arbeid

houdt zich niet aan de grenzen van de gemeente.’

Projectleider Keulemans: ‘De complexiteit wakkert mijn

ambtelijke ondernemerszin aan. Als je pas in beweging

komt bij een garantie op succes, gebeurt er nooit wat.

Het wordt een uitdaging en het gaat vast een tijdje duren,

want we zijn geen van allen de baas over elkaar. De

ervaring leert dat je de boel weer op gang brengt als je

focust op wat ons altijd bindt: het belang van de jongeren.’

Page 16: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1616

Na het feest direct weer aan het werk 12 april 2012. Friesland College in Leeuwarden. Feestelijke sfeer. Onder het genot van een

gebakje en begeleid door een professionele grappenmaker – VSV, dat gaat toch over

voortijdig strand verlaten? Daar ben ik uiteraard tegen – werden de nieuwe VSV-convenanten

ondertekend. Vertegenwoordigers van alle scholen en de wethouders van de drie

contactgemeenten zetten vol overtuiging hun handtekening. De accountmanager van

het ministerie van OCW is er ook. Niet om te tekenen, maar om het intensieve traject dat

aan de ondertekening voorafging, af te sluiten.

Echt reden om te feesten is er uiteraard ook in Friesland

nog steeds niet. Want ook al scoort de provincie goed

in het terugdringen van het aantal voortijdig school-

verlaters, elke VSV’er is er een te veel. Dat weet ook

Friesland en daarom barsten de regio’s van de

ambities. In een razend tempo presenteren de drie

RMC-coördinatoren hun plannen. Het is duidelijk: na dit

feest gaan we direct weer aan het werk.

Cijfers liegen nietDe verantwoordelijk accountmanager van het ministerie

van OCW, Gerda Brinkman, houdt haar gehoor deze

ochtend wat cijfers voor. ‘Het aantal voortijdig

schoolverlaters in Friesland ligt onder het landelijk

gemiddelde. Dat zijn goede resultaten, maar we willen

verder. In 2011 verlieten nog altijd 1484 jongeren in deze

provincie de school zonder startkwalificatie. En dat

dwingt tot nieuwe inspanningen. Vandaar dat er nu

nieuwe convenantafspraken gemaakt worden.’

Brinkman hamert erg op de cijfers. ‘Dat is belangrijk’, zegt

zij, ‘omdat dat het gegeven is. We kunnen nog zoveel

redenen, oorzaken en excuses aandragen; het zijn

uiteindelijk de cijfers die tellen. En die cijfers moeten we

willen snappen. We moeten van iedere jongere het

verhaal kennen: wat is er gedaan, wie heeft zich ermee

bemoeid, wat was het effect van deze inspanning? Pas

dan weet je of het zin heeft wat je doet.’

Accountmanagers, en dus ook Brinkman, hebben de rol

van makelaar; landelijk beleid wordt vertaald naar de

regio en vanuit de regio worden weer signalen mee-

genomen naar Den Haag. Brinkman herkent zich ook in

de rol van verbinder, stimulator, inspirator en facilitator.

‘Maar’, zegt zij, ‘af en toe ook in die van “de opgeheven

vinger”. De cijfers moeten omlaag! Dat houd ik alle

partijen in al mijn tien regio’s steeds weer voor.’

Thea Koster, wethouder van onderwijs van de gemeente

Leeuwarden, ondersteunt het verhaal van Brinkman. ‘Een

handtekening is mooi en ik zet ’m van harte, maar ’t zijn

de resultaten die tellen. Wat we met dit convenant laten

zien, is dat we met z’n allen investeren in jongeren. Het

gaat om hen. Om die reden wil ik ook graag met de

jongeren zelf in gesprek en met de mensen die dagelijks

met hen werken.’

NapratenNadat alle aanwezigen weer huis- of werkwaarts zijn

gekeerd, praten de wethouder, de accountmanager, de

RMC-coördinator Friesland Noord en de voorzitter van

het College van Bestuur van AOC Friesland nog even na.

Het belang van het convenant? Daarover zijn ze het snel

eens: het convenant geeft richting aan beleid en heeft

Tekst: Yolanthe van der Ree | Fotografie: Friesland College/Raymond Krikke

Ondertekening VSV-convenant Friesland

Page 17: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 17

‘ We moeten van iedere jongere het verhaal kennen’

een bindend effect. Ton Stierhout, voorzitter van AOC

Friesland: ‘Dit hebben we afgesproken, hier hebben we

ons toe verplicht en zo gaan we het dus doen. Niemand

kan er onderuit. De vrijblijvendheid is eraf.’

Wethouder Thea Koster is uitgesproken over de vraag hoe

gemeentelijke middelen en convenantmiddelen zich tot

elkaar verhouden. ‘Ook wij als gemeente zetten geld in

om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Maar dat

heeft alleen zin als je aansluit bij dat wat er al is. Wij

zetten onder meer in op de reboundvoorziening. Dat kost

5000 euro per leerling per periode. Een boel geld

inderdaad, maar als deze leerling geen startkwalificatie

haalt en in de bijstand terechtkomt, kost dat nog veel

meer geld. We houden wel voortdurend in de gaten of

onze inspanningen effect hebben. We meten of de

jongeren die gebruikmaken van de rebound ook

daadwerkelijk hun diploma halen.’

Zorg in beeldDe partijen in de Friese Wouden willen de komende tijd

het totale zorgnetwerk in de regio in beeld brengen.

Stierhout: ‘Dat willen we op een bijna bedrijfsmatige

manier aanpakken. Wie komt wanneer in beeld en wie

doet wat op welk moment? Het gebeurt nog te vaak dat

iedereen naar elkaar zit te kijken en niemand wat doet.

Als het zorgnetwerk inzichtelijk is voor iedereen, kunnen

scholen ontlast worden. Dan kunnen we misschien

afrekenen met het fenomeen van de docent die een

slaapplaats moet regelen voor een dakloze leerling.’

Gerda Brinkman wijst erop dat zorg en een goed functio-

nerend zorgnetwerk van belang zijn in de strijd tegen

voortijdig schoolverlaten. ‘Maar’, zegt zij, ‘het gebrek aan

goede zorg is niet de belangrijkste reden dat leerlingen

uitvallen. De grootste groep “verdwijnt” door administra-

tieve fouten. Leerlingen worden wel uitgeschreven, maar

op de nieuwe school niet ingeschreven bijvoorbeeld.’

Baukje de Jager, RMC- en VSV-coördinator in Fryslân

Noord vult aan: ‘Op nummer 2 staan de verkeerde

beroepskeuze en de tegenvallende opleiding. Jongeren

hebben geen reëel beeld van opleiding en toekomstig

beroep en kiezen dus op onjuiste gronden. Voor een groot

deel heeft dat te maken met de manier waarop scholen

hun voorlichting organiseren. Op een Open Dag lijkt alles

geweldig, maar de praktijk is vaak heel anders.’ Een

pleidooi dus voor meeloopdagen op school en in de

praktijk, dat door alle aanwezigen wordt onderschreven.

Tot slot uit wethouder Koster nog haar bezorgdheid over

de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en het

mbo. Baukje de Jager deelt die zorg: ‘Vo-scholen zeggen

geen probleem te hebben. En als je geen probleem hebt,

ben je ook minder bereid tot samenwerking. Je hebt de

ander niet nodig.’ Brinkman: ‘Maar door het ondertekenen

van het convenant wordt het wel degelijk ook hun probleem.

Ook de vo-school wordt afgerekend op prestatieafspraken.

En die gaat een school niet halen op eigen kracht alleen.’

Page 18: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

18 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16

18

Gemma Tielen, hoofdinspecteur Inspectie Jeugdzorg

10 vragen aan...

‘ Ik zie dat er met de professionalisering van de sector goede vorderingen worden gemaakt’

Foto: Herman Zonderland

Page 19: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

19 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 19

1. Waarvoor bent u als hoofd-inspecteur verantwoordelijk? Waaruit bestaat uw werk?‘Als hoofdinspecteur geef ik leiding

aan de inspectie, die bestaat uit zo’n

50 personen. De inspectie ziet toe

op de kwaliteit van de jeugdzorg en

op de naleving van de wetgeving.

Dat betekent dat wij er niet alleen

zijn om instellingen te controleren,

maar vooral ook om te bevorderen

dat zij de kwaliteit van hun zorg

blijven verbeteren.’

2. Wanneer komt de inspectie in actie?‘Onze inspecteurs, hun assistenten

en onze staf steken veel tijd in het

verzamelen en analyseren van

gegevens om zo te kunnen bepalen

bij welke instellingen de grootste

risico’s aanwezig zijn. Die instellingen

worden met prioriteit bezocht.

Wanneer de inspectie een melding

van een calamiteit ontvangt – en

daar doelt u waarschijnlijk op – komt

de inspectie uiteraard direct in actie.

Er wordt dan contact opgenomen

met de betrokken instelling en er

wordt gevraagd om een feitenrelaas

– een gedetailleerd overzicht van

wat er precies gebeurd is. Op grond

van de melding of het overzicht wordt

dan besloten of nader onderzoek

noodzakelijk is.’

3. Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de jeugdzorg op dit moment?‘Ik ga geen cijfers uitdelen, want

daarvoor is het veld te breed en te

gevarieerd. Belangrijker is het om de

ontwikkelingen in de sector te waar-

deren en daar ben ik vrij positief over.

Ik zie dat er met de professionalisering

van de sector goede vorderingen

worden gemaakt, via certificering,

het ontwikkelen van kwaliteits-

criteria, protocollen en richtlijnen

en via het opleiden van personeel.

Ik zie bijvoorbeeld ook dat in de

jeugdzorgplus de meeste instellingen,

zij het soms na hertoetsen, voldoen-

de scoren bij de toezichten. Dat is

een positieve ontwikkeling, want we

hebben het hier over een zeer moei-

lijke doelgroep die het maximale aan

professionele zorg vergt. Dat neemt

niet weg dat er ook nog het nodige

kan gebeuren in de sfeer van

professionalisering en dat is des te

belangrijker nu de stelselherziening

naderbij komt.’

4. Er is veel kritiek op de wachtlijsten. Hoe kijkt u hier tegenaan?‘Het bestaan van wachtlijsten vinden

wij zorgelijk, want in principe moet

iedere jongere snel hulp kunnen

vinden. Op verzoek van de staats-

secretaris van VWS doen wij momen-

teel onderzoek naar de veiligheid van

jongeren die in afwachting zijn van

zorg. In het najaar hopen we de

resultaten van dat onderzoek bekend

te kunnen maken.’

5 en 6. Welke verbeterings-voorstellen heeft de inspectie gedaan? Hoe gaan instellingen met die verbetervoorstellen om?‘Wanneer de inspectie bij een

instelling tekorten in de zorg

constateert, verzoekt zij de instelling

om op zeer korte termijn verbete-

ringen door te voeren. Vaak doet

de inspectie op dat moment ook een

aantal aanbevelingen. Bij een

instelling voor jeugdzorgplus kunnen

we bijvoorbeeld aanbevelen om het

personeel beter op te leiden voor

crisissituaties. Nadat de inspectie

akkoord is gegaan met de voor-

stellen, worden de maatregelen die

de instelling neemt gevolgd, om te

zien of die maatregelen de kwaliteit

van de zorg daadwerkelijk

verbeteren.’

7. Wat gaan jongeren merken van de transitie van jeugdzorg naar de gemeenten?‘Ik hoop dat jongeren die hulp nodig

hebben sneller in beeld komen.

En dat dan hulp in een relatief lichte

vorm kan worden gegeven omdat we

er vroeg bij zijn. Ook hoop ik dat het

lukt om de hulp en ondersteuning

meer integraal aan te pakken. En

daarnaast ook dat als er zware zorg

nodig is, deze ook goed en snel

toegankelijk is.’

8. Wat verwacht u van de zorg- en adviesteams (ZAT) in relatie tot jeugdzorg? Kunnen zij jongeren eerder in beeld brengen?‘Ik denk inderdaad dat zorg- en

adviesteams daar op lokaal niveau

een belangrijke rol in kunnen spelen,

in samenspraak met het Centrum

voor Jeugd en Gezin en zo nodig het

veiligheidshuis. Een concreet voor-

beeld zag ik laatst in de jeugdzorg-

plus. Daar zorgt het ZAT voor een

goede afstemming van de behandel-

plannen tussen de jeugdzorg-

instelling en de school.’

9. Er gaan stemmen op om persoonsgegevens te delen in het belang van een jongere. Wat is hierover uw mening?‘De Wet op de jeugdzorg maakt het

al mogelijk om in het belang van de

veiligheid van een kind informatie te

delen. Daarnaast beschikken we in

de jeugdzorg al geruime tijd over de

verwijsindex. Het zou goed zijn als

daar meer gebruik van wordt

gemaakt. Ik ben echter ook voor

invoering van het BSN-nummer in de

jeugdzorg. In andere sectoren is dat

vaak al het geval. Door gebruik van

verwijsindex en BSN kun je op een

goede manier signaleren en volgen

zonder privacyproblemen.’

10. Welke vraag had u graag voorgelegd gekregen?‘Waar mensen terecht kunnen die

meer van de inspectie willen weten.

Dat is namelijk onze website

www.inspectiejeugdzorg.nl.’

Page 20: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1620

Mbo’ers pakken uitval aanMbo-studenten zetten de aanval in op de schooluitval. Eigenwijs en onorthodox inspireren

zij dreigende uitvallers om een opleiding te kiezen die bij hen past en die ze ook willen af-

maken. Hun methode noemen ze Roem&Poen. In dit artikel, dat ze zelf geschreven hebben,

lichten ze een tip van de sluier op. Ze zijn nog maar net gestart, maar weten zeker dat deze

methodiek gaat werken.

Wie wij zijnWij zijn mbo-studenten. Vier studenten Sociaal

Maatschappelijke Dienstverlening (SMD) en vier studen-

ten Mediavormgeving van het ROC Leiden. Wij begelei-

den mede-studenten die dreigen uit te vallen. We richten

ons vooral op het verkrijgen van een beter beroeps- en

opleidingsbeeld. Dat is namelijk belangrijk voor studen-

ten. Dan heb je iets om je aan vast te houden.

Onze aanpak noemen we Roem&Poen. Een naam

met een knipoog. Voor ons staat de dreigende uitvaller

centraal. We gaan na wie hij of zij is en wat deze student

wil weten voor de toekomst. En als hij aangeeft beroemd

of miljonair te willen worden, vinden we dat goed. We

laten hem dan in gesprek gaan met een miljonair om te

onderzoeken of het beeld dat hij heeft klopt. We willen

dat studenten ontdekken waarom zij willen studeren.

Zonder beeld van je toekomst weet je niet waarom je het

doet. En is de problematiek ingewikkelder, dan hebben

we professionele ‘pluscoaches’ om ons heen. We filmen

de zoektocht. De dreigende uitvaller is de ster, zijn of haar

verhaal wordt in beeld en geluid op een creatieve wijze

vastgelegd.

Wat we doenPer dreigende uitvaller maken we een persoonlijk

plan. In acht weken gaan we met hem of haar op pad

langs verschillende beroepen en opleidingen. Het is

goed dat studenten zelf ontdekken welk toekomstbeeld

bij hen past.

We gaan net zo lang door tot we beet hebben. We

koppelen ook terug wat het betekent: wat heb je gezien,

welke opleiding past daarbij, hoe kom je daar, is het

realistisch? Als we beet hebben zoeken we in het

Tekst: Safae Abaqouy, student SMD niveau 4, m.m.v. Nathalie Lecina | Foto’s: Bart Versteeg

Roem & Poen

Een voorbeeld: M. wil later graag actrice worden.

We hebben voor haar een gesprek met een acteur

geregeld. M: ‘Ik had een gesprek met acteur Thomas

Boer. Het was spannend, maar ook heel leuk om hem

van alles te vragen. Acteur zijn is hard werken en een

onzeker bestaan. Wat me opviel is dat hij in een klein

appartement woont. Dat had ik niet verwacht. Ik

denk dat ik liever acteur in mijn vrije tijd ben en een

opleiding doe waardoor ik meer zekerheid heb.’

bedrijfsleven iemand die kan dienen als buddy. Zo heeft

iedere dreigende uitvaller iemand die hem kan helpen

aan een netwerk, aan stageplekken en die een vinger aan

de pols houdt. We koppelen alles terug naar een traject-

begeleider van het ROC Leiden.

Aan het eind van de acht weken hebben we een

opleiding die past, een buddy op maat, en vrienden en

ouders uitgenodigd mee te helpen stimuleren. Zo kan de

uitvaller met gepaste trots starten aan zijn opleiding. De

film dient als herinnering.

Page 21: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 21

‘ Ik heb al veel begeleiders van school gezien, maar niemand begreep me. Jullie zijn echt benieuwd naar wie ik ben.’ (M.)

Onze ambitieHet verschil tussen wat wij doen en professionals is

vooral dat wij veel tijd hebben. En er is sprake van een

gelijkwaardige relatie. Wij helpen hen aan een duidelijk

toekomstbeeld en zij ons aan een goede stage-ervaring.

Dit jaar willen we minimaal 24 dreigende uitvallers

toeleiden naar een passende opleiding. We streven

ernaar YoungExperts te worden op het gebied van

dreigende uitval. We gaan onze kennis gebruiken om

nieuwe stagiairs in te werken en om met partners uit

de regio kennis te delen. En we willen een inspirerend

voorbeeld zijn voor mede-studenten. We denken dat

het belangrijk is dat jongeren jongeren helpen.

Wat ons opvaltWe merken nu al dat we meer doen dan het begelei-

den van dreigende uitvallers alleen: Hoe het allemaal begonNathalie Lecina, partner bij Instituut Maatschappe-

lijke Innovatie (IMI) is conceptontwikkelaar en project-

leider van Roem&Poen. Roem&Poen is een combinatie of

beter gezegd recombinatie van een aantal vraagstukken:

uitdagende stages, vernieuwende aanpak voor dreigende

uitvallers, het betrekken van het bedrijfsleven bij maat-

schappelijke vraagstukken, laten zien wie mbo’ers zijn en

wat ze kunnen betekenen, werken aan een netwerk voor

studenten. Nathalie gelooft in deze recombinatie en in de

kracht van studenten. Samen met Rivelino Rigters is ze

een alliantie aangegaan. Hij is een creatieve geest die als

documentairemaker goed de zoektocht in beelden kan

vertalen. Hij heeft zelf ervaring als schooluitvaller en

spreekt de taal van jongeren. Hij begeleidt de media-

vormgevers. John Manuputty is leermeester SMD, draagt

kennis over en denkt mee met de studenten.

Met dank aan het ROC Leiden is het project getoetst en

bijgeschaafd. De gemeente Leiden financiert het project

als ‘aanjager’, omdat ze erin gelooft. Aan ons nu om ons

te bewijzen. En ervoor te zorgen dat het ROC Leiden dit

project voortaan altijd uitvoert en we dit ook kunnen

uitrollen bij andere scholen.

www.roemenpoen.nl en [email protected]

‘Een meisje dat wist dat ik meedoe aan Roem&Poen

kwam naar me toe. Ze dreigde van school gestuurd

te worden omdat ze haar boeken niet kon betalen. Ze

schaamde zich om naar een professional te stappen.

Wij konden haar helpen. Iemand anders vroeg zich af

of het mogelijk was om op school te blijven als je

zwanger bent. Ze was er nog niet aan toe het op

school te vertellen. Maar ze wilde wel vast weten of

er mogelijkheden zijn. Een van ons is ook jong

moeder geworden, dus de drempel is dan veel lager.

Dat kunnen we dan voor haar uitzoeken. We kunnen

meer betekenen dan we dachten.’

Page 22: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1622

Tekst: Peter Zunneberg | Illustratie: Welmoet de Graaf

Leerlingen die naar school gaan terwijl anderen

vakantie vieren, leerlingen die zelf bepalen hoe laat ze

’s ochtends beginnen en ’s middags weer naar huis gaan.

En die zelf kiezen of ze vier of vijf dagen naar school gaan.

Wie niet beter weet zou kunnen concluderen dat school

met het loslaten van vaste onderwijstijden verandert in de

zoete inval. Maar niets is minder waar. De Sterrenschool

in Zevenaar is een van de zeven scholen die op dit moment

meedoen aan de pilot flexibilisering onderwijstijd.

Reis en route‘Wij willen ons onderwijs afstemmen op de

individuele leerbehoeften van ieder kind’, zegt directeur

Lidwien Kok. ‘We zien de schoolloopbaan als een reis,

en de route van ieder kind stippelen we in nauwe

samenspraak met de ouders uit. Als dit je uitgangspunt

is, kun je onmogelijk uit blijven gaan van vaste onderwijs-

tijden. Je hebt leerlingen die ’s ochtends om kwart over

zes staan te trappelen om naar school te gaan, maar er

zijn er ook die liever willen uitslapen. De eerste groep kan

hier om acht uur beginnen, terwijl de tweede groep zich

pas om negen uur hoeft te melden.’

Behalve flexibele aanvangstijden kent De Sterren-

school ook flexibele eindtijden. Twee uur, half drie of

drie uur. De school werkt met een continurooster, waarbij

de leerlingen op school eten. Het halve uur tussen de

middag telt niet als onderwijstijd. En dus varieert een

schooldag van vier-en-een-half tot zes-en-een-half uur.

Samen met de ouders bepaalt Kok wanneer de kinderen

naar school komen. ‘Ieder kind is hier minimaal 25 uur,

maar ouders en kinderen kunnen kiezen voor anderhalf

zogenaamd plusuur per week, waarmee extra vrije dagen

kunnen worden gespaard.’ Gevraagd naar de vrije

woensdagmiddag schiet Kok in de lach. ‘Nee, die hebben

we afgeschaft. Dat is van meer dan honderd jaar geleden

toen kinderen moesten helpen op het land.’

Scholen 52 weken per jaar open, vierdaagse

schoolweek, flexibele in- en uitlooptijden.

Veel is mogelijk op de zeven (vanaf augustus

tien) scholen die meedoen met de pilot

flexibilisering onderwijstijd. Mits elke

leerling minimaal 940 lesuren onderwijs

per schooljaar krijgt.

Vaste schooltijden op losse schroeven

Page 23: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 23

Niet meer gedogenIn augustus 2011 startte de pilot flexibilisering

onderwijstijd, die drie jaar zal duren. Regioplan is

verantwoordelijk voor het monitoren en Job van Velsen

van Etuconsult en Jan Littink van Leeuwendaal VOS/ABB

begeleiden de scholen. De pilot is opgestart omdat er

vanuit het veld een behoefte ontstond om onderwijs-

tijden te flexibiliseren, maar er op dit terrein wet- en

regelgeving ontbrak, vertelt Van Velsen. ‘Scholen hebben

in toenemende mate behoefte aan flexibiliteit en

sommige scholen zijn er op eigen initiatief mee

begonnen. Dat werd al enige tijd gedoogd, maar met de

start van de pilot is dat afgelopen. We zijn in augustus

met zeven scholen gestart en daar komen er dit jaar drie

en heel misschien nog een paar meer bij.’ Van Velsen en

Littink ondersteunen de scholen bijvoorbeeld met de

vraag hoe met die flexibele onderwijstijd iedere leerling

toch een gedegen aanbod krijgt. Een vraag die per school

varieert. Kok is op haar school ver met flexibele in- en

uitlooptijden en vier of vijf schooldagen. ‘Maar er zijn ook

scholen’, zegt Littink, ‘die per jaar 51 weken geopend zijn.

Alleen de week tussen kerst en oud en nieuw zijn ze

gesloten. De School in Zandvoort, Bikube in Hoofddorp

en Casa in Pijnacker zijn daar voorbeelden van.’

Flexibilisering van onderwijstijd vraagt natuurlijk veel

op organisatorisch gebied. Arbeidstijden van personeel

vallen daar onder, maar ook de aanwezigheidsregistratie

van leerlingen. Vandaar dat er in de pilot uitgebreid wordt

samengewerkt met leerplichtambtenaren van de

gemeenten waarin de scholen staan en met de

Onderwijsinspectie. Deze inbreng vindt Littink belangrijk.

‘Kinderen mogen geen proefkonijn zijn, ze moeten

kwalitatief goed onderwijs volgen. Dus is het goed dat

dat in de gaten wordt gehouden.’ ‘Tegelijkertijd is het wel

zo’, vult Van Velsen aan, ‘dat alle scholen meedoen juist

omdat ze ervan overtuigd zijn dat door de flexibilisering

van hun onderwijstijd de kwaliteit van hun onderwijs

omhoog gaat.’

Groot enthousiasmeOp De Sterrenschool leidt de flexibilisering van de

onderwijstijd allerminst tot vrijblijvendheid. Kok: ‘Vooraf

leg ik samen met de ouders voor een half jaar vast hoe de

week van hun kind eruit ziet. Wil je vier dagen naar

‘ Kinderen mogen geen proefkonijn zijn, ze moeten kwalitatief goed onderwijs volgen.’

school, dan zul je minimaal twee lange dagen moeten

maken. En het sparen van plusuren kan maximaal twaalf

extra vrije dagen opleveren die als losse dagen of als

geclusterde weken opgenomen kunnen worden.’ Het

betekent ook een strakkere dagindeling. ‘Van negen tot

twee zijn in principe alle leerlingen aanwezig. De flexibele

in- en uitloopuren gebruiken we voor verwerking of

individuele instructie voor leerlingen die onderwijstijd

inhalen of vooruit werken. Het betekent ook dat we ons

strak aan speeltijden buiten houden. Als het mooi weer is

en we blijven ’s ochtends en tussen de middag wat langer

buiten, dan leveren we te veel effectieve onderwijstijd in.

Dus dat doen we niet.’

Na een inventarisering onder de ouders heeft Kok

besloten om straks in de vakantie één week extra open te

zijn. ‘Ik ga die week zelf draaien, omdat ik die ervaring kan

gebruiken bij het verder bepalen van het beleid. Maar

onder mijn leerkrachten was het enthousiasme om dan

te werken erg groot. Vooral voor leerkrachten die wonen

in een andere vakantieregio is dat voordelig, omdat ze

meer tijd hebben met hun eigen kinderen.’

Ook onder leerplichtambtenaren is het enthousiasme

groot. ‘Ze zijn zeer nieuwsgierig naar wat deze pilot gaat

opleveren’, zegt Littink. Drie keer per jaar organiseren Van

Velsen en Littink een contactdag op een van de

deelnemende scholen. ‘Daar kunnen ze kennis en

ervaringen uitwisselen’, zegt Van Velsen. ‘Ook is daar elke

keer namens Ingrado een vertegenwoordiger van de

leerplichtambtenaren uitgenodigd. En die wil graag

meedenken.’ Kok kan dat bevestigen. Zij heeft de

leerplichtambtenaar van Zevenaar al eens uitgenodigd

om uit te leggen hoe het er op De Sterrenschool aan toe

gaat. ‘Goede afspraken zijn noodzakelijk om een school

op deze manier te laten functioneren.’

Vaste schooltijden op losse schroeven

Page 24: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

24 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 1624

RayonNoord-West

(van de Kop van

Noord-Holland tot

en met het Gooi)

Rayoncontact-persoonJackelien Bolhuis,

leerplichtambte-

naar te Hoorn

Waarom?‘De mogelijkheid om diepte in je werk

aan te brengen en inhoudelijk met

elkaar te praten.’

In mijn rayon …‘… zijn er regelmatig regiobijeenkom-

sten, maar die beperken zich tot af-

stemming. Als rayon kun je de diepte

in; het is leuk om met collega’s uit

andere steden en dorpen inhoudelijk

bezig te zijn met het werk. Veel leer-

plichtambtenaren met een aanstel-

ling van slechts een paar uurtjes,

hebben heel weinig tijd. Juist voor

hen kan informatie vanuit het rayon

nuttig zijn.

Het is af en toe stevige kost in dit

werk: terwijl scholen soms de deur dicht-

houden voor leerlingen die passend

onderwijs zoeken, verwachten anderen

van ons dat wij maar even verbalen

uitschrijven. Dat moet je pareren,

want ouders zijn daarin niet verwijt-

baar. Met elkaar staan we sterker.

Met alle veranderingen die op

komst zijn, moet je weten wie wat

gaat doen, met wie en waarom.

Het is waardevol om zulke zaken

te bespreken in die rayonbijeen-

komsten. Je kunt niet achter je

bureau blijven zitten, je moet weten

wat er speelt.

Ons rayon organiseert één bijeen-

komst per jaar en dat is voldoende.

Het mooie van de rayondagen is dat

ze praktisch zijn, dicht in de buurt en

op een mooie locatie. Niet iedereen

gaat naar de ALV van Ingrado; voor

hen is een bijeenkomst in de eigen

regio aantrekkelijker. De zes rayon-

contactpersonen en het Ingrado-

bestuur hebben verschillende work-

shops georganiseerd voor de RMC en

het Jongerenloket en rond passend

onderwijs. Ook de Inspectie komt

langs om voorlichting te geven over

hun nieuwe bevoegdheden. Eerdere

keren hadden we bijvoorbeeld work-

shops straatcultuur en de leerplicht-

ambtenaar in het zorgadviesteam.

Met lunch en borrel na. Een mix dus,

van ontmoeting en meer inhoude-

lijke dingen.’

Over vijf jaar …‘… is de rol van Leerplicht enorm

gegroeid. Na alle decentralisaties

spelen Leerplicht en RMC overal wel

een rolletje. Het rayon heeft body en

staat op de kaart. De meer weer-

barstige scholen weten dat ook.’

RayonZuid-Oost (vanaf

Tilburg tot aan de

grens, inclusief

heel Limburg)

Contactpersoon

Hester Bergmans,

leerplichtconsu-

lent te Eindhoven

Waarom?

‘Het is belangrijk en stimulerend

de koppeling te kunnen verzorgen

tussen collega’s en Ingrado landelijk.’

In mijn rayon …‘… organiseren we jaarlijks een

rayonbijeenkomst, die ook dient als

aanvulling op de ALV. Tegen die tijd

zetten we ook actuele onderwerpen

op de agenda. De afgelopen keer

ging het over loverboys en over

passend onderwijs. Er zijn acht

rayoncontactpersonen; wij zien

elkaar rond de organisatie van de

bijeenkomst.

Een goede band met de leden onderhouden, daarvoor is de algemene ledenvergadering

eigenlijk niet genoeg. Ingrado heeft daarom het land opgedeeld in zes rayons, die minimaal

eens per jaar een bijeenkomst houden waar het bestuur aanwezig is. Elk rayon heeft een of

meerdere contactpersonen. Wat doen die zoal en wat zijn hun drijfveren? En hoe luidt hun

gedroomde toekomst?

Rayons verbinden Ingrado met praktijk

Lunch, inhoud en een borrel na

Tekst: Rob de Blok | Fotografie: Henk Loof

Jackelien Bolhuis

Hester Bergmans

Page 25: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

25 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 25

In onze RMC-regio 37 is er veel

contact, afstemming en samen-

werking. Leerplichtconsulenten en

RMC-trajectbegeleiders treffen

elkaar maandelijks. Hierdoor

hebben collega’s in onze regio

minder behoefte aan regio-overstij-

gende contacten dan collega’s die

niet of in mindere mate regionaal

georganiseerd zijn. In ons rayon

zoeken we dan ook naar mogelijk-

heden om antwoord te geven op

de vraag op welke wijze en waar-

mee het rayon voor alle collega’s

een meerwaarde kan vormen.

De rayoncontactpersonen zijn

overtuigd van het belang en de

functie van het rayon als verbinding

tussen praktijk en Ingrado landelijk.

Immers Ingrado kan haar functie

als landelijke vertegenwoordiging

alleen gestalte geven als die

verbinding er is.

Het rayonwerk komt bij het

gewone werk. Mijn werkgever vindt

het belangrijk dat wij als gemeente

vertegenwoordigd zijn in Ingrado.

Landelijk hebben we twee keer per

jaar overleg met alle rayoncontact-

personen.’

Over vijf jaar …‘… worden de rayons ten volle benut.

Binnen het rayon zijn de regio’s

gekoppeld en de éénpitters zijn er

ook bij. De rayoncontactpersonen

gaan het rayon in om te horen wat

daar speelt en leggen de verbinding

met landelijk niveau. Ingrado checkt

haar plannen op ledenvergaderingen

en in het rayon, zodat de ervaring op

de werkvloer kan leiden tot landelijk

beleid.’

RayonZuid-West (van Rotterdam tot en

met Zeeland en van de kust tot

Breda en Tilburg)

ContactpersoonNadja Mager, RMC-coördinator voor

Schiedam, Vlaardingen en Maassluis

Waarom?‘De gedrevenheid van collega’s om

jongeren vooruit te helpen is goed

voor mijn energie.’

In mijn rayon …‘… komen de tien rayoncontact-

personen jaarlijks zes keer bij elkaar,

ook om de bijeenkomst voor alle

leden te organiseren. Ik kom meestal

wel weer met nieuwe informatie thuis,

bijvoorbeeld over het rijksbeleid. Dat

komt weer ten goede aan mijn werk. Ik

zie het rayon als een lokaal georgani-

seerde laag tussen bestuur en leden.

Voor de leden is het makkelijker even

te praten met een contactpersoon

dan met een bestuurslid. Ik doe het in

de tijd van de baas. Dat is lastig, want

de meeste gemeenten staan niet te

springen om met onbetaalde uren te

strooien. Dat ervaar ikzelf ook, je

caseload wordt er echt niet kleiner op.

Ik vind het prettig mijn ideeën en

ervaringen te toetsen. Kennisdeling

komt helaas nog onvoldoende uit de

verf, met name door tijdgebrek. Een

nieuwsbrief uitbrengen, dat doe je

twee keer en dan verzandt het.

Ik ben de enige RMC-coördinator

in mijn sub-regio. Juist via Ingrado

heb ik contact met “lotgenoten”.

Helaas hebben we geen contactper-

sonen binnen de Rotterdamse regio.

Er is daar veel gereorganiseerd en dat

maakt het lastig; de medewerkers

daar wachten tot het wat rustiger

wordt – alsof dat ooit gebeuren gaat.

Misschien ziet Rotterdam als grote

leerplicht-eenheid ook niet direct een

voordeel. Ik voel het als een gemis.

De regio Rijnmond is de grootste van

het land, ik kan dat niet alleen.’

Over vijf jaar …‘… doen we veel meer met social

media. Er is dan een netwerk voor

kennisdeling. We zitten dan wél

allemaal op LinkedIn, of hoe zoiets

tegen die tijd ook heet. Ingrado

faciliteert dat en de leden zelf

voorzien het van content. Zonder

geklets en vakantiekiekjes, gewoon

voor de discussie.’

Nadja Mager

‘ De gedrevenheid van collega’s is goed voor mijn energie.’

Page 26: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

26 Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16

26

Dag van de eerste SchimmelpennincklezingOp 15 maart, dag van de leerplicht, organiseerde Ingrado de eerste Schimmelpenninck-

lezing. De Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher sprak hem uit, Rutger Jan

Schimmelpenninck (achter-achter-achterkleinzoon van) leidde hem in en Carry

Roozemond beschouwde na. Het was een succes, dus Ingrado denkt erover van de

lezing een terugkerend evenement te maken. Op deze pagina een impressie.

Op www.ingrado.nl vindt u de integrale tekst van de lezing.

Foto’s: Ton Nuninga

15 maart 2102 – dag van de leerplicht

Rutger Jan Schimmelpenninck:‘Ik hoop dat bij de volgende

Schimmelpennincklezingen de

bijdrage voor het schoolsysteem

van mijn naamgenoot Rutger Jan

Schimmelpenninck in gedachten

wordt gehouden. Dat de geest en

het gedachtegoed van de Verlichting

om tot “welingerichte scholen”

te komen, waarbij ieder de kans krijgt

zich te ontplooien, in deze lezingen

mag doorklinken.’

Lodewijk Asscher, wethouder Onderwijs & Jeugd gemeente Amsterdam:

‘…Ik daag u uit met mij mee te

strijden voor het recht op goed

onderwijs. Deel niet alleen uw

idealen, maar zorg dat er iets

verandert. Show don’t tell!’

Carry Roozemond, voorzitter Ingrado:

‘…Het moet en het kan anders.

Verandering vraagt van iedere

betrokken bestuurder, beslisser,

ambtenaar, om ja te zeggen. Ja vóór

kinderen en de jeugd, want dat is een

investering die zich terugverdient.’

In 1900 viel graaf Schimmelpen-

ninck van zijn paard. Niets

bijzonders, er vielen in die tijd

wel vaker heren van hun paard.

Deze val van Schimmelpenninck

was echter een belangrijke.

Was de graaf niet van zijn paard

gevallen, dan had hij in de

Tweede Kamer tégen de

leerplichtwet willen stemmen.

Nu hij niet op kwam dagen, werd

de (ontwerp-)leerplichtwet met

één stem verschil aangenomen.

Lodewijk Asscher

Rutger Jan Schimmelpenninck

Page 27: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 27

Rechten & plichten

Overtreding leerplichtwet en VOGAls jongeren de Leerplichtwet over-

treden, kan er een procesverbaal

tegen hen worden opgemaakt, met

een mogelijke vervolging of

oplegging van een straf. Geregeld

krijgen we de vraag of jongeren

daarmee later niet in de problemen

komen, bijvoorbeeld als ze voor hun

werk een Verklaring omtrent gedrag

(VOG) moeten aanvragen. Ofwel:

hebben ze door hun overtreding van

de Leerplichtwet een strafblad en

kunnen ze fluiten naar een VOG?

De Dienst Justis kijkt voor de

beoordeling van VOG-aanvragen

naar alle gegevens uit het Justitieel

Documentatiesysteem (JDS). In dit

systeem zitten bijvoorbeeld alle

(on)herroepelijke veroordelingen,

transacties, openstaande zaken en

sepots. HALT-afdoeningen zijn niet

opgenomen in het systeem en staan

afgifte van een VOG niet in de weg.

Maar hoe zit dat met die overtreding

van de Leerplichtwet? Die is wel

opgenomen in het JDS. Bovendien

hanteert de Dienst Justis een regu-

liere terugkijktermijn van vier jaar:

in die periode mag een aanvrager,

minderjarig of niet, niet met justitie

in aanraking zijn gekomen.

In deze rubriek informeert Carolien de Bruin, juridisch adviseur van Ingrado, u over actuele

juridische zaken. Hebt u ook een vraag? Gebruik het vragenformulier op www.ingrado.nl

en u krijgt per mail of telefoon antwoord.

Is de aanvrager die vroeger verzuim-

de op school nu de pineut? Dat valt

gelukkig mee. Beoordeeld wordt of

de aangetroffen strafbare feiten,

gelet op het risico voor de samen-

leving, een belemmering opleveren

voor een behoorlijke uitoefening van

het werk. Enkel een overtreding van

de Leerplichtwet zal geen reden zijn

om afgifte van de VOG te weigeren,

aldus justitie.

Zie ook www.rijksoverheid.nl/vog

LocatiecodeIedere leerplichtambtenaar zal het

herkennen: krijg je een melding van

verzuim van een leerling van een

ROC, ben je vervolgens tijden bezig

om de juiste verzuimcoördinator op

de juiste ROC-locatie aan de lijn te

krijgen. Dat moet beter kunnen en

dat gaat binnenkort ook beter. Elke

mbo-locatie krijgt een eigen code en

elke verzuimmelding zal vergezeld

gaan van deze locatiecode.

Het wetsvoorstel is op 19 april als

hamerstuk door de Tweede Kamer

behandeld. Het voorstel kan nu snel

naar de Eerste Kamer. Het voordeel

is duidelijk: de leerplichtambtenaar

kan sneller werken en dus sneller

actie ondernemen om het verzuim

tegen te gaan. Naar verwachting

treedt de wet vanaf schooljaar

2012-2013 in werking.

SVB en privacyRegelmatig krijgen gemeenten de

vraag van de Sociale Verzekerings-

bank (SVB) om gegevens te

verstrekken over kinderen en

jongeren die onderwijs in het

buitenland volgen. SVB heeft deze

informatie nodig voor een juiste

verstrekking van de kinderbijslag.

De leerplichtambtenaar heeft die

gegevens uiteraard, maar mag hij

die zomaar aan derden doorgeven?

Normaal gesproken verbiedt de wet

Bescherming Persoonsgegevens

dat natuurlijk. Maar de SVB is de

uitzondering op de regel. De wet

Sociale Uitvoering Werk & Inkomen

(SUWI) stelt namelijk dat een

gemeente verplicht is alle gegevens

die noodzakelijk zijn voor de toetsing

aan de SVB te verstrekken. Deze wet

gaat boven de privacywet. Kortom,

u mag, nee, moet deze gegevens

verstrekken aan de SVB als deze

daarom vraagt.

Ingrado Magazine | Mei 2012 | Nr. 16 27

Page 28: INGRADO · voort aan een stevige aanpak van voortijdig schoolverlaten. En dat geld? Echt, het hoeft niet de wereld te kosten. Door samen met een club betrokken mensen aan te pakken,

Advertentie

Flexibel Cliëntvolgsysteem van 0 tot 28 jaarIn het doorlopend cliëntdossier van het Jeugdvolgsysteem (JVS) staat de jongere van 0 tot 28 (inclusief Wet WIJ) centraal. Het JVS maakt het bijhouden van uw leerplicht- en/of RMC administratie snel en gemakkelijk. Het helpt u overzicht te verkrijgen. Indien gewenst kan het cliëntdossier volledig papierloos worden gemaakt, zodat makkelijk bui-ten kantoor kan worden gewerkt en case-overdracht tussen collega’s wordt vereenvoudigd. Werkelijk alle relevante in-formatie kan gekoppeld worden aan één jongere of school.

Goed georganiseerd zijn, en blijven!Het Jeugdvolgsysteem ondersteunt u niet alleen bij de uit-voering, maar ook bij de inrichting van een goede leerplicht en/of RMC-organisatie. Ook als u regionaal of in ketenver-band wilt samenwerken is het JVS uniek. Iedere organisatie krijgt zijn eigen virtuele omgeving waarin alleen de voor die

partij relevante gegevens zichtbaar zijn. Ideaal dus om een sluitende aanpak te realiseren. De beveiliging staat als een huis met onder andere uitgebreide autorisatiemogelijkheden en dataencryptie.

De mensen van MetaObjects zien het einde van de implemen- tatie niet als het einde van de relatie, maar juist als de eigenlijke start. We gaan flexibel om met veranderingen en uitbreidingen. Met behulp van het JVS faciliteren wij u om goed georganiseerd te zijn en dat ook te blijven!

ContactNieuwsgierig geworden? Bezoek dan de JVS-website www.jeugdvolgsysteem.nl voor nadere informatie en bel ons voor een afspraak met demonstratie (Wim Cuijten: 040 750 1617).

• Leerplicht-administratie• RMC-administratie• Sluitende aanpak• Jongerenloket• Werkprocesondersteuning• Zaak- en taakgestuurde dossiervorming• Verwijsindex/ Signalering• Leerlingenvervoer

MetaObjects Benelux B.V. | Telefoon: 040 – 750 1618 | E-mail: [email protected] | www.metaobjects.nl | Adres: Croy 7P, 5653 LC Eindhoven