Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

15

Click here to load reader

description

Dit document is te gebruiken als instrument bij het context-conceptonderwijs biologie en is speciaal geschreven voor de methode 10voorBiologie. Wij hopen dat wij met dit instrument een belangrijk doel bereiken, namelijk u (meer) inzicht te geven in de mogelijkheden en rijkdom van deze dynamische biologiemethode.

Transcript of Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

Page 1: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

1

Inleiding

Toelichting op dit document

Dit document is te gebruiken als instrument bij het context-concept-onderwijs biologie en is speciaal

geschreven voor de methode 10voorBiologie. Wij hopen dat wij met dit instrument een belangrijk doel

bereiken, namelijk u (meer) inzicht te geven in de mogelijkheden en rijkdom van deze dynamische

biologiemethode.

Hoe is dit document opgebouwd?

De basis bestaat uit de belangrijkste teksten uit de Syllabus centraal examen 2016, zoals in 2012

opgesteld door het College voor Examens. Deze teksten betreffen: beschrijvingen van de

contextgebieden, de domeinen, de subdomeinen met eindtermen, de contexten, de specificaties en de

deelconcepten.

Daartussen staan de subparagrafen met tabellen waarin de opdrachten van 10voorbio zijn

gerubriceerd. Bovenaan in deze tabel staan een of meerdere contexten, relevant voor het betreffende

subdomein of specificatie. Bij de contextopdrachten worden aangegeven: het contextgebied (in het

voorbeeld hieronder G van gezondheid) +korte omschrijving, nummer en titel van de opdracht,

biologische concepten (afkomstig uit de systeemmatrix) en deelconcepten.

Bijvoorbeeld (uit subparagraaf B2.1, C1.2, D2.1, E1 en E2 in 10voorbio):

contexten opdracht

(nr. + titel)

biologische concepten deelconcepten

G: stamcellen als

geneesmiddel

2.1 Chirurgie per

injectiespuit

cel, celcyclus, DNA,

orgaan, neurale regulatie,

celdifferentiatie

stamcellen, kloon, celtype,

celcommunicatie, animaal

zenuwstelsel,

bewegingszenuwcellen,

centra in de hersenschors,

grote hersenen,

hersenschors,

hersenstam,

impulsgeleiding,

myelineschede,

neurotransmitter, prikkels,

ruggenmerg,

schakelcellen, synaps,

Echter: heel veel ‘gewone’ opdrachten zijn ook gebaseerd op contexten! Per ‘gewone’ opdracht

worden aangegeven (zie voorbeeld hieronder): type opdracht (globaal), nummer en titel van de

opdracht, biologische concepten en deelconcepten.

Bijvoorbeeld (uit subparagraaf B8, C3, D5 in 10voorbio):

type opdracht opdracht

(nr. + titel)

biologische concepten deelconcepten

voorkennis 5.3 Ecologie: wat weet je

al

populatie,

voedingsrelatie, interactie

met (a)biotische factoren,

plant, dier, voedselweb,

producent, consument,

reducent, autotroof,

Page 2: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

2

kringloop heterotroof,

(an)organische stoffen,

(a)biotische factor,

beperkende factoren,

energie, kringlopen,

energiestroom

Belangrijk: alle subdomeinen en specificaties komen in 10voorbio aan de orde.

Vanwege de contexten en samenhang is er veel overlap, daarom zijn opdrachten vaak onder

meerdere dubdomeinen en/of deelspecificaties in te delen. De auteurs van 10voorbio hebben hierin

keuzes moeten maken. Maar uiteraard staat het de docent vrij de indeling naar eigen hand te zetten

en eigen volgorden te bepalen. Dat is juist de kracht van 10voorbio.

Wij willen erop wijzen dat de contexten zoals geformuleerd in het examenprogramma voorbeelden

zijn. U bent niet verplicht om ze te behandelen. 10voorbio bevat legio (soms minder ingewikkelde)

contexten aan de hand waarvan de leerling zich de leerstof goed eigen kan maken.

De zoekfunctie van word doet in dit document goed dienst: klik bovenaan op de balk op beeld, en vink

vervolgens navigatie aan. Dan komt de documentstructuur links tevoorschijn. Helemaal bovenaan kun

je de zoekterm (of opdrachtnummer) intypen en je vindt alle plaatsen waar het item staat.

De auteurs streven ernaar dit instrument interactief te maken (dat wil zeggen doorlinkend naar de

opdrachten) , zodat het via de docentpagina van de site operationeel wordt.

De gebruiker vindt de biologische begrippen binnenkort terug bij de metadata links boven bij elke

opdracht.

De deelconcepten worden onder elke opdracht op de site in cursief en paars toegevoegd.

Page 3: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

3

Contextgebieden

Duurzaamheid (D): Gebruiken en beheren van natuurlijke hulpbronnen, zodanig dat niet méér

grondstoffen aan de voorraad worden onttrokken dan er door de aanwas bij

komt, en zodanig dat de diversiteit in stand blijft, waardoor ook toekomstige

generaties van de hulpbronnen gebruik kunnen blijven maken.

Natuurbeheer gericht op in stand houden van biodiversiteit of het regenereren

van biotopen en cultuurlandschappen.

Energie (E): Ontwerp, productie en gebruik van energiedragers op basis van natuurlijke

systemen. Bio-based economie.

Gezondheid en gezondheidszorg(G):

Zorg voor beschikbaarheid van alle biotische en abiotische factoren waardoor

biologische eenheden, van cellen tot ecosystemen, zich in stand kunnen

houden en ontwikkelen.

Zorg voor het herstel van de individuele en collectieve gezondheid van de

mens en andere organismen. Seksualiteit.

Sport (S): Verplaatsing en optimalisatie van verplaatsing van de mens en van andere

organismen.

Veiligheid (VH): Bescherming tegen (risico’s op) mechanische schade, vergiftiging, bestraling,

besmetting of psychische schade. Agressief gedrag, criminaliteit, forensisch

onderzoek.

Voedselproductie(VP):Voedselvoorziening door optimalisatie van groei en ontwikkeling van

biologische eenheden die als voedsel kunnen worden gebruikt door de mens.

Voeding (V): Beschikbaarheid van voedsel waardoor biologische eenheden, van cellen tot

ecosystemen, zich in stand kunnen houden en ontwikkelen.

Wereldbeeld (W): Beschrijven, verklaren en voorspellen van de wereld op verschillende niveaus

(fundamenteel wetenschappelijk) en vanuit verschillende perspectieven, met

name de positie die de mens daarin inneemt. Belangrijke beelden daarin zijn

DNA als drager van genetische informatie, organisme als drager van leven,

populaties en ecosystemen als sociale netwerken.

Domein B: Zelfregulatie De biologie, de leer van het leven, bestudeert het leven op verschillende niveaus: moleculair, cel,

orgaan, organisme, populatie, ecosysteem. Op elk niveau zijn er systemen met een eigen organisatie,

de biologische eenheden: de moleculen, de cel, het orgaan, het organisme, de populatie, het

ecosysteem.

Elke biologische eenheid is een complex dynamisch systeem, erop gebouwd om effectief met de

eigen omgeving om te gaan. Elke biologische eenheid is een complex systeem dat zichzelf reguleert.

Biologische eenheden, op welk organisatieniveau dan ook, houden zichzelf in stand door het

opnemen van stoffen c.q. energie uit hun omgeving, door het herstellen van opgelopen schade, door

zich te verdedigen tegen belagers en tegen schadelijke stoffen en door het aanpassen aan of het

veranderen van de omgeving. Onderdelen van een biologische eenheid kunnen gespecialiseerd zijn

voor een bepaalde functie. Biologische eenheden kunnen met elkaar op een hoger niveau een nieuwe

biologische eenheid vormen met een eigen organisatiestructuur. Zo vormen cellen met elkaar een

organisme en kunnen verschillende populaties van organismen samen een ecosysteem vormen. Door

deze opbouw maken biologische eenheden enerzijds deel uit van biologische eenheden van een

hogere orde (organisatieniveau), anderzijds kunnen binnen een biologische eenheid biologische

eenheden van een lagere orde (organisatieniveau) worden onderscheiden.

Page 4: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

4

De kandidaat kan in een context:

biologische eenheden herkennen en de kenmerken ervan beschrijven. Deze biologische

eenheden zijn moleculen, cellen, organen, organismen, populaties, ecosystemen.

uitleggen dat er opname, verwerking en afgifte van energie en materie plaatsvindt, en daarbij

de relaties binnen en tussen de verschillende biologische eenheden beschrijven.

redeneringen hanteren waarbij vanuit een gegeven vorm van een biologische eenheid naar

een bijbehorende functie wordt gezocht, en andersom.

Subdomein B1 Eiwitsynthese Eindterm: De kandidaat kan met behulp van de concepten DNA en eiwitsynthese ten minste

in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze

zelfregulatie op moleculair niveau plaatsvindt.

Voorbeeldcontexten

G: Humane genetici in academische centra doen experimenteel DNA onderzoek om patiënten met de

ziekte van Duchenne weer functioneel dystrofine te laten aanmaken.

VP: Biotechnologen bij bureau genetisch gemodificeerde organismen (GGO) beoordelen aanvragen

voor het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen, met het doel de veiligheid voor mens en

milieu te waarborgen.

VP: Levensmiddelentechnologen bij een voedselproductieconcern veranderen DNA en daarmee

eiwitsynthese met het doel gezondere producten (functional food) te produceren.

B1.1 DNA

De kandidaat kan in een context:

1. de bouw van DNA en RNA beschrijven en de verschillen toelichten;

2. de functies van DNA en van mRNA, tRNA en rRNA benoemen en het verband beschrijven met de

bouw ervan;

3. uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA bepaald kan worden.

nucleïnezuren,

helixstructuur, basenparing,

nucleotide, enkelstrengs en

dubbelstrengs DNA,

chromosomen,

nucleosomen, histonen,

kernDNA, mtDNA, cDNA,

RNA, genetische code,

plasmide, primer, PCR,

sequensen, restrictie-

enzym, repetitief DNA.

B1.2 Eiwitsynthese

De kandidaat kan in een context:

1. op basis van de relatie tussen tripletcode en aminozuur toelichten hoe eiwitten gevormd worden

2. het proces van transcriptie en translatie beschrijven;

3. uitleggen hoe de aminozuurvolgorde (primaire structuur) van een eiwit de bouw en werking van het

eiwit bepaalt;

4. uitleggen hoe eiwitten de bouw en werking van biologische eenheden bepalen.

aminozuur, primaire,

secundaire, tertiaire en

quaternaire structuur,

proteïne, peptidebinding,

transcriptie, translatie,

mRNA, tRNA, rRNA,

cytoplasma, ribosoom, golgi-

systeem, (ruw)

endoplasmatisch reticulum,

tripletcode, codon,

anticodon, coderende

streng, afleesrichting,

template/matrijsstreng,

DNA-polymerase,

Page 5: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

5

startcodon, stopcodon, plasmide.

Subdomein B2 Stofwisseling van de cel Eindterm: De kandidaat kan met behulp van de concepten homeostase, transport,

assimilatie en dissimilatie ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voeding

verklaren op welke wijze de stofwisseling van cellen van prokaryoten en eukaryoten verloopt.

Voorbeeldcontexten

G (leefwereldcontext): Leden van een familie die mogelijk een erfelijke, mitochondriale afwijking

hebben zoals MERFF, ondergaan in een academische centrum een onderzoek om vast te stellen of

ze het gemuteerde gen hebben met het doel zich voor te bereiden op eventuele consequenties.

V: Microbiologen bij voedselproducenten ontwikkelen microbiële testen op ingrediënten van

voedingsmiddelen met het doel om ingrediënten snel te kunnen testen op aanwezigheid van

gevaarlijke micro-organismen.

B2.1 Homeostase

Specificatie

De kandidaat kan in een context:

1. kenmerken van bacteriën beschrijven;

2. een eukaryote cel beschrijven als een zelfstandig functionerende eenheid, de onderdelen van

cellen herkennen en de functies ervan benoemen;

3. uitleggen dat cellen zich in stand houden door het uitvoeren van chemische reacties;

4. toelichten dat het dynamisch evenwicht in de cel in stand wordt gehouden in een complex netwerk

van celprocessen die uiteenlopende functies hebben;

5. uitleggen hoe door het principe van terugkoppeling homeostase in de cel gerealiseerd wordt.

prokaryoot, eukaryoot, virus,

bacterie, plasmide, celkern,

kernlichaampje, kernporie,

chromosoom, celwand,

celmembraan, vacuole,

cytoplasma, grondplasma,

cytoskelet, centriolen,

mitochondrie,

(ruw) endoplasmatisch

reticulum, golgi-systeem,

ribosoom, lysosoom,

chloroplast, chlorofyl,

plastide, ciliën, flagellen,

terugkoppeling,

receptoreiwit, effector,

cascade, ionenpomp,

dynamisch evenwicht

B2.1, C1.2, D2.1, E1 en E2 in 10voorbio

contexten opdracht

(nr. + titel)

biologische

concepten

deelconcepten

G: stamcellen als

geneesmiddel

3.1 Chirurgie per

injectiespuit

cel, celcyclus, DNA,

orgaan, neurale

regulatie,

celdifferentiatie

stamcellen, kloon,

celtype,

celcommunicatie,

animaal zenuwstelsel,

bewegingszenuwcellen,

centra in de

hersenschors, grote

hersenen,

hersenschors,

hersenstam,

impulsgeleiding,

myelineschede,

Page 6: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

6

neurotransmitter,

prikkels, ruggenmerg,

schakelcellen, synaps,

E, D planten en

biotechnologie

1.3 Plantkunde in de lift fotosynthese,

assimilatie, dissimilatie,

energiestroom,

homeostase, kringloop,

ecosysteem, systeem

Aarde, genexpressie,

genregulatie, DNA

huidmondjes, hout- en

bastvaten, wortelharen,

autotroof, heterotroof,

(an)organische stoffen,

chloroplasten, netto

fotosynthesereactie,

voortgezette

assimilatie,

beperkende factoren,

cohesie, adhesie,

worteldruk,

verbranding, ADP en

ATP, enzymen,

tussencelstof,

koolhydraten (mono-,

di- en polysachariden,

zetmeel, cellulose), vet

(vetzuren en glycerol),

eiwit, aminozuren,

DNA, recombinant-

DNA, pH

type opdracht opdracht

(nr. + titel)

biologische

concepten

deelconcepten

voorkennis 3.2 Cellen, wat weet je

er al van?

cel, celdifferentiatie,

celcyclus, interactie

met (a)biotische

factoren

cel, plant, dier, celkern,

plastiden, celwand,

celmembraan, vacuole,

plastiden, weefsel,

celplasma,

bewegingszenuwcellen,

gevoelszenuwcellen,

hersenschors,

practicum 1.18 Weefsels

invriezen

cel, orgaan,

homeostase, interactie

met (a)biotische

factoren, gedrag

cel, dier, temperatuur,

weefsel, homeostase,

celmembraan, celwand,

waterhuishouding,

glycerol, glucose,

celplasma

theorie 1.14 Telomerase, een

levenselixer

DNA-replicatie,

celcyclus, genregulatie,

mutatie

cel, DNA, chromosoom,

mitose, chromatide,

telomeren, celcyclus,

telomerase, apoptose,

kloneren, kanker,

nucleotide,

basenparen,

recombinant-DNA,

verdieping 1.19 Langer leven door cel, orgaan, organisme cel, dier, mens,

Page 7: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

7

invriezen?

1.20 Na je dood in

laten vriezen?

temperatuur, eicel,

zaadcel, kunstmatige

bevruchting,

biotechnologie

onderzoeksgroep

(voorbereiding)

3.3 Weefsels, cellen en

organellen

cel, orgaan,

celdifferentiatie,

fotosynthese

cel, weefsel, orgaan,

plant, dier, celkern,

vacuole, celwand,

cellulose, bastvaten,

houtvaten,

fotosynthese,

tussencelstof,

eukaryoot,

kernlichaampje,

kernporie,

chromosoom,

celmembraan, vacuole,

cytoplasma,

grondplasma,

cytoskelet, centriolen,

mitochondrie, (ruw)

endoplasmatisch

reticulum, golgi-

systeem, ribosoom,

lysosoom, chloroplast,

chlorofyl, plastide,

ciliën, flagellen,

receptoreiwitten,

eiwitsynthese, DNA,

dissimilatie, assimilatie,

fotosynthese,

apoptose,

microscopie 3.4 Weefselonderzoek cel, orgaan,

celdifferentiatie,

fotosynthese

cel, weefsel, orgaan,

plant, dier, celkern,

vacuole, celwand,

cellulose,

bladgroenkorrels,

bastvaten, houtvaten,

fotosynthese,

tussencelstof

microscopie 3.5 Celonderzoek

3.6 Cellen-

tentoonstelling

3.7 Organellen

cel, celdifferentiatie eukaryoot, celkern,

kernlichaampje,

kernporie,

chromosoom, celwand,

celmembraan, vacuole,

cytoplasma,

grondplasma,

cytoskelet, centriolen,

mitochondrie, (ruw)

endoplasmatisch

Page 8: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

8

reticulum, golgi-

systeem, ribosoom,

lysosoom, chloroplast,

chlorofyl, plastide,

ciliën, flagellen,

receptoreiwitten,

eiwitsynthese, DNA,

dissimilatie, assimilatie,

fotosynthese,

apoptose,

rekenen 3.8 De afmetingen van

cellen

cel, celdifferentiatie cel, rode bloedcellen,

celkern

model bouwen 3.9 Een cel bouwen cel, celdifferentiatie eukaryoot, celkern,

kernlichaampje,

kernporie,

chromosoom, celwand,

celmembraan, vacuole,

cytoplasma,

grondplasma,

cytoskelet, centriolen,

mitochondrie, (ruw)

endoplasmatisch

reticulum, golgi-

systeem, ribosoom,

lysosoom, chloroplast,

chlorofyl, plastide,

ciliën, flagellen,

receptoreiwitten,

eiwitsynthese, DNA,

theorie 3.10 Cellen van mens

en C. elegans

cel, eukaryoot,

celdifferentiatie,

homeostase

cel, weefsel, orgaan,

dier, mens, celtype,

functie en vorm,

cellulaire interactie,

celcommunicatie,

stamcellen, kanker,

mitose, kloon,

theorie 3.11 Steeds nieuwe

cellen

cel, eukaryoot,

celdifferentiatie

mens, cel, weefsel,

mitose, veroudering,

apoptose, telomerase,

DNA-replicatie,

spiercellen,

zenuwcellen, huidcellen

theorie 3.12 Mitose: bestudeer

de theorie

cel, celcyclus, DNA-

replicatie,

celdifferentiatie,

eukaryoot, cel, DNA,

celwand, celmembraan,

chromosoom, mitose,

celdeling, chromatide,

replicatie, spiralisatie,

kernspoel, trekdraden,

diploïd, profase,

Page 9: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

9

metafase, anafase,

telofase, celcyclus

practicum 3.13 Mitose nabootsen cel, celcyclus, DNA-

replicatie,

eukaryoot, cel, DNA,

chromosoom, mitose,

chromatide, replicatie,

spiralisatie, kernspoel,

trekdraden, diploïd,

profase, metafase,

anafase, telofase,

celcyclus

microscopie 3.14 Delende cellen

bekijken

cel, celcyclus,

celdifferentiatie, DNA-

replicatie

chromosoom, mitose,

celdeling, plant, dier,

verdieping 23.11 Stromatolieten prokaryoot, eukaryoot,

celcyclus, dissimilatie,

ontstaan van het leven,

interactie met

(a)biotische factoren,

bacteriën, aeroob,

anaeroob, dissimilatie,

fotosynthese, ATP,

DNA, milieufactoren,

tolerantie,

verdieping 23.14 Bacteriën

overleven iedereen

23.15 Bacteriën

overleven ruimtereizen

prokaryoot, celcyclus,

DNA-replicatie,

voortplanting, interactie

met (a)biotische

factoren, afweer

bacteriën,

bacteriesporen, DNA,

RNA, enzymen,

metabolisme, mitose,

milieufactoren,

celcyclus, tolerantie,

excursie 3.19 Bezoek een

laboratorium

cel cel

microscopische

preparaten maken

3.20 Houdbare

preparaten

cel, celdifferentiatie cel, plant, dier, weefsel

beoordeling en

evaluatie

3.21 Werken in een

onderzoeksgroep?

--- ---

Zelftoets 3.22 Toets jezelf:

cellen

3.23 Toets jezelf:

organellen

cel, celcyclus,

celdifferentiatie, DNA-

replicatie

cel, weefsel, celtype,

eukaryoot, celkern,

kernlichaampje,

kernporie,

chromosoom, celwand,

celmembraan, vacuole,

cytoplasma,

grondplasma,

cytoskelet, centriolen,

mitochondrie, (ruw)

endoplasmatisch

reticulum, golgi-

systeem, ribosoom,

lysosoom, chloroplast,

chlorofyl, plastide,

ciliën, flagellen,

receptoreiwitten,

eiwitsynthese, DNA,

dissimilatie, assimilatie,

Page 10: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

10

fotosynthese, apoptose

B2.2 Transport

Specificatie

De kandidaat kan in een context:

1. vormen van actief en passief transport beschrijven en de relatie beschrijven met de eigenschappen

van de getransporteerde stoffen en de bouw en eigenschappen van membranen;

2. toelichten dat effecten van osmotische werking verschillen bij plantaardige en dierlijke cellen;

3. uitleggen dat door de aanwezigheid van een selectief doorlaatbaar celmembraan de celinhoud

permanent verschilt van de celomgeving;

4. de rol van het cytoskelet bij transportprocessen herkennen.

diffusie, osmose,

semipermeabel membraan,

selectief permeabel,

fosfolipiden, hydrofoob,

hydrofiel, receptoreiwit,

ionentransport, ionenpomp,

isotonisch, hypotonisch,

hypertonisch, plasmolyse,

turgor, osmotische druk,

osmotische waarde,

waterpotentiaal, actief

transport, passief transport,

endo- en exocytose,

cytoplasmastroming,

motoreiwit, cytoskelet.

B2.2 in 10voorbio

type opdracht opdracht

(nr. + titel)

biologische

concepten

deelconcepten

practicum 3.15 Diffusie en

osmose

cel, transport,

homeostase

diffusie, osmose,

semipermeabel

membraan, selectief

permeabel, isotonisch,

hypotonisch,

hypertonisch,

osmotische druk,

osmotische waarde,

waterpotentiaal, passief

transport

voorkennis / theorie 22.7 Transport van

stoffen: weet je het nog

cel, transport,

homeostase

diffusie, osmose,

semipermeabel

membraan, selectief

permeabel,

ionentransport,

ionenpomp, isotonisch,

hypotonisch,

hypertonisch,

osmotische waarde,

bloeddruk, filtratiedruk,

colloïd-osmotische

druk, actief transport,

passief transport, endo-

en exocytose,

enzymen, buffer

model 3.16 Osmometer, zelf

bouwen

cel, homeostase,

transport

diffusie, semipermeabel

membraan,

hypotonisch,

hypertonisch,

isotonisch,

practicum (proef) 3.17 Osmose en

plasmolyse

cel, transport,

homeostase

plant, cel, celwand,

celmembraan,

celplasma,

Page 11: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

11

semipermeabel

membraan, isotonisch,

hypertonisch,

hypotonisch,

plasmolyse, vacuole,

plastiden, turgor

practicum

(onderzoekje)

3.18 Plasmolyse bij

aardappelcellen

cel, transport,

homeostase

plant, cel, celwand,

celmembraan,

semipermeabel

membraan, isotonisch,

hypertonisch,

hypotonisch,

plasmolyse, vacuole,

osmotische waarde,

turgor

B2.3 Assimilatie en dissimilatie

Specificatie

De kandidaat kan in een context:

1. beschrijven dat cellen stoffen opnemen en afgeven, dat de stoffen in de cellen verwerkt worden in

chemische reacties (opbouw en afbraak), gekatalyseerd door enzymen;

2. beschrijven dat er verschillende vormen van energie zijn: chemische energie (zoals in ATP),

lichtenergie, kinetische energie, warmte, en beschrijven dat deze vormen in elkaar kunnen overgaan;

3. het fotosyntheseproces in cellen met chloroplasten beschrijven;

4. assimilatieprocessen in planten en dieren beschrijven en toelichten dat deze processen leiden tot

de aanmaak van bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen en enzymen;

5. dissimilatieprocessen beschrijven. Hierbij anaerobe en aerobe dissimilatie onderscheiden;

6. met behulp van reactievergelijkingen assimilatie-en dissimilatieprocessen (ook van de deelreacties

daarvan) toelichten;

7. beschrijven waar en op welke wijze enzymen reacties, zoals assimilatie- en dissimilatie-processen,

katalyseren en hoe de temperatuur en pH deze beïnvloeden;

8. toelichten hoe in de biotechnologie gebruik gemaakt wordt van het metabolisme van micro-

organismen;

9. verschillen tussen fotosynthese en chemosynthese uitleggen en verklaren onder welke

omstandigheden beide processen plaats kunnen vinden.

autotroof, heterotroof,

fotosynthese, C-assimilatie,

chloroplast, licht- en

donkerreactie,

chemosynthese

verbranding, aeroob,

anaeroob, glycolyse,

citroenzuurcyclus,

oxidatieve fosforylering,

gisting, alcohol, melkzuur,

methaan, ADP en ATP,

NAD, NADP, bouwstoffen,

brandstoffen, reservestoffen,

enzymen, fosfolipiden,

tussencelstof, koolhydraten

(mono-, di- en

polysachariden, zetmeel,

glycogeen, cellulose), vet

(vetzuren en glycerol), eiwit,

aminozuren, DNA,

recombinant-DNA, pH.

Page 12: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

12

B2.3, B3.2 in 10voorbio

contexten opdracht

(nr. + titel)

biologische

concepten

deelconcepten

E + D: bio-energie 1.4 = 9.22 Energie uit

kunstbladeren?

assimilatie, dissimilatie,

cel, fotosynthese,

homeostase,

celcommunicatie,

transport, interactie

met (a)biotische

factoren, systeem

Aarde

plant, autotroof,

fotosynthese, licht- en

donkerreactie, alcohol,

ADP en ATP,

enzymen, zetmeel,

glucose, beperkende

factoren, hout- en

bastvaten, wortelharen,

voedingsstoffen,

homeostase,

beperkende factoren,

milieufactoren, energie,

chloroplast, chlorofyl,

glucose, metabolisme,

celcommunicatie,

acceptor, receptor

VP: wijnproductie 17.35 = 23.9 Maak je

eigen wijn

dissimilatie,

voortplanting,

celcyclus, interactie

met (a)biotische

factoren

cel, dissimilatie,

aeroob, anaeroob,

gisting, alcohol, mitose,

ongeslachtelijke

voortplanting,

beperkende factoren

type opdracht opdracht

(nr. + titel)

biologische

concepten

deelconcepten

theorie 17.1 Organische

stoffen-1

17.2 Organische

stoffen-2

homeostase, DNA, cel,

assimilatie, dissimilatie

metabolisme,

bouwstoffen,

brandstoffen,

reservestoffen,

enzymen, fosfolipiden,

koolhydraten (mono-,

di- en polysachariden,

zetmeel, glycogeen,

cellulose), vet

(vetzuren en glycerol),

eiwit, aminozuren,

cholesterol, melkzuur,

alcohol, ethanol,

ribose, glucose, DNA,

RNA,

practicum 17.3 Hydrolyse van

eiwit: enzymatisch

17.4 Hydrolyse van

eiwitten: zonder

enzymen

dissimilatie afbraak, eiwit,

aminozuur, enzym,

dissimilatie, primaire,

secundaire, tertiaire,

en quaternaire

Page 13: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

13

structuur, pH

practicum 17.5 Ontharingsmiddel dissimilatie afbraak, eiwit, huid,

practicum 17.6 Hydrolyse van

vet: verzeping

dissimilatie afbraak, vet, glycerol,

vetzuren, pH,

practicum 17.7 Enzymen: de

Büchners

dissimilatie enzymen, gisting,

alcohol, pH,

temperatuur

practicum 17.8 Katabole

enzymen, inleiding

17.9 Amylase-1

17.10 Amylase-2

17.11 Sacharase

17.12 Lipase of

pancreatine

17.13 Pepsine-1

17.14 Pepsine-2

17.15 Oxidase

17.16 Xanthine-

oxidase

17.17 Dehydrogenase

17.18 Urease

17.19 Peroxidase

(katalase)-1

17.20 Peroxidase

(katalase)-2

dissimilatie, vertering,

fotosynthese

metabolisme,

enzymen, pH,

temperatuur, gisting,

alcohol, koolhydraten

(mono-, di- en

polysachariden,

zetmeel, glucose, vet

(vetzuren en glycerol),

ureum, emulgeren,

eiwit, aminozuren,

ureum, bacteriën,

stikstof, organische

stof

practicum 17.21 Enzymen en de

concentratie

17.22

Substraatspecifieke

enzymen

dissimilatie, assimilatie,

interactie met

(a)biotische factoren

afbraak en opbouw,

enzymen, beperkende

factoren,

practicum 17.23 Katalase dissimilatie, assimilatie,

interactie met

(a)biotische factoren

enzymen, cel, water,

zuurstof, beperkende

factoren

practicum 17.24 Enzymen in vers

fruit

dissimilatie, interactie

met (a)biotische

factoren

planten, enzymen,

beperkende factoren,

optimum

practicum 17.25 Anabole

enzymen

assimilatie,

fotosynthese

planten, assimilatie,

voortgezette

assimilatie, zetmeel,

glucose, fotosynthese,

enzymen

theorie 17.26 Reservestoffen assimilatie, dissimilatie,

homeostase

planten, mens,

brandstoffen,

reservestoffen, vet,

vetzuur, glycerol,

verzadigde vetzuren,

cholesterol,

zaadvorming

theorie 17.28 Verbranding-1 dissimilatie verbranding, aeroob,

Page 14: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

14

17.29 Respiratoir

quotiënt

vet, glucose,

bouwstoffen,

brandstoffen,

glycogeen, ATP,

chemosynthese

anaeroob, gisting,

alcohol

practicum 17.30 Verbranding-2

17.31 Verbranding-3

dissimilatie, assimilatie,

interactie met

(a)biotische factoren

verbranding, aeroob,

milieufactoren

verdieping 17.32 Gisten homeostase,

dissimilatie,

ecosysteem, kringloop,

interactie met

(a)biotische factoren

cel, celcyclus, aeroob,

anaeroob, verbranding,

gisting, alcohol, ATP,

ADP, kringloop,

reducenten,

(an)organische stoffen,

milieufactoren

practicum 17.34 Biotech:

Cellulomonas, een

papiervreter

prokaryoot,

dissimilatie, interactie

met (a)biotische

factoren

cel, bacterie, enzymen,

beperkende factoren

gedachte-experiment 17.36 Fotosynthese ne

verbranding

fotosynthese,

assimilatie, dissimilatie

plant, bladeren,

bladgroen,

fotosynthese,

verbranding, aeroob,

planten, fotosynthese,

dissimilatie, bladgroen,

beperkende factoren,

zuurstof- en

koolstofdioxide-

concentratie,

gaswisseling

verdieping 17.38 Na fotosynthese

komt verdere

assimilatie

fotosynthese,

assimilatie,

metabolisme,

fotosynthese,

assimilatie,

(an)organische stoffen,

eiwit, vet, koolhydraat,

aminozuren

theorie 17.39 Fotosynthese en

dissimilatie

assimilatie, dissimilatie,

fotosynthese,

homeostase,

autotroof, heterotroof,

fotosynthese, C-

assimilatie, chloroplast,

licht- en donkerreactie,

chemosynthese

verbranding, aeroob,

anaeroob, glycolyse,

citroenzuurcyclus,

oxidatieve

fosforylering, gisting,

alcohol, melkzuur,

Page 15: Voorbeeld lesstof per opdracht vwo

15

methaan, ADP en ATP,

NAD, NADP, enzymen,

fosfolipiden,

mitochondrium

zelftoets 17.40 Stofwisseling in

appels

dissimilatie, assimilatie, metabolisme,

dissimilatie,

monosacharide,

glucose, aeroob,

gisting, melkzuur,

alcohol, ATP,