Vonnis Kantonrechter Inzake SMC - RaadsBRIEF

2
Raadsbrief vonnis kantonrechter inzake SMC Informerend Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, Met deze raadsbrief willen wij u informeren over het vonnis dat de rechtbank Noord-Holland, sectie kanton, locatie Alkmaar op 25 juni 2014 heeft uitgesproken inzake de juridische procedures tussen onze gemeente en M.J. de Nijs Care B.V. (hierna: De Nijs), betreffende het gesloten contract voor de herontwikkeling van het Sociaal Medisch Centrum aan de Vijzelstraat. Aanleiding Naast de actieve informatieplicht welke wij op grond van artikel 169, lid 2 van de Gemeentewet hebben, is tevens de door ons gedane toezegging tijdens de raadsvergadering van 1 juli 2014 een informerende raadsbrief binnen 2 à 3 weken de aanleiding voor deze raadsbrief. Informatieverstrekking Proces Op 2 april 2013 besloot uw raad, nadat diverse bestuurlijke overleggen met De Nijs geen resultaat hadden opgeleverd in het dossier SMC, ons college de ruimte te geven om de contractspositie van de gemeente zeker te stellen. Dit heeft op 10 september 2013 geleid tot het dagvaarden van M.J. de Nijs Care B.V. te Warmenhuizen, waarbij wij nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten hebben gevorderd. Omdat De Nijs in de fase tot de juridische overdracht het totale onroerend goed huurt van de gemeente, werd tevens betaling van de achterstallige huur gevorderd. Naast een verweer op de gemeentelijke eisen, heeft De Nijs op 13 november 2013 een tegenvordering ingediend. Deze tegenvordering behelsde enerzijds een (blijvende) verlaging van de huurprijs, met terugwerkende kracht, als gevolg van leegstand en anderzijds een veroordeling van de gemeente door de rechter om (vermeend) achterstallig onderhoud aan het onroerend goed, op korte termijn uit te voeren. Op 28 mei 2014 heeft er ten overstaan van de kantonrechter een comparitie van partijen plaatsgevonden. In deze casus werd de kantonrechter bevoegd geacht vanwege de samenloop van de diverse vorderingen, waarbij de huurvordering uiteindelijk leidend was. Vonnis Op 25 juni 2014 heeft de kantonrechter vonnis gewezen. Een kopie van het vonnis voegen wij volledigheidshalve bij. De kantonrechter komt daarbij tot de conclusie dat de gemeente, uit oogpunt van redelijkheid en billijkheid, van De Nijs geen onverkorte nakoming van de overeenkomst kan verlangen. Daarbij kent de kantonrechter gewicht toe aan de omstandigheid dat de gemeente medewerking heeft verleend aan de realisatie van een gezondheidscentrum aan de Molenweg. De vordering van de gemeente tot betaling door De Nijs van achterstallige huur werd wel toegewezen. De beide door De Nijs ingestelde tegenvorderingen (huurverlaging en uitvoering achterstallig onderhoud), werden door de kantonrechter verworpen. De rechter overwoog daarbij dat het risico van leegstand voor rekening dient te blijven van een professionele projectontwikkelaar en dat De Nijs haar stelling over het (vermeende) achterstallig onderhoud onvoldoende onderbouwd had. Inhoudelijke kant van het vonnis Over de huur- en verhuurrelatie tussen De Nijs als huurder en de gemeente als verhuurder, onderdeel uitmakende van de in februari 2010 gesloten Tweede overeenkomst tussen partijen, is met dit vonnis volledige duidelijkheid ontstaan. De achterstallige huur is daarbij inmiddels door De Nijs betaald. Die duidelijkheid geldt nog niet voor de andere onderdelen van datzelfde contract.

Transcript of Vonnis Kantonrechter Inzake SMC - RaadsBRIEF

Page 1: Vonnis Kantonrechter Inzake SMC - RaadsBRIEF

Raadsbrief vonnis kantonrechter inzake SMC

Informerend

Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, Met deze raadsbrief willen wij u informeren over het vonnis dat de rechtbank Noord-Holland, sectie kanton, locatie Alkmaar op 25 juni 2014 heeft uitgesproken inzake de juridische procedures tussen onze gemeente en M.J. de Nijs Care B.V. (hierna: De Nijs), betreffende het gesloten contract voor de herontwikkeling van het Sociaal Medisch Centrum aan de Vijzelstraat. Aanleiding Naast de actieve informatieplicht welke wij op grond van artikel 169, lid 2 van de Gemeentewet hebben, is tevens de door ons gedane toezegging tijdens de raadsvergadering van 1 juli 2014 – een informerende raadsbrief binnen 2 à 3 weken – de aanleiding voor deze raadsbrief. Informatieverstrekking Proces Op 2 april 2013 besloot uw raad, nadat diverse bestuurlijke overleggen met De Nijs geen resultaat hadden opgeleverd in het dossier SMC, ons college de ruimte te geven om de contractspositie van de gemeente zeker te stellen. Dit heeft op 10 september 2013 geleid tot het dagvaarden van M.J. de Nijs Care B.V. te Warmenhuizen, waarbij wij nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten hebben gevorderd. Omdat De Nijs in de fase tot de juridische overdracht het totale onroerend goed huurt van de gemeente, werd tevens betaling van de achterstallige huur gevorderd. Naast een verweer op de gemeentelijke eisen, heeft De Nijs op 13 november 2013 een tegenvordering ingediend. Deze tegenvordering behelsde enerzijds een (blijvende) verlaging van de huurprijs, met terugwerkende kracht, als gevolg van leegstand en anderzijds een veroordeling van de gemeente door de rechter om (vermeend) achterstallig onderhoud aan het onroerend goed, op korte termijn uit te voeren. Op 28 mei 2014 heeft er ten overstaan van de kantonrechter een comparitie van partijen plaatsgevonden. In deze casus werd de kantonrechter bevoegd geacht vanwege de samenloop van de diverse vorderingen, waarbij de huurvordering uiteindelijk leidend was. Vonnis Op 25 juni 2014 heeft de kantonrechter vonnis gewezen. Een kopie van het vonnis voegen wij volledigheidshalve bij. De kantonrechter komt daarbij tot de conclusie dat de gemeente, uit oogpunt van redelijkheid en billijkheid, van De Nijs geen onverkorte nakoming van de overeenkomst kan verlangen. Daarbij kent de kantonrechter gewicht toe aan de omstandigheid dat de gemeente medewerking heeft verleend aan de realisatie van een gezondheidscentrum aan de Molenweg. De vordering van de gemeente tot betaling door De Nijs van achterstallige huur werd wel toegewezen. De beide door De Nijs ingestelde tegenvorderingen (huurverlaging en uitvoering achterstallig onderhoud), werden door de kantonrechter verworpen. De rechter overwoog daarbij dat het risico van leegstand voor rekening dient te blijven van een professionele projectontwikkelaar en dat De Nijs haar stelling over het (vermeende) achterstallig onderhoud onvoldoende onderbouwd had. Inhoudelijke kant van het vonnis Over de huur- en verhuurrelatie tussen De Nijs als huurder en de gemeente als verhuurder, onderdeel uitmakende van de in februari 2010 gesloten Tweede overeenkomst tussen partijen, is met dit vonnis volledige duidelijkheid ontstaan. De achterstallige huur is daarbij inmiddels door De Nijs betaald. Die duidelijkheid geldt nog niet voor de andere onderdelen van datzelfde contract.

Page 2: Vonnis Kantonrechter Inzake SMC - RaadsBRIEF

Het feit dat onze primaire vordering, volledige nakoming van de gesloten overeenkomsten, niet kan worden toegewezen wordt door de rechter vooral gemotiveerd door gewijzigde omstandigheden welke zich na het sluiten van de eerste overeenkomst (2008) hebben voorgedaan. De belangrijkste wijziging wordt gevonden in de publiekrechtelijke medewerking (vaststelling bestemmingsplan) welke onze gemeente heeft verleend aan de realisatie van het gezondheidscentrum aan de Molenweg. Daarbij heeft de gemeente volgens de rechter gebruik gemaakt van de aan haar toekomende beleidsvrijheid om de voor de realisatie noodzakelijke vergunning af te geven. Weliswaar waren deze wijzigingen bij beide partijen bekend bij het sluiten van de Tweede overeenkomst (2010), maar de rechter gaat niet mee in de stelling van de gemeente dat deze gewijzigde omstandigheid in deze Tweede overeenkomst is verdisconteerd, waardoor van een “onvoorziene omstandigheid” in de zin van de wet geen sprake is. Bovendien kent de rechter betekenis toe aan het feit dat partijen in 2012 langdurige onderhandelingen voerden over een aanpassing van de overeenkomst. De rechter concludeert vervolgens dat er sprake is van veranderingen in omstandigheden die met zich brengen dat ongewijzigde instandhouding van de eerder gesloten overeenkomst tussen partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De Nijs kan hierom niet onverkort tot nakoming van de gesloten overeenkomst worden veroordeeld. Voorlopige beoordeling van het vonnis Wij kunnen en willen niet treden in de belangenafweging welke de rechter in zijn vonnis heeft gemaakt. Feit in onze opinie is wel dat veel aangedragen feiten en omstandigheden wellicht wel door de kantonrechter zijn meegewogen, maar niet zichtbaar in het vonnis tot uiting komen. Om deze reden, juist in het licht van dat vonnis, beraden wij ons, samen met onze advocaat, op onze positie, waaronder de mogelijkheid de zaak ter beoordeling aan een hogere rechter voor te leggen. Zodra wij hierover een definitief besluit hebben genomen, zullen wij dit ter kennis van u brengen. VervolgWij kunnen in dit dossier niet alle informatie voor u in deze raadsbrief opnemen. Niet alleen vanwege de complexiteit van het dossier, maar ook vanuit strategische overwegingen. Het vonnis is immers nog niet in kracht van gewijsde gegaan zolang de termijn voor het instellen van beroep nog niet is verstreken. Deze termijn verstrijkt op 25 september 2014. Denkbaar is dan ook dat er bij uw raad nog vragen resteren. Wij zijn dan ook bereid, vanwege het lopende zomerreces, om in een bijeenkomst met de fractievoorzitters en/of hun plaatsvervangers, mondeling het vonnis in al zijn facetten toe te lichten. Enkhuizen, 22 juli 2014 Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n De secretaris, De burgemeester, R.M. Reus J.G.A. Baas