VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen...

28
STUK 642 (2016-2017) - Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 19 OKTOBER 2016 DISCUSSIENOTA Zorg voor senioren met een migratieachtergrond - ingediend door mevrouw Brigitte Grouwels - 1447

Transcript of VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen...

Page 1: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

STUK 642 (2016-2017) - Nr.1

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

DE RAAD

ZITTING 2016-2017 19 OKTOBER 2016

DISCUSSIENOTA

Zorg voor senioren met een migratieachtergrond

- ingediend door mevrouw Brigitte Grouwels -

1447

Page 2: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 2 -

DISCUSSIENOTA: ZORG VOOR SENIOREN MET EEN MIGRATIEACHTERGROND

Ingediend door Brussels Volksvertegenwoordiger Brigitte Grouwels

Deze nota dient als introductie op de maatschappelijke uitdaging van de vergrijzing van de

allochtone gemeenschappen in Brussel.

Hoe bereidt de overheid, in zonderheid de Vlaamse Gemeenschapscommissie, zich hierop voor?

Met welke visie en met welk beleid?

Wat is de juiste situatie van de vergrijzing? Wat zijn goede praktijken?

Hierrond kunnen hoorzittingen georganiseerd worden. Ook terreinbezoeken kunnen voorzien

worden. Finaal kan er een resolutie met aanbevelingen opgemaakt worden.

Page 3: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 3 -

Inhoudstafel 1. VERKENNING VAN DE PROBLEMATIEK

1.1. Aanleiding van de discussienota: het stijgend aantal senioren met een migratieachtergrond

1.2. Terreinonderzoek en literatuurstudie

1.2.1 Ons eigen terreinonderzoek

1.2.2 Gesprek met de Brusselse dienst ‘Dienst voor Hulp aan Brusselse Gezinnen’

( Directeur Mevrouw Marie Arnould).

1.2.3 Hoe is de situatie in andere landen? Enkele voorbeelden.

1.3. Wat met het beleid?

1.3.1 Een greep uit colloquia 1.3.2 Een greep uit bestaande projecten

2. SAMENVATTING VAN ENKELE SPECIFIEKE PROBLEMEN

2.1.De impact van de leeftijd

2.2 Specifieke gezondheidsproblemen

2.3 Armoederisico

2.4 Mantelzorg

2.5 Sociaal culturele integratie

2.6 Communicatieproblemen

2.7 Het terugkeer dilemma

2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

3. TOEGANKELIJKHEID VAN DE BESTAANDE ZORGSTRUCTUREN

3.1 Mantelzorg 3.2 Thuiszorg

3.3 Dagopvang

3.4 Woonzorgcentra

4. ENKELE EERSTE CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN TER BESPREKING

5. ELEMENTEN VOOR EEN RVG-RESOLUTIE

Page 4: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 4 -

1. VERKENNING VAN DE PROBLEMATIEK

1.1. Aanleiding van de discussienota: stijging van het aantal senioren met een migratieachtergrond.

Het aantal ouderen met een migratie achtergrond in ons gewest neemt snel toe. Tegen 2020 is meer dan één op de drie Brusselse 65-plussers van niet-Belgische afkomst. Maar is de zorg er op voorbereid? In de zorgcentra zitten nauwelijks ouderen met een migratieachtergrond. Elders (in Nederland, Den Haag), bouwen ze al een kwarteeuw aan multiculturele bejaardenzorg.

Cruciaal is de visie rond de toegankelijkheid van elke welzijns-en gezondheidsvoorziening voor elke Brusselaar. Hiertoe werden ‘de zeven B’s’ van toegankelijkheid geformuleerd, die echt centraal staan. Een toegankelijk aanbod moet:

Bereikbaar Beschikbaar Betaalbaar Begrijpbaar Bruikbaar Bekend Betrouwbaar zijn

Hoe zit het bij ons? Op basis van literatuur, studie, eigen enquête bij senioren met een migratieachtergrond en gesprekken met Brusselse veldwerkers hebben we uitdagingen geformuleerd en antwoorden gezocht. Ouderen met een migratieachtergrond maken een belangrijk deel uit van de groeiende groep ouderen in onze samenleving. In 1970 telde men in België 35.322 ouderen van allochtone afkomst, in 2011 waren dat er 111.143. Het aandeel ouderen onder de allochtone bevolking is gestegen van 5,7% in 1970 naar 11,8% in 2011. De meerderheid van de zestig-plussers van buitenlandse herkomst is via arbeidsmigratie vanuit Zuid-Europa (Italië, Spanje, Griekenland en Portugal), Turkije en Noord-Afrika (Marokko, Algerije en Tunesië) naar België gekomen. Naast deze groep zijn er ook de ouderen afkomstig uit de vroegere Belgische kolonies en uit de meer recente immigraties, en zij die in het kader van gezinshereniging op latere leeftijd naar België zijn gekomen. Onderzoek toont aan dat migratie steeds gevarieerder wordt, met een groeiende groep afkomstig uit Midden- en Oost-Europa en ook uit verder gelegen delen van de wereld. Het aandeel allochtone ouderen zal dus niet alleen groter worden, maar ook onmiskenbaar meer verschillende migratieprofielen vertonen en heterogener worden. Omdat de zorgbehoefte meestal toeneemt met de leeftijd zal dus ook de zorgvraag van de ouderen met een migratieachtergrond in de nabije toekomst vergroten.

Page 5: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 5 -

Aantal 65-plussers volgens geboorteland (cijfers 2011) in Brussel. Aantal 65 + Man 65+ Vrouw 65+ Totaal

In België geboren 40.726 70.417 111.143

Oost-Europa 725 1.001 1.726

Europa, niet-EU 822 1.075 1.897

Turkije 1.161 1.316 2.477

West-en Noord-Eur. 3.059 5.090 8.149

Zuid-Europa 4.738 5.771 10.509

Maghreb 5.875 5.501 11.376

Rest 2.338 2.839 5.177

Sub-Totaal Niet in België geboren

18.718 22.593 41.311

Totaal Brussel 59.444 93.010 152.454

Bron:Lodewijckx E.2013 Het nationaliteitscriterium geeft een vertekend beeld en een vermoedelijke grote onderschatting van het aantal allochtone ouderen. Heel wat mensen van buitenlandse afkomst zijn Belg geworden en vallen dus buiten de meeste statistieken. Velen van hen spreken enkel hun eigen taal. Voor de 65+ verwacht men een gemiddelde bevolkingsaangroei tussen 2010 en 2020 van een 9,41%. (Masterplan Woonzorg Brussel 2014-2020) Er zijn voor wat betreft de senioren met een migratieachtergrond geen gedetailleerde cijfers voor handen voor Brussel, maar we konden gebruik maken van de gegevens van Prof. Lodewijckx.(BRON: studiedienst vd Vlaamse Gemeenschap, E.Lodewijckx Lage sociaal-economische status - (bron: o.a. N. Perrin, ULG, CEDEM) De VUB heeft berekend dat het aantal Italiaanse zestigplussers tussen 2000 en 2015 (in Vlaanderen en Brussel) met 155% is gestegen, het aantal Marokkaanse ouderen met 171% en het aantal Turkse ouderen zelfs met 184%. 1.2. Terreinonderzoek & literatuurstudie + de situatie in andere landen. 1.2.1.Ons eigen terreinonderzoek

Stap 1 : De vragenlijst Bij het opstellen van de vragenlijst is rekening gehouden met vragen die peilen naar elementen van ‘gewaardeerd ouder worden’. Samen met de senior wordt een antwoord gezocht op de volgende vragen:

- Welke zaken waardeert u, als senior, nu in uw leven?

Page 6: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 6 -

- Hoe wil u op een ideale manier ouder worden en wat zijn de basiselementen van dit toekomstbeeld?

- Hoe kan u zelf en samen met anderen dit toekomstbeeld realiseren? - Wie kan u helpen om dit toekomstbeeld te realiseren?

Doel van het onderzoek was om aan de weet te komen hoe ouderen zelf geholpen willen worden. Het is bijvoorbeeld niet het advies of de mening van kinderen die telt. Het is daarom belangrijk dat de onderzoekers zélf het onderzoek voerden, waarbij de senioren zélf werden ondervraagd. Aanvullend werd hier en daar wel een beroep gedaan op de verantwoordelijken van de organisaties om vragenlijsten te helpen invullen. Een voorbeeld van het belang van deze rechtstreekse en persoonlijke aanpak: zo beweren de bevraagde ouderen dan, bijvoorbeeld, dat hun kinderen altijd klaar staan voor hen, hoewel dit in de realiteit niet zo is, wellicht uit schaamte. In een persoonlijk gesprek met de onderzoeker kan dit toch naar voor komen. De onderzoekers waren van Turkse en Congolese origine. Stap 2: De ondervraagde vrouwelijke senioren werden bereikt via organisaties van mensen met een allochtone achtergrond. De organisaties waren:

- ARDAPS: Afrikaanse mama’s ( voornamelijk uit Congo) - Turkse vrouwenorganisaties - Foyer ( gemengd, vooral Marokkaanse vrouwen) - Onder Ons ( gemengd , vooral Marokkaanse vrouwen)

Uit de antwoorden op de enquête blijkt o.m. het volgende: - Ouderen hebben grote angst om hulpeloos alleen achter te blijven. De wens om later

bij hun kinderen opgenomen te worden zit er in, maar ze vrezen dat het niet haalbaar zal zijn.

- Ouderen willen dat hun kinderen voor hen zorgen en zijn beschaamd als dit niet kan. Kinderen werken of wonen, soms meer dan we denken, in een ander land. Sommigen hebben zelfs geen kinderen of familie.

- Er is weinig vraag naar aparte rusthuizen. Wat ze wel vragen is dat er aandacht wordt besteed aan de diverse culturen.

Plaats voor gebedsruimte en aangepaste voeding

Personeel dat de taal en cultuur kent Anders geformuleerd:

Er geen vraag is naar extra gebouwen, maar dat je cultuur moet brengen in de gebouwen. - Thuishulp en inwonende hulp vinden de senioren ook belangrijk. - Senioren worden geconfronteerd met heel wat taalproblemen en beschikken over

een gebrekkige kennis van het bestaande zorgaanbod. - Dienstverlening in de wijk:

Verwacht bij de uitwerking van een project niet dat oudere migranten op eigen kracht naar een locatie zullen komen die ze niet kennen. Organiseer

Page 7: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 7 -

zélf het transport. Verplaats de activiteit naar een locatie waar de ouderen gewoon zijn om mensen te ontmoeten, bijvoorbeeld het buurthuis of het parochiecentrum of de moskee in de wijk.

Stap 2bis: Om ook oudere mannen te kunnen bevragen, werd een gesprek georganiseerd in de Fatih-moskee (Schaarbeek). Het gesprek werd gevoerd door een medewerkster met Turkse roots. Zij werd zeer warm onthaald. Het bezoek verliep zeer positief. De moskee-voorzitter heeft eerst de vragen goedgekeurd en dan kon de enquête afgenomen worden bij 4 personen. Het waren mannen geboren in respectievelijk 1950,1948,1943 en 1940. Wat heeft zij vernomen:

- Het lokaal dienstencentrum is niet gekend bij de Turkse senioren. - Zij verkiezen een rusthuis voor moslims, gelet op de nood aan een gebedsruimte, de

vastenperiode, de taal en de cultuur. Ze wensen personeel dat hun taal spreekt - Ook in de ziekenhuizen en gevangenissen is er nood aan een gebedsruimte. - Zij klagen wel dat ze geen toestemming krijgen om langer dan 45 dagen in het

buitenland te mogen verblijven. - Ze zijn ook ontevreden dat ze niet langer dan 21 dagen in het buitenland mogen

verblijven als ze een tegemoetkoming krijgen voor hulp aan bejaarden. - Ze vragen ook of er gemeentelijke bussen zijn voor uitstappen voor bejaarden. - Ze klagen dat ze weinig of geen informatie krijgen, ook niet van de verkozenen van

hun eigen gemeenschap. - Vraag ook of er gezorgd kan worden voor een samenwerking tussen de lokale

dienstencentra en de moskeeverenigingen? Navraag bij gespecialiseerde diensten leert dat:

- Er voor bepaalde landen bilaterale akkoorden zijn inzake verblijf van senioren in het buitenland.

- Het formulier van Tunesië (B11) is 60 dagen geldig. - Voor de Marokkaanse gemeenschap is het formulier B111 3 maanden geldig. Voor

Turkije is er een B8 formulier dat 45 dagen geldig is. - Ouderen die een inkomensgarantie krijgen, kunnen niet langer dan 29 dagen naar het

buitenland vertrekken. Berekening wordt gemaakt volgens de eigendommen die men bezit. Er is een strenge controle voor de gebruikers van dit formulier, dat ingevuld moet worden op de gemeente.

1.2.2 Gesprek met de Dienst voor Hulp aan Brusselse gezinnen – Directeur Mevrouw Marie Arnould ( Brussel-stad) Deze dienst, die afhankelijk is van de Schepen van Ouderen van de Stad Brussel, staat dagelijks in voor de thuiszorg van senioren van de meeste diverse origine, maar heeft daarnaast ook met hulpverleners te maken, die eveneens uit de meeste diverse gemeenschappen komen. Deze dienst heeft heel wat ervaring in het omgaan met deze dubbele diversiteit in de werkomgeving. Zij biedt vorming aan alle hulpverleners en biedt antwoord op heel wat vragen vanuit de dagdagelijkse werkervaring, vb.

Page 8: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 8 -

- Moet men de hulpverleners volgens de origine van de begunstigden aanpassen? Vb. Een Congolese medewerkster bij een Congolees gezin?

- Hoe gaat men om met racistische opmerkingen van sommige begunstigden? - Hoe gaat men om met de cultuurverschillen? - Hoe kan men vooroordelen en hun impact vermijden? - Hoe kan je de culturele identiteiten identificeren? - Hoe moet een hulpverlener moeilijke situaties begrijpen en aanpakken ten aanzien

van de culturele verschillen? - Welk is de verhouding tussen hulpverlener en begunstigde? Machtsrelatie?

Tijdens deze vormingsdagen worden de hulpverleners gesensibiliseerd op de aanwezigheid van stereotypes, vooroordelen, discriminatie enz.. In een tweede stadium worden zij voorbereid op de culturele schok ( dit is het kritisch moment waar twee culturen elkaar ontmoeten)….De hulpverleners genieten een pedagogische opleiding ‘omgaan met diversiteit’. De opleiding is uiteraard belangrijk, naast de blijvende begeleiding en de supervisie. Het team is multidisciplinair samengesteld om over de nodige competenties te beschikken om elke situatie professioneel te kunnen aanpakken. De communicatie in de dienst tussen de verschillende hulpverleners is ook uitermate belangrijk om de opvolging van elke persoon maximaal te kunnen verzekeren. Dit leidt ook tot het ontwikkelen van collectieve kennis en creativiteit. Werkmethode:

- Bij elk bezoek aan een nieuwe begunstigde moet een eerste analyse gemaakt worden van de ‘interculturele’ situatie. De bedoeling is de culturele verschillen te begrijpen om beter te werken.

- Alle medewerkers moeten bij gelijk welke begunstigde van gelijk welke origine ingezet kunnen worden. Een bejaarde mag zich niet verbonden voelen met maar één hulpverlener. (er zijn afwezigheden die zich voordoen, ziekte, verlof enzovoort… Iedereen moet in gelijk welk huishouden kunnen tussenkomen, ongeacht de origine.

- Benadrukt wordt hoe belangrijk het is om maximaal het levensverhaal van elke begunstigde te kennen. Dit is niet altijd even vanzelfsprekend in Brussel, waar een groot aantal bejaarden alleenstaande zijn, soms zonder enige familie. Bij ouderen die dement worden bijvoorbeeld, is het nuttig kennis te hebben of op de hoogte te zijn van bepaalde herinneringen uit hun leven. Hulpverlening kan zo een stuk aangepaster zijn aan de persoon zélf.

- Toeleiding van (alleenstaande) allochtone bejaarden naar hulp? In deze middens gaat dit verhaal via ‘mond aan mond’ reclame, ontmoetingen op markten of brocantes, op wijkfeesten enzovoort….Soms worden ze doorverwezen door huisdokters en apothekers……

1.2.3 Hoe is de situatie in andere landen? Enkele voorbeelden? 3.1. Nederland In Nederland wordt reeds lang grondiger onderzoek gedaan naar de situatie van allochtone ouderen.

Page 9: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 9 -

Zo is er het Onderzoek van “het sociaal en cultureel planbureau “ (Den Haag november 2004)

“Onderzoek bij Molukken, Antilianen, Turken en Marokkanen”. Op lokaal niveau zijn er vrij veel initiatieven van instellingen gericht op allochtone ouderen. Zo ging men in Utrecht uit van de vaststelling dat jongeren en ouderen, allochtonen en autochtonen naast elkaar leven en wonen. Zij komen elkaar tegen op straat, in de bus en in de winkel om de hoek en toch ontstaat er geen werkelijk contact tussen deze groepen. Het gevolg is onbekendheid, vooroordelen en incidenten. Het inspireren van deze groepen tot betrokkenheid bij elkaar en bij hun omgeving vormt dan ook een van de uitdagingen van het lokaal sociaal beleid. In de Utrechtse wijk Lombok doorbrak het project Buurtreminiscentie de onbekendheid met elkaar. Oudere Nederlandse, Marokkaanse en Turkse wijkbewoners vertelden aan elkaar en andere inwoners van de wijk over vroeger. In Amsterdam is het Centrum voor advies en begeleiding voor oudere migranten (CABO) een aanjager voor het werken met allochtone oudere. CABO geeft voorlichting over ouder worden in Nederland. Het organiseert ‘ontdekkingsreizen' in de eigen stad, geeft voorlichting over gezondheid en helpt algemene instellingen veel betere dienstverlening aan de allochtone ouderen te bieden. Verder heeft het meegewerkt aan het ontwikkelen van een speciaal programma gericht op meer lichaamsbeweging voor Turkse ouderen. CABO heeft een fotoserie over allochtone ouderen laten maken die ook is tentoongesteld en gedeeltelijk via het internet is te bekijken. Eveneens in Amsterdam heeft het Verzorgingshuis d'Oude Raai samen met de welzijnsorganisatie Combiwel in de Pijp en het zorgcentrum Tabita een project uitgevoerd voor het stimuleren van ontmoeting van allochtone ouderen. Dit heeft geresulteerd in het multicultureel ouderencentrum 'De ontmoeting'. De leefsituatie van allochtone ouderen verschilt aanzienlijk van die van hun autochtone leeftijdsgenoten. Op veel terreinen zijn zij slechter af. Maar het is niet alleen kommer en kwel. De pioniersgeest, de verhalen en de levenservaring van allochtone ouderen vormen belangrijke aanknopingspunten voor welzijn, erbij horen en meedoen in de samenleving, in hun eigen kring en daarbuiten. In dit kader wordt gesproken over de zilveren kracht van de allochtone ouderen. Uit het Nederlands onderzoek blijkt dat de Turkse en Marokkaanse vrouwen op dit moment, vergeleken met andere ouderen, het meest over een familienetwerk beschikken. Echter, veel vrouwen zijn jonger dan hun man hetgeen (samen met een hogere levensverwachting van vrouwen) tot de verwachting leidt dat zij, als hun man komt te overlijden, voor informele hulp afhankelijk zijn van hun kinderen. Bij Turken en Marokkanen is het familienetwerk dominant (resp. 66% en 58%). Zo zou er binnen de Turkse en Marokkaanse cultuur een grote nadruk worden gelegd op de zorgplicht van jongeren voor ouderen. Deze zorgplicht ontstaat omwille van de kwetsbaarheid van de ouderen, veroorzaakt in de eerste plaats door de gebrekkige taalkennis. Iemand die de taal niet spreekt, zal zich moeilijk zelfstandig kunnen redden en zal afhankelijk zijn van anderen die de taal wel spreken. Een tweede aspect is de mate waarin men vasthoudt aan de eigen culturele waarden en normen of juist de waarden en normen die men overneemt van de ontvangende samenleving.

Page 10: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 10 -

Enkele citaten van respondenten geven goed aan waarom men nooit naar een verzorgingshuis toe zou gaan.

- ‘Ik vind het niet passen bij mijn geloof. De familie hoort je te onderhouden en onderdak te geven.’ (Marokkaanse man van 69 jaar)

- ‘Ik zou er nooit naar toegaan, het hoort niet bij mijn cultuur.’ (Marokkaanse vrouw van 57 jaar)

- ‘Niet van toepassing, daar is familie voor! Ik zou er nooit heen gaan; dan ga je eerder dood.’ (Surinaamse man van 63 jaar)

Wat andere gemeenschappen betreft, krijgen Chinese ouderen in Nederland onder meer aandacht van de Chinese ouderenvereniging Chun Pah in diverse steden, Wah Fook Wui in Rotterdam en De Chinese Brug in Den Haag. Deze verenigingen proberen ouderen uit hun isolement te halen en organiseren allerlei uitstapjes en bijeenkomsten tijdens Chinese feestdagen. 3.2 Finland vergrijst aanzienlijk sneller dan het Europese gemiddelde. Bovendien heeft een steeds groter deel van de ouderen niet het Fins als moedertaal. De Finse ouderenzorg past zich noodgedwongen aan. De Helena Eldery Home Foundation in Helsinki biedt een thuis ver van huis aan Russisch sprekende orthodoxe ouderen. Het tehuis houdt volop rekening met de tradities. Er is een kerk waar ieder weekend bijeenkomsten zijn voor bewoners en overige gelovigen. Overledenen worden daar opgebaard volgens de orthodoxe traditie. In ieder vertrek hangt minimaal een icoon. Maar orthodox of niet, het tehuis staat wel in Finland. 3.3 Italië is, naast Duitsland, het meest vergrijsde land van Europa. Bovendien heeft Italië maar een klein aandeel geïnstitutionaliseerde zorg, dus moeten ze meer zelf organiseren. De langdurige ouderenzorg in Italië leunt voor een groot deel op mantelzorg door familie, Italië heeft het grootste aandeel mantelzorgers van Europa. In Italië zijn verschillende initiatieven gaande die gericht zijn op de mogelijkheid om langer zelfstandig te blijven wonen en het bevorderen van intergenerationele behulpzaamheid. Er wordt terughoudend gekeken naar hoe er in onze samenleving met ‘ouderen’ wordt omgegaan. In Italië maken ze deel uit van de familie. Niet alleen zijn ze, met name op het platteland, vaak inwonend maar ook passen ze nog regelmatig op de ‘bambini’ (kinderen). 3.4 Zwitserland heeft de verantwoordelijkheid voor de langdurige zorg overgedragen naar lagere overheden. Daarnaast zijn er in Zwitserland veel innovatieve en inspirerende voorbeelden te vinden van nieuwe vormen van (langer zelfstandig) wonen voor ouderen. Het gaat daarbij om o.a. thema’s als: generatiemix, collectief wonen en ontwikkelen en geïntegreerde buurtprogramma’s.

Page 11: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 11 -

1.3. Wat met het beleid op federaal niveau, in de Vlaamse Gemeenschap en in de Vlaamse gemeenschapscommissie? Het beleid is bewust van de groeiende noden in het werkveld en zoekt reeds, samen met de actoren, naar de gepaste antwoorden. Het beleid heeft tot nu toe vooral projecten ondersteund die uit het werkveld opborrelen. Een gestructureerd beleid met een uitgewerkte visie over de ondersteuning van allochtone ouderen ontbreekt vooralsnog. Het groeiend aantal initiatieven getuigt van de zoektocht naar het gepaste beleid: zoals studiedagen, colloquia, proefprojecten. Hieronder brengen we een aantal recente voorbeelden aan, die gesteund zijn door de overheid. 1.3.1 Een greep uit colloquia

1.1 Studiedag geestelijke gezondheid 21 april 2016

Studiedag georganiseerd door HERMESplus. Een bicommunautair project in Brussel dat nu 3,5 jaar actief is, staat in voor de creatie van mobiele teams voor crisisopvang en langdurige zorg in de geestelijke gezondheidszorg.

Conclusie: De geestelijke gezondheidszorg is een materie die alle doelgroepen aanbelangt, autochtonen en personen met een migratieachtergrond. Burn-outs en depressie komen in alle categorieën voor in de samenleving. Omkadering door professionelen, de buurt waar men leeft, de familie en vrienden, de werkomgeving, het klimaat, enzovoort…. zijn in dit verband noodzakelijk in acht te nemen factoren die enerzijds, een ziekte kunnen vermijden, of anderzijds bepalend zijn voor de genezing en re-integratie. Senioren met een migratieachtergrond kunnen ook slachtoffer zijn van dergelijke aandoeningen. Het juiste antwoord moet geboden worden via de juiste netwerken en hulpverlening, waar de taal als communicatiemiddel van groot belang is, net als de interculturele achtergrond.

1.2. Cultuursensitieve palliatieve zorg, donderdag 9 juni 2016 (Forum Palliatieve Zorg

Wemmel) In een grootstad als Brussel wonen er veel alleenstaande bejaarden. Meer mensen sterven er in ziekenhuizen. Het aantal allochtone ouderen zal stijgen tegen 2020. Tegen dan zal 1/3 van de ouderen van niet-Belgische afkomst zijn. Een interessant voorbeeld komt voort uit het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting over werken met gedesoriënteerde mensen. Zo wordt er aangeraden het levensverhaal van mensen neer te schrijven. Een ‘album’ wordt gemaakt om aan de kamerdeur te hangen. In deze ‘carnet de vie’, worden de gewoonten, de biologische uren van de bewoner beschreven, zijn/ haar waarden….Deze elementen, eigen aan de persoon, zijn van ontzettend belang voor de ondersteuning en de omkadering van de personen. Voor de senioren met een migratie-achtergrond kan het van kapitaal belang zijn om de omkadering zo goed mogelijk op hun persoonlijke cultuur en opvoeding aan te passen.

Page 12: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 12 -

1.3. Colloquium Ouderen misbehandeling 14 juni 2016 ( Home- Info & Inforhome) 1.3.1 Tijdens dit colloquium legde Rachid Bathoum, medewerker bij Unia, het Interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen, de nadruk op het stijgend aantal ouderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gemiddelde leeftijd van de senioren in rust- en verzorgingstehuizen stijgt voortdurend. Moeten senioren met een migratieachtergrond in de rusthuizen verblijven, ja dan niet? Ons land heeft destijds een beroep gedaan op gastarbeiders. Eerst leefde de overtuiging dat deze migratie slechts tijdelijk van aard zou zijn, maar deze mensen hebben zich uiteindelijk definitief in ons land gevestigd. Een oplossing moet dus gevonden worden voor deze ouder wordende migranten. Verouderen, afhankelijkheid, opname, medisch-sociale opvolging, de nood aan hulpdiensten en culturele diensten, de begeleiding van patiënten tot aan hun dood moet kunnen gebeuren volgens hun religieuze, filosofische en socio-culturele praktijken. Ook hier werd gesteld dat senioren van Marokkaanse en Turkse afkomst:

- sneller verouderen dan autochtonen. De reden is het zwaar werk dat zij hier verricht hebben in het begin van de migratie.

- moeilijk toegang vinden tot de hulpverlening ( zij hebben die contacten niet). Er is nochtans een groot aanbod aan instellingen en diensten.

- een communicatieprobleem hebben ( meesten spreken alleen hun eigen taal). - de armoede in deze doelgroep is niet te onderschatten.

Hij vraagt aandacht voor : - de aanwezigheid van senioren met een migratieachtergrond zichtbaar te maken

in onze samenleving - vermijden dat deze doelgroep te laat wordt aangepakt. - aangepaste professionele hulp is noodzakelijk in deze multiculturele omgeving. - de opleiding en vorming van hulpverleners is in deze ook belangrijk. Hiertoe werd

ook een ‘ gids culturen’ opgesteld , die zal toelaten beter te communiceren, de andere te begrijpen in zijn context enz….

- de situatie van elke bejaarde allochtone senioren moet eerst geanalyseerd worden, zoals het nagaan van het administratief statuut en het onderzoeken van hun levenswijze, om de juiste ondersteuning te kunnen bieden.

1.3.2 Een andere belangrijke spreker was Hamida Chicki van de Foyer Dienst Interculturele bemiddeling.

In Brussel worden een veelvoud aan talen gesproken. Elke taal die er gesproken wordt vertegenwoordigt een cultuur. Interculturele bemiddelaars spelen dan ook een zeer belangrijke rol, niet alleen om een duidelijke boodschap te brengen, maar ook omdat hij/zij spreekt vanuit een culturele achtergrond. Verbale en niet-verbale taal heeft zijn eigen taalkundig kennen. Zo zijn de manier van begroeten , afscheid nemen en spreuken zeer cultuurbepaald. Een interculturele bemiddelaar is een bruggenbouwer! Goede communicatie en de goede boodschap overbrengen van hulpverlener naar hulpvrager vermijdt misverstanden. Hoe je iets zegt, is even belangrijk als wat je zegt. Dit duidt op het belang van de communicatiestijl. Een relatie wordt opgebouwd tussen hulpverlener en hulpontvanger.

Page 13: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 13 -

In de transculturele zorg moet je oog hebben voor geloof en levensvisie. Het is ook belangrijk te weten welke de persoonlijke bagage is van elk hulpbehoevende. Ook de leefwereld kennen van elk individu helpt bij het toedienen van zorg en hulp. In een multiculturele omgeving moet men zich als hulpverlener ‘open’ stellen en zin hebben voor verandering en flexibiliteit. Men kan van diversiteit een kwaliteitskenmerk maken. In plaats van de verschillen op te lijsten, zin hebben voor wat wel gelijk loopt en de gemeenschappelijke delen aangeven. De kernboodschap was dat het belangrijk is te sturen op de vragen en de behoeften van individuen, niet op die van culturen. Kennis hebben en inzicht in de verschillende culturen helpt.

1.4. Boek voorstelling Cultuursensitieve zorg: 28 juni 2016

WerkBoek : Cultuur Sensitieve Zorg van de auteurs Arzu Yentür, Ann Claeys en Bart Claes – Uitgeverij Politeia nv. De samenleving vergrijst in snel tempo en ook de toegenomen diversiteit bij zowel ouderen als bij zorg- en hulpverleners vormen een grote uitdaging voor de ouderenzorg. Nog al te vaak hoort men van zorg- en hulpverleners dat ze de praktische tools missen om in hun dagelijkse werkrelatie met ouderen en hun netwerk aan de slag te kunnen. Dit werkboek geeft concrete, cultuursensitieve tools en tips op maat van de praktijk van de zorg- en hulpverlener met als doel de zorg- en hulpverleners te versterken in hun professionaliteit en zo te komen tot meer cultuursensitieve zorg ten aanzien van ouderen.

1.3.2 Een greep uit bestaande projecten Er gebeurt reeds veel op het terrein. Enkele interessante voorbeelden werden geselecteerd en gesteund door de Koning Boudewijnstichting o.m.: 2.1. OVALLO Ouder worden in je buurt: Voorlichtingsmateriaal “Ouder worden in je buurt” probeert, via een uitgewerkt pedagogisch concept, ouderen op een structurele manier samen te brengen. Doel: ouderen vanaf 60 jaar en ouder kennis laten maken met het ouderenzorgaanbod in hun omgeving. Organisaties voor ouderen informeren over hun kwetsbare ouderen, hun noden en vragen. Vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Ouder worden in je buurt mikt enerzijds op allochtone ouderen, anderzijds op de plaatselijke zorgsector. Met de koffer ‘Ouder worden in je buurt’ wilden de initiatiefnemers de vicieuze cirkel van wederzijdse onbekendheid tussen allochtone senioren en reguliere ouderenvoorzieningen doorbreken. Allochtone ouderen krijgen informatie over de bestaande voorzieningen voor senioren. Binnen de allochtone gemeenschappen worden mensen aangemoedigd zich te bezinnen over hun migratie en het leven als senior in Brussel.

Page 14: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 14 -

Lokale werkgroepen worden uitvoerig geïnformeerd over de situatie van allochtone ouderen. Met hun vragen kunnen ze terecht bij de projectleiders. Intussen wil OVALLO de allochtone bejaarden zo goed mogelijk voorbereiden op hun oude dag. In zes sessies krijgen de bejaarden inzicht in de leefwereld van het rusthuis of de mogelijkheden van de thuiszorg. Om die sessies te geven is het belangrijk om hulp te krijgen van de Interculturele bemiddelaars. Die worden prioritair ingezet in ziekenhuizen en ze kunnen niet altijd beschikbaar zijn om de bejaarden te informeren. Het is belangrijk te investeren in de functie en aanbod van interculturele bemiddelaars. Brusselse Welzijns-en GezondheidsRaad Lakensestraat, 76/3 1000 Brussel 2.2. BILOBA huis/ Maison BILOBA

Het tweetalig initiatief Maison BILOBA Huis werd in eerste instantie ontwikkeld door een coöperatieve met sociaal oogmerk. Deze coöperatieve E.MM.A werd opgericht op 14 april 2008. Eva vzw, Maison Médicale du Nord en Aksent vzw zijn de stichters. Bedoeling: Opvang van ouderen in de eigen wijk, waarbij bewoners toch makkelijk het contact met de buurt behouden en een ontmoetingscentrum voor de buurt. Een primeur met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en het Brussels Gewest. De gehuisveste senioren uit de wijk zijn van verschillende afkomst. Asbl Maison Bilobahuis vzw Paleizenstraat, 10 1030 Schaarbeek 2.3. LDC Cosmos Een deelproject van het Lokaal Dienstencentrum in Anderlecht betreft de samenstelling van een seniorengroep van Sub-Saharaanse mama’s, die de brug slaat tussen hen en de ouderen in de wijk. Het lokale dienstencentrum is gelegen in hartje Kuregem en biedt tijdens de week dagelijks een warme maaltijd aan. Het voorziet een hele waaier van activiteiten voor én met én door senioren, zoals pedicure, goedkope kleding, aan-huisbezorging voor zieke cliënten, boodschappenhulp voor senioren, enzovoort. LDC De Cosmos Dr De Meersmanstraat, 14 1070 Anderlecht ( Kuregem) 2.4. Convivial Deze organisatie ondersteunt pas erkende vluchtelingen. Ze praten met oudere vluchtelingen over de problematiek van ouder worden, en eventueel in het gastland sterven, ver weg van de eigen cultuur. Ze zoeken naar oplossingen en mogelijkheden om hen te helpen. Resultaat: verbondenheid geven aan ontwortelde ouderen, gevoel van belang en warm menselijk contact doorgeven. Convivial – Mouvement d’insertion des Réfugiés : Convivium asbl/vzw Convivialités Rue du Charroi 33/35 – 1190 Bruxelles Tel.02 503 43 46 – F 02 503 19 74 - [email protected]

Page 15: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 15 -

2.5. Samenlevingsopbouw – Oost-Vlaanderen Deze organisatie brengt allochtone en autochtone senioren samen, onder meer opdat de eersten zich beter thuis kunnen voelen in het nieuw thuisland. Zij gaan samen op zoek naar de betekenis van de Belgische identiteit. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is een gedreven, sociale organisatie met vandaag meer dan 35 medewerkers en 95 vrijwilligers. De organisatie zet buurt- en opbouwwerkers in op verschillende locaties in de provincie, buiten de stad Gent. Samenlevingsopbouw Blaisantvest,70 9000 Gent 2.6. La Banque du temps - Luik Vrouwen stellen hun tijd en kennis vrijwillig ter beschikking van anderen en helpen bij de thuiszorg van hulpbehoevende oudere allochtonen. Zij organiseren ook conversatietafels in het Frans. Dankzij vrijwilligerswerk wordt aan uitwisseling van diensten gedaan, waardoor men een eigen krediet opbouwt . (‘échangez vos valheures’ ). Het is een ‘vriendencredit’ dat banden schept. Resultaat : Eigen talent inzetten en een netwerk van solidariteit scheppen in de buurt. Siège principal : La Banque du Temps En Potiérue, 5 4000 LIÈGE 2.7. La Payote – St.Servais Oudere migranten uit hun isolement halen en hen individuele ondersteuning aanbieden zodat ze zich kunnen integreren om hun levenskwaliteit verbeteren. La Payote Rue Saint Donat, 124 5002 St Servais 2.8. Le Monde des Possibles-Luik Het is een vormingscentrum met een theehuis, dat Franse taallessen en informatica aanbiedt aan ouderen van de eerste generatie migranten en dit sedert 2001. Le Monde des Possibles 97 rue des Champs – 4020 Liège – Belgium

Page 16: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 16 -

2. SAMENVATTING VAN ENKELE SPECIFIEKE PROBLEMEN. 2.1 De impact van de leeftijd .

Ouderen met een migratieachtergrond vertonen rond hun vijftigste al aandoeningen waarmee ouderen van Belgische afkomst pas tien jaar later geconfronteerd worden. De reden daarvan is vaak te zoeken bij de stress die voortkomt uit het migratieverleden, het oud worden in een ‘vreemd land’ en de lage sociaaleconomische positie. Voor de mannen speelt daarnaast een moeilijk arbeidsverleden vaak een rol. Veel vrouwen zouden in hun land van herkomst meer fysieke taken hebben uitgevoerd. In het gastland worden ze geconfronteerd met beduidend minder veeleisend fysiek werk. Een gebrek aan dit soort lichaamsbeweging, gecombineerd met het behoud van traditionele voedingspatronen, kan er toe leiden dat men op latere leeftijd te maken krijgt met ernstige gezondheidsproblemen. Ouderen met een migratieachtergrond voelen zich veel eerder oud. Wij verzamelden de mening van verschillende ouderen over de stellingen die met leeftijd en ouder worden te maken hebben: − Als je 55 jaar bent, dan ben je zogezegd al oud. − Als je tot je 50-ste hebt gewerkt, dan is dat lang genoeg. - De Turkse en Marokkaanse ouderen hebben sneller het gevoel dat ze oud zijn. Er lijken dus inderdaad cultureel bepaalde verschillen te zijn in de beleving van het ouder worden. 2.2 Specifieke gezondheidsproblemen Diabetes, obesitas, hoge bloeddruk, dementie, verlamming, vereenzaming zijn ziektebeelden die vaak voorkomen. Het algemene beeld van allochtone ouderen is dat zij minder gezond zijn dan autochtone ouderen. De oorzaak hiervoor is dat er bij hen sprake is van een accumulatie van factoren die vaak samengaan met een slechtere gezondheid, zoals een laag inkomen en een lage opleiding. Wanneer wordt nagegaan of de gezondheid van allochtone ouderen verschilt van die van autochtone ouderen, wordt daarom ook rekening gehouden met de volgende factoren:

opleiding arbeidsmarktpositie sociaal-culturele integratie samenstelling van het huishouden

Turkse en Marokkaanse mannen drinken veel minder dan autochtonen, doen minder aan lichaamsbeweging en hebben sneller overgewicht. Turkse en Marokkaanse vrouwen roken en drinken bijna niet. Ze doen bijna niet aan lichaamsbeweging en hebben ook snel overgewicht. Het overgewicht is bij de Turkse en de Marokkaanse vrouwen groter dan bij de Turkse en Marokkaanse mannen.

Page 17: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 17 -

Chronische aandoeningen De kans op één of meer chronische aandoeningen is groter naarmate mensen ouder worden. Het is de vraag of allochtone ouderen meer chronische aandoeningen hebben dan autochtone ouderen en of er wellicht verschillen zijn in het voorkomen van specifieke aandoeningen. Uit de voorheen vermelde studie in Nederland blijkt dat het aantal gerapporteerde chronische aandoeningen en co-morbiditeit bij Turkse en Marokkaanse 55-plussers gemiddeld hoger ligt dan bij de autochtonen. Turkse ouderen melden verreweg de meeste aandoeningen: ongeveer twee keer zo veel als autochtone ouderen.

- Een eerste opvallend resultaat is dat suikerziekte en depressie bij alle etnische groepen vaker wordt gerapporteerd dan bij autochtonen,

- Turken en Marokkanen hebben minder vaak gevoelens van rust en tevredenheid en juist vaker last van sombere en neerslachtige gevoelens dan autochtonen.

Deze aandoeningen kunnen hun algemene gezondheidssituatie verder negatief beïnvloeden.

Daarentegen wordt kanker minder gerapporteerd onder Turken dan onder autochtonen.

2.3 Armoederisico bij allochtone ouderen

% 65-plussers met inkomen onder de armoedegrens

In België geboren 21%

Buiten EU geboren 61%

De meerderheid van de ouderen met een migratieachtergrond, en dan voornamelijk de ouderen die in het kader van arbeidsmigratie naar België kwamen, heeft vaak lage pensioenen, te wijten aan:

- Oorzaken reeds van vóór de migratie ( lage of geen scholing…) - Lage jobs en onvolledige loopbanen - Zware jobs met beroepsziekten en werkongevallen (mijnen, poetshulp,

metaalindustrie, textielindustrie…)

Dit blijkt ook uit de studie van Professor Albert Martens (KULeuven - 2005) over de ‘Etnostratificatie op de arbeidsmarkt’ (achterstelling van de allochtonen, lage of geen scholing, hoge werkonzekerheid en slechte arbeidsvoorwaarden en omstandigheden).

We moeten toch spreken van armoede, ook al hebben vele van deze mensen een eigen huis. Het gaat meestal om verouderde woningen die veel renovatiekosten met zich meebrengen. Met een klein pensioen is dat niet haalbaar. Armoede is dikwijls ook sociale armoede, leven in sociaal isolement en eenzaamheid. Ouderen die minder middelen hebben, hebben dikwijls ook een slechtere gezondheid.

Page 18: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 18 -

2.4 Mantelzorg In sommige culturen wordt weinig gebruik gemaakt van professionele hulp. Mantelzorg is zeer belangrijk. De zorg voor ouderen wordt er gedragen door kinderen en familie. Het is voor hen echter niet altijd vanzelfsprekend om alle zorgtaken ten aanzien van de (groot)ouders op te nemen. Zeker wanneer langdurige zorg nodig is, wordt dit model van informele zorg moeilijk toepasbaar. De jongere generaties zien zich genoodzaakt de zorg voor hun ouderen te herdefiniëren. De meesten verlenen nog wel veel mantelzorg, maar zijn minder beschikbaar om alle zorgtaken op te nemen. De integrale zorg door familieleden wordt zo steeds vaker een mythe. Het probleem is dat deze mythe ook in stand wordt gehouden door de familie zelf, aangezien dit onderwerp zich in een taboesfeer situeert: kinderen schamen zich ervoor dat ze niet voor hun ouders kunnen zorgen en de ouderen schamen zich dat ze niet door hun kinderen worden geholpen. 2.5 Sociaal culturele Integratie

Uit voorheen geciteerde studie uit Nederland blijkt dat de Turken en Marokkanen de laagste mate van sociaal-culturele integratie vertonen, Surinaamse en Antilliaanse ouderen de hoogste. Molukken zitten hier tussenin. Ook in Brussel stellen wij vast dat de lage mate van sociaal-culturele integratie van de Turkse en Marokkaanse ouderen samenhangt met het gegeven dat zij de Nederlandse en/of de Franse taal slecht spreken. Met name de oudere Turkse en Marokkaanse vrouwen vormen hierbij een kwetsbare groep. Zij spreken zeer slecht de lokale talen en kunnen vaak ook niet lezen, waardoor zij afhankelijk zijn van mondelinge informatie in de eigen taal. Turkse en Marokkaanse ouderen hebben verder weinig contacten met autochtonen. Voor alle oudere allochtonen geldt dat de contacten met autochtonen laag zijn wanneer men in een wijk woont met veel andere allochtonen. Daarom blijft het belangrijk dat inburgeringscursussen voor ouderen met taal aangeboden wordt. Het wonen in concentratiewijken heeft als gevolg dat ouderen van buitenlandse oorsprong minder of zelden in contact komen met autochtone ouderen. Daar komt nog bij dat mensen met een migratieachtergrond, die de taal spreken en een goed werk hebben, wegtrekken uit deze wijken. Een gezonde mix van jong en oud, allochtoon en autochtoon, rijk en arm is belangrijk. Concentratiewijken belemmeren immers de integratie. 2.6. Communicatieproblemen

In hetzelfde onderzoek signaleerden huisartsen dat bij bijna 2/3 van de contacten met Turkse en Marokkaanse patiënten een communicatieprobleem. In bijna een kwart van de

Page 19: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 19 -

gevallen werd dit als ernstig ervaren. Een belangrijke effect was verder dat huisartsen bij de patiëntencontacten waarbij er communicatieproblemen voorkwamen, de hulpvraag vaker als oneigenlijk en onduidelijk beoordeelden.

Communicatieproblemen zoals hierboven geschetst, worden soms aangeduid als één van de oorzaken waarom sommige groepen allochtonen (met name de Turken en Marokkanen) vaker de huisarts bezoeken. Eén bezoek is niet genoeg voor huisarts en patiënt om tot wederzijds begrip omtrent de klacht te komen. Ironisch genoeg zou in dit geval het frequenter bezoeken van de huisarts, dat vaak als een indicatie wordt beschouwd van een goede toegankelijkheid, juist een indicatie zijn voor “ontoegankelijkheid”.

De noodzaak van taalhulp bij het bezoeken van de huisarts is het grootst bij oudere (65+) Turkse en Marokkaanse vrouwen. Maar liefst 92% van de Turkse en 96% van de Turkse en Marokkaanse vrouwen van 65 jaar of ouder heeft taalhulp gehad bij het laatste bezoek aan de huisarts of heeft geen taalhulp gehad, terwijl dit wel nodig was. Deze resultaten geven aan dat vrijwel de gehele populatie Turkse en Marokkaanse vrouwelijke 65-plussers niet in staat is om alleen of zonder taalhulp naar de huisarts te gaan, maar dat zij hier altijd hulp bij nodig hebben. Turkse en Marokkaanse ouderen zoeken relatief veel geneeskundige hulp in het land van herkomst. Bij de meeste ouderen komt de hulp van buiten het eigen huishouden, vooral van uitwonende kinderen. 2.7. Het terugkeer dilemna.

De vroegere arbeidsmigranten hadden initieel nooit de bedoeling om zich hier permanent te vestigen. Zij wilden geld verdienen om dan naar huis terug te keren. De realiteit is echter dat de meerderheid in België is gebleven. Men spreekt in dit verband wel eens van het ‘terugkeerdilemma’ van deze ouderen. Enerzijds hebben ze gevoelens van heimwee en koesteren ze de hoop of de verwachting ooit naar hun land van herkomst terug te keren. Anderzijds kunnen ze om emotionele, familiale en praktische redenen België moeilijk verlaten. Omdat terugkeren dikwijls geen reële oplossing blijkt te zijn, zoeken velen een tussenoplossing, zoals pendelen tussen België en het land van oorsprong. Maar dit pendelen heeft ook beperkingen: sinds 2001 mag men in geval van een gewaarborgd inkomen maximum 29 dagen in het buitenland verblijven. Overschrijden ze deze periode, dan hebben personen aan wie een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) werd toegekend, geen recht meer op een aanvullende uitkering voor de maanden waarin men in het buitenland verblijft. 2.8. Zijn er specifieke behoeften van ouderen met een migratieachtergrond? Samenvattend kan men stellen dat senioren met een migratieachtergrond:

zich op veel jongere leeftijd ‘ouder’ voelen

een slechtere gezondheidstoestand hebben

Page 20: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 20 -

een groter armoederisico hebben wegens lage pensioenen en hun verleden

verblijven in slechte aangepaste woningen

vaak in isolement leven: de mantelzorg steeds minder vanzelfsprekend is waardoor eenzaamheid om de hoek loert

de eerste generatie dikwijls enkel de eigen taal kent (vooral de vrouwen)

hier blijven. In het algemeen blijkt dat er niet veel verschil is in de wensen van allochtone en autochtone senioren. Bijna elkeen heeft de wens:

om zo lang mogelijk ‘thuis’ te blijven.

naar voldoende autonomie, inspraak, keuzevrijheid…

om in vertrouwde groep bij elkaar te kunnen zijn

naar respect voor diversiteit

Page 21: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 21 -

3. TOEGANKELIJKHEID VAN DE BESTAANDE ZORGSTRUCTUREN? Ook senioren met een migratieachtergrond wensen zo lang mogelijk thuis te blijven in hun bekende omgeving. Er bestaat reeds een uitgebreid aanbod aan hulp- en thuisdiensten, die enige soelaas kunnen brengen aan de mantelzorgers. Door goede communicatie moeten deze behoevende senioren ook van deze dienstverlening gebruik kunnen maken om hun wens te realiseren en hun kinderen en familie hierdoor te ondersteunen, waardoor voor hen de werklast verminderd wordt. 3.1. Mantelzorg De bereidheid van kinderen en familie om mantelzorg te verstrekken is op dit moment nog volop aanwezig in het informele netwerk rondom de Turkse, de Marokkaanse en de Afrikaanse ouderen. Onzeker is hoe groot de bereidheid zal zijn onder de kinderen van de ouderen die op dit moment nog geen zorg krijgen. Onzeker is ook of de bereidheid bij de kinderen die op dit moment al mantelzorg geven nog in de toekomst zal blijven bestaan, als de zorglast alleen maar groter wordt. Als één van de partners binnen een Turks of Marokkaanse huishouden overlijdt, komt er nog meer terecht op de schouders van de kinderen. Het opleidingsniveau bij vele ouderen (van de eerste generatie) met een migratieachtergrond is laag tot zeer laag. Vaak beheersen zij de Nederlandse of andere landstalen niet, zeker als de vrouw als alleenstaande achterblijft. Dit heeft tot gevolg dat de afhankelijkheid van de kinderen veel groter is en blijft. 3.2. Thuiszorg Oudere allochtonen en hun familie kennen het gamma aan thuisvoorzieningen onvoldoende, terwijl ook de medewerkers van lokale thuisvoorzieningen vaak te weinig vertrouwd zijn met de doelgroepen. Uit de ervaringen van de projecten blijkt dat ouderen die het aanbod aan thuiszorg kennen, zeer tevreden zijn. In Brussel is er een brede waaier aan thuiszorgdiensten. Naast de 19 OCMW’s, waarvan de meesten een dienst gezins-en bejaardenhulp ter beschikking stellen, zijn er ook private diensten die dezelfde soort hulp aanbieden. Vele diensten hangen af van de tweetalige sector die de bevoegdheid is van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Daarnaast staan aan Nederlandstalige kant ook diensten ter beschikking, waarvan de twee grootste zijn:

A. Familiehulp Koningsstraat 294 1210 Brussel B. Solidariteit voor het Gezin Vrijheidslaan 34 1081 Koekelberg

Page 22: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 22 -

3.3. Dagcentra Gesteld kan worden dat de dagcentra de brug zijn tussen de thuiszorg en de woonzorgcentra. Bij ouderen neemt de afhankelijkheid toe met de jaren, de autonomie vermindert. Een tussenoplossing kan het dagcentrum zijn. In dergelijk centrum kan een senior 1 of meer dagen opgevangen worden. Dit heeft enerzijds als voordeel dat hij/zij volgens zijn/haar wens langer thuis kan blijven wonen, maar dat deze tijdelijke opvangvorm ook de mantelzorger toelaat even te rusten of een aantal huishoudelijke en ondersteuningstaken te laten overnemen door professionele diensten. Uiteraard laat deze opvangvorm toe dat mantelzorgers hierdoor ook hun eigen beroep verder kunnen uitoefenen. De ouderen van allochtone afkomt en hun mantelzorgers maken hier zeer weinig of niet gebruik van. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn een tiental dagcentra. Een groot aantal ressorteren onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Aan Nederlandstalige kant heeft men 4 dagcentra:

C. Anderlecht : Solidariteit voor het Gezin ( 10 plaatsen) D. Brussel-stad: Terranova ( 15 plaatsen, hoofdzakelijk voor dementerenden) E. Schaarbeek: Aksent ( 15 plaatsen) F. Sint-Gillis: Brailleliga ( 15 plaatsen voor slechtzienden)

3.4. Woonzorgcentra Als de vele Lokale Dienstencentra, de solidariteitsinitiatieven in de wijken, de mantelzorgers, de thuiszorg en de dagcentra niet meer toelaten dat een senior een veilige en kwaliteitsvolle leven kan genieten in zijn/haar thuisomgeving, kan uitgekeken worden naar de bestaande woonzorgcentra in Brussel. In het gewest bestaat een zeer uitgebreid aanbod aan woonzorgcentra. Het merendeel van de rust- en verzorgingstehuizen valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ( de tweetalige sector). Voor de zesde staatshervorming stonden een 35-tal rusthuizen onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschapscommissie. Deze erkende rusthuizen werden per 1 januari 2015 allen overgeheveld naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Daarentegen zijn er woonzorgcentra die ressorteren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap. Deze zijn:

De Overbron Oorlogskruisenlaan 202 1120 Brussel ( 44 plaatsen) WZC De Pagode Oorlogskruisenlaan, 90 1120 Brussel ( 150 plaatsen) Rusthuis Dewand Dewandstraat 209/2013 1020 Brussel ( 122 plaatsen) WZC Clivia Marnestraat, 89 1140 Brussel ( 30 plaatsen) WZC Eureka August De Boeckstraat 54-56-58 1140 Brussel ( 158 plaatsen)

Page 23: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 23 -

WZC Residentie Bellevue Koningslaan 157 1190 Vorst ( 211 plaatsen) Wat doen deze woonzorgcentra voor senioren met een migratieachtergrond? Wat is hun ervaring? Zoals eerder vermeld, staan senioren met een migratieachtergrond en hun familie dikwijls terughoudend tegenover de professionele zorg, en dan voornamelijk de residentiële zorg. In de film ‘Ouder worden in Vlaanderen’ komt een scène voor waarin een Marokkaanse vrouw haar kinderen vraagt om haar naar een woonzorgcentrum te brengen, als ze te oud wordt om voor zichzelf te zorgen. Ze wil haar kinderen niet tot last zijn. Marokkaanse mensen die de film bekeken hadden, vroegen om die scène te verwijderen uit de film. Ze waren bang dat hun kinderen daarnaar zouden handelen en dat zij hun senioren zouden wegstoppen in een woonzorgcentrum! » (film op initiatief van de provincies Limburg en Oost-Vlaanderen). Er dient voor de volledigheid opgemerkt dat zowel in Vlaanderen als in Brussel heel wat woonzorgcentra een beroep doen op hulpverleners van allochtone origine.

Page 24: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 24 -

4. ENKELE CONCLUSIES EN EERSTE AANBEVELINGEN 4.1. Uit tal van onderzoeken is het duidelijk geworden dat er in het algemeen geen verschillen zijn tussen de verwachtingen van ouderen, uit welke cultuur zij ook mogen komen. Ze willen allemaal een degelijke ondersteuning binnen hun veilige omgeving en dat is bij hen thuis. Naar een woonzorgcentrum gaan is voor niemand een eerste optie. Dit geldt zowel voor Belgische autochtone senioren als voor senioren met een migratieachtergrond. Uit onze enquête maar ook uit onderzoek in andere landen is gebleken dat de ouderen met een migratieachtergrond de wens hebben om opgevangen te worden door hun kinderen en familie. Gelet op de huidige samenleving is de haalbaarheid niet vanzelfsprekend. Dit wringt. Kinderen worden met schuldgevoelens overladen door hun ouders en de buurt. Want volgens de cultuur moeten de kinderen voor hun ouders zorgen op hun oude dag. De ouders vergeten dat er vroeger in hun land van oorsprong geen voorzieningen waren zoals rusthuizen en dienstverleningen. De vrouwen werkten niet buitenhuis en bleven thuis om voor hun gezin en ouders te zorgen. Meestal woont de zoon in het huis van zijn ouders in. De zorg voor de ouders valt vooral op de schouders van de schoondochters. Als deze er niet zijn , dan valt de zorg op de schouders van de dochters. 4.2. Dienstverlening Opdat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening is het belangrijk dat de zorgvrager en de dienstverlening het bestaan van elkaar weten. Kennis van de taal is meestal een grote barrière. Hoe wordt er hieraan gewerkt? 4.3. Rusthuizen Er is geen vraag naar aparte woonzorgcentra voor ouderen met een migratieachtergrond. Al hechten ze toch veel belang aan ruimte voor gebedsplaatsen ( Moslims), aandacht voor cultuur, aangepaste voeding, enzovoort…Hulpverleners die hun taal en cultuur kennen, zijn zeer wenselijk. 4.4. Cultuursensitieve zorg moet vanzelfsprekend zijn. Er moet overal een aanbod 'zorg op maat van de verscheidenheid' komen. De samenleving verandert snel in de stad, de seniorensituatie van vorige eeuw komt nooit meer terug. Met de specifieke behoeftes en noden van allochtonen zullen we continu geconfronteerd worden. Er moet aandacht zijn voor cultuursensitieve zorg en voor cultuurgebonden gewoontes van alle culturen, ook die van de autochtonen. Zo heb je het verhaal van een Turkse kok in een rusthuis, die er op gewezen werd dat Vlamingen niet gewoon zijn om zeer gekruid te eten. Meer en meer werken er hulpverleners van buitenlandse oorsprong. Het is ook belangrijk dat zij vorming krijgen met betrekking tot de cultuur van autochtonen. Ook deze mensen hebben het recht op thuishulp en mantelzorg in overeenstemming met hun gewoontes.

Page 25: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 25 -

De diversificatie in 'zorg op maat' is zelfs het enige en evidente maatschappelijke model. Finaal moet niet ‘cultuur’ de leidraad zijn, maar wel het ‘individu’. Overculturaliseren is niet nodig als elke persoon wordt benaderd met respect voor zijn eigenheid. 4.5.Taal In de toekomst zullen zelfs de ouderen van buitenlandse oorsprong die hier school gelopen hebben, terugvallen op hun moedertaal. Daarom zal het blijvend van belang zijn dat er voldoende geïnvesteerd word in interculturele bemiddelaars. Ook al keren ALLE senioren naar hun moedertaal terug eens dementieproblemen zich voordoen, toch is het belangrijk dat de overheid investeert in inburgerings- en taalcursussen voor ouderen 4.6.Land van herkomst Men moet ouderen de kans geven naar hun land van oorsprong te gaan op vakantie zonder dat zij hierbij overdreven veel papieren moeten invullen of een overvloed aan regels opgelegd krijgen.

Page 26: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 26 -

5. ELEMENTEN VOOR EEN RVG-RESOLUTIE 5.1.Onderzoek van de situatie van allochtone ouderen in Brussel 5.2. Faciliteren van uitwisseling van goede praktijken 5.3. Vorming van de zorgverleners naar cultuursensitieve zorg 5.4. Kwaliteitslabel cultuursensitieve zorg 5.5.Toegankelijke dienstverlening voor senioren met een migratieachtergrond, met aandacht voor verbetering, stimulering en outreaching van deze dienstverlening 5.6. Ondersteuning van de mantelzorgers van allochtone ouderen 5.7. Ondersteuning van interculturele bemiddelaars 5.8. Inburgering van taallessen voor senioren met een migratieachtergrond , ook oud-komers

Brigitte GROUWELS ____________

Page 27: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 27 -

Bibliografie Van Oers 2002 Utrecht/Bilthoven Dr. Tine Buffel (VUB) : HIG-Bijscholing ‘Islamitische visie op zorg voor ouderen’; Els Nolf, BWR: Ouder worden in Vlaanderen (Voorlichtingsmateriaal); Eggerickx , Bahri , Perrin, (2006) Internationale migratiebewegingen en allochtone bevolkingsgroepen. Statistische en demografische gegevens; Cuyvers, G., & Kavs, J., “ De huidige en toekomstige behoeften van allochtone ouderen aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen.(2001)”- Universiteit Antwerpen en Limburg Heel wat andere onderzoekers in Nederland en België buigen zich vandaag over het thema ‘Zorg voor allochtone ouderen’. Verschillenden onder hen werden geraadpleegd in het kader van deze nota: Janssens en Timmerman (2003); Berdai (2005); Declercq, Wellens, Demaerschalk en De Coster, David Talloen ‘Zorg voor allochtone ouderen’ (1998-2007); Lodewijckx (2007); Moulin, Casman, Carbonnelle en Joly (2007 ULB);

Revue Observatoire « Vieillesse & Migration » Revue d’action sociale et médico-sociale, asbl, trimesteriel n° 61/2009, (Juin 2009)

Belgisch Interuniversitair Consortium over Immigratie en Integratie, Louvain-la-Neuve, Université Catholique de Louvain, GEDAP-SPED. Zie ook: http://www.pigmentzorg.be/toolbox/fiche/ouder-worden-in-vlaanderen#sthash.WxgGiBKR.dpuf http://www.skipr.nl/artikelen/id364-finse-ouderenzorg-krijgt-kleur.html#sthash.8fj4HqbB.dpuf

Page 28: VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD...2.5 Sociaal culturele integratie 2.6 Communicatieproblemen 2.7 Het terugkeer dilemma 2.8 Zijn er specifieke noden voor ouderen met een migratieachtergrond?

- 28 -

Aanvullende toelichting bij de enquête allochtone senioren Brussel ( najaar 2015 – lente 2016) 33 deelnemers waarvan 20 vrouwen en 13 mannen.

15 van de 20 van de ondervraagde vrouwen hebben de Belgische nationaliteit 13 personen zijn afkomstig uit Turkije, 4 uit Congo, 10 uit Marokko, 2 uit Algerije, 4

anderen qua geloofsovertuiging 29 moslims, waaronder 1 sjiiet, 4 katholieken, Inkomen: 24 personen zijn gepensioneerd, 2 hebben een inkomen, 2

vervangingsinkomen, 1 pre- pensioen en 1 persoon wordt door haar dochter onderhouden, 3 onbekend

32 ondervraagden hebben kinderen ( hoogste aantal 8; laagste aantal 2 kinderen); 1 ondervraagde heeft geen kinderen

20 personen wensen bij hun kinderen te kunnen wonen en 13 niet. 29 van de ondervraagden spreekt Frans waarvan 4 een beetje Nederlands en 4

personen spreken geen andere taal dan de moedertaal. Op onze vraag of er andere belangrijke opmerkingen zijn:

2 personen zijn uitdrukkelijk voor aparte rusthuizen. gebedsruimte, aandacht voor cultuur, gewoontes, aanwezigheid personeel van

verschillende culturen; voor multiculturele opvang; organiseren van gepaste activiteiten.

nood aan plaatsen waar ouderen samen kunnen komen. aandacht voor laag pensioen (armoede bij ouderen) thuishulp en inwonende thuishulp haalt men aan als positief

De ervaring van de onderzoeksters is dat ze meer hebben kunnen vernemen als ze zélf de enquête afnamen (niet de groepsverantwoordelijke). Ze werden overal warm onthaald, en de betrokkenen stelden heel wat vragen.