Visie op Wonen en Zorg - Wonen Noordwest Friesland op Wonen en Zorg.pdf · Wonen Noordwest...
-
Upload
trinhduong -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
Transcript of Visie op Wonen en Zorg - Wonen Noordwest Friesland op Wonen en Zorg.pdf · Wonen Noordwest...
3
Samenvatting
Doelstelling (vanuit ondernemingsplan K-trije)
Wonen Noordwest Friesland wil ouderen graag geschikte en kwalitatief goede woningen bieden in een
leefbare woonomgeving. Tevens willen wij faciliteren dat ouderen, ook als zij behoefte krijgen aan
zorg en service, zo lang mogelijk in hun eigen huis en/of in hun eigen dorp kunnen blijven wonen.
Deze doelstelling sluit aan op de prestatievelden 6 (wonen en zorg; „het tot stand brengen van
huisvesting voor ouderen‟) en 5 (het bevorderen van de leefbaarheid) in het BBSH.
Ook sluit bovenstaande doelstelling aan op het rijksbeleid waarin ouderen zo lang mogelijk thuis
blijven wonen, ook als zij behoefte krijgen aan zorg en diensten.
Actiepunten
Achter de actiepunten staat het hoofdstuk aangegeven waaruit dit actiepunt naar voren komt.
1. WonenNWF zorgt er voor dat senioren zo lang mogelijk zekfstandig (thuis) kunnen blijven
wonen, ook als zij beperkingen krijgen. Dit doen we door woningaanpassing in bestaande
woningen en door (vervangende) nieuwbouw. WonenNWF heeft de laatste jaren veel
nieuwbouw voor senioren gerealiseerd (zie overzichtskaart op pagina 20). Momenteel (= eind
2010) bouwt WonenNWF 24 seniorenappartementen in Dronrijp (Kúkshiem) en 23
seniorenappartementen in Stiens (Skilwei) en werken we aan de planvorming van meerdere
projecten voor woningen geschikt voor senioren. (H. 3 en 4)
2. Qua nieuwbouw voor senioren bouwt WonenNWF in kleinere dorpen levensloopbestendige
woningen en in grotere dorpen seniorenappartementen, zo mogelijk met zorgsteunpunt. In de
komende jaren bouwt WonenNWF onder meer seniorenwoningen en –appartementen in St.
Annaparochie (10 woningen aan de A. Agnesstraat, 15 aanleunwoningen bij Beuckelaer, en
op langere termijn circa 35 seniorenwoningen op de locatie Ulbe van Houten) en in de dorpen
Tzummarum (16 woning geschikt voor senioren bij Nij Bethanië), Deinum (5
levensloopgeschikte woningen), Burdaard (12 patiowoningen, geschikt voor senioren,
Herbaijum (naar verwachting 4 woningen geschikt voor senioren). Daarnaast worden er in het
kader van het SVB op verschillende locaties woningen geherstructureerd of gesloopt en
vervangen door voor senioren geschikte woningen. Dit is o.a. in Ried en Dongjum aan de
orde. (H. 3 en 4)
Deze opgave is opgenomen in de projectplanning en in het SVB 2010-2010.
3. WonenNWF wil samen met de zorgpartijen de ontwikkeling van het aantal dementerenden en
hun woonwensen monitoren. WonenNWF neemt het initiatief voor overleg. Naar verwachting
zal de groep dementerenden de komende jaren sterk groeien en er is nog maar weinig
bekend over hun woonwensen (in de eigen vertrouwde omgeving eventueel met
woningaanpassingen of toch liever in speciale nieuwbouw). ( H.2)
4. Uit de kwalitatieve woningbehoefte (leefstijlen) komt naar voren dat senioren maar weinig
verhuisgeneigd zijn en hoge kwaliteitseisen stellen. Vooral de toekomstige generatie senioren
(de „babyboomers‟) is kritisch. Zij wensen:
- Een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en
activiteiten).
WonenNWF streeft er naar bij nieuwbouw van appartementencomplexen voor
senioren een activiteitenruimte te realiseren. Daarnaast bouwen we bij voorkeur
op levendige plekken. Zie bijvoorbeeld de nieuwbouw in het centrum van Dronrijp,
in het centrum van St. Annaparochie, naast het nieuwe MFC van Burdaard en het
4
multifunctionele nieuwe Nij Bethanië (waarin o.a. kinderopvang wordt
gerealiseerd, zie pagina 32).
- Waar het gezellig is (sociaal contact)
WonenNWF legt in haar leefbaarheidsbeleid de nadruk op ontmoetingsplekken in
het dorp (MFC, dorpshuis) en zal dit in de komende jaren continueren, mede
omdat ouderen dergelijke ontmoetingsplaatsen belangrijk vinden. In de afgelopen
jaren zijn er i.h.k.v. het leefbaarheidsbeleid financiële bijdragen gedaan aan de
dorpshuizen en MFC‟s van o.a. Marssum, Blije, Boksum, Engelum, St.
Jacobiparochie en St. Annaparochie.
- Waar het veilig en geborgen is (vertrouwd)
Uit de gesprekken met stakeholders en de LeMon leefbaarheidsonderzoeken blijkt
dat bewoners Noordwest Friesland als uitermate veilig beschouwen. Daarom heeft
WonenNWF hierop geen actiepunten geformuleerd.
- En waar zorg en diensten te verkrijgen zijn.
De welzijnsdiensten die ouderen belangrijk vinden staan omschreven in hoofdstuk
6. Al deze diensten worden door de zorg- en welzijnsorganisaties in Noordwest
Friesland geboden aan de ouderen in het werkgebied van WonenNWF. (H 6)
Verder:
5. WonenNWF gaat m.i.v. 2011 één tot 2 keer per jaar een bijeenkomst organiseren met
welzijnsorganisaties om zo de banden nauwer aan te halen en hen aan te spreken op hun
werk. Agendapunten tijdens dit overleg zijn:
- het bestrijden van eenzaamheid
- het organiseren van activiteiten voor ouderen door welzijnsorganisaties
(activiteiten zijn goed voor de leefbaarheid in het dorp en het is een woonwens
van senioren op de wonen op een plaats waar wat te beleven is; zie nr. 4)
- de resultaten uit de huisbezoeken die ouderenadviseurs afleggen
- de behoefte aan diensten aan huis (zoals tuinonderhoud)
- het in kaart brengen van belemmeringen die mensen mogelijk ervaren om zo lang
mogelijk thuis te kunnen blijven wonen.
- de behoefte die mensen hebben aan zingeving en de rol die welzijn hierin kan
vervullen (H 6)
6. WonenNWF gaat samen met verenigingen van dorpsbelangen tijdens de dorpsschouwen
kijken of de openbare ruimte toegankelijker kan worden gemaakt voor mensen die minder
goed mobiel zijn. De afgelopen tijd hebben er dorpsschouwen plaatsgevonden in Beetgum,
Engelum, Zweins, Peins, Oosterbierum, Tzum, Herbaijum, Hallum, Burdaard, Oudebildtzijl en
Vrouwenparochie. In december 2010 volgen Nij Altoenae en Minnertsga. In 2011 worden er
o.a. dorpsschouwen gehouden in Dongjum, Hitzum, Sexbierum, St. Annaparochie, St.
Jacobiparochie en Minnertsga. Voor de gemeenten Menaldumadeel en Ferwerderadiel worden
in januari 2011 afspraken gemaakt in welke dorpen dat jaar dorpsschouwen worden
gehouden. (H 6)
7. WonenNWF gaat de gemeenten in ons werkgebied meer aanspreken op hun WMO-taak het
aanpakken van eenzaamheid en het stimuleren van participatie. Dit punt zet WonenNWF op
de agenda van de bestuurlijke overleggen die WonenNWF met de gemeenten voert. Ook zal
dit onderwerp van gesprek zijn bij het maken van prestatieafspraken (H 6 en 7)
8. Wat betreft mobiliteit (oftewel; zijn voorzieningen voldoende bereikbaar voor senioren?) zijn
uit de gesprekken met de stakeholders geen problemen naar voren gekomen. Wel geven de
LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008 in
gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat
bewoners in Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp.
WonenNWF zal in 2011 met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat
5
het probleem precies is en samen zoeken naar een oplossing, zonder daarbij op de stoel van
anderen te gaan zitten. WonenNWF vervult slechts de rol van katalysator. (H 6)
9. Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door WonenNWF in de periode 2010-2015
is geschikt voor senioren (levensloopbestendig). Dit staat ook opgenomen in het lokaal
akkoord met gemeente Franekeradeel. (H7 en H 4)
10. WonenNWF is onder voorwaarden bereid te investeren in zorgvastgoed. WonenNWF kan o.a.
het onderhoud aan zorgvastgoed verzorgen, zorginstellingen hierover adviseren en eventueel
zorgvastgoed in eigendom realiseren. De criteria hiervoor staan in de notitie maatschappelijk
vastgoed van WonenNWF. (H 7)
11. WonenNWF ziet momenteel weinig/geen vraag naar domotica-voorzieningen en laat het
initiatief tot het aanbieden van domotica-voorzieningen voorlopig over aan de zorgpartijen.
WonenNWF staat echter wel positief tegenover domotica en volgt de ontwikkelingen in de
markt. De wensen van huurders staan centraal. (H 8)
12. WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en
innovatieve woonvormen voor senioren. Bijvoorbeeld in Britsum doet WonenNWF momenteel
samen met andere partijen onderzoek naar de haalbaarheid en behoefte aan groepswonen/
centraal wonen, onder meer geschikt voor ouderen. (H 8)
Analyse
Deze conclusies zijn tot stand gekomen vanuit de reacties van stakeholders op de concept visie op
wonen en zorg, de samenwerking met de stakeholders en vanuit onderzoek naar de woonwensen van
senioren (kwantitatief en kwalitatief).
Reacties stakeholders (zie bijlage 5)
Over het algemeen vonden de stakeholders de visie gedegen en herkenbaar. Deze herkenbaarheid zit
onder meer in de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen, het
belang van een goed activiteitenaanbod voor ouderen en de toename van het aantal mensen met
dementie.
Men is positief over de inzet van WonenNWF op het gebied van levensloopbestendige woningen
(zowel nieuwbouw als aanpassingen doen in bestaande bouw). Bij nieuwbouw van
seniorenappartementen dient bij voorkeur ook een recreatieruimte aanwezig te zijn, waar bewoners
elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten georganiseerd kunnen worden. Dit gaat eenzaamheid tegen.
Maar ook het dorpshuis kan deze rol van ontmoetingsplek vervullen. De stakeholders zijn daarom
positief t.a.v. de investeringen die WonenNWF in het kader van haar leefbaarheidsbeleid hierin doet.
Samenwerking met stakeholders / rolverdeling (p 45-53)
WonenNWF werkt nu en in de toekomst samen met gemeenten en zorgpartijen aan het realiseren van
voor seniorengeschikte woningen in Noordwest Friesland met daarbij een goed zorgaanbod. In
prestatieafspraken (convenant/lokaal akkoord) maar ook in afspraken op projectniveau is aangegeven
wie welke taken uitvoert. Simpel gezegd verzorgt WonenNWF de bouw en verhuur van de woningen,
de gemeente het „papierwerk‟(bestemmingsplanwijzigingen, vergunningen etc.) en de openbare
ruimte en de zorgpartij het leveren van zorg. Goede onderlinge afstemming hierbij is in ieders belang.
Omdat de woonomgeving van groot belang is voor plezierig wonen en de aantrekkelijkheid (en
daarmee verhuurbaarheid) van woningen én omdat deze woonomgeving ook voor senioren goed
toegankelijk moet zijn wil WonenNWF in de samenwerking met gemeente hier in de komende periode
meer aandacht besteden. Conform het SVB (Strategisch Voorraadbeleid Plan) van WonenNWF streeft
6
WonenNWF er naar bij herstructurering van bestaande woningen afspraken te maken met de
gemeente(n) om woningen en woonomgeving (openbare ruimte) tegelijkertijd aan te pakken zodat
de hele straat in een keer een grote kwaliteitsimpuls krijgt.
Met de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noordwest Fryslân (die voor de acht gemeenten in
noordwest Friesland delen van de WMO uitvoert) heeft WonenNWF in 2009 prestatieafspraken
gemaakt over o.a. het aanbrengen van aanpassingen in woningen van senioren. De
prestatieafspraken geven duidelijkheid over vergoedingen, criteria en taakverdeling.
Daarnaast verzorgt „de Dienst‟ de aanbesteding van huishoudelijke zorg voor de gemeenten in haar
werkgebied, zodat geïndiceerde senioren verzekerd zijn van huishoudelijke zorg.
Wonen NWF werkt nauw samen met de vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van
Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie,
Interzorg in Ferwert en Hallum en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum
en Stiens. De rolverdeling tussen WonenNWF en de vier zorgcentra is als volgt:
- WonenNWF verhuurt aanleunwoningen op deze vier locaties waarbij vanuit de zorgcentra
zorg op maat wordt geleverd.
- De vier zorgcentra verzorgen activiteiten en maaltijdservice waardoor oudere huurders
van WonenNWF langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
- Verder wordt er vanuit zorgcentrum het Bildt (locatie Beuckelaer) te St. Annaparochie en
vanuit Interzorg in Ferwert (locatie Foswert) huishoudelijke verzorging geleverd aan
oudere huurders in resp. gemeente het Bildt en gemeente Ferwerderadiel.
- WonenNWF is met alle vier de partijen in gesprek over ver-/nieuwbouw.
Er is nog maar weinig samenwerking tussen WonenNWF en de welzijnspartijen in de regio. Door het
bespreken van de visie op wonen en zorg met hen is hier een eerste stap in gezet en zijn er gespreks-
Kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte (p 27 – 39)
Per gemeente zijn (toekomstige) vraag en aanbod aan wonen en zorg met elkaar vergeleken.Dit zijn
de conclusies per gemeente en de acties die WonenNWF hierop onderneemt (conform SVB):
In de gemeente Ferwerderadiel is sprake een afnemende bevolkingsomvang en stabilsatie gevolgd
door krimp op de woningmarkt. Om weer wat druk te krijgen op de ontspannen woningmarkt van
Ferwerderadiel vermindert WonenNWF haar woningbezit door sloop van woningen gevolgd door
minder nieuwbouw (m.u.v. Burdaard). Het aantal seniorenwoningen wordt wel vrijwel hetzelfde
gehouden (van 176 naar 172) (zie SVB). Het aandeel seniorenwoningen in de totale woningvoorraad
neemt derhalve toe; net zoals het aandeel senioren in de bevolking.
In de dorpen van Franekeradeel is het aantal senioren (75+) dusdanig klein dat hier nauwelijks een
opgave ligt. Dit komt ook omdat WonenNWF de laatste jaren al veel nieuw gebouwd heeft voor
senioren. Een getalsmatige toename van het aantal voor senioren geschikte woningen in de dorpen
van Franekeradeel is in de eerstkomende jaren niet en ook daarna nauwelijks nodig. Wel zal er –
vanuit WMO aanvragen – woningaanpassing plaatsvinden.
In gemeente Menaldumadeel wordt (conform het SVB) nieuwbouw voor senioren gerealiseerd in
Menaldum, Dronrijp en Berikum. In totaal wordt de hoeveelheid seniorenwoningen van WonenNWF in
Menaldumadeel licht uitgebreid om aan de vraag te kunnen voldoen.
In gemeente het Bildt is de getalsmatige uitbreiding van het aantal seniorenwoningen in de komende
jaren niet groot, maar door verschillende sloop/nieuwbouw projecten wordt er wel een flinke
7
kwaliteitsslag gemaakt om de senioren in het Bildt van eigentijdse huisvesting te voorzien (zie
hoofdstuk 4). Deze projecten zijn onder andere de verbouw en nieuwbouw van zorgcentrum
Beuckelaer, de herstructurering van de verouderde seniorenwoning aan de Dirk Janzsstraat en de
onlangs opgeleverde woningen aan de Middelweg Oost/Negenmorgenspad; allen in St. Annaparochie
Bij de kwalitatieve woningbehoefte komt allereerst naar voren dat senioren maar weinig
verhuisgeneigd zijn. Ze zijn tevreden in hun huidige woning. Om hen toch de stap naar een andere
woning te laten zetten moet je met een kwalitatief heel goed product komen. De senioren die wél
verhuisgeneigd zijn zoeken (gemiddeld gezien) een woning of appartement op een plek waar wat te
beleven is (voorzieningen en activiteiten), waar het gezellig is (sociaal contact), waar het veilig en
geborgen is (vertrouwd), en waar zorg en diensten (ondersteuning) te verkrijgen zijn. (zie actiepunt 4,
pagina 3). Hierbij moet niet de nadruk liggen op zorg en oud, maar juist op wellness en activiteit.
Verder is het belangrijk dat de woonomgeving leefbaar is. Denk hierbij aan veiligheid, aanwezigheid
van voorzieningen, een ontmoetingsplek (zoals dorpshuis) en looproutes door het dorp zonder
obstakels en met zitgelegen-heden. Via de acties 4, 5, 6 en 7 speelt WonenNWF hier op in.
Achtergronden (p 10 – 26, 57 – 60)
Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ´mee doen´(participatie) zijn de sleutelwoorden in het rijksbeleid
op het gebied van wonen en zorg. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij
beperkingen krijgen. Mensen kunnen kiezen van welke zorgaanbieder zij zorg willen betrekken
(marktwerking) omdat wonen en zorg juridisch gescheiden zijn (worden niet in één pakket
aangeboden). Door het nieuwe systeem van zorgzwaartepakketten (sinds 2010) ontvangen
intramurale instellingen niet meer een vast bedrag per cliënt, maar dit wordt voortaan bepaald op
basis van de zorgvraag.
Het aantal (en aandeel) senioren neemt flink toe in de komende jaren, wanneer de „babyboom-
generatie‟ (geb. ca. 1945-1960) 65+ wordt. Naast dat het aantal senioren toeneemt worden zij ook
nog eens steeds ouder. Gemiddeld gezien geldt; hoe ouder hoe meer zorg nodig. Zodoende neemt de
behoefte aan zorg toe. Dit terwijl er juist steeds minder geld beschikbaar is. Er zal waarschijnlijk flink
bezuinigd gaan worden in de zorg. Naar verwachting moeten mensen met een lichte zorgvraag in de
toekomst zich steeds meer zelf weten te redden en ook meer zorg zelf betalen. De overheid
concentreert zich op mensen met een zwaardere zorgvraag.
Het aantal senioren neemt toe, maar de totale bevolkingsomvang in Noordwest Friesland kent juist
een afnemende groei, gevolgd door stagnatie en vanaf ca. 2020 zal het inwonertal langzaam
afnemen. De bevolkingsopbouw wijzigt (minder jongeren, meer ouderen) en het totaal aantal mensen
zal, waarschijnlijk vanaf circa 2020/2025 afnemen. Op pagina 6 en in hoofdstuk 4 staat per gemeente
aangegeven hoe WonenNWF hier op in speelt.
Al sinds de jaren ‟70 bouwt WonenNWF woningen geschikt voor senioren. In de laatste circa tien jaar
zijn in vrijwel alle dorpen nieuwe seniorenwoningen gerealiseerd. Er wordt ook wel gesproken over
„levensloopgeschikte woningen; oftewel woningen die in elke levensfase, dus ook voor ouderen,
geschikt zijn. In de grotere dorpen zijn en worden zowel woningen als appartementen – vaak met
zorgsteunpunt – gebouwd. In de kleinere dorpen ligt de nadruk op grondgebonden woningen. In de
komende periode zal WonenNWF hier mee door gaan, maar zullen we tevens aandacht besteden aan
de herontwikkeling van verouderde verzorgings- en verpleeghuislocaties, aan het beter toegankelijk
maken van de openbare ruimte voor mensen die minder goed mobiel zijn (i.s.m. gemeenten) en
mogelijk ook een signalerende rol vervullen ten aanzien van vervoer / mobiliteit. (zie actiepunt 8)
Woon/zorg voorzieningen dienen namelijk wel bereikbaar te zijn voor ouderen.
8
Inhoud
1. Aanleiding .............................................................................................................................10
2. Ontwikkelingen ......................................................................................................................11
Maatschappelijke ontwikkelingen ...............................................................................................11
Wet- en regelgeving in de zorg ..................................................................................................13
Demografische ontwikkelingen ...................................................................................................14
Conclusies ................................................................................................................................18
3. Gevoerde beleid & gerealiseerde projecten van WonenNWF in afgelopen jaren .........................19
Gevoerde beleid: .......................................................................................................................19
Conclusies: ...............................................................................................................................21
Gerealiseerde projecten .............................................................................................................22
4. Woningbehoefte (kwantitatief) ...............................................................................................27
Algemeen .................................................................................................................................27
Gemeente het Bildt ................................................................................................................27
Gemeente Ferwerderadiel ......................................................................................................30
Gemeente Franekeradeel .......................................................................................................31
Gemeente Menaldumadeel .....................................................................................................33
Conclusies ................................................................................................................................35
5. Woningbehoefte kwalitatief (woonwensen) .............................................................................36
Conclusies: ...............................................................................................................................39
6. Woonomgeving .....................................................................................................................40
Toegankelijkheid & „uitgankelijkheid‟ ..........................................................................................40
Mobiliteit ..................................................................................................................................41
Leefbaarheid / woonmilieu .........................................................................................................41
Welzijn .....................................................................................................................................42
Conclusies: ...............................................................................................................................44
7. Samenwerking .......................................................................................................................45
7.1 Partijen, rollen en verantwoordelijkheden ........................................................................45
7.2 Voordelen van samenwerken ..........................................................................................51
7.3 Drempels bij samenwerken ............................................................................................51
Tijdshorizon ..........................................................................................................................52
Wettelijke beperkingen ..........................................................................................................52
Zorgzwaartepakketten ...........................................................................................................52
Marktwerking ........................................................................................................................53
7.4 Schaalvergroting .................................................................................................................54
7.5 Zorgvastgoed ......................................................................................................................54
9
Conclusies ................................................................................................................................56
8 Innovaties in wonen en zorg ..................................................................................................57
Technische innovaties ...............................................................................................................57
Innovatie in organisatie .............................................................................................................58
Innovatieve woonvormen voor senioren .....................................................................................58
Conclusies ................................................................................................................................58
9.Toekomst ..................................................................................................................................59
Conclusies ................................................................................................................................60
10. Acties ...............................................................................................................................61
Lijst van afkortingen .....................................................................................................................64
Literatuur .....................................................................................................................................65
Bijlage 1 Prognoses aantallen dementerenden .........................................................................67
Bijlage 2: Verantwoording Horizon © ......................................................................................69
Bijlage 3: berekening aantal geschikte woningen voor senioren door Horizonline .......................70
Bijlage 4 Gezinsverdunning ....................................................................................................71
Bijlage 5: Reacties stakeholders op visie Wonen en Zorg ..........................................................72
10
1. Aanleiding
Doelstelling
Wonen Noordwest Friesland wil faciliteren dat ouderen, ook als zij behoefte krijgen aan zorg en
service, zo lang mogelijk in hun eigen huis en/of in hun eigen dorp kunnen blijven wonen. Daarom
willen wij een actieve rol innemen bij het huisvesten van senioren, het bouwen van nieuwe
levensloopgeschikte woningen en appartementen voor senioren en het realiseren van
zorgsteunpunten.
Deze doelstelling van Wonen Noordwest Friesland (WonenNWF) vormt de aanleiding tot het schrijven
van deze visie op wonen en zorg. Daarnaast willen we met deze notitie tegemoet komen aan de
resultaten van de visitatie.
Medio 2007 laat WonenNWF zich „visiteren‟. Onafhankelijk onderzoeksbureau Raeflex licht de
organisatie door en constateert dat het WNWF ontbreekt aan een integrale visie op het terrein van
wonen en zorg. WonenNWF is van mening dat deze visie zit vervat in het ondernemingsplan Nije
Tiden, maar erkent dat deze nog verder uitgewerkt dient te worden. Hier wil WonenNWF in voorzien
door middel van onderhavige notitie.
Om bovenstaande doelstelling te kunnen realiseren dient er voldoende inzicht te zijn in
- De landelijke en regionale ontwikkelingen in wonen en zorg die van invloed zijn in ons
werkgebied
- Vraag en aanbod aan woningen geschikt voor senioren, zorg en welzijn
- De samenwerkingsmogelijkheden (rolverdeling) tussen WonenNWF en gemeenten,
zorgpartijen en welzijnspartijen
- Innovaties op het gebied van huisvesting voor ouderen, eventueel met zorgbehoefte
- En toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg.
Deze onderwerpen worden in onderhavige notitie behandeld.
Doelgroep
In deze notitie ligt de focus op het zo goed mogelijk bedienen van onze oudere bewoners, nu en in de
toekomst. Ook als zij last krijgen van beperkingen en daarom zorg en service nodig hebben kunnen ze
op WonenNWF rekenen. Natuurlijk zijn er ook jongere bewoners die zorg nodig hebben, maar deze
groep is relatief klein, terwijl de groep oudere huurders aanzienlijk is. Bovendien zal deze groep in de
toekomst groeien. Daarom gaat het in deze notitie specifiek om ouderen.
Nieuw kabinet
Tijdens de ontwikkeling van deze Visie op Wonen en Zorg (hierna genoemd „de Visie‟) is het kabinet
Rutte aangetreden. In het regeerakkoord staan verschillende plannen ten aanzien van zowel de zorg
als de woningmarkt. Deze plannen zijn niet meegenomen in de Visie aangezien nog onduidelijk is op
welke wijze de plannen uit het regeerakkoord in wet- en regelgeving zullen worden vertaald. Wel zijn
in hoofdstuk 9 van deze Visie enkele tendensen aangegeven die van invloed zijn op het toekomstig
beleid op het gebied van wonen en zorg.
11
2. Ontwikkelingen
Er zijn verschillende landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg die van
invloed zijn op het werkterrein van WonenNWF. Het gaat hierbij onder meer om ontwikkelingen in de
maatschappij, veranderende wet- en regelgeving en demografische ontwikkelingen. Deze
ontwikkelingen vormen het kader, de context waarbinnen WonenNWF werkt en zodoende ook haar
beleid vorm geeft.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Vermaatschappelijking en zelfstandigheid
Het huidige rijksbeleid op het gebied van gezondheidszorg staat in het teken van zelfstandigheid.
Mensen moeten zelf keuzes kunnen maken en dat geldt ook voor mensen met een beperking. De
eigen kracht van mensen staat centraal. Mensen met een beperking moeten zo veel mogelijk kunnen
participeren in de samenleving; „mee doen‟. Dit meedoen is echt de Wmo-gedachte, waar later in deze
notitie op ingegaan wordt.
Deze nadruk op zelfstandigheid en participatie vloeit voort uit een proces van „vermaatschappelijking
van de zorg‟. Dit betekent mensen met een beperking niet in een instelling opnemen (zoals tot in de
jaren ‟70 gebruikelijk was), maar hen een zo gewoon mogelijk leven laten leiden. Dus het verlenen
van zorg buiten de muren van de instelling zodat mensen zelfstandig kunnen blijven wonen en blijven
deelnemen aan de samenleving. Deze verschuiving van het wonen in een instelling („intramuraal‟)
naar een vorm van wonen waarin de cliënt zoveel mogelijk zelfstandigheid behoudt, bijvoorbeeld in de
eigen woning wordt extramuralisering genoemd. Extramuralisering betekent letterlijk „buiten de
muren brengen‟. Doel is het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen met een beperking.
Tevens is kostenbeheersing een van de motieven.
Het doorvoeren van de „vermaatschappelijking‟ van de zorg heeft heel veel nieuwe ontwikkelingen in
gang gezet, zoals bovengenoemde extramuralisering & bijbehorende tendens om zelfstandig te blijven
wonen, het scheiden van wonen en zorg, ketenzorg en nieuwe regelgeving en financiering. Deze
onderwerpen komen hierna aan bod.
Zelfstandig (blijven) wonen
Zelfstandig (blijven) wonen, ondersteund met zorg en diensten, is niet alleen een wens van de
regering maar lijkt ook steeds vaker de wens van mensen zelf. Mensen moeten in principe zorg
krijgen in de omgeving waar zij dat willen. Dat iemand zorg nodig heeft betekent immers niet dat
iemand de regie over de leefsituatie en woonomgeving hoeft kwijt te raken. Grote groepen ouderen,
zieken en gehandicapten geven er de voorkeur aan zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.
Om zelfstandig wonen mogelijk te maken bouwen woningcorporaties, waaronder WonenNWF,
woningen die geschikt zijn voor senioren. Tevens worden bestaande woningen aangepast,
bijvoorbeeld door het plaatsen van een traplift of beugels in douche/toilet.
Zorgorganisaties spelen in op deze ontwikkeling door (thuis)zorg en service aan huis te bieden. Denk
hierbij aan maaltijdservice, verzorging en huishoudelijke verzorging. Welzijnsorganisatie leveren
welzijnsdiensten in de buurt. Het gaat dus om een samenspel van wonen, zorg en welzijn. De
rolverdeling tussen deze partijen wordt nader beschreven in hoofdstuk 7.
Zelfstandig wonen in combinatie met (in)formele zorg binnen een stevig sociaal netwerk is een
belangrijk uitgangspunt van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) die in 2007 is ingevoerd.
(zie paragraaf Wmo)
12
Er zijn echter grenzen verbonden aan de zorg die mensen in de thuissituatie kunnen krijgen. Met de
brief „Betekenis visie langdurige zorg voor bekostiging AWBZ‟ (01-02-2010) start staatssecretaris
Bussemaker van VWS het debat over de vraag of die grenzen de juiste zijn.
Zij doet daarin geen harde uitspraken, maar tussen de regels door wordt wel duidelijk dat op termijn
het huidige stelsel, waarin iedereen zorg aan huis kan krijgen die (grotendeels) vergoed wordt,
financieel gezien niet houdbaar is. In het hoofdstuk toekomst wordt hier nader op in gegaan.
Scheiden van wonen en zorg
Een andere tendens die samenhangt met voornoemde extramuralisering en nadruk op zelfstandigheid
en keuzevrijheid van mensen met een beperking is het scheiden van wonen en zorg.
„Hier wordt onder verstaan de juridische en financiële scheiding tussen wonen/verblijf en zorg.
Juridisch in die zin dat er voor de cliënt minstens twee contracten bestaan: één met de
woningaanbieder of financier en één met de zorgaanbieder. Financieel gescheiden: de cliënt betaalt
huur of hypotheek voor de woning en betaalt anderzijds een eigen bijdrage voor de afgenomen zorg.‟
Bron: Standpunt scheiden van wonen en zorg, 26-06-2009
Mensen moeten dus kunnen kiezen hoe zij willen wonen, ook als zij zorg nodig hebben. Naast het
bieden van keuzevrijheid is de achterliggende gedachte bij het scheiden van wonen en zorg dat
hiermee de diversiteit in woonvormen ook voor mensen die langdurige zorg nodig hebben, kan
worden vergroot.
In alle seniorenwoningen en –appartementen van WonenNWF kunnen bewoners zelf kiezen via welke
zorgaanbieders zij hun zorg willen afnemen. Er zijn geen verplichte combinaties van wonen en zorg.
Zie hoofdstuk 7.
Een voorbeeld hiervan zijn bewoners van het Súdderhoog (appartementengebouw naast locatie
Beuckelaer van Zorgcentrum het Bildt te St. Annaparochie) die persoonlijke verzorging krijgen vanuit
Beuckelaer en huishoudelijke verzorging door een zorgpartij naar keuze, terwijl zij natuurlijk ook beide
vanuit Beuckelaer kunnen krijgen.
Ketenzorg
Organisaties streven naar een goede onderlinge afstemming van wonen en zorg eventueel
gecombineerd met welzijn. Partijen vinden samenwerking noodzakelijk, o.a. om een integraal en
gevarieerd aanbod aan de cliënt te kunnen bieden. Een ketendienst is een dienst geproduceerd door
meerdere organisaties ten behoeve van een klant. Iedere organisatie in de keten produceert een
deeldienst.
Er wordt veel gepraat en geschreven over ketenzorg maar tot nog toe verloopt de samenwerking nog
niet zo soepel. Aan de ene kant legt de overheid de nadruk op concurrentie door het beleid van
marktwerking en aan de andere kant stimuleert zij samenwerking en netwerkvorming.
De begeleidingscommissie het Bildt is een voorbeeld van ketenzorg waar WonenNWF bij betrokken is.
Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van zorgcentrum het Bildt (ZHB), huisarts, stichting
welzijn ouderen (SWO), gemeente het Bildt, Thuiszorg Het Friese Land, Interzorg en WonenNWF
(voorzitter). Circa eens per zes weken worden in deze vergadering mensen besproken die zorg nodig
hebben, grotendeels ouderen, om samen te komen tot een geïntegreerd aanbod op het gebied van
wonen en zorg.
Toename zwaarte van de zorgvraag
Mensen worden steeds ouder waardoor het aantal jaren dat zij zorg nodig hebben toeneemt en dit
betreft ook steeds zwaardere zorg. Bovendien blijven mensen steeds langer thuis wonen, ook als de
behoefte aan zorg toeneemt. Dit stelt specifieke eisen aan de woning. De verwachting is dan ook dan
het aantal aanvragen voor woningaanpassing toe zal nemen. Zie paragraaf WMO.
13
Stagnatie op de woningmarkt
Bij nieuwe seniorenwoningen en appartementen van WonenNWF komt ongeveer de helft van de
mensen uit een huurwoning en de helft uit een koopwoning. De stagnatie op de woningmarkt vormt
een groot probleem voor deze laatste groep. Veel ouderen met een eigen woning willen wel verhuizen
naar een seniorenappartement maar kunnen hun eigen woning niet verkopen.
Wet- en regelgeving in de zorg
De eerder genoemde nadruk op zelfstandigheid, keuzevrijheid en participatie in de samenleving van
mensen met een beperking is duidelijk te zien in de veranderende wet- en regelgeving. Enerzijds volgt
de wet- en regelgeving deze ontwikkelingen in de maatschappij, anderzijds worden deze
ontwikkelingen in gang gezet door de veranderende wet- en regelgeving.
WMO, Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Sinds 1 januari 2007 is er de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet verstrekt
voorzieningen om personen met een lichamelijke- en/of psychische beperking zo veel mogelijk te
ondersteunen, zodat zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en actief kunnen deelnemen
aan de samenleving. Het gemeentelijk Wmo-loket bundelt alle voorzieningen waar ouderen binnen de
gemeentegrenzen de beschikking over hebben.
Het gaat hierbij om:
Huishoudelijke verzorging
Rolstoelvoorziening
Vervoersvoorziening
Welzijnsvoorzieningen
Ondersteuning van mantelzorgers
ZZP’s / Zorgzwaartebekostiging
De financiering van instellingen in de verpleging en verzorging, de gehandicaptenzorg en de
langdurige geestelijke gezondheidszorg verandert. Vóór 2009 ontvingen zorginstellingen een
geldbedrag op basis van beschikbare capaciteit (het aantal bedden). Sinds 1 januari 2010 bepaalt de
„zorgzwaarte‟ van de cliënten het budget (2009 was een overgangsjaar). Voor cliënten die weinig zorg
nodig hebben, krijgen zorginstellingen minder geld dan voor cliënten met een grote zorgvraag. Bij
zorgzwaartebekostiging horen zorgzwaartepakketten (ZZP). In een zorgzwaartepakket staat
beschreven hoeveel en welke zorg een bewoner van een instelling nodig heeft.
Het bepalen hoeveel hulp en zorg iemand nodig heeft (en het vaststellen van bijbehorende
zorgzwaartepakket) heet indiceren. Voor een indicatiebesluit kunnen mensen terecht bij het Centrum
indicatiestelling zorg (CIZ). Bij een zorgzwaartepakket hoort een zorgplan. In dit plan worden de
afspraken die bewoner en zorginstelling maken over de invulling van de zorg vastgelegd.
Aan de financiering van de intramurale zorg op basis van zorgzwaartepakketten wordt in de toekomst
een element voor de huisvesting toegevoegd (kapitaallastencomponent). Dit betekent dat
zorginstellingen niet meer een vast bedrag krijgen voor hun huisvesting, maar dat de kosten van
huisvesting in de zorgzwaartepakketten wordt opgenomen. Het effect hiervan op de rolverdeling &
risico‟s bij woon-zorgprojecten wordt beschreven in H 7.
(gereguleerde) Marktwerking
De rijksoverheid ziet concurrentie tussen zorgaanbieders als middel om zorginstellingen te motiveren
om de beste kwaliteit zorg te leveren. Er is concurrentie tussen verschillende zorgpartijen in de regio
14
voor nieuwe clienten. Door de marktwerking lopen zorgorganisaties grotere (financiële) risico´s dan
voorheen. Dit betekent dat WonenNWF alert moet zijn op risico´s en op de levering van voldoende en
goede zorg in haar (nieuwbouw) seniorenwoningen. Zie hoofdstuk 9.
Bezuinigingen in de zorg
Mede door toename van het aantal senioren nemen de kosten van de gezondheidszorg flink toe terwijl
er steeds minder geld beschikbaar is. Er dient derhalve (op termijn) bezuinigt te worden in de zorg.
Hier wordt nader op in gegaan in het hoofdstuk Toekomst.
Demografische ontwikkelingen Noordwest Friesland heeft in de komende periode te maken met vergrijzing, ontgroening en een
afname van de bevolkingsgroei. Deze demografische veranderingen worden in dit hoofdstuk
geschetst. Veranderingen in de omvang van de leeftijdsgroepen zijn een indicatie voor de te
verwachten invloeden op de verschillende (beleid)sectoren. De invloed van deze demografische
ontwikkelingen op de woningbehoefte (zowel kwantitatief als kwalitatief) worden in hoofdstuk 4 en 5
beschreven.
Provincie Fryslân brengt eens in de twee jaar een notitie naar buiten met daarin een actueel beeld van
de trendmatig te verwachten bevolkings- en huishoudensontwikkeling. Hieruit valt ook de
kwantitatieve woningbehoefte af te leiden. Voor inzicht in de kwalitatieve woningbehoefte is er het
WOBOF. In dit hoofdstuk worden zowel de provinciale cijfers als de cijfers van het CBS (Horizonline)
gehanteerd.
Afname bevolkingsgroei
Provinciaal gezien is er op dit moment (2010) een geboorteoverschot van circa 1500 personen per
jaar. Het gemiddeld kindertal in Fryslân ligt traditioneel gezien hoger dan het landelijk gemiddelde; de
laatste jaren iets boven 1,9 kinderen per vrouw (landelijk 1,7). In de periode 2004-2008 was het
gemiddeld kindertal het laagst in de gemeente Leeuwarden (1,56) en het hoogst in Ferwerderadiel
(2,37). Deze laatste gemeente is gelegen in het werkgebied van WonenNWF.
Verwacht wordt dat de natuurlijke groei in Fryslân rond 2025 negatief zal worden en dat het
geboorteoverschot daarmee dus een sterfteoverschot wordt.
Ten opzichte van de vorige prognoses (2007 en 2004) is de Friese bevolkingsgroei naar beneden
bijgesteld als gevolg van bovengenoemd toekomstig negatief geboorteoverschot en een negatieve
binnenlandse migratie. De provincie Fryslân kent al decennia lang een binnenlands vertrekoverschot:
er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen en er is geen reden om aan te nemen dat dit zal
veranderen.
In deze notitie wordt onder de regio Noordwest Friesland het werkgebied van WonenNWF verstaan (=
Ferwerderadiel, Menaldumadeel, het Bildt en Franekeradeel). In het provinciale WOBOF onderzoek
omvat de regio noordwest de gemeenten Harlingen, Franekeradeel, het Bildt en Ferwerderadiel. De
gemeente Menaldumadeel hoort in het provinciale onderzoek bij de regio midden. In deze notitie
wordt de provinciale definitie van de regio Noordwest aangeduid met „de provinciale regio Noordwest‟.
In de provinciale regio Noordwest zal het inwonertal naar verwachting in 2020 lager zijn dan anno
2010.
15
Afname aantal huishoudens
De neerwaarts bijgestelde groei van het Friese inwonertal werkt ook door in een lagere verwachting
t.a.v. de groei van het aantal huishoudens. Overigens zal, omdat er een proces van individualisering
en gezinsverdunning gaande is, het aantal huishoudens naar verhouding nog wel wat meer en langer
toenemen dat het aantal inwoners.
De huishoudensgroei in de provinciale regio Noordwest was in 2007 circa 130 huishoudens en blijft de
komende tien jaar (2010-2020) op beperkte schaal groeien. Daarna zakt deze groei af en rond 2030
komt de nullijn in zicht. De verschillende prognoses lopen overigens aardig uiteen (flinke
bandbreedte).
Prognose Fryslân Huishoudens 2009-2030 (PrFr 2009)
2010-
2020
2020-
2030
2009 2010 2015 2020 2025 2030 abs rel abs rel
Menaldumadeel 5.642 5.636 5.547 5.463 5.366 5.270 -173 -3,10% -193 -3,50%
Het Bildt 4.457 4.479 4.568 4.647 4.795 4.876 168 3,80% 229 4,90%
Ferwerderadeel 3.549 3.587 3.677 3.660 3.686 3.661 73 2,00% 1 0,00%
Franekeradeel 8.731 8.766 8.998 9.099 9.110 9.300 333 3,80% 201 2,20%
Noordwest 23.546 23.658 24.241 24.549 24.732 24.915 891 3,80% 366 1,50%
Fryslân 278.612 280.636 289.869 296.981 302.372 305.066 16.345 5,80% 8.085 2,70%
Voor het maken van deze prognose maakt de provincie gebruik van een model dat berekeningen
uitvoert op basis van ontwikkelingen in het recente verleden (trends), nationale prognoses en
verwachtingen qua vruchtbaarheid, sterfte en huishoudensvorming en de relatieve verschillende
daarbij tussen gemeenten. Het betreft dus een trendprognose, waarbij trends uit het verleden worden
doorgetrokken naar de toekomst. Deze wijze van berekenen brengt twee opvallende zaken met zich
mee:
In bovenstaande prognose springt gemeente Menaldumadeel er in negatieve zin uit. Dit komt met
name omdat het een trendprognose is. Menaldumadeel heeft de laatste 10 jaar heel weinig gebouwd
(vanwege de provinciale contingentering). Daardoor heeft de gemeente met stevige
vertrekoverschotten te maken gekregen die in dit model trendmatig doorgetrokken zijn naar de
toekomst. Gezien de goede verhuurbaarheid van woningen in Menaldumadeel en de gunstige ligging
van deze gemeente (t.o.v. Leeuwarden en ontsluitingswegen) gaat WonenNWF er van uit dat de
feitelijke huishoudensontwikkeling in Menaldumadeel een stuk minder negatief zal zijn.
In gemeente het Bildt en Ferwerderadeel gaat het model uit van een behoorlijke gezinsverdunning
(zie bijlage) waardoor het aantal huishoudens hoger uit komt dan op het eerste gezicht wellicht
verwacht zou worden. Als gevolg van de aanwezigheid van een AZC worden er in het Bildt naar
verhouding iets meer alleenstaande huishoudens verwacht. Gemeente Ferwerderadeel kent op dit
moment een hoge gemiddelde huishoudensgrootte. Het model gaat er van uit van een flinke
huishoudensverdunning in de komende periode, richting het provinciaal gemiddelde. Door deze
aanname daalt in deze prognose de huishoudensgrootte niet, terwijl het aantal inwoners wel daalt.
Kortom, bovenstaande cijfers zijn slechts indicatief en met name bedoeld om de algehele tendens van
afnemende groei en stagnatie aan te geven. Zowel op provinciaal niveau als in noordwest Fryslân
komt de totale groei van het aantal huishoudens vrijwel alleen voor rekening van de groei van het
aantal alleenstaanden (meer scheidingen en een verouderende bevolking).
16
Veranderende bevolkingsopbouw; vergrijzing en ontgroening
Voor de provincie als geheel nemen tot 2030 de 0 tot 15 jarigen af met ruim 10.000 personen. De
groep jongeren van 15 tot 25 jaar neemt eveneens met 10.000 personen af. De 25 tot 50 jarigen
nemen in absolute aantallen het sterkst af, namelijk met een kleine 40.000 personen. De groep 50 tot
65 jaar groeit eerst een aantal jaren om vanaf 2020 weer af te nemen. Per saldo zal de groep in 2030
dezelfde omvang kennen als in 2009. Het aantal 65 plussers zal naar verwachting het sterkst
toenemen. Van 100.000 nu tot meer dan 160.000 personen in 2030. Er wordt ook wel gesproken over
de dubbele vergrijzing. Naast dat er relatief gezien 65 plussers in de samenleving komen, neemt ook
het aandeel 85 plussers binnen de groep ouderen toe.
De strakke gele lijn omhoog in bovenstaande figuur is te danken aan de babyboomgeneratie. In de
bevolkingsopbouwfiguren van Fryslân is te zien dat de babyboom generatie langzaam naar boven in
de figuur schuift. Dit impliceert dat we komende decennia met een versnelde vorm van vergrijzing te
maken krijgen. Belangrijke constatering is echter wel dat deze generatie op enig moment ook zal
komen te overlijden en dat het aandeel 65 plussers op de totale bevolking dan weer af zal nemen.
Het aantal 0-49 jarigen neemt in de meeste gemeenten waar WNWF werkzaam is met meer dan -
10% af in de periode 2010-2020 (ontgroening). In gemeente Het Bildt is de ontgroening naar
verwachting iets minder (-10 < -5).
17
Voor de gemeenten het Bildt, Ferwerderadiel, Menaldumadeel en Franekeradeel geven Horizonline
(een product van TNO en ABF Research; zie bijlage 2) en de prognose van provincie Fryslân het
volgende beeld:
Het Bildt
horizonline 2009 2015 2030
prognose
fryslan 2015 2030
aantal inwoners 11.135 11.662 12.518 aantal inwoners 11.046 11.170
aantal 75-plussers 730 811 1242
Ferwerderadiel
horizonline 2009 2015 2030
prognose
fryslan 2015 2030
aantal inwoners 8.734 8.342 7.960 aantal inwoners 8.678 7.896
aantal 75-plussers 596 690 1.110
Franekeradeel
horizonline 2009 2015 2030
prognose
fryslan 2015 2030
aantal inwoners 20.079 19.309 19.487 aantal inwoners 20.690 20.486
aantal 75-plussers 1.491 1.627 2.810
Menaldumadeel
horizonline 2009 2015 2030
prognose
fryslan 2015 2030
aantal inwoners 13.624 13.023 11.854 aantal inwoners 13.363 12.092
aantal 75-plussers 833 900 1.701
Ondanks dat de prognoses van provincie Fryslân en Horizonline uiteenlopen is de tendens wel
duidelijk. In gemeente het Bildt vlakt de groei van de bevolking af en in de andere gemeenten van
ons werkgebied zal de omvang van de totale bevolking in de komende periode dalen terwijl het aantal
75-plussers flink stijgt.
Dementie
De forse stijging van het aantal ouderen brengt ook een aanzienlijke stijging van het aantal mensen
met dementie met zich mee. Ook in de gemeenten waar WonenNWF werkzaam is zal het aantal
mensen met dementie fors stijgen. Bijvoorbeeld voor gemeente het Bildt gaat Horizonline uit van 155
dementerenden nu (in 2010), 174 in 2015 en 252 in 2030. Dit is een verwachting waarbij op basis van
het aantal (oudere) inwoners van een gemeente een doorrekening wordt gemaakt. Het is WonenNWF
momenteel onduidelijk hoeveel van deze mensen daadwerkelijk in gemeente het Bildt wonen,
aangezien hier geen (officiële) opvangplaatsen voor mensen met dementie zijn. In de komende
periode zal geprobeerd worden om dit in kaart te brengen aangezien dit veel zegt over de
daadwerkelijke opgave t.a.v. het huisvesten van mensen met dementie.
Het totaal aantal dementerenden in Noordwest Friesland zal in de komende jaren toenemen van circa
770 nu naar circa 965 in 2020 en 1125 in 2025. Dus een toename van ca. 355 personen. Zie Bijlage 1.
18
Op provinciaal niveau gaat het om een verwachte stijging van het aantal dementerenden van ca. 9000
personen nu, oplopend naar ca. 12.000 personen in 2020. In de komende tien jaar neemt het aantal
dementerenden dus met circa 40% toe.
Op landelijk niveau woont circa 35% van de dementerenden in een verpleeg- of verzorgingshuis.
Ongeveer 60% van de thuiswonende mensen met dementie is iedere dag of continu afhankelijk van
zorg. Dit legt een zwaar beslag op zowel professionele thuiszorg als mantelzorg.
Er van uit gaande dat 35% van de 355 extra dementie-patiënten die Noordwest-Friesland in 2025 telt
intramuraal gaat wonen, betekent dit dat er een capaciteit van circa 125 extra intramurale plaatsen
nodig is. Dit is een opgave bovenop de huidige – zoals hierboven aangegeven grotendeels onbekende
– opgave.
Aan de andere kant is er sprake van extramuralisering in de zorg waarbij mensen langer thuis blijven
wonen en alleen mensen met een zware zorgvraag (deels dementie-patiënten) recht hebben op
intramurale zorg. Kort door de bocht gezegd: met de lichte gevallen het verzorgingshuis uit (cq. Niet
meer in) en alleen de zware gevallen het verzorgingshuis in kan de per saldo benodigde extra
capaciteit veel lager uitvallen dan de toename van het aantal dementerenden op het eerste gezicht
doet denken. WonenNWF zal deze ontwikkeling monitoren en in overleg met zorgpartijen kijken of op
termijn extra capaciteit nodig is en deze zo mogelijk realiseren. In de gesprekken die in het kader van
de Visie hebben plaatsgevonden met zorgpartijen in de regio komt geen (dringende) vraag naar
specifieke huisvesting voor dementerenden naar voren. De nadruk ligt op thuiszorg en mantelzorg
aangezien deze mensen steeds langer thuis blijven wonen.
Verder dient hierbij opgemerkt te worden dat de medische kennis omtrent dementie zich steeds
verder ontwikkelt. Er zijn medicijnen tegen dementie in ontwikkeling waardoor de toename van het
aantal mensen met dementie in de toekomst minder hard zou kunnen gaan.
Conclusies
Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ´mee doen´(participatie) zijn de sleutelwoorden in het rijksbeleid
op het gebied van wonen en zorg. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij
beperkingen krijgen. Mensen kunnen kiezen van welke zorgaanbieder zij zorg willen betrekken
(marktwerking) omdat wonen en zorg juridisch gescheiden zijn.
Door het nieuwe systeem van zorgzwaartepakketten (sinds 2010) ontvangen intramurale instellingen
niet meer een vast bedrag per cliënt, maar dit wordt bepaald op basis van de zorgvraag. De invoering
van de zorgzwaartepakketten heeft invloed op de financiële positie van zorgpartijen die zich richten
op intramurale huisvesting van senioren en daarmee op hun betrouwbaarheid als
samenwerkingspartner. Zie hoofdstuk 7.
Demografisch gezien neemt het aantal ouderen in noordwest Friesland de komende jaren flink toe
(vergrijzing) terwijl de leeftijdscategorie 25 t/m 50 jaar flink af neemt. Ook neemt in de loop der tijd
het totale aantal inwoners – en later ook het aantal huishoudens – af (krimp).
Voor WonenNWF betekent dit dat er voldoende woningen geschikt voor senioren moeten zijn, waarin
zij ook als zich beperkingen aandienen, kunnen blijven wonen. Overigens is het aantal senioren dat
daadwerkelijk verhuist beperkt; zie hoofdstuk 5. Vanwege de (toekomstige)bevolkingskrimp kan het
totaal aantal woningen op de lange termijn verkleind worden.
Verder neemt het aantal dementerenden flink toe, maar vanwege de extramuralisering is hiervoor niet
direct nieuwbouw nodig.
19
3. Gevoerde beleid & gerealiseerde projecten van WonenNWF
in afgelopen jaren
Gevoerde beleid:
Al sinds de jaren ‟70, het begin van de extramuralisering, investeert WonenNWF in het realiseren van
seniorenwoningen. In de jaren ‟70 zijn in dit kader in vrijwel alle dorpen in noordwest-Friesland
seniorenwoningen gerealiseerd. Deze seniorenwoningen kenmerken zich door hun geringe omvang en
daarom zijn deze woningen naar onze huidige maatstaven minder geschikt voor senioren. In de
praktijk worden de „seniorenwoningen‟ uit de jaren ‟70 voor een aanzienlijk deel bewoond door
jongeren. Dit heeft met name te maken met de lage huurprijs.
In de jaren ‟80 en ‟90 concentreerden WonenNWF en de gemeenten zich op de realisatie van
complexen aanleunwoningen bij zorgcentra. Verder heeft WonenNWF in deze periode een aantal
seniorenwoningen van Palet overgenomen in Menaldumadeel.
Eind jaren ‟90 (voorraadbeleidsplan 1998) werd een tekort geconstateerd aan ruimere en kwalitatief
betere ouderenwoningen, met name in de gemeenten het Bildt en Menaldumadeel.
Verder is er in deze periode een tekort aan koopwoningen en een overschot aan huurwoningen. Dit
speelt in alle gemeenten van ons werkgebied. De overschotten aan huurwoningen concentreren zich
voornamelijk in de rijwoningen. Om hier op in te spelen staan in het voorraadbeleidsplan maatregelen
om de woningvoorraad van (toen nog) „Woningstichting Noord-West Friesland‟ in de komende 15 jaar
met ongeveer 1100 woningen te laten afnemen ( van 4500 naar 3400). Een kleine duizend woningen
zullen worden verkocht en bijna 300 woningen zullen worden gesloopt. Daartegenover stonden
plannen voor ruim 100 nieuwbouwwoningen (vervangend en uitbreiding). Dit betrof met name de
bouw van woningen voor ouderen („levensloopgeschikte woningen‟); grotendeels op
herstructureringslocaties.
Rond het jaar 2000 groeit het besef dat het goed huisvesten van senioren niet alleen draait om het
aanbieden van woningen, maar dat ook de zorg goed geregeld moet zijn. Deze nieuwe manier van
denken valt ongeveer samen met de wijziging van het BBSH in 2001. Er wordt een nieuw
prestatieveld voor woningcorporaties toegevoegd, namelijk presteren op het terrein van wonen met
zorg.
In het ondernemingsplan „Van verhuurder naar Woonmaatschappij‟ uit 2001 staat aangegeven dat
WonenNWF niet alleen een actieve rol wil innemen bij het huisvesten van senioren, maar ook bij het
verzorgen van zorgdiensten. In verband met het verzorgen van woondiensten wil de corporatie met
name een regisserende rol aannemen. Dat betekent dat de zorgdiensten niet zelf worden uitgevoerd
maar dat de corporatie als gesprekspartner met zorginstellingen communiceert om zorgdiensten voor
de doelgroep te regisseren/verzorgen. Ook wordt er gesproken over het ontwikkelen van één loket
samen met zorginstellingen waar mensen met hun vragen over wonen en zorg terecht kunnen.
Om bovengenoemde samenwerking te intensiveren en vanwege de komst van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) organiseert WonenNWF in 2003 een conferentie wonen en
zorg. Tijdens deze conferentie is een start gemaakt met het denken over een meer gezamenlijke
aanpak om goed aanbod te creëren. Gezamenlijk doel is mensen zo lang mogelijk in de eigen woning
te kunnen laten wonen. Tevens wordt als doel geformuleerd een goede spreiding van aanpasbare
20
(levensloopbestendige) woningen over het werkgebied met in alle grotere dorpen zorgvoorzieningen.
Oftewel een netwerk van zorgsteunpunten. Hier worden onder meer met de gemeente Ferwerderadiel
concrete afspraken over gemaakt. De dorpen Birdaard, Hallum en Ferwert worden aangewezen als
dorpen waar zorgsteunpunten met voor ouderen geschikte woningen moeten worden gerealiseerd.
De taakverdeling hierbij is: de gemeente is voorwaardenscheppend, de woningcorporatie bouwt en
de zorginstellingen leveren zorg en diensten zowel intramuraal (in instelling) als extramuraal (bij
mensen thuis). Tevens is er aandacht voor welzijn als middel om mensen zo lang mogelijk „buiten de
zorg‟ te houden. Met goede woningen, goede welzijn en dienstverlening is minder zorg nodig.
Ten aanzien van de woningvoorraad wordt in het ondernemingsplan Nije Tiden (2004/2005)
aangegeven dat de leegstand van huurwoningen (overschot) wat in 1998 werd geconstateerd is
verdwenen. Dit vormt een reden om het wat rustiger aan te doen met het verminderen van de
omvang van de woningvoorraad van WonenNWF. Tevens geeft Nije Tiden aan dat het van belang is
de waarde van ons onroerend goed op peil te houden; leefbaarheid en (zorg) voorzieningen zijn
daarmee ook ons belang. Ten aanzien van de woonwensen wordt in Nije Tiden een toenemende
vraag naar comfort, kwaliteit en zorggaranties/ zorgarrangementen geconstateerd.
De in het ondernemingsplan 2001 genoemde „actieve rol‟ wordt in Nije Tiden opnieuw bevestigd. In
vervolg op de conferentie uit 2003 is het plan om met zorginstellingen afspraken te maken over het
leveren van zorgdiensten aan ouderen die niet in een zorgcentrum wonen. Hiermee wordt
gestimuleerd dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, ook in de kleinere kernen waar het
voorzieningenniveau lager is. Hier zijn overigens geen concrete stappen in gezet. Dit heeft vooral te
maken met de scheiding van wonen en zorg en de keuzevrijheid die mensen hebben t.a.v. het kiezen
van hun woning en hun zorgleverancier. Het aanbieden van één pakket aan huisvesting en zorg is
extramuraal niet meer toegestaan; intramuraal (dus in verzorgings- en verpleeghuizen) wel. Zie
hoofdstuk 7.
De combinatie van het realiseren van voor senioren geschikte woningen en de samenwerking met
zorg- en welzijnspartijen (zodat senioren verzekerd zijn van goede zorg en diensten) komt eveneens
naar voren in het strategisch voorraadbeleidsplan 2006 en in de plannen die hierna volgen
(bedrijfsplan K-trije, 2009 en SVB 2010)
Het SVB 2006 gaat uit van het geleidelijk aanpassen van de voorraad t.b.v. seniorenhuisvesting:
„Omdat de vergrijzing geleidelijk verloopt én een groot deel van de senioren mobiel is en blijft en goed
uit de voeten kan (tevreden is) met de reguliere woning, geeft dat ons de mogelijkheid om geleidelijk
de voorraad aan te passen, door nieuwbouw en opplussen‟. Deze nieuwbouw betreft met name het
realiseren van appartementen, zo mogelijk met een zorgsteunpunt. Ook worden er verouderde
(kleine) seniorenwoningen gesloopt en vervangen door ruime levensloopgeschikte woningen.
Het SVB 2006 benadrukt tevens de samenwerking met zorgorganisaties in het kader van het
verbeteren van de zorgdienstverlening en het scheiden van zorg en wonen. Over het hele gebied zou
een soort zorgstructuur moeten komen, zodat mensen binnen een bepaalde afstand van zorg wonen.
Dit betekent overigens niet dat er in alle dorpen zorgwoningen gebouwd moeten worden. Het ligt voor
de hand om te kiezen voor de bouw van multifunctionele centra, waar voorzieningen geconcentreerd
zijn, in bepaalde dorpen. Naast reguliere woningen kan in de toekomst ook bezit van zorginstellingen
overgenomen worden.
Begin 2007 stelt WNWF de notitie „domoticabeleid‟ vast. Uit de voor deze beleidsnotitie verrichte
literatuurstudie en naar aanleiding van enquêtes die WonenNWF heeft verricht in Hallum en Birdaard
21
(i.h.k.v. nieuwbouwplannen voor seniorenwoningen) komt naar voren dat er onder senioren vooral
behoefte is aan woonhuisautomatisering die de veiligheid van mensen vergroot. Hierin worden twee
soorten alarmering onderscheiden. Allereerst is er alarmering om (medische) hulp in te roepen
wanneer dit nodig is. Deze alarmering wordt doorgaans geleverd door de zorginstelling indien hier
behoefte aan is. De tweede vorm van alarmering betreft alle automatisering die bedoeld is om
ongenode gasten buiten de deur te houden en inbraak tegen te gaan. Hiervoor zijn bij
appartementencomplexen intercoms met beeldschermen handig.
Medio 2007 laat WonenNWF zich „visiteren‟. Onafhankelijk onderzoeksbureau Raeflex licht de
organisatie door en constateert dat het WNWF ontbreekt aan een integrale visie op het terrein van
wonen en zorg. WonenNWF is van mening dat deze visie zit vervat in het ondernemingsplan Nije
Tiden, maar erkent dat deze nog verder uitgewerkt dient te worden. Hier wil WonenNWF in voorzien
door middel van onderhavige notitie.
Deze doelstelling om te komen tot een visie wonen, zorg en welzijn staat opgenomen in het nieuwe
ondernemingsplan K-trije (vastgesteld begin 2009). Tevens staat hierin (nogmaals) opgenomen dat
WonenNWF wil faciliteren dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen huis kunnen blijven wonen, of
anders in hun eigen dorp. Hiervoor dienen er voldoende voor senioren geschikte woningen te zijn.
WonenNWF bouwt levensloopgeschikte woningen en (senioren)appartementen en renoveren
bestaande woningen om deze geschikt te maken voor senioren. Tevens streven wij naar een netwerk
van zorgsteunpunten (met haal- en brengfuncties). In de samenwerking met zorgpartijen staat voor
WonenNWF het leveren van zorgdiensten aan ouderen die niet in een zorgcentrum wonen centraal.
Begin 2010 presenteert WonenNWF haar nieuwe Strategisch Voorraadbeleidsplan 2010. Ook in dit
beleidsplan wordt het belang van goede en voldoende seniorenhuisvesting onderschreven.
Tegelijkertijd wordt geconstateerd dan slechts een beperkt deel van de senioren daadwerkelijk
verhuist naar een levensloopgeschikte woning of –appartement (zie ook hoofdstuk 5). Bovendien
merkt WonenNWF dat de verhuurbaarheid van nieuwe woningen/appartementen voor deze doelgroep
op sommige plaatsen matig is. Rustig aan dus met de realisatie van seniorenhuisvesting, maar wel
verder gaan op de ingeslagen weg.
Conclusies:
De inzet van WonenNWF op het gebied van wonen en zorg is gericht op
Ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven wonen
Levensloopgeschikte woningen in kleine dorpen (grondgebonden) aanbieden door zowel
nieuwbouw als het opplussen van delen van de bestaande woningvoorraad.
Woningen of appartementen met zorg in de grotere dorpen realiseren
Het bestaande netwerk van zorgsteunpunten/zorgzones versterken
In de komende periode zullen hier nog een paar nieuwe aandachtsgebieden aan toegevoegd worden:
De herontwikkeling van verouderde verzorgings- en verpleeghuislocaties
Het beter toegankelijk maken van de openbare ruimte voor mensen die minder goed mobiel
zijn. (i.s.m. gemeenten)
Vervoer / mobiliteit. WonenNWF ziet hierin een rol om eventuele knelpunten te signaleren.
Woon/zorg voorzieningen dienen namelijk wel bereikbaar te zijn voor ouderen.
22
Gerealiseerde projecten
In de laatste vijf jaar heeft WonenNWF veel projecten geschikt voor senioren gerealiseerd.
Conform he top pagina 21 beschreven beleid zijn er appartementen met zo mogelijk een
zorgsteunpunt/gezondheidscentrum gerealiseerd in de grotere dorpen (St. Annaparochie, St.
Jacobiparochie, Hallum, Berlikum, Dronrijp, Minnertsga en Sexbierum) en levensloopgeschikte
woningen in vrijwel alle dorpen. Ook zijn er woningen aangepast of ingrijpend verbouwd.
Verder werkt WonenNWF nauw samen met vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van
Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie,
Interzorg in Ferwert en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens.
Op deze locaties verhuurt WonenNWF aanleunwoningen waarbij vanuit de zorgcentra zorg op maat
wordt geleverd.
Zie voor een overzicht van woningen geschikt voor senioren in het werkgebied van Wonen Noordwest
Friesland de kaart ´Aanbod aan seniorenwoningen´.
Hierbij worden drie woonvormen voor senioren worden onderscheiden, namelijk
Geschikt wonen,
= een zelfstandige woning waarbij de bewoner vanuit de woonkamer zonder traplopen de keuken, het
toilet, de badkamer en tenminste 1 slaapkamer kan bereiken. Bovendien is de woonkamer van de
woning vanaf de straat te bereiken zonder traplopen. Voorbeelden zijn een levensloopgeschikte
woning (nultredenwoning), een appartement of een ingrijpend aangepaste woning.
Verzorgd wonen,
Dit is een ouderenwoning waarbij het mogelijk is om via een nabij gelegen zorgsteunpunt (zoals
bijvoorbeeld een verzorgingshuis of dienstencentrum) verpleging of verzorging te ontvangen. Vroeger
aanleunwoning genoemd. Bijvoorbeeld Bjirmenstate in Sexbierum,´t Súdderhoog in St. Annaparochie,
Berlingastate in Berlikum of Offingaburg in Hallum.
Beschermd wonen
Hierbij zijn zorg en toezicht 24 uur-dag aanwezig. Begeleiding en huisvesting is groepsgewijs
georganiseerd. Hieronder vallen intramurale instellingen zoals verpleeghuis en verzorgingshuis.
Bijvoorbeeld Beuckelaer in St. Annaparochie.
23
Aanbod aan seniorenwoningen (2010)
Legenda
Zorgcentrum / verzorgingshuis (intramuraal) / beschermd wonen of in nabije toekomst
Appartementen geschikt voor senioren met zorgsteunpunt of gezondheidscentrum
/ verzorgd wonen
Appartementen geschikt voor senioren / geschikt wonen
Levensloopbestendige woningen / geschikt wonen, of in nabije toekomst
24
Het kaartje op de vorige bladzijde laat zien dat het aanbod
aan voor senioren geschikte woningen in Noordwest
Friesland zeer volledig is.
Dit geldt ook voor de zorgstructuur. De spreiding van
zorgsteunpunten staat aangegeven in het kaartje op de
vorige pagina. De verdere zorgstructuur staat aangegeven
in onderstaande twee kaarten, beiden afkomstig uit de
Friese Bosatlas.
In alle „grotere‟ dorpen (ca. > 1800 inwoners) is een
zorgsteunpunt of gezondheidscentrum aanwezig. Vanuit
deze punten wordt er haal- en brengzorg geleverd. Onder
haalzorg valt onder meer mee doen aan activiteiten in het
dorpshuis, boodschappen doen en sociale contacten in het
dorp onderhouden. De haalfuncties zijn behalve bij het
zorgsteunpunt ook vaak ondergebracht in het dorpshuis.
Onder brengzorg (=functies die worden gebracht aan huis)
wordt onder meer huishoudelijke zorg, maaltijdservice en verpleging aan huis verstaan.
27
4. Woningbehoefte (kwantitatief)
Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de kwantitatieve woningbehoefte ontwikkeling. Voor de
kwalitatieve behoefte (woonwensen) wordt verwezen naar het volgende hoofdstuk.
Volgens de provinciale prognoses zal de woningbehoefte in de regio Noordwest tot 2020 op een vrij
constant niveau blijven (krimp en groei, prognose 2009/2030, WOBOF). Voor het berekenen van de
woningbehoefte wordt gekeken naar de bevolkingsontwikkelingen en de ontwikkeling van de
huishoudensgrootte. Vanaf circa 2020 - 2025 daalt de woningbehoefte. De daling doet zich wat later
voor dan de bevolkingsdaling, die in komende jaren al langzamerhand begint. Dit komt omdat deze
daling in eerste instantie wordt ´opgevangen´ door de gezinsverdunning (= minder personen per
huishouden).
Rond 2030-2035 wordt de woningbehoefte negatief. Op dat moment hoeft de woningvoorraad dus
niet verder te groeien (ervan uitgaande dat in de tussenliggende jaren naar behoefte wordt
gebouwd).
Binnen deze woningbehoefte heeft de provincie drie woningbehoefteprognoses gericht op type
woningen doorberekend (WOBOF, 2007). Uitgaande van de middenvariant zal de behoefte aan
huurflats met lift en huurwoningen rij/hoek voor de regio noordwest in de periode 2007-2016 licht
toenemen.
Naast het provinciale WOBOF onderzoek wordt er in dit hoofdstuk ook gebruik gemaakt van de
gegevens uit het (landelijke) Horizonline-onderzoek. Zie voor een uitleg hiervan bijlage 2. In dit
onderzoek worden senioren gedefinieerd als mensen van 75 jaar en ouder. WonenNWF sluit aan bij
deze leeftijdsgrens. Vanaf 75 jaar (en niet al bij 55 of 65 jaar) gaat gemiddeld genomen de fysieke
gezondheid van mensen achteruit en komen woningaanpassingen of het verhuizen naar een
seniorenwoning en zorg en welzijnsdiensten aan huis in beeld.
Gemeente het Bildt
Algemeen
Anno 2010 is de gemeente het Bildt iets minder vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is
6,6% van de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente het Bildt in 2030 juist meer
vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,0% van de bevolking, 11,5% landelijk.
In de gemeente het Bildt is het aanbod aan voor senioren geschikte woningen/appartementen in St.
Annaparochie het grootst. Dit past bij de bevolkingsamenstelling waarbij 10,3 % van de inwoners van
St. Annaparochie 75 jaar en ouder is (gemiddeld 6,6 % in de gemeente).
St. Annaparochie is ook de enige kern in het Bildt waar zich intramurale huisvesting voor ouderen
bevindt, op de locatie Beuckelaer van zorgcentrum het Bildt. Zij leveren vanaf hier ook zorg
(huishoudelijke zorg en verpleging) aan zelfstandig wonende ouderen in de gemeente.
28
Bron: Structuurvisie Wonen, gemeente het Bildt
In bijgevoegd figuur zijn de „ontgroening‟ en „vergrijzing‟ in gemeente het Bildt in de afgelopen jaren
te zien. Deze tendens zal zich in de komende jaren voortzetten.
Afgelopen jaren
In de laatste jaren heeft WonenNWF heel wat nieuwe appartementen voor senioren gerealiseerd in St.
Annaparochie, maar ook in de dorpen St. Jacobiparochie en Minnertsga. De verhuurbaarheid van de
seniorenwoningen en – appartementen in St. Annaparochie is goed. In de andere kernen van het Bildt
matig.
Nieuwbouw
WonenNWF en Zorgcentrum het Bildt zijn momenteel (=2010) bezig met het uitwerken van verbouw-
en nieuwbouwplannen voor Beuckelaer. Het zorgcentrum wordt – naar verwachting in 2013-
uitgebreid verbouwd en gemoderniseerd en er komen 15 aanleunappartementen bij.
Verder is WonenNWF bezig met de voorbereiding van een grote herstructurering van de woningen
aan de Dirk Janszstraat in St. Annaparochie. Naar verwachting worden deze woningen gesloopt en
vervangen door nieuwbouw die beter aan de huidige woonwensen van senioren voldoet. Verder zijn
er in 2010 nieuwe woningen gebouwd aan de Middelweg Oost/Negenmorgenspad in St.
Annaparochie. Ook dit betreft een sloop/nieuwbouw project, met veel aandacht voor architectuur.
Aan verouderde woningen aan de A. Agnesstraat in St. Annaparochie worden gesloopt en vervangen
door 10 nieuwe voor senioren geschikte woningen.
Op iets langere termijn zullen op de huidige locatie van de Ulbe van Houten school (die wordt
verplaatst) waarschijnlijk rond de 35 woningen/appartementen geschikt voor senioren gebouwd
worden.
Renovatie (SVB)
Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad
Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van
woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze
29
woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer
geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige
renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd.
Voor gemeente het Bildt betekent het nieuwe SVB dat circa 225 woningen worden gerenoveerd; 65
woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 42 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht. Ook
worden er 6 woningen gesloopt en 4 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB 338
van de circa 1300 woningen die WonenNWF in het Bildt verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd.
Het aantal woningen geschikt voor senioren in de bestaande huurwoningvoorraad van WonenNWF in
het Bildt verandert door het nieuwe SVB niet veel. Het totaal aantal seniorenwoningen in de
bestaande voorraad verschuift van 300 naar 292. Hierbij neemt het aantal seniorenwoningen in St.
Annaparochie (+8) en St. Jacobiparochie licht toe (+3) en in de overige kernen licht af (-19).
Horizonline Conform de cijfers van het Horizonline-onderzoek uit 2009 (Fortune/ABF research) is er op dit
moment een licht overschot aan voor senioren geschikte woningen in gemeente het Bildt. Bij
gelijkblijvend aanbod zal er vanaf 2020 een tekort ontstaan.
Voor de wijze waarop Horizonline vraag en aanbod aan geschikte woningen per gemeente berekend
wordt verwezen naar bijlage 3. WonenNWF ervaart de getallen als hoog. In gemeente het Bildt staan
circa 4500 woningen. Een aanbod van 1.424 geschikte woningen betekent dat bijna een derde van
het totaalaanbod aan woningen extra geschikt is voor senioren. Dit forse percentage komt ook naar
voren bij de andere gemeenten.
Overzicht geschikt wonen het Bildt
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
geschikt wonen 1.278 1.295 1.372 1.435 1.486 1.530
Aanbod geschikt
wonen 1.424 1.424 1.424 1.424 1.424 1.424
Opgave geschikt
wonen -145 -129 -52 11 62 106
Horizonline raadt aan om vanaf 2020 geschikte woningen te realiseren in het verzorgingsgebied waar
extramurale zorg geleverd kan worden (“verzorgd” wonen in de nabijheid van bestaande
voorzieningen). Volgens de prognoses is het aanbod aan intramuraal/verzorgd wonen in het Bildt
onvoldoende en ligt hier een aardige opgave. Vanwege de toenemende extramuralisering is het echter
niet nodig om intramurale capaciteit toe te voegen, maar kan door middel van het realiseren van extra
voor senioren geschikte woningen/appartementen in de nabijheid van het zorgcentrum aan deze
opgave worden voldaan. Hier wordt door WonenNWF onder meer door de nieuwe aanleunwoningen
bij Beuckelaer aan gewerkt.
Overzicht verzorgd wonen het Bildt
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
verzorgd wonen 118 124 150 164 171 196
Aanbod verzorgd
wonen 56 56 56 56 56 56
Opgave verzorgd
wonen 62 68 94 108 115 140
30
Conclusie gemeente het Bildt
Voor gemeente het Bildt kan worden geconcludeerd dat met de geplande geringe toevoeging van
seniorenappartementen in St. Annaparochie aan de huidige en toekomstige vraag kan worden
voldaan. De opgave concentreert zich in St. Annaparochie. Vanwege de reeds matige verhuurbaarheid
van voor senioren geschikte woningen/appartementen in de kleinere kernen van het Bildt en de trek
van senioren naar (de voorzieningen van) St. Annaparochie ligt er in de overige dorpen op dit moment
geen opgave voor realisatie van extra woningen voor deze doelgroep. Conform het SVB zal het aantal
seniorenwoningen in de overige dorpen zelfs licht afnemen ten gunste van St. Annaparochie.
Gemeente Ferwerderadiel
Algemeen & Afgelopen jaren Anno 2010 is de gemeente Ferwerderadiel gemiddeld vergrijsd. Het aandeel 75-plussers is 6,9% van
de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente Ferwerderadiel in 2030 meer vergrijsd
dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,5% van de bevolking, 11,5% landelijk.
In gemeente Ferwerderadiel is het aanbod aan voor senioren geschikte woningen/appartementen
geconcentreerd in Ferwert en Hallum. In de dorpen Marrum en Blije bevinden zich ook
seniorenwoningen. In Ferwert bevindt zich woonzorgcentrum Foswert van Interzorg (90 bewoners) en
vanuit hier wordt extramurale zorg (verzorging en verpleging) aan thuiswonende ouderen in de
gemeente geleverd. In Hallum hebben WonenNWF en Interzorg in 2009 Offingaburg gerealiseerd. Dit
project betreft een combinatie van zorgappartementen, seniorenappartementen en gezinswoningen in
een hofstructuur, gericht op het gemakkelijk kunnen verlenen van mantelzorg. Ook bevindt zich een
zorgsteunpunt in Offingaburg.
Nieuwbouw Voor het dorp Burdaard wordt er momenteel gewerkt aan een plan om een 12-tal patiowoningen
geschikt voor senioren te realiseren. Er is voorafgaand aan de planvorming een
woningmarktonderzoek gehouden. Hier kwam wel belangstelling uit naar voren, zij het gering.
Horizonline Ferwerderadiel is een gemeente die heeft te maken met een langzaam afnemende bevolking. Het
totaal aantal inwoners zal in de periode 2010-2030 naar verwachting met circa 800 afnemen. Het
aantal 75+ in de bevolking neemt echter met bijna 600 toe. Oftewel, een flinke vergrijzing. Naar
verwachting zal in de toekomst ook het aantal huishoudens gaan afnemen. Volgens de prognoses van
Horizonline bestaat er nu reeds een overschot aan zowel geschikt als verzorgd wonen. Dit overschot
wordt in de loop der jaren kleiner, wanneer het aantal ouderen toeneemt, maar het blijft wel een
overschot.
Overzicht geschikt wonen Ferwerderadiel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
geschikt wonen 961 964 962 985 1.037 1.056
Aanbod geschikt
wonen 1.150 1.150 1.150 1.150 1.150 1.150
Opgave geschikt
wonen -189 -187 -188 -165 -113 -94
31
Overzicht verzorgd wonen Ferwerderadiel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
verzorgd wonen 86 91 107 119 136 150
Aanbod verzorgd
wonen 333 333 333 333 333 333
Opgave verzorgd
wonen -247 -242 -226 -214 -197 -183
WonenNWF herkent de ontspannen woningmarkt in Ferwerderadiel aan de matige tot slechte
verhuurbaarheid van woningen, waaronder seniorenwoningen. Ook de verkoop van woningen is (zeer)
moeizaam en er is weinig zicht op verbetering. Dit betekent voor verhuisgeneigde senioren in een
koopwoning dat het voor hen zeer moeilijk is om de eigen woning te verkopen wanneer zij naar een
seniorenwoning/appartement willen verhuizen.
Renovatie (SVB) Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad
Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van
woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze
woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer
geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige
renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd.
Voor gemeente Ferwerderadiel betekent het nieuwe SVB dat circa 99 woningen worden gerenoveerd;
53 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 44 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht.
Ook worden er 24 woningen gesloopt en 6 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB
218 woningen die WonenNWF in Ferwerderadiel verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd.
Om weer wat druk te krijgen op de ontspannen woningmarkt van Ferwerderadiel vermindert
WonenNWF haar woningbezit door sloop van woningen gevolgd door minder nieuwbouw. Dit gebeurt
in alle dorpen, met uitzondering van Burdaard waar meer woningvraag is dan gemiddeld in de
gemeente. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de gunstige ligging aan de Dokkumer Ee. Het aantal
seniorenwoningen wordt wel vrijwel hetzelfde gehouden (van 176 naar 172). Het aandeel
seniorenwoningen in de totale woningvoorraad neemt derhalve toe; net zoals het aandeel senioren in
de bevolking.
Conclusie gemeente Ferwerderadiel
Ondanks de bevolkingsafname wordt er wel een enorme toename verwacht van het aantal senioren in
Ferwerderadiel (van 596 in 2009 naar 1110 in 2030). WonenNWF speelt hier met haar SVB 2010 op in
door het totaal aantal huurwoningen in Ferwerderadiel af te laten nemen en het aantal huurwoningen
voor senioren constant te houden. Uitbreiding van het aantal woningen in Ferwerderadiel is niet aan
de orde, met uitzondering van een klein bouwplan (12 woningen) in het qua woningmarkt betere
Burdaard.
Gemeente Franekeradeel
Algemeen Zowel anno 2010 als in 2030 is de gemeente Franekeradeel meer vergrijsd dan gemiddeld. Het
aandeel 75-plussers is anno 2010 7,2% van de bevolking, 6,9% landelijk. In 2030 is het aandeel 75-
plussers in Franekeradeel 12,5% van de bevolking, 11,5% landelijk. Dit zijn cijfers voor de gehele
32
gemeente. In de dorpen van Franekeradeel ligt het percentage 75+-ers lager. Het huidige percentage
75+ ers in de kleine dorpen van Franekeradeel is zeer gering (ca. 3 %). Enkel in de dorpen waar
voorzieningen voor ouderen zijn (Tzummarum, Tzum en Sexbierum) gaat het om hogere percentages
(ca. 8%).
WonenNWF heeft enkel woningbezit in de dorpen van gemeente Franekeradeel. In de stad Franeker is
corporatie Accolade actief. De grootste dorpen in de gemeente zijn Sexbierum, Tzummarum en Tzum.
In deze dorpen is een redelijk voorzieningenaanbod. Daarnaast zijn er veel voorzieningen in de stad
Franeker.
Afgelopen jaren In Sexbierum heeft WonenNWF in 2007 (i.s.m. zorggroep Noorderbreedte) het
appartementencomplex Bjirmenstate gerealiseerd met daarin 23 appartementen, geschikt voor
senioren, en een gezondheidscentrum (huisarts, fysiotherapeut, thuiszorgwinkel).
In Tzum zit woonzorgcentrum Martenahiem (onderdeel van zorggroep Tellens) met 36 intramurale
plaatsen en 23 aanleunwoningen. Rondom het zorgcentrum heeft WonenNWF in 2005
levensloopbestendige woningen gerealiseerd, aan de Dekemastraat.
Nieuwbouw In Tzummarum bevindt zich zorgcentrum Nij Bethanië (onderdeel van zorggroep Noorderbreedte) met
60 zorgplaatsen en zij verzorgen ook extramurale zorg in de omgeving. WonenNWF verhuurt
seniorenwoningen in de nabijheid van het zorgcentrum en heeft samen met zorggroep
Noorderbreedte en gemeente Franekeradeel een ontwikkelingsvisie vastgesteld voor de bouw van een
multifunctionele accommodatie voor onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal en zorg. WonenNWF
neemt het deel voor de kinderopvang/peuterspeelzaal voor zijn rekening en voert een belangrijke
herstructurering uit voor de woningen in het gebied. Voor dit grote project zijn een gezamenlijke
stuurgroep en projectgroep actief.
Overzicht geschikt wonen Franekeradeel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
geschikt wonen 2.427 2.462 2.613 2.799 2.999 3.157
Aanbod geschikt
wonen 2.566 2.566 2.566 2.566 2.566 2.566
Opgave geschikt
wonen -140 -105 47 233 433 591
Overzicht verzorgd wonen Franekeradeel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
verzorgd wonen 242 258 314 352 394 450
Aanbod verzorgd
wonen 129 129 129 129 129 129
Opgave verzorgd
wonen 113 129 185 223 265 321
Renovatie (SVB) Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad
Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van
33
woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze
woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer
geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige
renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd.
Voor gemeente Franekeradeel betekent het nieuwe SVB dat circa 145 woningen worden gerenoveerd;
30 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 37 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht.
Ook worden er 59 woningen gesloopt en 32 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe
SVB 271 woningen die WonenNWF in Franekeradeel verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd.
Er is weinig druk op de woningmarkt in de dorpen van Franekeradeel. Om weer enige druk te krijgen
verminderd WonenNWF haar woningbezit in deze gemeente. Ook het aantal seniorenwoningen wordt
verminderd. Dit betreft vooral kleine verouderde seniorenwoningen die voor een groot deel door
jongeren bewoond worden. Momenteel heeft WonenNWF in de dorpen Ried, Sexbierum, Tzum en
Tzummarum (= de grotere dorpen van Franekeradeel) 179 seniorenwoningen. Na uitvoering van het
SVB, dus in 2020, zijn dit er nog 134.
Conclusie gemeente Franekeradeel
De bevolkingsprognoses en prognoses m.b.t. de verwachte vraag naar woningen voor senioren in
gemeente Franekeradeel zeggen vanwege de rol van de stad Franeker niet zo veel over de
toekomstige ontwikkelingen in de dorpen. Duidelijk is dat vanwege de zeer geringe omvang van de
dorpen, het lage percentage ouderen (75+) aldaar en de nabijheid van Franeker (met alle
voorzieningen en de aantrekkende werking van deze stad) in de kleine kernen vrijwel geen opgave
ligt. Dit komt ook omdat WonenNWF de laatste jaren al veel nieuw gebouwd heeft voor senioren. Een
getalsmatige toename van het aantal voor senioren geschikte woningen in de dorpen van
Franekeradeel is in de eerstkomende jaren niet en ook daarna nauwelijks nodig. Woningaanpassing
wel.
Gemeente Menaldumadeel
Algemeen Anno 2010 is de gemeente het Menaldumadeel minder vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-
plussers is 6,3% van de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente Menaldumadeel in
2030 juist meer vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,9% van de bevolking,
11,5% landelijk.
Gemeente Menaldumadeel is gunstig gelegen, kent meerdere aantrekkelijke kernen en heeft dan ook
in principe goede marktperspectieven voor woningbouw. Ook hier moet echter niet meer gebouwd
worden dan de markt aan kan.
Afgelopen jaren & Nieuwbouw WonenNWF heeft in 2009 vier levensloopbestendige woningen en vier en seniorenappartementen
gebouwd in Menaldum (Ljochtmisdyk, locatie Rabobank). Verder houdt WonenNWF zich bezig met de
bouw van 24 seniorenappartementen in Dronrijp (locatie Kúkshiem; bouw gestart in april 2010). Ook
realiseert een marktpartij hier tien seniorenappartementen voor de verkoop.
Horizonline
Volgens de prognoses van Horizonline zijn er op dit moment in Menaldumadeel voldoende voor
senioren geschikte woningen. Bij een gelijkblijvend aanbod zal dit vanaf 2020 echter om slaan in een
tekort (van 90 woningen in 2025 en 160 in 2030). Op dit moment is er een overschot aan verzorgd
wonen en dit blijft ook zo. In Menaldum bevindt zich een verzorgingscentrum van corporatie Habion
en dit complex is dus voldoende qua capaciteit om aan de vraag naar verzorgd wonen te voldoen. Wel
34
is dit complex is aan modernisering toe en eingenaar Habion is in samenwerking met huurder Palet
aan het bekijken hoe ze dit gaan doen.
Overzicht geschikt wonen Menaldumadeel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
geschikt wonen 1.522 1.539 1.611 1.704 1.792 1.862
Aanbod geschikt
wonen 1.702 1.702 1.702 1.702 1.702 1.702
Opgave geschikt
wonen -180 -163 -91 1 90 160
Overzicht verzorgd wonen Menaldumadeel
2009 2010 2015 2020 2025 2030
Vraag naar
verzorgd wonen 148 152 170 193 218 256
Aanbod verzorgd
wonen 318 318 318 318 318 318
Opgave verzorgd
wonen -170 -166 -148 -125 -100 -62
Renovatie (SVB)
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 (demografische ontwikkelingen) herkent WonenNWF zich niet in de
negatieve bevolkings- en huishoudensontwikkeling prognoses voor gemeente Menaldumadeel.
Conform het SVB zullen naast de huidige ontwikkeling in Menaldum ook in Dronrijp en Berlikum
woningen geschikt voor senioren worden gebouwd. In totaal wordt de hoeveelheid seniorenwoningen
van WonenNWF in Menaldumadeel licht uitgebreid.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad
Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van
woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze
woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer
geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige
renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd.
Voor gemeente Menaldumadeel betekent het nieuwe SVB dat circa 221 woningen worden
gerenoveerd; 34 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 91 woningen wordt basiskwaliteit
aangebracht. Ook worden er 30 woningen gesloopt en 22 nieuw gebouwd. In totaal worden conform
dit nieuwe SVB 376 woningen die WonenNWF in Menaldumadeel verhuurt uitgebreid veranderd en
verbeterd.
Conclusie gemeente Menaldumadeel
Met de ontwikkelingen in Menaldum en Dronrijp (totaal 44 woningen) is de helft van de
geprognotiseerde opgave aan geschikte woningen tot 2025 reeds gerealiseerd. Dit betekent dat er
kwantitatief gezien nog slechts een geringe opgave is in Menaldumadeel, waar WonenNWF geen
haast mee hoeft te maken omdat de verwachte kleine tekorten pas na 2020 gaan optreden. Echter,
de bevolkings- en huishoudensprognoses voor gemeente Menaldumadeel zijn negatiever dan in de
omliggende gemeenten terwijl WonenNWF juist van mening is dat Menaldumadeel een gemeente is
met veel potentie. De verhuurbaarheid van woningen in deze gemeente is erg goed. WonenNWF is
35
daarom voornemens voor gemeente Menaldumadeel ongeveer eenzelfde lijn te volgen als voor
naastgelegen gemeente het Bildt.
Gemeente Leeuwarderadeel
In april 2010 is gestart met de bouw van het eerste woningbouwproject van WonenNWF in
Leeuwarderadeel. Aan de Skilwei in Stiens realiseert WonenNWF 17 appartementen geschikt voor
senioren en 6 patiowoningen. Het betreft een prachtige locatie in het centrum van Stiens op
loopafstand van het winkelcentrum. Stichting Palet levert naar behoefte van de bewoners zorg op
maat vanuit zorgcentrum Skilhiem. De oplevering is voorzien in april 2011.
Conclusies Uit het provinciale woningbehoefte onderzoek WOBOF (WoningbehoefteOnderzoek Fryslân) 2007
komt voor de provinciale regio Noordwest Friesland slechts een geringe woningbouwopgave naar
voren. Ongeveer een derde van de opgave bestaat uit het realiseren van voor senioren geschikte
woningen. Volgens het WOBOF gaat het hierbij om circa 300 voor senioren geschikte woningen die in
de komende tien jaar gerealiseerd zouden moeten worden.
Uit het meer recente Horizonline-onderzoek komt echter naar voren dat de vraag naar voor senioren
geschikte woningen kleiner is dan in 2006/2007 (en in voorgaande jaren) werd verwacht.
In het provinciale onderzoek „Groei en krimp‟ uit januari 2010 (meest recente onderzoek bij het
schrijven van deze notitie) wordt helaas geen uitspraak gedaan over de vraag naar seniorenwoningen.
Daarom worden in dit hoofdstuk conclusies getrokken op basis van gegevens uit het WOBOF en het
Horzonline-onderzoek. Per gemeente kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
In de gemeente Ferwerderadiel is sprake van afname van de bevolking en stabilisatie (en in de
toekomst krimp) van het aantal huishoudens. Het toevoegen van voor senioren geschikte woningen in
daarom in deze gemeente niet aan de orde (m.u.v. Burdaard). Wel dient er geïnvesteerd te worden in
woningaanpassing zodat senioren zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.
In de dorpen van Franekeradeel is het aantal senioren dusdanig klein dat ook hier nauwelijks een
opgave ligt. De opgave die er is zit, net als in Ferwerderadiel, vooral in het aanpassen van woningen
zodat de huidige bewoners, ook als zij ouder worden hier prettig kunnen blijven wonen.
In de gemeenten het Bildt en Menaldumadeel is het huidige aanbod (anno 2010) aan voor senioren
geschikte woningen op dit moment voldoende. Pas vanaf 2020 zal er bij gelijkblijvend aanbod een
(licht) tekort gaan optreden. Getalsmatige uitbreiding is de komende jaren nauwelijks aan de orde
maar een kwaliteitsslag in het aanbod aan voor senioren geschikte woningen wel. Via sloop en
vervangende nieuwbouw van seniorenwoningen/appartementen wordt hierop ingespeeld.
Concluderend kan worden gesteld dat wanneer het huidige aanbod aan seniorenwoningen in
Noordwest-Friesland wordt afgezet tegen de (geprognotiseerde) vraag duidelijk naar voren komt dat
er nauwelijks vraag is naar extra woningen voor senioren. In de vraag die er was is door de bouw van
seniorenwoningen/appartementen in de afgelopen jaren al vrijwel voorzien. In de komende jaren zal
de focus daarom niet op kwantiteit maar op de kwaliteit van woningen geschikt voor senioren moeten
komen te liggen. Met de huidige projecten van WonenNWF (zoals omschreven in de projectplanning)
en het Strategisch Voorraad Beleidsplan 2010 wordt hierin voorzien.
36
5. Woningbehoefte kwalitatief (woonwensen)
Ondanks dat senioren in woningbehoefte onderzoeken vaak aangeven verhuisgeneigd te zijn, blijken
ze in de praktijk hier maar zelden daadwerkelijk toe over te gaan. Van de huidige 70-plussers verhuist
slechts 15 tot 20%. (TNO) Voor veel senioren is verhuizen een erg grote stap, waar ze lang tegenaan
hikken. Ze wonen prettig in hun huidige, vertrouwde en vaak ook goedkope woning. Veel senioren
hebben hun koopwoning reeds afbetaald en daardoor lage woonlasten. Senioren in huurwoningen
wonen hier vaak al erg lang en betalen zodoende maar weinig huur.
Dit beeld wordt onderschreven door het landelijke onderzoek WoON55+. Uit dit onderzoek blijkt dat
ouderen van nu en in de toekomst een sterke wens hebben om niet te verhuizen en langer zelfstandig
te wonen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn door de minister van WWI op in maart 2010 naar de
Tweede Kamer gestuurd.
Weg gaan uit hun vertrouwde huis (en woonomgeving) en meer gaan betalen voor huisvesting, dat
doen senioren dus liever niet. Vaak pas als het echt niet anders meer kan (meestal vanwege een
verslechterende gezondheid).
Om senioren te verleiden al iets eerder de stap te maken naar een andere woning moet je met het
goede product komen, met een woning die precies aan sluit bij hun woonwensen. Maar wat zijn die
woonwensen?
Allereerst; DE senior bestaat niet. Dat klinkt logisch, maar welke categorieën zijn er te onderscheiden?
En wat willen zij dan?
´vooroorlogs´vs. ´babyboom´
Een belangrijk onderscheid betreft het verschil tussen de huidige „vooroorlogse‟ senioren (geboren in
de periode ca. 1910-1940) en de toekomstige senioren, de „babyboomers‟ (geboren in de periode ca.
1945-1955). De „babyboom-generatie‟ is in vergelijking met de vooroorlogse generatie gemiddeld
hoger opgeleid, meer vermogend, mobieler, „digitaler‟, assertiever en vaker gescheiden of kinderloos.
Deze babyboomers zeggen op een andere manier oud te willen worden dan de huidige generatie.
„Huize avondrood‟ is voor hen een schrikbeeld. 61% zegt zo lang mogelijk thuis te willen wonen m.b.v.
thuiszorg, 25% ziet zich voorlopig nog wel thuis wonen met een vorm van mantelzorg en nog maar
11% ziet een toekomstig thuis in een verzorgings- of verpleeghuis.
Onderzoek van Habion (landelijk opererende woningcorporatie gericht op seniorenhuisvesting) laat
zien dat „Huize Avondrood‟ heeft afgedaan omdat de toekomstige senioren dit beschouwen als een
„patiëntenconcept‟. En zij zien zichzelf absoluut niet als patiënt. Waar de huidige generatie senioren na
een leven van hard werken naar een „verzorgingshuis‟ gaat en daar verzorgd wordt gaat de voorkeur
van de nieuwe senior veel meer in de richting van een „Wellnessconcept‟. Hierbinnen verwachten zij
ondersteuning bij de dingen die men niet meer kan. Het streven is om zo lang, zo goed en zo plezierig
mogelijk te kunnen leven. Ook moet er wat te beleven zijn. De nieuwe senior is weinig
verhuisgeneigd, maar als hij/zij verhuist is dat graag naar een plek waar wat te beleven is. Daarom
zijn brede combinaties van seniorenwoningen met voorzieningen (winkels, scholen, café, bibliotheek
etc.) zo in trek. Brede multifunctionele accomodaties, waar naast beleving evt. ook de mogelijkheid
bestaat bij te dragen aan de maatschappij door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk (zingeving).
De appartementencomplexen die WonenNWF de laatste jaren heeft gebouwd passen binnen deze
tendens. Denk hierbij aan appartementencomplex Bjirmenstate met een gezondheidscentrum en
gelegen in het centrum van Sexbierum. Of denk aan Offingaburg met een zorgsteunpunt, gelegen
37
midden in het centrum van Hallum, dus met voorzieningen in de buurt. Ook bij nieuwe projecten,
zoals de ontwikkelingen in Tzummarum rond Nij Bethanië en in St. Annaparochie rond Beuckelaer
wordt door WonenNWF op deze trend ingespeeld door zo multifunctioneel mogelijke accomodaties te
realiseren samen met andere partijen. Mogelijk kan in samenwerking met welzijnspartijen of
vrijwilligersorganisaties ingespeeld worden op bovengenoemde behoefte aan zingeving.
Gezondheid
Naast het onderscheid tussen de „vooroorlogse‟ generatie en de babyboomers valt er ook onderscheid
te maken tussen senioren op basis van gezondheidsprofielen, financiële positie en leefstijlgroepen.
Wanneer je kijkt naar gezondheid dan blijkt dat verreweg de meeste senioren niet direct een
aangepaste woning en zorg nodig hebben. Maar hoe ouder mensen worden, hoe groter de kans op
beperkingen en aandoeningen wordt. Én aangezien we met z‟n allen gemiddeld steeds ouder worden
neemt ook het aantal levensjaren waarin mensen te maken krijgen met beperkingen toe. Bij 75-
plussers ervaart ongeveer 60% van de huishoudens lichamelijke beperkingen. Verder neemt naar
verwachting het aantal mensen met dementie de komende jaren flink toe. Zie pagina 17.
Overigens hebben ouderen met een lage sociaal economische status een hogere zorgvraag en deze
zorgvraag begint op een lagere leeftijd. Een flink deel van deze ouderen woont in een sociale
huurwoning en is daarmee klant van WonenNWF.
Mensen met alleen lager onderwijs leven gemiddeld 44 jaar zonder chronische ziekte en 60,5 jaar
zonder fysieke beperkingen. Voor mensen met een HBO of WO opleiding is dit gemiddeld 49 resp. 74
jaar. De leeftijd waarop chronische (langdurige) aandoeningen optreden, blijft in de loop der jaren
nagenoeg gelijk. Het gevolg daarvan is dat mensen gemiddeld meer jaren in ongezondheid leven.
(bron, RIVM).
Financiën
Wat betreft financiële positie heeft de babyboom-generatie gemiddeld gezien een stuk meer geld te
besteden dan de vorige generatie. Hier wordt in alle studies over „de toekomstige senior‟ ook veel
nadruk op gelegd. Echter, niet alle „babyboomers‟ hebben evenredig gedeeld in de stijging van de
welvaart. Daardoor bestaat er tevens een omvangrijke groep (toekomstige) ouderen die wel
afhankelijk is van het sociale stelsel en daardoor minder zelfstandig is. Ook voor deze groep moet er
in de toekomst voldoende geschikte huisvesting beschikbaar zijn. Zij zullen vooral een beroep (blijven)
doen op de sociale huurwoningvoorraad.
Leefstijl
Een vierde, en in dit verband laatste, onderscheid is te maken qua leefstijlgroep. Hagen &
Mandemakers onderscheiden er zes: (uit: Essenties voor samenwerking in wonen en zorg, H.K. van den Beld & D. van Zalk, januari 2010)
1) De groep ongebondenen (15%) is vitaal, op zichzelf gericht en maatschappelijk actief; reizen
en genieten van het leven zijn bij deze groep de trefwoorden. Zij wonen veelal in een
koopwoning.
2) De dynamische individualisten (13%) zijn de carriéremakers in ruste. Ze hebben zich enigszins
teruggetrokken en willen privacy en rust. Zij wonen veelal in een koopwoning.
3) De derde groep zijn de onafhankelijken (17%); veelal alleenstaande vrouwen, 70-plus en
stedelijk georiënteerd en vaak flatbewoners.
4) De samenlevers (19%) zijn vooral groepsgeoriënteerd; ze willen samen dingen doen met
leeftijdgenoten en zoeken gezelligheid en geborgenheid. Zij wonen veelal in een huurwoning.
38
5) Een vijfde groep is te typeren als de verankerden (19%); zij willen vasthouden aan het sociale
netwerk in de eigen woonomgeving en willen niet verhuizen. Zij wonen veelal in een
huurwoning.
6) De terugtreders (16%) tot slot hebben hun leefwereld ingeperkt. Ze hebben minder behoefte
aan sociale contacten en zijn weinig geneigd om te verhuizen. Zij wonen zowel in koop- als
huurwoningen.
Ondanks dat er nog vele andere indelingen zijn te bedenken, geeft dit toch wel enig idee van de
„klantgroep‟ van WonenNWF. De (toekomstige) huurders van WonenNWF liggen in de laatste drie
categorieën, aangezien dit huurders betreft. Hierbij bestaat een aardig deel van groep 5 „verankerden‟
en 6 „terugtreders‟ uit huurders die graag op dezelfde plek willen blijven wonen. Oftewel, dit gaat ook
over onze huidige huurders die met enkele woningaanpassingen (WMO) graag zo lang mogelijk thuis
willen blijven wonen. In tegenstelling tot de mensen van categorie 5 en 6 zijn de „samenlevers‟ uit
groep 4 zijn wel verhuisgeneigd en zoeken hierbij vooral de gezelligheid, sociale contacten en
veiligheid die het samenleven met andere senioren biedt. In het bouwen voor deze categorie is het
handig met deze voorkeur rekening te houden.
Woning & woonvorm
Dat de seniorenwoning moet voldoen aan een aantal specifieke eisen spreekt eigenlijk voor zich. De
verhuisgeneigde senior neemt eigenlijk als vanzelfsprekend aan dat zijn seniorenwoning:
- toegankelijk is (gemakkelijk de woning in en uit kunnen komen, ook met rollator of rolstoel);
- drempelloos is;
- dat woonkamer, slaapkamer, keuken en douche/toilet op hetzelfde niveau (verdieping) liggen
- en de woning relatief onderhoudsarm is
WonenNWF probeert seniorenwoningen te realiseren die zowel qua fysieke aspecten onderscheidend
zijn en ook op aantrekkelijke locaties worden gebouwd. De nieuwbouw die WonenNWF in de
afgelopen jaren heeft gerealiseerd voor senioren is zeer ruim. Ieder appartement heeft een (ruim)
balkon, de hoofdslaapkamer en badkamer zijn ruim genoeg voor het gebruik van een rollator en er
zijn aparte (parkeer)ruimten gerealiseerd voor scootmobiels.
Bovendien heeft WonenNWF veel aandacht besteed aan de architectuur van de appartementen/
woningen en de uitstraling van de seniorencomplexen. Bijvoorbeeld woonzorgcomplex Offingaburg is
in 2010 onderscheiden met de Vredeman de Vriesprijs voor architectuur.
Uit onderzoek komt naar voren dat fysieke aspecten die senioren later meewegen in hun oordeel
vooral de oppervlakte van de woning en het aantal kamers betreft. Ook de aanwezigheid van een
ontmoetingsruimte vinden veel senioren een pré. Zeker als hier activiteiten georganiseerd worden die
hen aanspreken. Op deze manier wordt ingespeeld op eerder genoemde behoefte aan sociaal contact
en dat er wat te beleven is.
Qua woonvorm geeft de overgrote meerderheid van de senioren aan een negatief beeld te hebben
van het wonen in een omgeving met uitsluitend andere senioren, zoals in een ´seniorenstad´(denk
hierbij aan de Amerikaanse voorbeelden zoals SunCity). Men geeft de voorkeur aan individueel wonen
tussen alle leeftijden.
Een minderheid voelt zich wel aangesproken door aspecten van gemeenschappelijk wonen. Dat zijn
degenen die al wat ouder zijn (70+), geen partner hebben en niet tevreden zijn over hun huidige
sociale netwerk. Dit betreffen vooral oudere, alleenstaande vrouwen die zich soms onveilig voelen in
hun woning en zich mede daarom aangetrokken voelen tot de sociale contacten en de
gemeenschappelijkheid die een woongroep of andere vorm van gemeenschappelijk wonen met zich
39
mee brengt. Naar verwachting blijft het gemeenschappelijk wonen echter een nichemarkt. (zie
hoofdstuk 8, innovatieve woonvormen)
De woning staat echter niet op zichzelf. Een geschikte en comfortabele woning is voor senioren
belangrijk maar niet voldoende. Ouderen willen namelijk ook dat hun buurt toegankelijk, veilig en
aantrekkelijk is. In het volgende hoofdstuk wordt verder ingegaan op de eisen die senioren aan hun
woonomgeving stellen.
Conclusies: - Senioren zijn maar weinig verhuisgeneigd
- Qua (woon)wensen zijn er veel verschillende tussen de huidige generatie senioren (geboren
ca. 1910-1940) en de toekomstige generatie (geboren 1945-1955), de zgn. babyboomers.
- De senioren die wél verhuisgeneigd zijn zoeken (gemiddeld gezien) een woning of
appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en activiteiten), waar het
gezellig is (sociaal contact), waar het veilig en geborgen is (vertrouwd), en waar zorg en
diensten (ondersteuning) te verkrijgen zijn. Hierbij moet niet de nadruk liggen op zorg en
oud, maar juist op wellness en activiteit.
40
6. Woonomgeving
Wonen is meer dan een goede woning alleen. Ook de woonomgeving is van groot belang. Het gaat
hierbij om zowel „fysieke‟ aspecten, bijvoorbeeld dat de woonomgeving toegankelijk en netjes
onderhouden is, als „sociale‟ aspecten, zoals een goede leefbaarheid en sociale contacten in de buurt.
In dit hoofdstuk wordt hier op in gegaan.
Woonomgeving Fysiek
Toegankelijkheid & „uitgankelijkheid‟ Een goed toegankelijk gebouw en een goed toegankelijke buitenruimte zijn van groot belang voor het
vergroten van zelfstandigheid en veiligheid van mensen, met name voor hen met een beperking.
Een goede toegankelijkheid zorgt dat mensen zich vrijer kunnen bewegen. Men kan meer zelfstandig
ondernemen. Dit gevoel van zelfstandigheid draagt sterk bij aan de kwaliteit van leven.
Het is daarom van belang in (ver)bouw- of renovatieprojecten de toegankelijkheid van de gebouwde
omgeving goed mee te nemen. Hiervoor is een gezamenlijke aanpak nodig door gemeente(n),
woningcorporatie en zorginstellingen.
Onder toegankelijkheid wordt verstaan: „de eigenschap van buitenruimten, gebouwen en woningen
die maakt dat mensen er kunnen doen wat zij er volgens de bestemming moeten kunnen doen‟. Het
gaat dus om het gebruik van de ruimte. Niet alleen de toegang tot een gebouw moet goed zijn, ook
de doorgang binnen het gebouw en de uitgang het gebouw uit.
Gemeenten zijn vanwege de Wmo verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning.
Prestatieveld nummer vijf van de Wmo is als volgt: „het bevorderen van de deelname aan het
maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking‟. (zie
actiepunt 7)Dit kan op verschillende manieren ingevuld worden; een ervan is het opheffen van
blokkades in de gebouwde omgeving.
Tot blokkades in de gebouwde omgeving kunnen worden gerekend:
- Hoogteverschillen, zoals drempels en trappen.
Deze dienen zoveel mogelijk vermeden te worden, bijvoorbeeld door aanleg van een lift. Zorg
verder bij trappen voor een duidelijke markering op de treden en een steun om aan vast te
houden.
- Slechte of ontbrekende bewegwijzering
Borden moeten duidelijk zijn en op goed zichtbare plaatsen worden aangebracht.
- Bediening van licht, lift deuren e.d.
Zorg voor knoppen op een goed bereikbare plaats, die duidelijk als knop te onderscheiden zijn
en gemakkelijk te bedienen.
- Vloer
De vloer dient niet te glad of te stroef te zijn.
- Verlichting
Zonder goed licht is het lastig om te zien of er obstakels zijn. Daarnaast kan te weinig licht
zorgen voor onveilige/onprettige plekken. Te veel licht daarentegen kan pijn doen aan de
ogen en ongezellig zijn. Zorg dus voor goede verlichting.
Naast toegankelijk moeten gebouwen ook goed „uitgankelijk‟ zijn. Dit zorgt er voor dat bij een
calamiteit alle aanwezigen snel en onbelemmerd op een veilige plek kunnen komen. Dus ook degenen
41
die slecht ter been zijn, slecht zien of slecht horen. Een goede vlucht bij calamiteiten begint met goed
gebouwde vluchtroutes, met goede bewegwijzering en een werkend alarmsysteem. Dit moet ook
regelmatig gecontroleerd worden.
Mobiliteit Het is van belang dat voorzieningen op het gebied van wonen en zorg ook daadwerkelijk te bereiken
zijn voor ouderen. Omdat zij vaak afhankelijk zijn van het openbaar vervoer of haal- en brengdiensten
houdt WonenNWF de ontwikkelingen hieromtrent in de gaten.
In onderstaande figuur van provincie Fryslan zijn de huisartsen en de buslijnen in het noordwesten
van Friesland weergegeven. Veruit het grootste deel van de dorpen waar WonenNWF woningbezit
heeft is goed te bereiken met de bus (zie paarse lijnen).
Ook de gesprekken met stakeholders zijn geen problemen t.a.v. mobiliteit naar voren gekomen. Wel
geven de LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008
in gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat bewoners in
Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp. WonenNWF zal in 2011
met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat het probleem precies is en
samen zoeken naar een oplossing (= actiepunt 8)
Woonomgeving Sociaal
Leefbaarheid / woonmilieu Naarmate de leeftijd vordert, brengen ouderen meer tijd door in huis en in de directe leefomgeving.
Ze hebben dus baat bij een geschikte woning en een geschikte leefomgeving, waar dit hoofdstuk over
gaat. Zoals aangegeven in de vorige paragraaf dient de woonomgeving van ouderen toegankelijk te
zijn, zodat zij zich vrij kunnen bewegen, maar de woonomgeving moet ook leefbaar zijn.
42
Leefbaarheid is een zeer breed begrip, zoals ook de brede inzet van WonenNWF op dit terrein laat
zien. Voor alle buurtbewoners, maar met name voor ouderen zijn de volgende aspecten van belang:
1. Veiligheid; Voelen ouderen zich veilig in hun dorp? Zijn er veilige looproutes met rustplaatsen
in het dorp? (dus ook verkeersveiligheid)
2. Sociale cohesie; voelen ouderen zich thuis in hun dorp? Horen ze erbij? Zijn er mensen op
wie ze kunnen terugvallen als zij hulp nodig hebben? (burenhulp, mantelzorg,
vrijwilligerswerk). Maar ook ouderen zelf willen graag hun kennis en levenservaring inzetten
om een positieve bijdrage aan hun woonomgeving te leveren.
3. Voorzieningen. Is er een bakker of supermarkt in de buurt? Zijn er goede OV-voorzieningen?
Is er een dorpshuis of soos waar activiteiten voor ouderen georganiseerd worden? Is er een
huisarts in het dorp?
4. Infrastructuur. Zijn de looproutes in het dorp veilig & ´rollator-proof´, zonder hoge
stoepranden, gaten en losliggende tegels? Ouderen willen graag zonder hindernissen de
winkel, het dorpshuis of de bushalte kunnen bereiken. Ook is het prettig wanneer routes
overzichtelijk zijn en met bankjes of andere zitgelegenheden onderweg.
Activiteit & tegengaan eenzaamheid
Naast leefbaar, is de woonomgeving bij voorkeur ook „uitnodigend‟. De buurt moet zowel in fysiek-
ruimtelijke als in sociaal opzicht mensen verlokken tot deelname aan activiteiten. Het fysieke aspect
van een uitnodigende leefomgeving slaat vooral op de afwezigheid van belemmeringen en de
aanwezigheid van plekken waar iets te genieten en te beleven valt. Bij sociale aspecten gaat het
vooral om de interacties tussen bewoners onderling en tussen bewoners en andere belanghebbenden,
zoals winkeliers, politieagenten en welzijnswerkers. Om de interactie te bevorderen is het prettig
wanneer er een ontmoetingsplek in het dorp is, zoals een dorpshuis of MFC. Ook voorzieningen als
winkels zijn vaak een ontmoetingsplek. Maar ook zitgelegenheden die zo zijn opgesteld dat ze
uitnodigen tot ontmoeting zijn hiervoor geschikt.
Eenzaamheid is een probleem onder ouderen. Vooral in de zomerperiode wanneer, „iedereen‟ op
vakantie is. Een goed palet aan wonen, zorg en welzijn helpt tegen eenzaamheid. Verschillende zorg-
en welzijnsaanbieders in noordwest Friesland (bijvoorbeeld ZHB en SWO het Bildt in gemeente het
Bildt) bieden een uitgebreid activiteitenaanbod voor ouderen. Het is van belang dat er plaats is,
ruimte is, voor activiteiten. WonenNWF doet haar best bij de bouw van seniorenappartementen een
gemeenschappelijke ruimte te realiseren, ook bij kleine(re) projecten. In deze ruimte kunnen
activiteiten voor en door bewoners worden gehouden. (Actiepunt 4)
Daarnaast is WonenNWF al jaren actief op het gebied van leefbaarheid. In het leefbaarheidsbeleid
nemen het ondersteunen van dorpshuizen en multifunctionele centra en het stimuleren van sociale
cohesie een belangrijke rol in. Zoals hierboven aangegeven is er vanuit ouderen bezien alle reden om
dit beleid voortvarend voort te zetten. Daarbij kan – in overleg met gemeenten- in de komende
periode wellicht nog wat meer aandacht besteed worden aan de infrastructuur / looproutes in het
dorp. (zie Actiepunten 4 en 6)
Welzijn Binnen welzijn, het algehele welbevinden van mensen, speelt prettig wonen in een leefbare
woonomgeving een grote rol. Door welzijnsbevorderende activiteiten en voorzieningen wonen mensen
prettiger. Voelen ze zich meer thuis. In het rijksbeleid gericht op ouderen wordt steeds meer nadruk
gelegd op het welzijnswerk. Welzijn wordt gezien als manier om ouderen zo lang mogelijk „uit de zorg‟
te houden.
43
In de trits wonen-welzijn-zorg gaat het erom dat mensen welzijnsbevorderende voorzieningen en
diensten krijgen aangeboden waardoor zo lang mogelijk voorkomen kan worden dat die mensen
(extra) zorg nodig hebben of zelfs hun huis moeten verlaten om deze zorg te kunnen krijgen.
De term van dit moment is Welzijn Nieuwe Stijl (Bussemaker, 2009). Welzijn Nieuwe Stijl impliceert
dat welzijnsorganisaties hun werkzaamheden herijken door meer integraal, verbindend,
resultaatgericht en vooral vraaggericht te werk te gaan. Dit allemaal –nogmaals – met als doel om
door middel van activiteiten en diensten op het gebied van welzijn mensen zo lang mogelijk „uit‟ de
zorg te laten blijven (want dat kost geld).
Welzijnspartijen worden doorgaans gefinancierd vanuit de gemeente en proberen daarom goede
relaties te onderhouden met gemeenten. De winst van welzijnsactiviteiten is doorgaans moeilijk hard
te maken en meer van immateriële aard. Denk bijvoorbeeld aan meer tevreden burgers, langer
zelfstandig wonen, minder eenzaamheid, leefbaarheid, etc. Welzijnspartijen moeten het daarom
vooral hebben van hun creativiteit en overtuigingskracht om de financiering rond te krijgen.
WonenNWF heeft er belang bij dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, tevreden zijn over
hun woonsituatie en hun dorp als leefbaar ervaren. Hierin kan het welzijnswerk een rol spelen en daar
ligt dus de samenwerking tussen corporatie en welzijn. De volgende vraag is dan; waar bestaat
welzijn uit?
Het volgende basispakket aan welzijnsdiensten voor ouderen wordt in Nederland veelal door cliënten
en aanbieders als cruciaal gezien (Uit het onderzoek WWZ, Prov Fryslân 2004):
1. Maaltijdvoorziening aan huis
Dit kan zijn in de vorm van een warme maaltijd (tafeltje-dekje) of als koelvers- over
vriesversmaaltijd die mensen zelf (in de magnetron) opwarmen. Deze laatste vorm is
sterk in ontwikkeling.
2. Aangepast vervoer van deur tot deur.
Aandachtspunten hierbij zijn beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid.
3. Alarmering.
Vaak is (het gevoel van) veiligheid – er komt iemand als het echt nodig is – een
belangrijke voorwaarde om zelfstandig te blijven wonen. Het gaat hierbij om sociale
alarmering (waarbij een mantelzorger wordt opgeroepen) of medische alarmering
(waarbij een professional komt).
4. Consulent / ouderenadviseur
Voor een persoonlijk advies en het beantwoorden van vragen op het gebied van
wonen, welzijn en zorg.
5. Één loket
Hierin is voorzien met de huidige WMO-loketten, waardoor mensen één duidelijke
plek hebben waar ze met hun vragen terecht kunnen.
6. Recreatieve en sportieve activiteiten
Dit is een van de belangrijkste haalfuncties. Sportbeoefening vergroot de vitaliteit en
gezondheid en draagt er daardoor aan bij dat mensen zelfstandig kunnen blijven
wonen.
7. Open eettafel
Een belangrijke andere haalfunctie. Goed voor de sociale contacten.
8. Kleinschalige dienstverlening aan huis (hand- en spandiensten)
Denk hierbij aan klussendienst, boodschappendienst en tuinonderhoud.
Deze diensten worden allen geboden door de zorg en welzijnspartijen in noordwest Friesland. In aanvulling op bovenstaande algemene welzijnsdiensten komen in de Friese situatie nog enkele
specifieke aandachtspunten naar voren:
44
1. Een ontmoetingsplek in elke kern of wijk
Een centraal gelegen ontmoetingsplek waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en
activiteiten kunnen ondernemen draagt bij aan de activering van verschillende groepen en
aan het voorkomen van eenzaamheid.(Sociaal rapport Fryslan)
Vanuit het oogpunt van leefbaarheid onderschrijft WonenNWF het belang van
ontmoetingsplekken (dorpshuis, MFC) en investeert zij hier ook volop in.
2. Extramuralisering als extra stimulans voor welzijn (en zorg) in kleine kernen. Het afbouwen
van grote instellingen biedt aanknopingspunten voor het ontwikkelen van kleinschalige
clusters van wonen, welzijn en zorg in de kleine kernen.
3. Aanwezigheid basisvoorzieningen
Een belangrijke randvoorwaarde bij het langer zelfstandig wonen is het hebben van een
aantal basisvoorzieningen in de eigen woonkern. Het gaat hierbij om de huisarts, het
dorpshuis en de supermarkt. Ook de basisschool wordt als cruciale voorziening beschouwd,
maar daarbij gaat het om een andere doelgroep. Ook de mogelijkheid om geld op te nemen
wordt vaak bij het rijtje van favoriete voorzieningen genoemd.
WonenNWF is reeds erg actief op het gebied van leefbaarheid (met name t.a.v. dorpshuizen,
sportaccomodaties, speeltuinen, etc.) en het ondersteunen van welzijnsdiensten zou hier ook bij
kunnen horen. Wel is het hierbij van belang om vrijwilligers in de dorpen te ondersteunen bij hun
werk en vooral niet zaken van hen over te nemen.
Een van de onderwerpen die binnen leefbaarheid op dit moment in de belangstelling staat is
tuinonderhoud. Slecht tuinonderhoud heeft zijn weerslag op het hele aangezicht van een straat en is
daarom een grote ergernis van veel buurtbewoners. WonenNWF is samen met Empaselect en de
Dienst SoZaWe Noordwest Friesland bezig om een pilot-project op te zetten voor het ondersteunen en
activeren van huurders om hun tuin goed te onderhouden. Voor ouderen met een tuin die fysiek
gezien achteruit gaan wordt het tuinonderhoud steeds zwaarder. Zowel vanuit welzijn als vanuit
leefbaarheid kan je deze bewoners ondersteunen bij hun tuinonderhoud, zodat ze de zaken die ze nog
wel kunnen zelf kunnen doen en dat er voor de rest de mogelijkheid bestaat om dit te laten doen.
Verder werd in hoofdstuk 5 (woonwensen) geconstateerd dat de senior van de toekomst behoefte
heeft aan zingeving. Deze zingeving kunnen zij ervaren via welzijns- of vrijwilligerswerk. Mogelijk kan
in samenwerking met welzijnspartijen of vrijwilligersorganisaties ingespeeld worden op deze behoefte
aan zingeving. (Zie actiepunt 5)
Conclusies: Woningen en appartementencomplexen voor senioren moeten goed toegankelijk zijn voor mensen
met een beperking. Dit betekent, hoogteverschillen vermijden, goede bewegwijzering, goede
verlichting en gemakkelijke bediening van lift, deuren e.d. Tevens moeten gebouwen
´uitgankelijk´zijn, d.w.z. gemakkelijk te verlaten bij calamiteiten, ook voor mensen met een
beperking. De nieuwbouw van WonenNWF voldoet hieraan.
Verder is het belangrijk dat de woonomgeving leefbaar is. Denk hierbij aan veiligheid, aanwezigheid
van voorzieningen en een ontmoetingsplek (zoals dorpshuis). Zie hiervoor het leefbaarheidsbeleid van
WonenNWF en actiepunt 4). Via welzijnsbevorderende activiteiten en diensten wordt het algehele
welbevinden van (oudere) bewoners verbeterd. Dit draagt bij aan het langer zelfstandig thuis kunnen
blijven wonen van mensen. Hoe langer mensen „ uit de zorg‟ gehouden worden, hoe minder kosten,
en daarom stimuleert het rijk welzijnsactiviteiten. (zie actiepunt 5) Kernwaarden voor prettig wonen
en oud worden in je eigen woonomgeving zijn; ontmoeting, (welzijns) activiteiten, veel beleven, zinvol
leven en het voeren van regie over het eigen leven. Oftewel ´ondernemend oud worden´.
45
7. Samenwerking
In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke partijen zich bezig houden met wonen & zorg.
Tevens wordt aangegeven welke rollen en verantwoordelijkheden elke partij heeft. Vervolgens komen
de mogelijkheden en de moeilijkheden bij samenwerking aan de orde, zowel op dit moment als
rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen zoals schaalvergroting en marktwerking.
7.1 Partijen, rollen en verantwoordelijkheden
In Noordwest Friesland zijn, naast WonenNWF, de volgende partijen actief op het gebied van wonen,
zorg en welzijn:
Gemeenten
Zorgpartijen
Welzijnspartijen
Overige partijen
De rollen en verantwoordelijkheden van deze partijen worden hieronder uiteengezet.
Wonen Noordwest Friesland
De rol van woningcorporaties, zoals WonenNWF, in wonen & zorg staat aangegeven in het BBSH
(Besluit Beheer Sociale Huursector). In het BBSH staan zes prestatievelden aangegeven waarop
corporaties (zgn. toegelaten instellingen) moeten presteren, waaronder (nr. 6) Wonen en zorg.
Samengevat luidt de tekst uit het BBSH als volgt:
De toegelaten instelling draagt bij aan het volgens redelijke wensen tot stand brengen van huisvesting voor
ouderen, gehandicapten en personen die zorg of begeleiding behoeven.
Ter uitvoering hiervan kan de toegelaten instelling overgaan tot:
a. het bouwen en exploiteren van woon-zorgcomplexen en de daarbij behorende gemeenschappelijke
ruimten en fysieke zorginfrastructuur
b. het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van arrangementen m.b.t. wonen, zorg- en
dienstverlening, die het zelfstandig wonen bevorderen;
c. het vervullen van een bemiddelende rol voor bewoners met betrekking tot zorg- en dienstverlening
Naast dus het bouwen en verhuren van woningen en woon-zorgcomplexen mag WonenNWF ook op
andere manieren, zoals via een bemiddelende rol een bijdrage leveren aan het zelfstandig wonen van
mensen met een zorgvraag.
Naast wonen en zorg kent het BBSH ook een vijfde prestatieveld, namelijk het bevorderen van de
leefbaarheid. Zoals eerder in deze notitie aangegeven pakt WonenNWF deze taak met beide handen
aan, ook met het oog op haar oudere huurders.
Verder is het vanzelfsprekend voor ons als corporatie, dat WonenNWF zich – conform het BBSH – in
zet om mensen met een krappe beurs een kwalitatief goede goedkope of betaalbare huurwoning aan
te bieden. Aangezien er een flinke groep ouderen is – en blijft – met een laag inkomen is dit van groot
belang.
Om onze (toekomstige) huurders, waaronder ouderen met een zorgvraag, goed te bedienen moet
WonenNWF samenwerken met gemeenten en zorgpartijen. Daarom hieronder inzicht in hun positie.
Gemeenten
Gemeenten zijn – conform de gemeentewet – verantwoordelijk voor het goed huisvesten van hun
inwoners. Hiervoor maken zij (prestatie)afspraken met o.a. woningcorporaties. Zie hieronder. Ook zijn
46
gemeenten verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid in hun gemeente. Via bestemmingsplannen
wordt de bestemming van een bepaald gebied aangegeven. Om de bestemming van een perceel te
wijzigen (bijvoorbeeld van landbouwgrond naar woningbouw) is een bestemmingsplanwijziging
noodzakelijk. Hiervoor zijn gemeenten verantwoordelijk. Dit betekent concreet dat om nieuwe
woningen te bouwen de corporatie altijd bij de gemeente moet aankloppen voor een
bestemmingsplanwijziging. Zodoende is de corporatie afhankelijk van de gemeente. Andersom zijn
alleen woningcorporaties bereid om onrendabel te investeren in sociale huurwoningen. Voor het goed
huisvesten van hun inwoners met een laag inkomen zijn gemeenten daarmee afhankelijk van
woningcorporaties. Zo hebben woningcorporaties zoals WonenNWF en gemeenten elkaar nodig om
hun doelstellingen te realiseren.
Naast het onderwerp wonen hebben gemeenten ook een stevige verantwoordelijkheid op het gebied
van zorg. De verantwoordelijkheid voor de zorgverlening is gedecentraliseerd van het rijk naar de
lokale overheid, de gemeenten. Het idee hierachter is dat de gemeenten dichterbij hun inwoners
staan dan het rijk.
In het kader van de WMO heeft de gemeente een regierol bij het organiseren van o.a. zorg en
huishoudelijke hulp voor haar (oudere) inwoners. De dienst SoZaWe Noordwest Fryslân voert voor
acht gemeenten in het noordwesten van Friesland, waaronder de gemeenten in het werkgebied van
WonenNWF, de onderdelen van de WMO gericht op wonen&zorg uit (waaronder de aanbesteding
huishoudelijke verzorging). De prestatievelden in de WMO die gericht zijn op welzijn worden
doorgaans door welzijnsorganisatie uitgevoerd (financieel) gesteund door de gemeenten. Anders
gezegd: de Dienst voert prestatievelden 5 en 6 uit voor de gemeenten en Dienst en gemeenten
werken samen op het gebied van prestatievelden 3 en 4.
Daarbij vult de Dienst voor een aantal gemeenten (Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel, Harlingen, Het
Bildt (tijdelijk) en binnenkort ook Vlieland prestatieveld 3 volledig in door middel van het inzetten van
een Wmo-adviseur. Het (basis)Wmo-loket zoals dat in alle 8 gemeenten is ingericht is in eerste
instantie alleen bedoel voor het verstrekken van informatie in het kader van de huishoudelijke zorg en
de voorzieningen. Iedere gemeente afzonderlijk heeft verder op eigen wijze de overige
prestatievelden ingevuld en tevens de informatievoorziening daaromtrent.
Via de medewerker WMO bestaat er vrij veel contact tussen WonenNWF en de dienst SoZaWe. Dit
contact is vooral praktisch van aard; „In welke woning dienen welke aanpassingen te worden gedaan?‟
In augustus 2009 zijn er nieuwe prestatieafspraken gemaakt tussen Dienst dienst SoZaWe Noordwest
Fryslân en de drie woningcorporaties die werkzaam zijn het werkgebied van de dienst. Hierin is voor
het eerst de mogelijkheid opgenomen om bij nieuwe woningbouwprojecten direct aanpasbaar te
bouwen, in plaats van achteraf voorzieningen aan te brengen (artikel 3).
Hier is wel een voorbehoud aan verbonden. De Dienst dient in een vroegtijdig stadium te worden
betrokken én er dient door de verhuurder te worden aangetoond dat er aanzienlijke meerkosten zijn
boven de normen van het Bouwbesluit (zie artikel 4). Indien dit beide het geval is kán de Dienst
besluiten een financiële tegemoetkoming te verlenen. Zij zullen van geval tot geval beoordelen of het
financieel zinvol en haalbaar is of dergelijke aanpassingen in het kader van de Wmo in de vorm van
één algemene voorziening of diverse individuele voorzieningen kunnen worden verstrekt.
WonenNWF is blij met deze ontwikkeling want wij denken dat het in veel gevallen een stuk handiger
en goedkoper is om direct bij meerdere appartementen bepaalde aanpassingen aan te brengen (in het
kader van de WMO) in plaats van pas later, één voor één, wanneer bewoners hun aanvraag doen.
Wat betreft het onderdeel huishoudelijk zorg voert de Dienst SoZaWe de aanbesteding uit. Deze
aanbesteding vindt in 1 keer plaats voor alle acht gemeenten waar de Dienst SoZaWe werkzaam is.
47
Op dit moment wordt de huishoudelijke zorg (HV1 en HV2) in noordwest Friesland uitgevoerd door
drie combinaties van partijen. Hierdoor heeft elke oudere bewoner van noordwest Friesland de keuze
uit drie zorgaanbieders:
1. de combinatie Interzorg / Zorgcentrum het Bildt / Tellens.
2. Het Friese Land
3. Palet
WonenNWF heeft prestatieafspraken gemaakt met twee van de gemeenten waar zij werkzaam is,
namelijk gemeente het Bildt en gemeente Franekeradeel. Het is de bedoeling om ook
prestatieafspraken te gaan maken met gemeente Menaldumadiel. Gemeente Ferwerderadiel heeft
eerder aangegeven geen behoefte te hebben aan het maken van prestatieafspraken omdat de
samenwerking – ook op het gebied van wonen & zorg – zo ook prima gaat.
In de prestatieafspraken met gemeente het Bildt (2009) is o.a. aangegeven dat:
beide partijen (=gemeente & corporatie) een speciale inzet tonen op het gebied van
combinaties van wonen en zorg.
WonenNWF nadrukkelijk wordt betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe
structuurvisie wonen van de gemeente; waarin wonen & zorg ook wordt behandeld.
Deze structuurvisie is in 2010 vastgesteld en WonenNWF is hier inderdaad nadrukkelijk
bij betrokken in verschillende gespreken en inspraakrondes.
Beide partijen zich inzetten voor leefbaarheid en de kwaliteit van de woonomgeving door
o.a. samen rotte plekken (= verpauperde panden) aan te pakken, dorpsschouwen te
houden en een leefbaarheidsonderzoek (LeMon) te verrichten (in de periode februari –
juni 2010) om a.d.h.v. de resultaten hiervan samen de leefbaarheid te verbeteren. Het
LeMon onderzoek is inderdaad uitgevoerd in de eerste helft van 2010 en aan de hand
van de resultaten van het onderzoek voeren gemeente en WonenNWF nu verschillende
acties uit, waaronder het beter onderhouden van de speelvoorzieningen in de gemeente.
In het lokaal akkoord met gemeente Franekeradeel (2010)staat o.a. opgenomen dat
Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door de corporaties( = WonenNWF
en Accolade in de stad Franeker) in de periode 2010 -2014 is levensloopbestendig.
Rotte plekken worden gezamenlijk aangepakt en het leefbaarheidsonderzoek LeMon
wordt gezamenlijk uitgevoerd
Gemeente Menaldumadeel heeft in 2009 gewerkt aan het opstellen van haar woonvisie. Deze visie
dient als input bij het maken van prestatieafspraken. T.a.v. wonen en zorg / seniorenhuisvesting staat
in gemeentelijke woonvisie opgenomen dat de gemeente circa 30% van het woningbouwprogramma
voor deze doelgroep wil inzetten. De nadruk ligt hierbij – vanwege het zorgaanbod- op de grotere
kernen; Menaldum, Dronrijp en Berlikum. In de nieuwbouw zet de gemeente in op de normen van
Woonkeur (levensloopgeschikte woningen). Verder wil de gemeente de dienstverlening aan
thuiswonende ouderen stimuleren door inzet vanuit het steunpunt mantelzorg. „Omtinkers‟ worden
ingezet om huurders en eigenaar-bewoners te informeren over mogelijke woningaanpassingen die
zorgen voor meer wooncomfort. WonenNWF neemt deel aan de gemeentelijke projectgroep
omtinkers. Gemeente Menaldumadeel en WonenNWF zijn verder van plan om in de eerste helft van
2011 een LeMon leefbaarheidsonderzoek uit te laten voeren.
Met gemeente Ferwerderadiel is de afgelopen jaren gewerkt aan verschillende nieuwe
woningbouwprojecten, waaronder projecten op het gebied van wonen en zorg zoals Offingaburg in
Hallum. Zie verder hoofdstuk 3, gerealiseerde projecten. In de komende jaren zal er eveneens
gewerkt worden aan nieuwbouw voor senioren, bijvoorbeeld in Burdaard, en naar verwachting ook in
48
Ferwert rondom Foswert. Verder worden er bestaande woningen aangepast voor senioren, conform
de WMO.
Zorgpartijen
Wonen NWF werkt nauw samen met vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van
Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie,
Interzorg in Ferwert en Hallum en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum
en Stiens. De rolverdeling tussen WonenNWF en de vier zorgcentra is als volgt:
- WonenNWF verhuurt aanleunwoningen op deze vier locaties waarbij vanuit de zorgcentra
zorg op maat wordt geleverd.
- De vier zorgcentra verzorgen activiteiten en maaltijdservice waardoor oudere huurders
van WonenNWF langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
- Verder wordt er vanuit zorgcentrum het Bildt (locatie Beuckelaer) te St. Annaparochie en
vanuit Interzorg in Ferwert (locatie Foswert) huishoudelijke verzorging geleverd aan
oudere huurders in resp. gemeente het Bildt en gemeente Ferwerderadiel (zie hierboven)
- WonenNWF is met alle vier de partijen in gesprek over ver-/nieuwbouw.
De zorgpartijen richten zich op tevreden (en voldoende) cliënten, continuïteit door het onderhouden
van goede relaties met partijen die de opdrachten verlenen (= gemeente (huishoudelijke zorg) en
zorgkantoor (verzorging en verpleging), en goed (up-to-date) vastgoed waarin en waar vanuit zorg
kan worden geleverd. Hierbij komt WonenNWF in beeld (zie hierboven).
Noorderbreedte
Nij Bethanië te Tzummarum beschikt over 60 plaatsen in het zorgcentrum, 26 aanleunwoningen en
een dagcentrum. Verder biedt Nij Bethanië maaltijdenservice en thuiszorg. Nij Bethanië is onderdeel
van zorggroep Noorderbreedte. Er is een groot ontwikkelingsplan voor Nij Bethanië en omgeving
opgesteld bestaande uit een combinatie van wonen, zorg en onderwijs (zie pagina 25)
Ook op twee andere locaties werken WonenNWF en Noorderbreedte samen. In het
gezondheidscentrum bij Bjirmenstate biedt Noorderbreedte ondersteuning voor ouderen in de vorm
van consultatie. Tevens is serviceorganisatie Nynke (onderdeel Noorderbreedte) vertegenwoordigd in
het gezondheidscentrum. Bij de ontwikkeling van het Van Harenshus in St. Annaparochie realiseert
Noorderbreedte 36 verpleeghuisplaatsen en WonenNWF 16 aanleunappartementen.
Zorgcentrum het Bildt (ZHB)
ZHB biedt op de locatie Beuckelaer te St. Annaparochie circa 80 verzorgingsplaatsen en een uitgebreid
aanbod aan activiteiten die ook voor niet-bewoners toegankelijk zijn. Ook in de kernen St.
Jacobiparochie en Minnertsga verzorgt ZHB activiteiten, waar alle ouderen uit het dorp (dus ook de
huurders van WonenNWF) gebruik van kunnen maken. Verder levert ZHB maaltijdservice en
huishoudelijke zorg aan huis in gemeente het Bildt.
ZHB en WonenNWF hebben momenteel en in de komende jaren in verschillende hoedanigheden met
elkaar te maken;
- bij de ver-/nieuwbouw van Beuckelaer en de bouw van nieuwe aanleunwoningen hierbij.
- bij het aanbieden van dagactiviteiten door ZHB in Minnertsga en St. Jacobiparochie voor o.a.
bewoners van de seniorencomplexen van WonenNWF aan Hermanawei en Noordeinde.
- Middels de WMO; bij het bieden van huishoudelijke hulp en verzorging aan o.a. oudere
huurders van WonenNWF (in seniorenappartementen, levensloopgeschikte woningen en
aangepaste woningen)
49
Hierbij zorgt WonenNWF voor „de stenen‟ (fysiek) en ZHB voor activiteiten, huishoudelijke hulp en
verzorging (sociaal). De twee organisaties vullen elkaar aan en versterken elkaar op deze manier.
Interzorg
Het woonzorg centrum Foswert van Interzorg in Ferwert biedt plaats aan circa 90 bewoners. Rondom
het woonzorgcentrum verhuurt WonenNWF aanleunwoningen. Vanuit het woonzorg centrum biedt
Interzorg maaltijdservice en een activiteitenaanbod voor senioren in gemeente Ferwerderadiel. Net als
bij ZHB zijn WonenNWF en Interzorg in gesprek over ver-/nieuwbouw van het woonzorgcentrum.
Tevens hebben WonenNWF en Interzorg samengewerkt bij de realisatie van Offingaburg te Hallum.
Dit complex bestaat uit twee groepswoningen met ieder zes zorgappartementen voor licht
dementerende ouderen, 14 zelfstandige seniorenappartementen en zes eengezinswoningen.
Verder werken WonenNWF en Interzorg samen in Birdaard. Hier is sprake van de bouw van een nieuw
MFC, met daarin een zorgsteunpunt van Interzorg. WonenNWF is voornemens hier een 12-tal
woningen geschikt voor senioren te realiseren.
Palet
Stichting Palet heeft onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens. Woonzorgcentrum Nij
Statelân in Menaldum biedt plaats aan circa 200 bewoners (verdeeld over drie gebouwen; Gralda
State, Orxma State en woongroep „Oars Wenje‟). Bewoners van Menaldum e.o. kunnen vanuit Nij
Statelân thuiszorg, verpleging, verzorging en diensten afnemen. De rest van de gemeente
Menaldumadeel wordt bediend vanuit de zorgsteunpunten Dronrijp en Berlikum. In 2009 heeft
WonenNWF het appartementencomplex Berlingastate in Berlikum gerealiseerd. Hierin bevinden zich
22 voor senioren geschikte appartementen en een zorgsteunpunt van Palet.
Woonzorgcentrum Skilhiem in Stiens bestaat uit 42 appartementen. Ook zijn er circa 70
aanleunwoningen in de omgeving van het centrum. In Skilhiem bevindt zich een kleinschalige
woonvorm voor ouderen met psychogeriatrische of somatische problemen. Bewoners van de
gemeente Leeuwarderadeel kunnen vanuit Skilhiem thuiszorg, verpleging, verzorging en diensten
afnemen. In Petterhûsterstate huisvest Palet 19 dementerenden, Talant 6 dementerenden met een
lichamelijk beperking en er is 1 crisisopvangplek. In totaal zijn er 26 appartementen.
Aan de Skilwei in Stiens (vlak bij Skilhiem) bouwt WonenNWF in 2010 17 appartementen en 6
patiowoningen. De toekomstige bewoners kunnen gebruik maken van de zorg die stichting Palet
verzorgt vanuit Skilhiem.
Ook in de omliggende grotere plaatsen Franeker, Harlingen en Leeuwarden (dus buiten ons
werkgebied) zijn zorgcentra.
Tellens
Zorggroep Telllens heeft 20 woonzorgcentra in Friesland, waaronder in Tzum. Het woonzorgcentrum
Martenahiem in Tzum telt 36 intramurale plaatsen. Daarnaast zijn er 23 seniorenappartementen
vastgebouwd aan het woonzorgcentrum. Bewoners en andere ouderen uit het dorp kunnen in de
recreatiezaal van Martenamhiem terecht voor activiteiten. Daarnaast wordt er vanuit de centrale
vestiging van Tellens in Franeker (huishoudelijke) zorg geleverd aan thuiswonende ouderen in Tzum
en omgeving.
50
Talant
Talant is een grote zorgorganisatie die een breed scala aan wonen met ondersteuning, zorg en
dagbesteding biedt aan verstandelijk gehandicapten.
In Sint Annaparochie (Steven Huygenstraat) verhuurt WonenNWF een woongebouw met diverse
zorgmogelijkheden aan Talant. Hier wonen 12 verstandelijk gehandicapten.
In Tzummarum wordt op de locatie van het zorgcentrum ook een gebouw verhuurd aan Talant voor
oudere verstandelijk gehandicapten. Ook wordt op deze locatie dagbesteding voor ouderen
georganiseerd.
In Stiens heeft Talant een centrum voor dagbesteding waar gehandicapten uit de omgeving terecht
kunnen voor activiteiten en verzorging.
Thuiszorg
Thuiszorg bestaat uit huishoudelijke zorg en verpleging aan huis.
Zoals aangegeven onder het kopje gemeenten voert de Dienst SoZaWe Noordwest Friesland de
aanbesteding van het huishoudelijk zorg in uit voor de acht gemeenten in het noordwesten van
Friesland waar zij werkzaam is. Door deze constructie hebben inwoners van noordwest Friesland de
keuze uit 3 aanbieders van huishoudelijke zorg.
Binnen de huishoudelijke verzorging wordt onderscheid gemaakt tussen Huishoudelijke Verzorging 1
(HV1) en Huishoudelijke Verzorging 2 (HV2). HV1 veronderstelt dat de cliënt in staat is zelf de regie te
voeren over de planning van de activiteiten. Bij HV2 is er ook sprake van hulp bij de organisatie van
het huishouden, zoals het plannen van huishoudelijke zorg (wie doet wat), aandacht voor hygiëne in
huis, advies en hulp bij het kopen van levensmiddelen en het beheer van de levensmiddelenvoorraad
en/of noodzakelijke opvang van thuiswonende kinderen.
Op het gebied van verpleging aan huis zijn onder meer Het Friese Land, Interzorg en Noorderbreedte
actief in het noordwesten van Fryslân.
Welzijn
In het werkgebied van WonenNWF zijn de volgende welzijnsorganisaties actief:
SWO het Bildt
Stichting Welzijn Ouderen (SWO) het Bildt is actief in gemeente het Bildt. Bij SWO het Bildt kunnen
ouderen terecht voor voorlichting, informatie en advies. Tevens worden er door SWO activiteiten voor
ouderen georganiseerd, zoals tennisles, Engelse les, scootmobielcursus en computercursussen. Het
loket van SWO het Bildt bevindt zich in zorgcentrum Beuckelaer te St. Annaparochie. Dit is een
zelfstandige organisatie, wiens werk financieel mogelijk wordt gemaakt door de gemeente
Stichting Welzijn Middelsee
Deze stichting verzorgt ouderenwerk in gemeente Menaldumadeel en Leeuwarderadeel. Voor de
kleinsten verzorgen zij peuterwerk in gemeenten het Bildt, Menaldumadeel, Leeuwarderadeel en
Littenseradiel. Ook het Jeugd- en jongerenwerk van de gemeenten Menaldumadeel en het Bildt valt
onder de verantwoordelijkheid van de Stichting.
De Skûle Welzijn
Dit is een regionale instelling voor sociaal cultureel werk en welzijnsactiviteiten. De Skûle Welzijn is
actief in Franekeradeel en Noordwest Friesland. Voor alle ouderen in gemeente Franekeradeel
verzorgen zij ouderenadvisering. Denk hierbij aan hulp bij het invullen van formulieren of bij het
aanvragen van een taxi-pas. Ook organiseert De Skûle in Franekeradeel en Menadumadeel cursussen
voor alleenstaande oudere vrouwen om actief te blijven en meer glans aan het leven te geven.
Verder is de Skûle actief in het jongerenwerk in Franekeradeel.
51
De rol van WonenNWF is als volgt. WonenNWF organiseert niet zelf deze activiteiten en diensten,
maar kan wel een stimulerende rol spelen ten opzichte van zorg- en welzijnsorganisaties. Hiermee
faciliteert WonenNWF dat mensen zo thuis kunnen blijven wonen. Dit zo lang mogelijk thuis blijven
wonen is wat mensen doorgaans graag zelf willen. Bovendien is dit is in het belang van WonenNWF,
want zij blijven zo langer huurder. Ook zijn welzijnsbevorderende activiteiten en diensten goed voor
de leefbaarheid in het dorp en de woonbeleving van mensen (prettig wonen, je thuis voelen).
WonenNWF zal in de komende periode in overleg treden met bovengenoemde welzijnsorganisaties om
de samenwerking te verbeteren , zie actiepunt 5.
7.2 Voordelen van samenwerken In het vorige hoofdstuk zijn al enkele redenen tot samenwerking tussen verschillende partijen
aangegeven. De samenwerking tussen woningcorporatie en gemeente is hierin ook beschreven en
wordt als volkomen vanzelfsprekend beschouwd, mede omdat deze er „altijd‟ al is geweest.
De samenwerking tussen woningcorporaties en zorgorganisaties is van recenter datum en daarom is
het goed om nog even te laten zien welke voordelen deze samenwerking voor beide partijen heeft.
Zie hieronder.
De samenwerking tussen woningcorporaties en welzijnsorganisaties staat beschreven in de vorige
paragraaf en zal hier niet verder uitgewerkt worden.
Wat zijn motieven om als woningcorporatie samen te werken met een zorgorganisatie:
1. Marktvraag beantwoorden. Een groot deel van onze huurders is 65+ en we willen hen graag
goed bedienen.
2. Leefbaarheid bevorderen. Vooral wanneer het gaat om het organiseren van activiteiten en het
creëren van ontmoetingsplaatsen kunnen corporatie en zorgorganisatie elkaar ondersteunen
en versterken.
3. Deskundigheid benutten. Zorgorganisaties hebben simpelweg meer kennis van zorg dan wij
en het is goed deze te benutten
4. Zorg leveren; dat mag een woningcorporatie namelijk niet
5. Presteren op het prestatieveld wonen en zorg (BBSH).
En waarom willen zorgorganisatie graag met woningcorporaties, zoals WonenNWF, samenwerken?
1. Financiëel meer mogelijk maken. Ondanks dat ook de financiële middelen van
woningcorporaties beperkt zijn, hebben ze toch vaak net iets meer mogelijkheden om
investeringen met een relatief laag rendement te doen.
2. Benutten deskundigheid, vooral op het gebied van project- en vastgoedontwikkeling.
3. Inzetten relaties. Als corporatie heeft WonenNWF een uitgebreid netwerk (denk aan contacten
bij gemeenten, bouwbedrijven, architecten, etc), en weten we hoe de hazen lopen in
„vastgoedland‟ en dat kan voor een zorgorganisatie aantrekkelijk zijn.
Oftewel, samen sta je sterk. Samenwerken heeft voor zowel corporatie als zorgpartij veel voordelen.
Deze voordelen zijn vooral gelegen in elkaars deskundigheid, contacten en financiële slagkracht.
Bovendien hebben we een sterk gezamenlijk motief om samen te werken, namelijk het bedienen van
de doelgroep. Deze maatschappelijke opgave verbindt ons.
7.3 Drempels bij samenwerken Na het lezen van bovengenoemde voordelen spreekt het voor zich dat woningcorporaties en
zorgpartijen veel samenwerken. Dit gaat echter niet altijd over rozen. Hiervoor zijn verschillende
52
redenen aan te geven. Allereerst vrij algemene redenen zoals het eigen referentiekader dat elke
organisatie hanteert en ook dat er chemie moet zijn tussen de mensen die moeten samenwerken.
Investeren in een goede kennismaking, interesse tonen in elkaars belangen en voornoemd
referentiekader zijn daarbij erg belangrijk. Het slagen van een project is voor een groot deel
afhankelijk van de openheid en bereidheid tot investeren in elkaar. Maar naast deze punten zijn er ook
meer woon-zorg specifieke redenen aan te geven waarom de samenwerking tussen corporatie en
zorgpartijen wel eens moeilijk verloopt:
Tijdshorizon
Een belangrijk verschil tussen woningcorporaties en zorgpartijen is de gebruikte tijdshorizon.
WonenNWF werkt vanuit een langetermijnperspectief, van vaak 50 jaar. Dit is in de boeken van een
woningcorporatie de levensduur van een woning. De investeringen van woningcorporaties worden pas
na vele jaren – of soms helemaal niet (onrendabel) – terugverdiend. Zorgorganisaties moeten juist
vaak jaarlijks onderhandelen over hun „productie‟. Denk bijvoorbeeld aan de Europese aanbesteding
van de huishoudelijke zorg in het kader van de WMO. Daarom is het voor hen veel moeilijker om de
lange termijn te overzien. Bovendien zijn ze niet gewend om op die manier te denken. Dit maakt
gesprekken over lange termijn investeringen vaak lastig. Het vergt heel wat inlevingsvermogen van
beide kanten om je te verplaatsen in de positie van de andere partij.
Wettelijke beperkingen
Wonen en zorg zijn wettelijk gescheiden (zie pagina 5). Soms zouden woningcorporaties en
zorgaanbieders graag afspraken willen maken over het gezamenlijk aanbieden van één
woonzorgproduct: de woning en de bijbehorende zorg. Zo kan je bewoners – ook op bijvoorbeeld
verafgelegen plaatsen – verzekeren van zorg. Dit is echter wettelijk niet toegestaan.
Overigens is er op dit moment geen reden om ons zorgen te maken of er ook in de meer perifere
delen van ons werkgebied ook zorg aan huis geleverd wordt. Zoals beschreven in paragraaf 7.1 gunt
de Dienst SoZaWe de huishoudelijk zorg alleen aan (combinaties van) partijen die garanderen dat in
alle delen van het werkgebied van de dienst zorg geleverd wordt. Echter, deze zorg is voor een deel
onrendabel, daarom is het maar afwachten hoe dit in de toekomst zal gaan.
Verder is het wettelijk (BBSH) niet toegestaan om als woningcorporatie je te verbinden met niet-
toegelaten instellingen zoals zorgaanbieders.
Zorgzwaartepakketten
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is er tegenwoordig sprake van (gereguleerde) concurrentie tussen
zorgpartijen. De vrijheid, maar ook de risico‟s voor zorgaanbieders nemen geleidelijk toe. Tot voor
kort was er het Bouwcollege Zorg dat investeringen in de zorg beoordeelde. Na een vergunning van
het Bouwcollege stond de overheid garant voor investeringen in de zorg en liepen zorgaanbieders
geen enkel risico. Zij kregen gewoon een vast bedrag per aanwezige plaats (of bed). Dat is nu
allemaal anders. Sinds 2009 is het systeem van zorgzwaartepakketten van kracht. Zorgaanbieders
krijgen geld op basis van de geleverde productie. Van iedere patiënt wordt (door het CIZ) de
zorgzwaarte beoordeeld (geïndiceerd) en daar hoort een bepaald zorgzwaartepakket (ZZP) bij. In juli
2009 heeft het ministerie van VWS de minimumvergoedingen voor kapitaallasten per ZZP voor
nieuwbouwprojecten bekend gemaakt. Veel is echter nog onduidelijk. Het oude regime van
vergunningverlening bestaat niet meer en de toekomstige tarieven zijn nog niet bekend. Dit geeft veel
onzekerheid bij zowel zorginstellingen als partijen die met hen zaken doen, zoals woningcorporaties.
Niet alleen zijn veel tarieven nog niet bekend, maar ook de vaste vergoeding per bed is losgelaten. Nu
is het afhankelijk van het ZZP van een patiënt hoeveel geld de zorgaanbieder van de overheid krijgt.
Aangezien van te voren maar moeilijk is te voorspellen welke ZZP‟s de (toekomstige) bewoners van
53
een zorgvoorziening zullen hebben zijn de inkomsten van zorgorganisaties veel onzekerder geworden.
Daar komt nog bij; geen patiënten = geen geld. Als een zorgorganisatie in een pand leegstand kent
draait ze daar voortaan zelf voor op. Maar bijvoorbeeld in het geval dat een zorgpartij een gebouw
huurt van een woningcorporaties brengen deze ZZP‟s (en met name de fluctuaties in zorgzwaarte) de
onzekerheid met zich mee of de zorgpartij in de toekomst de huur wel kan blijven betalen. Het is van
groot belang om bij de realisatie van zorgvastgoed van te voren goede afspraken te maken over de
risico‟s leegstand en lichtere ZZP‟s (= lagere inkomsten) dan gepland.
Marktwerking
VWS wil meer concurrentie in de zorg. Naar de mening van het ministerie van VWS is gereguleerde
marktwerking het middel om de instellingen een prikkel te geven de klant als koning te zien.
Concurrentie tussen zorginstellingen dwingt en motiveert hen om de beste kwaliteit zorg te leveren.
Dit betreft wel gereguleerde concurrentie, d.w.z. concurrentie tussen zorgverzekeraars en tussen
zorginstellingen maar wel onder voorwaarden van risicosolidariteit tussen zieken en gezonden (dit is
geregeld in de Wet marktordening gezondheidszorg, WMG).
De gezondheidszorg kent drie samenhangende „markten‟; zorgverlening (het contact tussen cliënt en
zorgaanbieder), zorginkoop (het contact tussen zorgaanbieder en verzekeraar) en zorgverzekering
(het contact tussen verzekerde en zorgverzekeraar).
Bij zorgverlening gaat het onder meer over concurrentie tussen verschillende zorginstellingen in de
regio voor nieuwe cliënten. Tevens is er concurrentie tussen verschillende zorgpartijen om het
uitvoeren van (huishoudelijke) zorg en diensten in het kader van de WMO (zorginkoop door dienst
SoZaWe NW Fr).
Vanwege de marktwerking is het voor zorginstellingen steeds belangrijker om „zichtbaar‟ te zijn. Dit uit
zich op drie manieren:
- Zichtbaar voor (toekomstige) cliënten en hun familieleden
Mensen moeten op de hoogte gebracht worden van de zorg- en dienstverlening die een zorgcentrum
te bieden heeft. Reclame en PR om er voor te zorgen dat ouderen voor jouw zorgcentrum kiezen en
niet voor een andere zorgaanbieder.
- Zichtbaar voor „verwijzers‟
Vanwege de gereguleerde marktwerking in de zorg moeten zorgpartijen nu met elkaar concurreren
met andere zorgleveranciers voor het verlenen van zorg. Een voorbeeld hiervan is de aanbesteding
van de WMO. Om deze opdrachten toegekend te krijgen dienen zorgorganisaties zichtbaar te zijn voor
de organisatie(s) die zich bezig houden met het inkopen van zorg en dienstverlening. Tevens dienen
zorgpartijen bekend te zijn bij degenen die mensen doorverwijzen (naar bijvoorbeeld thuiszorg of
zorgcentra), zoals huisartsen.
- Zichtbaar voor (toekomstig) personeel
In deze notitie wordt hier verder niet op in gegaan, maar naar verwachting zullen in de zorg in de
komende jaren personeelstekorten gaan optreden. De zorgpartij moet dus zichtbaar zijn voor
werkzoekenden (stagiaires, pas afgestudeerden, herintreders en mensen die van baan wisselen).
Het ligt in de lijn van verwachting dat deze concurrentie tussen zorgpartijen en het belang van
„zichtbaar zijn‟ in de komende jaren zal toenemen. Voor WonenNWF betekent dit dat zorgorganisaties
waarschijnlijk een beroep op ons zullen doen in het kader van hun reclame en PR. Wij hebben
namelijk ook deels een verwijzende functie.
Belangrijker is echter dat er minder zekerheid is t.a.v. het aantal toekomstige cliënten van een
zorgcentrum. Het is niet meer zo dat mensen automatisch naar het zorgcentrum bij hun in de buurt
gaan, want ze kunnen kiezen. Zoals aangegeven in de paragraaf zorgzwaartepakketten is het van
54
groot belang goede afspraken te maken met zorgpartijen over wat te doen bij matige verhuurbaarheid
van appartementen.
Overigens gaat het hier over een ontwikkeling die langzaamaan zijn intrede doet. Op dit moment zijn
de zorgcentra in noordwest Friesland en de ouderen die zij bedienen (nog) erg lokaal gericht.
Zorgcentrum het Bildt bedient de ouderen in het Bildt, Skilhiem in Stiens bedient de ouderen in
Leeuwarderadeel, Interzorg in Ferwert de ouderen in Ferwerderadiel, Orxmastate en Nij Statelân in
Menaldum de ouderen in Menaldumadeel, en in Harlingen en Franekeradeel gaat het net zo. Deze
zorgcentra beconcurreren elkaar nog nauwelijks, maar deze ontwikkeling komt er aan.
In de thuiszorg is de marktwerking al wat verder. „Kom bij ons!‟ is het verzoek aan ouderen die op
zoek zijn naar goede thuiszorg. Het eerder genoemde „zichtbaar zijn‟ wordt voor thuiszorgorganisaties
daarom steeds belangrijker.
Voor WonenNWF maakt het in principe niet zoveel uit via welke organisatie mensen hun thuiszorg
betrekken, zolang er maar voldoende aanbod is. Dit geldt vooral voor de kleinere dorpen. Echter,
zoals aangegeven in paragraaf 7.1 is de dienst SoZaWe Noordwest Friesland – die de aanbesteding
van de thuiszorg uitvoert voor de gemeenten in Noordwest Friesland – er zeer alert op dat overal
thuiszorg wordt verleend.
Wel vreest WonenNWF een inefficiënte versnippering in het zorgaanbod in Noordwest Friesland,
veroorzaakt door de marktwerking. WonenNWF is daarom voorstander van samenwerking in plaats
van concurrentie.
7.4 Schaalvergroting De onderlinge positionering en profilering van de partijen in de zorg is aan verandering onderhevig. Er
vinden op grote schaal fusiebewegingen plaats, rollen en machtsposities van partijen verschuiven en
er ontstaan andere vormen van samenwerking (o.a. met woningcorporaties) en concurrentie.
De vraag is welke doelstellingen beter bereikt kunnen worden door schaalvergroting? Voordelen
kunnen zijn; beter zichtbaar voor o.a. nieuwe cliënten en voor andere zorg- en welzijnspartijen, betere
inkoopcondities, betere (financiële) risicospreiding en meer interne deskundigheid. Echter, deze
mogelijke voordelen moeten afgezet worden tegen belangrijke nadelen van schaalvergroting zoals
verlies van herkenbaarheid en het „eigene‟ van de organisatie. Maar ook langere besluitvormingslijnen
en meer interne afstemmingsproblemen.
Op dit moment hebben de zelfstandige zorgpartijen in onze regio (ZHB en Interzorg) geen plannen tot
fusie met andere zorgpartijen. Wel zien zij voordelen in het intensiveren van de samenwerking met
andere partijen.
7.5 Zorgvastgoed Nu de financiering van instellingen in de verpleging en verzorging gaat veranderen en de vergoeding
van huisvesting integraal deel gaat uit maken van de zorgzwaartepakketten, is het voor
zorginstellingen de moeite waard om nog eens goed naar hun vastgoed te kijken. Toen er nog vaste
bedragen voor zorgvastgoed waren stond alles vast, maar omdat zorginstellingen nu één totaalbedrag
per patiënt krijgen komt een mogelijke besparing op het vastgoed ten goede aan hun totaalbudget.
Hierbij dient echter direct opgemerkt te worden dat er vanuit de rijksoverheid wel minimum-bedragen
zijn gedefinieerd voor huisvesting. Dit wordt de normatieve huisvestingscomponent (NHC) genoemd.
Deze NHC vormt een belangrijk uitgangspunt bij het rekenen aan zorgvastgoed. De NHC geeft
namelijk aan hoeveel huur per maand een zorginstelling per cliënt kan betalen wanneer zij haar
vastgoed van de corporatie huurt.
55
Voor veel zorgorganisaties is het even wennen dat zij nu zelf verantwoordelijk zijn voor hun vastgoed.
Zoals aangegeven in de paragraaf samenwerking (7.2) zijn zorgorganisaties als vanzelfsprekend
gefocussed op het verlenen van goede zorg en is „vastgoed‟ iets wat ze erbij moeten doen. Expertise
op dit vlak hebben zij (nog) maar weinig. Samenwerking met een woningcorporatie kan daarom erg
aantrekkelijk zijn. Op die manier kunnen beide partijen zich richten op hun „core-business‟, op waar zij
goed in zijn. De corporatie heeft verstand van vastgoed en de zorgpartij van zorg.
WonenNWF heeft haar visie op maatschappelijke vastgoed in 2010 verwoord in een notitie. In deze
notitie komen onder meer de doelstellingen en criteria die van belang zijn bij investeringen (in brede
zin) in maatschappelijk vastgoed aan de orde. Hieronder volgen enkel onderdelen uit deze notitie.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de notitie maatschappelijk vastgoed.
Bij beslissingen over het bouwen of overnemen van zorgvastgoed door WonenNWF stelt WonenNWF
als voorwaarde dat het project op kostendekkende basis gerealiseerd kan worden en dat er een
langjarig huurcontract met de zorgpartij wordt afgesloten. Dit zorgt voor financiële zekerheid voor
WonenNWF.
Daarnaast zijn (op hoofdlijnen) de volgende aandachtspunten van belang:
De aantrekkelijkheid van de locatie
De verwachte courante waarde van het zorgvastgoed aan het eind van de levensduur (dus na
50 jaar). Hoeveel kan je er dan nog mee? Hoe flexibel is het vastgoed? Toekomstwaarde?
Hoe is de huidige staat van het vastgoed? Verwachte levensduur? Verwachte
waardeontwikkeling? En verwachte moment van investeringen?
Goede afspraken maken over de risico‟s t.a.v. toekomstige cliënten. Wat gebeurt er als deze
een lagere zorgvraag hebben dan verwacht (en dus minder inkomsten voor de zorgpartij) en
wat gebeurt er bij leegstand?
Naast de exploitatie van zorgvastgoed is er natuurlijk ook onderhoud. Ook hier geldt dat dit iets is wat
zorgorganisaties „er bij‟ doen terwijl dit voor woningcorporaties „core-business‟ is.
WonenNWF heeft de kennis en expertise in huis om onderhoud op efficiënte wijze te regelen en uit te
voeren. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen niet-planmatig onderhoud en planmatig
onderhoud. Afhankelijk van de grootte van het pand kan WonenNWF niet –planmatig onderhoud
relatief gemakkelijk meenemen in haar werkzaamheden.
Bij het mogelijkerwijs overnemen van planmatig onderhoud (zoals schilderwerk) is dit niet het geval.
Wel heeft WonenNWF de kennis en ervaring om dit op een goede wijze te (laten) uitvoeren.
Bij de afweging om planmatig onderhoud te gaan verzorgen voor zorginstellingen is het van belang
om eerst goed de huidige onderhoudssituatie in kaart te brengen (0-meting) zodat de aanvangsituatie
en de verwachte hoeveelheid aan onderhoud duidelijk zijn. Bovendien moet er gekeken worden in
hoeverre het onderhoud op dit moment wordt uitgevoerd door vrijwilligers. WonenNWF wil namelijk
niet vrijwilligerswerk overnemen, maar mensen hierin juist ondersteunen/stimuleren.
Ideaal gesproken doet WonenNWF een aanbod voor het verzorgen van het onderhoud aan de
zorgpartij waarin de zorgpartij - door gebruikmaking van de expertise van WonenNWF - goedkoper
uit is dan nu en WonenNWF ook nog wat verdient.
56
Conclusies
- WonenNWF werkt samen met gemeenten en zorgpartijen aan het realiseren van voor
seniorengeschikte woningen in Noordwest Friesland met daarbij een goed zorgaanbod.
- Een intensieve samenwerking van WonenNWF met zorgpartijen heeft voor beide partijen
voordelen, maar het is goed er rekening mee te houden dat we vanuit verschillende
perspectieven opereren. Denk bijvoorbeeld aan een andere tijdhorizon, regelgeving en
financieringsstructuur.
- Vanwege de nieuwe wet- en regelgeving in de zorg wordt strategisch om gaan met
zorgvastgoed steeds belangrijker. WonenNWF staat open voor het overnemen van
zorgvastgoed en het onderhouden van zorgvastgoed. De criteria hieromtrent staan
aangegeven in de notitie maatschappelijk vastgoed.
- Er is nog maar weinig contact met welzijnspartijen in de regio. Door de handen ineen te slaan
kunnen we samen werken aan (nog) meer leefbare dorpen waar wat te beleven is o.a. door
een goed activiteitenaanbod voor senioren. WonenNWF neemt daarom het initiatief tot het
versterken van de samenwerking, zie actiepunt 5.
57
8 Innovaties in wonen en zorg
Technische innovaties
Domotica, ook wel woonhuisautomatisering genoemd, kan er aan bijdragen dat mensen langer
zelfstandig kunnen blijven wonen. Er zijn veel verschillende technische mogelijkheden. Deze zijn op
hoofdlijnen te onderscheiden in domotica gericht op veiligheid, zoals alarmering, en domotica gericht
op gemak en comfort.
Personenalarmering geeft een cliënt de mogelijkheid alarm te slaan, als men gevallen is bijvoorbeeld.
Zorgpartijen bieden vaak de mogelijkheid om een alarmknop te huren. Dit betreft doorgaans een
soort ketting met daarop een rode alarmknop die mensen kunnen indrukken wanneer er wat aan de
hand is. Alarmering gericht op het buiten de deur houden van inbrekers wordt door marktpartijen
aangeboden en is zeker niet alleen voorbehouden aan senioren.
Naast alarmering is er veel „gemaksdomotica‟. Deze domotica kan voor iedereen, maar met name
voor mensen met een beperking erg handig zijn, zoals het automatisch sluiten van gordijnen of van
ramen bij regen. Van deze domotica wordt nog maar weinig gebruik gemaakt.
Ook kan er zorg op afstand verleend worden via een beeldscherm. Omdat de nadruk ligt op zo lang
mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen kan deze manier van zorgverlening kosten besparen omdat er
niet speciaal een verpleegkundige aan huis hoeft te komen en/of de patiënt naar huisarts of
ziekenhuis hoeft. Bovendien zien veel mensen dat minder vaak naar huisarts of specialist toe moeten
als voordeel. Zorgpartijen zijn al enkele jaren bezig met het uitvoeren van (pilot)projecten hiermee,
maar tot nog toe wordt zorg op afstand nog niet op grote schaal toegepast.
Wat deze technische mogelijkheden gemeen hebben is dat ze nog niet op grote schaal worden
toegepast. De kosten van deze toepassingen zijn relatief hoog. Mensen zijn kritisch en de populariteit
van deze toepassingen is nog maar gering.
De vraag is in hoeverre er een rol voor WonenNWF is weggelegd in het aanbieden van domotica. Tot
nog toe sneuvelen ideeën voor het toepassen van domotica – zoals bijvoorbeeld elektrische deuren,
elektrische zonwering of een intercom met beeld bij appartementencomplexen, – vaak in de beginfase
van een project vanwege de kosten die ermee gemoeid zijn. Vanwege de krappe budgetten
(onrendabele top) wordt „franje‟ als domotica als snel geschrapt. Bovendien is de vraag in hoeverre
hier echt behoefte aan is. De wens van de bewoner staat centraal. Het aanleggen van domotica-
voorzieningen waar de bewoner geen interesse in heeft, niet begrijpt, of niet nodig heeft is zonde.
Tot nog toe heeft WonenNWF geen signalen gekregen dat er grote behoefte bestaat bij huidige of
nieuwe huurders aan domotica-voorzieningen, zeker niet als men hier een eigen bijdrage voor moet
betalen.
Dit neemt niet weg dat het goed is om alert te blijven op ontwikkelingen op dit terrein. Voorlopig zal
WonenNWF omtrent domotica echter een afwachtende rol aannemen en de markt haar gang laten
gaan. Pas wanneer zorgpartijen of (groepen van) bewoners aangegeven graag domotica-
voorzieningen te willen wordt gekeken in hoeverre deze wens door WonenNWF kan worden
ondersteund. Deze rol sluit aan bij notitie domoticabeleid die WonenNWF in 2007 heeft opgesteld.
Hierin wordt aangegeven:
- de ontwikkelingen in de markt en de wensen van de klant worden gemonitoord. Dit gebeurd
onder meer via het bezoeken van projecten.
- De wensen van de (toekomstige) huurder staan centraal
58
Innovatie in organisatie Zoals aangegeven in hoofdstuk 7 heeft het voor zowel WonenNWF als zorgpartijen (en mogelijk ook
welzijnspartijen) voordelen om met elkaar samen te werken. Om over scheidslijnen heen te kijken en
kennis uit te wisselen. Met name op het gebied van vastgoed en onderhoud, maar ook op het gebied
van zorg en woningaanpassing kunnen corporaties en zorginstellingen van elkaar leren.
Ook kan vanuit een oogpunt van personeelsbeleid uitwisseling van kennis en personeel interessant
zijn. Hiermee wordt medewerkers nieuwe kansen geboden. Dit is goed voor zowel het werkplezier als
het kennisniveau van medewerkers. Een voorbeeld hiervan is dat in het najaar van 2009 de
beleidsmedewerker van WonenNWF één dag in de week bij Zorgcentrum het Bildt heeft gewerkt om
het nieuwe ondernemingsplan van ZHB op te stellen. ZHB beschikt zelf niet over een
beleidsmedewerker en daarom was dit voor hen handig. Voor WonenNWF en de betreffende
medewerker was dit een kans om meer kennis op te doen op het gebied van wonen en zorg.
Overigens is een fusie tussen zorginstellingen en woningcorporaties niet toegestaan maar
verdergaande samenwerking wel.
Innovatieve woonvormen voor senioren WonenNWF heeft eerder geïnvesteerd in groepsgewijs wonen voor senioren, bijvoorbeeld in
Sexbierum, en staat open voor nieuwe initiatieven van toekomstige bewoners hieromtrent.
In het woonzorgcomplex Offingaburg te Hallum is vanwege de opzet zeer geschikt voor het verlenen
van mantelzorg. Door het innovatieve ontwerp zijn de woningen zeer gemakkelijk geschikt te maken
als kangaroewoning.
WonenNWF zal ook in de komende jaren haar ogen en oren open houden als het gaat om nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en proberen om deze te realiseren.
Ideeën hierbij zijn:
- Koopgarant ook voor senioren
- Verzilverd wonen; d.w.z. senioren de mogelijkheid bieden hun woning aan WonenNWF te
verkopen en deze vervolgens te gaan huren. Op die manier komt voor de bewoners de
overwaarde vrij en kan WonenNWF interessant vastgoed verwerven.
- Investeren in een zorgboerderij
- Groepswonen
- Wonen voor mensen van buiten Friesland „Drentenieren in Noordwest Friesland‟.
Conclusies
- WonenNWF staat positief tegenover domotica-voorzieningen, maar ziet hierin het
ondersteunende rol. Het initiatief hierin wordt overgelaten aan (groepen)bewoners en
marktpartijen. Zodra zij kunnen aantonen dat er behoefte is aan deze voorzieningen zal
WonenNWF afwegen in hoeverre zij hierin gaan investeren.
- (verdergaande) samenwerking tussen WonenNWF en zorgpartijen heeft voor beide positieve
effecten. De bestaande samenwerkingen worden daarom geïntensiveerd. Ook de banden met
de welzijnspartijen worden aangehaald. Zie actiepunt 5.
- WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en
innovatieve woonvormen voor senioren. Zie actiepunt 12.
59
9.Toekomst
Minder zorg en diensten aan huis in kleine kernen, meer zelf betalen.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 heeft staatssecretaris Bussemaker begin 2010 de discussie gestart
over de grenzen die verbonden zijn aan de zorg die mensen in de thuissituatie kunnen krijgen. Door
de combinatie van toenemende (dubbele) vergrijzing en de bezuinigingen die (gaan) plaatsvinden in
de zorg komt de huidige zorg zeer onder druk te staan. De huidige uitgebreide mogelijkheden om
AWBZ-gefinancierde zorg en diensten aan huis te ontvangen zijn in de toekomst financieel gezien niet
meer haalbaar. Meer mensen die zorg nodig hebben en minder budget betekent dat er keuzes
gemaakt moeten gaan worden.
De uitkomst van deze discussie zal een groot effect hebben op de mogelijkheid om ook in kleine
kernen zelfstandig te kunnen blijven wonen met zorg en diensten aan huis. Het ziet er naar uit dat er
een steeds groter beroep gedaan zal moeten worden op mantelzorg en dat mensen ook steeds meer
zelf moeten gaan betalen. Zeker voor mensen met een krappe beurs (onze doelgroep) kan dit
betekenen dat in het eigen dorp blijven wonen niet meer haalbaar is. Voor WonenNWF rijst hierbij de
vraag of we wel door moeten gaan met het bouwen van levensloopgeschikte woningen in kleine
kernen.
Actiz, de koepelorganisatie van zorginstellingen, heeft eind maart 2010 aangekondigd dat de
gezondheidszorg fundamenteel anders moet om de kosten van de zorg terug te dringen.
In het rapport „Naar autonomie, verbondenheid en een gezond leven‟ geeft de Commissie
Fundamentele Herbezinning Langdurige Zorg aan dat patiënten en cliënten een grotere
zelfredzaamheid aan de dag moeten leggen. Nederlanders zouden moeten gaan sparen voor een
persoonlijke bijdrage in de zorgkosten, net als voor pensioenen. Ook moeten zieken en zwakkeren
meer hulp uit hun naaste omgeving krijgen (mantelzorg) om zo de „zorgconsumptie‟ te verminderen.
Tevens moeten zorginstellingen anders gaan werken, maar gericht op de zelfredzaamheid van hun
cliënten.
Zorggroep Noorderbreedte heeft reeds besloten het beleid van steeds kleinschaliger woonvormen los
te laten. Vanuit financieel oogpunt is clustering veel aantrekkelijker. In de afgelopen periode (2002-
2008) hebben zij vooral gebouwd in clusters van circa 30 zorgeenheden/woningen. Dit bestond dan
uit 3 x 6 zorgeenheden (bijvoorbeeld voor dementerende ouderen) met daarbij een aantal
aanleunwoningen. Samen 30 plaatsen. Na evaluatie van dit beleid én met het oog op de toekomst is
besloten voortaan in clusters van minimaal 50 eenheden te bouwen. Het gaat hierbij dan om 4 x 8
zorgplaatsen met daarbij aanleunwoningen. Een aardige opschaling dus. Dit betekent dat zij helemaal
niet meer in kleine kernen investeren. Zelfs een ontwikkelingen als het Van Harenshus (totaal 36
plaatsen; 20 zorgplaatsen en 16 aanleunwoningen) is binnen deze nieuwe visie te klein.
Globaal gezien zijn er in de zorg drie categorieën te onderscheiden:
Thuis wonen met zorg (thuiszorg)
Verblijf zonder zorg (intramuraal zonder behandeling)
Verblijf met zorg (intramuraal met behandeling)
Door de combinatie van meer ouderen en minder geld verwacht Noorderbreedte dat de (financiële)
focus van het rijksbeleid komt te liggen bij „verblijf met zorg‟. Voor de andere twee categorieën geldt
dan met name „zelfredzaamheid‟.
60
Bezuinigingen in de zorg
Zoals hierboven aangegeven nemen de kosten van de gezondheidszorg flink toe terwijl er steeds
minder geld beschikbaar is. De ambtelijke werkgroepen die het vierde kabinet Balkenende had
ingesteld om te zoeken naar bezuinigingen presenteerden 1 april 2010 plannen voor
miljardenbezuinigingen in de zorg. Het gaat hierbij om plannen, niet om vastgesteld beleid. De
tendens is echter duidelijk: eerst zelfzorg, dan betaalde zorg. Vooral de „lichtere‟ vormen van
persoonlijke verzorging zullen mensen steeds meer zelf moeten regelen/betalen. Dit betekent (veel)
hogere eigen risico‟s. Het basispakket in de zorg zou versoberd moeten worden. Patiënten moeten dus
meer voorzieningen zelf betalen, of er een aanvullende verzekering voor afsluiten. Ook dient er meer
beroep gedaan te worden op zorg door partner of familie (mantelzorg) en minder op professionele
zorg. De Leeuwarder Courant kopte bij deze plannen “Patiënt de klos bij bezuinigingen”.
De eisen (aan zorgzwaarte) voor verblijf in een verzorgingshuis gaan omhoog in de plannen behoorlijk
omhoog. Dit kan voortaan alleen als er serieuze, zware problemen zijn (intensieve zorgbehoefte). Dus
voor ouderen betekent dit (nog) langer thuis blijven wonen. Ondanks dat veel senioren zelf
aangegeven graag zo lang mogelijk thuis te willen blijven wonen (zie hoofdstuk..) komt de
keuzevrijheid zo behoorlijk in het geding en is er sprake van thuis moeten blijven wonen.
Gevreesd wordt voor een (verdere) tweedeling in de zorg. De mensen met een lage sociaal
economische status hebben meer zorg nodig, maar beschikken over minder informatie en minder geld
om zorg in te kopen. Vooral voor hen zijn hogere eigen bijdragen een probleem. De mensen met een
hoge sociaal economische status daarentegen beschikken over meer informatie en de financiële
middelen en zijn daardoor meer zelfredzaam.
Nog langer zelfstandig thuis blijven wonen
In de huidige ontwikkelingen ziet het er naar uit de ZZP1, ZZP2 en mogelijk ook ZZP3 uit de AWBZ
worden gehaald. Deze mensen hebben dan geen recht meer op intramurale zorg, maar dienen te
extramuraal te gaan wonen in gewone seniorenwoningen. Wel bij voorkeur in de nabijheid van een
zorgcentrum. Hier is nog geen (kabinets)besluit over genomen, maar het is wel de verwachting. Het
ziet er naar uit dat deze ontwikkeling ervoor zal zorgen dat er minder beroep wordt gedaan op
verzorgingshuisplaatsen en dat er nog meer nadruk komt te liggen op woningaanpassing en – in
mindere mate vanwege de geringe verhuisgeneigdheid van senioren – op de bouw van
seniorenwoningen. Voor WonenNWF betekent dit dat de ingezette lijn van nadruk op
woningaanpassing (kwaliteitsimpuls van de bestaande voorraad) en in beperkte mate (sloop en)
nieuwbouw voor senioren voortgezet kan worden. Wel zal er bij de herontwikkeling van zorgcentrum
Beuckelaer in St. Annaparochie onderzocht moeten worden welke effecten deze tendens zal hebben
op de toekomstige vraag naar verzorgingshuisplaatsen.
Conclusies De kosten van de gezondheidszorg nemen toe terwijl er steeds minder geld beschikbaar
is. Naar verwachting moeten mensen met een lichte zorgvraag in de toekomst zich
steeds meer zelf weten te redden en ook meer zorg zelf betalen. De overheid
concentreert zich op mensen met een zwaardere zorgvraag.
61
10. Acties
Achter de actiepunten staat het hoofdstuk aangegeven waaruit dit actiepunt naar voren komt.
1. WonenNWF zorgt er voor dat senioren zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, ook als
zij beperkingen krijgen. Dit doen we met name door woningaanpassing in bestaande
woningen en op geringere schaal door nieuwbouw. WonenNWF heeft de laatste jaren al veel
nieuwbouw voor senioren gerealiseerd (zie overzichtskaart op pagina 20). Momenteel bouwt
WonenNWF 24 seniorenappartementen in Dronrijp (Kúkshiem) en 23 seniorenappartementen
in Stiens (Skilwei). (H. 3 en 4)
2. Qua nieuwbouw voor senioren bouwt WonenNWF in kleinere dorpen levensloopbestendige
woningen en in grotere dorpen seniorenappartementen, zo mogelijk met zorgsteunpunt. In de
komende jaren bouwt WonenNWF onder meer seniorenwoningen en –appartementen in St.
Annaparochie (10 woningen aan de A. Agnesstraat, 15 aanleunwoningen bij Beuckelaer, en
op langere termijn circa 35 seniorenwoningen op de locatie Ulbe van Houten) en in de dorpen
Tzummarum (16 woning geschikt voor senioren bij Nij Bethanië), Deinum (5
levensloopgeschikte woningen), Burdaard (12 patiowoningen, geschikt voor senioren,
Herbaijum (naar verwachting 4 woningen geschikt voor senioren). Daarnaast worden er in het
kader van het SVB op verschillende locaties woningen gesloopt en vervangen door voor
senioren geschikte woningen. Dit is o.a. in Ried en Dongjum aan de orde. (H. 3 en 4)
Deze opgave is opgenomen in de projectplanning en in het SVB 2010-2010.
3. WonenNWF wil samen met de zorgpartijen de ontwikkeling van het aantal dementerenden en
hun woonwensen monitoren. WonenNWF neemt het initiatief voor overleg. Naar verwachting
zal de groep dementerenden de komende jaren sterk groeien en er is nog maar weinig
bekend over hun woonwensen (in de eigen vertrouwde omgeving eventueel met
woningaanpassingen of toch liever in speciale nieuwbouw). ( H.2)
4. Uit de kwalitatieve woningbehoefte (leefstijlen) komt naar voren dat senioren maar weinig
verhuisgeneigd zijn en hoge kwaliteitseisen stellen. Vooral de toekomstige generatie senioren
(de „babyboomers‟) is kritisch. Zij wensen:
- Een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en
activiteiten).
WonenNWF speelt hier op in door nieuwbouw op levendige plekken te realiseren.
Zie bijvoorbeeld de nieuwbouw in het centrum van Dronrijp, in het centrum van
St. Annaparochie, naast het nieuwe MFC van Burdaard en het multifunctionele
nieuwe Nij Bethanië (waarin o.a. kinderopvang wordt gerealiseerd).
- Waar het gezellig is (sociaal contact)
WonenNWF legt in haar leefbaarheidsbeleid de nadruk op ontmoetingsplekken in
het dorp (MFC, dorpshuis) en zal dit in de komende jaren continueren, mede
omdat ouderen dergelijke ontmoetingsplaatsen belangrijk vinden. In de afgelopen
jaren zijn er i.h.k.v. het leefbaarheidsbeleid financiële bijdragen gedaan aan de
dorpshuizen en MFC‟s van o.a. Marssum, Blije, Boksum, Engelum, St.
Jacobiparochie en St. Annaparochie.
- Waar het veilig en geborgen is (vertrouwd)
Uit de gesprekken met stakeholders en de LeMon leefbaarheidsonderzoeken blijkt
dat bewoners Noordwest Friesland als uitermate veilig beschouwen. Daarom heeft
WonenNWF hierop geen actiepunten geformuleerd.
- En waar zorg en diensten te verkrijgen zijn.
62
De welzijnsdiensten die ouderen belangrijk vinden staan omschreven in hoofdstuk
6. Al deze diensten worden door de zorg- en welzijnsorganisaties in Noordwest
Friesland geboden aan de ouderen in het werkgebied van WonenNWF. (H 6)
Verder:
5. WonenNWF gaat m.i.v. 2011 één tot 2 keer per jaar een bijeenkomst organiseren met
welzijnsorganisaties om zo de banden nauwer aan te halen en hen aan te spreken op hun
werk. Agendapunten tijdens dit overleg zijn:
- het bestrijden van eenzaamheid
- het organiseren van activiteiten voor ouderen door welzijnsorganisaties
(activiteiten zijn goed voor de leefbaarheid in het dorp en het is een woonwens
van senioren op de wonen op een plaats waar wat te beleven is; zie nr. 4)
- de resultaten uit de huisbezoeken die ouderenadviseurs afleggen
- de behoefte aan diensten aan huis (zoals tuinonderhoud)
- het in kaart brengen van belemmeringen die mensen mogelijk ervaren om zo lang
mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. (H 6)
-
6. WonenNWF gaat samen met verenigingen van dorpsbelangen tijdens de dorpsschouwen
kijken of de openbare ruimte toegankelijker kan worden gemaakt voor mensen die minder
goed mobiel zijn. De afgelopen tijd hebben er dorpsschouwen plaatsgevonden in Beetgum,
Engelum, Zweins, Peins, Oosterbierum, Tzum, Herbaijum, Hallum, Burdaard, Oudebildtzijl en
Vrouwenparochie. In december 2010 volgen Nij Altoenae en Minnertsga. In 2011 worden er
o.a. dorpsschouwen gehouden in Dongjum, Hitzum, Sexbierum, St. Annaparochie, St.
Jacobiparochie en Minnertsga. Voor de gemeenten Menaldumadeel en Ferwerderadiel worden
in januari 2011 afspraken gemaakt in welke dorpen dat jaar dorpsschouwen worden
gehouden. (H 6)
7. WonenNWF gaat de gemeenten in ons werkgebied meer aanspreken op hun WMO-taak het
aanpakken van eenzaamheid en het stimuleren van participatie. Dit punt zet WonenNWF op
de agenda van de bestuurlijke overleggen die WonenNWF met de gemeenten voert. Ook zal
dit onderwerp van gesprek zijn bij het maken van prestatieafspraken (H 6 en 7)
8. Wat betreft mobiliteit (oftewel; zijn voorzieningen voldoende bereikbaar voor senioren?) zijn
uit de gesprekken met de stakeholders geen problemen naar voren gekomen. Wel geven de
LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008 in
gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat
bewoners in Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp.
WonenNWF zal in 2011 met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat
het probleem precies is en samen zoeken naar een oplossing, zonder daarbij op de stoel van
anderen te gaan zitten. WonenNWF vervult slechts de rol van katalysator. (H 6)
9. Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door WonenNWF is geschikt voor senioren
(levensloopbestendig). Dit staat ook opgenomen in het lokaal akkoord met gemeente
Franekeradeel. (H7 en H 4)
10. WonenNWF is onder voorwaarden bereid te investeren in zorgvastgoed. WonenNWF kan o.a.
het onderhoud aan zorgvastgoed verzorgen, zorginstellingen hierover adviseren en eventueel
zorgvastgoed in eigendom realiseren. De criteria hiervoor staan in de notitie maatschappelijk
vastgoed van WonenNWF. (H 7)
63
11. WonenNWF ziet momenteel weinig/geen vraag naar domotica-voorzieningen en laat het
initiatief tot het aanbieden van domotica-voorzieningen voorlopig over aan de zorgpartijen.
WonenNWF staat echter wel positief tegenover domotica en volgt de ontwikkelingen in de
markt. De wensen van huurders staan centraal. (H 8)
12. WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en
innovatieve woonvormen voor senioren. Bijvoorbeeld in Britsum doet WonenNWF momenteel
samen met andere partijen onderzoek naar de haalbaarheid en behoefte aan groepswonen/
centraal wonen, onder meer geschikt voor ouderen. (H 8)
64
Lijst van afkortingen
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBSH Besluit Beheer Sociale Huursector
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg
CMO centrum voor maatschappelijke ondersteuning
HV Huishoudelijke verzorging
MFC Multifunctioneel centrum (voorheen ook wel dorpshuis genoemd)
MKW platform van middelgrote en kleine woningcorporaties
NHC Normatieve HuisvestingsComponent
Pgb Persoonsgebonden budget
SoZaWe Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (noordwest Friesland)
SVB Strategisch Voorraad Beleidsplan
SWO Stichting Welzijn Ouderen
VWS Volksgezondheid, Welzijn, Sport (ministerie)
WMG Wet marktordening gezondheidszorg
WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOBOF Woning Behoefte Onderzoek Friesland
WonenNWF Wonen Noordwest Friesland
WWZ wonen, welzijn, zorg
ZHB Zorgcentrum het Bildt
ZNB Zorggroep Noorderbreedte
ZZP ZorgZwaartePakket
65
Literatuur
Brieven:
Betekenis visie langdurige zorg voor bekostiging AWBZ, ministerie van VWS, 01-02-2010
Standpunt scheiden van wonen en zorg, ministerie van VWS, 26-06-09
Tussenstand kapitaallasten, ministerie van VWS, 09-07-2009
Rapporten, boeken e.d.
Basiszorg in Fryslân, Ontwikkelingen in spreiding en bereikbaarheid, Partoer CMO, juni 2009
BBSH
De Grijze Motor, het nieuwe ouder worden, het nieuwe wonen, Habion, maart 2007
Essenties voor samenwerking in wonen en zorg, H.K. van den Beld & D. van Zalk, januari 2010
Goed wonen in de toekomst, woonwensen en –behoeften van ouderen in relatie tot voorzieningen- en
zorgcapaciteit, Partoer CMO Fryslân, april 2010
Krimp en groei, demografyske feroaring yn de provinsje Fryslân, Provincie Fryslân, januari 2010
Naar autonomie, verbondenheid en een gezond Leven, een nieuwe ambitie voor de langdurige zorg,
ActiZ, 26 Maart 2010
Werken aan een uitnodigende leefomgeving voor ouderen, K. Penninx & T. Royers, 2007
Prognose Fryslân 2009-2030, Trendprognose Bevolking en Huishoudens, Provincie Fryslân, januari
2010
WOBOF
Prestatieafspraken – lokaal akkoord – convenant
Structuurvisie Wonen gemeente het Bildt
Woonvisie gemeente Menaldumadeel
Interne documenten
Notitie domoticabeleid (2007)
Rapport visitatie
Ondernemingsplannen (van verhuurder naar woonmaatschappij, 2001, Nije Tiden, 2005, K-trije, 2009)
Voorraadbeleidplan 1998, SVB 2006 & SVB 2010
Verslag conferentie wonen en zorg, 2003
Jaarverslagen 2002 t/m 2009
Notitie maatschappelijk vastgoed (2010)
Gesprekken:
Oriënterende gesprekken
Bijeenkomst WWZ in Noordoost Friesland, 11 februari 2010
Bijeenkomst omtinkerij Menaldumadeel, 18 februari 2010 en 16 april 2010
Roelie Mossel, Palet, 10 december 2009
Anita Kamperman, Partoer, 29 maart 2010
Inge Leuverink, Dienst SoZaWe Nw Friesland, 8 maart 2010
Johan Lettink, Zorggroep Noorderbreedte, 24 maart 2010
Gesprekken over de concept visie Wonen en Zorg
Atje Tadema, Zorgcentrum het Bildt, 7 juli 2010
66
Klaas Koops en Machiel Talsma, Palet, 14 juli 2010
Johan Lettink, Zorggroep Noorderbreedte, 28 juli 2010
Martijn van der Werf en Egbert Dijkstra, Talant, 1 september 2010
Andries Bos, SWO het Bildt, 6 september 2010
Peet Velthuizen, Stichting Welzijn Middelsee, 6 september 2010
Marianne Burgers, De Skûle Welzijn, 6 september 2010
Ageeth Visser en Sytske Brouwer, locatie Martenahiem, Tellens, 7 september 2010
Nel Haarsma en Baukje Tol, gemeente het Bildt, 15 september 2010
Lute Pen en Gerard Hoekstra, gemeente Menaldumadeel, 15 september 2010
Ronald Heimink, Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân, 15 september 2010
Haije Talsma, gemeente Ferwerderadiel, 13 oktober 2010
Schriftelijke reacties op de concept Visie op Wonen en Zorg van;
Gemeente Franekeradeel,
Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân
Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland
Ondernemingsraad WonenNWF
Websites
www.actiz.nl
www.bevolkingsdaling.nl
www.frieslab.nl
www.fryslan.nl
www.horizonline.nl
www.ikpfryslan.nl
www.interzorg.nl
www.kcwz.nl
www.kiesbeter.nl
www.koalaweb.nl
www.lc.nl
www.minvws.nl
www.paletgroep.nl
www.partoer.nl
www.sev.nl
www.sozawe-nw-fryslan.nl
www.vilans.nl
www.zorgcentrumhetbildt.nl
www.znb.nl
69
Bijlage 2: Verantwoording Horizon ©
Horizon© model is een model waarmee de (toekomstige) vraag naar de diverse woon- en
verblijfsvoorzieningen kan worden geprognosticeerd. De bronnen voor het bepalen van het
aanbod zijn afkomstig uit het monitoringonderzoek Verpleging en Verzorging (CBZ: 2005). Dit
betreft voornamelijk de opgegeven (verblijfs)capaciteit van de instellingen voor verpleging en
verzorging ten tijde van dit onderzoek.
Om de potentiële vraag naar verpleging en verzorging te kunnen ramen - landelijk, dan wel in
een bepaald gebied - is in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven een instrument
ontwikkeld. Kern van het instrument zijn de profielen van ouderen. Deze profielen zijn
combinaties van bevolkingskenmerken, aandoeningen en beperkingen die kunnen leiden tot een
zorgvraag.
De profielen
o Profiel 1: ouderen met weinig of geen beperkingen (relatief gezonde ouderen). Zij hebben
over het algemeen geen behoefte aan zorg en kunnen zelfstandig wonen in hun eigen
huur/koopwoning.
o Profiel 2: ouderen met mobiliteitsbeperkingen (trappen lopen, het huis verlaten en binnengaan
en zich buitenshuis verplaatsen); Zij kunnen ook zelfstandig wonen, maar de woning moet wel
geschikt zijn voor ouderen met mobiliteitsbeperkingen. Hier aangeduid als „geschikt wonen‟;
o Profiel 3: ouderen met mobiliteitsbeperkingen en beperkingen in de persoonlijke verzorging;
Zij hebben vooral behoefte aan planbare zorg en ondersteuning, eventueel op afroep, en allerlei
(welzijns)diensten. Dit integrale aanbod wordt aangeduid als verzorgd wonen. Het gaat om
nultredenwoningen, waarbij de mogelijkheid tot het verkrijgen van extramurale verzorging,
verpleging, begeleiding en hotel- en welzijnsdiensten onlosmakelijk onderdeel uitmaken van het
geboden arrangement
o Profiel 4: ouderen met veel fysieke beperkingen. Ouderen in profiel 4 en in het profiel
dementie komen in aanmerking voor intramuraal wonen (niet zelfstandig wonen) vanwege de
onplanbare zorg en 24-uurstoezicht die nodig zijn.
De groep dementerende ouderen is uit deze vier profielen gelicht en in een apart profiel
geplaatst omdat een deel van deze groep (circa 30%) sowieso in aanmerking komt voor 24-
uurszorg en toezicht (intramuraal wonen). Aldus ontstaan vijf profielen van ouderen.
70
Bijlage 3: berekening aantal geschikte woningen voor senioren door Horizonline
Overige geschikte woningen: betreffen zelfstandige woningen waarvan diverse kenmerken aangeven dat ze
meer geschikt zijn voor de doelgroep (ouderen en andere hulpbehoevenden) dan gebruikelijke woningen. De
hierbinnen onderscheiden woningtypen zijn:
De woning is een ouderenwoning als onderdeel van een complex met extra diensten zoals
maaltijdverzorging, receptie, gemeenschappelijke recreatieruimte, etc. (wonen met diensten)
De woning is een ouderenwoning, niet vallend onder verzorgd wonen of wonen met diensten (overige
ouderenwoning)
De woning is ingrijpend aangepast (ingrijpend aangepaste woning)
De woning is een nultredenwoning (overige nultredenwoning)
Bij een nultredenwoning kan men vanuit de woonkamer zonder traplopen de keuken, het toilet, de badkamer en
tenminste 1 slaapkamer bereiken. Bovendien is de woonkamer van de woning of woonruimte vanaf de straat te
bereiken zonder traplopen.
Vraag en aanbod
Vraag en aanbod wordt bepaald door de huidige situatie op de woningmarkt. Op basis van het WoonOnderzoek
Nederland 2006 (WoON 2006), van het ministerie van VROM, is bepaald hoe de huidige situatie is. De vraag is
op zorgregioniveau bepaald, en vervolgens op grond van de samenstelling van de bevolking naar 5-jaars-
leeftijdsklasse, geslacht, huishoudtype, opleiding en inkomen, verdeeld over de diverse gemeenten. Ook voor het
aanbod van overige geschikte woningen is op zorgregio-niveau uitgegaan van het WoON, waarna de aantallen
op grond van relevante kenmerken van de woningvoorraad, zoals het aantal meergezinswoningen, zijn verdeeld
over de diverse gemeenten. Voor het aanbod van verzorgd wonen is gebruik gemaakt van een bestand met
woonzorgcomplexen.
Confrontatie van vraag en aanbod levert de gepresenteerde verschillen in het startjaar op. De gepresenteerde
verschillen in het startjaar moeten voor kleine zorgregio's en per gemeente met name ook vanwege de
schattingen van de aanbodcijfers met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
De vraagontwikkeling is uitgesplitst naar twee onderdelen: de extra vraag die ontstaat door de ontwikkeling van
de bevolking (met als belangrijkste kenmerk de vergrijzing) en de extra vraag die ontstaat door de afbouw van
verzorgingshuisplaatsen (extramuralisering). Het afbouwen van verzorgingshuisplaatsen heeft ten gevolg dat er
een extra vraag naar verzorgd wonen ontstaat. Op nationaal niveau gaat het om 40 duizend plaatsen (ofwel circa
40% van de huidige voorraad aan verzorgingshuisplaatsen). Deze afbouw wordt naar rato van huidig aanbod
over de diverse gemeenten verdeeld, en is opgenomen in het onderwerp "Aanbod wonen met
verzorgingshuiszorg". Extra vraag die ontstaat ten gevolge van extramuralisering bij GGZ en instellingen voor
gehandicapten is ook meegenomen. Dit betreft 8,5 duizend plaatsen. In feite bestaat de opgave uit de
toekomstige vraag minus het aanbod in 2007. De raming van de woonvraag is gebaseerd op de volgende
hoofdveronderstellingen:
De aard van de vraag zal per bevolkingsgroep in de komende jaren gelijk blijven. In de raming worden
bevolkingsgroepen onderscheiden naar 5-jaars leeftijdsgroepen, geslacht, huishoudtype, opleidingsniveau en
inkomensniveau. In de prognose wordt binnen de onderscheiden categorieën verondersteld dat het aandeel
huishoudens dat gebruik maakt van diverse vormen van wonen met zorg, ofwel de verhouding tussen
feitelijke en potentiële vraag, niet verandert.
Het verschil tussen vraag en aanbod is de resultante van het starttekort en de verwachte groei door
vergrijzing.
De opgave voor verzorgd wonen en de overig geschikte woningen bestaat de opgave die ontstaat uit
ontwikkeling van de bevolking en de extra vraag als gevolg van het extramuraliseringsbeleid. Het
extramuraliseringsbeleid geeft het grootste effect op het verzorgd wonen; slechts een klein gedeelte wordt
opgevangen door de overige geschikte woningen.
72
Bijlage 5: Reacties stakeholders op visie Wonen en Zorg
7 juli 2010, Atje Tadema, directeur Zorgcentrum het Bildt (ZHB)
Mevrouw Tadema heeft de notitie met belangstelling gelezen en vindt het een gedegen stuk.
Ten aanzien van de bezuinigingen in de zorg is de tendens op hoofdlijnen aangeduid. In de huidige
ontwikkelingen ziet het er naar uit de ZZP1 en ZZP2 uit de AWBZ worden gehaald. Deze mensen
hebben dan geen recht meer op intramurale zorg, maar dienen te gaan wonen in gewone
aanleunwoningen (extramuraal). Wel bij voorkeur in de nabijheid van een zorgcentrum. Hier is nog
geen (kabinets)besluit over genomen, maar het is wel de verwachting.
Op het gebied van ouderenhuisvesting liggen er de komende periode meerdere opgaven in St. Anne
(Dirk Janzstraat, Beuckelaer). Indien er vanwege bovenstaande ontwikkeling meer vraag naar
aanleunwoningen komt is er dan wel genoeg aanbod?
En zijn er ook mogelijkheden om meer flexibel om te gaan met intramurale vs. extramurale plaatsen?
Hier zit wel een financiële component achter, want intramurale huisvesting realiseert WonenNWF op
een kostendekkende manier en bij extramurale seniorenwoningen is sprake van een onrendabele top.
Afspraak: in de komende periode dit nader verkennen/onderzoeken.
Bij nieuwe seniorenwoningen en appartementen van WonenNWF komt ongeveer de helft van de
mensen uit een huurwoning en de helft uit een koopwoning. De stagnatie op de woningmarkt vormt
een groot probleem voor deze laatste groep. Veel ouderen met een eigen woning willen we verhuizen
naar een seniorenappartement maar kunnen hun eigen woning niet verkopen. Afspraak: dit
probleem opnemen in visie
Mevrouw Tadema herkent de forse getalsmatige toename van het aantal dementerenden in de
komende periode (zowel in het bildt als in andere, omliggende, gemeenten) zoals weergegeven in de
visie. Dit betekent echter niet direct dat er veel extra plaatsen voor deze groep gerealiseerd moeten
worden. Deze mensen blijven doorgaans gewoon thuis wonen in hun eigen vertrouwde omgeving en
worden verzorgd door hun partner.
Ondanks dat ze officieel geen verpleeghuis zijn biedt ZHB wel een groot deel van de verpleeghuis-zorg
(behalve zeer specialistische medische zorg). ZHB vindt dat Bilkerts op het Bildt oud moeten kunnen
worden en wil dementerenden daarom de kans bieden in het Bildt te blijven.
Eenzaamheid is een probleem onder ouderen. Vooral in de zomerperiode wanneer, „iedereen‟ op
vakantie is. Een goed palet aan wonen, zorg en welzijn helpt tegen eenzaamheid. ZHB biedt in
samenwerking met SWO een uitgebreid activiteitenaanbod voor ouderen. Nu in de zomer is er het
zomerprogramma. Het is van belang dat er plaats is, ruimte is, voor activiteiten.
Afspraak: WonenNWF doet haar best bij de bouw van seniorenappartementen een
gemeenschappelijke ruimte te realiseren, ook bij kleine(re) projecten. In deze ruimte kunnen
activiteiten voor en door bewoners worden gehouden.
Veiligheid is volgens mevrouw Tadema geen thema onder ouderen in het Bildt. Ouderen voelen zich
hier absoluut veilig. Overigens onderschrijven de uitkomsten van het LeMon leefbaarheidsonderzoek
dit beeld.
Vervoer is via gewone busvervoer en WVG-taxi‟s wel goed geregeld, al moeten mensen wel de tijd
nemen als ze gebruik maken van de WVG want taxi‟s komen vaak een half uur eerder of later dan de
afgesproken tijd.
73
14 juli, Klaas Koops (interim-bestuurder) en Machiel Talsma, Palet
Palet heeft in 2001 een masterplan opgesteld met daarin als voornaamste doel zorg in de wijk/dorp.
Decentraal en kleinschalig. De bouwplannen die hierna zijn ingezet volgen deze lijn.
Deze ideologie staat nog steeds overeind maar dit wordt moeilijk vanwege de veranderende
regelgeving en financiering (= minder geld) en vraagt creatieve oplossingen. Bovendien is er een
arbeidsmarkt probleem. Het is steeds moeilijker jonge mensen te vinden die in de zorg willen werken.
Ook kunnen zorgorganisaties zoals Palet deze mensen vanwege marktwerking & flexibel moeten zijn
geen volledige en ook geen vaste baan aanbieden. Deeltijdwerk en korte contracten zijn
onaantrekkelijk voor mensen die in een fase zijn dat ze graag hun eerste huis willen kopen.
Op dit moment is Palet bezig de doelen en de haalbaarheid van deze doelen per wijk/dorp in kaart te
brengen in wijkondernemingsplannen. Rond 30 september wordt een eerste versie hiervan verwacht.
Het is handig om de doelen van WonenNWF en de wijkondernemingsplannen van Palet voor de
dorpen waarin we beiden werkzaam zijn naast elkaar te leggen.
Afspraak: Hiervoor wordt een vervolgafspraak gemaakt.
In Leeuwarderadeel zijn WoonFriesland en Palet een partnership aangegaan. Het is interessant om
hier eens over door te praten of er ook dergelijke mogelijkheden zijn tussen WonenNWF en Palet; en
welke voor- en nadelen hieraan zitten.
Afspraak: dit thema wordt meegenomen in de vervolgafspraak op 14 oktober, 15.30-17.30u
Palet herkent de in de Visie Wonen Zorg genoemde flinke toename van het aantal dementerenden.
Deze mensen wonen echter grotendeels gewoon thuis. Ook zitten er veel dementerenden in
verzorgingshuizen die niet officieel het label dementerend hebben, maar dat wel degelijk zijn.
Wat betreft bezuinigingen in de zorg verwacht Palet dat ZZP1, ZZP2 en mogelijk ZZP3 in de toekomst
uit de AWBZ zullen verdwijnen. Mensen met ZZP1, ZZP2 en mogelijk ZZP3 mogen dan niet meer naar
een verzorgingshuis maar dienen thuis te blijven wonen.
Het toenemende belang van goede PR en communicatie voor zorgorganisaties vanwege de
marktwerking wordt door Palet onderschreven. Zij zijn hier ook erg mee bezig en alert op.
Bijzondere woonvormen hoeft van Palet niet zo. In het kader van het scheiden van wonen en zorg
willen zij mensen die zorg nodig hebben juist zo gewoon mogelijk huisvesten. Dus in een zo gewoon
mogelijke woning, maar wel met de mogelijkheid tot zorg aan huis.
N.a.v. het scheiden van wonen en zorg wijst de heer Talsma op het Geertruidenbergarrest. Hierin
staat – in hoofdlijnen – dat verplichte zorgafname soms wel mag. De zorgorganisatie moet haar
investering (bijvoorbeeld in domotica) terug kunnen verdienen. Er moeten wel voldoende andere
zorgaanbieders zijn om de keuzevrijheid te garanderen.
De ervaringen met woongroepen zijn niet super. Bijvoorbeeld in de woongroep Oars Wenje in
Menaldum staat een appartement leeg. Er had zich wel iemand daarvoor gemeld maar die kwam niet
door de „ballotage‟ van de andere bewoners. Ondertussen zit Habion met de kosten van de leegstand.
Palet bouwt woningen het liefst zo flexibel mogelijk zodat deze relatief gemakkelijk weer kunnen
worden „omgekat‟ wanneer doelgroepen en/of financiering verandert.
Tevens streven ze naar een mix van jong en grijs omdat dit goed is voor de levendigheid, voor het
welbevinden van bewoners en voor het imago van de woningen / het complex. Mensen, ook oude
74
mensen, willen niet wonen tussen alleen maar oude en vaak wat „krakkemikkige‟ ouderen.
Offingaburg in Hallum wordt door beide partijen gezien als een zeer geslaagde mix van jong en oud.
Andere opmerking:
p. 44 rapport. Petterhusterdyk moet zijn Petterhûsterstate. Hier huisvest Palet 19 dementerenden,
Talant 6 dementerenden met een lichamelijk beperking en er is 1 crisisopvangplek. Totaal 26
appartementen.
Bespreekpunten voor het volgende overleg
- Wijkondernemingsplannen vs. plannen WonenNWF
- Mogelijkheden partnership
- Mogelijkheden domotica
- Zorgvoorzieningenniveau in dorpen (1e en 2e lijn)
- Marktwerking in de zorg
28 juli, Johan Lettink, lid raad van bestuur, Zorggroep Noorderbreedte
Wegens vakantie heeft de heer Lettink helaas geen kans gezien de visie te lezen. Dit zal hij alsnog
doen en opmerkingen/aanvullingen doorgeven. Na een korte uitleg door Nicole van de voornaamste
punten uit de visie ontwikkeld het gesprek zich als volgt:
Qua woonomgeving rondom seniorenwoningen is het van belang dat de tuin of binnenplein aanvoelt
als een beschermde omgeving waar senioren zich vrij en veilig voelen om te wandelen.
De verblijfsduur in verpleeghuizen neemt af. De toelatingseisen zijn steeds strenger geworden.
Vanwege deze kortere verblijfsduur brengt de verwachte flinke toename van het aantal mensen met
dementie in de komende jaren niet een gelijke toename van de vraag naar verpleeghuisplaatsen. Er
zijn echter wel extra plaatsen nodig. Noorderbreedte zal in de komende jaren daarom het aantal
verpleeghuisplaatsen uitbreiden (ZZP5 en ZZP7). Dit gebeurt grotendeels door het omzetten van
verzorgingshuisplaatsen in verpleeghuisplaatsen.
Verzorgingshuizen hebben steeds minder bestaansrecht omdat mensen steeds langer thuis blijven
wonen (ZZP1 en ZZP2 blijven in de toekomst gewoon thuis) en pas als het thuis echt niet meer gaat
gaan verhuizen. Dat is vaak het moment om direct naar een verpleeghuis te gaan.
Voor verzorgingshuizen wordt vanuit de AWBZ een appartementsgrootte van 45m2
voorgeschreven/vergoed. Noorderbreedte bouwt gewone appartementen van 76 m2. In het ene
appartement woont iemand met een zorgindicatie (die tot 45m2 vergoed krijgt en de rest zelf moet
betalen) en in het andere iemand die dit niet heeft. Op deze manier zijn de appartementen voor
meerdere doelgroepen geschikt/flexibel en krijgt het complex (hopelijk) niet het stigma van alleen
voor oude krakkemikkige mensen.
Noorderbreedte is voorzichtig bij het uitbreiden van haar woningbezit. De nadruk ligt op het
ombouwen van de bestaande locaties: minder verzorgingshuis, meer verpleeghuis en beschermd
wonen. Daarnaast plekken voor revalidatie.
Nieuwbouw vindt zoveel mogelijk geclusterd plaats. Minimaal ca 50 plaatsen bij elkaar.
Noorderbreedte heeft graag haar zorgvastgoed in eigendom, i.p.v. het te huren van een andere partij
zoals een woningcorporatie.
Noorderbreedte wil zich op termijn terugtrekken uit de thuiszorg, behalve bij beschermd wonen
complexen die zij zelf verhuren.
75
Er is inderdaad een arbeidsmarktprobleem in de zorg. Er is minder instroom bij zorgopleidingen terwijl
er juist meer mensen nodig zijn. Noorderbreedte heeft contact met zorgopleidingen en biedt
stageplaatsen aan. Daarnaast proberen ze contracten van meer uren te bieden zodat de zorg ook voor
starters op de arbeidsmarkt aantrekkelijk is. Verder wordt krijgt bestaand personeel de mogelijkheid
meer uren te maken. Vaak geven 45+ers (kinderen al wat groter of de deur uit) aan meer uren te
willen werken. Noorderbreedte probeert hierin te voorzien door mensen op meerdere locaties te laten
werken, zodat ze meer uren kunnen maken.
Tot slot wordt aangestipt dat het rijk vrijwel geen geld heeft voor preventieve maatregelen om
gezondheidsproblemen te voorkomen. Bijvoorbeeld voor dementie-coaches is geen geld en
Noorderbreedte betreurt dat omdat ze hier tot nog toe goede resultaten mee hebben geboekt.
1 september, Martijn van der Werf, zorgdirecteur Noordwest, & Egbert Dijkstra,
regiodirecteur noordwest (Bolsward, Franeker, St. Anne, etc.), Talant
De heer van der Werf opent het gesprek met zijn complimenten voor de gedegen visie. Hij vindt de
visie overzichtelijk en een zeer compleet beeld geven.
Talant is positief over de inzet van WonenNWF op het gebied van levensloopbestendige woningen.
Het is belangrijk dat zorgfaciliteiten gemakkelijk in woningen kunnen worden aangebracht, zowel voor
ouderen als jongeren met een beperking. Hierdoor kunnen mensen die zorg nodig hebben zo lang
mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen.
Voor mensen met zowel een fysieke als een (licht) verstandelijke beperking is het van belang dat ze in
hun eigen omgeving, in hun eigen sociale netwerk kunnen blijven wonen.
Talant heeft een goed beeld van het aantal mensen met een beperking en de ontwikkeling hierin. Zij
zien een trek van jongeren naar de stad. Soms redden ze het daar niet en keren dan weer terug naar
hun eigen dorp. Familie is voor deze groep erg belangrijk.
Wat betreft de ontwikkeling van het aantal mensen met een beperking in het werkgebied van
WonenNWF is de verwachting dat deze vrij constant blijft. Geen toename.
Particuliere initiatieven zoals Thomashuizen richten zich met name op mensen met een lichte
beperking. Talant huisvest naast „lichte‟ ook de „zwaardere gevallen‟. Een „zwaar geval‟ is bijvoorbeeld
iemand met een (lichte) lichamelijke beperking + psychische problemen + verslavingsproblemen.
Talant biedt een breed en compleet en kwalitatief goed aanbod aan zorg, nu en in de toekomst.
Talant verwacht een toename van de vraag naar domotica. Hiermee worden de loonkosten in de zorg
beperkt. Ook de toename van het aantal mensen met dementie brengt een groeiende vraag naar
bijvoorbeeld anti-dwaling techniek met zich mee. Verder zal er meer gebruik gemaakt gaan worden
van „zorg op afstand‟ door bijvoorbeeld contact via beeldtelefoon en computer. Voor de (toekomstige)
aanleg van domotica faciliteiten is het handig bij de bouw van levensloopbestendige woningen reeds
loze leidingen aan te leggen, waar laten de benodigde kabels doorheen getrokken kunnen worden.
De financiering van zorg staat onder druk. Kleine locaties met 6 – 8 mensen zijn niet meer haalbaar.
De voorkeur gaat uit naar minimaal 18 personen. Qua inrichting hebben mensen steeds meer
behoefte aan een eigen plek, aan privacy. Het allerbelangrijkst is echter dat er een ontmoetingsruimte
aanwezig is.
76
Bij personen waar meerdere organisatie „mee bezig‟ zijn is het van belang helder te hebben wie de
regie heeft. Deze afstemming vindt onder meer plaats in het sociaal team.
Net als andere partijen merkt Talant ook de krapte op de arbeidsmarkt in de zorg. Ook signaleren zij
dat steeds meer mensen in de stad gaan wonen, waardoor de extramurale zorg op het platteland
lastiger wordt. Namelijk even een oogje in het zeil houden in eigen dorp zit er dan niet in.
Voor een zorgboerderij ziet Talant niet direct markt in het werkgebied van WonenNWF. Mochten we
hier wel ooit concrete plannen voor hebben dan is het van belang goed de marktvraag in kaart te
brengen, een risicoprofiel op te stellen en een zo flexibel mogelijk gebouw te realiseren.
6 september, Andries Bos, SWO het Bildt en Peet Veldhuizen, manager sociaal cultureel
werk Stichting Welzijn Middelsee, Marianne Burgers, ouderenadviseur, De Skûle Welzijn
Voorstelronde: SWO het Bildt organiseert sociaal culturele activiteiten voor 55+ers in het Bild, in
samenwerking met Zorgcentrum het Bildt, de Zonnebloem en enkele andere organisaties.
Stichting Welzijn Middelsee is actief is alle vier de Middelsee gemeenten, zowel voor kinderen,
jongeren en ouderen (in Leeuwarderadeel en Menaldumadeel). Tevens vrijwilligerscentrale en
steunpunt mantelzorg. De Skûle richt zich op 55+ ers in Franekeradeel. Mevrouw Burgers is
ouderenadviseur en brengt 75+ers in de dorpen van Franekeradeel preventieve huisbezoeken.
Mevrouw Burgers en de heer Bos spreken hun complimenten uit voor de visie. Leesbaar en
herkenbaar. Deze herkenbaarheid zit vooral in:
- Het zo lang mogelijk thuis blijven wonen van senioren
- Het verschil tussen de „traditionele, volgzame‟ oudere ouderen en de nieuwe assertieve
babyboom-generatie ouderen.
- Toename van het aantal mensen met dementie
- Eenzaamheid
Wat betreft de aanpak van eenzaamheid pleit mevrouw Burgers er voor bij nieuwe seniorencomplexen
zoveel mogelijk een recreatieruimte aan te leggen.
Verder moeten activiteiten bereikbaar zijn. Hiervoor is vervoer belangrijk. Gelukkig functioneert dit
momenteel goed.
De heer Bos benadrukt het belang van het sociaal team, vooral waar het gaat om afstemming tussen
partijen en het helder krijgen wie de regie heeft.
Mevrouw Burgers geeft aan dat er onduidelijkheid bestaat over de criteria die het WMO-loket
hanteert. Waarom krijgt de een wel een bepaalde voorziening en de ander niet?
De aansturing op verhuizing die vaak als eerste en beste optie wordt gezien betekent dat ouderen uit
de dorpen verdwijnen en dat de sociale context waarin senioren leven vaak ontregelt raakt.
Voor de dorpen is het juist een verrijking wanneer de bevolkingsopbouw heterogeen blijft.
Mevrouw Burgers en de heer Bos signaleren niet of nauwelijks behoefte aan domotica bij ouderen. De
kinderen van deze mensen geven wel af en toe aan dat er alarmering of beveiliging van het
gasfornuis moet komen, maar ouderen zelf zien dit niet zo.
En als ze er al open voor staan dan vinden ouderen (zonder indicatie) alarmering te duur.
Tot slot geven de aanwezigen aan het prettig te vinden WonenNWF nader te hebben leren kennen.
Concrete veranderpunten t.a.v. de visie op wonen en zorg hebben zij niet.
77
7 september, Ageeth Visser (locatiemanager Martenahiem) en Sytske Brouwer
(teamleider Welzijn Martenahiem), Tellens.
Martenahiem telt 36 intramurale en 24 extramurale appartementen. De intramurale appartementen
bestaan uit 1 zit/slaapkamer, de extramurale appartementen hebben een woonkamer en 2
slaapkamers. Alle senioren uit Tzum en omgeving kunnen deelnemen aan de activiteiten in
Martenahiem en gebruik maken van het restaurant van Martenahiem. Ook bezorgt Tellens (vanuit
Franeker) warme maaltijden aan huis in heel Franekeradeel.
Martenahiem verzorgt geen thuiszorg. Dit is een bewuste keuze, zij focussen op de zorg in
Martenahiem. Bovendien is het niet mogelijk alleen thuiszorg in Tzum te leveren. Zie gemeentelijke
aanbesteding voor heel noordwest Friesland tegelijk via de Dienst SoZaWe NW Fryslân.
Er is contact tussen Martenahiem de Skûle. De ouderenadviseur van de Skûle (Marianne Burgers, zie
vorig overleg) attendeert zelfstandig wonende ouderen ook op de activiteiten en maaltijden service
van Martenahiem.
De visie op Wonen en Zorg is voor Martenahiem herkenbaar en duidelijk.
Ze onderschrijven o.a. het belang van activiteiten/ wat te doen voor senioren, zowel intramuraal als
extramuraal.
Dat senioren langer thuis blijven wonen is een bekend gegeven.
Specifieke seniorenwoningen worden alleen goed verhuurd als er ook echt zorg bij zit, anders gaat de
verhuur veel moeizamer. Zie bijvoorbeeld … appartementen voor senioren aan het spoor in Franeker.
Daar staan nog steeds een paar woningen leeg.
Ook de gesignaleerde toename van het aantal mensen met dementie wordt herkend. Martenahiem en
vele andere zorgaanbieders in noordwest Friesland (o.a. Zorgcentrum het Bildt) doen mee aan het
project TINZ waarbij casemanagers (ouderenadviseurs voor dementerenden) huisbezoeken brengen
aan mensen, het probleem in kaart brengen en mensen attenderen het zorgaanbod voor deze groep
(van dagbesteding tot in het verpleeghuis gaan wonen).
Domotica is niet iets waar Martenahiem mee bezig is. Gewoon de basics en verder geen fratsen.
Dwaaldetentie e.d. is volgens hen ook niet nodig vanwege de sociale controle in het kleine
Martenahiem. Wel is er op zondag een live (webcam) verbinding met de kerk voor de kerkdienst.
15 september, Nel Haarsma & Baukje Tol (wethouders gemeente het Bildt), Lute Pen
(wethouder Menaldumadeel), Gerard Hoekstra (beleidsmedewerker gemeente
Menaldumadeel), Ronald Heimink (beleidsmedewerker Dienst SoZaWe Noordwest
Fryslân). Gemeente Franekeradeel was verhinderd en heeft later schriftelijk gereageerd.
Ook de Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân heeft een schriftelijke reactie gegeven.
Wethouder Haarsma is positief over de inzet van WonenNWF om senioren te faciliteren zo lang
mogelijk thuis te blijven wonen. Hierbij wordt in de visie ook het belang van goede
vervoersvoorzieningen in de dorpen genoemd. Welke rol wil WonenNWF daarin spelen?
Nicole de Bruijn antwoordt dat WonenNWF een signalerende en stimulerende rol wil spelen. We zullen
niet zelf vervoer gaan regelen, maar wel de ontwikkelingen hieromtrent volgen en bij de betreffende
partijen aan de bel trekken als zich problemen voordoen. WonenNWf vindt het namelijk belangrijk dat
senioren zorg- en welzijnsvoorzieningen kunnen bereiken.
Wethouder Tol geeft aan de visie herkenbaar en volledig te vinden. Zij onderschrijft het voornemen
van de Dienst SoZaWe, gemeenten en woningcorporaties in noordwest Friesland – zoals
opgeschreven in het gesloten convenant tussen deze partijen – om bij de bouw van seniorenwoningen
reeds goed na te denken over (WMO-)voorzieningen voor senioren, zodat niet later allerlei
aanpassingen nodig zijn.
78
Wethouder Haarsma benadrukt het belang van sociale cohesie en het tegengaan van eenzaamheid.
Vervolgens wordt er gesproken over de woonwensen van senioren. Vaak geven ouderen aan gewoon
thuis te willen blijven wonen, maar als ze eenmaal de stap hebben gemaakt naar een seniorenwoning
zijn ze erg tevreden. Vooral in een (kleinschalig) seniorencomplex hebben ze veel gezelligheid
onderling. Verder wordt geconstateerd dat „de senior‟ in noordwest Friesland graag grondgebonden
woont.
Wethouder Haarsma en wethouder Pen zijn het met WonenNWF eens dat het van belang is de
plannen tot herstructurering van woningen (door WonenNWF) en woonomgeving/openbare ruimte
(door de gemeente) op elkaar af te stemmen om hiermee een maximaal resultaat te bereiken. Ook
dient hierbij direct rekening gehouden te worden met de toegankelijkheid voor minder-validen zodat
de woonomgeving „rollator-proof‟ is. Kan er bij de dorpsschouwen iemand mee lopen die hier
verstand van heeft?
Wethouder Pen vraagt of bij de voorbeelden van seniorenwoning in gemeente Menaldumadeel in de
visie Orxmastate en Drenningahof toegevoegd kunnen worden. Ook wordt er kort gesproken over de
vraag naar seniorenwoningen in Menaldumadeel en de woonvisie van gemeente Menaldumadeel.
Provincie Fryslân afkeurend gereageerd op de forse geplande nieuwbouw van woningen in deze
woonvisie. Ook WonenNWF heeft haar zorg uitgesproken over deze overproductie en doet dat in dit
gesprek opnieuw. Anderzijds zijn de cijfers uit het WOBOF 2007 wellicht wat aan de lage kant, zoals
ook aangegeven staat in de visie wonen zorg.
In de visie wonen zorg wordt niet verwezen naar de woonvisie van gemeente het Bildt. Hier zal alsnog
naar gekeken worden.
Tot slot wordt er gesproken over het belang van vrijwilligers voor activiteit, leefbaarheid en
ontmoeting in het dorp. WonenNWF wil graag het „sociaal cement‟ in de dorpen stimuleren en
organiseert verschillende activiteiten hiervoor. Twee voorbeelden zijn de training voor het
professionaliseren van de dorpswebsite die WonenNWF in het voorjaar samen met
communicatiebureau Terp 10 uit Oosterbierum heeft gegeven aan de beheerders van de
dorpswebsites. Deze uitgebreide training (5 avonden) werd enthousiast ontvangen en zeer goed
bezocht. Daarnaast loopt er momenteel, samen met de vrijwilligerscentrale, een (pilot)project in
Oosterbierum om vraag en aanbod van vrijwilligers in het dorp beter te „matchen‟.
WonenNWF zal in de komende periode een stimulerende en faciliterende rol blijven vervullen t.a.v.
het sociaal cement in de dorpen.
13 oktober, overleg met wethouder Haye Talsma, gemeente Ferwerderadiel
Er bestaat groot verschil in de getallen en visie op de groei\krimp van de gemeente in de
samenvatting en de cijfers uit de prognose in de tekst en horizon cijfers.
Gemeente vind dit verwarrend en begrijpt de motitvatie niet goed. Moeten we beter uitleggen.
Hetzelfde geldt voor de aantallen dementerenden. Verschil tussen de theorie en de praktijk duidelijker
aangeven in de notitie.
Op het overzichtskaartje staat bij Burdaard genoemd dat daar appartementen komen. De plannen zijn
gewijzigd, er komen nu levenloopbestednige woningen. Graag aanpassen.
Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland heeft schriftelijk gereageerd op de visie.