grnned.files.wordpress.com  · Web viewZestiende en zeventiende eeuw. A Leeropdrachten. 1Erasmus...

2

Click here to load reader

Transcript of grnned.files.wordpress.com  · Web viewZestiende en zeventiende eeuw. A Leeropdrachten. 1Erasmus...

Page 1: grnned.files.wordpress.com  · Web viewZestiende en zeventiende eeuw. A Leeropdrachten. 1Erasmus publiceert . Lof der Zotheid, Beeldenstorm, Val van Antwerpen, oprichting V.O.C.,

Zestiende en zeventiende eeuw

A Leeropdrachten

1 Erasmus publiceert Lof der Zotheid, Beeldenstorm, Val van Antwerpen, oprichting V.O.C., Twaalfjarig Bestand, oprichting Nederduytsche Academie, opening Amsterdamse schouwburg, Rembrandt schildert De nachtwacht, Vrede van Münster.

2 (1) Onvrede over misstanden in kerk; (2) onvrede over almacht van geestelijkheid in kerk en maatschappij; (3) burgerij wilde ruimte voor eigen geloofsinzichten; (4) wens om kerkdiensten in volkstaal.

3 Karel V wilde een centraal geregeerde, absolutistische heerschappij over alle Nederlanden onder een vorst met onbeperkte macht en met één geloof (het rooms-katholieke).

4 De partij rondom Van Oldenbarneveldt wilde vrede met Spanje. Dat wilde de partij rondom stadhouder Maurits niet. Deze partij wilde doorgaan met oorlogsvoering. Daarnaast was er een geloofsconflict. Van Oldenbarneveldt koos voor de remonstranten, Maurits voor de contraremonstranten. De tegenstellingen liepen hoog op. Maurits liet Van Oldenbarneveldt arresteren. Dit leidde tot diens executie.

5 Strijdliederen zijn liederen die te maken hebben met de oorlog tegen Spanje. Regenten zijn rijke burgers uit de zaken- en bestuurswereld. Er is geen enkele relatie tussen strijdliederen en regenten.

6 Het empirisme meent tot betrouwbare kennis te kunnen komen door waarneming en zintuiglijke ervaring. Het rationalisme gaat daarentegen niet uit van ervaring en waarneming, maar van het kritische verstand (ratio).

7 De Copernicaanse wending is de opvatting dat de zon (en niet de aarde) het middelpunt is van ons planetenstelsel (zonnestelsel).

8 Een theocentrisch wereldbeeld is een religieus wereldbeeld: God staat centraal. Bij een antropocentrisch wereldbeeld staat de mens meer centraal. Dit past bij het humanisme want ook het humanisme stelt de mens centraal.

9 Een mens kan spreken en kent het verschil tussen goed en kwaad. Dieren kunnen niet spreken en kennen dat verschil niet.

10 Algemene kenmerken Renaissance: (1) herleving van klassieke Oudheid; (2) ontstaan in Noord- en Midden-Italië; (3) ontstaan in veertiende-eeuwse stadstaten; (4) sociale basis van humanisten, heersende klasse en kunstenaars; (5) is culturele ontwikkeling, geen politieke of religieuze.

11 Translatio is vertalen van klassieke teksten; imitatio is in de eigen volkstaal klassieke teksten nadoen en aemulatio is het streven in de eigen volkstaal de klassieken te overtreffen.

12 Het is een elitepubliek van kenners en hooggeschoolden.13 Kernwoorden van de samenvatting: burgerlijke cultuur, opdrachtgevers, normen en waarden,

exempla contraria, stedelijke identiteit, didactische functie, schutterstuk, genreschilderij.14 Het stadhuis op de Dam (het huidige paleis op de Dam) is classicistisch omdat het macht, glorie,

rijkdom en aanzien uitstraalt. Bovendien is het gebouwd volgens regels die aan de Oudheid waren ontleend, regels over symmetrie en ordening bijvoorbeeld.

15 Twee algemene tendensen: (1) nadruk op individuele auteur en (2) opkomst Renaissanceliteratuur.

16 De schrijver was een opvoeder en opinievormer. Hij had een opvoedende functie.17 Een embleem bestaat uit een motto (opschrift), een pictura (afbeelding) en een subscriptio

(uitleg).18 Contrafactuur is de aanduiding voor het schrijven van nieuwe teksten op al bestaande melodieën.

Schrijvers van zeventiende-eeuwse literatuur als Bredero schreven nieuwe teksten op bestaande melodieën.

19 Het werk van Cats is didactisch. Hij wilde morele lessen en algemene waarheden overdragen die bijvoorbeeld toepasbaar waren in het huwelijk. Lessen en waarheden moesten in het dagelijkse, maatschappelijke leven in praktijk worden gebracht.

20 In je schema moeten in ieder geval de volgende begrippen staan: rederijkerskamers, Nederduytsche Academie, Amsterdamse schouwburg, spiegel, stedelijke en opiniërende functie, muziek en zang, tragedie, retorisch-didactische tragedie, Aristotelische tragedie, komisch toneel, Renaissancekomedie, imitatio, klucht.