Web viewVerklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen...

5
Academiejaar: Basisopleiding: Bachelor BLT Afstudeerrichting: FBT + keuze MLT / BIT Module: FBT_05 Farmacologie en toxicologie Partim: Toxicologie theorie Semester: 5 Lector: Bart Quartier VOORBEELDVRAGEN 1. Welke types van screeningtesten worden er gebruikt in een toxicologisch labo? Geef van elk een voorbeeld. Wat zijn typische kenmerken van screeningtesten? Wat kan je opmerken bij negatieve resultaten en bij positieve resultaten? 2. Bespreek zeer kort de drie mogelijkheden tot standaardisatie bij bevestigingstesten zoals HPLC-DAD en GC-MS. Welke van de drie geeft superieure resultaten en waarom? Wat zijn dan zijn ideale eigenschappen? 3. Bespreek de doseringsresponscurve met begrippen zoals NOAEL, LD1 en ED99, LC50. Verduidelijk adhv fictieve curven. 4. Hoe gebeurt de ‘verwerking’ van zeer lipofiele toxische stoffen zoals PCB’s en DDT eenmaal aanwezig in het bloed? 5. Geef schematisch weer hoe een hydrofiel, polair, lipofiel of sterk lipofiel toxicon gemetaboliseerd en geëlimineerd wordt in het lichaam. (zie hiervoor figuur 1.2, p. 21). 6. Bespreek de techniek hemodialyse. Welke drie factoren zijn bij het farmacon belangrijk? Wat is een groot nadeel aan deze techniek? 7. Bespreek de werking en toxiciteit van Lithium. 8. Bespreek de werking en toxiciteit van Digoxine. 9. Bespreek de metabolisatie van parathion in paraoxon (pesticide). 10. Bespreek het gebruik van de TI (therapeutische index) en de VI (veiligheidsindex). Geef ook ter illustratie een dosisresponscurve van 2 producten. 11. Bespreek type I, II, III testen bij laboratoriumonderzoek. 1

Transcript of Web viewVerklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen...

Page 1: Web viewVerklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen als antidotum bij overdosis paracetamol en waarom?

Academiejaar:Basisopleiding: Bachelor BLTAfstudeerrichting: FBT + keuze MLT / BITModule: FBT_05 Farmacologie en toxicologiePartim: Toxicologie theorieSemester: 5Lector: Bart Quartier

VOORBEELDVRAGEN

1. Welke types van screeningtesten worden er gebruikt in een toxicologisch labo? Geef van elk een voorbeeld. Wat zijn typische kenmerken van screeningtesten? Wat kan je opmerken bij negatieve resultaten en bij positieve resultaten?

2. Bespreek zeer kort de drie mogelijkheden tot standaardisatie bij bevestigingstesten zoals HPLC-DAD en GC-MS. Welke van de drie geeft superieure resultaten en waarom? Wat zijn dan zijn ideale eigenschappen?

3. Bespreek de doseringsresponscurve met begrippen zoals NOAEL, LD1 en ED99, LC50. Verduidelijk adhv fictieve curven.

4. Hoe gebeurt de ‘verwerking’ van zeer lipofiele toxische stoffen zoals PCB’s en DDT eenmaal aanwezig in het bloed?

5. Geef schematisch weer hoe een hydrofiel, polair, lipofiel of sterk lipofiel toxicon gemetaboliseerd en geëlimineerd wordt in het lichaam. (zie hiervoor figuur 1.2, p. 21).

6. Bespreek de techniek hemodialyse. Welke drie factoren zijn bij het farmacon belangrijk? Wat is een groot nadeel aan deze techniek?

7. Bespreek de werking en toxiciteit van Lithium.

8. Bespreek de werking en toxiciteit van Digoxine.

9. Bespreek de metabolisatie van parathion in paraoxon (pesticide).

10. Bespreek het gebruik van de TI (therapeutische index) en de VI (veiligheidsindex). Geef ook ter illustratie een dosisresponscurve van 2 producten.

11. Bespreek type I, II, III testen bij laboratoriumonderzoek.

12. Bespreek de effecten van antidota, chelatoren en antistoffen.

13. Bespreek het principe van de in vivo up & down procedure bij acute toxiciteitstesten.

14. Bespreek het principe van de in vitro neutraal rood opnamen in 3T3 cellen (3T3 NRU).

15. Bespreek het principe van de in vitro colony forming unit granulocyt macrophage (CFU-GM) test.

16. Welke parameters kan men nagaan bij primaire levercellen adhv trypaanblauw, MTT, apoptose, coulter counter of cytokine?

17. Wat zijn subchronische toxiciteitstesten? Hoe bepaalt men de dosering?

18. Bespreek het principe van de Ames test.

1

Page 2: Web viewVerklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen als antidotum bij overdosis paracetamol en waarom?

19. Bespreek het principe van de muis lymfoma test (MLT).

20. Bespreek het principe van in vivo en in vitro komeettest.

21. Bespreek het principe van Vitotox test.

22. Met welke techniek wordt officieel ethanol gehalte in het bloed bepaald? Bespreek.

23. Bespreek het principe van de EMIT-techniek: Waarom wordt deze uitgevoerd in forensisch onderzoek en wat zijn de voor- en nadelen?

24. Waarom zijn bevestigingstesten nodig? Welke test wordt het meest gebruikt als screening in een toxicologische analyse? Wat zijn de grootste voordelen en nadelen bij gebruik van HPLC-DAD als bevestigingstest?

25. Bespreek de farmacokinetiek van heroïne ten opzichte van morfine. Wat is kruisreactie?

26. Wat is het verband tussen overdosis en heroïne gebruik?

27. Verklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen als antidotum bij overdosis paracetamol en waarom?

28. Wat kan men toedienen als antidotum bij methanolvergiftiging en waarom?

29. Zijn amfetamines verslavend? Waarom of wanneer worden ze gebruikt?

30. Wat is het verband en de verschillen tussen amfetamines en XTC?

31. Welke gevaren schuilen er in het gebruik van vloeibare XTC?

32. Geef een omschrijving van volgende begrippen (situeer en verklaar):

IC50, Biobeschikbaarheid, Enzyminductie bij alcoholgebruik, Toxidroom, Aniongap, Osmogap, TDM, Schijnbaar verdelingsvolume, Psychodysleptica, Cyclische tolerantie bij LSD, Methadontherapie LSD, Amfetamines Negatieve tolerantie bij cannabis.

2

Page 3: Web viewVerklaar de toxicologische effecten bij een overmaat aan paracetamol. Wat kan men toedienen als antidotum bij overdosis paracetamol en waarom?

VOORBEELDVRAGEN stuk toxicokinetiek keuze MLT/BIT

1. Bespreek onderstaande figuur

2. Teken en bespreek een vereenvoudigde plasmaconcentratiecurve ifv de tijd.

3. Wat bedoelt men met steady-state toestand?

4. Bespreek het begrip schijnbaar verdelingsvolume.

5. Bespreek de twee processen die na elkaar kunnen voorkomen bij biotransformatie.

6. Wat zijn de twee belangrijkste gevolgen van biotransformatie?

7. Bespreek de mogelijke metabolisatieweg bij Benzeen

8. Wat is het voordeel en nadeel aan een tijdelijke opslag van een toxische stof in extravasculaire weefsels?

9. Bespreek de groep van cytochroom P450 isotypes

3