· Web viewSegmentatie-onderzoek kan worden gebruikt om een doelgroep te verdelen in groepen met...

11
Digitaal Erfgoed Zichtbaar Publieksbereik en zichtbaarheid van digitaal erfgoed Stand van de kennis Conceptnotitie ter consultatie Werkpakketonderdeel: Vraagarticulatie versterken

Transcript of  · Web viewSegmentatie-onderzoek kan worden gebruikt om een doelgroep te verdelen in groepen met...

Digitaal Erfgoed Zichtbaar

Publieksbereik en zichtbaarheid van digitaal erfgoedStand van de kennis

Conceptnotitie ter consultatie

Werkpakketonderdeel: Vraagarticulatie versterken

Opgesteld door: Coördinatiegroep NDE ZichtbaarVersie: concept 15 juli 2016

Publieksbereik en zichtbaarheid van digitaal erfgoedStand van de kennis, juli 2016Coördinatiegroep Digitaal Erfgoed Zichtbaar

Het Netwerk Digitaal Erfgoed is een samenwerkingsverband dat zich richt op de vergroting van de maatschappelijke waarde van (digitaal) erfgoed. Om dat te bereiken worden collecties van archieven, bibliotheken, musea en andere instellingen beter zichtbaar, bruikbaar en houdbaar gemaakt. Het onderdeel Digitaal Erfgoed Zichtbaar van dit netwerk vergroot de zichtbaarheid van collecties, verkent de vraag van gebruikers en bevordert (her)gebruik van digitale collecties. De coördinatiegroep Digitaal Erfgoed Zichtbaar geeft een overzicht van de huidige stand van de kennis rond publieksbereik van digitale collecties in Nederland. We hebben ernaar gestreefd enkel de meest recente informatie te gebruiken.

Algemene cijfers over bereik van erfgoed gaan vaak uit van fysiek bezoek aan locaties waar erfgoed gebruikt of gepresenteerd wordt. ‘Over het digitale erfgoed zijn nog niet zoveel cijfers verzameld, terwijl statistieken op dit gebied steeds belangrijker worden’, schreef DEN al in 2012. Deze notitie is een aanzet om de stand van de kennis op dit moment vast te leggen.

1. Algemene informatie

PotentieelOm de maatschappelijke waarde van erfgoed te vergroten, is het een eerste vereiste dat mensen ermee in aanraking komen. Daarom streven we naar vergroting van het publieksbereik. In tweede instantie streven we naar vergroting van de tevredenheid als mensen gebruik maken van digitaal erfgoed.Het aantal mensen dat in Nederland potentieel toegang heeft tot digitaal erfgoed is hoog. Slechts 1,2 miljoen personen hadden in 2015 nog nooit internet gebruikt (8% van de bevolking). Tegelijk heeft 81% van de Nederlanders nog nooit online informatie gezocht rond cultureel erfgoed.1 En slechts 3% van de Nederlanders deed dat in 2009 wekelijks. Er is dus nog een wereld te winnen.

TijdsbestedingIn recent onderzoek naar tijdsbesteding in relatie tot mediagebruik per dag bleek ‘kijken’, het meest populair, ‘luisteren’ kwam met 65% en gemiddeld bijna drie uur luistertijd op de tweede plaats, gevolgd door gemedieerde communicatie (53%; ruim een uur) en lezen (50%; bijna drie kwartier). Gamen werd gedaan door een minderheid van de bevolking (17%; ruim een kwartier). Verder is er nog een categorie overig computer- en internetgebruik (41%; een halfuur). De klassieke versies hiervan (TV, radio en print) zijn nog sterk overheersend (meer dan 90%). Ouderen kijken, luisteren en lezen aanzienlijk meer dan jongeren en hoogopgeleiden lopen voorop bij de acceptatie van het gebruik van nieuwe media.2

Volume: meestbezochtAls maatschappelijke waarde van erfgoed is gelegen in gebruik, is het van belang zoveel mogelijk mensen te bereiken. Ook de grootste erfgoedwebsites bereiken een relatief klein deel van de bevolking. Sites met relatief veel content staan het hoogst in de ranking. Maar het is dus zeker het

1 De Virtuele Kunstkar, Bijlage A.1. Gebaseerd op cijfers uit 2009.2 Sonck, Nathalie en de Haan, Jos, Media tijd in beeld, SCP februari 2015

2

onderzoeken waard hoe erfgoed gebruikt te krijgen op websites die al veel bereik hebben (zoals Wikipedia). We weten ook welke typen collecties geschikt zijn voor hergebruik, namelijk visueel aantrekkelijke collecties (zoals fotografische collecties).3

Bovenaan de lijst met meest bezochte websites4 in Nederland staan Google (.nl (1) en .com (4)), Youtube (2), Facebook (3) en Microsoft Live (5). De eerste specifiek Nederlandse site is Marktplaats (6). Wikipedia staat op positie 8. De eerste mediasites zijn die van de Telegraaf (14), Nu.nl (15), de NOS (21), AD (24) en Reddit (25). Ook in de top vijftig vinden we LinkedIn (11), Twitter (13), de internet movie database IMDB (39), Nederlandse Publieke Omroep (45) en blogsite Wordpress (49). In de top 500 vinden we een aantal universiteiten en hogescholen en ook Kennisnet.nl (316), dat zich richt op ICT als middel voor het onderwijs. Ook in de top-500 vinden we toeristische websites als Route.nl en IENS (420). Erfgoedsites vinden we vanaf plaats 1000 (zie de bijgevoegde tabel). Deze is op basis van eerdere inschattingen van ‘veel bezochte sites’ gedaan.

Site Positie op lijst meest gebruikte websites in Nederland (Bron: Alexa)

Bibliotheek.nl 1083Wie was wie 1427DBNL 2249Rijkmuseum 2276Delpher 2489KB 3934Geheugen van Nederland 4196Beeld en Geluid 4313Gahetna.nl 4639Archieven.nl 4970Openluchtmuseum 5111Van Goghmuseum 5553Naturalis 8688Cultureelerfgoed.nl 13555Oneindig Noord-Holland 18817Thuis in Brabant 23601 5

Digital only of digitally enhancedDigitale collecties kunnen op zichzelf staan of horen bij een fysiek evenement (zoals een tentoonstelling). Er is nog weinig bekend over gebruik en waardering van digitale collecties versus fysieke collecties. Digitaal gebruik is laagdrempeliger dan fysiek gebruik (vergt over het algemeen minder inspanning van de gebruiker), maar daarmee zijn cijfers over beide typen gebruik niet uitwisselbaar. De Koninklijke Bibliotheek stelde in 2011 voor het eerst meer digitale werken beschikbaar dan fysieke, maar voor het Openbare Bibliotheekdomein als geheel geldt dat er 72 miljoen fysieke uitleningen plaatsvinden versus 3 miljoen digitale. Deze aantallen verschillen dus sterk naar omvang en type activiteit van de erfgoedinstelling.

Voorwaarden: Gratis of nietEen van de grootste uitdagingen met digitaal erfgoed is om er geld mee te verdienen. De onmogelijkheid hiervan is op vele manieren aangetoond, onder andere in een tussenevaluatie van

3 http://www.opencultuurdata.nl/2015/05/glametrics-nederlands-cultureel-erfgoed-op-wikipedia-bereikt-maandelijks-miljoenenpubliek/4 Bron: Alexa.com, 13-6-20165 Alleen sites met voldoende traffic voor een ranking op Alexa konden worden opgenomen (dit geldt niet voor bijv. innl en Oorlogsbronnen).

3

Beelden voor de T oekomst . TNO concludeerde toen dat vasthouden aan de terugverdienverplichting niet realistisch was. Het belangrijkste argument hiervoor was dat de erfgoedinstellingen meestal niet de auteursrechten bezitten van het materiaal in hun archieven. 6

Voorwaarden: Open of nietMeer dan de helft van de digitale collecties in Nederland is anno 2013 slechts binnen de muren van de instelling te raadplegen, en dan soms nog alleen door het eigen personeel. 7 Voor een groot deel hangt dit samen met het ‘chilling effect’ dat uitgaat van de huidige auteursrechtelijke situatie. Voor collecties die wel open kunnen worden aangeboden is het moeilijk om de impact goed in te schatten. Er is – ook internationaal – geen partij die deze gegevens sectorbreed verzamelt. OpenCultuurdata heeft in 2015 een eerste onderzoek gedaan.8

2. Doelgroepen

Voor wie: Segmentatie en cultuurmarketingSegmentatie-onderzoek kan worden gebruikt om een doelgroep te verdelen in groepen met gelijke kenmerken (traditioneel op demografische factoren (als leeftijd of geslacht), en tegenwoordig steeds meer op sociografische (tijdsbesteding) of waardenkenmerken). Een specifieke doelgroep kan effectiever worden bereikt, wanneer een geschikte strategie wordt bepaald om deze doelgroep te bereiken (ondersteund door bijvoorbeeld social media en mediacampagnes). Bekende segmentatiemodellen zijn het Mentality-model van Motivaction, het MOSAIC Finergy van Experian, het BSR-model van SmartAgent en het Consumer Styles van GfK Roper. Ook de Nederlandse Publieke Omroep heeft een segmentatiemodel ontwikkeld.

Voor wie: PublieksparticipatieEr zijn hoge verwachtingen van de mate waarin gebruikers ook zelf actief worden rond cultureel erfgoed, bijvoorbeeld door te helpen selecteren of ontsluiten. Dit is inderdaad het geval, zoals voorbeelden als Wikipedia (1300 actieve bewerkers) en velehanden.nl (8000 aanmeldingen) aantonen. Wel is het aantal mensen dat op deze manier deelneemt aan crowdsourcing-initiatieven beperkt. ‘De lofzang van mediatheoretici dat internet van alle gebruikers actieve en creatieve deelnemers maakt, wordt door het onderzoek ernstig gerelativeerd. Slechts 5% van de Nederlanders benut de interactieve mogelijkheden voor het online plaatsen van berichten over kunst en cultuur.’9 Die relatief beperkte groep kan wel veel werk verzetten.

Korte schets doelgroepen Nationale StrategieIn de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed worden 6 doelgroepen expliciet benoemd voor de erfgoedsector, vanuit zijn publieke opdracht en als leverancier van ‘brandstof’ voor cultuur,maatschappij en economie.

1. De informatie- en ervaringzoekende burger Er wonen 17 miljoen mensen in Nederland. Van hen zijn 4 miljoen onder de 20. Iets minder dan 1 op de 5 volwassenen heeft wel eens informatie gezocht over cultureel erfgoed en slechts 3 procent

6 Zie bijvoorbeeld: http://www.denieuwereporter.nl/2014/03/digitalisering-van-archieven-is-handig-maar-hoe-verdien-je-de-kosten-terug/7 Lahaut, Dimitri en van Aart, Kimberley, De Staat van Cultuur 2 Cultuurindex Nederland 2005-2013, Boekmanstichting 2015. Enumerate: De Digitale Feiten -Trends in Digitalisering sinds 2008. p. 238 http://www.opencultuurdata.nl/2015/05/glametrics-nederlands-cultureel-erfgoed-op-wikipedia-bereikt-maandelijks-miljoenenpubliek/9 Virtuele Kunstkar, p.9.

4

doet dit wekelijks10. Het is onbekend hoeveel mensen op andere wijze dan door zoeken in aanraking komen met cultureel erfgoed (bijvoorbeeld door (social) media). Segmentatiemodellen kunnen helpen om deze brede groep nader te specificeren.

2. Het onderwijs Er volgen 1.546.429 kinderen basisonderwijs en ruim 960.000 voortgezet onderwijs. Kennisnet (de organisatie die zich sterk maakt voor ICT-gebruik binnen het onderwijs) publiceert regelmatig een monitor van ICT-inzet in het onderwijs. De conclusies in 2015 luidden dat het aantal uren dat leraren gebruikmaken van ICT sterk is gestegen. Alle leraren zetten ICT in, maar het onderwijs zou nog meer uit de mogelijkheden kunnen halen, bijvoorbeeld voor maatwerk. Gebruik van digitaal erfgoed in onderwijstoepassingen is nog relatief beperkt en niet domeinoverstijgend, onder meer doordat erfgoedinstellingen niet eenvoudig aansluiting vinden op methodes en lesprogramma’s. De belangstelling is dan ook primair voor gemodereerd materiaal, aansluitend op het curriculum (weinig voorbereidingstijd voor de docent). De canon is hier een voor de hand liggend instrument.11 Na de middelbare school volgen 450.000 deelnemers een opleiding op MBO niveau, een vergelijkbaar aantal (445.000 studenten) een HBO opleiding en er staan ongeveer 260.000 studenten ingeschreven aan Nederlandse universiteiten.12 Behalve voor specialistische opleidingen (zoals Reinwardt Academie) is er relatief weinig bekend over gebruik van digitaal erfgoed.

3. De wetenschap Er werkt in Nederland ruim 24.000 fte wetenschappelijk personeel bij universiteiten. Wetenschappers hebben over het algemeen behoefte aan materiaal waarvan de context van helder is (transparant, betrouwbaar en consistent) en dat duurzaam toegankelijk is (persistent). De grotere datasets zijn van belang voor de enkele honderden digital humanities onderzoekers in Nederland. Aansluiting bij het Common Lab Research Infrastructure for Arts & Humanities (CLARIAH) is een belangrijk middel om deze groep te bereiken.

4. Creatieve bedrijven en beroepenIn 2013 telt de creatieve industrie in Nederland ruim 285 duizend banen. Dat is 3,6 procent van het totaal aantal banen in Nederland. Daarvan zijn er 102 duizend te vinden in kunsten en erfgoed, 95 duizend in creatieve zakelijke dienstverlening en 88 duizend in de media- en entertainmentindustrie.13 Het gebruik van digitaal erfgoed is in deze groepen zeer divers, maar het belang van duidelijkheid over de rechtenstatus van digitale objecten is voor deze groep groot.

5. De erfgoedsectorIn de museale sector werken ca. 6.000 medewerkers, evenals in de bibliotheeksector. In de archieven is het circa 2000 medewerkers. De omvang van de erfgoedsector zelf is niet eenvoudig vast te stellen. De KNAW heeft bij elkaar circa 1.300 medewerkers, de KB 450, Beeld en Geluid en het Nationaal Archief beide 200 en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed circa 100. In totaal gaat om enkele tienduizenden medewerkers. Deze doelgroep is voornamelijk van belang vanuit het oogpunt van kennisdeling en competentieontwikkeling.

6. Toekomstige generatiesHet CBS verwacht in 2050 een bevolkingssomvang van ca. 17 miljoen Nederlanders. Het aandeel ouderen in deze bevolking ligt naar verwachting boven de 20% (nu 11%).

10 De virtuele kunstkar.11 http://www.den.nl/art/uploads/files/Publicaties/OCW-totaalrapportage_onderzoek_nederlands_erfgoed_digitaal.pdf 12 http://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/13 http://www.immovator.nl/system/files/documents/monitorcreatieveindustrie2014.pdf

5

Erfgoedinstellingen hebben ook een verantwoordelijkheid voor het bewaren van het huidige erfgoed, als spiegel van de samenleving en bron van toekomstig onderzoek. De activiteiten van het werkpakket houdbaar zijn hier van groot belang, blijvende beschikbaarheid (persistentie) en duurzame bewaring zijn grote uitdagingen om het digitale erfgoed - ook het digitaal ontstane- beschikbaar te houden.

3. Aanbod

Wat: AanbodDigitaal erfgoed bestaat in verschillende vormen: gedigitaliseerd analoog erfgoed, digital born erfgoed (zoals digitale foto’s, films en games) en digitale informatie (zoals metadata) over dat erfgoed. Het aantal analoge collecties dat nu gedigitaliseerd is, is relatief hoog bij musea (bijna 40%) en relatief laag bij archieven (<10%), vooral omdat de archiefinstellingen een veel groter volume aan objecten hebben.14 Digitale collecties spelen een rol als halffabricaat (open datasets), als dienst voor de eindgebruiker (producten als Rijksstudio of Thuis in Brabant) of ter ondersteuning van een merk. Daarnaast functioneert erfgoed in verschillende communicatiekanalen (social media, printmedia). Visueel aantrekkelijk en uniek materiaal functioneert daarin uiteraard beter, en hoge kwaliteit afbeeldingen daarvan weer beter dan lage kwaliteit afbeeldingen.

Hoe: Gemodereerd of ongemodereerdEen centraal onderscheid in de toegang tot digitaal erfgoed is de vraag of de gebruiker behoefte heeft aan een beperkt aantal heel toepasselijke objecten (zoals in onderwijs, webexposities of in artikelen), of juist aan een zo breed mogelijke collectie (zoals voor wetenschap, genealogen en heemkundigen en andere vrijetijdsonderzoekers). Voor het eerste wordt nog altijd gezocht naar een goede vertaling van het Engelse curation, we gebruiken hier gemodereerd. Deze collecties vergen meer inspanning op het gebied van redactie, omdat de selectie en beschrijving niet tijdloos is (na verloop van tijd veranderen percepties van wat belangrijk is of raakt een tekst achterhaald). Wel kunnen ze eerder leiden tot een piek in de belangstelling. Voor ongemodereerde collecties (zoals ‘alles van het Rijkmuseum’ of de collectie van Delpher) is er vaak sprake van een meer gestage en breed verspreide belangstelling. Er zijn ook kruisbestuivingen tussen ongemodereerde ‘ruwe data’ en gemodereerde bewerkingen mogelijk. Ongemodereerde collecties kunnen de basis vormen van gemodereerde kennisomgevingen, zoals bijvoorbeeld Wikipedia, waar het vervolgens een publiek vindt met een voor dit materiaal relevante informatiebehoefte. En gemodereerde collecties kunnen gebruik maken van ongemodereerde sets om contextinformatie toe te voegen (zoals bij het Virtueel Museum Canon van Nederland).

4. Evaluatie

Typen onderzoekKwantitatief onderzoek concentreert zich op meetbare gegevens en algemene uitspraken, kwalitatief onderzoek vraagt naar motivatie en mening van een beperkter aantal bezoekers. Beide hebben hun waarde en zijn niet onderling inwisselbaar. De belangrijkste, gangbare manieren om inzicht te krijgen in het gebruik van digitale collecties (in ieder geval via eigen kanalen) zijn het gebruik van webstatistieken, evaluatie door gebruikers en experts (usability-onderzoek en bijv. klantenpanels en het gebruik van web enquêtes.

Conclusie

14 http://www.cultuurindex.nl/sector/erfgoed

6

Dit document is een eerste stap in het bevorderen van het strategisch nadenken over hoe de doelstellingen van instellingen kunnen aansluiten op de (bewegende) gebruikerswensen in het digitale domein.Het potentieel in Nederland is hoog. De voorzieningen voor toegang tot digitaal erfgoed zijn hoog (er zijn veel Nederlanders met toegang tot internet). Er is nog veel materiaal niet online beschikbaar (meer dan 80%). Het materiaal dat wel beschikbaar is, wordt goed (her)gebruikt. Visueel aantrekkelijke collecties en collecties met een hoge informatiewaarde (bijvoorbeeld voor genealogen) scoren het beste. Er is geen ‘silver bullet’ voor succesvol publieksbereik en zichtbaarheid van digitaal erfgoed. Wel is duidelijk dat er een andere configuratie van doelgroepen en materiaal uit instellingen nodig is in het digitale domein (er is immers geen noodzaak meer om naar een instelling toe te gaan om het object te zien, zoals in het fysieke domein).

Aanbevelingen1. Het is makkelijker om je digitale collectie naar het publiek te brengen dan andersom.

Vergroting van publieksbereik wordt het meest efficiënt bereikt door digitale collecties beschikbaar te stellen bij sites die al een hoog publieksbereik hebben (zoals Wikipedia).

2. Het overzicht van meest bezochte websites geeft een indicatie van het volume van ons bekende websites. We weten echter niet wat het totale volume van erfgoedgerelateerde websites is en of we ‘sterke’ websites missen. Een nulmeting van gebruik onder ‘internettende Nederlanders’ (op basis van URL-analyse) is hier een goed middel voor.

3. Een belangrijke vervolgvraag gaat over waardering van digitaal erfgoed. Is het ‘need to have’ of ‘nice to have’ voor gebruikers en (hoe) verschilt dat per type erfgoed?

4. In de bijlage is een checklist opgenomen van punten om rekening mee te houden bij het zichtbaar maken van digitale collecties. Deze punten kunnen - nader uitgewerkt - worden opgenomen op de site van NDE Zichtbaar bij DEN.

Bijlage

Checklist: basale vragen voor collectiehouders bij het zichtbaar maken van digitale collecties:- Wat is de vorm?

o Bied je je collectie gemodereerd of ongemodereerd aan?o Staat je digitale collectie op zichzelf of is het gekoppeld aan een fysieke locatie?o Staat je collectie op je eigen website of bij iemand anders?

- Wie is de doelgroep?o Laat je gebruikers participeren in de selectie of ontsluiting?o Hoe bereik je je gebruikers? Rechtstreeks of via iemand anders? Via welke kanalen?

- Kosten / baten?o Hoeveel tijd / geld wil je investeren om je doelgroep te bereiken o Hoe weet je of je je doelgroep bereikt hebt? o Hoe meet je of je verschil in publieksbereik bereikt hebt? Hoe doe je dat als je een

nieuw product maakt?o Is je collectie gratis beschikbaar of niet?

- Duurzaamheid?o Is je collectie open of is de rechtenstatus ervan duidelijk aangegeven? o Hoe lang wil je je collectie blijven aanbieden? o Zijn de verwijzingen persistent?

7

Geraadpleegde literatuur

De Cultuurindex, www.cultuurindex.nl, Boekmanstichting en SCP. Cultuur in beeld, www.cultuurinbeeld.nl, Ministerie van OCW.Enumerate Observatory, http://pro.europeana.eu/enumerate/, Enumerate Network, Europeana Pro.Sonck, Nathalie en de Haan, Jos, Media tijd in beeld, SCP februari 2015Sonck, Nathalie en de Haan, Jos, De virtuele kunstkar. Cultuurdeelname via oude en nieuwe media. Het culturele draagvlak, deel 11, SCP september 2012Lahaut, Dimitri en van Aart, Kimberley, De Staat van Cultuur 2 Cultuurindex Nederland 2005-2013, Boekmanstichting 2015Dongen, E.A. van en Heerschap, N.M. Musea en Internetdata, CBS 2016Cultureel erfgoed online beschikbaar maken. Succesvolle samenwerking tussen Wikimedia en erfgoed instellingen. Wikimedia Nederland. http://docplayer.nl/1756153-Wikimedia-nederland-cultureel-erfgoed-online-beschikbaar-maken.htmlBrinkerink, Maarten, Open cultuurdata glametrics, mei 2015

8