Mundo – Thema 8 – Blok 2

Deelvraag: Hoe vrij ben je in Nederland?

Begrippen :

Gewetensgevangene: Mensen die in de gevangenis zitten, omdat zij een andere mening hebben dan de regering.

Minister: een minister is iemand in de regering die aan het hoofd van een bepaald ‘ministerie’ staat. Dat wil zeggen dat hij of zij aan het hoofd staat van één bepaald onderwerp.

Minister – President: leider van het kabinet, leider van de ministers en hun staatssecretarissen.

Parlement: De Eerste en Tweede Kamer vormen samen het parlement. Twee taken: het controleren van de regering en het goedkeuren van wetsvoorstellen.

Politieke partij: groep mensen met dezelfde ideeën over het bestuur van een land, provincie of gemeente.

Rechtsstaat: Een land met een eerlijke en onafhankelijk rechtspraak.

Regering: het bestuur van een land, de koning en de ministers.

Tweede Kamer: groep van 150 mensen die door het volk wordt gekozen. Taken: controleren van de regering en het goedkeuren van wetten.

Verkiezingen: dag waarop mensen mogen stemmen op een persoon van een politieke partij door wie ze bestuurd willen worden.

Wet: Regels in een land waaraan iedereen zich moet houden.

Zetel: Plaats in de Eerste of Tweede Kamer (150 zetels in de Tweede Kamer)

Samenvatting:

De belangrijkste wet is de grondwet. Daarin staan de mensenrechten (of grondrechten) en er staat hoe het land bestuurd moet worden. Ook alle rechten en plichten, waaraan iedereen zich moet houden, staan in de grondwet. Grondrechten zijn de rechten die ieder mens zou moeten hebben.

Het bestuur in Nederland is ook democratisch gekozen. Iedere vier jaar kunnen de inwoners van Nederland stemmen tijdens de verkiezingen.

Je mag stemmen als:

- Je een Nederlands paspoort hebt.

www.maaikezijm.com

- 18 jaar of ouder bent.

Er zijn verschillende politieke partijen, dat zijn een groep mensen met dezelfde ideeën over het bestuur of wat er met het land zou moeten gebeuren. Bijvoorbeeld: VVD, PVDA, CDA etc.

Als een partij een meerderheid heeft in de Tweede Kamer, mag die partij de regering vormen. Er zijn 150 zetels in de Tweede Kamer. Meerderheid dus met 76 zetels (de helft + 1)

Partijen halen dat vaak niet in hun eentje. Daarom moeten zij samenwerken met andere politieke partijen en samen een coalitie vormen.

In de regering zitten ministers. Elke minister houdt zich bezig met één onderwerp. Er is bijvoorbeeld een minister van Onderwijs of van Justitie.

De baas van de ministers is de minister – president.

Nederland is een rechtsstaat. Een land met een eerlijke en onafhankelijk rechtspraak. De rechters zijn onafhankelijk, dat betekent dat de regering zich niet mag bemoeien met de beslissing van de rechter.

Verschillende straffen:

1. Geldboete2. Gevangenisstraf3. Taakstraf

Advocaat Verdedigt de verdachte en let erop dat het proces eerlijk verloopt.

Vrouwe Justitia Romeinse godin, symbool voor de rechtspraak.

Zwaard : Staat voor het vonnis dat wordt uitgesproken Blinddoek: Onafhankelijke rechter, het maakt niet uit wie je bent. Iedereen wordt

hetzelfde berecht. Weegschaal: Afwegen van de bewijzen.

Voorbeeld van grondrechten:

- Vrijheid van meningsuiting (zonder iemand te kwetsen of discrimineren)- Persvrijheid (Betrouwbare bronnen gebruiken)

Problemen in Egypte:

- Armoede- Er leven strenge en minder strenge moslims en christenen in een land. - Problemen met persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. - Geen democratie

www.maaikezijm.com