Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding....

12
Hoorcolleges morfologie – Louis Kupers Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding Leerdoelen: - De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot diverse verschillende onderdelen van het steun- en bewegingsapparaat kan globaal worden weergegeven. - De segmentale samenhang van verschillende weefsels kan, vanuit de embryonale ontwikkeling van het organisme worden aangegeven. - De relatie tussen de bouw en een aantal weefselspecifieke, biomechanische, eigenschappen van bindweefsel(s) kan worden aangegeven. - De relatie tussen functionele ontwikkeling, differentiatie en adaptie van bindweefsel(s) op, met name functioneel gebruik/belasten, kan worden uitgelegd. Morfologie Bindweefsel 2 – Dynamiek Leerdoelen: - De basale bouw en e daarmee samenhangende biomechanische functie van bindweefsel(s), in het bijzonder die van de interstitiële ruimte met collagene en elastische vezels, kan worden beschreven. - Biomechanische reacties van het bindweefsel op toenemende trek- en drukbelasting en verminderde belasting (bijv. immobilisatie) kunnen worden benoemd en uitgelegd. - De mogelijke morfologische aanpassingen/adaptie die mede plaats kunnen vinden door de biomechanische krachten, kan in verband worden gebracht met primaire functionele processen van het bindweefsel. - Het reguleren van de lokale trofiek, c.q. het handhaven van de homeostase, van het bindweefsel(s), door o.a. algemene vegetatieve regelsystemen, kan worden aangegeven. Morfologie Bindweefsel 3 – Weefselherstel 1 Leerdoelen: - Het herstelproces na beschadiging van bindweefsel(s), met de daarin te verschillende fases van de klassieke ontstekingsreacties, kan worden beschreven. - De rol van de van verschillende processen in de herstelfases voor het uiteindelijke herstel kan worden aangegeven.

Transcript of Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding....

Page 1: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Hoorcolleges morfologie – Louis Kupers

Morfologie Bindweefsel 1 – InleidingLeerdoelen:

- De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot diverse verschillende onderdelen van het steun- en bewegingsapparaat kan globaal worden weergegeven.

- De segmentale samenhang van verschillende weefsels kan, vanuit de embryonale ontwikkeling van het organisme worden aangegeven.

- De relatie tussen de bouw en een aantal weefselspecifieke, biomechanische, eigenschappen van bindweefsel(s) kan worden aangegeven.

- De relatie tussen functionele ontwikkeling, differentiatie en adaptie van bindweefsel(s) op, met name functioneel gebruik/belasten, kan worden uitgelegd.

Morfologie Bindweefsel 2 – DynamiekLeerdoelen:

- De basale bouw en e daarmee samenhangende biomechanische functie van bindweefsel(s), in het bijzonder die van de interstitiële ruimte met collagene en elastische vezels, kan worden beschreven.

- Biomechanische reacties van het bindweefsel op toenemende trek- en drukbelasting en verminderde belasting (bijv. immobilisatie) kunnen worden benoemd en uitgelegd.

- De mogelijke morfologische aanpassingen/adaptie die mede plaats kunnen vinden door de biomechanische krachten, kan in verband worden gebracht met primaire functionele processen van het bindweefsel.

- Het reguleren van de lokale trofiek, c.q. het handhaven van de homeostase, van het bindweefsel(s), door o.a. algemene vegetatieve regelsystemen, kan worden aangegeven.

Morfologie Bindweefsel 3 – Weefselherstel 1Leerdoelen:

- Het herstelproces na beschadiging van bindweefsel(s), met de daarin te verschillende fases van de klassieke ontstekingsreacties, kan worden beschreven.

- De rol van de van verschillende processen in de herstelfases voor het uiteindelijke herstel kan worden aangegeven.

- De consequenties van verschillen in bouw en structuur van bindweefsel(s), t.a.v. de te verwachten mogelijkheden voor herstel, worden herkend en kunnen worden beschreven.

- Aan kunnen geven en beschrijven dat de wijze van herstel van bindweefsel(s) o.a. afhankelijk is van verschillen in morfologie, vascularisatie en innervatiedichtheid van deze bindweefsel(s). De consequenties voor herstel, door de verschillen in bouw en structuur van o.a. peesweefsel, kraakbeen en gewrichtskapsel kan daarbij nader worden geduid.

- De relatie tussen weefselspecifieke veranderingen en hun segmentale samenhang (segmentale regulatie-disregulatie) kan worden beschreven en de specifieke veranderingen worden benoemd.

Page 2: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Morfologie Bindweefsel 4 – Beïnvloeding weefselherstelLeerdoelen:

- De keuze/strategie bij het analyseren van een gezondheidsprobleem van bewegingsapparaat, vanuit een ‘manueel therapeutische’ perspectief kan worden gegeven.

- Er kan een, modelmatige, koppeling worden beschreven tussen morfologische veranderingen bij/na letsels van bindweefsel(s) en de mogelijkheden voor de begeleiding en behandeling vanuit manueel therapeutisch perspectief.

Page 3: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Hoorcolleges Neurofysiologie – Louis Kupers

Neurofysiologie 1 – Animaal zenuwstelselLeerdoelen:

- Enkele verschillende modellen van het zenuwstelsel (Hiërarchisch model, sensomotorische cirkel en de functionele units van Luria) kunnen worden beschreven.

- De bouw en organisatie van het motorische systeem kan worden beschreven. - De bouw en functie van het cerebellum, de basale ganglia en delen van de hersenstam op

coördinatie van bewegen, het evenwicht en de tonusregulatie kan worden aangegeven.- Het perifere servosysteem, met de rol van proprioceptieve reflexen wordt begrepen en kan

worden beschreven. De motorische aansturing via a- en y-motoneuronen kan worden beschreven.

- De globale neuro-anatomische route van intentie tot bewegen (commandoniveau) tot aan de uiteindelijke beweging kan worden benoemd. De wijze waarom houding- en tonusregulatie plaats vindt kan worden beschreven.

Neurofysiologie 2 – Vegetatief zenuwstelsel 1Leerdoelen:

- De indeling in twee systemen van het vegetatieve zenuwstelsel kan worden beschreven. Hierbij kan worden aangegeven welke organen door beide systemen en welke door één systeem (welk systeem?) wordt verzorgd.

- De globale anatomische locatie van beide systemen, de schakelplaatsen voor neuronale overdracht (verbindingen) binnen deze systemen tot het uiteindelijke effectorgaan en de verschillende neurotransmitters voor de overdracht van prikkels kunnen daarbij worden aangegeven. De specifieke, veronderstelde, bouw van de zijhoorn van het ruggenmerg kan worden weergegeven.

- De rol van het vegetatieve systeem speelt in rust en bij de overgang van rust naar inspanning kan worden beschreven (‘vegetatieve tuning’).

- E segmentale interactie tussen het somatische en vegetatieve zenuwstelsel kan worden beschreven. De kennis kan worden gebruikt in het onderkennen en herkennen van de mogelijke oorzaak en/of gevolgen van stoornissen van patiënten.

Neurofysiologie 3 – Vegetatief zenuwstelsel 2Leerdoelen:

- De mogelijke effecten van stressoren (pijn, emoties, e.d.) op de vegetatieve afstemming van het individu kunnen worden aangegeven. Het normaal veronderstelde verloop van effecten van stress op het vegetatieve systeem kan worden benoemd.

- De rol die het vegetatieve systeem speelt bij stress kan worden benoemd. Hierbij kunnen de mogelijke gevolgen en effecten van aanhoudende stress geplaatst in het model ‘stress syndroom van Seley’ worden aangegeven.

- De effecten, zoals sensitisatie (centraal en perifeer), habituatie en disregulatie binnen het centrale zenuwstelsel die door en na de ‘alarmfase’, als reactie op stress kunnen ontstaan kunnen worden beschreven.

- De correlatie tussen afferente nociceptieve prikkels, animale en vegetatieve segmentale correlaties en centrale controle en het mogelijk ontstaan van een ‘segmentaal syndroom’ kan

Page 4: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

worden uitgelegd. De gevolgen van het ‘segmentaal syndroom’ met mogelijke weefselspecifieke veranderingen op o.a. segmentaal niveau kunnen worden aangegeven.

Neurofysiologie 4 – Pijn 1Leerdoelen:

- Verschillende sensoren, hun functie en de indelingen van de sensoren van het bewegingsapparaat kunnen worden benoemd.

- Het neurofysiologische onderscheid tussen primaire nociceptieve pijn en secundaire pijn met ‘neurogene ontsteking’ kan worden beschreven.

- De spinale verwerking en pijnmodulatie op ruggenmergsniveau, van o.a. afferentie (noci)sensorische input, kan worden beschreven (o.a. het ‘gate control-model’).

- De mogelijke verdere effecten/veranderingen van de veranderde activiteit op ruggenmergsniveau op zij- en voorhoorn kunnen aangegeven worden.

Neurofysiologie 5 – Pijn 2Leerdoelen:

- Verschillende vormen van pijn, en de verschillende weefsel- en segment-specifieke oorsprong hiervan kunnen worden benoemd. Somato-viscerale interacties kunnen hierbij worden uitgelegd.

- Verschillen in de relatieve nocisensorische innervatiedichtheid kan worden aangegeven. Het begrip referred pain kan, mede op basis hiervan, worden beschreven.

- De neurofysiologie van pijnverwerking op ruggenmergsniveau naar pijngewaarwording kan worden uitgelegd. De wijze van pijnverwerking en pijnbeïnvloeding, vanuit hogere cerebrale structuren, op de verwerking op ruggenmergsniveau (gate-model-theory 2) kan worden beschreven.

- De neurofysiologische veranderingen in ‘elektrische activiteit’ binnen het zenuwstelsel kunnen worden aangegeven. Begrippen zoals (a)specifieke arousal, actuele disregulatie en centrale en perifere sensitisatie kunnen worden beschreven. Deze begrippen kunnen worden gebruikt in het beschrijven en uitleggen van het begrip ‘segmentale stoornis’.

Page 5: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Hoorcolleges arthrokinematica – Frank Zuijdgeest

Arthrokinematica 1 – Extremiteiten Leerdoelen:

- De student kan benoemen en verklaren de volgende begrippen: Osteo- en arthrokinematica (toegepast bij de bewegingen in de perifere gewrichten), Assen en Vlakken, Schommel-glij & rol-schuif. Verschillende bewegingsvormen: fysiologisch en a-fysiologisch.

- De student kan aan de hand van de begrippen osteo- en arthrokinematica het onderzoek en behandelen verklaren en analyseren van de gewrichten in de bovenste extremiteit: schoudergordel, elleboog en pols.

- De student kan aan de hand van de begrippen osteo- en arthrokinematica het onerzoek en behandelen verklaren en analyseren van de gewrichten in de onderste extremiteit: heup, knie en enkel.

Arthrokinematica 2 – SI en LWKLeerdoelen:

- De student kan benoemen en verklaren de bewegingen, kinematica, van het bekken en het SIG.

- De student is in staat een onderscheid te maken en te verklaren, het onderzoeken en behandelen van het bekken/SIG, m.b.v. de begrippen uit de osteo- en arthrokinematica.

- De student kan benoemen en verklaren de bewegingen, kinematica, van de lumbale wervelkolom.

- De student is in staat een onderscheid te maken en te verklaren, het onderzoeken en behandelen van de lumbale wervelkolom, m.b.v. de begrippen uit de osteo- en arthrokinematica.

Arthrokinematica 3 – ThWK en CWK Leerdoelen:

- De student kan benoemen en verklaren de bewegingen, kinematica, van de thoracale wervelkolom.

- De student is in staat een onderscheid te maken en te verklaren, het onderzoeken en behandelen van de ThWK, m.b.v. de begrippen uit de osteo- en arthrokinematica.

- De student kan benoemen en verklaren de bewegingen, kinematica, van de cervicale wervelkolom.

- De student is in staat een onderscheid te maken en te verklaren, het onderzoeken en behandelen van de CWK, m.b.v. de begrippen uit de osteo- en arthrokinematica.

Page 6: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Motivational Interviewing

Leerdoelen:- Van welke basiskennis (persoonsgebonden factoren) de fysiotherapeut gebruik maakt bij

adviseren. - Wat het Stages of Change Model en de Stappenreeks inhouden.- Wat Motivational Interviewing is en wat de basisprincipes van MI zijn (empahtie,

ontwikkelen van discrepantie, meebewegen met weerstand, bevorderen van self-efficacy). - Wat de basisvaardigheden zijn met betrekking tot MI (Open vragen, Bevestigen, Reflecteren,

Samenvatten). - Aan welke criteria een goed advies moet voldoen.- Wat ‘verandertaal’ is en hoe verandertaal kan worden bevorderd.- Wat weerstand is, hoe het kan worden herkend en hoe de fysiotherapeut daarop kan

reageren (in theorie en praktisch beginnersniveau).- Wat zelfvertrouwen en self-efficacy zijn en hoe dit kan worden bevorderd bij de patiënt (in

theorie en praktisch beginnersniveau).- Aan welke criteria een goed plan moet voldoen en wat kan worden gedaan om

therapietrouw te bevorderen.

Page 7: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Vaardigheidslessen extremiteiten

Leerdoelen:- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een

(toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het schoudergewricht.

- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een (toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het elleboogsgewricht.

- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een (toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het polsgewricht, de onderarm en hand.

- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een (toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het heupgewricht en bekken.

- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een (toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het kniegewricht.

- De student dient naast een klinische redenatie een beschrijving te kunnen geven van hoe een (toegevoegde) klinische test dient te worden uitgevoerd, hoe de testuitslag geïnterpreteerd dient te worden, klinische beelden te onderkennen en een behandeluitvoering kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren naast het kunnen verklaren, beschrijven, interpreteren van de anatomische, arthrokinematische en osteokinematische achtergronden rond het onderbeen, het enkelgewricht en de voet.

- De student dient een aantal met naam genoemde artikelen te kunnen verwoorden en interpreteren, rode vlaggen kennis, screening beheersen en een aantal specifieke anamnistische gegevens te kennen en weten, kennis te hebben van de richtlijnen en een aantal begrippen van de schoudergordel, elleboog, pols, onderarm, hand, heup, knie, onderbeen, enkel en voet te kennen, begrijpen, verklaren en interpreteren.

Page 8: Web viewHoorcolleges morfologie – Louis Kupers. Morfologie Bindweefsel 1 – Inleiding. Leerdoelen: De structurele bouw, groei en differentiatie van bindweefsel(s) tot

Vaardigheidslessen wervelkolom – Frank Zuijdgeest

Leerdoelen:- De student kan benoemen en verklaren (m.b.v. kinematica) de interpretatie van de

verschillende tests (diagnostiek) en behandelmethoden van de regio SIG/bekken, zoals: functiestoornis SIG, bekkeninstabiliteit, functie SIG in de keten heup – bekken – LWK.

- De student kan benoemen en verklaren (m.b.v. kinematica) de interpretatie van de verschillende tests (diagnostiek) en behandelmethoden van de regio LWK, zoals: Lumbale Segmentale Instabiliteit, discogene pathologie, radiculaire problematiek, artrose, keten waartoe LWK behoort.

- De student kan benoemen en verklaren (m.b.v. kinematica) de interpretatie van de verschillende tests (diagnostiek) en behandelmethoden van de regio ThWK, zoals: hypomobiliteit (van o.a. de costae) obv. Houding, segmentale problematiek, TOS-klachten, hypomobiliteit CTO gerelateerd aan schoudergordel en CWK.

- De student kan benoemen en verklaren (m.b.v. kinematica) de interpretatie van de verschillende tests (diagnostiek) en behandelmethoden van de regio CWK, zoals: artrose, radiculair syndroom, HNP-cervicaal, hypo- en hypermobiliteit, houdingsgerelateerde problematiek, cervicale instabiliteit, ketengerelateerd (hoofdpijn en schouderklachten).

- De student herkent en kan interpreteren de klinische symptomen van de regio bekken en SIG.

- De student herkent en kan interpreteren de klinische symptomen van de regio thoracale wervelkolom.

- De student herkent en kan interpreteren de klinische symptomen van de regio cervicale wervelkolom.

- De student herkent de rode vlaggen van de regio wervelkolom, te weten: bekken, lumbale-, thoracale- en cervicale wervelkolom.

- De student kan de richtlijn ‘lage rugpijn’ van het KNGF (2013) verklaren en toepassen.