EXTRA UITLEG – Oefening Signaalwoorden

Signaalwoorden geven je informatie hoe bepaalde stukjes tekst met elkaar te maken hebben. Dat noem je ook wel een relatie in de tekst. Hieronder zie je een overzicht van signaalwoorden. (Antwoorden staan op de volgende bladzijde).

Vul in:

een opsomming / een oorzaak, reden / een volgorde / doel en middel /

vergelijking / toelichting of voorbeeld / een tegenstelling / een conclusie / een

gevolg / een overeenkomst / een voorwaarde / belemmerende omstandigheid /

plaats / chronologisch verband (tijd) / samenvatting / oorzaak en gevolg / reden

of verklaring

Signaalwoord Tekstrelatieomdat, doordat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, door, de oorzaak/reden is…

zodat, daardoor, daarom, dus, dit leidt tot, het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is, hierdoor

eerst, hierna, daarna, vervolgens, ten slotte, ten eerste, ten tweede, voordat, nadat, vroeger, later, oorspronkelijkom … te, opdat, daartoe, met de bedoeling te, de bedoeling is, voor..

door … te, door middel van, met behulp van, daarmee, met, op die/deze manier

als, indien, wanneer, onder voorwaarde dat, mits

ook, eveneens, hetzelfde maar, echter, daarentegen, hoewel, toch, daarentegen, anderzijds, in tegenstelling tot, hoewel, tenzij, eveneens

en, ook, ten eerste, ten tweede, een ander.., bovendien, ook, verder, eveneens, daarnaast, evenals, maar ook, tevens

dus, vandaar, om die redenen, dan ook, aldus, concluderend, kortom

hier, waarop, daar, waarvandaan, waarin toen, eerst, vervolgens, ten slotte, terwijl, daarna, vroeger, later, nu, dan, als, al, bijnadaardoor, doordat, door, waardoor, zodat, ten gevolge van, vervolgenskortom, samenvattend, al met al, met andere woordenzoals, hetzelfde, als, in vergelijking met

bijvoorbeeld, zoals, zo, ter illustratiedoor middel van, om te, opdat, daartoe, daarmeewant, omdat, daarom, namelijk, immers, aangezien, dus, daardoorals, indien, mits, stel dat tenzij