Verzameling van spelletjes en energizers om het schooljaar mee … · 2019. 11. 28. · twitter,...

+

Nieuwe groep? Maak sneller een eenheid van je groep door spel!

E-book met verrassende spelletjes voor een betere en snellere band met de kinderen en onderling.

Verzameling van spelletjes en

energizers om het schooljaar mee te

beginnen.

+

Hoe begin je het schooljaar!

Ieder jaar is het weer opnieuw beginnen. Een nieuwe groep, nieuwe gezichten of toch een beetje bekend. Of toch nog je oude groep met wat nieuwe gezichten erin.

De vraag is: Hoe krijg je snel een band met de kinderen en onderling. Hoe leren ze sneller samenwerken, communiceren met elkaar op een goede manier, respectvol omgaan met elkaar, andere sociale vaardigheden.

In dit e-boekje zijn een aantal spelletjes en energizers voor allerlei leeftijden verzameld. Al deze spelen bevorderen kennismaking, communicatie, samenwerking, respect in de omgang met elkaar en nog veel meer.

Dit e-boekje is als hulpmiddel bedoeld voor de leerkracht of eenieder die een groep begeleid en snel een band wil smeden onderling.

+ Je leest op dit moment versie 1.0 van het Ebook: “verzamelde spelletjes en energizers”. Verzameld en samengesteld door Mirjam Wille.

Download de allernieuwste versie van dit e-book op:

http://www.doencoach.nl/gratis.html

BELANGRIJK

Je mag dit Ebook gratis weggeven aan wie je maar wilt.

Dit Ebook mag uitsluitend in deze vorm worden verspreid, het is niet toegestaan de inhoud en / of de opmaak te wijzigen of de informatie uit dit Ebook op een andere wijze te gebruiken.

Plaats het Ebook: “verzamelde spelletjes en energizers” op je website, je blog, twitter, facebook, google+1 of geef het aan je collega’s!

INLEIDING

Kinderen zijn heerlijk om mee om te gaan. Het is nog fijner als je snel een goede onderlinge band krijgt in je klas. Deze spelletjes en energizers kunnen daaraan bijdragen.

Heerlijk om doorheen te lezen lijkt me. Sommige spelletjes of energizers zijn misschien bekend. Aan andere heb je misschien nog nooit gedacht.

Nou leek het mij een leuk idee om deze inspirerende spelen en energizers met jou te delen, uiteraard helemaal GRATIS en voor niets.

Print (misschien in zwart/wit) dit Ebook uit en hang het op. Of noteer spelletjes of energizers die je wilt gebruiken.

Download de allernieuwste versie van dit e-bookt op:

http://www.doencoach.nl/gratis.html

+Inhoud:

1. De wereld op zijn kop – vanaf alle leeftijden *

2. Van de ballon – vanaf alle leeftijden **

3. Klassenfoto – vanaf 7 jaar *

4. Variatie op klassenfoto – vanaf 7 jaar *

5. Duimenspel – vanaf 7 jaar *

6. Krantenmeppertje - vanaf 7 jaar *

7. Blinde rups - vanaf 7 jaar *

8. Vijf questions - vanaf 7 jaar **

9. Ruggespraak - vanaf 7 jaar **

10. Speeddating - vanaf 7 jaar **

11. Bewegende golven - vanaf 7 jaar **

12. Een brief uit duizenden – vanaf 8 jaar *

13. Snelle sommen – vanaf 8 jaar *

14. Sommen estafette – vanaf 8 jaar *

15. Ippel zonder Stippel – vanaf 8 jaar **

16. Overeenkomstenspel – vanaf 8 jaar **

17. Ik heb je hulp nodig – vanaf 8 jaar ***

18. Zoek de dirigent – vanaf 9 jaar *

19. Dat ben ik – vanaf 9 jaar **

* = moelijkheidsgraad

+Inhoud:

20. Heb je ooit - vanaf 10 jaar *

21. Twisting - vanaf 10 jaar *

22. Ik weet zeker dat jij nooit … - vanaf 10 jaar **

23. Levend memory - vanaf 10 jaar **

24. Geef de knoop door - vanaf 10 jaar **

25. Peek-A-Who - vanaf 710jaar **

26. Peek-A-Who varianten - vanaf 10 jaar **

27. Jij ook? - vanaf 10 jaar **

28. Speed ball - vanaf 10 jaar **

29. Toss a name - vanaf 10 jaar **

30. Toss a name varianten - vanaf 10 jaar ***

31. Wie ben ik? - vanaf 10 jaar ***

32. Vervolg wie ben ik? - vanaf 10 jaar **

33. Luisterend tellen - vanaf 10 jaar ***

34. Vind je match - vanaf 10 jaar ***

35. Raak iemand aan waarvan je denkt … - vanaf 10 jaar ***

36. De disco - vanaf 11 jaar **

Bronnen

+

Benodigheden: Geen Alle leeftijden Moeilijkheidsgraad: *

De leerlingen doen precies het tegenovergestelde van de leider. Gaat de leider zitten, dan gaan de kinderen staan.

Tips:

Handen omhoog – handen omlaag

Springen – stilstaan

Lachen – huilen

Fluisteren – hard praten

1 De wereld op z’n kop

+

Benodigheden: Ballonnen Alle leeftijden Moeilijkheidsgraad: * Variant, moeilijkheidsgraad: **

Een handig en heel eenvoudig namenspel. Ga in een cirkel staan. Gooi een ballon in de lucht en roep de naam van een klasgenoot. Dat kind moet de ballon vangen voordat het de grond raakt. Als de leerling slaagt dan gooit hij/zij de ballon op en roept de volgende naam.

Varianten:

Nu de ballon niet vangen, maar in de lucht houden.

Naast het roepen van de naam, ook een lichaamsdeel roepen die de persoon moet gebruiken om de ballon in de lucht te houden.

2 Van de ballon

+

Benodigheden: geen.

Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: *

3 Klassenfoto

Nodig 5 leerlingen uit om voor de klas te komen staan. Stuur een zesde leerling weg. Verander iets aan de 5 leerlingen en laat de zesde leerling raden wat er veranderd is.

+

Benodigheden: geen.


4 Variatie op klassenfoto

Laat een leerling voor de klas staan en goed naar de klas kijken (enkele seconden) Stuur de leerling daarna de klas uit. Verander iets in de klas en laat de leerling terugkomen en raden wat er veranderd is.

+

Benodigheden: Duimen op tafel Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: *

Kies vijf duimenduwers. Deze komen voor de klas staan. De anderen leerlingen steken hun duimen omhoog en doen hun ogen dicht. (de vuisten kunnen gewoon op de tafelbladen steunen).

Elke duimenduwer duwt één duimenpaar omlaag (dus van één leerling)

Al alle duimenduwers weer voor de klas staan mogen de ogen open. De geduwde duimen mogen raden welke duimenduwer bij hen is langs geweest. Als het goed is verwisselen ze van positie. Zo niet, dan mag de duimenduwer blijven staan en nog een keer duwen.

5 Duimenspel

+

Benodigheden: opgerolde krant of zwemtube Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: * Let op veiligheid, niet te hard meppen en alleen onder de knie

Deze activiteit bevordert:

Namen leren kennen, vel plezier hebben. Iedereen staat in een kring, de ‘mepper’ staat in het midden. Iemand uit de kring roept de naam van iemand anders. De mepper zoekt die persoon op en slaat met de krant of tube tegen de onderbenen van die persoon. Degene wiens naam geroepen werd, moet, voordat hij getikt (geslagen) wordt, de naam van iemand anders roepen. Is deze persoon te laat en wordt ie getikt dan wordt hij de mepper.

Differentiatie Varieer door de afstand tussen elkaar te vergroten of te verkleinen. Varieer door regels toe te voegen; bijvoorbeeld als je een jongen bent mag je alleen de naam van een meisje noemen/ niet iemand met dezelfde haarkleur, enzovoort. Varieer door eerst te klappen en dan pas de naam van iemand anders te noemen. De groep verzint zelf varianten.

6 Krantenmeppertje

+

Benodigheden: Digibord of schoolbord Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: *

Vorm groepjes van drie tot vijf leerlingen. De leerlingen staan achter elkaar met de handen op de schouders van hun voorganger. Alleen de voorste leerling heeft de ogen open. Dee gaaty de blinde rups door de ruimte begeleiden door rustig te lopen en door te spreken. “Pas op, links een tafel.” Of “ Stoppen om een andere blinde rups voor te laten.”

Roep “Metamorfose” als de kop van de rups achter aan moet sluiten en het nieuwe voorstuk de ogen mag openen.

7 Blinde rups

+

Benodigheden: geen

Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: **

8 Vijf Questions

De leerkracht neemt een kind uit de klas in gedachten. De leerlingen mogen 5 vragen stellen die de leerkracht beantwoord met ja of nee. Na de 5 vragen mag de klas één keer raden. Hebben ze het goed, dan winnen zij. Hebben ze het fout, dan wint de leerkracht.

+

Benodigheden: Geen Vanaf 7 jaar Moeilijkheidsgraad: **

Je hebt drie eenvoudige tekeningen op een blaadje staan.

Verdeel de klas in drie groepen en zet ze in rijden achter elkaar. Laat de achterste leerlingen elk een tekening zien. Deze gaan ze op de rug voor hen tekenen. Zo wordt de tekening doorgegeven naar de voorste leerling.

Kan deze raden wat er op het blaadje staat?

9 Ruggespraak

+

Benodigheden: Muziekinstallatie


Je wilt de groep in een kleine ruimte houden. Geef de uitleg en zet de muziek daarna (vrij hard) aan. De bedoeling is dat de kinderen willekeurig contact maken met iemand die ze niet zo goed kennen.

Dan vertellen ze elkaar wat ze die dag willen leren, of wat ze willen bereiken. Je kunt ze ook wat over zichzelf laten vertellen.

Na een minuut verandert de muziek plotseling. Dit is het teken dat iedereen iemand anders opzoekt. Weer vertellen ze elkaar wat ze graag willen.

Dit herhalen tot vijf of zes keer. Dus steeds een ander nummer opzetten! Roep herhaaldelijk 'Changér' (Is dat goed geschreven?)!!!

Daarna alle kinderen weer in de kring laten staan. Stel de vraag aan de groep: “Wat heb je het meest gehoord?” of: “Wat hadden jullie gemeen met elkaar?”

10 Speed dating

+


De kinderen staan in de kring. De leerkracht maakt eenmalig een beweging. Het kind naast de leerkracht doet de beweging na, dan het kind daarna, enz. Er ontstaat een wave beweging als kinderen het snel eenmalig nadoen.

Bedenk een paar bewegingen die steeds lastiger worden.

11 Bewegings- golven

+

Benodigheden: Pen of potlood kladblaadjes


12 Een brief uit duizenden

Geef alle leerlingen een kladblaadje en laat ze hier een harmonica invouwen van 10 (of meer of minder) stukken van gelijke grootte. Op de onderste ‘trap’ schrijven ze hun eigen naam. Dan worden de briefjes doorgegeven aan iemand anders. Deze kinderen lezen de naam en schrijven op de bovenste regel iets aardigs. Deze vouwen ze om naar de achterkant. De brief wordt weer doorgegeven. Zo raakt de hele brief vol.

+

Benodigheden: Digibord of schoolbord Vanaf 8 jaar Moeilijkheidsgraad: *

Schrijf een getal (uitkomst) op het bord en veeg het direct weer weg. Ìn dee korte tijd hebben de leerlinge een sommetje bedacht dat bij die uitkomst hoort.

Zijn de kinderen sneller of kan de juf hele moeilijke getallen verzinnen?

13 Snelle sommen

+

Benodigheden: Geen Vanaf 8 jaar Moeilijkheidsgraad: *

Sommen estafette vanaf 8 jaar

Verdeel de klas in twee groepen. Van elke groep komen er steeds twee kinderen voor de klas staan. Noem een som. Het kind dat als eerste het goede antwoord geeft, blijft staan. Het andere kind wordt verruild voor een nieuwe speler uit dezelfde groep.

Welke groep blijft het langste staan?

14 Sommen estafette

+

Benodigheden: pen of potlood kladpapier


15 Ippel zonder Stippel

Alle leerlingen hebben een nummer (1 e.v.). De eerste leerling zegt: “Ik ben mevrouw/meneer Ippel zonder stippel nummer 1 en ik zoek contact met mevrouw/meneer Ippel zonder stippel nummer .....” Dit zeggen ze een paar keer. Wordt er een foutje gemaakt dan krijgt de betreffende leerling een stip. (bijv. Op een blaadje) Nu draagt deze leerling de naam “meneer/mevrouw Ippel met 1 stippel ....”enz. Het is makkelijker met eigen namen dan met nummers.

+


Nodig diverse leerlingen uit om voor de klas te komen staan. Laat de klas ontdekken wat deze leerlingen hetzelfde hebben.

Voorbeelden:

Het zijn allemaal jongens.

Ze hebben allemaal bruine ogen.

Ze hebben allemaal een broer.

Ze hebben allemaal een huisdier.

Ze hebben allemaal veters in hun schoenen.

16 Overeen- komstenspel

+

Benodigheden: Meerdere ballonnen

Vanaf 8 jaar Moeilijkheidsgraad: ***

Ook dit is een energizer en kennismaker met ballonnen: Begin met iedereen in een cirkel, naar binnen gericht, de handen achter de rug. Het doel is dat iedereen in het midden van de cirkel staat en helpt om de ballonnen hoog te houden. Leg tussen nul, 1, 2 of 3 ballonnen in de handen van de kinderen. Zij houden hun handen achter hun rug. De deelnemers moeten niet laten zien aan anderen, hoeveel ballonnen ze in hun handen hebben.

De juf of meneer wijst iemand aan die in de cirkel begint door te proberen drie ballonnen omhoog te houden. Als het moeilijk wordt, roept dit kind iemands naam en zegt: "X, ik heb je hulp nodig!". Dat kind komt de cirkel in met al zijn of haar ballonnen en helpt om de ballonnen omhoog te houden; totdat het moeilijk wordt en dan noemt hij of zij "Y, ik heb je hulp nodig!".

Als een ballon op de grond valt begint het spel opnieuw.

17 Ik heb je hulp nodig.

+

Benodigheden: geen


18 Zoek de dirigent

Een leerling wordt de klas uit gestuurd. De andere kinderen staan in de kring. Er wordt een dirigent uitgekozen. Deze start steeds een beweging in die de andere kinderen imiteren. De leerling wordt teruggehaald. Kan hij/zij raden wie de dirigent is?

+


Deze startwerkvorm werkt met elke grootte groep. Zorg dat je vantevoren een lijstje met minimaal 10 vragen paraat hebt.

De vragen bepaal je afhankelijk van de groep, het thema, etc.. Leg aan de kinderen uit dat jij ze een vraag stelt en als ze deze vraag met ‘ja’ kunnen beantwoorden het volgende doen: Ze gaan staan, steken hun hand op en zeggen: "Dat ben ik!" (luid!).

Oefen met de groep als geheel om het ijs een beetje te breken. De "Dat ben ik" moet zo getimed worden dat iedereen op hetzelfde moment komt staan. Dus: vraag stellen, ze laten staan en dan tel je: 1, 2, 3 ... "Dat ben ik!" Voorbeeldvragen: "Wie broertje of zusje heeft," "Wie huisdieren heeft" “Wie sport” en daarna “Wie in een club sport” (oeps, dat klinkt anders...)

Het is het leukst als je kunt eindigen met een vraag die iedereen zal antwoorden met "dat ben ik".

19 Dat ben ik!

+

Benodigheden: hoepels voor elke kind. Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: * Spel voor in de gymzaal of buiten

Leg de hoepels in een ruime cirkel, ongeveer 2 meter van elkaar af. Bij grote groepen leg je ze dichter bij elkaar. Eén hoepel ligt in het midden. Geef instructie terwijl iedereen in een hoepel staat. Degene die in het midden staat zegt: ”Heb je ooit....<noemt een activiteit zoals bijvoorbeeld ‘Paard gereden’>?” De voorwaarde is dan wel dat dat kind het zelf gedaan moet hebben.

Iedereen die die activiteit wel eens gedaan heeft stapt uit de hoepel en zoekt een andere hoepel op. Het gevolg is (als het goed is) dat er iemand anders in de middelste hoepel staat en dit kind zegt weer: “Heb je ooit...”

20 Heb je ooit?

+

Benodigheden: Geen Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: *

Het idee van deze kennismaker of ijsbreker is om zichzelf voor te stellen maar ook om iets geks te zeggen, vertellen en met elkaar te lachen.

Iedereen wordt gevraagd om zich voor te stellen door iets informatiefs (bijvoorbeeld je naam), iets geks (bijvoorbeeld waar je nu het liefste zou zijn/ je favoriete toetje/ wat je dacht toen je wakker werd), en iets reflecterends (wat je hoopt te leren vandaag).

21 Twisting

+

Benodigheden: hoepels voor elke kind. Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: ** Spel voor in de gymzaal of buiten

Kies een vergelijkbare opstelling als in “Heb je ooit” alleen is er nu geen centrale hoepel. De hoepels liggen in een cirkel. Eén kind begint door uit de hoepel naar voren te stappen en zegt: “Ik weet zeker dat jij nooit....” en noemt dan een activiteit die hij of zij ooit gedaan heeft.

Als iemand anders dat toch ook heeft gedaan, stapt dat kind uit de hoepel en zoekt een andere hoepel op als in “Heb je ooit”. Wanneer het inderdaad zo is dat niemand die activiteit ooit gedaan heeft mag de persoon juichen en YES! roepen én nog een andere activiteit noemen.

22 Ik weet zeker dat jij nooit …..

+

Benodigheden: geen. Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: **

23 Levend memory Stuur 2 leerlingen de klas uit. Verdeel de andere leerlingen in paren. Ze kunnen ook zelf paren kiezen. Elk paar spreekt een beweging af. Bijvoorbeeld een arm omhoog, een lange neus maken, enz. De leerlingen komen terug en kiezen beurtelings twee leerlingen die de beweging maken. Vinden ze twee leerlingen die dezelfde beweging maken, dan hebben ze een memory-set compleet en daarmee een punt verdiend. Raden ze verkeerd, gaat de beurt over. Halen ze een punt mogen ze nog een keer raden net als bij het gewone memory.

+

Benodigheden: Lang touw Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: **

Ga met de kinderen in een cirkel staan met een touw groot genoeg zodat de groep schouder aan schouder kan staan en het touw vastenhouden met beide handen.

Het touw is aan beide uiteinden aan elkaar geknoopt. Het doel van het spel is het touw rond te laten gaan, met de klok mee of tegen de klok in. Daarbij moet de knoop in alfabetische volgorde langs elke deelnemers gaan.

Terwijl de knoop de kring rond gaat zegt iedereen in de groep de naam van de persoon: "Arie, Arie, Arie...” Daarna gaat de knoop naar “Barbara, Barbara, Barbara ...” totdat ieders naam genoemd is.

24 Geef de knoop door

+

Benodigheden: Deken of laken Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: **

Verdeel de groep in 2 teams.

Twee groepsleiders zijn nodig in het midden van de 2 groepen om aan twee zijden een grote deken of laken omhoog te houden. Het moet onmogelijk zijn om door het laken heen te kijken.

Elk team zit als groep in een rij achter elkaar achter de deken, zodat ze niet zichtbaar zijn voor de andere groep.

Van beide groepen zal één persoon het dichts bij het laken zitten. Deze persoon is het eerste aan de beurt en kijkt naar het laken. De 2 groepsleiders laten het laken vallen. Op dat moment kunnen de 2 personen elkaar zien. Wie als eerste de naam van de ander zegt heeft gewonnen. De verliezer voegt zich bij het team van de ander.

De volgende 2 personen zijn aan de beurt.

25 Peek-A-Who

+


Varianten:

Van elk team 2 personen tegelijk aan de beurt.

Met de rug naar het laken toe.

Van elk team 2 mensen met de rug naar het laken toe.

Teamleden verwisselen onderling van kledingstukken, brillen, petten, etc.

26 Peek-A-Who

+


Laat de kinderen door een ruimte lopen en elkaar ontmoeten.

Geef ze de opdracht om met elkaar in gesprek te gaan en op zoek te gaan naar iets gezamenlijks. Wanneer ze dat gevonden hebben roepen ze luid: “Jij ook?!”

En als het bij jou als juf/meneer past verzin je er iets geks dat energie oplevert achteraan. Al was het maar zoiets als een High Five geven om vervolgens weer verder te gaan en iets opnieuw iets gezamenlijks te vinden.

27 Jij ook?

+

Benodigheden: Zachte ballen


De kinderen staan in een kring. Als het een grote groep is kun je meerdere kringen maken van bijvoorbeeld 8 kinderen. Een zachte bal wordt in een hoog tempo rond gegooid zonder dat deze op de grond valt. Degene die de bal heeft die zegt iets en gooit de bal zo snel mogelijk weer door. Als je het inzet om kennis te maken dan lijkt het een beetje op toss a name alleen nu vraag je om een hoog tempo. Je kunt bijvoorbeeld de eigen naam laten noemen. En nadat het even loopt kun je ze vragen de naam te noemen van degene naar wie hij of zij gooit. Je mag niet steeds naar dezelfde persoon gooien. Ik houd er ook van om dit soort dingen in te zetten om meer te weten te komen over de verwachtingen en de doelstellingen van de kinderen. Als je het gebruikt om opgedane kennis te herhalen kun je vragen om iets te noemen waarover het die dag, die middag, die les is gegaan terwijl je de bal gooit naar iemand anders. Of; een inzicht, iets dat je geleerd hebt. Op deze manier herhalen de deelnemers de stof en zal het langer bijblijven. Om goede energie te houden blijf je vragen om het tempo hoog te houden.

28 Speed ball

+

Benodigheden: Balletjes (zachte) knuffels


De kinderen staan in een kring. Geef een bal door aan degene die links naast je staat en zeg: “Mijn naam is <naam>” tot de bal terug is bij de juf/meneer. Dan gooit de juf/meneer de bal naar een willekeurige kind en zegt: “Mijn naam is <naam>”. Diegene gooit de bal weer naar een ander, tot iedereen geweest is. Dan komt de bal weer terug bij de juf/meneer.

Dit doe je twee keer een ronde.

Als dit goed gaat doe je er een bal bij: “Mijn naam is <naam>. En mijn hobby is <hobby>.”

Nu gaan we kijken wie goed opgelet heeft: Ik gooi de bal naar <iemands zijn naam> en zijn/haar hobby is <hobby>. Meestal zeg ik gewoon: “Ik houd van atletiek.” Anderen komen dan vanzelf met hetgeen waar zij van houden.

Als het goed gaat nog één erbij: favoriet eten. Als het moment daar is: diepere vragen stellen zoals “Wat wil je leren?”

Vraag tot slot wie alle namen weet en laat dit opnoemen. Idem als hobbies geweest zijn.

29 Toss a name

+

Benodigheden: Balletjes (zachte) knuffels


Differtentiatie op Toss a name

Toss a name wordt pas echt leuk wanneer je op een gegeven moment zegt: “We gaan er een spelelement aan toevoegen. Ik geef jullie 3 regels:

Je mag de bal niet gooien naar iemand die naast je staat. De ba lmag niet op de grond vallen. Iedereen mag elke bal maar 1x gevangen en gegooid hebben.

Wanneer het misgaat start het spel opnieuw. Wanneer het goed gaat komt er een bal bij.

Interventies Mocht het niet lukken omdat er steeds een bal valt dan is dit een gelegenheid om een vraag te stellen. Bijvoorbeeld: “Hoe komt het dat het niet lukt?” of “Wat is er nodig om...?” Of: “Hebben jullie even tijd nodig om te overleggen?” Het mooie hiervan is dat men dus gelijk iets van zichzelf moet laten zien. Want op het moment dat het niet lukt;, wie staat er dan op en neemt de leiding? Wie doet suggesties, wie houdt zijn mond?

30 Toss a name

+

Benodigheden: Post-it blaadjes Pen/potlood Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: ***

Voor deze werkvorm heb je een geel plakblaadje per persoon nodig. Het papiertje moet op het voorhoofd van het kind geplakt kunnen worden.

Op elke stuk papier of tape schrijf je de naam van een beroemdheid, politicus, stripfiguur, sporter, etc. Je kunt een categorie kiezen of van alles door elkaar doen. Elk kind heeft dus een andere naam op zijn blaadje staan en weet niet (kan niet zien) wat er op staat.

Plak het blaadje op het voorhoofd van elk kind. De opdracht voor de kinderen is om erachter te komen wie ze zijn, welke naam er op hun briefje staat.

Ze mogen dit alleen als volgt doen: Een partner vinden en elkaars blaadje lezen. Beiden mogen drie vragen stellen aan de ander waarop ze alleen ‘ja’ of ‘nee’ kunnen antwoorden. Zodra de vragen zijn gesteld en beantwoord, gokken beiden wie ze zijn.

Lees verder op de volgende bladzijde

31 Wie ben ik?

+

Benodigheden: Post-it blaadjes Pen/potlood Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: **

Als het klopt, verplaatst diegene het blaadje naar de borst en wordt de persoon een "consultant" die aanwijzingen gaat geven aan degenen die nog niet weten wat ze op hun briefje hebben staan.

Als het antwoord niet correct is moet het kind op zoek naar een nieuwe partner en het proces herhalen.

LET OP!: Zorg ervoor dat de namen die je bedenkt geschikt zijn voor de leeftijd van de kinderen (om te voorkomen dat frustratie ontstaat).

32 Vervolg wie ben ik?

+

Benodigheden: Geen Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: ***

Leg de leerlingen uit dat dit spel geduld en een goed luistervermogen verlangt.

Kies een leerling die getal 1 zegt. De andere leerlinge gaan onafgebroken doortellen. Er mag echter maar één leerling het getal twee zeggen. Eén leerling het getal drie, enz.

Zijn er twee leerlingen tegelijk aan het woord, dan begint de groep weer bij één.

33 Luisterend tellen

+

Benodigheden: Papier en pen/potlood Vanaf 10 jaar Moeilijkheidsgraad: *** Voorbereiding: geschreven briefjes

Dit spel is een leuke kennismaker:

Geef elke kind een stuk papier met informatie over een onderwerp of iets dat voor de kinderen in het algemeen belangrijk is.

De opdracht is om iemand te vinden met dezelfde informatie, zich aan elkaar voor te stellen, en te praten over de informatie wat die voor hen betekent. Dit betekent dus dat je een stuk papier nodig hebt voor elke deelnemer en dat er over elk onderwerp minimaal 2 stukken papier moeten zijn.

34 Vind je Match

+

Benodigheden: Meerdere ballonnen


Is dit een leuke manier om elkaar beter te leren kennen? Oordeel zelf!

Spelverloop:

Om de beurt roept iemand uit de groep de volgende zin: “Raak iemand aan waarvan je denkt dat....”. Deze zin wordt afgemaakt door juf/meneer (of als je het vertrouwt door iemand uit de groep) met een willekeurig antwoord over een eigenschap die iemand uit de groep zou KUNNEN HEBBEN.

Bijvoorbeeld:

︎Waarvan je denkt dat die persoon twee zusjes Waarvan je denkt dat die persoon twee zusjes heeft

Bij de padvinders zit Bij voetballen zit

Bij paardrijden zit

Een racefiets heeft

Hheel goed in rekenen is

Heel goed in taal/spelling is

De persoon die aangeraakt wordt zegt of het klopt of niet.

35 Raak iemand aan waarvan je denkt …

+

Benodigheden: lang touw Vanaf 11 jaar Moeilijkheidsgraad: ** Spel voor gymzaal of speelplein

Leg een touw op de grond in een cirkel en vraag alle kinderen in de cirkel te gaan staan. Zorg ervoor dat het een beetje ‘krap’ is.

Vraag de kinderen wie er wel eens in een kinderdisco geweest is. Vraag de kinderen wie er dan cola drinkt en of zij hun glas omhoog willen houden. Doe dit ook met andere drankjes zoals sinas en sap.

Dan schets je de situatie zoals dat gaat in een disco; zweterig, warm, dicht langs elkaar lopen en opeens....: Kom je iemand tegen die je lang niet gezien hebt. Misschien weet je de naam nog, misschien moet je er naar vragen. Vaak is het in de diso zo dat je eigenlijk snel weer door wilt. Dus je verzint een smoes om weer verder te kunnen lopen. En dan ontmoet je weer iemand...

36 De disco

+ Bronnen

F.R. Oomkes (1995): Training als beroep.

Deel 2: Oefeningen in sociale vaardigheid.

Mens en samenleving: kennismakingsspel voor jongeren en volwassenen.

Yurls net: kennismaking

Internetwijzer BAO: startschooljaar – kennismaking

Hugo Bakker: 101 werkvormen

Onderwijs: home online – kennismakingsspelen

Lesidee. Een website met lesideeën voor het basisonderwijs.

Iepdoc

Provenpartners

Niek Rolleman, Welpen Scouting de Bataven, Hengelo

+ Bronnen

Scouting Programma Site: Roland Masselink, 9 februari 2005.

Spelmap Bambiliaanse Legenden

Scouting Nederland, zomer 1976

Survival of the smartest, pagina 144-145 van het Feestboek van Scouting Nederland, september 2009

Kennismakingsspelletjes , idee van Anneloes Pool, 22 september 2004

"Kennismaken/jezelf voorstellen" (paboforum), idee van -juffiej-, 25 februari 2005

nl.scoutwiki.org/Lijst_van_kennismakingsspellen

DoenCoach: www.doencoach.nl

Verzameling van spelletjes en energizers om het schooljaar mee … · 2019. 11. 28. · twitter,...

Documents

Transcript of Verzameling van spelletjes en energizers om het schooljaar mee … · 2019. 11. 28. · twitter,...