Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze...

19
Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 Versterken en Voorkomen Foto: © Eric Fecken

Transcript of Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze...

Page 1: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021

Versterken en Voorkomen

Foto: © Eric Fecken

Page 2: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen2

Colofon

Het Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorko­men’ is een uitgave van de gemeente Rotterdam.

VormgevingTappan

RedactieJobien Nienhuis

Met medewerking vanCelesta Bonnet, Geert Bruinen, Bouke Caton, Eiskje Clason, Jeany Dirkzwager, Mirjam Don, Monique Evers, Karin van Gameren, Corina van Hattem, Jurrien Heydelberg, Christa Kuyper, Sera Ordonez, Nadine Pieterse, Eefje Riemens, Natasja Spiekerman, Peter van Stel, Rina Stoorvogel, Astrid Verver en Ernie van der Weg.

Page 3: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

3Voorwoord

Voorwoord

Rotterdam is een jeugdige stad. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren kansrijk, veilig en gezond kunnen opgroeien in deze stad. Kinderen en jongeren lopen soms tegen problemen aan op school, met hun vrienden of bij de sportvereniging. Of ze hebben minder kansen door hun thuissituatie. Jeugdhulp is dan niet altijd het meest geschikte middel om de ontwikkeling van kinderen en jongeren te versterken en problemen op te lossen. Als we kinderen, jongeren en het gezin waarin ze opgroeien sterker en beter toegerust maken, kunnen we voorkomen dat die nog eenvoudig op te lossen problemen uitgroeien tot problemen die wel door jeugd­hulp opgelost moeten worden. Met goede preventie voorkomen we ernstige problemen, doordat jeugdigen en hun ouders zelf op tijd leren in te grijpen en leren om te gaan met hun problemen.

Daarnaast moet het met dit subsidiekader ‘Versterken en voorkomen’ voor alle ouders mogelijk worden ondersteuning en advies te krijgen bij alledaagse en niet­alledaagse vragen over de ontwikkeling van hun kind. Daarmee versterken we het pedagogisch klimaat in Rotterdam. Ons Centrum voor Jeugd en Gezin vervult hierin de spilfunctie. Andere organisaties ondersteunen met specifieke expertise. De gemeente nodigt deze organisaties van harte uit hun aanbod kenbaar te maken aan ouders en alle betrokken partijen.

Rotterdam heeft, op basis van wetenschappelijk onderzoek, een groot aantal factoren in beeld die een rol spelen bij de ontwikkeling van kinderen en jongeren en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen. Al deze factoren hebben een rol in ons preventiebeleid. De factoren geven richting en focus bij de activiteiten die we aan jeugdigen en hun (aanstaande) ouders bieden. We maken, samen met u, het onderwijs en de partners in de wijken, de beweging naar voren. Van zware en dure zorg naar effectieve en gerichte preventie. Zo zetten we de volgende stap na de decentralisatie, die immers bedoeld was om zo vroeg mogelijk en zo integraal mogelijk in te zetten op een kansrijke ontwikkeling van kinderen. Ik nodig u van harte uit om uw voorstel bij ons in te dienen. Laten we ons met elkaar hard maken om onze Rotterdamse kinderen veilig, gezond en kansrijk te laten opgroeien. Met vriendelijke groet, Judith Bokhove,Wethouder Mobiliteit, Jeugd en Taal

Page 4: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen4

Inhoudsopgave

1 Inleiding 51.1 Introductie 51.2 Aanleiding 51.3 Doelstelling 5 1.4 Definitie jeugdpreventie en afbakening 61.5 Beleid en regelgeving 71.6 Opbouw 7 2 Factoren, samenhang, focus en innovatie 82.1 Introductie 82.2 Factoren 82.3 Samenhang 102.4 Focus 122.5 Innovatie 12

3 Algemene voorwaarden 133.1 Introductie 133.2 Voorwaarden subsidieaanvraag 133.3 Verantwoording en monitoring 13

4 Subsidiethema’s 144.1 Introductie 144.2 Sociaal­emotionele vaardigheden en psychosociale problematiek 144.3 Ouderlijke psychopathologie en/of (licht) verstandelijke beperking 154.4 Opvoedvaardigheden 164.5 Middelengebruik 174.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18

5 Financieringswijze 195.1 Introductie 195.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19

Page 5: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

5Inleiding

1 Inleiding

1.1 Introductie Deze beleidsnotitie vormt samen met de bijbehorende Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021 het Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorkomen’. Dit subsidiekader is van toepassing op subsidies voor het kalenderjaar 2021. Het geldt voor alle subsidieaanvragen voor jeugdpreventie, binnen de grenzen van de gemeente Rotterdam, voor zover die niet in een andere Rotterdamse beleidsregel of subsidieregeling zijn geregeld. (Zie ook paragraaf 1.4).

In dit hoofdstuk komen aan bod: de aanleiding voor en doelstelling van het Subsidiekader Jeugdpreventie, de gehanteerde definitie van jeugdpreventie en de afbakening van het subsidiekader, beleid en regelgeving, de belangrijkste begripsomschrijvingen en de opbouw van deze beleidsnotitie.

1.2 Aanleiding De beweging naar vorenDe beweging naar voren: van zware en dure zorg naar effectieve en gerichte preventie. Dit transformatiedoel van de Jeugdwet vormt de eerste aanleiding voor het Subsidiekader Jeugdpreventie. Uit een evaluatie van de Wet op de jeugdzorg en de conclusies van de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg blijkt dat er een te grote druk ligt op gespecialiseerde zorg. Er kan nog beter gebruik worden gemaakt van preventieve en lichte ondersteuning en van de kracht van de jeugdige en zijn sociale omgeving.1 Dit houdt in: het inzetten op preventie, uitgaan van eigen mogelijkheden, demedicalisering, ontzorgen, normaliseren en het eerder bieden van juiste, integrale hulp op maat. Zo kan het beroep op dure, gespecialiseerde hulp verminderen.2

Ook het landelijke programma Zorg voor de Jeugd vraagt meer aandacht voor preventie.

Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’Sinds de inwerkingtreding van de Jeugdwet per 1 januari 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp bij de gemeenten. Ook de taak om deze transformatie in gang te zetten, hoort hierbij. De gemeente Rotterdam geeft in haar Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’3 dan ook aan in te zetten op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek.

Hierbij gaat het om preventie met een stevige rationele basis. Preventie waarbij zoveel mogelijk effect wordt behaald door risicofactoren te beperken en beschermende factoren te stimuleren. En door de settings ‘thuis’, ‘op school’ en ‘vrije tijd’, die zo belangrijk zijn in de ontwikkeling

van jeugdigen, met elkaar te verbinden. Kortom, preventie die effectief bijdraagt aan het doel van het Rotterdamse jeugdbeleid: het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd.

Eenduidigheid, ordening en transparantieDe gemeente Rotterdam verstrekte al diverse subsidies op het gebied van jeugdpreventie. Het Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorkomen’ is opgesteld om hier eenduidigheid in te krijgen, zaken te ordenen en transparant te zijn. In het subsidiekader staat ook wat de gemeente belangrijk vindt op het gebied van jeugdpreventie.

1.3 Doelstelling De doelstelling van het Rotterdamse jeugdbeleid is dat de Rotterdamse jeugd veilig, gezond en kansrijk kan opgroeien. Om het perspectief van de jeugd te versterken en zoveel mogelijk problemen te voorkomen, is preventie van wezenlijk belang.

Foto: © Rhalda Jansen

Page 6: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen6

Het doel van het Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorkomen’ is om met de subsidies die via dit subsidiekader beschikbaar worden gesteld, in te zetten op preventie die effectief zorgt voor het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd. Hiermee wordt de beweging naar voren gemaakt ‘van zware en dure zorg naar effectieve en gerichte preventie’ en tegemoetgekomen aan het transformatiedoel van de Jeugdwet. Daarnaast brengt het subsidiekader, zowel voor internen als externen, eenduidigheid, ordening en transparantie aan in de subsidieverstrekking voor jeugd­preventie door de gemeente Rotterdam. Ook stimuleert dit kader betere sturing en monitoring en is het een randvoorwaarde om de beweging naar voren te maken: meer effectieve preventie, wat leidt tot minder druk op hulp.

Het Subsidiekader Jeugdpreventie geldt voor de subsidie­periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en bestaat uit deze beleidsnotitie en een juridisch bindende subsidieregeling die jaarlijks aanpasbaar is. Het Subsidie ­ kader Jeugdpreventie is een vertaling van de uitgangs­punten en beleidsdoelen van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ en is een juridische en financiële basis voor subsidiëring van preventieve aanpakken en interventies. Het geeft inhoudelijk richting (criteria) en nodigt aanbieders uit om een voorstel, bijdrage en/of prestatie te leveren voor een bepaald doel. Ook nodigt het aanbieders uit met vernieuwende interventies te komen.

1.4 Definitiejeugdpreventieenafbakening

DefinitiejeugdpreventieHet Subsidiekader Jeugdpreventie verstaat onder ‘jeugd­preventie’ zowel amplitie4 (het bevorderen van perspectief) als preventie in klassieke zin (het voorkomen van problematiek). Het gaat dus zowel om het bevorderen van beschermende en positieve factoren als het voorkomen en aanpakken van risicofactoren.5 En het gaat om preventie die effectief bijdraagt aan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd. Bijvoorbeeld het bevorderen van het normale leven en de positieve ontwikkeling van jeugdigen, het gericht nemen van beschermende maatregelen en het voorkomen, signaleren, verkleinen en waar nodig bestrijden van belemmerende of risicovolle factoren. Daarnaast kan preventie worden opgedeeld naar doelgroep: universele, selectieve en geïndiceerde preventie. In figuur 1 is deze opdeling weer gegeven in de Preventie­pyramide van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).6

Figuur 1: Preventie-Pyramide NJI.7

Afbakening Subsidiekader JeugdpreventieBinnen het Subsidiekader Jeugdpreventie valt alle jeugdpreventieve inzet die niet al in een andere Rotterdamse subsidieregeling of beleidsregel is geregeld. Deze inzet is gericht op het veilig, gezond en kansgrijk opgroeien van in Rotterdam woonachtige jeugdigen. Het gaat in beginsel om jeugdigen (in relatie met ouders8 en omgeving) in de leeftijd vanaf de conceptie (­9 maanden) tot 18 jaar oud. Bij opvoedvaardigheden voor aanstaande ouders kan de benedengrens ook voor de conceptie starten (­12 maanden) en bij middelengebruik kan de bovengrens verlegd worden naar maximaal 23 jaar. Met de universele preventie worden ook jeugdigen bereikt die naar Rotterdamse scholen gaan, maar zelf niet in Rotterdam wonen.

Thema’s die uitdrukkelijk niet onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen, zijn:• Jeugdhulp.• Onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’• Hulp bij of voorkomen van voortijdig schoolverlaten.9 • Mentoringtrajecten.• Welzijn (aanbestedingen).• Gebiedsgerichte interventies die vanuit Couleur Locale

worden gefinancierd.• Schoolmaatschappelijk werk en voorschoolmaatschap­

pelijk werk.• Sociaal­medische indicaties en Kinderopvang plus.• Positive Behavior Support (PBS) in de wijk.10 (NB; De

School Wide PBS inzet van coaches op scholen valt wel onder het Subsidiekader Jeugdpreventie.)

De jeugdgezondheidszorg valt slechts gedeeltelijk onder dit kader. Kortgezegd vallen alleen de preventieve jeugdgezondheidszorginterventies op het gebied van opvoedvaardigheden en sociaal­emotionele ontwikkeling eronder.

7

deze opdeling weergegeven in de Preventie-pyramide van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).6

Figuur 1: Preventie-Pyramide NJI.7

Afbakening Subsidiekader Jeugdpreventie Binnen het Subsidiekader Jeugdpreventie valt alle jeugdpreventieve inzet die niet al in een andere Rotterdamse subsidieregeling of beleidsregel is geregeld. Deze inzet is gericht op het veilig, gezond en kansgrijk opgroeien van in Rotterdam woonachtige jeugdigen. Het gaat in beginsel om jeugdigen (in relatie met ouders8 en omgeving) in de leeftijd vanaf de conceptie (-9 maanden) tot 18 jaar oud. Bij opvoedvaardigheden voor aanstaande ouders kan de benedengrens ook voor de conceptie starten (-12 maanden) en bij middelengebruik kan de bovengrens verlegd worden naar maximaal 23 jaar. Met de universele preventie worden ook jeugdigen bereikt die naar Rotterdamse scholen gaan, maar zelf niet in Rotterdam wonen. Thema’s die uitdrukkelijk niet onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen, zijn:

• Jeugdhulp. • Onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’ • Hulp bij of voorkomen van voortijdig schoolverlaten.9 • Mentoringtrajecten. • Welzijn (aanbestedingen). • Gebiedsgerichte interventies die vanuit Couleur Locale worden gefinancierd. • Schoolmaatschappelijk werk en voorschoolmaatschappelijk werk. • Sociaal-medische indicaties en Kinderopvang plus.

6 Zie ook www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Preventief-jeugdbeleid/In-vier-stappen-meer-grip-op-uw-preventief-jeugdbeleid. 7 Idem. 8 Met het begrip ‘ouders’ wordt in het Subsidiekader Jeugdpreventie gedoeld op ouders en/of verzorgers. 9 Dit verloopt grotendeels via het Jongerenloket.

Page 7: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

7

1.5 Beleid en regelgeving Op de subsidies die onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen, is het volgende beleid en de volgende regelgeving van toepassing:

Gemeentelijke kaders• Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014).• Het SVR 2014 – Subsidiecontroleprotocol.• Beleidskader Jeugd 2015­2020 ‘Rotterdam Groeit’.• Gezond010: het akkoord• Nadere subsidieregels SISA.• Het social return subsidieprotocol.

Wettelijke kaders• De Jeugdwet.• De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb).

Meer informatie over dit beleid en deze regelgeving is te vinden op www.rotterdam.nl/subsidies.

1.6 Opbouw In de volgende hoofdstukken wordt allereerst ingegaan op factoren, samenhang, focus en innovatie. De subsidiethema’s van het Subsidiekader Jeugdpreventie zijn hierop gebaseerd. Vervolgens worden de algemene voorwaarden voor de subsidies die onder dit kader vallen, benoemd. Daarna komen de subsidiethema’s aan bod: sociaal­emotionele vaardigheden en psychosociale problematiek, ouderlijke psychopathologie en/of (licht) verstandelijke beperking, opvoedvaardigheden, middelengebruik en project­ en innovatiesubsidies jeugdpreventie. Tot slot wordt de financieringswijze besproken.

1 Eerste evaluatie Jeugdwet, p. 523.2 Eerste evaluatie Jeugdwet 2018, p. 11; Beleidskader Jeugd

2015­2020, p. 8.3 Beleidskader Jeugd 2015­2020, p. 8.4 Ouweneel, Schaufel & Le Blanc 2009. 5 Hawkins, Catalano & Miller 1992 en Saxena, Llopis, Hosman

2006.6 Zie ook www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Preventief­jeugdbeleid/

In­vier­stappen­meer­grip­op­uw­preventief­jeugdbeleid.7 Idem.8 Met het begrip ‘ouders’ wordt in het Subsidiekader

Jeugdpreventie gedoeld op ouders en/of verzorgers.9 Dit verloopt grotendeels via het Jongerenloket.10 PBS in de Wijk is een aanpak gericht op het versterken van een

positief opvoed­ en opgroeiklimaat in de wijken. Hiervoor wordt met gecertificeerde PBS-coaches gewerkt (apart traject).

Inleiding

Page 8: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen8

2 Factoren, samenhang, focus en innovatie

2.1 Introductie Voor de subsidiethema’s van het Subsidiekader Jeugd­preventie zijn risico­ en beschermende factoren als leidraad gebruikt. In dit hoofdstuk worden deze factoren en hun samenhang toegelicht. Daarna wordt de keuze onderbouwd voor de factoren waarop de gemeente Rotterdam in dit subsidiekader de focus legt. Tot slot wordt ingegaan op innovatie.

2.2 FactorenDe gemeente Rotterdam wil alles doen wat nodig is om het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd te bevorderen. De gemeente wil dit samenhangend, slim en goed gecoördineerd aanpakken. Als moderne overheid volstaat het niet meer om top­down programma’s

en maatregelen af te kondigen. Het is dus van belang om in samenspraak met professionals de juiste maatregelen en programma’s op te stellen. Preventieve interventies worden soms teveel gebaseerd op ‘wat we denken dat werkt’ in plaats van ‘wat we weten dat werkt’. Problemen worden vaak te geïsoleerd aangepakt of er wordt geredeneerd vanuit ‘de middelen die we hebben’ in plaats van ‘wat we willen bereiken’. De gemeente Rotterdam wil het jeugd­beleid slimmer vormgeven; eerst de doelen vaststellen en dan op grond van kennis bepalen wat nodig is om deze doelen te bereiken.

De gemeente werkt vanuit het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’. Eén van de speerpunten van dit beleidskader is het ontwikkelen van een breed rationeel fundament voor een duurzaam en effectief jeugdbeleid. Dit is tot uiting gekomen in het Rotterdamse factorenmodel. Zie figuur 2.

Foto:© Levien Willemse

Page 9: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

9Factoren, samenhang, focus en innovatie

Figuur 2

Het Rotterdamse factorenmodel

Huisvesting/Woningkwaliteit Werk/Werkloosheid Armoede Sociale cohesie/isolement Huisvesting­Jeugd Veiligheid/Criminaliteit

Toegang/kwaliteit zorgvoorzieningen Speel­, sport­ en recreatievoorzieningen Toegang jeugdvoorzieningen

Sociale media Sociale netwerken­mantelzorg

Verkrijgbaarheid softdrugs Discriminatie Gebrek aan organisatie

Digitale omgeving

Positief Stimuleren Veilig Schoolklimaat Onderwijskwaliteit Zorgkwaliteit

Docent kwaliteit Sociaal­emotionele educatie Pesten/Agressie Criminele vrienden Pedagogische mismatch

Heldere School en Spijbelen / vrienden Relatie met Goedeschoolregels ouderbetrokkenheid die spijbelen leerkrachten vriendschappen

Laag geboorte­gewicht

Tempe­rament

Taalontwikkeling Schoolprestaties

ADHD Autisme spectrum

Vroege gedragsproblemen

Angst Depressie

Middelengebruik

Externaliserende problemen

Internaliserende problemen

Verschillen in pedagogisch klimaat Delinquentie

Prosociale waardenSociale participatie en

burgerschap

School­succes Werk

Ouderschap Opvoeden

Gezondheid Chronische ziekten

Vroeg­geboorte

Sociaal­emotionele vaardigheden Probleem oplossend IdentiteitsontwikkelingWeerbaarheid­kwetsbaarheid vermogen

Psychische stoornis

Vroege trauma en hechting

Intelligentie

Vroegtijdig seksueel gedrag

Ontwikkelachterstand

(Licht) Verstandelijke beperking

Fysieke gezondheid Overgewicht Immuunsystemen

Kindermishandeling/verwaarlozingZwangerschap

Genen

Depressie Angst Stress

Alcohol Voeding

Ouder­Kind relatie­Emotionele zorg

Opvoedkwaliteit en opvoedcompetentie

(Licht) Verstandelijke beperking

Huiselijk geweld Positief gezinsklimaat Stressoren Armoede/Schulden Relatie problemen

Mishandelingsverleden/Hechtingsgeschiedenis Verslaving Psychische stoornissen Sociale problemen Ingrijpende gebeurtenissen

Eénoudergezin Groot kindertal Enig kind Etnisch minderheid / Anderstalig Laagopleidingsniveau

Delinquentie

Zwangerschap Vroege Kindertijd Basisschoolperiode Adolescentie Jongvolwassenheid

Factoren in Ontwikkeling Jeugd

Copyright @ Beleidskader Jeugd 2015­2020 Rotterdam Groeit

OU

DER

S G

EZIN

KIN

D-J

EUG

DSC

HO

OL

WIJ

KIN

TER

NET

Page 10: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen10

Meer dan 70 factoren die een rol spelen bij het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van jeugdigen zijn onder ­ gebracht in dit factorenmodel. Deze factoren zijn ver­volgens geranked op grond van relevantie, impact en prevalentie. Zie top 17 in Tabel 1. In de Staat van de Jeugd, een monitor die jaarlijks verschijnt, zijn de factoren uit het factorenmodel vertaald in meetbare indicatoren die worden gemonitord (voor zover beschikbaar).11

Tabel 1: Ranking van factoren

Factor ranking• Emotionele­ en sociale vaardigheden 1• Ouderlijke psychopathologie en/of (licht) verstandelijke beperking 2• Sociaal economische status 2• Opvoedingsvaardigheden 2• Psychosociale problemen 3• Lage opleiding/verzuim/voortijdig schoolverlaten/slechte schoolprestaties 3• Woonomgeving/slechte buurt 3• Middelengebruik 4• Mishandeling 4• Criminaliteit 5• Sport/beweging (individu) 5• Stimuleren vanuit omgeving cultuur 5• Stimuleren/bekendheid sport 5• Temperament 5• Toegang voorzieningen 5• Voeding 5• Zwakke binding met buurt 5

Binnen deze factoren zijn voldoende aangrijpingspunten voor een integrale aanpak. Bij veel problemen bij

jeugdigen, zijn duidelijk risicofactoren te onderscheiden die het veilig, gezond en kansrijk opgroeien bedreigen. En beschermende factoren die dit bevorderen. Het is bij een subsidieaanvraag dan ook belangrijk dat de aanvrager zich aantoonbaar niet alleen richt op problematiek, maar ook op perspectief, kansen en het versterken van vaardig­heden en mogelijkheden.

2.3 Samenhang Samenhang factoren, leefgebieden en leeftijdsfasesIn de ontwikkeling van kinderen spelen het kind zelf, de thuissituatie, school en de bredere omgeving van straat, wijk, stad en sociale media een rol. De factoren hangen veelal samen in deze verschillende settings. Zo zullen meer kinderen veilig opgroeien als (meer) ouders meer opvoed­vaardigheden tot hun beschikking hebben, er een betere toegang van voorzieningen is en meer zicht is op ouders met psychische problemen. Daarom vraagt dit subsidie­kader om samenhangende inzet of inzet die onderbouwd samenhangt met andere inzet en voorzieningen.In Figuur 3 is zichtbaar welke zaken samenhangen zonder dat daarbij de afzonderlijke factoren zijn benoemd. Het is belangrijk dat maatregelen niet afzonderlijk vanuit factoren worden ingezet, maar dat elke aanvrager zich bewust is van de samenhang en de integraliteit van de factoren. Dit vergroot het bereik, de effectiviteit en de efficiëntie van maatregelen en maximaliseert de publieke impact. Voor maximale impact moet met andere uitvoerenden worden samengewerkt, omdat de inzet van de ene organisatie voor een andere partij versterkend, maar soms ook belemme­rend kan zijn. Dit is van toepassing op de eerdergenoemde factoren, maar ook op de verschillende settings (thuis, school, vrije tijd) en leeftijdsfases. Dit inzicht en de samen­hang moeten in elke aanvraag helder worden benoemd. Een voorbeeld: alcoholmisbruik door jongeren kan mogelijk

12

Figuur 3: Samenhang settings, leeftijdsfases en overige zaken die van belang zijn voor het verhogen van maatschappelijke impact en preventieve kracht.

Figuur 4: Versterken van beschermende factoren en verminderen van risicofactoren, passend bij de ontwikkelingsfase. Volgens Figuur 4 zijn er positieve en negatieve invloeden die passen bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van een jeugdige. Deze ontwikkeling is grofweg in leeftijdsfases te duiden: van -9 maanden tot ongeveer 20 jaar. De uitvoering van interventies volgt deze fases en wordt uitgevoerd in de verschillende domeinen waarin een jeugdige zich normaliter bevindt: thuis, school en vrije tijd (waaronder digitale leefwereld).

Figuur 3: Samenhang settings, leeftijdsfases en overige zaken die van belang zijn voor het verhogen van maatschappelijke impact en preventieve kracht.

Page 11: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

11Factoren, samenhang, focus en innovatie

beter voorkomen worden door het vergroten van weerbaar­heid en zelfvertrouwen, dan met een interventie die alleen is gericht op voorlichting over de effecten van alcohol. Volgens Figuur 4 zijn er positieve en negatieve invloeden die passen bij de sociaal­emotionele ontwikkeling van een jeugdige. Deze ontwikkeling is grofweg in leeftijdsfases te duiden: van ­9 maanden tot ongeveer 20 jaar. De uitvoering van interventies volgt deze fases en wordt uitgevoerd in de verschillende domeinen waarin een jeugdige zich norma­liter bevindt: thuis, school en vrije tijd (waaronder digitale leefwereld).

12

Figuur 3: Samenhang settings, leeftijdsfases en overige zaken die van belang zijn voor het verhogen van maatschappelijke impact en preventieve kracht.

Figuur 4: Versterken van beschermende factoren en verminderen van risicofactoren, passend bij de ontwikkelingsfase. Volgens Figuur 4 zijn er positieve en negatieve invloeden die passen bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van een jeugdige. Deze ontwikkeling is grofweg in leeftijdsfases te duiden: van -9 maanden tot ongeveer 20 jaar. De uitvoering van interventies volgt deze fases en wordt uitgevoerd in de verschillende domeinen waarin een jeugdige zich normaliter bevindt: thuis, school en vrije tijd (waaronder digitale leefwereld).

Samenhang in samenwerkingNaast de samenhang van de factoren en de samenhang tussen de inzet op de verschillende leefgebieden en levensfasen, is ook de samenwerking tussen de verschil­lende uitvoerende partijen belangrijk. Figuur 5 laat deze strategische samenhang zien.

In Figuur 5 is ook zichtbaar welke elementen de impact maximaliseren. Bij een subsidieaanvraag dient de aan­vrager concreet te beschrijven hoe deze elementen in de aanpak of interventie zijn opgenomen. Zo kan er ruimte worden gevraagd voor innovatie en leersystemen, samen­werking en afstemming met andere ketenpartners. Maar ook voor de wijze waarop de voortgang snel en goed wordt gemonitord op effecten, om bij te kunnen stellen. (Zie ook hoofdstuk 3.)

Samenhang via wijkprogrammering12 De gemeente wil meer maatwerk in wijken. Het preventief aanbod moet passend zijn, in nabijheid van ouders en kinderen worden uitgevoerd en losse activiteiten en interventies moeten in samenhang worden uitgevoerd. Veel aanbieders zetten zich nu nog los van elkaar in voor het preventieve domein. Daarom vraagt dit om sturing op een gezamenlijke ambitie en aanpak van partners in de wijken.

Om het aanbod in wijken passender te maken bij de opgave van de wijk gebruikt de gemeente Rotterdam de methodiek ‘wijkprogrammering’. Deze is samen met het NJI ontwikkeld.Op basis van data uit met name de Staat van de Jeugd wordt bepaald wat specifiek in een wijk nodig is. De wijkprogrammering levert hiervoor een wijkanalyse op. Door deze kwalitatief te toetsen en te delen met de wijknetwerkpartners, waaronder de gebiedsorganisatie en ­commissie, wordt de vraag en opgave voor een gebied vastgesteld. De kracht van de inzet zit vervolgens in de stapeling en de gezamenlijke uitvoering van zoveel mogelijk onderbouwde interventies die elkaar aanvullen en versterken. Met een gerichte wijkprogrammering en moni­toring kan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien binnen een wijk wezenlijk verbeteren. De gemeente verwacht van de aanvrager dat hij zich aansluit bij de wijknetwerken en (indien van toepassing) met zijn inzet bijdraagt aan de Dagprogrammering in de Children’s Zone wijken en aan de maatschappelijke resultaten van de wijkprogrammering in die wijk.13

Figuur 4: Versterken van beschermende factoren en verminderen van risicofactoren, passend bij de ontwikkelingsfase.

Figuur 5: Strategieën voor impact maximalisering

Page 12: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen12

2.4 Focus De eerdergenoemde factoren voor de ontwikkeling van jeugdigen zijn op zwaarte beoordeeld. Hierbij is de zwaarte vastgesteld op grond van prevalentie, relevantie en mate van impact. Dit heeft geleid tot een ranking van factoren. Uit deze ranking van factoren zijn vijf factoren geselecteerd, waar de gemeente Rotterdam in het Subsidiekader Jeugd­preventie prioriteit aan geeft, namelijk: sociaal­emotionele vaardigheden, psychosociale problematiek, ouderlijke psychopathologie en/of (licht) verstandelijke beperking, opvoedvaardigheden en middelengebruik. Deze vijf factoren, die nog niet in andere Rotterdamse beleidsregels of subsidieregelingen zijn belegd, onderscheiden zich qua zwaarte ten opzichte van de andere. Twee factoren (sociaal­ emotionele vaardigheden en psychosociale problematiek) zijn, omdat de overlap evident is, in dit subsidiekader samengevoegd tot één factor.

2.5 Innovatie Project- en innovatiesubsidiesSoms bestaan er voor het versterken van vaardigheden bij jeugdigen of het voorkomen van problematiek nog geen effectieve, preventieve interventies. De gemeente nodigt aanbieders van harte uit voor deze hiaten innovatieve projecten en interventies te starten. Zowel uitgewerkte projectplannen als nog kleine projectideeën zijn welkom. Een innovatie hoeft nog niet uitgeprobeerd en succesvol gebleken te zijn in de (Nederlandse) praktijk, maar moet theoretisch wel goed in elkaar zitten. De gemeente beoor­deelt deze ideeën op de meerwaarde ten opzichte van bestaande interventie, kwaliteitsaspecten en relevantie, impact en bereik en kan deze initiatieven ondersteunen via project­ en innovatiesubsidies jeugdpreventie. (Zie ook paragraaf 3.2 en 4.6.) Vanzelfsprekend moeten aanvragen wel passen bij het in dit subsidiekader beschreven beleid en overtuigend een bijdrage leveren aan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd.

Walstroom14

Voor complexe en/of domeinoverstijgende preventieve vraagstukken is er Walstroom: een innovatieplatform om met beleid, praktijk en wetenschap tot concrete aanpakken te komen. Het gaat hierbij om uitdagingen die preventieve

aanbieders in de praktijk zien, maar niet alleen kunnen aangaan. In Walstroom pakken partijen uit wetenschap, beleid en praktijk zo’n vraagstuk gezamenlijk op om tot vernieuwing en verbetering te komen. De gemeente facili­teert dit. In de eerste periode van Walstroom (2019/2020) zijn de volgende vier vraagstukken opgepakt: Sociaal­ emotionele vaardigheden, ondersteuning voor kinderen van ouders met psychische problemen, ondersteuning voor kin­deren van ouders met een lichtverstandelijke beperking en afstroom in onderwijsniveau. De gemeente staat open voor nieuwe suggesties uit het veld om complexe vraagstukken aan te pakken, voor zover deze passen bij (een combinatie van) de in hoofdstuk 4 genoemde subsidiethema’s. Aanbieders van jeugdpreventie kunnen in de subsidie­aanvraag complexe ontwikkelvragen en uitdagingen voorleggen om in Walstroom met andere partijen op te pakken. In dat geval moet het vraagstuk bondig omschreven worden met aanknopingspunten voor oplossingen. De subsidieaanvrager geeft ook aan welke inzet hij wil plegen om dit vraagstuk aan te pakken, zoals tijd, expertise en/of middelen voor het meedenken en ­ontwikkelen in de hub van Walstroom. De gemeente beoordeelt de aanvraag in samenwerking met experts, organiseert het proces en draagt zorg voor betrokkenheid van partners uit praktijk en wetenschap. De ontwikkeling krijgt vervolgens in gezamenlijkheid vorm. De kosten voor implementatie en het testen in de praktijk worden vanuit het innovatiebudget van dit subsidiekader gefinancierd.

11 Zie www.rotterdam.nl/werken­leren/staat­van­de­jeugd/. 12 Zie www.rotterdam.nl/wonen­leven/beleidskader­jeugd/

Methodiekhandleiding­Wijkprogrammering.pdf. 13 De aanpakken en interventies die ingezet kunnen worden in de

wijkprogrammering overlappen met die in de dagprogrammering Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Dat is de uitbrei­ding van tien lesuren per week op basisscholen in de Children’s Zone (zeven focuswijken) in Rotterdam­Zuid. Het doel is om kinderen zich breed te laten ontwikkelen, waardoor schoolpres­taties verbeteren en zij beter zijn voorbereid op de toekomst. De insteek is verschillend, maar in de praktjk kunnen de aanpakken en interventies van de wijkprogrammering en dagprogrammering NPRZ elkaar aanvullen en versterken.

14 Zie www.rotterdam.nl/walstroom.

Page 13: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

13Algemene voorwaarden

3 Algemene voorwaarden

3.1 Introductie Naast het bepaalde in de SVR 2014 stelt de Subsidie­ r egeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021 een aantal algemene voorwaarden aan de subsidieaanvraag. Daarnaast gelden voor subsidieontvangers algemene voorwaarden met betrekking tot verantwoording en monitoring. Om een aantal van deze specifieke voor­waarden kort toe te lichten, worden deze in dit hoofdstuk benoemd.

3.2 Voorwaarden subsidieaanvraag Alle subsidieaanvragen die onder het Subsidiekader Jeugd­preventie vallen, moeten aan de volgende voorwaarde voldoen: 1. Aanvragen voor preventieve aanpakken en interventies

worden ingediend met het formulier opgenomen, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de subsidieregeling jeugd­preventie Rotterdam 2021.

2. Aanvragen voor project­ en innovatiesubsidie worden ingediend met het formulier opgenomen als bijlage 2 bij de subsidieregeling jeugdpreventie 2021.

3.3 Verantwoording en monitoringAan subsidieontvangers onder het Subsidiekader Jeugd­preventie worden de volgende voorwaarden met betrekking tot verantwoording en monitoring gesteld:

1 Aanlevering monitoringsitemsDe subsidieontvanger levert de monitoringsitems, bedoeld in bijlage 3 bij de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotter dam 2021, gelijktijdig met de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages, bedoeld in artikel 14 en artikel 11 van de SVR 2014. De monitoring heeft als doel inzicht te geven in de resultaten, het bereik en effecten van de activiteiten en hiervan te leren.

2 Beschrijving interventie bij project- en innovatiesubsidies

De subsidieontvanger van een project­ en innovatiesubsidie levert bij de eindrapportage een beschrijving van de aanpak of interventie aan op het niveau van ‘goed beschreven’ of ‘theoretisch goed onderbouwd’.

3 Overzicht gerealiseerde resultatenDe subsidieontvanger levert bij de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages een overzicht van de gerealiseerde resultaten ten opzichte van het totaal gesub­sidieerde resultaten en een prognose voor de resterende periode, waarbij wordt beschreven:a. in hoeverre de resultaten hebben geleid tot gewenste

effecten en daarmee hebben bijgedragen aan het maatschappelijk resultaat;

b. op welke wijze monitoringsitems leiden tot leren en verbeteren van resultaten ten behoeve van het maat­schappelijk resultaat.

4 Aanlevering geanonimiseerdDe subsidieontvanger levert de monitoringsitems geanoni­miseerd aan op individueel, buurt, wijk of locatieniveau.

5. Afwijkingen monitoringsitems het college indien: • niet alle monitoringsitems kunnen worden geleverd.• het aanleveren van bepaalde monitoringsitems volgens

de subsidieontvanger niet bijdraagt aan het doel om inzicht te geven in de resultaten, het bereik en de effecten van de activiteiten en hiervan te leren

• er volgens de subsidieontvanger relevante monitorings­items ontbreken

Het monitoren van uitkomsten en effecten van uit­voering geeft inzicht in de mate waarin maatschappe­lijk resultaat wordt behaald. Dit inzicht in de effecten van inzet is de basis om permanent te leren en te verbeteren, op uitvoeringsniveau, op beleidsniveau en gezamenlijk.

Page 14: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen14

4 Subsidiethema’s

4.1 IntroductieIn dit hoofdstuk worden de subsidiethema’s van het Subsidie kader Jeugdpreventie besproken. De bescher­mende en risicofactoren, als beschreven in hoofdstuk 2, vormen hierbij het uitgangspunt. Per subsidiethema worden naast een korte toelichting het doel van de subsidie, de specifieke doelgroep en de ketenpartners benoemd.

4.2 Sociaal-emotionele vaardigheden en psycho-sociale problematiek

IntroductieDe sociaal­emotionele ontwikkeling van jeugdigen is de ontwikkeling van de jeugdige zelf in relatie tot anderen. Deze ontwikkeling verloopt in een relatief korte periode waarin de jeugdige opgroeit van een afhankelijke baby tot een relatief zelfstandige jongere. Hoewel de sociaal­ emotionele ontwikkeling bij elke jeugdige anders kan verlopen, zijn er wel enkele mijlpalen en vaardigheden die de meeste jeugdigen op een bepaald moment behalen. Bij het verwerven van deze mijlpalen kunnen problemen ontstaan in de ontwikkeling van de jeugdige of in de relatie van de jeugdige tot anderen. Armoede is een belangrijke factor voor het ontstaan van dergelijke problemen. Als deze problemen de verdere ontwikkeling of omgang met anderen bemoeilijken, worden ze psychosociale problemen genoemd. Psychosociale problematiek is een breed begrip, het bestaat uit meerdere elementen, omvat verschillende domeinen en varieert per levensfase van de jeugdige.

Onder psychosociale problematiek wordt verstaan:15 • Emotionele problemen (oftewel internaliserende

problemen) zoals angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten;

• Gedragsproblemen (oftewel externaliserende problemen) zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag;

• Sociale problemen, dit zijn problemen die de jeugdige heeft bij het maken en onderhouden van het contact met anderen.

Doel subsidieDe subsidie is bedoeld voor het ontwikkelen van een samenhangend preventieprogramma16 gericht op:• Het stimuleren en versterken van de sociale of sociaal­

emotionele ontwikkeling, zoals coping, veerkracht en weerbaarheid waarbij zover mogelijk de ouders worden betrokken.

• Het voorkomen en terugdringen van psychosociale problematiek

DoelgroepDe doelgroep zijn Rotterdamse jeugdigen, waarbij de voorkeur uitgaat naar inzet op de leeftijd van 0 tot 16 jaar oud. Preventieve interventies gericht op sociaal­emotionele vaardigheden en psychosociale problematiek kunnen effectief zijn op alle leeftijden, maar de meeste winst is te behalen bij jeugdigen van 0 tot 16 jaar oud.

KetenpartnersKetenpartners zijn onder meer ouders (ouders met psychische problematiek in het bijzonder), scholen in het primair en voortgezet onderwijs, scholen die deelnemen aan de Dagprogrammering, de samenwerkingsverban­den PPO Rotterdam (primair onderwijs) en Koers VO (voortgezet onderwijs), schoolmaatschappelijk werk, het CJG, jongerenwerk, wijkteams, welzijnsorganisaties, GGZ­organisaties, ziekenhuizen, huisartsen, Veilig Thuis en jeugdbescherming.

4 Subsidiethema’s

Foto:© Levien Willemse

Page 15: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

15Subsidiethema’s

4.3 Ouderlijke psychopathologie en/of (licht) verstandelijke beperking

Introductie Bij ouderlijke psychopathologie gaat het om de psychische en emotionele gesteldheid die het denken, voelen en handelen van de ouder(s) en/of verzorger(s) van een jeugdige zodanig beïnvloeden dat zij niet optimaal kunnen functioneren in het dagelijks leven. Ouders met een (licht) verstandelijke beperking kunnen eveneens beperkt zijn op een of meer van deze vlakken.

De kinderen van deze ouders hebben een groter risico op problemen, bijvoorbeeld op het zelf ontwikkelen van een psychische stoornis of verslaving. Preventieve interventies en het versterken van beschermende factoren kunnen de kans op problemen bij deze jeugdigen verkleinen. Voor­beelden zijn het verbeteren van de interactie tussen ouder en kind (bijvoorbeeld bij jeugdigen tussen 0­4 jaar om de hechtingsrelatie tussen ouder en kind te verbeteren), het versterken van de sociale steun voor jeugdige en gezin, het versterken van de weerbaarheid en copingvaardigheden van de jeugdige of educatie van de jeugdigen over de problematiek van de ouder(s) en/of verzorger(s).

Doel subsidieDe subsidie is bedoeld voor het ontwikkelen van een samenhangend preventieprogramma gericht op het onder­steunen en versterken van jeugdigen met (een) ouder(s) met psychische problemen, een verslaving en/of een (licht) verstandelijke beperking. Zo hebben deze jeugdigen meer kans om veilig, gezond en kansrijk op te groeien. Hierbij gaat het om het vergroten van weerbaarheid, copings­vaardigheden, sociale steun, begrip en/of interactie met de ouder(s).

DoelgroepDe doelgroep zijn Rotterdamse jeugdigen en hun (aanstaande) ouders. Het gaat daarbij om ouders met psychische problemen (al dan niet gediagnosticeerd), een verslaving en/of een (licht) verstandelijke beperking.

KetenpartnersKetenpartners zijn onder meer volwassen GGZ hulpverle­ning, wijkteams, scholen, (eerstelijns) jeugdgezondheids­zorg, aanbieders van steun aan mensen met een (licht) verstandelijke beperking en welzijnsorganisaties.

Foto:© Iris van den Broek

Page 16: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen16

4.4 Opvoedvaardigheden IntroductieOpvoedvaardigheden zijn alle vaardigheden van ouders om een jeugdige zo veilig, gezond en kansrijk mogelijk te laten opgroeien; Opvoedvaardigheden zijn strategieën die ouders gebruiken om om te gaan met de behoeften en signalen van het kind. De vaardigheden omvatten het hanteren van negatief gedrag en het stimuleren van positief gedrag maar ook het vermogen om een liefdevolle relatie tussen ouder en kind op te bouwen, een voorbeeldrol voor het kind te zijn en in staat te zijn om een kind iets te leren. Per leeftijdsfase van de jeugdige horen ontwikkelingsop­gaven en bijbehorende opvoedopgaven voor de ouders. Daarnaast is bekend dat de invulling van het ouderschap in het algemeen, zoals de samenwerking tussen de ouders, van invloed is op de opvoedvaardigheden.

Er zijn vijf overkoepelende opvoedvaardigheden:• Ouder­kind relatie: de kwaliteit van de relatie tussen

ouder of verzorger en kind.• Positief gezinsklimaat: goede communicatie in het

gezin en de afwezigheid van relatieproblemen tussen gezinsleden.

• Steun, toezicht en betrokkenheid van ouders.• Competenties, overtuigingen en kennis van ouders over

opvoeden.• Stimuleren van de ontwikkeling van de jeugdige.

Opvoedondersteuning is gericht op het versterken van deze opvoedvaardigheden en de opvoedkracht met als basis de uitgangspunten van positief opvoeden.17 Opvoedkracht is het bevorderen dat ouders zelf het hoofd kunnen bieden aan de meest voorkomende opvoedkwesties en voldoende vertrouwen hebben om dit zelf (of met hulp uit hun eigen netwerk) te doen. Daarnaast is opvoedondersteuning gericht op het normaliseren van opvoedvragen, het verster­ken van de eigen kracht van opvoeders en het versterken van de verbinding tussen de verschillende opvoedsettings (thuis, school en vrije tijd). Het levert ook een bijdrage aan de positieve identiteit van de jeugdige.

Opvoedondersteuning kan bestaan uit:• Vroegtijdige ondersteuning bieden bij lichte of eendui­

dige opvoedproblemen, om te voorkomen dat deze complexer worden.

• Ouders adviseren zodat zij zelf het hoofd kunnen bieden aan de meest voorkomende opvoedkwesties.

• Ouders inzicht en handvatten bieden om op een positieve manier met hun kind(eren) om te gaan.

Doel subsidieDe subsidie is bedoeld voor activiteiten die zich richten op het ondersteunen van ouders in het ouderschap en het versterken van de opvoedkracht en opvoedvaardigheden van ouders. Belangrijke elementen zijn:• Versterken van de eigen kracht en het eigen sociale

netwerk van ouders en hun opvoedzekerheid/opvoed­vertrouwen.

• Toegankelijk voor alle ouders en op locaties die laag­drempelig voor hen (moeders èn vaders) zijn. (Online informatieverstrekking is hierbij ook een mogelijkheid.)

• Ouders worden geïnformeerd bij wie ze terecht kunnen als meer ondersteuning of hulp nodig is. Problemen waar meer hulp bij nodig is, worden gesignaleerd en ouders worden waar nodig toegeleid naar hulp.

• Het bevorderen van een goed verloop van de omgang van beide ouders met de jeugdige(en) en voorkomen van ernstige conflicten tijdens scheiding van de ouders en erna. En bevorderen dat ouders op een constructieve manier met elkaar communiceren.

DoelgroepDe doelgroep zijn ouders van Rotterdamse jeugdigen en aanstaande ouders in de voorbereiding op het ouderschap. Ouders met jonge kinderen (0­4 jaar), met pubers en/of met kinderen in overgangssituaties (bijvoorbeeld van basisschool naar voortgezet onderwijs) hebben vaak extra ondersteuning nodig en zijn een belangrijke doelgroep. Verder zijn ouders in een scheidingssituatie en ouders met een verhoogd risico op problemen bij de opvoeding vanwege ouderfactoren (bijvoorbeeld psychosociale proble­men of een licht verstandelijke beperking) of kindfactoren (bijvoorbeeld autisme of problemen met emotieregulatie) een doelgroep die bijzondere aandacht verdient.

KetenpartnersKetenpartners zijn onder meer scholen, welzijnsorganisa­ties, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en wijkteams.

Foto: © Shehera Grot

Page 17: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

17Subsidiethema’s

4.5 Middelengebruik IntroductieMiddelengebruik is in het Subsidiekader Jeugdpreventie in beginsel gedefinieerd als gebruik van alcohol en/of drugs. Activiteiten gericht op problematisch game­ en socialmedia­gebruik vallen echter ook onder dit thema.

Gebruik van alcohol en drugs hangt vaak samen met (huiselijk) geweld, overlast, schoolverzuim en ­uitval en kostbaar zorggebruik. Wie op jonge leeftijd veel drinkt of drugs gebruikt loopt meer risico om op latere leeftijd problemen te ontwikkelen. Vermindering van gebruik draagt bij aan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de jeugd. Minder gebruik hangt namelijk samen met betere schoolprestaties, minder schoolverzuim, minder onderprestatie en minder schooluitval, maar ook met een betere gezondheid, minder geweld en overlast. Daarom is het belangrijk dat gebruik onder jeugdigen wordt voor­komen en onder risicogroepen wordt teruggedrongen, met speciale aandacht voor leerlingen in het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en de laagste niveaus van het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking. Deze jeugdigen zijn namelijk extra kwetsbaar en beïnvloedbaar.

Doel subsidieDe subsidie is bedoeld voor het voorkomen en terugdringen van gebruik bij alle Rotterdamse jeugdigen met extra aandacht voor risicogroepen.

Het is ook van belang dat alcoholverstrekkers de wet beter naleven en niet verkopen aan jeugdigen onder de 18 jaar en mensen die in ‘kennelijke staat’ verkeren. De concrete handhaving hiervan wordt door Buitengewoon Opsporings­ambtenaren gedaan en is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Grenzen stellen en bewaken is gekoppeld aan beter normbesef en een groter publiek draagvlak voor de gestelde regels.

De subsidie wordt daarom verleend aan activiteiten die zich richten op het versterken van de opvoedkracht en opvoedvaardigheden van ouders, het zelfvertrouwen en eigen­regie bij jongeren zelf en de signalering­ en doorver­wijsvaardigheden bij professionals en vrijwilligers die met jongeren werken. Versterken van een positief pedagogisch klimaat en het stimuleren van zelfredzaamheid zijn belang­rijke onderdelen van de activiteiten. Daarnaast richten ze zich op de omgeving van jeugdigen (verkrijgbaarheid, groepsdruk etc.). De activiteiten hangen altijd met elkaar samen om effect te behalen. Dit thema is voortdurend aan trends onderhevig en vraagt aan de uitvoerder flexibiliteit bij programmering en inhoud van preventieve interventies (gebruik van lachgas, gokken, social­media etc.) In alle opgroeisettings (thuis, op school en in de vrije tijd) is een gedeelde norm de basis: onder de 18 jaar geen alcohol en geen drugs.

DoelgroepDe doelgroep zijn Rotterdamse jeugdigen, hun ouders, docenten, begeleiders binnen sportverenigingen, jongeren­werkers, verkopers van alcohol en andere betrokkenen. De gemeente hanteert daarbij de volgende normen: • Talentontwikkeling gaat niet samen met middelen­

gebruik;• Ouders en opvoeders nemen hun verantwoordelijkheid,

geven het goede voorbeeld en zien erop toe dat hun minderjarige kinderen geen alcohol en drugs gebruiken;

• Slijterijen, sportkantines, avondwinkels, horeca, super­markten en alle andere alcoholverstrekkers houden zich aan de wet: onder de 18 geen alcohol.

KetenpartnersKetenpartners zijn onder meer scholen, welzijnsorganisa­ties, Schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, wijkteams, jeugd­ en jongerenwerk, opvoedsteunpunten, verslavingsinstellingen, ondernemers en bewoners.

Foto:© Rhalda Jansen

Page 18: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2021 | Versterken en Voorkomen18

4.6 Project- en inn ovatiesubsidiesjeugdpreventie

IntroductieVoor projectmatige en/of innovatieve initiatieven stelt de gemeente Rotterdam een budget beschikbaar voor projectmatige, eenmalige subsidies. Hiermee wil de gemeente jeugdigen laten opgroeien tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers, doordat zij kansen krijgen om hun talenten te kunnen ontdekken en ontwikke­len. Deze initiatieven dienen van preventieve aard te zijn, doordat zij specifieke doelgroepen in specifieke gebieden of met specifieke risicofactoren helpen in het versterken van hun perspectief en voorkomen van problematiek en bijdragen aan een veilige, gezonde en kansrijke opvoed­ en opgroeiomgeving van Rotterdamse jeugdigen.

Doel subsidieDe subsidie is bedoeld voor activiteiten die bijdragen aan een of meer van in dit hoofdstuk genoemde subsidiethe­ma’s: • Het stimuleren en versterken van de sociaal­emotionele

ontwikkeling van jeugdigen.• Het voorkomen en terugdringen van psychosociale

problematiek bij jeugdigen.• Het ondersteunen en versterken van jeugdigen met

ouders met psychische problemen, een verslaving en/of een (licht) verstandelijke beperking.

• Het versterken van opvoedvaardigheden van (aan­staande) ouders.

• Het voorkomen en terugdringen van middelengebruik en verslaving bij alle jongeren met extra aandacht voor risicogroepen.

Hierbij is het belangrijk dat maatregelen niet afzonderlijk vanuit factoren worden ingezet, maar dat elke aanvrager zich bewust is van de samenhang en de integraliteit van de factoren (zie ook artikel 2.3 Samenhang). Dit wordt mee­genomen in de beoordeling van beoordelingscriteria 10.1.a en 10.2.b. van de subsidieregeling jeugdpreventie 2021.

Soms bestaan er voor het versterken van vaardigheden bij jeugdigen of het voorkomen van problematiek nog geen effectieve, preventieve interventies. De gemeente nodigt aanbieders van harte uit voor deze hiaten innovatieve projecten en interventies te starten. Zowel ideëen in een notendop als al verder uitgewerkte projectideëen zijn welkom. Een innovatie hoeft nog niet uitgeprobeerd en succesvol gebleken te zijn in de (Nederlandse) praktijk, maar moet wel een solide theoretische basis hebben. Een innovatie kan bestaan uit:• Het ontwikkelen van een nieuwe aanpak of interventie• Het doorontwikkelen van een bestaande effectieve

aanpak of interventie voor: • Een nieuwe doelgroep • Een nieuwe setting (bijv. wijk, school, thuis of online)• Het aanpassen aan de Rotterdamse context van een

Nederlandse effectieve aanpak of interventie• Het aanpassen aan de Nederlandse-, en in het specifiek

de Rotterdamse, context van een effectieve aanpak of interventie uit het buitenland

• Het met partners uit wetenschap, beleid en praktijk uitwerken van complexe en/of domeinoverstijgende preventieve vraagstukken in het kader van Walstroom (zie artikel 2.5)

De innovatiesubsidie is uitdrukkelijk bestemd voor (door­)ontwikkeling en inzet van preventieve jeugdinterventies en aanpakken in Rotterdam en de onderzoeken die daar voor nodig zijn. De subsidie is niet bedoeld voor onder­zoeksprojecten die los staan van concrete interventies of aanpakken.

DoelgroepDe doelgroep zijn Rotterdamse jeugdigen en hun (aan­staande) ouders.

15 JGZ­richtlijn ‘Vroegsignalering van psychosociale problemen’, opgesteld in 2008 door het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid.

16 Aanvragen die bijdragen aan de versterking van de sociaal­ emotionele ontwikkeling op basisscholen kunnen ingezet worden in de Dagprogrammering van de basisscholen NPRZ.

17 https://www.nji.nl/nl/Opvoeden-Achtergronden-Definitie/ Opvoeding

Page 19: Versterken en Voorkomen...4.6 Project- en innovatiesubsidies jeugdpreventie 18 5 Financieringswijze 19 5.1 Introductie 19 5.2 Subsidieplafond en verdeelsleutel 19 Inleiding 5 1 Inleiding

19

5 Financieringswijze

5.1 IntroductieIn dit hoofdstuk komt de financieringswijze van de subsidies die onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen aan bod. Er wordt aandacht besteed aan het subsidieplafond en de budgetverdeling.

5.2 Subsidieplafond en budgetverdeling

SubsidieplafondVanuit de gemeente Rotterdam is € 10.154.383,­ subsidie (prijspeil 2020) beschikbaar voor jeugdpreventieve activi­teiten in het kalenderjaar 2021. Dit is onder voorbehoud van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad en van verkrijging van middelen van het Rijk. Dit subsidieplafond valt voor het kalenderjaar 2021 uiteen in een tweetal deelplafonds voor een tweetal subsidiecategorieën.

BudgetverdelingFiguur 6 geeft een indicatie van de budgetverdeling per factor. Voor eenmalige project­ en innovatiesubsidies stelt de gemeente € 500.000 beschikbaar. En € 9.654.383 voor jaarlijkse preventieve aanpakken en interventies.

De gemeente behoudt zich het recht voor om af te wijken van de indicatieve verdeling en het budget per factor te wijzigen, afhankelijk van het totale aantal aanvragen en de kwaliteit van de aanvragen. Vanuit deze verdeling bekijkt de gemeente of er nog onverwachte knelpunten zichtbaar worden bij de huidige financiering.

De uitgangspunten op basis waarvan de verdeling bij het toekennen van de subsidies gebeurt, staan in de Subsidie­regeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021.

24

5 Financieringswijze 5.1 Introductie In dit hoofdstuk komt de financieringswijze van de subsidies die onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen aan bod. Er wordt aandacht besteed aan het subsidieplafond en de budgetverdeling. 5.2 Subsidieplafond en budgetverdeling Subsidieplafond Vanuit de gemeente Rotterdam is €10.154.383,- subsidie (prijspeil 2020) beschikbaar voor jeugdpreventieve activiteiten in het kalenderjaar 2021. Dit is onder voorbehoud van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad en van verkrijging van middelen van het Rijk. Dit subsidieplafond valt voor het kalenderjaar 2021 uiteen in een tweetal deelplafonds voor een tweetal subsidiecategorieën. Budgetverdeling

Figuur 6: Indicatie budgetverdeling per factor Figuur 6 geeft een indicatie van de budgetverdeling per factor. Voor eenmalige project- en innovatiesubsidies stelt de gemeente € 500.000 beschikbaar. En € 9.654.383 voor jaarlijkse preventieve aanpakken en interventies. De gemeente behoudt zich het recht voor om af te wijken van de indicatieve verdeling en het budget per factor te wijzigen, afhankelijk van het totale aantal aanvragen en de kwaliteit van de aanvragen. Vanuit deze verdeling bekijkt de gemeente of er nog onverwachte knelpunten zichtbaar worden bij de huidige financiering. De uitgangspunten op basis waarvan de verdeling bij het toekennen van de subsidies gebeurt, staan in de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021.

Figuur 6: Indicatie budgetverdeling per factor

Financieringswijze