Versodirect-nr4-jg14

12
Verso Direct VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten. “De aanpak van de vergrijzing van de samenleving, zal de toekomst mee bepalen. De verdere verstedelijking en interculturalisering, zal vorm geven aan het Vlaanderen van morgen...” Minister-president Kris Peeters over de uitdagingen voor de social profit Lees meer p 2-4 nr. 4 / december 2012 - januari 2013 / jaargang 14 INHOUD VERSONIEUWS 15 jaar Verso 2 Social Profit Jaarboek 4 Sociaal overleg in Vlaanderen 5 SECTORNIEUWS De social profit en werkgelegenheid 5 Flanders Synergy Congres 6 Armoederisico in Vlaanderen 6 Welk draagvlak voor informele zorg? 7 Salarisenquête 7 In de ban van sociale media 8 Veilige gezondheidszorg 9 25 jaar sociaal ondernemen in Gent 9 Levanto opent nieuw bedrijfspand 9 Het Vlaams welzijnsbeleid 9 DUOdag: van stagedag tot vaste kracht 10 AANKONDIGINGEN 2de Dag van de Zorg komt eraan! 11 Close the Gap 11 Inclusie Invest 11 BIJLAGE Platformtekst sociaal overleg 12

description

VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector.

Transcript of Versodirect-nr4-jg14

1

VersoDirectVersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten.

“Deaanpakvandevergrijzingvandesamenleving,zaldetoekomstmeebepalen.Deverdereverstedelijkingeninterculturalisering,zalvormgevenaanhetVlaanderenvanmorgen...”Minister-president Kris Peeters over de uitdagingen voor de social profit

Lees meer p 2-4

nr. 4 / december 2012 - januari 2013 / jaargang 14

inhouDVERSONIEUWS 15 jaar Verso 2Social Profit Jaarboek 4Sociaal overleg in Vlaanderen 5

SEctORNIEUWSDe social profit en werkgelegenheid 5Flanders Synergy congres 6Armoederisico in Vlaanderen 6Welk draagvlak voor informele zorg? 7Salarisenquête 7In de ban van sociale media 8Veilige gezondheidszorg 925 jaar sociaal ondernemen in Gent 9Levanto opent nieuw bedrijfspand 9Het Vlaams welzijnsbeleid 9DUOdag: van stagedag tot vaste kracht 10

AANkONDIGINGEN2de Dag van de Zorg komt eraan! 11close the Gap 11Inclusie Invest 11

BIJLAGE Platformtekst sociaal overleg 12

2

EDiTo

Vernieuwd Vlaams sociaal overleg heeft social profit nodigOp 1 februari 2012 lanceerde minister-president Peeters een oproep aan de Vlaamse sociale partners om het sociaal overleg in Vlaanderen te reorganiseren. Een logische vraag: de zesde staatshervorming draagt belangrijke nieuwe bevoegdheden over naar Vlaanderen. Het overleg moet daaraan aangepast worden.

De Vlaamse sociale partners hebben de handschoen opgenomen en geven aan dat ze dit overleg willen organiseren binnen de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Verso kan zich vinden in die optie, maar dan moeten de socialprofitondernemingen wel een volwaardige plaats in de SERV krijgen. Op federaal vlak, in de Nationale Arbeidsraad (NAR), is de social profit al als volwaardige sociale partner erkend. Vlaanderen kan niet achterblijven. De social profit in Vlaanderen is immers goed voor niet minder dan 13.800 ondernemingen met 372.000 arbeidsplaatsen of 17% van de loontrekkende tewerkstelling. Verso is van oordeel dat deze hervorming grondig en helder moet gebeuren, weg van improvisaties, toekomstgericht zonder vastgeketend te zijn aan voorbije voorrechten.

Vlaanderen is in een razend tempo aan het veranderen door de vergrijzing, door lossere sociale en familiale banden en door sociaal-economische omwentelingen. De social profit is een belangrijke partner bij al deze veranderingen. We dragen in belangrijke mate bij aan de welvaartscreatie en zijn een motor voor banengroei. Maar het sociaal overleg zal in de toekomst meer dan ooit bepalen hoe we aan een duurzame en zorgzame samenleving bouwen. De volwaardige vertegenwoordiging van de social profit in het sociaal overleg, overeenkomstig haar soortelijk gewicht, is dus voor iedereen een goede zaak.

Bruno Aerts, directeur Verso

VERSoniEuWS

Op 7 november vierde Verso in aanwezigheid van minister-president Kris Peeters, pioniers van het eerste uur en vele andere partners haar 15-jarig bestaan. In de KVS werd geklonken op de successen van de voorbije jaren, maar ook stilgestaan bij de uitdagingen voor de toekomst. Over welke uitdagingen gaat het? We vragen het aan Verso-voorzitter Wim Moesen.

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de social profit?We kennen natuurlijk al lang de demografische veranderingen. Mensen worden steeds ouder. De voorbije vijftien jaar ging de life expectancy elke vier jaar met een jaar omhoog. We weten ook dat de grootste zorg geconcentreerd zit in de laatste levensjaren. Die demografische veranderingen vergroten de vraag naar zorg. We hebben meer woonzorgcentra nodig, meer thuisverzorging, palliatieve zorg enzovoort.

Maar er is ook een ander demografisch effect dat we nog onvoldoende benadrukken en dat is dat het gemiddelde gezin kleiner en kleiner wordt. tweeverdieners hebben minder kinderen en er komen ook steeds meer eenoudergezinnen. Ook bejaarden die hun partner verliezen hebben plotseling meer professionele ondersteuning nodig. Die veranderingen brengen ook extra noden met zich mee zoals voor- en naschoolse kinderopvang en opvang tijdens de vakantie. Die tweeverdieners kunnen geen tijd vrijmaken om met oma of opa naar de oogarts te rijden om de brillen bij te stellen. Dit is een nieuwe context die een opwaartse druk met zich meebrengt op de vraag naar zorgverlening. De combinatie van deze demografische en maatschappelijke veranderingen zorgt er voor dat er elk jaar in de social profit minstens 10.000 nieuwe banen bijkomen.

Daarnaast is er nog een andere uitdaging die we goed in het oog moeten houden willen we onze goede zorg- en welzijnsdienstverlening behouden. Hoe langer hoe meer is het niet langer de Wetstraat, maar het Schumanplein dat bepaalt hoe ons socialprofitbeleid eruit ziet. Europa is niet zo goed bekend met ons socialprofitmodel. In de meeste buurlanden worden de typische socialprofittaken ofwel opgenomen door de overheid ofwel door de privésector. Ons model wordt weliswaar in belangrijke mate gesubsidieerd door de overheid maar met de fameuze feet voting, de vrijheid van keuze, hebben we een belangrijk marktelement in ons model dat de kwaliteit omhoog stuwt. Dit uniek model moeten we verdedigen in een internationale context.

tot slot is er nog de zesde staatshervorming, waarvan de implementatie heel dichtbij komt. Er komt 14 miljard aan nieuwe bevoegdheden

15 jaar VersoWatbrengtdetoekomst?

3

naar Vlaanderen. Heel wat van die bevoegdheden hebben te maken met het functioneren van de arbeidsmarkt. Maar een hoop bevoegdheden raken rechtstreeks de domeinen waarin de social profit actief is, zoals ouderenzorg, gezondheid en welzijn. Daar zullen we alert moeten op inspelen.

Hoe zit het met de betaalbaarheid van de social profit in het licht van die groeiende zorgvragen?Als we kijken naar de uitgaven van de overheid, dan zien we dat de publieke sector 54% van het bbp vertegenwoordigt. ter vergelijking: in de eurozone is dat gemiddeld 51%. We zitten dus boven het gemiddelde. Als we de verschillende taken van de overheid uiteen trekken, dan zien we dat onze uitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs en welzijn ongeveer op het Europees gemiddelde liggen. Maar er is één functie waarvoor we duidelijk boven het gemiddelde uitkomen en dat zijn de louter collectieve functies. Met andere woorden de kerntaken van de overheid: openbare orde, veiligheid en algemeen bestuur. Daar liggen wij 2,2% van het bbp hoger dan het gemiddelde van de eurozone. Het probleem van onze grote publieke sector is dus niet zozeer wat we uitgeven voor onderwijs en gezondheidszorg, maar wel dat we onvoldoende value for money krijgen voor de kerntaken van de overheid. Daar zijn zeker efficiëntiewinsten mogelijk.

In de social profit bieden we dankzij die feet voting een goede kwaliteit, terwijl het ons niet meer kost dan gemiddeld in de eurozone. Voor de overheid in het algemeen is dat niet zo. We hebben een studie gedaan bij 23 landen waaruit blijkt dat wij de zesde grootste publieke sector hebben. toch zijn we in termen van performantie van de overheid pas

dertiende. De Scandinavische landen geven nog meer uit dan ons aan hun publieke diensten, maar ze zitten wel bij de vijf beste op het vlak van performantie.

“ Met de fameuze feet voting, de vrijheid van keuze, hebben we een belangrijk marktelement in ons model dat de kwaliteit omhoog stuwt”

uheeftheteersteexemplaar

vandevernieuwdeVersoDirect

inhandenVoortaan krijgt u tweemaandelijks het laatste nieuws uit

de social profit. Daarnaast ontvangt u tussendoor ook

elektronische nieuwsflashes als u reeds geabonneerd

bent op de elektronische versie van de VersoDirect.

Wenst u zich ook te abonneren op de nieuwsflashes?

Stuur dan een e-mail naar [email protected].

4

Vijf maal sociaal ondernemen

Tijdens de viering werd er in een panelgesprek ook stilgestaan bij de uitdagingen voor de social profit. Vijf leidinggevenden uit de verschillende socialprofit-sectoren gaven hun visie op de troeven van het sociaal ondernemerschap om de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst op te vangen. Een greep uit de reacties:

“Sociaal ondernemen is de zoektocht naar de verbinding tussen het beste van beide werelden, het sociale en het ondernemen.” An-Rose Vandewinckele, directeur Levanto

“De uitdagingen van morgen kunnen we aan als we er samen onze schouders onder zetten en creatieve oplossingen zoeken. Werkgevers samen met vakbonden, je eigen organisatie samen met andere organisaties en andere sectoren. Durven over het muurtje te kijken en de platgetreden paden te verlaten, daar ligt de toekomst.” Ilse Janssens, HR-coördinator bij het zorgnetwerk Emmaüs

“Als we een antwoord willen geven op de uitdagingen van de toekomst, dan zal iedereen - beleid, sociale inspectie,

werknemers/werkgevers - een aantal heilige huisjes moeten afbreken. Ik doe een oproep naar de vakbonden om samen met de werkgevers uit de social profit, weg van de dagelijkse werkvloer, invulling te geven aan toekomstig ondernemerschap.” karin Van Mossevelde, directeur Gezondheid & Welzijn van het Nationaal Verbond van de Socialistische Mutualiteiten

“Een pleidooi voor meer sociaal ondernemerschap is niet gelijk aan een pleidooi voor een kritiekloze omarming van de vrije markt. tegemoetkomen aan de belangrijkste maatschappelijke noden is en blijft de primaire verantwoordelijkheid van een overheid in een herverdelende sociale democratie.” An De bisschop, directeur Demos

“Om onze doelstelling ook in de toekomst duurzaam waar te maken, moeten we onze organisatie als ondernemers besturen met nog een extra dimensie: onze sociale invalshoek.” christel Vanroelen, administratief directeur Entiris

Ook minister-president kris Peeters gaf in zijn toespraak aan waar de social profit het verschil kan maken voor Vlaanderen: “De aanpak van de vergrijzing van de samenleving, zal de toekomst mee bepalen. De verdere verstedelijking en interculturalisering, zal vorm geven aan het Vlaanderen van morgen. Het wegwerken van de knelpuntvacatures - vaak in de socialprofitsector - zal essentieel zijn voor de sterkte van ons economisch weefsel. En de staatshervorming zal, omwille van de regionalisering van de kinderbijslag en de ouderenzorg, ook gevolgen hebben voor de socialprofitsector.”

Lees de volledige toespraak van de minister-president op de website van Verso. Op www.verso-net.be/15jaar vindt u trouwens ook een fotoverslag van de viering.

Het Social Profit Jaarboek 2012-2013 is uit. Het jaarboek, een tweejaarlijkse uitgave van Verso en Standaard Uitgeverij, biedt een boeiend overzicht van de laatste ontwikkelingen in de socialprofitsector. Dit jaarboek bundelt artikels over management, overheidsbeleid, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Het jaarboek is verkrijgbaar via de website van Standaard Uitgeverij: www.wpg.be voor 42,50 euro inclusief btw.

Let op: is uw organisatie aangesloten bij een van de leden van Verso, dan kunt u het jaarboek bestellen met 20% korting voor 34 euro.

Om van deze korting te genieten vermeldt u uw koepelvereniging op de bestelbon die u vindt op www.verso-net.be en stuurt u die naar [email protected].

-20%

LedenvanVerso-federatieskrijgen20%kortingophetSocialProfitJaarboek

5

VERSoniEuWS SEcToRniEuWS

Het sociaal overleg maakt zich op voor een grondige facelift, maar het is nog maar de vraag of de belangrijke maatschappelijke en sociaal-economische rol van de social profit erkend zal worden in de nieuwe sociaaloverlegorganen op Vlaams niveau. Verso verspreidde een platformtekst om de volwaardige betrokkenheid van de socialprofitondernemingen bij het sociaal overleg te eisen.

29 stakeholders uit de brede social profit zetten hun handtekening onder deze platformtekst. Deze socialprofittenoren maken zich zorgen over het herstructureringsvoorstel dat de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in alle haast uitrolt. In dit voorstel wordt aan de SERV immers een centrale rol toebedeeld voor het sociaal overleg in Vlaanderen. Merkwaardig is dat voor de nieuwe overlegfunctie vooralsnog voor de socialprofitsector geen plaats is voorzien overeenkomstig haar soortelijk gewicht. Nochtans is

dit in de Nationale Arbeidsraad en in de andere gewestelijke adviesraden wel het geval.

De zesde staatshervorming schudt het Vlaams sociaal-economisch landschap

grondig dooreen. Er komen belangrijke bevoegdheden bij op het vlak van arbeidsmarktbeleid, zoals doelgroepenbeleid en economische migratie. Het is dus belangrijk dat we over een dynamisch sociaal overleg beschikken dat de invulling van deze nieuwe bevoegdheden mee vorm kan geven. Dit sociaal overleg is gebaat bij een goede vertegenwoordiging van de socialprofitsector. Niet alleen voor de belangrijke arbeidsmarktbevoegdheden is de social profit een belangrijke partner, maar dat geldt zeker voor de overdracht van bevoegdheden op het vlak van ouderenzorg, chronische zorg, de kinderbijslag en het jeugdsanctierecht.

Maar niet alleen de SERV is zichzelf aan het heruitvinden. In het kader van de nieuwe bevoegdheden binnen het gezondheids-, welzijns- en gezinsbeleid is het logisch dat er nieuwe structuren komen om deze bevoegdheden op te volgen. Ook binnen deze - nog uit te tekenen - structuren moeten alle relevante maatschappelijke kernactoren zoals de vertegenwoordigers van de gebruikers, de zorgaanbieders en de ziekenfondsen volwaardig betrokken worden.

Verso vraagt dat de sociale partners de moed tonen om de hervorming van de SERV grondig en doordacht aan te pakken. Improvisaties kunnen enkel leiden tot een status quo, niet tot een sterk en gedragen overlegmodel dat de toekomst met vertrouwen tegemoet treedt.

U kunt de platformtekst op het einde van deze VersoDirect lezen.

SociaaloverleginVlaanderenstaatvoorbelangrijkeoefening

“ Het is belangrijk dat we over een dynamisch sociaal overleg beschikken dat de invulling van de nieuwe bevoegdheden mee vorm kan geven”

De social profit is en blijft een belangrijke motor voor bijkomende werkgelegenheid in Vlaanderen. Op basis van de recentste regionale economische vooruitzichten op middellange termijn die jaarlijks worden gepubliceerd door het Planbureau, raamt Verso een groei van 42.300 jobs tot en met 2017 in de Vlaamse social profit.

In de projectieperiode 2012-2017 kent de social profit een gemiddeld jaarlijks groeipercentage van 2,1%, terwijl de werkgelegenheidsgroei in de hele Vlaamse economie maar 0,8% per jaar zal bedragen tijdens dezelfde periode.

Het Planbureau verwacht dat de binnenlandse werkgelegenheid in het Vlaams Gewest met ongeveer 123.050 jobs zal stijgen van begin 2012 tot eind 2017. Het gaat hier om de netto-jobcreatie van zowel werknemers als zelfstandigen. Aan het einde van de projectieperiode zullen er 2,76 miljoen personen werkzaam zijn in Vlaanderen, waarvan bijna 391.000 in de voornaamste activiteitstakken van de social profit. In de periode 2012-2017 komen er 42.300 jobs bij in de Vlaamse social profit. Volgens het projectiemodel van het Planbureau gaat het om 37.700 jobs in de gezondheids- en welzijnssector. Verso raamt op basis van het projectiemodel nog 4600 bijkomende jobs in activiteitstakken op vlak van cultuur, kunst, recreatie en verenigingen.

Achter de netto-toename van 123.050 jobs Vlaanderen in de periode 2012-2017 schuilt een dynamiek van groeien en krimpen van verschillende economische sectoren. tegenover de jobcreatie in alle groeisectoren, voornamelijk dienstensectoren, staat de jobdestructie in alle krimpsectoren, voornamelijk industrie. Maar liefst een kwart van de 167.335 jobs die er worden gecreëerd, zullen gerealiseerd worden in de social profit.

Verso wijst erop dat het rapport van het Planbureau wel een beeld geeft over de verwachte uitbreiding van de social profit die voortvloeit uit toenemende socio-demografische noden, maar niets zegt over de vervanging van oudere generaties werkenden die de arbeidsmarkt verlaten. Verso benadrukt nogmaals dat een meersporenstrategie noodzakelijk is om zowel de uitbreidingsvraag als de vervangingsvraag in de Vlaamse social profit te kunnen opvangen.

Desocialprofitleverteenkwartvandewerkgelegenheids-groeitotenmet2017

6

communicatieenzelfroosterenonderdeloupetijdensFlandersSynergycongres

SEcToRniEuWS

centrum OASeS van de UA heeft de laatste editie van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting gelanceerd. Daarin focust de onderzoeksgroep op lokale sociale innovatie: creatieve, kleinschalige sociale acties die ontstaan vanuit geëngageerde burgers, het lokale middenveld of lokale overheden. Voorbeelden zijn voedselbanken, wijkgezondheidscentra, ruilwinkels en coöperaties.

In 2011 liep 9,8% van de Vlaamse bevolking een risico op armoede, een lichte daling ten opzichte van 2010. Het gaat om mensen die over een inkomen beschikken dat lager is dan 60% van het mediaan beschikbaar inkomen op individueel niveau. Mensen uit eenoudergezinnen en werklozen lopen een hoger risico op armoede: 22,2% van de mensen uit eenoudergezinnen en 23,2% van de werklozen.

De organisatie Welzijnszorg start ondertussen een campagne om armoede bij ouderen onder de aandacht te brengen met als titel ‘Armoede verjaart niet’. Een op de vijf ouderen leeft in armoede. De campagne is een samenwerking met OkRA, trefpunt 55+ en de vzw Welzijnsschakels.

Meer informatie: www.oases.be

ArmoederisicoinVlaanderen

duiktonder10%

Op 25 oktober 2012 vond al het derde congres van Flanders Syngergy plaats te Vorst. Flanders Synergy promoot, bevordert en initieert innovaties op het vlak van arbeidsorganisatie met het oog op meer slagvaardige organisaties én een betere kwaliteit van de arbeid. Verso is één van de ambassadors bij Flanders Syngergy. In het gevulde en boeiend congresprogramma werd via twee specifieke workshops ingezoomd op de social profit.

Jody Hoffer Gittell, die eerder op de dag de keynote had gegeven, ging tijdens een lunchseminarie in op haar onderzoek naar ‘relationele coördinatie’ in de gezondheidssector. Zij stelt dat investeren in de onderlinge relaties binnen organisaties kan leiden tot verhoogde kwaliteit en efficiëntie. Het concept van relationele coördinatie is gebaseerd op gedeelde doelstellingen, gedeelde kennis en wederzijds respect tussen de verschillende actoren binnen het zorgproces. Haar onderzoek bij Amerikaanse ziekenhuizen bracht

immers veel zwakke schakels in de communicatieprocessen aan het licht. Relationele coördinatie kan hieraan verhelpen door meer aandacht te besteden aan de communicatie over doelstellingen en kennis. tijdens het seminarie werd gepeild naar hoe haar inzichten binnen de ziekenhuiswereld zich kunnen vertalen naar de thuiszorg en thuisverpleging. De verschillende actoren betrokken bij het zorgproces behoren hier zelfs niet tot eenzelfde organisatie. Volgens mevrouw Gitell liggen ook hier heel wat mogelijkheden voor relationele coördinatie maar dit vraagt de nodige samenwerking over de verschillende schotten heen.

In de workshop ‘Zelfroosteren, een droom voor zorgorganisaties?’ deed Michael Van Buggenhout (Anders vzw) de historiek, het bredere kader

en de concrete toepassingen van het zelfroosteren in zorgorganisaties uit de doeken. Aan de hand van een concreet voorbeeld werd de praktijk van het zelfroosteringsexperiment in een woon- en zorgcentrum belicht. De voordelen, maar ook de nadelen van het zelfroosteren in zorgorganisaties werden scherp naar voren gebracht. De belangrijkste les was dat zelfroosteren slechts het resultaat kan zijn van een proces, dat op een onderbouwde wijze moet worden begeleid. Er zijn heel wat tussenstappen nodig om tot succesvolle zelfroostering in organisaties te komen. Eén van de belangrijkste factoren om zo’n proces tot een goed einde te brengen is de mate van autonomie waarmee teams functioneren.

Meer info: www.flanderssynergy.be

“ Investeren in de onderlinge relaties binnen organisaties kan leiden tot verhoogde kwaliteit en efficiëntie”

7

Op 21 november verscheen de grote Vacature Salarisenquête. Deze tweejaarlijkse salarisenquête van #Vacature bevat voor 2012 de salarisgegevens van 45.769 werknemers. De verwerking en de interpretatie van de resultaten is in handen van professor Luc Sels (KU Leuven). Boeiend is dat de gegevens naar sector kunnen worden uitgesplitst. We lichten er enkele opvallende cijfers uit.

Uit onderstaande grafiek blijkt dat het gemiddelde brutoloon per maand voor een starter in de socio-culturele sector (n=819) lager ligt dan de gemiddelde startlonen over alle sectoren heen en dit voor alle diploma’s. In de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening (n=3061) liggen de startlonen voor een professionele bachelor en voor een universitaire master evenwel boven de gemiddelde starterslonen voor deze diploma’s.

Het brutoloon van een professionele medewerker, dus niet uitvoerend en ondersteunend personeel of het management, over alle sectoren heen bedraagt gemiddeld voor een medewerker met vijf jaar werkervaring 2950 euro per maand en voor een medewerker met 20 jaar werkervaring 3740 euro. In de socioculturele sectoren bedraagt dit brutoloon respectievelijk 2640 euro (-310 euro) en 3140 euro (-600 euro). In de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening gaat het over respectievelijk 2990 euro (+40 euro) en 3420 euro (-320 euro).

Ook opvallend is de loonevolutie. Gemiddeld over alle sectoren heen stijgt het brutoloon van de medewerkers (exclusief management) met +2,4% ten opzichte van de vorige meting in april 2011. In de socioculturele sector bedraagt de loonstijging +2% en in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening slechts +1,7%.

Gemiddeld over alle sectoren heen heeft 58% van de medewerkers (exclusief management) een hospitalisatieverzekering terwijl dit in de socioculturele sector 39% is en in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 51%. Als het gaat over maaltijdcheques is dit in de beide socialprofitsectoren respectievelijk 44% en 47%, terwijl gemiddeld over alle sectoren heen 58% van de medewerkers maaltijdcheques ontvangt.

hoeverhoudendelonenindesocialprofitzichtothetVlaamsgemiddelde?

SEcToRniEuWS

3000

2500

2000

1500

1000

500

0Alle sectoren Socio-culturele Gezondheidszorg

en maatschappelijke dienstverlening

2050 20

50 2440

2110

2070 24

80

1980

1800 20

50 Professionele Bachelor

Master Hogeschool

Master Universiteit

De Vlaamse regering wil, in lijn met internationale aanbevelingen rond inclusieve zorg, informele zorg aanmoedigen. Algemeen wordt aangenomen dat het beter is als de zorgbehoevende zoveel als mogelijk geholpen wordt door familie of kennissen. De Studiedienst van de Vlaams Regering heeft zich in de studie ‘Generaties en solidariteit in woord en beeld’ over dit fenomeen gebogen.

Informele zorg is nog springlevend in Vlaanderen. Maar liefst vier op de tien Vlamingen gaat in op de zorgvraag van een ander. Dat kan iemand zijn die ziek is, een persoon met een handicap of een oudere. Vrouwen zijn in de meerderheid. 57,5% van de informele zorgverleners is vrouw. Vooral tussen 45 en 64 wordt er veel hulp geboden, maar een kwart van de informele zorgverleners is toch al boven de 75. Er is meestal een familieband tussen zorgvrager en zorgverlener. Slechts in 16% van de gevallen is dit niet het geval. Er is ook een verband tussen verenigingswerk en informele zorg. Wie vrijwilligerswerk doet, verricht in de helft van de gevallen ook informele zorg. Voor mensen die aangeven geen vrijwilligerswerk te doen is dat slechts een derde.

Er is ook een belangrijk verband tussen de arbeidssituatie en de mate waarin men zorg verleent. Vaak zijn informele zorgverleners al met pensioen of werken ze deeltijds. Wat vragen doet rijzen over het effect van het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen en het optrekken van de pensioenleeftijd op de informele zorg.

De studie ‘Generaties en solidariteit in woord en beeld’ is te bestellen of te downloaden op de site van de Studiedienst van de Vlaamse Regering: www4.vlaanderen.be/dar/svr

Welkdraagvlakvoorinformelezorg?

Figuur: Startlonen (bruto maandloon) volgens diploma naar sector (vacature salarisenquête 2012)

Meer informatie: www.vacature.com

8

Sociale media zijn hot. Niet alleen grote bedrijven zoals Coca Cola en Dell gebruiken sociale media steeds meer om rechtstreeks met hun klanten te communiceren, ook in de social profit zijn er organisaties die al volop de kaart van die nieuwe media trekken. Eén van de organisaties die een pioniersrol vervullen op het vlak van sociale media is het Jessa Ziekenhuis in Limburg. Communicatiemanager Luc Colla is alvast overtuigd van de troeven die sociale media zoals Facebook bieden.

“Zoals in het boek over conversation management van Steven Van Belleghem staat beschreven, kunnen klanten door de opkomst van social media op veel nieuwe manieren hun mening kwijt over je organisatie. We wilden daar proactief op inspelen en hebben de conversatie met onze doelgroepen opgezocht door socialemediakanalen op te zetten.”

Hoe zijn jullie daaraan begonnen?We zijn niet zomaar in het wilde weg gestart met een Facebookpagina. We hebben ons daarin laten bijstaan door experts. In de eerste plaats hebben we een aantal doelstellingen vooropgesteld: wat willen we bereiken door onze

aanwezigheid op social media? Voor ons was dat in de eerste plaats onze naamsbekendheid verder vergroten en onze dienstverlening onder de aandacht brengen, maar daarnaast was ook een sterkere employer branding van in het begin een belangrijke betrachting.

Hoe werkt dat precies?Jaarlijks trekken we tussen de 100 en 200 nieuwe medewerkers aan. We hebben dus heel wat mensen nodig in een sector waar er al een schaarste aan mensen is. Via social media hebben we een aantal acties opgezet die heel succesvol waren. Dat is ook wel logisch omdat die groep van studenten en mensen die pas op de arbeidsmarkt komen heel actief is op social media. Je kunt ook heel gerichte acties voor die doelgroep verzinnen. Zo hebben we bijvoorbeeld tijdens de examenperiode in juni filmpjes gemaakt met experts uit ons ziekenhuis die tips gaven om de blok door te komen. Bijvoorbeeld over het nut van gezonde voeding, beweging, ontspanning en slapen. Dat waren heel leuke filmpjes die we ook verbonden aan prijzen zoals festivaltickets. We hebben daarmee heel goede resultaten gehaald. Social media zijn op heel korte termijn een belangrijk facet van onze arbeidsmarktcommunicatie geworden.

Kruipt er veel tijd in het onderhouden van die socialemediakanalen?Een medewerker van onze dienst is daar 1 tot 1,5 uur per dag mee bezig. We werken met een contentplan zodat we al enkele maanden op voorhand weten wat we welke dag gaan brengen. Afhankelijk van de actualiteit passen we daar nog dingen in. Dat maakt dat we onszelf dwingen op regelmatige basis te publiceren. Ook heel belangrijk is monitoring. Het internet is 24u op 24 open. Dat wil zeggen dat er dus ook 24u op 24 negatieve verhalen over jouw organisatie de kop kunnen opsteken. Het is zeker nuttig om goed op te volgen wat er wordt verteld over

je organisatie zodat je ook snel kunt reageren.

Welke rol spelen eigen medewerkers in het socialemediaverhaal?We zien dat het heel vaak de eigen medewerkers zijn die positief reageren op onze berichten. Bovendien versterken zij onze aanwezigheid op social media door de content van onze site verder te verspreiden via hun eigen Facebook. Daar gaat het in conversation management ook deels om: word of mouth. Via Facebook gaat dat heel snel. Een ambulancier van ons ziekenhuis heeft bijvoorbeeld in zijn vrije tijd een stichting opgericht, Stichting Ambulance Wens, om de laatste wens van terminaal zieke patiënten te vervullen. Die gaat nu appels verkopen in de hal van het ziekenhuis. Dat bericht heeft 700 likes gekregen, 44 reacties en is 300 keer gedeeld op de Facebookpagina van anderen. Zo creëer je eigenlijk een spontane mond-aan-mondreclame. Ik vind Facebook dus een sterk middel om medewerkers als ambassadeurs te erkennen. En dat is ook employer branding. Medewerkers zijn fier op hun ziekenhuis, maar ook potentiële werknemers zien dat het hier een toffe werkplek is.

Welke tips geeft u mee aan organisaties die nog maar pas met sociale media aan de slag gaan?Drie dingen zijn belangrijk: planmatig ermee omgaan, er een gewoonte van maken en het gewoon doen. Je krijgt het alleen maar in de vingers door er mee bezig te zijn.

indebanvansocialemedia

SEcToRniEuWS

Ben je zelf bang van sociale media of omhels je ze? Hoe mix je ze met andere communicatiekanalen? Hoe maak je een eigen Facebookpagina, wat doe je met

privacygevoelige informatie en welke mogelijkheden bieden sociale media op vlak van personeelsmanagement? Het Vlaams Welzijnsverbond, cera, Weliswaar en Verso

organiseren op 24 januari 2013 een studiedag over sociale media in de social profit. Meer informatie en inschrijven op www.verso-net.be

“ Sociale media zijn op korte termijn een belangrijk facet van onze arbeidsmarkt- communicatie geworden”

9

Naar aanleiding van het emeritaat van prof. Frans Lammertyn, organiseerde de Faculteit Sociale Wetenschappen, een colloquium rond actuele vragen en uitdagingen van het welzijnsbeleid in Vlaanderen. In 1996 onderzocht en analyseerde prof. Lammertyn de belangrijkste nieuwe trends in het Vlaams welzijnsbeleid in ‘De zorg voor welzijn: actuele antwoorden op oude vragen’. Het colloquium boog zich over de vraag of er in de 15 jaar sinds dit boek is uitgebracht, veel is veranderd.

Uit de uiteenzetting van koen Hermans (kU Leuven) bleek dat heel wat toenmalige antwoorden nog steeds brandend actueel zijn. tegelijkertijd zijn er in de afgelopen 15 jaar nieuwe uitdagingen aan de oppervlakte gekomen. Maar de voorbije 15 jaar zijn ook heel veel successen geboekt. Dat bleek ook uit de bevraging van het panel dat bestond uit Agnes Bode (Familiehulp), Frank cuyt (Vlaams Welzijnsverbond), Ludo Fret (Alert, Pluralistisch Overleg Welzijnswerk), Herman Janssens (kVG), Luc Martens (oud-minister van Welzijn) en Inge Vervotte (Emmaüs en ook oud-minister van Welzijn).

De sterke uitbreiding van het budget voor welzijn de voorbije 15 jaar spreekt misschien wel het meest tot de verbeelding. Maar ook de invoering van de zorgverzekering, het persoonlijk assistentiebudget en de sterk verbeterde loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector waren een grote stap vooruit.

Maar we hoorden ook kritieken en verwachtingen naar de toekomst. Ondanks de sterke uitbreidingen volstaat het aanbod van de welzijnszorg nog niet. Ook de inclusieve samenleving is nog niet gerealiseerd, vooral niet op het vlak van onderwijs en arbeidsmarkt. Daarnaast bemoeilijkt de verkokering van de welzijnszorg zorg op maat en vernieuwing en zal de krapte op de arbeidsmarkt de sector in de toekomst voor grote uitdagingen plaatsen. ten slotte moeten we manieren vinden om de zorg voor een deel terug te vermaatschappelijken en de vermarkting in goede banen te kunnen leiden.

Van maandag 12 tot en met vrijdag 16 november was het de week van de patiëntveiligheid. Het beleid doet al heel wat om de veiligheid van patiënten te verhogen, maar volgens het Vlaams Patiëntenplatform vindt dat er nog heel wat meer gedaan kan worden. Het Vlaams Patiëntenplatform vraagt bijvoorbeeld sluitend cijfermateriaal over het aantal gevallen waar de veiligheid in het gedrang kwam, richtlijnen voor de communicatie na een medisch ongeval, meer afstemming tussen het federaal en het Vlaams niveau, ziekenhuizen te beoordelen op hun cijfers op het vlak van patiëntveiligheid - en de financiering hierop af te stemmen - en tot slot een betere voorlichting van patiënten.

Het Vlaams Patiëntenplatform heeft haar standpunten gebundeld in de publicatie ‘Patiëntveiligheid’. Meer informatie op www.vlaamspatientenplatform.be

Op 16 november vierde Job & Co 25 jaar sociaal ondernemen met een inhoudelijk boeiend namiddagforum te Gent. Geert van Hootegem, hoogleraar kU Leuven, onderhield de volle forumzaal met een aantal, soms provocatieve stellingen over ons arbeidsbestel en de kwaliteit van de jobs. Zijn conclusie was dat elke medewerker een doenker moet zijn: een doener én een denker in één. Bert Boone, algemeen directeur van Job & co, illustreerde hoe Job & co een aantal uitgangspunten en principes van een goede kwaliteit van de arbeid en van organiseren in de praktijk zet. tot slot gaf Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van de VDAB, een aantal trends weer die zich de komende jaren zullen voltrekken op de arbeidsmarkt. Bovendien gaf hij meteen ook aan op welke wijze de arbeidsmarkt zich zal moeten aanpassen om een antwoord te bieden op deze tendensen. Bedrijven moeten gaan voor meer variatie. Als ondernemingen vissen in de vijver van talent moet men niet zoeken naar een goudvis, maar vissen in de ruime zee van bontgekleurde vissen. Hugo Bulté, voorzitter van de raad van bestuur van Job & co, sloot de viering af met een historiek van 25 jaar ondernemen.

WatheefthetVlaamswelzijnsbeleiddeafgelopen15jaargerealiseerd?

overheidkanmeerdoenvoorveiligegezondheidszorg

25jaarsociaalondernemeninGent

SEcToRniEuWS

Op 14 november werd een nieuw bedrijfspand van Levanto te Deurne plechtig geopend. De genodigden kregen de gelegenheid om de nieuwe ateliers en de werk- en klaslokalen te bezichtigen. Fotoreportages verlevendigden de missie en de werkzaamheiden van Levanto in de nieuwe gebouwen. Deze nieuwe gebouwen zullen er zeker toe bijdragen dat de arbeidskansen van kwetsbare groepen op onze arbeidsmarkt in goede omstandigheden kunnen worden verhoogd.

Levantoopentnieuwbedrijfspand

www.levanto.be

10

SEcToRniEuWS

“Via de DUOdag overtuigde Amélie ons dat een persoon met een beperking, in dit geval een hoorstoornis, perfect haar job als ergotherapeute kan uitoefenen. Ze kwam bovendien zo gemotiveerd over, dat we onmiddellijk aan haar dachten toen we even later een vacature hadden.” Aan het woord is Patrick Vallé, directeur van woon- en zorgcentrum Sint-Anna in Eernegem. Sint-Anna was op 22 maart 2012 een van de 369 ondernemingen die een persoon met een arbeidshandicap over de vloer kregen in het kader van de DUOdag.

De DUOdag is een initiatief dat de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap wil bevorderen. Wzc Sint-Anna maakte via de DUOdag kennis met Amélie, ergotherapeute van opleiding. Op dat moment zat Amélie in begeleiding bij Jobcentrum, een dienst voor gespecialiseerde opleiding, begeleiding en bemiddeling in West-Vlaanderen. “Vóór de DUOdag hadden we al eens samengezeten met Amélie om de verwachtingen en de mogelijkheden af te stemmen”, aldus Patrick Vallé. “toen bleek al haar enthousiasme. thuis heeft ze een spel voorbereid om zo van de DUOdag een succes te maken. Op de dag zelf heeft ze meegelopen met een van onze ergotherapeuten, maar het spel dat ze thuis had voorbereid heeft ze zelfstandig tot een goed einde gebracht. Het contact met de ouderen verliep daarbij heel goed.”

Sint-Anna was dankzij de DUOdag overtuigd van de capaciteiten en motivatie van Amélie. De organisatie wilde dan ook graag met haar verdergaan. Patrick Vallé vertelt: “In april hadden we een vacature voor ergotherapeut. Dankzij onze positieve ervaring tijdens de DUOdag, dachten we meteen aan Amélie. Waarom zouden we het niet met haar proberen? We begonnen eerst met een langere stage. tijdens deze stageperiode zagen we hoe Amélie de bewoners kan boeien en hoe ze alle taken

met veel enthousiasme uitvoert.” Amélie kreeg in juni een vast contract aangeboden om in wzc Sint-Anna aan de slag te gaan als een volwaardige ergotherapeute. Ze begeleidt in de organisatie een eigen leefgroep. Ze doet dit volledig zelfstandig.

Iedereen is enthousiast: “De samenwerking met de collega’s verloopt vlot. Haar enthousiasme werkt aanstekelijk. Ook de bewoners zijn erg tevreden. Ondanks haar beperking slaagt Amélie erin om via oogcontact en gebarentaal vlotte persoonlijke contacten te leggen met dementerende bejaarden. Ze is daarbij heel gefocust. Het houden van oogcontact is voor haar essentieel. De bewoner staat

centraal en krijgt alle aandacht zonder dat ze door de omgeving wordt afgeleid. Haar contacten

met bewoners zijn daardoor ook erg intensief. Ze is daarin een voorbeeld voor de collega’s.” Zo merk je dat een beperking soms een échte troef kan zijn!

“Amélie wil vooruit. Ook vergaderingen vormen geen probleem. De medewerkers letten er wel extra op dat ze oogcontact houden met Amélie. Bovendien vertaalt een tolk voor haar in gebarentaal. Op die manier kan zij de gesprekken volgen en ook haar ideeën overbrengen. De tolk zal niet fysiek aanwezig zijn maar zal via een webcam de gesprekken vertalen voor Amélie. De aankoop van een webcam staat nog op de planning.” Goed om weten is dat VDAB tegemoet komt bij de aankoop van arbeidsgereedschap. Wzc Sint-Anna kan ook genieten van de Vlaamse Ondersteuningspremie. Werkgevers met vragen over zo’n ondersteuningsmaatregelen kunnen hiervoor terecht bij Jobkanaal: www.jobkanaal.be.

Vanstagedagtotvastekracht:AmélieversierdetijdensdeDuodageenjobalsergotherapeute

Sint-Anna kan met grote tevredenheid terugkijken op de DUOdag. Wenst u ook vrijblijvend kennis te maken met de competenties van werkzoekenden met een arbeidshandicap? Op 21 maart 2013 gaat de DUOdag opnieuw door. Inschrijven kan alvast via www.duodag.be.

Werkgevers uit de social profit kunnen zich daarnaast via de website van VIVO, sectorfonds van de social profit, ook op andere momenten kandidaat stellen om een werkzoekende met een arbeidshandicap een stageplaats of vrijwilligerswerk aan te bieden. Meer info vindt u op www.vivosocialprofit.org.

De DUOdag is een Vlaams initiatief en komt tot stand dankzij diverse organisaties die de werkgelegenheid van mensen met een arbeidsbeperking willen bevorderen. DUOdag is een organisatie van GTB (Gespecialiseerde Trajectbepaling en -Begeleiding) in samenwerking met: de GOB’s (Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling), Jobkanaal, VOKA, Unizo, Verso, RESOC/SERR en VDAB.

“ Soms kan een beperking een échte troef zijn!”

Meer informatie: www.jobkanaal.com

www.duodag.be

11

Close the Gap wil in het kader van PC Solidarity, haar Belgische activiteitenluik, de digitale kloof in België verder helpen te dichten door hoogwaardige gebruikte computers ter beschikking te stellen en hierdoor de toegang tot technologie van bepaalde doelgroepen te vergemakkelijken. De klemtoon ligt op het verhogen van de kansen tot tewerkstelling voor kansarme groepen.Organisaties die Ict-competenties van kansarmen verhogen met als bedoeling de doelgroep voor te bereiden op tewerkstelling, kunnen ondersteuning krijgen voor hun educatieve activiteiten van close the Gap. Indien uw aanvraag wordt goedgekeurd, kunt u rekenen op gratis pc’s, een jaar lang ondersteuning van een helpdesk, twee dagen vorming voor de begeleiders en eventueel ook financiële ondersteuning voor het project. De pc’s zijn bedoeld voor gemeenschappelijke ruimtes, niet voor individueel gebruik thuis.

Meer informatie vindt u op www.kbs-frb.be/call.aspx?id=293359&src=true&langtype=2067

Inclusie Invest, een coöperatie die de woningnood voor personen met een beperking wil aanpakken, lanceerde een brede campagne om investeerders aan te trekken. Iedereen kan intekenen op een aandeel van 2000 euro aan een rendement van 1,5%. Deze middelen worden geïnvesteerd in aangepaste woningen die voor een haalbare prijs verhuurd worden aan mensen met een beperking. Ook minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen ondersteunt het project. De Participatie Maatschappij Vlaanderen (PMV) stelt 4.000.000 euro ter beschikking voor de realisatie van de eerste 5 projecten. De coöperatie heeft concrete plannen voor de realisatie van 1200 plaatsen tegen 2020.

Meer informatie: www.inclusieinvest.be

2deDagvandeZorgkomteraan!

Gratispc’svoorhettrainenvanict-vaardigheden

inclusieinvestvraagtpubliekteinvestereninwoningenvoormensenmeteenbeperking

AAnKonDiGinGEn

Op zondag 17 maart vindt de 2de editie van de Dag van de Zorg plaats. Organisaties uit zorg en welzijn houden dan een grootschalige opendeurdag. Op deze manier willen ze de zorg- en welzijnssector op een positieve manier onder de aandacht brengen.

De komende jaren zullen zorg en welzijn vele duizenden vacatures moeten zien in te vullen. Bovendien moet de beeldvorming over zorg en welzijn gecorrigeerd worden. Met Dag van de Zorg wil de sector daar gezamenlijk werk van maken.

Naast zorgvoorzieningen en welzijnsorganisaties neemt ook het onderwijs actief deel dit jaar. Alle deelnemers krijgen een ruim pakket aan ondersteuning en communicatie, met onder meer ruimte in de Dag van de Zorgkrant die op grote schaal verspreid wordt.

tal van koepelorganisaties uit zorg en welzijn, waaronder Verso, ondersteunen dit initiatief. Ook de Vlaamse overheid, zorgambassadeur Lon Holtzer en de VDAB zijn partners.

Wie nog deel wil nemen, kan contact nemen met de organisatie via [email protected] informatie vindt u op www.dagvandezorg.be

12

hertekeningvanhetVlaamssociaaloverleg:decrucialerolvandesocialprofitsectoren

PLATFoRmTEKST

Deze platformtekst wordt onderschreven door: • Bruno Aerts, directeur Verso• Agnes Bode, voorzitter VVDG• Xavier Brenez, directeur-generaal

Onafhankelijke Ziekenfondsen• Paul callewaert, algemeen

secretaris NVSM• Frank cuyt, directeur Vlaams

Welzijnsverbond• Peter Degadt, afgevaardigd bestuurder

Zorgnet Vlaanderen• Francis Devisch, directeur VLAB• Erwin Devriendt, afgevaardigd bestuurder

Solidariteit voor het Gezin• Robert Geeraert, directeur VVDG• Johan Hellings, afgevaardigd

bestuurder ICURO• Stefan Hendriks, voorzitter VSO• Luc Jaminé, directeur VSO• christ’l Joris, voorzitter

Rode Kruis-Vlaanderen• Marc Justaert, voorzitter van

de Christelijke Mutualiteiten • Bart Massart, directeur MID• Geert Messiaen, secretaris-generaal

van de Liberale Mutualiteiten• Prof. Em. Wim Moesen, voorzitter Verso• Jan Renders, voorzitter Vlaams

Welzijnsverbond• Prof. Dr. Philippe Vandekerckhove,

gedelegeerd bestuurder Rode Kruis-Vlaanderen

• Hendrik Van Gansbeke, algemeen coördinator Wit-Gele Kruis van Vlaanderen

• Luc Van Gorp, voorzitter Wit-Gele Kruis van Vlaanderen

• Mieke Van Hecke, directeur-generaal VSKO

• Lieve Van Hoofstadt, voorzitter Sociare• Ludo Van kets, voorzitter SOVERVLAG• karin Van Mossevelde, directeur

Gezondheid en Welzijn van het NVSM• Luc Van Nevel, voorzitter VLAB• Guido Van Oevelen, voorzitter

Zorgnet Vlaanderen• Dirk Vermeulen, directeur Sociare• Paul Wille, secretaris-generaal VSKO

Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw-www.verso-net.beKolonelBourgstraat122bus4-1140Brussel-T027391071-F027367506-info@verso-net.be

Op 1 februari 2012 lanceerde minister-president Peeters een oproep aan de Vlaamse sociale partners om het sociaal overleg in Vlaanderen te reorganiseren. Er zullen immers fundamentele discussies plaatsvinden over de invulling van de nieuwe bevoegdheden die in het kader van de zesde staatshervorming naar Vlaanderen komen.

Het Vlaams sociaal-economische landschap zal in de komende jaren grondig hertekend worden. Zo is er de overdracht van een aanzienlijk pakket arbeidsmarktbevoegdheden, gaande van doelgroepverminderingen en dienstencheques over betaald educatief verlof tot economische migratie. Ook is er de belangrijke overdracht van bevoegdheden in het gezondheids-, welzijns- en gezinsbeleid (o.a. de budgetten en regelbevoegdheid voor de ouderenzorg, de chronische zorg, de kinderbijslag, de investeringskredieten voor de gezondheidszorg en het jeugdsanctierecht).

Deze hertekening moet vorm krijgen tegen de achtergrond van belangrijke maatschappelijke en demografische evoluties. De ondernemingen uit de diverse socialprofitsectoren zullen bij uitstek betrokken partij zijn bij de thema’s die voorliggen in het toekomstige sociaal- economisch overleg. De inzet is dus groot. Het gaat om het verbeteren van de competitiviteit van de Vlaamse economie en het verhogen van de werkzaamheid. Maar de Vlaamse besluitvorming en het sociaal overleg zullen ook meer dan ooit bepalend zijn voor de manier waarop we een zorgzaam, duurzaam en warm Vlaanderen verder uitbouwen. Een cruciale oefening want de uitdagingen zijn groot.

De Vlaamse sociale partners hebben de handschoen opgenomen en aangegeven dat ze dit overleg willen (her)organiseren binnen de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). De zelfkritische reflectie-oefening van de sociale partners

om het sociaal-economische overleg in Vlaanderen verder te dynamiseren, moet rekening houden met de nieuwe evoluties in de samenleving, met het nieuwe institutionele kader en moet gebeuren vanuit de ambitie om de efficiëntie en de slagkracht van het Vlaams overleg te verhogen.

De ondertekenaars van deze platform-tekst onderstrepen het belang van een breed gedragen overleg. Het spreekt vanzelf dat alle representatieve segmenten in de samenleving, waaronder de social profit, een evenwaardige en volwaardige rol spelen op alle besluitvormingsniveaus van het Vlaams sociale overleg. Dit betekent ten eerste dat Verso, als erkende samenstellende organisatie binnen de SERV, een volwaar-dige rol opneemt in de advisering én het overleg. Dit is trouwens nu al het geval voor de socialprofitwerkgevers in de federale Nationale Arbeidsraad en de andere sociaal-economische gewestraden. Vlaanderen kan hier niet achter blijven. ten tweede betekent dit dat alle relevante maatschappelijke kernactoren, waaronder de vertegen-woordigers van de gebruikers, de zorgaanbieders en de ziekenfondsen als volwaardige gesprekspartners bij de conceptuittekening en de toekomstige regie van het Vlaams gezondheids-, welzijns- en gezinsbeleid betrokken worden. Hun gedegen terreinkennis is immers noodzakelijk om een gedragen en duurzaam Vlaams welzijnsmodel te kunnen bouwen.

De socialprofitwerkgevers staan klaar om mee het bouwplan voor een geïntegreerd sociaal overleg te schragen. Overeenkomstig hun soortelijk gewicht willen de ondernemingen uit de diverse socialprofitsectoren hun representatieve stem doen gelden. De social profit in Vlaanderen is immers goed voor 13.800 ondernemingen met 372.000 arbeidsplaatsen of 17% van de loontrekkende tewerkstelling.