Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t....

33
Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde MBO'ers in Flevoland September 2015 Ronald Canwood Mildred Antonius

Transcript of Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t....

Page 1: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

Verslag

Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde MBO'ers in Flevoland September 2015 Ronald Canwood Mildred Antonius

Page 2: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding 2. Doel en doelgroep 3. Werkwijze Onderzoek 4. Respons en representativiteit Onderzoek 5. Resultaten Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo'ers

5.1 Inleiding 5.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van jong afgestudeerden

5.2.1 Opleiding jong afgestudeerden 5.2.2 Opleidingsrichting 5.2.3 Niveau van de mbo opleiding 5.2.4 Leerwegen 5.2.5 Diplomering of certificering afgestudeerden

5.3 Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

5.3.1 Inleiding 5.3.2 Huidige arbeidsmarktpositie afgestudeerde mbo'ers 5.3.3 Werk jong afgestudeerde mbo'ers naar sector 5.3.4 Functies afgestudeerde mbo'ers 5.3.5 Soort aanstelling afgestudeerde mbo'ers 5.3.6 Omvang van de banen van afgestudeerde mbo'ers 5.3.7 Werkplaats afgestudeerde mbo'ers 5.3.8 Aansluiting beroep op opleiding 5.3.9 Aansluiting beroep op opleidingsniveau 5.3.10 Opleiding, training of cursus 5.3.11 Werkloosheid onder jong afgestudeerde mbo'ers 5.3.12 Belemmeringen op de arbeidsmarkt voor afgestudeerde mbo'ers 5.3.13 Soort belemmering op de arbeidsmarkt 5.3.14 Tevredenheid afgestudeerde mbo'ers met de arbeidsmarktpositie 5.3.15 Gewenste veranderingen in de arbeidsmarktpositie 5.3.16 Behoefte aan arbeidsbevorderende maatregelen

6. Conclusie Onderzoek Arbeidsmarktsituatie afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

6.1 Inleiding 6.2 Conclusies m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde mbo'ers 6.3 Conclusies m.b.t. de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo'ers

Page 3: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

3

1. Aanleiding

Door de economische crisis en de vele bezuinigingen binnen zorg en welzijn (Z&W), komen jonge

afgestudeerden moeilijk aan het werk. Tegelijkertijd zien we veranderingen in de zorg (door

transities, nieuwe beroepsprofielen etc.) en gewijzigde voorkeuren van burgers. De verwachting is dat

het aantal banen in de zorg in de jaren na 2016 gaat toenemen. Omdat de zorg(vraag) aan het

veranderen is, zullen ook de eisen die aan medewerkers worden gesteld veranderen.

De huidige afgestudeerden Zorg en welzijn lopen het risico dat er voor hen geen plaats is op de

arbeidsmarkt. Er dreigt daarmee een verloren generatie. Een concrete oplossing is nog niet voor

handen. Een eerste stap zou kunnen zijn ervoor zorgen dat jonge afgestudeerden, zolang ze nog geen

baan hebben gevonden, in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op de eisen die straks

worden gesteld aan nieuwe werknemers.

In Zowelwerkverband (ZWW) is daarom besloten om in 2015 een project Werkervaringsplaatsen te

starten. Het project is gericht op het vergroten van de kansen van jonge mbo-afgestudeerden Zorg en

welzijn op het (op termijn) vinden van een passende baan door hen werkervaringsplaatsen binnen

Zorg en Welzijn aan te bieden. Als eerste stap naar het realiseren van dit doel, heeft ZWW onderzoek

gedaan onder jongeren in Flevoland die de afgelopen drie jaar een mbo-diploma Z&W behaalden.

2. Ontwikkelingen m.b.t. arbeidsmarktperspectief mbo-afgestudeerden zorg en welzijn

De transities en bezuinigingen in de zorg, bezuinigingen en de inrichting van de zorg thuis en in de

wijk, hebben landelijk consequenties voor de kansen en de positie van mbo’ers op de arbeidsmarkt.

De kansen voor afgestudeerden mbo’ers op niveau 4 in de zorg zijn volgens Stichting Samenwerking

Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB, voorheen Calibris) voldoende tot goed. Hierop zijn enkele

uitzonderingen, laboranten. De vooruitzichten voor mbo-verpleegkundigen zijn ruim voldoende en

ook de technisch-medische beroepen op niveau 4 bieden ruim voldoende tot goede kansen op werk.

Ook tandarts- en doktersassistenten hebben voldoende kansen op de arbeidsmarkt. Kansen zijn gering

voor afgestudeerden in de richtingen zorghulp (niveau 1), helpende (niveau 2) en medewerker

maatschappelijke zorg (niveau 3). De komende jaren blijft wel vraag naar thuiszorgmedewerkers of

verzorgenden, maar de concurrentie is groot omdat veel medewerkers hun baan kwijtraken. De

kansen na het mbo voor de verzorgende (niveau 3) zijn te typeren als voldoende (bron:

Sectorbeschrijving zorg, juni 2015).

In vergelijking met 2014 is het aantal studenten welzijn verder afgenomen. Voor toekomstige

gediplomeerden Pedagogisch werker jeugdzorg (niveau 4) lijken arbeidsmarktvraag en -aanbod in

evenwicht. Voor de andere welzijnskwalificaties is de kans op werk gering. Voor studenten

Pedagogisch werk op niveau 4 zijn er onvoldoende leerplaatsen. De kans op stage voor de overige

opleidingen is de kans (ruim) voldoende. (Bron: Calibris)

Page 4: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

4

In Flevoland zijn bij een kleine inventarisatie onder een aantal zorg- en welzijnsinstellingen de

volgende trends waar te nemen:

1. Een tekort aan stageplekken voor niveau 1 en niveau 2 opleiding in zorg en welzijn. Het tekort

ontstaat mede doordat instellingen werk en dus ook stageplekken op niveau 1 en 2 afbouwen

en/of door vervanging van niveau 2 door niveau 3 medewerkers.

2. Een verdringing van mbo’ers door vrijwilligers en hbo’ers in zorg en welzijn. Vooral binnen het

welzijnswerk zien we een verdringing van mbo niveau 1 door vrijwilligers, netwerkleden en eigen

kracht van mensen. Binnen de zorg vindt de verdringing vooral plaats door hbo’ers.

3. Het leenstelsel zou belemmerend werken op de mogelijkheden van mbo-studenten om door te

studeren op hbo-niveau.

4. Niveau 3 en niveau 4 mbo’ers (met name) worden opgeschaald door het aanbieden van

keuzeprogramma's, modules, verkorte opleidingstrajecten op hbo niveau of hbo-opleidingen.

5. Gebrek aan banen voor niveau 1 en 2 afgestudeerde mbo’ers. De verwachting is dat de

perspectieven op een baan voor niveau 3 en 4 gunstiger zijn.

3. Doel/doelgroep/beoogde resultaten

Doel

De stand van zaken m.b.t. de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van ROC Landstede en ROC

Flevoland inzichtelijk maken en onderbouwen van het beeld dat ook in Flevoland sprake is van een

z.g. verloren generatie.

Aanvankelijk zouden ook afgestudeerden Z&W van ROC Friese Poort en Windesheim Almere

betrokken worden bij het onderzoek. Helaas heeft ROC Friese Poort door de invoering van een nieuw

leerlingadministratiesysteem ex-leerlingen die tot de doelgroep behoren niet kunnen betrekken bij het

onderzoek.

Om mee te doen aan het onderzoek, moesten studenten ten minste één jaar afgestudeerd zijn.

De eerste hbo-afgestudeerden Z&W van Windesheim Almere zijn pas dit jaar (2015) afgestroomd. Zij

kwamen daarom niet in aanmerking voor deelname.

Doelgroep

Jongeren in Flevoland die de afgelopen drie jaar (2012-2014) zijn afgestudeerd aan de mbo-opleiding

sector Zorg en Welzijn van ROC Flevoland (MBO College Almere en MBO College Lelystad) en ROC

Landstede.

Beoogde resultaten

Dit onderzoek moet resulteren in een onderzoeksrapport met daarin de arbeidsmarktsituatie van

afgestudeerde mbo'ers binnen zorg en welzijn in Flevoland. Ook moet duidelijk zijn of er sprake is van

een ‘verloren generatie’ in Flevoland.

Page 5: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

5

4. Werkwijze Onderzoek

Voor de uitvoering van het onderzoek zijn de volgende stappen genomen:

a) Er zijn gesprekken gevoerd met Windesheim Almere, ROC Flevoland, ROC Friese Poort en ROC

Landstede over het doel en de uitvoering van het onderzoek.

b) Zowelwerk (onderdeel van CMO Flevoland) heeft een vragenlijst ontwikkeld die ter

goedkeuring is aangeboden aan de betrokken ROC’s. De voorgestelde wijzigingen en

aanvullingen zijn ingevoerd, waarna de vragenlijst is opgeslagen in het online

enquêteprogramma Survey Monkey.

c) De vragenlijst is door de administraties van MBO College Almere, MBO College Lelystad en

ROC Landstede via een link verstuurd naar ex-leerlingen. Door de invoering van een nieuw

administratiesysteem heeft ROC Friese Poort de verzending van de vragenlijst niet kunnen

uitvoeren.

d) In totaal zijn 785 ex-leerlingen benaderd waarvan 750 van ROC Flevoland en 35 van ROC

Landstede.

e) Er zijn 101 vragenlijsten digitaal ingevuld geretourneerd, waarvan 93 van ROC Flevoland en 8

van ROC Landstede.

f) De verzamelde data is via Survey Monkey verwerkt en geanalyseerd. Op basis van deze

analyse zijn nog eens 30 ex leerlingen benaderd via een digitale vragenlijst om meer

informatie te verzamelen over hun behoefte aan voor-, na- of bijscholing. Deze gegevens zijn

ook in Survey Monkey verwerkt en geanalyseerd.

g) Er zijn een concept en eindverslag geschreven over de resultaten van het onderzoek.

5. Respons en representativiteit onderzoek Respons 785 afgestudeerde mbo'ers van ROC Flevoland en ROC Landstede zijn per e-mail benaderd. Van dat

aantal zijn 750 afgestudeerden van ROC Flevoland en 35 van ROC Landstede. In totaal hebben 120

afgestudeerden de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons 15,2%.

Representativiteit

Uitgaande van een foutenmarge van 7% en een betrouwbaarheidsniveau van 90% moet de steekproef

minimaal 118 afgestudeerde mbo'ers groot zijn om representatief te zijn.

Met een respons van 120 afgestudeerde mbo'ers kan geconcludeerd worden dat de

onderzoekresultaten representatief zijn voor de populatie mbo'ers van ROC Flevoland en ROC

Landstede.

Page 6: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

6

6. Resultaten onderzoek Arbeidsmarktsituatie afgestudeerde mbo'ers Flevoland

6.1 Inleiding

In de volgende paragraven wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek. Eerst wordt een

schets gegeven van de onderwijsachtergrond van de afgestudeerde jongeren. Vervolgens wordt

ingegaan op hun arbeidsmarktsituatie.

6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren

De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden heeft betrekking op de door hen gevolgde

opleiding, het taaltraject, de training of cursus, de mbo-richting, het niveau van de opleiding en de

leerweg. Ook is belangrijk of zij een diploma hebben behaald.

6.2.1 Opleiding jonge afgestudeerden

Afgestudeerden is gevraagd of ze een traject of een opleiding (Vavo- of mbo-opleiding) hebben

gevolgd. Afgestudeerden van ROC Flevoland (n=93) geven aan een taaltraject (22,6%), een Vavo-

opleiding (17,2%) en een training of cursus (60,2%) te hebben gevolgd. 93,5% van de afgestudeerden

heeft ook een mbo-opleiding doorlopen.

Alle afgestudeerden van ROC Landstede (n=8) geven aan een mbo-opleiding te hebben gevolgd. 75%

zegt een training/cursus te hebben gevolgd en 25% een Vavo-opleiding.

Afgestudeerden die bij ROC Flevoland een Vavo-opleiding hebben gevolgd (n=19), zeggen een vmbo-

opleiding (84,2%), een vwo-opleiding (10,5%) of een havo-opleiding (5,3%) te hebben doorlopen. Van

ROC Landstede geven 3 leerlingen aan een vmbo-opleiding te hebben gevolgd.

54,6% van de mbo'ers (n=86) is jonger dan 25 jaar. 45,4% is ouder dan 25 jaar.

17,2%

93,5%

60,2%

25,0%

100,0%

75,0%

0,0% 20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0% 120,0%

Vavo opleiding

MBO opleiding

Training of cursus

Grafiek 1. Deelname aan ROC trajecten in Flevoland

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 7: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

7

6.2.2 Opleidingsrichting

De meeste afgestudeerden van ROC Flevoland (n=83) geven aan de opleiding Verzorgende IG (20,5%),

MBO Verpleegkunde (15,7%) en Helpende Zorg en Welzijn (14,5%) te hebben gevolgd.

Ook afgestudeerden van ROC Landstede zeggen vooral de opleiding Verzorgende IG (62,5%), MBO

Verpleegkunde (25%) en Helpende Zorg en Welzijn (12,5%) te hebben doorlopen.

Overige opleidingen waarin de leerlingen van ROC Flevoland zijn afgestudeerd zijn

schoonheidsspecialiste, Monteur elektrotechnische installaties en mbo scheepsbouw.

14,5%

15,7%

20,5%

3,6%

6,0%

1,3%

9,6%

1,2%

4,8%

6,0%

2,4%

7,2%

7,2%

12,5%

25,0%

62,5%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0%

Helpende Zorg en welzijn

MBO Verpleegkunde

Verzorgende IG

Zorghulp

Medewerkers Maatschappelijke Zorg

Sociaal Cultureel Werker

Pedagogisch Medewerker Kinderopvang

Persoonlijke Begeleider Gehandicaptenzorg

Persoonlijke begeleider Specifieke doelgroepen

Pedagogisch medewerker Jeugdzorg

Sociaal Maatsschappelijke Dienstverlener

Onderwijsassistent

Anders

Grafiek 2. MBO opleidingen naar richting

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 8: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

8

6.2.3 Niveau van de mbo-opleiding

Afgestudeerden van ROC Flevoland (n=83) geven aan een opleiding op niveau 4 (54,2%) en niveau 3

(24,1%) te hebben gevolgd. 19,2% zegt een opleiding op niveau 2 te hebben gevolgd en 2,4% heeft

geleerd op niveau 1.

Afgestudeerden van ROC Landstede (n=8) geven aan een niveau 3 opleiding te hebben gevolgd

(62,5%). Een kwart (25%) zegt een niveau 4 opleiding te hebben gevolgd, terwijl 12,5% aangeeft een

niveau 2 opleiding te hebben doorlopen.

6.2.4 Leerwegen

Afgestudeerden van ROC Flevoland (n=83) geven aan een BBL-opleiding (51,8%) te hebben gevolgd.

41% zegt een BOL-opleiding te hebben gevolgd, terwijl 7,2% aangeeft een Deeltijd BOL te hebben

gedaan. Afgestudeerden van ROC Landstede hebben een BBL-opleiding (75%) of een BOL-opleiding

(25%) gevolgd.

2,4%

19,3% 24,1%

54,2%

12,5%

62,5%

25,0%

0,0%

20,0%

40,0%

60,0%

80,0%

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

Grafiek 3. MBO opleiding naar niveau

ROC Flevoland ROC Landstede

41,0%51,8%

7,2%25,0%

75,0%

0,0%

50,0%

100,0%

BBL BOL Deeltijd BOL

Grafiek 4. MBO opleiding naar leerweg

ROC Flevoland ROC Landstede

Page 9: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

9

6.2.5 Diplomering afgestudeerden

Afgestudeerden is gevraagd of ze een diploma/certificaat van de gevolgde opleiding hebben behaald.

51,7% van de afgestudeerden van ROC Flevoland (n=89) geeft aan het diploma te hebben behaald in

2014 (51,7%), in 2013 (28,1%) of in 2012 (18%). 2,3% van de afgestudeerden heeft het diploma niet

behaald.

Afgestudeerden van ROC Landstede (n=8) zeggen het diploma te hebben behaald in 2014 (62,5%) of

2013 (37,5%).

6.3 Arbeidsmarktsituatie van jonge afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

6.3.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de huidige arbeidsmarktsituatie van de jonge afgestudeerden.

Hen is onder andere gevraagd of zij inmiddels werken of werkloos zijn, wat hun huidige beroep is, of

hun opleiding aansluit op het werk wat betreft richting en niveau, en welke belemmeringen zij

ondervonden op de arbeidsmarkt bij het zoeken en vinden van een baan. Ook is gevraagd of zij

tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie.

6.3.2 Huidige arbeidsmarktpositie afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

De afgestudeerde mbo'ers is gevraagd of zij werken, werkloos of werkzoekend zijn. 76% van de

afgestudeerde mbo'ers (n=120) zegt te werken en 24% zegt werkloos/werkzoekend te zijn. De

werkloosheid onder afgestudeerde mbo’ers is 2,5 keer hoger dan het jeugdwerkloosheidscijfer in het

eerste kwartaal van 2015 (10,8%).

18,0%

28,1%

51,7%

2,2%

37,5%

62,5%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0%

2012

2013

2014

Nee

Grafiek 5. Jaar waarin diploma is behaald?

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 10: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

10

Tabel 1. Arbeidsmarktpositie afgestudeerde mbo'ers

% abs.

Ik werk 76% 91

Ik ben werkloos/werkzoekend 24% 29

Totaal 100% 120

84% (abs. 78) van de afgestudeerde leerlingen van ROC Flevoland (n=93) zegt te werken, 16% (abs. 15)

geeft aan werkloos/werkzoekend te zijn. Ook bij ROC Landstede geven de meeste afgestudeerden

(n=8) aan te werken (87,5%, abs. 7) 12,5% (abs. 1) zegt geen werk te hebben op het moment van het

onderzoek.

6.3.3 Werk en functies jonge afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Afgestudeerden is gevraagd in welke sector ze werkzaam zijn. 65,1% van de afgestudeerden (n=86)

geeft aan in de zorgsector werkzaam te zijn, 18,6% werkt in de welzijnssector en 16,3% in een andere

sector.

Tabel 2. Werk afgestudeerden van ROC’s in Flevoland naar sector % abs.

Zorg 65,1% 56

Welzijn 18,6% 16

Anders 16,3% 14

Totaal 100% 86

Andere sectoren waarin de mbo-afgestudeerden werken zijn onder andere de detailhandel,

entertainment, logistiek, productie, horeca, mode en textiel, hondenverzorging, kinderopvang en

facilitaire dienstverlening.

Afgestudeerden van ROC Flevoland (n=78) geven aan in de zorg (61,5%, abs. 48) en in mindere mate in

welzijn (19,2%, abs. 15) te werken. 19,5% (abs. 15) van de afgestudeerden van ROC Flevoland zegt in

een andere sector te werken. Het gaat vooral om de sectoren zakelijke dienstverlening (detailhandel),

productie en horecawezen.

Bij ROC Landstede geven alle afgestudeerden (n=7) aan in de zorgsector te werken.

84%

87,50%

16%

12,50%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

ROC Flevoland

ROC Landstede

Grafiek 6. Arbeidsmarktpositie afgestudeerde mbo'ers

Ik ben werkloos/werkzoekend Ik werk

Page 11: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

11

De meest voorkomende functies die afgestudeerde mbo'ers (n=86) bekleden zijn Verpleegkundige

(20%, abs. 19), Verzorgende IG (22,1%) en Pedagogisch medewerker (9,3%). De andere functies die

zijn genoemd, zijn onder andere Zorghulp (4,7%), Gastouder (2,4%), Helpende plus (5,8%) en

begeleider gehandicaptenzorg (4,7%).

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de functies die afgestudeerde mbo’ers bekleden.

56,4%

18,0%

25,6%

100,0%

0,0% 20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0% 120,0%

Zorg

Welzijn

Andere sector

Grafiek 7. Werk afgestudeerde mbo-ers naar sector

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 12: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

12

De overige functies hebben onder andere te maken met maaltijdbereider, hondentrainer,

barvrouw/bediener, ervaringsdeskundige Fact-team, verkoopmedewerker, productiemedewerker,

medewerker in een hostel, voedingsassistente en performer.

6.3.4 Soort aanstelling afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Gevraagd naar het soort aanstelling geeft 58% afgestudeerde mbo'ers (n=86) aan een vaste

aanstelling te hebben, terwijl 23,3% zegt een tijdelijke aanstelling te hebben. De overige

respondenten zijn werkzaam als oproepkracht (9,3%), uitzendkracht (5,8%), zelfstandig ondernemer

met personeel (2,3%) en als zzp’er (1,2%).

3

4

17

19

3

8

2

4

2

1

5

2

1

1

1

12

0 5 10 15 20

Cassiere

Begeleider gehandicaptenzorg

Verpleegkundige

Verzorgende IG

Thuiszorgmedewerker

Pedagogische medewerker

Horecamedewerker

Zorghulp

Gastouder

Groepsleider

Helpende (Plus)

Persoonlijke begeleider SD

Medewerkers Maatschappelijke Zorg

Onderwijsassistent

Schoonmaak

Overige

Grafiek 8. Functies afgestudeerde mbo'ers naar soort

Page 13: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

13

Tabel 3. Soort aanstelling mbo'ers % abs.

Vaste aanstelling 58,0% 50

Tijdelijke aanstelling 23,3% 20

Oproepkracht 9,3% 8

Uitzendkracht 5,8% 5

Zelfstandig ondernemer (met personeel) 2,3% 2

Zelfstandig ondernemer zonder personeel (zzp'er) 1,2% 1

Totaal 100% 86

Afgestudeerden van ROC Flevoland (57,7%, n=78) geven aan vooral een vaste aanstelling te hebben,

19,2% zegt een tijdelijke aanstelling te hebben. De overige respondenten van ROC Flevoland zeggen

werkzaam te zijn als oproepkracht (9%), uitzendkracht (6,4%), zelfstandig ondernemer met personeel

(2,5%) en zzp'er (1,3%). De meeste afgestudeerden van ROC Landstede (n=7) geven aan een tijdelijke

aanstelling (57,1%) te hebben en 42,9% zegt een vaste aanstelling te hebben.

De volgende grafiek geeft het aantal tijdelijke aanstellingen van afgestudeerde werkende mbo’ers in

verhouding tot het aantal vaste aanstellingen per beroep.

De verhouding wordt uitgedrukt in een coëfficiënt. Hoe groter de coëfficiënt des te meer mbo’ers een

tijdelijke aanstelling hebben. Hoe kleiner het getal, des te meer mbo’ers een vaste aanstelling hebben.

Een coëfficiënt van 1 betekent dat er evenveel mbo’ers een vaste als een tijdelijke aanstelling hebben

binnen die beroepscategorie.

57,7%

2,6%

1,3%

19,2%

9,0%

6,4%

3,9%

42,9%

57,1%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0%

Vaste baan

Zelfstandige…

ZZP-er

Tijdelijke baan

Oproepkracht

Uitzendkracht

Anders

Grafiek 9. Soort aanstelling afgestudeerede mbo'er

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 14: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

14

Hieruit blijkt dat Verzorgenden IG, Begeleiders gehandicaptenzorg en verpleegkundigen mbo 4 relatief

vaker een vaste aanstelling hebben. Verder blijkt dat Verzorgenden IG vaker een vaste aanstelling

hebben in vergelijking met Verpleegkundige mbo 4.

6.3.5 Omvang van de banen van afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Gemiddeld werkt een afgestudeerde mbo'er Zorg en Welzijn in Flevoland 25,5 uur per week. 31,4%

van de afgestudeerden (n=86) geeft aan een werkweek te hebben van 17-24 uur, 38,4% zegt tussen

25 en 32 uur per week te werken. 12,8% werkt meer dan 32 uur per, 3,5% niet meer dan 8 uur per

week en 14% zegt 9 tot 16 uur per week te werken.

99

0,33

0,4

0,35

0,5

3

1

0

1

99

0,67

0

0

0

99

1

3

4

17

19

3

8

2

4

2

1

5

2

1

1

1

6

0 20 40 60 80 100 120

Cassiere

Begeleider gehandicaptenzorg

Verpleegkundige

Verzorgende IG

Thuiszorgmedewerker

Pedagogische medewerker

Horecamedewerker

Zorghulp

Gastouder

Groepsleider

Helpende (Plus)

Persoonlijke begeleider SD

Medewerkers Maatschappelijke Zorg

Onderwijsassistent

Schoonmaak

Overige

Grafiek 10. Verhouding aantal tijdelijke aanstellingen op aantal vaste aanstellingen en totaal aantal aanstellingen per beroep

Totaal aantal aanstellingen Coefficient

Page 15: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

15

Tabel 4. Omvang van de functies van afgestudeerde mbo'ers % abs.

8 uur of minder per week 3,5% 3

9 tot en met 16 uur per week 14% 12

17 tot en met 24 uur per week 31,4% 27

25 tot en met 32 uur per week 38,4% 33

32 uur of meer 12,8% 11

Totaal 100% 86

6.3.6 Werkplaats afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Afgestudeerde mbo'ers is gevraagd waar ze werkzaam zijn. 65,9% van de afgestudeerden zegt

werkzaam te zijn in Flevoland en 34,1% buiten Flevoland. Afgestudeerden van

ROC Flevoland (n=78) geven aan vooral in Almere werkzaam te zijn (53,9%), 9% zegt werkzaam te zijn

in Lelystad en 1,3% werkt in Dronten of Zeewolde. 34,6% zegt buiten Flevoland werkzaam te zijn.

Afgestudeerden van ROC Flevoland die buiten Flevoland werkzaam zijn (n=27), geven aan vooral

werkzaam te zijn in Amsterdam (25,9%), Diemen (11,1%), Weesp (11,1), Utrecht (11,1%) en Hilversum

(11,1%). Overige werklocaties zijn Naarden, Huizen, Amstelveen, Soest, Blaricum, Eemnes, Laren en

ambulant in heel Flevoland en heel Nederland. Afgestudeerden van ROC Landstede (n=7) geven aan

voornamelijk werkzaam te zijn in Dronten (42,9%), Lelystad (28,6%) en buiten Flevoland (28,6%).

Buiten Flevoland betreft het de gemeenten Amsterdam en Ede.

6.3.7 Aansluiting beroep op opleidingsrichting

Afgestudeerden is gevraagd of ze werkzaam zijn in een beroep waarvoor ze gestudeerd hebben.

83% (abs. 68) van de afgestudeerden zegt in een beroep te werken waarvoor gestudeerd is, 17% (abs.

14) geeft aan niet werkzaam te zijn in een beroep waarvoor is gestudeerd.

53,9%

8,9%

1,3%

1,3%

34,6%

28,6%

42,9%

28,6%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0%

Almere

Lelystad

Dronten

Zeewolde

Buiten Flevoland

Grafiek 11. Werkplaats ex-leerlingen ROC's Flevoland

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 16: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

16

Tabel 5. Beroep afgestudeerde mbo’ers In beroep Niet in beroep Totaal

Opleidingsniveau abs. % abs. % abs.

Begeleider Gehandicaptenzorg 1 100% 1

Verzorgende IG 24 96% 1 4% 25

Verpleegkundige mbo 4 13 100% 13

Pedagogisch Medewerker 7 87,5% 1 12,5% 8

Helpende + 5 71,4% 2 28,6% 7

Medewerker Maatschappelijke Zorg 4 80,0% 1 20% 5

Persoonlijke begeleider SD 3 75% 1 25% 4

Onderwijsassistent 1 25% 3 75% 4

Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg 2 50% 2 50% 4

Zorghulp 1 50% 1 50% 2

Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening 1 100% 1

Overige 7 87,5% 1 12,5% 8

68 83% 14 17% 82

Vooral verpleegkundigen mbo 4, verzorgenden IG en pedagogische medewerkers blijken in een

beroep terecht te komen waarvoor gestudeerd is. Afgestudeerden van ROC Flevoland (n=73) geven

aan werkzaam te zijn in een beroep waarvoor is gestudeerd (80,8%, abs. 59) en 19,2% (abs. 14) zegt

niet werkzaam te zijn in een beroep waarvoor gestudeerd is.

Alle afgestudeerden van ROC Landstede (100%, n=7) zeggen werkzaam te zijn in een beroep waarvoor

is gestudeerd.

6.3.8 Aansluiting beroep op het opleidingsniveau

De afgestudeerden is ook gevraagd of zij op het niveau werken waarvoor is gestudeerd. 62,3% (n=82)

zegt op het niveau te werken waarvoor is gestudeerd, 24,3% zegt op een lager niveau te werken,

terwijl 13,4% zegt op een hoger niveau werkzaam te zijn.

80,8%

100,0%

19,2%

0,0%

0,0% 20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0% 120,0%

ROC Flevoland

ROC Landstede

Grafiek 12. Aansluting beroep op opleidingsrichting

Beroep op niveau opleiding Nee Beroep op niveau opleiding Ja

Page 17: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

17

Tabel 6. Opleidingsrichting Niveau % Lager % Hoger % Totaal

Begeleider Gehandicaptenzorg 1 100% 1

Verzorgende IG 20 80% 2 8% 3 12% 25

Verpleegkundige mbo 4 8 61,5% 1 7,7% 4 30,8% 13

Pedagogisch Medewerker 5 62,5% 3 37,5% 8

Helpende + 3 3 7

Medewerker Maatschappelijke Zorg 3 60% 2 40% 5

Persoonlijke begeleider SD 2 50% 2 50% 4

Onderwijsassistent 1 25% 3 75% 4

Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg 2 50% 1 25% 1 25% 4

Zorghulp 1 1 1 3

Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening 1 100% 1

Overige 6 75% 1 12,5% 1 12,5% 8

51 62,3% 20 24,3% 11 13,4% 82

Het zijn vooral afgestudeerde Verzorgenden IG (92%), Verpleegkundigen mbo 4 (92,3%) die

beroepsmatig terechtkomen op een hoger niveau of op het niveau waarin afgestudeerd is. Relatief

gezien komen pedagogische medewerkers, onderwijsassistenten, persoonlijke begeleiders, helpenden

zorg en welzijn en medewerkers maatschappelijke zorg vaker terecht op een niveau dat lager is dan

waarvoor gestudeerd is.

69,9% (abs. 51) van de afgestudeerden van ROC Flevoland (n=73) geeft aan werkzaam te zijn op het

niveau waarvoor is gestudeerd, 30,1% (abs. 22) zegt niet werkzaam te zijn op het niveau waarvoor

gestudeerd is. 80% van de afgestudeerden van ROC Landstede (n=5) geeft aan werkzaam te zijn op het

niveau waar voor gestudeerd is. 20% zegt niet werkzaam te zijn op het niveau waarvoor gestudeerd is.

17,9% (abs. 12) van de afgestudeerden van ROC Flevoland (n=67) beweert werkzaam te zijn op een

hoger niveau dan waarvoor gestudeerd is, 82,1% (abs. 55) geeft aan niet op een hoger niveau

werkzaam te zijn. Bij de afgestudeerden van ROC Landstede (n=5) geeft 20% aan op een hoger niveau

werkzaam te zijn en 80% stelt dat zulks niet het geval is.

De volgende tabel geeft een overzicht van de mate waarin het beroep aansluit op het

opleidingsniveau.

69,9%

30,1% 34,3%

65,7%

17,9%

82,0%80,0%

20,0%

100,0%

20,0%

80,0%

0,0%

20,0%

40,0%

60,0%

80,0%

100,0%

Ja Nee Ja Nee Ja Nee

Werken op niveau opleiding Werk op lager niveau Werk op hoger niveau

Grafiek 13. Aansluiting beroep op opledingsniveau

ROC Flevoland ROC Landstede

Page 18: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

18

6.3.9 Opleiding, training of cursus

Afgestudeerde mbo'ers is gevraagd of zij op het moment van de afname van het onderzoek een

opleiding, training of cursus volgden. 66% van de afgestudeerden (n=112) zegt geen training, opleiding

of cursus te volgen en 34% geeft aan dat wel te doen.

Tabel 7. Mate waarin mbo'ers een opleiding training of cursus volgen % abs.

mbo-opleiding 8,9% 10

hbo-opleiding 15,2% 17

training of cursus 9,8% 11

geen opleiding, training of cursus 66,1% 74

Totaal 100% 112

8,9% van de afgestudeerden zegt een mbo-opleiding te volgen, 15,2% een hbo-opleiding en 9,8%

geeft aan een training of cursus te volgen.

70% van de afgestudeerden met een mbo-opleiding (n=10) zegt een opleiding te volgen op niveau 3,

20% op niveau 4 en 10% op niveau 2.

De volgende tabel geeft een overzicht van de opleidingen en trainingen/cursussen die zijn gevolgd.

Tabel 8. Opleidingen en trainingen Richting Niveau BOL/BBL aantal

mbo-opleiding Pedagogisch medewerker SAW Verzorgende IG Dtp-er Front Office Mbo Verpleegkundige Verpleegkundige Onbekend

3 3 3 3 3 4 4

2 en 3

BOL BBL BBL BOL BBL BBL BOL

-

1 1 2 1 1 1 1 2

hbo-opleiding Maatschappelijk werk & dienstverlening HBO Verpleegkunde Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn HBO bachelor Pedagogiek Ervaringsdeskundigen in de zorg + SPH HBO Journalistiek HBO Fysiotherapie PABO Toegepaste psychologie Sociaal Pedagogische Hulpverlening Leraren opleiding Engels Onbekend

2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4

training of cursus Indicering voor wijkverpleegkundige VVE BHV/klinische lessen Monuta Interne cursus over LVG Think cursus Oncologie Specialisatie Urologie specialisatie Dieetleer Verschillende cursussen

2 1 1 1 1 1 1 1 2

Page 19: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

19

De meeste afgestudeerden van ROC Flevoland (66,7%, abs. 62, n=93) geven aan geen opleiding,

training of cursus te volgen. 33,3% (abs. 31) zegt dat wel te doen. 12,9% zegt een hbo-opleiding (abs.

12) te volgen, 9,7% (abs. 9) volgt een mbo-opleiding en 10,8% (abs. 10) een training of cursus.

De respondenten geven aan een opleiding te volgen op niveau 2 (11,1%), niveau 3 (66,7%) en niveau 4

(22,2%). Het gaat dan om een BOL-opleiding (66,7%) of een BBL-opleiding (33,7%).

62,5% van de afgestudeerden van ROC Landstede (n=8) zegt geen opleiding, training of cursus te

volgen, 37,5% zegt wel een opleiding, training of cursus te volgen. 12,5% volgt respectievelijk een

mbo-, een hbo-opleiding of een training/cursus.

Werkenden (n=25) nemen vooral deel aan een training/cursus (44%, abs. 11), een mbo-opleiding

(20%, abs. 5) op niveau 3 en 4 of hbo-niveau (36%, abs. 9). Werkzoekenden (n=13) volgen vooral een

hbo- (61,5%, abs. 8) of een mbo-opleiding op niveau 2 en 3 (38,5%, abs. 5).

6.3.10 Werkloosheid onder jonge afgestudeerden mbo'ers in Flevoland

De meeste werkloze afgestudeerde mbo’ers (n=29) hebben verzuimd hun opleiding op te geven

(58,6%, abs. 17). 17% van de werkloze mbo’ers heeft een opleiding helpende zorg en welzijn gedaan,

terwijl 7% een opleiding onderwijsassistent heeft gedaan. 3,4% heeft een opleiding Verpleegkundige

mbo 4, Sociaal maatschappelijke dienstverlening, Pedagogisch medewerker KOV en Jeugdzorg of

Sociaal cultureel medewerker gedaan.

Gemiddeld zijn afgestudeerde mbo'ers in Flevoland 14,2 maanden werkloos/werkzoekend.

21,7% is een half jaar werkloos, 30,5% is een halfjaar tot een jaar werkloos, 26,1% is een jaar tot

anderhalf jaar werkloos, 13% anderhalf tot 2 jaar en 8,7% langer dan 2 jaar.

9,7%

12,9%

10,8%

66,7%

12,5%

12,5%

12,5%

62,5%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0%

MBO opleiding

HBO opleiding

Training/cursus

Geen training/cursus

Grafiek 14. Gevolgde opleiding training of cursus

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 20: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

20

Tabel 9. Werkloosheidsduur werkloze mbo'ers % abs.

half jaar 21,7% 5

half jaar tot een jaar 30,50% 7

een jaar tot anderhalf jaar 26,1% 6

anderhalf tot twee jaar 13% 3

langer dan 2 jaar 8,7% 2

Totaal 100% 23

Gemiddeld zijn werkloze afgestudeerden van ROC Flevoland (n=15) 13 maanden zonder werk. 40% is

niet langer dan 6 maanden werkloos, 6,7% is 6 tot 12 maanden werkloos en nog eens 40% is langer

dan 1 jaar zonder werk. 13,3% weet niet hoe lang ze werkloos zijn geweest. Uitschieter is een

respondent die 3,5 jaar (42 maanden) werkloos/werkzoekend is. Bij de respondenten van ROC

Landstede is 1 persoon 18 maanden werkloos.

86,7% (abs. 13) van de werkloze mbo'ers van ROC Flevoland (n=15) geeft aan werkzoekend te zijn,

13,3% is niet op zoek naar een baan (op het moment van het onderzoek). Ongeveer een kwart van de

werkzoekenden zegt dat het soort werk niet uitmaakt, zolang het om betaald werk gaat.

Werkloze mbo'ers zeggen onder andere op zoek te zijn naar de volgende banen: onderwijsassistent,

winkelmedewerker, werk in zorg of in zorg en welzijn, kinderopvang, schoonheidsspecialiste,

havenmedewerker, magazijnmedewerker.

6.3.11 Belemmeringen op de arbeidsmarkt voor mbo'ers in Flevoland

Afgestudeerde mbo'ers is gevraagd of ze belemmeringen hebben ervaren bij het zoeken naar en

vinden van een baan. 59% van de afgestudeerden zegt geen belemmeringen te hebben ervaren bij

het zoeken naar en vinden van een baan. 41% geeft aan wel belemmeringen te hebben ervaren.

Tabel 10. Belemmeringen afgestudeerde mbo'ers op de arbeidsmarkt % abs.

Geen belemmeringen 59% 60

Belemmeringen 41% 41

Totaal 100% 101

58% van de afgestudeerden van ROC Flevoland (n=93) zegt geen belemmeringen te hebben ervaren

bij het zoeken naar en vinden van een baan, 42% geeft aan wel belemmeringen te hebben ervaren.

Bij de afgestudeerden van ROC Landstede geeft 75% (n=8) aan geen belemmeringen te hebben

ervaren, 25% zegt wel belemmeringen te hebben ervaren.

Page 21: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

21

Mbo'ers met een baan geven aan dat zij vergeleken met afgestudeerde mbo'ers die werkloos of

werkzoekende zijn, minder belemmeringen (hebben) ervaren bij het zoeken naar en vinden van een

baan. 34% van de mbo'ers met een baan zegt belemmeringen te ondervinden bij het zoeken naar en

vinden van een baan, terwijl 75% van de werkloze mbo'ers zegt belemmeringen te ondervinden.

Tabel 11. Ervaren belemmeringen mbo’ers naar arbeidsmarktpositie % abs.

Mbo'ers met een baan 34% 29

Werkloze/werkzoekende mbo'ers 75% 12

85% van de afgestudeerde mbo'ers die buiten de sector zorg en welzijn werkzaam is (n=16) zegt

belemmeringen te ervaren bij het zoeken naar en vinden van een baan. 15% ervaart geen

belemmeringen.

6.3.12 Soort belemmeringen op de arbeidsmarkt

Afgestudeerde mbo'ers is gevraagd welk soort belemmeringen ze (hebben) ervaren bij het zoeken

naar en vinden van een baan in de eigen sector.

De genoemde belemmeringen (n=39) hebben volgens de afgestudeerde mbo'ers van ROC Flevoland

vooral te maken met de hoge eisen die werkgevers stellen (48,7%), onvoldoende aanbod van werk

(51,2%) en discriminatie op de arbeidsmarkt (20,5%).

42%

58%

25%

75%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Belemmeringen

Geen belemmeringen

Grafiek 15. Belemmeringen bij het vinden van/zoeken naar een baan

ROC Landstede ROC Flevoland

48,8%

56,0%

19,5%

9,8%

7,3%

4,9%

2,4%

Te hoge eisen werkgevers

Geen werk/lastig werk vinden

Discriminatie

Kwalitatief mindere banen

Onvoldoende scholingsmogelijkheden

Bezuinigingen/economische crisis

Gebrek aan ondersteuning/hulp

Grafiek 16. Belemmeringen factoren op de arbeidsmarkt

Page 22: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

22

De hoge eisen die werkgevers stellen volgens de respondenten (n=20) hebben vooral te maken met

werkervaring (60%), de vraag naar hbo'ers (25%) en het opleidingsniveau (15%).

Het gebrekkige aanbod aan werk uit zich voornamelijk in een ontbrekende of gebrekkige vraag naar

personeel waardoor het bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk is om aan een baan te komen.

Sommige mbo'ers geven aan dat hun beroep niet eens meer bestaat, dat onder andere vanwege de

bezuinigingen. Het gaat vooral om mbo'ers die een opleiding tot onderwijsassistent hebben gevolgd.

Discriminatie wordt door een vijfde van de afgestudeerde n genoemd als belemmering voor het

vinden van een baan. Het betreft vooral discriminatie op basis van leeftijd (75%) en in mindere mate

discriminatie op basis van sekse of etniciteit.

De vraag naar kwalitatief mindere banen heeft te maken met de vraag naar oproepbanen, banen op

laag niveau en kleine banen als gevolg van ver doorgevoerde flexibilisering.

De overige argumenten hebben betrekking op onvoldoende scholingsmogelijkheden, de bezuinigingen

in de zorg en de economische crisis.

6.3.13 Tevredenheid afgestudeerde mbo'ers in Flevoland met hun arbeidsmarktpositie

Afgestudeerden (n=101) is gevraagd of ze tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie.

66% van de afgestudeerden zegt tevreden te zijn over de eigen arbeidsmarktpositie, 34% is daar

ontevreden over.

Tabel 12. Tevredenheid mbo'ers met hun arbeidsmarktpositie % Abs.

Tevreden 66% 67

Ontevreden 34% 34

Totaal 100% 101

66% van de afgestudeerden van ROC Flevoland (abs. 61, n=93) zegt tevreden te zijn met zijn/haar

huidige arbeidsmarktsituatie. 34% (abs. 32) is daar niet tevreden over.

Driekwart van de afgestudeerden van ROC Landstede (abs. 6, n=8) geeft aan tevreden te zijn met

zijn/haar huidige arbeidsmarktpositie, een kwart geeft aan daar niet tevreden mee te zijn.

66%

34%

75%

25%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Tevreden

Ontevreden

Graiek 17. Tevredenheid afgestudeerde mbo-ers met arbeidsmarktpositie

ROC Landstede ROC Flevoland

Page 23: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

23

De ontevredenheid over de huidige arbeidsmarktpositie heeft volgens afgestudeerden van ROC

Flevoland (n=32) vooral te maken met het ontbreken van werk/passend werk (50%) , slechte

arbeidsvoorwaarden (28%) en de bezuinigingen in de zorg (19%). 12,5% van de afgestudeerden zegt

door te moeten studeren om zijn/haar kansen op werk te vergroten.

Enkele ex-leerlingen (n=32) vinden dat ze slachtoffer zijn van discriminatie op de arbeidsmarkt (6,3%)

en dat het ontbreekt aan scholingsmogelijkheden om hun kansen op werk te vergroten (6,3%).

Het ontbreken van werk/passend werk (n=16) heeft te maken met het ontbreken van banen/het niet

kunnen vinden van een baan (68,7%) en het ontbreken van passend werk (31,3%), terwijl de slechte

arbeidsvoorwaarden (n=9) vooral te maken hebben met te kleine contracten (44,5%) en lage

salariëring (44,5%). Eén ex-leerling van ROC Landstede wil niet meer in de thuiszorg werken en een

ander wil gelijk na de opleiding een baan.

Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de redenen waarom afgestudeerde mbo'ers ontevreden

zijn met hun arbeidsmarktpositie.

Van de afgestudeerden met een baan (n=85) is 75,3% (abs. 64) tevreden met zijn/haar huidige positie

op de arbeidsmarkt. 24,7% (abs. 21) is daar niet tevreden over. Onder de werkloze mbo'ers (n=16) is

18,8% tevreden met zijn/haar huidige arbeidsmarktpositie. 81,2% is daar niet tevreden mee.

50%

28%

19%

13%

6%

6%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Geen werk/passend werk

Slechte arbeidsvoorwaarden

Bezuinigingen in de zorg

Moet doorstuderen

Discriminatie

Onvoldoende scholingskansen

Grafiek 18. Redenen voor ontevredenheid over arbeidsmarktpositie

75,3%

18,8%

24,7%

81,2%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0%

Werkenden

Werklozen

Grafiek 19. Tevredenheid met de huidige positie op de arbeidsmarkt

Niet tevreden Tevreden

Page 24: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

24

47,1% van de mbo'ers die buiten de sector zorg en welzijn werkt, is niet tevreden over zijn/haar

huidige arbeidsmarktpositie. 52,9% is daar wel tevreden over.

6.3.14 Gewenste veranderingen in de arbeidsmarktpositie van afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Afgestudeerden (n=101) is gevraagd wat ze aan hun arbeidsmarktpositie zouden willen veranderen.

29,7% van de afgestudeerden (abs. 30) wil niets veranderen aan zijn/haar arbeidsmarktsituatie, 70,3%

(abs. 71) wenst wel veranderingen.

Tabel 13. Wenselijkheid veranderingen in arbeidsmarktsituatie % abs.

Geen veranderingen 29,7% 30

Wel veranderingen 70,3% 71

Totaal 100% 101

Afgestudeerden die veranderingen willen aanbrengen in hun arbeidsmarktsituatie (n=71) willen een

vast contract (44,3%, abs. 31), meer uren (32,9%, abs. 23), een baan op hun eigen niveau (35,7%, abs.

25) of een baan in de juiste richting (27,1%, abs. 19).

Overige veranderingen hebben te maken met het verder kunnen studeren (9,7%, abs. 7), met plezier

kunnen werken (5,7%, abs. 4), meer inkomen (4,3%, abs. 3) en het vinden van een BBL-/BOL-plek

(2,9%, abs. 2).

Afgestudeerde mbo'ers die werken (n=85) willen graag een vast contract (24,7%), meer uren werk

(23,5%) of een baan op hun niveau (16,5%). Afgestudeerde mbo'ers die werkloos zijn (n=16) richten

zich vooral op een baan in hun richting (62,5%), een baan op hun niveau (37,5%) of op een vast

contract (43,8%).

44,3%

32,9%

35,7%

27,1%

9,7%

5,7%

4,3%

2,9%

0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0% 35,0% 40,0% 45,0% 50,0%

Vast contract

Meer uren

Baan op mijn nivo

Baan in mijn richting

Verder studeren

Met plezier werken

Meer inkomen

BBL-/BOL plek

Grafiek 20. Gewenste veranderingen in arbeidsmarktpositie

Page 25: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

25

6.3.15 Behoefte aan arbeidsbevorderende maatregelen

Afgestudeerden (n=101) is gevraagd of ze behoefte hebben aan maatregelen of acties om hun kansen

op een baan in welzijn en zorg te vergroten.

76% zegt geen behoefte te hebben aan acties of maatregelen om zijn/haar arbeidsmarktpositie te

verbeteren. 24% zegt daar wel behoefte aan te hebben.

Tabel 14. Behoefte aan arbeidsbevorderende maatregelen % abs.

Behoefte 24% 24

Geen behoefte 76% 77

Totaal 100% 101

Maatregelen die volgens de afgestudeerden (n=24) genomen kunnen worden, liggen vooral in de sfeer

van scholing(62,5%, abs. 15), meer werkervaring opdoen/werkervaringsplaatsen (25%, abs. 6),

sollicitatietraining (12,5%, abs. 3), betere selectieprocedures (12,5%, abs. 3) en coaching (8,3%, abs.

2).

Overige arbeidsbevorderende maatregelen zijn informatie over wat je kunt doen met je opleiding,

meer stage-ervaring opdoen, het kunnen switchen naar een andere opleiding en hulp bij het zoeken

naar een baan.

Minder afgestudeerde mbo'ers met een baan (n=85) geven aan behoefte te hebben (17,6%, abs. 15)

aan arbeidsbevorderende maatregelen in vergelijking met werkloze mbo'ers (56,3%, abs. 9, n=16).

36% van de afgestudeerden met een baan buiten de sector zorg en welzijn (n=16) zegt ook behoefte

te hebben aan arbeidsbevorderende maatregelen. 67% heeft daar geen behoefte aan.

6.3.16 Scholingsbehoefte mbo’ers Werkloze mbo’ers en afgestudeerde mbo’ers die behoefte hebben aan een vorm van scholing (n=30)

zijn benaderd met een tweede vragenlijst. Centrale vraag hierin was de behoefte aan scholing. Van de

30 respondenten hebben 12 de vragenlijst ingevuld; een respons van 40%.

Op de vraag wat voor scholing het betreft, geeft 41,7% van deze groep mbo’ers (n=12) aan behoefte

te hebben aan omscholing. 25% zegt behoefte te hebben aan nascholing, 16,7% heeft behoefte aan

een training of cursus. 16,7% zegt al bezig te zijn met een vervolgopleiding tot verpleegkundige.

62,5%

25,0%

12,5%

12,5%

8,3%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0%

Meer scholing

Meer werkervaring/banen

Sollicitatietraining

Betere selectieprocedure

Coaching

Grafiek 21. Arbeidsbevorderende maatregelen

Page 26: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

26

Tabel 15. Behoefte aan een vorm van scholing % abs.

Omscholing 41,6% 5

Bijscholing 25,0% 3

Training/een cursus volgen 16,7% 2

Overig 16,7% 2

Totaal 100% 12

De volgende tabel geeft een overzicht van de richtingen waarin de mbo’ers bij voorkeur geschoold

willen worden.

Tabel 16. Scholingsvorm Scholingsrichting Aantal

Omscholing Docent Kok Tandartsassistente en daarna mondhygiënist Social Work Communicatiedeskundige

5

Bijscholing Verzorgende IG Pabo leerkracht Verpleegkundige

3

Training/een cursus Maatschappelijk werk Onbekend

2

Totaal 10

66,6% (abs. 8) van de mbo’ers (n=12) wil een vervolgopleiding doen op hbo-niveau, 16,7% (abs. 2) wil

een opleiding op mbo-plus niveau (soort versnelde opleiding), terwijl nog eens 16,7% (abs. 2) een

opleiding op mbo-niveau wil doen. Vooral mbo’ers die omgeschoold willen worden en mbo’ers die

een training/cursus willen volgen, willen dit op hbo-niveau doen.

80% van de mbo’ers (n=10) zegt de voorkeur te geven aan een vervolgopleiding waarbij werken en

leren gecombineerd wordt. Verder geven de mbo’ers de voorkeur aan E-learning methoden (20%) en

de mogelijkheid om werkervaring op te doen bij werkgevers (20%).

66,7% van de mbo’ers (n=10) is van mening dat de vervolgopleiding minimaal 1 tot maximaal 2 jaar

moet duren. 22,2% zegt een vervolgopleiding van 2 tot 3 jaar redelijk te vinden, terwijl 11,1% een

opleiding van 4 jaar wenselijk acht.

60% zegt de vervolgopleiding bij voorkeur te willen volgen in Almere, 10% zegt de vervolgopleiding in

Lelystad, Amsterdam of Zwolle te willen volgen. Een respondent heeft niet duidelijk een voorkeur voor

een opleidingslocatie opgegeven.

40% van de afgestudeerde mbo’ers (n=10) geeft aan een vervolgopleiding bij voorkeur in de ochtend

en middag te willen volgen, nog eens 40% geeft de voorkeur aan de avond, 20% zegt liever een

vervolgopleiding in de middag en avond te willen volgen.

80% van de mbo’ers (n=10) geeft aan dat de vervolgopleiding het beste op de maandag, dinsdag,

woensdag en/of donderdag (90%) kan plaatsvinden. 50% geeft de voorkeur aan de vrijdag.

Page 27: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

27

Volgens de mbo’ers (n=10) zouden de vervolgopleidingen bij voorkeur plaats kunnen vinden in het

najaar (80%), voorjaar (80%) en de winter (60%). 30% geeft de voorkeur aan de zomerperiode.

50% van de mbo’ers (n=10) zegt belemmeringen te zullen ervaren bij het volgen van een

vervolgopleiding, 50% zegt geen belemmeringen te zullen ervaren. Mogelijke belemmeringen die

afgestudeerde studenten (n=5) zouden kunnen ervaren zijn:

De hoge kosten van een vervolgopleiding (20%)

Het combineren van een vervolgopleiding met een gezin (10%)

Het combineren van een vervolgopleiding met werk (20%)

Page 28: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

28

7. Conclusies onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo'ers in Flevoland 7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek onder afgestudeerde mbo'ers van ROC

Flevoland en ROC Landstede gepresenteerd. Gezien de representatieve respons op het onderzoek

zullen de resultaten algemeen worden gehouden. De resultaten gelden derhalve voor zowel ROC

Flevoland als ROC Landstede.

7.2 Conclusies m.b.t. de achtergrondkenmerken van de afgestudeerden

1. De meeste afgestudeerden hebben een mbo-opleiding, een training of cursus of een

Vavo-opleiding gevolgd bij ROC Flevoland of ROC Landstede.

2. De meeste respondenten in dit onderzoek zijn afgestudeerd in een zorgberoep en met name de

richtingen Verzorgende IG, MBO verpleegkunde en Helpende Zorg en Welzijn.

3. De mbo-opleidingen zijn vooral gevolgd op niveau 3 en niveau 4 en in mindere mate op niveau 2.

4. De meeste afgestudeerden hebben hun diploma behaald.

7.3 Conclusies m.b.t. arbeidsmarktsituatie van jonge afgestudeerde mbo'ers in Flevoland

Hoofdconclusie 1

De meeste jonge afgestudeerde mbo'ers van ROC Flevoland en ROC Landstede sluiten goed aan op de

arbeidsmarkt in Flevoland en daarbuiten.

Dat er sprake is van een redelijk goede aansluiting van Flevolandse mbo-afgestudeerden op de

arbeidsmarkt in Flevoland en daarbuiten blijkt uit de volgende deelconclusies:

1. De meeste afgestudeerde mbo'ers hebben werk (ongeveer driekwart).

2. De meeste afgestudeerde mbo'ers zijn werkzaam in de sector zorg en welzijn. Daarnaast zijn ze

werkzaam in een beroep en op het niveau dat aansluit op hun opleiding en opleidingsniveau.

3. De meeste afgestudeerde mbo'ers die werken, hebben een contract voor onbepaalde tijd (6 van

de 10).

4. Gemiddeld werkt een mbo-afgestudeerde meer dan 3 dagen per week.

5. De meeste Flevolandse mbo-afgestudeerden zijn werkzaam in Flevoland zelf. Almere is in

Flevoland het populairste werkgebied voor mbo'ers. Buiten Flevoland is Amsterdam het

populairste werkgebied.

6. 6 van de 10 afgestudeerde mbo'ers ervaren geen belemmeringen op de arbeidsmarkt bij het

zoeken naar en vinden van een baan.

7. Twee derde van de afgestudeerde mbo'ers is tevreden over zijn/haar arbeidsmarktpositie.

8. De meeste afgestudeerde mbo'ers hebben geen behoefte aan arbeidsbevorderende maatregelen.

Page 29: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

29

Hoofdconclusie 2

Er is een redelijk grote groep jonge afgestudeerde mbo'ers met onvoldoende aansluiting op de

arbeidsmarkt, waardoor hun perspectief op een baan binnen zorg en welzijn onzeker is. Vooral de

afgestudeerde mbo'ers die buiten de sector welzijn en zorg werkzaam zijn, op een lager niveau werken

dan waarvoor gestudeerd is of die langdurig (meer dan een jaar) werkloos zijn, dreigen tot de

zogenoemde nieuwe “verloren generatie” te gaan behoren. Ook mbo'ers die geconfronteerd worden

met steeds hogere eisen van werkgevers (meer werkervaring, hbo-niveau) en beroepen die niet meer

bestaan (bijvoorbeeld onderwijsassistent) als gevolg van de bezuinigingen, dreigen tot deze categorie

jongeren te gaan behoren. Met de nieuwe verloren generatie wordt bedoeld jongeren die om diverse

redenen niet aan de slag kunnen of geen kans hebben op een echte baan.

Deze conclusie wordt gestaafd door de volgende deelconclusies:

1. Ruim een derde (35,8%) van de afgestudeerde mbo'ers werkt niet in de sector zorg en welzijn of is

werkloos/werkzoekend.

2. Ongeveer een kwart van de afgestudeerde mbo'ers is werkloos/werkzoekend. De gemiddelde

werkloosheidsduur is iets meer dan een jaar. Bijna de helft van de werklozen is meer dan een jaar

zonder werk, wat het perspectief op een baan binnen zorg en welzijn verkleint.

3. Een kwart van de afgestudeerde mbo'ers werkt niet in de sector zorg en welzijn, maar in andere

sectoren zoals de detailhandel, entertainment, supermarktwezen, productie, horeca. De meesten

willen een baan op hun niveau en in lijn met de gekozen studierichting of een vast contract. Een

aantal wil meer uren of de mogelijkheid om door te studeren op een hoger niveau, om zodoende

de kansen op een baan te vergroten.

4. 4 van de 10 afgestudeerde mbo'ers heeft een flexibel contract (een arbeidsovereenkomst voor

bepaalde tijd, een contract op uitzendbasis of op afroepbasis). Een kleine groep afgestudeerden

werkt als ondernemer of als zzp'er. Mbo-afgestudeerden met een flexibel contract willen bij

voorkeur een vast contract of een baan op hun niveau en in de eigen studierichting.

5. Bijna de helft van de afgestudeerde mbo'ers werkt 3 dagen of minder.

6. Ongeveer een derde van de mbo'ers werkt op een lager niveau dan waarvoor gestudeerd is.

7. 4 van de 10 ervaart belemmeringen bij het zoeken naar en vinden van een baan. Ruim een derde

van de werkende mbo'ers, driekwart van de werkzoekende mbo'ers en ongeveer 9 van de 10

mbo'ers die buiten de sector zorg en welzijn werken, ervaren belemmeringen bij het zoeken naar

en vinden van een baan. De belemmeringen die afgestudeerde mbo'ers ervaren, hebben vooral te

maken met de hoge eisen die werkgevers stellen en het ontbreken van werk of passend werk. 1

van de 5 respondenten heeft te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. Werkgevers eisen

vooral ruime werkervaring of een hbo-niveau. Eisen waar afgestudeerde mbo'ers moeilijk aan

kunnen voldoen. Bij discriminatie gaat het vooral om uitsluiting van de arbeidsmarkt vanwege

leeftijd en in mindere mate vanwege sekse of etniciteit. Ook de bezuinigingen in de zorg

belemmeren de doorstroom naar een baan.

Page 30: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

30

8. Een derde van de afgestudeerden is niet tevreden over zijn/haar huidige arbeidsmarktpositie.

Het gaat om een kwart van de mbo'ers met een baan en 8 van de 10 werkloze mbo'ers.

Van mbo'ers die werkzaam zijn buiten de sector zorg en welzijn is bijna de helft ontevreden met

zijn/haar huidige arbeidsmarktpositie. De ontevredenheid onder de afgestudeerden heeft vooral

te maken met het gebrekkige aanbod aan werk, de slechte arbeidsvoorwaarden en de

bezuinigingen in de zorg.

Hoofdconclusie 3

Om de aansluiting van afgestudeerde mbo'ers op de sector zorg en welzijn in Flevoland en daarbuiten

te verbeteren, zijn arbeidsbevorderende maatregelen nodig.

Deze conclusie is gebaseerd op de volgende deelconclusies:

1. 7 van de 10 afgestudeerde mbo'ers willen iets veranderen aan hun arbeidsmarktpositie, 3 van de

10 heeft daar geen behoefte aan. Het gaat zowel om afgestudeerden met een baan (m.n. buiten

de sector zorg en welzijn) als om afgestudeerden die werkzoekend zijn. De afgestudeerde mbo'ers

wensen een vast contract, meer uren werk, een baan op eigen niveau of in de juiste richting

(passend werk). Sommige afgestudeerden willen ook de mogelijkheid hebben om door te

studeren op een hoger niveau.

2. Ongeveer een kwart van de afgestudeerde mbo'ers wil dat arbeidsbevorderende maatregelen

worden ingezet. Dat zegt 1 van de 5 mbo'ers met een baan en ongeveer 6 van de 10 werkloze

mbo'ers. Van de mbo'ers met een baan buiten de sector zorg en welzijn, geeft ruim een derde dit

aan. De maatregelen zouden vooral gericht moeten zijn op scholing, de mogelijkheid om meer

werkervaring op te kunnen doen/meer banen, en in mindere mate sollicitatietraining, betere

selectieprocedures en coaching. Ook wordt gepleit voor meer informatie over arbeidsmarkt-

perspectieven voor de verschillende opleidingen binnen de sector zorg en welzijn.

Page 31: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

31

8. Adviezen Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo’ers in Flevoland

8.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bevat adviezen die gericht zijn op het vergroten van de kansen van afgestudeerde

mbo’ers op een baan binnen de sector zorg en welzijn. De transities binnen de sector zorg en welzijn,

de bezuinigingen in zorg en welzijn en de veranderende zorgprofielen werpen een schaduw op de

toekomst van afgestudeerde mbo’ers en de huidige beroepenstructuur binnen zorg en welzijn. De

adviezen die in dit hoofdstuk zijn opgenomen, zijn geformuleerd in de context van deze

ontwikkelingen en bieden een houvast voor maatregelen die genomen kunnen worden op korte,

middellange en langere termijn. De adviezen zijn gericht op mbo-studenten niveau 1 en 2, maar ook

op mbo-studenten niveau 3 en 4.

8.2 Adviezen Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde mbo’ers in Flevoland

A. Het is raadzaam maatregelen te nemen om mbo studenten die voor de herziening van de Mbo

hun diploma hebben behaald te behouden voor de sector zorg en welzijn in Flevoland.

Voorgestelde maatregelen zijn:

1. Aankomende of nieuwe mbo-studenten zorg en welzijn goed informeren over de transities in

de zorg, de bezuinigingen, de nieuwe beroepenstructuur en de gevolgen hiervan voor het

onderwijs (mbo en hbo) en de beroepen binnen zorg en welzijn. Hierdoor kunnen nieuwe en

huidige studenten een verantwoorde keuze maken voor een opleiding en beroep binnen de

sector zorg en welzijn.

2. Mbo-opleidingen verbreden en/of verdiepen om de kansen van mbo-studenten op de

arbeidsmarkt te vergroten. Ook kunnen de opleidingen ingezet worden om over te stappen op

een andere beroepsrichting die mbo’ers meer perspectief biedt op een baan. De opleidingen

zorg en welzijn op mbo-niveau kunnen verbreed en verdiept worden door:

a) Het aanbieden van keuzedelen. Met ingang van het schooljaar 2016-2017 verandert er

veel in het beroepsonderwijs. Zo moet iedere opleiding vanaf 1 augustus 2016 keuzedelen

aanbieden. Deze zijn verdiepend, verbredend of gericht op doorstroming binnen het mbo

of naar het hbo en vormen 'een plus op een mbo-diploma'.

b) Post-mbo-opleidingen aan afgestudeerde of werkloze mbo-studenten zorg en welzijn aan

te bieden. Post-mbo- onderwijs is bedoeld voor het bijhouden van de deskundigheid en

waar mogelijk het vergroten/verdiepen of verbreden daarvan. Binnen een post-

mbo training kan ook casuïstiek centraal komen te staan. Daarbij is het accent op beroeps-

situaties of casussen die direct herkenbaar zijn en waarbij het geleerde direct in de

praktijk kan worden toegepast, van groot belang. Post-mbo-opleidingen zijn van korte

duur, bijvoorbeeld 3 of 4 dagen tot maximaal een halfjaar, praktisch en

competentiegericht.

Page 32: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

32

Zo kan een onderwijsassistent via een post-mbo-traject ook opgeleid worden tot

ondersteuner van een remedial teacher.

c) Verbreding van het opleidingsprogramma naar andere kennis- en werkvelden. Dit is vooral

van belang voor mbo-studenten niveau 1 en 2, maar ook voor studenten op niveau 3 en 4.

Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat er duidelijk is over welke nieuwe zorgberoepen

zich de komende jaren gaan ontwikkelen. Zo zouden bijvoorbeeld Helpenden Zorg (niveau

1 en 2) standaard opgeleid en ingezet kunnen worden voor een beroep in de facilitaire

dienstverlening. Verbreding kan ook door nieuwe opleidingen te ontwikkelen voor

combinatiefuncties (bijv. zorgtechnicus).

d) Versnelde mbo-opleidingen. Versnelde mbo opleidingen kunnen ingezet worden om een

mbo opleiding te verbreden of om over te stappen naar een andere beroepsrichting die in

het kader van de transities meer arbeidsmarktperspectief biedt. Dit is vooral het geval

wanneer een student een mbo-diploma (bijv. niveau 3-4) op zak heeft maar zich toch nog

wilt verbreden. Ook als een student niet de juiste beroepsrichting gekozen heeft, biedt

versnelde opleiding een uitkomst om een snelle overstap te maken. Versnelde opleidingen

zouden toegankelijk gemaakt moeten worden voor mbo’ers.

3. Vergroten van de aansluiting van mbo-opleidingen niveau 3 en 4 op hbo-opleidingen. Dit

vergroot de concurrentiekracht van mbo’ers op de arbeidsmarkt en ook hun kansen op een

baan binnen de sectoren zorg en welzijn. Het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt van

studenten op niveau 3 en 4 kan door de volgende maatregelen:

a) Het ontwikkelen/aanbieden van trajecten om afgestudeerde mbo-studenten niveau 3 en 4

voor te bereiden op het volgen van een hbo-opleiding. Deze trajecten zijn er op gericht

studenten te laten voldoen aan de eisen voor toelating tot een (deeltijd/voltijds) hbo-

opleiding.

b) Meer verkorte leerroutes mbo-hbo of doorlopende mhbo-trajecten zorg en welzijn

ontwikkelen voor mbo-studenten zorg en welzijn. Mhbo leerroutes vergroten de

doorstroom van mbo studenten naar het hbo en vergroten daardoor de

concurrentiekracht van mbo’ers op de arbeidsmarkt t.o.v. hbo’ers. Sommige mhbo-routes

bieden mbo-studenten korting op de studieduur. De kortingen op het hbo kan variëren

van 1 tot 2 jaar.

c) Meer Associate Degree-trajecten. Enkele hogescholen hebben toestemming van het

ministerie om tweejarige hbo-opleidingen aan te bieden. Het perspectief van een

vierjarige opleiding kan een drempel opwerpen voor mbo’ers om door te studeren. De

tweejarige hbo-variant wordt afgerond met een (nieuwe) wettelijke graad, de Associate

Degree geheten. De opleidingen sluiten aan bij de behoefte uit het bedrijfsleven aan

personeel met een opleidingsniveau dat ligt tussen mbo niveau 4 en een hbo-bachelor.

Studenten kunnen na hun AD eventueel doorstuderen voor een hbo-bachelorgraad.

Page 33: Verslag Onderzoek Arbeidsmarktsituatie van afgestudeerde ... · 6.2 Resultaten m.b.t. onderwijsachtergrond van afgestudeerde jongeren De onderwijsachtergrond van de jonge afgestudeerden

33

4. Arbeidsmarktgerichte om- en/of bijscholingstrajecten ontwikkelen voor afgestudeerde

mbo’ers die moeilijk aan een baan komen, om hun perspectief op een baan in de

gewenste richting en het gewenste niveau binnen zorg en welzijn te vergroten. Ook

kunnen sollicitatietrainings- en coachingprogramma’s worden aangeboden zodat de

betrokkenen betere kansen hebben op een baan.

5. Een andere mogelijkheid is om meer stage- en werkervaringsplekken te creëren voor

studenten.

B. Meer gestructureerde samenwerking tussen zorg en welzijn

Het is raadzaam om samenwerking m.b.t. de nieuwe zorgberoepen tussen de mbo’s, het hbo, de zorg

en welzijnsaanbieders in Flevoland meer te structureren. De samenwerking zou zich kunnen richten

op onderzoek naar:

de ontwikkelingen in de vraag of de vraag van werkgevers in Flevoland naar nieuwe zorgberoepen.

de inhoud/eisen m.b.t. de nieuwe zorgberoepen

vorm en inhoud van mbo- en hbo-opleidingen of mbo-/hbo-programma’s die het beste aansluiten

op de vraag van de werkgevers naar nieuwe zorgberoepen.

ontwikkelingen op de arbeidsmarkt bij afgestudeerde mbo’ers (monitoring) en eventuele vragen

of behoeften m.b.t. het vergroten van hun arbeidsmarktkansen.

Mbo- en hbo-instituten kunnen op basis bovengenoemde ontwikkelingen beter en slagvaardiger

reageren op de vraag naar nieuwe zorgberoepen en op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt bij

mbo-studenten. De onderwijsinstituten in Flevoland zijn vervolgens vrij om zelf te bepalen op welke

wijze het beste ingespeeld kan worden op de behoeften van werkgevers en mbo-studenten.