Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag...

183
Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 2014 Mei 2015

Transcript of Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag...

Page 1: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 1 van 183

Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs

Jaarverslag 2014

Mei 2015

Page 2: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 2 van 183

Contactgegevens

Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs

Postbus 574 tel: (013) 595 55 00

5000 AN Tilburg e-mail: [email protected]

Spoorlaan 171 website: www.omo.nl / www.omojaarverslag.nl

5038 CB Tilburg

Page 3: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 3 van 183

Kerngegevens Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs

A. Onderwijs

B. Personeel

C. Financiën

0% 10% 20% 30% 40% 50%

t/m 30 jaar

31 - 40 jaar

41 - 50 jaar

51 - 60 jaar

vanaf 61 jaar

Leeftijdsopbouw personeel

2011 2012 2013 2014

17,6%

19,1%

22,8%23,5%

15%

17%

19%

21%

23%

25%

2011 2012 2013 2014

Weerstandsvermogen

62.414

62.565

63.085

62.773

62.000

62.200

62.400

62.600

62.800

63.000

63.200

2011 2012 2013 2014

Leerlingaantallen

Totaal aantal bekostigde leerlingen

96,4

%

95,4

%

93,2

%

88,5

%

92,6

%

96,8

%

93,1

%

91,4

%

88,0

%

91,9

%

96,9

%

97,2

%

94,5

%

89,3

%

91,1

%

96,9

%

95,0

%

93,4

%

87,9

%

89,8

%

80%

85%

90%

95%

100%

Vmbo Bbl Vmbo Kbl Vmbo (G)T Havo Vwo

Slaagpercentages

OMO 2012-2013 Landelijk 2012-2013 OMO 2013-2014 Landelijk 2013-2014

6.700

6.800

6.900

7.000

7.100

7.200

2011 2012 2013 2014

Aantal medewerkers

56%54%

52% 52%

44%46%

48% 48%

30%

40%

50%

60%

2011 2012 2013 2014

Percentage mannen en vrouwen

Man Vrouw

39%45%

50% 50%

0%

20%

40%

60%

2011 2012 2013 2014

Solvabiliteit (inclusief voorzieningen)

0,7%

2,3%

4,3%

0,0%0%

1%

2%

3%

4%

5%

2011 2012 2013 2014

Rentabiliteit

20,4%

19,9%

19,3%18,9%

18%

19%

19%

20%

20%

21%

21%

2011 2012 2013 2014

Overhead

Page 4: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 4 van 183

Voorwoord

Onderwijsresultaten: stijgende lijn zet door

In de afgelopen jaren nam het percentage leerlingen dat aan de OMO-scholen een diploma

behaalde jaarlijks toe. Ook in 2014 steeg het gemiddelde slaagpercentage van alle OMO-

scholen samen ten opzichte van 2013. Per schoolsoort scoren alle OMO-opleidingen op of

boven het landelijk gemiddelde.

In 2014 is de kwaliteit(szorg) van de opleidingen verbeterd. Het aantal basisarrangementen

nam toe van 159 naar 172. Slechts drie van de 179 opleidingen ontvingen van de inspectie

een aangepast arrangement ten opzichte van veertien opleidingen in het voorafgaande jaar.

Bij een viertal opleidingen kon de inspectie geen oordeel geven.

De scholen met een opleiding met een aangepast arrangement werken hard aan verbetering.

Kwaliteitszorg staat bij voortduring op de agenda, waarbij constant gezocht wordt naar de

balans tussen kwaliteit en kwantiteit. Dit om te voorkomen dat er onevenredig veel tijd

besteed wordt aan het proces in relatie tot de opbrengst.

Identiteit

De discussie over identiteit wordt gevoerd vanuit drie basisbegrippen: goed onderwijs, een

goed mens en goed leven. Dit is een constante zoektocht. Door de verdergaande

secularisatie vraagt de vormgeving van identiteit extra aandacht. Het streven is leerlingen

niet alleen cognitief voor te bereiden op hun toekomst maar ook aandacht te besteden aan

op christelijke waarden gebaseerde zingeving.

ICT in het onderwijs

Op de verschillende scholen wordt op bijna even veel verschillende manieren doeltreffend

gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop gericht dat scholen van elkaar

weten welke initiatieven er zijn en welke resultaten er bereikt zijn, met het doel van elkaar

te leren. Dit krijgt vorm tijdens diverse themabijeenkomsten en tijdens de jaarlijkse OMO-

ICTO-dag, die dit jaar gevalideerd is ten behoeve van het lerarenregister.

Kennisnetwerken

De vorming van kennisnetwerken vordert langzaam maar gestaag, met name rondom

specifieke thema’s en voor collega’s met een gemeenschappelijke rol of functie. Bij de

vakgebieden stijgt het aantal netwerken langzamer dan gehoopt. Het lijkt erop dat het

uitwisselen van materialen en kennis mondjesmaat opgenomen wordt in de werkroutine van

alledag. Kennisdelen draagt bij aan de professionalisering en persoonlijke ontwikkeling van

ieder individu. We blijven ons inzetten om dit te bevorderen.

Academische opleidingsscholen

De academische opleidingsscholen hebben een ambitie die verder reikt dan alleen het

opleiden in de school. Naast initiële opleidingen stimuleren we ook opleidingen voor docenten

met werkervaring. Een mooi neveneffect hiervan is het komen en gaan van nieuwe inzichten

in de school. We geven hiermee uitvoering aan onze plicht aankomende studenten te

faciliteren en we bevorderen de academisering van onze docenten. In 2014 zijn alle scholen

van de vereniging aangesloten bij een academische opleidingsschool.

Page 5: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 5 van 183

Gesprekscyclus

De regelingen van de gesprekscyclus zijn in 2014 geactualiseerd. Eén van de wijzigingen is

dat ieders professionaliteit een belangrijker onderdeel van de gesprekken vormt. Daarbij

gaat het gesprek verder dan sec het bespreken van competenties. Ook disposities, ofwel

gedragspatronen, en beroepswaarden komen aan bod. Want juist persoonlijke kenmerken

zijn van doorslaggevende invloed op de kwaliteit van docenten en ondersteuners.

Demografische ontwikkelingen

De daling van het leerlingenaantal concentreert zich voornamelijk in de westelijke- en

oostelijke gebieden van Noord-Brabant. Deze daling heeft consequenties voor de plaatselijke

samenleving, het leefklimaat en het vestigingsklimaat van bedrijven. De risicogebieden zijn

onderwerp van een verdere analyse. De resultaten uit deze analyses vormen de basis voor

overleg met gemeenten en collega-besturen. Het vergt een zorgvuldige planning om te

blijven voldoen aan onze maatschappelijke opdracht een zo fijnmazig mogelijk

onderwijsaanbod in die regio’s te behouden.

Huisvesting

In 2014 zijn drie onderwijsvoorzieningen opgeleverd. Leerlingen van de Cobbenhagenmavo

in Tilburg, het Carolus Borromeus College in Helmond, en het Dr. Mollercollege en de

Walewyc-mavo in Waalwijk volgen inmiddels onderwijs in deze prachtige nieuwe

schoolgebouwen. Twee van deze nieuwbouwprojecten – in Helmond en Waalwijk - zijn het

gevolg van doordecentralisatiecontracten met de betreffende gemeenten.

Financiën

De financiële positie van de vereniging is gezond. De begroting en de werkelijke uitgaven

zijn in balans. Dankzij een solide bedrijfsvoering van de scholen en een even solide

administratieve verwerking worden we niet afgeleid door materiële zorgen, waardoor we ons

volledig kunnen richten op het onderwijs aan onze leerlingen.

Tot slot

We hebben een goed jaar achter de rug. Er is veel bereikt: goede onderwijsresultaten,

constante aandacht voor de mens en voor de kwaliteit van het onderwijs, grote stappen in

de bevordering van de professionalisering van medewerkers en een stabiele financiële

situatie. Maar er is uiteraard ook nog veel te doen. De wereld staat niet stil en het onderwijs

al helemaal niet. Koers 2016 nadert zijn eindtijd; we gaan ons gedegen voorbereiden op de

toekomst richting 2023. In eenzelfde zorgvuldig proces als destijds naar Koers 2016, gaan

we in gesprek met vele betrokkenen waaronder leerlingen, ouders, medewerkers, basis- en

vervolg onderwijs en anderen in de omgeving van de scholen en het onderwijs.

Ook besteden we in 2016-2017 aandacht aan het 100-jarig bestaan van de vereniging. Met

de voorbereidingen daarvoor zijn we inmiddels gestart. Aan de originele doelstelling van de

vereniging, via onderwijs bijdragen aan de emancipatie van de katholieken in Noord-Brabant,

is ruimschoots voldaan. De komende jaren richten we ons op de ontwikkeling van onze

leerlingen in een snel veranderende maatschappij waarin technologische vernieuwingen en

mondialisering centraal staan. Uiteraard met behoud van onze identiteit.

Raad van bestuur vereniging Ons Middelbaar Onderwijs,

Eugène Bernard

Pieter Hendrikse

Page 6: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 6 van 183

Koers 2016

Koers 2016, het strategisch beleidsplan van Ons Middelbaar Onderwijs, stelt de docent

centraal. Met als doel: goed onderwijs voor de leerling. Voor goed onderwijs is de docent niet

de enige, maar wel de meest bepalende (f)actor. De vereniging zet daarom in op het

versterken van de beroepsontwikkeling van docenten door introductie van beroepswaarden,

door verdere ontwikkeling van competenties, het mede-opleiden en het verhogen van de

kwalificatiegraad.

Het dragen van verantwoordelijkheid hoort bij het beroep van docent. We bevorderen

daarom een beroepscultuur die uitgaat van vertrouwen, van samenwerken, het

afleggen van verantwoording en waarin mobiliteit als een kans geldt. We bevorderen

de ontwikkeling van persoonlijke professionele identiteit. Erkenning komt tot uiting in

betere arbeidsvoorwaarden. Positieve verschillen in kwaliteit verdienen waardering.

Voor leerlingen en docent streven we naar het behoud van een goede regionale

spreiding van goed toegeruste en gezonde scholen op fietsafstand. Een solide

bedrijfsvoering borgt de continuïteit van ons onderwijs.

Koers 2016 kwam tot stand door inbreng van leerlingen, ouders, leraren, schoolleiding, de

raad van toezicht en andere belanghebbenden. In het voorjaar van 2010 werd Koers 2016

het startpunt van een hernieuwd beleid voor de scholen, het OMO bureau en de raad van

bestuur. Koers 2016 is geconcretiseerd in een werkprogramma waarmee de verschillende

betrokkenen concreet aan de slag kunnen. Dit werkprogramma wordt ieder kalenderjaar

geactualiseerd. Zie ook www.omo.nl.

In dit jaarverslag over 2014 wordt ingegaan op het gevoerde beleid, langs de lijnen van het

werkprogramma dat is afgeleid uit Koers 2016.

Page 7: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 7 van 183

Inhoudsopgave

JAARSTUKKEN 2014

DEEL A: DE SCHOLEN

DEEL B: BESTUURSVERSLAG

1. Ons Onderwijs .............................................................. 45

1.1. Leerlingen ............................................................................. 45 1.1.1. Onderwijs in kerncijfers ...................................................................... 45 1.1.2. Lesuitval .......................................................................................... 45 1.1.3. Voortijdig schoolverlaten (VSV) ........................................................... 46 1.1.4. Goed onderwijs bieden ....................................................................... 46 1.1.5. Veiligheid op scholen .......................................................................... 46 1.1.6. Het stimuleren van leerlingen door OMO-prijzen ..................................... 47 1.1.7. Leerlingen voorbereiden op de kosmopolitische samenleving .................... 47 1.1.8. Passend onderwijs ............................................................................. 48 1.1.9. Vernieuwing vmbo-structuur ............................................................... 48 1.2. Identiteit .............................................................................. 49 1.3. Onderwijsaanbod .................................................................. 49 1.3.1. Demografische ontwikkelingen en onderwijsaanbod op fietsafstand ........... 49 1.3.2. Herschikking, samenwerking, fusie en overname .................................... 50 1.4. Kwaliteitszorg ....................................................................... 50 1.4.1. Toezichtarrangementen ...................................................................... 50 1.4.2. Kwaliteitszorg en Vensters voor Verantwoording ..................................... 51 1.4.3. Kwaliteitsgelden VO en Prestatiebox ..................................................... 52 1.5. Innovatie .............................................................................. 53 1.5.1. Onderwijstechnologie in het leermiddelenbeleid ...................................... 53 1.5.2. Onderwijsinnovatie op basis van praktijkrelevant onderzoek .................... 53 1.5.3. Educatief Partnerschap met het vervolgonderwijs ................................... 53

2. Onze mensen ................................................................ 55 2.1. Professionaliteit .................................................................... 55 2.1.1. Personeel in kerncijfers ....................................................................... 55 2.1.2. ProMotion - ruimte voor loopbaanontwikkeling ....................................... 57 2.1.3. Onderzoek Koers 2016 ....................................................................... 58 2.1.4. Professionalisering schoolleiding .......................................................... 58 2.1.5. Professionele ruimte en registratie ....................................................... 58 2.1.6. Actualisering gesprekscyclus ............................................................... 59 2.1.7. Kennisnetwerken ............................................................................... 59 2.1.8. Pilot ‘Netwerkleren erkend!’ ................................................................ 60 2.1.9. Academische opleidingsscholen ............................................................ 61 2.1.10. Kwaliteitszorg opleiden in de school ...................................................... 62

Page 8: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 8 van 183

2.1.11. Script!.............................................................................................. 62 2.1.12. Promovendi ...................................................................................... 63 2.1.13. Palladio ............................................................................................ 63

2.2. Arbeidsvoorwaarden en -verhoudingen ................................ 63 2.2.1. CAO OMO ......................................................................................... 63 2.2.2. Arbeidsmarkt .................................................................................... 64 2.2.3. Werktevredenheid ............................................................................. 64 2.2.4. Diversiteit ......................................................................................... 64 2.2.5. Functiemix ........................................................................................ 65 2.2.6. Sociale innovatie ............................................................................... 65

3. Omgeving van het onderwijs ........................................ 67 3.1. Ouders, leerlingen en andere belanghebbenden ................... 67 3.1.1. Code Goed Onderwijsbestuur ............................................................... 67 3.1.2. Positie in de regionale samenleving ...................................................... 67 3.1.3. Ledenraad en regiobijeenkomsten raden van advies ............................... 67 3.1.4. Afhandeling van klachten .................................................................... 68 3.1.5. Versterking van betrokkenheid ouders .................................................. 69

4. Bedrijfsvoering ............................................................. 70 4.1. Bedrijfsvoering ..................................................................... 70 4.1.1. Bedrijfsvoering in kerncijfers ............................................................... 70 4.1.2. Analyse van het resultaat 2014 ............................................................ 70 4.1.3. Financiële verantwoording ................................................................... 72 4.1.4. Professionele inkoop .......................................................................... 76 4.1.5. Werkkostenregeling ........................................................................... 77 4.1.6. Personeelsinformatiesysteem .............................................................. 78 4.1.7. Digitalisering inkoopfacturen ............................................................... 78 4.1.8. Ontwikkelingen op ICT-gebied ............................................................. 78 4.1.9. Managementinformatie ....................................................................... 80 4.1.10. Treasury en schatkistbankieren ............................................................ 80 4.1.11. Interne beheersing en toezicht ............................................................ 81 4.1.12. Overhead ......................................................................................... 82 4.2. Huisvesting ........................................................................... 83 4.2.1. Huisvesting ....................................................................................... 83 4.2.2. Richtlijnen Kwaliteitsnormen Onderwijshuisvesting (RKO) ........................ 84 4.2.3. Duurzaamheid ................................................................................... 84 4.2.4. Asbestsanering .................................................................................. 85 4.2.5. Vastgoedregistratie ............................................................................ 85 4.2.6. Huisvestingsplannen .......................................................................... 85

5. Toekomst ..................................................................... 87

5.1. Toekomst .............................................................................. 87 5.1.1. Beleidsvoornemens en accenten 2015-2018 .......................................... 87 5.2. Continuïteit ........................................................................... 87 5.2.1. Balans 2015-2018 ............................................................................. 87

Page 9: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 9 van 183

5.2.1.1. Ontwikkeling kengetallen .................................................................... 88 5.2.2. Baten en lasten 2015-2018 ................................................................. 89 5.2.3. Belangrijkste risico’s en onzekerheden .................................................. 91

6. Verslag ledenraad ......................................................................95

7. Verslag raad van toezicht ........................................................97

8. Verslag Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad . 101

9. Verslag Bureau OMO ............................................................... 103

DEEL C: JAARREKENING

Geconsolideerde jaarrekening ........................................................ 105 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ....................... 108 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening ............................. 115 Staat van baten en lasten ............................................................... 123 Enkelvoudige jaarrekening ............................................................. 128 Toelichting enkelvoudige jaarrekening ........................................... 130 Ondertekening raad van bestuur en raad van toezicht ................... 137

DEEL D: BIJLAGEN

BIJLAGEN JAARREKENING

Bijlage 1. Geoormerkte subsidies OCW (model G) .................................. 139 Bijlage 2. Bezoldiging van bestuurders / toezichthouders ......................... 141 Bijlage 3. Deelnemingen/verbonden partijen beh.tot de vereniging ........... 142 Bijlage 4. Organisatie Ons Middelbaar Onderwijs .................................... 143 Bijlage 5. Honorarium externe accountant ............................................. 146

BIJLAGEN BESTUURSVERSLAG

Bijlage 6. Slaagpercentages 2014 ........................................................ 147 Bijlage 7: Toezichtarrangementen onderwijsinspectie ............................. 149 Bijlage 8: Resultaten OMO-Veiligheidsmonitor 2014 ................................ 151 Bijlage 9: Personeel in cijfers .............................................................. 153 Bijlage 10: Reg. samenwerkingsverbanden passend onderwijs ................. 160 Bijlage 11: Inst.voor hoger- en wetenschappelijk onderwijs ..................... 161 Bijlage 12: Zingeving en goed onderwijs ............................................... 163 Bijlage 13: Begrippenlijst .................................................................... 169 Bijlage 14: Lijst van veelgebruikte afkortingen ....................................... 173

OVERIGE GEGEVENS

Controleverklaring ............................................................................. 175 Resultaatbestemming ......................................................................... 183 Gebeurtenissen na balansdatum .......................................................... 183

Page 10: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 10 van 183

Jaarstukken 2014

Page 11: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 11 van 183

Deel A:

Vereniging Ons Middelbaar

Onderwijs: de scholen

Page 12: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 12 van 183

2College

www.2college.nl

rector: Ad Poulisse

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Durendael, Oisterwijk

Cobbenhagenlyceum, Tilburg

Cobbenhagenmavo, Tilburg

Wandelbos, Tilburg

Ruiven, Berkel-Enschot

Jozefmavo, Tilburg

Vluchtelingen, Oisterwijk

Het onderwijs van 2College is gericht op het actief en zelfstandig leren van leerlingen. Er

wordt gezocht naar een balans tussen onderwijs gericht op het halen van een diploma en

persoonlijkheidsvorming. De ambitie van 2College is dat elke leerling altijd verder komt, een

diploma haalt en leiding leert geven aan zichzelf. 2College is mede kartrekker van de

academische opleidingsschool Midden-Brabant. De inspectie beoordeelde alle opleidingen op

de scholen van 2College in 2014 opnieuw met het hoogst mogelijke oordeel. Daar waar

mogelijk wordt de lat nog hoger gelegd in 2015.

Het technasium op het Cobbenhagenlyceum, het enige in de regio Tilburg, ontwikkelt zich

goed op basis van de verkregen licentie in 2012. Op Durendael is besloten het op

academische vorming gebaseerde plusprogramma, de TOP-klas, aan te gaan bieden aan alle

vwo-leerlingen. Op Durendael én Cobbenhagenlyceum zijn twee bloeiende afdelingen met

tweetalig onderwijs en het international baccalaureate-programma. LWOO is mogelijk op

Durendael, Ruiven en de Jozefmavo. De locatie vluchtelingen heeft in 2014 te maken gehad

met een verdriedubbeling van het aantal leerlingen als gevolg van alle onrust in de wereld.

In februari 2014 is de nieuwbouw van de Cobbenhagenmavo gerealiseerd voor 400

leerlingen. Voor het toegenomen aantal leerlingen op Durendael is begin 2014 een oplossing

gevonden door de ingebruikname van tien extra lokalen vlak in de buurt. De Jozefmavo is

volop bezig met het realiseren van nieuwbouw naast het Theresialyceum en hoopt deze in

schooljaar 2016-2017 te kunnen betrekken.. Om de groei van het aantal leerlingen op het

Ruiven op te vangen zijn in 2014 twee extra lokalen binnen de muren gerealiseerd. Kortom:

2College is klaar voor de toekomst voor haar leerlingen.

Baanderherencollege

www.bhc.nl

directeur: Leon Spaan

opleidingen: vmbo, praktijkonderwijs

locatie:

Boxtel

Het Baanderherencollege huisvest een vmbo- en een pro-school. Het vmbo biedt onderwijs

aan 649 leerlingen, het pro aan 151 leerlingen. Binnen het vmbo zijn alle leerwegen

beschikbaar, regulier en met lwoo. De scholen zijn dit jaar bezocht door de inspectie en

beide scholen hebben een basisarrangement gekregen. In het verleden was kwaliteitszorg en

de borging van processen een aandachtspunt. Voor beide scholen geldt dat die nu goed op

Page 13: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 13 van 183

orde zijn. Ook de uitstroomresultaten in het laatste jaar zijn bijzonder goed. In het pro

behalen relatief veel leerlingen een AKA-diploma. De slogan ‘je telt mee op het BHC’ krijgt

steeds beter vorm en de pers is enthousiast over de persoonlijke betrokkenheid. Voor beide

scholen geldt dat het borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de

rendementen van de geboden ondersteuning en begeleiding aandacht blijven verdienen.

In 2014 zijn de volgende stappen gezet:

doorontwikkeling en implementatie van doorlopende LOB-lijnen en op maat geschreven

LOB-opdrachten voor alle leerjaren

kwaliteitsimpuls door nadere analyse en ontwikkeling van formats voor examenanalyse,

verbeterplannen, teamdoelen en vakwerkplannen;

oriëntatie door middel van deelname aan pilots voor Bèta-Challengeprogramma en

BigPictureLearning op motiverende onderwijsprogramma’s

Uitdagingen voor de komende periode liggen in de invoering van passend onderwijs. Voor

het vmbo de verdere voorbereiding voor de vernieuwing van de beroepsgerichte

programma’s en voor het pro de doorstroommogelijkheden naar studie en/of werk voor

leerlingen met beperkte mogelijkheden.

Bossche Vakschool

www.boschevakschool.nl

directeur: Edward de Gier

opleiding: vmbo

locatie:

‘s-Hertogenbosch

De Bossche Vakschool is een vmbo-school met 700 leerlingen en richt zich op jongeren die -

naast theorie - graag met praktijk bezig zijn: leren door doen. De school is in 2014 ontstaan

toen het Hervion College en het Duhamel College in één gebouw zijn gaan samenwerken. In

de onderbouw kunnen leerlingen zich breed oriënteren, in de bovenbouw is er volop te

kiezen in de verschillende beroepsrichtingen. Leerlingen van De Bossche Vakschool kunnen

zich oriënteren op leren en werken in de sectoren economie, techniek of zorg en welzijn. Alle

drie de sectoren hebben mooie praktijkgerichte leeromgevingen.

Er is veel tijd gestoken in de verduidelijking van hoe de verschillende culturen met elkaar

samenwerken. Daardoor konden de leerlingen eenduidig benaderd worden vanaf de start van

de samenwerking. Er is een begin gemaakt met de vorming van de Bossche Vakschool-

cultuur. Tijdens overlegmomenten is gebleken dat elke sector en elke medewerker dezelfde

drive heeft als het om leerlingen en hun toekomst gaat, vanuit het gevoel dat leerlingen de

kans moeten krijgen op school hun talenten te ontwikkelen. De medewerkers trekken die lijn

ook door naar zichzelf. De grondhouding is dat als personeel én leerlingen ruimte hebben om

aan eigen talent te werken, de totale school daar de vruchten van kan plukken. Het bieden

van een ontwikkelkans is van groot belang omdat leerlingen hiermee de kans krijgen een

goede plek in de samenleving te verwerven. Voor hen is school bij uitstek de plek waar

ruimte geboden kan worden om de toekomst te verkennen. De school gaat verder met het

gestructureerd aanbieden van leerwegen waarbij talenten geprikkeld worden en kunnen

groeien.

Page 14: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 14 van 183

De Nieuwste School

www.denieuwsteschool.nl

directeur: Maria Michels

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Tilburg

De Nieuwste School (DNS) is een kleinschalige school voor mavo, havo en vwo. De school

onderscheidt zich door de verwondering van de leerling als uitgangspunt te nemen. Experts

stellen thema’s op, waarna de leerling zelf op zoek gaat naar de antwoorden onder

intensieve begeleiding van de mentor en de expert volgens een beproefde

onderzoeksmethode. Vervolgens delen de leerlingen hun opgedane kennis, inzichten en

vaardigheden met elkaar en met hun docent. Deze werkwijze leidt tot een rijk en gevarieerd

onderwijsklimaat dat leerlingen gedurende hun hele schoolloopbaan uitdaagt en motiveert.

De leerling leert zo bovendien de verantwoordelijkheid voor de eigen leerweg te nemen.

De school kende in 2014 opnieuw een sterke groei in het leerlingenaantal. De

onderwijskundige resultaten zijn voldoende tot goed. De tevredenheid onder de

medewerkers, ouders en leerlingen is hoog; dat blijkt uit in 2014 uitgevoerde

werktevredenheidsonderzoeken. Ook in financieel opzicht is de school zich sterk aan het

verbeteren.

De beschouwing van de inspectie geeft een mooi algemeen beeld van de ontwikkeling van

DNS. De inspectie beschrijft daarin: “De schoolleiding heeft de maatschappelijk gangbare

kaders binnen het vernieuwende onderwijsconcept van DNS gebracht. Er werden

opbrengstnormen gesteld, opbrengst gericht werken geïntroduceerd en

kwaliteitszorginstrumenten in gebruik genomen zoals genormeerde toetsen en lesobservatie

kijkwijzers”.

De belangrijkste ontwikkelingen in 2014 waren:

Huisvesting: met het betrekken van een oude villa en het aanpassen van het gebouw

kunnen we tot 2020 op de huidige locatie verblijven. Daarna is nieuwbouw voorzien.

Reguleren van leerlingen: DNS heeft een selectieprocedure opgezet. Er zijn grenzen

aan de groei van de school, zowel vanuit onderwijsconcept als huisvesting. DNS streeft

naar een maximale grootte van 750-800 leerlingen.

Er is een start gemaakt met het ontwikkelen van een Persoonlijke Leeromgeving. De

school heeft een traject uitgezet samen met Kennisnet/Innofun, APS (OBIT) en

Pleionscholen om personalisatie en differentiatie tot stand te brengen.

Eckartcollege

www.eckartcollege.nl

rector: Jean Wiertz

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Eckartcollege, Eindhoven

Pleincollege Nuenen, Nuenen

Page 15: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 15 van 183

Het Eckartcollege en Pleincollege Nuenen vormen samen één school met een uitgebreid

onderwijsaanbod. Op de locatie Eckartcollege wordt mavo, havo en vwo aangeboden met

Technasium, Bèta Challenge Programma, Cambridge English en Masterclass. De locatie

Pleincollege Nuenen biedt breed vmbo en een theateropleiding. Diversiteit, betekenisvol

leren en sociale vorming zijn belangrijke speerpunten. De school wil een omgeving zijn die

stimuleert en inspireert.

Sinds 2009 is de school erkend als academische opleidingsschool. Ook is de school een

begaafdheidsprofielschool. Dat houdt in dat deze is aangesloten bij een landelijk netwerk van

scholen die onderwijs bieden aan leerlingen die meer getalenteerd, hoog intelligent of

(hoog)begaafd zijn. Via speciale havo-kansklassen krijgen mavoleerlingen de kans om op te

stromen naar havo.

De school kende in 2014 op beide locaties een sterke groei in het leerlingenaantal. Dit is te

danken aan het positieve imago dat de school heeft verworven. De onderwijskundige

resultaten zijn voldoende tot goed. De tevredenheid onder de medewerkers is hoog; dat

blijkt uit het in 2013 uitgevoerde werktevredenheidsonderzoek. Ook in financieel opzicht is

de school gezond.

De belangrijkste ontwikkelingen in 2014 waren:

Officiële invoering van Bèta Challenge voor de mavo-afdeling;

Ontwikkeling van intersectoraal onderwijs op het vmbo;

Ontwikkeling doorlopende leerlijn Technasium;

Versterking van de Nederlandse taal bij alle vakken;

Verbetering van de doorstroom in de bovenbouw;

Ontwikkeling van een LOB-programma;

Ontwikkeling ‘gezonde school’;

Invoering passend onderwijs;

Overeenkomst met gemeente Nuenen t.a.v. nieuwbouw/renovatie Pleincollege Nuenen.

Elzendaalcollege

www.elzendaalcollege.nl

rector: Jacques Marsmans

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Boxmeer

Gennep

Het Elzendaalcollege heeft als motto ‘reach for quality’ (Boxmeer) en ‘werken met je

kwaliteit’ (Gennep). Het Elzendaalcollege kenmerkt zich door goede onderwijsresultaten en

een warm pedagogisch klimaat. De positieve benadering van kinderen is een speerpunt

binnen de vestiging in Gennep en de contacten tussen leerkrachten en leerlingen zijn

laagdrempelig. Leerlingen hebben veel keuzemogelijkheden binnen het onderwijs. Ze kunnen

deelnemen aan buitenlesactiviteiten, excursies en projecten.

Goede zorg bieden voor de kinderen die ouders aan de school toevertrouwen, staat centraal.

Dit resulteert in hoge tevredenheid van leerlingen en ouders. Leerlingen scoren bovendien

goed in de kwaliteitsonderzoeken van de inspectie en allerlei weekbladen. Veel belangrijker

nog is de constatering dat ze het goed doen in de vervolgopleidingen.

Page 16: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 16 van 183

De school werkt aan meer differentiatie binnen de klassen om de leerlingen zo het onderwijs

te bieden dat goed bij hen past. Met name binnen de vestiging in Boxmeer vindt onderzoek

plaats naar de mogelijkheden om het aanbod van leerstof en toetsing nog beter aan te laten

sluiten bij de behoefte van de leerling.

Vanaf 9 februari 2014 krijgen de leerlingen van de eerste twee leerjaren van de vestiging in

Boxmeer onderwijs in het geheel vernieuwde gebouw aan de Stationsweg. In juli is gestart

met de complete vernieuwing van de gebouwen aan de Bilderbeekstraat. Ongeveer 700

leerlingen van de bovenbouw volgen tijdens de bouwwerkzaamheden onderwijs in een

aangrenzend schoolgebouw. Ook het gebouw in Gennep wordt grondig opgeknapt.

Zowel onderwijskundig als bedrijfsmatig is de school klaar voor de toekomst.

Fioretti College

www.fioretticollege.nl

directeur: Ad Machielse

opleidingen: mavo, vmbo, praktijkonderwijs

locatie:

Veghel

Het Fioretti College presenteert zich met het onderwijsmotto ‘praktisch en persoonlijk',

vanuit de kernwaarden vertrouwen, verantwoordelijkheid en samenwerken.

In het strategisch beleid zijn daarbij vier speerpunten beschreven:

omgaan met verschillen;

kwaliteit van onderwijs;

ontwikkeling van ICT;

competentiemanagement en goed werkgeverschap.

Het Fioretti College is tevreden over de resultaten van 2014. De school hecht waarde aan het

blijvend ontwikkelen van de positie binnen de gemeenschap. Belangrijke ontwikkelingen in

2014 op de school waren:

start invoering van passend onderwijs;

investeringen voor o.a. ICT om onderwijs toekomstbestendig te maken;

realisatie strategisch beleidsplan en voorbereidingen nieuw strategisch beleidsplan 2016-

2020; deelname aan project versterking samenwerking met lerarenopleidingen in het

kader van academische opleidingsschool (AOS);

verlaging van de werkdruk door kleinere klassen en inzet van meer personeel waaronder

onderwijsassistenten;

voorbereiding op invoering van nieuwe examenprogramma’s voor het vmbo;

bijstelling van beleid voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding;

start SC2BC Erasmus+ project;

deelname Toptechniek NOB vakmanschapsroute techniek.

Page 17: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 17 van 183

Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de volgende resultaten:

verbetering van de slaagpercentages t.o.v. 2013 (100% geslaagd voor basis-

kaderberoepsgerichte leerweg en 95,6% geslaagd voor gemengd-theoretische leerweg);

tevredenheid over resultaten per vak;

toekenning basisarrangementen inspectie voor het gehele onderwijsaanbod;

positieve beoordeling van de inspectie voor ons praktijkonderwijs;

lichte groei van het leerlingenaantal (+90);

mede daarom realisatie van aanpassingen in het gebouw;

een financieel gezonde school.

Gymnasium Beekvliet

www.gymnasiumbeekvliet.nl

rector: Carla Faassen

opleiding: vwo

locatie:

Sint-Michielsgestel

‘Later… later wil ik mezelf worden’. Dat is wat Gymnasium Beekvliet de leerlingen wil

meegeven. Kennis is heel waardevol, maar alleen als die kennis je ook gelukkig maakt.

Gymnasium Beekvliet helpt leerlingen in hun zoektocht naar zichzelf, naar hun dromen en

naar hun talenten.

Het jaar 2014 heeft in het teken gestaan van ontwikkeling. Er is een nieuw schoolplan

ontwikkeld waarin de school aangeeft: ‘We leiden op tot een diploma en méér, met een blik

op het verleden, heden en toekomst.’ In het schoolplan zijn de ambities geformuleerd in de

vorm van dromen. Een van deze dromen is: ‘Stel je voor dat de leerlingen zich thuis voelen

in een internationaal georiënteerde maatschappij.’ Gymnasium Beekvliet profileert zich als

een gymnasium dat midden in de internationale samenleving staat. Het motto van het 200-

jarig bestaan is ‘Medio Mundo’. De leerlingen worden hierop voorbereid waarbij steeds meer

aandacht is voor duurzaamheid en goed burgerschap. Elke twee jaar zamelen de leerlingen

geld in voor de verbetering van scholing in ontwikkelingslanden. Dit doen ze samen met

Edukans en sinds kort ook met Kentalis te Sint-Michielsgestel. In 2014 heeft de school het

predicaat ‘Fairtrade school’ in ontvangst genomen. Gymnasium Beekvliet is de eerste school

in Noord-Brabant die deze titel mag voeren. In het schoolplan is ook aangegeven dat leren

van elkaar binnen de school centraal staat. Voorbeelden hiervan zijn de

kennisdelingsbijeenkomsten en het leertraject ’Veranderende Leerling Veranderende Docent’

(VLVD). De docenten leren van en met elkaar.

Dat Gymnasium Beekvliet meer biedt dan alleen een diploma kwam ook tot uiting in de

theatervoorstelling: ‘Het is altijd wel ergens nacht.’ Een eigentijds en serieus stuk maar toch

met enige humor over pesten op een middelbare school. Het afgelopen jaar is in de

verbreding voor het eerst het vak Chinees aangeboden, naast fotografie en gebarentaal. Het

komende jaar gaat Gymnasium Beekvliet zich nog nadrukkelijker onderscheiden op het

gebied van kunst en cultuur. Als partner van het Het Noordbrabants Museum laat de school

leerlingen op een structurele manier kennis maken met de kunst, de cultuur en het erfgoed

van Noord-Brabant. ‘Natura incipit, ars dirigit, usus perficit’: de natuur begint, de kunst wijst

de richting, de ervaring volmaakt. Kunst en cultuur zijn bij uitstek geschikt om leerlingen

bewust te maken van het bestaan. Kunst stelt vragen en zet aan tot reflectie.

Page 18: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 18 van 183

Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne

www.ivo-deurne.nl

rector: Monique van Roosmalen

opleidingen: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs

locaties:

Peellandcollege, Deurne

Alfrinkcollege, Deurne

Hub van Doornecollege, Deurne

De Sprong, Deurne

De leerlingen van De Sprong, Hub van Doornecollege, Alfrinkcollege en Peellandcollege

worden tijdens hun middelbare schooltijd voorbereid op een succesvolle start in het

vervolgonderwijs, in een baan en in de maatschappij. De vier scholen realiseerden in 2014

een toename van 550 leerlingen. Met name deelschool Peellandcollege en Hub van

Doornecollege hebben een flinke groei doorgemaakt.

Een aantal belangrijke ontwikkelingen:

Het Peellandcollege, school voor havo en vwo, is gestart met laptops in alle eerstejaars

klassen.

Het Peellandcollege is daarnaast gestart met tweetalig onderwijs in enkele vakken.

De in 2013 gestarte integratieklas op De Sprong, school voor praktijkonderwijs, kreeg

ook in 2014 een vervolg. Leerlingen uit het speciaal onderwijs krijgen de kans om kennis

te maken met en te leren binnen het praktijkonderwijs. De uitwerking van de pilot

passend onderwijs bleek in de praktijk positief uit te pakken. De Sprong werkt bovendien

aan het realiseren van een ‘Gezonde School’.

Intern is veel aandacht besteed aan de efficiency van bedrijfsprocessen en het systematisch

werken aan kwaliteit en de uitvoering van de functiemix. Het ziekteverzuim is met 3 tot 4 %

laag te noemen. Dankzij betrokken medewerkers, die op verantwoorde wijze hun taak

uitvoeren, hebben de scholen van IVO-Deurne kwalitatief goed onderwijs gerealiseerd in

2014. Er is alle vertrouwen in een gezonde toekomst.

Jacob-Roelandslyceum

www.jrl.nl

rector: Leon Spaan

opleidingen: vwo, havo

locatie:

Boxtel

Het Jacob-Roelandslyceum heeft in 2014 verder invulling gegeven aan zowel de

onderwijskundige profilering als het werken met ICT als hulpmiddel. Het Technasium, Engels

plus en Cultuur bieden leerlingen keuzemogelijkheden die excellentie bevorderen. Daar is

met ingang van 2014 het Econasium aan toegevoegd. Ook de docenten die binnen de

profileringen opereren, zijn in de gelegenheid gesteld hun sterke kanten verder te

ontwikkelen en vernieuwend onderwijs op te zetten.

In 2014 is daarnaast vervolg gegeven aan drie pilots die in schooljaar 2011-2012 zijn

gestart. De pilots zijn erop gericht het onderwijs verder te personaliseren, zodat de motivatie

van de leerlingen toeneemt en de leeropbrengsten beter worden.

Page 19: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 19 van 183

In de eerste pilot werken leerlingen bij alle vakken met een laptop. Deze pilot is met

ingang van 2014-2015 afgesloten. ICT als hulpmiddel is in de onderbouw volledig

geïntegreerd en groeit de komende jaren verder de bovenbouw in.

In de tweede pilot krijgen leerlingen bij Nederlands les in groepen van wisselende

grootte en samenstelling. Waar het kan, wordt les gegeven in grote groepen; intensieve

begeleiding vindt plaats in kleine groepen. De docenten worden ingezet op hun sterke

kanten. Deze pilot is met ingang van 2014-2015 uitgebreid naar andere vakken.

De derde pilot wordt uitgevoerd bij beeldende kunst. Onderwijsassistenten/instructeurs

met specifieke vakkennis nemen op bepaalde momenten de les over. De

onderwijsassistent en de docent-assistent ondersteunen de vakdocent, zodat deze zich

kan concentreren op de kwaliteit van het beeldend proces.

Jeroen Bosch College

www.jbc.nl

rector: Lian Derks

opleidingen: vwo, havo, vmbo

locatie:

’s-Hertogenbosch

Het Jeroen Bosch College is er voor nieuwsgierige leerlingen. De school heeft continu

aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs en besteedt bovendien aandacht aan het

behoud van haar prettige sfeer. Het Jeroen Bosch College is er ook voor nieuwsgierige

medewerkers. Professionalisering blijft dan ook hoog op de agenda van de school staan. De

Jeroen Bosch Opleidingsschool biedt verschillende projecten aan die bijdragen aan de

verbetering van lessen en de kwaliteit van het onderwijs. De verschillende projecten passen

naadloos binnen de visie van de school. Deze visie is vastgelegd en verbeeld als een huis

met de fundamenten vakmanschap, verbinding, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Alle

medewerkers van het Jeroen Bosch College werken samen aan de optimalisering van de

schoolcultuur.

Voor vwo-leerlingen is er sinds dit schooljaar Wetenschap Oriëntatie Nederland (WON).

Werken volgens het principe van de WON Akademie brengt de W van wetenschap in het

programma van het vwo. Het Technasium, voor havo- en vwo-leerlingen, is een volwaardige

stroom binnen de school. Vmbo-t leerlingen kunnen het Bèta Challenge Program (BCP)

volgen. Dit concept lijkt op het Technasium maar is specifiek bedoeld voor vmbo-t leerlingen.

Daarnaast blijft de aandacht voor cultuur in alle stromen belangrijk. Daarom werkt het

Jeroen Bosch College als partnerschool samen met Het Noordbrabants Museum.

In 2014 is er meer duidelijk geworden over het samenbrengen van het Jeroen Bosch College,

de Bossche Vakschool en Van Maerlant op één locatie aan de Sint Teunislaan en de

Rompertsebaan. De start van de bouwwerkzaamheden is gepland in 2016. Dit is tevens het

‘Jeroen Bosch- jaar’: het herdenkingsjaar voor Jheronimus Bosch.

Page 20: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 20 van 183

Kwadrant Scholengroep

www.kwadrant-sgr.nl

rector: Titus Frankemölle

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Hanze College, Oosterhout

Cambreur College, Dongen

Hanze College

Het Hanze College is een bruisende, moderne school die alle leerwegen binnen het vmbo

aanbiedt. De docenten zijn actief betrokken bij de school. Ook ouders denken en praten mee

in de ouderdenktank evenals het bedrijfsleven in “De Vrienden van het Hanze College”. Zo

blijven deze partijen betrokken bij het onderwijs- en vormingsaanbod van de school en bij

actuele thema’s zoals de invoering van de nieuwe vmbo-profielen. Acties als “beleef de

techniek” en de “doe-informatieavonden” dragen bij aan een positief school- en beroepsbeeld

bij het basisonderwijs. Het meerjarig kwaliteitsbeleid leidde bij het inspectiebezoek in april

2014 tot een positieve score op alle indicatoren. Bij de examens scoorden leerlingen voor

een groot aantal vakken boven het landelijk gemiddelde. 95% van de leerlingen sloot

succesvol het examen af. Er wordt aandacht besteed aan individuele trajecten door voor elke

leerling een groeidocument met vorderingen en aandachtsgebieden bij te houden. Mede

vanwege de toenemende instroom van leerlingen zijn meerdere jonge leerkrachten

aangetrokken.

Cambreur College

Activerende didactiek, tweetalig onderwijs en de vernieuwing van de profielen van het vmbo

zijn speerpunten van het Cambreur College. Ook taal- en rekenbeleid en verticale

structurering krijgen alle aandacht binnen de school. Klassieke schoolborden en schoolkrijt

zijn verdwenen en elk lokaal is voorzien van computers, beamer, digibord of touchscreen. De

school biedt op succesvolle wijze internationale stage programma’s en

excellentieprogramma’s aan, getuige het predicaat “Olympiadeschool”. De homogene opzet

van het vmbo heeft geleid tot een goed op elkaar ingespeeld team dat is toegerust om

leerlingen die wat meer aandacht nodig hebben optimaal te begeleiden. Dit geeft leerlingen

voldoende structuur. Op het gebied van kwaliteitszorg zijn klankbordgroepen en

feedbackgesprekken in het leven geroepen. Daarnaast zijn enquêtes afgenomen onder

ouders, leerlingen en medewerkers, evenals docentenevaluaties door leerlingen. Ook worden

functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd. Deze meetinstrumenten maken deel uit

van de pdca-cyclus en leiden tot een optimale inrichting van de school in de breedste zin.

Dankzij extra financiering door de overheid heeft het Cambreur College meerdere jonge

docenten in dienst kunnen nemen. Hiermee is jeugdig elan toegevoegd aan het team. De

financiën zijn op orde waardoor investeringen en personele bezetting minder onder druk

komen te staan. Het leerlingenaantal is met 1380 leerlingen redelijk stabiel. De

betrokkenheid van ouders, leerlingen en docenten wordt geïllustreerd door hun motto: “Het

Cambreur College maken we samen en het resultaat is een school waar we trots op mogen

zijn.”

Page 21: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 21 van 183

Maaslandcollege

www.maaslandcollege.nl

rector: Jacq. van Meegen

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Oss

Het Maaslandcollege is een moderne kwaliteitsschool met een internationale oriëntatie. Het

motto van de school is “Grenzen Verleggen”. Dat kan zowel letterlijk als figuurlijk worden

opgevat: iedere leerling neemt minimaal eenmaal in de schoolloopbaan deel aan een

internationaal uitwisselingsprogramma en iedere leerling wordt uitgedaagd om het beste uit

zichzelf te halen en daarmee zijn of haar talenten te ontwikkelen.

Het Maaslandcollege kent drie schooltypen: mavo, havo en vwo. De school profileert zich

in Oss en omgeving met tweetalig onderwijs (TTO), een doorlopende leerlijn onderzoek op

het vwo en een hoogwaardige bèta-opleiding. Mavo- en havoleerlingen kunnen sport als

examenvak volgen. Daarnaast biedt de school een gevarieerd programma van sport,

cultuur en debatwedstrijden voor alle leerlingen.

In 2014 is het Maaslandcollege op een organische manier doorgegaan met digitaal

onderwijs (iPad-onderwijs). Docenten zijn in september 2014 gestart differentiatie in het

onderwijs te realiseren met gebruikmaking van de iPad. Verder is het vwo-

onderzoeksprogramma op een hoger plan komen te staan. Onder leiding van universitair

gepromoveerde collega’s is onderzoek een structureel onderdeel van het lesprogramma

geworden. De resultaten hiervan komen onder andere tot uiting in de profielwerkstukken.

Mede dankzij het programma ‘Stick Together’ is de school er in geslaagd tot de top te

behoren van Nederlandse scholen waar mavoleerlingen zonder uitval het mbo doorlopen. In

december heeft een kerstactie plaatsgevonden waarbij leerlingen, met een bijdrage van

Wilde Ganzen, € 32.000,- hebben opgehaald voor een onderwijsproject in Zuid-Afrika. Uit

tevredenheidenquêtes onder leerlingen en personeel blijkt dat zij in het bijzonder de goede

sfeer op school waarderen. De focus ligt in de komende jaren op het behoud daarvan.

Maurick College

www.maurickcollege.nl

rector: Huub van der Linden

opleidingen: vwo, havo, vmbo

locatie:

Vught

Het Maurick College heeft zich in 2014 gericht op het beter inrichten van de

kwaliteitszorgprocessen. Hierbij is met name ingezoomd op de kwaliteit van het

onderwijsleerproces. Door kritisch te kijken naar het functioneren van docenten en de

leerlingen meer vertrouwen te geven in de haalbaarheid van resultaten, zijn de SE- en CE-

resultaten sterk verbeterd. Voor nagenoeg alle vakken liggen deze resultaten nu op of boven

het landelijk gemiddelde. Dit alles heeft ertoe geleid dat de onderwijsinspectie aan de vwo-

opleiding een basisarrangement heeft toegekend. Alle opleidingen van het Maurick College

beschikken daarmee weer over het basisarrangement.

Page 22: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 22 van 183

Het Maurick College streeft naar de borging van kwaliteit. Daarnaast is het de ambitie van de

school praktijk en theorie sterker aan elkaar te verbinden via projectonderwijs. Leerlingen

krijgen hierdoor meer zicht op de praktische toepasbaarheid van hetgeen zij op school leren.

In juni 2016 zal op het Maurick College de internationale conferentie “Water is life”

plaatsvinden, waaraan 30 scholen uit alle werelddelen deelnemen. In die week zal gesproken

worden over het brede onderwerp water, van watermanagement tot het hebben van schoon

drinkwater. Deze conferentie dient als vliegwiel binnen de school om het projectonderwijs

verder te verbreden en uit te diepen.

Het daltononderwijs is gestoeld op drie kernwaarden: kiezen in verantwoordelijkheid,

zelfstandigheid en samenwerken. Naast de vereiste resultaten die behaald moeten worden

voor de diverse vakken, hecht het Maurick College belang aan de intensieve begeleiding van

de leerling in zijn “mensvorming”. Een leerling moet met de juiste vaardigheden met succes

het vervolgonderwijs kunnen doorlopen en zich op een goede wijze kunnen ontplooien in de

maatschappij. Het begeleiden van leerlingen in het uitbouwen van die vaardigheden zal een

nog nadrukkelijkere plaats in het onderwijsleerproces gaan innemen. Dit wordt onder meer

gestimuleerd door het werken met een vaardighedenrapport naast het reguliere

cijferrapport.

Merletcollege

www.merletcollege.nl

rector: Paul Metzemaekers

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Grave

Mill

Cuijk

Het Merletcollege wil voor zijn leerlingen een waardevolle en inspirerende school zijn. In de

dagelijkse omgang met elkaar moet de school daarom voelen als een tweede huis. Veilig,

warm, welkom, sfeervol en uitdagend zijn daarbij sleutelwoorden. Onderwijs betekent zowel

leren met je ‘hoofd’ als met ‘hand en hart’. Het is een eigentijdse leer-en leefgemeenschap

waarin veiligheid, betrokkenheid, zorg voor elkaar, optimisme en duidelijke eisen die

eenieder aan zichzelf stelt, bepalend zijn voor de sfeer.

2014 was een goed jaar voor het Merletcollege. De vestiging Robijnlaan kreeg voor de

basisberoepsgerichte leerweg het basisarrangement terug. De vestiging Mill behaalde

wederom het predicaat ‘Excellente School’ voor haar beroepsgerichte opleidingen. De

examenresultaten waren goed.

Om de kwaliteit van de lessen te optimaliseren werden docenten geschoold, is geparticipeerd

in de pilot van de onderwijsinspectie om de procesmatige kant van het onderwijs te wegen

en werden lessen bezocht en geëvalueerd, zowel door collega’s onderling als door de

directie. In het kader van de functiemix werd een nieuwe sollicitatieronde voor LC- en LD-

functies georganiseerd.

Ook in 2014 lag de focus op het bevorderen van samenhang en samenwerking tussen de vier

locaties van de scholengemeenschap. Er zijn veel slagen gemaakt, hetgeen resulteerde in

diverse afspraken over onderwijsaanbod, aansluiting vmbo-havo en het benutten van de

kansen die de vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s in de bovenbouw biedt.

Page 23: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 23 van 183

Tevens was er ruimte voor vestiging specifieke invulling: in Cuijk is de start gemaakt met 2

talig-vwo en in Grave en Cuijk is de nieuwe sector ’dienstverlening en commercie‘, in

samenwerking met (zorg)instellingen uit de omgeving, goed neergezet.

Goede huisvesting is essentieel voor een goed leer- en werkklimaat. In Mill kreeg dit vorm

door het revitaliseren van de theorielokalen en in Cuijk werd de start gemaakt met het

ontwerpen van de nieuwe school met alle schoolsoorten onder één dak.

Vermeldenswaard op het gebied van internationalisering zijn de reizen naar India (vwo/havo

Cuijk) en Thailand (Mill) en het akkoord dat de vestiging Grave kreeg van “Erasmus +” voor

het 3-jarig Internationaliseringsproject ‘Au fil de nos cours d’eau’, dat zij samen met zes

andere Europese scholen hebben ontwikkeld. Bijzonder op cultuurgebied waren de musical

(Grave) en de tweede editie van de ‘cultuurdag’ (Cuijk vwo/havo).

2014 was het jaar waarin het twintigjarig bestaan van de scholengroep en het veertigjarig

bestaan van de vestiging in Cuijk werden gevierd. Het jubileumprogramma bevatte

sportieve, creatieve en feestelijke activiteiten en een reünie. Ook was er een

estafettemarathon, als een verbindingslint tussen alle vestigingen van het Merletcollege, en

een mini-symposium voor het personeel met als thema ‘Onderwijs klaar voor de toekomst?’

Mill-Hillcollege

www.mill-hillcollege.nl

rector: Carin Zandbergen

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Goirle

Het Mill-Hillcollege is een school waarbinnen het draait om de ontwikkeling van leerlingen tot

volwaardige deelnemers aan de maatschappij. Het Mill-Hillcollege bereidt de leerlingen voor

op het vervolgonderwijs dat het beste bij het individu past. De ontwikkeling van kennis,

vaardigheden én persoonskenmerken vormen daarbij de uitgangspunten. Het Mill-Hillcollege

is ontstaan vanuit de kloosterorde van de ‘Fathers van Mill-Hill’ en heeft nog altijd de

zorgzaamheid voor de Derde Wereld hoog in het vaandel staan.

Het jaar 2014 heeft voor het Mill-Hillcollege in het teken gestaan van twee belangrijke

zaken:

1. Het schoolplan ‘Leren Navigeren’

De implementatie van het schoolplan in het school- en leerproces is een feit. Zowel

teams als faculteiten hebben dit jaar hun eigen speerpunten bepaald en zijn in

verschillende werkgroepen daarmee aan de slag gegaan. Docenten maken gezamenlijk

belangrijke keuzes over het onderwijsproces die bijdragen aan een hoog

kwaliteitsniveau.

2. De verbouwing van het schoolgebouw

Het Mill-Hillcollege is een groene en veilige school. Een grootschalige verbouwing heeft

hieraan een impuls gegeven. Op 21 januari is de school heropend met een dooplied. De

voortdurende verbetering van het schoolgebouw zet zich voort. In 2014 zijn de

leerlingentoiletten gemoderniseerd en is de biologiegang verbouwd.

Page 24: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 24 van 183

Munnikenheide College

www.munnikenheidecollege.nl

directeur: Carina Reuvers

opleidingen: vmbo

locaties:

Etten-Leur

Rucphen

Belangrijke ontwikkelingen in 2014:

iPads

Aantrekkelijk onderwijs en het bieden van maatwerk zijn speerpunten uit ons schoolplan. In

augustus 2014 zijn diverse iPad klassen gestart: alle eerstejaars op de locatie Rucphen en

alle mavo leerlingen van leerjaar 1 en 2 op de locatie Etten-Leur. Alle docenten hebben

bovendien een iPad gekregen zodat zij naast de bestaande leermethodes kunnen werken met

digitaal lesmateriaal. Ook voor de melding van aan- en afwezigheid in het digitale

klassenboek gebruiken de docenten de iPad.

Mavo plus

Leerlingen kunnen in de leerweg mavo plus, naast hun reguliere mavoprogramma,

aanvullend een praktijkvak volgen. Bijvoorbeeld ontwerpen bij Multi Media & Design of een

maquette bouwen op het techniekplein. In 2014 zijn de plusprogramma’s inhoudelijk verder

uitgebreid.

Tutorleren

Er is gestart met tutorleren, waar vierdejaars leerlingen - geschoold met een training op de

pabo - onze eerstejaars leerlingen helpen bij diverse vakken. Eén keer per week hebben de

tutoren een bijbaantje in het geven van bijles en hebben de eerstejaars leerlingen de

mogelijkheid tot deze persoonlijke bijles.

Resultaten

Het slaaggpercentage was in 2014 onveranderd hoog, namelijk 97%. Ook zijn de verschillen

tussen SE-CE binnen de marges. Er is extra aandacht geweest voor het

onderbouwrendement op de locatie Rucphen; deze valt nu op beide locaties binnen de

normen van de inspectie.

Passend onderwijs

In samenwerking met het Brederocollege, rec4 school te Breda, verzorgen we praktijklessen

bij ons op school voor een tiental rec4 leerlingen. Hierdoor is het ook voor hen mogelijk een

volwaardig kaderberoepsgericht diploma te behalen.

De gebouwen

In 2014 is de nieuwe sporthal in Etten-Leur feestelijk in gebruik genomen. Daarnaast is er

overeenstemming bereikt om de locatie in Rucphen ingrijpend te renoveren.

Page 25: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 25 van 183

Odulphuslyceum

www.odulphus.nl

rector: Delianne Hoekstra

opleidingen: vwo, havo

locatie:

Tilburg

Het jaar 2014 was een goed jaar voor Odulphus. De resultaten van de eindexamens en de

doorstroompercentages voor het vwo waren prima. Die van de havo lieten een (tijdelijke) dip

zien. Het vwo mag de kwalificatie Topschool 2015 voeren.

Het aantal aanmeldingen steeg opnieuw en dat gold ook voor de tussentijdse instroom. Het

aantal fte’s daalde verder en het ziekteverzuim daalde van 6.8 naar 3.6 %. De

meldingsfrequentie bleef gelijk, namelijk 1.2 %.

Veel van de vorig jaar geformuleerde doelstellingen zijn gehaald.

De havo betrok in augustus een nieuw gebouw. Het onderwijs aldaar werd verder

vormgegeven. Ook binnen het vwo werd aan verdere onderwijsontwikkeling gewerkt. Op het

gebied van internationalisering zijn grote stappen gezet. Projecten als deelname aan een

project in Singapore, uitwisselingen met Frankrijk, deelname aan het ELOS-netwerk, maar

ook de voorbereidingen van uitwisselingen met Denemarken, China en India getuigen

hiervan.

De bouwplannen kregen gedurende het schooljaar steeds meer vorm en inhoud. In januari

2014 werd daadwerkelijk gestart met de verbouwing van hoofdgebouw. Deze bouw werd in

juli afgerond. De voorbereidingen voor het gebouw voor de havo-afdeling werden in gang

gezet.

Het pre-gymnasium kende een deelname van maar liefst 160 leerlingen. De Open Dag telde

een record aantal bezoekers.

OMO scholengroep Bergen op Zoom e.o.

www.sgboz.nl

rector: Marcel van Loo

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

’t R@velijn, Steenbergen

ZuidWestHoek College, Ossendrecht

Mollerlyceum Bergen op Zoom

ZoomMAVO, Bergen op Zoom

’t Ravelijn ’t Ravelijn in Steenbergen verzorgt mavo en vmbo. In 2014/2015 telde de school ongeveer

500 leerlingen. Het schoolmotto luidt: ‘Pak je kans!’ en daagt iedereen op school uit. De

medewerkers worden getriggerd om goed en aantrekkelijk onderwijs te verzorgen.

Ravelijnleerlingen worden op hun beurt aangemoedigd om daar het maximale aan kansen uit

te halen.

Page 26: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 26 van 183

Belangrijke ontwikkelingen in het kalenderjaar 2014 waren:

E-learning

De school onderscheidt zich door een modern onderwijsconcept met als kenmerken ‘digitaal’

en ‘teamwork’. Ravelijnleerlingen krijgen zo veel mogelijk digitaal les via hun persoonlijke

tablet. Bij alle vakken in het eerste, tweede en derde leerjaar worden - indien beschikbaar en

van goede kwaliteit - digitale methoden gebruikt van educatieve uitgevers en van VO-

Content.

Leren plaats- en tijdonafhankelijker maken

De invoering van leertaken geeft betere sturing aan het leerproces en maakt leren meer

plaats- en tijdonafhankelijk. Omdat de leerlingen gebruik maken van een persoonlijke tablet

kunnen zij plaats- en tijdonafhankelijk inloggen en hun leertaak, methode en werkboeken

vinden. Ook e-learning methoden en digitale boeken maken deze vorm van leren en andere

werkvormen, zoals ‘flipping-the-classroom’, mogelijk.

Groei tevredenheid brugklassers

Uit de algemene tevredenheidsenquête blijkt dat de tevredenheid bij de brugklassers in de

afgelopen drie jaar is gestegen van 6,7 naar 7,4 tot 8,1 in 2013. De recente afname laat zien

dat de tevredenheid stabiliseert op 8,1.

Gepersonaliseerd leren

Samen met Tumult, Vo-lution en Pulson heeft het Ravelijn partners gevonden die

gepersonaliseerd leren mogelijk gaan maken. In 2015 zal er een vernieuwd

onderwijsplatform in gebruik worden genomen dat gemaakt is voor het onderwijsconcept van

het Ravelijn.

ZuidWestHoek College Het ZuidWestHoek College is de school voor mavo en vmbo in de Zuidwesthoek. Er zitten

ongeveer 475 leerlingen op school. Presteren, oriënteren en participeren staan centraal in de

visie van de school.

Belangrijke ontwikkelingen in het kalenderjaar 2014 waren:

High Performance Schools

Goed, beter, best geeft de ambitie van de school weer. En het begint bij ‘de basis op orde’.

Onder de projectwerknaam ‘Marzano’ is de aandacht voor de didactiek centraal gesteld.

Onder aanvoering van een werkgroep ‘teacher-leaders’ zijn initiatieven ontplooid om de

didactische vormgeving van lessen meer gedifferentieerd en uitdagend te maken.

Ondersteund door een studiedag en een inspirerende Amerikareis naar San Diego verbeteren

we aan de basis ons onderwijs. In 2014 is ook vooral gewerkt aan de basis met de

implementatie van het kwaliteitszorgsysteem. Hierin is de focus op het primaire proces en de

resultaatontwikkeling verder opgepakt. Door het structureel inzetten van de ontwikkelde

monitoren op prestaties, absentie en lesverwijdering stijgen de resultaten op de

kwaliteitskaart. Dat past bij de ambitie van de school om het predicaat ‘goed’ te behalen

vanuit het inspectietoezicht.

Onderwijs met eigentijdse middelen

Met ingang van augustus 2014 is gestart met het inzetten van iPads voor de

brugklasleerlingen. Daarmee sluit het ZuidWestHoek College aan bij de ontwikkelingen in de

digitale wereld. Door de samenwerking met onze zusterschool ’t Ravelijn maken we optimaal

Page 27: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 27 van 183

gebruik van hun leermomenten. Methodekeuze en werkwijze zijn aangepast op de

ondersteuning die de iPad kan bieden.

Mollerlyceum Het Mollerlyceum in Bergen op Zoom verzorgt havo, atheneum en gymnasium. Op het

Mollerlyceum bereiden ruim 750 leerlingen zich voor op een studie in het hoger en

wetenschappelijk onderwijs.

Belangrijke ontwikkelingen in het kalenderjaar 2014 waren:

E-learning

De doorontwikkeling van het didactisch concept in het werken met eigen een iPad krijgt

vorm bij de vakken Nederlands, aardrijkskunde, biologie, geschiedenis en rekenen. Bij deze

ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van VO-content.

Vwo topklas

In het vwo-plus programma kunnen leerlingen versneld door de leerstof gaan. Zij houden

daardoor tijd over om te werken aan uitdagende opdrachten. Het programma stimuleert

leerlingen zelfstandig te werken of te leren in tweetallen of in groepjes. Daarnaast heeft het

vwo vier top programma’s uitgewerkt waardoor de verschillende interesses van zowel havo-

als vwo-leerlingen verder geprikkeld en gestimuleerd worden. In de brugklas kiezen alle

leerlingen uit Media Design en Marketing, Europese Leeromgeving, Discovery en Sport.

Econasium

Afgelopen schooljaar is de ontwikkeling van het Econasium opgestart en ingericht. Het

Econasium is een excellentieprogramma voor leerlingen uit klas vier vwo, waarbij in

samenwerking met de economische faculteit van Tilburg University een economische

verdieping plaatsvindt. Leerlingen die dit programma met goed gevolg afsluiten krijgen in de

toekomst vrijstellingen op Tilburg University.

ZoomMAVO De ZoomMAVO in Bergen op Zoom is een categorale mavo. Op de ZoomMAVO bereiden

ongeveer 350 leerlingen zich voor op een mbo-opleiding.

Belangrijke ontwikkeling in het kalenderjaar 2014 was:

Loopbaanleren

Op de ZoomMAVO is het onderwijsconcept Loopbaanleren geïntroduceerd. Dit programma

richt zich op excellentie bevordering binnen de mavo. Het biedt de mavoleerling een betere

begeleiding en ontwikkeling in aanloop naar het maken van keuzes in hun leerloopbaan.

Naast veel samenwerking met het mbo zal het didactisch concept van het mavo onderwijs

beter aansluiten bij het beroepenveld en de uitstroommogelijkheden van de leerling.

Page 28: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 28 van 183

OMO Scholengroep De Langstraat

www.sgdelangstraat.nl

rector: Jan van Pelt

opleidingen: vwo, havo, vmbo

locaties:

Dr. Mollercollege, Waalwijk

Walewyc-mavo, Waalwijk

Van Haestrechtcollege, Kaatsheuvel

d’Oultremontcollege, Drunen

Dr. Mollercollege

Voor het Dr. Mollercollege heeft het jaar 2014 vooral in het teken gestaan van de verhuizing

naar een nieuw schoolgebouw en het verbetertraject voor de vwo-afdeling dat vanaf mei

intensief is opgepakt. Het gebouw wordt zowel door de leerlingen als het personeel positief

ervaren. Onderwijskundig is er stevig ingezet op de wijze van toetsen (RTTI) en het

verbreden van het didactisch en pedagogisch handelen van docenten (vijf rollen

docent/piramide van Slooter (CPS)).

Bij het Tussentijds Kwaliteitsonderzoek in november heeft de Inspectie van het Onderwijs de

beoordeling van zeer zwak teruggebracht naar zwak en de verwachting uitgesproken dat de

school vanaf mei 2015 weer onder regulier toezicht valt.

Walewyc-mavo

De Walewyc-mavo is in augustus 2014 verhuisd naar een nieuw gebouw, samen met de

collega-school, het Dr. Mollercollege. Het gebouw is groot, maar de Walewyc blijft werken op

een kleinschalige manier met een eigen docententeam. Dat team hanteert een eigen aanpak

van het onderwijs en zorg voor de leerlingen. De Walewyc-mavo heeft een eigen lesvleugel

met allerlei moderne faciliteiten, zoals een open leercentrum met computers en laptops

waarmee leerlingen zelfstandig kunnen leren. Docenten bieden in de lessen de structuur

die de leerlingen nodig hebben. Op de Walewyc zijn de communicatielijnen kort. Door het

kleine leerlingenaantal kan het team betrokken blijven bij elke leerling. Door extra personeel

in te zetten is de opvang bij lesuitval geborgd.

Van Haestrechtcollege

In 2014 is duidelijk geworden dat de school met deze omvang levensvatbaar is. Tegen de

verwachting in (285 leerlingen) zijn er 307 leerlingen ingeschreven. Leerlingen uit deze regio

zijn bewust gaan kiezen voor het Van Haestrechtcollege.

Na de invoering van een nieuw onderwijsconcept en een naamsverandering in 2013, is de

blik nu op de toekomst gericht. Het nieuwe onderwijsconcept ‘Onderwijs op Maat’ heeft in de

praktijk vorm gekregen en is evolutionair bijgesteld naar de behoefte van onze leerlingen.

Vanaf augustus 2014 spreken we dan ook niet meer over onderwijsinnovatie, maar over Ons

Onderwijs.

Naar aanleiding van de attendering en waarschuwing van de Onderwijsinspectie is er een

Plan van Aanpak gemaakt waarin voor de korte en middellange termijn verbeteracties zijn

benoemd. In dit Plan van Aanpak staat op welke manier er gewerkt zal worden aan het

duurzaam verbeteren van de leeropbrengsten. Dit vertaalt zich in drie speerpunten voor de

korte en middellange termijn, te weten:

De lerende leraar

De lerende organisatie

De lerende leerling

Page 29: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 29 van 183

De acties en verbeterpunten uit het Plan van Aanpak zullen een geheel gaan vormen met

Ons Onderwijs, dat we de komende periode verder gaan ontwikkelen.

d’Oultremontcollege

In maart 2014 werd de (ver)nieuwbouw aan de voorzijde van de school officieel in gebruik

genomen. In de nieuwbouw is ruimte gemaakt voor een modern open leercentrum, een

technasiumwerkplaats, 5 lokalen en spreek- en vergaderruimtes voor personeel.

Tegelijkertijd heeft de entree aan de Dillenburgstraat, het oudste gedeelte van de school,

een frisse en moderne uitstraling gekregen.

De gemeente Heusden kenmerkt zich door een sterke regionale krimp en de school heeft

met name hierdoor in de periode van 2010 tot heden een leerlingdaling van 22%

meegemaakt. De structurele leerlingdaling trekt een zware financiële wissel op de school.

Om de school op termijn weer financieel gezond te krijgen is in oktober gestart met het

opstellen van een plan van aanpak d’Oultremontcollege 2020. Dit plan beschrijft scenario’s

die erop gericht zijn een onderwijsaanbod, met een aantrekkelijk profiel en de juiste breedte,

voor de toekomst neer te zetten. Met de aanmeldingen in maart 2014 lijkt een licht herstel

van de krimp ingezet; voor het tweede jaar meldden zich meer leerlingen dan voorheen aan

voor de eerste klas.

Het Technasium en Versterkt Engels (voor havo- en vwo-leerlingen die extra uitdaging aan

kunnen) zijn kwalitatief en kwantitatief op niveau. In september is gestart met het nieuwe

vak Denken & Doen voor de vmbo-g/t leerling die bèta-georiënteerd is. Het vak is een

afgeleide van het vak Onderzoek & Ontwerpen op het Technasium. Met dit nieuwe vak trekt

de school de bèta-profilering door naar de opleiding vmbo-g/t.

In november bezocht de inspectie in het kader van een kwaliteitsonderzoek de opleidingen

vmbo-b, -k en -t. Tijdens het bezoek is geconstateerd dat de basis- en kaderafdeling

tekortkomingen hebben op het gebied van het onderwijsleerproces en de

onderwijsopbrengsten. Inmiddels is een verbeterplan opgesteld.

OMO Scholengroep Helmond

www.omoscholengroephelmond.nl

rector: Hans Schapenk

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locaties:

Vakcollege Helmond, Helmond

Carolus Borromeus College (ivo-mavo), Helmond

Dr.-Knippenbergcollege, Helmond

In 2014 hebben alle afdelingsleiders in dialoog met hun team een afdelingsplan gemaakt

waarin de doelstellingen van het schoolplan vertaald zijn naar de afdeling. Dit heeft op veel

afdelingen geleid tot nieuw elan door innovatieve denkbeelden.

Vakcollege Helmond

Op het Vakcollege Helmond is in de onderbouw een nieuw traject gestart rond

beroepsoriëntatie. Leerlingen kiezen al in de eerste klas een sector (zorg en welzijn,

economie, techniek, sport, dienstverlening en veiligheid) en volgen 5 tot 13 lesuren per week

in deze sector. Doelstellingen hiervan zijn het vergroten van de motivatie (betekenisvol

leren) en het verbeteren van de beroepskeuze. Verder is het Vakcollege voorloper bij

initiatieven rond passend onderwijs. Zo is er een integratieklas (cluster 3 samenwerking met

Page 30: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 30 van 183

de Antoon van Dijkschool uit Helmond) en een syntheseklas (cluster 4 samenwerking met de

Korenaer uit Helmond) gevestigd in het Vakcollege. Lessen worden gedeeltelijk door vmbo-

en vso-docenten verzorgd.

Carolus Borromeus College

Het Carolus Borromeus College is in 2014 verhuisd van de Gasthuisstraat naar de nieuwbouw

aan de Markesingel. De dislocaties Lauwerstraat en Hurksestraat werden opgeheven zodat

alle leerlingen in één gebouw gehuisvest zijn. In augustus is Dorine Pepping als nieuwe

directeur benoemd. Het International Business College is uitgebreid met vwo-leerlingen

waardoor het voor meer leerlingen mogelijk is van deze alternatieve leerroute gebruik te

maken.

Dr.-Knippenbergcollege

Het Dr.-Knippenbergcollege werkt intensief mee aan vormgeving aan het nieuwe landelijke

programma Bèta-Challenge, een praktisch technisch vak (5 uur per week) voor

mavoleerlingen. Verder is de school bezig met vormgeving van digitale didactiek; een groep

docenten uit klas 1-2 mavo gebruikt de iPad naast boeken in de klas en deelt deze

ervaringen binnen de sectie. Het vwo-team heeft voor deelname aan het WON-traject

(Wetenschaps Oriëntatie Nederland) gekozen. Deze landelijke vereniging stimuleert

academische vorming door onderzoek centraal te stellen. Het nieuwe vak moet deze

leerlingen nieuwsgierig maken naar onderzoek door training in vaardigheden en

onderzoeksmogelijkheden te stimuleren. Het vwo moet zo ruimte bieden voor maatwerk en

doorgroei naar excellentie.

OMO scholengroep Tongerlo

www.sgtongerlo.nl

rector: Marijke Broodbakker

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo, praktijkonderwijs

locaties:

Da Vinci College, Roosendaal

Gertrudiscollege, Roosendaal

Norbertuscollege, Roosendaal

Da Vinci College

Voor het Da Vinci College was 2014 het jaar dat de nieuwe school werkelijkheid werd. Op de

website www.nieuwedavinci.nl is de voortgang van de bouw te volgen.

Docenten en leerlingen bereiden zich voor op het samengaan in de nieuwe school. Dat

gebeurde in november 2014 op een heel bijzondere plek tijdens de derde editie van ‘One day

a dreamschool’. In een oude fabriek werden de gezamenlijke werkruimtes van leerlingen en

docenten op werkelijke grootte nagebouwd. Een dag lang zijn leerlingen en docenten met

elkaar aan de slag gegaan om de ruimtes in te delen en om werkafspraken te maken. Naast

de bouw van een nieuwe school wordt ook een grote schooltuin ingericht voor de leerlingen

van het praktijkonderwijs met daarop een leergebouw.

Voor het derde opeenvolgende jaar waren de examenresultaten in het vmbo uitstekend. Na

een aantal moeilijke jaren is de kwaliteit van het onderwijs weer prima op orde. Het

praktijkonderwijs blijft het onverminderd goed doen.

Page 31: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 31 van 183

Opnieuw werpt de samenwerking met externe partijen zijn vruchten af. De intensieve

samenwerking met de ROC-locaties in Roosendaal en Bergen op Zoom geldt binnen ROC

West-Brabant als richtinggevend voorbeeld van succesvolle initiatieven.

In 2014 bestond het beroepsonderwijs in Roosendaal 75 jaar. Dat is met docenten en

leerlingen uitgebreid gevierd.

Gertrudiscollege

Het Gertrudiscollege maakt werk van maatwerk. Als begaafdheidsprofielschool wordt een

alphatop en bètatop programma aangeboden in de onderbouw. Leerlingen kunnen zich

onderscheiden in het vak Engels met Anglia en Cambridge examens en door het volgen van

een versneld programma. Bij het vak Duits is er de mogelijkheid om deel te nemen aan

Goethe examens. Het bèta aanbod wordt versterkt door deelname aan M-tech; vmbo

leerlingen profiteren hiervan.

De begaafdheidsprofielschool (BPS) accreditatie is verlengd en binnen het scholennetwerk

van de BPS zijn er inmiddels twee volgscholen. Vanuit dezelfde invalshoek is het

junioracademie programma voor hoogbegaafde leerlingen uit groep 7 en 8 in 2014 verder

uitgebouwd.

Als officieel erkend topsportvriendelijke school wordt het examenvak bewegen, sport &

maatschappij (bsm) aan onze havoleerlingen aangeboden. Naast deelname aan JetNet, is dit

jaar ook gestart met het Econasium programma. Tenslotte voeren verschillende docenten in

de academische opleidingsschool, onderzoek uit om de kwaliteit van het onderwijs verder uit

te verhogen.

Norbertuscollege

Het Norbertuscollege heeft in 2014 met succes ingezet op verhoging ven de rendementen en

verbetering van de examenresultaten. Daarnaast zijn er excellentieprogramma’s voor bèta

(bèta-plus), voor talen (Cambridge, Delf en Goethe), in de vwo-plus klassen door middel van

wetenschapslessen, en heeft ook economie een excellentieprogramma (Econasium).

De school heeft veel aandacht voor persoonlijke- en burgerschapsontwikkeling. Dat uit zich

ook in nadenken over de gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerlingen en leraren om de

school schoon, gezond en duurzaam te maken en te houden.

Uit de viering van het 95-jarig jubileum blijkt de aandacht voor kunst en cultuur binnen de

school. Docenten en meer dan 150 leerlingen lieten in een viertal uitverkochte voorstellingen

een wervelende proms-productie zien. Daarnaast waren er ook brugklasuitvoeringen met

Scapino en een optreden van examenleerlingen muziek.

De aanschaf van een bijzonder kunstwerk, ter gelegenheid van het afscheid van

collegedirecteur Johan van Oosterhout, symboliseert de jarenlange traditie op het gebied van

kunst en cultuur en laat zien dat een historische en moderne elementen zich heel goed laten

verenigen.

Een aantal docenten participeerde actief binnen de AOS’en in onderzoek in de eigen

beroepspraktijk.

Page 32: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 32 van 183

Rodenborch-College

www.rodenborch.nl

rector: Marjo van IJzendoorn

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Rosmalen

Het Rodenborch-College, waar talentontwikkeling van iedere leerling centraal staat en steeds

meer vorm krijgt, heeft de afgelopen jaren planmatig gewerkt aan het realiseren van de

doelen in het schoolplan en het verbeteren van de opbrengsten.

De integrale aanpak, inclusief een goed kwaliteitszorgsysteem en een scholingsplan, heeft er

toe geleid dat het onderwijsproces een steeds hoger niveau heeft gekregen. De focus op de

differentiatie, het taal-en rekenbeleid en de aandacht voor het vakmanschap van docenten

begint vruchten af te werpen, zowel op de VIP- (vakken, integratie en persoonlijke

ontwikkeling) als op de Jenaplan-afdeling.

Differentiatie vindt niet alleen plaats in de lessen, maar er zijn ook steeds meer programma’s

die bedoeld zijn voor leerlingen die meer willen en meer kunnen. Het Talenttraject is verder

uitgebouwd naar alle groepen in het vwo en sinds augustus 2014 draagt de school ook het

predicaat Econasium.

Ook voor de LOOT-leerlingen ligt de focus op talentontwikkeling. Het visitatierapport met

betrekking tot de organisatie en het onderwijs op maat dat deze groep leerlingen vraagt, was

positief. Dat is terug te zien in de toename van het aantal leerlingen met een topsportstatus.

In 2014 zette de stijgende lijn van het aantal brugklasleerlingen door. Omdat de school de

grenzen van de opnamecapaciteit heeft bereikt, werden 60 nieuwe leerlingen uitgeloot. De

school kampt al enkele jaren met een tekort aan ruimte en huurt nu twee lokalen bij de

buren van het stedelijk VSO.

Roncalli Scholengemeenschap

roncalli.mwp.nl

rector: Ludo Heesters

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Bergen op Zoom

Met een vooruitstrevende onderwijsaanpak stimuleert Roncalli dat haar 1.162 leerlingen,

naast het opdoen van de benodigde kennis, ook een persoonlijke ontwikkeling doormaken.

Als daltonschool met een eigen-tempo-werkwijze worden leerlingen competenties aangeleerd

die mede bepalend zijn voor succes in het vervolgonderwijs en de verdere loopbaan: het

geleidelijk omgaan met zelfstandigheid, samenwerken, reflectie, verantwoordelijkheid en

effectiviteit.

De school verkeert in een fase waarin de kwaliteitszorg in de brede zin van het woord door

vele medewerkers wordt opgepakt en geborgd. Met behulp van instrumenten zoals ISO 9001

en School aan Zet ontwikkelt de school zich verder als professionele organisatie.

RoncalliExcellent heeft een vervolg gekregen i.s.m. Exentra Antwerpen, expertisecentrum

voor hoogbegaafden. In de bovenbouw volgen deze leerlingen een eigen leerroute.

Page 33: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 33 van 183

Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering van juni 2014 heeft ertoe geleid dat Roncalli voor

alle afdelingen een basisarrangement heeft. Met belanghebbenden is een nieuw Schoolplan

2015-2019 opgezet opdat Roncalli toekomstgericht onderwijs kan geven aan het grootste

kapitaal: de leerling.

Bij verschillende binnen- en buitenschoolse activiteiten is uitgebreid aandacht voor de

protestants-christelijke en katholieke identiteit conform Zingeving en Goed Onderwijs (OMO

juni 2013).

Rythovius College

www.rythoviuscollege.nl

rector: Frans Claassens

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

Eersel

’Accent op jouw talent’, dat is waar het Rythovius College voor staat. De school realiseert dat

door het aanbieden van talentenstromen voor kunst, sport en science (inclusief het

technasiumvak onderzoeken & ontwerpen) in de onderbouw. Ook de gymnasiumafdeling van

de school en het aanbod van Anglia zijn mogelijkheden voor leerlingen hun talenten te

ontwikkelen. In de bovenbouw is er een breed onderwijsaanbod, dat leerlingen vele

mogelijkheden biedt: naast de ’gewone vakken‘ biedt de school vijf kunstvakken als

examenvak aan, en zijn er examenmogelijkheden in sport op mavo, havo en vwo en in

filosofie op vwo.

In 2014 is het nieuwe schoolplan 2014-2018 ’Kiezen voor de toekomst‘ tot stand gekomen.

Daarin is onder meer te lezen dat het Rythovius College ook de talenten van de

medewerkers wil ontwikkelen: de school is een lerende organisatie. Een mooi voorbeeld

daarvan is te vinden in de Leerkringen die van start zijn gegaan: uit veel onderzoek blijkt dat

leraren graag met en van elkaar leren. De Leerkringen voorzien in die behoefte: in kleine

groepen onder leiding van een expert (bij voorkeur iemand uit de school) wordt in een drietal

bijeenkomsten gewerkt aan thema’s die direct met de situatie in de klas te maken hebben.

De resultaten van het Rythovius College in 2014 zijn goed.

Scholengroep Het Plein

www.sghetplein.nl

rector: Corinne Sebregts (sinds 1 september 2013; daarvoor Frans Bakermans)

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo en praktijkonderwijs

locaties:

Sint-Joriscollege, Eindhoven

Aloysius/De Roosten, Eindhoven

Antoon Schellenscollege, Eindhoven

Vakcollege, Eindhoven

Praktijkschool Eindhoven

Pleinschool Helder, Eindhoven

Page 34: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 34 van 183

De vestigingen werken vanuit een gezamenlijke missie, maar profileren zich afzonderlijk van

elkaar. Elke school heeft een eigen identiteit en is apart gehuisvest. Het onderwijs- en

begeleidingsaanbod is dusdanig op elkaar afgestemd dat er nagenoeg een dekkend

onderwijsaanbod ontstaat van praktijkonderwijs tot gymnasium. Scholengroep Het Plein

geeft onderwijs aan ongeveer 2800 leerlingen.

In 2014 is met alle directieleden van Scholengroep Het Plein besproken welke vorm van

besturing door de kerndirectie past bij de taken die de vestigingen moeten uitvoeren.

De gesprekken binnen de directie van Scholengroep Het Plein hebben geleid tot de

formulering van een besturingsfilosofie waarbij de kerndirectie de schoolleiding van iedere

vestiging coacht, ondersteunt en begeleidt. De kerndirectie is echter eindverantwoordelijk

voor de vestigingen en spreekt daarom met iedere schoolleiding af welke resultaten per

kalenderjaar bereikt moeten worden. Jaarlijks voert de kerndirectie met de directeur van een

vestiging een managementgesprek over het al dan niet bereiken van de afgesproken

resultaten.

Om de vestigingen te ondersteunen bij allerlei aspecten van de bedrijfsvoering van de

vestiging heeft Scholengroep Het Plein stafdiensten, die worden aangestuurd door een hoofd

van dienst. De directeur Beheer en Organisatie stuurt de stafdiensten via de hoofden van

dienst aan. De rector werkt daarnaast met de directeuren van de vestigingen aan

schooloverstijgende thema’s, zoals in-, door- en uitstroom, gesprekkencyclus, de

academische opleidingsschool, arrangementen, PR en communicatie,

deskundigheidsbevordering in het kader van passend onderwijs en onderwijskundig gebruik

van ICT. De directeur Beheer en Organisatie werkt met een vestigingsdirecteur de formeel

juridische kaders voor arrangementen uit.

De besturingsfilosofie van Scholengroep Het Plein betekent dat ook het Sint-Joriscollege een

eigen directeur nodig heeft. In november 2014 is daarom Peter van den Eijnde benoemd als

directeur van het Sint-Joriscollege.

Sint-Joriscollege

Het Sint-Joriscollege is een school voor vwo (gymnasium en atheneum), havo en mavo. De

school biedt het project Kunst & Cultuur aan, heeft een bètaprogramma en voor leerlingen

met een brede belangstelling voor sport zijn er de sportklassen. Daarnaast is ’t Joris een

Topsport Talentschool (LOOT) met een daaraan verbonden CTO-afdeling (Centrum voor

topsport en onderwijs) en de enige gecertificeerde Cultuurprofielschool in de regio

Eindhoven. De school telt circa 1460 leerlingen.

Het Sint-Joriscollege is een relatief grote school maar heeft het onderwijs kleinschalig

georganiseerd in vijf teams. De school kenmerkt zich door een open karakter, waarbij iedere

leerling zich gekend en herkend voelt.

De school zorgt ervoor dat elke leerling bij het verlaten van de school zelfbewust en goed

toegerust de vervolgstappen kan nemen die bij hem/haar passen. En dat elke leerling de

ontwikkelde kennis en vaardigheden effectief kan inzetten in de maatschappij.

De onderwijsresultaten zijn op alle drie de afdelingen voldoende, maar het streven is om

deze verder te verbeteren. In het kalenderjaar 2014 werd het verbetertraject verder

vormgegeven. Communicatie over goed onderwijs staat daarbij centraal, met aandacht voor

alle betrokkenen: leerlingen, ouders, docenten en alle andere medewerkers. In 2014 heeft

de school een overeenkomst voor deelname aan het Econasiumprogramma ondertekend:

een programma voor vwo-leerlingen met wiskundig inzicht en interesse in economische

Page 35: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 35 van 183

onderwerpen. Het Econasiumpogramma start in januari 2015. Verder is de directiestructuur

gewijzigd en is Peter van den Eijnde per 1 februari 2015 benoemd als vestigingsdirecteur.

Aloysius/De Roosten

Aloysius/De Roosten is een school voor mavo met een determinatieperiode in de onderbouw.

Dit betekent dat leerlingen met een vmbo-k/g/t advies na overleg met de basisschool de

mogelijkheid krijgen in twee leerjaren door te groeien naar de mavo.

Daarnaast is Aloysius/De Roosten een Topsport Talentschool (LOOT) met een daaraan

verbonden CTO-afdeling (Centrum voor Topsport en Onderwijs). De school telt circa 350

leerlingen.

Aloysius/De Roosten biedt haar leerlingen een veilige geborgen omgeving waar docenten en

leerlingen elkaar kennen. De school heeft haar onderwijs kleinschalig georganiseerd en de

communicatielijnen met leerlingen en ouders zijn kort. Aloysius/De Roosten: ‘Focus op jou’.

In 2014 heeft Aloysius/De Roosten met alle medewerkers van de school de koers en het

concept van de nieuwbouw bepaald. Inmiddels is het docententeam vol enthousiasme aan de

slag om het onderwijsconcept te vertalen naar de praktijk. Er vinden pilots in de school

plaats. Deze pilots zorgen voor informatie met betrekking tot de succesfactoren en eventuele

afbreukrisico’s. Op basis van deze gegevens worden de plannen aangepast. Elke maand

informeren medewerkers elkaar over de ontwikkelingen en wordt weer een nieuw onderwerp

bij de kop gepakt. Medewerkers kunnen zich profileren en werken met veel plezier en spirit

aan deze mooie uitdaging. Vanzelfsprekend zijn ook de ouders en leerlingen betrokken bij

deze ontwikkelingen. Inmiddels heeft de school zich verbonden aan diverse projecten zoals

M-tech, Focus op passie en techniek en de Teacher Academy. De school vindt hierdoor

aansluiting bij de regionale en landelijke ontwikkelingen.

Aloysius/De Roosten blijft een kleinschalige warme school waar aandacht voor elkaar heel

belangrijk is en blijft. Goede resultaten, modern onderwijs in een omgeving waarin je mag

groeien, waarin je je veilig voelt en waarin je jezelf mag zijn.

Antoon Schellenscollege

Het Antoon Schellenscollege is een vmbo-onderbouwschool voor leerlingen met

extra ondersteuningsbehoeften. Een voorziening die prima past bij de ontwikkelingen van

passend onderwijs. Daarnaast is de school een Topsport Talentschool (LOOT) met een

daaraan verbonden CTO afdeling (Centrum voor Topsport en Onderwijs) De school telt circa

250 leerlingen.

Het Antoon Schellenscollege biedt een kleinschalige, veilige, gestructureerde en betrokken

leeromgeving aan leerlingen die (nog even) extra ondersteuning nodig hebben op het gebied

van leren en/of persoonlijke ontwikkeling. Veel leerlingen hebben een lwoo-indicatie. De

school biedt zorg op maat aan op didactisch en sociaal-emotioneel gebied zodat iedere

leerling zich optimaal kan ontplooien en na twee jaar een verantwoorde overstap kan maken

naar een bovenbouwtraject dat bij hem of haar past.

Afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van de ontwikkelingen rondom passend onderwijs.

De ondersteuning die het Antoon Schellenscollege biedt is in kaart gebracht voor het

samenwerkingsverband Eindhoven/Kempen. Inhoudelijk ligt de focus op de training van

executieve functies, het differentiëren door gepersonaliseerd leren en de

vaardigheidsontwikkeling taal en rekenen met het oog op de referentieniveaus. De komende

jaren wordt dit verder ontwikkeld.

Page 36: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 36 van 183

De school is trots op de talentklas tekenen: een nieuw initiatief waarbij leerlingen buiten de

lestijden om hun talent voor tekenen (verder) kunnen ontwikkelen. De 1e prijs in de Dutch

Design Week voor een ontwerp bevestigt dat onze leerlingen over veel talent beschikken.

Vakcollege Eindhoven

Vakcollege Eindhoven is een school voor vmbo met basis- en kaderberoepsgerichte

vakroutes, te weten de vakmanschapsroute ‘Techniek & Vakmanschap’ en ‘Mens &

Dienstverlening’. Vakcollege Eindhoven maakt deel uit van de landelijke organisatie voor

vakcolleges. De school heeft een samenwerkingsverband met het Summa College (mbo) en

bedrijven en instellingen uit de regio. Daarnaast is de school een Topsport Talentschool

(LOOT) met een daaraan verbonden CTO-afdeling (Centrum voor Topsport en Onderwijs).

Vakcollege Eindhoven telt circa 270 leerlingen.

Vakcollege Eindhoven zorgt dat de leerlingen direct vanaf de start in het eerste leerjaar van

het onderwijs op weg gaan naar een vmbo- én mbo-diploma. Dit is mogelijk door de

intensieve samenwerking met het Summa College en met regionale bedrijven en instellingen.

Daarnaast is er aandacht voor de begeleiding van elke individuele leerling op basis van

zijn/haar interesses en kwaliteiten.

Voor de leerlingen betekent het onderwijs binnen Vakcollege Eindhoven dat ze zich

ontwikkelen tot vakman of vakvrouw en een diploma behalen waarmee ze aan het werk

kunnen. Voor bedrijven en instellingen betekent het dat ze kunnen rekenen op geschoolde

vakmensen met een opleiding die is afgestemd op hun dagelijkse praktijk.

Het jaar 2014 stond in het teken van het opstarten van vakscholen per uitstroomprofiel.

Voor de vakschool Zorg en Welzijn heeft dit geresulteerd in het, samen met Summa College

en de regionale instellingen, uitschrijven van het curriculum van het eerste leerjaar tot en

met het vierde leerjaar. Voor de vakschool Produceren, instaleren en energie heeft een

eerste oriënterend gesprek plaats gevonden, zodat we binnenkort ook deze vakschool tot

stand kunnen brengen.

Praktijkschool Eindhoven

Praktijkschool Eindhoven is een school voor praktijkonderwijs met circa 295 leerlingen.

Daarnaast is de school een Topsport Talentschool (LOOT) met een daaraan verbonden CTO-

afdeling (Centrum voor Topsport en Onderwijs). In een kleinschalige, betrokken en veilige

omgeving stimuleert Praktijkschool Eindhoven haar leerlingen tot zelfwerkzaamheid,

zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Het praktijkonderwijs bereidt leerlingen voor op een zinvolle plaats in de samenleving. Een

ander belangrijk doel van het praktijkonderwijs is de begeleiding naar werk op de regionale

arbeidsmarkt. Vanuit haar wettelijke functie is het praktijkonderwijs eindonderwijs.

Uitgangspunt is dat leerlingen competenties ontwikkelen die ze nodig hebben om zelfstandig

te kunnen werken en functioneren in de maatschappij. Na het praktijkonderwijs gaan

leerlingen direct werken op arbeidsmarkt. Praktijkschool Eindhoven begeleidt naar werk in al

zijn facetten: met of zonder begeleiding en/of subsidie. Sommige leerlingen stromen door

naar een vervolgopleiding. De docenten van Praktijkschool Eindhoven ondersteunen en

begeleiden in de keuze voor werk en/of vervolgopleiding.

In 2014 is het aantal leerlingen licht gedaald tot onder de 300. De school heeft na het

inspectiebezoek het basisarrangement ontvangen. De uitstroomcijfers zijn blijvend aan de

norm: 75% van de leerlingen die in 2011-2012 zijn uitgestroomd heeft twee jaar na

schoolverlaten nog steeds werk. Van de leerlingen die in 2014 de school hebben verlaten is

dit 90%. Er zijn veranderingen ingezet in de organisatie van de school en er is een nieuw

Page 37: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 37 van 183

schoolplan gemaakt voor de periode 2015-2019 met als titel: Werken aan mogelijkheden.

Focus voor de komende jaren is het afstemmen van het onderwijsprogramma op

vervolgopleidingen, rekening houdend met veranderende wet- en regelgeving.

Pleinschool Helder

Pleinschool Helder is een kleinschalige, reguliere havo/vwo-school die zich specifiek richt op

leerlingen met een vorm van autisme en/of AD(H)D. Respect voor anderen, open

communicatie, structuur en duidelijkheid staan voorop, teneinde de leerlingen zo goed

mogelijk om te leren gaan met hun mogelijkheden en beperkingen. Daarbij ligt de nadruk op

wat ze wél kunnen. De schoolt wil op deze manier bijdragen aan de vorming van leerlingen

tot jongvolwassenen die in staat zijn een studie aan hbo of universiteit te volgen. Daarnaast

is de school een Topsport Talentschool (LOOT) met een daaraan verbonden CTO-afdeling

(Centrum voor Topsport en Onderwijs). Pleinschool Helder telt circa 130 leerlingen.

In 2014 was het slagingspercentage 100%. De succesvolle uitstroom van leerlingen naar een

reguliere vervolgopleiding bevestigt dat Helder toegevoegde waarde heeft als onderwijsvorm

voor de regio Eindhoven. Onderwijs maak je samen: het team, ouders en leerlingen hebben

aangegeven tevreden te zijn over hoe onderwijs wordt vormgegeven. Deze motivator neemt

de school mee in het realiseren van passend onderwijs.

Scholengemeenschap Were Di

www.weredi.nl

rector: Cees Streng

opleidingen: vwo, havo, vmbo

locatie:

Valkenswaard

Scholengemeenschap Were Di is een bruisende en vooruitstrevende school met inspirerend

onderwijs. Door goed onderwijs en goede leerlingenbegeleiding worden de leerlingen in een

plezierige en betekenisvolle omgeving op maat voorbereid op examen, vervolgonderwijs,

beroep en rol in de samenleving.

Goed onderwijs en leerlingenbegeleiding

Were Di scoorde weer goed in de diverse landelijke rapportages inzake onderwijsresultaten.

De school had uitstekende examenresultaten en de leerlingen doen het prima in het

vervolgonderwijs. Ondanks een landelijke tendens tot terugloop van leerlingenaantallen

behaalde Were Di bij de meest recente aanmeldingen een stijging van zo’n 90 leerlingen.

Inspirerend

Scholengemeenschap Were Di heeft een groot aanbod op het gebied van buitenschools leren,

zoals excursies, internationale uitwisselingen en culturele activiteiten. Enkele voorbeelden

daarvan zijn de jaarlijkse vijf-landen-ontmoeting, de tweejaarlijkse musical, het jaarlijks

songfestival, het jaarlijks toneel en reizen naar bijvoorbeeld Londen, Berlijn en Florence.

Belangrijke maatschappelijke thema’s worden geïntegreerd in het onderwijsprogramma.

Door de inrichting van onze gebouwen, met afwisselend leslokalen en pleinen, is er sprake

van divers leren.

Bruisend

Na de lessen is er voor de liefhebbers wekelijks een uitgebreid aanbod aan sport- en

cultuuractiviteiten. Er is een feestcommissie, bestaande uit leerlingen uit alle afdelingen en

Page 38: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 38 van 183

leerjaren. Tevens is er dit jaar een leerlingenraad opgericht die meepraat over belangrijke

onderwerpen.

Vooruitstrevend

Were Di beschikt over een draadloos netwerk waarmee ICT kan worden ingezet zonder tijd-

of plaatsgebonden te zijn. Een groot gedeelte van de leerlingen heeft al, ter optimalisering

van het onderwijsproces, altijd een laptop bij zich.

Sint-Janslyceum

www.sjl.nl

rector: Roel Scheepens

opleidingen: vwo, havo, mavo

locatie:

’s-Hertogenbosch

Het Sint-Janslyceum bestaat bijna 100 jaar en heeft een zeer rijke traditie en een stevig

fundament in de regio. De school bereidt de leerlingen voor op hun toekomst door hen een

positieve en veilige leeromgeving te bieden. De school biedt jaarlijks plaats aan 400 nieuwe

brugklassers. In 2014 waren er 408 aanmeldingen voor de brugklas die allen konden worden

toegelaten. Doordat er uiteindelijk leerlingen overbleven die nog geen school hadden is het

aantal plaatsen alsnog opgehoogd tot 425 (162 mavo/havo, 172 havo/vwo, 91

atheneum/gymnasium).

De examenresultaten in 2014 op mavo en vwo waren goed en op havo nog onder het

landelijk gemiddelde maar wel weer in stijgende lijn. Financieel zijn de doelstellingen

gehaald; het exploitatieresultaat over 2014 komt uit volgens de begroting. De ambitie van

het Sint-Janslyceum is om in 2016 toe te treden tot de vereniging van

begaafdheidsprofielscholen. Daartoe volgen docenten scholing en is op sommige jaarlagen

gestart met speciale plus-lessen.

Nieuw beleid: om vanuit 3-havo / 3-vwo een profiel te mogen kiezen voor de vierde klas

moet een leerling vanaf schooljaar 2014-2015 21 punten halen in drie aangewezen

profielvakken. Lukt dit niet, maar is de leerling wel over, dan bepaalt uiteindelijk de

vergadering welk profiel of welke profielen worden toegestaan. Docenten zijn gevraagd om

leerlingen te helpen deze 21 punten te halen.

In 2014 waren er weer studiereizen naar tien bestemmingen, het Artistiek Festival en de

musical A Christmas Carol, die in de media veel lof heeft geoogst. Ook de negende Dag van

Respect in november 2014 was een hoogtepunt; die dag bracht meer dan 40 gastsprekers

de school in.

In augustus 2014 is een nieuwe cateraar gestart met de afspraak om tenminste 75%

gezonde producten aan te bieden. De omzet in de kantine is hierdoor merkbaar gestegen. De

MR heeft ingestemd met het afschaffen van de nog bestaande rokersruimte voor het

personeel vanaf mei 2015 en ook het schoolplein wordt vanaf mei 2015 rookvrij.

De school is sinds 2014 partner in de academische opleidingsschool Den Bosch (AOSDB).

In oktober 2014 trad de school officieel toe tot de groep van Econasium-scholen. Een eerste

cohort van 17 leerlingen in 4-vwo is van start gegaan.

Page 39: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 39 van 183

In november 2014 werd het hoogste punt van de nieuwbouw bereikt en de oplevering wordt

in mei 2015 verwacht. Op dat moment zullen ook leerlingenkantine en de personeelsruimte

zijn uitgebreid en opnieuw zijn ingericht.

Sondervick College

www.sondervick.nl

rector: Nol van Beurden

opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo

locatie:

Veldhoven

Het Sondervick College groeide in 2014 verder door. De resultaten bleven goed over de hele

linie. De ambities van de school rond techniek, bèta en internationalisering zijn

onverminderd. De verankering daarvan in het contact met de regionale partners wordt

steeds sterker. Vooral met de TU Eindhoven en ASML werd intensief samengewerkt. Ook met

het primair onderwijs wordt samengewerkt rondom onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen

en tweetalig onderwijs. De school zet in op het handhaven van een breed

ondersteuningsprofiel bij passend onderwijs en participeert actief in de voorbereiding

daarvan op alle niveaus. Er wordt onderzocht of intensieve samenwerking met een school

voor speciaal onderwijs op de campus mogelijk is.

Op het gebied van ICT in het onderwijs wordt een versnelling gerealiseerd. In 2014 is gestart

met een pilot rond laptopklassen. De volgende stap is invoering van laptops in alle

brugklassen per augustus 2015.

Internationalisering kreeg een nieuwe impuls door een reis naar Polen (met vmbo) en

Oeganda en voorbereidingen voor uitwisselingen met Indonesië en India. Op China en de VS

wordt georiënteerd. Azië en de VS zijn in beeld vanwege de techniek-bèta specialisatie.

Twee belangrijke thema’s zijn in onderzoek genomen: de invoering van een designklas in

vmbo en een project om het onderwijs anders te organiseren, zodanig dat extra

ondersteuning en verdieping kunnen plaatsvinden binnen de reguliere onderwijstijd.

Er werd gestart met een nieuwe academische opleidingsschool in de regio ZO; het

Sondervick College neemt daaraan deel.

De dynamiek in de teams zet door. Een veelheid aan initiatieven komt los, variërend van

modellen voor het meten en verbeteren van leerprocessen tot uitwisseling van good

practices en wederzijds lesbezoek. De school werkt mee aan ‘School aan Zet’ en maakt voor

de ontwikkeling van het management onder meer gebruik van het competentieprofiel

schoolleiders. De school neemt deel aan een pilot rond collegiale visitatie. Er werd in 2014

een tweede stap gezet in het beter begeleiden van nieuwe docenten. Een modernisering van

de gesprekscylcus (met personeel) werd besproken met de MR.

Op het gebied van de communicatie werd een traject ingezet met een extern adviesbureau

om de verschillende opleidingen duidelijker te positioneren in Veldhoven en omgeving.

Page 40: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 40 van 183

Theresialyceum

www.theresialyceum.nl

rector: Tomas Oudejans

opleidingen: vwo, havo

locatie:

Theresialyceum, Tilburg

Frater van Gemertschool, Tilburg

Theresialyceum

Het jaar 2014 werd vooral gekenmerkt door het plotseling overlijden van twee collega’s en

het verongelukken van een leerlinge uit klas 2. De school heeft dit jaar drie intensieve

rouwperiodes gekend en er waren indrukwekkende herdenkingsbijeenkomsten waar

docenten en leerlingen elkaar gesteund hebben. Een lichtpuntje was de saamhorigheid die

hierbij werd getoond.

Er was ook goed nieuws, bijvoorbeeld de examenresultaten: op de havo is 90% geslaagd en

op het vwo 99%. De ambitie van de school om bovengemiddelde resultaten te leveren is

daarmee waargemaakt. Het fundament hiervoor wordt gelegd in de driejarige brugperiode.

Financieel is er met de NOA-gelden ruimte gekomen om nog meer in het onderwijs te

investeren. De extra middelen zijn ingezet om de klassen te verkleinen (maximaal dertig

leerlingen) en de lessentabel voor de meeste vakken te verhogen. Met het programma Havo-

uniek streeft de school naar extra elan voor de havo-opleiding. Dat gebeurt met

Samenwerken, Activeren en Motiveren (SAM), maar ook door de verbinding met het vwo te

zoeken.

Het traditionele onderwijsconcept van de school is constant in beweging, maar het gebouw is

wel wat achtergebleven. De voorbereidingen voor een ingrijpende renovatie zijn in volle

gang. De lokalen worden vergroot, er komt luchtverversing en het gebouw wordt duurzaam

met een hedendaagse uitstraling. Het gehele schooljaar 2015-2016 zal er gebouwd worden.

Bijzonder is dat de school met 2College Jozefmavo nieuwe buren gaat krijgen.

Frater van Gemert

Het jaar 2014 is in vele opzichten succesvol geweest voor de locatie Frater van Gemert,

nevenvestiging van het Theresialyceum. Een belangrijke stap in de positionering van de

school is het opnemen van onderwijs aan leerlingen met een stoornis in het autistisch

spectrum (ASS-VO leerlingen) in het Ondersteuningsplan 2014-2018 van het portfolio van

het samenwerkingsverband passend onderwijs. Tevens is een vermelding opgenomen in het

Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen, waarin de nevenvestiging als ‘tussenvoorziening’

tussen het regulier- en speciaal onderwijs wordt genoemd. Ook de bijbehorende werkwijze

voor aanmelding via de TAC (Toelatings- en Advies Commissie) is opgenomen. Daarmee is

het onderwijs voor deze doelgroep op toekomstbestendige wijze geregeld.

De opbrengsten van de havo-opleiding, gebaseerd op resultaten van de jaren 2011 t/m

2013, zijn op alle onderdelen voldoende. De havisten van deze school scoren gemiddeld

genomen structureel hoger op het Centraal Examen dan op het School Examen. De interne

audit die is uitgevoerd voor de gehele school, waar de nevenvestiging onderdeel van

uitmaakt, is met een ‘goed’ gewaardeerd op de onderdelen:

ondersteunend schoolklimaat die stimulerend en ambitieus is en gericht op brede

vorming;

(vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling;

de leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen;

de leraren benutten de professionele ruimte voor goed onderwijs.

Page 41: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 41 van 183

Aandachtspunten voor 2015 zijn de opbrengsten op het gebied van de (examen-)cijfers van

de leerlingen en het ontwikkelen van sociale competenties (o.a. maatschappelijke- en

burgerschapscompetenties). Deze worden opgenomen in de kwaliteitscyclus van de school.

Verder verdient de aansluiting van toetsing en afsluiting tussen onderbouw en bovenbouw

aandacht. Ook zal de ‘docentscan’ ingevoerd worden als instrument waarmee leerlingen

feedback kunnen geven aan docenten ten behoeve van kwaliteitsverbetering van het

aangeboden onderwijs.

Van Maerlant

www.vanmaerlant.nl

directeur: Edward de Gier

opleiding: mavo, vmbo

locatie:

’s-Hertogenbosch

Van Maerlant vmbo/mavo in Den Bosch is in 2014 gestart op een andere locatie. Van twee

dislocaties (Bilderdijkstraat voor onderbouw en Van Maerlantstraat voor bovenbouw) naar

één locatie aan de onderwijsboulevard, waar voorheen het Duhamel College gehuisvest was.

Van Maerlant is nu nog een locatie voor een kleine 500 leerlingen voor de basis, kader en

gemengd/theoretische leerweg (gt). Vanaf schooljaar 2015/2016 richt Van Maerlant zich op

kader en gt. Hierdoor zal de basisberoepsgerichte leerweg op deze locatie niet meer

mogelijk zijn.

De school is trots op het media(leer)park. Van Maerlant beschikt over een eigen TV-studio en

regiewagen waarmee leerlingen in samenwerking met de Bossche omroep uitzendingen en

opnames kunnen maken.

Ook heeft de school flink ingezet op multimedia in de school wat geresulteerd heeft in:

Uitgebreide inzet van smartborden in alle lessen door alle onderwijsgevenden

Inzet van Bring Your Own Device (BYOD)

Het verzorgen van webinars voor personeel, ouders, leerlingen of, op verzoek, van

derden

Contact leggen met andere scholen/klassen via webcams en smartborden.

De school is trots op de nieuwe veilige open leeromgeving waar de contacten tussen

leerling, docenten en directie laagdrempelig en persoonlijk zijn.

Van Maerlantlyceum

www.vanmaerlantlyceum.nl

rector: Liz Chermin

opleidingen: vwo, havo

locatie:

Eindhoven

Schoolontwikkeling en onderzoek waren in 2014 de belangrijkste thema’s voor het Van

Maerlantlyceum. De invoering van de vakken art & technology en kritisch denken zijn daar

een voorbeeld van. Binnen deze vakken wordt op geheel verschillende wijze gewerkt aan de

onderzoekende houding van de leerling. Bij kritisch denken wordt aandacht besteed aan de

Page 42: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 42 van 183

werking van het brein en de effecten daarvan op het leren. Thema’s als analyseren,

argumenteren en redeneren komen aan de orde. Bij het vak art & technology leren de

leerlingen dat creativiteit ook hard werken is. Het creatieve proces staat centraal.

Passend bij deze beweging is de ontwikkeling van de school tot academische

opleidingsschool. Deze ontwikkeling heeft niet alleen betrekking op het opleiden van

toekomstige collega’s maar wordt gezien als een vliegwiel voor professionalisering en

schoolontwikkeling. Binnen het kader van de academische opleidingsschool onderzoekt de

school de ambities voor het onderwijs van de toekomst. Centraal staat hierbij niet alleen de

vraag waarom het Van Maerlantlyceum nu een goede school is, maar vooral ook hoe de

school ook voor de toekomstige leerlingen een goede school blijft die aansluit bij de

ontwikkelingen in de wereld om ons heen.

Varendonck-College

www.varendonck.nl

rector: Irma van Nieuwenhuijsen

opleidingen: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs

locaties:

Asten

Someren

Op de valreep van het kalenderjaar 2014 heeft het Varendonck-College zijn nieuwe

kernboodschap gepresenteerd. Optimisme, verantwoordelijkheid, veiligheid zijn

sleutelwoorden. We werken iedere dag aan de individuele leerroutes van onze leerlingen en

hebben voor elk talent een passende plek.

In deze boodschap zit ook de ambitie: individuele leerroutes. In 2014 is op strategisch

niveau gestart met plannen voor het Varendonck-College in 2020. Tegelijkertijd wordt hier

ook in de klas aan gewerkt: er is begonnen met schoolbrede projecten die naar hetzelfde

doel moeten leiden: maatwerk voor elke leerling. Zo is er een beweging van boven naar

beneden, maar ook vice versa.

Het Varendonck-College is in 2014 gestart met de academische opleidingsschool. Met de

academische opleidingsschool draagt de school bij aan een betere opleiding voor docenten

van de toekomst en wordt gewerkt aan onderzoek in de school dat het onderwijs ten goede

komt. In 2014 is een meerjarig onderzoek gestart naar de effecten van tweetalig onderwijs

op de school.

De Onderwijsinspectie heeft de school tweemaal bezocht in 2014: de vwo-afdeling en het

praktijkonderwijs zijn beide positief beoordeeld. De examenresultaten waren ook in 2014

goed: 96% van alle leerlingen heeft de school met een diploma verlaten.

Page 43: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 43 van 183

Zwijsen College

www.zwijsencollege.nl

rector: Anita O'Connor

opleidingen: vwo, havo

locatie:

Veghel

Het afgelopen jaar heeft het Zwijsen College haar onderwijsconcept uitvoerig geëvalueerd. Er

is uitgebreid gesproken met ouders, leerlingen en collega’s en dat heeft geleid tot een aantal

organisatorische en pedagogisch-didactische aanpassingen. Gezamenlijk doel was de school

kleiner te laten voelen. Door leraren meer verantwoordelijkheden te geven en de

schoolleiding deze te laten monitoren wordt meer eigenaarschap gecreëerd.

Er is gestart met kleine, zelfverantwoordelijke teams van leraren. Ieder team wordt geleid

door een teamleider die zowel zijn teamleden als de bijbehorende leerlingen aanstuurt. Op

deze manier zijn de lijntjes kort en voelt iedere leerling en medewerker zich gekend. Naast

de teamleider zijn er verschillende verantwoordelijkheden binnen een team belegd: zo is er

een zorgcoach, lerarencoach en coördinator om de teamleden te ondersteunen en verder tot

ontwikkeling te brengen. Tijdens de tweewekelijkse teamvergaderingen wordt volop

gesproken over de leerlingen die onder de hoede van het team vallen.

Naast de teams zijn de vakgroepen enorm belangrijk. Professionele vakgroepvoorzitters

hebben een belangrijke rol te vervullen in het ontwikkelen van een kwalitatief sterke

vakgroep. Daarom zijn deze voorzitters intensief geschoold en met zorg benoemd. Op deze

wijze heeft het Zwijsen College aandacht voor zowel de pedagogisch-didactische als de

vakdidactische zorg die leerlingen nodig hebben om het beste uit zichzelf te halen.

Page 44: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 44 van 183

Deel B:

Bestuursverslag

Page 45: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 45 van 183

1. Ons Onderwijs

1.1. Leerlingen

1.1.1. Onderwijs in kerncijfers

Grafiek 1.Slaagpercentages OMO scholen

Bovenstaande grafiek geeft de slaagpercentages 2014 weer. Het gemiddelde

slaagpercentage van alle OMO-scholen samen is in 2014 gestegen ten opzichte van 2013

met 0,6 procentpunt. Uit analyse van de resultaten per schoolsoort blijkt bovendien dat alle

OMO-opleidingen op of boven het landelijk gemiddelde scoren. Het landelijk gemiddelde

slaagpercentage is met 0,4 procentpunt gestegen ten opzichte van 2013. Het percentage

geslaagden op het vwo laat een daling zien van 1,5 procentpunt. Ook landelijk is het vwo

slaagpercentage met 2,1 procentpunt gedaald, zo blijkt uit de Examenmonitor VO 2014.

In bijlage 6 zijn de slaagpercentages van alle scholen en opleidingen weergegeven.

1.1.2. Lesuitval

Scholen beslissen zelf hoe zij de onderwijstijd invullen. Voor de schooljaren 2013/2014 en

2014/2015 is in het Sectorakkoord VO de norm van 1.000 klokuren per leerjaar afgesproken.

In het examenjaar dienen leerlingen minimaal 700 klokuren les aangeboden te krijgen. In elk

schooljaar mag 60 uur aan maatwerkactiviteiten meetellen als onderwijstijd. Onze scholen

leggen verantwoording af over de gerealiseerde onderwijstijd in Vensters voor

Verantwoording. De resultaten per school zijn terug te vinden via www.scholenopdekaart.nl.

96

,4%

95

,4%

93

,2%

88

,5%

92

,6%

92

,2%

96

,8%

93

,1%

91

,4%

88

,0%

91

,9%

91

,4%

96

,9%

97

,2%

94

,5%

89

,3%

91

,1%

92

,8%

96

,9%

95

,0%

93

,4%

87

,9%

89

,8%

91

,8%

84,0%

86,0%

88,0%

90,0%

92,0%

94,0%

96,0%

98,0%

100,0%

vmbo-b vmbo-k vmbo-g/t havo vwo Totaal

Slaagpercentage '12-'13 OMO Slaagpercentage '12-'13 landelijk

Slaagpercentage '13-'14 OMO Slaagpercentage '13-'14 landelijk

Page 46: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 46 van 183

1.1.3. Voortijdig schoolverlaten (VSV)

Nederland richt zich met het convenant ‘Aanval op Schooluitval 2008-2012’ op het

voorkomen van schooluitval. Het kabinet Rutte II heeft zich ten doel gesteld het maximaal

aantal nieuwe VSV’ers terug te brengen tot 25.000 in 2016. Nieuwe VSV’ers zijn leerlingen

van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten gedurende het

schooljaar.

In het voorjaar van 2013 heeft OCW op regionaal niveau convenanten afgesloten met

gemeenten en onderwijsinstellingen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar

beroepsonderwijs. Alle OMO-scholen hebben met de ondertekening van een regionaal VSV-

convenant aangegeven zich in te zetten voor het terugdringen van schooluitval. Per regio

zijn verbetermaatregelen vastgelegd.

1.1.4. Goed onderwijs bieden

Samen zorgdragen voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs is de belangrijkste taak van de

vereniging en de scholen. Goed onderwijs staat centraal bij de voorbereiding op een

vervolgopleiding en een plaats in de maatschappij. Onderwijsontwikkelingen zoals passend

onderwijs, leerlingkrimp en digitalisering hebben onze aandacht. De blijvende professionele

ontwikkeling van docenten speelt hierbij een belangrijke rol. De focus hierbij blijft

ongewijzigd: de leerling het onderwijs bieden dat hem of haar de beste toekomstkansen

biedt.

1.1.5. Veiligheid op scholen

Het opstellen van een veiligheidsplan voor een school in het voortgezet onderwijs is een

wettelijke verplichting. De OMO-veiligheidsmonitor ondersteunt bij het meten van de mate

waarin leerlingen en medewerkers zich veilig voelen op school. Met de monitor wordt per

locatie de sociale veiligheid gemeten. Het instrument bestaat uit een vragenlijst voor

personeel, leerlingen en de veiligheidscoördinator. De OMO-veiligheidsmonitor is een op

maat gemaakt instrument voor alle OMO-scholen dat al een aantal jaren in gebruik is.

Na het doorvoeren van enkele aanpassingen is in het voorjaar van 2014 is de

veiligheidsmonitor bij alle OMO-scholen opnieuw toegepast. De resultaten zijn per locatie in

kaart gebracht en resulteren op schoolniveau in een plan van aanpak om de sociale

veiligheid te optimaliseren. Het aantal gemelde incidenten in 2014 is afgenomen ten opzichte

van de nulmeting in 2008. Zowel leerlingen als medewerkers voelen zich veiliger op en

rondom de scholen. Het verbaal pesten van leerlingen en medewerkers komt nog altijd

relatief veel voor. Hoewel het slachtofferpercentage is gedaald, heeft deze vorm van pesten

een grote impact op leerlingen en medewerkers. Dit blijft een belangrijk punt van aandacht

bij het verder optimaliseren van de veiligheid op en rondom de scholen.

Ook aan de fysieke veiligheid van leerlingen en medewerkers besteden alle OMO-scholen

voortdurend aandacht. Het beschikken over een actuele en getoetste RI&E helpt daarbij en is

dan ook een permanente opdracht. In 2014 is onder 22.085 leerlingen en 4.041

medewerkers de OMO-veiligheidsmonitor toegepast. De resultaten van het onderzoek zijn

per school en voor de gehele vereniging vergeleken met de resultaten van 2008. Zie

daarvoor bijlage 8.

Page 47: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 47 van 183

1.1.6. Het stimuleren van leerlingen door OMO-prijzen

Ieder jaar reikt een jury prijzen uit om talentvolle leerlingen te stimuleren. Elke school kan

voor iedere categorie een werkstuk inzenden. De leerlingen met het beste werkstuk

ontvangen een prijs in de vorm van een geldbedrag.

Profielwerkstukprijs voor havo- en vwo-leerlingen

In 2014 is er een groot aantal profielwerkstukken ingezonden en beoordeeld. De uitreiking

van de profielwerkstukprijzen was wederom een succes.

Het profielwerkstuk is een werkstuk van eindexamenkandidaten havo of vwo waarin zij

verworven kennis, inzicht en vaardigheden van tenminste één vak binnen hun profiel op een

hoog niveau toepassen. Daarnaast laat het profielwerkstuk samenhang en integratie van

leerstofonderdelen binnen een profiel zien. Iris Begers en Anouk van Stratum van het

Varendonck College wonnen in 2014 de profielwerkstukprijs voor de havo met hun werkstuk

‘De invloed van kleuren’. De vwo-prijs ging dit jaar naar Kevin Choi, nu leerling van

Pleinschool Helder en voorheen van het Antoon Schellenscollege, voor zijn werkstuk met als

titel ‘HiSPARC: Kosmische straling’.

Sectorwerkstukprijs en “Trots op…!” voor vmbo en praktijkonderwijs

Het sectorwerkstuk is een vakoverstijgend en binnen de sector passend onderdeel van het

schoolexamen, waarbij zowel het eindproduct als het proces onderwerp van beoordeling zijn.

Hieraan is sinds 2013 een prijs toegevoegd voor leerlingen van vmbo-b/k en het

praktijkonderwijs: “Trots op…!”. Belangrijk uitgangspunt voor deze prijs is de ontwikkeling

die de leerling(en) heeft (hebben) doorgemaakt.

In 2014 was het aantal inzendingen voor beide prijzen te laag om een winnaar te kunnen

kiezen. De genomineerde leerlingen ontvingen ter compensatie een geldbedrag en een dagje

uit. In 2015 krijgt de prijs voor het meest bijzondere werkstuk uit de opleidingen

praktijkonderwijs, vmbo-b en vmbo-k een nieuw jasje én een nieuwe naam: OMO-

praktijkwerkstukprijs. De jury reikt deze prijs voortaan uit in april. In de nieuwe opzet vallen

er geen drie maar vijf werkstukken in de prijzen. Zo zetten we nog meer leerlingen met hun

bijzondere prestatie in het zonnetje.

1.1.7. Leerlingen voorbereiden op de kosmopolitische samenleving

Zowel deelname aan vervolgonderwijs als het uitoefenen van een beroep vindt in

toenemende mate plaats binnen de context van een kosmopolitische samenleving. De

scholen binnen de vereniging bereiden leerlingen daar op voor. Dit gebeurt bijvoorbeeld door

middel van (inter-)nationale uitwisselingen en deelname aan projecten ter bevordering van

maatschappelijke betrokkenheid.

Elos

Zes OMO-scholen maken deel uit van het Elos-netwerk dat bestaat uit circa 250 scholen in

22 landen. Scholen die Elos aanbieden zorgen voor inbedding van Europese en Internationale

Oriëntatie in hun curriculum en geven leerlingen de mogelijkheid twee talen op hoog niveau

te leren en zich optimaal voor te bereiden op de internationale samenleving. Eind 2011 heeft

Ons Middelbaar Onderwijs voor drie jaar het coördinatorschap van Elos Europa en daarmee

het penvoerderschap van het vierde Europese project Elos overgenomen. Dit project is in

2014 afgesloten en heeft geresulteerd in een accreditatiesystematiek voor deelnemende

scholen en een breder draagvlak onder internationale beleidsmakers.

Page 48: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 48 van 183

1.1.8. Passend onderwijs

De scholen binnen een samenwerkingsverband zorgen gezamenlijk voor een aansluitend

onderwijsaanbod waarbinnen voor ieder kind een passende plek is. De wijze waarop de

ondersteuning voor leerlingen is geregeld, is vastgelegd in het ondersteuningsplan van het

samenwerkingsverband. Het ondersteuningsplan bestaat uit de ondersteuningsprofielen van

de verschillende scholen binnen het samenwerkingsverband. Ook staat er in het

ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de scholen in het

samenwerkingsverband ten minste bieden. In het voorjaar van 2014 zijn de

ondersteuningsprofielen en -plannen vastgesteld.

Per 1 augustus 2014 is passend onderwijs daadwerkelijk in werking getreden. Scholen

hebben vanaf deze datum een zorgplicht. Hiermee zijn zij ervoor verantwoordelijk iedere

aangemelde leerling een passende onderwijsplek op de eigen of een andere school te bieden.

Samenwerkingsverband Helmond-Peelland is in 2013 al gestart met passend onderwijs en

loopt daarmee een jaar voor. Dit samenwerkingsverband neemt deel aan een pilot van het

ministerie van OCW.

De OMO-scholen zijn vertegenwoordigd in tien regionale samenwerkingsverbanden Passend

Onderwijs (zie bijlage 10). Rectoren uit deze tien samenwerkingsverbanden komen eens per

kwartaal bijeen voor een afstemmingsoverleg met de raad van bestuur. Zij brengen

gevolgen van de nieuwe wetgeving op onderwijskundig, juridisch en administratief vlak

gezamenlijk in beeld en delen verschillende beleidsthema’s.

1.1.9. Vernieuwing vmbo-structuur

De beroepsgerichte programma’s van de vmbo-sectoren techniek, economie en zorg &

welzijn worden vereenvoudigd, verduidelijkt en geactualiseerd. Het ministerie van OCW

brengt de ongeveer 30 beroepsgerichte examenprogramma’s terug tot een beperkt aantal

profielen. De nieuwe programma’s sluiten aan op actuele ontwikkelingen in de

(beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het mbo. Ze houden rekening met

leerroutes van leerlingen en ze dragen bij aan een betere organiseerbaarheid van het

onderwijs, ook bij dalende leerlingenaantallen.

In de nieuwe programmastructuur kiezen vmbo-leerlingen een profiel, bestaande uit vier

profieldelen die centraal worden geëxamineerd en vier keuzedelen die met een

schoolexamen worden afgesloten. Deze keuzedelen kunnen ook van andere profielen

afkomstig zijn. Voor elk profiel komen minimaal vijf keuzedelen beschikbaar. De school

bepaalt zelf welke keuzedelen zij aanbiedt en welke keuzemogelijkheden zij de leerlingen

biedt. De bedoeling is dat in 2017 de eerste beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl

worden afgelegd. De invoering van profielen in het vmbo vraagt om aanpassing van de Wet

op het Voortgezet onderwijs. Deze wet zal naar verwachting in het voorjaar van 2016 van

kracht worden.

Op dit moment werken 50 pilotscholen mee aan de vernieuwing van de beroepsgerichte

examenprogramma’s vmbo. OMO-scholen 't Ravelijn in Steenbergen en 2College Durendael

in Oisterwijk nemen deel aan de pilot. Schoolleiders van andere OMO-scholen zijn tijdens een

bijeenkomst in juni 2014 in de gelegenheid gesteld informatie uit te wisselen met de

pilotscholen. Binnen het kennisnetwerk ‘vernieuwingen vmbo’ ontmoeten docenten en

afdelingsleiders van verschillende scholen elkaar eens per kwartaal om met elkaar kennis te

delen ten aanzien van de vormgeving van de nieuwe programma’s.

Page 49: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 49 van 183

1.2. Identiteit

In het basisdocument, ‘Zingeving en goed onderwijs’ (bijlage 12), wordt de discussie over

identiteit van drie basisbegrippen voorzien: goed onderwijs, een goed mens en goed leven.

Het document is opgesteld vanuit de wens dat eenieder in het dagelijks leven geïnspireerd

raakt door getoond gedrag. Gedrag maakt immers zichtbaar wat de betekenis van identiteit

echt is. De vraag is dan ook: hoe kunnen we in de schoolpraktijk in gedrag betekenis geven

aan het evangelie?

Verbreding en verdieping

Naast de lessen voor levensbeschouwing zijn er ook in 2014 weer diverse projecten geweest

op de scholen die levensbeschouwelijke doelen nastreven. Die projecten kunnen variëren van

deelname aan de Wereld Jongeren Dagen, onderzoek naar gemeenschappelijke waarden in

de school tot maatschappelijke projecten die leerlingen bewust maken van

verantwoordelijkheid voor de medemens. In overleg met schoolleiders wordt daarnaast

doorlopend gezocht naar borging van het thema in de hele school en het hele curriculum.

In 2014 stond de vraag centraal wat effectief is als het gaat om de relatie tussen zingeving

en onderwijs. Hoe kan een school zingeving en levensbeschouwing als rode draad door het

onderwijs laten lopen? Dat kan bijvoorbeeld door betekenisvolle reflectie en gesprekken over

gedrag te laten plaatsvinden bij meer dan alleen het vak levensbeschouwing en in alle

leerjaren. En door zingeving ook in relatie te brengen met managementvraagstukken zoals

krimp, financiën, personeelsbeleid en leiderschap. Identiteit is dan niet meer een pas op de

plaats, maar een verandering van de organisatie. Tijdens een brainstorm met een aantal

schoolleiders in november 2014 is gesproken over dit vraagstuk. Vanuit de notitie ‘Zingeving

en goed onderwijs’ zou de beweging vooral terug te zien moeten zijn in gedragingen van

zowel docenten als leerlingen. Docenten moeten daartoe goed ondersteund en toegerust

worden. Vanuit de gewenste beweging is vooral relevant wat iemands drijfveren zijn,

waarom iemand dit vak heeft gekozen, wat hij/zij de leerlingen wil meegeven en of er plek is

voor interactie en verbinding. De vereniging heeft de ambitie om meer te doen dan

kennisoverdracht alleen. Ook nadenken over levensvragen en dwarsverbanden hoort bij de

vorming en ‘bildung’ van leerlingen in het VO.

In 2015 zal deze gedachtegang, en de meerwaarde ervan voor leerlingen en docenten, als

vervolgstap op de notitie ‘Zingeving en goed onderwijs’ besproken worden met een divers

samengestelde groep docenten vanuit de vereniging.

1.3. Onderwijsaanbod

1.3.1. Demografische ontwikkelingen en onderwijsaanbod op fietsafstand

In 2013 is een intern onderzoek verricht naar de demografische ontwikkelingen in de

provincie Noord-Brabant. Voor elke school zijn leerlingramingen gemaakt voor de periode tot

en met 2025. Uit dit onderzoek blijkt dat het aantal leerlingen binnen het voorgezet

onderwijs in Noord-Brabant vanaf 2015 gaat dalen. De verdeling van deze daling is daarbij

ongelijk verdeeld binnen de provincie.

In 2014 is de ontwikkeling van het leerlingaantal daarom in kaart gebracht per regio

waarbinnen leerlingen een bij hen aansluitende onderwijsplek moeten kunnen vinden. In dit

onderzoek zijn ook de gegevens van collega-scholen en –besturen meegenomen. Per

onderwijsregio is voor elke schoollocatie de ontwikkeling van het aantal leerlingen per

Page 50: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 50 van 183

onderwijstype en leerjaar inzichtelijk gemaakt. Het resultaat geeft inzicht in de ontwikkeling

van het toekomstige leerlingaantal voor praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo per

schoollocatie. Op basis van het beeld dat per onderwijsregio is verkregen, zijn in eerste

instantie zeven onderwijsregio’s geselecteerd voor verdere analyse. De cijfers uit deze

nadere analyse vormen een onderlegger bij besprekingen met gemeenten en collega-

besturen over het toekomstige onderwijsaanbod, zodat voor elke leerling een gevarieerd

aanbod op fietsafstand behouden blijft.

1.3.2. Herschikking, samenwerking, fusie en overname

’s-Hertogenbosch

In 2013 hebben het Hervion College en het Duhamel College de krachten gebundeld en zijn

samen gegaan in de Bossche Vakschool. In 2014 zijn beide scholen in één gebouw gaan

samenwerken. In de onderbouw kunnen leerlingen zich breed oriënteren en in de bovenbouw

is er keuze uit verschillende beroepsrichtingen met praktijkgerichte leeromgevingen.

Eindhoven

Om het onderwijsaanbod in de toekomst te garanderen in het noordelijke gedeelte van

Eindhoven is besloten het Lyceum Bisschop Bekkers samen te laten gaan met het Christiaan

Huygens College. Het besluit tot fusie is voorgelegd aan de betrokken

medezeggenschapsraden en raden van toezicht. Een fusie-effectrapportage is eind 2013

opgesteld, waarna in het voorjaar van 2014 de minister toestemming heeft gegeven voor de

fusie. De bestuursoverdracht heeft plaatsgevonden met ingang van het schooljaar 2014-

2015.

Helmond

Het Vakcollege Helmond, onderdeel van Scholengroep Helmond, werkt momenteel samen

met Praktijkschool Helmond. In het verslagjaar is bezien hoe deze samenwerking kan

worden geïntensiveerd om het onderwijsaanbod, voor leerlingen met deze specifieke

zorgbehoeften, te kunnen blijven garanderen. Daarbij zijn ook eerste mogelijkheden verkend

voor een overname van Praktijkschool Helmond. In de loop van 2015 zal dit verder worden

vormgegeven.

1.4. Kwaliteitszorg

1.4.1. Toezichtarrangementen

De Inspectie van het Onderwijs bezoekt elke opleiding van elke school ten minste eens per

vier jaar voor het vaststellen van een toezichtarrangement. Opleidingen ontvangen een

basisarrangement als de inspectie geen aanwijzingen heeft voor belangrijke tekortkomingen

in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van de wet- en regelgeving. Opleidingen

waarbij wel sprake is van tekortkomingen, ontvangen een aangepast arrangement met

bijbehorend predicaat ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ en vallen onder verscherpt toezicht van de

inspectie. De schoolleiding start in deze gevallen een verbetertraject om de onvoldoende

onderwijsindicatoren op korte termijn weer op voldoende niveau te krijgen. De raad van

bestuur is hierbij nauw betrokken.

Page 51: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 51 van 183

Het volgende overzicht geeft het aantal toezichtarrangementen weer die gelden op 31

december 2014:

Pro

VMBO-

B

VMBO-

K

VMBO-

(G)T Havo Vwo Totaal

Basis 6 26 26 49 33 32 172

Zwak 0 1 1 0 0 0 2

Zeer Zwak 0 0 0 0 0 1 1

N.v.t. 0 0 0 2 1 1 4

Totaal 6 27 27 51 34 34 179

Tabel 1a: Overzicht toezichtarrangementen per 31 december 2014

Stand van zaken op 31 december 2013:

Pro

VMBO-

B

VMBO-

K

VMBO-

(G)T Havo Vwo Totaal

Basis 6 24 25 47 33 30 159

Zwak 0 3 2 4 1 3 13

Zeer Zwak 0 0 0 0 0 1 1

Totaal 6 27 27 51 34 34 179

Tabel 1b: Overzicht toezichtarrangementen per 31 december 2013

In 2014 zijn door de inspectie 179 opleidingen van Ons Middelbaar Onderwijs beoordeeld.

Drie opleidingen ontvingen een aangepast arrangement kwaliteit (in 2013 waren dit er

veertien). Daarmee zet de vorig jaar ingezette afname van het aantal zwakke en zeer

zwakke opleidingen door. De verduurzaming van kwaliteitszorg op schoolniveau draagt

hieraan bij.

Voor een viertal opleidingen (vmbo-g/t van Antoon Schellens en vmbo-g/t, havo en vwo van

Pleinschool Helder) is door de inspectie geen oordeel afgegeven (n.v.t.). Dit had

verschillende oorzaken:

De leerlingenpopulatie week teveel af van die van reguliere vestigingen om een

vergelijking te kunnen maken;

Het betrof een kleine vestiging binnen een grotere school die voor de opbrengstenkaart

is samengevoegd met een andere vestiging;

De betreffende schoolsoort werd op de vestiging in onder- en/of bovenbouw niet

aangeboden of er zijn te weinig gegevens beschikbaar.

In bijlage 7 is een overzicht opgenomen waarin voor elke school per opleiding staat

aangegeven welk toezichtarrangement op 31 december 2014 geldt.

1.4.2. Kwaliteitszorg en Vensters voor Verantwoording

Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg is het geheel van activiteiten dat ondernomen wordt om de kwaliteit van het

onderwijs en de school te onderzoeken, te borgen en te verbeteren. Elke school is op eigen

wijze bezig met het uitdragen en toepassen van kwaliteitszorg en verwerkt dit in het

schoolbeleid. De borging hiervan vindt plaats in het schoolplan dat goedkeuring behoeft van

de raad van bestuur.

De werkgroep kwaliteitszorg, bestaande uit het lid van de raad van bestuur, een vijftal

schoolleiders en beleidsmedewerkers, heeft in 2014 in een aantal bijeenkomsten stilgestaan

bij verdere borging van kwaliteitszorg. Zij hebben onder meer kritisch gekeken naar het

proces en naar de vragenlijsten rondom de veiligheidsmonitor. Alle scholen hebben

Page 52: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 52 van 183

vervolgens op basis hiervan het onderzoek uitgezet. Vanuit de werkgroep is daarnaast een

pilot voor collegiale visitatie opgestart met als uitgangspunt de ‘Lerende organisatie’.

Vensters voor Verantwoording

Via Vensters voor Verantwoording wordt alle cijfermatige informatie over en in

samenwerking met scholen in één systeem verzameld en brengt het in beeld hoe scholen

presteren op 21 belangrijke indicatoren (examencijfers, onderwijstijd, tevredenheid,

personeel, veiligheid etc.). Waar mogelijk worden resultaten vergeleken met het landelijk

gemiddelde. Vensters helpt scholen zo inzicht te krijgen in hun eigen resultaten en hierover

op goede wijze verantwoording af te leggen aan bijvoorbeeld leerlingen en ouders.

Door de gegevens van de indicatoren actueel te houden is feitelijke informatie van elke

school als op sectorniveau beschikbaar. Verder dient de inhoud van Vensters VO als

inhoudelijk gespreksonderwerp in de diverse geledingen.

In oktober 2014 is Vensters VO geheel vernieuwd, waarbij diverse indicatoren zijn veranderd

en toegevoegd. Daarnaast is het onderdeel schoolkompas omgezet in scholenopdekaart.nl.

Vanuit de vereniging is geparticipeerd in de werkgroep die onderzoek heeft gedaan naar

noodzakelijke en gewenste veranderingen in Vensters voor Verantwoording.

1.4.3. Kwaliteitsgelden VO en Prestatiebox

Vanaf 2012 is de Prestatiebox van kracht. In het Bestuursakkoord VO, een convenant tussen

OCW en de VO-raad, zijn de prestatiedoelen van scholen voor 2015 vastgelegd evenals de

maatregelen die de minister en staatssecretaris nemen om dit mogelijk te maken. De doelen

van het convenant zijn het verhogen van prestaties van leerlingen, verbeteren van de

onderwijskwaliteit en vergroten van de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Overigens,

iedere onderwijsorganisatie streeft dergelijke doelen normaliter al na, vanuit hun bestaande

verantwoordelijkheden.

Om deze doelen te bereiken wordt vanuit OCW extra financiering beschikbaar gesteld via een

zogenaamde Prestatiebox; middelen die overigens evengoed zonder label in de lumpsum

terecht hadden kunnen komen. Aan de beschikbaarstelling van de extra middelen is een

aantal voorwaarden verbonden. Zo is het in het bestuursakkoord aangegeven dat van de

scholen wordt verwacht dat zij, vertrekkend vanuit hun eigen uitgangssituatie, context en

profiel, in kaart brengen waar zij in 2012 stonden op de indicatoren uit het Bestuursakkoord.

Vervolgens bepalen zij waar ze tot en met 2015 naartoe willen en kunnen groeien en hoe ze

dat aan gaan pakken. Met de Prestatiemonitor meten scholen hoe ver ze zijn met het

realiseren van de ambities en streefdoelen uit het Bestuursakkoord VO.

In 2012 zijn scholen gestart met de nulmeting. Tot en met 2015 doen scholen elk jaar een

tussenmeting en kunnen ze het plan van aanpak, zoals dat bij de nulmeting is opgesteld,

bijstellen. Via Scholen op de kaart (voorheen Vensters voor Verantwoording) kunnen scholen

de eigen resultaten downloaden. Hier kunnen ze zien hoe ze er voor staan met het realiseren

van hun streefdoelen. Door middel van een mid-term review is in 2013 tussentijds

verantwoording afgelegd aan OCW. Op basis van de mid-term reviews is door OCW besloten

om de middelen uit de Prestatiebox ook in de jaren 2014 en 2015 beschikbaar te stellen.

Daarnaast is in het sectorakkoord afgesproken dat de intensiveringsmiddelen uit het

nationaal onderwijsakkoord worden toegevoegd aan de Prestatiebox.

Page 53: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 53 van 183

1.5. Innovatie

1.5.1. Onderwijstechnologie in het leermiddelenbeleid

In de schooljaren 2009-2010, 2010-2011 en 2011-2012 hebben Europese aanbestedingen

plaatsgevonden om te komen tot collectieve contracten voor leermiddelen voor alle OMO-

scholen. In de voorbereiding van deze aanbestedingen is altijd aandacht geweest voor de

digitale component van leermateriaal. Vanwege de ontwikkelingen op dat moment was er

voor gekozen de digitale component een relatief beperkte rol in de aanbesteding te geven.

De ontwikkelingen staan echter niet stil en bij iedere school leeft het thema. Tegelijkertijd

bestaat er tussen de verschillende scholen een grote diversiteit aan ICT-kennis, -middelen en

–beleidskeuzes. In 2014 is er een start gemaakt om te komen tot een verenigingsvisie op de

digitalisering van goed onderwijs, benaderd vanuit drie invalshoeken: de leerling, de docent

en de school / vereniging OMO.

Daarnaast is eind 2014 een project gestart gericht op de integratie van het

leerlingenadministratiesysteem, de ELO en de leermiddelen. Rond de zomer van 2016

moeten de resultaten hiervan bekend zijn. Deze resultaten worden, samen met de

verenigingsvisie op digitalisering, meegenomen in de Europese aanbesteding van

leermiddelen die daarna plaatsvindt.

1.5.2. Onderwijsinnovatie op basis van praktijkrelevant onderzoek

Schoolgebonden onderzoek kan worden gezien als een professionaliseringsstrategie voor

docenten. Vanuit vraagstellingen over de praktijk van het eigen lesgeven, ontwikkelt de

docent een andere kijk op zijn dagelijkse routine. De verwachting is dat deze vorm van

onderzoek leidt tot onderwijsverbetering, al is het inherent aan praktijkonderzoek dat dit pas

op termijn zichtbaar wordt. Het is met andere woorden nog niet altijd meteen duidelijk of dit

onderzoek aantoonbaar tot innovatie leidt. Soms kan onderzoek ook juist aantonen dat een

bepaalde vorm van didactiek niet blijkt te werken, wat ook waardevolle informatie oplevert.

Resultaten van praktijkrelevant onderzoek worden gepubliceerd op de website van Script!

1.5.3. Educatief Partnerschap met het vervolgonderwijs

Alle scholen onderhouden samenwerkingsverbanden met het vervolgonderwijs. Er wordt in

het vmbo ingezet op samenwerking met het mbo voor het creëren van doorlopende

leerlijnen. Ook worden er diverse projectmatige samenwerkingen gerealiseerd, zoals

loopbaanleren en projecten van vmbo en mbo met het bedrijfsleven.

Verschillende OMO-scholen participeren in het Wetenschapsknooppunt Brabant, onder

andere voor profielwerkstukken en open dagen. Samen met Tilburg University is het

Econasiumprogramma opgezet. Dit programma heeft als doel de belangstelling voor een

economische studie op wetenschappelijk niveau onder middelbare scholieren te vergroten.

Ook in het kader van ‘Economie voor jou’ en in het Palladio programma zien we een

bloeiende samenwerking met het vervolgonderwijs.

Koers 2016 vormde de aanleiding om het verenigingsbeleid meer ‘evidence based’ te

funderen. Daartoe is in 2011 een zogenoemde nul-meting uitgezet onder alle

personeelsleden door het Ruud de Moorcentrum (thans Look) van de Open Universiteit.

Voortbouwend hierop zijn deelprojecten geïnitieerd met Look, zoals die over professionele

ruimte in dit verslagjaar. Wetenschappelijke fundering van beleid zien we terug in de studie

Page 54: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 54 van 183

over disposities binnen het kader van persoonlijke professionele vorming van de docent en

bij de evaluatie van De Nieuwste School (beide in het vorige verslagjaar door de ESoE). Het

voornemen is om wetenschappelijk evaluaties en beleid meer te baseren op onderzoek.

Daartoe zijn de contacten met onderzoeksinstituten verstevigd.

Bijlage 11 biedt een overzicht van de samenwerking met instellingen voor hoger en

wetenschappelijk onderwijs.

Econasium

Op initiatief van het Odulphuslyceum hebben de Tilburg School of Economics and

Management (TiSEM) van Tilburg University en de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in

2013 het initiatief genomen om een programma op te zetten voor vwo-leerlingen met

wiskundig inzicht en interesse in economische onderwerpen: het ‘Econasium’. Begin 2014 is

het Econasiumprogramma gestart met een Pilotgroep van 16 leerlingen op het

Odulphuslyceum.

In augustus 2014 is het programma ondergebracht in de Stichting Econasium.

Het Econasium biedt getalenteerde leerlingen in de bovenbouw van het vwo een programma

aan dat:

hen extra uitdaging biedt

hen onderzoeksvaardigheden bijbrengt die van belang zijn voor veel universitaire studies

hen motiveert voor een vervolgstudie (m.n. in een economische richting) op een

universiteit

hun kans van slagen in het wetenschappelijk onderwijs vergroot

In oktober 2014 hebben 12 scholen, waarvan 10 OMO-scholen, een overeenkomst voor

deelname aan het Econasiumprogramma ondertekend. Het Econasiumpogramma start op

deze scholen in januari 2015. In het schooljaar 2015-2016 zullen vervolgens ook scholen in

andere provincies starten met het Econasiumprogramma. Meer informatie is te lezen op

www.econasium.eu.

Page 55: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 55 van 183

2. Onze mensen

2.1. Professionaliteit

2.1.1. Personeel in kerncijfers

Deze paragraaf toont de grafische weergave van een aantal personele kengetallen die

betrekking hebben op het kalenderjaar 2014.

1. Grootte personeelsbestand

Het totale personeelsbestand van de scholen en het OMO-bureau in 2014 bedraagt 6.996

personeelsleden (circa 5.532 fte). De respectievelijke instroom- en uitstroom bedraagt 1.085

en 905 personen. Dat betreft het aantal personeelsleden dat in dienst is gekomen of

uitdienst is gegaan en de personeelsleden die een uitbreiding of inkorting van de

betrekkingsomvang hebben gehad:

Grafiek 2. Grootte personeelsbestand

2. Leeftijdsverdeling personeelsbestand

De leeftijdsverdeling van alle personeelsleden van alle personeelscategorieën in 2014

werkzaam bij Ons Middelbaar Onderwijs ziet er als volgt uit:

Grafiek 3. Leeftijdsverdeling personeelsbestand

6.996

1.085 905 0

2.000

4.000

6.000

8.000

Aantal personen Instroom Uitstroom

15,0%

19,6% 19,3%

33,7%

12,5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

<31 31 t/m 40 41 t/m 50 51 t/m 60 > 60

Page 56: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 56 van 183

3. Onderverdeling personeelsbestand

De verdeling van het personeelsbestand naar fulltime-parttime, soort dienstverband (vast-

tijdelijk), en verhouding vrouw-man is als volgt:

Grafiek 4: Onderverdeling personeelsbestand

4. Verdeling functiecategorieën

De totale omvang van 5.532 werktijdfactor (fte) geeft, procentueel verdeeld over de diverse

functiecategorieën, het volgende beeld:

Grafiek 5: Verdeling personeel naar functiecategorieën

De omvang van deelnemers aan de OMO Seniorenregeling, Besluit Arbeidsparticipatie

Onderwijs (BAPO), deelnemers aan de regeling ouderschapsverlof en het aantal LIO’ers /

stagiaires in 2014 is als volgt:

67,7%

32,3%

88,4%

11,6%

47,56% 52,44%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Fulltime ≥ 0,8 Parttime < 0,8 Vast Tijdelijk Vrouw Man

30,9%

17,8%

23,0%

2,1% 0,4%

16,1%

7,1%

2,6% 0%

10%

20%

30%

40%

Page 57: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 57 van 183

Grafiek 6: Deelnemers OSR, BAPO, stagiaires, ouderschapsverlof

In bijlage 9 (Personeel in kerncijfers) wordt uitgebreider ingegaan op de samenstelling van

het personeelsbestand en wordt deze tevens in meerjarenperspectief geplaatst.

2.1.2. ProMotion - ruimte voor loopbaanontwikkeling

ProMotion is het interne Loopbaancentrum voor alle medewerkers van vereniging Ons

Middelbaar Onderwijs. Medewerkers en leidinggevenden kunnen bij ProMotion terecht voor

advies en ondersteuning op het gebied van loopbaanontwikkeling. ProMotion biedt daartoe

zowel individuele trajecten als ook groepsgerichte trainingen.

In 2014 hebben 155 medewerkers een individueel traject bij ProMotion doorlopen; een

vergelijkbaar aantal met 2013. De verhouding tussen OP en OOP bij individuele trajecten is

grofweg 7:3. In totaal 247 deelnemers hebben meegedaan aan de open inschrijving training.

Er is een verschuiving opgetreden van open inschrijving trainingen naar trainingen op locatie

en naar maatwerktrajecten. In totaal hebben 219 medewerkers gebruik gemaakt van het

maatwerkaanbod van ProMotion.

Nieuw in 2014 waren de inloopspreekuren op de scholen. Hiervan hebben 7 scholen en 26

medewerkers gebruik gemaakt. Eveneens nieuw in 2014 was de ondersteuning van

ProMotion bij diverse ontwikkelprogramma’s voor leiderschap. De 5e editie van de

Loopbaan4daagse in november 2014 was wederom succesvol. Bijna 500 deelnemers hebben

gedurende deze vier dagen deelgenomen aan workshops of deelgenomen aan

meeloopactiviteiten.

Overall wordt de dienstverlening van ProMotion gemiddeld beoordeeld met een 8. Dit geldt

zowel voor de individuele trajecten (trainingen en workshops), de maatwerktrajecten als

voor de Loopbaan4daagse. In 2015 gaat ProMotion zich richten op verdere ontwikkeling en

innovatie van het aanbod voor alle medewerkers.

Voor meer informatie over ProMotion zie: www.promotion-loopbaanontwikkeling.nl

2.417

39 464

370

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

Deelnemers OSR Deelnemers BAPO Stagiaires Ouderschapsverlof

Page 58: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 58 van 183

2.1.3. Onderzoek Koers 2016

In 2011 is de vereniging een samenwerking aangegaan met LOOK (voorheen Ruud de Moor

Centrum, inmiddels Welten-Instituut). Deze samenwerking behelst een onderzoek naar de

effecten van Koers 2016, het strategisch beleidsplan van de vereniging. Specifiek richt het

onderzoek zich op een viertal elementen uit Koers 2016, te weten:

motivatie-aspecten van het docentschap in relatie tot het invoeren van beroepswaarden;

de benutting van de professionele ruimte door docenten;

de academisering van docenten;

de effectiviteit van professionele netwerken.

Na een nulmeting in 2011 en verdiepend onderzoek in 2012 en 2013 is dit jaar met het

Welten-Instituut verkend op welke wijze vervolgonderzoek plaats zal vinden. Geconcludeerd

is dat het nog niet het juiste moment is voor een integrale herhaling van de meting uit 2011.

De vier genoemde elementen zijn inmiddels op beleidsniveau onderdeel van de cao,

regelingen en schoolplannen maar implementatie, en vooral de doorwerking, hiervan kost

tijd. In 2015 zal aanvullend en verdiepend onderzoek plaatsvinden naar deelname aan

kennisnetwerken door docenten.

2.1.4. Professionalisering schoolleiding

Vanuit de afspraak in het sectorakkoord VO 2014-2017 is een beroepsstandaard voor

schoolleiders ontwikkeld. Vanaf 1 januari 2016 wordt van schoolleiders verwacht dat zij hun

bekwaamheid en bekwaamheidsonderhoud vastleggen in het schoolleidersregister VO. In

2014 is met de schoolleiders breed gediscussieerd over de beroepsstandaard, het

schoolleidersregister en de wijze waarop dit in het HD-programma voor OMO-schoolleiders

ingebed kan worden. Deze discussie levert een verdeeld beeld op. De middelen die voor de

sector beschikbaar zijn gesteld voor professionalisering van schoolleiders worden door de

scholen ingezet ten behoeve van professionalisering van schoolleiding op het niveau van

directieleden, middenmanagement en aankomend leidinggevenden. Met een deel van de

middelen worden netwerken van directieleden en middenmanagers van de OMO-scholen

ondersteund. Het loopbaancentrum ProMotion heeft een aantal scholen ondersteund bij het

opzetten van gezamenlijke MD-trajecten.

2.1.5. Professionele ruimte en registratie

Er is een wet in voorbereiding die regelt dat in 2017 de registratie en nascholing van leraren

in de wet is verankerd. De verankering van het lerarenregister wordt in deze wet

gecombineerd met het omschrijven van het beroep van leraar en met het verankeren van de

professionele ruimte van de leraar in de onderwijswetten. Met deze wettelijke verankering

krijgen leraren enerzijds de ruimte om te handelen en leggen zij daar anderzijds via het

register ook verantwoording over af.

Deze drie onderling samenhangende componenten – registratie & nascholing, omschrijving

van het beroep, professionele ruimte – zijn voor de wetgever een middel om de

professionele ontwikkeling door leraren op een hoger plan te tillen, zodat de beroepskwaliteit

van leraren toeneemt en daarmee de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen en studenten

verbetert. Over de afstemming tussen de professionele ruimte en het schoolbeleid worden in

de school afspraken gemaakt, waarbij het duidelijk wordt hoe de zeggenschap van de leraar

wordt georganiseerd. Deze afspraken worden vastgelegd in een professioneel statuut. In de

CAO OMO 2014-2015 is afgesproken dat uitgangspunten en kaders van een Professioneel

Statuut voor de vereniging worden vastgesteld, evenals de wijze waarop het statuut wordt

Page 59: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 59 van 183

verankerd in de CAO OMO. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het landelijk op te stellen

model Professioneel Statuut.

2.1.6. Actualisering gesprekscyclus

De focus op de kwaliteit van de docent voor het realiseren van goed onderwijs vormt de rode

draad in Koers 2016. De docent beïnvloedt immers voor een groot gedeelte de individuele

leerprestaties. Gedeelde beroepswaarden voor alle medewerkers vormen het fundament voor

het koersdocument. De gesprekscyclus dient ondersteunend te zijn aan deze

uitgangspunten. Besloten is de gesprekscyclus te actualiseren en de volgende

gespreksonderwerpen op te nemen:

Professionaliteit: hieronder vallen de beroepswaarden, disposities, professionalisering en

het gebruik maken van de professionele ruimte. Ook kennisdeling en deelname aan

kennisnetwerken maken hier onderdeel van uit.

Realisatie: bijdrage van de werknemer aan de visie, missie en doelstellingen van de

school.

Eind 2013 zijn de nieuwe regelingen vastgesteld. In 2014 zijn de regelingen op een aantal

punten verder uitgewerkt en is de implementatie voorbereid. Een projectgroep, bestaande

uit diverse vertegenwoordigers vanuit de scholen en het OMO-bureau, is aan de slag gegaan

met acties die bijdragen aan een goede implementatie van de nieuwe regelingen. Het huidige

zelfevaluatie-instrument voor docenten is geëvalueerd, er zijn afspraken gemaakt over de

manier waarop de verkregen informatie gebruikt wordt door werkgever en werknemer, en de

best practices uit het werktevredenheidsonderzoek m.b.t. de gesprekscyclus zijn in kaart

gebracht. Ook is een voorstel gedaan m.b.t. vereenvoudiging van de uitvoering van de

regeling gesprekscyclus. De regelingen gaan in op 1 januari 2015.

2.1.7. Kennisnetwerken

Kennisdeling via netwerken is een van de prioriteiten in de beleidsagenda van Koers 2016.

Het verder ontwikkelen van professionaliteit van docenten staat centraal: langs de formele

weg door opleidingen en trainingen, maar juist ook via informeel leren. Kennisdelen is niet

iets is dat je ernaast doet; het zou als een rode draad door je dagelijks werk moeten lopen.

De kennisnetwerken geven vorm aan die ambitie. Op het gebied van kennisdeling binnen de

vereniging is in 2014 een aantal belangrijke stappen genomen om verdere

professionalisering van het netwerken en netwerkleren in 2015 te bevorderen. Uit

gesprekken met docenten in 2014 bleek dat zij vooral toegevoegde waarde van kennisdeling

ervaren binnen thema’s die grenzen aan hun eigen vakgebied en/of vakoverstijgend zijn.

Kennisdeling vindt soms online plaats via het digitale kennisnetwerk van OMO; sommige

netwerken delen vooral offline tijdens bijvoorbeeld fysieke bijeenkomsten. Ook via e-mail of

andere (online) systemen wordt kennis gedeeld. Er zijn nu 57 OMO-kennisnetwerken die

gebruik maken van het geboden online platform; het merendeel daarvan is functie- of thema

gerelateerd. In 2014 zijn nieuwe (online) netwerken gestart. Eind 2014 is een

stakeholdersonderzoek begonnen om de wensen en mogelijkheden rondom het online delen

van kennis in kaart te brengen.

Directeuren Netwerk OMO (DNO)

DNO is het netwerk van zo’n 80 directeuren en directieleden binnen de vereniging. Dit

netwerk organiseert jaarlijks een aantal inspirerende studiedagen. Deze studiedagen bieden

gelegenheid om actuele kennis rondom een bepaald thema op te doen en collega’s te

ontmoeten. In 2014 is tijdens de studiedagen onder andere stilgestaan bij de juridisering van

Page 60: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 60 van 183

het onderwijs en het onderwijs in 2020. De deelnemers aan het netwerk ervaren het netwerk

DNO als zeer waardevol. Collega’s weten elkaar steeds gemakkelijker te vinden om

ervaringen te delen en samen activiteiten op te pakken.

OMO2

OMO2 is het netwerk voor het middenmanagement binnen de vereniging. Vanuit de

leidinggevenden zelf worden bijeenkomsten, workshops en excursies georganiseerd over

onderwijs, innovaties, persoonlijk leiderschap en onderwijs gerelateerde onderwerpen. De

locaties zijn inspirerend en verbreden het gezichtsveld over onderwijs. In 2011 heeft een

groep enthousiaste organisatoren het voortouw genomen voor een netwerk in de regio

Zuidoost-Brabant. In 2013 is het netwerk uitgebreid tot de gehele provincie en inmiddels

wisselen zo’n 200 leidinggevenden kennis en ervaringen uit met als doel: leren van elkaar en

met elkaar. In 2014 stonden onder andere de thema’s leiderschap, bevlogenheid en

motivatie op het programma.

Begeleiding netwerkaanvoerders

Gedurende het schooljaar 2014-2015 begeleiden docenten van de Open Universiteit de start

van een aantal beginnende vaknetwerken. Het betreft een combinatie van kennisnetwerken

waarvan de vorming nog moet starten, waarvan de vorming al gestart is maar nog

moeizaam verloopt en kennisnetwerken die al aardig op gang zijn. De bijeenkomsten gaan in

op de vraag hoe je als docent informele leernetwerken duurzaam kunt opzetten en in stand

houden en daarbij het maximale uit de aanwezige kennis en ervaring kunt halen. In

december 2014 heeft de eerste startbijeenkomst voor de aanvoerders en andere

betrokkenen plaatsgevonden. In 2015 starten onderzoekers van de Open Universiteit

bovendien een onderzoek naar de wijze waarop kennisdeling tussen docenten tot stand komt

binnen en buiten de vereniging, wat er voor nodig is en hoe dit gestimuleerd kan worden.

Meesterlijke Ontmoetingen

In 2014 hebben de Meesterlijke Ontmoetingen ‘Noodzakelijk creatief’ (62 deelnemende

docenten) en ‘De taal meester’ (50 deelnemende docenten) plaatsgevonden. De Meesterlijke

Ontmoetingen hebben tot doel kennisdeling binnen de vereniging te bevorderen. Een

organisatiecomité met enthousiaste docenten uit de scholen, met ondersteuning van bureau

OMO, neemt de organisatie op zich van deze vakgerichte netwerkbijeenkomsten. Naast ‘niet

te missen sprekers’ uit de wetenschap of het bedrijfsleven bestaat het programma uit een

praktisch gedeelte. Doel van deze bijeenkomsten: intellectueel gefêteerd worden, inspiratie

opdoen, kennismaken, het nut van kennisdeling ervaren en de basis leggen voor de verdere

kennisdeling door het jaar heen onder regie van de aanvoerder(s). Voor sfeerimpressies

wordt verwezen naar de filmpjes op YouTube: Noodzakelijk creatief en De taal meester.

2.1.8. Pilot ‘Netwerkleren erkend!’

Registerleraar is het beroepsregister voor leraren in het basisonderwijs, voortgezet

onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en speciaal onderwijs. Registerleraar is in 2012

opgezet door de Onderwijscoöperatie. Doelstelling is dat het register bijdraagt aan de

ontwikkeling van een professionele cultuur van permanente bekwaamheidsontwikkeling. Als

onderdeel van de implementatie van Registerleraar worden in de onderwijssectoren

pilotprojecten uitgevoerd. Met deze pilotprojecten wordt ervaring opgedaan met het gebruik

van de registersystematiek door leraren en instellingen en wordt duidelijk hoe de

registersystematiek betekenisvol kan zijn voor het personeelsbeleid van de instellingen.

Ook vormen van informeel leren, met collega's binnen en buiten de school, kunnen als valide

aanbod erkend worden en bijdragen aan de herregistratie. Vereniging Ons Middelbaar

Page 61: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 61 van 183

Onderwijs heeft in de pilot ‘Netwerkleren erkend!’ uitgezocht op welke wijze deelname aan

kennisnetwerken als gevalideerd nascholingsaanbod in het register kan worden ingebracht.

Een drietal kennisnetwerken heeft deelgenomen aan deze pilot. Gestart is met een

beschrijving per netwerk in termen van doelstelling, doelgroep, organisatie werkafspraken,

activiteiten en programma. Deze beschrijving is de basis geweest voor de aanmelding bij

Registerleraar conform de procedure voor aanbieders van professionaliseringsactiviteiten.

Dit heeft er toe geleid dat deelname aan het kennisnetwerk Identiteit/levensbeschouwing

gevalideerd is als professionaliseringsactiviteit. Voor de leden van dat netwerk worden

inspanningen nu dus officieel erkend als onderdeel van hun persoonlijke ontwikkeling. Het

validatieproces voor de netwerken ICT & onderwijs en wiskunde zijn nog niet afgerond. Ter

afsluiting van de pilot zijn er handreikingen geformuleerd voor Registerleraar om het register

en het validatieproces meer geschikt te maken voor validatie van kennisnetwerken. Tevens

zijn er ‘lessons learned’ opgesteld die gedeeld zijn met andere kennisnetwerken en worden

meegenomen in een traject ter begeleiding van aanvoerders van docentnetwerken vanaf

eind 2014.

2.1.9. Academische opleidingsscholen

Academische opleidingsscholen (AOS) zijn samenwerkingsverbanden tussen

lerarenopleidingen en scholen. Elke AOS moet voldoen aan wettelijke eisen van het

ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het samen opleiden van

toekomstige leraren, het doen van praktijkonderzoek door studenten en het werkplekleren

zijn minimale taakstellingen voor een AOS.

Binnen de vereniging zijn drie academische opleidingsscholen:

AOS-West-Brabant in samenwerking met de Hogeschool Rotterdam, Fontys

Lerarenopleiding Tilburg en de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg;

AOS-Midden-Brabant in samenwerking met Fontys Lerarenopleiding Tilburg en de

Universitaire Lerarenopleiding Tilburg;

AOS-Oost-Brabant in samenwerking met Fontys Lerarenopleiding Tilburg, Eindhoven

School of Education, Radboud Docenten Academie en ILS-Han.

De functie van deze AOS’en gaat verder dan alleen het bijdragen aan de strikte

opleidingsdoelen:

primaire taak blijft om in samenwerking met de lerarenopleidingen studenten van de

lerarenopleiding voor een groot gedeelte van hun studie (40%) op te leiden in de

authentieke schoolomgeving;

studenten leren ook schoolgebonden onderzoek te doen;

extra taakstelling is dat docenten van de scholen gestimuleerd worden om zelf onderzoek

te doen;

de ontwikkeling van de school wordt bevorderd door een op schoolinnovatie gerichte

onderzoeksagenda.

In het vorige verslagjaar versterkten de AOS’en hun focus op een doorlopende

professionalisering van docenten. Deze tendens wordt gestimuleerd door projecten van het

ministerie van OCW:

Het eerste project is ‘Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen’ met

aandacht voor thema’s als ouderbetrokkenheid, opbrengstgericht werken, omgaan met

verschillen, tegengaan pestgedrag en begeleiding van beginnende docenten na

afstuderen. Dit project is in het verslagjaar volop in gang gezet. Op aangeven van OCW

is ‘School aan Zet’ hiervoor de begeleider.

Page 62: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 62 van 183

Daarnaast hebben de AOS’en met de Universitaire partners ESoE en ULT samengewerkt

in het project ‘Professionele Leergemeenschappen’. Dit project wil docenten stimuleren

om met collega’s hun eigen vakonderwijs te verbeteren of een voor hun onderwijs

relevant probleem aan te pakken. Dit gebeurt onder begeleiding van deskundigen van de

universiteiten.

Tot slot is het project ‘Begeleiding Startende Docenten’ van start gegaan. Dit project

wordt in goede samenwerking met de ESoE en ULT uitgevoerd door de AOS’en. Het doel

van dit project is dat beginnende leraren door intensieve coaching en begeleiding hun

professionaliteit vergroten, waardoor vroegtijdige uitval wordt voorkomen.

Al deze projecten worden wetenschappelijk gemonitord door de Universiteit van Utrecht en

de Rijksuniversiteit Groningen.

Alle OMO-scholen aangesloten bij de academische opleidingsschool

De geschetste ontwikkelingen hebben de aantrekkelijkheid van een AOS voor scholen enorm

vergroot. In 2014 zijn alle scholen van de vereniging aangesloten bij de AOS’en. Om de

scholen optimale kansen voor deelname te bieden is de structuur van de AOS’en aangepast.

Het bevorderen van het eigenaarschap door iedere school vormde daarbij de rode draad.

2.1.10. Kwaliteitszorg opleiden in de school

Academische opleidingsscholen worden periodiek beoordeeld door de Nederlands Vlaamse

Accreditatie Organisatie (NVAO) op basis van een specifiek beoordelingskader. In 2015 vindt

de nieuwe ronde van de NVAO-toetsing plaats. In 2014 hebben de academische

opleidingsscholen hiervoor de voorbereidingen getroffen. Zij hebben daartoe een Kritisch-

Reflectie-Document samengesteld waarin zij zelf hun gedocumenteerde visie toelichten,

beschrijven in welke mate zij denken te voldoen aan de gestelde eisen en aangeven hoe zij

verder willen groeien. De AOS‘en komen zo in aanraking met deze vorm van

kwaliteitsverantwoording die in het hoger onderwijs al langer bekend is.

2.1.11. Script!

In 2014 hebben de academische opleidingsscholen van de vereniging een platform

gelanceerd voor kennisdisseminatie van schoolgebonden onderzoek door docenten:

www.script-onderzoek.nl.

Koers 2016, het strategisch beleidsdocument van de vereniging, zet sterk in op

professionalisering, op opleiden in de school, op het zelf doen van onderzoek en op

kennisdeling. Hoewel er al veel onderzoek wordt gedaan binnen het voortgezet onderwijs is

verspreiding van de resultaten vaak beperkt. Doel van Script! is om docenten,

schoolopleiders en studenten van de lerarenopleiding in staat te stellen hun

praktijkonderzoek toegankelijk te maken voor collega’s en/of studenten. Het platform beoogt

niet alleen de resultaten van praktijkonderzoek bereikbaar, bespreekbaar en toepasbaar te

maken, maar ook een podium te bieden aan onderwijsprofessionals om hun onderzoek te

publiceren.

Script! is in beginsel een web-based platform. Er zijn vier publicatievormen:

Thematische artikelen van ongeveer 4.000 woorden;

Specifiek docentenonderzoek van 2.000 woorden;

Script-dialoog voor opinievorming;

Script! Talks voor publiek.

Page 63: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 63 van 183

Op 27 mei 2014 is de website van start gegaan. Er zijn twee artikelen bundels gerealiseerd,

35 artikelen en 7 Script! Talks.

2.1.12. Promovendi

Leraren kunnen van het ministerie van OCW een beurs krijgen voor promotieonderzoek. Een

groter aantal gepromoveerde leraren voor de klas verhoogt de kwaliteit van het onderwijs en

versterkt de aansluiting tussen universiteiten en scholen. Het doel is de opgedane kennis en

onderzoekservaring direct ten goede te laten komen aan de onderwijspraktijk. Met de

promotiebeurs kan gedurende een periode van maximaal vier jaar een vervanger worden

aangesteld voor de helft van de contractomvang, met een maximum van 0,4 fte vrijstelling.

De raad van bestuur kan onder bepaalde voorwaarden ook initiatieven vanuit de scholen

voor een promotiestudie faciliteren. In 2014 zijn zo twee promotieonderzoeken mede

mogelijk gemaakt. In het komende jaar zal aan deze facilitering beleidsmatig verder vorm

worden gegeven.

2.1.13. Palladio

Het tweejaarlijkse Palladio Programma is een initiatief van een aantal rectoren en is bedoeld

voor excellente docenten en, in 2014 voor het eerst, voor teamleiders van Nederlandse vo-

scholen. Het betreft een multidisciplinair programma dat zich uitstrekt over een periode van

zes maanden met als finale een negendaags verblijf in Venetië. In 2014 hebben een groep

van 21 docenten en een groep van 20 teamleiders aan het Palladio programma

deelgenomen. Het programma wordt deels georganiseerd en deels door de deelnemers zelf

gemaakt.

Palladio 2014 is tot stand gekomen door samenwerking tussen vereniging Ons Middelbaar

Onderwijs, VO Haaglanden, Tilburg University, Technische Universiteit Eindhoven (TU/e),

Universiteit Utrecht (UU) en de Venice International University (VIU), Venetië, Italië. Voor

meer informatie, zie www.palladiovo.eu.

2.2. Arbeidsvoorwaarden en -verhoudingen

2.2.1. CAO OMO

Op 11 juli 2014 is een akkoord bereikt over een nieuwe CAO OMO. Er zijn afspraken

gemaakt over regelingen gericht op duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling van

medewerkers die inspelen op ontwikkelingen zoals verschuiving van de pensioengerechtigde

leeftijd. Zo komt per 1 augustus 2015 de huidige OMO Senioren Regeling (OSR) te vervallen

en is een overgangsregeling getroffen. In een regeling duurzame inzetbaarheid zijn

afspraken gemaakt over extra facilitering van mantelzorg, ouderschapsverlof, taakverlichting

van werknemers vanaf 57 jaar en extra facilitering van scholing. In de cao is ingezet op

werkgelegenheid door afspraken om de instroom van jonge werknemers te stimuleren.

Startende werknemers worden voor minimaal een halve baan aangenomen, krijgen

begeleiding en meer tijd voor bijvoorbeeld voorbereiding van lessen. Ingezet wordt op het

realiseren van meer capaciteit voor de klas en daarmee kleinere klassen. Ook zijn er

afspraken gemaakt over het aannemen van meer werknemers met een afstand tot de

arbeidsmarkt.

Page 64: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 64 van 183

Landelijke kaders en ontwikkelingen zijn van grote invloed geweest, ook op de duur van de

onderhandelingen. De CAO OMO is ingegaan per 1 augustus 2014 en loopt tot 1 augustus

2015. Vereniging OMO en de vakcentrales blijven zich inspannen om in de toekomst verdere

stappen te zetten om meer ruimte te bieden aan medewerkers voor afspraken op maat die

ten goede komen aan de inzetbaarheid, het onderwijsprogramma en de onderwijskwaliteit

voor de leerlingen.

2.2.2. Arbeidsmarkt

In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben Kabinet en sociale partners afspraken

gemaakt die de Nederlands arbeidsmarkt moeten voorbereiden op de uitdagingen van de

toekomst. Hieruit is de Regeling cofinanciering sectorplannen voortgekomen. In de tweede

tranche kregen schoolbesturen via het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds (A&O-fonds) met

de maatregel ‘Ruimte voor de regio’ de mogelijkheid om plannen te maken die inspelen op

arbeidsmarktproblemen op regionaal of bestuurlijk niveau.

In april 2014 heeft de vereniging een aanvraag ingediend voor cofinanciering van een zestal

activiteiten. Deze activiteiten richtten zich onder meer op instroom en begeleiding van jonge

werknemers, duurzame inzetbaarheid, bevordering van netwerkleren en re-integratie van

(dreigend) werklozen. In de zomer van 2014 werd bekend dat het A&O-fonds de plannen die

door schoolbesturen zijn opgesteld niet indient bij het ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid maar komt met een plan voor de hele sector waarin de meest

aangevraagde maatregelen zijn opgenomen. Eind 2014 is deze aanvraag goedgekeurd. In

2015 wordt bekeken of en op welke wijze onze vereniging gebruik kan maken van de

subsidiemaatregelen uit dit sectorale plan.

2.2.3. Werktevredenheid

Uit het werktevredenheidsonderzoek dat in 2013 is gehouden bleek duidelijk dat de

medewerkers van de OMO-scholen zeer tevreden zijn over hun werk. Op bijna alle

hoofdaspecten scoorde de vereniging tenminste gelijk of hoger dan de landelijke benchmark.

Op basis van de rapportage over de eigen school zijn de scholen in 2014 verder aan de slag

gegaan met de resultaten van het onderzoek. Ook op de onderwerpen die verenigingsbreed

onze aandacht behoeven zijn vervolgacties uitgezet. Ten aanzien van het onderwerp

werkdruk zijn samen met de vakcentrales gesprekken gevoerd met scholen over de wijze

waarop professionele ruimte binnen het taakbeleid ingevuld wordt.

Van scholen die bovengemiddeld scoren op het onderdeel gesprekscyclus is in kaart gebracht

wat de succesfactoren zijn om zo scholen met een lagere score mogelijk op weg helpen om

de gesprekscyclus te verbeteren. In het kennisnetwerk communicatie zijn, op basis van een

analyse van de resultaten van het werktevredenheidsonderzoek, kennis en ervaringen

gedeeld over de wijze waarop communicatie verbeterd kan worden. In 2015 wordt het

werktevredenheidsonderzoek opnieuw uitgevoerd.

2.2.4. Diversiteit

Zoveel mensen, zoveel verschillen, zoveel talenten. Juist in die verscheidenheid schuilt de

kracht van diversiteit. Een divers samengesteld werknemersbestand levert, wanneer het

goed wordt aangestuurd, betere en creatievere oplossingen, ideeën en inzichten. De

organisatie kan zich flexibeler en makkelijker aanpassen aan veranderingen in bijvoorbeeld

Page 65: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 65 van 183

eisen die gesteld worden aan de functie en de werkomgeving. Een goede mix van talenten in

de organisatie en de juiste persoon op de juiste plaats.

Eind 2012 is het Charter Talent naar de Top ondertekend om een stimulans te geven aan het

diversiteitsbeleid. Aan de hand van het diversiteitsbeleid en het werkprogramma diversiteit is

in 2014 aandacht besteed aan verbreding van de doelgroepen. Via het kennisnetwerk is

kennis verzameld en gedeeld over de doelgroepen en processen. In schoolplannen en

begrotingen is diversiteitsbeleid steeds explicieter gemaakt. Via de nieuwsbrief, website en

jaarverslag wordt in- en extern het belang van diversiteit onder de aandacht gebracht. Het

percentage vrouwen in de top is ook in 2014 verder gestegen.

2.2.5. Functiemix

De afspraken rond de functiemix maken deel uit van het Convenant LeerKracht van

Nederland (VO) van 1 juli 2008. Op basis van dit convenant wordt extra geïnvesteerd in de

beloning van leraren en de aantrekkelijkheid van het beroep. Een belangrijk onderdeel

hiervan is de verbetering van de loopbaanmogelijkheden voor leraren door middel van een

nieuwe functiemix. De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen LB, LC

en LD/LE (het loongebouw). Bij deze functiemix is helaas geen rekening gehouden met het

beleid dat in onze vereniging al jaren gevoerd wordt gericht op het bieden van

doorgroeimogelijkheden aan docenten. Veel scholen moeten bovenop een reeds

evenwichtige mix van functies extra LC- LD-banen realiseren.

In 2010 is het beleid van OMO rondom de functiemix vastgesteld. Hierbij is ervoor gekozen

de scholen een kader te bieden waaraan op schoolniveau een eigen beleidsrijke invulling

gegeven kan worden. Dit is een invulling die samen met de PMR wordt vormgegeven. De

scholen hebben zich ingespannen om per 1 oktober 2014 de afgesproken percentages te

behalen.

In het voorjaar van 2013 bleek uit onderzoek, in opdracht van het ministerie van OCW, dat

het beschikbare budget voor veel vo-scholen onvoldoende is om de voor 2014 afgesproken

functiemixpercentages te halen. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn door de VO-raad,

OCW en de vakbonden aanvullende afspraken gemaakt. De partijen ontwikkelden een

rekentool om de school inzicht te geven in welke functiemixpercentages realiseerbaar zijn

met het toegekende budget. Als hieruit bleek dat de school de afgesproken percentages voor

2014 niet kon halen, dan kon de school de gegevens uit het rekenmodel gebruiken om tot

bijstelling van de functiemix te komen in overleg met de medezeggenschapsraad of de

vakbonden.

Deze maatwerkafspraken hebben betrekking op de periode 2014 tot en met 2020. Belangrijk

onderdeel van de maatwerkafspraken is het constant houden of verlagen van de leerling-

/leraarratio. Te zien is dat de maatwerkafspraken ertoe hebben geleid dat de functiemix in

de komende jaren naar beneden toe wordt bijgesteld en dat er samen met ontwikkelingen

zoals terugloop van leerlingaantallen minder doorgroeimogelijkheden voor docenten zullen

zijn.

2.2.6. Sociale innovatie

Gezocht wordt naar organisatievormen en arbeidsverhoudingen waarbij meer recht gedaan

wordt aan de professionaliteit en eigenaarschap van docenten. Dit vanuit de overtuiging dat

ruimte voor professionaliteit en eigenaarschap een voorwaarde is voor goed onderwijs en

ontplooiing van talenten. In 2014 is een experiment voorbereid waarin de mogelijkheden van

Page 66: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 66 van 183

de maatschap als organisatievorm ontdekt en onderzocht worden. De maatschap is van

oudsher een organisatievorm waarbij professionals op basis van gelijkwaardigheid samen

werken, hun vak op hoog niveau uitoefenen en als ‘vrij gevestigde’ diensten verlenen.

Maatschappen komen in veel beroepsgroepen met professionals voor, maar nog niet in het

onderwijs. In het experiment maatschapvorming creëren we binnen veilige randvoorwaarden

een begeleide simulatie voor het functioneren van twee autonome maatschappen (op

bovenschools niveau) voor versnipperde c.q. schaarstevakken in een regio binnen Noord

Brabant. Het experiment wordt ondersteund door een subsidie van het ministerie van OCW

en start in 2015.

Page 67: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 67 van 183

3. Omgeving van het onderwijs

3.1. Ouders, leerlingen en andere belanghebbenden

3.1.1. Code Goed Onderwijsbestuur

Sinds 2008 kent de VO sector een Code voor Goed Onderwijsbestuur. In 2011 is deze

opgevolgd door een herziene versie. In de code staan afspraken op het gebied van de

scheiding tussen bestuur en toezicht, horizontale verantwoording (naar ouders, leerlingen,

medewerkers, scholen etc.), integriteit en sturing en (risico)beheersing. De vereniging Ons

Middelbaar Onderwijs past de code volledig toe.

In 2013 kreeg de Commissie Goed Onderwijsbestuur VO de opdracht om de naleving van de

code te monitoren en concrete voorstellen te doen voor bijstelling van de code. De

commissie heeft in september 2014 haar eindrapport gepresenteerd: De letter en de geest;

Adviezen voor versterking van de bestuurskracht in het voortgezet onderwijs. Hierin wordt

ingegaan op de mate van naleving van de code en worden daarnaast dertig aanbevelingen

gedaan, gericht aan de besturen, de organen voor intern toezicht, de VO-raad en de VTOI.

Argumenten waarom het noodzakelijk is dat de code verder zou moeten worden aangepast /

aangescherpt worden in het rapport niet gegeven. Hoewel het goed is om bewust te zijn van

de werking van de governance binnen de organisatie moet, in het licht van de beperkte

hoeveelheid incidenten, gewaakt worden dat het thema binnen de VO sector niet

disproportioneel veel aandacht krijgt.

Als desalniettemin ingezoomd wordt op de aanbevelingen die de commissie heeft gedaan en

de relatie wordt gelegd met de OMO organisatie kan geconcludeerd worden dat OMO reeds

geheel of nagenoeg geheel invulling heeft gegeven aan alle aanbevelingen.

3.1.2. Positie in de regionale samenleving

Het duiden van de positie van de school in zijn directe omgeving is een taak van iedere

school. Het bestuur en de scholen werken op verschillende niveaus samen met regionale

partners. Te denken valt daarbij aan provincie, gemeentes, andere PO, VO en HBO/WO-

scholen in de regio, zorgaanbieders en maatschappelijke instanties. In hun regio maken de

scholen afspraken over het onderwijsaanbod in een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen.

Ook op het gebied van passend onderwijs vindt samenwerking plaats, die is geformaliseerd

in de regionale samenwerkingsverbanden (zie bijlage 10). Daarbij heeft elke school een raad

van advies die de rector of directeur adviseert bij het ontwikkelen van beleid. De raad van

advies ziet toe op de maatschappelijke verankering van de school in zijn omgeving.

3.1.3. Ledenraad en regiobijeenkomsten raden van advies

Ons Middelbaar Onderwijs heeft doelbewust de vereniging als rechtsvorm. Daardoor wordt

tegenspraak gecreëerd. De ledenraad beslist over de benoeming en het ontslag van de leden

van de raad van toezicht en zij keurt de jaarrekening en het jaarverslag goed. Nadat het

jaarverslag alle eigen gremia is gepasseerd wordt het toegezonden naar OCW. De raad van

toezicht heeft met de ledenraad een sterke gesprekspartner waar het beleid en het gevoerde

toezicht verantwoord wordt.

Page 68: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 68 van 183

De ledenraad bestaat uit afgevaardigden van de raden van advies en ouders die lid zijn van

de vereniging. Deze raden van advies hebben een belangrijke functie binnen Ons Middelbaar

Onderwijs. Zij brengen namelijk de maatschappij in de school. De raad van advies van een

school fungeert als klankbord voor de rector. Aan het eind van de winter organiseert de raad

van bestuur jaarlijks een tweetal informatieavonden voor de raden van advies. Er is tijd om

met elkaar de huidige stand van zaken binnen de vereniging te bespreken. Daarnaast

worden enkele thema’s inhoudelijk uitgediept.

3.1.4. Afhandeling van klachten

Klachtencommissie

Ons Middelbaar Onderwijs kent een algemene klachtenregeling, waarin in is opgenomen dat

klachtbehandeling primair op schoolniveau moet plaatsvinden. Indien het niet lukt om de

zaak op school op te lossen dan kan de klager besluiten om de klachtencommissie in te

schakelen. De klachtencommissie neemt een algemene klacht in behandeling nadat de

voorfase op schoolniveau is afgerond. In de afgelopen periode zijn er steeds meer klachten

op school afgehandeld, waardoor er minder klachten bij de klachtencommissie zijn

terechtgekomen.

Klachten met betrekking tot de persoonlijke integriteit, zoals seksuele intimidatie, agressie,

geweld (waaronder pesten) en discriminatie, zijn zodanig van aard dat zij niet afgehandeld

worden via die voorfase op school maar rechtstreeks naar de klachtencommissie gaan.

De klachtencommissie organiseert een zitting waarin de klager en de aangeklaagde in de

gelegenheid worden gesteld hun verhaal te doen. De klachtencommissie geeft in elke zaak

die zij behandelt een advies aan het bestuur, met daarin een gemotiveerd oordeel over de

gegrondheid van de klacht. De commissie kan in haar advies ook een aanbeveling doen over

de maatregelen die het bestuur zou moeten treffen. Anton van Kalmthout is voorzitter van

de klachtencommissie.

In het verslagjaar 2014 zijn er vijftien klachten ingediend bij de klachtencommissie. De

commissie heeft zes klachten behandeld. Het gaat om drie algemene klachten en drie

klachten die de persoonlijke integriteit betreffen. De overige klachten zijn terugverwezen

naar de scholen. Van de klachten die de commissie heeft behandeld zijn er twee ongegrond

verklaard en twee op onderdeel gegrond. Twee klachten zijn nog in behandeling. Het oordeel

en advies van de klachtencommissie is door de raad van bestuur gevolgd.

Klokkenluidersregeling

Naast de bovengenoemde algemene klachtenregeling en de regeling ter voorkoming van

seksuele intimidatie kent de vereniging ook een klokkenluidersregeling. Deze is op 1 januari

2009 in werking getreden. De regeling richt zich op ouders/leerlingen en werknemers die een

misstand vermoeden en deze melden, met als doel de misstand op te lossen. Gedacht kan

worden aan feiten of situaties waarbij een zwaarwegend maatschappelijk belang in het

geding is, zoals een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, een

strafbaar feit of schending van de wetgeving.

Een vermoeden van een misstand kan gemeld worden bij de voorzitter van de raad van

bestuur of bij de vertrouwenspersoon integriteit. De vertrouwenspersoon integriteit is

directeur-secretaris van de zuidelijke rekenkamer, een onafhankelijk controleorgaan van het

provinciebestuur. In het verslagjaar 2014 heeft geen melding en onderzoek van een

vermoeden van een misstand bij de commissie integriteitsvraagstukken plaatsgevonden.

Page 69: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 69 van 183

3.1.5. Versterking van betrokkenheid ouders

Actieve betrokkenheid van ouders is sinds jaar en dag een factor van belang op de scholen

binnen de vereniging. De steun en invloed van ouders, zo blijkt uit onderzoek, heeft een

positieve invloed op de leerprestaties en schoolloopbanen van leerlingen. ‘Een krachtige

interactie met ouders en verzorgers’ is dan ook een expliciet onderdeel van één van de

kernwaarden van de vereniging.

Ouderbetrokkenheid is eerst en vooral een zaak van de school. Op verenigingsniveau zal

onderzocht worden of een lidmaatschap of partnerschap met een landelijke ouderorganisatie

zinvol en gewenst is. De kennis en ervaringen van scholen rondom het thema

ouderbetrokkenheid worden door diverse betrokkenen met elkaar gedeeld.

Page 70: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 70 van 183

4. Bedrijfsvoering

4.1. Bedrijfsvoering

4.1.1. Bedrijfsvoering in kerncijfers

Grafiek 7: Bedrijfsvoering in kerncijfers

4.1.2. Analyse van het resultaat 2014

Het resultaat bedraagt afgerond 0,2 miljoen euro en is daarmee 0,9 miljoen euro positiever

dan begroot. In onderstaande tabel is de opbouw van het resultaat per entiteit weergegeven,

waarna het verschil tussen het gerealiseerde en het begrote exploitatieresultaat in hooflijnen

wordt verklaard.

Tabel 2: Begroot en gerealiseerd resultaat (bedragen x 1.000 euro)

Scholen

Het resultaat van de scholen gezamenlijk bedroeg in 2014 2,1 miljoen euro negatief en wijkt

daarmee 1,8 miljoen euro positief af van de begroting (-/- 0,4% in plaats van -/- 0,8%

rentabiliteit). De verklaring voor deze positieve afwijking is op hoofdlijnen als volgt:

Hogere rijksbijdragen ad. 0,6 miljoen euro (0,1%) door met name:

o 1,1 miljoen euro lagere lumpsumopbrengsten door gewijzigde leerlingaantallen,

indexaties en de overdracht van Lyceum Bisschop Bekkers met ingang van schooljaar

2014/2015 aan stichting ECVO;

o 0,5 miljoen euro meer inzet van OCW subsidies dan begroot;

o 1,2 miljoen euro meer ontvangen doorbetalingen rijksbijdragen vanuit

samenwerkingsverbanden. Deze gelden waren vóór schooljaar 2014/2015 onderdeel

van de OCW subsidies;

17,6%

19,1%

22,8%23,5%

15%

17%

19%

21%

23%

25%

2011 2012 2013 2014

Weerstandsvermogen

39%45%

50% 50%

0%

20%

40%

60%

2011 2012 2013 2014

Solvabiliteit (inclusief voorzieningen)

0,7%

2,3%

4,3%

0,0%0%

1%

2%

3%

4%

5%

2011 2012 2013 2014

Rentabiliteit

20,4%

19,9%

19,3%18,9%

18%

19%

19%

20%

20%

21%

21%

2011 2012 2013 2014

Overhead

Realisatie Begroting Verschil

Scholen 2.100- 3.900- 1.800

Verenigingstaken 600- 900 1.500-

Raad van bestuur 300 - 300

Bureau OMO 400 100 300

Gelieerde stichtingen 200 200 -

Doordecentralisatiebedrijven 2.000 2.000 -

Totaal 200 700- 900

Page 71: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 71 van 183

Hogere overige baten ad. 5,0 miljoen euro (47,2%), voornamelijk door hogere

huuropbrengsten, hogere detacheringsopbrengsten en schenkingen vanuit opgeheven

stichtingen;

Hogere personeelslasten ten bedrage van 2,3 miljoen euro (0,6%) door hogere lonen en

salarissen (enerzijds door temporisering van de begrote taakstellingen in het kader van

de besteding van de extra middelen die eind 2013 zijn ontvangen en anderzijds een in

werkelijkheid lagere gemiddelde personeelslast dan begroot) en hogere kosten voor

personeel niet in loondienst (met name door hogere uitgaven voor uitbesteed werk

onderwijs en ICT);

Hogere afschrijvingslasten van 0,7 miljoen euro (6,0%). Belangrijkste oorzaak van deze

overschrijding is het boekverlies als gevolg van de overstap van een intern naar extern

boekenfonds van een school;

Hogere huisvestingslasten van 0,4 miljoen euro (1,9%). Dit wordt in hoofdzaak verklaard

door meer exploitatiekosten voor gebouwen en terreinen (onder andere huur en

onderhoud);

Hogere bijdragen ouders/leerlingen van 1,1 miljoen euro (11,1%) met name door niet

begrote leerling activiteiten. Tegenover deze extra opbrengsten staat een gelijk bedrag

aan extra lasten;

De overige lasten zijn 1,5 miljoen euro (3,5%) hoger dan begroot, met name door meer

leerling activiteiten en hogere kosten voor boeken en licenties.

Verenigingstaken

Het exploitatieresultaat 2014 van de verenigingsactiviteiten is 1,5 miljoen euro lager dan

begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat:

In de begroting per abuis een reservering van de verwachte loonruimte 2014 (0,8

miljoen euro) enkel als opbrengst is opgenomen. In werkelijkheid is de ontvangen

loonruimte één-op-één doorgezet naar de scholen, dit had ook zo begroot moeten

worden;

De kosten voor het eigen risicodragerschap 0,5 miljoen euro hoger waren dan voorzien;

In het kader van de bestuursoverdracht van Lyceum Bisschop Bekkers aan Stichting

Eindhovens Christelijk Voorgezet Onderwijs 0,5 miljoen euro is toegevoegd aan het

vermogen van de overgedragen school;

Er leerlingen op twee scholen stonden ingeschreven op een opleiding waarvoor niet de

juiste licenties aanwezig waren. Beide scholen hebben voor deze leerlingen geen

lumpsum ontvangen. Dit verschil in lumpsum, ten bedragen van 1,0 miljoen euro, is

eenmalig vergoed vanuit de algemene reserve van de verenigingstaken;

De uitgaven voor Koers 2016 0,4 miljoen euro lager waren dan begroot;

De rentekosten 0,9 miljoen euro lager waren dan geraamd;

Er op diverse overige posten 0,1 miljoen euro minder kosten zijn gemaakt.

Raad van bestuur

Het exploitatieresultaat van de raad van bestuur over 2014 bedraagt 0,3 miljoen euro (ten

opzichte van nihil begroot) en bestaat uit:

Minder uitgaven op het budget schoolleiders van 0,2 miljoen euro door:

o Een vrijval van een reservering van een naheffing loonbelasting. De betreffende

kosten zijn conform uitspraak van de belastingdienst ten laste gebracht van de

werkkostenregeling. Dit alles heeft een positief effect van 0,1 miljoen euro;

o Het restant van 0,1 miljoen euro is het resultaat van diverse kleinere positieve en

negatieve afwijkingen;

Minder uitgaven op het budget van de raad van bestuur van 0,1 miljoen euro als gevolg

van diverse kleine afwijkingen.

Page 72: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 72 van 183

Bureau OMO

Het bureau OMO heeft over 2014 een positief resultaat gerealiseerd van 0,4 miljoen euro.

Een verschil van 0,3 miljoen euro positief ten opzichte van de begroting. Dit wordt met name

veroorzaakt doordat er 0,2 miljoen euro minder is uitgegeven aan lonen en salarissen.

Voornamelijk doordat er in de begroting vanuit werd gegaan dat een aantal vacatures vanaf

januari 2014 ingevuld zou zijn. In werkelijkheid zijn deze vacatures niet of later ingevuld.

Gelieerde stichtingen

Het exploitatieresultaat van de gelieerde stichtingen ten bedrage van 0,2 miljoen euro

positief wordt met name veroorzaakt door de verkoop van effecten van het OMO-fonds en

schenkingen van stichtingsgelden aan gelieerde OMO-scholen in het kader van de opheffing

van de betrokken stichtingen.

Doordecentralisatiebedrijven

Voor de doordecentralisatiebedrijven is het begrote resultaat gelijkgesteld aan het

gerealiseerde resultaat, omdat er geen begrotingscijfers van de doordecentralisatie bedrijven

voorhanden zijn. Het exploitatieresultaat wordt veroorzaakt door:

Een impairment van het contract Valkenswaard ad. 1,5 miljoen euro als gevolg een

negatieve indexering van het bedrag per leerling;

Het terugnemen van een deel van de in 2012 gedane impairment op het contract Etten-

Leur ad. 0,5 miljoen euro positief als gevolg van een positieve indexering (OCW index);

De bijdrage ouderhoudsgelden ad. 1,2 miljoen euro;

Afschrijvingskosten ten bedrage ad. 0,4 miljoen euro;

Gerealiseerde winsten op verkoop van locaties ad. 2,2 miljoen euro.

Resultaatbestemming

In deze jaarrekening zijn de resultaatbestemmingen verwerkt over het verslagjaar 2014.

Accountantscontrole

De controle van deze jaarrekening is uitgevoerd door Deloitte Accountants B.V.

4.1.3. Financiële verantwoording

Binnen de vereniging wordt een aantal financiële uitgangspunten gehanteerd, met name als

het gaat om solvabiliteit en – daarvan afgeleid – het weerstandsvermogen. Het OMO beleid

hiervoor is in 2014 herijkt. Voor wat betreft de hoogte van de solvabiliteit is de

minimumwaarde op 30% onveranderd gelaten. Het weerstandsvermogen op

verenigingsniveau is verhoogd van 14 naar 18%; op schoolniveau is de streefwaarde

aangepast van 12 naar 8%.

In deze verantwoording wordt naast de interne richtlijnen ook gekeken naar de richtlijnen die

de onderwijsinspectie hanteert. Voor de liquiditeit hanteert de onderwijsinspectie een

ondergrens van 0,5. Verder wordt gekeken of de gemiddelde rentabiliteit over een periode

van drie jaar niet negatief is en of de financiële buffer tenminste 0% bedraagt.

Tot slot heeft de BNG bank, waar OMO in 2014 een meerjarige financiering heeft

aangetrokken, een aanvullend financieel criterium geïntroduceerd: de debt service coverage

ratio (DSCR). Deze geeft aan in hoeverre een instelling in staat is rente- en

aflossingsverplichtingen na te komen. De eis van de BNG bank is dat deze minimaal 1,2

bedraagt.

In deze paragraaf worden de werkelijke cijfers afgezet tegen de genoemde criteria.

Page 73: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 73 van 183

Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen (inclusief

voorzieningen) en het balanstotaal, en geeft daarmee informatie over de kredietwaardigheid

van een organisatie. Het ministerie van OCW hanteert met ingang van 2013 een minimumeis

van 30%. Binnen de vereniging is dit reeds enige jaren gangbaar beleid. Het verloop van

deze indicator over de afgelopen vijf kalenderjaren is in het volgende overzicht

gepresenteerd:

Grafiek 8: Solvabiliteit

In de afspraken rondom het langlopende krediet met de BNG bank hanteert de bank een

minimumeis van 20%, waarbij in de berekening van de solvabiliteit de voorzieningen niet

worden meegenomen. Op basis van deze rekenmethodiek bedraagt de solvabiliteit in 2014

39%. Gesteld kan worden dat het eigen vermogen per 31 december 2014 voldoet aan alle

interne en externe richtlijnen.

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen en de

baten, en legt daarmee een verband tussen de omvang van het eigen vermogen en de

bedrijfsvoering. Het verloop van het weerstandsvermogen in de afgelopen vijf jaar is in het

volgende overzicht gepresenteerd:

Grafiek 9: Weerstandsvermogen

40% 39%

45%

50% 50%

2010 2011 2012 2013 2014

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Streef

waarde 17%

18%

19%

23% 24%

10%

12%

14%

16%

18%

20%

22%

24%

26%

2010 2011 2012 2013 2014

Page 74: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 74 van 183

Het weerstandsvermogen van 24% bestaat voor 22% uit algemene exploitatiereserves en

voor 2% uit bestemmingsfondsen (private gelden). In de toelichting op de jaarrekening

wordt een uitgebreide verantwoording gegeven op deze twee onderdelen van het eigen

vermogen.

Zowel op het niveau van de afzonderlijke scholen als voor de organisatie als geheel wordt

gestuurd op weerstandsvermogen. Er wordt gestreefd naar een weerstandsvermogen met

een omvang van 18%. Dit streven is ook in 2014 bereikt. Op schoolniveau geldt overigens

een streefwaarde van 8%.

Rentabiliteit

De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het resultaat en de totale baten. Voor deze

indicator heeft de onderwijsinspectie aangegeven dat deze over een periode van drie jaar

niet negatief mag zijn. In onderstaande grafiek is zowel de rentabiliteit per jaar aangegeven

als de rentabiliteit gemeten over een periode van drie jaar.

Grafiek 10: Rentabiliteit

Over een periode van drie jaar bezien heeft OMO niet negatief geëxploiteerd en blijft

daarmee boven de grens die is gesteld.

Liquiditeit

Binnen de vereniging wordt het liquiditeitsbeheer centraal uitgevoerd, om kosten en risico’s

met betrekking tot de liquiditeiten te minimaliseren. De liquiditeit van een organisatie kan

bepaald worden aan de hand van de current ratio. Dit kengetal wordt berekend door het

totaal van de korte termijn vorderingen, beleggingen en de liquide middelen te delen door

alle korte termijn verplichtingen. De current ratio van Ons Middelbaar Onderwijs per 31

december 2014 bedraagt 0,11. Het verloop van de current ratio in de afgelopen vijf jaar is

hieronder gepresenteerd:

1 Bij de berekening is de effectenportefeuille onder de kortlopende vorderingen geschaard, en zijn de

vooruitontvangen bedragen in mindering gebracht op de kortlopende schulden.

0,7% 0,7%

2,3%

4,3%

0,0%

2010 2011 2012 2013 2014

-2,0%

-1,0%

0,0%

1,0%

2,0%

3,0%

4,0%

5,0%

Rentabiliteit per jaar Rentabiliteit per 3 jaar

Page 75: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 75 van 183

Grafiek 11: Liquiditeit

De onderwijsinspectie hanteert een minimumwaarde van 0,5. Ons Middelbaar Onderwijs

voldoet daarmee op 31 december 2014 niet aan dit criterium. De (rood)stand op de lopende

bankrekening is hiervan de oorzaak. Omdat de roodstand in 2015 wordt omgezet in een

langlopende lening en de ontwikkelingen hieromtrent nauwlettend worden gevolgd, is er

geen aanleiding om het proces hierop aan te passen.

Overigens, indien Ons Middelbaar Onderwijs per 31 december 2014 aan de ratio van 0,50

had willen voldoen, had een vaste lening afgesloten moeten worden van circa 25 miljoen

euro. Hierdoor zouden de jaarlijkse rentelasten circa 0,8 miljoen hoger uitvallen dan bij het

scenario waar nu voor gekozen is. In de risicoparagraaf wordt hier uitgebreider op ingegaan.

Financiële buffer

De financiële buffer is al enige jaren geleden als onderdeel van de zogenaamde

kapitalisatiefactor geïntroduceerd en brengt in beeld of een onderwijsinstelling onnodige

reserves aanhoudt. Deze financiële buffer is bedoeld voor het opvangen van onverwachte

gebeurtenissen, zoals de terugloop in leerlingaantallen, financiële gevolgen van

arbeidsconflicten en onvolledige indexatie van de lumpsum.

Het kengetal wordt berekend door het balanstotaal te verminderen met de boekwaarde van

gebouwen en terreinen, kortlopende schulden en 50% van de boekwaarde van de materiële

vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen), en dit restant te delen door de totale

baten. Vanwege de complexiteit van het kengetal wordt binnen de vereniging niet gestuurd

op de financiële buffer. De onderwijsinspectie hanteert voor de financiële buffer voor de

grotere schoolbesturen een ondergrens van 0%.

Het verloop van de financiële buffer is in het volgende overzicht gepresenteerd:

0,4

0,2 0,2 0,2

0,1

2010 2011 2012 2013 2014

-

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

Page 76: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 76 van 183

Grafiek 12: Financiële buffer

De financiële buffer ligt, evenals voorgaande jaren, onder de 0%. De financiële buffer is met

name negatief omdat eigen middelen zijn gebruikt om te investeren in huisvesting binnen de

doordecentralisatiecontracten. In 2015 wordt een langlopende lening aangegaan, waardoor

de financiële buffer naar verwachting boven de 0% zal uitkomen.

Debt service coverage ratio

Om te kunnen beoordelen in hoeverre OMO in staat is te voldoen aan rente- en

aflossingsverplichtingen op de aangegane lening heeft de BNG bank de debt service coverage

ratio (DSCR) geïntroduceerd. Deze betreft de verhouding tussen het resultaat exclusief

rentelasten, belasting en afschrijvingslasten, en het totaal aan rente en aflossingen. De BNG

bank hanteert voor de DSCR een minimumwaarde van 1,2. Doordat er in 2014 relatief weinig

rente is betaald en er nog geen sprake was van aflossingen, ligt de DSCR (backward en

forward) in 2014 op een waarde van 154 en wordt er derhalve ruimschoots voldaan aan de

gestelde minimumeis. In verband met de schaalbaarheid is de DSCR in onderstaande grafiek

gemaximeerd op een waarde van 20.

DSCR-Backward(2014) DSCR-Forward (2015)

Grafiek 13: Debt service coverage ratio

4.1.4. Professionele inkoop

Inkoopstrategie OMO

Inkoop zorgt ervoor dat een organisatie kan beschikken over die producten en diensten die

een antwoord vormen op de (inkoop)vraag, tegen aantrekkelijke condities en geringe

2,1%

0,2%

-1,3% -1,3% -1,3% 2010 2011 2012 2013 2014

-2,0%

-1,0%

0,0%

1,0%

2,0%

3,0%

4,0%

5,0%

20 20 20 20 20

2010 2011 2012 2013 2014

0

5

10

15

20

25

30

20 20 20 20 20

2010 2011 2012 2013 2014

0

5

10

15

20

25

30

Page 77: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 77 van 183

risico’s. Ieder jaar wordt er binnen de vereniging voor grofweg 80 miljoen euro uitgegeven

aan de inkoop van producten en diensten. De wijze waarop een contract tot stand komt, het

contractbeheer en de praktische uitvoering variëren per product / dienst.

In het najaar van 2013 is een algemeen kader vastgesteld voor de inkoopstrategie binnen

Ons Middelbaar Onderwijs. Deze is gebaseerd op drie pijlers: het collectieve belang, de

contractwaarde en de heterogeniteit van het product/dienst in combinatie met de mate van

verbondenheid met het onderwijsproces. Het kader geeft voor iedere inkoopvraag antwoord

op de volgende vragen:

Op welke niveau (vereniging / school) wordt het inkoopcontract gesloten?

Op welke niveau wordt het contractbeheer uitgevoerd?

Op welke niveau vindt de uitvoering van de inkoop plaats?

Inkoopprojecten

In het voorjaar van 2014 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden om te komen tot

een nieuw contract voor het leerlingenadministratiesysteem. Door omstandigheden is de

aanbesteding voor moment van gunning gestaakt. De huidige overeenkomst voor het

leerlingenadministratiesysteem met de firma Schoolmaster wordt gecontinueerd tot 1 januari

2017. In de tussenliggende periode wordt bezien op welke wijze de aanbesteding opnieuw

kan worden vormgegeven.

De contracten op het gebied van leermiddelen met de firma’s Iddink Voortgezet Onderwijs bv

en Van Dijk Educatie zijn verlengd tot de zomer van 2017. De in ontwikkeling zijnde

verenigingsvisie op de digitalisering van goed onderwijs en de kennis die wordt opgedaan

met het project rondom de integratie van het leerlingenadministratiesysteem, de ELO en de

leermiddelen worden meegenomen in de nieuwe Europese aanbesteding van leermiddelen

die plaatsvindt in schooljaar 2016-2017.

De overeenkomsten voor energie zijn, vanwege gunstige marktomstandigheden, al in juli

2013 opnieuw Europees aanbesteed. De nieuwe contracten (E.ON Benelux voor elektriciteit

en Delta Energy voor aardgas) zijn ingegaan per 1 januari 2015.

Op het gebied van verzekeringen heeft OMO collectieve afspraken gemaakt voor brand,

aansprakelijkheid, ongevallen, reizen, en eigendommen van personeel en vrijwilligers. Voor

schademeldingen en de onderhandelingen met de verzekeraars wordt gebruik gemaakt van

een tussenpersoon, een verzekeringsmakelaar. Het contract met de verzekeringsmakelaar is

in 2014 opnieuw aanbesteed. Per 1 januari 2015 is het contract gegund aan de firma Meeùs.

Voor het huidige contract kantoorartikelen met de firma Office Depot is gebruik gemaakt van

een extra optiejaar. Het contract loopt nu nog tot 1 januari 2016. In 2015 vindt weer een

aanbesteding van het contract plaats.

4.1.5. Werkkostenregeling

Per 1 januari 2012 maakt Ons Middelbaar Onderwijs gebruik van de werkkostenregeling. Op

basis van deze regeling kon maximaal 1,50% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte)

besteed worden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers.

Dit percentage is per 1 januari 2015 verlaagd naar 1,20%. Bewaakt wordt dat iedere school

1,18% (0,02% is gereserveerd op verenigingsniveau) van de loonkosten kan vergoeden dan

wel verstrekken. Periodiek wordt bewaakt of per school de ruimte wordt overschreden.

Page 78: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 78 van 183

4.1.6. Personeelsinformatiesysteem

De overeenkomst met de firma Raet voor het personeels- en salarissysteem eindigde op 31

december 2014. Om die reden is eind 2013 op basis van wet- en regelgeving een Europese

aanbestedingsprocedure gestart. De aanbesteding betrof een personeelsinformatiesysteem

met, naast de ‘basis personeelsregistratie’ en de salarisadministratie, diverse modules met

HR functionaliteiten (medewerker ontwikkeling, verzuim en herstel, werving & selectie en tijd

& verlofregistratie).

Na de gunning van de opdracht in juni 2014 is direct gestart met de implementatie van de

basis personeelsregistratie en salarisadministratie. Daarbij was een juiste salarisbetaling in

januari 2015 de hoogste prioriteit. Vanaf januari 2015 wordt in een tweede fase van de

implementatie aandacht geschonken aan de verdere implementatie van de overige HRM-

modules. De gehele procedure van aanbesteding en implementatie heeft in nauw overleg

tussen P&O-medewerkers van het bureau OMO en de scholen plaatsgevonden (zie ook bij

D.9.6).

4.1.7. Digitalisering inkoopfacturen

In 2008 is een pilot gestart voor het scannen, herkennen, valideren en accorderen van alle

inkoopfacturen (project: digitalisering inkoopfacturen) op het OMO bureau. In 2009 is deze

pilot uitgebreid met de inkoopfacturen van vier schoollocaties. Na een positieve evaluatie van

de pilotscholen is het digitaliseringsproces geleidelijk uitgerold binnen de gehele organisatie.

In 2012 was de implementatie binnen de gehele vereniging voltooid. Enkele belangrijke

opbrengsten die voorafgaand aan de implementatie waren gedefinieerd zijn:

Tijdsbesparing doordat controles (zowel op de schoollocatie als het OMO-bureau)

sneller en efficiënter verlopen

Kortere doorlooptijd van de inkoopfacturen tot accordering en betaling

Niet meer zoek raken van facturen

Naadloze aansluiting met de financiële administratie.

In 2014 heeft een evaluatie van de digitale verwerking van inkoopfacturen plaatsgevonden.

Om de wensen en ervaringen vanuit de scholen te inventariseren, maar ook om te bezien

waar het proces eventueel verder verfijnd kan worden.

De algemene indruk is dat iedereen tevreden is over de digitalisering van de inkoopfacturen

en het hierbij aansluitende verwerkingsproces.

De doorlooptijd tussen het moment van ontvangen van een inkoopfactuur en het betaalbaar

stellen ervan is sterk afgenomen ten opzichte van de ‘oude’ werkwijze. Ook het feit dat de

facturen niet meer kwijtraken en dat zichtbaar is waar een factuur zich in het proces bevindt

is gerealiseerd en wordt ook daadwerkelijk als een pluspunt ervaren. Het achteraf vanaf

iedere plaats, en op ieder moment, kunnen opvragen van de facturen (ook die van 5 jaar

oud) werkt prettig. De doelstellingen van het digitaliseringsproces zijn daarmee behaald. De

gedane evaluatie heeft geleid tot enkele verbeteringen binnen de huidige opzet.

4.1.8. Ontwikkelingen op ICT-gebied

OMO ICT-beleid Het jaar 2014 stond in het teken van het uitwerken en opleveren van het OMO ICT-beleid

2014-2018. Dit beleid heeft als focus de daadwerkelijke behoeften van de organisatie en de

Page 79: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 79 van 183

vertaling daarvan naar technische mogelijkheden – van ICT-beheer naar

informatiemanagement – en herbergt een zestal activiteiten met diverse actievoorstellen:

1. Coördineren kennis en expertise op ICT-gebied: verzamelen en delen

a. Zorg dat het thema ICT een structurele plek krijgt op de agenda van bestaande

regionale kringen (schoolleiders; managers bedrijfsvoering/onderwijs)

b. Maak meer gebruik van elkaars ervaringen

2. Verbeteren werking ICT-organisatie, inclusief de rol van outsourcing, op zowel de scholen

als het bureau OMO

a. Organiseer onderlinge audits/visitaties op de ICT-inrichting

b. Adviseer bij het verbeteren van de professionaliteit op ICT-gebied

c. Onderzoek welke voordelen er kunnen zijn om onderdelen van de ICT-organisatie

gezamenlijk in te vullen

3. Opzetten en borgen van een gezamenlijk leveranciersmanagement

a. Werk gezamenlijke mantelcontracten uit voor ICT-diensten op breed gedeelde

thema’s

b. Zorg dat het ICT-budget voor verenigingstaken structureel onder de taakstelling

blijft

4. Opzetten en borgen van een levenscyclus voor stuurinformatie

a. Uniformeer de basisgegevens binnen de verschillende administraties (leerlingen,

personeel, financieel, huisvesting) om zo stuurinformatie beter in te kunnen

zetten – zorg voor verenigingsbrede afspraken

b. Realiseer een integraal managementinformatiesysteem

5. Visievorming op de inzet en de rol van ICT

a. Werk visie-/opiniestukken uit over ICT-gerelateerde thema’s

6. Actualisatie van de kaders en de richtlijnen (ICT-standaarden): de hiermee gemoeide

actie is de 2e helft van 2014 uitgevoerd, met als resultaat de OMO ICT-richtlijnen en

handreikingen (januari 2015)

ICT in het onderwijs

De vereniging maakt werk van de kennisdeling over het gebruik van ICT in de klas. Op de

jaarlijkse dag ICT in het onderwijs (ICTO), in 2014 op 6 november, en diverse

themabijeenkomsten worden voorbeelden en best practices van de toepassing van ICT in het

onderwijs gedeeld. De OMO-ICTO-dag wordt volledig erkend door het lerarenregister.

De scholen hebben ICT op diverse gebieden binnen het onderwijs geïmplementeerd. Dit

omvat zowel rondom devices als IT-functionaliteiten. Dit alles staat in het teken om zoveel

mogelijk persoonlijke / gedifferentieerde digitale leeromgevingen aan te bieden.

Tot slot draagt OMO bij aan een aantal landelijke trajecten van de VO-raad, zoals

Leerling2020 en ECK2.

ICT in de bedrijfsvoering

Eind 2013 zijn 2College, De Nieuwste School, het Rodenborch-College en het OMO-bureau,

gestart met het project Red Brick. Dit project omvat het gezamenlijk opzetten en beheren

van de ICT-infrastructuur in een extern datacenter. Uitgangspunten hierbij zijn onder andere

flexibiliteit, innovatie en kostenbesparing. Het jaar 2014 stond in het teken van de

technische inrichting en technische uitdagingen; 2015 staat in het teken van het operationeel

maken van Red Brick en het aanhaken van de overige OMO-scholen.

Page 80: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 80 van 183

4.1.9. Managementinformatie

In Koers 2016 wordt expliciet gesproken over het beschikken over juiste, tijdige en volledige

managementinformatie. Binnen OMO wordt voortdurend gekeken waar verbeteringen op dit

terrein gerealiseerd kunnen worden.

Integratie systemen

Tot op heden wordt gebruik gemaakt van afzonderlijke managementinformatiesystemen die

apart goed werken, maar waar in de samenvoeging van financiële, personele en

leerlingeninformatie relatief veel handmatige handelingen zitten. In 2014 heeft onderzoek

plaatsgevonden naar de mogelijkheden van een meer integraal

managementinformatiesysteem voor de organisatie. Voorlopig lijkt de meerwaarde van de

integratie nog niet op te wegen tegen de meerkosten die hiervoor gemaakt moeten worden.

Uniformering leerlingengegevens

Voor het genereren van managementinformatie is de wijze van registreren van de data een

essentieel onderdeel. De kwaliteit van de opgeleverde managementinformatie staat of valt

met het tijdig en op een correcte en eenduidige wijze registreren van de gegevens. Met

name binnen het domein onderwijs / leerlingen zal er een slag gemaakt moeten worden om

tot uniformering van de gegevens te komen. Eind 2014 is besloten om voor wat betreft de

haalbaarheid en kosten hiervan nader onderzoek uit te voeren.

4.1.10. Treasury en schatkistbankieren

Op 24 mei 2011 is het “Treasury Statuut Ons Middelbaar Onderwijs” vastgesteld. In dit

document is bepaald dat tenminste jaarlijks wordt gerapporteerd over de uitvoering van het

treasurybeleid binnen OMO. Dit is in januari 2015 gebeurd.

In het kader van het treasurybeleid wordt de financiële positie van Ons Middelbaar Onderwijs

getoetst aan de bepalingen in het treasury statuut en daarmee aan de landelijke ‘Regeling

beleggen en belenen door instellingen van onderwijs en onderzoek 2010’ van OCW. Deze

toets richt zich op de relevante treasury-instrumenten die binnen Ons Middelbaar Onderwijs

in het kalenderjaar 2014 zijn gehanteerd. De diverse treasury-instrumenten zijn alle van een

prudent karakter en zijn er niet op gericht om extra opbrengst te genereren door het

aangaan van overmatige risico’s.

Ministerie van Financien – schatkistbankieren

In november 2011 is besloten om over te stappen op schatkistbankieren bij het ministerie

van financiën. De redenen hiervoor zijn een gunstigere prijs met daarbij de service van een

kwalitatief goede ondersteuning. De daadwerkelijke overstap naar het schatkistbankieren

heeft op 1 maart 2012 plaatsgevonden.

Rekening courant

Het dagelijks betalingsverkeer blijft lopen via de Rabobank, waarbij het rekeningcourantsaldo

van de hoofdrekening bij de Rabobank dagelijks wordt afgeroomd naar een

‘schatkistrekeningcourant’ van het ministerie van financiën.

Onderdeel van de overeenkomst bij het ministerie van financiën is een doorlopende

kredietfaciliteit van (maximaal) op 10% van de publieke jaaromzet. Per 1 januari 2014

bedroeg dit 46,4 miljoen euro. In de periode januari 2014 - mei 2014 is daarop een

uitbreiding met 7,0 miljoen euro overeengekomen, tot 53,4 miljoen euro. Vanaf april 2014 is

Page 81: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 81 van 183

deze uitbreiding komen te vervallen. In oktober 2014 is de kredietfaciliteit structureel

verhoogd naar 48,4 miljoen euro.

Het werkelijk opgenomen korte krediet bedroeg op peilmoment 31 december 2014 33,0

miljoen euro. De verwachting is dat het opgenomen krediet in het najaar van 2015 zal

afnemen door het opnemen van een deel van de kredietfaciliteit die is overeengekomen met

de BNG-bank.

Vaste lening

Via het schatkistbankieren is er tevens de mogelijkheid om bij het ministerie van financiën

een vast krediet te verkrijgen. De voorwaarde hiervoor is dat er sprake is van een

gemeentegarantie. Per 31 december 2014 was geen vaste lening overeengekomen.

Kredietfaciliteit BNG-Bank

Na intensief overleg is op 1 juli 2014 een kredietovereenkomst gesloten met de BNG bank,

van maximaal 70,0 miljoen euro. Welk bedrag hiervan op welk moment daadwerkelijk zou

worden opgenomen moest voor eind 2014 geformaliseerd zijn. Op 18 december 2014 is

vastgelegd dat per 1 oktober 2015 45,0 miljoen euro aan vaste financiering wordt verkregen,

tegen een 15 jaars rente van 2,99%.

Rabobank - rekeningcourant

Alle school-bankrekeningen zijn ondergebracht bij Rabobank Tilburg. De afzonderlijke

rekeningen worden daarbij dagelijks automatisch afgeroomd naar een hoofdrekening bij de

Rabobank. Per school geldt een dagelijkse bestedingslimiet met een omvang tussen de 5.000

en 25.000 euro. In totaal is er binnen de vereniging sprake van 36 school-bankrekeningen

en 5 verenigings-bankrekeningen.

Leasecontract bedrijfsauto’s

Het leasecontract bedrijfsauto’s bij MKB Lease in Oosterhout betreft 33 leaseauto’s. Binnen

de arbeidsvoorwaarden hebben schoolleiders en leden van de raad van bestuur de

mogelijkheid om een leaseauto te rijden. Voor het kalenderjaar 2014 bedroegen de

leasekosten 406.000 euro.

Activiteiten OMO-fonds

Het OMO-fonds is een privaat fonds, volledig gefinancierd door personeelsleden, en leent in

bepaalde situaties geld uit aan personeel dat is aangesloten bij het fonds. Het gaat in 2014

om tien leningen met een totale waarde van 59.000 euro.

Per januari 2014 heeft het bestuur van het OMO-fonds besloten haar effectenportefeuille met

een nominale waarde van 1,4 miljoen euro van de hand te doen en al haar gelden onder te

brengen bij de vereniging. Inclusief de verkochte effectenportefeuille bedraagt het vermogen

van het OMO-fonds circa 5,2 miljoen euro. Vanuit de vereniging ontving het OMO-fonds in

2014 een rentevergoeding van 1,4% over de uitgezette middelen.

4.1.11. Interne beheersing en toezicht

In 2014 zijn onderdelen van de administratieve organisatie en de maatregelen van interne

controle, die daarin verweven zijn, beoordeeld. Het algemene beeld over de onderzochte

processen en producten is positief:

Vanuit de controle zijn geen significante tekortkomingen in de administratieve

organisatie en interne beheersing geconstateerd.

Page 82: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 82 van 183

De kwaliteit van de administratieve organisatie en interne controle in 2014, voor

zover van belang voor de controle van de jaarrekening, is verbeterd.

Uit de beschouwingen van het OMO managementcontrolsysteem is er binnen OMO

sprake is van sterke ‘high level controls’. Externe en interne ontwikkelingen die

invloed hebben op het realiseren van de strategische en financiële doelstellingen

worden snel gesignaleerd en leiden tot bijsturing als daartoe aanleiding bestaat.

Hiermee wordt bevestigd dat de basis van alle procedures en processen binnen de vereniging

nog altijd solide is.

4.1.12. Overhead

Overheadpersoneel is noodzakelijk in iedere organisatie. Er bestaat echter geen blauwdruk

van welke omvang de overhead moet hebben en hoe overheadfuncties zouden moeten zijn

verdeeld. Binnen de vereniging is een vanzelfsprekend uitgangspunt om een zo groot

mogelijk aandeel van de financiële middelen direct ten goede te laten komen van het

onderwijs. Het meten hiervan gebeurt langs twee lijnen:

1. Het aandeel van de reserveringen op de lumpsumopbrengsten op bovenschools

niveau (zoals raad van bestuur, OMO bureau en verenigingsprojecten);

2. De verdeling van de formatie binnen de vereniging, waarbij onderscheid wordt

gemaakt naar primaire formatie (onderwijzend personeel en personeel dat direct

ondersteunend is aan het primaire proces) en ’overhead’ (directie en overig

ondersteunend personeel). Hierbij wordt aangetekend dat de functiebenaming niet

altijd volledig overeenkomt met de daadwerkelijk uitgevoerde taken; er zijn

bijvoorbeeld directieleden met lesgevende taken.

Ad. 1. Reserveringen op bovenschools niveau

Circa 90% van de totale inkomsten van de vereniging bestaat uit lumpsum die van het

ministerie van OCW wordt ontvangen. In 2013 ging 95,6% van die lumpsumopbrengsten

direct naar de scholen, in 2014 is dit 95,5%. Belangrijkste oorzaak van deze daling is een

daling van de lumpsum vanwege de incidentele middelen die eind 2013 waren ontvangen.

Vanwege deze ontwikkeling is het gemiddeld budget per leerling dat direct naar de scholen

gaat in 2014 ten opzichte van 2013 met 268 euro afgenomen, naar 6.824 euro.

In tabel 3 wordt de verdeling van de lumpsum 2014 weergegeven over de verschillende

geledingen van de vereniging (bron: financiële kaders 2014, januari 2015).

Ad. 2. Overheadformatie

In 2014 kwam het kengetal overhead (overheadformatie ten opzichte van de totale formatie)

gemiddeld uit op 19,0%, waarvan 16,9% op de scholen werkt en 2,1% op het OMO bureau

en binnen de raad van bestuur. Een jaar eerder bedroeg de overhead nog 19,3%.

Benchmarks - met collega schoolbesturen en binnen OMO Aan het begin van 2012 heeft Ons Middelbaar Onderwijs met drie andere grotere

schoolbesturen binnen het voorgezet onderwijs een benchmark overhead uitgevoerd. Op

initiatief van de Dunamare Onderwijsgroep en Ons Middelbaar Onderwijs is deze benchmark

in het najaar van 2013 herhaald, en nu breder uitgezet binnen de sector. In totaal hebben

28 VO-instellingen deelgenomen, van diverse omvang en inrichting, waarbinnen 213.500

leerlingen onderwijs volgen. Dit komt neer op bijna een kwart van het aantal VO leerlingen in

Nederland. Naast de formatie is tevens gekeken naar de kosten van het personeel en de

mate van uitbesteding van overheadtaken.

Page 83: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 83 van 183

In bijeenkomsten in maart 2014 zijn de resultaten van de benchmark met de deelnemers

besproken en is kennis gedeeld over elkaars organisaties. Uit de benchmark en de

gesprekken is naar voren gekomen dat vereniging OMO, in vergelijking met de rest van de

sector, een lage overhead kent en een relatief klein bestuursbureau heeft.

Aan de hand van het onderzoek is in het najaar van 2014 ingezoomd op de afzonderlijke

overhead van de diverse OMO scholen. Geconcludeerd is dat de grootte van de overhead op

de OMO scholen, zowel gekeken naar formatie als naar kosten, sterk varieert. De nadere

beschouwing geeft aanknopingspunten voor het gesprek op schoolniveau over de invulling

van de overhead.

Doelgroep % van lumpsum

opbrengsten

Scholen

Schoolleiders 1,0%

Scholen 94,5%

Totaal scholen 95,5%

Verenigingstaken

Eigen risicodragerschap 1,3%

Fricties personeelsaangelegenheden 0,1%

Projecten en thema’s 0,4%

Licenties en managementinformatie 0,4%

Contributies 0,2%

Overige 0,1%

Totaal verenigingstaken 2,5%

Doordecentralisatie - groot onderhoud 0,3%

Raad van bestuur en raad van toezicht 0,2%

Bureau Ons Middelbaar Onderwijs

Personeel 1,2%

Materieel 0,3%

Totaal bureau Ons Middelbaar Onderwijs 1,5%

Totaal lumpsumopbrengsten

(inclusief prestatieboxgelden)

100%

Tabel 3: Verdeling lumpsum

4.2. Huisvesting

4.2.1. Huisvesting

In de dynamische omgeving van onze maatschappij in het algemeen en van onderwijs in het

bijzonder, neemt vastgoed een bijzondere positie in. Gebouwen worden voor een langdurige

periode neergezet en vormen daarmee ook direct kaders voor gebruik. In deze context

verdient onderwijshuisvesting een toekomstgerichte benadering.

Beleidsmatig vertaalt zich deze focus in een verdere ontwikkeling van de OMO-

kwaliteitsrichtlijnen waarbij, naast flexibiliteit, de nadruk ligt op duurzaamheid. Vanuit dat

Page 84: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 84 van 183

perspectief ontstaan ook investeringen voor levensduurverlenging van bestaande gebouwen,

meer dan de vraag naar nieuwbouw. Elke vraag naar de toekomst begint daarbij overigens

met het in kaart brengen van vraag en aanbod. Vanuit dat vertrekpunt is een goede

vastgoedregistratie onontbeerlijk.

Ook feitelijk is in 2014, al dan niet samen met de betreffende gemeenten, weer een aantal

stappen gezet naar goede huisvesting voor onze scholen.

4.2.2. Richtlijnen Kwaliteitsnormen Onderwijshuisvesting (RKO)

De Richtlijnen Kwaliteitsnormen Onderwijshuisvesting, ofwel het RKO, zijn in 2003

vastgesteld en fungeren als basis voor alle te realiseren schoolgebouwen binnen OMO. Al

geruime tijd bestaat de behoefte om het RKO aan te passen aan de huidige stand van zaken

en daarbij te anticiperen op de toekomst. De centrale vraag is: Hoe formuleert OMO het

basisniveau voor de kwaliteit van alle schoolgebouwen en laat tegelijkertijd ruimte voor

accenten die passen bij het profiel van de school?

Inmiddels is in 2014 een aantal uitgangspunten geformuleerd die ten grondslag komen te

liggen aan het vernieuwde RKO:

OMO-standaard nieuwbouw en renovatie

o De financiële achtergrond voor het RKO is in 2014 vastgelegd in de OMO-standaard

op basis van ervaringscijfers van recent gerealiseerde projecten

Ambitieprofiel per school

Proces- en prestatiedocument

o Kwaliteitskader VO als leidraad procesdocument

o STABU-systematiek als leidraad prestatiedocument

Duurzaamheid integraal onderdeel van vernieuwd RKO

Toepasbaar voor nieuwbouw en renovatie

Het vernieuwde RKO stelt de minimale eisen aan de kwaliteit van schoolgebouwen,

uitstijgend boven het bouwbesluit (wettelijk referentieniveau). Tegelijkertijd laat het

vernieuwde RKO ruimte voor schoolspecifieke wensen en accenten, binnen het

kaderstellende budget. Want iedere school is uniek qua organisatie, aanbod, locatie etc.

Bovendien zijn mogelijke exploitatiekostenverlagende zaken (energie, onderhoud,

schoonmaak) ook relevant in het gebouwontwerp.

4.2.3. Duurzaamheid

De toepassingen van duurzaam bouwen zijn divers en de definitie van een duurzaam gebouw

of het meest duurzame gebouw is niet eenduidig. Er zijn diverse tools en ontwerprichtlijnen

die hierop ingaan (zoals Frisse Scholen, BREEAM, GPR-gebouw). Zij hebben een aantal

thema’s gemeen: energie- en watergebruik, materiaalkeuze, afval, binnenmilieu en

gezondheid. Maar ook thema’s als flexibiliteit, multifunctioneel gebruik en beheer en

onderhoud hebben te maken met duurzaamheid, aangezien deze thema’s allemaal te maken

hebben met een feitelijke verlenging van de gebruiks- of levensduur van gebouwen en

gebouwdelen. Deze thema’s zijn allemaal onderdeel van het vernieuwde RKO.

Recent opgeleverde schoolgebouwen worden inmiddels voorzien van een Energielabel

(verplicht vanaf juli 2014). De nieuwbouw van het Carolus Borromeus College te Helmond

heeft energielabel A++ gekregen en de nieuwbouw in Waalwijk A+++. De uitdaging de

komende periode is om de aanscherping van de EPC (energieprestatie coëfficiënt, een index

die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeeft volgens NEN 7120, van 1,3 naar 0,7)

Page 85: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 85 van 183

te integreren in lopende bouwtrajecten. Dit is een wettelijke eis die volgt uit de Europese

Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) om te komen tot ‘bijna energie neutrale

gebouwen’ (BENG), een verplichting per 1 januari 2021.

4.2.4. Asbestsanering

Voor alle scholen geldt dat in 2013 het asbest in de categorie ‘meest urgent’ is verwijderd.

Daarmee is weer een stap gezet in de bijdrage aan een goede en gezonde leef-, leer- en

werkomgeving. In de gemeenten waar OMO een overeenkomst tot doordecentralisatie heeft

is het traject in 2014 ook financieel afgerond. Met enkele gemeentebesturen (waar geen

doordecentralisatieovereenkomst is gesloten) loopt het gesprek nog over de afwikkeling van

de kosten. Vertrekpunt blijft dat de kosten voor sanering voor rekening van de gemeente

komen.

4.2.5. Vastgoedregistratie

In de periode 2013-2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de redenen waarom het niet

gelukt is de database van het vastgoedregistratiesysteem Planon te vullen met

basisgegevens. Daarnaast blijkt de implementatie van meerjarenonderhoudsplannen in

Planon een probleem. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek en de ervaringen met

het gebruik van Planon is verder gewerkt aan een stappenplan naar beter vastgoedbeheer.

Vertrekpunt daarbij is de (her)formulering van nut en noodzaak van een adequaat

vastgoedregistratiesysteem in combinatie met de daarbij behorende taken.

4.2.6. Huisvestingsplannen

Met veel gemeenten zijn in 2014 weer belangrijke stappen gezet om te komen tot adequate

onderwijshuisvesting, dan wel is de route daartoe bepaald. Zo is in de gemeente Eindhoven

een Integraal Huisvestingsplan vastgesteld waarbij schoolbesturen en gemeente afspraken

gemaakt hebben over het totale investeringsprogramma inclusief de planning. Als volgende

stap worden, naar verwachting nog voor de zomer van 2015, per schoolbestuur de

individuele samenwerkingsovereenkomsten gesloten.

Met de gemeente Den Bosch is definitief een overeenkomst doordecentralisatie gesloten

waarmee de huisvesting voor het vmbo gerealiseerd kan worden. Deze constructie maakt het

mogelijk ook het Jeroen Bosch College (en op termijn het Rodenborch-College) van goede

huisvesting te voorzien. In de eerste helft van 2015 wordt het masterplan, als basis voor

verdere planvorming, afgerond.

Tevens is het afgelopen jaar weer een aantal projecten afgerond en opgeleverd. Van deze

projecten is de bouwafrekening vastgesteld. Een groot aantal projecten is daarnaast in

voorbereiding, dan wel in uitvoering.

Onderstaande tabellen geven een overzicht van de lopende bouwprojecten, inclusief de wijze

van financiering. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen projecten in gemeenten met en

zonder een overeenkomst tot doordecentralisatie. Eveneens is een onderscheid naar

herkomst van de budgetten weergegeven.

Page 86: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 86 van 183

Tabel 4: Projecten waar wel sprake is van doordecentralisatie (bedragen x 1.000 euro)

Tabel 5: Projecten waar geen sprake is van doordecentralisatie (bedragen x 1.000 euro)

Het totale investeringsvolume op 31 december 2014 bedraagt circa 165,9 miljoen euro.

Ongeveer 25,2 miljoen euro (15,2%) daarvan komt ten laste van de scholen. De eigen

bijdrage van de scholen wordt getracht zo beperkt mogelijk te houden. Eigen bijdragen

kunnen voorkomen doordat een wens bestaat om een extra kwaliteitsslag te maken of te

investeren in duurzaamheid.

School Project Gemeente RamingTaakstellend

budget

Investerings-

subsidie OCW

Doorde-

centralisatie

Vermogens-

beslag scholen

Sint-Janslyceum Uitbreiding inclusief sporthal 's Hertogenbosch 11.360 11.360

Jeroen Bosch College Aanpassing cementrum 's Hertogenbosch 13.700 13.700

Rodenborch-College Aanpassing huisvesting 's Hertogenbosch p.m.

Duhamel College & Hervion CollegeHerhuisvesting vmbo 's Hertogenbosch 28.000 28.000

SG Kwadrant Aanpassing huisvesting Dongen p.m

Varendonck-College Vervangende nieuwbouw Asten Asten** 6.700 6.700

Merletcollege Nieuwbouw, Cuijk Cuijk 16.610 16.610

OMO SG Helmond Aanpassingen Knippenbergcollege Helmond p.m.

Eckartcollege Vervangende nieuwbouw PC Nuenen Nuenen* 7.300 7.300

55.700 27.970 - 83.670 -

* = per 1 januari 2015 het doordecentralisatiecontract met de gemeente Nuenen ingegaan

** = doordecentralisatiecontract is nog in onderhandeling

School Project Gemeente Raming Taakstellend

budget

Investerings-

subsidie OCW

Gemeente /

provincie

Vermogens-

beslag scholen

Van Maerlantlyceum Vervangende nieuwbouw Eindhoven p.m.

Sint-Odulphuslyceum Uitbreiding en deel renovatie Tilburg 10.924 112 7.079 3.733

Theresialyceum Nieuwbouw Tilburg 7.400 3.883 3.517

Munnikenheide College Renovatie Rucphen Rucphen 2.800 1.130 1.670

OMO SG Tongerlo Nieuwbouw unilocatie Da Vincicollege Roosendaal 23.920 23.320 600

2College Nieuwbouw Jozefmavo Tilburg p.m. 5.600

Elzendaalcollege Vervangende nieuwbouw Boxmeer Boxmeer 11.672 7.672 4.000

SG Het Plein Herhuisvesting VMBO Eindhoven 17.500 17.500

SG Het Plein Sportvoorziening Piuslaan Eindhoven 2.400 2.400

SG Het Plein Uitbreiding PC Sint Joris Eindhoven 5.292 1.842 3.450

SG Het Plein Vervangende nieuwbouw Antoon Schellens Eindhoven p.m. 5.000

De Nieuwste School Herhuisvesting (incl. brandveiligheid) Tilburg 362 203 159

- 82.270 112 75.629 17.129

Page 87: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 87 van 183

5. Toekomst

5.1. Toekomst

5.1.1. Beleidsvoornemens en accenten 2015-2018

Kijkend naar de toekomst is het uitgangspunt voor de vereniging de combinatie van traditie

en innovatie. Sinds haar ontstaan in 1916 is de inzet op beide uitgangspunten succesvol

gebleken. Ingezet wordt op de uitvoering van Koers 2016, het strategische kader waaraan

zowel op individueel schoolniveau als op verenigingsniveau vorm wordt gegeven.

Gekoppeld aan Koers 2016 is een werkprogramma uitgewerkt dat jaarlijks wordt

geactualiseerd en wordt vertaald naar een concrete beleidsagenda. Hierbij wordt gekeken

naar de ontwikkelingen binnen de organisatie maar ook daarbuiten, zoals signalen vanuit de

omgeving (VO-raad, ministerie, onderzoeken / rapporten).

Jaarlijks werden uit de concrete beleidsagenda enkele speerpunten vastgelegd die dat jaar

specifiek de aandacht kregen.

Die speerpunten van 2013 en 2014 zijn goed geïntegreerd in de diverse processen en

documentatie van de vereniging in het algemeen en van de scholen in het bijzonder. Voor

2015-2018 zijn de speerpunten daarom als zodanig vervallen en fungeerde Koers 2016, het

werkprogramma 2015-2018 en ieders schoolplan als leidraad bij het opstellen van de

schoolbegrotingen. De thema’s die voor de komende periode verenigingsbreed extra

aandacht krijgen zijn de academische opleidingsscholen, kennisnetwerken, kwaliteitszorg, de

aanpassing van de OMO-CAO, en de processen rondom de personele administratie.

5.2. Continuïteit

5.2.1. Balans tot en met 2018

Tabel 6: Balans tot en met 2018

ACTIVA 2014 2015 2016 2017 2018

VASTE ACTIVA 283.808 302.235 320.662 339.088 357.515

VLOTTENDE ACTIVA 11.393 11.393 11.393 11.393 11.393

TOTAAL ACTIVA 295.201 313.628 332.055 350.481 368.908

PASSIVA 2014 2015 2016 2017 2018

EIGEN VERMOGEN

Algemene reserve 109.691 113.896 110.770 108.866 106.690

Bestemmingsfonds (privaat) 6.893 6.454 6.079 5.843 5.616

116.584 120.349 116.850 114.709 112.306

VOORZIENINGEN 29.643 27.102 24.561 22.020 19.479

LANGLOPENDE SCHULDEN 41.847 91.847 87.847 83.847 79.847

KORTLOPENDE SCHULDEN 107.127 74.329 102.797 129.905 157.276

TOTAAL PASSIVA 295.201 313.628 332.055 350.481 368.908

Page 88: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 88 van 183

5.2.1.1. Ontwikkeling kengetallen

Het onderstaande overzicht geeft een samenvatting van de financiële situatie van de

organisatie op dit moment en tot en met 2018. Als referentiekader zijn de meest recente

interne en externe criteria gebruikt.

Tabel 7: Kengetallen tot en met 2018

Solvabiliteit

Binnen de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs wordt gestuurd op solvabiliteit. De

verwachting is dat de solvabiliteitspositie van de organisatie de komende jaren zal

verminderen door een deel van het eigen vermogen te investeren in het onderwijsproces.

Het ministerie van OCW hanteert voor de solvabiliteit een signalerings-ondergrens van 30%.

De verwachting is dat deze ratio voor OMO in 2018 uitkomt op 36%. Dit is boven de

ondergrens van 30%.

In de afspraken rondom het langlopende krediet met de BNG bank hanteert de bank een

minimumeis van 20%, waarbij in de berekening van de solvabiliteit de voorzieningen niet

worden meegenomen. Op basis van deze rekenmethodiek komt OMO in 2018 naar

verwachting uit op 31%.

Weerstandsvermogen

Binnen de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs als totaal wordt gestuurd op solvabiliteit en

daaruit afgeleid het weerstandsvermogen. Als ondergrens voor de solvabiliteit geldt 30%, bij

gelijkblijvende omstandigheden is de daaruit afgeleide streefwaarde van het weerstands-

vermogen 18%. Ultimo 2014 bedraagt de totale omvang van het eigen vermogen 116,6

miljoen euro, ofwel een weerstandsvermogen van 24%. Op basis van de huidige

meerjarenbegroting is de verwachting dat dit percentage op hetzelfde niveau blijft.

Tegenover de daling van het eigen vermogen staat een afname van de baten, waardoor het

weerstandsvermogen op het niveau van 2014 blijft.

Rentabiliteit

Op basis van de vastgestelde begroting 2015-2018 komt de gemiddelde rentabiliteit in de

driejaars periode 2016-2018 uit op -/- 0,5%. Dit negatieve gemiddelde houdt verband met

de extra middelen uit het herfstakkoord die eind 2013 zijn ontvangen. Besteding van deze

middelen ten gunste van het onderwijs vindt in de komende jaren plaats.

In de begroting is overigens nog geen rekening gehouden met de aanvullende lumpsum als

gevolg van de gelden die vanuit het gemeentefonds voor het onderwijs beschikbaar zijn

gekomen (motie Haersma-Buma). Het uitgangspunt is dat deze middelen in de komende

begrotingsronde wel worden ingezet. Dit zal tot uitdrukking komen in de begroting 2016-

2019.

Liquiditeit

Door het aantrekken van vreemd vermogen eind 2015 neemt de liquiditeit toe. Als gevolg

van het aangaan van een lening eind 2015 neemt de liquiditeit toe. Het ministerie van OCW

Richtlijn OMO OMO OMO OMO OMO

OCW / OMO in 2014 in 2015 in 2016 in 2017 in 2018

Solvabiliteit (incl. voorzieningen) > 30% 50% 47% 43% 39% 36%

Weerstandsvermogen > 18% 24% 24% 24% 24% 23%

Rentabiliteit (over 3 jaar) > 0% 2,3% 1,8% 0,1% 0,0% -0,5%

Liquiditeit > 0,5 0,1 0,4 0,4 0,4 0,4

Financiële buffer < 15% -1% 0% 0% 0% 0%

DSCR backward > 1,2 20,0 20,0 6,5 6,9 7,2

DSCR forward > 1,2 20,0 8,6 6,5 6,9 7,2

Kengetal

Page 89: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 89 van 183

vraagt een ratio van minimaal 0,5. Aan deze norm wordt in 2018 niet voldaan. Het wel

voldoen aan de norm zou betekenen dat een onnodig bedrag aan extra langlopende

financiering zou moeten worden aangetrokken. Op basis van een risico inschatting wordt een

streefwaarde van 0,4 vooralsnog als voldoende beschouwd.

Financiële buffer

Binnen OMO wordt niet gestuurd op de financiële buffer. De verwachting is dat deze beperkt

zal stijgen, tot aan een waarde van 0%.

Debt service coverage ratio

Voor de vergelijkbaarheid tussen 2014 en de jaren tot 2018 is de debt service coverage ratio

voor 2014 begrensd op een waarde van 20. Met het aangaan van langlopend krediet is er

vanaf eind 2015 sprake van rentelasten en aflossingen. Vanaf 2015 wordt de debt service

coverage ratio daarmee relevant. De BNG verlangt een minimumwaarde van 1,2. Aan deze

ratio wordt ruimschoots voldaan. Zowel de DSCR-backward als DSCR-forward komen naar

verwachting uit op 7,2 in 2018.

5.2.2. Baten en lasten 2015-2018

Tabel 8: Exploitatiebegroting 2015-2018

Resultaat

De begrotingsresultaten voor de jaren 2015-2018 zijn respectievelijk 4,3 miljoen euro

positief, 3,2 miljoen euro negatief, 1,8 miljoen euro negatief en 2,2 miljoen euro negatief.

De overwegend negatieve begrotingsresultaten houden verband met de extra middelen uit

het herfstakkoord die eind 2013 zijn ontvangen. Besteding van deze middelen ten gunste

van het onderwijs vindt in de komende jaren plaats.

2015 2016 2017 2018

BATEN

Rijksbijdragen 467.000 458.900 455.900 452.200

Overige subsidies 11.100 11.900 13.100 14.500

Collegegeld - - - -

Overige baten 25.800 17.800 17.300 16.900

Totale baten 503.900 488.600 486.300 483.600

LASTEN

Personeelslasten 407.900 399.900 395.900 393.100

Afschrijvingen 19.300 20.300 21.300 22.000

Huisvestingslasten 22.300 22.000 21.700 21.600

Overige lasten 50.500 48.200 47.700 47.600

Totale lasten 500.000 490.400 486.600 484.300

SALDO BATEN EN LASTEN 3.900 1.800- 300- 700-

Financiële baten en lasten - 1.800- 1.700- 1.700-

SALDO FINANCIËLE BATEN EN LASTEN - 1.800- 1.700- 1.700-

BEGROTINGSRESULTAAT 3.900 3.600- 2.000- 2.400-

Uitgaven ten laste van bestemmingsfondsen 400 400 200 200

BEGROTINGSRESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.300 3.200- 1.800- 2.200-

Page 90: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 90 van 183

Leerlingaantallen en personeel

Grafiek 14: Verloop aantal leerlingen

Het aantal leerlingen kent in de komende jaren een dalende tendens (-/- 4,0%). Hiervan is

een groot deel (-/- 1,2%) het gevolg van een overdracht van een school van vereniging Ons

Middelbaar Onderwijs naar Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs in 2014.

Het overige deel (-/- 2,8%) is in lijn met een daling van het aantal voortgezet

onderwijsleerlingen in Noord-Brabant, in navolging van het primair onderwijs. Vanwege de

terugloop van het leerlingenaantal zullen er de komende jaren totaal circa 160 fte aan

leraren minder nodig zijn. In de komende begrotingsjaren zullen ruim 600 fte aan leraren de

pensioengerechtigde leeftijd vinden. Per saldo zullen de OMO scholen dus op zoek moeten

gaan naar nieuwe docenten.

De ontwikkeling van het aantal leerlingen verschilt per onderwijsregio. Per regio is om die

reden het toekomstig aantal leerlingen tot en met 2028 inzichtelijk. Indien actueel komt dit

thema in de meerjarenbegrotingen van de scholen steevast aan de orde. Zie ook de

paragraaf over ‘demografische ontwikkelingen en onderwijsaanbod op fietsafstand’.

Tabel 9: Gemiddeld aantal fte’s in 2015-2018

De autonome stijging van een aantal kosten, met name de kosten van personeel, heeft tot

gevolg dat de reductie van de omvang van de formatie groter is dan verwacht zou worden op

grond van de procentuele trend. Met andere woorden, om de stijging van de kosten op te

vangen wordt ingegrepen in het aantal formatieplaatsen. In de begrotingsperiode daalt de

formatie met circa 5,6% ten opzichte van 2014. Hierbij daalt het aantal fte overhead relatief

minder sterk dan het aantal fte onderwijsproces.

Aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

De Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs bestaat uit verschillende scholen verspreidt over de

provincie Noord-Brabant. Belangrijk uitgangspunt is de manier waarop binnen de organisatie

gewerkt wordt; volgens het principe van “alles decentraal, tenzij”. Hoe dit principe in de

62.414 62.565

63.085 62.773

62.530

61.841

60.917

60.237

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Gemiddeld aantal personele fte's 2015 2016 2017 2018

Directie 146 140 137 136

Onderwijs ondersteunend personeel (overig) 882 870 859 853

Overhead 1.028 1.010 996 989

Onderwijzend personeel 4.024 3.942 3.875 3.835

Onderwijs ondersteunend personeel (primair proces) 394 388 383 379

Onderwijs proces 4.418 4.330 4.258 4.214

Totaal 5.446 5.340 5.254 5.203

Page 91: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 91 van 183

praktijk werkt is door Paul Rosenmöller als voorzitter van de VO-raad treffend verwoord na

een bezoek aan een van de OMO scholen:

“Bij een eerder bezoek aan een van de scholen van OMO in Den Bosch viel me op dat geen van de scholieren, docenten of leidinggevenden iets zei over deze

grootschaligheid. De filosofie van het bestuur ‘wij zijn grootschalig georganiseerd en kleinschalig vormgegeven’ wordt in de praktijk waargemaakt. De scholen kennen een grote mate van vrijheid in de vormgeving van het onderwijs ter plekke. De identiteit

van de scholen staat voorop, niet het bestuurlijke OMO-verband. Binnen dit OMO-verband bestaat dan ook een grote mate van diversiteit en variëteit. En ouders en leerlingen lijken zich lang niet altijd bewust van het feit dat hun school behoort tot

deze grote vereniging.” (Rosenmöller, 2014)

Deze besturingsfilosofie zorgt er samen met het over Noord-Brabant verspreide

onderwijsaanbod voor een spreiding van de risico’s die de organisatie loopt.

Hiernaast kent de vereniging een uitgebreid instrumentarium voor de beheersing van de

organisatie:

Meerjarige strategiebepaling op het niveau van de vereniging, vertaald naar een jaarlijks

werkprogramma op schoolniveau.

Een governance structuur waarbinnen:

o De belangrijkste onderwerpen op het gebied van onderwijs, personeel, huisvesting

en financiën worden besproken met alle schoolleiders, de Gemeenschappelijke

Medezeggenschapsraad, de auditcommissie van de raad van toezicht, de raad van

toezicht en de ledenraad. Elke afzonderlijke schoolleiding legt daarnaast ook

verantwoording af aan de school eigen medezeggenschapsraad en de raad van

advies.

o De vergaderplanning met deze geledingen is geborgd in de planning- & controlcyclus.

Vastlegging van de administratieve organisatie en interne processen.

Een uitgebreide planning- & controlcylcus, die onder andere bestaat uit:

o Meerjarige leerlingenprognoses per school

o Meerjarige begrotingen per school waarbinnen de belangrijkste risico’s benoemd zijn.

o Meerjarige investeringsbegroting.

o Meerjarige liquiditeitsplanning die periodiek wordt geactualiseerd.

o Periodieke verantwoording door alle scholen over de onderwijskundige, personele en

financiële ontwikkelingen.

o Periodieke bijstelling van de meerjarige lumpsum budgetten op basis van de

landelijke ontwikkelingen.

o Het jaarverslag.

Periodiek wordt eveneens gekeken naar:

o De meerjarige financiële (balans)positie en het aan te houden weerstandsvermogen

voor het opvangen van risico’s.

o De ontwikkeling van de meerjarige leerlingenontwikkeling per onderwijstype in

relatie tot het totale onderwijsaanbod per regio.

5.2.3. Belangrijkste risico’s en onzekerheden

Korte termijn handelen overheid

Als gevolg van het korte termijn handelen van de overheid op basis van incidenten loopt de

organisatie het risico dat wet- en regelgeving worden aangepast. Ook is er hierdoor sprake

van onzekere financieringsstromen als gevolg van het aanscherpen van

bekostigingsvoorwaarden of gedeeltelijke bezuinigingen.

Page 92: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 92 van 183

Lumpsum opbrengsten

Het kabinet en de VO-raad hebben op 17 april 2014 een (principe-)sectorakkoord VO 2014-

2017 afgesloten. De afspraken uit het sectorakkoord hebben ook financiële gevolgen. De

beschikbare middelen uit de Miljoenennota 2014, het Nationaal Onderwijsakkoord en het

begrotingsakkoord 2014 (herfstakkoord) zijn onveranderd.

In het sectorakkoord is afgesproken dat de investeringsmiddelen kwaliteitsverbetering uit het

Nationaal Onderwijsakkoord worden ondergebracht in een nieuwe prestatiebox. De

“prestatiebox sectorakkoord” komt in plaats van de huidige prestatiebox die voortkomt uit

het bestuursakkoord. De toevoegingen aan de prestatiebox zijn daarbij wel onder de

voorwaarde dat OCW er in slaagt om alle ombuigingen te realiseren.

In de budgetten onderliggend aan de begrotingen is er voor gekozen de toekomstige

ontwikkelingen zo positief mogelijk uit te werken. Hierbij is nog geen rekening gehouden met

de gelden uit het gemeentefonds.

In het Nationaal Onderwijsakkoord is hierover afgesproken dat gelden uit het gemeentefonds

worden overgeheveld naar het PO en VO. Met ingang vanaf 2015 komt voor het VO landelijk

106,3 miljoen euro beschikbaar. Met de publicatie van de regeling vaststelling bedragen

landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015 in

Staatscourant nr. 33754 van 27 november 2014 is bekend dat deze middelen onderdeel

gaan vormen van de personele lumpsum. Omdat dit ten tijde van het opstellen van de

afzonderlijke begrotingen nog niet bekend was en hierover nog geen nader beleid is

geformuleerd zijn deze opbrengsten niet meegenomen in de begroting 2015-2018. Voor de

vereniging Ons Middelbaar Onderwijs gaat het om circa 7,0 miljoen euro per jaar.

Loonkosten

In het onlangs afgesloten cao-akkoord is een loonverhoging van 1,2% overeengekomen. In

het Nationaal Onderwijsakkoord is verder afgesproken dat de nullijn in 2015 wordt

losgelaten. Volgens de VO-raad is de structurele loonsverhoging 1,5%. Welk bedrag

daadwerkelijk structureel aan loonruimte vrijkomt is waarschijnlijk pas in de loop van 2015

bekend. Als het daadwerkelijk 1,5% wordt, kunnen de lonen in 2015 met 0,3% extra worden

verhoogd.

Tegelijkertijd is het nog onduidelijk of er en in welke omvang een bijstelling plaatsvindt voor

ontwikkelingen in de werkgeverslasten. De compensatie voor gestegen premies wordt

gerelateerd aan de stijging van de werkgeverslasten in de marktsector. In het verleden

waren de gestegen lasten in de marktsector lager dan in de VO-sector waardoor de

toegenomen lasten niet volledig werden vergoed. Vooralsnog is het uitgangspunt in de

onderliggende begrotingen dat loon- en premieontwikkelingen volledig worden

gecompenseerd.

Taakstellingen

In de verschillende begrotingen is aangegeven dat enerzijds het totaal aan

overheidsbezuinigingen, zoals die reeds grotendeels zijn vastgelegd in de financiële kaders,

en anderzijds de ontwikkeling van leerlingaantallen, de exploitatie onder druk zet. Om tot

een structureel sluitende begroting te komen is een aantal taakstellende bezuinigingen

opgenomen, met name op de formatie binnen de verschillende scholen. Op een enkele

school is sprake van een beperkte boventalligheid. In de meeste gevallen zal natuurlijk

verloop toereikend zijn om deze taakstellingen te realiseren (los van frictie). Hiervoor geldt

dat een en ander bewaakt wordt door middel van de perioderapportages.

Page 93: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 93 van 183

Passend onderwijs

Als gevolg van de wet Passend Onderwijs wijzigen enkele geldstromen. Dit wordt hieronder

toegelicht.

Lichte ondersteuning – LWOO/PrO

Vanaf 1 januari 2014 bestaat het budget voor een LWOO/PrO leerling uit een basis- en een

ondersteuningsbudget. Per die datum is het totale ondersteuningsbudget voor LWOO en PrO

op landelijk niveau gemaximeerd. Vanaf 1 januari 2016 geldt de maximering op het niveau

van het samenwerkingsverband. Zover nu bekend blijven de middelen voor LWOO en PrO

leerlingen voor alle jaren verlopen via de lumpsum van de schoolbesturen en maken daarom

onderdeel uit van de lumpsum.

In begrotingen is voor de jaren 2015 en verder verondersteld dat de

ondersteuningsbedragen voor LWOO/PrO in alle jaren gelijk zijn. De huidige informatie

omtrent de lumpsum wijst op een jaarlijkse indexatie.

Leerlinggebonden financiering (LGF)

Het nieuwe bekostigingssysteem passend onderwijs vervangt het bekostigingssysteem voor

het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) en de leerlinggebonden financiering (lgf). De LGF

subsidie vervalt daardoor. In elke afzonderlijke begroting is een (conservatieve) schatting

gemaakt van de middelen die via het samenwerkingsverband ontvangen worden.

Lichte ondersteuning – overig

De samenwerkingsverbanden ontvangen vanaf 1 augustus 2014 één budget voor de overige

lichte ondersteuning. Tot dat moment bestaat dit budget uit middelen voor het regionale

zorgbudget, de reboundmiddelen, de middelen voor Herstart en Op de Rails. De

(schoolbesturen binnen de) samenwerkingsverbanden verdelen vervolgens de middelen over

de scholen waar de ondersteuning nodig is.

Weerstandsvermogen

Alle afzonderlijke OMO scholen beschikken over een eigen financiële administratie en een

reservepositie. De reserves van alle scholen gezamenlijk maken het merendeel uit van het

eigen vermogen van de gehele OMO organisatie. Voor iedere school is een streefwaarde van

het weerstandsvermogen afgesproken van 8%.

Scholen die niet aan deze streefwaarde voldoen geldt dat maatregelen genomen zijn/worden

om de exploitatie en het weerstandsvermogen op orde te krijgen. De vorderingen hiervan

worden nauwlettend gevolgd via de perioderapportages.

Doordecentralisatie

In de voortgezet onderwijs sector ligt de verantwoordelijkheid voor de financiering van

nieuwbouw sinds de decentralisatie in 1996 bij gemeenten2. Als het gaat om verbouw en

groot onderhoud is het schoolbestuur verantwoordelijk.

Sinds de decentralisatie in 1996 bestaat de mogelijkheid voor gemeenten om de

verantwoordelijkheid door te decentraliseren naar schoolbesturen. Een gemeente kan dit

doen door met een schoolbestuur een overeenkomst te sluiten waarbij de taken en

investeringsmiddelen voor de onderwijshuisvesting worden overgedragen. Hierdoor komt een

schoolbestuur in de positie om met een integrale(re) visie naar de huisvesting te kijken.

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs maakt sinds 2000 gebruik van doordecentralisatie

en heeft inmiddels met 14 gemeenten een overeenkomst3. Hiermee is de

2 In de periode vóór 1996 lag de verantwoordelijkheid bij de centrale overheid.

Page 94: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 94 van 183

verantwoordelijkheid voor de financiering van (vooral grootschalige) bouwprojecten

overgenomen. Aan de hand van robuuste rekenmodellen worden de inkomsten, uitgaven en

waarderingen van deze overeenkomsten periodiek gemonitord door alle interne en externe

belanghebbenden.

Financiering / liquiditeit

Tot op heden zijn alle bouwprojecten binnen de doordecentralisatiegemeenten gefinancierd

met eigen middelen dan wel met kortlopende externe financiering (via schatkistbankieren).

Op 1 juli 2014 is een kredietfaciliteit van 70 miljoen euro overeengekomen met de BNG

bank. Hierbij gelden de in eigendom zijnde gebouwen als onderpand. Het totaal aan

beschikbare onderpand overtreft ruimschoots de liquiditeitsbehoefte voor de komende jaren.

Op basis van een analyse van de meerjarige liquiditeitspositie en kredietbehoefte is de

maximale kredietbehoefte per februari 2018 circa 78 miljoen euro. Deze kredietbehoefte

wordt als volgt ingevuld:

Bij de BNG wordt op 1 oktober 2015 zal 45 miljoen euro als lening afgeroepen. Dit is

ruim onder het maximale faciliteit van de BNG bank.

Bij het ministerie van Financiën kan op basis van een verkregen gemeentegarantie

een vaste lening worden afgesloten van 5 miljoen euro.

In het restant (28 miljoen euro) van de kredietbehoefte wordt voorzien middels de

rekeningcourant positie schatkistbankieren. Met het ministerie van Financiën zijn afspraken

gemaakt dat OMO 10% van de publieke jaaromzet rood kan staan op de lopende rekening.

Dit komt neer op een kortlopende geldlening van 48,4 miljoen euro. De rentevoorwaarden

hierbij zijn op dit moment aantrekkelijk; circa 0,2% (inclusief opslag) per jaar.

Grafiek 15: Meerjarenverloop liquiditeit

3 Bergen op Zoom, Cuijk, Deurne, Dongen, Etten-Leur, Helmond, Sint-Michielsgestel, Steenbergen,

Valkenswaard, Veghel, Vught, Waalwijk, ’s-Hertogenbosch en Nuenen.

Page 95: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 95 van 183

6. Verslag ledenraad

De ledenraad is een onafhankelijk orgaan binnen de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.

De samenstelling, taak, wijze van vergadering en de wijze van besluitvorming is vastgelegd

in de statuten en het huishoudelijk reglement. De taak van de ledenraad omvat de controle

en toezicht op het functioneren van de raad van toezicht, de besluitvorming over de

benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de raad van toezicht, goedkeuring van

het door de raad van toezicht voorgelegde jaarverslag en jaarrekening van de vereniging en

de goedkeuring van voorstellen tot statutenwijziging, omzetting en ontbinding van de

vereniging.

Samenstelling

De ledenraad bestaat uit afgevaardigden van de raden van advies en ouders van OMO

leerlingen. Leden van de raad van advies worden gevraagd en benoemd op basis van zowel

achtergrond en ervaring als persoonlijke eigenschappen en competenties. Op deze wijze is

een stuk maatschappelijke participatie binnen de school en de vereniging gewaarborgd.

Personeelsleden, leerlingen en leden van de medezeggenschapsorganen kunnen niet

plaatsnemen in de raden van advies.

De ledenraad kent twee (technisch) voorzitters. Zij behoren niet tot de ledenraad zelf, de

raad van bestuur en/of de raad van toezicht. Beide zijn in de ledenraadvergadering van 19

juni 2014 herbenoemd voor een periode van 3 jaar. Het zijn:

Benoeming per Herbenoeming per Aftredend

Philip Eijlander

(voorzitter)

8 november 2011 8 november 2014 7 november 2017

Hans van Duijn

(alternerend vz.)

8 november 2011 8 november 2014 7 november 2017

Tabel 10: Voorzitters ledenraad

Regionale bijeenkomsten

Voor de raden van advies hebben er twee regionale bijeenkomsten plaatsgevonden op 11 en

24 februari 2014 op resp. het Munnikenheide College in Etten-Leur en het dr.

Knippenbergcollege te Helmond. Op deze bijeenkomsten heeft de raad van bestuur enkele

actuele onderwerpen toegelicht zoals krimp, het behoud van kennis in relatie tot de

vergrijzing en passend onderwijs. Ook is er gesproken over de notitie zingeving en goed

onderwijs.

De ledenraad vergadering

Op 19 juni 2014 heeft de ledenraad vergadering plaats gevonden. De heer Frank Verhoeven

is per 1 februari 2014 aangetreden als lid van de raad van toezicht. De heer Jan Bouwens

zet, na een periode in het buitenland, met ingang van het schooljaar 2014-2015 zijn

werkzaamheden binnen de raad van toezicht weer voort. Per 1 september 2014 heeft de

raad van toezicht afscheid genomen van mevrouw Elies Lemkes.4

Daarnaast heeft de raad van toezicht verantwoording afgelegd over het verslagjaar 2013.

Door gastspreker prof. Bert Roebben is een korte bloemlezing verzorgd over zingeving en

goed onderwijs. Ook is er gesproken over de leerlingenaantallen en de examenresultaten.

4 Zie voor de volledige samenstelling van de raad van toezicht het verslag van de raad van toezicht.

Page 96: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 96 van 183

Met betrekking tot het personeel is de positie van de docent in het onderwijsproces

besproken. Tijdens de ledenraadvergadering heeft de ledenraad ingestemd met de

voorgestelde statutenwijziging. In het kader van de bedrijfsvoering zijn het

exploitatieresultaat, de financiële situatie, de liquiditeitspositie en de huisvesting besproken.

De ledenraad heeft het jaarverslag goed gekeurd.

Page 97: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 97 van 183

7. Verslag raad van toezicht

In het licht van good governance en de wet Goed Onderwijs Goed Bestuur moeten toezicht

en verantwoording goed zijn verankerd in de organisatiestructuur. Binnen de vereniging Ons

Middelbaar Onderwijs vormt de raad van toezicht het intern toezicht op de raad van bestuur.

De raad van toezicht is een onafhankelijk orgaan binnen de vereniging. De samenstelling,

benoeming, taak, wijze van vergadering en de wijze van besluitvorming is vastgelegd in de

statuten. De taak van de raad van toezicht behelst in ieder geval het houden van integraal

toezicht, het zijn van een sparringpartner voor de raad van bestuur, alsmede het

werkgeverschap voor de raad van bestuur. Dit betekent dat de raad van toezicht geen

begrenzingen kent ten aanzien van de aspecten en domeinen die zij in overweging neemt.

Tevens staat de raad van toezicht de bestuurder met raad terzijde en fungeert als klankbord.

De leden van de raad van toezicht signaleren via hun netwerk trends in de maatschappij die

voor het beleid van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs van belang zijn.

Samenstelling

De heer Frank Verhoeven is per 1 februari 2014 aangetreden als lid van de raad van

toezicht. De heer Jan Bouwens zet, na een periode in het buitenland, met ingang van het

schooljaar 2014-2015 zijn werkzaamheden binnen de raad van toezicht weer voort. Per 1

september 2014 heeft de raad van toezicht afscheid genomen van mevrouw Elies Lemkes.

De zittingstermijn is met ingang van de nieuwe statuten voor alle leden gewijzigd met een

aftreeddatum van 30 juni. Uit onderstaand overzicht is op te maken dat de zittingstermijn

onderling nogal verschilt. Door de statutenwijziging is de zittingstermijn opgerekt van 3 naar

4 jaar. Dit heeft echter geen invloed op de zittingstermijn van de al zittende leden, tenzij er

een herbenoeming plaatsvindt.

Onderstaand overzicht geeft de samenstelling weer per 31 december 2014.

Voordracht Audit

commissie

Datum eerste

benoeming

Datum

herbenoeming

Uiterste datum

aftreden

De heer Pieter van Geel

(voorzitter)

OGMR 31-01-2011 31-01-2014 30-06-2017

De heer Wim de Kok

(vice-voorzitter)

PGMR x 31-01-2010 31-01-2013 30-06-2016

Mevrouw Marijke Kral LGMR 31-01-2013 01-07-2016 30-06-2020

De heer Bob van Geffen Bisschoppen 01-07-2012 01-07-2015 30-06-2019

Mevrouw Nicole van der Wolk Raad van toezicht x 31-01-2011 31-01-2014 30-06-2017

De heer Jan Bouwens

(voorzitter auditcommissie)

Raad van toezicht x

31-01-2010 31-01-2013 30-06-2016

Mevrouw Barbara Snijder Raad van toezicht x 01-09-2013 01-07-2016 30-06-2020

De heer Frank Verhoeven Raad van toezicht 01-02-2014 01-07-2017 30-06-2021

Tabel 11: Samenstelling raad van toezicht

Page 98: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 98 van 183

Verantwoording aan de ledenraad5

Op 19 juni 2014 heeft de ledenraadvergadering plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering

heeft de ledenraad ingestemd met de voorgestelde statutenwijziging. Daarnaast is

verantwoording afgelegd over het verslagjaar 2013. Er is gesproken over zingeving en goed

onderwijs, de leerlingen en het onderwijsproces, leerlingenaantallen en de

examenresultaten. Met betrekking tot het personeel is het werkplezier onderzoek, de

functiemix en de positie van de docent in het onderwijsproces besproken. In het kader van

de bedrijfsvoering zijn het exploitatieresultaat, de financiële situatie, de liquiditeitspositie en

de huisvesting besproken. De ledenraad heeft het jaarverslag goedgekeurd.

Thema’s

De raad van toezicht bedankt de raad van bestuur, de schoolleiders en al het personeel voor

de behaalde resultaten. In het afgelopen verslagjaar zijn in de vergaderingen van de raad

van toezicht onder andere de onderstaande thema’s behandeld.

Onderwijs

Het verbeteren van het onderwijs krijgt onverminderd de prioriteit. Dit gebeurt in

samenhang met goed werkgeverschap. Goede docenten vormen immers de kern van elke

schoolorganisatie. Het beleid van de raad van bestuur, welke gericht is op het creëren van

een goede werkomgeving voor docenten, wordt onderschreven. Daarnaast wordt ingezet op

voldoende academisch opgeleide docenten en op universitaire lerarenopleidingen. Dit komt

bijvoorbeeld tot uitdrukking in het feit dat per 1 augustus 2014 alle scholen onderdeel

uitmaken van de academische opleidingsschool.

Identiteit

De raad van bestuur is continu in gesprek met de schoolleiders over zingeving en goed

onderwijs.6 De raad van toezicht volgt de vorderingen die in dit proces worden gemaakt.

Koers 2016

Het strategisch document Koers 2016, Ons Middelbaar Onderwijs sinds 1916 inclusief het

daaraan gerelateerde werkprogramma wordt met regelmaat besproken. De effecten van het

beleid worden gemonitord, zodat bijstelling telkens mogelijk is. Het afgelopen jaar is meer

specifiek stilgestaan bij de speerpunten 2014. In 2015 wordt get proces gestart om te

komen tot de opvolger van Koers 2016.

Jaarverslag 2013

Na bespreking van het jaarverslag en de jaarrekening 2013 is de raad van bestuur decharge

verleend over het jaar 2013. Daarbij is waardering uitgesproken voor de resultaten.

Vacature lid raad van bestuur

De raad van toezicht heeft het profiel voor het nieuwe lid voor de raad van bestuur (mee)

vorm gegeven en vervolgens ook vastgesteld. In 2015 zal de werving voor deze functie

plaatsvinden.

Liquiditeitenpositie

Ons Middelbaar Onderwijs maakt sinds het voorjaar van 2012 gebruik van

schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. De raad van bestuur is sinds het najaar

van 2012 zeer intensief met de ministeries van Financiën en OCW in gesprek geweest om te

komen tot vaste financiering binnen de gemaakte afspraken. Op basis van tussentijds

5 Uitvoeriger over de ledenraad zie de bijdrage voor het jaarverslag namens de ledenraad. 6 Zie uitgebreid de notitie: Zingeving en goed onderwijs.

Page 99: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 99 van 183

gewijzigde interpretatie van regelgeving bleek dit plotseling niet meer mogelijk. Hierdoor is

de raad van bestuur in 2013 genoodzaakt om met een (duurdere) commerciële partij tot een

vaste financiering te komen. In de loop van 2014 heeft dit zijn beslag gekregen.

Dit thema is bij iedere vergadering van zowel de auditcommissie als de voltallige raad van

toezicht nadrukkelijk aan de orde gekomen.

Beleidsagenda 2015

De raad van toezicht heeft ingestemd met de beleidsagenda voor 2015.

Rapport Commissie Goed Onderwijsbestuur

Naar aanleiding van het rapport is vastgesteld dat Ons Middelbaar Onderwijs het goed doet.

Een identiteitsnorm is niet vastgesteld en de behoefte daartoe wordt niet echt gevoeld.

Afgesproken is om op gezette tijden terug te komen op governance in samenhang met

integriteit. Tijdens de jaarlijkse evaluatie zal worden herijkt waar de vereniging staat omtrent

het vraagstuk governance. Dit rapport wordt hierbij meegenomen.

Statutenwijziging

De statuten van de vereniging behoefde op enkele punten wijziging, zoals de zittingstermijn

van de raad van toezicht en de raad van advies. Een termijn van 3 jaar werd als te kort

ervaren. Deze termijn is veranderd in 4 jaar. Daarnaast is het moment van aftreden voor de

raad van toezicht gewijzigd naar 30 juni van het jaar, zodat de benoemingsdata synchroon

lopen met het moment dat de ledenraad plaatsvindt.

Overdracht Lyceum Bisschop Bekkers

De overdracht van het Lyceum Bisschop Bekkers was een voorspoedig traject. De overdracht

heeft plaatsgevonden in 2014. Het personeel is overgenomen door het nieuwe schoolbestuur

en ook dit is voorspoedig verlopen. De raad van toezicht heeft de benodigde

fusie-effectrapportage goedgekeurd, wat uiteindelijk heeft geleid tot de overdracht van

Lyceum Bisschop Bekkers aan Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs.

Good governance en medezeggenschap

In het kader van de maatschappelijke tendens en vooruitlopend op wet- en regelgeving heeft

er in het afgelopen jaar een geformaliseerd overleg tussen de raad van toezicht en de GMR

plaats gevonden op 17 december 2014. Er is gesproken over de onderwijskwaliteit, het HR

beleid en onderwijsvernieuwingen met betrekking tot de inzet van ICT.

Overige onderwerpen

Andere onderwerpen die aan de orde zijn geweest zijn: maatschappelijke tendensen waar de

sector mee te maken heeft, de herschikking van het onderwijs in enkele regio’s en de

benoeming van nieuwe rectoren.

Auditcommissie

De auditcommissie wordt gevormd door enkele leden van de raad van toezicht zelf. De focus

van de auditcommissie ligt op vooral financieel getinte onderwerpen zoals het financieel

beleid, de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, en de naleving

van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de accountant.

In het verslagjaar is de auditcommissie vier keer bij elkaar gekomen. Hierbij is stilgestaan bij

het traject om te komen tot vaste financiering, de financiële kaders, het jaarverslag en

accountantsverslag 2013, de meerjarenbegroting 2014-2017, de liquiditeiten en het eigen

Page 100: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 100 van 183

vermogen van Ons Middelbaar Onderwijs, de planning- & controlcyclus 2015 en de

perioderapportages over 2014. Tot slot wordt in iedere vergadering aandacht besteed aan de

(financieel) minder presterende OMO scholen en worden alle bouwafrekeningen met de

auditcommissie gedeeld.

Page 101: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 101 van 183

8. Verslag Gemeenschappelijke

Medezeggenschapsraad

Op het niveau van de vereniging is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)

ingesteld die instemming- en adviesbevoegdheid heeft op bovenschoolse zaken. De GMR is

een belangrijke gesprekspartner van de raad van bestuur als het gaat om beleid dat voor alle

OMO-scholen geldt. Eens in de circa zes weken vindt formeel overleg plaats tussen de raad

van bestuur en de GMR.

Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van de GMR bestond in 2014 uit de volgende personen:

Voorzitter GMR: de heer Wil van der Vliet (personeel)

Vicevoorzitter / technisch voorzitter GMR: mevrouw Tini Zoon (ouder)

Secretaris GMR: de heer Louis van Loon (personeel)

Vicevoorzitter: mevrouw Berdine Kamps (leerling)

Per 1 augustus is de vicevoorzitter Berdine Kamps vervangen door Alex Panhuizen (leerling).

In december 2014 heeft de secretaris, Louis van Loon, zijn functie neergelegd. Vanaf 1

januari 2015 zal de heer Willem Norbruis (personeel) deze taak op zich gaan nemen.

Meer informatie over de GMR is terug te vinden op www.omo.nl.

Agenda van de GMR

Deze loopt parallel met de onderwerpen op de beleidsagenda van de raad van bestuur. De

onderwerpen worden aan de GMR voorgelegd nadat deze in het CSO (collectief

schoolleidersoverleg) zijn besproken.

Communicatie en activiteiten

De communicatie met de achterban verloopt via het digitale platform, genaamd MR Centraal.

Hiermee onderhoudt de GMR contact met de MR-en alsmede met de platforms personeel,

ouders en leerlingen. Bovendien fungeert MR Centraal als elektronische werkomgeving voor

alle medezeggenschapsorganen van de vereniging OMO.

Het platform personeel komt fysiek zes keer per jaar bijeen rond één of meerdere thema’s

zoals medezeggenschap, onderwijs, organisatie, personeelsbeleid en financieel beleid. De

leden van het platform hebben de gelegenheid om te reageren naar aanleiding van

conceptbeleidsstukken van de raad van bestuur. Bovendien wordt het platform gebruikt als

een klankbord voor de vakcentrales.

Het afgelopen jaar hebben leden van de personeelsgeleding bezoeken gebracht aan diverse

OMO-scholen (Munnikenheide College en Scholengemeenschap Were Di) en de vestigingen

Monseigneur Bekkerschool, De Taalbrug en de Mytylschool van Stichting Speciaal Onderwijs

Eindhoven.

Het jaarlijkse WMS Congres, georganiseerd door de Stichting Onderwijsgeschillen, stond in

2014 in het teken van de versterking van de Medezeggenschap.

Bovendien heeft de personeelsgeleding van de GMR in samenwerking met het ABP in het

najaar van 2014 een viertal informatieve en drukbezochte avonden georganiseerd over de

regeling Duurzame Inzetbaarheid en “Zo zit dat met deeltijdpensioen” over de mogelijkheden

van pensioenplanning.

Page 102: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 102 van 183

OMO MR Congres

Een bijzondere plaats neemt het jaarlijkse OMO MR Congres in. Alweer voor de tiende keer

werd in maart 2014 deze bijeenkomst, in samenwerking met de raad van bestuur,

gehouden. In workshops en plenaire presentaties konden de leden van alle OMO MR-en

kennis nemen van een groot aantal actuele onderwijszaken. Het congres werd geopend door

de kersverse voorzitter van de VO Raad, de heer Paul Rosenmöller. De afsluiting van het

congres was in handen van de heer Pedro de Bruyckere, onderzoeker en pedagoog aan de

Arteveldehogeschool in Gent, die op heldere en vermakelijke wijze de zin en onzin van

onderwijskundig onderzoek voor het voetlicht bracht.

Netwerk GMR

De personeelsgeleding van de GMR participeert in een landelijk overlegorgaan (VOCL) van de

GMR-en van vier grotere schoolbesturen: Limburgs Voortgezet Onderwijs, Ons Middelbaar

Onderwijs, Carmel en Lucas. Hiermee treedt de personeelsgeleding in contact met

vakcentrales, VO-raad, onderwijsinspectie, Ministerie van Onderwijs en leden van de vaste

Kamercommissie van onderwijs.

OMO GMR en raad van toezicht

Een aantal vertegenwoordigers van de GMR is betrokken geweest bij formulering van de

profielschets voor het nieuwe lid van de raad van bestuur.

In december 2014 is een bijeenkomst gehouden met de raad van toezicht waar actuele

bovenschoolse onderwijszaken (digitalisering van het onderwijs, leeftijdsbewust

personeelsbeleid) zijn besproken.

Page 103: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 103 van 183

9. Verslag Bureau OMO

Het OMO bureau, gevestigd in Tilburg, is de interne serviceorganisatie van de vereniging.

Het OMO-bureau kan getypeerd worden als een klant- en servicegerichte organisatie waar

waarde gehecht wordt aan kwaliteit en transparantie van producten en processen. De

collega’s van het OMO bureau zijn betrokken en werken met een hoge mate van eigen

verantwoordelijkheid. Aan het einde van 2014 waren er circa 75 fte werkzaam.

De hoofdtaken van het OMO bureau zijn:

ondersteunen van de scholen door beleidsmatige en praktische ondersteuning op het

gebied van onder meer financiën, personeelsbeleid, huisvesting, informatisering en

juridische zaken. Daardoor kunnen de scholen zich optimaal concentreren op onderwijs

en wat daarmee direct samenhangt;

ondersteunen van de raad van bestuur bij het realiseren van de missie van de vereniging

Ons Middelbaar Onderwijs.

Beleidsplan

Op basis en in lijn van Koers 2016 heeft het OMO bureau een eigen meerjarig

werkprogramma geformuleerd. Vrijwel alle geplande acties uit het werkprogramma van het

OMO bureau voor 2014 zijn inmiddels afgerond of lopen op schema. Inmiddels worden

voorbereidingen getroffen om te komen tot een nieuw beleidsplan voor de komende jaren.

Continu op zoek naar verbeteringen

Binnen het OMO bureau wordt continu gekeken of processen of producten verbeterd kunnen

worden. Daarbij wordt regelmatig contact gezocht met deskundigen op de OMO-scholen en

bij collega-schoolbesturen om te leren van best- en worst-practises. In 2014 is met name

energie gestoken in (de voorbereidingen van) een nieuwe OMO cao, een cao-arm OMO

bureau (cao op 1 A4) en diverse ICT projecten gericht op bijvoorbeeld de uitbesteding van

ICT middelen en de stroomlijning van workflows.

In de laatste tien jaar is het aantal fte van het OMO bureau met 20% teruggebracht,

enerzijds doordat een aantal taken is uitbesteed aan externe partijen en anderzijds omdat er

steeds efficiënter en effectiever wordt gewerkt. Vanwege de teruggang zijn inmiddels drie

verdiepingen van het pand verhuurd aan twee externe partijen. De besparing van het OMO

bureau betekent dat meer geld beschikbaar is voor de scholen.

Personeel

Tot slot wordt veel waarde gehecht aan kwaliteitsrijk personeelsbeleid. Voorbeelden daarvan

zijn dat jaarlijks met iedere medewerker tenminste een taak- en een evaluatiegesprek

plaatsvindt, medewerkers gebruik kunnen maken van Het Nieuwe Werken en er veel

mogelijkheden worden aangeboden voor scholing.

Page 104: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 104 van 183

Deel C:

Jaarrekening

Page 105: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 105 van 183

Geconsolideerde jaarrekening

A.1.1. GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

(na resultaatbestemming)

N.B. Alle genoemde bedragen in de tabellen van deze jaarrekening zijn x 1.000 euro

ACTIVA

VASTE ACTIVA

1.1 Immateriële vaste activa - -

1.2 Materiële vaste activa 283.749 273.324

1.3 Financiële vaste activa 59 1.515

283.808 274.839

VLOTTENDE ACTIVA

1.4 Voorraden - -

1.5 Vorderingen 11.296 14.807

1.6 Effecten - -

1.7 Liquide middelen 97 104

11.393 14.911

TOTAAL ACTIVA 295.201 289.750

PASSIVA

GROEPSVERMOGEN

2.1 Eigen vermogen 116.584 117.180

2.2 Minderheidsbelang derden - -

116.584 117.180

2.3 VOORZIENINGEN 29.643 27.435

2.4 LANGLOPENDE SCHULDEN 41.847 38.694

2.5 KORTLOPENDE SCHULDEN 107.127 106.441

TOTAAL PASSIVA 295.201 289.750

31 december 2013

31 december 2013

31 december 2014

31 december 2014

Page 106: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 106 van 183

A.1.2 GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN KALENDERJAAR 2014

2014 2013

BATEN

3.1 Rijksbijdragen 461.278 461.243 484.318

3.2 Overige subsidies 9.739 9.343 9.704

3.3 Collegegeld - - -

3.4 Baten werk i.o.v. derden - - -

3.5 Overige baten 24.858 21.414 20.290

495.875 492.000 514.312

LASTEN

4.1 Personeelslasten 403.077 399.724 398.811

4.2 Afschrijvingen 20.513 19.676 22.074

4.3 Huisvestingslasten 22.856 22.362 23.064

4.4 Overige lasten 50.164 49.901 48.269

496.610 491.663 492.218

SALDO BATEN EN LASTEN 735- 337 22.094

5 Financiële baten en lasten 439 1.457- 27-

RESULTAAT 296- 1.120- 22.067

Uitgaven ten laste van bestemmingsfondsen 518 455 186

TOTAAL RESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING 222 665- 22.253

Begroting

2014

Page 107: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 107 van 183

A.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2014

2014 2013

Kasstroom uit operationele activiteiten

- Resultaat 296- 22.067

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 18.306 18.391

- bijzondere waardevermindering 1.459 3.901

- terugname bijzondere waardevermindering 546- 1.571-

- mutaties voorzieningen excl herschikking 2.207 1.946

21.426 22.667

Veranderingen in vlottende middelen:

- vorderingen 3.511 502

- kortlopende schulden 5.143- 15.913-

1.632- 15.411-

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 19.498 29.323

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Opname nieuwe scholen onder materiële vaste activa 448 -

(Des)investeringen materiële vaste activa 36.750- 40.947-

Vrijval gerealiseerde bouwprojecten 6.658 978

(Des)investeringen financiële vaste activa 1.456 93-

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 28.188- 40.062-

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Ingebracht vermogen nieuwe scholen 300- -

Mutatie langlopende schulden 3.154 2.782

Mutatie bouwkredieten overheid 5.829 7.961

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 8.683 10.743

Mutatie liquide middelen 7- 4

Eindstand liquide middelen 97 104

Beginstand liquide middelen 104 100

Mutatie liquide middelen 7- 4

Page 108: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 108 van 183

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemeen

Activiteiten

De kernactiviteit van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs te Tilburg is het bieden van

‘goed onderwijs’ vanuit een katholieke identiteit aan jongeren in de leeftijd van 11 tot 18

jaar om hen voor te bereiden op het vervolgonderwijs en in het verlengde daarvan op een

plaats in de maatschappij.

Grondslagen voor de consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de

waardering en resultaatbepaling van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. In de

geconsolideerde jaarrekening zijn alle financiële gegevens verwerkt van de tot de groep

behorende rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend

of waarover de centrale leiding wordt gevoerd.

In bijlage 3 van de jaarrekening zijn de financiële gegevens van de deelnemingen vermeld

die in de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen. Een deelneming is een

rechtspersoon waarop direct of indirect invloed van betekenis kan worden uitgeoefend door

de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Deelnemingen worden gewaardeerd op basis van

het aandeel van de vereniging in de netto vermogenswaarde van de deelnemingen. Dit

aandeel wordt bepaald op basis van de gerechtigdheid van de vereniging in het eigen

vermogen van de deelneming gedurende het bestaan of bij liquidatie van de betreffende

deelneming.

De financiële gegevens van de deelnemingen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening

opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van

derden in het vermogen en in het resultaat van deelnemingen zijn afzonderlijk in de

geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht.

Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De jaarrekening over 2014 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling

jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en

bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is

Richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de

sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften opgenomen.

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis

van historische kosten.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij is

het uitgangspunt dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn verspreid.

Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd.

Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het

verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening

bekend zijn.

De bedragen in de jaarrekening worden gepresenteerd in duizenden euro’s. Als gevolg van

afrondingen zijn in sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten

het getrouwe beeld van de jaarrekening niet aan en zijn geen belemmering voor het

verkrijgen van het vereiste inzicht. In diverse tekstuele toelichtingen en in enkele tabellen

worden nog bedragen in euro’s of miljoenen euro’s vermeld.

Page 109: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 109 van 183

Financiële instrumenten

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik

van diverse financiële instrumenten. De financiële instrumenten omvatten onder meer

vorderingen, geldmiddelen, effecten, leningen, crediteuren en overige kortlopende schulden.

De in de balans verantwoorde financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële

waarde.

Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van middelen worden kredietrisico en renterisico

zoveel mogelijk uitgesloten. Het uitzetten van middelen en het gebruik van rente-

instrumenten hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van extra

inkomsten door het aangaan van overmatige risico’s.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa

Algemeen

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs,

verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere

waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte

economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de

verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen per activatype zien er als volgt uit:

Activatype Afschrijvingstermijn Percentage

Grond n.v.t. n.v.t.

Gebouwen 40 jaar 2,50%

Verbouwingen 20 jaar 5%

Installaties 20 jaar 5%

Leer- en hulpmiddelen 10 jaar 10%

Meubilair/inrichting 15 jaar 6,67%

Apparatuur 5 jaar 20%

Automatiseringsapparatuur/programmatuur 5 jaar 20%

Boeken intern boekenfonds 4 jaar 25%

Vervoermiddelen 5 jaar 20%

Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname.

De aangewende investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de boekwaarde van

de materiële vaste activa.

Activa met een aanschafwaarde onder de 2.500 euro worden regelmatig vervangen. Als

gevolg hiervan is op de balans een vast bedrag (“constante waarde”) van 5,2 miljoen euro

opgenomen voor activa onder de 2.500 euro, met als uitgangspunt dat sprake is van een

ideaalcomplex: jaarlijkse aanschaf en afschrijving zijn nagenoeg gelijk. De hoogte van de

constante waarde wordt gevolgd en is in verslagjaar 2014 getoetst met de realiteit.

Desgewenst kan deze op enig moment worden aangepast. Op de constante waarde wordt

niet afgeschreven.

Page 110: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 110 van 183

Gebouwen en terreinen

De gebouwelijke investeringen, waarvan het juridisch en economisch eigendom bij de

vereniging Ons Middelbaar Onderwijs berust, worden op de balans geactiveerd en lineair

afgeschreven in 40 jaar (nieuwbouw) of 20 jaar (verbouw).

Op gebouwen gefinancierd door de overheid rust een (economisch) claimrecht van de

gemeenten. Het juridische eigendom van deze gebouwen berust bij de vereniging Ons

Middelbaar Onderwijs, het economisch eigendom bij gemeenten. Evenwel is het mogelijk dat

een deel van deze gebouwen door de vereniging zelf is gefinancierd, waarbij geen

economisch claimrecht is verworven. Dit deel van de gebouwen wordt geactiveerd en

afgeschreven in 40 jaar.

Vanwege de onbeperkte gebruiksduur wordt op terreinen niet afgeschreven.

Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze

voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.

Inventaris en apparatuur / andere vaste bedrijfsmiddelen

De activeringsgrens voor de aanschaf van inventaris, apparatuur en andere bedrijfsmiddelen

bedraagt 2.500 euro. Investeringen met een aanschafwaarde van minder dan 2.500 euro per

investeringsbeslissing worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.

Jaarlijks vindt er een administratieve opschoning van activa plaats, die meer dan een jaar

geleden volledig waren afgeschreven.

Projecten in uitvoering

De projecten in uitvoering worden opgenomen tegen de vervaardigingkosten. Na afronding

van de projecten worden de gelden van de overheid die ter financiering zijn ontvangen in

mindering gebracht op de investeringsuitgaven het betreffende project.

Financiële vaste activa

Effecten

De onder de financiële activa opgenomen effecten zijn beleggingen op lange termijn. Deze

effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde per

balansdatum. Indien de verkrijgingprijs hoger is dan de nominale waarde wordt het gekochte

agio gedurende de resterende looptijd van betreffende obligaties afgeschreven en in

mindering gebracht op de opbrengst van de beleggingen.

Overige vorderingen

De hieronder opgenomen vorderingen betreffen de vergoedingen die van gemeenten nog

ontvangen worden voor aflossing op door de overheid gegarandeerde leningen o/g en de

door de vereniging en gelieerde stichtingen aan derden verstrekte langlopende leningen.

Beide zijn gewaardeerd tegen nominale waarden.

Vlottende activa

Vorderingen

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Oninbare vorderingen worden

afgeboekt.

Liquide middelen

De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Page 111: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 111 van 183

Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de

vorderingen. Liquide middelen die tenminste 12 maanden niet ter directe beschikking staan

worden gepresenteerd onder de financiële vaste activa.

Eigen vermogen

De gelden die zijn opgenomen onder het eigen vermogen betreffen publieke en private

gelden.

Algemene reserve

De algemene reserve geldt ter waarborging van de continuïteit van de totale OMO-

organisatie op de lange termijn.

Bestemmingsreserve

Binnen de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs worden geen bestemmingsreserves

gehanteerd.

Bestemmingsfondsen

Bestemmingsfondsen worden gevormd ter dekking van toekomstige uitgaven inzake

bijzondere doeleinden. Aan de vorming van een bestemmingsfonds ligt een verplichting ten

grondslag die is opgelegd door derden.

Resultaatbestemming

In deze jaarrekening zijn de resultaatbestemmingen verwerkt over het verslagjaar.

Voorzieningen

Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen

gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen

nominale waarde.

Een voorziening in verband met verplichtingen wordt uitsluitend genomen indien op

balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

vereniging Ons Middelbaar Onderwijs heeft een huidige in recht afdwingbare of feitelijke

verplichting op grond van een gebeurtenis uit het verleden;

het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af

te wikkelen en;

een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van de verplichting.

Personele voorzieningen

Hieronder is de voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige

uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. Dit is een statische voorziening waarvan

jaarlijks de hoogte per ultimo verslagjaar wordt bepaald door het aantal personeelsleden (in

fte’s) te vermenigvuldigen met een bedrag van 900 euro.

Overige voorzieningen Hieronder is de voorziening groot onderhoud opgenomen. Deze voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van gebouwen wordt bepaald op basis van de te

verwachten uitgaven voor groot onderhoud over een reeks jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening

gebracht.

Page 112: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 112 van 183

Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de

schuld.

Kortlopende schulden

Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één

jaar. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de schuld.

De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden

worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere

kortlopende schulden zijn te plaatsen.

Page 113: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 113 van 183

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Bij de bepaling van het exploitatieresultaat worden de baten en lasten toegerekend aan het

verslagjaar waarop zij betrekking hebben.

Rijksbijdragen

De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen worden tijdsevenredig aan het jaar toegerekend

waarop deze betrekking hebben.

De niet-geoormerkte OCW-subsidies en geoormerkte OCW-subsidies zonder

verrekeningsclausule worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het

jaar van toewijzing, tenzij op basis van een bestedingsplan mag worden aangenomen dat de

met de subsidie bekostigde activiteiten nog niet in dat jaar hebben plaatsgevonden. Het deel

van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden

verantwoord onder de overlopende passiva.

De geoormerkte OCW-subsidies met verrekeningsclausule worden ten gunste van de staat

van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten

komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de

bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de

kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

De doorbetaalde rijksbijdragen vanuit samenwerkingsverbanden worden ten gunste van de

staat van baten en lasten verantwoord in het jaar van toewijzing.

Overige exploitatiesubsidies

Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in

het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen / waarin de opbrengsten zijn

gederfd / waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan.

Pensioenen

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs heeft voor haar werknemers een toegezegd-

pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de

pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld

verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de

vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.

De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn

ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De vereniging Ons Middelbaar

Onderwijs betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de

helft door de werknemer.

De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad

van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële

verplichtingen) dit toelaat.

Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds

101,1%. Het pensioenfonds dient een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben.

Vanaf 2015 moeten pensioenfondsen bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de

zogenaamde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de

laatste twaalf dekkingsgraden. De 'oude' dekkingsgraad (die tot en met 2014 werd

gerapporteerd) was een momentopname van de financiële positie aan het einde van de

maand. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden. De

Page 114: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 114 van 183

beleidsdekkingsgraad op 31-1-2015 was 104,0%. Dit is het gemiddelde van de laatste twaalf

dekkingsgraden.

Omdat de financiële situatie onvoldoende blijft, moet ABP voor 1 juli 2015 een nieuw

herstelplan indienen bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). Het oude

herstelplan vervalt namelijk, door de nieuwe regels die vanaf 2015 gelden. Wat dit voor de

aangesloten onderwijsinstellingen betekent is pas bekend nadat het herstelplan is

goedgekeurd door DNB.

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs heeft geen verplichting tot het voldoen van

aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect

van hogere toekomstige premies. De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs heeft daarom

alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening

verantwoord.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.

Begroting

De resultaten van de deelnemingen en de doordecentralisatiecontracten van Ons Middelbaar

Onderwijs zijn niet begroot. Om een juiste vergelijking te kunnen maken tussen de begrote

en de werkelijke cijfers over kalenderjaar 2014 zijn de werkelijke cijfers 2014 van de

deelnemingen en de doordecentralisatiecontracten toegevoegd aan de begrote cijfers 2014.

Page 115: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 115 van 183

Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Balans

MATERIËLE VASTE ACTIVA

Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt:

Gebouwen en terreinen

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs is juridisch eigenaar van het grootste gedeelte van

de gebouwen en terreinen van de scholen. Door wettelijke bepalingen kunnen de onroerende

zaken, die door gemeenten zijn gefinancierd, uitsluitend na toestemming van en onder

verrekening met gemeenten worden vervreemd.

Sinds 1 januari 2000 is een aantal doordecentralisatieovereenkomsten met gemeenten

afgesloten. Bij de hieronder vallende (school)gebouwen komt het economische eigendom

gedurende de looptijd van de overeenkomst toe aan Ons Middelbaar Onderwijs. Het

economisch eigendom wordt, in aansluiting op de uitgangspunten van de decentralisatie van

Rijk naar Gemeenten in 1997, ten principale door Ons Middelbaar Onderwijs om niet

overgenomen.

Aan de hand van financieringsmodellen worden de toekomstige kosten en vergoedingen per

doordecentralisatiecontract voor de gehele contractduur inzichtelijk gemaakt om de

beschikbare investeringsruimte te bepalen. Hierbij wordt uitgegaan van een aantal vaste

uitgangspunten zoals een kosten- en vergoedingenindex, een interne rekenrente, een

risicoreservering, vervangingsinvesteringen, verkoop van boekwaarden gronden per einde

contract en eigen bijdragen vanuit scholen.

Vanwege naar beneden bijgestelde leerling prognoses, is binnen het doordecentralisatie-

contract van Valkenswaard sprake van een lagere realiseerbare waarde dan de boekwaarde

van het gerealiseerde actief. Conform RJ 121 heeft hierop in 2013 een bijzondere

waardevermindering plaatsgevonden van 2,5 miljoen euro. In het huidige jaar is als gevolg

van lager dan verwachte indexeringen van het bedrag per leerling (de VNG index wordt

gevolgd), nogmaals een bijzondere waardevermindering doorgevoerd van 1,5 miljoen euro.

1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4

Gebouwen en Inventaris en Andere vaste In uitvoering Totaal

terreinen apparatuur bedrijfsmiddelen

Aanschafwaarde op 1 januari 2014 272.743 99.483 7.254 36.859 416.339

Afschrijvingen tot 1 januari 2014 94.108- 44.746- 4.161- - 143.015-

Boekwaarde 1 januari 2014 178.635 54.737 3.093 36.859 273.324

Mutaties:

Cum. aanschafwaarde Lyceum Bisschop Bekkers 1.220- 1.234- 4- - 2.458-

Cum. afschrijvingen Lyceum Bisschop Bekkers 1.220 789 1 - 2.010

Investeringen 3.380 9.952 1.693 23.230 38.255

Gerealiseerde bouwprojecten 35.140 2.355 - 44.153- 6.658-

Afschrijvingen 7.431- 9.575- 1.300- - 18.306-

Bijzondere waardevermindering 1.459- - - - 1.459-

Terugname bijzondere waardevermindering 546 - - - 546

Desinvesteringen 2.735- 6.486- 4.532- - 13.753-

Afschrijving over desinvesteringen 2.553 6.415 3.280 - 12.248

29.994 2.216 862- 20.923- 10.425

Aanschafwaarde op 31 december 2014 307.308 104.070 4.411 15.936 431.725

Afschrijvingen t/m 31 december 2014 98.679- 47.117- 2.180- - 147.976-

Boekwaarde 31 december 2014 208.629 56.953 2.231 15.936 283.749

Page 116: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 116 van 183

In 2012 was binnen het doordecentralisatiecontract Etten-Leur al sprake van een lagere

realiseerbare waarde dan de boekwaarde van het gerealiseerde actief, waarop conform RJ

121 een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden (6,1 miljoen euro). Vanwege

hoger dan verwachte indexeringen (OCW index) van het bedrag per leerling heeft in 2013 en

in het huidig jaar een terugname van de bijzondere waardevermindering uit 2012

plaatsgevonden van respectievelijk 1,6 miljoen euro en 0,5 miljoen euro.

In 2014 is er vanwege de ingebruikname van nieuwbouw voor 2,7 miljoen euro

gedesinvesteerd op verkochte locaties, nog niet volledig afgeschreven verbouwingen van

oude panden en verwijderde noodlokalen.

Als gevolg van bestuurlijke afspraken omtrent de overdacht van het Lyceum Bisschop

Bekkers aan Stichting Eindhovens Christelijk Onderwijs zijn de gebouwen en terreinen, de

verbouwingen en de installaties om niet opgenomen in de desbetreffende overdrachtsbalans.

Hiervoor heeft een versnelde afschrijving van 0,6 miljoen euro plaatsgevonden. Daarnaast is

er inventaris en apparatuur met een boekwaarde van 0,4 miljoen overgedragen aan Stichting

Eindhovens Christelijk Onderwijs

Inventaris en apparatuur / andere vaste bedrijfsmiddelen

In 2014 is er voor een bedrag van 11,0 miljoen euro aan desinvesteringen opgenomen.

Hiervan heeft 7,8 miljoen euro betrekking op jaarlijkse administratieve desinvesteringen en

3,0 miljoen euro op de desinvestering van de boeken vanwege de overstap van een intern

naar extern boekenfonds op een van de scholen.

Projecten in uitvoering

Gedurende de uitvoering van bouwkundige activiteiten worden de uitgaven verantwoord

onder de post 'projecten in uitvoering'. Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, worden de

kosten gesaldeerd met de ter financiering ontvangen bouwsubsidies (investeringssubsidies).

De projecten die voor eigen rekening gebouwd en gefinancierd zijn worden geactiveerd

onder gebouwen en terreinen en afgeschreven.

Voor een nadere toelichting op de projecten in uitvoering wordt verwezen naar paragraaf

4.2.6 van het bestuursverslag.

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Overige effecten

Voor de achtergrond op de verkoop van de effectenportefeuille wordt verwezen naar

paragraaf 4.1.10 bij Activiteiten OMO-fonds van het bestuursverslag. De post ‘Overige

effecten’ wordt als volgt gespecificeerd:

1.3 Financiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Boekwaarde

1 januari 2014 en verstrekte en afgeloste 31 december 2014

leningen leningen

1.3.5 Vorderingen OCW - - - -

1.3.6 Overige effecten 1.443 - 1.443 -

1.3.7 Overige vorderingen 72 15 28 59

1.515 15 1.471 59

Page 117: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 117 van 183

Overige vorderingen

De overige vorderingen bestaan uit verstrekte leningen aan medewerkers van OMO, met

name in het kader van deelneming aan de Stichting OMO Fonds. Deelnemers aan dit OMO

Fonds kunnen, indien zij in moeilijke financiële omstandigheden verkeren, een beroep doen

op geldelijke steun vanuit deze stichting.

VORDERINGEN

Debiteuren

Ultimo 2014 is een vordering van 0,8 miljoen opgenomen wegens de verkoop van een stuk

grond aan de Jan van Cuijkstraat in Cuijk aan een projectontwikkelaar. Dit bedrag is in 2015

ontvangen. De overige debiteuren betreffen voornamelijk vorderingen inzake

samenwerkingsverbanden en detacheringen.

OCW

Ultimo 2014 is er geen vordering op het ministerie van OCW. Alle toegekende subsidies zijn

ontvangen.

Leerlingen

Het betreft hier de vorderingen op ouders van leerlingen inzake de vrijwillige ouderbijdrage,

bijdragen in reizen en excursies en bijdragen lesmaterialen.

Overige overheden

De vorderingen op gemeentes betreffen voornamelijk bijdrages in bouwprojecten,

doordecentralisatievergoedingen, huurvergoedingen en ID banen. Tevens worden onder deze

post de vorderingen inzake vanuit Europa gesubsidieerde projecten. Begin 2015 is de

jaarlijkse huurvergoeding van de gemeente Tilburg ontvangen van 0,7 miljoen euro voor het

jaar 2014.

Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Boekwaarde

1 januari 2014 31 december 2014

Aandelen - - - -

Obligaties 1.443 - 1.443 -

Overige - - - -

1.443 - 1.443 -

1.5 Vorderingen

1.5.1 Debiteuren 1.550 997

1.5.2 OCW - 1.853

1.5.5 Leerlingen 860 1.355

1.5.6. Overige overheden 1.796 1.005

Personeel 7 6

Overige 1.938 4.409

1.5.7 Overige vorderingen 1.945 4.415

Vooruitbetaalde kosten 5.145 5.182

Verstrekte voorschotten - -

Overige - -

1.5.8 Overlopende activa 5.145 5.182

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid - -

11.296 14.807

31 december 2014 31 december 2013

Page 118: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 118 van 183

Overige vorderingen

De overige vorderingen betreffen met name nog te ontvangen bedragen van derden, nog te

verrekenen bedragen met derden en te ontvangen overlopende rente op effecten. Het saldo

eind 2013 bevatte een vordering inzake de éénmalige teruggave basispremie WAO/WIA 2013

van 1,5 miljoen euro. Dit bedrag is begin 2014 ontvangen.

Overlopende activa

De post overlopende activa bestaan voornamelijk uit in het huidige verslagjaar verrichte

betalingen waarvan de kosten verantwoord worden in het volgende verslagjaar. Het betreft

hier bijvoorbeeld de jaarlijkse betaling van contributies, licenties, contracten en de

huurkosten die betaald zijn aan distributeurs van leermiddelen.

LIQUIDE MIDDELEN

In het huidige verslagjaar heeft Ons Middelbaar Onderwijs gebruik gemaakt van de door het

ministerie van Financiën verstrekte mogelijkheid om een negatieve positie in te nemen op de

lopende rekening (“schatkistbankieren”). Per 31 december 2014 is de stand 32,9 miljoen

euro negatief. Dit is verantwoord onder de kortlopende schulden.

EIGEN VERMOGEN

De mutaties in het eigen vermogen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Resultaat en resultaatbestemming

Het exploitatieresultaat over 2014 bedraagt 0,3 miljoen euro negatief en is op basis van

bestuursbesluiten volledig bestemd.

Mutaties scholen

Per 31 juli 2014 heeft er een bestuursoverdracht plaatsgevonden van het Lyceum Bisschop

Bekkers aan de Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs. In de overdrachtsakte

is overeengekomen dat het eigen vermogen per 31 juli 2014 0,3 miljoen euro bedraagt.

1.7 Liquide middelen

1.7.1 Kasmiddelen 97 104

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen - -

1.7.3 Deposito's - -

1.7.4 Overige - -

97 104

31 december 2014 31 december 2013

Saldo Resultaat Mutaties Saldo Resultaat Saldo

1 januari scholen 31 december bestemming 31 december

2014 2014 2014

2.1.1. Algemene reserve

Algemene reserve 108.971 296- 300- 108.375 1.316 109.691

Totaal algemene reserve 108.971 296- 300- 108.375 1.316 109.691

2.1.5 Bestemmingsfonds (privaat)

Bestemmingsfonds private gelden 8.209 - 8.209 1.316- 6.893

Totaal bestemmingsfonds (privaat) 8.209 - - 8.209 1.316- 6.893

117.180 296- 300- 116.584 - 116.584

Page 119: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 119 van 183

Bestemmingsfondsen

De private bestemmingsfondsen zijn met name gevormd uit voormalige reserves van eigen

activiteiten (3,7 miljoen euro) en voormalige reserves van opgeheven stichtingen

boekenfondsen en steunstichtingen (3,2 miljoen euro).

VOORZIENINGEN

Personeelsvoorzieningen

Conform de CAO VO heeft het personeel bij het bereiken van een jubileumdatum aanspraak

op een jubileumgratificatie. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50% en bij een 40-

jarig dienstverband 100% van het maandsalaris. Hiervoor is een voorziening

‘Jubileumuitkeringen’ gevormd. Vanwege de verhoging van de pensioenleeftijd en de

daarmee toenemende kans dat een medewerker een ambtsjubileum haalt, is in 2014 is aan

de hand van een gangbaar rekenmodel van de huisaccountant een herberekening gemaakt

van het bedrag per fte. De hoogte van de voorziening wordt bepaald door voor ieder

personeelslid in de organisatie een bedrag van 900 euro op te nemen, naar rato van de

betrekkingsomvang. Voorgaande jaren bedroeg dit bedrag nog 750 euro per fte. Voor de

gehele OMO organisatie bedraagt de voorziening op 31 december 2014 5,0 miljoen euro.

Overige voorzieningen

Ter dekking van de uitgaven van het meerjarig onderhoud aan gebouwen, terreinen en

installaties is een voorziening ‘Groot onderhoud’ gevormd. De dotaties en onttrekkingen aan

deze voorziening zijn ontleend aan alle meerjaren onderhoudsplannen (MOP’s) en worden

jaarlijks ten laste gebracht van de exploitatie.

LANGLOPENDE SCHULDEN

Doordecentralisatiegelden

Met de doordecentralisatie van huisvestingsvoorzieningen komen jaarlijks middelen

beschikbaar. Deze middelen zijn afkomstig van gemeenten waarmee een

doordecentralisatieovereenkomst is gesloten en zijn bedoeld voor het realiseren en in stand

houden van goede huisvestingsvoorzieningen in die gemeenten. In 2014 is een resultaat van

3,2 miljoen euro behaald op deze doordecentralisatieovereenkomsten. Dit resultaat wordt in

een later jaar ingezet ten behoeve van de huisvesting in de betreffende gemeenten.

Ten behoeve van de voorfinanciering van nieuwbouwprojecten binnen gemeenten waar

sprake is van doordecentralisatie heeft de raad van bestuur afspraken gemaakt met het

ministerie van Financiën. Dit is nader toegelicht bij de kortlopende schulden.

2.3 Voorzieningen Stand per Dotaties Ontrek- Vrijval Stand per Kortlopend Langlopend

1 januari 2014 kingen 31 december 2014 deel < 1 jaar deel > 1 jaar

Voorziening jubileumuitkeringen 4.196 782 - - 4.978 854 4.124

2.3.1 Personeelsvoorzieningen 4.196 782 - - 4.978 854 4.124

Groot onderhoud 23.239 5.419 3.993 - 24.665 6.182 18.483

2.3.3 Overige voorzieningen 23.239 5.419 3.993 - 24.665 6.182 18.483

27.435 6.201 3.993 - 29.643 7.036 22.607

2.4 Langlopende schulden Boekwaarde Aangegane Aflossingen Boekwaarde Looptijd Looptijd

1 januari 2014 leningen 31 december 2014 > 1 jaar > 5 jaar

2.4.5 Doordecentralisatiegelden 38.694 3.153 - 41.847 9.460 32.387

38.694 3.153 - 41.847 9.460 32.387

Page 120: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 120 van 183

KORTLOPENDE SCHULDEN

Kredietinstellingen

Met ingang van 1 maart 2012 is een overeenkomst gesloten met het ministerie van

Financiën ten behoeve van de voorfinanciering van grootschalige nieuwbouwprojecten binnen

gemeenten waar sprake is van doordecentralisatie (“schatkistbankieren”). Bij het

schatkistbankieren staat het geld op een eigen rekeningcourant bij het ministerie van

Financiën. Het dagelijkse betalingsverkeer loopt via de Rabobank. Dagelijks vindt er een

volledige egalisatie plaats tussen de hoofdbetaalrekening en de rekeningcourant bij het

ministerie van Financiën. Hierdoor is er nooit sprake van een renteverrekening tussen OMO

en de Rabobank. Saldi van individuele betaalrekeningen blijven herleidbaar. Rood staan bij

het ministerie van Financiën is geoorloofd tot maximaal 10% van de publieke jaaromzet, te

weten 48,4 miljoen euro.

Aan het einde van 2014 was sprake van een negatieve rekeningcourant positie van

32,9 miljoen euro. De rentebasis van deze kredietfaciliteit is gebaseerd op het EONIA-tarief.

(De EONIA (Euro OverNight Index Average) is het eendaags-renteniveau voor het

eurogebied), en daarmee gekoppeld aan de geldmarkt. Op deze basis is een opslag van

toepassing van 0,25%. Het gemiddelde tarief in 2014 bedroeg overigens 0,094% (jaarbasis,

exclusief opslag).

OCW

Ultimo 2014 is er een schuld aan OCW van 0,1 miljoen euro in verband met in het

verslagjaar aflopende geoormerkte subsidies met verrekeningsclausule die nog niet geheel

2.5 Kortlopende schulden

2.5.1 Kredietinstellingen 32.918 32.489

2.5.2 Vooruitontvangen termijnen - -

2.5.3 Crediteuren 7.450 8.827

2.5.4 OCW 99 719

Loonheffing 16.364 16.452

Omzetbelasting 165 53

Premies sociale verzekeringen - -

2.5.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 16.529 16.505

2.5.8 Schulden terzake van pensioenen 5.074 5.768

Werk door derden - -

Overige 4.429 6.292

2.5.9 Overige kortlopende schulden 4.429 6.292

Subsidies OCW niet-geoormerkt 4.573 3.733

Subsidies OCW geoormerkt 6 927

Vooruitontv. investeringssubsidies 17.468 11.639

Vooruitontv. bedragen 4.815 5.721

Vakantiegeld- en dagen 12.179 12.220

Eindeschooljaarsuitkering 306 304

Bindingstoelage 1.257 1.242

Rente - -

Overige 24 55

2.5.10 Overlopende passiva 40.628 35.841

107.127 106.441

31 december 2014 31 december 2013

Page 121: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 121 van 183

besteed zijn. Voor een verdere toelichting op de aflopende geoormerkte subsidies met

verrekeningsclausule wordt verwezen naar model G, onderdeel G2-A in bijlage 1.

Overlopende passiva

De overlopende passiva bestaan grotendeels uit in 2014 aangegane verplichtingen waarvan

de betaling in kalenderjaar 2015 zal plaatsvinden en uit baten die in kalenderjaar 2015 zijn

verantwoord, waarvan de vordering in 2014 is opgenomen. Het betreft hier bijvoorbeeld

ouderbijdragen en huur van boeken.

De niet-geoormerkte subsidies OCW hebben voor een bedrag van 1,7 miljoen euro

betrekking op nog niet bestede subsidies die tot en met verslagjaar 2014 zijn toegekend.

Daarnaast is onder deze post een bedrag van 2,8 miljoen euro opgenomen in verband met

vooruit ontvangen niet-geoormerkte subsidies OCW die voor verslagjaar 2015 zijn

toegekend.

De vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW hebben betrekking op nog niet bestede

geoormerkte subsidies OCW met verrekeningsclausule. Voor een nadere toelichting op deze

post wordt verwezen naar model G, onderdeel G2-B in bijlage 1.

NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Rechten

Vordering OCW

Eind 2014 heeft de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs een vordering op het ministerie van

OCW ten bedrage van 27,7 miljoen euro (eind 2013: 27,7 miljoen euro). Dit betreft een

vordering uit hoofde van de "Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging

bekostiging voortgezet onderwijs". Deze vordering heeft betrekking op de op balansdatum

nog te ontvangen financiering voor de betaling van de ABP-premie en de loonheffing over de

maand december en de opgebouwde vakantie-uitkering over de periode juni tot en met

december. Aangezien deze vordering pas opeisbaar is bij discontinuïteit van de vereniging is

de vordering in de jaarrekening gewaardeerd op nihil.

Economisch claimrecht

Bij notariële akte is vastgelegd dat OMO bij het verlaten van de Kempen Campus 12,3% van

de verkoopwaarde van de gemeente Veldhoven zal verkrijgen. Daarnaast is met de

gemeente Woensdrecht schriftelijk overeengekomen dat OMO bij toekomstige vervreemding

van het ZuidWestHoek College een economisch claimrecht van 40% op de verkoopsom zal

verkrijgen.

Bij de oplevering van de nieuwbouw van het Merletcollege te Grave is besloten uit eigen

middelen 0,9 miljoen euro te investeren. Als tegenprestatie is OMO van mening dat voor het

aandeel van de inzet van eigen middelen OMO een economisch claimrecht heeft op het

betreffende gebouw.

Verplichtingen

Bankgarantie

In het kader van de nieuwbouw van het Zwijsen College is in 2009 is ten gunste van de

gemeente Veghel een bankgarantie afgegeven ter hoogte van 25.000 euro. Voor de

nieuwbouw diende een bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden, waarvoor de

gemeente een zekerheidsstelling voor mogelijke planschaderisico’s vroeg. Begin 2015 is deze

bankgarantie opgezegd.

Page 122: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 122 van 183

Collectieve inkoopcontracten

Ons Middelbaar Onderwijs sluit op uiteenlopende terreinen collectieve inkoopcontracten af.

De totale contractwaarde van de lopende inkoopcontracten bedraagt circa 145,8 miljoen

euro. Ultimo 2014 bedraagt de restantwaarde van deze inkoopcontracten tot het einde van

de contractperiodes 70,4 miljoen euro. In onderstaand overzicht is de restantwaarde per

product/dienst weergegeven:

Bouwprojecten

Voor lopende bouwprojecten is ultimo 2014 voor een bedrag van circa 30,5 miljoen euro aan

verplichtingen aangegaan:

Leasecontracten

Per 3 januari 2005 is een leaseovereenkomst aangegaan met MKB Lease te Oosterhout. Deze

leaseovereenkomst heeft betrekking op de invulling van de specifieke arbeidsvoorwaarden

voor schoolleiders en leden van de raad van bestuur. Voor het kalenderjaar 2014 bedroegen

de leasekosten (inclusief brandstofkosten) 406.000 euro. Ultimo 2014 bedraagt de

restantwaarde van de leasecontracten tot het einde van de contractperiode circa 1,1 miljoen

euro.

Product/dienstRestant

contractwaarde

Schoolboeken 34.040

Energie 14.400

Schoonmaak 13.790

Software 3.760

Telefonie 3.000

Afdrukapparatuur 930

Kantoorartikelen 280

Verzekeringen 130

Accountantsdiensten 90

70.420

School Bouwproject Gemeente Verplichting

Pleincollege Sint-Joriscollege Nieuwbouw vmbo Eindhoven 11.695.000

2College Nieuwbouw Jozefmavo Tilburg 201.000

Theresialyceum Uitbreiding en renovatie Tilburg 308.000

Merletcollege Nieuwbouw Cuijk Cuijk 1.418.000

Elzendaalcollege Nieuwbouw Boxmeer Boxmeer 210.000

OMO SG Tongerlo Nieuwbouw Da Vinci College Roosendaal 16.588.000

Sint-Odulphuslyceum Uitbreiding en renovatie Tilburg 126.000

30.546.000

Page 123: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 123 van 183

Staat van baten en lasten

RIJKSBIJDRAGEN

Rijksbijdrage OCW

De gerealiseerde (normatieve) rijksbijdrage OCW bedraagt in het verslagjaar 437,0 miljoen

euro. De rijksbijdrage OCW maakt daarmee 88,0% uit van de totale baten in 2014 (idem in

2013) en is 1,9 miljoen euro (0,4%) lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt

doordat er leerlingen op twee scholen stonden ingeschreven op een opleiding waarvoor niet

de juiste licenties aanwezig waren. Beide scholen hebben voor deze leerlingen geen lumpsum

vergoeding ontvangen. Verder is er sprake van een lagere lumpsum door de wijziging in

bekostiging van LWOO/PrO leerlingen.

Geoormerkte en niet-geoormerkte OCW subsidies

Geoormerkte OCW-subsidies

De geoormerkte subsidies OCW zijn 0,2 miljoen euro lager ten opzichte van de begroting.

Niet-geoormerkte OCW-subsidies

Per 1 augustus 2014 ontvangen de scholen niet langer een rijksbijdrage voor passend

onderwijs, deze middelen (regionale zorgbudget en rebound) lopen voortaan via de hiervoor

opgerichte samenwerkingsverbanden. Deze gelden worden onder post 3.1.3 “Ontvangen

doorbetalingen Rijksbijdrage SWV” gepresenteerd. De niet geoormerkte OCW-subsidies

inclusief de gelden voor passend onderwijs zijn 2,2 miljoen euro hoger dan begroot.

Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage Samenwerkingsverband

De financiële middelen voor passend onderwijs verlopen vanaf 1 augustus 2014 via

doorbetalingen vanuit samenwerkingsbanden. Voorheen ontvingen de scholen hiervoor niet-

geoormerkte subsidies OCW.

OVERIGE OVERHEIDSBIJDRAGEN EN –SUBSIDIES

Gemeentelijke bijdragen en subsidies

De gemeentelijke bijdragen en subsidies bestaan grotendeels uit inkomsten vanwege

afgesloten doordecentralisatieovereenkomsten. Met een aantal gemeenten, waarmee een

doordecentralisatieovereenkomst is gesloten en het nieuwe bedrag uit het gemeentefonds

3.1 Rijksbijdragen 2014 begroting 2014 2013

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 436.969 438.847 452.428

Geoormerkte OCW-subsidies 85 336 1.317

Niet geoormerkte OCW-subsidies 22.868 22.060 30.573

Toerekening investeringssubsidies - - -

3.1.2 Overige subsidies OCW 22.953 22.396 31.890

3.1.3 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 1.356

461.278 461.243 484.318

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2014 begroting 2014 2013

3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 8.980 8.573 8.459

3.2.2 Overige overheidsbijdragen 760 770 1.245

9.740 9.343 9.704

Page 124: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 124 van 183

lager is dan het bedrag per leerling, wordt overleg gevoerd over aanpassingen van de

bijdragen.

Overige overheidsbijdragen

De overige overheidsbijdragen betreffen ontvangen vergoedingen van overheden anders dan

het ministerie van OCW en gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn het Europees Sociaal Fonds

en de provincie.

OVERIGE BATEN

Ouderbijdragen

De gerealiseerde bijdragen van ouders en leerlingen voor een bedrag van 10,7 miljoen euro

is 11,5% hoger dan de begroting. Dit is met name veroorzaakt doordat de bijdragen van

ouders in educatieve excursies en culturele activiteiten hoger zijn dan begroot.

Hiertegenover staan hogere kosten, welke zijn verantwoord onder de ‘Overige lasten’. Overige

Met betrekking tot overige opbrengsten is een bate van 10,4 miljoen euro gerealiseerd. Deze

realisatie is 11,8% hoger dan begroot. Hiervan heeft 2,3 miljoen euro betrekking op een

bijzonder bate. Dit betreft een correctie van de langlopende schuld op

doordecentralisatiegelden wegens gerealiseerde winst uit verkochte panden aan de

gemeenten. Daarnaast is door de verkoop van de Jan van Cuijkstraat aan een derde partij

een opbrengst van 0,6 miljoen euro gerealiseerd.

PERSONEELSLASTEN

De kosten van lonen en salarissen bedragen 377,8 miljoen euro en zijn daarmee 3,3 miljoen

euro (0,9%) hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een

hogere dan begrote formatie in verband met het niet of op een later moment realiseren van

begrote personele taakstellingen (zie onderstaande tabel).

3.5 Overige baten 2014 begroting 2014 2013

3.5.1 Verhuur 1.941 1.604 1.520

3.5.2 Detachering personeel 1.573 1.014 997

3.5.3 Schenking 227 7 -

3.5.4 Sponsoring 7 9 11

3.5.5 Ouderbijdragen 10.696 9.565 10.086

3.5.6 Overige 10.414 9.215 7.676

24.858 21.414 20.290

4.1 Personeelslasten 2014 begroting 2014 2013

Brutolonen en salarissen 298.702 296.052 296.616

Sociale lasten 35.132 34.820 31.533

Pensioenpremies 44.010 43.619 45.099

4.1.1 Lonen en salarissen 377.844 374.491 373.248

Dotaties personele voorzieningen 835 13 32-

Personeel niet in loondienst 17.735 16.185 18.523

Overig 8.944 9.866 8.983

4.1.2 Overige personele lasten 27.514 26.064 27.474

4.1.3 Af: Uitkeringen 2.281- 831- 1.911-

403.077 399.724 398.811

Page 125: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 125 van 183

Daarnaast zijn de kosten van inhuur van personeel niet in loondienst 1,5 miljoen euro hoger

dan begroot. Hiertegenover staan hogere inkomsten bestaande uit uitkeringen van het UWV

(1,5 miljoen euro).

De dotatie personele voorzieningen is 0,8 miljoen euro hoger dan begroot vanwege een

geüpdatete berekeningsmethode van de hoogte van de voorziening jubilea.

Tenslotte zijn de overige personele lasten 0,9 miljoen euro lager dan begroot. Dit is met

name een gevolg van lagere studielasten en minder kosten voor sociaal medische

begeleiding.

Aantal personeelsleden op basis van fte’s

Het gemiddeld aantal personeelsleden over kalenderjaar 2014 op basis van full time

equivalenten (fte) is in onderstaande tabel met de gegevens van 2013 vergeleken:

In 2014 is het gemiddelde aantal fte’s met 93 fte (1,7%) hoger dan de begroting. Dit komt vanuit temporisering in het kader van de afspraken over de besteding van de budgetten.

Afgesproken is de middelen uit het herfstakkoord 2013, die reeds als baten zijn verantwoord in 2013, de komende jaren extra in te zetten ten behoeve van het onderwijs.

In bijlage 9 zijn meerdere personele kerngegevens grafisch weergegeven.

AFSCHRIJVINGEN

De afschrijvingen over de materiële vaste activa bedragen 20,5 miljoen euro. Ten opzichte

van de begroting zijn de gerealiseerde afschrijvingen 0,8 miljoen euro hoger (4,3%).

Vanwege het om niet opnemen van de gebouwen en terreinen, de verbouwingen en de

installaties in de overdrachtsbalans van Lyceum Bisschop Bekkers heeft er een versnelde

afschrijving plaats gevonden van 0,6 miljoen euro.

Onder de post afschrijvingen zijn onder meer bijzondere waardeverminderingen met

betrekking tot de doordecentralisatiecontracten van de gemeenten Valkenswaard en Etten

Leur begrepen.

Gemiddeld aantal personele fte's 2014 begroting 2014 2013

Directie 148 157 157

Onderwijs ondersteunend personeel (overig) 897 889 920

Overhead 1.045 1.046 1.077

Onderwijzend personeel 4.094 4.015 4.146

Onderwijs ondersteunend personeel (primair proces) 379 364 366

Onderwijs proces 4.473 4.379 4.512

Totaal 5.518 5.425 5.589

4.2 Afschrijvingen materiële vaste activa 2014 begroting 2014 2013

4.2.2 Afschrijvingen 18.301 19.431 18.391

Bijzondere waardevermindering gebouwen 1.459 - 2.506

Terugname bijzondere waardevermindering gebouwen 546- - 1.571-

Boekwinst/-verlies desinvesteringen 1.299 245 2.748

20.513 19.676 22.074

Page 126: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 126 van 183

Vanwege lagere indexeringen (VNG index) van het bedrag per leerling dan verwacht is

binnen het doordecentralisatie-contract van de gemeente Valkenswaard sprake van een

lagere realiseerbare waarde dan de boekwaarde van het gerealiseerde actief. Conform RJ

121 heeft hierop in 2014 een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden ten bedrage

van 1,5 miljoen euro. In 2013 had al een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden

van 2,5 miljoen euro vanwege bijgestelde leerlingprognoses lager dan verwacht.

Voor het doordecentralisatiecontract van de gemeente Etten-Leur was in 2012 al sprake van

een bijzondere waardevermindering ten bedrage van 6,1 miljoen euro. Vanwege hogere

indexeringen (OCW index) van de het bedrag per leerling dan verwacht heeft in 2013 en in

het huidig jaar een terugname van de bijzondere waardevermindering uit 2012

plaatsgevonden van respectievelijk 1,6 miljoen euro en 0,5 miljoen euro.

Verder is er in 2014 sprake van een boekverlies desinvesteringen ten bedrage van

1,3 miljoen euro. Dit verlies wordt grotendeels veroorzaakt door een genomen boekverlies

op de verkoop van boeken van 1,0 miljoen euro (oorspronkelijke aanschafwaarde 3,0

miljoen euro euro) op een van de scholen. Daarnaast is er door de verkoop van een locatie in

Waalwijk nog eens 0,2 miljoen euro aan boekverlies genomen doordat er nog een

boekwaarde op de verbouwingen en nagelvaste installaties zat.

HUISVESTINGSLASTEN

De huisvestingslasten bedragen 22,9 miljoen euro en zijn daarmee 2,2% hoger dan de

begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere huurlasten en hogere

onderhoudslasten.

OVERIGE LASTEN

Administratie- en beheerslasten

De administratie- en beheerslasten zijn 0,8 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt met

name veroorzaakt door lagere kosten van licenties (0,8 miljoen euro lager), lagere

advieskosten (0,2 miljoen euro lager) en hogere contributiekosten (0,2 miljoen hoger).

Inventaris, apparatuur en leermiddelen

De hogere dan begrote kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen worden

grotendeels veroorzaakt door hogere kosten van huur boeken.

4.3 Huisvestingslasten 2014 begroting 2014 2013

4.3.1 Huur 2.541 2.390 2.486

4.3.2 Verzekeringen 638 615 578

4.3.3 Onderhoud 8.490 8.003 8.375

4.3.4 Energie en water 6.811 7.224 7.374

4.3.5 Schoonmaakkosten 314 299 290

4.3.6 Heffingen 1.246 1.184 1.127

4.3.7 Overige 2.816 2.647 2.834

22.856 22.362 23.064

4.4 Overige lasten 2014 begroting 2014 2013

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 14.201 15.038 13.361

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 22.474 21.934 22.503

4.4.3 Dotatie overige voorzieningen - - -

4.4.4 Overige 13.489 12.930 12.405

50.164 49.902 48.269

Page 127: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 127 van 183

Dotatie overige voorzieningen

De dotatie aan de voorziening groot onderhoud is opgenomen onder de huisvestingslasten.

Overige

De kosten van educatieve excursies en culturele activiteiten voor leerlingen zijn 1,1 miljoen

euro hoger dan begroot. Hiertegenover staan hogere bijdragen van ouders, welke zijn

verantwoord onder de ‘Overige baten’. Daarentegen zijn de algemene kosten 0,5 miljoen

lager dan begroot. Per saldo zijn hierdoor de overige lasten 0,6 miljoen hoger dan begroot.

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

Waardeverandering financiële vaste activa en effecten

Door de verkoop van de effecten van het OMO fonds is er een koersresultaat gerealiseerd

van 0,6 miljoen euro.

Rentelasten

In 2014 zijn de rentelasten, voortkomend uit de kortlopende kredietfaciliteit bij het

ministerie van Financiën, 1,8 miljoen euro lager dan begroot.

In juli 2014 is er een krediet arrangement van 70 miljoen euro afgesloten bij de BNG bank

ter dekking van de voorfinanciering van toekomstige bouwprojecten in gemeentes waarmee

doordecentralisatie overeenkomsten zijn aangegaan. In de begroting was rekening gehouden

met een rentelast van 2,0 miljoen euro. Echter, in 2014 is nog geen gebruik gemaakt van dit

krediet arrangement. Dit komt doordat een aantal grote bouwprojecten zijn vertraagd en in

december 2013 een incidentele ophoging van de lumpsum 2013 met 18,4 miljoen euro naar

aanleiding van het begrotingsakkoord 2014 is ontvangen.

Per 1 oktober 2015 wordt een bedrag van 45 miljoen euro geleend bij de BNG met een

looptijd van 25 jaar tegen een rentetarief van circa 3,0% per jaar (rentevastperiode 15 jaar).

5 Financiële baten en lasten 2014 begroting 2014 2013

5.1 Rentebaten 72 14 21

5.2 Resultaat deelnemingen - - -

5.3 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 573 573 70

5.4 Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten - - 45

5.5 Rentelasten 206- 2.044- 163-

439 1.457- 27-

Page 128: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 128 van 183

Enkelvoudige jaarrekening

In de enkelvoudige jaarrekening zijn de financiële gegevens van de scholen,

verenigingsactiviteiten, raad van bestuur en het OMO bureau opgenomen, echter niet de

deelnemingen. De deelnemingen worden in de enkelvoudige balans gepresenteerd onder de

financiële vaste activa en gewaardeerd op basis van het aandeel van de vereniging in de

netto vermogenswaarde van de deelnemingen (zie ook de waarderingsgrondslagen).

ACTIVA

VASTE ACTIVA

1.1 Immateriële vaste activa - -

1.2 Materiële vaste activa 283.557 273.121

1.3 Financiële vaste activa 7.606 7.363

291.163 280.484

VLOTTENDE ACTIVA

1.4 Voorraden - -

1.5 Vorderingen 11.256 14.790

1.6 Effecten - -

1.7 Liquide middelen 97 104

11.353 14.894

TOTAAL ACTIVA 302.516 295.378

PASSIVA

2.1 GROEPSVERMOGEN 116.584 117.180

2.3 VOORZIENINGEN 29.643 27.435

2.4 LANGLOPENDE SCHULDEN 41.847 38.694

2.5 KORTLOPENDE SCHULDEN 114.442 112.069

TOTAAL PASSIVA 302.516 295.378

31 december 2014 31 december 2013

31 december 201331 december 2014

Page 129: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 129 van 183

A.1. ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER KALENDERJAAR 2014

2014 Begroting 2014 2013

Resultaat deelnemingen 242 242 440-

Overig resultaat 538- 1.362- 22.507

RESULTAAT 296- 1.120- 22.067

Uitgaven t.l.v. bestemmingsfondsen 518 455 186

TOTAAL RESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING 222 665- 22.253

Page 130: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 130 van 183

Toelichting enkelvoudige jaarrekening

Balans

MATERIËLE VASTE ACTIVA

Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt:

Gebouwen en terreinen

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs is juridisch eigenaar van het grootste gedeelte van

de gebouwen en terreinen van de scholen. Door wettelijke bepalingen kunnen de onroerende

zaken, die door gemeenten zijn gefinancierd, uitsluitend na toestemming van en onder

verrekening met gemeenten worden vervreemd.

Sinds 1 januari 2000 is een aantal doordecentralisatieovereenkomsten met gemeenten

afgesloten. Bij de hieronder vallende (school)gebouwen komt het economische eigendom

gedurende de looptijd van de overeenkomst toe aan Ons Middelbaar Onderwijs. Het

economisch eigendom wordt, in aansluiting op de uitgangspunten van de decentralisatie van

Rijk naar Gemeenten in 1997, ten principale door Ons Middelbaar Onderwijs om niet

overgenomen.

Aan de hand van financieringsmodellen worden de toekomstige kosten en vergoedingen per

doordecentralisatiecontract voor de gehele contractduur inzichtelijk gemaakt om de

beschikbare investeringsruimte te bepalen. Hierbij wordt uitgegaan van een aantal vaste

uitgangspunten zoals een kosten- en vergoedingenindex, een interne rekenrente, een

risicoreservering, vervangingsinvesteringen, verkoop van boekwaarden gronden per einde

contract en eigen bijdragen vanuit scholen.

Vanwege naar beneden bijgestelde leerling prognoses is binnen het doordecentralisatie-

contract van Valkenswaard sprake van een lagere realiseerbare waarde dan de boekwaarde

van het gerealiseerde actief. Conform RJ 121 heeft hierop in 2013 een bijzondere

waardevermindering plaatsgevonden van 2,5 miljoen euro. In het huidige jaar is als gevolg

van lagere indexeringen van het bedrag per leerling dan verwacht (de VNG index wordt

gevolgd), nogmaals een bijzondere waardevermindering doorgevoerd van 1,5 miljoen euro.

1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4

Gebouwen en Inventaris en Andere vaste In uitvoering Totaal

terreinen apparatuur bedrijfsmiddelen

Aanschafwaarde op 1 januari 2014 271.316 99.464 7.253 36.860 414.893

Afschrijvingen tot 1 januari 2014 92.868- 44.743- 4.161- - 141.772-

Boekwaarde 1 januari 2014 178.448 54.721 3.092 36.860 273.121

Mutaties:

Cum. aanschafwaarde Lyceum Bisschop Bekkers 1.220- 1.234- 4- - 2.458-

Cum. afschrijvingen Lyceum Bisschop Bekkers 1.220 789 1 - 2.010

Investeringen 3.380 9.952 1.693 3.276 18.301

Gerealiseerde bouwprojecten 35.140 2.355 - 24.199- 13.296

Afschrijvingen 7.433- 9.585- 1.489- - 18.507-

Bijzondere waardevermindering 1.459- - - - 1.459-

Terugname bijzondere waardevermindering 546 - - - 546

Desinvesteringen 2.735- 6.486- 4.532- - 13.753-

Afschrijving over desinvesteringen 2.560 6.431 3.469 - 12.460

29.999 2.222 862- 20.923- 10.436

Aanschafwaarde op 31 december 2014 305.881 104.051 4.410 15.937 430.279

Afschrijvingen t/m 31 december 2014 97.434- 47.108- 2.180- - 146.722-

Boekwaarde 31 december 2014 208.447 56.943 2.230 15.937 283.557

Page 131: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 131 van 183

In 2012 was binnen het doordecentralisatiecontract Etten-Leur al sprake van een lagere

realiseerbare waarde dan de boekwaarde van het gerealiseerde actief, waarop conform RJ

121 een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden (6,1 miljoen euro). Vanwege

hogere indexeringen (OCW index) van het bedrag per leerling dan verwacht heeft in 2013 en

in het huidig jaar een terugname van de bijzondere waardevermindering uit 2012

plaatsgevonden van respectievelijk 1,6 miljoen euro en 0,5 miljoen euro.

In 2014 is er vanwege de ingebruikname van nieuwbouw voor 2,7 miljoen euro

gedesinvesteerd op verkochte locaties en nog niet volledig afgeschreven verbouwingen van

oude panden en verwijderde noodlokalen.

Als gevolg van bestuurlijke afspraken, omtrent de overdacht van het Lyceum Bisschop

Bekkers aan Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs, zijn de gebouwen en

terreinen, de verbouwingen en de installaties om niet opgenomen in de desbetreffende

overdrachtsbalans. Hiervoor heeft een versnelde afschrijving van 0,6 miljoen euro

plaatsgevonden. Daarnaast is er inventaris en apparatuur met een boekwaarde van 0,4

miljoen overgedragen aan Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs.

Inventaris en apparatuur / andere vaste bedrijfsmiddelen

In 2014 is er voor een bedrag van 11,0 miljoen euro aan desinvesteringen opgenomen.

Hiervan heeft 7,8 miljoen euro betrekking op jaarlijkse administratieve desinvesteringen en

3,0 miljoen euro op de desinvestering van de boeken vanwege de overstap van een intern

naar extern boekenfonds op een van de scholen.

Projecten in uitvoering

Gedurende de uitvoering van bouwkundige activiteiten worden de uitgaven verantwoord

onder de post 'projecten in uitvoering'. Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, worden de

kosten gesaldeerd met de ter financiering ontvangen bouwsubsidies (investeringssubsidies).

De projecten die voor eigen rekening gebouwd en gefinancierd zijn worden geactiveerd

onder gebouwen en terreinen en afgeschreven.

Voor een nadere toelichting op de projecten in uitvoering wordt verwezen naar paragraaf 4.7

van het bestuursverslag.

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

1.3 Financiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Boekwaarde

1 januari 2014 en verstrekte en afgeloste 31 december 2014

leningen leningen

1.3.2. Deelnemingen 7.363 242 - 7.605

1.3.5 Vorderingen OCW - - - -

1.3.6 Overige effecten - - - -

1.3.7 Overige vorderingen - - - -

7.363 242 - 7.605

Page 132: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 132 van 183

Deelnemingen

Het verloop van de deelnemingen is als volgt:

Voor een overzicht van de in de enkelvoudige jaarrekening opgenomen deelnemingen wordt

verwezen naar bijlage 3.

VORDERINGEN

Vordering OCW

Ultimo 2014 is er geen vordering op het ministerie van OCW. Alle toegekende subsidies zijn

ontvangen.

Overige vorderingen

De overige vorderingen betreffen met name nog te ontvangen bedragen van derden, nog te

verrekenen bedragen met derden en te ontvangen overlopende rente op effecten. Het saldo

eind 2013 bevatte een vordering inzake de éénmalige teruggave basispremie WAO/WIA 2013

van 1,5 miljoen euro. Dit bedrag is begin 2014 ontvangen.

Overlopende activa

De post overlopende activa bestaan voornamelijk uit in het huidige verslagjaar verrichte

betalingen waarvan de kosten verantwoord worden in het volgende verslagjaar. Het betreft

hier bijvoorbeeld de jaarlijkse betaling van contributies, licenties, contracten en de

huurkosten die betaald zijn aan distributeurs van leermiddelen.

Stand per 1 januari 2014

- Deelnemingen 7.363

- Deelnemingen met negatief vermogen - 7.363

Resultaat deelnemingen 242

Stand per 31 december 2014

- Deelnemingen 7.605

- Deelnemingen met negatief vermogen -

7.605

1.5 Vorderingen

1.5.1 Debiteuren 1.550 997

1.5.2 OCW - 1.853

1.5.5 Leerlingen 860 1.355

1.5.6. Overige overheden 1.796 1.005

Personeel 7 6

Overige 1.935 4.401

1.5.7 Overige vorderingen 1.942 4.407

Vooruitbetaalde kosten 5.107 5.173

Verstrekte voorschotten - -

Overige - -

1.5.8 Overlopende activa 5.107 5.173

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid - -

11.255 14.790

31 december 2014 31 december 2013

Page 133: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 133 van 183

LIQUIDE MIDDELEN

In het verslagjaar heeft Ons Middelbaar Onderwijs gebruik gemaakt van de door het

ministerie van financiën verstrekte mogelijkheid om een negatieve positie in te nemen op de

lopende rekening (“schatkistbankieren”). Per 31 december 2014 is de stand 33,1 miljoen

euro negatief. Dit is verantwoord onder de kortlopende schulden.

EIGEN VERMOGEN

De mutaties in het eigen vermogen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Resultaat

Het exploitatieresultaat over 2014 bedraagt 0,3 miljoen euro negatief en is op basis van

bestuursbesluiten volledig bestemd.

Bestemmingsfondsen

De private bestemmingsfondsen zijn met name gevormd uit voormalige reserves van eigen

activiteiten (3,7 miljoen euro) en voormalige reserves van opgeheven stichtingen

boekenfondsen en steunstichtingen (3,2 miljoen euro).

VOORZIENINGEN

1.7 Liquide middelen

1.7.1 Kasmiddelen 97 104

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen - -

1.7.3 Deposito's - -

1.7.4 Overige - -

97 104

31 december 2014 31 december 2013

Saldo Resultaat Mutaties Saldo Resultaat Saldo

1 januari scholen 31 december bestemming 31 december

2014 2014 2014

2.1.1. Algemene reserve

Algemene reserve 101.608 538- 300- 100.770 1.316 102.086

Reserve deelnemingen 7.363 242 - 7.605 - 7.605

Totaal algemene reserve 108.971 296- 300- 108.375 1.316 109.691

2.1.5 Bestemmingsfonds (privaat)

Bestemmingsfonds private gelden 8.209 - 8.209 1.316- 6.893

Totaal bestemmingsfonds (privaat) 8.209 - - 8.209 1.316- 6.893

117.180 296- 300- 116.584 - 116.584

2.3 Voorzieningen Stand per Dotaties Ontrek- Vrijval Stand per Kortlopend Langlopend

1 januari 2014 kingen 31 december 2014 deel < 1 jaar deel > 1 jaar

Voorziening jubileumuitkeringen 4.196 782 - - 4.978 854 4.124

2.3.1 Personeelsvoorzieningen 4.196 782 - - 4.978 854 4.124

Groot onderhoud 23.239 5.419 3.993 - 24.665 6.182 18.483

2.3.3 Overige voorzieningen 23.239 5.419 3.993 - 24.665 6.182 18.483

27.435 6.201 3.993 - 29.643 7.036 22.607

Page 134: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 134 van 183

Personeelsvoorzieningen

Conform de CAO VO heeft het personeel bij het bereiken van een jubileumdatum aanspraak

op een jubileumgratificatie. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50% en bij een 40-

jarig dienstverband 100% van het maandsalaris. Hiervoor is een voorziening

‘Jubileumuitkeringen’ gevormd. Vanwege de verhoging van de pensioenleeftijd en de

daarmee toenemende kans dat een medewerker een ambtsjubileum haalt, is in 2014 is aan

de hand van een gangbaar rekenmodel van de huisaccountant een herberekening gemaakt

van het bedrag per fte. De hoogte van de voorziening wordt bepaald door voor ieder

personeelslid in de organisatie een bedrag van 900 euro op te nemen, naar rato van de

betrekkingsomvang. Voorgaande jaren bedroeg dit bedrag nog 750 euro per fte. Voor de

gehele OMO organisatie bedraagt de voorziening op 31 december 2014 5,0 miljoen euro.

Overige voorzieningen

Voor het dekken van de uitgaven van het meerjarig onderhoud aan gebouwen, terreinen en

installaties is een voorziening ‘Groot onderhoud’ gevormd. De dotaties en onttrekkingen aan

deze voorziening zijn ontleend aan alle meerjaren onderhoudsplannen (MOP’s) en worden

jaarlijks ten laste gebracht van de exploitatie.

LANGLOPENDE SCHULDEN

Doordecentralisatiegelden

Met de doordecentralisatie van huisvestingsvoorzieningen komen jaarlijks middelen

beschikbaar. Deze middelen zijn afkomstig van gemeenten waarmee een doordecentralisatie

overeenkomst is gesloten en zijn bedoeld voor het realiseren en in stand houden van goede

huisvestingsvoorzieningen in die gemeenten. In 2014 is een resultaat van 3,1 miljoen euro

behaald op deze doordecentralisatieovereenkomsten. Dit resultaat wordt in een later jaar

ingezet ten behoeve van de huisvesting in de betreffende gemeenten.

Ten behoeve van de voorfinanciering van nieuwbouwprojecten binnen gemeenten waar

sprake is van doordecentralisatie zijn afspraken gemaakt met het ministerie van Financiën.

Dit is nader toegelicht bij de kortlopende schulden.

2.4 Langlopende schulden Boekwaarde Aangegane Aflossingen Boekwaarde Looptijd Looptijd

1 januari 2014 leningen 31 december 2014 > 1 jaar > 5 jaar

2.4.5 Doordecentralisatiegelden 38.694 3.153 - 41.847 9.460 32.387

38.694 3.153 - 41.847 9.460 32.387

Page 135: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 135 van 183

KORTLOPENDE SCHULDEN

Kredietinstellingen

Met ingang van 1 maart 2012 is een overeenkomst gesloten met het ministerie van

Financiën ten behoeve van de voorfinanciering van grootschalige nieuwbouwprojecten binnen

gemeenten waar sprake is van doordecentralisatie (“schatkistbankieren”). Bij het

schatkistbankieren staat het geld op een eigen rekeningcourant bij het ministerie van

Financiën. Het dagelijkse betalingsverkeer loopt via de Rabobank. Dagelijks vindt er een

volledige egalisatie plaats tussen de hoofdbetaalrekening en de rekeningcourant bij het

ministerie van Financiën. Hierdoor is er nooit sprake van een renteverrekening tussen OMO

en de Rabobank. Saldi van individuele betaalrekeningen blijven herleidbaar. Rood staan bij

het ministerie van Financiën is geoorloofd tot maximaal 10% van de publieke jaaromzet, te

weten 48,4 miljoen euro.

Aan het einde van 2014 was sprake van een negatieve rekeningcourant positie van

33,1 miljoen euro. De rentebasis van deze kredietfaciliteit is gebaseerd op het EONIA-tarief.

(De EONIA (Euro OverNight Index Average) is het eendaags-renteniveau voor het

eurogebied), en daarmee gekoppeld aan de geldmarkt. Op deze basis is een opslag van

toepassing van 0,25%. Het gemiddelde tarief in 2014 bedroeg overigens 0,094% (jaarbasis,

exclusief opslag).

OCW

Ultimo 2014 is er een schuld aan OCW van 0,1 miljoen euro in verband met in het

verslagjaar aflopende geoormerkte subsidies met verrekeningsclausule die nog niet geheel

besteed zijn. Voor een verdere toelichting op de aflopende geoormerkte subsidies met

verrekeningsclausule wordt verwezen naar model G, onderdeel G2-A in bijlage 1.

2.5 Kortlopende schulden

2.5.1 Kredietinstellingen 40.337 38.232

2.5.2 Vooruitontvangen termijnen - -

2.5.3 Crediteuren 7.450 8.827

2.5.4 OCW 99 719

Loonheffing 16.364 16.452

Omzetbelasting 165 53

Premies sociale verzekeringen - -

2.5.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 16.529 16.505

2.5.8 Schulden terzake van pensioenen 5.074 5.768

Werk door derden - -

Overige 4.428 6.292

2.5.9 Overige kortlopende schulden 4.428 6.292

Subsidies OCW niet-geoormerkt 4.573 3.733

Subsidies OCW geoormerkt 6 927

Vooruitontv. investeringssubsidies 17.468 11.639

Vooruitontv. bedragen 4.710 5.606

Vakantiegeld- en dagen 12.179 12.220

Eindeschooljaarsuitkering 306 304

Bindingstoelage 1.257 1.242

Rente - -

Overige 26 55

2.5.10 Overlopende passiva 40.525 35.726

114.442 112.069

31 december 2014 31 december 2013

Page 136: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 136 van 183

Overlopende passiva

De overlopende passiva bestaan grotendeels uit in 2014 aangegane verplichtingen waarvan

de betaling in kalenderjaar 2015 zal plaatsvinden en uit baten die in kalenderjaar 2015 zijn

verantwoord, waarvan de vordering in 2014 is opgenomen. Het betreft hier bijvoorbeeld

ouderbijdragen en huur van boeken.

De niet-geoormerkte subsidies OCW hebben voor een bedrag van 1,7 miljoen euro

betrekking op nog niet bestede subsidies die tot en met verslagjaar 2014 zijn toegekend.

Daarnaast is onder deze post een bedrag van 2,8 miljoen euro opgenomen in verband met

vooruit ontvangen niet-geoormerkte subsidies OCW die voor verslagjaar 2015 zijn

toegekend.

De vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW hebben betrekking op nog niet bestede

geoormerkte subsidies OCW met verrekeningsclausule. Voor een nadere toelichting op deze

post wordt verwezen naar model G, onderdeel G2-B in bijlage 1.

Exploitatie

Het positieve exploitatieresultaat van de deelnemingen (i.e. gelieerde stichtingen) ten

bedrage van 242.000 euro positief wordt met name veroorzaakt door het gerealiseerde

koersresultaat van 0,6 miljoen euro op de verkoop van de effecten van Stichting Ons

Middelbaar Onderwijsfonds. Daar tegen over staat een schenking van de Sint

Canisiusstichting van 0,3 miljoen euro aan een viertal OMO-scholen.

Page 137: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 138 van 183 pag. 137 van 183

Page 138: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 138 van 183

Deel D:

Bijlagen

Page 139: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 139 van 183

Bijlage 1. Geoormerkte subsidies OCW (model G)

G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule

Omschrijving subsidie Brin Jaar Bedrag van Ontvangen Prestatie

nummer Kenmerk Datum toewijzing t/m 2014 afgerond

Sociale veiligheid LHBT 16OX 2012 OND2012/75614M 23-11-2012 10.000 10.000 Ja

Sociale veiligheid LHBT 21EX 2012 OND2012/75614M 23-11-2012 10.000 10.000 Ja

Samenwerking lerarenopleidingen en scholen 16OX 2013 2013/2/350381 18-12-2013 520.000 260.000 Nee

Samenwerking lerarenopleidingen en scholen 04SU 2013 2013/2/350381 18-12-2013 520.000 260.000 Nee

Samenwerking lerarenopleidingen en scholen 20ZK 2013 2013/2/350381 18-12-2013 520.000 260.000 Nee

Experiment maatschapsvorming 41211 2014 OND/ODB-2014/19958 U 09-06-2014 122.500 122.500 Nee

Zij-instromers 2009-2011 04YX 2012 430310-1 02-03-2012 19.000 19.000 Ja

Zij-instromers 17JY 2014 646507-1 22-09-2014 20.000 20.000 Nee

Zij-instromers 20BQ 2014 655075-1 20-11-2014 20.000 20.000 Ja

Zij-instromers 21FV 2014 645574-1 20-08-2014 20.000 20.000 Nee

Zij-instromers 2013-2014 04SU 2013 563525-1 21-10-2013 60.000 40.000 Nee

Zij-instromers 2013-2014 13PE 2013 563534-1 21-10-2013 20.000 - Nee

Zij-instromers 2013-2014 19RX 2013 573566-1 20-11-2013 40.000 20.000 Ja

Verlofsubsidie 2014 02FY 2014 643362-1 20-08-2014 20.845 20.845 Nee

Verlofsubsidie 2014 02QT 2014 601914-1 20-10-2014 13.276 13.276 Nee

Verlofsubsidie 2014 04SU 2014 643125-1 20-11-2014 78.170 78.170 Nee

Verlofsubsidie 2014 04YX 2014 601956-1 20-11-2014 6.766 6.766 Nee

Verlofsubsidie 2014 07MU 2014 601967-1 20-11-2014 19.579 19.579 Nee

Verlofsubsidie 2014 13PE 2014 601976-1 20-10-2014 7.589 7.589 Nee

Verlofsubsidie 2014 14SW 2014 644370-1 20-10-2014 27.167 27.167 Ja

Verlofsubsidie 2014 15BS 2014 644268-1 22-09-2014 22.041 22.041 Nee

Verlofsubsidie 2014 16OX 2014 644174-1 20-11-2014 115.597 115.597 Nee

Verlofsubsidie 2014 16VK 2014 611914-1 22-09-2014 49.476 49.476 Nee

Verlofsubsidie 2014 17HN 2014 644908-1 20-11-2014 38.967 38.967 Nee

Verlofsubsidie 2014 17KF 2014 644929-1 22-09-2014 28.426 28.426 Nee

Verlofsubsidie 2014 17VP 2014 644831-1 20-11-2014 49.626 49.626 Nee

Verlofsubsidie 2014 18XR 2014 644699-1 22-09-2014 14.687 14.687 Nee

Verlofsubsidie 2014 19RX 2014 638720-1 20-11-2014 24.840 24.840 Nee

Verlofsubsidie 2014 20AT 2014 602000-1 20-11-2014 65.392 65.392 Nee

Verlofsubsidie 2014 20BQ 2014 645182-1 20-08-2014 15.792 15.792 Nee

Verlofsubsidie 2014 20GA 2014 645073-1 20-08-2014 11.528 11.528 Nee

Verlofsubsidie 2014 20IB 2014 645099-1 22-09-2014 43.586 43.586 Nee

Verlofsubsidie 2014 20JX 2014 645108-1 20-11-2014 80.776 80.776 Nee

Verlofsubsidie 2014 20ST 2014 610006-1 18-12-2014 37.986 37.986 Nee

Verlofsubsidie 2014 20SY 2014 644983-1 18-12-2014 17.055 17.055 Nee

Verlofsubsidie 2014 20WI 2014 645035-1 20-08-2014 32.847 32.847 Nee

Verlofsubsidie 2014 20ZK 2014 645039-1 20-11-2014 74.815 74.815 Nee

Verlofsubsidie 2014 21EX 2014 644924-1 20-10-2014 18.319 18.319 Nee

Verlofsubsidie 2014 21FV 2014 644923-1 20-08-2014 25.899 25.899 Nee

Verlofsubsidie 2014 21GV 2014 602060-1 20-08-2014 31.595 31.595 Ja

Verlofsubsidie 2014 21GZ 2014 644934-1 20-11-2014 17.372 17.372 Nee

Verlofsubsidie 2014 23FY 2014 645469-1 22-09-2014 11.370 11.370 Nee

Verlofsubsidie 2013 02FY 2013 548641-1 21-10-2013 28.375 28.375 Ja

Verlofsubsidie 2013 02QT 2013 548686-1 20-11-2013 18.286 18.286 Nee

Verlofsubsidie 2013 04SU 2013 549173-1 18-12-2013 66.051 66.051 Ja

Verlofsubsidie 2013 04XU 2013 561166-1 20-09-2013 3.153 3.153 Ja

Verlofsubsidie 2013 04YX 2013 549031-1 21-10-2013 33.735 33.735 Nee

Verlofsubsidie 2013 07MU 2013 548815-1 20-09-2013 20.808 20.808 Ja

Verlofsubsidie 2013 13PE 2013 549196-1 21-10-2013 40.356 40.356 Ja

Verlofsubsidie 2013 15BS 2013 549974-1 18-12-2013 39.410 39.410 Ja

Verlofsubsidie 2013 16RB 2013 549789-1 20-08-2013 6.306 6.306 Ja

Verlofsubsidie 2013 16VK 2013 535589-1 20-11-2013 40.381 40.381 Ja

Verlofsubsidie 2013 17HN 2013 512072-1 21-10-2013 36.596 36.596 Ja

Verlofsubsidie 2013 17JY 2013 549691-1 20-08-2013 7.882 7.882 Nee

Verlofsubsidie 2013 17KF 2013 501805-1 21-10-2013 18.940 18.940 Ja

Verlofsubsidie 2013 17VP 2013 549721-1 20-09-2013 35.942 35.942 Ja

Verlofsubsidie 2013 18XR 2013 549549-1 20-09-2013 11.350 11.350 Ja

Verlofsubsidie 2013 19RX 2013 547007-1 20-11-2013 50.003 50.003 Ja

Verlofsubsidie 2013 20AT 2013 550250-1 20-11-2013 75.037 75.037 Nee

Verlofsubsidie 2013 20BQ 2013 550192-1 20-09-2013 8.197 8.197 Ja

Verlofsubsidie 2013 20GA 2013 550094-1 20-08-2013 7.724 7.724 Ja

Verlofsubsidie 2013 20IB 2013 550113-1 20-11-2013 27.135 27.135 Ja

Verlofsubsidie 2013 20JX 2013 535587-1 21-10-2013 64.579 64.579 Ja

Verlofsubsidie 2013 20ST 2013 550209-1 21-10-2013 58.480 58.480 Ja

Verlofsubsidie 2013 20SY 2013 550164-1 20-11-2013 29.001 29.001 Ja

Verlofsubsidie 2013 20WI 2013 550124-1 20-09-2013 32.789 32.789 Ja

Verlofsubsidie 2013 20ZK 2013 550048-1 20-09-2013 42.878 42.878 Ja

Verlofsubsidie 2013 21EX 2013 550141-1 20-08-2013 20.808 20.808 Ja

Verlofsubsidie 2013 21FV 2013 550135-1 20-11-2013 14.503 14.503 Ja

Verlofsubsidie 2013 21GV 2013 550396-1 18-12-2013 71.904 71.904 Ja

Verlofsubsidie 2013 21GZ 2013 550382-1 21-10-2013 29.006 29.006 Ja

Verlofsubsidie 2013 23FY 2013 550431-1 21-11-2013 34.977 34.977 Ja

Verlofsubsidie 2013 27ZF 2013 550109-1 20-09-2013 28.375 28.375 Ja

Verlofsubsidie 2012 02FY 2012 473139-2 30-08-2012 30.144 30.144 Ja

Verlofsubsidie 2012 02QT 2012 473154-2 30-08-2012 28.260 28.260 Ja

Verlofsubsidie 2012 17HN 2012 413318-1 30-07-2012 26.508 26.508 Ja

Verlofsubsidie 2011 02QT 2011 375535-1 03-11-2011 43.050 43.050 Ja

Totaal subsidies zonder verrekeningsclausule 4.033.815 3.193.815

Toewijzing

Page 140: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 140 van 183

Toelichting:

subsidie sociale veiligheid LHBT: aanvullende bekostiging die bijdraagt aan een veilig

schoolklimaat voor jongeren, waarin aandacht is voor seksuele diversiteit en

seksuele weerbaarheid.

samenwerking lerarenopleiding en scholen: aanvullende bekostiging om de

aansluiting te verbeteren tussen eerste en tweedegraads lerarenopleidingen.

experiment maatschapsvorming: aanvullende bekostiging op basis van het

ingediende activiteiten plan waarbij wordt binnen veilige randvoorwaarden een

begeleide simulatie gecreëerd wordt voor het functioneren van twee autonome

maatschappen op bovenschools niveau voor tekortvakken in een regio binnen Noord

Brabant.

subsidie energiezuinigheid/binnenmilieu: aanvullende bekostiging voor de

verbetering van energiezuinigheid en van het binnenmilieu van oudere, bestaande

schoolgebouwen in het voortgezet onderwijs;

subsidie pilot maatschappelijke stage: tijdelijke stimuleringsregeling voor

samenwerkingsverbanden in het voorgezet onderwijs die willen participeren in een

project maatschappelijke stage;

subsidie praktijkleren groen: aanvullende subsidie voor agrarisch onderwijs om

samen met een bedrijf een voorziening voor praktijkleren op te richten;

subsidie innovatie impuls: aanvullende subsidie voor het implementeren van

innovatieve maatregelen in de schoolorganisatie gericht op de verhoging van de

arbeidsproductiviteit en voor het meten van de effecten van deze maatregelen op de

arbeidsproductiviteit;

verlofsubsidie lerarenbeurs voor scholing en zijinstroom/verlofsubsidie: aanvullende

subsidieregeling om leraren (door middel van studieverlof) en zij-instromers in

scholing en opleiding te faciliteren.

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

G2-A Aflopend ultimo 31 december 2014

Omschrijving subsidie Brin Jaar Bedrag van Ontvangen Totale kosten Te verrekenen

nummer Kenmerk Datum toewijzing t/m 2014 t/m 2014 31 december 2014

Binnenmilieu VO EBOV 16OX 2010 BEK-09/126510 U 18-02-2010 358.600 358.600 358.600 -

Binnenmilieu VO EBOV 16VK 2010 BEK-09/126476 U 18-02-2010 39.502 39.502 39.502 -

Binnenmilieu VO EBOV 16VK 2010 BEK-09/126489 U 18-02-2010 1.000 1.000 1.000 -

Binnenmilieu VO EBOV 17HN 2010 BEK-09/127774 U 18-02-2010 49.474 49.474 49.474 -

Binnenmilieu VO EBOV 20AT 2010 BEK-09/126523 U 18-02-2010 110.080 110.080 110.080 -

Binnenmilieu VO EBOV 20GA 2010 BEK-09/128762 U 18-02-2010 186.310 186.310 186.310 -

Binnenmilieu VO EBOV 21FV 2010 BEK-09/132297 U 18-02-2010 1.000 1.000 1.000 -

Maatschappelijke stage 21FV 2008 BEK-08/91139 M 23-09-2008 466.757 466.757 466.757 -

Praktijkleren groen 19RX 2009 156624-3 18-03-2009 644 644 376 268

Innovatie Impuls Onderwijs 16VK 2010 308964-1 20-12-2010 123.000 113.000 86.738 26.262

Innovatie Impuls Onderwijs 21GV 2010 308967-1 20-12-2010 123.000 123.000 123.000 -

Innovatie Impuls Onderwijs 19RX 2010 308960-1 20-12-2010 123.000 123.000 115.068 7.932

Innovatie Impuls Onderwijs 04YX 2010 308962-1 20-12-2010 123.000 123.000 123.000 -

Innovatie Impuls Onderwijs 04SU 2010 308961-1 20-12-2010 123.000 113.000 100.000 13.000

Innovatie Impuls Onderwijs 20ZK 2010 308959-1 20-12-2010 246.000 200.000 148.202 51.798

Innovatie Impuls Onderwijs 02FY 2010 308963-1 20-12-2010 123.000 123.000 123.000 -

Innovatie Impuls Onderwijs 16OX 2010 308954-1 20-12-2010 123.000 123.000 123.000 -

Totaal aflopende subsidies met verrekeningsclausule 2.320.367 2.254.367 2.155.107 99.260

G2-B Doorlopend na 31 december 2014

Omschrijving subsidie Brin Jaar Bedrag van Saldo Ontvangen in Totale kosten Saldo nog te besteden

nummer Kenmerk Datum toewijzing 1 januari 2014 2014 31 december 2014 31 december 2014

Praktijkleren groen 17VP 2013 490029-1 18-12-2012 21.303 - 10.941 5.205 5.736

Totaal doorlopende subsidies met verrekeningsclausule 21.303 - 10.941 5.205 5.736

Toewijzing

Toewijzing

Page 141: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 141 van 183

Bijlage 2. Bezoldiging van bestuurders / toezichthouders (model H)

Met ingang van 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) van kracht geworden.

Functionarissen mogen dan niet meer verdienen dan 130 procent van een ministersalaris.

Voor bestuurders in het voortgezet onderwijs geldt voor 2014 een maximum van 184.448

euro. Voor voorzitters van raden van toezicht ligt het maximum op 13.834 euro; voor leden

op 9.222 euro.

In onderstaande tabel is de bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders van de

vereniging Ons Middelbaar Onderwijs opgenomen.

Er zijn geen personen van wie de bezoldiging de van toepassing zijnde norm van 2014 te

boven gaat.

2015

Vanaf 2015 mag het inkomen van topfunctionarissen in de (semi) publieke sector maximaal

nog 100% van het ministersalaris zijn. Dat komt in 2015 neer op 178.000 euro, inclusief

onkosten en pensioenbijdrage. Voor voorzitters van raden van toezicht ligt het maximum op

26.700 euro; voor leden op 17.800 euro.

Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1

Omvang B elastbare Vo o rzieningen Uitkeringen wegens M o tivat ie

F unctie N aam Ingangsdatum Einddatum dienstverband B elo ning o nko sten belo ning beëindiging van het o verschrijding

dienstverband dienstverband in F T E vergo eding o p termijn dienstverband van de no rm

Bestuurders met dienstbetrekking

Voorzitter Eugène Bernard 15-1-2009 1,0 156.960 n.v.t. 27.431 n.v.t. n.v.t.

Lid Pieter Hendrikse 1-1-2001 11-4-2015 1,0 148.446* n.v.t. 21.519 n.v.t. n.v.t.

* Inclusief een jubileumgratificatie, ad € 10.623 in verband met 40 jaar dienstverband

Vermelding toezichthouders

Ingang Einde B elastbare Vo o rzieningen Uitkeringen wegens M o tivat ie

F unctie N aam functie- funct ie- B elo ning o nko sten belo ning beëindiging van het o verschrijding

vervulling vervulling vergo eding o p termijn dienstverband van de no rm

Voorzitter Pieter van Geel 30-1-2011 8.536** n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Bob van Geffen 1-7-2012 5.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Elies Lemkes-Straver 1-1-2013 1-9-2014 3.333 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Hans Huijbers 31-1-2008 31-1-2014 417 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Frank Verhoeven 1-2-2014 4.583 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Jan Bouwens 31-1-2010 2.686** n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Nicole van der Wolk 31-1-2011 6.500 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Wim de Kok 31-1-2010 6.500 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Marijke Kral 31-1-2013 5.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Lid Barbara Snijder 1-9-2013 6.500 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

** exclusief btw.

Sommige raadsleden -afhankelijk van hun situatie- komen niet in aanmerkingen voor een "ontheffing administratieve verplichtingen omzetbelasting".

Page 142: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 142 van 183

Bijlage 3. Deelnemingen/verbonden partijen behorend tot de vereniging (model E)

Van de volgende deelnemingen waren op het moment van het opmaken van de jaarrekening

2014 geen financiële jaarverslagen in bezit:

Naam Juridische Statutaire Zetel Code Eigen vermogen Resultaat Art 2:403 Deelname Consolidatie

vorm activiteiten 31-12-2014 2014 Ja/Nee % %

Carolus Borromeusstichting Stichting Helmond Overige 160 - Nee 100 100

Stichting ter behartiging van de belangen van het VO Valkenswaard Stichting Valkenswaard Overige 65 - Nee 100 100

Stichting Steunfonds Jeroen Bosch College Stichting 's-Hertogenbosch Overige 71 - Nee 100 100

Stichting Steunfonds Sint-Janslyceum Stichting 's-Hertogenbosch Overige 305 - Nee 100 100

Stichting Steun OMO Scholengemeenschap Tongerlo Stichting Roosendaal Overige 786 12- Nee 100 100

Sint Canisiusstichting Stichting Tilburg Overige 2- 324- Nee 100 100

Stichting LOOT Stichting Eindhoven Overige 13 29- Nee 100 100

Stichting Ons Middelbaar Onderwijsfonds Stichting Tilburg Overige 5.246 632 Nee 100 100

Subtotaal 6.644 267

St Boekenfonds van het Sint Joris-College te Eindhoven Stichting Eindhoven Overige 453 17- Nee 100 100

St Boekenfonds van het Van Maerlantlyceum te Eindhoven Stichting Eindhoven Overige 466 8- Nee 100 100

Subtotaal 919 25-

Deelnemingen die niet door OMO worden geadministreerd

Stichting Beekvliet Internationale contacten Stichting St. Michielsgestel Overige 37 1- Nee 100 100

Stichting Schoolreizen Sint-Janslyceum 's-Hertogenbosch Stichting 's-Hertogenbosch Overige 5 1 Nee 100 100

Subtotaal 42 -

Totaal 7.605 242

Naam Juridische Statutaire Zetel Code Eigen vermogen Resultaat Art 2:403 Deelname Consolidatie

vorm activiteiten 31-12-2014 2014 Ja/Nee % %

Steunstichting Dr. Hub van Doorne-School Stichting Deurne Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Stichting Boekenfonds Gertudiscollege Stichting Roosendaal Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Katholieke Stichting Ter Bevordering van Economisch en Administratief Onderwijs Stichting Helmond Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Gerben de Vriesstichting Stichting Waalwijk Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Stichting steunfonds Knippenberg College Helmond Stichting Helmond Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Katholieke stichting voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs Stichting Deurne Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Stichting Beekvliet Stichting St.Michielsgestel Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Stichting Job 8 Stichting Tilburg Overige p.m. p.m. Nee 100 100

Page 143: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 143 van 183

Bijlage 4. Organisatie Ons Middelbaar Onderwijs

De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs kent drie organen: de ledenraad, de raad van

toezicht en de raad van bestuur. In onderstaand schema zijn de onderlinge samenhangen

weergegeven.

Schoolleiders

Alle schoolleiders van Ons Middelbaar Onderwijs zijn in algemene dienst. Op 31 december

2014 waren zij verbonden aan de volgende scholen (indien een wisseling heeft

plaatsgevonden is tussen haakjes de schoolleider per 1 januari 2014 genoemd):

2College de heer Ad Poulisse

Baanderheren College de heer Leon Spaan

De Nieuwste School mevrouw Maria Michels

Duhamel College de heer Edward de Gier

Eckartcollege de heer Jean Wiertz

Elzendaalcollege de heer Jacques Marsmans

Fioretti College de heer Ad Machielse

Gymnasium Beekvliet mevrouw Carla Faassen

Hervion College de heer Edward de Gier

Instelling VO Deurne mevrouw Monique van Roosmalen

Jacob-Roelandslyceum de heer Leon Spaan

Jeroen Bosch College mevrouw Lian Derks

Kwadrant SG de heer Titus Frankemölle

Maaslandcollege de heer Jacq. van Meegen

Maurick College de heer Huub van der Linden

Merletcollege de heer Paul Metzemaekers

Mill-Hillcollege mevrouw Carin Zandbergen

Munnikenheide College mevrouw Carina Reuvers

OMO SG Bergen op Zoom de heer Marcel van Loo

OMO SG De Langstraat de heer Jan van Pelt

OMO SG Helmond de heer Hans Schapenk

OMO SG Tongerlo mevrouw Marijke Broodbakker

Rodenborch-College mevrouw Marjo van IJzendoorn

Roncalli Scholengroep de heer Ludo Heesters

Page 144: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 144 van 183

Rythovius College de heer Frans Claassens

SG Het Plein mevrouw Corinne Sebregts

SG Were Di de heer Kees Streng

Sint-Janslyceum de heer Roel Scheepens

Sint-Odulphuslyceum mevrouw Delianne Hoekstra

Sondervick College de heer Nol van Beurden

Theresialyceum de heer Tomas Oudejans

Van Maerlantlyceum mevrouw Liz Chermin Varendonck College mevrouw Irma van Nieuwenhuijsen

Zwijsen College Veghel mevrouw Anita O’Connor

Ledenraad

Voor de samenstelling van de ledenraad, alsmede het verslag van de activiteiten in 2014

wordt verwezen naar het 'Verslag ledenraad'.

Raad van toezicht

Voor de samenstelling van de raad van toezicht, alsmede het verslag van de activiteiten in

2014 wordt verwezen naar het 'Verslag raad van toezicht'.

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Voor de samenstelling van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, alsmede het

verslag van de activiteiten in 2014 wordt verwezen naar het ‘Verslag gemeenschappelijke

medezeggenschapsraad'.

Raad van bestuur

De raad van bestuur is het bevoegd gezag van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs en

bestaat uit twee statutaire leden. Daarnaast is een ambtelijk secretaris aangesteld. De

voorzitter van de raad van bestuur vertegenwoordigt de vereniging en legt aan de raad van

toezicht verantwoording af voor het door de raad van bestuur gevoerde beleid.

De raad van bestuur bestaat uit de volgende personen:

de heer Eugène Bernard, voorzitter

de heer Pieter Hendrikse, lid.

Ambtelijk secretaris van de raad van bestuur is de heer Hans van Dijk. Hij is tevens

algemeen directeur van het OMO bureau.

Bureau Ons Middelbaar Onderwijs

Het OMO-bureau is de interne serviceorganisatie van Ons Middelbaar Onderwijs. Het OMO-

bureau ondersteunt de raad van bestuur en de scholen. Algemeen directeur is de heer Hans

van Dijk, concerncontroller is de heer Walter Weterings. Voor een beschrijving van de

ontwikkelingen en activiteiten van het OMO bureau in 2014 wordt verwezen naar het 'Verslag

Bureau Ons Middelbaar Onderwijs'.

Klachtencommissie

De vereniging heeft een klachtencommissie ingesteld voor de klachtenregeling en de

regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en

discriminatie. De samenstelling van de Klachtencommissie is gerelateerd aan de aard van

haar werkzaamheden: zij bestaat uit twee voormalige schoolleiders, een arts, een

psycholoog en vier juristen, onder wie de voorzitter en de vicevoorzitter.

De samenstelling van de Klachtencommissie in 2014:

Mevrouw A.M.C.E. van Drunen-Brandts (lid)

De heer F.M.M. van Dijck (lid)

De heer A.M. van Kalmthout (voorzitter)

Mevrouw T.J.A.G.M. Raedts-Thomassen (lid)

Page 145: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 145 van 183

De heer S. Sonke (lid)

De heer A.C.M. Steenbergen (lid)

De heer A.J. van Velzen (lid)

De heer P.J.J. Zoontjes (plaatsvervangend voorzitter)

Vertrouwenspersoon is de heer Piet de Kroon.

Page 146: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 146 van 183

Bijlage 5. Honorarium externe accountant

In het verslagjaar zijn de volgende honoraria van Deloitte ten laste gebracht van de Ons

Middelbaar Onderwijs, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:328a BW:

Conform de (aanbestedings)overeenkomst met Deloitte bedraagt het in rekening gebrachte

honorarium voor het controleproces jaarrekening 48.000 euro en voor de controle

bekostigingsgegevens 18.000 euro, inclusief btw.

4.4.1 Specificatie honorarium accountant 2014 begroting 2014 2013

4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 55.000 50.000 64.000

4.4.1.2 Controle bekostiging 18.000 20.000 29.000

4.4.1.2 Andere controle opdrachten 24.000 10.000 12.000

4.4.1.3 Fiscale adviezen - - 5.000

4.4.1.4 Andere niet-controledienst 6.000 - 1.000

103.000 80.000 111.000

Page 147: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 147 van 183

Bijlage 6. Slaagpercentages 2014

Eerder in het jaarverslag staan de slaagpercentages van de leerlingen van Ons Middelbaar

Onderwijs ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De tabel in deze bijlage geeft de

slaagpercentages per school en opleiding weer na het tweede tijdvak 2014.

School / vestiging vmbo-b vmbo-k vmbo-g/t havo vwo

2College

Durendael 97% 94% 100% 94% 91%

Cobbenhagen 94% 84% 70%

Wandelbos 91%

Ruiven 98%

Jozefmavo 98%

Baanderherencollege 98% 98% 100%

Bossche Vakschool

Bossche Vakschool Duhamel 82% 97%

Bossche Vakschool Hervion 92% 92%

Bossche Vakschool Hervion, van

Maerlant 100% 95% 100%

De Nieuwste School 100% 89% 100%

Eckartcollege

Eckartcollege 90% 90% 93%

Pleincollege Nuenen 100% 99% 88%

Elzendaalcollege

Boxmeer 92% 92% 98%

Gennep 100% 99% 90%

Fioretti College 100% 100% 96%

Gymnasium Beekvliet 85%

Instelling Voortgezet Onderwijs

Deurne

Peellandcollege 89% 96%

Alfrinkcollege 100%

Hub van Doornecollege 99% 97%

Jacob-Roelandslyceum 93% 93%

Jeroen Bosch College 91% 85% 83%

Kwadrant Scholengroep

Hanze College 95% 94% 100%

Cambreurcollege 100% 97% 94% 95% 83%

Lyceum Bisschop Bekkers 98% 98%

Maaslandcollege 97% 90% 88%

Maurick College 100% 100% 96% 94% 96%

Merletcollege

Mill 100% 96% 100%

Cuijk Grotestraat 94% 91%

Cuijk Robijnlaan 100% 100% 91%

Grave 100% 100% 92% 79%

Page 148: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 148 van 183

Mill-Hillcollege 96% 91% 98%

Munnikenheide College

Rucphen 100% 93% 100%

Etten-Leur 96% 98% 100%

OMO Scholengroep Bergen op

Zoom

Mollerlyceum 86% 96%

Zuidwesthoek College 89% 94% 100%

‘t Ravelijn 100% 100% 100%

Zoom mavo 80%

OMO Scholengroep De Langstraat

Walewyc 95%

Dr. Mollercollege, Waalwijk 87% 81% 86%

Van Haestrechtcollege 86% 92% 91%

d'Oultremontcollege 100% 96% 93% 82% 87%

OMO Scholengroep Helmond

Vakcollege Helmond 98% 99%

Carolus Borromeus College 96% 94% 88%

Dr. Knippenbergcollege 96% 94% 96%

Ivo-mavo 94%

Scholengroep Het Plein

Sint-Joriscollege 88% 88% 86%

Pleincollege Helder 100% 100%

Aloysius/De Roosten 90%

Antoon Schellens

Vakcollege Eindhoven 86% 93%

OMO Scholengroep Tongerlo

Da Vinci College 99% 94%

Gertrudiscollege 94% 88% 87%

Norbertuscollege 92% 91%

Rodenborch-College 88% 95% 95%

Roncalli Scholengemeenschap 99% 93% 91%

Rythovius College 96% 91% 88%

Scholengemeenschap Were Di 100% 98% 96% 96% 94%

Sint-Janslyceum 93% 84% 91%

Sint-Odulphuslyceum 78% 93%

Sondervick College 98% 100% 99% 87% 90%

Theresialyceum 90% 99%

Van Maerlantlyceum 82% 89%

Varendonck-College

Asten 96% 89%

Someren 100% 100% 96%

Zwijsen College Veghel 86% 92%

Gemiddelde OMO scholen 97% 97% 95% 89% 91%

Landelijk gemiddelde 97% 95% 93% 88% 90%

Page 149: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 149 van 183

Bijlage 7: Toezichtarrangementen onderwijsinspectie

Onderstaande tabel geeft de arrangementen per locatie weer voor de per 31 december 2014

toegekende toezichtarrangementen van de OMO organisatie. Voor een aantal opleidingen is

door de inspectie geen oordeel afgegeven. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

De leerlingenpopulatie wijkt teveel af van die van reguliere vestigingen om een

vergelijking te kunnen maken;

Het betreft een kleine vestiging binnen een grotere school die voor de opbrengstenkaart

is samengevoegd met een andere vestiging;

De betreffende schoolsoort wordt op de vestiging in onder- en/of bovenbouw niet

aangeboden of er zijn te weinig gegevens beschikbaar.

Legenda:

B Basisarrangement

Z Aangepast toezichtarrangement ‘zwak’

ZZ Aangepast toezichtarrangement ‘zeer zwak’

n.v.t. Geen oordeel

Naam school/vestiging pro vmbo-b vmbo-k vmbo-g/t havo vwo

2College

Durendael B B B B B

Cobbenhagenmavo B

Cobbenhagenlyceum B B B

Wandelbos B

Ruiven B

Jozefmavo B

Baanderherencollege B B B B

De Nieuwste School B B B

Duhamel college B B

Eckartcollege

Eckart B B B

Nuenen B B B

Elzendaalcollege

Boxmeer B B B

Gennep B B B

Fioretti college B B B B

Gymnasium Beekvliet B

Hervion college

Hervensebaan B B

Jacob van Maerlantstraat B B B

IVO Deurne

Peellandcollege B B

Alfrinkcollege B B

Hub van Doornecollege B

De Sprong B

Jacob-Roelandslyceum B B

Jeroen Bosch College B B B

Kwadrant SG

Hanze College B B B

Cambreurcollege B B B B B

Maaslandcollege B B B

Maurick College B B B B B

Merletcollege

Mill B B B

Page 150: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 150 van 183

Cuijk Grotestraat B B

Cuijk Robijnlaan B B B

Grave B B B B

Mill-Hillcollege B B B

Munnikenheide college

Rucphen B B B

Etten-Leur B B B

OMO SG Bergen op Zoom

Mollerlyceum B B B

ZuidWestoekcollege B B B

t Ravelijn B B B

OMO SG De Langstraat

Walewyc: vmbo g/t B

Dr. Mollercollege, Waalwijk B B ZZ

Dr. Mollercollege, Kaatsheuvel B B B

d'Oultremontcollege B B B B B

OMO SG Helmond

Carolus Borromeuscollege B B B

dr. Knip, Nachtegaallaan B B B

IVO-mavo, Hurksestraat B

Vakcollege, Keiz. Marialaan B B

OMO SG Tongerlo

Da Vinci College B Z Z

Gertrudiscollege B B B

Norbertuscollege B B B

Roncalli Scholengemeenschap B B B

Rodenborch College B B B

Rythovius College B B B

Scholengroep Het Plein

Sint-Joris B B B

Antoon Schellenscollege n.v.t.

Aloysius/De Roosten B

Vakcollege Eindhoven B B B

Praktijkschool Eindhoven B

Pleincollege Helder n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Scholengemeenschap Were Di B B B B B

Sint-Janslyceum B B B

Sint-Odulphuslyceum B B

Sondervick College B B B B B

Theresialyceum B B

Van Maerlantlyceum B B

Varendonck-College

Asten B B B

Someren B B B B

Zwijsen College Veghel B B B

Totaal basis 6 26 26 49 33 32 172

Totaal zwak 0 1 1 0 0 0 2

Totaal zeer zwak 0 0 0 0 0 1 1

Totaal n.v.t. 0 0 0 2 1 1 4

Totaal opleidingen 6 27 27 51 34 34 179

Page 151: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 151 van 183

Bijlage 8: Resultaten OMO-Veiligheidsmonitor 2014

In 2014 is onder 22.085 leerlingen en 4.041 medewerkers de OMO-veiligheidsmonitor

afgenomen. De resultaten van het onderzoek zijn per school en voor de gehele vereniging

vergeleken met de resultaten van 2008.

Veiligheidsbeleving

Uit de meting van 2014 bleek dat de veiligheidsbeleving van leerlingen en medewerkers is

toegenomen. Het percentage leerlingen dat zich meestal of altijd veilig voelt op of rondom

school is ten opzichte van 2008 gestegen met 3%. Voor medewerkers is dit percentage met

1% toegenomen.

Slachtofferschap medewerkers

De OMO-veiligheidsmonitor meet naast de mate waarin leerlingen en medewerkers zich

veilig voelen ook de mate waarin zij slachtoffer zijn geweest van incidenten. De

slachtofferpercentages van medewerkers zijn voor alle categorieën afgenomen ten opzichte

van 2008. Ook beoordelen medewerkers de kwaliteit van de relatie met hun collega’s

positiever dan in 2008. Als medewerkers in situaties terecht komen waarin leerlingen, ouders

of collega´s zich agressief gedragen, wordt er bijna altijd ingegrepen en voelen medewerkers

zich gesteund door collega’s (93% in 2014) en door de schoolleiding (90% in 2014).

Page 152: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 152 van 183

Slachtofferschap leerlingen

Ook onder leerlingen is het slachtofferschap afgenomen. Het percentage leerlingen dat

slachtoffer werd van seksuele grapjes of gebaren nam toe. Voor alle andere categorieën nam

het slachtofferschap af. Hoewel het slachtofferpercentage voor verbaal pesten is gedaald,

geven leerlingen aan dat dit veel indruk op hen maakt. Ongeveer een derde van de

slachtoffers heeft er langere tijd last van. In de veiligheidsplannen nemen de scholen het

voorkomen van pestgedrag nadrukkelijk op.

Het schoolklimaat ontwikkelt zich positief. De kwaliteit van relaties tussen leraren en

leerlingen en tussen leerlingen onderling werd bij deze meting hoger beoordeeld dan in

2008. Ook op samenwerken in de klas scoorden de OMO-scholen samen hoger dan

gemiddeld.

Page 153: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 153 van 183

Bijlage 9: Personeel in cijfers

In deze bijlage worden enkele personele kengetallen van 2014 in relatie tot voorgaande

jaren grafisch gepresenteerd. Onder elke grafiek staat een korte toelichting.

1. Samenstelling personeelsbestand

Achtereenvolgens worden de cijfers van het totale personeelsbestand van Ons Middelbaar

Onderwijs en de instroom- en uitstroomgegevens weergegeven.

1.1. Grootte personeelsbestand

Het totaal aantal personeelsleden dat in 2014 in dienst is, is gedaald opzichte van 2013. De

afname is met name het gevolg van de bestuursoverdracht van het Lyceum Bisschop

Bekkers aan de Stichting Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs. De toename van 2009

naar 2010 werd veroorzaakt door de komst van het Hervion College. Afgelopen jaar zijn er

geen nieuwe scholen toegetreden tot de vereniging.

1.2 In- en uitstroomgegevens

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Aantal personen 6.459 6.638 6.777 6.893 6.966 6.892 7.098 6.982 6.868 7.043 6.996

6.000

6.500

7.000

7.500

Aan

tal

person

eels

led

en

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Instroom 748 760 851 1.117 986 870 972 836 766 752 1.085

Uitstroom 807 747 886 912 980 932 889 962 878 785 905

500

600

700

800

900

1.000

1.100

1.200

Aan

tal

person

eels

led

en

Page 154: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 154 van 183

Het betreft het totaal aantal personen (inclusief bureau en raad van bestuur) dat in dienst is

getreden of uit dienst is gegaan, maar ook uitbreidingen of inkortingen van de

betrekkingsomvang bij de vereniging.

2. Verdeling naar categorieën

Achtereenvolgens wordt een aantal grafieken weergegeven die betrekking hebben op de

verdeling van het personeelsbestand naar diverse categorieën. Het betreft:

1. uitsplitsing naar leeftijdscategorieën;

2. verdeling in fulltime en parttime aanstellingen;

3. vaste en tijdelijk aanstellingen;

4. verhouding docenten in LB, LC en LD ( functiemix);

5. verdeling man en vrouw;

6. verdeling naar vrouw en man in leidinggevende posities.

2.1 Leeftijdsverdeling totale personeelsbestand

De trend dat de gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand hoger wordt, zette zich ook in

2014 voort. De toename van het aantal 60 plussers wordt mede veroorzaakt door

aanpassingen in de wet- en pensioenregelgeving waardoor steeds later gebruik gemaakt

wordt van ABP Keuzepensioen.

<31 31 t/m 40 41 t/m 50 51 t/m 60 > 60

2002 12,0% 14,1% 34,8% 37,2% 1,9%

2003 13,3% 14,8% 32,5% 36,9% 2,5%

2004 13,2% 15,1% 31,5% 37,6% 2,7%

2005 13,2% 15,2% 30,7% 38,2% 2,7%

2006 15,8% 14,7% 29,1% 37,7% 2,8%

2007 14,9% 15,4% 27,3% 39,0% 3,5%

2008 15,1% 15,7% 25,2% 38,2% 5,8%

2009 14,9% 16,3% 23,4% 38,7% 6,7%

2010 14,3% 17,1% 21,3% 39,0% 8,3%

2011 14,5% 17,6% 20,4% 38,8% 8,6%

2012 14,6% 18,0% 19,8% 37,5% 10,1%

2013 14,8% 18,4% 19,6% 36,0% 11,2%

2014 15,0% 19,6% 19,3% 33,7% 12,5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

Page 155: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 155 van 183

2.2 Verdeling fulltime/parttime

2.3 Soort dienstverband

2009 2010 2011 2012 2013 2014

Parttime < 0,8 48,9% 36,6% 36,3% 39,8% 39,0% 32,3%

Fulltime => 0,8 51,1% 63,4% 63,7% 60,2% 61,0% 67,7%

0,0%

20,0%

40,0%

60,0%

80,0%

100,0%

2009 2010 2011 2012 2013 2014

Tijdelijk 11,2% 11,8% 11,8% 11,1% 11,2% 11,6%

Vast 88,8% 88,2% 88,2% 88,9% 88,8% 88,4%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Page 156: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 156 van 183

2.4 Verhouding LB / LC / LD personeel (functiemix)

Voor de berekening van de verhouding van de LB-LC-LD/LE categorieën zijn de definities

gebruikt zoals bij de regeling functiemix gelden, waarbij de salarisschaal leidend is. Personen

met een salarisgarantie worden geteld in de categorie waarop het salaris daadwerkelijk

wordt gebaseerd.

De verhouding van de LB, LC en LD/LE formatie heeft zich in 2014 ontwikkeld in de richting

van de streefformatie. Door de landelijke regelgeving is de beoogde streefformatie

vervangen door een maatwerkafspraak functiemix, die op basis van de beschikbare middelen

is vastgesteld. De huidige bezetting LB-LC en LD/LE is daardoor hoger dan de feitelijke

maatwerkafspraak functiemix.

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

OP LB 58,1% 57,4% 55,4% 51,5% 51,0% 48,1% 43,1%

OP LC 16,8% 17,2% 17,9% 20,2% 19,9% 21,6% 24,8%

OP LD / LE 25,1% 25,4% 26,7% 28,3% 29,1% 30,4% 32,2%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Page 157: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 157 van 183

2.5 Verhouding man-vrouw

2.6 Man-vrouw in leidinggevende posities

3. Overig

Naast de verdeling van het personeelbestand in categorieën is er een aantal kengetallen

vastgesteld op basis van arbeidsvoorwaardelijke regelingen, zoals:

1. gebruik OMO Seniorenregeling (OSR)

2. gebruik overgangsrecht Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen (BAPO)

3. gebruik ouderschapsverlof

4. aantal LIO-ers/stagiaires.

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Man 52,4% 51,9% 56,8% 55,7% 54,0% 52,0% 52,44%

Vrouw 47,6% 48,1% 43,2% 44,3% 46,0% 48,0% 47,56%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Vrouw 24,1% 24,0% 21,7% 21,9% 21,2% 27,5% 30,3%

Man 75,9% 76,0% 78,3% 78,1% 78,8% 72,5% 69,7%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Page 158: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 158 van 183

3.1 OMO Seniorenregeling (OSR)

Op basis van de CAO-OMO bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan de OMO-

seniorenregeling. Elk personeelslid van 52 jaar en ouder krijgt een budget aan

taakverlichting dat jaarlijks, naar believen, ingezet kan worden.

3.2 Overgangsrecht Bevordering ArbeidsParticipatie Onderwijs (BAPO)

Voor personeelsleden van 52 jaar en ouder is op basis van de CAO-OMO nog het

overgangsrecht BAPO mogelijk. Voor 170 (vanaf 52 jaar) of 340 (vanaf 56 jaar) klokuren per

jaar kan werktijdverkorting worden ‘gekocht’.

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Deelnemers

OSR1.734 1.929 2.184 2.119 2.462 2.434 2.417

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000aan

tal p

erson

eels

led

en

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Deelnemers BAPO 167 110 133 91 61 59 39

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

aan

tal p

erson

eels

led

en

Page 159: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 159 van 183

3.3 Gebruik ouderschapsverlof

Op basis van de CAO-OMO bestaat de mogelijkheid om (betaald) ouderschapsverlof op te

nemen. Het recht op ouderschapsverlof op basis van de Wet Arbeid en Zorg is eveneens

onderdeel van de CAO-OMO. De kengetallen geven het aantal personen aan dat in het

kalenderjaar 2014 voor een bepaalde omvang, al dan niet met betaald verlof, gebruik heeft

gemaakt van de regeling ouderschapsverlof.

3.4 Aantal LIO-ers/stagiaires

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Ouderschapsverlof 140 157 247 274 348 123 370

0

50

100

150

200

250

300

350

400

aan

tal p

erson

eels

led

en

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Staigiaires 421 393 410 359 535 558 464

0

100

200

300

400

500

600

aan

tal p

erson

eels

led

en

Page 160: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 160 van 183

Bijlage 10: Regionale samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Page 161: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 161 van 183

Bijlage 11: Instellingen voor hoger- en wetenschappelijk onderwijs

Instellingen waarmee de vereniging samenwerkt zijn:

Tilburg University (TiU)

o De Universitaire Lerarenopleiding Tilburg is in samenwerking met Ons Middelbaar

Onderwijs tot stand gekomen

o Het partnerschap met academische opleidingsscholen is verbreed van AOS-West-

Brabant en AOS-Midden-Brabant naar AOS-Oost-Brabant

o Verschillende OMO-scholen participeren in het Wetenschapsknooppunt Brabant,

onder andere voor profielwerkstukken en open dagen

o Samenwerking op het terrein van het zogenoemde ‘Econasium’ en op het terrein van

‘economie voor jou’ met als doel de belangstelling voor economie onder middelbare

scholieren te vergroten

o Samenwerking met scholen in het kader van de Dag van de Filosofie

o Samenwerking in het Palladio programma

o De ULT participeert in de redactie van Script!

Radboud Universiteit (RU), in het bijzonder met de Radboud Docenten

Academie (RDA)

o Partner van de Academische Opleidingsschool Oost-Brabant

o Dit partnerschap is uitgebreid naar AOS-Midden-Brabant en AOS-West-Brabant

o De RDA maakt deel uit van de redactie van Script!

o De RDA is betrokken bij onderzoek op een aantal OMO-scholen

Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), in het bijzonder de Eindhoven School

of Education (ESoE)

o De ESoE is partner van Academische Opleidingsschool Oost-Brabant

o Verzorgt begeleiding van de technasia van OMO

o Samenwerking met OMO-scholen voor profielwerkstukken en keuze dagen

o Leerlingen van de Eindhovense OMO-scholen volgen bèta programma’s bij de TU/e in

het Pre-University College

o Betrokken in de raden van advies van de OMO-scholen in Eindhoven

o De ESoE is het project Begeleiding beginnende leraren gestart waaraan diverse OMO-

scholen meedoen

o Samenwerking in het Palladio programma

o ESoE participeert in de redactie van Script!

o De ESoE is betrokken bij onderzoek op een aantal scholen

Open Universiteit, in het bijzonder het Welten-Instituut

o Het Welten-instituut, het onderzoekscentrum van de Open Universiteit, verricht

onderzoek naar de effecten van Koers 2016 op het professionaliseringsbeleid

Page 162: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 162 van 183

Hogeschool van Rotterdam (HR)

o Deze is verbonden aan de Academische Opleidingsschool West en verzorgt het

opleidingsonderwijs in de westhoek van Brabant

Fontys Hogescholen

o Hier vallen diverse lerarenopleidingen onder (Kunsten, Sport, PTH en FLOT). Met alle

lerarenopleidingen werken OMO-scholen samen

o FLOT is verbonden aan alle drie de Academische Opleidingsscholen. Verschillende

lectoraten zijn hierbij betrokken

o FLOT verzorgt de opleiding van school practicum docenten

o Samenwerking met scholen voor profielwerkstukken en keuze dagen

o Participeert in enkele raden van advies van OMO-scholen

Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN)

o Verbonden aan de Academische Opleidingsschool Oost en verzorgt het

opleidingsonderwijs in de oosthoek van Brabant

Avans Hogescholen

o Werkt samen met OMO-scholen in het kader van Project Gestuurd Onderwijs

o Avans geeft scholen feedback over het succes van hun leerlingen in de

vervolgopleiding

Page 163: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 163 van 183

Bijlage 12: Zingeving en goed onderwijs

Samen goed op weg

Juni 2013

Voorwoord

‘Goed onderwijs’ richt zich op het laten opbloeien van iedere leerling. Iedereen telt, de

gehele mens1. Het gaat niet alleen om het kwalificeren voor een vervolgopleiding of

arbeidsloopbaan. Net zo goed gaat het om het voorbereiden van jonge mensen als

deelnemer aan de maatschappij. De school is een wegwijzer naar een humane samenleving2.

Letterlijk in doen en laten realiseert de school ‘goed onderwijs’3.

‘Goed onderwijs’ is meer dan een technisch didactische uitwerking van een onderwijskundige

opvatting4. Het is een ethisch begrip en stoelt op een mensvisie en een kijk op de

samenleving.

Hoe komen we met elkaar betekenisvol in gesprek over dieperliggende opvattingen over

‘goed onderwijs’? Niet iedereen gaat uit van traditioneel gedeelde visies5. Hoe kunnen we

met andere woorden identiteit een proces laten zijn van luisteren, in gesprek zijn en

verstaan?6

In deze tekst voorzien we de discussie over identiteit van drie basisbegrippen: goed

onderwijs, een goed mens en goed leven. We illustreren onze zoektocht met een metafoor

van een reis. Onze wens is dat wij in het dagelijks leven geïnspireerd raken door getoond

gedrag. Gedrag maakt immers zichtbaar, wat de betekenis van identiteit echt is.

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka,

wens dat de weg dan lang mag zijn,

vol wederwaardigheden, vol belevenissen.

uit: Ithaka, K.P. Kavafis

Betekenisvolle waarden

In ons onderwijs staat de mens centraal. Leerlingen ontwikkelen hun talenten van hoofd,

handen en hart langs de lijnen van de onderwijskundige visie van hun school. Docenten, staf

en schoolleiding ontplooien zich op hun beurt om dit proces zo goed mogelijk te laten

verlopen. Samen geven we ‘goed onderwijs’.

‘Goed onderwijs’ motiveert mensen en verbindt alle deelnemers aan de schoolgemeenschap:

leerlingen, ouders, leraren, andere medewerkers en schoolleiding. Maar wat verbindt de

schoolgemeenschap als het in diepere zin gaat om levensbeschouwelijke waarden? Hoe

betekenisvol zijn dergelijke waarden voor de kwaliteit van ‘goed onderwijs’ en voor ons

gedrag naar elkaar toe?

Het antwoord ligt niet voor het oprapen. We leven immers in een samenleving die steeds

minder gemeenschappelijke tradities heeft. Vaker hebben collega’s, ouders en schoolleiding

binnen of buiten een geloofstraditie een persoonlijke visie ontwikkeld over wat voor hen het

leven betekent en welk gedrag daarbij past. Leerlingen komen in aanraking met

onderscheiden levensvisies. Diversiteit in levensbeschouwelijke opvattingen is een

maatschappelijke realiteit7.

De reis

Hoe komen we vanuit een individuele waardeoriëntatie tot gemeenschappelijk aanvaarde

gedragingen en gedeelde doelen? Laten we een metafoor gebruiken die het zoeken naar een

Page 164: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 164 van 183

antwoord op deze vraag verbeelden kan, en die bovendien onze zoektocht vanuit ieders

individuele principes of bronnen met gemeenschappelijke doelen kan verbinden. Een

metafoor die past bij het leven van Jezus van Nazareth: een reis8.

Ieder vertrekt vanuit de coördinaten van zijn of haar overtuigingen. Deze overtuigingen heb

je impliciet of expliciet in je systeem opgeslagen. We komen samen als deelnemers aan de

school en vragen ons af wat we in onze gezamenlijke bagage meenemen. Uiteraard alle

benodigdheden voor ‘goed onderwijs’, zoals een school dat wil vormgeven: vakinhoud,

didactiek en pedagogiek9. En wat nemen we mee als het om levensbeschouwelijke

uitgangspunten gaat? We richten ons op getoond gedrag: hoe laten we zelf zien wat een

goed mens is en hoe we goed leven vorm geven?10

Onze bagage

We nemen ‘aandacht’ voor elkaars vertrekpunt mee. De individuele deelnemers aan de reis

hebben immers hun persoonlijke beginselen, principes en overtuigingen, al of niet

gecodificeerd in bronnen: ieders vertrekpunt.

‘Aandacht’ in onze koffer gaat verder dan respect alleen; het gaat om oprechte interesse in

elkaars opvattingen, in ontmoeting11. We nemen een sjabloon van een kaart mee die we

voor een deel samen gaan invullen. Deze kaart helpt ons de schoolomgeving zo te zien dat

het een plaats is waar je mag groeien, waarin je je veilig voelt, waarin een ander zich bij jou

veilig kan voelen en waar een ander kan groeien en kan worden wie hij of zij is. Deze kaart

helpt ons om scherper in beeld te krijgen wat goed onderwijs, een goed mens zijn en goed

leven inhoudt.

Wat verder niet mag ontbreken in onze bagage is een compendium met een historisch

overzicht van waar de school vandaan komt. De school staat op een katholieke

voedingsbodem, die het denken over de samenleving, over omgang met elkaar in hoge mate

heeft beïnvloed. We erkennen en waarderen deze bron, een wezenlijk onderdeel van onze

erfenis, en willen deze tot uitdrukking brengen in onze cultuur.12

Als we uitgaan van de metafoor, dan is een GPS onontbeerlijk. Deze geeft onze positie weer.

We oriënteren ons op het gedrag dat leerlingen, docenten, staf en schoolleiding vertonen.

Met een kompas zal eenieder vervolgens een eigen positie bepalen en dus ook de eigen

bijdrage aan het collectief gedrag afmeten.

Onze oriëntatiepunten

Welke bakens zijn van belang? ‘Goed onderwijs’ omdat dit niet af is, als leerlingen zich niet

kunnen spiegelen aan gedrag, passend bij de schoolgemeenschap, dat gericht is op een goed

mens zijn en goed leven.

Een goed mens als baken, maar wat verstaan we onder een goed mens? Veel mensen

hebben direct een beeld of gevoel bij ‘een goed mens’13. Het gaat er vooral om dat we in ons

gedrag laten zien en merken wat een goed mens is. Bijvoorbeeld dat je een ander wil

ondersteunen, wil helpen en kansen wil bieden. In de verschillende godsdiensten, en ook in

niet-godsdienstige levensbeschouwingen, zijn er regels, aanbevelingen, of ‘goede werken’

geformuleerd. Een goed mens is uiteraard ook zichtbaar in de dagelijkse omgang op school:

iemand bijstaan met goede raad, zonder aarzeling hulp en ondersteuning bieden daar waar

nodig. En misschien het meest moeilijke: het vergeven van elkaar vanuit de opvatting dat je

iedere dag opnieuw mag beginnen.

Goed leven ten slotte gaat verder dan een prima organisatie van de schoolgemeenschap en

heldere afspraken. Onderlinge verbondenheid is het levenselixer van de gemeenschap. Goed

Page 165: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 165 van 183

leven is daarmee vooral merkbaar aan de ontplooiingskansen, aan de tolerantie, aan

intellectuele en morele vrijheden die je elkaar gunt, aan de steun en zorg die je elkaar geeft.

Goed leven fundeert goed onderwijs en maakt het mogelijk een goed mens te zijn14.

Op koers blijven

Opvattingen over ‘een goed mens’ en ‘goed leven’ kunnen en mogen verschillen en vanuit

diverse bronnen komen. We zijn op koers als uit ons gedrag blijkt dat we werk maken van

een goed mens en goed leven. Vanuit onze katholieke voedingsbodem is Ons Middelbaar

Onderwijs continu alert op ontwikkelingen in de samenleving. Wij blijven met elkaar in

gesprek. Dit document beoogt een handreiking te zijn om het gesprek in elke afzonderlijke

school aan te gaan. En in dialoog op de volgende vragen een antwoord vinden: wat betekent

dit voor ons als leerlingen, als ouders, als docenten? Wat merk je ervan op school? Zo luidt

de opdracht.

Verantwoording proces en verwijzingen

Deze tekst in tot stand gekomen in dialoog tussen de leden van de werkgroep identiteit, in

dialoog met de rectoren en na raadpleging van externe belanghebbenden met als primaire

vraag: hoe kunnen we in de schoolpraktijk in het gedrag betekenis geven aan het evangelie?

Na totstandkoming van de tekst is gezocht naar ondersteunende wetenschappelijke

literatuur. Overigens wordt slechts een beperkt overzicht geboden van literatuur met als

voornaamste doel lezers in staat te stellen zich verder te verdiepen in achtergronden.

Daarom zijn ook soms relevante citaten opgenomen.

De verwijzingen sluiten aan bij bepaalde passages via genummerde verwijzingen.

Bronnen

1

Het Evangelie is de primaire bron in deze tekst.

2

Kees Schuyt, Het onderbroken ritme. Opvoeding, onderwijs en sociale cohesie in een

gefragmenteerde samenleving , Kohnstamm-lezing, 2001, Amsterdam.

De grootste kracht van opvoeding en onderwijs ligt en heeft altijd gelegen in een autonome

opdracht, die de belangrijkste doeleinden in zichzelf vindt. Die opdracht zou ik voor de

opvoeding willen formuleren als het bijdragen aan de vorming van zelfstandig handelende,

autonome personen, vooral door cognitieve, affectieve, morele en sociale vermogens van

jonge ongevormde mensen tot ontwikkeling te brengen. Voor het onderwijs zou ik deze

autonome doeleinden formuleren als het tot ontwikkeling brengen, tot bloei – als ik zo’n

ouderwets aristotelisch woord mag gebruiken – brengen van leerlingen en studenten, zowel

in intellectuele en morele, als in affectieve en sociale zin.

Ton Roumen, Pedagogiek van de aandacht, 2008, p.32, Zoetermeer.

Roumen stelt (verwijzend naar Anselm Grün): opvoeding en onderwijs zijn er op gericht

jonge mensen de mogelijkheid te bieden hun eigen onaantastbare waardigheid te leren

ontdekken en die met elkaar te leren delen, om zo de rijkdom van het menselijk leven en de

menselijke liefde te ervaren.

In het kielzog van Benedictus van Nursia (480-547) schrijft hij (p.39): Het benedictijnse

pedagogische concept wordt in het Duits kernachtig aangeduid als ganzheitliche Bildung en

laat zich daarmee karakteriseren als een integrale pedagogiek die zich richt op de gehele

mens, op zijn ontwikkeling en zijn heling. Deze pedagogiek wil de beperkende opvatting van

leren waarin alleen maar kennis wordt overgedragen, overstijgen. Naast de aandacht voor

cognitieve vorming wordt daarom ook de nadruk gelegd op sociale, ethische, praktische,

kunstzinnige en religieuze aspecten van de vorming. Het is de bedoeling dat de hele persoon

Page 166: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 166 van 183

wordt aangesproken. Er wordt niet alleen een appel gedaan op het verstand, maar ook op

het lijf, het sociale gevoel en de emoties. Leren is immers meer dan alleen verstandelijk

leren.

Lia van Aalsum, Spiritualiteit in het onderwijs. Een handreiking (Met een inleiding van prof.

dr. Kees Waaijman), pp. 13-18, Delft.

Zij belicht een viertal facetten van het pedagogisch handelen, te weten de bijdrage aan a) de

zelfvorming tot zelfstandig en redelijk denkend wezen, b) de ontwikkeling van een

altruïstisch ingestelde menselijkheid, c) het sociale vermogen, en d) de vorming ‘hoofd, hart

en handen’. Elders beschrijft Van Aalsum in haar boek dat we in de afgelopen decennia de

filosofische, levensbeschouwelijke, morele en spirituele vorming als een wezenlijk element

van onderricht misschien wel het scherpst zijn gaan missen (p.110).

3

P. van Tongeren & K. Plasman-de Roo (red.), Voorbeeldig onderwijs 2007 (pp. 60-69)

(Annalen van het Thijmgenootschap jg. 95, afl. 2), Nijmegen.

4

Parker Palmer, The Courage to Teach: Exploring the Inner Landscape of a Teacher’s Life.

1998, San Franscisco.

Parker Palmer, Leraar met hart en ziel. Over persoonlijke en professionele groei (vertaling

van Palmer, 1998), 2005, Groningen/Houten.

5

Monique van Dijk-Groeneboer (red.), Handboek jongeren en religie, Katholieke, protestantse

en islamitische jongeren in Nederland. 2010, Almere.

6

Joost Dupont, Identiteit is kwaliteit. De identiteitstheorie van Paul Ricoeur – als voorstudie

voor een verheldering van de identiteit van katholieke basisscholen in Nederland. 2010,

Budel: Damon (dissertatie).

De vraag naar identiteit is ook belangrijk zoals wij het woord ‘belangrijk’ meestal begrijpen,

namelijk als ‘van grote betekenis voor ons’. Het is een vraag naar ‘de werkelijkheid die wij

zijn’. En als wij iets van grote betekenis vinden dan is het wel die werkelijkheid. Met grote

interesse houden wij ons bezig met onszelf. Wij zoeken onszelf. Wij willen onszelf vinden. Wij

willen écht onszelf zijn. Wij willen authentiek zijn. We zoeken inspirerende bronnen,

spirituele bronnen, ‘allerlei’ bronnen, die ons leren te worden wie wij zijn. Ook organisaties

willen zich ‘authentiek’ profileren. Zij stellen daartoe een visie op. Zij verwoorden een missie.

Zij wensen een krachtig imago. Zij denken na over wat de bedoeling is van wat zij doen en

hoe zij dat beter kunnen doen. Het woord identiteit is een etiket voor al deze interesses van

personen en organisaties (p.18). Zie pp. 222-224 voor een ethiek van het gesprek rond

identiteit.

7

Erik Borgman, Overlopen naar de barbaren. Het publieke belang van religie en

christendom. 2011, Kampen.

Erik Borgman ziet deze levensbeschouwelijke diversiteit niet alleen als een realiteit of laat

staan als een bedreiging, maar als een kans: deze diversiteit is ‘de geboorteplaats van

nieuwe inzichten’. Zo toont precies de botsing van visies zich als de ruimte waarin de

waarheid en de goedheid, die wij zoeken en waarvan wij leven, als wijkende horizon altijd al

aanwezig zijn. Zij vallen niet samen met een van de ingenomen posities, maar lichten op in

Page 167: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 167 van 183

de botsing van deze posities. Het gaat er dus niet om al polderend te proberen de clash of

universalisme te voorkomen. Het gaat erom deze clash zich constructief – dat wil zeggen

zonder geweld en in zo groot mogelijke openheid en vrijheid – maar wel in alle noodzakelijke

heftigheid te laten voltrekken. In het geloof dat zo niet de waarheid en de goedheid verloren

gaan, maar zich tonen in de vonken die van de botsing afspatten. (pp.89-90).

8

T. Roumen, De spirituele weg van verandering. Zoeken naar authenticiteit. 2006,

Zoetermeer.

9

Bill Banning, “Een professionele leraar geeft les met hart en ziel en met kennis van zaken”.

In: L. Braeckmans (red.), De leraar met hart en ziel. Naar een pedagogiek van liefde en

vrijheid 2011, pp. 65-182, Diroo Academia, nr. 17, Gent.

10

F.A.J. Korthagen, Leraren leren leren. Realistisch opleidingsonderwijs, geïnspireerd door Ph.

A. Kohnstamm (Inaugurele rede, 1998, Universiteit van Amsterdam). Geraadpleegd op 7-2-

2003,http://www.waarden.org/studie/hoeken/2artikelen/korthagen/.

Ik sluit aan bij Kohnstamm als ik stel dat veel blijvende leerervaringen voortkomen uit een

wezenlijke ontmoeting, die ontmoeting tussen leraar en leerling waarin beiden aanwezig zijn

vanuit hun wezenlijke identiteit. (Kohnstamm,1929, p.60 spreekt over "het eigenste en

diepste ik" en gaat in dit verband in op het wezen van de "ziel".) Dat vraagt van leraren durf,

enthousiasme en betrokkenheid (op de leerling en op de eigen waarden), maar het

veronderstelt ook dat leraar en leerlingen op een respectvolle wijze met elkaar leren

omgaan. Geen geringe opgave in grote, multicultureel samengestelde klassen. In hun

ontmoeting komen leraar en leerlingen dan ook tevens in contact met grenzen die inherent

zijn aan hun persoonlijkheden en aan de situationele omstandigheden. Juist door het ervaren

van zulke grenzen wordt bewustzijn over normen en waarden bevorderd en ontwikkelen zich

het zelfverstaan èn respect voor de eigenheid van anderen. Behalve dat de ontmoeting de

leraar en leerling (en leerlingen onderling) in contact brengt met grenzen, normen en

waarden, schept ze ook de uitdagende noodzaak van het zoeken naar nieuwe, door alle

actoren geaccepteerde mogelijkheden tot samen werken en leren; het gaat dus tevens om

een proces van creatie (uiteraard binnen de randvoorwaarden van de school en de

maatschappelijke context).

Met betrekking tot de nadruk op ‘getoond gedrag’ kan verwezen worden naar de hier

genoemde oratie van Korthagen waar hij het inmiddels bekende lagenmodel uitgewerkt

heeft. Gedrag is voor Korthagen nooit alleen maar gedrag, maar staat altijd verbonden zijn

met bekwaamheden, overtuigingen, gevoelens, (professionele en persoonlijke) identiteit en

de laag van betrokkenheid. Anders gezegd, het gedrag wordt gekleurd door de persoon in

alle lagen van zijn persoonlijkheid.

Idem, Waar doen we het voor? Op zoek naar de essentie van goed leraarschap(Oratie

Universiteit Utrecht). Utrecht. Geraadpleegd op 6-06-

2009,http://kernreflectie.nl/Media/pdf/oratie_UU-Waar_doen_we_het_voor.pdf.

Erik P.N.M. Borgman, Met het oog op goed leven, Cobbenhagen en onze universitaire

cultuur. Tilburg, 2011.

11

Dupont hierboven aangehaald werk, 2010, p. 223:

Een tweede voorwaarde voor een goed gesprek is dat gesprekspartners inderdaad partners

zijn, dat wil zeggen het doel hebben samen te werken, en dat wil hier zeggen: het doel

Page 168: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 168 van 183

hebben elkaar te begrijpen. (…) Gesprekspartner zijn betekent openstaan voor andere

interpretaties van praxis dan de eigen interpretatie. Die openheid voor het andere is de

voorwaarde voor vernieuwing van de eigen inzichten (…).

Th. van Veldhoven, “Ontvangen als intersubjectieve act”, in: De intersubjectiviteit van het

zijn: keuze uit het werk van Prof. dr. Th. van Velthoven, inleiding door J.A. Aertsen, 1988,

Kampen.

Een geslaagd gesprek bestaat niet in een confrontatie van twee of meer reeds in zich

geconstitueerde gedachten om deze met elkaar te vergelijken of om ze tegen elkaar in door

te zetten, maar in een ontmoeting, waardoor het denken van beiden door eigen en

andermans bijdrage verder ontwikkeld wordt (p.67).

In de voetnoot vermeldt hij een citaat van Hans-Georg Gadamer Wahrheit und Methode,

Grundzüge einer philosophischen Hermeneutik, 1965/1975, Mohr, p.360): "Verständigung im

Gespräch ist nicht ein blosses Sichausspielen und Durchsetzen des eigenen Standpunktes,

sondern eine Verwandlung ins Gemeinsame hin, in der man nicht bleibt, was man war"

Monique van Dijk-Groeneboer, “Het religieuze landschap van middelbare scholieren”

In: Handboek jongeren en religie, Katholieke, protestantse en islamitische jongeren en

Nederland, Almere, 2010, pp. 107-119.

12

Monique van Dijk-Groeneboer, “Het religieuze landschap van middelbare scholieren”

In: Handboek jongeren en religie, Katholieke, protestantse en islamitische jongeren en

Nederland, Almere, 2010, pp. 107-119.

Toke Elshof, “Religieuze erfenissen” in: Handboek jongeren en religie, Katholieke,

protestantse en islamitische jongeren en Nederland, Almere, 2010, pp121 139.

YOUCAT, Nieuwe officiële jongerencatechismus, De nieuwe jeugdcatechismus voor de

Wereldjongerendagen 2011, Lannoo.

N. Dullemans en anderen (redactie), Katholieke scholen, vertrouwen in schoolpraktijken,

deel 4 KBVO, november 1979.

13

Over deze vraag is een overvloed van informatie te vinden. Wij beperken ons hier tot een

verwijzing naar google, scholieren.com, forum waar leerlingen (op 3/4/2012) discussiëren

over een “wat is een goed mens”.

14

H.P.J Witte, Een ignatiaans perspectief op de ongemakkelijke verhouding van spiritualiteit en

theologie. 2011, Tilburg

Page 169: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 169 van 183

Bijlage 13: Begrippenlijst

A

Atheneum Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk

onderwijs (vwo) zonder de klassieke talen Grieks en

Latijn (voor 12 – 18 jarigen.

B

Basisberoepsgerichte

leerweg

Leerweg binnen het vmbo met de meeste praktijkelementen.

Hierna kunnen leerlingen doorstromen naar mbo-opleidingen

op niveau 2.

Bureau OMO (of OMO-

bureau)

Het gemeenschappelijke dienstverlenende orgaan van Ons

Middelbaar Onderwijs, gehuisvest in Tilburg.

B-/K-leerwegen Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerwegen in

het vmbo.

Bovenbouw De bovenbouw is de algemene benaming voor het derde en

vierde leerjaar van het vmbo, de vierde en vijfde klassen van

de havo, en de vierde, vijfde en zesde klassen van het vwo.

Brinnummer Het Ministerie heeft aan alle onderwijsinstellingen een Brin-

nummer toegekend (Brin: basisregistratie instellingen).

C

Cambridge certificate Internationaal erkend Engels examen.

Collectief schoolleiders

overleg (CSO)

Vergadering bestaande uit alle (interim) OMO schoolleiders en

de raad van bestuur. Het CSO vindt circa 7 keer per jaar

plaats.

Cultuurprofielschool School waarbij kunst en cultuur prominent op het rooster

staat.

Current ratio Ook wel liquiditeit genoemd. Kengetal dat aangeeft in

hoeverre een organisatie in staat is aan de korte termijn

verplichtingen te kunnen voldoen. Wordt berekend door het

totaal van de korte termijn vorderingen, beleggingen en de

liquide middelen te delen door alle korte termijn

verplichtingen.

Curriculum Het geheel van cursussen/programma’s en de inhoud ervan,

die leerlingen op hun school krijgen aangeboden.

D

Daltononderwijs Onderwijssoort waarbij de nadruk ligt op keuzevrijheid voor de

leerling, samenwerking met andere leerlingen en de

ontwikkeling van zelfstandigheid,

Doorstroom De weg die leerlingen tijdens hun schoolcarrière binnen een

school afleggen.

Deelneming Een rechtspersoon waarop direct of indirect invloed kan

worden uitgeoefend.

E

Eigen vermogen Voor te stellen als het bedrag dat resteert wanneer alle

bezittingen worden verkocht en alle schulden afgelost.

ELOS Netwerk van vo-scholen die hun leerlingen onder meer de

mogelijkheid bieden twee talen op hoog niveau te leren. Het

taalonderwijs dient te voldoen aan een bepaalde

kwaliteitsstandaard per schooltype.

Enkelvoudige

jaarrekening

In de enkelvoudige jaarrekening zijn alleen de financiële

gegevens van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs

opgenomen, zonder de financiële gegevens van verbonden

Page 170: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 170 van 183

partijen.

F

Full time equivalent (fte) De omvang van een dienstverband. Ook wel werktijdfactor

genoemd. Eén fte staat voor een volledig (full-time)

dienstverband.

Functiemix De verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de

verschillende salarisschalen (LB, LC, LD en LE).

G

Geconsolideerde

jaarrekening

In de geconsolideerd jaarrekening zijn, naast de financiële

gegevens van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, tevens

de financiële gegevens van verbonden partijen opgenomen.

Gemengde leerweg Leerweg binnen het vmbo met een combinatie tussen theorie

en praktijk. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op

niveau 3 en 4.

Gymnasium Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

(vwo) met de klassieke talen Grieks en Latijn (voor 12 – 18

jarigen).

H

havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs, het op één na hoogste

niveau binnen het voortgezet onderwijs. Opleiding duurt vijf

jaar. Het is algemeen vormend (theoretisch) en geen

beroepsopleiding; het havodiploma is een startkwalificatie en

is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger

beroepsonderwijs)

I

Impairment Vergelijking van de boekwaarde van materiële activa met de

reële waarde die deze activa hebben. Als de reële waarde

lager is dan de boekwaarde vindt een afboeking van de activa

plaats ten laste van het resultaat.

Instroom Het geheel van het aantal personen dat een nieuwe opleiding

begint en daarom wordt geteld.

J

Jenaplanonderwijs Een vorm van vernieuwingsonderwijs. Kenmerken zijn dat

meerdere leerjaren gemengd worden in een klas, die

vervolgens weer in verschillende klassen wordt gesplitst.

Daarnaast is zelfstandigheid belangrijk, in combinatie met het

werken in en presteren als groep.

K

Kaderberoepsgerichte

leerweg

Leerweg binnen het vmbo voor praktisch ingestelde leerlingen.

Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4.

Kapitalisatiefactor Kengetal dat laat zien of een instelling te veel kapitaal

aanhoudt voor zijn activiteiten. De kapitalisatiefactor wordt

berekend door van het balanstotaal van een instelling de

bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en het

dan overblijvende bedrag te delen door het totaal van de

jaarlijkse baten.

L

Leerweg ondersteunend

onderwijs

Onderwijs in de leerwegen van het vmbo met extra zorg en

begeleiding.

Liquiditeit Zie current ratio.

Page 171: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 171 van 183

LOOT-school Landelijk overleg onderwijs en topsport-school. Een school

voor voortgezet onderwijs die toptalenten in sport ondersteunt

om hun schoolcarrière met hun topsport te combineren.

Lyceum School voor voortgezet onderwijs waar voorbereidend

wetenschappelijk onderwijs (vwo) en hoger algemeen

voortgezet onderwijs (havo) gevolgd kan worden (voor 12- tot

18-jarigen)

M

mavo Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Ook wel de

theoretische leerweg van het vmbo of vmbo-t genoemd.

N

O

Onderbouw De onderbouw is de algemene benaming voor het eerste en

tweede leerjaar van het vmbo, de eerste, de tweede en derde

klassen van de havo, en de eerste, tweede en derde klassen

van het vwo.

Onderwijsondersteunend

personeel

Personeel niet behorend tot de functiecategorieën directie en

onderwijzend personeel; voorbeelden administratief

medewerker, conciërge, onderwijsassistent, technisch

assistent etc.

Overhead Het aandeel van de financiële middelen die, of het personeel

dat niet direct ten goede komt van het onderwijsproces.

P

Praktijkonderwijs Verzorgt onderwijs voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 20

jaar die op grond van hun capaciteiten niet in staat zijn om

een diploma van het vmbo te behalen. Een leerling kan

worden toegelaten op grond van een beschikking van een

regionale Verwijzingscommissie (RVC). Het praktijkonderwijs

heeft als doel leerlingen voor te bereiden op een zo zelfstandig

mogelijk functioneren in de samenleving.

Q

R

Rentabiliteit De verhouding tussen het financiële resultaat en de totale

baten.

S

Schoolondersteunings-

profiel

In het schoolondersteuningsprofiel legt een school ten minste

eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan

bieden aan leerlingen die dat nodig hebben.

Solvabiliteit Verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen

op de balans.

Startkwalificatie Het in de ogen van de Nederlandse overheid minimale

onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam

geschoold werk in Nederland.

T

Technasium Onderwijsstroom voor havo en vwo, waarin de bėtavakken

centraal staan.

Theoretische leerweg Leerweg binnen het vmbo voor theoretisch ingestelde

leerlingen. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op

niveau 3 en 4.

Treasury Het beheren van het geld van de organisatie.

Tweetalig onderwijs

(TTO)

Tweetalig onderwijs houdt in dat bij niet talenvakken, als

bijvoorbeeld geschiedenis en biologie, een andere taal dan de

Page 172: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 172 van 183

moedertaal als instructie- en communicatietaal wordt gebruikt.

U

Uitstroom Het geheel van het aantal personen dat op een bepaald tijdstip

een bepaalde fase van onderwijs verlaat, al of niet met een

diploma.

Universumschool Een universumschool onderscheidt zich van andere scholen

doordat het extra aandacht geeft aan het bèta-onderwijs.

V

Vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Is ontstaan uit

de samenvoeging van vbo en mavo en sommige vormen van

voortgezet speciaal onderwijs. Bestaat uit 4 leerwegen:

theoretisch, gemengd, kaderberoepsgericht en

basisberoepsgericht.

Vmbo intersectoraal vmbo intersectoraal betreft die beroepsgerichte programma’s,

waarbij in het niet-doorstroom relevante deel van het

programma van de vier leerwegen onderdelen van de sectoren

Techniek, Zorg en Welzijn en Economie in samenhang worden

aangeboden.

Voortgezet onderwijs Onderwijs dat volgt op basisonderwijs. Bestaat uit het

praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo.

Voorziening Boekhoudkundig een grootboekrekening waarop meestal

periodiek bedragen worden gestort met als oogmerk het saldo

op enig moment in de toekomst aan te wenden voor het doel

waar de voorziening oorspronkelijk voor gevormd werd.

Vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bestaande uit

atheneum en gymnasium.

W

Weerstandsvermogen Het vermogen om tegenvallers te kunnen opvangen; het eigen

vermogen in verhouding tot de totale baten (inclusief

rentebaten).

X

Y

Z

Page 173: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 173 van 183

Bijlage 14: Lijst van veelgebruikte afkortingen

AOS Academische opleidingsschool

Bapo Bevordering arbeidsparticipatie ouderen

BRIN Basisregistratie instellingen

CSO Collectief schoolleidersoverleg

ELO Elektronische leeromgeving

ESoE Eindhoven School of Education

FPU Flexibel pensioen en uittreden

Fte Full time equivalent

GMR Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

havo Hoger algemeen vormend onderwijs

hbo Hoger beroepsonderwijs

ICT Informatie- en communicatietechnologie

IdU In-, door- en uitstroom

LB/LC/LD/LE Salarisschaal voor docenten

LOOT Landelijk overleg onderwijs en topsport

lwoo Leerwegondersteunend onderwijs

mavo Middelbaar algemeen vormend onderwijs

mbo Middelbaar beroepsonderwijs

MR Medezeggenschapsraad

NKO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders

OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

o/g Opgenomen geld

OMO Ons Middelbaar Onderwijs

OOP Onderwijsondersteunend personeel

OP Onderwijsgevend personeel

OSR OMO seniorenregeling

PrO Praktijkonderwijs

ROC Regionaal opleidingencentrum

RvB Raad van bestuur

RvT Raad van toezicht

Tto Tweetalig onderwijs

u/g Uitgegeven geld

vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

Page 174: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 174 van 183

Overige gegevens

Page 175: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 176: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 177: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 178: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 179: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 180: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 181: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 182: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop
Page 183: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Jaarverslag 20142014.omojaarverslag.nl/.../Jaarverslag_OMO_2014.pdf · 2015-06-26 · gebruik gemaakt van ICT in het onderwijs. Het beleid is erop

pag. 183 van 183

Resultaatbestemming

Het resultaat 2014 van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs van 0,3 miljoen euro is ten

gunste van de algemene reserve gebracht, waarbij 1,3 miljoen euro is onttrokken aan het

bestemmingsfonds private gelden.

Gebeurtenissen na balansdatum

Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan, die aanleiding geven tot het wijzigen van de jaarrekening.