Verantwoord werken
Transcript of Verantwoord werken
JeugdenCo 30 Jaargang 7, nr. 5, okt/nov 2013
In de nieuwe Jeugdwet wordt niet
gezegd wie zich wel en niet moet
registreren. Maar wel dat de werk-
gever verantwoorde zorg moet le-
veren en werk moet toedelen aan
geregistreerde professionals. Tenzij de
organisatie dat anders inschat. Met als ge-
volg dat de ene organisatie een ongeregi-
streerde werknemer inschakelt voor werk
dat een ander juist door een geregistreerde
professional laat doen.
“De inspectie vroeg: hoe kunnen wij dan
beoordelen of de zorg verantwoord is?”,
vertelt Berry Tijhuis, leider van het pro-
ject Ontwikkelen Kwaliteitskader verant-
woorde werktoedeling en afdelingshoofd
Arbeidszaken van Jeugdzorg Nederland.
“Het is natuurlijk erg tijdrovend als je elke
casus individueel moet beoordelen.” Daar-
om hebben de samenwerkende partijen
een normenkader opgesteld voor werk dat
door geregistreerde professionals verricht
moet worden. Geen eenvoudige opgave,
met zo’n breed werkveld als de jeugdzorg
en met zoveel verschillende opvoed- en op-
groeivragen. Tijhuis: “We hebben gekeken
welke taken medewerkers nu hebben en
wat specifieke kennis vraagt.”
Deze normen voor verantwoorde werk-
toedeling en het professioneel statuut
dat daarbij hoort, hebben voor de meeste
werknemers geen directe gevolgen. In het
professioneel statuut leggen organisaties
Organisaties mogen zelf bepalen of ze het nodig vinden om geregistreerde medewerkers in te zetten. Een normenkader kan daarbij behulpzaam zijn. Dat wordt nu ontwikkeld.
regiSTraTie
vAnuIt Het ImPlementAtIePlAn ProfessIonAlIserInG JeuGDZorG
Ben van Bruxvoort, bestuurslid Jeugdzorg Nederland:
“Het Kwaliteitskader kan gemeenten, pro-fessionals en organisaties na de transitie houvast bieden wat betreft de kwa-liteitseisen die ze aan profes-sionals horen te stellen. Een niet onbelangrijk nevenef-fect is dat organisaties daardoor één lijn kunnen trekken. Het type werk dat gedaan wordt, bepaalt na-melijk welke profes-sionele kwaliteit moet worden ingezet. Zo is meteen duidelijk voor gemeenten dat je bijvoor-beeld geen mbo-opgeleid iemand op bepaald werk kunt inzetten. De inspectie zal daar op toezien.De afgelopen jaren is met de landelijke stuurgroep professionalisering hard gewerkt aan de voorwaarden voor ‘een leven lang leren’. Zo zijn er competentieprofielen, op basis waarvan de hbo-opleidingen hun curriculum hebben aangepast. Ook bij or-ganisaties denkt men momenteel na over bij- en nascholing. Omdat professionals nu geregistreerd zullen worden, is aantoonbaar dat ze hun vak bijhouden en aan de vakbe-kwaamheidseisen blijven voldoen. En mocht dat ter discussie staan, dan is ook het tucht-recht geregeld.Jeugdzorg Nederland is een warm voor-stander van dit professionaliseringstraject.
Wij gunnen kinderen die extra steun nodig hebben
goede vakbekwame hulp-verleners. We gunnen onze
hulpverleners dat zij kwalitatief goed werk kunnen leveren en daarvoor de erkenning krijgen die zij verdienen. Natuurlijk zijn er ook nog knelpunten. Zoals gewoonlijk hebben die met geld te maken. Het is niet mogelijk om binnen het huidige scholings-budget de ambities waar te maken. Dit be-tekent dat we met de beroepsverenigingen slimme manieren moeten bedenken om zoveel mogelijk professionals te laten regi-streren. Dit lijkt haalbaar te zijn voor de hbo-opgeleiden: zij voldoen al aan inschrijfcriteria en bijscholen is goedkoper, mede omdat dat ook intern kan. De bijscholingskosten voor psychologen en orthopedagogen zijn veel duurder, en dus nog een torenhoge barrière. Daarvoor zoeken we nog naar oplossingen.”
VERANTWOORD WERKEN
Wij gunnen hulpverleners de erkenning die ze verdienen’‘
31 JeugdenCo Jaargang 7, nr. 5, okt/nov 2013
en de professionals vast welke rechten en
plichten ze hebben en hoe ze handelen
als er knelpunten ontstaan tussen wat de
organisatie eist en wat de beroepscode
voorschrijft. “Dit leidt vooral tot meer dui-
delijkheid over waarom een organisatie
bepaalde mensen wel laat registreren en
waarom dat voor anderen niet nodig is”,
legt Tijhuis uit. Dat laat onverlet dat een
werknemer zich altijd vrijwillig kan aan-
melden bij het BAMw-register of het regi-
stratietraject voor gedragswetenschappers.
PREVENTIEVE HOEKOrganisaties hoeven niet aan een quotum
van een bepaald aantal geregistreerde me-
dewerkers te voldoen. “Elke organisatie
kiest zelf wat nodig is. Organisaties die
zware, specialistische hulp leveren, zullen
bijvoorbeeld vaker meer geregistreerd per-
soneel hebben rondlopen dan organisaties
in de preventieve hoek.” Ook organisaties
die vrijwillige opvoedondersteuning bie-
den, hebben soms geregistreerd personeel
nodig. “Wie met een gezin een hulp- of
behandelingsplan moet opstellen, zal zich
misschien wel moeten registreren.” Bij de
beoordeling daarvan door de organisatie
staat niet de werkvorm centraal maar de
competenties waarover iemand moet be-
schikken.
Zodra het Kwaliteitskader verantwoorde
werktoedeling door de landelijke stuur-
groep is vastgesteld, is het in te zien op
de website professionaliseringjeugdzorg.
nl. Enkele voorbeelden: voor de jeugdzorg-
werker die in crisissituaties interventies
pleegt, is registratie nodig; niet voor de
bemiddelaar in de crisisopvang. Binnen
diezelfde crisisopvang is registratie wel
nodig voor degene die jongeren en ouders
behandelt of begeleidt.
ZWARE TAKENHet Kwaliteitskader wordt opgesteld in
overleg met beroepsgroepen en –vereni-
gingen, inspectie en cliënten en op basis
van sessies met mensen uit het werkveld.
“Met hen keken we welke bestaande func-
ties registratie nodig hebben, zoals AMK-
medewerkers, vertrouwenspersonen, lei-
dinggevenden, jeugdreclassering. Daaruit
vloeide een aantal kenmerken voort van
het werk dat zij doen. We keken onder
meer naar het beroepscompetentieprofiel.
Welke zware taken zitten er in dat profiel?
Die namen we in het normenkader mee.
Zo is er direct verband tussen wat de jeugd-
zorgwerker of gedragswetenschapper
moet kunnen en waarop hij kan worden
aangesproken.”
In principe staat in de functieomschrij-
vingen wat er van medewerkers verwacht
wordt en waarop hun salaris is gebaseerd.
Mocht iemand wat van hem gevraagd
wordt niet vinden stroken met de beroeps-
code, dan kan hij altijd het professioneel
statuut raadplegen. Voor de salarisstrook
maakt het geen verschil wat daarin staat.
“Het is meer dat je zichtbaar verantwoord
bezig bent.” •
Professionalisering jeugdzorg
Het Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg (IPJ) wil beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg helpen om optimale zorg en hulp te bieden. Om het professionele han-delen te verbeteren, hebben verschillende partijen in de jeugdzorg (werkgevers, be-roepsverenigingen en -registers, opleidin-gen en cliëntenorganisaties) een actieplan opgesteld. Professionalisering betekent dat beroepsbeoefenaars investeren in hun vakmanschap en dat organisaties investe-ren in hun vakmensen. Dit betekent: eisen stellen aan de vakbekwaamheid, per-manente educatie, ruimte voor reflectie, werken volgens beroepscodes, instellen van tuchtrecht en ruimte bieden aan pro-fessionele autonomie. De campagne met als slogan “Laat zien wat je waard bent” stimuleert beroepsregistratie van jeugd-zorgwerkers en gedragswetenschappers. Registratie is nu nog vrijwillig; binnenkort zijn jeugdzorgorganisaties wettelijk ver-plicht te werken met geregistreerde pro-fessionals. In elk nummer van JeugdenCo wordt op deze pagina’s de registratie van-uit verschillende hoeken belicht.Zie ook: www.professionaliseringjeugd-zorg.nl.
De redactionele verantwoordelijkheid voor deze pagina’s berust bij STIPJ
Nu is duidelijker waarom een organisatie iemand registreert’‘