Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en...

156
Handelsregister 9036504 Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ontwikkelingsmaatschappij Dhr. Frank Kremer Onderwerp: Briefrapportage broedvogels omgeving Jordens, Wolfheze Geachte heer Kremer, Hieronder vindt u de briefrapportage met de bevindingen van de verschillende veldonderzoeken betreffende kwalificerende broedvogels die voorkomen in de omgeving van de locatie Jordens te Wolfheze. Deze informatie was noodzakelijk op grond van de bevindingen van een Voortoets (Natuurbeschermingswet 1998) opgesteld door Bureau Natuurbalans. De Provincie Gelderland oordeelde dat aanvullend onderzoek nodig was om als informatie te dienen voor een Verslechterings- en Verstoringstoets, die opgesteld moet worden alvorens een vergunning ex artikel 19 NB-wet verleend kan worden voor het woningbouwproject Wolfsheide op de locatie Jordens. Verslag broedvogelonderzoek. Tijdens zes veldbezoeken aan het gebied Johannahoeve ten noorden van Wolfheze is de aanwezigheid van broedvogels genoteerd. Het betreft vijf terreinbezoeken in de ochtend en éénmaal ‘s avonds/’s nachts. Bovendien is aanvullende informatie verkregen van de terreinopzichter van de gemeente Arnhem, de heer J.Floor. Speciale aandacht werd besteed aan de zogenaamde kwalificerende broedvogelsoorten waarvoor het Natura2000 gebied Veluwe is aangewezen. De veldbezoeken vonden plaats op 1 mei, 5 juni en 10 juli 2007 en 22 april en 14 mei 2008. Daarnaast werd op 11 juli 2008 nog een nachtelijk veldbezoek gebracht om de aan- of afwezigheid van Nachtzwaluwen vast te stellen. De data vielen allen binnen het seizoen waarin broedvogels en de verschillende relevante soorten goed waargenomen kunnen worden. De veldbezoeken duurden minimaal 3 uur per keer en vonden overdag plaats in de vroege ochtend, ’s nachts vanaf het invallen van de avond (schemerperiode tot na middernacht). De weersomstandigheden waren tijdens alle veldbezoeken gunstig. De veldbezoeken werden uitgevoerd door een ter zake deskundig ornitholoog met 35 jaar veldervaring (Dhr. Drs. J.H. Beekman, ecoloog van ARCADIS). 's Hertogenbosch, 30 maart 2009 Contactpersoon: J.H. (Jan) Beekman Telefoonnummer: 06-27062232 E-mail: j.h.beekman @arcadis.nl Ons kenmerk: Projectnummer: DIVISIE MILIEU & RUIMTE ARCADIS NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-Hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl

Transcript of Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en...

Page 1: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

Handelsregister 9036504

Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ontwikkelingsmaatschappijDhr. Frank Kremer

Onderwerp:

Briefrapportage broedvogels omgeving Jordens, Wolfheze

Geachte heer Kremer,

Hieronder vindt u de briefrapportage met de bevindingen van de verschillende veldonderzoeken betreffende kwalificerende broedvogels die voorkomen in de omgeving van de locatie Jordens te Wolfheze. Deze informatie was noodzakelijk op grond van de bevindingen van een Voortoets (Natuurbeschermingswet 1998) opgesteld door Bureau Natuurbalans. De Provincie Gelderland oordeelde dat aanvullend onderzoek nodig was om als informatie te dienen voor een Verslechterings- en Verstoringstoets, die opgesteld moet worden alvorens een vergunning ex artikel 19 NB-wet verleend kan worden voor het woningbouwproject Wolfsheide op de locatie Jordens.

Verslag broedvogelonderzoek.Tijdens zes veldbezoeken aan het gebied Johannahoeve ten noorden van Wolfheze is de aanwezigheid van broedvogels genoteerd. Het betreft vijf terreinbezoeken in de ochtend en éénmaal ‘s avonds/’s nachts. Bovendien is aanvullende informatie verkregen van de terreinopzichter van de gemeente Arnhem, de heer J.Floor. Speciale aandacht werd besteed aan de zogenaamde kwalificerende broedvogelsoorten waarvoor het Natura2000 gebied Veluwe is aangewezen.

De veldbezoeken vonden plaats op 1 mei, 5 juni en 10 juli 2007 en 22 april en 14mei 2008. Daarnaast werd op 11 juli 2008 nog een nachtelijk veldbezoek gebracht om de aan- of afwezigheid van Nachtzwaluwen vast te stellen. De data vielen allen binnen het seizoen waarin broedvogels en de verschillende relevante soorten goed waargenomen kunnen worden. De veldbezoeken duurden minimaal 3 uur per keer en vonden overdag plaats in de vroege ochtend, ’s nachts vanaf het invallen van de avond (schemerperiode tot na middernacht). De weersomstandigheden waren tijdens alle veldbezoeken gunstig. De veldbezoeken werden uitgevoerd door een ter zake deskundig ornitholoog met 35 jaar veldervaring (Dhr. Drs. J.H. Beekman, ecoloog van ARCADIS).

's Hertogenbosch,

30 maart 2009

Contactpersoon:

J.H. (Jan) Beekman

Telefoonnummer:

06-27062232

E-mail:

[email protected]

Ons kenmerk:

Projectnummer:

DIVISIE MILIEU & RUIMTE

ARCADIS NEDERLAND BV

Utopialaan 40-48

Postbus 1018

5200 BA 's-Hertogenbosch

Tel 073 6809 211

Fax 073 6144 606

www.arcadis.nl

Page 2: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

Ons kenmerk:

Pagina:

2/3

Kwalificatie als broedvogel vond plaats als een soort meer dan één keer zingend werd aangetroffen, er sprake was van broedindicerend gedrag, of wanneer de soort in beide jaren samen minimaal drie van de vijf dagbezoeken werd waargenomen.

Aangetroffen soorten die als broedvogel kwalificeren zijn in onderstaande tabel weergegeven. Bovendien is aangegeven in welk biotoop de soort is aangetroffen, om hoeveel exemplaren het ging en of de soort de status van kwalificerende soort heeft voor Natura2000-gebied Veluwe.

soort biotoop(indicatief)

aantal kwalificerend

Appelvink bos 1 NeeBoomkruiper bos 2 NeeBoomleeuwerik heide 1 JaBoompieper heide 6 NeeBuizerd bos 1 NeeFitis heide > 10 NeeGaai bos 2 NeeGeelgors heide 1 NeeGoudhaan bos 3 NeeGraspieper heide 1 NeeGroenling bos 4 NeeGrote Lijster bos 2 NeeHavik bos 1 NeeHeggemus bos 3 NeeHolenduif bos 2 NeeHoutduif bos 8 NeeKoolmees bos 6 NeeMerel bos 3 NeePimpelmees bos 2 NeePutter bos 4 NeeRoodborst bos 6 NeeRoodborsttapuit heide 2 JaSpreeuw bos 1 NeeStaartmees bos 3 NeeTjiftjaf bos 8 NeeTorenvalk heide 1 NeeVink bos >10 NeeWinterkoning bos 6 NeeZanglijster bos 4 NeeZwartkop bos 3 NeeZwarte Mees bos 2 NeeZwarte Kraai bos 1 Nee

Page 3: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

Ons kenmerk:

Pagina:

3/3

Op bijgevoegde kaart zijn de locaties weergegeven van de waargenomenkwalificerende soorten, te weten de Boomleeuwerik en de Roodborsttapuit. Deze bevinden zich op het heideterrein van Johannahoeve, op minmaal 100 meterafstand van de bestaande wandelpaden.

De resultaten van dit broedvogelonderzoek worden gebruikt voor het opstellen van een Verstorings- en Verslechteringstoets ten behoeve van een vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet bij de Provincie Gelderland(Bevoegd Gezag in deze). Indien u naar aanleiding van deze briefrapportage nog vragen heeft, kunt u contact met mij opnemen.

Hoogachtend, met vriendelijke groet,

Drs Jan BeekmanARCADISAdviesgroep Natuur en Archeologie.

Page 4: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

VAN WANROOIJ-VAN SCHIJNDEL BOUW- EN

ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ B.V.

DEFINITIEF

9 december 2009

074440329:0.1

110503.200432.0120

Page 5: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 2

Inhoud

Samenvatting___________________________________________________________________ 4

1 Inleiding ____________________________________________________________________ 6

1.1 Aanleiding_______________________________________________________________ 6

1.2 Verloop project___________________________________________________________ 6

1.3 Doelstelling ______________________________________________________________ 7

1.4 Opbouw rapport _________________________________________________________ 7

2 Gebiedsbeschrijving__________________________________________________________ 8

2.1 Projectgebied ____________________________________________________________ 8

2.2 Voorgenomen werkzaamheden en activiteiten _______________________________ 10

2.3 Mogelijke effecten herinrichting____________________________________________ 11

3 Juridisch kader______________________________________________________________ 12

3.1 Natuurbeschermingswet 1998 _____________________________________________ 12

3.1.1 Procedure ________________________________________________________ 12

3.1.2 Voortoets ________________________________________________________ 14

3.2 Passende Beoordeling ____________________________________________________ 15

3.2.1 Verslechtering ____________________________________________________ 15

3.2.2 Verstoring________________________________________________________ 16

3.2.3 Significantie ______________________________________________________ 16

3.3 Beoordelingskader _______________________________________________________ 16

3.3.1 Inleiding _________________________________________________________ 16

3.3.2 Habitattypen en typische soorten Veluwe______________________________ 17

3.3.3 Habitatrichtlijnsoorten en vogelrichtlijnsoorten Veluwe __________________ 18

4 Aanwezigheid habitattypen en soorten_______________________________________ 20

4.1 Projectgebied en verstoringszone___________________________________________ 20

4.2 Aanwezige habitattypen __________________________________________________ 20

4.3 Habitatrichtlijn- en vogelrichtlijnsoorten _____________________________________ 22

4.3.1 Aanwezigheid Habitatrichtlijnsoorten en typische soorten ________________ 22

4.3.2 Vogelrichtlijnsoorten _______________________________________________ 23

4.4 Samenvatting ___________________________________________________________ 25

5 Effecten____________________________________________________________________ 26

5.1 Inleiding________________________________________________________________ 26

5.2 Uitgangspunten effectbeoordeling _________________________________________ 26

5.3 Effecten ________________________________________________________________ 26

5.3.1 Habitatvernietiging door ruimtebeslag ________________________________ 26

5.3.2 Verstoring door licht en geluid_______________________________________ 27

5.3.3 Onttrekking grondwater____________________________________________ 27

5.3.4 Toename recreatie_________________________________________________ 27

5.3.5 Overige effecten __________________________________________________ 28

Page 6: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 3

5.4 Cumulatieve effecten_____________________________________________________ 28

5.4.1 Ontwikkeling locatie Willemsen, Wolfheze_____________________________ 29

5.4.2 Activiteiten rond Ede_______________________________________________ 29

5.4.3 Bennekom _______________________________________________________ 31

5.5 Samenvatting ___________________________________________________________ 31

6 Toetsing significantie _______________________________________________________ 32

6.1 Habitattypen en typische soorten___________________________________________ 32

6.1.1 Habitattypen______________________________________________________ 32

6.1.2 Typische soorten __________________________________________________ 32

6.2 Habitatrichtlijnsoorten ____________________________________________________ 32

6.3 Vogelrichtlijnsoorten _____________________________________________________ 32

6.4 Aanvullende maatregelen _________________________________________________ 34

7 Conclusies__________________________________________________________________ 35

7.1 Effecten herinrichting locatie Jordens _______________________________________ 35

7.2 Aanvullende maatregelen _________________________________________________ 35

7.3 Juridische consequenties __________________________________________________ 36

8 Bronnen____________________________________________________________________ 37

Bijlage 1 Kaart habitatrichtlijnsoorten _____________________________________________ 39

Colofon _______________________________________________________________________ 40

Page 7: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 4

Samenvatting

Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij BV (Van Wanrooij) en

de Gemeente Renkum hebben plannen voor de herinrichting van locatie Jordens te

Wolfheze.

Een deel van het plangebied is vooralsnog begrensd aan het Natura 2000-gebied Veluwe

(aangewezen in het kader van Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn door aanwezigheid van

soorten die zijn opgenomen in de lijsten van de Conventie van Bern). Projecten en

handelingen, die een mogelijk negatief effect op het gebied hebben,dienen getoetst te

worden. De Provincie Gelderland wil het project getoetst hebben in een Passende

Beoordeling, gezien de aanwezigheid van soorten, met populatieaantallen onder de

instandhoudingsdoelen.

De geplande ontwikkelingen kunnen verschillende effecten hebben op de omgeving:

Leefgebieden van beschermde soorten (Natuurbeschermingswet 1998) kunnen worden

vernietigd.

Zowel in de aanlegfase en gebruiksfase zal herinrichting van locatie Jordens leiden tot

een toename van verstoring door licht en geluid.

Werkzaamheden kunnen leiden tot het onttrekken van grondwater.

Door de aanleg van nieuwe woonwijken zal het inwoneraantal en het aantal huisdieren

in Wolfheze toenemen. Verwacht wordt dat dit leidt tot een toename van de

recreatiedruk op de omliggende natuurgebieden.

In onderstaande tabel staan voor verschillende soorten en groepen de effecten en

significantie (voor soorten van de Vogelrichtlijn) weergegeven. Soorten, die niet zijn

opgenomen in de tabel, komen niet in de omgeving van het plangebied voor, of effecten

kunnen worden uitgesloten.

Significante effecten worden op grond van deze toetsing niet verwacht, omdat het

natuurgebied ter plaatse voldoende opvangcapaciteit heeft voor periodieke fluctuaties en

een gering aantal broedparen. In de aangrenzende landbouwenclave wordt verder een

leefgebied voor reptielen aangelegd. Soorten, die mogelijk effect ondervinden van de

veranderingen in de omgeving van het plangebied (zoals kwalificerende broedvogels),

kunnen van dit nieuwe leefgebied gebruik maken. Ook door deze natuurontwikkeling

kunnen negatieve effecten uitgesloten worden.

Page 8: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 5

Categorie Soort Locatie Verstoring door Effect Significantie

Habitattypen Droge Europese Heide

[H4030]

Ten oosten van het

plangebied

Toename

recreatiedruk

Loslopende honden

Mogelijk

verslechtering

habitattypen

Nee

(wandelaars

blijven op paden

en honden

aangelijnd)

Zandhagedis Heide oostelijk van

het plangebied

Habitatvernietiging

Toename

recreatiedruk

Mogelijk afname

leefgebied

Verstoring

Toename

predatiedruk

Nee (nieuw

leefgebied wordt

ingericht) Typische soorten

H4030

Flora Heide oostelijk van

het plangebied

Toename

recreatiedruk

Mogelijk

verslechtering

en vernietiging

groeiplaatsen

Nee

Wespendief Bosgebieden in

directe omgeving

Toename

recreatiedruk

Afname

leefgebied Nee

Zwarte specht Bosgebieden in

directe omgeving

Toename

recreatiedruk

Afname

leefgebied Nee

Boomleeuwerik Heide oostelijk van

het plangebied

Toename

recreatiedruk

Mogelijke

verstoring van 1

broedpaar

Nee

Vogelrichtlijn

Roodborsttapuit Heide oostelijk van

het plangebied

Toename

recreatiedruk

Mogelijke

verstoring 2

broedparen

Nee

Page 9: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 6

HOOFDSTUK1 Inleiding

1.1 AANLEIDING

Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij BV (Van Wanrooij) en de

Gemeente Renkum hebben plannen voor de herinrichting van locatie Jordens te Wolfheze.

Het betreft een voormalige manege die nu buiten gebruik is en als gevolg daarvan is de

vegetatie licht verruigd. Het projectgebied Jordens is omheind met een 2 meter hoog Heras

hekwerk, vanwege het voormalige gebruik als manege en paardenwei. Daarvoor was sprake

van een legeropslagplaats en een army-dump. De bovengrond is destijds gesaneerd.

Van Wanrooij en de gemeente hebben het voornemen om het projectgebied her in te richten,

zodat 49 woningen kunnen worden gebouwd.

Een deel van het projectgebied is vooralsnog begrensd als Natura 2000-gebied Veluwe toen

het gebied werd aangemeld bij de Europese Commissie. De Veluwe is aangewezen in het

kader van Vogelrichtlijn en aangemeld als Habitatrichtlijn. Dit betekent dat de Veluwe valt

onder de Natuurbeschermingswet 1998. In het kader van deze wet dienen projecten en

handelingen, die een mogelijk negatief effect hebben, getoetst te worden.

Natuurbalans heeft in 2007 een Voortoets voor het projectgebied uitgevoerd (Felix, 2007).

Uit deze voortoets kwam naar voren dat voor het project een Verslechterings- en

Verstoringstoets gedaan moest worden omdat mogelijk sprake zou kunnen zijn van externe

werking op broedvogels in het aangrenzende gebied. Na het uitvoeren van de Verslechterings-

en verstoringstoets heeft de provincie aangegeven dat zij voor het project een Passende

Beoordeling uitgevoerd wil hebben. ARCADIS heeft van Van Wanrooij de opdracht gekregen

om, middels een Passende Beoordeling, de negatieve effecten van de ingrepen in het

projectgebied Jordens te Wolfheze te toetsen aan de Natuurbeschermingswet 1998.

1.2 VERLOOP PROJECT

Voor het project Jordens is een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet

aangevraagd (website van ministerie van LNV, kenmerk FF/75C/2006/0086). Dit is gedaan

voor de beschermde soorten Hazelworm en Kerkuil. Vaste verblijfplaatsen van deze soorten

zijn binnen het projectgebied aangetroffen. Compensatie voor het verdwijnen van het

leefgebied van deze soorten wordt gerealiseerd door middel van een compensatieplan dat

wordt (Van Kessel & Crombaghs, 2009). De uitvoering van het compensatieplan in de

landbouwenclave Johannahoeve te Wolfheze is gepland vóór 1 april 2010, opgrond van de

voorwaarden gesteld door DLG in de ontheffing Flora- en faunawet FF/75C/2006/0086.

Page 10: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 7

1.3 DOELSTELLING

De doelstelling van dit rapport is het uitwerken van een aantal vragen. De vraag is wat het

effect is van de herinrichting (zowel aanleg- als gebruiksfase) van het projectgebied op het

Natura 2000-gebied Veluwe. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan de externe

werking van de herinrichting van het projectgebied. Met externe werking worden de effecten

van activiteiten buiten het Natura 2000-gebied op de habitats en soorten binnen het

Natura 2000-gebied, bedoeld. Bovendien vindt toetsing plaats van mogelijke cumulatieve

effecten van projecten in de omgeving die mogelijk ook een effect hebben op het beschermde

natuurgebied.

1.4 OPBOUW RAPPORT

In hoofdstuk 2 wordt een gebiedbeschrijving gegeven. Daarna wordt het juridische kader

achter de Passende Beoordeling weergegeven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt

aangegeven welke habitattypen en soorten rond het projectgebied zijn aangetroffen.

In hoofdstuk 5 worden de effecten van herinrichting op deze habitats en soorten uitgewerkt.

In hoofdstuk 6 wordt getoetst of deze effecten als significant moeten worden beoordeeld.

De conclusies zijn beschreven in hoofdstuk 7.

Page 11: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 8

HOOFDSTUK2 Gebiedsbeschrijving

2.1 PROJECTGEBIED

Locatie Jordens ligt aan de Johannahoeveweg, die parallel loopt aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem.

Het terrein ligt in het noorden ingeklemd door Camping & Chaletpark Lindenhof aan de

Wolfhezerweg 111/113. Deze camping heeft 90 ruime plaatsen voor caravans, campers en tenten,

nog eens 80 jaarplaatsen in het chaletpark en een aantal verhuurchalets en huisjes. In het

noordwesten grenst locatie Jordens aan woonzorgcentrum Het Schild. In het oosten grenst locatie

Jordens aan een bos- en heidegebied (zie Afbeelding 2.1). De bossen en heide ten westen van

rijksweg A50 zijn vrij toegankelijk en worden regelmatig door bewoners van Wolfheze en camping

Lindenhof gebruikt als wandelgebied. Wandelen is toegestaan op wegen en paden. Honden dienen

te worden aangelijnd.

De oostelijke helft van het projectgebied ligt thans nog binnen de begrenzing van Natura 2000-

gebied Veluwe. Het Ministerie van LNV en de Provincie Gelderland hebben het voornemen

om het Natura 2000-gebied op de plaats van het projectgebied te herbegrenzen. De nieuwe

grens van het Natura 2000-gebied gaat de grens van de EHS volgen (zie Afbeelding 2.2.).

In dat geval ligt het projectgebied buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied Veluwe.

In deze Passende Beoordeling wordt uitgegaan van de situatie na de herbegrenzing.

Afbeelding 2.1

Ligging en begrenzing van het

projectgebied op locatie

Jordens te Wolfheze (groen).

Het Natura 2000-gebied

Veluwe is ook op de kaart

aangegeven (geel)

(Bron: Google Maps, via de

website van LNV).

UITGANGSSITUATIE NA

HERBEGRENZING

Camping Lindenhof

Johannahoeveweg

Spoorlijn Utrecht -

Arnhem

Woonzorgcentrum het

Schild

A50

Heide- en

bosgebied tussen

projectgebied en

A50

Page 12: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 9

Het projectgebied was in de Tweede Wereldoorlog oorlogsgebied tijdens de Slag om Arnhem.

Na de oorlog werd het terrein aanvankelijk gebruikt als army-dump. Na dit gebruik is de

bodem op de locatie gesaneerd: de vervuilde toplaag is in een aantal daartoe gegraven geulen

geschoven, waarna een nieuwe toplaag van grof zand is aangebracht.

Het projectgebied beslaat 3 ha en was in gebruik als manege. Het oostelijke deel (1,7 ha) is

weiland dat tot 1999 beweid werd met paarden. Het is in de huidige situatie een verruigd

grasland met in het midden een voormalige paardenstal. Het centrale deel (0,5 ha) is

verhard en bebouwd met enkele loodsen. Ten zuiden hiervan ligt een verruigde, voormalige

tuin met zwembad. Het westelijke deel is weiland, dat tot 2005 beweid werd met pony’s.

De vegetatie van beide weilanden kan gekarakteriseerd worden als grasland op droge tot

enigszins vochtige, matig voedselrijke zandbodem. Dominant zijn de grassen Gewoon

struisgras (Agrostis capillaris), Kweek (Elytrigia repens) en Kropaar (Dactylis glomerata).

Aspectbepalend zijn verder Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) en Sint-Janskruid

(Hypericum perforatum) en plaatselijk Grote brandnetel (Urtica dioica) en Speerdistel (Cirsium

vulgare) (Felix, 2007).

Afbeelding 2.2

Begrenzing van de Ecologische

Hoofdstructuur (EHS - groen)

ten opzichte van het

projectgebied (oranje)

(Bron: Google Maps via de

website van LNV).

Page 13: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 10

2.2 VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN EN ACTIVITEITEN

Aanlegfase Het projectgebied zal worden bebouwd met 49 woningen van twee lagen met kap.

Hiertoe zal het terrein geheel worden heringericht (zie Afbeelding 2.3) . Alvorens het terrein

bouwrijp te maken, zullen alle aanwezige structuren worden gesloopt. Alle vegetatie zal

worden verwijderd; dit betekent dat de huidige weilanden en ruigten zullen verdwijnen.

Uiteindelijk zullen de bouwwerkzaamheden starten op het bouwrijp gemaakte perceel.

Materialen, materieel en mensen zullen via bestaande wegen worden aangevoerd naar het

projectgebied. Geluid van de bouwwerkzaamheden zal afstralen op de omgeving, maar

wordt snel gedempt door het aangrenzende bos. Daardoor zal het geluidsniveau op de

heideterreinen verderop niet toenemen.

Gebruiksfase Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, zullen de woningen in gebruik worden genomen.

Hierdoor zal waarschijnlijk het recreatieve gebruik op de omgeving toenemen. Hierbij moet

vooral gedacht worden aan het heide- en bosterrein ten oosten van het projectgebied.

Hier loopt een aantal wandelpaden. Toename van recreatiedruk op andere delen van de

Veluwe wordt als verwaarloosbaar beschouwd, omdat deze gebieden van het projectgebied

gescheiden worden door de spoorlijn, de snelweg A50 en de bebouwing van Wolfheze

(Felix, 2007). Vooral wandelaars met honden kunnen voor negatieve effecten (verstoring en

predatie) zorgen. Het geluidsniveau op de heideterreinen wordt grotendeels bepaald door

geluid van verkeer op de A50.

Afbeelding 2.3

Toekomstige

situatie in het

projectgebied.

Page 14: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 11

2.3 MOGELIJKE EFFECTEN HERINRICHTING

De geplande ontwikkelingen van de locatie Jordens kunnen een effect op de directe

omgeving hebben. Het projectgebied grenst aan het Natura 2000-gebied Veluwe.

Ten oosten van de planlocatie liggen bossen en heide. Ten westen ligt de bebouwde kom

van Wolfheze. In de huidige situatie vormt de locatie Jordens een soort buffer tussen de

bebouwde kom en het Natura 2000-gebied Veluwe. Door de herinrichting zal de functie van

de bufferzone veranderen. Mogelijk verdwijnen habitats van aanwezige soorten.

In de aanlegfase zal hoofdzakelijk een toename zijn van licht en geluid. In de gebruiksfase

zal in de woonwijken sprake zijn van een toename van licht en geluid ten opzichte van de

huidige situatie. Daarnaast leiden de werkzaamheden mogelijk tot het onttrekken

van grondwater.

Door de aanleg van nieuwe woonwijken zal het inwoneraantal en het aantal huisdieren in

Wolfheze stijgen. Verwacht wordt dat dit leidt tot een toename van de recreatiedruk op de

omliggende natuurgebieden. Het zal hierbij voornamelijk om wandelaars en honden gaan.

De herinrichting van locatie Jordens is niet het enige project dat gaande is in de omgeving.

Het is mogelijk dat alleen herinrichting van het locatie Jordens geen significant effect heeft

op natuurgebieden, maar dat in combinatie met andere projecten wel degelijk een

significant effect te verwachten is. De effecten van de verschillende projecten in de

omgeving dienen in samenhang te worden beschouwd om te kijken wat de cumulatieve

effecten van deze projecten zijn.

HABITATVERNIETIGING

VERSTORING DOOR LICHT

EN GELUID

DALING GRONDWATER

TOENAME RECREATIEDRUK

CUMULATIEVE EFFECTEN

Page 15: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 12

HOOFDSTUK3 Juridisch kader

3.1 NATUURBESCHERMINGSWET 1998

De Natuurbeschermingswet 1998 geeft uitvoering aan twee Europese richtlijnen.

Twee belangrijke richtlijnen zijn de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992).

In de Vogel- en Habitatrichtlijn is de Conventie van Bern (1979) verwerkt. Deze conventie

regelt de bescherming van bijzondere soorten en leefgebieden (habitats).

De Habitatrichtlijn heeft tot doel bij te dragen aan het waarborgen van de biologische

diversiteit door het in stand houden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna

op het Europese grondgebied van de Lidstaten waarop de richtlijn van toepassing is.

De richtlijn onderscheidt daarbij te beschermen gebieden en te beschermen soorten.

Het hoofddoel van de Vogelrichtlijn is het in stand houden van alle natuurlijke in het wild

levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de Lidstaten. De Vogelrichtlijn kent

evenals de Habitatrichtlijn twee beschermingdoelen: bescherming van gebieden en

bescherming van soorten.

Gebieden, die beschermd worden, zijn geselecteerd vanwege hun betekenis voor:

soorten uit Bijlage I van de Vogelrichtlijn en trekkende watervogels en/of

habitats uit Bijlage I en soorten uit Bijlage II van de Habitatrichtlijn.

Met de Natuurbeschermingswet 1998 zijn wat betreft de gebiedsbescherming de Europese

richtlijnen geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. De soortbescherming is in de

Flora- en faunawet opgenomen. Hierbij gaat het om alle in Europa voorkomende

vogelsoorten en plant- en diersoorten opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn.

In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn in Nederland gebieden aangewezen.

De te beschermen waarden (habitattypen, soorten) zijn per gebied in ontwerpbesluiten

beschreven. Op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

zijn deze ontwerpbesluiten gepubliceerd.

3.1.1 PROCEDURE

Voorafgaand aan toetsing of werkzaamheden, vindt een oriënterende fase plaats. In deze

fase wordt gekeken of effecten van werkzaamheden op het Natura 2000-gebied kunnen

worden uitgesloten. Tijdens de oriënterende fase worden op globaal niveau beoordelingen

uitgevoerd om het (mogelijk) voorkomen van beschermde soorten en habitats en mogelijke

effecten van een project op de instandhoudingsdoelen te bepalen. Aan de hand van de

uitkomsten van de oriënterende fase wordt beoordeeld welke toetsing moet worden

uitgevoerd. Het afwegingskader is hieronder schematisch weergegeven.

Page 16: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 13

De hoofdvraag tijdens de oriëntatiefase is: bestaat een kans op significante negatieve effecten?

Dat is het geval als op grond van objectieve gegevens niet valt uit te sluiten dat het project of

andere handelingen significante negatieve gevolgen (kunnen) hebben voor het gebied.

Op de hoofdvraag van de oriënterende fase zijn drie antwoorden mogelijk:

1. Er is zeker geen negatief effect. Dit betekent dat geen vergunning op grond van de

Natuurbeschermingswet 1998 nodig is.

2. Er is een mogelijk negatief effect, maar dit is zeker geen significant negatief effect.

Dit betekent dat vergunningverlening aan de orde is. Omdat het effect zeker niet

significant is, volstaat de zogenoemde Verslechterings- en Verstoringstoets.

3. Er is kans op een significant negatief effect. Dit betekent dat vergunningverlening aan

de orde is. Omdat er een kans op een significant negatief effect bestaat, is een

Passende Beoordeling vereist.

Om de instandhoudingsdoelstellingen te waarborgen, geldt een vergunningplicht voor alle

plannen en projecten die mogelijkerwijs (significante) negatieve gevolgen hebben voor het

Natura 2000-gebied. Een vergunning voor een project kan alleen worden verleend, indien

voorafgaand aan de werkzaamheden zeker is dat de natuurlijke kenmerken van het gebied

niet worden aangetast en de instandhoudingdoelstellingen niet in gevaar worden gebracht.

Figuur 3.1

Stroomschema habitattoets

(LNV,2005).

Oriënterende fase

Page 17: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 14

Hier kan alleen onder strikte voorwaarden van worden afgeweken. Het afwegingskader, dat

gebruikt wordt, is de zogenaamde ADC-toets (Alternatieven, Dwingende redenen van groot

openbaar belang en Compenserende maatregelen).

Dit toetsingskader houdt in dat:

én alternatieve oplossingen voor het project ontbreken (Alternatieven);

én het project uitgevoerd moet worden vanwege dwingende redenen van groot openbaar

belang (Dwingende redenen van groot openbaar belang);

én voorafgaande aan de toestemming de zekerheid gegeven kan worden dat voor alle

significante schade gecompenseerd wordt (Compensatie).

De Natuurbeschermingswet 1998 stelt een vergunning van het Bevoegd Gezag (Gedeputeerde

Staten, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of het ministerie van

Verkeer en Waterstaat) verplicht voor plannen en projecten die de natuurlijke kenmerken van

een beschermd gebied kunnen aantasten. Wanneer deze aantasting significant zou kunnen

zijn, mag het Bevoegd Gezag alleen vergunning verlenen wanneer uit een zogenaamde

Passende Beoordeling blijkt dat de natuurlijke kenmerken niet aangetast kunnen worden.

Alleen onder strikte voorwaarden mag hiervan worden afgeweken.

De Natuurbeschermingswet 1998 is nog niet volledig geïmplementeerd.

Voor Habitatrichtlijngebieden moeten de aanwijzingsbesluiten en de instandhoudings-

doelstellingen nog definitief worden vastgesteld. Ook voor Vogelrichtlijngebieden moeten de

doelstellingen nog definitief worden vastgesteld. In de oriënterende fase wordt gekeken naar de

doelstellingen geformuleerd in het ontwerpbesluit.

3.1.2 VOORTOETS

In 2007 is door Natuurbalans – Limes Divergens, adviesbureau voor natuur en landschap

een voortoets voor de locatie Jordens in Wolfheze uitgevoerd.

De conclusies van de voortoets waren als volgt (Felix, 2007):

Ten tijde van de voortoets is de herbegrenzing van de Natura 2000-gebieden niet

meegewogen. Maar op de locatie Jordens komen geen voor de Veluwe kwalificerende

habitats en soorten voor.

Mogelijke effecten op de in de buurt gelegen habitattypen (de zogenaamde externe

werking) en verwachte vogelsoorten zijn weergegeven in Tabel 3.1.

Habitat- en Vogelrichtlijn Kans op

effect?

Kans significant

negatief effect? Soort toets

Habitattypen

Droge Europese heide [H4030] Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Oude zuurminnende eikenbossen op

zandvlakten met Quercus robur [H9190]

Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Broedvogels

Boomleeuwerik Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Roodborsttapuit Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Nachtzwaluw Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Zwarte specht Ja Nee Verslechtering- en

verstoring

Tabel 3.1

Verwachte effecten op

habitattypen en doelsoorten

van Natura 2000-gebied

Veluwe door de

werkzaamheden op locatie

Jordens in Wolfheze

(Felix, 2007).

Page 18: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 15

Bij uitvoering van de voorgenomen activiteiten (bouw van 49 woningen) bestaat een kans

op negatieve effecten op de genoemde soorten en/of op de instandhoudings-

doelstellingen met betrekking tot bovenstaande soorten.

Omdat gedetailleerde gegevens over de aanwezigheid van kwalificerende soorten in de

directe omgeving van het projectgebied (heide en bos tussen Jordens en A50) ontbraken,

konden geen gefundeerde uitspraken worden gedaan over hoe groot de kans is op

negatieve effecten voor aanwezige diersoorten voor dit deel van de Veluwe.

Op basis van expert judgement over de aanwezige biotopen en status en eisen van de

betreffende kwalificerende soorten, werd geconcludeerd dat het in het uiterste geval gaat

om slechts een handvol territoria van Roodborsttapuit, Boomleeuwerik, Zwarte specht

en/of Nachtzwaluw. Van significant negatieve effecten op de instandhouding van

populaties van deze soorten in Natura 2000-gebied Veluwe was daarom naar alle

waarschijnlijkheid geen sprake.

Op basis van het bovenstaande dient ten behoeve van de voorgenomen activiteiten een

Verslechtering- en Verstoringstoets te worden uitgevoerd, om in lijn te komen met de

bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998. Een onderzoek naar het voorkomen van

kwalificerende vogelsoorten in de heide- en bosgebieden tussen Jordens en A50 dient

daarvan een onderdeel te zijn.

In eerste instantie is door ARCADIS een Verslechtering- en Verstoringstoets uitgevoerd, op

basis van een aanvullend onderzoek naar het voorkomen van kwalificerende broedvogels in

het aangrenzende gebied (ARCADIS, 2008b). De Provincie Gelderland heeft vervolgens

aangegeven alsnog een Passende Beoordeling voor het project te willen zien, omdat de

provincie voor Vogelrichtlijnsoorten mogelijk significante effecten verwachtte.

3.2 PASSENDE BEOORDELING

Volgens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is een Passende Beoordeling

gericht op “om, op basis van de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van het

project of een andere handeling - die op zichzelf of in combinatie met andere activiteiten of

plannen - de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen, te inventariseren”.

De Passende Beoordeling wordt niet alleen gedaan voor het project zelf, maar ook voor andere

projecten, die afzonderlijk of in combinatie met andere activiteiten significante gevolgen kunnen

hebben. Gericht moet worden gekeken wat het effect van het project is op de

instandhoudingsdoelstellingen (ministerie van LNV, 2005).

Als in de Passende Beoordeling niet kan worden uitgesloten dat de activiteiten geen

significante effecten hebben op soorten of habitats (aangewezen in het kader van Habitat- en

Vogelrichtlijn), kan het Bevoegde Gezag alleen toestemming verlenen voor de activiteit als

aan de zogenaamde ADC-criteria wordt voldaan.

In de Passende Beoordeling komen zaken als verslechtering, verstoring, aantasting/effect en

significant effect/aantasting wezenlijke kenmerken aan de orde.

3.2.1 VERSLECHTERING

Onder ‘verslechtering’ wordt de fysische aantasting van een habitat verstaan. Hiervan is

sprake als in een bepaald gebied van deze habitat, de oppervlakte afneemt of wanneer het

met de specifieke structuur en functies die voor de instandhouding van de habitat op de

lange termijn noodzakelijk zijn, dan wel met de staat van instandhouding van de met deze

habitat geassocieerde soorten, in dalende lijn gaat in vergelijking tot de instandhoudings-

doelstellingen.

Page 19: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 16

3.2.2 VERSTORING

In tegenstelling tot de kwaliteitsverslechtering heeft verstoring geen directe invloed op de

fysische kenmerken van een gebied; een verstoring betreft soorten en is vaak in de tijd

beperkt (lawaai, lichtbronnen, enz.). Belangrijke parameters zijn intensiteit, duur en

frequentie van de verstoring. Verstoring van een soort in een gebied treedt in dat gebied op

wanneer uit de populatiedynamische gegevens betreffende die soort in dat gebied blijkt dat

de soort gevaar loopt niet langer een levensvatbare component van de natuurlijke habitat te

zullen blijven.

3.2.3 SIGNIFICANTIE

Het Steunpunt Natura 2000 geeft de volgende definitie van significantie: Een significant

negatief effect is een wezenlijke verslechtering van de kwaliteit en/of vermindering van de

omvang van een habitattype zoals bedoeld in de instandhoudingsdoelstelling ten gevolge

van menselijk handelen, afhankelijk van de staat van instandhouding en de trends en

natuurlijke fluctuaties in omvang/kwaliteit van habitattypen dan wel in populatieomvang

van soorten (Steunpunt Natura 2000, 2007).

De Natuurbeschermingswet geeft geen criteria voor het aanduiden van significantie.

De Provincie Gelderland (Bevoegd Gezag) is van mening dat sterfte en oppervlakteverlies

per definitie significante effecten zijn, als de oppervlakte van een habitattype of de omvang

van een populatie kleiner is dan het voor een gebied geformuleerde instandhoudingsdoel.

3.3 BEOORDELINGSKADER

3.3.1 INLEIDING

De Veluwe is één van de grotere Natura 2000-gebieden in Nederland. Het landschap bestaat

uit verschillende stuwwallen met zandige puinwaaiervlaktes, dekzanden, stuifzanden, maar

ook beekdalen. Binnen het gebied zijn veel bossen (zowel naald, loof als gemengd).

Daarnaast zijn binnen de Veluwe ook landgoederen te vinden en een groot areaal

landbouwgrond.

De voorliggende Passende Beoordeling is opgesteld aan de hand van de kwalificerende

habitattypen (plus bijbehorende typische soorten), soorten en de situatie na de

herbegrenzing zoals deze is beschreven in § 2.1 (Uitgangsituatie).

Het aanwijzen van een Natura 2000-gebied heeft een aantal doelen.

Deze doelen zijn overgenomen uit het ontwerpbesluit voor de Veluwe:

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan

de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de

Europese Unie.

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de ecologische samenhang van

het Natura 2000-netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie.

Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten

behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende

natuurlijke habitats en soorten.

Behoud en waar nodig herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van

de ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en

soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd.

Page 20: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 17

Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame

instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen

zijn geformuleerd.

Om bovenstaande doelen te behalen, zijn voor de Veluwe concrete instandhoudingsdoelstellingen

opgesteld. Deze instandhoudingsdoelstellingen zijn gericht op habitattypen en soorten die op de

Veluwe aanwezig zijn.

3.3.2 HABITATTYPEN EN TYPISCHE SOORTEN VELUWE

In Tabel 3.2 staan de habitattypen waarvoor de Veluwe is aangewezen in het kader van de

Habitatrichtlijn. In de tabel zijn ook de doelstellingen opgenomen. De werkzaamheden

mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen die in deze tabel staan weergegeven.

Code Habitattype Doelstelling

H2310 Psammofiele heide met Calluna en Genista Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H2320 Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum Behoud verspreiding,

oppervlakte en kwaliteit

H2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op

landduinen

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met

vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of Isoëto-Nanojuncetea

Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en kwaliteit

H3160 Dystrofe natuurlijke poelen en meren Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en verbetering

kwaliteit

H3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties

behorend tot het Ranunculion fluitantis en het

Callitrichio-Batrachion

Uitbreiding verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

beken en rivieren met

waterplanten

H4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

vochtige heiden

H4030 Droge Europese heide Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H5130 Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en verbetering

kwaliteit

H6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems

van berggebieden (en van submontane gebieden in

het binnenland van Europa)*

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige, of

lemige kleibodem (Molinion caeruleae)

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H7110 Actief hoogveen* Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

actieve hoogvenen

Tabel 3.2

Habitattypen met

doelstellingen waarvoor de

Veluwe is aangewezen in het

kader van de Habitatrichtlijn.

* = prioritaire habitattypen

(hiervoor geldt een zwaarder

beschermingsregime onder de

Natuurbeschermingswet 1998).

Page 21: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 18

Code Habitattype Doelstelling

H7150 Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot

het Rhynchosporion

Uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit.

H9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en

soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)

Uitbreiding oppervlakte en

behoud kwaliteit

H9160 Sub-Atlantische en Midden-Europese

wintereikenbossen of eikenhaagbeukenbossen

behorend tot het Carpinion-betuli

Uitbreiding oppervlakte en

behoud kwaliteit eiken-

haagbeukenbossen

H9190

Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met

Quercus robur Uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H91E0 Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior*

Uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit vochtige

alluviale bossen

Voor de verschillende habitattypen heeft het ministerie van LNV profielen opgesteld.

Aan deze profielen zijn typische soorten gekoppeld. Het doel van het vaststellen van

typische soorten is niet bescherming (hoewel beschermde soorten wel typisch voor een

bepaald habitattype kunnen zijn), maar de kwaliteit van het habitattype kan beoordeeld

worden aan de hand van de aanwezige soorten (ministerie van LNV, 2008).

Hier worden niet van alle habitattypen de typische soorten genoemd. Alleen voor

habitattypen, die mogelijk beïnvloed worden door de werkzaamheden en veranderende

functie van het projectgebied, worden de typische soorten gegeven (in § 4.2).

Vanwege mogelijke veranderingen wordt in de onderliggende toets bekeken wat de effecten

van de werkzaamheden op deze soorten zijn.

3.3.3 HABITATRICHTLIJNSOORTEN EN VOGELRICHTLIJNSOORTEN VELUWE

In Tabel 3.3 staan de plant- en diersoorten weergegeven die voor de Veluwe zijn

aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. Voor onderstaande

soorten zijn doelstellingen gegeven. In een aantal gevallen zijn voor soorten het aantal

individuen of het aantal broedpaar gegeven waar voor de (gehele) Veluwe naar wordt

gestreefd.

Soortgroep Code Soort Instandhoudingsdoelstelling

H1042 Gevlekte

witsnuitlibel

Uitbreiding verspreiding, omvang, verbetering

kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie

> 500 individuen Insecten

H1083 Vliegend hert Omvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatie

H1096 Beekprik Omvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatie Vissen

H1163 Rivierdonderpad Omvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatie

Amfibieën H1166 Kamsalamander Behoud verspreiding, omvang, kwaliteit

leefgebied voor behoud populatie

Zoogdieren H1318 Meervleermuis Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor

behoud populatie

Flora H1831 Drijvende

waterweegbree

Behoud, verspreiding, omvang, kwaliteit

biotoop voor behoud populatie

A072 Wespendief Behoud omvang kwaliteit leefgebied 150 paren

A224 Nachtzwaluw Behoud omvang kwaliteit leefgebied 610 paren

A229 IJsvogel Behoud omvang kwaliteit leefgebied 30 paren

Broedvogels

A233 Draaihals Behoud omvang kwaliteit leefgebied 100 paren

Tabel 3.3

Plant- en diersoorten waarvoor

de Veluwe is aangewezen in

het kader van de

Habitatrichtlijn en

Vogelrichtlijn.

Page 22: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 19

Soortgroep Code Soort Instandhoudingsdoelstelling

A236 Zwarte specht Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 430

paren

A246 Boomleeuwerik Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 2.400

paren

A255 Duinpieper Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 40

paren

A276 Roodborsttapuit Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 1.000

paren

A277 Tapuit Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 100

paren

A338 Grauwe klauwier Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 40

paren

In het concept-aanwijzingsbesluit zit achter het document van de aanwijzing nog een aantal

andere aanwijzingen. Een van deze documenten betreft de aanwijzing van het Mosterdveen

bij Nunspeet tot beschermd monument (16 februari 1998, N/98315). In deze aanwijzing

wordt de aanwezigheid van de Zandhagedis beschreven. De bescherming van oude

aanwijzingen gaan over in de nieuwe conceptaanwijzing. Voor de Zandhagedis is geen

instandhoudingsdoelstelling gesteld maar hij valt wel onder Natura 2000. In dat kader

worden voor deze soort de effecten van de herinrichting van locatie Jordens beschreven en

beoordeeld. De Zandhagedis zal onder typische soorten worden beschreven (zie § 4.3).

Page 23: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 20

HOOFDSTUK4 Aanwezigheid habitattypen en soorten

4.1 PROJECTGEBIED EN VERSTORINGSZONE

De werkzaamheden en het toekomstige gebruik dat samengaat met de veranderende functie

van het projectgebied, hebben mogelijk niet alleen effecten binnen het projectgebied maar

ook op omliggende zones. Dit is de zogenaamde externe werking.

In Afbeelding 4.4 is niet alleen het projectgebied en het Natura 2000-gebied aangegeven

maar ook het bos en heidegebied ten oosten van het projectgebied. Het gebied dat oranje is

aangegeven is extra onderzocht op het voorkomen van Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten.

Dit gebied wordt aangeduid als het studiegebied.

4.2 AANWEZIGE HABITATTYPEN

De herinrichting van het projectgebied heeft mogelijk effect op het aangrenzende Natura 2000-

gebied Veluwe. Het gaat hierbij in het bijzonder om de bossen en heide ten oosten van het

projectgebied. Deze delen van de Veluwe grenzen aan het projectgebied en zijn daarom het

meest gevoelig voor effecten. Vanwege geluid en toename van recreatie is vooral gelet op het

deel van de Veluwe dat tussen het projectgebied en de snelweg A50 ligt (studiegebied).

De snelweg kan alleen op enkele plaatsen worden overgestoken.

PROJECTGEBIED

STUDIEGEBIED

Afbeelding 4.4

Luchtfoto met projectgebied

(geel). In de foto is verder het

Natura 2000-gebied Veluwe

aangegeven (groene lijn). Met

oranje is de zone aangegeven

waarbinnen extra aandacht

aan Habitat- en

Vogelrichtlijnsoorten is

besteed; het zogenaamde

studiegebied

(Bron: Google Maps).

Page 24: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 21

Afbeelding 4.5 laat zien dat binnen het projectgebied geen habitattypen liggen.

Het projectgebied ligt (na herbegrenzing) buiten het Natura 2000-gebied.

In het studiegebied ligt het habitattype Droge Europese heide [H4030]. In de voortoets

wordt aangegeven dat binnen de mogelijke invloedssfeer van de werkzaamheden Oude

zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [H9190] liggen (Felix, 2007).

Uit de gegevens van de Provincie Gelderland (Webmap Provincie Gelderland, zie

Afbeelding 4.5) blijkt dit niet het geval te zijn.

Voor de verschillende habitattypen zijn door het ministerie van Landbouw, Natuur en

Voedselkwaliteit profielen opgesteld. In Tabel 4.4 zijn de typische soorten van het

habitattype Droge Europese Heide opgenomen.

Soortgroep Soort

Groentje

Heideblauwtje

Heivlinder

Kommavlinder

Dagvlinders

Vals heideblauwtje

Kronkelheidestaartje

Open rendiermos Korstmossen

Rode heidelucifer

Gekroesd gaffeltandmos

Glanzend tandmos Mossen

Kaal tandmos

Levendbarende hagedis Reptielen

Zandhagedis

Blauwvleugelsprinkhaan

Wrattenbijter

Zadelsprinkhaan Sprinkhanen & Krekels

Zoemertje

Klein warkruid

Kleine schorseneer

Vaatplanten

Kruipbrem

Afbeelding 4.5

Kaart van de aanwezige

habitattypen ten oosten van

Wolfheze. Het projectgebied

(geel) en Droge heide (Paars)

binnen het Natura 2000-

gebied Veluwe (gearceerde

deel) zijn aangegeven

(Bron: webmap Provincie

Gelderland).

Tabel 4.4

Typische soorten van het

habitattype Droge Europese

heide [H4030]

Page 25: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 22

Soortgroep Soort

Rode dopheide

Stekelbrem

Boomleeuwerik

Klapekster

Roodborsttapuit Vogels

Veldleeuwerik

Van de meeste bovenstaande soorten zijn geen gedetailleerde verspreidingsgegevens

beschikbaar voor het projectgebied en de directe omgeving. De typische korstmossen en

vaatplanten zijn in het projectgebied en studiegebied niet aangetroffen en worden ook niet

verwacht. In het projectgebied is alleen de Zandhagedis waargenomen. Verder zijn in het

naastgelegen studiegebied de Levendbarende hagedis, Boomleeuwerik en Roodborsttapuit

waargenomen. De Boomleeuwerik, Roodborsttapuit en Zwarte specht zijn

Habitatrichtlijnsoorten. De aanwezigheid en de effecten zullen worden behandeld onder de

habitatrichtlijnsoorten (zie § 4.3.1).

4.3 HABITATRICHTLIJN- EN VOGELRICHTLIJNSOORTEN

4.3.1 AANWEZIGHEID HABITATRICHTLIJNSOORTEN EN TYPISCHE SOORTEN

Habitatrichtlijnsoorten en typische soorten staan door elkaar beschreven in onderstaande

tekst. Habitatrichtlijnsoorten zijn geaccentueerd door de namen in de kantlijn.

Insecten Over de aanwezigheid van beschermde vlindersoorten zijn geen gegevens bekend.

Met uitzondering van het Vals heideblauwtje komen verschillende vlindersoorten mogelijk

voor binnen het projectgebied. Van de in Tabel 4.4 aangegeven vlindersoorten is het

leefgebied heide of schraal grasland (Wynhoff et al., 1999). Hoewel de soorten mogelijk

aanwezig zijn, heeft het projectgebied geen specifieke functie voor deze soorten.

De heidegebieden vormen meer geschikte leefgebieden voor deze vlinders.

De Gevlekte witsnuitlibel is niet aangetroffen. De dichtstbijzijnde waarnemingen van de

Gevlekte witsnuitlibel liggen op een afstand van ongeveer 9 km ten noorden van het

projectgebied (zie bijlage 1).

In de omgeving van het projectgebied zijn maar weinig waarnemingen bekend van het

Vliegend hert. Waarnemingen worden voornamelijk gedaan in de noordelijke helft van de

Veluwe (Schut et al., 2008). De dichtstbijzijnde waarneming ligt op een afstand van ongeveer

4,5 km ten noordoosten van het projectgebied (zie bijlage 1).

Vissen Binnen het projectgebied ligt geen open water. Het projectgebied en de omgeving voldoen

niet aan de habitateisen van de Beekprik (zuurstofrijke stromende beken) en de

Rivierdonderpad (ondiep, onvervuild, zuurstofrijk, stomend water met zand, grind of

steenbodem) (De Nie, 1996). Deze soorten worden niet in of rond het projectgebied

verwacht. Dit wordt bevestigd door leefgebiedenkaarten van de Provincie Gelderland

(zie bijlage 1).

Amfibieën De Kamsalamander is aangetroffen in een poel aan de rand van de landbouwenclave die ten

oosten van Ede ligt (zie bijlage 1).

In de directe omgeving komt de soort niet voor (Schut et al., 2008.)

GEVLEKTE WITSNUITLIBEL

VLIEGEND HERT

BEEKPRIK,

RIVIERDONDERPAD

KAMSALAMANDER

Page 26: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 23

Zoogdieren Het projectgebied heeft een foerageerfunctie voor de Laatvlieger en Gewone dwergvleermuis.

Vaste verblijfplaatsen zijn niet aangetroffen (Felix, 2007).

De dichtstbijzijnde waarnemingen van de Meervleermuis liggen 11 km ten noorden van het

projectgebied (zie bijlage 1). De soort wordt niet in het projectgebied of de directe omgeving

verwacht.

Reptielen Zowel de Levendbarende hagedis als de Zandhagedis zijn incidenteel aangetroffen op de

planlocatie (De Bruijn, 2006a; 2006b). De planlocatie maakt geen onderdeel uit van het

leefgebied. Het betrof hier zwervende exemplaren die vermoedelijk afkomstig zijn van

leefgebieden (heide) in het studiegebied.

Flora Drijvende waterweegbree is niet aangetroffen en wordt gezien de aangetroffen biotopen niet

verwacht in het projectgebied. Deze soort is wel aangetroffen in twee poelen die binnen de

landbouwenclave, ten oosten van Ede, liggen (zie verspreidingsgegevens Provincie

Gelderland, bijlage 1). De overige plantensoorten uit Tabel 4.4, met uitzondering van Rode

dopheide, komen mogelijk voor op de heide, maar niet binnen het projectgebied gezien de

aangetroffen groeiplaatsen (zie verspreidingsgegevens op Soortenbank.nl).

Korstmossen en mossen Over de aanwezigheid van korstmossen en mossen in het projectgebied zijn geen gegevens

beschikbaar.

Vogels De vogels, die in Tabel 4.4 staan beschreven, worden in de volgende paragraaf behandeld,

omdat deze ook onder de Habitatrichtlijn vallen.

4.3.2 VOGELRICHTLIJNSOORTEN

In de zomer van 2007 en 2008 hebben een zestal veldbezoeken (vijf dagbezoeken en één

avond/nachtbezoek) plaatsgevonden om de aanwezigheid van Habitatrichtlijn- en

Vogelrichtlijnsoorten te onderzoeken. Deze veldbezoeken hebben zich niet beperkt tot alleen

het projectgebied, maar juist ook tot het heide- en bosgebied ten oosten van het projectgebied

(studiegebied). Daarnaast is gebruik gemaakt van de leefgebiedenkaarten van de provincie

Gelderland voor het onderzoeken van de effecten van de werkzaamheden op leefgebieden

(Webmap Provincie Gelderland).

Wespendief Op de leefgebiedenkaarten voor

broedvogels van de Provincie

Gelderland is een groot oppervlak

aan leefgebied aangegeven voor de

Wespendief. De planlocatie valt

buiten het leefgebied maar grote

delen van de omgeving niet (zie

Afbeelding 4.6). De Wespendief is

in de omgeving van het plangebied

niet aangetroffen.

MEERVLEERMUIS

DRIJVENDE

WATERWEEGBREE

Afbeelding 4.6

Leefgebiedenkaart Wespendief

(Webmap Provincie

Gelderland).

Page 27: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 24

Nachtzwaluw Volgens de leefgebiedenkaart van de provincie ligt het dichtstbijzijnde leefgebied van de

Nachtzwaluw ten noorden van Wolfheze en niet ten oosten van de planlocatie.

Tijdens een nachtelijk bezoek aan de heide ten oosten van de planlocatie is de Nachtzwaluw

niet waargenomen. De weersomstandigheden van het veldbezoek waren zeer gunstig.

De Nachtzwaluw is een storingsgevoelige soort.

Verschillende factoren zijn waarschijnlijk de oorzaak van de afwezigheid van de

Nachtzwaluw in het studiegebied:

In het studiegebied is veel geluidsverstoring. Het gebied ligt ingeklemd tussen de A50 en

de spoorlijn. Bovendien ligt aan de overzijde van de snelweg een tankstation. De bomen

tussen de snelweg en het studiegebied zorgen voor weinig afscherming van deze vormen

van verstoring.

In het studiegebied ligt een aantal wandelpaden binnen het gebied die gebruikt worden.

De grootste successen met deze vogelsoort worden geboekt in uitgestrekte heidegebieden

en zandverstuivingen die zijn afgesloten voor mensen.

Het studiegebied wordt begraasd door een kleine kudde Tudanca-runderen

(begrazingseenheid gemeente Arnhem). Grondbroeders als de Nachtzwaluw zijn zeer

gevoelig voor betreding door grote grazers.

Het is niet de verwachting dat het gebied een belangrijke rol speelt in de aanwezigheid van

de Nachtzwaluw op de Veluwe.

IJsvogel De IJsvogel is niet aangetroffen binnen het projectgebied of in de directe omgeving en wordt

gezien de aangetroffen biotopen niet verwacht. Het dichtstbijzijnde leefgebied voor de

IJsvogel ligt in het studiegebied rond een poel op de heide (volgens de leefgebiedenkaart).

Op basis van het veldbezoek is het voorkomen van de IJsvogel rond deze drinkpoel voor

vee echter uit te sluiten. In de directe omgeving zijn namelijk geen geschikte locaties voor

broedplaatsen gevonden.

Draaihals Over het voorkomen van de Draaihals is binnen het projectgebied en de directe omgeving

zijn geen gegevens (Sierdsema et al., 2008). De soort is tijdens onderzoeken niet

waargenomen en de Provincie Gelderland heeft geen leefgebiedenkaart van de Draaihals.

Zwarte specht Volgens de leefgebiedenkaart van de Provincie Gelderland vormt het oostelijke deel van de

locatie Jordens leefgebied voor de Zwarte specht. Tijdens veldbezoeken is de Zwarte specht

niet in het projectgebied of het studiegebied aangetroffen. Het is niet de verwachting dat het

projectgebied en het bos- en heideperceel een belangrijke rol spelen voor de aanwezigheid

van de Zwarte specht op de Veluwe. De Zwarte specht is wel gehoord in de bossen die ten

noorden van het studiegebied liggen, op ca. 1-1,5 km afstand van het projectgebied.

Boomleeuwerik Volgens de leefgebiedenkaarten van de Provincie Gelderland liggen in het studiegebied

geschikte leefgebieden voor de Boomleeuwerik. Tijdens een veldbezoek is vastgesteld dat

op de heide ten oosten van het projectgebied één broedpaar Boomleeuwerik zit.

Page 28: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 25

Duinpieper De Duinpieper is niet in of rond het projectgebied aangetroffen (Sierdsema et al., 2008).

Over leefgebieden voor de Duinpieper heeft de Provincie Gelderland geen kaart, maar het

laatste paar kwam voor op het Kootwijkerzand. Tijdens veldbezoeken is de soort niet

aangetroffen in het studiegebied bij Wolfheze.

Roodborsttapuit De heidegebieden ten oosten van de planlocatie vormen leefgebieden van de

Roodborsttapuit (leefgebiedenkaarten provincie). Tijdens de veldbezoeken is vastgesteld dat

in het studiegebied twee broedpaar Roodborsttapuit zitten.

Tapuit De Tapuit is niet in het projectgebied of de directe omgeving aangetroffen. Het dichtstbijzijnde

leefgebied van de soort ligt op een afstand van 5 km ten westen van het projectgebied.

Grauwe klauwier De Grauwe klauwier is niet in het projectgebied of de directe omgeving aangetroffen.

Volgende de leefgebiedenkaarten liggen de leefgebieden van de Grauwe klauwier ongeveer

5 km ten zuidwesten van het projectgebied.

4.4 SAMENVATTING

In Tabel 4.5 is een overzicht gegeven van de habitattypen en soorten die van belang zijn

voor de onderliggende Passende Beoordeling.

Habitattype / Soort(groep) Status Functie planlocatie / omgeving

Droge Europese Heide [H4030] Habitatrichtlijn Aanwezig ten oosten van

planlocatie

Levendbarende hagedis

Zandhagedis Typische soort [H4030]

Leefgebieden ten oosten van

planlocatie

Flora Typische soorten [H4030] Mogelijk groeiplaatsen ten oosten

van planlocatie

Wespendief Omgeving onderdeel

foerageergebied

Zwarte specht

Omgeving onderdeel leefgebieden,

vermoedelijk broedpaar in bossen

ten noorden van planlocatie

Boomleeuwerik Eén broedpaar op heide ten oosten

planlocatie

Roodborsttapuit

Vogelrichtlijn

Twee broedpaar op heide ten

oosten van planlocatie

Tabel 4.5

Voor de

Natuurbeschermingswet 1998

relevante, aanwezige

habitattypen en soorten op de

planlocatie of directe

omgeving.

Page 29: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 26

HOOFDSTUK5 Effecten

5.1 INLEIDING

Effecten op de Veluwe kunnen plaatsvinden tijdens de aanlegfase en tijdens de

gebruiksfase. Effecten van de aanlegfase zijn tijdelijk van aard, in tegenstelling tot de

effecten van de gebruiksfase.

De effecten van de herinrichting van locatie Jordens kunnen onder de volgende categorieën

worden ondergebracht:

Vernietiging van habitats (aanleg- en gebruiksfase)

Verstoring door licht en geluid (aanleg- en gebruiksfase)

Daling grondwaterstand (aanleg- en gebruiksfase)

Toename recreatiedruk (gebruiksfase)

Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van het Natura 2000-gebied Veluwe.

Verder zijn binnen het projectgebied geen vaste groeiplaatsen van plantensoorten, of

verblijfplaatsen van diersoorten, waarvoor de Veluwe is aangewezen, aangetroffen.

Het betreft voornamelijk de externe werking van de herinrichting die beoordeeld moet

worden.

5.2 UITGANGSPUNTEN EFFECTBEOORDELING

Hieronder worden de uitgangspunten genoemd die zijn gebruikt voor de effectbeoordeling:

De werkzaamheden vinden plaats binnen de grenzen van het projectgebied.

Personeel, materiaal en materieel worden via bestaande wegen naar het projectgebied

aangevoerd.

Het bouwterrein wordt ’s nachts niet kunstmatig verlicht.

Wandelaars in de omgeving van het projectgebied zullen in de gebruiksfase op de paden

blijven, conform de bepalingen. Een toename van auto’s over de zandpaden wordt niet

meegenomen in de effectbeoordeling, omdat wordt aangenomen dat natuurgebieden

voldoende zijn/worden afgesloten.

5.3 EFFECTEN

In onderstaande paragrafen wordt het effect op habitattypen, typische soorten en

Vogelrichtlijnsoorten per verstoring geschreven.

5.3.1 HABITATVERNIETIGING DOOR RUIMTEBESLAG

In de voortoets (Felix, 2007) wordt gesproken dat de verandering van het projectgebied

samengaat met het verlies van een potentieel gebied voor uitbreiding van habitattypen van

de Veluwe. In de eerste plaats zal het projectgebied na herbegrenzing geen onderdeel meer

uitmaken van het Natura 2000-gebied, waardoor mogelijke aanwezig van habitattypen

binnen het projectgebied niet relevant is.

Page 30: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 27

In de tweede plaats is het potentieel tot natuurontwikkeling binnen het projectgebied zeer

beperkt vanwege de bodemsanering na de Tweede Wereldoorlog. Verlies van potentieel is

hier niet aan de orde.

Binnen het projectgebied liggen geen habitattypen. Van ruimtebeslag op habitattypen is

geen sprake. Typische soorten van Droge heide worden hebben geen groeiplaatsen of vaste

verblijfplaatsen in het projectgebied. Effecten door habitatvernietiging kunnen voor deze

soorten worden uitgesloten, zowel in de aanleg- als gebruiksfase.

5.3.2 VERSTORING DOOR LICHT EN GELUID

Nabijgelegen habitattypen worden niet verstoord door licht en geluid afkomstig van de

planlocatie, zowel in de aanleg- als gebruiksfase. Lichtgevoelige soorten als de

Meervleermuis zijn niet aangetroffen op de planlocatie of de directe omgeving.

Soorten (typische soorten van habitattype en Vogelrichtlijnsoorten) op de heide zullen niet

verstoord worden door geluid gezien de heide wordt gescheiden van de planlocatie door

een bos. Bovendien ligt aan de westkant van de heide de A50 die voor een constante

verstoring zorgt. Voor Vogelrichtlijnsoorten die gebruik maken van de bossen

(Zwarte specht, Wespendief) worden de gebieden rond de planlocatie minder aantrekkelijk

door verstoring vanaf de planlocatie. Gezien de huidige verstoring van de snelweg en de

afwezigheid van broedparen in de directe omgeving, kan een afname van het aantal

broedparen worden uitgesloten.

5.3.3 ONTTREKKING GRONDWATER

Binnen de mogelijke beïnvloedingszone van een grondwateronttrekking liggen geen

habitattypen die gevoelig zijn voor onttrekking van grondwater. Aangetroffen soorten

worden ook niet beïnvloed door grondwateronttrekkingen. Effecten door

grondwateronttrekkingen in zowel de aanleg- als gebruiksfase zijn uit te sluiten.

Overigens zal hooguit tijdelijke oppervlakkige drainage plaatsvinden op de bouwlocatie in

de aanlegfase. Dieper grondwater wordt niet onttrokken, noch tijdens de aanlegfase, noch

tijdens de gebruiksfase.

5.3.4 TOENAME RECREATIE

Foto 5.1

Wandeling is uitsluitend

toegestaan op wegen en

paden, honden dienen

aangelijnd te blijven.

Page 31: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 28

In het bos en heidegebiedje ten oosten van Wolfsheze, gelegen tegen de A50, wordt door

inwoners van Wolfheze gewandeld en worden soms honden uitgelaten. De gebruiksfase

van de planlocatie gaat gepaard met een toename van deze recreatievorm in het

studiegebied. Verwacht wordt een toename van wandelaars ten oosten van Wolfheze.

Verschillende wandelpaden lopen door het bos en over de heide en deze paden zullen

intensiever gebruikt worden. Zolang mensen op de paden blijven, worden geen effecten op

de habitattypen verwacht. In Johannahoeve is wandeling uitsluitend toegestaan op wegen

en paden, en honden dienen te zijn aangelijnd.

Door een toename van recreatie kan ook een toename van verstoring plaatsvinden op de

heide. Dit zal vooral voor de reptielen en de vogels gelden. De paden worden door reptielen

gebruikt om op te warmen en te migreren en door een toename van wandelaars worden de

paden minder aantrekkelijk. Door verstoring wordt het gebied minder aantrekkelijk voor

grondbroedende vogels en deze zullen het gebied mogelijk verlaten.

5.3.5 OVERIGE EFFECTEN

Zwerfkatten In de Voortoets van de ontwikkeling van het oostelijk deel van Ede (Koolstra, 2006) is

aangegeven dat katten vanuit de nieuwe woonwijken een verstorend effect op vogels

kunnen hebben. Omdat het hier een soortgelijke situatie betreft, lijkt een dergelijke toename

van katten hier ook aan de orde. Het is niet mogelijk om na te gaan hoeveel katten het

betreft, omdat het niet bekend is welk percentage van het huishouden een kat heeft.

Katten hebben vooral effect op grondbroedende vogels. De Boomleeuwerik en

Roodborsttapuit broeden op de grond. De combinatie van verstoring van wandelaars met

mogelijke aanwezigheid van zwerfkatten maken de heide ten oosten van de planlocatie niet

aantrekkelijk om te broeden. Daarnaast zullen zwerfkatten ook jacht maken op reptielen.

Dit betekent dat de predatiedruk op deze soort toeneemt. Het faunabeheer van de gemeente

Arnhem, waar Johannahoeve onder valt, is er echter op gericht om zwerfkatten te bestrijden.

Loslopende honden Loslopende honden hebben op verschillende manieren effect op habitats en aanwezige

soorten. In de eerste plaats zorgen ze voor betreding. In de tweede plaats voor vermesting.

In het bijzonder gebieden waar intensief gewandeld worden kunnen, ook door urine,

vermesten waardoor habitattypen worden aangetast. Dit geldt in dit geval voor het

habitattype Droge Europese heide [H4030]. Bovendien verstoren loslopende honden,

evenals katten, grondbroedende vogelsoorten. In Johannahoeve moeten honden echter altijd

aangelijnd zijn.

5.4 CUMULATIEVE EFFECTEN

In de Voortoets is aangegeven dat cumulatieve effecten van projecten niet worden verwacht

en dat de bouwplannen op locatie Jordens een op zichzelf staand project zijn (Felix, 2007).

Mogelijk zijn in de omgeving van de planlocatie nog projecten voorzien, die in combinatie

met de ontwikkeling van locatie Jordens een significant effect hebben op habitattypen of

soorten aangewezen in Habitat- of Vogelrichtlijn. Op de website van het ministerie van

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is gezocht naar ontheffingen die voor effecten op

het Natura 2000-gebied Veluwe zijn aangevraagd. Dergelijke projecten zijn niet gevonden.

Page 32: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 29

5.4.1 ONTWIKKELING LOCATIE WILLEMSEN, WOLFHEZE

Momenteel bestaan plannen voor het ontwikkelen van een tweede bouwlocatie in Wolfheze.

Deze bouwlocatie ligt ongeveer een kilometer ten westen van het projectgebied langs het

spoor (locatie Willemsen Naaldhout aan de Duitsekampweg, zie Afbeelding 5.7).

De effecten van de werkzaamheden en veranderend gebruik van deze tweede bouwlocatie

op het Natura 2000-gebied Veluwe zijn verwaarloosbaar. Het is mogelijk dat in het bos en

op de heide meer gewandeld gaat worden dan alleen door de nieuwe bewoners van de

locatie Jordens. De tweede bouwlocatie ligt echter verder van het studiegebied, waardoor

het niet de verwachting is dat de bewoners van die locatie gebruik van het studiegebied

gaan maken. Bovendien ligt deze tweede bouwlocatie op gelijke afstand van het

studiegebied als van een groter bosgebied in het westen. Om te wandelen, zal dit grotere

gebied voor de bewoners van de locatie Willemsen Naaldhout aantrekkelijker zijn.

Het is daarom niet de verwachting dat het aantal wandelaars in het studiegebied merkbaar

toe zal toenemen door woningbouw op de tweede locatie.

5.4.2 ACTIVITEITEN ROND EDE

In het noorden en oosten van Ede zijn verschillende ontwikkelingen voorzien (ongeveer zes

kilometer van het projectgebied in Wolfheze).

De effecten van deze projecten zijn de volgende:

In het noorden van Ede zijn twee bouwprojecten voorzien, Het Nieuwe Landgoed

(website het Nieuwe Landgoed en Kernhem Vlek B (website gemeente Ede). Vooral de

woontoren, die is voorzien nabij het Nieuwe Landgoed, heeft effect op de trekroutes van

de Watervleermuis (Brouwer et al., 2007). In combinatie met de herinrichting van het

oostelijk deel van Ede worden verschillende trekroutes van vleermuizen mogelijk

verstoord (Brouwer et al., 2007; ARCADIS, 2008a). De Meervleermuis is echter niet

aangetroffen op deze locaties. Het gaat in eerste instantie om de Watervleermuis.

De bewoners van de nieuwe woonwijken zorgen voor een toename van de recreatiedruk.

Dit zal vooral gevolgen hebben voor het Natura 2000-gebied ten noorden van Ede. In het

Edese Bos zit een wespendief te broeden en deze wordt mogelijk verstoord door de

toename van recreanten.

Afbeelding 5.7

Luchtfoto met daarop

aangegeven de locatie Jordens

(oranje) en het gebied

waarbinnen de nieuwe

bouwlocatie Willemsen

Naaldhout ligt (groen).

(Bron: Google Maps).

Page 33: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 30

Aan de oostkant van Ede zijn verschillende werkzaamheden voorzien op het ENKA-terrein,

het kazerneterrein en rond het station Ede-Wageningen.

Deze activiteiten leiden tot:

- mogelijk ruimtebeslag op Zuurminnende beukenbossen [H9120] een Zuurminnende

eikenbossen [H9190]. Dit wordt vermoedelijk gecompenseerd (ook vanuit Boswet);

- mogelijk verslechtering van de habitattypen Droge heide [H4030], Psammofiele heide

[H2310], Open grasland [H2320], Zuurminnende beukenbossen [H9120],

Zuurminnende eikenbossen [H9190] en Submontane en laagland rivieren met

vegetatie [H3260] door recreatie;

- effecten op Habitatrichtlijnsoorten: afname foerageergebied Meervleermuis;

- effecten op Vogelrichtlijnsoorten:

• Wespendief: Afname leefgebied en mogelijke verplaatsing broedplaatsen.

• Nachtzwaluw: Afname één broedpaar.

• Zwarte specht: Afname leefgebied en mogelijke afname van twee broedpaar.

• Boomleeuwerik: Mogelijke afname van twee broedpaar.

- Mogelijk effect op Zandhagedis (typische soort) afhankelijk van toename van

recreatiedruk op de Ginkelse heide. In Afbeelding 5.8 is de samenhang tussen de

verschillende populaties van de Zandhagedis ten oosten van Ede aangegeven. Op de

afbeelding is het spoortraject Utrecht-Arnhem weergegeven. Locatie Jordens ligt op

een afstand van 3 km ten westen van de kaart. Gezien de onderlinge samenhang en

het feit dat een groot aantal reptielen langs het spoor is aangetroffen, kan de populatie

van de heide ten westen van Wolfheze in verbinding staan met andere populaties.

Brouwer et al. (2007) geven aan dat vooral zandpaden worden gebruikt als

migratieroutes door de Zandhagedis.

Rond de Reehorsterweg heeft de gemeente Ede het voornemen woningen te bouwen.

In de huidige situatie ligt op deze planlocatie een bedrijventerrein en een sportcomplex.

Beide worden gesloopt om woningbouw te realiseren. Verschillende vleermuissoorten

maken gebruik van de planlocatie maar de Meervleermuis was niet aanwezig.

Afbeelding 5.8

De kerngebieden van reptielen

en (potentiële) migratieroutes

ten oosten van Ede

(Brouwer et al., 2007).

Bron foto: Google Maps.

Spoor Utrecht-Arnhem

Page 34: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 31

Vaatplanten die op de Habitatrichtlijn staan of typisch voor habitattypen zijn, zijn ook

niet aangetroffen. Overige soorten (onder andere reptielen, broedvogels en dagvlinders)

van belang voor de Habitat- en Vogelrichtlijn zijn niet aangetroffen (Brouwer, 2008a).

Woningbouw aan de Reehorsterweg zorgt voor een toename van de recreatiedruk direct

aan de oostkant van Ede. Naast verstoring van aanwezige soorten kunnen de gevolgen

van toenemende recreatiedruk groot zijn voor aanwezige habitattypen. Vooral als

mensen niet op de paden blijven en honden los gelaten worden, kunnen de gevolgen

ernstig zijn.

Aan de zuidoostkant van Ede (Zandlaan) zijn werkzaamheden voorzien. Op het terrein

staan in de huidige situatie een sportcomplex met verschillende sportvelden, een

bedrijventerrein en een scholencomplex. Deze worden gesloopt en voorzien wordt de

bouw van woningen en nieuwe sportvelden. Bestaande groene structuren worden zoveel

mogelijk gehandhaafd. Het projectgebied wordt door verschillende vleermuissoorten

gebruikt als foerageergebied en als trekroute maar de Meervleermuis hoorde niet bij deze

soorten. Trekroutes gaan niet verloren omdat de groene structuren gehandhaafd blijven.

Verder zijn geen soorten van de Habitat- of Vogelrichtlijn aangetroffen (Brouwer, 2008b).

Woningbouw in het projectgebied betekent een toename van de recreatiedruk. Dit kan als

buiten de paden wordt getreden en honden worden losgelaten effecten hebben op

habitattypen.

5.4.3 BENNEKOM

In het noordelijk deel van Bennekom (op een afstand van ongeveer 5 km van het

projectgebied) zijn verschillende bouwwerkzaamheden voorzien (www.opella.nl).

Deze werkzaamheden vinden plaats ten zuiden van de A12. Omdat deze werkzaamheden

zijn voorzien binnen de bebouwde kom van Bennekom is het niet de verwachting dat deze

cumulatief bijdragen aan verstoring. De nieuwbouw zal vermoedelijk ook niet leiden tot een

toename van recreatie omdat het hier grotendeels om woningen zal gaan voor mensen die

beperkt zijn in hun beweging.

5.5 SAMENVATTING

In onderstaande tabel is een samenvatting van de effecten, die in dit hoofdstuk zijn

beschreven, gegeven.

Categorie Verstoring Habitattype /

Soort(groep) Opmerking

Habitattypen Recreatiedruk Droge Europese

Heide [H4030]

Door recreatiedruk en

loslopende honden.

Typische soorten

H4030 Toename recreatiedruk

Reptielen

Flora

Verstoring van zandpaden

die door reptielen als

migratieroute worden

gebruikt. Verstoring

groeiplaatsen van flora.

Verstoring door geluid en

recreatie

Wespendief

Zwarte specht

Verstoring

foerageergebieden.

Vogelrichtlijn

Toename recreatiedruk Boomleeuwerik

Roodborsttapuit

Verstoring van

broedplaatsen voor toename

recreatie

Tabel 6.6

Samenvatting van de

(mogelijke) effecten op

habitattypen en soorten in en

rond het projectgebied door

herinrichting op locatie

Jordens.

Page 35: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 32

HOOFDSTUK6 Toetsing significantie

6.1 HABITATTYPEN EN TYPISCHE SOORTEN

6.1.1 HABITATTYPEN

Ruimtebeslag op habitattypen vindt niet plaats. Wanneer wandelaars buiten de paden

treden, kunnen habitattypen worden aangetast door betreding. Ook loslopende honden

kunnen door vermesting de vegetaties van habitattypen vernietigen. De recreatiedruk

neemt niet alleen toe vanuit het oostelijk deel van Wolfheze maar mogelijk ook van andere

projecten in Wolfheze. Overigens is het belangrijk dat in het Natura 2000-gebied tussen Ede

en Wolfheze de verwachting is dat de recreatiedruk zal toenemen. Een verhoging van de

recreatiedruk betekent mogelijk een verslechtering van de kwaliteit van habitattypen voor

dit deel van de Veluwe. De verwachting is dat mensen op de paden zullen blijven, en

honden aangelijnd, conform de plaatselijke verordening. Significante effecten zijn niet aan

de orde.

6.1.2 TYPISCHE SOORTEN

Effecten op typische soorten zijn voorzien door een toename van recreatiedruk.

Wanneer wandelaars op de paden blijven, zullen deze effecten gering zijn.

De zorg bestaat dat ten oosten van Ede een substantieel deel van het leefgebied van de

Zandhagedis verslechterd. Mogelijk staan de populaties van de Zandhagedis van Wolfheze

en ten oosten van Ede in verbinding. In Wolfheze zijn de effecten op de Zandhagedis gering.

De planlocatie is geen leefgebied van de Zandhagedis. Leefgebieden ten oosten van de

planlocatie blijven bestaan, alleen de recreatiedruk neemt toe. De verwachte effecten voor de

Zandhagedis zijn gering. Cumulatie van effecten, waarbij de ruimtelijke samenhang van de

populaties is meegenomen, wordt niet verwacht.

6.2 HABITATRICHTLIJNSOORTEN

Habitatrichtlijnsoorten worden niet beïnvloed door de werkzaamheden. Binnen de

invloedszone van de herinrichting van het projectgebied bevinden zich geen

Habitatrichtlijnsoorten. Een cumulatie van effecten wordt ook niet verwacht.

Significante effecten op Habitatrichtlijnsoorten kunnen worden uitgesloten.

6.3 VOGELRICHTLIJNSOORTEN

De Provincie Gelderland heeft aangegeven dat het doden van individuen een significant

effect is. Wanneer binnen het projectgebied ten tijde van de werkzaamheden

Vogelrichtlijnsoorten aanwezig zijn, zullen deze het projectgebied verlaten en mijden.

Significante effecten door het doden van individuen van de Vogelrichtlijn zijn uitgesloten.

Page 36: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 33

Geluid en recreatiedruk Het realiseren van een nieuwe woonwijk zal leiden tot een toename van geluid en

recreatiedruk vooral ten oosten van planlocatie. Mogelijk leidt dit tot een afname van het

aantal broedparen. In onderstaande tabel is de mogelijke afname vergeleken met het aantal

broedparen op de Veluwe en de instandhoudingsdoelstelling.

Soort

Verstoring

(aantal

broedpaar)

# broedparen

Veluwe / jaar

Instandhoudings-

doelstelling Significant

Wespendief 0 70-90 (2007) 150 Nee

Nachtzwaluw - 650-680 (2007) 610 Nee

IJsvogel - 20 (2007) 30 Nee

Draaihals - 10-15 (2007) 100 Nee

Zwarte specht 0 350-400 (2005) 430 Nee

Boomleeuwerik 1 2200-2400 (2007) 2400 Mogelijk

Duinpieper - 0 (2007) 40 Nee

Roodborsttapuit 2 1100-1400 (2007) 1000 Nee

Tapuit - 20-25 (2005) 100 Nee

Grauwe klauwier - 8 (2008) 40 Nee

Tabel 7.7 laat zien dat voor de meeste vogelsoorten geen significante effecten te verwachten

zijn. Door de werkzaamheden zullen exemplaren van de soort in ieder geval niet gedood

worden. De Boomleeuwerik is de enige soort waar mogelijk een afname van het aantal

broedparen wordt verwacht, terwijl de instandhoudingsdoelstelling nog niet is gehaald.

De afname zou maximaal één broedpaar betreffen en ligt dus rond de 0,04%.

Voor het heidegebied ten oosten van Wolfheze geldt, net als in andere gebieden dat er

periodieke fluctuaties optreden in beschikbaar leefgebied en dat de veerkracht van het

ecosysteem het mogelijk maakt dat een verlies tijdelijk is vanwege het natuurlijke

herstelvermogen van een gebied of soort (zie Leidraad bepaling significantie, ministerie van

LNV 2009). In dit geval kan gedacht worden aan de mogelijkheden die het betreffende

broedpaar Boomleeuweriken heeft om binnen het gebied een andere broedlocatie te kiezen,

waardoor zij verstoring ontlopen. Het heideterrein is inderdaad zo groot dat het een ruime

opvangcapaciteit heeft voor een broedpaar Boomleeuweriken. Zo zijn er volop potentiële

broedlocaties en zijn zangposten niet beperkend. Daarom wordt het mogelijke effect van een

toenemend aantal wandelaars niet als significant beoordeeld. Overigens dient ook

opgemerkt te worden dat de Boomleeuwerik slechts in één van de twee onderzoeksjaren

aanwezig was, namelijk in 2008 wel en in 2007 niet. Dit wijst op periodieke fluctuatie ter

plaatse van de Boomleeuwerik populatie zelf, en mogelijk duidt dit er ook op dat het

heideterrein een suboptimaal broedgebied is voor de Boomleeuwerik omdat de dichtheid in

het gebied laag is en er niet alle jaren gebroed wordt.

De Wespendief en de Zwarte specht gebruiken de omgeving van de planlocatie alleen om te

foerageren. De Wespendief heeft een groot foerageergebied, dat een oppervlakte van

1150-1575 ha. Effecten van herinrichting zijn in het kader van habitatinrichting niet

significant voor de Wespendief. De concept-leefgebiedenkaart broedvogels van de provincie

laat zien dat in de directe omgeving voldoende leefgebied beschikbaar blijft.

Leefgebieden van de Zwarte specht blijven in de omgeving ook voldoende aanwezig.

Tabel 7.7

Tabel met

Vogelrichtlijnsoorten, mogelijke

afname broedparen, referentie,

instandhoudingsdoelstelling en

significantie met betrekking tot

de herinrichting. Wanneer de

instandhoudingsdoelstelling

groen is, dan is deze gehaald.

Is deze rood dan is hij nog niet

gehaald.

Page 37: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 34

Door de kleine hoeveelheid bos ten oosten van de planlocatie en de verstoring van de

snelweg A50, is het niet de verwachting dat de bossen ten oosten van de planlocatie

belangrijk zijn voor deze soort.

Wanneer cumulatie van effecten beschouwd wordt (zie voor de werkzaamheden ten oosten

van Ede § 5.4.2), leiden de werkzaamheden nog steeds niet tot significante effecten.

6.4 AANVULLENDE MAATREGELEN

Van Wanrooij-Van Schijndel Ontwikkelingsmaatschappij BV heeft in het kader van de Flora-

en faunawet een ontheffing aangevraagd voor het verlies van leefgebied van de Hazelworm

(Kenmerk FF/75C/2006/0086). Voor het verkrijgen van deze ontheffing is een

compensatieplan Hazelworm opgesteld (Van Kessel & Crombaghs, 2009). Na uitvoering van

dit compensatieplan zal aan de rand van de landbouwenclave Johannahoeve een nieuw

heidegebied van 2,1 hectare ontstaan dat ook geschikt is als leefgebied voor de Zandhagedis

en Gladde slang. Bovendien wordt het gebied geschikt als broedgebied voor Boomleeuwerik

en Roodborsttapuit door aanplant van verspreid staande bomen in een lage dichtheid. In het

nieuwe deel worden geen wandelpaden aangelegd, waardoor verstoring door wandelaars niet

aan de orde is.

De inrichting van het nieuwe gebied gebeurt aan de rand van het Natura 2000-gebied Veluwe

(zie Afbeelding 6.9). Van ruimtebeslag op habitattypen is geen sprake omdat het in de huidige

situatie om een akker gaat waar jaarlijks aardappelen, bieten en maïs verbouwd worden.

Van verstoren of vernietiging van leefgebied van typische soorten, Habitatrichtlijnsoorten of

Vogelrichtlijnsoorten is geen sprake, voor de Wespendief heeft deze natuurontwikkeling

eerder een positief effect (zie Afbeelding 4.6). Na inrichting vormt het gebied een geschikt

leefgebied voor verschillende typische soorten, Habitatrichtlijnsoorten en

Vogelrichtlijnsoorten. De situatie, gezien vanuit het toetsingskader van de

Natuurbeschermingswet 1998 verbetert door herinrichting van het terrein.

Afbeelding 6.9

Voorziene locatie van het

compensatieterrein (blauw) en

locatie Jordens (geel) ten

opzichte van het Natura 2000-

gebied Veluwe (groen).

Bron: Webmap Provincie

Gelderland.

Page 38: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 35

HOOFDSTUK7 Conclusies

7.1 EFFECTEN HERINRICHTING LOCATIE JORDENS

Herinrichting van locatie Jordens te Wolfheze heeft verschillende effecten op het

Natura 2000-gebied Veluwe. Significante effecten kunnen zelfs worden uitgesloten.

De effecten staan weergegeven in onderstaande tabel.

Categorie Soort Verstoring door Effect Significantie

Habitattypen Droge Europese

Heide [H4030]

Verstoring recreatie

Loslopende honden

Mogelijk

verslechtering

habitattypen

Nee

(wandelaars

blijven op

paden en

honden

aangelijnd)

Zandhagedis Toename recreatiedruk

Katten uit omgeving

Mogelijk

habitatvernietiging

Verstoring

Toename

predatiedruk

Nee (na

compensatie

vanuit Ff-wet) Typische soort

H4030

Flora Toename recreatiedruk Mogelijk vernietiging

groeiplaatsen Nee

Wespendief Nee

Zwarte specht Afname leefgebied

Nee

Boomleeuwerik Mogelijke verstoring

van 1 broedpaar Nee

Vogelrichtlijn

Roodborsttapuit

Verstoring recreatie

Mogelijke verstoring

2 broedpaar Nee

7.2 AANVULLENDE MAATREGELEN

In het kader van natuurcompensatie voor de Hazelworm, ingevolge de Flora- en faunawet,

wordt een akkergebied van 2,1 ha in de landbouwenclave Johannahoeve omgevormd tot

heidegebied met verspreid staande bomen. Door de wijze van inrichting zal dit nieuwe

natuurgebied eveneens geschikt zijn als broed- en leefgebied voor de Boomleeuwerik.

De realisatie van deze natuurcompensatie vindt plaats vóór 1 april 2010, conform de

voorwaarden uit de verleende ontheffing Flora- en faunawet.

Tabel 8.8

Tabel waarin de effecten van

herinrichting staan

samengevat.

Page 39: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 36

7.3 JURIDISCHE CONSEQUENTIES

Uit bovenstaande toets volgt dat als gevolg van de herinrichting beperkte negatieve

gevolgen optreden. Significante effecten worden niet verwacht, mede omdat uitbreiding van

het broedgebied voor de Boomleeuwerik plaatsvindt als gevolg van het uit te voeren

compensatieplan voor de Hazelworm (Van Kessel & Crombaghs, 2009). Naast de

vergunning ex art 19 van de Natuurbeschermingwet 1998 zijn geen juridische consequenties

voor ontwikkeling van locatie Jordens voorzien.

Page 40: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 37

HOOFDSTUK8 Bronnen

ARCADIS, 2008. Ontwikkeling Ede-Oost en Spoorzone Milieueffectrapportage.

Eindconcept Deel A en B. In opdracht van gemeente Ede.

Kenmerk: 110623/CE8/093/000450.

ARCADIS, 2009a. Vogelinventarisaties Wolfsheide.

ARCADIS, 2009b. Ontwerpbestemmingsplan Wolfsheide 2010.

Brouwer, T., Crombaghs, B., Hoof, P .van, en Aukema, R., 2007. Flora- en faunaonderzoek

Ede-Oost: Natuuronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet.

In opdracht van gemeente Ede. Natuurbalans – Limes Divergens, Nijmegen.

Bruijn, J. de, 2006a. Inventarisatie natuurwaarden van de locatie ‘Jordens’ te Wolfheze

(onderzoek voor ontheffingsaanvraag i.v.m. Flora- en faunawet). Strix/NWC, Dordrecht.

Bruijn, J. de, 2006b. Terreingebruik van de Hazelworm op de ontwikkelingslocatie ‘Jordens’ te

Wolfheze – aanvullend onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet. Strix/NWC, Dordrecht.

Felix, R.P.W.H., 2007. Voortoets Locatie Jordens Wolfheze in het kader van de

Natuurbeschermingswet 1998, concept 25 juli 2007. Natuurbalans – Limes Divergens B.V.,

Nijmegen, In opdracht van ARCADIS, ’s-Hertogenbosch.

Kessel, N. van & B. Crombaghs 2009. Compensatieplan hazelworm Wolfheze. Een plan voor

de compensatie van leefgebied van de hazelworm in het kader van de Flora- en faunawet.

Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen.

Koolstra, B.J.H., 2006. Voortoets Ede Oost: Eerste beoordeling in het kader van de

Natuurbeschermingswet. Alterra, Wageningen.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005.

Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet 1998. Directie Natuur, Den Haag.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2008. Leeswijzer Natura 2000

profielendocument, versie 1 september 2008. Directie Kennis, Ede.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009. Leidraad bepaling significante

effecten. Steunpunt Natura 2000.

Page 41: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 38

Nie, H.W. de, 1996. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen.

Media Publishing, Doetinchem.

Schut, D., Felix, R. & Krekels, R., 2008. Factsheets Natura 2000 Gelderland.

Habitatrichtlijnsoorten in Natura 2000-gebieden. Natuurbalans – Limes Divergens BV,

Nijmegen.

Sierdsema, H. , Diermen, J. van, B. Aarts, Bremer, L. van den en Kleunen, A. van, 2008.

Factsheets van broedvogels in de Natura 2000-gebieden van Gelderland.

SOVON-onderzoeksrapport 2008/14. SOVON, Beek-Ubbergen.

Steunpunt Natura 2000, 2007. Toepassing begrippenkader Natuurbeschermingswet 1998:

Intern werkdocument voor opstellers beheerplannen Natura 2000 en vergunningverleners

Nb-wet. Versie 17-09-2007.

Wynhoff, I., Swaay, C. van & Made, J. van der., 1999. Veldgids Dagvlinders.

Stichting KNNV, Utrecht.

Websites (bezocht tussen 11 augustus 2009)

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, www.minlnv.nl

Het Nieuwe landgoed, www.hetnieuwelandgoed.info

Gemeente Ede, http://www.edegelderland.nl/page/3414.htm

Google Maps, http//www.maps.google.com

Soortenbank: http://www.soortenbank.nl

Webmap provincie Gelderland: http://geodata2.prvgld.nl/apps/beheerplan_veluwe

Page 42: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 39

BIJLAGE 1 Kaart habitatrichtlijnsoorten

= Locatie Jordens Wolfheze

Page 43: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETSLOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

VAN WANROOIJ - VAN SCHIJNDEL

BOUW- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ BV

23 maart 2009

110503.200432

Page 44: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 2

Inhoud

Samenvatting __________________________________________________________________ 3

1 Inleiding____________________________________________________________________ 4

1.1 Aanleiding _____________________________________________________________ 4

1.2 Doelstelling_____________________________________________________________ 5

2 Juridisch kader ______________________________________________________________ 6

2.1 Natuurbeschermingswet 1998 _____________________________________________ 6

2.1.1 Inleiding _________________________________________________________ 6

2.1.2 Procedure ________________________________________________________ 7

2.1.3 Voortoets ________________________________________________________ 9

2.2 Verslechterings- en Verstoringstoets_______________________________________ 10

2.2.1 Verslechtering ___________________________________________________ 10

2.2.2 Verstoring_______________________________________________________ 10

3 Gebiedsbeschrijving ________________________________________________________11

3.1 Plangebied ____________________________________________________________ 11

3.2 Voorgenomen werkzaamheden en activiteiten ______________________________ 12

4 Beoordelingskader _________________________________________________________14

4.1 Inleiding ______________________________________________________________ 14

4.2 Ontwerpbesluit Veluwe _________________________________________________ 14

4.2.1 Habitattypen en typische soorten Veluwe____________________________ 14

4.2.2 Habitatrichtlijnsoorten en vogelrichtlijnsoorten veluwe ________________ 16

5 Aanwezigheid habitattypen en soorten ______________________________________17

5.1 Plangebied en verstoringszone ___________________________________________ 17

5.2 Aanwezige habitattypen_________________________________________________ 17

5.3 Aanwezige soorten _____________________________________________________ 18

6 Toetsing effecten___________________________________________________________20

6.1 Uitgangspunten effectbeoordeling ________________________________________ 20

6.2 Effecten op de Veluwe __________________________________________________ 20

6.2.1 Werkzaamheden _________________________________________________ 20

6.2.2 Veranderende functie plangebied___________________________________ 21

6.3 Cumulatieve effecten ___________________________________________________ 22

7 Conclusies _________________________________________________________________24

7.1 Verslechtering _________________________________________________________ 24

7.2 Verstoring_____________________________________________________________ 24

7.3 Cumulatieve effecten ___________________________________________________ 24

7.4 Juridische consequenties_________________________________________________ 24

8 Bronnen ___________________________________________________________________25

Page 45: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 3

Page 46: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 4

HOOFDSTUK1 Inleiding

1.1 AANLEIDING

Van Wanrooij – Van Schijndel Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij BV (Van Wanrooij) en

de gemeente Renkum hebben plannen voor de herinrichting van locatie Jordens te

Wolfheze. Het betreft een voormalige manege die nu buiten gebruik is en als gevolg

daarvan is licht verruigd. Het plangebied Jordens is omheind met een 2 meter hoog Heras

hekwerk, vanwege het voormalige gebruik als manege en paardenwei. Daarvoor was

sprake van een legeropslagplaats en een army-dump. De bovengrond is destijds gesaneerd.

Van Wanrooij en de gemeente hebben het voornemen om het plangebied her in te richten

zodat 49 woningen kunnen worden gebouwd.

Een deel van het plangebied is vooralsnog begrensd als Natura 2000-gebied Veluwe toen het

gebied werd aangemeld bij de Europese Commissie. De Veluwe is aangewezen in het kader

van Vogelrichtlijn en aangemeld als Habitatrichtlijn. Dit betekent dat de Veluwe valt onder

de Natuurbeschermingswet 1998. In het kader van deze wet dienen projecten en

handelingen die een mogelijk negatief effect hebben getoetst te worden. Natuurbalans heeft

in 2007 een Voortoets voor het plangebied uitgevoerd (Felix, 2007). Uit deze voortoets kwam

naar voren dat voor het project een Verslechterings- en Verstoringstoets gedaan moest

worden omdat mogelijk sprake zou kunnen zijn van externe werking op broedvogels in het

aangrenzende gebied. De provincie Gelderland heeft commentaar geleverd op deze

Voortoets, dat is meegenomen in onderliggende Verslechterings- en Verstoringstoets.

Voor het project Jordens wordt een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet

aangevraagd. Dit wordt gedaan voor de beschermde soorten Hazelworm, Gladde slang,

Zandhagedis en Kerkuil. Deze soorten zijn binnen het plangebied aangetroffen.

Compensatie voor het verdwijnen van het leefgebied van deze soorten wordt gerealiseerd

door middel van een compensatieplan dat wordt opgesteld door ARCADIS. Dit

compensatieplan is als aanvulling op de ontheffingsaanvraag ingediend.

ARCADIS heeft van Van Wanrooij de opdracht gekregen om middels een Verslechterings-

en Verstoringstoets de negatieve effecten van de ingrepen op de plangebied Jordens te

Wolfheze te toetsen aan de Natuurbeschermingswet 1998.

Page 47: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 5

1.2 DOELSTELLING

De doelstelling van dit rapport is het uitwerken van een aantal vragen. De vraag is wat het

effect is van de herinrichting van het plangebied op het Natura 2000-gebied Veluwe.

Hierbij gaat het om de effecten tijdens de aanlegfase, maar ook tijdens de gebruiksfase.

Daarbij wordt niet alleen gekeken wat de effecten binnen het plangebied zijn, maar ook de

effecten op de omliggende Natura 2000-gebied worden getoetst (externe werking).

Bovendien vindt toetsing plaats van mogelijke cumulatieve effecten van de

woningbouwlocatie Willemsen aan de Duitsekampweg

Page 48: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 6

HOOFDSTUK2 Juridisch kader

2.1 NATUURBESCHERMINGSWET 1998

2.1.1 INLEIDING

De Natuurbeschermingswet 1998 geeft uitvoering aan Europese richtlijnen. Twee

belangrijke richtlijnen zijn de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Onder

Natura 2000-gebieden worden gebieden verstaan die op grond van de Vogel- en/of

Habitatrichtlijn zijn aangewezen/aangemeld. Deze gebieden zijn van grote betekenis voor

de bescherming van de Europese biodiversiteit en vormen gezamenlijk met alle andere

aangewezen gebieden in Europa een ecologisch netwerk.

De te beschermen waarden (habitattypen, soorten) zijn per gebied in (ontwerp-)besluiten

beschreven. Op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

zijn deze (ontwerp-)besluiten gepubliceerd.

Afbeelding 2.1 laat zien dat ingrepen in het plangebied niet alleen plaatsvinden aan de grens

van het Natura 2000-gebied Veluwe, maar lijken ook binnen het gebied zelf plaats te vinden.

Het betreft hier echter het erf en de paardenwei behorend bij de voormalige manege, die

van de omgeving zijn afgescheiden door ee hoog hekwerk. Erven, tuinen en andere

cultuurgronden maken geen onderdeel uit van Natura 2000-gebieden, deze zijn

Afbeelding 2.1

Satellietfoto van het

plangebied, groen

weergegeven, en omliggende

omgeving. Het Natura 2000-

gebied Veluwe is geel

weergegeven (bron: Google

Maps, via de website van LNV).

Wolfheze

Page 49: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 7

nadrukkelijk geëxclaveerd. Dit is ook opgenomen in het ontwerpbesluit van de Veluwe

(website van het ministerie van LNV). Het opnemen van particulier bezit in Natura 2000-

gebieden levert problemen op, omdat in veel gevallen de ontwikkeling van natuurwaarden

niet mogelijk is op deze delen.

Het Ministerie van LNV en de Provincie Gelderland hebben daarom het voornemen om het

Natura 2000-gebied op de plaats van het plangebied te herbegrenzen. De nieuwe grens van

het Natura 2000-gebied gaat de grens van de EHS volgen (zie Afbeelding 2.2.). In dat geval

ligt het plangebied buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied Veluwe.

In het ontwerpbesluit van de Veluwe staan de habitattypen en soorten met

instandhoudingsdoelstellingen voor de verschillende soorten waarvoor de Veluwe is

aangewezen/aangemeld. De waarden die in het ontwerpbesluit zijn beschreven, zijn in deze

beoordeling meegewogen.

2.1.2 PROCEDURE

Voorafgaand aan toetsing of werkzaamheden, vindt een oriënterende fase plaats. In deze

fase wordt gekeken of effecten van werkzaamheden op het Natura 2000-gebied kunnen

worden uitgesloten. Tijdens de oriënterende fase worden bijvoorbeeld quickscans

uitgevoerd om het (mogelijk) voorkomen van beschermde soorten en mogelijke effecten te

bepalen. Aan de hand van de uitkomsten van de oriënterende fase wordt beoordeeld welke

toetsing moet worden uitgevoerd.

Om de instandhoudingsdoelstellingen te waarborgen geldt een vergunningplicht voor alle

plannen en projecten die mogelijkerwijs (significante) negatieve gevolgen hebben voor het

Natura 2000-gebied. Een vergunning voor een project kan alleen worden verleend, indien

voorafgaand aan de werkzaamheden zeker is dat de natuurlijke kenmerken van het gebied

niet worden aangetast en de instandhoudingdoelstellingen niet in gevaar worden gebracht.

Hier kan alleen onder strikte voorwaarden van worden afgeweken. Het afwegingskader dat

gebruikt wordt, is de zogenaamde ADC-toets (Alternatieven, Dwingende redenen van groot

openbaar belang en Compenserende maatregelen). Dit toetsingskader houdt in dat:

§ èn alternatieve oplossingen voor het project ontbreken;

§ èn het project uitgevoerd moet worden vanwege dwingende redenen van groot openbaar

belang;

§ èn voorafgaande aan de toestemming de zekerheid gegeven kan worden dat voor alle

significante schade gecompenseerd wordt.

Afbeelding 2.2

Begrenzing van de Ecologische

Hoofdstructuur (EHS - groen)

ten opzichte van het

plangebied (oranje) (bron:

Google Maps via de website

van LNV).

Page 50: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 8

Het ministerie van LNV heeft een schema opgesteld van het afwegingskader voor de

noodzakelijkheid van de aanvraag van een vergunning op basis van de

Natuurbeschermingswet 1998. Dit schema is weergegeven in figuur 2.1.

De hoofdvraag tijdens de oriëntatiefase is: bestaat een kans op significante negatieve

effecten? Dat is het geval als op grond van objectieve gegevens niet valt uit te sluiten dat het

project of andere handelingen significante negatieve gevolgen (kunnen) hebben voor het

gebied. Op de hoofdvraag van de oriënterende fase zijn drie antwoorden mogelijk:

1. er is zeker geen negatief effect. Dit betekent dat geen vergunning op grond van de

Natuurbeschermingswet 1998 nodig is.

2. er is een mogelijk negatief effect, maar dit is zeker geen significant negatief effect. Dit

betekent dat vergunningverlening aan de orde is. Omdat het effect zeker niet significant

is, volstaat de zogenoemde Verslechterings- en Verstoringstoets.

3. er is kans op een significant negatief effect. Dit betekent dat vergunningverlening aan

de orde is. Omdat er een kans op een significant negatief effect bestaat, is een Passende

Beoordeling vereist.

De Natuurbeschermingswet 1998 stelt een vergunning van het Bevoegd Gezag

(Gedeputeerde Staten, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of het

Figuur 2.1

Stroomschema habitattoets

(LNV ,2005).

Oriënterende fase

Page 51: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 9

ministerie van Verkeer en Waterstaat) verplicht voor plannen en projecten die de natuurlijke

kenmerken van een beschermd gebied kunnen aantasten. Wanneer deze aantasting

significant zou kunnen zijn, mag het Bevoegd Gezag alleen vergunning verlenen wanneer

uit een zogenaamde Passende Beoordeling blijkt dat de natuurlijke kenmerken niet

aangetast kunnen worden. Alleen onder strikte voorwaarden mag hiervan worden

afgeweken.

De Natuurbeschermingswet 1998 is nog niet volledig geïmplementeerd. Voor

Habitatrichtlijngebieden moeten de aanwijzingsbesluiten en de

instandhoudingsdoelstellingen nog definitief worden vastgesteld. Ook voor

Vogelrichtlijngebieden moeten de doelstellingen nog definitief worden vastgesteld. In de

oriënterende fase wordt gekeken naar de doelstellingen geformuleerd in het ontwerpbesluit.

2.1.3 VOORTOETS

In 2007 is door Natuurbalans – Limes Divergens, adviesbureau voor natuur en landschap

een voortoets voor de locatie Jordens in Wolfheze uitgevoerd. De conclusies van de

voortoets waren als volgt (Felix, 2007):

§ Ten tijde van de voortoets is de herbegrenzing van de Natura 2000-gebieden niet

meegewogen. Maar op de locatie Jordens komen geen voor de Veluwe kwalificerende

habitats en soorten voor.

§ Mogelijke effecten op de in de buurt gelegen habitattypen (de zogenaamde externe

werking) en verwachte vogelsoorten zijn weergegeven in Tabel 2.1.

Habitat- en VogelrichtlijnKans op

effect?

Kans significant

negatief effect?Soort toets

Habitattypen

Droge Europese heide [H4030] ja neeVerslechtering- en

Verstoring

Oude zuurminnende eikenbossen op

zandvlakten met Quercus robur

[H9190]

ja neeVerslechtering- en

Verstoring

Broedvogels

Boomleeuwerik ja neeVerslechtering- en

Verstoring

Roodborsttapuit ja neeVerslechtering- en

Verstoring

Nachtzwaluw ja neeVerslechtering- en

Verstoring

Zwarte specht ja neeVerslechtering- en

Verstoring

§ Bij uitvoering van de voorgenomen activiteiten (bouw van 49 woningen) is er een kans

op negatieve effecten op de genoemde soorten en/of op de instandhoudings-

doelstellingen met betrekking tot bovenstaande soorten.

§ Omdat gedetailleerde gegevens over de aanwezigheid van kwalificerende soorten in de

directe omgeving van het plangebied (heide en bos tussen Jordens en A50) ontbraken,

konden geen gefundeerde uitspraken worden gedaan over hoe groot de kans is op

negatieve effecten voor aanwezige diersoorten voor dit deel van de Veluwe.

§ Op basis van expert judgement over de aanwezige biotopen en status en eisen van de

betreffende kwalificerende soorten, werd geconcludeerd dat het in het uiterste geval gaat

om slechts een handvol territoria van Roodborsttapuit, Boomleeuwerik, Zwarte specht

Tabel 2.1

Verwachte effecten op

habitattypen en doelsoorten

van Natura 2000-gebied

Veluwe door de

werkzaamheden op locatie

Jordens in Wolfheze (Felix,

2007).

Page 52: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 10

en/of Nachtzwaluw. Van significant negatieve effecten op de instandhouding van

populaties van deze soorten in Natura 2000-gebied Veluwe was daarom naar alle

waarschijnlijkheid geen sprake.

§ Op basis van het bovenstaande dient ten behoeve van de voorgenomen activiteiten een

Verslechtering- en Verstoringstoets te worden uitgevoerd, om in lijn te komen met de

bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998. Een onderzoek naar het voorkomen van

kwalificerende vogelsoorten in de heide- en bosgebieden tussen Jordens en A50 dient

daarvan een onderdeel te zijn.

2.2 VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

In een Verslechterings- en Verstoringstoets wordt op een kwantitatieve manier gekeken

naar verschillende mogelijke negatieve effecten van het plan op natuurwaarden in het

plangebied en de omgeving. Een beschrijving wordt gemaakt van kenmerkende en

kwalificerende soorten en habitats en de gevolgen van de plannen voor deze

natuurwaarden. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op de ingrepen en de uitvoering van

de werkzaamheden en worden mogelijke effecten op deze natuurwaarden beoordeeld. Uit

de resultaten van de toets is te bepalen wat de effecten zijn van de voorgenomen

werkzaamheden op de natuurwaarden van het gebied en welke mitigerende maatregelen

genomen moeten worden. De definities van verslechtering en verstoring zijn vastgesteld

door de Europese Commissie in het Beheer van Natura 2000-gebieden; beschreven in de

bepalingen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn in 2000.

2.2.1 VERSLECHTERING

Onder ‘verslechtering’ wordt de fysische aantasting van een habitat verstaan. Hiervan is

sprake als in een bepaald gebied van deze habitat, de oppervlakte afneemt of wanneer het

met de specifieke structuur en functies die voor de instandhouding van de habitat op de

lange termijn noodzakelijk zijn, dan wel met de staat van instandhouding van de met deze

habitat geassocieerde typische soorten, in dalende lijn gaat in vergelijking tot de

instandhoudingsdoelstellingen.

2.2.2 VERSTORING

In tegenstelling tot de kwaliteitsverslechtering heeft verstoring geen directe invloed op de

fysische kenmerken van een gebied; een verstoring betreft soorten en is vaak in de tijd

beperkt (lawaai, lichtbronnen, enz.). Belangrijke parameters zijn intensiteit, duur en

frequentie van de verstoring. Verstoring van een soort in een gebied treedt in dat gebied op

wanneer uit de populatiedynamische gegevens betreffende die soort in dat gebied blijkt dat

de soort gevaar loopt niet langer een levensvatbare component van de natuurlijke habitat te

zullen blijven.

Page 53: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 11

HOOFDSTUK3Gebiedsbeschrijving

3.1 PLANGEBIED

Locatie Jordens ligt aan de Johannahoeveweg, die weer parallel loopt aan de spoorlijn

Utrecht-Arnhem. Het terrein ligt in het noorden ingeklemd door Camping & Chaletpark

Lindenhof aan de Wolfhezerweg 111/113. Deze camping heeft 90 ruime plaatsen voor

caravans, campers en tenten, nog eens 80 jaarplaatsen in het chaletpark en een aantal

verhuurchalets en huisjes. In het noordwesten grenst Jordens aan woonzorgcentrum Het

Schild. In het oosten grenst Jordens aan een bos- en heidegebied (zie Afbeelding 3.3). De

bossen en heide ten westen van rijksweg A50 zijn vrij toegankelijk en worden regelmatig

door bewoners van Wolfheze en camping Lindenhof gebruikt als wandelgebied.

De oostelijke helft van het plangebied ligt thans nog binnen de begrenzing van Natura 2000

gebied Veluwe, maar na herbegrenzing zal er het buiten vallen (zie paragraaf 2.1.1)

Het plangebied was in de Tweede Wereldoorlog oorlogsgebied tijdens de Slag om Arnhem.

Na de oorlog werd het terrein aanvankelijk gebruikt als army-dump. Na dit gebruik is de

bodem op de locatie gesaneerd: de vervuilde toplaag is in een aantal daartoe gegraven

geulen geschoven, waarna een nieuwe toplaag van grof zand is aangebracht.

Afbeelding 3.3

Ligging en begrenzing van het

plangebied op locatie Jordens

te Wolfheze (groen). Het

Natura 2000-gebied Veluwe is

ook op de kaart aangegeven

(geel) (Bron: Google Maps, via

de website van LNV).

Camping Lindenhof

Johannahoeveweg

Spoorlijn Utrecht -

Arnhem

Woonzorgcentrum het

Schild

A50

Heide- en

bosgebied tussen

plangebied en

A50

Page 54: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 12

Het plangebied beslaat 3 ha en was in gebruik als manege. Het oostelijke deel (1,7 ha) is

weiland dat tot 1999 beweid werd met paarden. Het is nu een verruigd grasland met in het

midden een voormalige paardenstal. Ook nu grazen daar nog Shetlandponies.

Het centrale deel (0,5 ha) is verhard en bebouwd met enkele loodsen. Ten zuiden hiervan

ligt een verruigde, voormalige tuin met zwembad. Het westelijke deel is weiland, dat tot

2005 beweid werd met ponies.

De vegetatie van beide weilanden kan gekarakteriseerd worden als grasland op droge tot

enigszins vochtige, matig voedselrijke zandbodem. Dominant zijn de grassen Gewoon

struisgras (Agrostis capillaris), Kweek (Elytrigia repens) en Kropaar (Dactylis glomerata).

Aspectbepalend zijn verder Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) en Sint-Janskruid

(Hypericum perforatum), en plaatselijk Grote brandnetel (Urtica dioica) en Speerdistel (Cirsium

vulgare) (Felix, 2007).

3.2 VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN EN ACTIVITEITEN

Aanlegfase

Het plangebied zal worden bebouwd met 49 woningen. Hiertoe zal het terrein geheel

worden heringericht (zie Afbeelding 3.4) . Alvorens het terrein bouwrijp te maken zullen

alle aanwezige structuren worden gesloopt. Alle vegetatie zal worden verwijderd; dit

betekent dat de huidige weilanden en ruigten zullen verdwijnen. Uiteindelijk zullen de

bouwwerkzaamheden starten op het bouwrijp gemaakte perceel. Materialen, materieel en

mensen zullen via bestaande wegen worden aangevoerd naar het plangebied. Geluid van de

bouwwerkzaamheden zal afstralen op de omgeving, maar wordt snel gedempt door het

aangrenzende bos. Daardoor zal het geluidsniveau op de heideterreinen verderop niet

toenemen.

Afbeelding 3.4

Toekomstige

situatie in het

plangebied.

Page 55: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 13

Gebruiksfase

Nadat de werkzaamheden zijn afgerond zullen de woningen in gebruik worden genomen.

Hierdoor zal waarschijnlijk het recreatieve gebruik op de omgeving toenemen. Hierbij moet

met name gedacht worden aan het heide- en bosterrein ten oosten van het plangebied. Hier

lopen een aantal wandelpaden. Toename van recreatiedruk op overige delen van de Veluwe

wordt als verwaarloosbaar beschouwd, omdat deze gebieden van het plangebied

gescheiden worden door de spoorlijn, de snelweg A50 en de bebouwing van Wolfheze

(Felix, 2007). Vooral wandelaars met honden kunnen voor negatieve effecten (verstoring en

predatie) zorgen. Het geluidsniveau op de heideterreinen wordt grotendeels bepaald door

geluid van verkeer op de A50. In de gebruiksfase wordt geen toename van het

geluidsniveau verwacht door bewoning.

Page 56: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 14

HOOFDSTUK4Beoordelingskader

4.1 INLEIDING

De voorliggende Verslechterings- en Verstoringstoets is opgesteld aan de hand van de

kwalificerende habitattypen (plus bijbehorende typische soorten), kwalificerende soorten

en de begrenzing zoals opgenomen in het ontwerpbesluit van de Veluwe. De Veluwe is één

van de grotere Natura 2000-gebieden in Nederland. Het landschap bestaat uit verschillende

stuwwallen met zandige puinwaaiervlaktes, dekzanden, stuifzanden, maar ook beekdalen.

Binnen het gebied zijn veel bossen (zowel naald-, loof- als gemengd bos). Daarnaast zijn

binnen de Veluwe ook landgoederen te vinden en een groot areaal landbouwgronden in de

vorm van enclaves.

4.2 ONTWERPBESLUIT VELUWE

Het aanwijzen van een Natura 2000-gebied heeft een aantal doelen. Deze doelen zijn

overgenomen uit het ontwerpbesluit voor de Veluwe:

§ Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan

de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de

Europese Unie.

§ Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de ecologische samenhang van

het Natura 2000-netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie.

§ Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten

behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende

natuurlijke habitats en soorten.

§ Behoud en, waar nodig, herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van

de ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en

soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd.

§ Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame

instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen

zijn geformuleerd.

Om bovenstaande doelen te behalen, zijn voor de Veluwe concrete doelstellingen opgesteld.

Deze instandhoudingsdoelstellingen zijn gericht op habitattypen en soorten die op de

Veluwe aanwezig zijn.

4.2.1 HABITATTYPEN EN TYPISCHE SOORTEN VELUWE

In Tabel 4.2 staan de habitattypen waarvoor de Veluwe is aangewezen in het kader van de

Habitatrichtlijn. In de tabel zijn ook de instandhoudingsdoelstellingen opgenomen. De

werkzaamheden mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen die in deze tabel staan

weergegeven.

Page 57: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 15

Code Habitatype Doelstelling

H2310 Psammofiele heide met Calluna en Genista Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H2320 Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum Behoud verspreiding,

oppervlakte en kwaliteit

H2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op

landduinen

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met

vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of Isoëto-Nanojuncetea

Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en kwaliteit

H3160 Dystrofe natuurlijke poelen en meren Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en verbetering

kwaliteit

H3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties

behorend tot het Ranunculion fluitantis en het

Callitrichio-Batrachion

Uitbreiding verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

beken en rivieren met

waterplanten

H4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

vochtige heiden

H4030 Droge Europese heide Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H5130 Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland Behoud verspreiding, behoud

oppervlakte en verbetering

kwaliteit

H6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems

van berggebieden (en van submontane gebieden in

het binnenland van Europa)*

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige, of

lemige kleibodem (Molinion caeruleae)

Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H7110 Actief hoogveen* Behoud verspreiding,

uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

actieve hoogvenen

H7150 Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot

het RhynchosporionUitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit.

H9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en

soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)

Uitbreiding oppervlakte en

behoud kwaliteit

H9160 Sub-Atlantische en midden-Europese

wintereikenbossen of eikenhaagbeukenbossen

behorend tot het Carpinion-betuli

Uitbreiding oppervlakte en

behoud kwaliteit eiken-

haagbeukenbossen

H9190 Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met

Quercus roburUitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit

H91E0 Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior*

Uitbreiding oppervlakte en

verbetering kwaliteit vochtige

alluviale bossen

Voor de verschillende habitattypen heeft het ministerie van LNV profielen opgesteld. Aan

deze profielen zijn typische soorten gekoppeld. Het doel van het vaststellen van typische

Tabel 4.2

Habitattypen met

doelstellingen waarvoor de

Veluwe is aangewezen in het

kader van de Habitatrichtlijn.

* = prioritaire habitattypen,

hier heeft Nederland een

speciale verantwoordelijkheid

voor.

Page 58: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 16

soorten is niet bescherming (hoewel beschermde soorten wel typisch voor een bepaald

habitattype kunnen zijn), maar de kwaliteit van het habitattype kan beoordeeld worden aan

de hand van de aanwezige soorten (Ministerie van LNV, 2008).

Hier worden niet van alle habitattypen de typische soorten genoemd. Alleen voor

habitattypen die mogelijk beïnvloed worden door de werkzaamheden en veranderende

functie van het plangebied worden de typische soorten gegeven (in paragraaf 5.2). Vanwege

mogelijke veranderingen wordt in de onderliggende toets bekeken wat de effecten van de

werkzaamheden op deze soorten zijn.

4.2.2 HABITATRICHTLIJNSOORTEN EN VOGELRICHTLIJNSOORTEN VELUWE

In Tabel 4.3 staan de plant- en diersoorten weergegeven die voor de Veluwe zijn

aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. Voor onderstaande

soorten zijn instandhoudingsdoelstellingen gegeven. In een aantal gevallen zijn voor soorten

het aantal individuen of het aantal broedpaar gegeven waar voor de (gehele) Veluwe naar

gestreefd wordt.

Soortgroep Code Soort Instandhoudingsdoelstelling

H1042Gevlekte

witsnuitlibel

Uitbreiding verspreiding, omvang, verbetering

kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie

> 500 individuenInsecten

H1083 Vliegend hertOmvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatie

H1096 BeekprikOmvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatieVissen

H1163 RivierdonderpadOmvang, verbetering kwaliteit leefgebied voor

uitbreiding populatie

Amfibieën H1166 KamsalamanderBehoud verspreiding, omvang, kwaliteit

leefgebied voor behoud populatie

Zoogdieren H1318 MeervleermuisBehoud omvang en kwaliteit leefgebied voor

behoud populatie

Planten H1831Drijvende

waterweegbree

Behoud, verspreiding, omvang, kwaliteit

biotoop voor behoud populatie

A072 Wespendief Behoud omvang kwaliteit leefgebied 150 paren

A224 Nachtzwaluw Behoud omvang kwaliteit leefgebied 610 paren

A229 IJsvogel Behoud omvang kwaliteit leefgebied 30 paren

A233 Draaihals Behoud omvang kwaliteit leefgebied 100 paren

A236 Zwarte spechtBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 430

paren

A246 BoomleeuwerikBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 2400

paren

A255 DuinpieperBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 40

paren

A276 RoodborsttapuitBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 1000

paren

A277 TapuitBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 100

paren

Broedvogels

A338 Grauwe klauwierBehoud omvang en kwaliteit leefgebied 40

paren

Tabel 4.3

Plant- en diersoorten waarvoor

de Veluwe is aangewezen in

het kader van de

Habitatrichtlijn en

Vogelrichtlijn.

Page 59: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 17

HOOFDSTUK5Aanwezigheid habitattypen en soorten

5.1 PLANGEBIED EN VERSTORINGSZONE

De werkzaamheden en het toekomstig gebruik dat samengaat met de veranderende functie

van het plangebied, hebben mogelijk niet alleen effecten binnen het plangebied maar ook op

omliggende zones. Dit is de zogenaamde externe werking. In Afbeelding 5.5 is niet alleen

het plangebied en het Natura 2000-gebied aangegeven maar ook het bos en heidegebied ten

oosten van het plangebied. Het gebied dat oranje is aangegeven is extra onderzocht op het

voorkomen van Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten. Dit gebied wordt aangeduid als het

studiegebied.

5.2 AANWEZIGE HABITATTYPEN

Volgens de Voortoets worden habitattypen genoemd in paragraaf 4.2.1 niet aangetroffen

binnen het plangebied.

Binnen de mogelijke invloedssfeer van de werkzaamheden (in het studiegebied) liggen wel

de habitattypen Droge Europese Heide [H4030] en Oude zuurminnende eikenbossen op

zandvlakten met Quercus robur [H9190]. Droge Europese Heide wordt aangetroffen ten

oosten van het plangebied, tussen de A50, de spoorlijn en het plangebied (zie Afbeelding

5.5, oranje gebied). Van Oude zuurminnende eikenbossen is bekend dat deze in de

omgeving van het plangebied aanwezig zijn, maar verspreidingsgegevens van dit

habitattype ontbreken (Felix, 2007). Tijdens veldbezoeken is vastgesteld dat in het

studiegebied het bos voornamelijk bestaat uit Grove dennen. Oude zuurminnende

Afbeelding 5.5

Luchtfoto met plangebied

(geel). In de foto is verder het

Natura 2000-gebied Veluwe

aangegeven (groene lijn). Met

oranje is de zone aangegeven

waarbinnen extra aandacht

aan Habitat- en

Vogelrichtlijnsoorten is

besteed; het zogenaamde

studiegebied (bron: Google

maps).

Page 60: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 18

eikenbossen liggen waarschijnlijk niet binnen de invloedsfeer van de werkzaamheden en

veranderende functie van locatie Jordens.

In Tabel 5.4 zijn de typische soorten van het habitattype Droge Europese Heide opgenomen.

Voor het habitattype Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur

zijn geen typische soorten aangewezen.

Soortgroep Soort

Groentje

Heideblauwtje

Heivlinder

Kommavlinder

Dagvlinders

Vals heideblauwtje

Kronkelheidestaartje

Open rendiermosKorstmossen

Rode heidelucifer

Gekroesd gaffeltandmos

Glanzend tandmosMossen

Kaal tandmos

Levendbarende hagedisReptielen

Zandhagedis

Blauwvleugelsprinkhaan

Wrattenbijter

ZadelsprinkhaanSprinkhanen & Krekels

Zoemertje

Klein warkruid

Kleine schorseneer

Kruipbrem

Rode dopheide

Vaatplanten

Stekelbrem

Boomleeuwerik

Klapekster

RoodborsttapuitVogels

Veldleeuwerik

Van de meeste bovenstaande soorten zijn geen gedetailleerde verspreidingsgegevens

beschikbaar voor het plangebied en de directe omgeving. De typische korstmossen en

vaatplanten zijn in het plangebied en studiegebied niet aangetroffen en worden ook niet

verwacht. In het plangebied is alleen de Zandhagedis waargenomen. Verder zijn in het

naastgelegen studiegebied de Levendbarende hagedis, Boomleeuwerik en Roodborsttapuit

waargenomen.

5.3 AANWEZIGE SOORTEN

In de Voortoets zijn atlasgegevens onderzocht op de aanwezigheid van vogelsoorten.

Hierbij is vastgesteld dat binnen het plangebied en de directe omgeving de Roodborsttapuit

en de Zwarte specht voorkomen. Van de Roodborsttapuit wordt vermoed dat deze op het

heideterrein aanwezig was ten tijde van onderzoek. De Zwarte specht komt voor in de

bossen die rond het plangebied liggen.

Op basis van verspreidingsgegevens is van de overige soorten vastgesteld dat deze niet in

het plangebied of de directe omgeving aanwezig zijn, met uitzondering van de

Nachtzwaluw en de Boomleeuwerik. In de Voortoets is de aanbeveling gedaan om

aanvullend onderzoek betreffende deze soorten te doen (Felix, 2007).

Tabel 5.4

Typische soorten van het

habitattype Droge Europese

heide [H4030]

Page 61: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 19

In de zomer van 2007 en 2008 hebben een zestal veldbezoeken (vijf dagbezoeken en één

avond/nachtbezoek) plaatsgevonden om de aanwezigheid van Habitatrichtlijn- en

Vogelrichtlijnsoorten te onderzoeken. Deze veldbezoeken hebben zich niet beperkt tot alleen

het plangebied, maar juist ook tot het heide- en bosgebied ten oosten van het plangebied

(studiegebied). De onderzoeken hebben de volgende resultaten gegeven:

§ In de noordwesthoek van het studiegebied zit één broedpaar Boomleeuwerik;

§ In het studiegebied op de heide zitten twee broedpaar Roodborsttapuit;

§ De Zwarte specht is niet in het plangebied of het studiegebied aangetroffen. Het is niet de

verwachting dat het plangebied en het bos- en heideperceel een belangrijke rol spelen

voor de aanwezigheid van de Zwarte specht op de Veluwe. De Zwarte specht is wel

gehoord in de bossen die ten noorden van het studiegebied liggen, op ca. 1-1,5 km

afstand van het plangebied;

§ Tijdens een nachtelijk bezoek aan de heide is de Nachtzwaluw niet waargenomen. De

weersomstandigheden van het veldbezoek waren zeer gunstig. De Nachtzwaluw is een

storingsgevoelige soort. Verschillende factoren zijn waarschijnlijk de oorzaak van de

afwezigheid van de Nachtzwaluw in het studiegebied:

- In het studiegebied is veel geluidsverstoring. Het gebied ligt ingeklemd tussen de A50

en de spoorlijn. Bovendien ligt aan de overzijde van de snelweg een tankstation. De

bomen tussen de snelweg en het studiegebied zorgen voor weinig afscherming van

deze vormen van verstoring;

- In het studiegebied liggen een aantal wandelpaden binnen het gebied die gebruikt

worden. De grootste successen met deze vogelsoort worden geboekt in uitgestrekte

heidegebieden en zandverstuivingen die zijn afgesloten voor mensen;

- Het studiegebied wordt begraasd door een kleine kudde Tudanca-runderen

(begrazingseenheid gemeente Arnhem). Grondbroeders als de Nachtzwaluw zijn zeer

gevoelig voor betreding door grote grazers;

Het is niet de verwachting dat het gebied een belangrijke rol speelt in de aanwezigheid

van de Nachtzwaluw op de Veluwe.

Page 62: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 20

HOOFDSTUK6 Toetsing effecten

6.1 UITGANGSPUNTEN EFFECTBEOORDELING

Hieronder worden de uitgangspunten genoemd die zijn gebruikt voor de effectbeoordeling:

§ De werkzaamheden vinden plaats binnen de grenzen van het plangebied;

§ Personeel, materiaal en materieel worden via bestaande wegen naar het plangebied

aangevoerd;

§ Het bouwterrein wordt niet kunstmatig verlicht;

§ Wandelaars in de omgeving van het plangebied zullen in de gebruiksfase op de paden

blijven, conform de bepalingen van de gemeente Arnhem (eigenaar) in de huidige

situatie. Honden zijn niet toegestaan of blijven aangelijnd.

6.2 EFFECTEN OP DE VELUWE

Effecten van de realisatie van 49 woningen in en langs Natura 2000 gebied Veluwe op

kwalificerende habitats en soorten worden mogelijk veroorzaakt door (Felix, 2007):

§ afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van aangewezen habitattypen (zoals

habitattype H4030, Droge Europese heide);

§ een toename van geluid en licht tijdens de bouwwerkzaamheden (vooral externe werking

op het studiegebied);

§ veranderende functie van het plangebied wat bijvoorbeeld zorgt voor een plaatselijke

toename van bezoekers van het studiegebied (externe werking).

De (mogelijke) effecten kunnen in verschillende categorieën worden ingedeeld. In de eerste

plaats kan een onderverdeling in tijd worden gemaakt. De effecten tijdens de aanlegfase en

na de aanlegfase (gebruiksfase) moeten worden bekeken.

In de tweede plaats is er een onderverdeling in ruimte: wat zijn de effecten op het

plangebied en de nabijgelegen Natura 2000-gebieden (studiegebied). Deze laatste categorie

is de zogenaamde externe werking. Effecten worden beoordeeld voor de habitattypen van

de Veluwe, en de aanwezige Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijnsoorten.

6.2.1 WERKZAAMHEDEN

Effecten plangebiedHabitattypen zijn niet aanwezig in het plangebied. Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijnsoorten

zijn niet aangetroffen in het plangebied en effecten worden dan ook niet verwacht.

Externe werking (effecten studiegebied)De werkzaamheden in het plangebied kunnen gepaard gaan met geluids- en lichtverstoring.

Het aangrenzende naaldbos fungeert echter als licht- en geluidsbuffer. Het is

onwaarschijnlijk dat verstoring van licht en geluid habitattypen in het studiegebied aantast.

Page 63: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 21

Plantensoorten horend bij de habitattypen worden in niet verstoord door licht- of geluid. De

(mogelijk) aanwezige typische soorten van habitattype H4030 bevinden zich op een

dusdanige afstand van het plangebied, dat het niet waarschijnlijk is dat de werkzaamheden

een verstorende werking hebben. Hetzelfde geldt voor de aanwezige Vogelrichtlijnsoorten.

Habitatrichtlijnsoorten zijn in het studiegebied niet aangetroffen.

6.2.2 VERANDERENDE FUNCTIE PLANGEBIED

Effecten plangebied

In de voortoets wordt gesproken dat de verandering van het plangebied samengaat met het

verlies van een potentieel gebied voor uitbreiding van habitattypen van de Veluwe. In de

eerste plaats zal het plangebied na herbegrenzing geen onderdeel meer uitmaken van het

Natura 2000-gebied, waardoor mogelijke aanwezig van habitattypen binnen het plangebied

niet relevant is. In de tweede plaats is het potentieel tot natuurontwikkeling binnen het

plangebied zeer beperkt vanwege de bodemsanering na de Tweede Wereldoorlog. Verlies

van potentieel is hier niet aan de orde.

Vogelrichtlijnsoorten zouden het plangebied mogelijk kunnen gebruiken als

foerageergebied. Met het verdwijnen van het plangebied blijven in de omgeving voldoende

foerageermogelijkheden voor vogels aanwezig. De in de omgeving aangetroffen

Vogelrichtlijnsoorten (Boomleeuwerik en Roodborsttapuit) zijn soorten van heideterreinen,

en die liggen te ver van het plangebied.

Externe werking (effecten studiegebied)Het plangebied wordt ingericht als woonwijk. Dit gaat gepaard met een toename van

recreatief gebruik in de omgeving. Met name in het studiegebied wordt een toename

verwacht van wandelaars. De relatieve toename van wandelaars is vooral in de kwetsbare

periode (zomerhalfjaar) beperkt vanwege de aangrenzende camping en het Sportcentrum

Papendal die voor meer wandelaars zorgen. Hieronder worden de effecten op

Vogelrichtlijnsoorten en typische soorten van habitattype H4030 – Droge Europese heide -

besproken. Habitatrichtlijnsoorten zijn niet aangetroffen in het plangebied, noch in het

studiegebied.

Vogelrichtlijnsoorten

In het meest extreme geval gaat dit gepaard met verstoring en een afname van de

broedparen Boomleeuwerik en Roodborsttapuit. In Tabel 6.5 is weergegeven wat het

aandeel van de broedparen in het studiegebied is van de instandhoudingsdoelstelling.

SoortMaximaal verlies

broedpaar

Instandhoudingsdoelstelling

Veluwe (aantal broedpaar)Percentage

Boomleeuwerik 1 2400 0,04 %

Roodborsttapuit 2 1000 0,2 %

Zwarte specht 0 430 0 %

Nachtzwaluw 0 610 0 %

Wespendief 0 150 0 %

IJsvogel 0 30 0 %

Draaihals 0 100 0 %

Duinpieper 0 40 0 %

Tapuit 0 100 0 %

Grauwe klauwier 0 40 0 %

Tabel 6.5

Vogelrichtlijnsoorten, maximaal

verlies aan broedparen in het

studiegebied door wandelaars,

instandhoudingsdoelstelling en

een vergelijking van verlies met

de doelstelling.

Page 64: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 22

De maximale verstoring van broedparen ten opzichte van de geformuleerde

instandhoudingsdoelen ligt laag, tot 0,2 % worst case. In de praktijk is echter niet te

verwachten dat broedparen Boomleeuwerik en Roodborsttapuit verstoord zullen worden,

omdat de wandelaars op de wandelpaden blijven, net als in de huidige situatie. De

verspreiding van de aanwezige broedparen is in de huidige situatie zodanig dat ze al ver

van de wandelpaden zitten.

Andere Vogelrichtlijnsoorten zijn niet in het studiegebied aangetroffen. Het studiegebied

ligt ingeklemd tussen de A50 en de spoorlijn waardoor het de verwachting is dat de meest

verstoringsgevoelige soorten andere broedlocaties dan het studiegebied kiezen. De

Nachtzwaluw ontbreekt als broedvogel, onder andere vanwege het verkeerslawaai van de

A50 die vlak langs de heide loopt.

Het mogelijke effect van een toename van wandelaars op kwalificerende broedvogels is in

elk geval niet significant, maar is eigenlijk verwaarloosbaar klein tot nihil te noemen.

Typische soorten van Droge Europese heideDe Zandhagedis is een typische soort van de Droge Europese heide. Dit habitattype is

aangetroffen in het studiegebied en de soort is ook binnen het plangebied aangetroffen. Het

is niet de verwachting dat het verlies van leefomgeving binnen het plangebied, effecten

heeft op de populatie van het studiegebied. Bovendien wordt voor het verlies aan

leefomgeving voor Hazelwormen en overige reptielen vanuit de Flora- en faunawet

gecompenseerd. De Zandhagedis profiteert daar mee.

Een mogelijk effect van wandelaars die hun hond uitlaten vanuit de nieuwe woonwijk is dat

honden hagedissen zouden kunnen doodbijten waardoor de sterfte toeneemt. Dit zal

incidenteel gebeuren, ofschoon in elk geval Zandhagedissen bijzonder snel reageren op

naderend gevaar en zich niet door honden laten pakken.

6.3 CUMULATIEVE EFFECTEN

In de Voortoets is aangegeven dat cumulatieve effecten niet worden verwacht en dat de

bouwplannen op locatie Jordens een op zichzelf staand project zijn (Felix, 2007). Momenteel

bestaan plannen voor het ontwikkelen van een tweede bouwlocatie in Wolfheze. Deze

bouwlocatie ligt ongeveer een kilometer ten westen van het plangebied langs het spoor

(Locatie Willemsen Naaldhout aan de Duitsekampweg, zie Afbeelding 6.6).

De effecten van de werkzaamheden en veranderend gebruik van deze tweede bouwlocatie

op het Natura 2000-gebied Veluwe zijn verwaarloosbaar. Het is mogelijk dat in het bos en

op de heide meer gewandeld gaat worden dan alleen door de nieuwe bewoners van de

locatie Jordens. De tweede bouwlocatie ligt echter verder van het studiegebied, waardoor

het niet de verwachting is dat de bewoners van die locatie gebruik van het studiegebied

gaan maken. Bovendien ligt deze tweede bouwlocatie op gelijke afstand van het

studiegebied als van een groter bosgebied in het westen. Om te wandelen zal dit grotere

gebied voor de bewoners van de locatie Willemsen Naaldhout aantrekkelijker zijn. Het is

daarom niet de verwachting dat het aantal wandelaars in het studiegebied veel zal

toenemen door woningbouw op de tweede locatie.

Page 65: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 23

Afbeelding 6.6

Luchtfoto met daarop

aangegeven de locatie Jordens

(oranje) en het gebied

waarbinnen de nieuwe

bouwlocatie komt te liggen

(groen). Het is niet bekend

waar precies en hoe groot de

locatie wordt (Bron: Google

Maps).

Page 66: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 24

HOOFDSTUK7Conclusies

7.1 VERSLECHTERING

Onder verslechtering wordt de fysieke aantasting van een habitat verstaan. Na

herbegrenzing van het Natura 2000-gebied zal het plangebied geen onderdeel meer

uitmaken van de Veluwe. Dit betekent dat binnen het Natura 2000-gebied geen

werkzaamheden plaats zullen vinden. Uit de effectbeoordeling blijkt verder dat geen

habitattypen verloren gaan, omdat deze binnen het plangebied niet aanwezig zijn. Ook de

instandhouding van aanwezige Habitatrichtlijn-, Vogelrichtlijn- en typische soorten wordt

niet aangetast door de werkzaamheden. De kwaliteit van leefgebieden binnen de Veluwe

verslechteren niet.

Toename van de recreatiedruk binnen het bos- en heidegebied ten oosten van het

plangebied zorgt niet voor verslechtering van de habitattypen. Als bezoekers op de paden

blijven, komen de instandhoudingsdoelstellingen niet in gedrang als gevolg van

toegenomen recreatie van de Veluwe.

7.2 VERSTORING

Verstoring betreft niet zozeer gebieden, maar veelal soorten die binnen het plangebied en de

directe omgeving aanwezig zijn. De werkzaamheden gaan voornamelijk gepaard met geluid

en licht. Het plangebied en aanliggende deel van het Natura 2000-gebied Veluwe liggen

ingeklemd tussen een snelweg en een spoorbaan. Het is niet de verwachting dat het extra

geluid en licht zorgen voor verstoring binnen de habitattypen die in de buurt aanwezig zijn.

Aanwezige soorten binnen het plangebied worden hooguit beperkt verstoord. Voor geen

van de aanwezige soorten zal de verstoring een effect hebben op de gunstige staat van

instandhouding.

7.3 CUMULATIEVE EFFECTEN

Er worden geen cumulerende effecten verwacht van de woningbouwprojecten op de

locaties Jordens en Willemsen Naaldhout.

7.4 JURIDISCHE CONSEQUENTIES

Uit bovenstaande toets volgt dat als gevolg van de werkzaamheden hooguit beperkte

negatieve gevolgen optreden. Significante gevolgen op habitattypen, Habitatrichtlijn- of

Vogelrichtlijnsoorten treden niet op. Een Passende Beoordeling is niet noodzakelijk. Op

grond van de voorgaande Verslechterings- en Verstoringstoets dient wel een vergunning ex

artikel 19 van de Natuurbeschermingswet 1998aangevraagd te worden voor de

woningbouw op de locatie Jordens.

Page 67: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS

110503.200432 ARCADIS 25

HOOFDSTUK8Bronnen

ARCADIS, 2008. Vogelinventarisaties Wolfsheide.

Felix, R.P.W.H., 2007. Voortoets Locatie Jordens Wolfheze in het kader van de

Natuurbeschermingswet 1998, concept 25 juli 2007. Natuurbaland – Limes Divergens B.V.,

Nijmegen, In opdracht van ARCADIS, ’s-Hertogenbosch.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2005). Algemene Handreiking

Natuurbeschermingswet, september 2005.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008). Leeswijzer Natura 2000

profielendocument, versie 1 september 2008. Directie Kennis, Ede.

Websites:

• Ministerie van LNV, http://www.minlnv.nl voor onder andere het

Ontwerpbesluit van de Veluwe

• Google Maps, http://maps.google.nl/maps?hl=nl&tab=wl.

Page 68: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

074440329:0.1 ARCADIS 40

COLOFON PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

OPDRACHTGEVER:

VAN WANROOIJ-VAN SCHIJNDEL BOUW- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ B.V.

DEFINITIEF

STATUS:

Vrijgegeven

AUTEUR:

G. Kos

GECONTROLEERD DOOR:

J. Beekman

VRIJGEGEVEN DOOR:

J. Beekman

9 december 2009

110503/ZF9/0F7/200432/0120

ARCADIS NEDERLAND BV

Utopialaan 40-48

Postbus 1018

5200 BA 's-Hertogenbosch

Tel 073 6809 211

Fax 073 6144 606

www.arcadis.nl

Handelsregister 9036504

©ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins.

Page 69: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

VOORTOETS LOCATIE JORDENS WOLFHEZE

in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

Drs. R.P.W.H. Felix

25 juli 2007

In opdracht van:ARCADIS ‘s-Hertogenbosch, de heer J. Beekman

NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BVAdviesbureau voor natuur en landschap

Universitair Bedrijven CentrumPostbus 31070, 6503 CB Nijmegen

Tel: (024) 3 528 801 / 3 528 802Fax: (024) 3 528 808

e-mail: [email protected]://www.natuurbalans.nl

Page 70: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

Colofon

2007 Bureau Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen

Tekst en samenstelling: Drs. R.P.W.H. FelixProjectleiding: Drs. R.P.W.H. FelixEindverantwoordelijke: Drs. B. Crombaghs

In opdracht van: ARCADIS ‘s-Hertogenbosch

Wijze van citeren: Felix, R.P.W.H. 2007. Voortoets locatie Jordens Wolheze in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Bureau Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen.

Page 71: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

INHOUD

1 INLEIDING ................................................................................................................................51.1 ...........................................................................................................Achtergrond .............51.2 ............................................................................................................. Aanleiding .............51.3 .....................................................................................................Probleemstelling .............51.4 ............................................................................................... Opdrachtformulering .............51.5 ........................................................................................................... Doelstelling .............5

2 GEBIEDSBESCHRIJVING........................................................................................................72.1 ....................................................................... Begrenzing van het onderzoeksgebied .............72.2 ........................................................................................... Beschrijving plangebied .............82.3 .................................................................Voorgenomen activiteiten in het plangebied .............8

3 ONDERZOEKSMETHODEN ....................................................................................................93.1 ................................. Analyse bestaande verspreidingsgegevens habitats, flora en fauna .............9

3.1.1 .......................................................................................................... Inleiding .............93.1.2 ............................................................................................................Vogels .............93.1.3 .....................Zoogdieren, amfibieën, planten, libellen, vissen, overige ongewervelden .............93.1.4 ........................................................................................................ Literatuur .............9

3.2 ....................................... Oriënterend onderzoek toetsing Natuurbeschermingswet 1998 ...........10

4 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET......................114.1 ............................................Ligging plangebied ten opzichte van Natura 2000-gebieden ...........11

4.1.1 ........................... Ligging van het plangebied binnen begrenzing Natura 2000-gebied ...........114.1.2 ............... Ligging van het plangebied ten opzichte van omliggend Natura 2000-gebied ...........114.1.3 .........................................................................................Cumulatieve effecten ...........11

4.2 .................................Habitats en soorten in en binnen de invloedsfeer van de planlocatie ...........134.2.1 ...................................................Voorkomen habitats en soorten in het plangebied ...........134.2.2 ........................................................... Habitats en soorten binnen de invloedsfeer ...........13

4.3 ....................................................................Mogelijke effecten op habitats en soorten ...........144.4 .................... Zijn deze effecten signifikant in strijd met de instandhoudingsdoelstellingen ? ...........15

4.4.1 ...........................Afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van habitattypen ...........154.4.2 ...................................................................... Geluidsverstoring in de aanlegfase ...........164.4.3 ..............................Plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied ...........17

5 CONCLUSIE ...........................................................................................................................19

6 LITERATUUR..........................................................................................................................21

Bijlage 1: Toetsingsschema Natuurbeschermingswet 1998Bijlage 2: Begrenzing Natura 2000-gebied Veluwe (deel plangebied)Bijlage 3: Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000-gebied Gelderse Poort

Page 72: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 73: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

5

1 INLEIDING

1.1 ACHTERGROND

Gemeente Renkum heeft plannen voor de herinrichting van locatie Jordens te Wolfheze, alwaar de bouw van 49 woningen is voorgenomen. Het betreft een voormalige manege die nu is verwaarloosd en als gevolg daarvan is verruigd.

1.2 AANLEIDING

Locatie Jordens ligt deels binnen Natura 2000-gebied Veluwe (gebiednummer 57; zowel habitat- als vogelrichtlijngebied). De bescherming van Natura 2000-gebieden wordt geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998. Uitvoering van de plannen kan leiden tot overtreding van de bepalingen in deze wet. Om het voorgenomen project in lijn te brengen met de natuurwetgeving dient toetsing plaats te vinden aan de in deze wet opgenomen bepalingen.

1.3 PROBLEEMSTELLING

Op voorhand is niet uit te sluiten dat herinrichting van locatie Jordens een negatief effect heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Veluwe en hiermee in strijd is met de bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998.

1.4 OPDRACHTFORMULERING

Door middel van een zogenaamd oriënterend onderzoek (voortoets, zie schema bijlage 1) wordt inzicht gegeven op de vraag of er een vergunningplicht bestaat ex artikel 19d lid 1 van de NB-wet en of daarbij een passende beoordeling moet worden uitgevoerd.

1.5 DOELSTELLING

De hoofdvraag tijdens een oriënterend onderzoek is of er een kans bestaat op een significant negatief effect. Hierop zijn drie antwoorden mogelijk:

1) Er is zeker geen negatief effect. In dit geval is er ook geen vergunning op de Natuurbeschermingswet 1998 nodig.

2) Er is wel een negatief effect, maar er is zeker geen significant negatief effect. Vergunningverlening is aan de orde. Er dient een verslechterings- en verstoringstoets te worden uitgevoerd.

3) Er is kans op een significant negatief effect. Vergunningaanvraag is aan de orde. Een passende beoordeling dient te worden uitgevoerd.

Page 74: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

6

Page 75: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

7

2 GEBIEDSBESCHRIJVING

2.1 BEGRENZING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Locatie Jordens ligt aan de Johannahoeveweg, die weer parallel loopt aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Het terrein ligt in het noorden ingeklemd door Camping & Chaletpark Lindenhof aan de Wolfhezerweg 111/113. Deze camping heeft 90 ruime plaatsen voor caravans, campers en tenten, nog eens 80 jaarplaatsen in het chaletpark en een aantal verhuurchalets en huisjes. In het noordwesten grenst Jordens aan woonzorgcentrum Het Schild. In het oosten grenst Jordens aan een bos- en heidegebied (zie figuur 1). De bossen en heide ten westen van rijksweg A50 is vrij toegankelijk en wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en camping Lindenhof gebruikt als wandelgebied.De oostelijke helft van het plangebied ligt binnen de begrenzing van Natura 2000 gebied Veluwe (figuur 1 en bijlage 2).

Figuur 1: Ligging en begrenzing van locatie Jordens (zwart omrand). Het oostelijke deel van het plangebied ligt binnen de begrenzing van Natura 2000 gebied Veluwe (groene stippellijn).Van het op deze kaart getoonde gebied (900 ha) zijn bestaande verspreidingsgegevens van flora en fauna geanalyseerd (zie § 3.1).

Page 76: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

8

2.2 BESCHRIJVING PLANGEBIED

Het plangebied beslaat 3 ha en was voorheen in gebruik als manege. Het oostelijke deel (1,5 ha) is weiland dat tot 1999 beweid werd met paarden. Het is nu een verruigd grasland met in het midden een voormalige paardenstal. Het centrale deel (0,5 ha) is verhard en bebouwd met enkele loodsen. Ten zuiden hiervan ligt een verruigde, voormalige tuin met zwembad. Het westelijke deel is weiland, dat tot 2005 beweid werd met pony’s. De vegetatie van beide weilanden kan gekarakteriseerd worden als grasland op droge tot enigszins vochtige, matig voedselrijke zandbodem. Dominant zijn de grassen gewoon struisgras, kweek en kropaar. Aspectbepalend zijn verder gewoon duizendblad en Sint-Janskruid, en plaatselijk grote brandnetel en speerdistel (De Bruijn 2006).

2.3 VOORGENOMEN ACTIVITEITEN IN HET PLANGEBIED

Het plangebied zal worden bebouwd met 49 woningen. Hiertoe zal het terrein geheel worden heringericht, waarbij de huidige weilanden, bebouwing en ruigten zullen verdwijnen.

Page 77: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

9

3 ONDERZOEKSMETHODEN

3.1 ANALYSE BESTAANDE VERSPREIDINGSGEGEVENS HABITATS, FLORA EN FAUNA

3.1.1 Inleiding

Soorten waar het bij toetsing aan de Natuurbeschermingswet om gaat, zijn de zogenaamde kwalificerende soorten voor het Natura 2000-gebied in kwestie. De Veluwse soorten zijn genoemd in tabel 1. Bij diverse instanties is navraag gedaan naar verspreidingsgegevens van deze soorten uit het in figuur 1 weergegeven gebied. (900 ha).Daarnaast is een literatuurstudie uitgevoerd.

3.1.2 Vogels

Bij sovon zijn gegevens opgevraagd van kwalificerende vogelrichtlijnsoorten in het in figuur 1 weergegeven gebied (900 ha, kilometerhokken 182-445 t/m 184-447).

3.1.3 Zoogdieren, amfibieën, planten, libellen, vissen, overige ongewervelden

Bij de gemeente Arnhem zijn gegevens opgevraagd van het in figuur 1 weergegeven gebied (900 ha, kilometerhokken 182-445 t/m 184-447) uit de gegevensbank ecolog. Deze gegevens zijn afkomstig van gemeente Arnhem, vogelwerkgroep Arnhem, RAVON, VZZ, bureau Groen Ruimte en politie.

Volgens het Natuurloket zijn soortgroepen met uitzondering van broedvogels niet of slecht onderzocht in het in figuur 1 weergegeven gebied. Of er komen geen soorten van de habitatrichtlijn voor. Er is daarom niet overgegaan tot aankoop van de gegevens bij Natuurloket.

3.1.4 Literatuur

Het plangebied is recent twee keer onderzocht op flora en fauna. In 2005 is ten behoeve van een ontheffing van de Flora- en faunawet het voorkomen onderzocht van vaatplanten, vleermuizen, grondgebonden zoogdieren, broedvogels, reptielen en amfibieën. In 2006 is een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar aanwezigheid en terreingebruik van reptielen. Uit bovengenoemde onderzoeken bleek het voorkomen van de streng beschermde zandhagedis, hazelworm, gladde slang (allen tabel 3 Ffw) en levendbarende hagedis (tabel 2 Ffw). De volgende broedvogelsoorten van de Rode Lijst zijn er aangetroffen: kerkuil (met vaste verblijfplaats), boerenzwaluw en huismus. Laatvlieger en gewone dwergvleermuis gebruiken het terrein als foerageergebied. Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn niet aangetroffen. Beschermde planten zijn niet waargenomen (De Bruijn 2006a, De Bruijn 2006b).

Page 78: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

10

3.2 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET 1998

Voorliggend onderzoek beschrijft de oriëntatiefase van de toetsing aan de NB-wet, zoals weergegeven in het schema in bijlage 1.

In een oriënterend onderzoek worden de volgende stappen doorlopen en vragen beantwoord:

1. Ligt het plangebied waarin de voorgenomen activiteiten worden gerealiseerd in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied? Indien de activiteit niet in een Natura 2000 gebied worden uitgevoerd, zijn dan desondanks toch externe en/of cumulatieve effecten mogelijk?

2. Wat zijn de mogelijke effecten van de voorgenomen activiteit op de soorten en habitats waarvoor het betreffende Natura 2000-gebied is aangewezen?

3. Kunnen deze effecten verstorend zijn voor kwalificerende soorten of tot een verslechtering van de kwaliteit van de kwalificerende habitats leiden?

4. Kunnen deze effecten significant zijn?

Uiteindelijk wordt een antwoord gegeven op de vraag of er (significante) negatieve gevolgen verwacht worden op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura-2000-gebied Veluwe en of er een vergunning op de Natuurbeschermingswet 1998 vereist is.

Page 79: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

11

4 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET

4.1 LIGGING PLANGEBIED TEN OPZICHTE VAN NATURA 2000-GEBIEDEN

4.1.1 Ligging van het plangebied binnen begrenzing Natura 2000-gebied

Locatie Jordens ligt deels binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Veluwe (figuur 1en bijlage 2). Door de voorgenomen activiteiten wordt een stukje van Natura 2000-gebied Veluwe heringericht.

Natura 2000-gebied Veluwe, zowel habitat- als vogelrichtlijngebied, is aangewezen voor de in tabel 1 genoemde habitats en soorten. De instandhoudingsdoelstellingen voor habitats en soorten zijn verwoord in bijlage 3.

4.1.2 Ligging van het plangebied ten opzichte van omliggend Natura 2000-gebied

De tussen de A50 en Jordens gelegen heide- en bosgebieden vormen een populair wandelgebied voor inwoners van Wolfheze en bezoekers van camping Lindenhorst (pers. med. J. Floor, beheerder gemeente Arnhem). Naar verwachting zullen ook de toekomstige bewoners van de te realiseren 49 nieuwe woningen op locatie Jordens van deze bos- en heidegebieden gebruik maken. Over de mate waarin dat zou kunnen gebeuren zijn geen gegevens bekend. Als gevolg hiervan kan niet worden uitgesloten dat de recreatiedruk in het aangrenzende Natura 2000-gebied enigszins toeneemt.

Ten opzichte van de overige delen van Natura 2000-gebied Veluwe ligt het plangebied wat verder weg en veelal afgeschermd door barrières, zoals de spoorlijn Utrecht- Arnhem, de A50 en de bebouwing van Wolfheze.

In dit rapport worden vooral de tussen de A50 en Jordens gelegen heide- en bosgebieden (figuur 2) beschouwd als gelegen binnen de invloedsfeer van het plangebied.

4.1.3 Cumulatieve effecten

Over cumulatieve effecten is niets bekend. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de realisatie van 49 woningen op locatie Jordens een opzichzelfstaand project is.

Page 80: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

12

Tabel 1: Soorten waarvoor het Natura 2000-gebied Veluwe is aangewezen. Locatie Jordens: aan- of afwezigheid van de soort in het plangebied. Binnen de invloedsfeer: aan- of afwezigheid van de soort in een denkbeeldige invloedsfeer van het plangebied.

loca

tie J

orde

ns1

binn

en d

e in

vloe

dsfe

er

HABITATTYPENPsammofiele heide met Calluna en Genista [2310] nee neePsammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum [2320] nee neeOpen grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen [2330] nee neeOligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflorae en/of Isoeto-Nanojuncetea [3130]

nee nee

Dystrofe natuurlijke poelen en meren [3160] nee neeNoord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix [4010] nee neeDroge Europese heide [4030] nee jaJuniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland [5130] nee neeSoortenrijke heischrale graslanden, op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) [6230]

nee nee

Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion [7150] nee neeZuurminnende Atlantische beukenbossen met ondergroei van Ilex of soms Taxus (Quercion robori-petraea of Ilici-Fagion) [9120]

nee nee

Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190] nee jaAlluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)

nee nee

HABITATRICHTLIJNSOORTENGevlekte witsnuitlibel nee neeVliegend hert nee neeBeekprik nee neeRivierdonderpad nee neeKamsalamander nee neeMeervleermuis nee neeDrijvende waterweegbree nee neeBROEDVOGELSDraaihals (broedvogel) nee neeGrauwe Klauwier (broedvogel)* nee neeBoomleeuwerik (broedvogel)* nee jaTapuit (broedvogel) nee neeWespendief (broedvogel)* nee neeRoodborsttapuit (broedvogel) nee jaIJsvogel (broedvogel)* nee neeDuinpieper (broedvogel)* nee neeNachtzwaluw (broedvogel)* nee jaKwartelkoning (broedvogel) nee neeZwarte Specht (broedvogel)* nee ja

1

Bruijn J. de 2006a. Inventarisatie natuurwaarden van locatie ‘Jordens’ te Wolfheze.

Page 81: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

13

4.2 HABITATS EN SOORTEN IN EN BINNEN DE INVLOEDSFEER VAN DE PLANLOCATIE

4.2.1 Voorkomen habitats en soorten in het plangebied

Locatie Jordens is uitgebreid onderzocht op het voorkomen van beschermde flora en fauna (De Bruijn 2006a, De Bruijn 2006b). Op basis van deze onderzoeken kan worden gesteld dat er in het plangebied geen kwalificerende soorten en habitats voorkomen (tabel 1).

4.2.2 Habitats en soorten binnen de invloedsfeer

Zoals in hoofdstuk 3 is beschreven zijn van de negen kilometerhokken rondom locatie Jordens (figuur 1) verspreidingsgegevens van flora en fauna opgevraagd bij diverse gegevensbeherende instanties en geanalyseerd.

Met name van de gebieden binnen de directe invloedsfeer van het plangebied, zoals de heide- en bosgebieden tussen Jordens en de A50 (figuur 1 en 2) zijn nauwelijks tot geen gegevens over kwalificerende soorten beschikbaar. Nader onderzoek naar het voorkomen van broedvogels zou een belangrijke aanvulling zijn op de kennis over het voorkomen van voor Natura 2000-gebied Veluwe kwalificerende soorten.

Op basis van beschikbare verspreidingsgegevens zijn uit de negen kilometerhokken rond het plangebied (figuur 1) de volgende habitattypen en soorten bekend (tabel 1):

• droge Europese heide [4030], • oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190],• roodborsttapuit [A276],• zwarte specht [A236].

Droge Europese heideDe heidegebieden tussen locatie Jordens en de A50 (figuur 1 en 2) kunnen als dit habitattype worden gespecificeerd.

Oude zuurminnende eikenbossenDit type is plaatselijk in de omgeving van locatie Jordens aanwezig. Gedetailleerde verspreidingsgegevens over dit habitattype ontbreken.

RoodborsttapuitIn km-hok 183-447 (figuur 1) is tijdens de atlasperiode van sovon (1998-2000) roodborsttapuit vastgesteld. Mogelijk heeft deze waarneming betrekking op een geval in het heideterrein tussen A50 en Jordens.

Zwarte spechtIn km-hok 183-445 (figuur 1) is tijdens de atlasperiode van sovon (1998-2000) zwarte specht vastgesteld. Waarschijnlijk betreft het hier een geval in de Wolfhezerboschen, ten zuiden van de spoorlijn Utrecht – Arnhem.

Op basis van de beschikbare verspreidingsgegevens zijn de overige kwalificerende soorten niet in of in de directe omgeving van de planlocatie aanwezig. Het voorkomen van boomleeuwerik en mogelijk nachtzwaluw op de heideterreinen ten westen van de rijksweg A50 (figuur 2), kan echter niet geheel uitgesloten worden, omdat

Page 82: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

14

km-hok 183-446 volgens Natuurloket niet op vogels is onderzocht en geschikt biotoop voorhanden is.Er wordt in dit geval dan ook uitgegaan van het voorkomen van boomleeuwerik en nachtzwaluw op de nabij Jordens gelegen heideterreinen ten westen van de snelweg A50:

• boomleeuwerik [A246],• nachtzwaluw [A224].

Voor de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Veluwe ten aanzien van de in en binnen de invloedsfeer van locatie Jordens voorkomende habitats en soorten, wordt verwezen naar bijlage 2.

4.3 MOGELIJKE EFFECTEN OP HABITATS EN SOORTEN

Effecten van de realisatie van 49 woningen in en langs Natura 2000 gebied Veluwe op kwalificerende habitats en soorten kunnen worden veroorzaakt door:

• afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van aangewezen habitattypen;• een toename van geluid tijdens de bouwwerkzaamheden;• een plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied.

Daar de bos- en heidegebieden ten westen van de A50 (figuur 2) regelmatig door bezoekers van een langs locatie Jordens gelegen camping als wandelgebied worden gebruikt, mag worden aangenomen dat ook de toekomstige bewoners als zodanig van het gebied gebruik zullen maken.Toename van recreatiedruk op overige delen van de Veluwe wordt als verwaarloosbaar beschouwd, daar deze gebieden van locatie Jordens gescheiden worden door een spoorlijn, een snelweg en de bebouwing van Wolfheze.

Page 83: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

15

Figuur 2: Heidegebieden in de directe nabijheid van het plangebied. Mogelijk komen op deze terreinen boomleeuwerik en/of nachtzwaluw voor.

4.4 ZIJN DEZE EFFECTEN SIGNIFIKANT IN STRIJD MET DE INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN ?

4.4.1 Afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van habitattypen

Habitats

EffectenVoor diverse habitattypen, bijvoorbeeld droge heide en oude eikenbossen, is oppervlaktevergroting opgenomen in de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied (bijlage 3). Het binnen de begrenzing gelegen oostelijk deel van locatie Jordens zou prima kunnen worden ingericht als droge heide of kunnen worden ontwikkeld tot eikenbos. De herinrichting van het terrein voor de aanleg van woningen voorkomt dat het als zodanig aangewend zou kunnen worden. Dit is een effect dat strijdig is met de instandhoudingsdoelstellingen.

SignificantieHet deel van de planlocatie dat binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied ligt heeft een oppervlakte van ongeveer 1,5 ha, op een totaaloppervlak van 91.000 ha.Verlies van een dergelijk klein stukje grond dat potentieel in te richten is als beschermd habitat (zoals in de doelstelling van de Veluwe verwoord is) zal de instandhouding en uitbreiding van beschermde habitattypen niet significant benadelen. Hiervoor is de oppervlakte te klein.

Page 84: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

16

Soorten

Niet van toepassing.

4.4.2 Geluidsverstoring in de aanlegfase

Habitats

Niet van toepassing.

Soorten

EffectenOmdat zangvogels hun territorium door middel van geluid (zang) moeten afbakenen en vrouwtjes moeten lokken, is vooral deze groep vogels gevoelig voor omgevingsgeluid dat eventueel hun zang kan overstemmen. Over het algemeen wordt een geluidsniveau van 42 dB(A) als grens genomen, waarboven effecten op vogels (dichtheid, broedsucces) meetbaar zijn (Reijnen 1995). Als een territorium binnen een 42 dB(A) contour terecht komt betekent dat overigens niet dat het territorium zal verdwijnen.

Er zijn geen gegevens voorhanden over het mogelijke geluidsniveau veroorzaakt door de uitvoering van de bouwwerkzaamheden en de uitstraling daarvan naar de omgeving.Evenmin zijn er gedetailleerde gegevens over de ligging van de territoria (broedparen) van roodborsttapuit, zwarte specht en eventuele andere kwalificerende soorten zoals boomleeuwerik en nachtzwaluw, zodat onbekend is welke soorten en hoeveel territoria voorkomen binnen een geluidscontour van 42 dB.

Gezien het feit dat locatie Jordens wordt omringd door een spoorlijn, een camping en een naaldbos dat niet geschikt is als broedgebied voor betreffende vogelsoorten, zullen naar verwachting weinig broedparen behorende tot een kwalificerende soort last hebben van geluidsverstoring.

Voorkomen van schadeDoor strenge grenzen te stellen aan de geluidsoverlast tijdens de bouwfase kunnen de effecten van geluid op kwalificerende broedvogelsoorten tot een minimum worden beperkt.

SignificantieHoewel gedetailleerde gegevens ontbreken kan gesteld worden dat van roodborsttapuit, zwarte specht, nachtzwaluw en boomleeuwerik hooguit een enkel broedpaar aanwezig is binnen de invloedsfeer van locatie Jordens.In de instandhoudingsdoelstellingen wordt in geval van de betreffende vogelsoorten (bijlage 2) gesproken over behoud van enkele honderden tot duizenden paren voor de Veluwe. De directe omgeving van locatie Jordens voegt nauwelijks een representatieve bijdrage toe aan deze doelstelling, dus effecten zullen niet significant zijn.

Page 85: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

17

4.4.3 Plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied

Habitats

EffectenToename van recreatiedruk in de heide- en bosgebieden in de omgeving van locatie Jordens kan leiden tot negatieve beïnvloeding van de instandhoudingdoelstellingen voor de typen droge heide en oude eikenbossen (zie bijlage 2), door schade aan vegetaties en bodem door vertrapping.

Voorkomen van schadeSchade kan worden voorkomen door ervoor te zorgen dat de recreatiedruk volledig wordt opgevangen op de opengestelde wandel- en/of fietspaden. Indien aan deze voorwaarde wordt voldaan is het effect op betreffende habitattypen nihil.

SignificantieDe omgeving van locatie Jordens wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en bezoekers van een camping (met in totaal meer dan 170 verblijfplaatsen) bezocht (§2.1). Indien een deel van de huishoudens van de nieuw te bouwen 49 huizen de nabijgelegen delen van het Natura 2000-gebied eveneens voor recreatieve doeleinden gaat gebruiken, dan valt dat aantal naar alle verwachting in de marge van het actuele gebruik van de gebieden. Als gevolg van de bouw van 49 woningen zullen de eventuele effecten nooit significant negatief zijn op de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de habitattypen droge heide en eikenbos.

Soorten

EffectenToename van recreatiedruk in de heide- en bosgebieden in de omgeving van locatie Jordens kan leiden tot verstoring van eventueel aanwezige kwalificerende broedvogelsoorten. Gefundeerde uitspraken over negatieve effecten en significantie daarvan kunnen echter pas gedaan worden als precies bekend is, welke soorten waar en in welke dichthedenbroeden. De enige beschikbare gegevens hebben betrekking op het voorkomen van zwarte specht en roodborsttapuit, op relatief grote afstand van Jordens en daarom waarschijnlijk buiten de directe invloedsfeer (§4.1.2).Gegevens over het voorkomen van kwalificerende soorten op de heide en bosgebieden in de directe omgeving van Jordens (die tussen Jordens en de A50) ontbreken echter. In het hier voorliggende geval wordt uitgegaan van de aanwezigheid van boomleeuwerik, nachtzwaluw en roodborsttapuit in de heidegebieden tussen Jordens en de A50 (figuur 1 en 2). Dit is ingegeven op basis van expert judgement over het aanwezige biotoop en de actuele status van deze soorten in Nederland.

Nachtzwaluw en boomleeuwerik zijn grondbroeders en erg gevoelig voor betreding van hun broedgebieden. Broedende vogels kunnen van het nest gejaagd worden en/of legsels kunnen worden vertrapt. In voor mensen afgesloten gebieden is het broedsucces van nachtzwaluwen aanmerkelijk hoger dan in opengestelde terreinen. Van boomleeuweriken is bekend dat hoe langer een verstoring aanhoudt hoe langer het duurt alvorens de vogel terugkeert naar het nest. Boomleeuweriken keren bij verstoring pas naar het nest terug als de verstoringsbron op grote afstand is.

Page 86: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

18

Een eenmalige verstoring van broedende nachtzwaluwen en boomleeuweriken is voldoende om een broedsel te laten mislukken, waarmee in veel gevallen de kans op nageslacht dat seizoen verkeken is (Bijlsma 2006). Roodborsttapuit is veel minder gevoelig voor verstoring dan grondbroedende heidevogels als boomleeuwerik en nachtzwaluw (Bijlsma 2006).

Het ligt voor de hand dat wanneer bezoekers uitzwermen over het heidegebied en hier voor korte of langere tijd verblijven, een bijna continue verstoring van eventueel aanwezige boomleeuwerik en nachtzwaluw onafwendbaar is.

Beperking van schadeSchade kan worden beperkt door ervoor te zorgen dat de eventuele toegenomen recreatiedruk volledig wordt opgevangen op de opengestelde wandelpaden. Maar ook wanneer bezoekers op paden blijven kan enige verstoring niet worden voorkomen.

SignificantieDe omgeving van locatie Jordens wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en bezoekers van een camping (met in totaal meer dan 170 verblijfplaatsen) bezocht (§2.1). Indien een deel van de huishoudens van de nieuw te bouwen 49 huizen de nabijgelegen delen van het Natura 2000-gebied eveneens voor recreatieve doeleinden gaat gebruiken, dan valt dat aantal naar alle verwachting in de marge van het actuele gebruik van de gebieden.Als gevolg van de bouw van 49 woningen zullen de eventuele effecten nooit significant negatief zijn op de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de kwalificerende vogelsoorten. Indien aan bovenstaande voorwaarden ter voorkoming van schade wordt voldaan al helemaal niet.

Page 87: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

19

5 CONCLUSIE

1. Op locatie Jordens komen geen voor Natura 2000-gebied Veluwe kwalificerende habitats en soorten voor.

2. In de omgeving van het plangebied (9 kilometerhokken rond Jordens, zie figuur 1) komen de in tabel 2 genoemde habitats en soorten voor.

Tabel 2:

kans

op

neg.

effe

cten

?

kans

op

sign

ifica

nt

nega

tieve

effe

cten

?

wel

ke to

ets?

HABITATTYPENDroge Europese heide [4030] ja nee vvOude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190] ja nee vvBROEDVOGELSBoomleeuwerik (broedvogel) ja nee vvRoodborsttapuit (broedvogel) ja nee vvNachtzwaluw (broedvogel) ja nee vvZwarte Specht (broedvogel) ja nee vv

3. Bij uitvoering van de voorgenomen activiteiten (bouw van 49 woningen) is er een kans op negatieve effecten op de genoemde soorten en/of op de instandhoudingsdoelstellingen (zie bijlage 2) met betrekking tot die soorten.

4. Omdat gedetaileerde gegevens over het voorkomen van kwalificerende soorten in de directe omgeving van de planlocatie (heide en bos tussen Jordens en A50) ontbreken, kunnen geen gefundeerde uitspraken worden gedaan over hoe groot die kans op negatieve effecten is.

5. Op basis van expert judgement over de aanwezige biotopen en status en eisen van de betreffende kwalificerende soorten, mag geconcludeerd worden dat het in het uiterste geval gaat om slechts een handvol territoria van roodborsttapuit, boomleeuwerik en/of nachtzwaluw. Van significant negatieve effecten op de instandhouding van populaties van deze soorten in Natura 2000-gebied Veluwe is daarom naar alle waarschijnlijkheid geen sprake.

6. Op basis van het bovenstaande dient ten behoeve van de voorgenomen activiteiten een verslechtering- en verstoringstoets te worden uitgevoerd, om in lijn te komen met de bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998.

7. Een grondig onderzoek naar het voorkomen van kwalificerende vogelsoorten in de heide- en bosgebieden tussen Jordens en A50 dient daarvan een onderdeel te zijn.

Page 88: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

20

Page 89: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

21

6 LITERATUUR

Bijlsma, R.G., 2006. Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis. De Levende Natuur 107: 191-197.

Bruijn, J. de 2006a. Inventarisatie natuurwaarden van de locatie ‘Jordens’ te Wolfheze. Onderzoek voor ontheffingsaanvraag i.v.m. Flora- en faunawet. Natuurwetenschappelijk Centrum, Dordrecht.

Bruijn, J. de 2006b. Terreingebruik van de hazelworm op de ontwikkelingslocatie ‘Jordens’ te Wolfheze. Natuurwetenschappelijk Centrum, Dordrecht.

Page 90: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

22

Page 91: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

COMPENSATIEPLAN HAZELWORM

WOLFHEZE

Een plan voor de compensatie van leefgebied van de

hazelworm in het kader van de Flora- en faunawet

N. van Kessel B. Crombaghs

In opdracht van: ARCADIS

Januari 2009

Page 92: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

Colofon 2009 Natuurbalans - Limes Divergens BV / ARCADIS Tekst en samenstelling: N. van Kessel & B. Crombaghs Met medewerking van: J. Beekman (ARCADIS), D. schut, W. Zweep & M. Dorenbosch Projectnummer: 07-088 In opdracht van: ARCADIS Foto’s omslag: Gebied Johannahoeve & juveniele hazelworm (N. van Kessel) Wijze van citeren: Kessel, N. van & B. Crombaghs 2009. Compensatieplan hazelworm Wolfheze. Een plan voor de compensatie van leefgebied van de hazelworm in het kader van de Flora- en faunawet. Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van scanning, internet, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Natuurbalans-Limes Divergens BV noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Natuurbalans-Limes Divergens BV is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Natuurbalans-Limes Divergens BV. De opdrachtgever vrijwaart Natuurbalans-Limes Divergens BV voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Natuurbalans-Limes Divergens BV is lid van het Netwerk Groene Bureaus, brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging.

Page 93: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

INHOUD

1 INLEIDING.............................................................................................................5 1.1 algemeen........................................................................................................5 1.2 aanleiding .......................................................................................................5 1.3 probleemstelling ..............................................................................................6

2 MAATSCHAPPELIJKE NOODZAAK EN ALTERNATIEVEN............................................8 2.1 Maatschappelijke noodzaak ..............................................................................8 2.2 Alternatieven ..................................................................................................8

3 ECOLOGIE EN VOORKOMEN VAN DE HAZELWORM .................................................9 3.1 uiterlijk ...........................................................................................................9 3.2 Ecologie & levenswijze .....................................................................................9 3.3 Eisen aan de omgeving...................................................................................10 3.4 Voorkomen hazelworm in Nederland en regio wolfheze ......................................10

4 GEBIEDSBESCHRIJVING.......................................................................................11 4.1 Huidige inrichting plangebied ..........................................................................11 4.2 Terreinverkenning potentieel compensatiegebied omgeving locatie Jordens ..........12 4.3 Conclusie .....................................................................................................13 4.4 Huidige inrichting compensatiegebied...............................................................13

5 ONDERZOEK HAZELWORM ..................................................................................15 5.1 Plan van aanpak ............................................................................................15 5.2 Resultaten van het onderzoek .........................................................................17

5.2.1 Resultaten locatie Jordens in 2006............................................................17 5.2.2 Resultaten beoogde compensatiegebied en aangrenzende gebieden...............17

6 COMPENSATIEPLAN HAZELWORM .......................................................................20 6.1 inleiding .......................................................................................................20 6.2 Het inrichtingsplan.........................................................................................20 6.3 Overige aandachtspunten ...............................................................................25

6.3.1 Vegetatiestructuur compensatiegebied.......................................................25 6.3.2 Monitoring compensatiegebied..................................................................25 6.3.3 Wegvangen reptielen plangebied ...............................................................25

6.4 Optionele aanvullingen inrichtingsplan..............................................................26 7 LITERATUUR.......................................................................................................29

Page 94: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 95: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 5

1 INLEIDING

1.1 ALGEMEEN Op de zogenaamde locatie Jordens, te Wolfheze (figuur 1), is de bouw van 49 woningen beoogd. De locatie ligt ten noorden van de spoorlijn Arnhem – Ede/Wageningen aan de Johannahoeveweg, dichtbij de woonkern van Wolfheze. Aan de noordzijde van het terrein is een camping gelegen. Direct ten noordoosten/oosten van het terrein ligt het Landgoed Johannahoeve. Dit natuurgebied is in beheer en eigendom van de Gemeente Arnhem. De locatie Jordens, in het vervolg van dit rapport ook wel ‘het plangebied’ genoemd, maakt onderdeel uit van het Natura 2000 gebied ‘Veluwe’.

1.2 AANLEIDING Aanleiding van de totstandkoming van voorliggend compensatieplan is de vondst van hazelwormen op de beoogde bouwlocatie Jordens. In 2006 heeft het Natuurwetenschappelijk Centrum in het kader van de Flora- en faunawet een inventarisatie uitgevoerd naar het voorkomen en terreingebruik van de hazelworm op locatie Jordens te Wolfheze (De Bruijn, 2006). Het onderzoek had tot doel het vaststellen van de verspreiding van de hazelworm in het plangebied en beoordelen van de waarde van het plangebied als leefgebied voor deze soort. Tijdens dit onderzoek werden platen uitgelegd, die als schuilplaats kunnen dienen voor hazelwormen. Tijdens 14 controlerondes werden er onder deze schuilplaatsen 55 hazelwormen, één zandhagedis, één levendbarende hagedis en één gladde slang aangetroffen. Het maximum aantal dieren in één ronde betrof 22. Van de 55 hazelwormen werden er 53 verspreid op het verruigde oostelijke weiland aangetroffen. Dit deel van het terrein is sinds 1999 niet meer in gebruik. Het wordt gezien de hoge vangstaantallen van hazelworm beschouwd als actueel leefgebied van de soort. Het overige deel van het plangebied vormt geen leefgebied voor de soort. Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV heeft bepaald dat het leefgebied van de hazelworm dat verloren gaat door de beoogde woningbouw dient te worden gecompenseerd. Op grond van deze uitspraak wordt in dit rapport een compensatievoorstel uitgewerkt. Het plan dient als bijlage bij de ontheffingsaanvraag op de Flora- en faunawet.

Page 96: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

6 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

1.3 PROBLEEMSTELLING Het verlies aan leefgebied van de hazelworm dat zal plaatsvinden, door de realisatie van de beoogde woningbouw in het plangebied, dient gecompenseerd te worden. Om één op één compensatie voor het verlies aan leefgebied van de hazelworm te kunnen realiseren, is een oppervlak van circa 1,7 ha nodig. Aangezien de Provincie een kwaliteitstoeslag eist van 20%, dient het totale compensatiegebied 2,04 ha te beslaan. Gronden die worden ingezet voor compensatie mogen niet reeds de bestemming natuur hebben (b.v. onderdeel EHS of Natura 2000) en mogen in de huidige staat géén (onderdeel van) leefgebied vormen van de soort waarvoor gecompenseerd dient te worden. Tevens dienen ze in de nabijheid te liggen van het te compenseren gebied, waardoor er van uit mag worden gegaan dat kolonisatie en uitwisseling van hazelwormen op natuurlijke wijze kan plaatsvinden. In het voorliggende rapport wordt in een aantal stappen de ontwikkeling van een compensatiegebied in de directe omgeving van de locatie Jordens beschreven:

• Onderzoek naar de mogelijkheden natuurcompensatie. • Onderzoek leefgebied hazelworm. • Compensatieplan, inrichting en beheer.

Page 97: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 7

Figuur 1. Overzicht van de ligging van het plangebied, de locatie Jordens en de aangrenzende gebiedsdelen.

Page 98: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

8 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

2 MAATSCHAPPELIJKE NOODZAAK EN ALTERNATIEVEN

2.1 MAATSCHAPPELIJKE NOODZAAK

2.2 ALTERNATIEVEN

Page 99: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 9

3 ECOLOGIE EN VOORKOMEN VAN DE HAZELWORM

3.1 UITERLIJK De hazelworm (Anguis fragilis) is een pootloze hagedis. De soort wordt ongeveer 30 cm lang, waarbij de staart meer dan de helft van de lichaamslengte bedraagt. De kleur bij de dieren is variabel. Mannetjes zijn vaak egaal bruin /koperkleurig. Vrouwtjes hebben vaak een zeer donkere buik. Juveniele dieren hebben een duidelijke donkere rugstreep. De soort staat als kwetsbaar vermeld op de Rode Lijst en is opgenomen in de Conventie van Bern en in tabel 3 van de Flora- en faunawet (strikt beschermde soorten).

Foto 1. Juveniele hazelworm (N. van Kessel)

3.2 ECOLOGIE & LEVENSWIJZE

Het leefgebied van de hazelworm bestaat uit bossen, bosranden, heide, houtwallen, struwelen, spoor- en wegbermen, kalkgraslanden, vestingwerken, steenhopen, ruderale plaatsen en tuinen. De meeste waarnemingen hebben betrekking op bos- en heideterreinen. De soort wordt veelal op zandgronden aangetroffen en ook wel op kalk- en leemgronden. De bodem is meestal matig vochtig tot droog. In natte habitats worden slechts zelden hazelwormen waargenomen. In bossen wordt het voorkeurshabitat plaatselijk door de zon beschenen (open plekken, bosranden) en is vaak een goed ontwikkelde kruidlaag aanwezig, bestaande uit dwergstruiken en grassen. In heideterreinen bestaat een voorkeur voor open, oude heide of jongere heide langs bosranden. Vooral zuidelijk geëxponeerde bosranden met een goed ontwikkelde mantel- en zoomvegetatie zijn erg geliefd. Hazelwormen leiden een verborgen bestaan. Ze zonnen weinig op open plekken zoals andere hagedissen; in plaats daarvan verkiezen de dieren meestal een warm plekje

Page 100: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

10 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

onder door de zon beschenen materiaal zoals strooisel, bladeren en stenen. Foerageren vindt voornamelijk 's morgens en ‘s avonds plaats. Het voedsel bestaat uit naaktslakken, wormen, spinnen, sprinkhanen en insecten. Ook kannibalisme komt voor, evenals jacht op levendbarende hagedissen. De soort is ovivipaar. Paring vindt plaats in april–mei, waarna in augustus-september 6 tot 12 jongen geboren worden. Hazelwormen houden een winterslaap van oktober tot april, onder de grond op een diepte van 15 tot 70 cm. Het is een goede graver, maar verbergt zich ook in de gangen, spleten en holen (bijvoorbeeld van knaagdieren). Overwintering vindt nogal eens in grotere groepen (20 of 30 exemplaren) plaats. De ingang van zo’n overwinteringsplaats wordt zorgvuldig dichtgestopt met mos, gras en aarde.

3.3 EISEN AAN DE OMGEVING • Zandige bodem; • Dichte begroeiing afgewisseld met luwe, open, en zonnige plaatsen; • Voldoende schuilmogelijkheden in de vorm van strooisel, dood hout of stenen; • Voldoende aanwezigheid van prooidieren.

3.4 VOORKOMEN HAZELWORM IN NEDERLAND EN REGIO WOLFHEZE In Nederland is de verspreiding beperkt tot het oosten, midden en zuiden van het land. Het zwaartepunt in de verspreiding van de soort bevindt zich op de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug. In Zuid-Limburg bij Maastricht en de Meinweg, de bossen in het zuidwesten van Drenthe en rondom Nijmegen wordt de soort regelmatig waargenomen. Wolfheze ligt aan de zuidzijde van het grootste verspreidingsgebied van de soort in Nederland, de Veluwe. Buiten de in de regio aanwezige akkerbouwpercelen, wordt het landschap gedomineerd door (potentieel) geschikte leefgebieden voor de hazelworm. De soort is dan ook overal in deze regio een vrij bekende verschijning. Volgens de laatste monitoringsgegevens van het Meetnet Reptielen (Stichting RAVON) vertoont de landelijk trend van de soort een ‘matige toename’. Hoe de situatie regionaal is, is niet bekend.

Page 101: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 11

4 GEBIEDSBESCHRIJVING

4.1 HUIDIGE INRICHTING PLANGEBIED Het plangebied, de locatie Jordens, is het voormalig terrein van een manege. Het terrein is ongeveer 3 ha groot en kan onderverdeeld worden in een centraal deel, een westelijk deel en een oostelijk deel (figuur 2). De afzonderlijke terreindelen worden hieronder kort beschreven:

Figuur 2. Plangebied, locatie Jordens. Blauw: westelijke deel, geel: centrale deel, rood: oostelijke deel.

1) Het centrale deel. Dit deel beslaat ongeveer 0,6 ha. Op enkele bosschages na is

dit deel van het terrein verhard. Er zijn hier enkele loodsen gelegen en er staan hier de resten van wat ooit een luxe bungalow is geweest. Eén van de loodsen is de oude binnenmanege. Er zijn op dit gedeelte van het terrein veel rommelhoekjes aanwezig. Het centrale deel is gedeeltelijk nog in gebruik door een aannemer.

2) Het westelijk deel. Dit deel is ruim 0,8 ha groot. In 2005 vond hier nog

beweiding plaats d.m.v. pony’s. Het bestaat uit verruigd grasland. Dit deel grenst aan de bebouwing van Wolfheze.

3) Het oostelijk deel. Dit deel beslaat ongeveer 1,69 ha. Sinds 1999 vindt er geen

beweiding meer plaats en is het aanwezige grasland verruigd. In het midden van het terrein staat een grote voormalige paardenstal. Dit deel van het terrein grenst aan landgoed Johannahoeve.

Page 102: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

12 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

4.2 TERREINVERKENNING POTENTIEEL COMPENSATIEGEBIED OMGEVING LOCATIE JORDENS Op 13 juni en 10 juli 2007 hebben terreinbezoeken plaatsgevonden in de nabije omgeving van het plangebied, de locatie Jordens. Deze bezoeken hadden tot doel om te beoordelen of er gronden aanwezig waren die ter compensatie voor het verlies van leefgebied van hazelworm kunnen dienen, en die voldoen aan de regels zoals opgenomen in §1.3. Bij dit oriënterende onderzoek waren de beheerder van de bossen van de gemeente Arnhem en ecologen van ARCADIS en Natuurbalans – Limes Divergens aanwezig. De volgende punten zijn van belang tijdens de beoordeling:

• Compensatiegebied heeft niet de bestemming natuur of bos en ligt buiten

aangewezen natuurgebieden (EHS, Natura 2000). • Compensatiegebied dient bij voorkeur te worden gerealiseerd grenzend aan een

natuurkern. • Compensatiegebied vormt geen actueel leefgebied van de hazelworm. • Compensatiegebied is gelegen in de nabijheid van het te compenseren gebied. • Compensatiegebied heeft een minimale grootte van 2,04 hectare.

Beoordeeld zijn de agrarische enclave gelegen ten noorden van plangebied Jordens, de omliggende bosgebieden, het heideterrein aan de oost- en noordoostzijde van plangebied Jordens en het aan het heideterrein grenzende extensieve grasland dat sinds enkele jaren is opgenomen binnen de rasters van de begrazingseenheid (figuur 1, foto 4). De deskundigen zijn van mening dat alle omliggende bos- en heidegebieden als actueel leefgebied voor de hazelworm beschouwd dienen te worden (figuur 1), gelet op de habitatvoorkeur van deze soort. Het heidegebied en de bosranden zijn eveneens geschikt als leefgebied voor levendbarende hagedis, gladde slang en zandhagedis. De graslandstrook die tussen de heide en de agrarische percelen ligt wordt kort begraasd door een ‘Tudanca-kudde’. Vrijwel de enige structuur in de vegetatie wordt gevormd door het talrijk aanwezige Jakobskruiskruid (figuur 1, foto 4). Gelet op het ontbreken van structuurvariatie is deze strook van weinig betekenis als leefgebied, maar door de vele insecten die worden aangetrokken door het Jakobskruiskruid is de strook mogelijk wel van belang voor de voedselvoorziening van reptielen. Dit wordt mede ingegeven door het feit dat de strook grasland aan drie zijden grenst aan actueel leefgebied van de reptielen, waaronder de hazelworm. De gezamenlijke conclusie was dat de graslandstrook een weliswaar niet volwaardig, maar toch wezenlijk onderdeel uitmaakt van het leefgebied van de hazelworm. Op grond daarvan komt dit perceel niet in aanmerking als compensatiegebeid. Een kwaliteitsverbetering van leefgebied in de graslandstrook, in plaats van gebiedscompensatie, wordt door de beheerders (gemeente Arnhem) niet als haalbaar beschouwd omdat dat ten koste gaat van de draagkracht van de begrazingseenheid, waardoor de ‘Tudanca-kudde’ aanzienlijk zou moeten inkrimpen.

Page 103: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 13

4.3 CONCLUSIE De enige percelen die momenteel ongeschikt worden geacht als leefgebied voor hazelworm zijn de diverse akkers die behoren bij het landgoed Johannahoeve en die grenzen aan potentieel leefgebied van de hazelworm (figuur 1). Hier doen zich goede mogelijkheden voor om in de nabijheid van de locatie Jordens in Wolfheze compensatie voor verlies van leefgebied van de hazelworm te realiseren. In verleg met de beheerders van de gemeente Arnhem is hiertoe een terreindeel gekozen dat als het meest kansrijk als compensatiegebied wordt beschouwd (figuur 1). De natuurlijke hoogteverschillen die hierin al aanwezig zijn en het feit dat dit terreindeel aan twee zijden grenst aan natuurgebied waren hiervoor de belangrijkste redenen. Aanvullend onderzoek om aan te tonen dat de soort hier inderdaad niet voorkomt is uitgevoerd in de periode augustus-september 2007.

4.4 HUIDIGE INRICHTING COMPENSATIEGEBIED Het beoogde compensatiegebied (figuur 3 en foto 2) is momenteel geheel in gebruik als aardappelakker. In september/oktober 2008 zijn hier nog aardappels geoogst. De aardappelplanten, die gemiddeld elke 10 dagen worden bespoten, overgroeien de bodem geheel. Er zijn, buiten een enkel kaal bandenspoor van de bespuitingsinstallatie, geen open plekken in het veld aanwezig. Aan de noordzijde van het compensatiegebied grenst de aardappelakker aan (gemengd) bos. Deze bosrand is zuidelijk geëxponeerd en wordt als (potentieel) leefgebied voor de hazelworm beschouwd (figuur 1). Aan de oostzijde van het plangebied ligt een langgerekt graslandperceel waarachter het heidegebied van Johannahoeve begint (zie figuur 3). Het graslandperceel wordt tegenwoordig extensief begraasd.

Foto 2. Huidige inrichting van het beoogd compensatiegebied. Aardappels worden bespoten (N. van

Kessel).

Page 104: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

14 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

Page 105: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 15

5 ONDERZOEK HAZELWORM

5.1 PLAN VAN AANPAK Na de bepaling van de meest geschikte locatie voor het beoogde compensatiegebied, is onderzoek uitgevoerd naar de eventuele aanwezigheid en het terreingebruik van de hazelworm in dit gebied. Het onderzoek naar de hazelworm is uitgevoerd van eind augustus tot eind september 2007. In en rondom het compensatiegebied zijn 55 kunstmatige schuilplaatsen voor reptielen uitgelegd (tapijttegels van circa 50*50 cm). De platen werden uitgelegd in verschillende delen van het terrein, zowel binnen het beoogde compensatiegebied als in aangrenzende gebieden, om:

1. aan te tonen dat het compensatiegebied géén onderdeel uitmaakt van het leefgebied van de hazelworm;

2. aan te tonen dat het compensatiegebied aansluit op huidig leefgebied van de

hazelworm. Ad 1. Om aan te tonen dat het beoogde compensatiegebied géén onderdeel uitmaakt van het huidige leefgebied werden in twee terreindelen platen uitgelegd (figuur 3):

• In het beoogde compensatiegebied (4) werden 20 platen uitgelegd; • Onder het raster van de grasstrook (3) werden 10 platen uitgelegd.

Ad 2. Om aan te tonen dat het compensatiegebied aansluit op huidig leefgebied van de soort werden in twee terreindelen platen uitgelegd (figuur 3):

• In de noordelijke bosrand (1) werden 15 platen uitgelegd; • Aan de rand van het heidegebied (2) werden 10 platen uitgelegd.

Bij het uitleggen van de schuilplaatsen werd met de volgende zaken rekening gehouden:

• Op de lijntrajecten werden de voor de soort meest geschikte locaties geselecteerd;

• De platen werden plat en goed aangesloten op de bodem uitgelegd; • De platen werden zo gepositioneerd, zodat ze bij zonnig weer direct door de zon

werden beschenen. De waarde als schuilplaats voor reptielen neemt hierdoor toe omdat indirect zonnen mogelijk wordt.

De reptielenplaten zijn gedurende de onderzoeksperiode acht maal gecontroleerd op de aanwezigheid van reptielen. Bij aanwezigheid is met behulp van GPS de locatie vastgesteld en zijn datum, stadium, geslacht en wanneer nodig aantallen genoteerd.

Page 106: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

16 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

Figuur 3. Trajecten waarlangs reptielenplaten zijn uitgelegd. Blauw= compensatiegebied, rood =

trajecten voor reptielenplaten, 1 = noordelijke bosrand, 2 = rand heide, 3 = raster, 4 =

compensatiegebied.

Foto 3. Kunstmatige schuilplaatsen voor reptielen, uitgelegd in de noordelijke bosrand (N. van Kessel).

Page 107: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 17

5.2 RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

5.2.1 Resultaten locatie Jordens in 2006 Resultaten actuele natuurwaarden locatie Jordens De natuurwaarden van het centrale en westelijke deel van locatie Jordens zijn laag. Tijdens de inventarisaties in 2006 (de Bruijn, 2006) werden in het centrale deel géén waarnemingen van beschermde soorten gedaan en in het westelijk deel werden één levendbarende hagedis en twee hazelwormen waargenomen. Het oostelijk deel van het gebied bleek daarentegen zeer geschikt als leefgebied voor reptielen (figuur 1, foto 5, figuur 2). Dat blijkt ook uit de resultaten van het onderzoek van de Bruijn (2006). In dit deel van het plangebied werden gedurende 14 controlerondes onder uitgelegde schuilplaatsen in totaal 53 hazelwormen, één zandhagedis en één gladde slang waargenomen. Voor de laatste twee soorten geldt naar alle waarschijnlijkheid dat het zwervende dieren betreft. Van structurele vestiging van de soorten in het plangebied lijkt geen sprake. Dit in tegenstelling tot de hazelworm, waarvan duidelijk een populatie aanwezig is. Het maximum aantal dieren dat op een dag werd aangetroffen betrof 22, namelijk 11 adulten, 10 subadulten en 1 juveniel exemplaar. Kwaliteitsbeoordeling locatie Jordens Hoewel geen conclusies uit het onderzoek getrokken konden worden over de exacte grootte van de populatie hazelwormen (dubbeltellingen hebben mogelijk plaatsgevonden), kan gesteld worden dat ten tijde van het onderzoek deze in ieder geval minimaal 22 dieren betrof. Er is weinig onderzoek verricht naar dichtheden van populaties hazelwormen in Nederland, maar het aantreffen van 22 dieren in één enkele ronde in een gebied van ruim 1 ha is voor Nederlandse begrippen bijzonder hoog. Er kan dan ook vanuit worden gegaan dat het oostelijk deel van het terrein een zeer geschikt leefgebied voor de hazelworm vormt.

5.2.2 Resultaten beoogde compensatiegebied en aangrenzende gebieden Resultaten actuele natuurwaarden beoogd compensatiegebied Onder de 20 schuilplaatsen die in het beoogde compensatiegebied zijn uitgelegd (figuur 3) zijn in 2007 géén hazelwormen en/of andere (beschermde) diersoorten aangetroffen. Ook onder de schuilplaatsen aan de rand van het compensatiegebied en het extensieve grasland, onder het raster (figuur 3) zijn géén reptielen aangetroffen. De noordelijke bosrand en het heideveld blijken wel te fungeren als leefgebied voor reptielen. Er werden in totaal 47 vangsten gedaan; 24 waarnemingen van hazelworm, 18 van zandhagedis en één gladde slang. Een overzicht wordt gepresenteerd in figuur 4 en bijlage 1. Langs de noordelijke bosrand werden in totaal 12 hazelwormen aangetroffen. Daarmee is aangetoond dat de soort direct aan de rand van het beoogde compensatiegebied voor komt. Om het compensatiegebied te bereiken hoeven vanuit de bosrand slechts enkele meters te worden afgelegd. Voor een volledig overzicht van de vangsten wordt verwezen naar bijlage 1. Langs de rand van en op de heide zijn onder de schuilplaatsen in hetzelfde aantal controlerondes nog 12 waarnemingen van hazelwormen gedaan. Daarnaast zijn op de heide en in de bosrand nog 18 losse waarnemingen van zandhagedis gedaan en is er één gladde slang aangetroffen (figuur 4, foto 4 en 5). Ook deze soorten zullen het beoogde compensatiegebied kunnen koloniseren.

Page 108: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

18 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

Figuur 4. Overzicht van de vangsten van hazelworm, zandhagedis en gladde slang tijdens het onderzoek

in 2007.

Kwaliteitsbeoordeling locatie beoogd compensatiegebied Het beoogde compensatiegebied heeft momenteel geen enkele betekenis voor de hazelworm en betreft met zekerheid géén actueel leefgebied van de soort. Het totale gebied is tijdens de groei van de gewassen zeer onaantrekkelijk, aangezien de bodem kaal is en er geen direct zonlicht tot de bodem kan doordringen. Daarbij komt dat de gewassen zeer regelmatig (ca. elke 10 dagen) worden bespoten. Na het oogsten is het gebied kaal en daardoor eveneens niet geschikt voor reptielen in het algemeen en de hazelworm in het bijzonder. De heide en met name de bosrand blijken daarentegen wel geschikt als leefgebied voor reptielen. Zowel hazelworm, zandhagedis als gladde slang zijn hier aangetroffen. Het maximaal aantal dieren in één ronde betrof 5 hazelwormen en 2 zandhagedissen op 6 september 2007. Op 17 september werden drie hazelwormen, een zandhagedis en een gladde slang waargenomen. Alle genoemde soorten zitten in de directe omgeving van het beoogde compensatiegebied. De herinrichting zal naar verwachting dan ook snel leiden tot natuurlijke kolonisatie van het gebied.

Page 109: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 19

Foto 4. Hazelworm onder reptielenplaat in noordelijke bosrand (N. van Kessel).

Foto 5. Zandhagedis op kunstmatige schuilplaats in de heide (N. van Kessel).

Page 110: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

20 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

6 COMPENSATIEPLAN HAZELWORM

6.1 INLEIDING Het huidige landgebruik in het beoogde compensatiegebied is zeer intensief agrarisch. Kansen voor reptielen zijn er onder de huidige omstandigheden niet. Omdat er goede mogelijkheden zijn het gebied om te vormen tot geschikt leefgebied voor de hazelworm is voorliggend compensatieplan opgesteld. Ook aan de overige randvoorwaarden wordt voldaan:

• Compensatiegebied heeft niet de bestemming natuur of bos en ligt hiermee

buiten aangewezen natuurgebieden (EHS, Natura 2000). • Compensatiegebied grenst direct aan een natuurkern voor reptielen. Het

voorkomen van hazelworm, zandhagedis en gladde slang op korte afstand van het compensatiegebied is aangetoond.

• Compensatiegebied vormt geen actueel leefgebied van de hazelworm en/of de

andere soorten reptielen. Onderzoek in het compensatiegebied heeft geen enkele vangst van reptielen opgeleverd.

• Compensatiegebied ligt in de directe nabijheid van het te compenseren gebied,

het plangebied locatie Jordens.

• Compensatiegebied met een minimale grootte van 2,04 hectare is realiseerbaar. Op grond van bovenstaand is besloten om een inrichtingsplan voor het beoogde compensatiegebied op te stellen. Dit is verder uitgewerkt in de volgende paragraaf.

6.2 HET INRICHTINGSPLAN Om te voldoen aan het compensatiebeginsel zoals is omschreven in de Flora- en faunawet dient de bestemming van het beoogde compensatiegebied te worden gewijzigd van ‘agrarisch grondgebruik’ naar ‘natuur’. In principe dient het compensatiegebied als leefgebied voor de hazelworm te zijn ingericht op het moment dat het huidige leefgebied, de locatie Jordens, wordt vernietigd. Er dient daarom op korte termijn tevens een reeks inrichtingsmaatregelen te worden uitgevoerd. De gemeente Arnhem heeft, als terreineigenaar, ingestemd met het in dit rapport uitgewerkte inrichtingsplan. Een overzicht van het compensatiegebied is in de vorm van een streefbeeld uitgewerkt in figuur 5. Een meer gedetailleerde inrichtingsschets is weergegeven in figuur 6. Beide figuren zijn indicatief. Bij de ontwikkeling van het inrichtingsplan zijn de volgende uitgangspunten richtinggevend:

• Om geschikt leefgebied voor de hazelworm te ontwikkelen, dient de huidige aardappelakker omgevormd te worden. Hiervoor dient de voedselrijke teellaag te worden afgegraven en uit het compensatiegebied te worden afgevoerd. Nog uit te voeren fosfaatmetingen zullen bepalend zijn voor de dikte van deze af te graven grondlaag. Deze maatregel is noodzakelijk om een schrale zandige bodem te verkrijgen waar de ontwikkeling en duurzame instandhouding van een structuurrijke vegetatie van bochtige smele, struikheide en pijpenstrootje mogelijk is. Gebeurt dit niet dan zullen ruigtesoorten en boomopslag op korte termijn gaan domineren. Foto 6 geeft een visualisatie van de beoogde inrichting

Page 111: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 21

van het gebied. Maatregelen voor de bevordering van de ontwikkeling van deze structuurrijke vegetatie dient nader bekeken te worden. Gehakselde plaggen van struikhei kunnen bijvoorbeeld in het compensatiegebied worden uitgestrooid ter bevordering van de ontwikkeling van heide.

• De verwijderde teellaag wordt verwerkt door deze uit te rijden over de overige

akkers die binnen de enclave gelegen zijn. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om de grond geconcentreerd te gebruiken voor het egaliseren van eventueel aanwezige natuurlijke gradiënten in dit akkergebied. Het dient uniform over het gebied te worden verspreid.

• Een wal van meer schralere grond (circa 295m lang en 50cm hoog) kan

gerealiseerd worden tussen het compensatiegebied en de akkerpercelen ten westen ervan (figuur 6). De aanleg van een dergelijke wal is van belang om in de toekomst inspoeling van nutriënten vanuit de akkers te voorkomen. Gezien de geringe hoogte en de gewenste breedte van minimaal enkele meters zal de wal zich hooguit manifesteren als een glooiing in het landschap, en zeker niet als een gebiedsvreemd ‘dijklichaam’. Een natuurlijke glooiing in het landschap is nu reeds in het compensatiegebied aanwezig. Door de bovenbeschreven werkwijze wordt deze natuurlijke glooiing verder geaccentueerd, waardoor onder meer een gevarieerde warmte- en vochthuishouding wordt gerealiseerd. De toenemende variatie in vochtigheid en temperatuur betekent een kwaliteitsimpuls als potentieel leefgebied voor reptielen.

• In het gebied Johannahoeve is een natuurlijke slenk aanwezig in het landschap.

Om deze in het compensatiegebied te accentueren, worden er enkele laagtes ontwikkeld (diepte tot maximaal 50 cm). Op diverse locaties in het terrein ontstaan hierdoor bredere laagtes (figuur 6). Het zand dat hierbij vrij komt wordt als ‘natuurlijke glooiingen’ in het compensatiegebied verwerkt. Hierdoor ontstaat een geaccidenteerd terrein (figuur 5, doorsnede B-B1). Deze glooiingen en reliëfranden dienen op zodanige wijze te worden aangelegd dat het oppervlak aan zuidelijk geëxponeerde opwarmplaatsen aanmerkelijk toeneemt.

• Op de wal die wordt ontwikkeld op de westgrens van het compensatiegebied

kunnen struwelen/bosschages tot ontwikkeling komen, of worden aangelegd, die de landschappelijke inpassing van het compensatiegebied in het aangrenzende natuurgebied bevorderen. Ter bevordering van de ontwikkeling van struweel dient de wal (in ieder geval tijdelijk) te worden uitgerasterd. Wanneer deze bosschages worden aangelegd, beslaan deze maximaal 60% van de lengte van de wal. Het plantmateriaal dient bij voorkeur te bestaan uit inheemse struweelvormende bes- en vruchtdragende soorten zoals meidoorn, sleedoorn, wegedoorn, dauwbraam etc. Ook een gering percentage aan overstaanders, zoals zomereik, berk en grove den is toegestaan. De bosstrook die op deze wijze wordt ontwikkeld vormt op termijn tevens een geschikte overwinteringsplaatsen voor reptielen. Ook verspreid over het compensatie- gebied mogen enkele kleine bosschages tot ontwikkeling komen.

• Houtstapels (figuur 6) kunnen worden opgeworpen van bomen en takken die

elders zijn gerooid. Voor fauna vormen ze goede schuil- en overwinteringsplaatsen. Wanneer de aanbevelingen die zijn opgenomen in §5.4 worden uitgevoerd, kunnen de te rooien bomen uit de aangrenzende noordelijke bosrand worden gebruikt.

Page 112: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

22 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

• Wanneer in het compensatiegebied de gewenste vegetatie van bochtige smele, struikheide en pijpenstrootje is ontstaan, worden houtstapels ook elders in het gebied verwerkt als zonneplekken en schuilplaatsen.

• Omdat er in het beoogde compensatiegebied nagenoeg geen fauna voorkomt is

het tijdstip van de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen van ondergeschikt belang. Het is echter verplicht om de compensatie uit te voeren vóór de vernietiging van het leefgebied van hazelworm op de locatie Jordens. Voorafgaand aan de vernietiging van leefgebied van de hazelworm op locatie Jordens dienen de dieren van de locatie te worden weggevangen (zie §5.3).

Foto 6. Streefbeeld inrichting centrale deel van het compensatiegebied (R. Krekels). Aan de randen

bestaat de begroeiing meer uit bomen en struiken (zie figuur 5).

De ontwikkeling van het compensatiegebied dient plaats te vinden onder deskundige begeleiding van een ecoloog. Hierbij dient accuraat te worden gereageerd op onverwachte kansen die zich tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voordoen. Wordt er bijvoorbeeld tijdens de uitvoering van de werkzaamheden een leembank aangetroffen, dan wordt deze niet vergraven, maar gebruikt om de ontwikkeling van een extra vochtgradiënt binnen het compensatiegebied te bewerkstelligen.

Page 113: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 23

Figuur 5. Inrichtingsschets van het beoogde compensatiegebied (verklaring zie tekst). A en B gradiënten zijn

indicatief.

Page 114: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

24 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

Figuur 6. Indicatieve inrichtingsschets net boven bestek niveau.

Page 115: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 25

6.3 OVERIGE AANDACHTSPUNTEN

6.3.1 Vegetatiestructuur compensatiegebied Door het verwijderen van de voedselrijke toplaag uit het beoogde compensatiegebied zal zich naar verwachting een vegetatietype ontwikkelen dat vergelijkbaar is met het heidegebied ten oosten van het compensatiegebied (figuur 5). De begroeiing wordt hier gedomineerd door struikheide, pijpenstrootje en bochtige smele. Op beperkte schaal vindt hier opslag van bomen plaats, met name grove den en berk. Een vegetatiestructuur zoals weergegeven in foto 6 dient hierbij te worden nagestreefd. Gehele verbossing van het compensatiegebied dient uiteraard te worden voorkomen omdat de waarde als leefgebied voor reptielen hierdoor verslechterd. Voorgesteld wordt om het compensatiegebied te integreren in de begrazingseenheid van het Natuurgebied Johannahoeve. De gemeente Arnhem heeft te kennen gegeven hier geen problemen mee te hebben. Gezien de samenstelling van de vegetatiestructuur in het huidige natuurgebied wordt voorgesteld om de huidige begrazingsdruk te handhaven. Ter illustratie wordt in figuur 7 nog een voorbeeld gegeven van de structuurtypen van heide waarvan de ontwikkeling verspreid over het compensatiegebied dient te worden nagestreefd.

6.3.2 Monitoring compensatiegebied Aangezien de hazelwormen vanuit planlocatie Jordens worden verplaatst naar nieuw leefgebied, wordt aanbevolen om minimaal eenmalig een monitoring uit te voeren naar het effect van de verplaatsing. Twee jaar na de ontwikkeling van het nieuwe leefgebied dient door middel van het uitleggen van kunstmatige schuilplaatsen (reptielenplaten) te worden aangetoond dat het compensatiegebied inderdaad als actueel leefgebied van hazelworm kan worden aangemerkt. Het maximaal aantal waargenomen dieren kan dienen als richtgetal voor de grootte van de populatie in het gebied.

6.3.3 Wegvangen reptielen plangebied Op planlocatie Jordens dienen de hazelwormen en andere eventueel voorkomende reptielen vóór aanvang van de werkzaamheden te worden weggevangen en verplaatst naar het nieuw ingerichte compensatiegebied. In overleg met de vergunningverlener kunnen de weggevangen dieren in aangrenzend leefgebied worden losgelaten. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door ervaren herpetologen. De volgende aandachtspunten dienen te worden nageleefd om schade aan de soorten tot een minimum te beperken: • In het plangebied, dienen de hazelwormen vóór de aanvang van de werkzaamheden

te worden weggevangen. Dit kan plaatsvinden door het uitleggen van een groot aantal kunstmatige schuilplaatsen, zogenaamde reptielenplaten, die een tijdlang gecontroleerd worden op de aanwezigheid van hazelwormen. Alle dieren worden gevangen en van de locatie Jordens verwijderd.

• Plaatsen van reptielenraster rondom planlocatie Jordens. Om reptielen tijdens de

werkzaamheden buiten het compensatiegebied te houden dient de bouwlocatie te worden omgeven door een scherm van ca 50 cm hoogte. Dit om het terugkeren/binnentrekken van bedreigde soorten reptielen, waaronder de hazelworm te voorkomen.

Page 116: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

26 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

• Het wegvangen van de hazelwormen dient bij voorkeur plaats te vinden in de periode april-augustus. In deze periode hebben dieren in hun nieuw leefgebied nog voldoende tijd om hun nieuwe leefgebied te verkennen en om op tijd nieuwe overwinteringsplaatsen op te sporen. Het vangen en/of verstoren van reptielen tijdens de winterslaap (periode oktober-maart) is niet mogelijk en absoluut niet gewenst.

• Na het wegvangen dienen de hazelwormen verplaatst te worden naar het ingerichte

compensatiegebied.

6.4 OPTIONELE AANVULLINGEN INRICHTINGSPLAN Buiten het compensatiegebied kunnen enkele ingrepen in het gebied plaatsvinden die het compensatiegebied beter doen aansluiten op het reeds bestaande heide- en bosgebied. Deze ingrepen vallen buiten het gepresenteerde compensatieplan, maar worden ter aanbeveling voorgelegd. • De noordelijke bosrand wordt uitgedund over in ieder geval de volledige breedte

van het compensatiegebied en de graslandstrook (circa 140 m). Het is wenselijk om ter hoogte van het heideterrein het bos eveneens plaatselijk terug te zetten, om geleidelijke overgang van bos naar heide te creëren. Van bomen die worden verwijderd wordt geadviseerd deze boven de grond af te zagen en de stobben te laten staan. Deze vormen in de toekomst ook goede overwinteringsplaatsen voor reptielen. De te rooien bomen en opslag kunnen in de vorm van rillen worden verwerkt in de nieuw te ontwikkelen bosrand ter bevordering van een structuurrijke mantel- en zoom, met onder meer struwelen en braam. Bekend is dat braam zeer goed op de aanleg van rillen reageert. Het overige deel van de verwijderde bomen kan in het compensatiegebied worden verwerkt als houtstapels, eventueel afgewerkt met een laag bodemmateriaal. Wanneer bij de te ontwikkelen bosschages houtstapels en rillen worden verwerkt aan de zuidzijde van de bosschage, kunnen ze van betekenis zijn als overwinterings- en schuilplaats voor reptielen.

• De grasstrook tussen het compensatiegebied en het reeds bestaande

heideterrein wordt ook ingericht als leefgebied voor reptielen. Hierdoor vindt er een betere ontsluiting van het compensatiegebied ten behoeve van uitwisseling/kolonisatie van reptielen plaats.

Page 117: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 27

Figuur 7. Enkele voorbeelden van structuurtypen van heide waarvan de ontwikkeling op de langere termijn in het

compensatiegebied dient te worden nagestreefd.

Page 118: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

28 Compensatieplan hazelworm Wolfheze

Page 119: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p

Compensatieplan hazelworm Wolfheze 29

7 LITERATUUR Bruijn, J. de, 2006. Terreingebruik van de hazelworm op ontwikkelingslocatie ‘Jordens’ te Wolfheze. Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Dordrecht. December 2006.

Page 120: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1

BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS Voortoets NB-wet Jordens, Wolfheze

23

Bijlage 1: Schema toetsing Natuurbeschermingswet 1998

Page 121: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 122: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 123: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 124: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 125: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 126: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 127: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 128: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 129: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 130: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 131: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 132: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 133: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 134: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 135: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 136: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 137: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 138: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 139: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 140: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 141: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 142: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 143: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 144: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 145: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 146: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 147: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 148: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 149: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 150: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 151: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 152: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 153: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 154: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 155: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1
Page 156: Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en ...intercontent.renkum.nl/ro/plannen/NL.IMRO.0274.bp0124wh-/NL.IMR… · PASSENDE BEOORDELING ONTWIKKELING LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE 074440329:0.1