Van tendinopathie tot therapie · de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed....

2
Om onze patiënten optimaal te behan- delen, zijn verschillende zaken belangrijk. Voor gehospitaliseerde patiënten is de zorg op de afdeling een cruciale factor. Daarom evalueren we binnen az groeninge regelmatig de patiëntentevre- denheid en vergelijken we de resultaten zowel intern als met andere ziekenhuizen. De orthopedische longstay afdelingen kaapten hierbij de 1ste en 4de plaats weg van de 51 chirurgische afdelingen die aan het onderzoek deelnamen. Ook de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed. Daarnaast is het belangrijk om de nieuwste technieken aan de patiënten aan te bieden. Kraakbeentechnologie is opnieuw in de media. Sinds 1 mei is België het eerste land in de wereld waar het RIZIV autologe kraakbeentransplan- taties terugbetaalt. Gezien de kostprijs gebeurt dit onder zeer strikte criteria. az groeninge is één van de 10 Belgische ziekenhuizen die aan alle voorwaarden voldoet. In deze ortho-nieuwsbrief laten we opnieuw verschillende collega’s aan het woord. Dr. Jeroen Vanhaecke schrijft over de verstuiking van de pols, een veel voorkomend probleem. Heuppijn bij jonge patiënten wordt belicht door dr. Emmanuel Audenaert. Dr. Jasmin Michels, de nieuwe aanwinst, van de dienst fysiotherapie bespreekt chronische peesoverbelastingsletsels. dr. Dirk Oosterlinck medisch diensthoofd De ‘verstuiking’ van de pols dr. Jeroen Vanhaecke ortho-nieuwsbrief groeninge flash special - juni 2011 Orthopedie, campus vercruysselaan Burg. Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t. 056 63 35 40 dr. Pierre Adyns: heup - knie dr. Filip Gheysen: heup - knie dr. Frederick Michels: knie - voet en enkel dr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - rug dr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekken dr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - knie dr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet en enkel dr. Luc Vercruysse: heup - knie dr. Emmanuel Audenaert - UZ Gent: heup dr. Pierre Moens - UZ Leuven: kinderorthopedie dr. Anja Van Campenhout - UZ Leuven: kinderorthopedie Handgroep, campus loofstraat Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk t. 056 63 35 80 dr. Marleen Dezillie: hand - pols - elleboog dr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols prof. dr. Filip Stockmans: hand - pols www.ortho-kortrijk.be Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk Casus: Na een val heeft de patiënt een pijnlijke gezwollen pols. De klassieke radiologie geeft normale resultaten. Is dit een einde van de diagnostiek of moeten we verder kijken?? Een verhaal dat de meesten onder ons kennen in de huisartsenpraktijk of op de spoedopname. Vaak sportieve, actieve personen die in het weekend hun grenzen willen verleggen en daarbij verkeerd op de pols terechtkomen. Dit kan gepaard gaan met wisselende gradatie van pijn en functieverlies. Zwelling diffuus, of meer specifiek dorsaal, is meestal aanwezig. Als algemene regel kunnen we in deze gevallen stellen dat iedere pijnlijke pols door een sportongeval een scaphoid- fractuur of een ligamentair letsel is tot we het tegendeel bewijzen. Figuur 1: Ligamenten ter hoogte van handwortelbeentjes Deze sportongevallen zijn meestal ongevallen waar veel kracht op de pols terechtkomt waardoor de kans op fracturen of ligamentaire letsels groter is. Een zekere verdere uitwerking is dan ook gerechtvaardigd, want het niet stellen van de diagnose van scaphoid- fractuur of ligamentaire letsels kan gevolgen hebben voor de verdere werking van de pols. Bij een val op de uitgestrekte hand met voorarm in pronatie en hand in hyper-extensie, supineert het scaphoid en gaat het in extensie. Het teveel aan energie kan lijden tot een polsfractuur, scaphoidfractuur of verbreking van het scapho–lunaire ligament. Figuur 2: Verbreking van het scapho-lunaire ligament De polsfractuur zal meestal zichtbaar zijn op de normale radiologie, een niet- verplaatste scaphoidfractuur moeilijker en een S-L verbreking zeer zelden in de acute fase. Volgende diagnostische en therapeu- tische stappen worden dan beter ook genomen. In de acute fase brengen we een gips- immobilisatie aan voor een week. Na deze periode komt de patiënt terug op controle en zoeken we naar zwelling radio-dorsaal, pijn bij druk op het scaphoid in de anatomische snuifdoos en ook ter hoogte de scapholunaire overgang dorsaal. Voor het scapholunaire letsel is dynamisch testen met de test van Watson een gevoelige maar niet- specifieke test. Hierbij trachten we het scaphoid van zijn plaats te duwen. Bij een intacte verbinding tussen scaphoid Chronische peesoverbelastingsletsels, ook wel tendinopa- thieën genoemd, zijn een hardnekkig probleem zowel bij recreatieve sporters als bij topsporters. Een ware uitdaging voor atleet en behandelaar! Dergelijke letsels zijn geen onbelangrijk fenomeen aangezien ze tot 30 à 50 % van alle sportblessures uitmaken. Wat? Een gezonde pees is opgebouwd uit drie componenten: parallelle bundels collageen, cellen (fibroblasten en tenocyten) en een extracellulaire matrix die de collageen- vezels als een gel omringt. Het histopathologisch substraat van een tendinopathie noemen we tendinose. Dit kenmerkt zich door degeneratie en desorganisatie van de collageenvezels en toename van respectievelijk neovascularisatie en grondsubstantie. Gezien de afwezigheid van inflammatoire mediatoren zoals prostaglandine E2 en de afwezigheid van ontstekingscellen bij chronische peesoverbelastingsletsels, wordt de term tendinitis voor deze letsels niet meer gebruikt. Klinische presentatie Peesoverbelastingsletsels kenmerken zich klinisch door progressieve (belastingsgebonden) lokale pijnklachten ter hoogte van de pees (veelal insertie) en startpijn. Bij meer ernstige vormen is de pijn continu aanwezig. Tendinosen die gepaard gaan met de typische symptomen noemen we tendinopathieën. Etiopathogenese Een peesoverbelastingsletsel ontwikkelt zich wanneer er een disbalans is tussen de gevraagde belasting en de belast- baarheid van het peesweefsel. De etiopathogenese is echter nog niet volledig opgehelderd en is het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Het is wel duidelijk dat de ontwikkeling van een tendino- pathie multifactorieel bepaald is. Zowel extrinsieke als intrin- sieke risicofactoren dragen bij tot het al dan niet ontwikkelen van dergelijke letsels. Correctie van deze risicofactoren is dan ook één van de hoekstenen van de behandeling. Diagnose De diagnose van een tendinopathie gebeurt aan de hand van de typische kliniek en wordt bevestigd door beeldvorming. Gezien de superieure spatiële resolutie van echografie is dit het diagnosemiddel bij uitstek. Enkel bij twijfel over de aanwezigheid van een andere pathologie is NMR aange- wezen. Behandeling 1. Correctie van risicofactoren Intrinsieke risicofactoren: beenlengteverschil, voetstatiek, spieronevenwicht, verminderde lenigheid … Extrinsieke risicofactoren: omgevingsfactoren (onder- grond), trainingsfouten, schoeisel … 2. Behandelingen die structureel herstel van de pees induceren Excentrische peestraining Diverse studies toonden een meerwaarde van deze oefenvorm aan ten opzichte van andere oefenvormen en lokale technieken. De exacte pathway naar herstel is hierbij nog niet helemaal gekend. Deze actieve revalidatie bestaat uit oefeningen die de excentrische fase van de pees benadrukken (figuren 1 en 2). Alfredson beschreef hierbij de volgende standaard- richtlijnen: - duur van het programma: minimum 6-12 weken - aantal sessies per dag: 2 - aantal herhalingen: 3 reeksen (aantal afhankelijk van pijn) Progressie op pijngeleide (de belasting bouwen we zo op dat de pijn 2 uur na het oefenen verdwenen is en dat de patiënt de volgende dag niet méér last heeft dan voorheen). Het schema bouwen we op door het aantal herhalingen en de belasting op te drijven. ESWT-behandeling ESWT staat voor Extracorporal Shock Wave Therapy, een therapie gebaseerd op geluids(schok)golven om het natuurlijke genezingsproces in overbelaste pezen op gang te brengen en te versterken. ESWT is een niet-invasieve, kortdurende behandeling die de patiënt goed tolereert. (Eventueel adviseren we vooraf gebruik van paracetamol.) Deze therapie dienen we in verschillende sessies toe om een cumulatief effect van de verschillende behan- delingen te bereiken. Belangrijkste contra-indicaties zijn respectievelijk de aanwezigheid van peesrupturen, stollingsstoornissen, zwangerschap en open groeikraakbeenschijven. 3. Symptomatische behandeling Cryotherapie voor een analgetische effect NSAID-gebruik heeft zijn plaats voor de behandeling van (sub)acute peesletsels en voor de analgesie van chronische peesletsels. Gezien het gebrek aan inflam- matoire substraten in een (chronische) tendinopathie, zullen NSAID geen structureel herstel bieden. Corticoïdinfiltraties kunnen op korte termijn de symptomatologie onderdrukken maar geven op langere termijn resultaten die vergelijkbaar zijn met placebo. Gezien het risico op rupturen zijn corticoïdin- filtraties ter hoogte van de patellapezen en achil- lespezen absoluut gecontraïndiceerd. Voor lokale behandelingsmethoden zoals elektro- therapie, lasertherapie, ultrasone therapie en fricties is tot op heden geen wetenschappelijke evidentie voorhanden. Besluit Tendinopathieën zijn een frequent voorkomend en hardnekkig probleem bij de actieve bevolking. Het histologisch substraat van dit letsel is een tendinose. Deze structurele afwijking visualiseren we het best door middel van een echografisch onderzoek. Klinisch presenteert een dergelijk peesoverbe- lastingsletsel zich door startpijn, progressieve belastingsge- bonden pijn tot continue pijn en wordt dan tendinopathie genoemd. De behandeling bestaat uit 3 facetten: correctie van extrin- sieke en intrinsieke risicofactoren, symptomatische behan- deling en structureel herstel inducerende therapie. Referenties Alfredson H., Lorentzon R.: Chronic Achilles tendinosis: recommendations for treatment and prevention. Sports Med 2000;29(2):135-146. Cook J.L. Conservative management of patellar tendi- nopathy. Phys Ther Sport 2001;2:54-65. Khan K.M., Cook J.L., Bonar F. et al. Histpathology of common tendinopathies: update and implications for clinical management. Sports Med 1999;27(6):393-408. Khan K.M., Cook J.L. The painful nonruptured tendon: clinical aspects. Clin Sports Med 2003;22:711-725. Peers K.H.E., Lysens R.J.J. Patellar tendinopathy in athletes. Current diagnostic and therapeutic recommendations. Sports Med 2005;35(1):71-87. Van tendinopathie tot therapie dr. Jasmin Michels vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4, 8500 Kortrijk Figuur 1: Excentrische training van de achillespees. Beginpositie (a) en eindpositie met unilaterale heeldrop (b) Figuur 2: Excentrische training van de patellapees door middel van declined squat (a) (b) ortho nieuwsbrief 3luik 20110704.indd 1 5/07/2011 9:17:03

Transcript of Van tendinopathie tot therapie · de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed....

Page 1: Van tendinopathie tot therapie · de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed. Daarnaast is het belangrijk om de nieuwste technieken aan de patiënten aan te bieden.

 

Om onze patiënten optimaal te behan-delen, zijn verschillende zaken belangrijk.

Voor gehospitaliseerde patiënten is de zorg op de afdeling een cruciale factor. Daarom evalueren we binnen az groeninge regelmatig de patiëntentevre-denheid en vergelijken we de resultaten zowel intern als met andere ziekenhuizen. De orthopedische longstay afdelingen kaapten hierbij de 1ste en 4de plaats weg van de 51 chirurgische afdelingen die aan het onderzoek deelnamen. Ook de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed.

Daarnaast is het belangrijk om de nieuwste technieken aan de patiënten aan te bieden. Kraakbeentechnologie is opnieuw in de media. Sinds 1 mei is België het eerste land in de wereld waar het RIZIV autologe kraakbeentransplan-taties terugbetaalt. Gezien de kostprijs gebeurt dit onder zeer strikte criteria. az groeninge is één van de 10 Belgische ziekenhuizen die aan alle voorwaarden voldoet. In deze ortho-nieuwsbrief laten we opnieuw verschillende collega’s aan het woord. Dr. Jeroen Vanhaecke schrijft over de verstuiking van de pols, een veel voorkomend probleem. Heuppijn bij jonge patiënten wordt belicht door dr. Emmanuel Audenaert. Dr. Jasmin Michels, de nieuwe aanwinst, van de dienst fysiotherapie bespreekt chronische peesoverbelastingsletsels.

dr. Dirk Oosterlinckmedisch diensthoofd

De ‘verstuiking’ van de pols dr. Jeroen Vanhaecke

ortho-nieuwsbriefgroeninge flash special - juni 2011

Orthopedie, campus vercruysselaan

Burg. Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk

t. 056 63 35 40

dr. Pierre Adyns: heup - knie

dr. Filip Gheysen: heup - knie

dr. Frederick Michels: knie - voet en enkel

dr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - rug

dr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekken

dr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - knie

dr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet en enkel

dr. Luc Vercruysse: heup - knie

dr. Emmanuel Audenaert - UZ Gent: heup

dr. Pierre Moens - UZ Leuven: kinderorthopedie

dr. Anja Van Campenhout - UZ Leuven: kinderorthopedie

Handgroep, campus loofstraat

Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk

t. 056 63 35 80

dr. Marleen Dezillie: hand - pols - elleboog

dr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols

prof. dr. Filip Stockmans: hand - pols

www.ortho-kortrijk.be

Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk

Casus: Na een val heeft de patiënt een pijnlijke gezwollen pols. De klassieke radiologie geeft normale resultaten. Is dit een einde van de diagnostiek of moeten we verder kijken??

Een verhaal dat de meesten onder ons kennen in de huisartsenpraktijk of op de spoedopname. Vaak sportieve, actieve personen die in het weekend hun grenzen willen verleggen en daarbij verkeerd op de pols terechtkomen. Dit kan gepaard gaan met wisselende gradatie van pijn en functieverlies. Zwelling diffuus, of meer specifiek dorsaal, is meestal aanwezig.

Als algemene regel kunnen we in deze gevallen stellen dat iedere pijnlijke pols door een sportongeval een scaphoid-fractuur of een ligamentair letsel is tot we het tegendeel bewijzen.

Figuur 1: Ligamenten ter hoogte van handwortelbeentjes

Deze sportongevallen zijn meestal ongevallen waar veel kracht op de pols terechtkomt waardoor de kans op fracturen of ligamentaire letsels groter is.

Een zekere verdere uitwerking is dan ook gerechtvaardigd, want het niet stellen van de diagnose van scaphoid-fractuur of ligamentaire letsels kan gevolgen hebben voor de verdere

werking van de pols.

Bij een val op de uitgestrekte hand met voorarm in pronatie en hand in hyper-extensie, supineert het scaphoid en gaat het in extensie. Het teveel aan energie kan lijden tot een polsfractuur, scaphoidfractuur of verbreking van het scapho–lunaire ligament.

Figuur 2: Verbreking van het scapho-lunaire ligament

De polsfractuur zal meestal zichtbaar zijn op de normale radiologie, een niet-verplaatste scaphoidfractuur moeilijker en een S-L verbreking zeer zelden in de acute fase.

Volgende diagnostische en therapeu-tische stappen worden dan beter ook genomen.

In de acute fase brengen we een gips-immobilisatie aan voor een week. Na deze periode komt de patiënt terug op controle en zoeken we naar zwelling radio-dorsaal, pijn bij druk op het scaphoid in de anatomische snuifdoos en ook ter hoogte de scapholunaire overgang dorsaal.

Voor het scapholunaire letsel is dynamisch testen met de test van Watson een gevoelige maar niet-specifieke test. Hierbij trachten we het scaphoid van zijn plaats te duwen. Bij een intacte verbinding tussen scaphoid

Chronische peesoverbelastingsletsels, ook wel tendinopa-thieën genoemd, zijn een hardnekkig probleem zowel bij recreatieve sporters als bij topsporters. Een ware uitdaging voor atleet en behandelaar! Dergelijke letsels zijn geen onbelangrijk fenomeen aangezien ze tot 30 à 50 % van alle sportblessures uitmaken.

Wat?

Een gezonde pees is opgebouwd uit drie componenten: parallelle bundels collageen, cellen (fibroblasten en tenocyten) en een extracellulaire matrix die de collageen-vezels als een gel omringt.Het histopathologisch substraat van een tendinopathie noemen we tendinose. Dit kenmerkt zich door degeneratie en desorganisatie van de collageenvezels en toename van respectievelijk neovascularisatie en grondsubstantie.Gezien de afwezigheid van inflammatoire mediatoren zoals prostaglandine E2 en de afwezigheid van ontstekingscellen bij chronische peesoverbelastingsletsels, wordt de term tendinitis voor deze letsels niet meer gebruikt.

Klinische presentatie

Peesoverbelastingsletsels kenmerken zich klinisch door progressieve (belastingsgebonden) lokale pijnklachten ter hoogte van de pees (veelal insertie) en startpijn. Bij meer ernstige vormen is de pijn continu aanwezig.Tendinosen die gepaard gaan met de typische symptomen noemen we tendinopathieën.

Etiopathogenese

Een peesoverbelastingsletsel ontwikkelt zich wanneer er een disbalans is tussen de gevraagde belasting en de belast-baarheid van het peesweefsel. De etiopathogenese is echter nog niet volledig opgehelderd en is het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek.Het is wel duidelijk dat de ontwikkeling van een tendino-pathie multifactorieel bepaald is. Zowel extrinsieke als intrin-sieke risicofactoren dragen bij tot het al dan niet ontwikkelen van dergelijke letsels. Correctie van deze risicofactoren is dan ook één van de hoekstenen van de behandeling.

Diagnose

De diagnose van een tendinopathie gebeurt aan de hand van de typische kliniek en wordt bevestigd door beeldvorming. Gezien de superieure spatiële resolutie van echografie is dit het diagnosemiddel bij uitstek. Enkel bij twijfel over de aanwezigheid van een andere pathologie is NMR aange-wezen.

Behandeling

1. Correctie van risicofactoren

• Intrinsieke risicofactoren: beenlengteverschil, voetstatiek, spieronevenwicht, verminderde lenigheid …

• Extrinsieke risicofactoren: omgevingsfactoren (onder-grond), trainingsfouten, schoeisel …

2. Behandelingen die structureel herstel van de pees induceren

Excentrische peestraining• Diverse studies toonden een meerwaarde van deze

oefenvorm aan ten opzichte van andere oefenvormen en lokale technieken. De exacte pathway naar herstel is hierbij nog niet helemaal gekend.

• Deze actieve revalidatie bestaat uit oefeningen die de excentrische fase van de pees benadrukken (figuren 1 en 2).

• Alfredson beschreef hierbij de volgende standaard-richtlijnen: - duur van het programma: minimum 6-12 weken - aantal sessies per dag: 2 - aantal herhalingen: 3 reeksen (aantal afhankelijk

van pijn) Progressie op pijngeleide (de belasting bouwen we zo op dat de pijn 2 uur na het oefenen verdwenen is en dat de patiënt de volgende dag niet méér last heeft dan voorheen). Het schema bouwen we op door het aantal herhalingen en de belasting op te drijven.

ESWT-behandeling• ESWT staat voor Extracorporal Shock Wave Therapy,

een therapie gebaseerd op geluids(schok)golven om het natuurlijke genezingsproces in overbelaste pezen op gang te brengen en te versterken.

• ESWT is een niet-invasieve, kortdurende behandeling die de patiënt goed tolereert. (Eventueel adviseren we vooraf gebruik van paracetamol.)

• Deze therapie dienen we in verschillende sessies toe om een cumulatief effect van de verschillende behan-delingen te bereiken.

• Belangrijkste contra-indicaties zijn respectievelijk de aanwezigheid van peesrupturen, stollingsstoornissen, zwangerschap en open groeikraakbeenschijven.

3. Symptomatische behandeling

• Cryotherapie voor een analgetische effect• NSAID-gebruik heeft zijn plaats voor de behandeling

van (sub)acute peesletsels en voor de analgesie van chronische peesletsels. Gezien het gebrek aan inflam-matoire substraten in een (chronische) tendinopathie, zullen NSAID geen structureel herstel bieden.

• Corticoïdinfiltraties kunnen op korte termijn de symptomatologie onderdrukken maar geven op langere termijn resultaten die vergelijkbaar zijn met placebo. Gezien het risico op rupturen zijn corticoïdin-filtraties ter hoogte van de patellapezen en achil-lespezen absoluut gecontraïndiceerd.

• Voor lokale behandelingsmethoden zoals elektro-therapie, lasertherapie, ultrasone therapie en fricties is tot op heden geen wetenschappelijke evidentie voorhanden.

Besluit

Tendinopathieën zijn een frequent voorkomend en hardnekkig probleem bij de actieve bevolking. Het histologisch substraat van dit letsel is een tendinose. Deze structurele afwijking visualiseren we het best door middel van een echografisch onderzoek. Klinisch presenteert een dergelijk peesoverbe-lastingsletsel zich door startpijn, progressieve belastingsge-bonden pijn tot continue pijn en wordt dan tendinopathie genoemd.

De behandeling bestaat uit 3 facetten: correctie van extrin-sieke en intrinsieke risicofactoren, symptomatische behan-deling en structureel herstel inducerende therapie.

Referenties

• Alfredson H., Lorentzon R.: Chronic Achilles tendinosis: recommendations for treatment and prevention. Sports Med 2000;29(2):135-146.

• Cook J.L. Conservative management of patellar tendi-nopathy. Phys Ther Sport 2001;2:54-65.

• Khan K.M., Cook J.L., Bonar F. et al. Histpathology of common tendinopathies: update and implications for clinical management. Sports Med 1999;27(6):393-408.

• Khan K.M., Cook J.L. The painful nonruptured tendon: clinical aspects. Clin Sports Med 2003;22:711-725.

• Peers K.H.E., Lysens R.J.J. Patellar tendinopathy in athletes. Current diagnostic and therapeutic recommendations. Sports Med 2005;35(1):71-87.

Van tendinopathie tot therapiedr. Jasmin Michels

vu: J

an D

eleu

, Pre

s. K

enne

dyl

aan

4, 8

500

Ko

rtrij

k

Figuur 1: Excentrische training van de achillespees. Beginpositie (a) en eindpositie met unilaterale heeldrop (b)

Figuur 2: Excentrische training van de patellapees door middel van declined squat

(a) (b)

ortho nieuwsbrief 3luik 20110704.indd 1 5/07/2011 9:17:03

Page 2: Van tendinopathie tot therapie · de afdelingen shortstay en traumatologie scoorden zeer goed. Daarnaast is het belangrijk om de nieuwste technieken aan de patiënten aan te bieden.

en radius lukt dit niet. U voelt of hoort geen verspringing ten opzichte van de radius. Indien er geen verbinding meer is, voelt u een duidelij ke klik.Dit dynamisch onderzoek voeren we altij d bilateraal uit, hyperlaxe personen kunnen ook een positieve test hebben.

Is op basis van het verhaal en de kliniek de kans op een scaphoidfractuur of scapho-lunair letsel vergroot, dan is bij komend onderzoek aangewezen.Gerichte radiografi sche opnames van het scaphoid kunnen de meeste scaphoidfracturen opsporen; voor ligamentaire letsels is de NMR superieur. Deze NMR heeft als pluspunt dat ook een scaphoidfractuur opgemerkt wordt door een verhoogd vochtgehalte in het scaphoid, het zogenaamde botoedeem. Voor we iedereen naar de NMR sturen, is een degelij k klinisch onderzoek belangrij k. Herhaaldelij ke onderzoeken met een tussentij d van een week zij n een goede optie.

De therapie voor niet-verplaatste fracturen van het scaphoid kan twee wegen opgaan: niet-operatieve immobi-lisatie in een voorarmgips tot heling van de fractuur of directe percutane fi xatie van het scaphoid, wat directe mobilisatie toelaat. Consolidatie van de fractuur wordt in beide gevallen beoor-deeld op een CT-scan genomen na 6 weken therapie.

De diagnostisch en therapeutisch fi nale optie voor een vermoeden van ligamen-taire of gecombineerde (ligament – bot) letsels is de arthroscopie. Hierbij kunnen we de structuren beoordelen en ook testen. Voor recente ligamentaire letsels kunnen we dan ook een directe therapie uitvoeren (pinning, sutuur ...).

Samenvattend kunnen we zeggen dat een grotere waakzaamheid noodzakelij k is voor de zogenaamde ‘verstuiking’ van de pols. Herhaal-delij k klinisch testen is waardevol in de planning van de volgende diagnos-tische stappen.

Femoro-acetabulair impingement (FAI) is een aandoening van de heup gedefi nieerd als een abnormaal contact tussen aceta-bulaire rand en proximale femur, waarbij secundair progres-sieve letsels van het heupkraakbeen en labrum kunnen ontstaan. Deze vrij recent beschreven pathologie zou verant-woordelij k zij n voor 40 tot 80% van de primaire coxarthose gevallen en is nog steeds ondergediagnosticeerd. Bij een vroege diagnose en behandeling van de symptoma-tische heup kan er een correctie van de letsels gebeuren in afwezigheid van kraakbeenschade. Een late diagnose kan echter leiden tot een progressieve ziekte, zelfs tot destructie van het heupgewricht.

Etiologie

Het heupimpingementsyndroom wordt uitgelokt door bepaalde aandoeningen zoals fracturen van de femurhals, ziekte van Leg-Calvé-Perthes, epifysiolyse van de heup, heupdysplasie en coxa profunda. Bij de meeste patiënten is er echter geen duidelij ke ontwikkelingsstoornis of traumatisch verworven deformatie van de heup.

Symptomen

Klinisch manifesteert dit abnormaal contact zich als liespij n (88%), verminderde mobiliteit in fl exie, endorotatie van de heup en discomfort bij gezonde en actieve jonge volwas-senen.

Er zij n twee vormen van impingement: • ‘Cam’-impingement is een afwij king van de femorale

hoofd-halsovergang. Dit komt voornamelij k voor bij jonge mannelij ke patiënten. Bij een normale heup is de overgang van femurkop naar nek concaaf. Bij cam-type impingement is deze vlak of convex. Tij dens diepe fl exie, vaak gecombi-neerd met endorotatie en adductie, wordt deze zone in het gewricht geperst, met als gevolg subchondrale delamatie van het kraakbeen. In een verder stadium scheurt het kraakbeen in en kunnen er vrij e kraakbeenfl appen ontstaan in het gewricht. Dit repetitief confl ict kan zelfs leiden tot osteofytvorming.

• ‘Pincer’-impingement is een acetabulaire afwij king en komt vaak voor bij vrouwen tussen de dertig en veertig jaar. Er is een morfologische afwij king van de acetabulaire rand met als gevolg overbedekking van de femurkop. Typisch in fl exie en endorotatie is er hierdoor een vermin-derde bewegingsvrij heid. De repetitieve impact van de normale femurhals veroorzaakt degeneratief inscheuren van het labrum dat de acetabulaire rand bedekt. Het kan gepaard gaan met de ontwikkeling van labrale cysten en zelfs kraakbeenschade ter hoogte van de chondrolabrale overgang.

In de meeste casussen is er echter een combinatie van beide types (75%).

Figuur 1: Klassieke vooraanzichtsopname van de heup met aanwe-zigheid van een uitgesproken cam-deformiteit (pij l)Figuur 2: Klassieke vooraanzichtsopname van de heup met aanwe-zigheid van een uitgesproken pincer-deformiteit (pij l).

Diagnostiek

Bij presentatie van de klachten is het vaak een hele uitdaging om onmiddellij k FAI te diagnosticeren. De symptomen overlappen vaak met andere aandoeningen van de heup, bekken en lage rug. Een studie toonde aan dat een correcte diagnose werd gesteld over een periode van gemiddeld 3,1 jaar, gemiddeld 4,2 artsen werden geconsulteerd en er gingen 19 vermeende diagnoses aan vooraf. Het is daarom belangrij k om deze pathologie steeds in het achterhoofd te houden.

De belangrij kste klacht is een steeds erger wordende liespij n bij zitten en bij sport. Deze verdwij nt bij rust. De pij n wordt ervaren als knagend met sporadisch een acute bewegings-gebonden pij nopstoot met een stekend karakter. De pij nlo-calisatie gebeurt zoals op onderstaande fi guur (fi guur 3): het zogenaamde C-teken. De impingementtest (fi guur 4) lokt altij d pij n uit. De mobiliteit bij deze patiënten is vaak asymmetrisch en typisch verminderd in fl exie en endorotatie.

Figuur 3: Positief C-teken bij femoro-acetabulair impingement. De patiënt duidt de locatie van zij n pij n aan door naar de laterale heup te grij pen, net boven de grote trochanter, tussen de duim en wij svinger. Figuur 4: De impingementtest wordt uitgevoerd bij 90° heupfl exie. Maximale endorotatie en adductie in deze positie wekt typische pij n op bij een femoroacetabulair impingement.

Naast deze klinische diagnostiek kan de medische beeld-vorming helpen bij de differentiaaldiagnose.

CONVENTIONELE RX - Afvlakking van de kop-nekovergang (pistol-grip) - Voorgaand trauma of misvorming van femurkop/hals - Synoviale ‘herniation-pits’

MRI - Schade aan het acetabulaire labrum - Tekenen van impactieschade t.h.v. de (antero-)

superieure kop-halsovergang - Degeneratie van het articulaire kraakbeen - Alphahoek > 50° - Vergrote verhouding tussen femurhals en femurkop

CT - Ossifi catie of calcifi catie rond de acetabulaire boord in

de impingementzone - Alphahoek > 50° - Vergrote verhouding tussen femurhals en femurkop - Subchondrale sclerose en cystevorming wijzend op

vroege degeneratieve schade

Figuur 5: Radiologische kenmerken van FAI (naar Beall et al.)

Heelkundige behandeling

Een heelkundige behandeling beoogt een hogere bewe-gingsvrij heid van de heup door de verwij dering of behan-deling van alle confl ictzones. Dit noemt men een resectie-osteochondroplastiek. In ongeveer 80% van de gevallen worden gunstige korte en langetermij nresultaten beschreven.

1. Open chirurgische behandeling

Dit is een vrij invasieve behandeling die gepaard gaat met een volledige luxatie van de heup. Het voordeel is dat de chirurg 360° zicht heeft op de heupkop en het gewricht. Zo kan hij alle beenderige confl ictzones verwij deren. Het nadeel is de moeilij kere revalidatie en verminderde proprioceptie.

Figuur 6: Open benadering en resectie van een camletsel na chirurgische luxatie van de heup

2. Arthroscopie van de heup

Deze techniek werd ontwikkeld omdat deze minder invasief is. De belangrij kste nadelen van deze techniek zij n gerelateerd aan de tractie die tij dens de procedure wordt toegepast. Zo kunnen er huidletsels zij n maar ook letsels van de nervus pudendus en ischiadicus. Deze zenuwletsels zij n

storend voor de patiënt maar meestal van tij delij ke aard. Soms wordt een combi-natie gemaakt van beide technieken.

Figuur 7: Arthroscopisch zicht op het centrale heupgewricht met een belangrij k delamina-tieletsel van het acetabulaire kraakbeen ten gevolge van cam-type impingement bij een 23-jarige patiënt.

Revalidatie

Het ‘weight-bearing’ regime kan verschillen afhankelij k van de uitgevoerde procedure. Meestal mogen de patiënten steunen binnen de pij ngrenzen. Krukken mogen meestal achterwege gelaten worden na ongeveer 1 à 2 weken. Indien er een procedure van microfracturatie werd uitgevoerd om het kraakbeenherstel te bevorderen, is er maximaal 6 weken steunverbod.

In de eerste week postoperatief starten we met oefeningen, zoals isometrische oefeningen, om de spiertonus te verbe-teren

Dankzij hydrotherapie kan de terugkeer naar normale activi-teiten versneld worden. Met deze therapie kunnen we echter maar starten nadat de wonden/portals genezen zij n.

Stretching lokt een toename van de operatieve klachten uit en zorgt voor weinig winst in de bewegingsamplitude. Distractietechnieken kunnen nuttig zij n als er pij nlij ke beweeglij kheid is van het heupgewricht. Dynamische stabi-liseringsoefeningen stimuleren spiercontracties die de gewrichtskrachten in evenwicht brengen.

Bij patiënten met gewrichtsschade is er vaak een propriocep-tieve stoornis. Een proprioceptieve training kan stabiliteit en neuromusculaire controle helpen herstellen.

Functionele progressie tij dens de revalidatie hangt af van de pathologie, type chirurgie en de specifi eke verwachtingen en eisen van de patiënt. Soms moeten we restricties opleggen aan de patiënt zoals andere positie in hun sport of zelfs volledig veranderen van sport. Belangrij k is dat de verwach-tingen van de therapeut en de patiënt in overeenstemming gebracht worden.

Referenties

• Audenaert E., Goubau Y., Vanden Bossche L., Pattyn C. Nieuwe inzichten in heuppij n bij jonge actieve patiënten en de ontwikkeling van coxartrose: het concept ‘femoro-acetabulair impingement’. Tij dschrift voor geneeskunde. 2010 (66): 377-385

• Beall D.P., Sweet C.F., Martin H.D., Lastine C.L., Grayson D.E., Ly J.Q., et al. Imaging fi ndings of femoroaceta-bular impingement syndrome. Skeletal Radiol2005 Nov;34(11):691-701.

Overgenomen mits goedkeuring van het tij dschrift voor geneeskunde.

Nieuwe inzichten in heuppijn bij jonge, actieve patiënten en de ontwikkeling van coxarthrose

het concept femoro-acetabulair impingementdr. Emmanuel Audenaert

Recente publicaties• C. Pattyn, T. De Geest, P. Ackerman, E. Audenaert: Preformed Gentamicin Spacers in Two-stage Revision Artrho-plasty of the Hip. Functional Results and Complications. International Orthopaedics Int Orthop. 30 novem-ber 2010• F. Michels , S. Guillo , C. de Lavi-gne, J. Van Der Bauwhede: The arthroscopic Lapidus procedure. Foot Ankle Surg. Maart 2011;17(1):25-8• C. Pattyn, R. Verdonk, E. Audenaert: Hip Arthroscopy in Patients with Pain-ful Hip following Resurfacing Arthro-plasty. Knee Surgery, Sports Trauma-tology, Arthroscopy. 16 maart 2011• F. Michels, F. Stockmans, S. Guillo, J. Van Der Bauwhede, D. Ooster-linck: Arthroscopic Subtalar Arthrod-esis after a Calcaneus Fracture Cov-ered with a Forearm Flap. Minimally Invasive Surgery Volume 2011 (2011), Article ID 930902• E. Audenaert, I. Peeters, S. Van Onsem and C. Pattyn: Can We Predict the Natural Course of Femoroacetab-ular Impingement? Acta Orthopae-dica Belgica. 2011, april 188-192

Recente voordrachten• E. Audenaert, C. Pattyn: Pelvic Frac-tures. Interuniversitair Postgraduaat. 12/03/2011. UZGent, Belgium• G. Putzeys: Where is my tissue? Tissue bank software development at az groeninge: from donation and follow-up. BVWB/ABBT, 24/03/2011, Antwerpen• M. Dezillie, G. Putzeys: Open frac-turen en externe fi xator. BVOT Lente-symposium, 2 april, 2011, Hasselt

Varia • E. Audenaert, C Pattyn: Recent De-velopments in Hip Arthoscopy. Post Graduate Course, Ghent University, Belgium 29/03/2011. Organizer• E. Audenaert: Belgian Hip Ar-throscopy Cadaver Course, 27-28/04/2011, York, UK, Faculty Member• Frederick Michels werkte als wetenschappelijk directeur mee aan de organisatie van het ‘3rd Interna-tional Congress of Minimallly Invasive Foot & Ankle Surgery’, 26-28 mei te Brugge• Op woensdag 8 juni 2011 organi-seerde G. Putzeys in samenwerking met Stryker een avond in Kortrijk aangaande de aanpak van moeilijk helende fracturen met extra aandacht voor hun product Osigraft.• J. Vanhaecke en M. Dezillie behaalden het ‘European Diploma in Hand Surgery’ (Oslo, 23- 24 mei 2011) (organisatie: Federation of the european societies for surgery of the hand of FESSH)• In oktober 2010 behaalde M. Dezil-lie het Diplôme Inter-universitaire Européen de Pathologie Chirurgicale de la Main et des Nerfs Périphéri-ques.

Figuur 1

Figuur 3

Figuur 2

Figuur 4

Sinds 1 mei is België het eerste land in de wereld waar het RIZIV autologe kraakbeentransplantatie terugbe-taalt. De samenwerking verloopt via de Leuvense fi rma Tigenix. Op die manier kunnen kraakbeenletsels met de nieuwste technieken worden behandeld. az groeninge is één van de 10 Belgische ziekenhuizen die aan alle voorwaarden voldoet.

De Leuvense fi rma Tigenix perfecti-oneerde de celvermenigvuldigings-techniek en kreeg hiervoor groen licht van het Europese Medische Agent-schap. Welke letsels komen in aanmerking voor een kraakbeentransplantatie? De eerder recente diepe letsels (minder dan drie jaar oud) van het kraakbeen van de femurcondylen bij een persoon tot de leeftij d van 50 jaar. De procedure, autologe chondrocyten-implantatie (ACI), bestaat uit twee fasen.Bij de eerste arthroscopie nemen we een kraakbeencel-biopsie in de aangetaste knie. Deze kraakbeencellen worden in een cellenbank in vitro gekweekt. Daarna worden ze bevroren. Dit geeft de mogelij kheid om de tweede fase uit te voeren tussen week

10 en week 13 na de initiële kij kope-ratie. Vanaf week 10 kan de implan-tatie gebeuren via een tweede, open ingreep. Tij dens deze operatie maken we het letsel proper, en brengen we een biotechnologisch collageenmembraan aan over het letsel. Op dit membraam injecteren we de gekweekte autologe cellen en het geheel wordt goed gefi xeerd.

Prospectieve studies tonen goede resultaten aan op korte en middellange termij n.

Meer informatie: www.tigenix.com/ en/index.php?id=139

Orthopedisch centrum biedt nieuwste kraakbeentechnologie aan.dr. Jan Van Der Bauwhede en dr. Frederick Michels

ortho nieuwsbrief 3luik 20110704.indd 2 5/07/2011 9:17:06