VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen...

245
BESTEMMINGSPLAN PARQ WAAL VAN PELT ONTWIKKELT B.V. ontwerp november 2020 ruimte voor ideeën

Transcript of VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen...

Page 1: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BESTEMMINGSPLANPARQ WAAL

VAN PELT ONTWIKKELT B.V.ontwerpnovember 2020

ruimte voor ideeën

Page 2: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 3: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Parq Waal

Page 4: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Inhoudsopgave

Toelichting 3

Hoofdstuk 1 Inleiding 31.1 Aanleiding en doel 31.2 Ligging en begrenzing plangebied 31.3 Vigerend bestemmingsplan 41.4 Leeswijzer 6

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 72.1 Huidige situatie 72.2 Toekomstige situatie 8

Hoofdstuk 3 Beleid 113.1 Rijksbeleid 113.2 Provinciaal beleid 123.3 Regionaal beleid 153.4 Gemeentelijk beleid 16

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten 214.1 Bedrijven en milieuzonering 214.2 Verkeer en parkeren 224.3 Luchtkwaliteit 234.4 Water 244.5 Externe veiligheid 274.6 Geluid 294.7 Bodem 304.8 Archeologie 324.9 Flora en fauna 334.10 Vormvrije m.e.r. 35

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving 375.1 Algemeen 375.2 Regels 37

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 416.1 Economische uitvoerbaarheid 416.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 41

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 2 - 42

Page 5: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

ToelichtingHoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelAan de Noldijk 113 te Barendrecht ligt het terrein waar voorheen GTI mechanical Rotterdam B.V. was gevestigd.

Doel is om de huidige bedrijfslocatie te transformeren naar een woongebied aan de Waal met een aantal dijk- en landelijke woningen en een kwalitatieve buitenruimte. De locatie wordt voor een groot deel als openbaar gebied ingericht met looproutes door het gebied heen, deels langs de Waal en deels door het gebied, aansluitend op Natuurgoed Ziedewij en de Zuidpolder.

De GTI-locatie is in het bestemmingsplan 'Zuidrand' opgenomen met de bestemming 'Bedrijf' en 'Recreatie-Oeverzone' met een wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt om het gebied te wijzigen naar een woonbestemming voor maximaal 16 woningen. Inmiddels is er sprake van nieuwe beleidsdocumenten en wensen omtrent de groene recreatieve beleving waarbij een sterkere relatie tussen Noldijk en Waaltje wordt gevraagd. Hierop is het plan aangepast waarin deze ambities zijn vertaald. Omdat er op verschillende punten sprake is van afwijking van de wijzigingsregels is in een gezamenlijk besluit van gemeente en initiatiefnemer besloten om geen gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid, maar een nieuw bestemmingsplan te maken.

Middels dit nieuwe bestemmingsplan wordt de nieuwbouw mogelijk gemaakt van 16 woningen uit de wijzigingsbevoegdheid plus de vervanging van de te slopen woning aan de Noldijk 121. Hiermee komt het totaal op 17 woningen, in de vorm van vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen, in een openbaar toegankelijk en recreatief oeverlandschap.

1.2 Ligging en begrenzing plangebiedHet plangebied ligt aan de Noldijk (ter hoogte van nummer 113) in het buitengebied van Barendrecht. Het plangebied is kadastraal bekend als perceel 8414 sectie D.

Het plangebied grenst aan de:

zuidwestzijde aan bestaande woningen langs de Noldijk;noordoostzijde aan bestaande woningen en agrarische gronden langs de Noldijk;zuidzijde aan de Waal;noordzijde aan de Noldijk en de bestaande woningen Noldijk nrs. 115-121.

Ten behoeve van de aanleg van een gasleiding is het plangebied aan de westzijde uitgebreid. Echter, op die gronden wordt de bestaande situatie vastgelegd (bestemming 'Water') ten behoeve van de aanleg van een gasleiding. Hiervoor is de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' opgenomen. Binnen dit gebied worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en daarom niet meegenomen in de onderzoeken en de afbeeldingen die volgen in de toelichting met begrenzing van het plangebied, waar daadwerkelijk een nieuwe ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 3 - 42

Page 6: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Locatie-aanduiding op luchtfoto (Globespotter.nl)

1.3 Vigerend bestemmingsplanHet plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin bestemd voor 'Bedrijf', 'Recreatie - Oeverzone', 'Tuin', 'Wonen - Lintbebouwing', 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waterstaat - Waterkering'.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 4 - 42

Page 7: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Afbeelding uitsnede vigerend bestemmingsplan

Binnen de bedrijfsbestemming, de recreatie - oeverzone bestemming en de tuinbestemming is woningbouw niet mogelijk. Binnen de bestemming 'Wonen - Lintbebouwing' is de functie wonen wel toegestaan. Maar het is niet mogelijk om woningen te realiseren omdat deze alleen opgericht mogen worden binnen aangewezen bouwvlakken. Deze bouwvlakken zijn ter plaatse van het plangebied niet opgenomen binnen de woonbestemming.

In het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' is er voor gekozen om duidelijk aan te geven dat wordt ingestemd met transformatie naar woningbouw, maar gezien de status van het plan hier geen directe bouwtitel aan toe te kennen. Het gebied is daarom aangemerkt als ‘Wro-zone – wijzigingsgebied 3: GTI-locatie’. Door toepassing te geven aan deze bevoegdheid kunnen er maximaal 16 woningen met daarbij behorende bijgebouwen worden gerealiseerd in het plangebied. Zoals aangegeven in de toelichting van het bestemmingsplan ‘Zuidrand’ mag woningbouw op dit terrein pas plaatsvinden als het daadwerkelijke terrein van GTI verzekerd is. Dit omdat het niet de bedoeling is dat de paardenweide apart wordt ontwikkeld en de ontwikkeling van het GTI-terrein uitblijft. Hierdoor zou de ambitie van gemeente en provincie, het uitplaatsen van grootschalige bedrijven, niet worden gerealiseerd.

De initiatiefnemer gaat het gehele terrein herontwikkelen naar woningbouw, maar maakt daarvoor geen gebruik van de wijzigingsbevoegdheid. Het gewenste stedenbouwkundig plan (zie hiervoor ook paragraaf 2.2) sluit niet meer geheel aan op de kaders van de wijzigingsbevoegdheid. Daarom is er voor gekozen om voorliggend bestemmingsplan op te stellen.

Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen

Ter plaatse gelden in het vigerende bestemmingsplan ook diverse dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen.

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is archeologisch onderzoek nodig als er werkzaamheden worden uitgevoerd die dieper reiken dan 50 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 100 m² beslaan. Ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' is archeologisch onderzoek nodig als er werkzaamheden worden uitgevoerd die dieper reiken dan 50 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 200 m² beslaan. Het aspect archeologie in relatie tot het plan wordt toegelicht in paragraaf 4.8.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 5 - 42

Page 8: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende andere bouwwerken. Er mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd. Het bevoegd gezag kan hiervoor afwijken, mits schriftelijk advies is verkregen van de beheerder van de waterkering. De dubbelbestemming wordt overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan overgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Op de gronden met deze dubbelbestemmingen worden woningen gebouwd. De beheerder van de waterkering wordt daarom om schriftelijk advies gevraagd. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 4.4.

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder. Er mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd binnen deze zone. Een akoestisch onderzoek is uitgevoerd om te onderbouwen dat de woningen binnen deze zone gebouwd kunnen worden. Zie hiervoor paragraaf 4.6.

Het noordelijk deel van het plangebied ligt binnen het aanduidingsgebied 'vrijwaringszone - straalpad'. De gronden ter plaatse van deze aanduiding zijn mede bestemd voor een straalverbinding. Binnen dit aanduidingsvlak mag niet hoger worden gebouwd dan 63 meter. In het plangebied worden geen gebouwen opgericht die hoger zijn 63 meter. Het planvoornemen is daarom niet strijd met deze regels.

1.4 LeeswijzerIn Hoofdstuk 2 wordt het planvoornemen toegelicht. In Hoofdstuk 3 wordt het relevante beleid behandeld. In Hoofdstuk 4 worden de resultaten van de onderzoeken en beoordelingen van verscheidene milieuaspecten toegelicht. In Hoofdstuk 5 de juridische planvorm beschreven. In Hoofdstuk 6 wordt de uitvoerbaarheid van het plan beschreven.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 6 - 42

Page 9: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatieHet plangebied ligt ingesloten tussen de Noldijk en het Waaltje. De bedrijfsgronden met bebouwing zijn op dit moment niet meer in gebruik. Naast deze gronden is er een paardenweide aanwezig die eveneens niet meer in gebruik is.

Op de bedrijfslocatie staan twee bedrijfsgebouwen (bouwjaar 1962). Deze zijn al een aantal jaren niet meer als zodanig in gebruik. Direct aan de Noldijk staat een bedrijfsgebouw, maar de rest van de bedrijfslocatie is nauwelijks ervaarbaar vanaf de Noldijk door hoog opgaand groen. Hiermee is er ook geen ervaring van het Waaltje vanaf deze plek. Enkel komend vanaf de Ziedewijdsedijk is het Waaltje ervaarbaar via de privétuin van Noldijk 121. Op dit moment is deze tuin nog niet omkaderd met een hoger erfscheiding, maar die mogelijkheid bestaat er wel.

Afbeelding impressie bestaande situatie

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 7 - 42

Page 10: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Afbeelding luchtfoto bestaande situatie

2.2 Toekomstige situatieHet College en de raadscommissie Ruimte van de gemeente Barendrecht hebben in 2010 ingestemd met het principeplan voor de bouw van woningen op het voormalige GTI-terrein aan de Noldijk. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie van de vastgestelde ‘Gebiedsvisie Zuidrand Barendrecht’ om de grootschalige bedrijfsvoering aan de Noldijk te laten vervallen, dan wel te verplaatsen naar elders.

Dit plan is gedurende het bestemmingsplan 'Zuidrand' eveneens voorgelegd aan de provincie en het Waterschap en beiden hebben positief gereageerd op de ontwikkeling onder de voorwaarde dat er een groene recreatieve oever kan worden gerealiseerd en het verhard oppervlak substantieel afneemt.

Uitgangspunten voor de ontwikkeling:

Openhouden en aanvullen van voldoende zichtlijnen vanaf de Noldijk richting het Waaltje. Aaneengesloten bebouwing op de dijk en onder aan de dijk is daarmee niet wenselijkVoortzetting van de openbare groene zone langs het Waaltje. Deze aansluitend op de bestaande openbare groene zone achter de woningen aan de zuidwestzijde van de locatie.Bestaande bomen zijn waarschijnlijk zeer beperkt te behouden ten gevolge van noodzakelijke sanering, graafwerkzaamheden en ophoging. Mogelijk kunnen wel enkele bomen aan de oever worden behouden worden.Versterking van de beleving aan de dijk door het realiseren van nieuwe dijkwoningen.Behoud van het karakter van de Noldijk met woningen met een lage goothoogte en voldoende diversiteit. Goede verkeerskundige aansluiting op de Noldijk. De Noldijk heeft een smal profiel en er moet voldoende zicht zijn en wachtruimte om de Noldijk op te komen, in 2 richtingen, en voldoende ruimte om de Noldijk op goede wijze te verlaten.Vanuit duurzaamheid is het wenselijk om te streven naar een beperking van de hoeveelheid verharding, realiseren van voldoende water en biodiversiteit en streven naar woningen die zoveel mogelijk energieneutraal zijn.Vanuit de marktvraag is het wenselijk om woningen zoveel mogelijk een directe relatie te geven met het water. Mensen moeten met hun boot eenvoudig op het Waaltje uit kunnen komen. Bestaande woningen moeten zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met bestaande rechten en kwaliteiten die de woningen hebben.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 8 - 42

Page 11: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Landschapsanalyse

De relevante beleidsstukken zijn geanalyseerd en beoordeeld is welke aspecten meegenomen kunnen/moeten worden in de ontwikkeling. Daarnaast is gekeken is naar de landschappelijke en cultuurhistorische onderlegger om vast te stellen wat de belangrijkste kernwaarden van het gebied zijn. Deze kernwaarden zijn vertaald naar het stedenbouwkundig voorkeursmodel.

Stedenbouwkundig plan

Het voorgenomen stedenbouwkundig plan heeft als basis een doorlopende groenstructuur met een aantal brede doorzichten van Noldijk op het Waaltje. Woningen worden in kleine clusters in dit nieuwe landschap geplaatst. Er worden maximaal 17 woningen gerealiseerd.

Noldijk

De beleving van de Noldijk wordt versterkt door het toevoegen van nieuwe (vrijstaande) dijkwoningen (4 in totaal). Hiermee komt op verschillende plaatsen een nieuw gezicht aan de dijk waardoor de levendigheid en kwaliteit van dit deel van de dijk wordt vergroot. Tussen de woningen door worden brede stukken open gemaakt waardoor ruime doorzichten naar het water ontstaan. Het eerste doorzicht wordt gemaakt op de kop van de Ziedewijdsedijk. Door de aankoop en sloop van de woning (nr.121) kan deze plek worden opengemaakt. Hiermee ontstaat er tevens een toegang het gebied in voor voetgangers die naar het water willen. Hier ontstaat ook de mogelijkheid om een verbinding te leggen naar de Zuidpolder en mogelijk zelfs een toegang voor de kano. Naast deze locatie komt ook de toegang tot de ontsluitingsweg voor de woningen aan de zuidwestzijde van het plangebied te liggen.

Andere grote doorzicht wordt gemaakt ter plaatse van de historische boerderij op nummer 124. Hier springen de dijkwoningen terug, naar een plek onder aan de dijk, om ruimte te maken voor deze boerderij. Ook hier ontstaat zodoende een brede blik op het water en een toegang naar het groen en het Waaltje.

Oeverzone

het gebied achter de dijk krijgt in basis een landschappelijk karakter. Woningen zijn hier in kleine clusters in het oeverlandschap geplaatst. Door groene erfscheidingen en lage goten voegen de woningen zich in de omgeving.

Het landschap is openbaar toegankelijk en hier kan men rondstruinen, even aan het water zitten of kinderen kunnen een bootje te water laten. Belangrijk is dat er een doorlopende route in het gebied wordt gerealiseerd die in verbinding staat met het zuidwestelijk gelegen groengebied langs het water. Ook aan de noordoostzijde kan in de toekomst een verbinding worden gerealiseerd als daar de mogelijkheid ontstaat.

Alle woningen in dit deel zijn vrijstaande woningen. Enkele kavels grenzen direct aan het Waaltje en enkele woningen aan de dijkwoningen. Tussen dijkwoningen en oeverzone wordt een brede watergang gerealiseerd die de grens markeert en bestaande en nieuwe woningen de mogelijkheid geeft om met een bootje het Waaltje te bereiken.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 9 - 42

Page 12: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Afbeelding stedenbouwkundig plan met indicatieve bebouwing en inrichting openbare ruimte

Verkeer en parkeren

De woningen zijn via twee aansluitingen op de Noldijk bereikbaar via doodlopende 'erven'. Deze erven gaan uit van menging van verkeersgebruikers zoals auto, fiets en voetganger. Om die reden worden ze zo vormgegeven dat ze informeel van aard zijn met een karakter passend in de natuurlijke setting en landelijke uitstraling. De twee erven zijn enkel verbonden met een pad voor voetgangers.

Er is ruimte gemaakt in het plan voor een nieuwe verbinding voor voetgangers met het in ontwikkeling zijnde Natuurgoed Ziedewij. Tegenover de historische boerderij, Noldijk 124, wordt een voetpad aangelegd dat verbonden kan worden met de toegangsroute naar het natuurgoed. Hierdoor ontstaat er een vergroting van het recreatief netwerk dat verder versterkt kan worden door aan de zuidwestzijde ook de verbinding naar de Zuidpolder te realiseren.

Alle woningen hebben minimaal 2 parkeerplaatsen naast elkaar op eigen terrein. bezoekerparkeren wordt informeel opgelost in de openbare ruimte. Voor dit onderdeel wordt ook verwezen naar 4.2 Verkeer en parkeren.

Beeldkwaliteit

Voor de uitwerking, realisatie en instandhouding van de ontwikkeling van het plangebied is een beeldkwaliteitsplan (BKP) van toepassing. Dit plan is als Bijlage 2 bij de regels gevoegd.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 10 - 42

Page 13: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. In de structuurvisie zijn drie hoofddoelen vastgesteld;

Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Uit deze drie hoofddoelen komen onderwerpen naar voren die van nationaal belang zijn. Structuurvisies hebben geen bindende werking voor andere overheden dan de overheid die de visie heeft vastgesteld. De nationale belangen uit de structuurvisie die juridische borging vragen, zijn daarom geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)Op 30 december 2011 is het Barro in werking getreden. Op 1 januari 2017 is de geconsolideerde versie van het Barro in werking getreden. In het Barro zijn onder meer Rijksvaarwegen, grote rivieren en ecologische hoofdstructuur opgenomen. In het besluit is aangeven op welke wijze ruimtelijke plannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht. Indien het bestemmingsplan niet voldoet aan het Barro dan moet het bestemmingsplan drie jaar na inwerkingtreding van het besluit worden aangepast.

Het plangebied ligt niet binnen een invloedssfeer van het Barro.

3.1.3 Besluit ruimtelijke ordening (Bro)In het Bro is met ingang van 1 oktober 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking' opgenomen (artikel 3.1.6). De kernbepaling van de Ladder, artikel 3.1.6 lid 2 Bro luidt als volgt:

De toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.

In subparagraaf 3.1.4 is de onderbouwing van de laddertoets opgenomen.

3.1.4 Ladder voor duurzame verstedelijkingIn het bestemmingsplan 'Zuidrand' is voor het plangebied de wijzigingsbevoegdheid ''Wro-zone - wijzigingsgebied 3: GTI-locatie'' opgenomen. In dit vigerende bestemmingsplan is het volgende beschreven voor deze locatie:

Het College en de raadscommissie Ruimte hebben in 2010 ingestemd met het principeplan voor de bouw van maximaal 16 woningen op het voormalige GTI-terrein aan de Noldijk. De realisatie van woningbouw (16 woningen) op de planlocatie is hiermee reeds goedgekeurd door de gemeente, en de provincie. Gelijktijdig met het opnemen van deze wijzigingsbevoegheid is het woningbouwplan ook regionaal afgestemd.

Met de ontwikkeling van dit bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan de ambitie van de Gebiedsvisie Zuidrand Barendrecht om de grootschalige bedrijfsvoering aan de Noldijk te laten vervallen dan wel te verplaatsen naar elders.

Naast deze 16 woningen wordt de bestaande woning aan de Noldijk 121 gesloopt en op een andere plaats nieuw gebouwd. Dit om tegemoet te komen aan de wens van de gemeente om vrije zichtlijnen te realiseren van Noldijk naar het Waaltje. Dit is dus geen toevoeging van een extra woning aan de woningvoorraad.

Geconcludeerd wordt dat het planvoornemen voorziet in de realisatie van een eerder goedgekeurd plan voor 16

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 11 - 42

Page 14: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

woningen en een verplaatsing van een aanwezige woning. Het totaal aantal woningen in dit bestemmingsplan blijft gelijk ten opzichte van het aantal woningen van 16 dat reeds in het kader van de wijzigingsbevoegheid is goedgekeurd. Met dit woningaantal is geen sprake van een stedelijk ontwikkelingsproject.

Omdat er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling (buiten bestaand stads- en dorpsgebied) wordt gesteld dat een ladderonderbouwing niet nodig is.

3.2 Provinciaal beleidHet provinciaal beleid is vastgelegd in het Omgevingsbeleid bestaande uit de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening, vastgesteld op 20 april 2019.

3.2.1 OmgevingsvisieUit de kaart van de Omgevingsvisie is op te maken dat het plangebied ligt binnen de volgende aangewezen gebieden:

Agrarische bebouwing en bedrijfsvoeringGrootschalige recreatieve ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebiedGroene buffer Stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied

Het beleid wordt per gebied toegelicht. In de volgende subparagraaf worden de van toepassing zijnde provinciale regels toegelicht.

Agrarische bebouwing en bedrijfsvoering

De provincie wil nieuwe bebouwing in het landelijk gebied beperken om zo de openheid te handhaven. Agrarische ontwikkelingen (in de vorm van bebouwing en kassen) vinden plaats op bouwpercelen of anderszins geconcentreerd en houden rekening met de aanwezige kenmerken en waarden. Vestiging van nieuwe intensieve veehouderij wordt niet toegelaten binnen de provincie.

Het planvoornemen maakt geen nieuwe agrarische bebouwing mogelijk in het plangebied. In het plangebied wordt wel nieuwe bebouwing toegevoegd, zoals in paragraaf 2.2 en in het bijgevoegde beeldkwaliteitsplan is toegelicht wordt de bebouwing zorgvuldige landschappelijk ingepast. Het beeldkwaliteitsplan is opgenomen als bijlage bij de regels. Hiermee is geborgd dat de bebouwing zorgvuldig in het landschap wordt ingepast. Het planvoornemen is passend binnen dit provinciaal beleid op dit onderdeel.

Grootschalige recreatieve ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied

De provincie vindt het van belang dat de behoefte aan grootschalige recreatieve ontwikkelingen wordt onderbouwd en regionaal afgestemd. Grootschalige recreatieve ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied, zoals een verblijfsrecreatiepark, een golfbaan of een jachthaven, beschouwt de provincie in het algemeen als vormen van buitenstedelijke recreatie. De ladder voor duurzame verstedelijking is hierop dus niet van toepassing. Het is wel van belang om, op een vergelijkbare manier als bij de Ladder voor duurzame verstedelijking, de behoefte aan de recreatieve ontwikkeling te onderbouwen en regionaal af te stemmen.

Het planvoornemen voorziet niet de toevoeging van een grootschalige recreatievoorziening. De hoofdfunctie in het plangebied is wonen waarbij wel een recreatieve verbinding wordt aangelegd. Dit betreft geen grootschalige recreatieve ontwikkeling.

Ten aanzien van recreatiewoningen beschouwt de provincie permanente bewoning van recreatiewoningen als een onwenselijke ontwikkeling. Nieuwe recreatiewoningen zijn alleen toegestaan in bestaande of in nieuwe verblijfsrecreatieparken, teneinde permanente bewoning tegen te gaan. Het planvoornemen voorziet niet in de realisatie van recreatiewoningen.

Groene buffer en ruimtelijke kwaliteit

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 12 - 42

Page 15: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit

De provincie geeft richting en ruimte aan een optimale wisselwerking tussen ruimtelijke ontwikkelingen en gebiedskwaliteit. In de gehele provincie, zowel in het stedelijk gebied als in het landelijk gebied, beoogt het kwaliteitsbeleid een ‘ja, mits-beleid’: ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit (waarborg ruimtelijke kwaliteit). Naast het generieke kwaliteitsbeleid, dat geldt voor de gehele provincie, wordt een tweetal beschermingscategorieën onderscheiden, waar onder voorwaarden van ruimtelijke kwaliteit ook ontwikkelingen mogelijk zijn, maar waar vanwege de kwetsbaarheid of bijzonderheid extra voorwaarden van toepassing zijn. Het plangebied is aangewezen als beschermingscategorie 2 (gebieden met bijzondere kwaliteit), het plangebied maakt deel uit van de groene buffer en een recreatiegebied.

Ruimtelijke ontwikkelingen in deze gebieden zijn mogelijk, maar met inachtneming van het instandhouden van de specifieke waarden. De gebieden groene buffer en recreatiegebied hebben de volgende kwaliteiten:

Openbare recreatiegebieden, vanwege hun onmisbare bijdrage aan de leef- en vestigingskwaliteit in zowel het stedelijk als het landelijk gebied in de provincie.Ontwikkelingen vergroten de diversiteit in ruimtelijke inrichting en programma tussen de verschillende recreatie- en groengebieden.Recreatieve routes dragen bij aan een betere verbinding van de buitenstedelijke groengebieden onderling en met de stedelijke groen- en waterstructuur.Ontwikkelingen dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit ter plaatse en de samenhang tussen het binnenstedelijk en buitenstedelijk groen.(Her)inrichting van recreatiegebieden is gebaseerd op de ligging ten opzichte van het stedelijk weefsel, de recreatievraag, de landschappelijke kenmerken ter plaatse en de ligging ten opzichte van andere stedelijk groen.Ontwikkelingen behouden of versterken de openbaarheid van recreatiegebieden.Groene buffers. De provincie wil in alle overgangsgebieden van stedelijk gebied naar open landschap het contrast behouden tussen de dynamiek en dichtheid van de stad en de luwte van de aangrenzende groene ruimte. Daarom zijn deze gebieden aangewezen als groene buffer en als zodanig beschermd. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn hier mogelijk, maar extra bescherming tegen (grootschalige) stedelijke ontwikkeling is van belang om de schaal en het karakter van deze gebieden in stand te houden.

Aan de hand van provinciale regels uit de Omgevingsverordening wordt het planvoornemen in relatie de groene buffer en recreatiegebied onderbouwd, zie hiervoor de volgende subparagraaf.

Afbeelding uitsnede kaart Omgevingsvisie, groene buffers

Stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied

Niet alle vraag naar wonen en werken kan en hoeft te worden opgevangen binnen bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). Stedelijke ontwikkelingen die niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied gerealiseerd kunnen worden en kleinschalige stedelijke ontwikkelingen, kunnen in het landelijk gebied plaatsvinden in aansluiting op bestaand stads- en

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 13 - 42

Page 16: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

dorpsgebied of in bebouwingslinten. Gedeputeerde Staten zien toe op toepassing door gemeenten van de Ladder voor duurzame verstedelijking en het beleid voor ruimtelijke kwaliteit. De ladderonderbouwing is opgenomen in subparagraaf 3.1.4.

Afbeelding uitsnede kaart Omgevingsvisie, stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied

3.2.2 OmgevingsverordeningRuimtelijke kwaliteit (artikel 6.9)

1. Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit:a. de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op

structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart (inpassen);

b. als de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, maar wijziging op structuurniveau voorziet (aanpassen), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft door:

zorgvuldige inbedding van de ontwikkeling in de omgeving, rekening houdend met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart; enhet zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen als bedoeld in het derde lid;

c. als de ruimtelijke ontwikkeling niet past bij de bestaande gebiedsidentiteit (transformeren), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkeling is gewaarborgd door:

een integraal ontwerp, waarin behalve aan de ruimtelijke kwaliteit van het gehele gebied ook aandacht is besteed aan de fysieke en visuele overgang naar de omgeving en de fasering in ruimte en tijd, alsmede rekening is gehouden met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart; enhet zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen als bedoeld in het derde lid.

Uitzonderingen vanwege beschermingscategorieën

Een bestemmingsplan voor een gebied met beschermingscategorie 2 kan niet voorzien in een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in het eerste lid, onder c, tenzij het gaat om de ontwikkeling van bovenlokale infrastructuur of van natuur of om een in het Programma ruimte uitgezonderde ruimtelijke ontwikkeling of een zwaarwegend algemeen belang en voorts wordt voldaan aan de onder lid 1 c gestelde voorwaarden.

De aanvullende ruimtelijke maatregelen kunnen bestaan uit (een combinatie van):

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 14 - 42

Page 17: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

1. duurzame sanering van leegstaande bebouwing, kassen en/of boom- en sierteelt;2. wegnemen van verharding;3. toevoegen of herstellen van kenmerkende landschapselementen;4. andere maatregelen waardoor de ruimtelijke kwaliteit verbetert.

Een bestemmingsplan dat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt bevat een beeldkwaliteitsparagraaf, waarin het effect van deze ontwikkeling op de bestaande kenmerken en waarden wordt beschreven en waaruit blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit ten minste gelijk blijft, voor zover het gaat om een ruimtelijke ontwikkeling:

waarbij de richtpunten van de kwaliteitskaart in het geding zijn; ofdie is gelegen op gronden binnen een beschermingscategorie als bedoeld in het tweede lid, onder a en b.

Onderbouwing

Aan de hand van het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan (zie hiervoor ook paragraaf 2.2) is het aspect ruimtelijke kwaliteit in relatie tot het planvoornemen onderbouwd. Het totale plangebied (paardenwei en bedrijfslocatie) wordt omgevormd naar een woonlandschap met recreatieve waarden.

Het Waaltje en de Noldijk vormen de belangrijkste context en zijn daarmee bepalend voor de ontwikkeling. In het plangebied staan behoud van het karakter van de Noldijk en het zicht op het Waaltje centraal. Met de ontwikkeling wordt een versterking bereikt van de dijkbeleving, de groene beleving van de oever van het Waaltje, het realiseren van nieuwe recreatieve ruimte en het aanvullen van het recreatief netwerk van de zuidrand van Barendrecht met verbindingen naar Natuurgoed Ziedewij en potentieel naar de Zuidpolder. Hiermee wordt een onderscheidende natuur- en woonbeleving toegevoegd die past bij de context van de locatie en deze versterkt.

Er worden op de locatie maximaal 16 nieuwe woningen gerealiseerd en de vervanging van de woning aan de Noldijk 121. Uitgangspunt is om deze woningen zorgvuldig in de landschapsstructuur in te passen. Het opgestelde beeldkwaliteitsplan biedt hiervoor de spelregels.

Het planvoornemen wordt daarom gezien als ''inpassen'', het planvoornemen past binnen de bestaande identiteit 'groene buffer' en 'recreatiegebied'. De ruimtelijke ontwikkeling is daarom mogelijk op de gronden met beschermingscategorie 2.

Stedelijke ontwikkelingen (artikel 6.10)

Een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende eisen:

1. de toelichting van het bestemmingsplan gaat in op de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking overeenkomstig artikel 3.1.6, tweede, derde en vierde lid van het Besluit ruimtelijke ordening;

2. indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie groter dan 3 hectare nodig is, wordt gebruik gemaakt van locaties die zijn opgenomen in het Programma ruimte.

De ladderonderbouwing is opgenomen in subparagraaf 3.1.4 Ladder voor duurzame verstedelijking.

Regionale waterkeringen (artikel 6.22)

De Noldijk is aangewezen als regionale waterkering. Een bestemmingsplan voor gronden waarop een regionale waterkering ligt als bedoeld in artikel 2.2, bestemt die waterkering als zodanig. De dubbelbestemming uit het vigerende bestemmingsplan wordt overeenkomstig opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.

3.3 Regionaal beleidWaalvisie

De Waal is een uniek stukje van IJsselmonde, met een rijke historie en bijzondere kwaliteiten. Om ervoor te zorgen dat de charmes van de Waal behouden blijven heeft de landschapstafel het initiatief genomen om deze Waalvisie op te stellen. Een belangrijk doel is ook om deze charmes zichtbaar en beleefbaar te maken voor de recreant en de voorbijganger, en de Waal beter aan te sluiten op het bestaande recreatieve netwerk.

De Waalvisie is tot stand gekomen in een samenwerking tussen de 4 aangrenzende gemeenten Ridderkerk, Barendrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 15 - 42

Page 18: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Om de Waal beter zichtbaar en beleefbaar te maken zijn in deze visie een aantal opgaven benoemd:

1. Vertier en waterplezier. De opgave is om het gebruik en de beleving van de Waal te bevorderen zonder dat dit ten koste gaat van de huidige kwaliteiten en het woongenot.

2. Onbezorgd wandelen en fietsen. De dijken en wegen langs de Waal moeten veiliger worden. 3. Gastvrije Waaloevers. Niet alleen vanaf het water, maar ook vanaf het land biedt de Waal een bijzondere beleving.

De Waal moet vanaf de oevers op nog meer plaatsen beleefbaar worden gemaakt, en bestaande zichtvensters moeten behouden worden. De opgave is om een aantrekkelijk netwerk van routes, knooppunten en bestemmingen te ontwikkelen.

4. Het verhaal van de Waal. De geschiedenis van de Waal en haar omgeving ligt besloten in verhalen, in relicten in het landschap. Er liggen kansen in het zichtbaar en herkenbaar maken van de geschiedenis. Dat kan bijvoorbeeld met borden, thematische routes, kunst en educatie.

5. Natuurparel de Waal. De Waal als geheel is een waardevolle natuurparel, waar rust en stilte belangrijke waarden zijn. Recreatie en natuur gaan niet altijd goed samen. Het is daarom van belang om maatregelen te treffen om kwetsbare natuur te beschermen, en waar mogelijk verder te ontwikkelen.

6. De natuur als leermeester. De opgave voor natuureducatie ligt voornamelijk in (robuuste) voorzieningen.

Het plan draagt bij aan de opgaven nummers 1 en 3 door de toevoeging van een recreatieve functie langs de oever van de Waal. Het landschap is openbaar toegankelijk en hier kan men rondstruinen, even aan het water zitten of kinderen kunnen een bootje te water laten. Ook wordt door de sloop van de bestaande bebouwing de openheid van de zichtlijnen op de Waal verbeterd. Door de realisatie van het plan wordt de beleving van de Waal bevorderd.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 StructuurvisieOp 2 juli 2012 is de gemeentelijke structuurvisie van Barendrecht vastgesteld. In deze visie zijn verschillende opgaven opgenomen. De voor dit plan relevante opgaven worden nader toegelicht.

Groen en recreatie

Het landschap beter benutten als recreatief uitloopgebied voor Barendrecht én voor de regio, door de gebruikswaarde en belevingswaarde ervan te vergroten.Belevingswaarde vergroten door gebiedseigen kenmerken en kwaliteiten te versterken;Gebruikswaarde vergroten door het stedelijk gebied beter te verbinden met het landschap en groengebieden en toevoeging van (recreatieve) functies toe te staan.Verdere kwaliteitsverbetering van de recreatieve functie van de Zuidrand.Groengebieden en langzaamverkeerroutes beter bruikbaar maken voor recreatieve behoefte.

Door de realisatie van het planvoornemen sluit aan op de recreatieve functie van de Zuidrand. De ambitie van de gemeente om zowel de dijkbeleving als de toegankelijkheid van het Waaltje te vergroten wordt hiermee ingevuld.

Wonen

Woningbouwprogramma afstemmen op de lokale behoefte (migratiesaldo nul).Het realiseren van een woningbouwopgave met een bandbreedte tussen de 2.500 en 3.000 woningen in de periode 2010-2030.Het kwalitatieve woningaanbod zo goed mogelijk laten aansluiten op de marktvraag door het benutten van kennis ten aanzien van leefstijlen.

Het gemeentelijk woonbeleid wordt toegelicht in subparagraaf 3.4.4.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 16 - 42

Page 19: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

3.4.2 Strategische visieIn januari 2018 is de strategische visie ''Samen Bouwen aan Barendrecht Van Goed naar ...'' vastgesteld. De visie wordt als toetsingskader gebruikt voor te maken keuzes op verschillende beleidsterreinen. Voor wonen is onder meer beschreven dat niet alleen binnen de gemeente maar ook binnen de regio de gemeente de taak heeft om te zorgen voor een aantal nieuwe woningen. Voor de huidige inwoners, maar ook voor andere woningzoekenden. Het planvoornemen levert hier een bijdrage in de vorm van nieuwe woningen in een onderscheidend woonmilieu passend in de context.

Groen levert een belangrijke bijdrage aan het karakter van de gemeente. Zoals in paragraaf 2.2 toegelicht wordt het groene karakter van het plangebied versterkt en verbeterd door de realisatie van het planvoornemen. De nieuwe woningen worden zorgvuldig landschappelijk ingepast.

3.4.3 Gebiedsvisie ZuidrandIn de gebiedsvisie uit 2008 is de visie voor dit gebied en daarbij horend de randvoorwaarden voor nieuwe ontwikkelingen beschreven.

De Waalzone is een smalle zone langs de relatief dicht bebouwde Noldijk. Het ruimtelijk beeld wordt gekenmerkt door het kleinschalig, afwisselend gesloten en open bebouwingslint van de Noldijk met een daarachter gelegen overwegend open gebied met weide- en tuinbouwgronden en oeverlanden. Het doel is om de Waalzone te transformeren naar een aantrekkelijk woon- en recreatiemilieu. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is de sanering en/of uitplaatsing van bedrijven en de glastuinbouw.

Het plan voorziet in de uitplaatsing van de bestaande bedrijfsbebouwing waardoor de locatie langs de Waal getransformeerd kan worden naar een aantrekkelijk woon- en recreatiemilieu. Voor de ontwikkeling van het gebied zijn de volgende uitgangspunten uit de gebiedsvisie relevant:

kwaliteitsverbetering van de verblijfsrecreatieve functies, het hele gebied dient een (semi)openbaar karakter te krijgen;langs het Waalkanaal dient tot aan de Oude Maas een openbare (fiets- en wandel)route te worden gemaakt, voorzien van lommerrijk groen aan beide zijden en met een uitkijkpunt bij de entree van de haven aan de rivier;

In paragraaf 2.2 is toegelicht dat het plan invulling geeft aan de uitvoering van de gebiedsvisie om de grootschalige bedrijfsvoering aan de Noldijk te laten vervallen, dan wel te verplaatsen naar elders. Daarnaast wordt ook een nieuw recreatie milieu gecreëerd langs de Waal. Het plan is daarmee passend binnen de gebiedsvisie.

3.4.4 WoonvisieDe woonvisie Barendrecht is vastgesteld in 2016. Barendrecht heeft nog slechts een beperkt aantal uitbreidingslocaties beschikbaar voor woningbouw. De woningvoorraad neemt de komende jaren nog wel toe maar in veel beperktere mate dan in de voorgaande periode.

Voor de hoge inkomensgroep en de lage inkomensgroep met koopwoningvermogen wil de gemeente: 50% dure nieuwbouw realiseren

Het planvoornemen voorziet in de realisatie van vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen in de dure sector. Dit is passend in de Woonvisie. daarbij wordt een onderscheidend woonmilieu toegevoegd.

3.4.5 Folder Waaloever en folder DijkenIn IJsselmonde wordt gewerkt aan een aantrekkelijk landschap. Bij ontwikkelingen in het buitengebied wordt ernaar gestreefd om de beleving en het poldergevoel in stand te houden en waar mogelijk een stukje te versterken. Nieuwe ontwikkelingen moeten aansluiten bij de kenmerken van de plek. Met de folder Waaloever en folder Dijken wordt een handreiking geboden om ontwikkelingen aan dijken zo goed mogelijk in te passen.

Op basis van beide folders moeten de volgende uitgangspunten worden betrokken in de planvorming.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 17 - 42

Page 20: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Algemene uitgangspunten folder Waaloever en folder Dijk

Houd bebouwing eenvoudig, gebouwen in het buitengebied hebben 1 bouwlaag met daarop een eenvoudige, maar beeldbepalende kap.Erfbeplanting is beeldbepalend, door de erfbeplanting liggen de gebouwen minder prominent, min of meer verscholen, in het landschap.Zorg voor zicht op het landschap, houd rekening met de positie van gebouwen en de organisatie van het erf, zodat het landschap zichtbaar blijftVolg de richting van het landschap, geef gebouwen een richting en volg daarbij het landschap.Houd rekening met hiërarchie, bebouwing dicht bij de dijk of weg is het visitekaartje van het landschap. Verder het landschap in is de bebouwing lager, informeler en onopvallend.

Specifieke uitgangspunten Dijken

Een dijkerf bestaat uit een ensemble van gebouwen rondom een gemeenschappelijk erf met een gemeenschappelijke toegangDe bebouwing bestaat uit maximaal 1 hoofdgebouw (boerderij) en eventueel één of meerdere bijgebouwen1. Het hoofdgebouw (boerderij) staat boven aan de dijk, bijgebouwen (schuurwoningen, kap- wagenschuren)

staan onderaan de dijk.2. De richting van de hoofd- en bijgebouwen is evenwijdig aan de dijkDe korrelgrootte van de bebouwing is groter dan die van de dijkwoningGebouwen zijn vormgegeven als eenvoudige en heldere volumesDe architectuur van hoofdgebouwen is op elkaar zijn afgestemd, de gebouwen zijn familie van elkaar (bijvoorbeeld overeenstemming in kleur- en materiaalgebruik, kapvorm, gevelontwerp).De bebouwing bestaat uit één bouwlaag met een forse kap waarbij de dijkboerderij bestaat uit één bouwlaag, ten opzichte van het dijkniveau. Dakkapellen ogen als een toevoeging, de nok en randen van het dak zijn altijd zichtbaarType kap: zadeldakEr wordt op eigen terrein geparkeerd, onderaan de dijk, bij voorkeur uit het zichtOpslag en vuilcontainers hebben een plek op eigen terrein, zoveel mogelijk uit het zicht.

Specifieke uitgangspunten Waaloever

Kleinschalige bebouwing in de oeverzone, op afstand van de dijk. De bebouwing wordt ontsloten door middel van door middel van een informele (eigen) weg/pad. Indien mogelijk worden meerdere oeverschuren via een gemeenschappelijke toegang/erf ontsloten, waardoor er zo min mogelijk inritten aan de dijk worden gecreëerd.Oeverschuren bestaan uit schuurwoningen of kaswoningen.De bebouwing is eenvoudig, heeft een informeel karakter en bestaat uit lichte materialenOndanks sterke onderlinge overeenkomsten is elk gebouw uniek, er wordt niet seriematig gebouwdGebouwen zijn vormgegeven als eenvoudige en heldere volumesEr is een duidelijk verschil tussen het hoofdgebouw en de bijgebouwen op een kavelDe bebouwing is ondergeschikt aan het landschapDe richting van de hoofd- en bijgebouwen is haaks of evenwijdig aan de oeverlijn en wordt zo gekozen dat er zoveel mogelijk zicht vanaf de dijk op de Waal wordt gecreëerdDe oeverschuur staat in het landschap, op afstand van de dijk en is georiënteerd op het water (en niet of minder op de weg). Er grenzen geen achterkantsituaties aan de Waal De bebouwing bestaat uit één bouwlaag met een kapDe bebouwing heeft geen dakkapellen, de nok en randen van het dak zijn altijd zichtbaarType kap: zadeldak. De kap is beeldbepalend, het type kap, de grootte en hoogte van de kap passen bij de sfeer, maat en schaal van het landschapEr wordt op eigen terrein geparkeerd, bij voorkeur uit het zicht,

Voor het planvoornemen is een beeldkwaliteitsplan opgesteld, waarin beeldkwaliteitscriteria zijn opgesteld voor zowel de architectuur als de openbare ruimte. Hiermee wordt geborgd dat woningen aan gaan sluiten op het karakter van de Waaloever en de dijk. Dit is nader toegelicht in paragraaf 2.2.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 18 - 42

Page 21: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

3.4.6 Barendrechts BuitenboekMet het Barendrechts Buitenboek wil de gemeente de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied vergroten door het landschap, de bebouwing en het recreatieve programma met elkaar te integreren.

Relevant voor het plan is het beleid voor de Ziedewijdse Polder. Grootschalige bedrijvigheid leiden tot een versnippering van het samenhangende landschap van de Ziedewijdsepolder. Kassencomplexen en andere grote bedrijvigheid tasten eveneens de ruimtelijke samenhang van de relatief kleinschalige Waaloeverzone aan. Daarnaast is de Waaloever beperkt bereikbaar door tot aan de oever reikende private kavels. Hierdoor zijn langs de Waal de wandelmogelijkheden beperkt.

Voor de Ziedewijdse Polder zijn er een aantal kansen om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. De volgende kansen zijn relevant voor het plan. De Waal als recreatieve structuurdrager kan worden versterkt door het water beleefbaar te maken, de oevers toegankelijk te maken en doorgaande recreatieve routes aan te leggen. De potentie van deze zone is mede sterk afhankelijk van de saneringskansen van de aanwezige bedrijven en tuinbouwkassen.

Het plan draagt hieraan bij door de realisatie van een openbare recreatieve oeverzone langs de Waal. Om ruimte te maken voor de nieuwe ontwikkeling, waaronder de toevoeging van een recreatieve functie wordt de bestaande bedrijfsbebouwing uitgeplaatst. Het plan is passend binnen dit beleidsdocument.

3.4.7 DuurzaamheidUitvoerings- programma Duurzaam Energiebeleid Barendrecht

Schetsplan duurzaam energiebeleid (2015)

Op 13 oktober 2015 is door de gemeenteraad het Schetsplan Duurzaam energiebeleid aangenomen. Dit Schetsplan is een routekaart naar CO2-neutraliteit in Barendrecht, conform de ambities van het college zoals vastgelegd in het collegeprogramma. De gemeente Barendrecht heeft de ambitie om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Het duurzaam energiebeleid van de gemeente Barendrecht heeft vier pijlers, te weten:

40% energie besparen, 60% duurzame warmte inzetten, 60% duurzame stroom opwekken, Mobiliteit op basis van een 100% duurzame brandstof mix in 2030.

Klimaatopgave Barendrecht 2019

Het bovengenoemde schetsplan Duurzaam Energiebeleid 2015-2030 moet geactualiseerd worden. Daarom is in 2019 de klimaatopgave vastgesteld door het college. Eén van de meest in het oog springende ontwikkelingen is het gezamenlijk met 23 gemeenten in de regio opstellen van de Regionale Energie Strategie (RES). In deze RES wordt het energielandschap in 2050 vorm gegeven en is basis voor de uiteindelijke route die ook de afzonderlijke gemeenten gaan nemen.

Op lokaal niveau is in het oorspronkelijke schetsplan een hoger ambitieniveau geschetst, CO2 neutraal in 2030. Gebleken is dat dit ambitieniveau vrijwel onmogelijk te bereiken is, tenzij de gemeente als overheid fors gaan ingrijpen en dwingende maatregelen gaan voorschrijven wat nadrukkelijk niet in lijn met de gemeentelijke leidende principes is. Belangrijker is het om een continue afnemende vraag naar energie te realiseren, waarbij optimaal gebruik is gemaakt van de voorhanden zijnde oplossingen.

Om de klimaatopgave vorm te kunnen geven onderscheid de gemeente een achttal sub-onderwerpen, waarbij de eerste vier onderwerpen zich met name richten op energie, te weten:

OpwekkingBesparingWarmteOpslag

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 19 - 42

Page 22: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

MobiliteitVoedselCirculaire EconomieKlimaatadaptie

Om bovenstaande doelstellingen te bereiken zijn diverse activiteiten en projecten benoemd in het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Energiebeleid.

In het plan zijn drie basis uitgangspunten opgenomen die een relatie hebben met duurzaamheid.

1. Natuur - Verwijderen van bedrijvigheid, verminderen van verharding en toevoegen nieuwe groene ruimte en watergangen. Ingezet wordt op gebiedseigen beplanting en versterking van aanwezige biotopen. Daarmee draagt de ontwikkeling bij aan de natuurwaarde. De gebouwen wordt natuurinclusief ontworpen. Aandacht hierbij voor duurzaam materiaalgebruik en voorzieningen voor aanwezige diersoorten

2. Bouwen op natuurlijke bouwwijze. De materialen die gebruikt worden zijn zoveel mogelijk natuurlijk, circulair en herbruikbaar. Bij de keuze voor bouwmateriaal, bouwsystemen en de bouw zelf wordt de uitstoot zo veel mogelijk beperkt.

3. Duurzaam gebruik. De gebouwen worden zo duurzaam mogelijk ontworpen, door bijvoorbeeld verwarming met aardwarmte / warmtepomp en zonne-energie en maximale isolatie. Het streven is dat er zoveel mogelijk klimaatneutrale woningen worden gerealiseerd. De gebouwen worden levensloopbestendig.

Het gebied wordt getransformeerd van bedrijfslocatie naar woonlandschap. Hiermee wordt de hoeveelheid verharding sterk terug gebracht en vervangen door groen. Door variatie aan bomen, bloemrijk grasland en gemengde hagen wordt hier een impuls gegeven aan de biodiversiteit. Met het definitief vervallen van de bedrijfsfunctie worden daarbij mogelijke vrachtwagenbewegingen en dientengevolge uitstoot beperkt en ontstaat ook een bevordering van de gezondheid voor de omgeving. Ook het toevoegen van recreatieruimte draagt bij aan de gezondheid van de omwonenden.

Woningen zijn uiteraard gasloos en zoveel mogelijk energieneutraal.

Met de transformatie wordt daarmee bijgedragen aan de verduurzaming van dit stuk van Barendrecht.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 20 - 42

Page 23: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Bedrijven en milieuzoneringIn het kader van een goede ruimtelijke ordening moet worden beoordeeld of bedrijven in de omgeving worden belemmerd door de ontwikkeling en of er ter plaatse van gevoelige functies, zoals woningen, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Voor de beoordeling is gebruik gemaakt van de Handreiking Bedrijven en milieuzonering (VNG, editie 2009). Per milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, de richtafstand. Deze richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds als uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunning vrij bouwen mogelijk is. De in de handreiking opgenomen afstanden zijn indicatief en kunnen per gebiedstype, waarin de ontwikkeling zal plaatsvinden, verschillen. Hierbij is het uitgangspunt dat deze afstanden gemotiveerd worden toegepast.

De richtafstanden zijn afhankelijk van het omgevingstype waarbinnen de milieugevoelige bestemming ligt. De VNG-handreiking gaat uit van de omgevingstypes rustige woonwijk/rustig buitengebied of gemengd gebied.

Beoordeling

Voor de beoordeling of er wordt voldaan aan de richtafstand is uitgegaan van het omgevingstype 'rustig buitengebied'. In onderstaande tabel en afbeelding zijn de milieuhinderlijke functies aangegeven die nabij het plangebied liggen. Per functie is de milieucategorie, richtafstand en werkelijke afstand tot het plangebied aangegeven.

Functie Adres Milieu categorie

Richt afstand

Werkelijke afstand

1. Agrarische gronden

Ten noorden van het plangebied (langs de Noldijk)

2 30 meter 30,5 meter

2. Bedrijf Noldijk 124 2 30 meter 7 meter

3. Bedrijf Noldijk 140 2 30 meter 32 meter

Tabel bedrijven- en milieuzonering en aanduiding functies op vigerende plankaart (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

Ten noorden van het plangebied liggen gronden met de bestemming 'Agrarisch'.

Agrarische gebouwen (waarvoor een richtafstand geldt van 30 meter) staan op een afstand van minimaal 30 meter. Er wordt voldaan aan de richtafstand.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 21 - 42

Page 24: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Ter plaatse van het bedrijf aan de Noldijk 124 wordt niet voldaan aan de richtafstand.

Noldijk 124 - hoveniersbedrijf

Dit bedrijf moet in de bestaande situatie al rekening houden (op grond van het Activiteitenbesluit) met de woonpercelen direct aangrenzend aan dit bedrijfsperceel. De toevoeging van woningen in het plangebied levert daarom geen verdere belemmeringen op voor de bedrijfsvoering, anders dan in de bestaande situatie al het geval is door de ligging van het bedrijfsperceel te midden van bestaande woningen.

Daarnaast vinden de bedrijfsactiviteiten op het buitenterrein plaats aan de achterzijde van het bedrijfsgebouw plaats. Het bedrijfsgebouw staat tussen dit terrein en het plangebied in en heeft daarom een afschermende werking voor geluid op het plangebied. In het bedrijfsgebouw zelf is een kantoor gevestigd van een hoveniersbedrijf. Er vinden geen bedrijfsactiviteiten plaats in dit gebouw. Geluidshinder op de nieuwe woningen wordt daarom uitgesloten.

Om deze redenen wordt daarom ook aangenomen dat het niet voldoen aan de richtafstand geen belemmering oplevert voor de realisatie van woningen in het plangebied.

Conclusie

Het planvoornemen kan gezien vanuit bedrijven- en milieuzonering worden gerealiseerd.

4.2 Verkeer en parkerenVoor het planvoornemen is de verkeersgeneratie en de parkeerbehoefte bepaald op basis van de kencijfers van de CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'.

Verkeer

Voor de bepaling van de verkeersgeneratie is uitgegaan van de kencijfers voor het woningtype koop vrijstaand. Voor dit woningtype in het buitengebied van Barendrecht (stedelijkheidsgraad sterk stedelijk) geldt een minimale verkeersgeneratie van 7,8 verkeersbewegingen en een maximale verkeersgeneratie van 8,6 verkeersbewegingen. Voor de berekening van de verkeersgeneratie wordt uitgegaan van een worstcase benadering. Dit betekent de verkeersgeneratie ten gevolge van de realisatie van het planvoornemen maximaal 8,6*17= 146,5 (afgerond 147) verkeersbewegingen bedraagt.

Het plangebied is ontsloten via de Noldijk. De capaciteit van de Noldijk is minimaal 3.000 motorvoertuigen per etmaal. Onder normale omstandigheden kan het verkeer zonder knelpunten en congestie worden afgewikkeld. De huidige etmaal intensiteit bedraagt 800 tot 1000 motorvoertuigen per etmaal.

Het maximale aantal van circa 147 aan het plan gebonden autobewegingen betekent ten opzichte van de autonome hoeveelheid verkeer op de deze weg een toename van circa 14,7 procent. De hoeveelheid verkeer op de weg neemt als gevolg van het plan toe tot maximaal circa 1.147 motorvoertuigen per etmaal. Hiermee wordt nog ruimschoots voldaan aan de maximale capaciteit (3000 motorvoertuigen per etmaal) van de weg. De conclusie is daarom dat op de Noldijk geen nadelige gevolgen voor de verkeerssituatie optreden door het plan. De verkeersafwikkeling en -veiligheid van de weg komen niet in het gedrang. De bereikbaarheid van bestaande bestemmingen aan de weg blijft op hetzelfde peil.

Bovenstaande toont dus aan dat de toevoeging van autobewegingen geen probleem oplevert. Daarbij heeft de huidige bedrijfsfunctie ook verkeersgeneratie tot gevolg. Hierbij is niet alleen sprake van autoverkeer, maar ook vrachtverkeer.

Parkeren

Het bestemmingsplan maakt 17 woningen mogelijk, waarvan de vervanging van 1 bestaande woning. Het is mogelijk om hier zowel vrijstaande woningen te realiseren als twee-onder-één-kapwoningen. Omdat in theorie enkel vrijstaande woningen gerealiseerd kunnen worden en deze de hoogste parkeernorm kennen is hier vanuit gegaan.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 22 - 42

Page 25: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

De gemeente Barendrecht heeft de parkeerkencijfers en de daarbij aangegeven uitgangspunten zoals aangegeven in de CROW publicatie "Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV)" vastgesteld als parkeernorm. Op grond van de CROW-publicatie geldt voor een vrijstaande koopwoning een norm van minimaal 2 parkeerplaatsen per woning in het buitengebied. Dit betekent dat de minimale parkeerbehoefte 34 parkeerplaatsen bedraagt.

In het plangebied worden per woning 2 parkeerplaatsen op eigen terrein aangelegd. Een parkeerplaats op eigen terrein telt niet mee als volledige parkeerplaats in de parkeerbalans, hiervoor geldt een correctie. De parkeerplaatsen in het plangebied worden aangelegd als een dubbele oprit met garage. Hiervoor geldt een berekeningsaantal van 1,8 parkeerplaatsen. Dit betekent dat 17*1,8=30,6 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd worden.

Indien 2 parkeerplaatsen achter elkaar worden gerealiseerd tellen deze slechts als 1,3 omdat in praktijk blijkt dat de tweede plek slechts beperkt wordt gebruikt. Daarom wordt hier expliciet gekozen voor 2 plaatsen naast elkaar zodat de parkeerdruk op de openbare ruimte minimaal is.

Om te voorzien in de minimale parkeerbehoefte worden nog 34-30,6 = 3,6 (afgerond 4) parkeerplaatsen in openbaar gebied gerealiseerd.

4.3 LuchtkwaliteitOp 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De 'Wet luchtkwaliteit' (2007) bevat een gebiedsgerichte aanpak via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL-programma is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De Wet milieubeheer (artikel 5.12 en verder) vormt de juridische grondslag voor het NSL. Daarnaast zijn de volgende 2 besluiten relevant, namelijk het Besluit derogatie en het Besluit maatregelen richtwaarden. Deze beide besluiten zijn op 1 september 2009 in werking getreden, met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2009.

Beoordeling

In de Regeling NIBM is aangegeven dat een woningbouwlocatie met maximaal 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In elk geval er twee ontsluitingswegen aanwezig zijn is een ontwikkeling als NIBM aan te merken als er niet meer dan 3000 woningen worden gerealiseerd.

Het plangebied wordt ontsloten via twee aansluitingen op de Noldijk. Het maximale aantal toegevoegde woningen bedraagt 16. De vervangende woning hiermee niet meegerekend omdat deze al bestaand is. Met dit aantal woningen is deze ontwikkeling aan te merken als een project dat NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, waardoor toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit niet nodig is.

Aan de hand van NIBM tool is bepaald of het plan in niet betekende mate bijdraagt aan de verslechtering van luchtkwaliteit. Hiervoor is de berekende verkeersgeneratie als invoer gebruikt. Uit de worst case berekening volgt dat de bijdrage aan extra verkeer niet in betekende mate bijdraagt aan de verslechtering van luchtkwaliteit. Een nader onderzoek is niet nodig.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 23 - 42

Page 26: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Afbeelding resultaten NIBM-tool

Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan zijn de concentraties uit de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) bekeken. Uit de monitoringstool (2019) blijkt dat de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) ter plaatse van de dichtstbij gelegen doorgaande wegen, Ziedewijdsedijk en Noldijk, nergens meer bedragen dan grenswaarden 40 ug/m3. De concentratie NO2 bedraagt maximaal 22,3 ug/m3 en concentratie PM10 bedraagt maximaal 19,3 ug/m3. De fijnstof (PM2,5) concentraties zijn nergens hoger dan 12 ug/m3 (grenswaarde 25 ug/m3). Het aantal overschrijdingsdagen van de 24 uurgemiddelde concentratie is maximaal 7 waardoor het maximum van 35 dagen eveneens niet wordt overschreden.

Het vervallen van de bedrijfsfunctie en de verwachting dat de autotechniek in de toekomst schoner wordt zorgt ervoor dat de concentratie van met name stikstofdioxide in de toekomst nog lager is dan hiervoor benoemd.

Conclusie

De verkeersgeneratie van dit plan levert geen probleem op voor de omliggende wegen. Daarbij uitgaand van een totaal nieuwe ontwikkeling en niet in ogenschouw nemend dat hier ook sprake is van een bestaande bedrijfsfunctie. Per saldo is het resultaat dus positiever als dit wel wordt meegewogen.

Het plan voorziet daarbij in voldoende parkeergelegenheid en de ontwikkeling mag worden beschouwd als NIBM voor het aspect luchtkwaliteit .

Er is hiermee geen belemmering voo rde ontwikkeling.

4.4 WaterHet plangebied ligt in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerprogramma (WBP, 2016-2021) staan de doelen van het waterschap Hollandse Delta voor de taken waterveiligheid (dijken en duinen), voldoende water, schoon water en de waterketen (transport en zuivering van afvalwater). Ook wordt aangegeven welk beleid gevoerd wordt en wat het waterschap in de planperiode wil doen om de doelen te bereiken.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater.

Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 500 m2 of meer in stedelijk gebied of 1.500 m2 of meer in landelijk gebied dient een vergunning aangevraagd te worden in het kader van de Keur. De versnelde afvoer als gevolg van de toename aan verharding moet volledig worden gecompenseerd door het aanbrengen van een gelijkwaardige vervangende voorziening (compensatieplicht), met een oppervlakte van 10% van de toename van verharding. Het waterschap geeft in volgorde de voorkeur aan de volgende gelijkwaardige voorzieningen:

Nieuw te graven oppervlaktewater in de directe nabijheid van de verhardingstoename;

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 24 - 42

Page 27: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Nieuw te graven oppervlaktewater binnen hetzelfde peilgebied;Nieuw te graven oppervlaktewater in het benedenstrooms gelegen peilgebied of een eventueel alternatief.

Beoordeling

Waterkwantiteit

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

hemelwater vasthouden voor benutting;(in)filtratie van afstromend hemelwater;afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater;afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI.

In de bestaande situatie is het ter plaatse van het bedrijfsperceel niet mogelijk dat het hemelwater direct infiltreert omdat het gehele plangebied verhard is. Ter plaatse van de paardenweide is dit wel mogelijk.

Het hemelwater zal in de nieuwe situatie ter plaatse van de groenvoorzieningen in het plangebied direct in de ondergrond infiltreren. Ter plaatse van de nieuwe woningen wordt riolering aangelegd welk aangesloten wordt op het bestaande stelsel.

Waterbeheer

In de Keur is geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen.

Watergangen en regionale waterkering

In of nabij het plangebied liggen watergangen en/of (regionale) waterkeringen.

Waterkering

Langs de Noldijk ligt een regionale waterkering. Overeenkomstig de legger van het waterschap wordt de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Binnen de beschermingszone van de waterkering worden een aantal woningen opgericht. Hierover heeft overleg met het waterschap plaatsgevonden. De woningen die binnen de beschermingszone liggen kunnen worden opgericht binnen deze zone. Alleen de realisatie van kelders bij deze woningen moet in overleg met Waterschap plaatsvinden. Voor de omgevingsvergunning voor bouw van deze woningen dient schriftelijk toestemming aan het Waterschap te worden gevraagd.

Afbeelding uitsnede legger waterkering

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 25 - 42

Page 28: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bestaande watergangen

Het plangebied grenst aan de zuidwestkant aan de Waal. Er vinden geen werkzaamheden in deze watergang plaats, maar er worden nieuwe woonkavels aan het water gerealiseerd en en er wordt een natuurvriendelijke oever aangelegd.

Te midden van het plangebied ligt een watergang categorie overig (beschermingszone 1 meter, onderhoud door perceeleigenaren). Deze watergang wordt verplaatst (in het verlengde van de woning Noldijk 115).

Ter hoogte van het plangebied bevindt direct aangrenzend aan de Waal ook een water inlaat. Deze wordt mogelijk iets verschoven.

Langs de westzijde van het plangebied (tussen de woningen Noldijk 115 - 119 en het plangebied) ligt een bestaande watergang. Deze blijft in de bestaande situatie behouden, alsmede de beschermingszone van 1 meter.

Aan de zuidkant van het plangebied ligt een duiker (in onderhoud van het waterschap met een beschermingszone van 3,5 meter). Deze wordt verplaatst in de nieuwe situatie.

Afbeelding uitsnede legger watergangen

Toename verhard oppervlak

Voor het plan is berekend wat de oppervlakte aan verharding bedraagt in de bestaande- en in de nieuwe situatie. Deze berekening is als Bijlage 1 bijgevoegd. De oppervlakte aan verharding bedraagt in de bestaande situatie 12.143 m2 en in de nieuwe situatie 9.108 m2. De oppervlakte aan verharding neemt met 3.035 m2 af in de nieuwe situatie.

Omdat het verhard oppervlakte afneemt is watercompensatie niet nodig.

Onderhoud nieuw aan te leggen water:

Water grenzend aan gemeentegrond betekent onderhoud door gemeente. Waarschijnlijk om praktische redenen wordt daardoor ook het water grenzend aan uitsluitend particuliere grond door gemeente onderhouden. Hiervoor moeten

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 26 - 42

Page 29: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

nadere afspraken worden vastgelegd

Conclusie

Door het verwijderen van een grote hoeveelheid oppervlakteverharding en het graven van verschillende watergangen vindt er een verbetering van het watersysteem plaats. Voor het bouwen van woningen op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' dient een watervergunning te worden aangevraagd.

Het aspect water levert daarmee geen belemmeringen op voor de realisatie van het bouwplan.

4.5 Externe veiligheidExterne veiligheid heeft betrekking op het vervoer en transport van gevaarlijke stoffen en bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen via wegen en spoorlijnen wordt geregeld in het Besluit externe veiligheid transportroutes en de Regeling Basisnet. Voor transport middels buisleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing.

Econsultancy heeft voor het planvoornemen het onderzoek externe veiligheid uitgevoerd. Het rapport is als Bijlage 2 bijgesloten.

Onderzoek

Uit de risicokaart valt op te maken dat het plangebied in de nabijheid van 7 risicobronnen ligt (zie hiervoor ook onderstaande afbeelding).

Afbeelding ligging plangebied (rood) ten opzichte van de risicobronnen

Buisleiding

Op ruim 275 meter ten noorden van het plan is een waterstofleiding (nr. 1 bovenstaande afbeelding) van de beheerder Air Products aanwezig. Op circa 1,5 kilometer is een buisleiding (nr. 2 bovenstaande afbeelding) van de beheerder Gasunie Transport Services aanwezig. Omdat het plan buiten de inventarisatieafstand van beide buisleidingen ligt en buiten het plaatsgebonden risicocontour van 10 meter van de waterstofleiding (1), is een kwantitatieve risicoanalyse niet noodzakelijk.

Transport

Op circa 550 meter ten noordoosten van het plan ligt de spoorlijn (nr. 3 bovenstaande afbeelding) Kijfhoek – Barendrecht. Gelet op de afstand tot het plangebied (meer dan 200 meter) is het niet noodzakelijk een kwantitatieve risicoanalyse uit te voeren. Vanwege het transport van gevaarlijke stoffen (stofcategorieën A, B2, B3, C3, D3 en D4) moet rekening gehouden worden met een invloedsgebied van 35 tot meer dan 4 kilometer. Omdat het plangebied binnen

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 27 - 42

Page 30: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

het invloedsgebied van een aantal stoffen ligt dient een verantwoording te worden gegeven. In het rapport is in hoofdstuk 4 ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid (zie hiervoor Bijlage 2).

Ruim 1,1 kilometer ten zuiden van het plangebied is vaarwegroute Corridor Rotterdam – Moerdijk gelegen (nr. 4 bovenstaande afbeelding). Over deze route vindt transport met gevaarlijke stoffen plaats door middel van zeeschepen. Vanwege het transport van gevaarlijke stoffen moet rekening gehouden worden met een invloedsgebied van 35 tot 1.070 meter. Omdat het plan op ruime afstand ligt, worden er geen belemmeringen verwacht.

Inrichtingen

Palletbedrijf J. Staat BV

Pal tegenover het plangebied ligt het palletbedrijf J. Staat BV (nr. 5 bovenstaande afbeelding) met een opslagplaats van 1.000 m2. De inrichting heeft geen plaatsgebonden risicocontour, omdat er alleen buiten pallets worden opgeslagen en geen gevaarlijke stoffen. Wel is de kans aanwezig dat pallets kunnen branden. Omdat het om een bestaande situatie gaat, wordt verondersteld dat aan de voorschriften voor buitenopslag wordt voldaan zodat een eventuele brand niet te snel overslaat. Een nadere onderbouwing is daarom niet noodzakelijk.

Barendrecht Ziedewij

Op ruim 540 ten noordwesten van het plangebied ligt de inrichting Barendrecht Ziedewij (nr. 6 bovenstaande afbeelding). Binnen de inrichting vindt aardolie- en aardgaswinning plaats. Op 40 meter afstand bedraagt het plaatsgebonden risico 10-6/jaar. Gezien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

Shipcoat B.V.

Op ruim 750 ten zuiden van het plangebied aan de Industrieweg 17 ligt de Bevi inrichting Shipcoat B.V. (nr. 7 bovenstaande afbeelding). De inrichting ligt op korte afstand van de gemeentegrens met Barendrecht. Binnen de inrichting vindt opslag van verfwaren plaats met een gemiddelde hoeveelheid van 100.000 kilogram. Verder beschikt de inrichting over een H-ex installatie ter bestrijding van een eventuele brand. Deze activiteit valt onder de werkingssfeer van het Bevi en Revi. Op 20 meter afstand bedraagt het plaatsgebonden risico 10-6/jaar en de afstand tot de grens van het invloedsgebied bedraagt 90 meter. Gezien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

Emplacement Kijfhoek

Op ruim 600 meter ten oosten van het plangebied ligt het emplacement Kijfhoek (nr. 8 bovenstaande afbeelding). Voor het emplacement Kijfhoek is door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) het ‘Beheersplan Groepsrisico Kijfhoek’ opgesteld (d.d. april 2012). In dit beheersplan is tevens aangegeven dat het invloedsgebied circa 1.380 meter bedraagt en wordt bepaald door het falen van een wagen beladen met waterstoffluoride (toxisch). Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied, maar buiten de PR 10-6 contour van het emplacement. Het hoogste groepsrisico bedraagt 0,9 x de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde wordt hiermee niet overschreden.

In het monitoringsrapport 2019 is voor de ontwikkeling van het GTI terrein de bouw van 18 ruimte voor ruimte woningen aan de Noldijk opgenomen.

Coldstore Wibaco BV

Op ruim 1 kilometer ten noorden van het plangebied ligt de inrichting Coldstore Wibaco BV (nr. 9 bovenstaande afbeelding). Binnen de inrichting is een ammoniakkoelinstallatie aanwezig. De PR 10-6 contour bedraagt 0 meter. Gezien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

Conclusie

Door het kleinschalig karakter van de ontwikkeling leidt de ontwikkeling niet tot een significante toename van het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied. Hierdoor resulteert de voorgenomen ontwikkeling niet in een toename van het groepsrisico. Verder is ingegaan op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid bij het maatgevende scenario (toxisch). Ook is het plan al opgenomen in het monitoringsrapport 2019 voor het emplacement Kijfhoek.

De onderhavige ontwikkeling in relatie tot het aspect externe veiligheid ondervindt geen belemmeringen.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 28 - 42

Page 31: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

4.6 Geluid

Onderzoek wegverkeerslawaai

In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de verwachten geluidsbelasting op de gevels van de woningen worden onderzocht en getoetst. De te verwachten geluidsbelasting moet voldoen aan de wettelijke vereisten en aan de voorwaarden van een goede ruimtelijke ordening.

De betreffende woningen van het plan liggen binnen de invloedsfeer van het geluid van het verkeer op de Noldijk. Om die reden is voor het plan akoestisch onderzoek uitgevoerd. De te verwachten geluidsbelasting is bepaald en getoetst aan de normen van de Wet geluidhinder. Het onderzoek is uitgevoerd door Buro DB en is als Bijlage 3 toegevoegd.

Het plangebied ligt buiten de wettelijke geluidszone van de spoorbaan Rotterdam-Dordrecht. Daarom is onderzoek naar railverkeerslawaai niet nodig.

Resultaten onderzoekUit het akoestisch onderzoek volgt dat met de te verwachten geluidsbelasting van het wegverkeer op de Noldijk bij vijf van de zeventien woningen de norm van 48 dB overschrijdt. De maximale geluidsbelasting is 53 dB. Daarmee wordt de maximale ontheffingswaarde van 53 dB niet overschreden.

Het toepassen van bron- en/of overdrachtsmaatregelen is in deze situatie om technische en stedenbouwkundige redenen niet realistisch. Omdat de maximale ontheffingswaarde niet wordt overschreden wordt het toepassen van mogelijke dove gevels bij de woningen afgeraden.

Aanbevolen wordt om voor de vijf woningen met de geconstateerde normoverschrijding (eerste lijnsbebouwing langs de Noldijk) ontheffing van een hogere grenswaarde aan te vragen. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning dient middels een nader uit te voeren akoestisch onderzoek te worden aangetoond of/hoe wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 ten aanzien van de maximale binnenwaarde en de benodigde geluidwering van de gevels.

Conclusie

Met ontheffing van een hogere grenswaarde (tot maximaal 53 dB) en aantoonbaar voldoende geluidwerende gevels, kunnen de woningen in het plan, vanuit het oogpunt van geluid, worden gerealiseerd.

Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarde moet gelijktijdig met het bestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Deze hogere waarden worden door het college van Barendrecht vastgesteld.

Er zijn nog geen concrete bouwplannen, waardoor de geluidwering van de gevels niet onderzocht kan worden. In de regels is derhalve een voorwaardelijke verplichting opgenomen om het vereiste van voldoende geluidwerende gevels te borgen.

Industrielawaai

Onderzoek

Het plangebied is gelegen binnen de geluidzone van het rangeerterrein Kijfhoek. De woningen die door middel van dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zijn geluidsgevoelige objecten. Hierdoor is het uitvoeren van akoestisch onderzoek noodzakelijk om aan te tonen dat er wordt voldaan aan de grenswaarde.

Op 29 augustus 2012, kenmerk 2012019380 / WB, heeft Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, een vergunning afgegeven voor het rangeeremplacement Kijfhoek. De door de inrichting veroorzaakte geluidsbelasting is in kaart gebracht in een akoestisch rapport van M+P Raadgevende Ingenieurs (M+P.RAIL.08.14.1, d.d. 8 oktober 2010).

De beoogde ontwikkeling valt binnen de geluidscontour van Kijfhoek (zie figuur 4.5), maar ligt buiten de 50 dB(A)

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 29 - 42

Page 32: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

contour. Voor de beoogde ontwikkeling is dan ook geen verder akoestisch onderzoek nodig omdat deze buiten de 50 dB(A) contour ligt.

Afbeelding: Geluidszone rangeerterrein Kijfhoek en liggig plangebied

Conclusie

Het aspect industrielawaai vormt geen belemmering voor het voornemen.

4.7 BodemVoor het plangebied is een nader bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is als Bijlage 4 toegevoegd.

Onderzoek

Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de meest recente NEN en BRL SIKB-protocollen. Het verkennend grond en grondwateronderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5470. Het onderzoek naar de aanwezigheid van asbest is uitgevoerd conform de NEN 5707(grond) en NEN 5897 (puin). Het waterbodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5720. Voor het nadere onderzoeksdeel naar de omvang en mate van de zware metalen en asbest verontreiniging is een onderzoekstrategie gehanteerd met de volgende documenten als richtlijn:

NTA 5755 Landbodem - Nader onderzoek; NEN5707 Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen.

ResultatenBedrijfsterrein

Uit de onderzoeksresultaten blijkt bij een aantal deellocaties mogelijk sanerende maatregelen of voorzieningen nodig zijn

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 30 - 42

Page 33: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

bij de voorgenomen herbestemming voor woningbouw. Dit is mede afhankelijke van de definitieve situering van de woonpercelen, watergangen, openbaar groen, wegen, e.d. In een saneringsplan wordt dit verder uitgewerkt. Onderstaand is per deellocatie aangegeven of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De Wet Bodembescherming spreekt van een geval van ernstige bodemverontreiniging als meer dan 25 m³ grond of 100 m³ grondwater verontreinigd is met één of meerdere gehalten tot boven de interventiewaarde. Volledige sanering van een ernstig geval van bodemverontreiniging (historisch, ontstaan voor 1987) is in principe alleen verplicht wanneer er sprake is van humane-, ecologische of verspreidingsrisico’s.

Er zijn geen aanwijzingen dat de verontreinigingen (volledig) na 1987 zijn ontstaan en daarom onder de zorgplicht zouden vallen, waardoor er per definitie sprake zou zijn van saneringsverplichting (in geval van zorgplicht zijn de omvang en/of de aanwezigheid van risico's niet relevant).

De olieverontreiniging, aangetoond in de waterbodem van de Waal, hoeft niet gesaneerd te worden. Wel is het overwegen waard om deze verontreiniging wel te saneren, zodat bij contact met de waterbodem geen oliefilm op het wateroppervlak verschijnt. Dit is dan meer een ‘cosmetische’ sanering.

Paardenweide

Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat bij een aantal deellocaties mogelijk sanerende maatregelen of voorzieningen nodig zijn bij de voorgenomen herbestemming voor woningbouw. In een saneringsplan wordt dit verder uitgewerkt. Onderstaand is per deellocatie aangegeven of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Er zijn geen aanwijzingen dat de verontreinigingen (volledig) na 1987 zijn ontstaan en daarom onder de zorgplicht zouden vallen, waardoor er per definitie sprake zou zijn van saneringsverplichting (in geval van zorgplicht zijn de omvang en/of de aanwezigheid van risico's niet relevant).

Het verwijderen van het teerhoudende asfalt en/of de asbesthoudende materialen (verwerkt in de schuur) is vanuit bodemhygiëne niet noodzakelijk. In het kader van de voorgenomen herinrichting van het terrein, is dit wellicht wel wenselijk.

Conclusie resultaten De bodemverontreinigingen op het onderzoeksterrein zijn in voldoende mate in beeld gebracht. Uit het veldwerk en analyseresultaten blijkt dat het asbest en bodemvreemde bijmenging met puin, sintels, slakken e.d. sterk heterogeen

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 31 - 42

Page 34: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

verdeeld is binnen de verontreinigde deellocaties. De verschillende heterogene verontreinigingen met bodemvreemde bijmengingen zijn afgeperkt (verontreinigingscontour is in beeld). Binnen de begrensde contouren worden de ‘tussen-‘ en interventiewaarden bij diverse boorpunten overschreden. Door het sterk heterogene karakter van de verontreiniging is niet duidelijk een ‘tussen-‘ of interventiewaardecontour te onderscheiden. Daarom is deze op de onderzoekstekeningen niet ingetekend.

Geadviseerd wordt om een saneringsplan op te stellen dat ingestoken wordt op de toekomstige woonfunctie. Indien verontreinigingen niet volledig gesaneerd worden en ingepast in het toekomstige plan, is het raadzaam nog een risico beoordeling uit te laten voeren. Hierbij worden op basis van de gemeten gehalten de risico’s voor de mens, ecosysteem en verspreiding bepaald.

Voornoemde conclusies zijn gebaseerd op het vooronderzoek, de zintuiglijke waarnemingen en analyseresultaten van dit onderzoek.

Conclusie Er wordt een saneringsplan opgesteld met inachtneming van de adviezen uit het onderzoek. Het saneringsplan wordt voorafgaand aan sloop bouwrijpfase overlegd bij de gemeente. Voor de vaststelling van het bestemmingsplan levert het aspect bodem geen belemmering op.

4.8 ArcheologieOp grond van gemeentelijk beleid, de archeologische verwachting van het gebied, alsmede de bodemverstorende aard van de werkzaamheden die in het kader van de toekomstige ontwikkeling van de plangebied worden uitgevoerd, is een verkennend inventariserend veldonderzoek noodzakelijk naar de aanwezigheid van archeologische waarden uit het Neolithicum/Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd en Late Middeleeuwen A en B. Archeologie Rotterdam heeft voor dit onderzoek een Programma van Eisen opgesteld. die als Bijlage 5 is toegevoegd. Op basis van dit programma is het archeologisch onderzoek uitgevoerd, die als Bijlage 6 is toegevoegd. In het navolgende zijn de resultaten van het onderzoek toegelicht.

Onderzoek

Op basis van de onderzoeksgegevens wordt de uitvoering van archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Wel kunnen off site-resten uit de Nieuwe Tijd en de Late Middeleeuwen worden aangetroffen. Dat er ter plaatse van boring nr. 10, 11, 13 en 14 (zie onderstaande afbeelding) vanaf een diepte van ten minste circa 1.45 - 3.50 meter beneden het maaiveld mogelijk ook oudere overafzettingen aanwezig waarin nog wel archeologische resten uit de periode van het Neolithicum t/m de Vroge Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn wordt in dit opzicht niet relevant geacht. Deze afzettingen zullen immers naar verwachting bij de met de planrealisatie samenhangende graafwerkzaamheden niet worden aangetast.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 32 - 42

Page 35: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Afbeelding: het plangebied (rood omkaderd) en de locaties van de boringen

Hoewel het heipaleplan nog niet bekend is wordt er van uitgegaan dat de heipalen een relatief beperkte oppervlakte zullen beslaan en dat de afstand tussen de heipalen ook voldoende zal zijn om hier ook in de toekomst nog archeologisch onderzoek uit te kunnen voeren. Het aanbrengen van de heipalen wordt indien dat inderdaad het geval is niet beschouwd als een significante bodemverstoring.

ConclusieHet aspect archeologie levert geen belemmering op voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

4.9 Flora en fauna

4.9.1 Quickscan flora en faunaIn het kader van de Wet natuurbescherming is een quickscan uitgevoerd. Het doel van de quickscan is om te bepalen in hoeverre beschermde soorten aanwezig zijn of te verwachten zijn en wat de verwachten effecten zijn op beschermde situaties. Verder is een inschatting gemaakt van welke negatieve effecten op beschermde natuurgebieden en het NatuurNetwerk Nederland kunnen optreden. Als derde onderdeel heeft de Wet natuurbescherming betrekking op houtopstanden. De quickscan is als Bijlage 7 toegevoegd. In het navolgende zijn de resultaten van het onderzoek toegelicht.

Resultaten onderzoek

Soortenbescherming

In een ventilatiepijp in de fabriekshal is een nest van Kerkuil aanwezig. Dit nest is jaarrond beschermd. Voor het

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 33 - 42

Page 36: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

aantasten of verwijderen van de nestplaats is een ontheffing van verbodsbepalingen in de Wet natuurbescherming nodig.De coniferen bij de Noldijk vormen een potentiële broedplek voor de jaarrond beschermde Ransuil. Tijdens het veldbezoek werden geen sporen gevonden die duiden op aanwezigheid van deze soort, maar een broedgeval kon op dit moment niet worden uitgesloten. Aanbevolen wordt om vervolgonderzoek te doen in de periode half maart - eind juli.Op het terrein heeft zich veel groen spontaan ontwikkeld. Hierin kunnen veel verschillende soorten vogels gaan nestelen. Alle inheemse broedvogels en hun nesten zijn beschermd gedurende de broedtijd. Houd hier rekening mee tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Aanwezigheid van strikt beschermde zoogdieren kon worden uitgesloten. Er is met name gekeken naar mogelijkheden voor vleermuizen, omdat deze in de omgeving voorkomen. De gebouwen en bomen bieden geen mogelijkheden voor verblijfplaatsen. Van een vaste vliegroute of essentieel foerageergebied is geen sprake. Voor kleine, landgebonden zoogdieren die onder de bescherming van artikel 3.10 uit de Wnb vallen, maar op de provinciale vrijstellingslijst staan, geldt de Zorgplicht. Laat een Ecologisch Werkprotocol opstellen waarin concrete maatregelen voor de uitvoering vastgelegd worden.Strikt beschermde amfibieën zijn uitgesloten, maar algemeen voorkomende soorten van de provinciale vrijstellingslijst kunnen wel in het plangebied voorkomen. Ook voor deze dieren geldt de zorgplicht.De strikt beschermde soorten van de overige soortgroepen kunnen op basis van de biotoop en/ of hun verspreidingsgegevens worden uitgesloten.

Gebiedsbescherming

Negatieve effecten van de ruimtelijke ontwikkeling op Natura 2000-gebieden of het NatuurNetwerk Nederland zijn redelijkerwijs uitgesloten. Om dit uit te sluiten is een stikstofdepositieberekening uitgevoerd. Deze berekening is toegelicht in subparagraaf 4.9.3. Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd natuurgebied.

Beschermde houtopstanden

De hoeveelheid bomen in het plangebied is kleiner dan de definitie in de Wet natuurbescherming om te spreken over een beschermd houtopstand.Binnen het plangebied staan geen monumentale bomen, waar een kapvergunning van de gemeente Barendrecht voor nodig is.

4.9.2 Vervolgonderzoek RansuilBij de quickscan werd een jaarrond beschermd nest van een Kerkuil vastgesteld. Voor een andere jaarrond beschermde soort, de Ransuil, werd het plangebied geschikt geacht. Met name de grote coniferen aan de zuidwestkant van het gebouw, langs de dijk, vormen een potentiële broedplek. Het vervolgonderzoek naar de Ransuil is uitgevoerd. Het verslag is als Bijlage 8 toegevoegd.

Resultaten onderzoek

De afgelopen jaren zijn op verschillende plekken langs de Noldijk broedgevallen van Ransuil vastgesteld. De controles binnen het plangebied hebben echter geen activiteit van de Ransuilen vastgesteld. Er zijn geen uilen gehoord. Bij de coniferen zijn geen (sporen van) Ransuilen aangetroffen. Ook binnen een straal van 500 meter ten noorden en zuiden van het plangebied zijn geen Ransuilen gehoord. De bezoeken aan het plangebied gaven ook de mogelijkheid om te kijken of de Kerkuil nog aanwezig was. Onder de ventilatiepijp, die toegang geeft tot de nestplek, werden verse braakballen aangetroffen. Dit wijst erop dat de nestplek nog steeds in gebruik is.

ConclusieOp basis van het vervolgonderzoek is een beschermde nestplek van Ransuil binnen het plangebied uitgesloten. De soort is niet waargenomen en er zijn ook geen aanwijzingen voor aanwezigheid vastgesteld.

De ventilatiepijp aan de achterzijde van de fabriekshal wordt nog wel gebruikt door Kerkuilen. Dit betekent dat voor de ruimtelijke ontwikkeling in het plangebied aan de Noldijk 113 in de gemeente Barendrecht een ontheffing nodig is voor het

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 34 - 42

Page 37: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

verwijderen van het nest van Kerkuilen. Voor de ontheffing van de Kerkuil is een activiteitenplan opgesteld en wordt de ontheffing aangevraagd. In de regels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om het te borgen.

Het aspect flora en fauna levert geen belemmering op voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

4.9.3 Onderzoek stikstofdepositieNieuwe plannen moeten beoordeeld worden op de mogelijke stikstofdepositie op de nabijgelegen Natura-2000 gebieden. Om inzichtelijk te maken, wat de mogelijke stikstofdepositie is, is de stikstofdepositie berekend. De memo en de daarbij horende bijlagen zijn als Bijlage 9 toegevoegd.

Afstand tot Natura 2000-gebiedenDe nabij gelegen gebieden in de directe omgeving van het planvoornemen zijn:

Oude Maas, op circa 1250 m;Kinderdijk, op circa 6.300 m.

Overigens wordt in de AERIUS-berekening de invloed op alle Natura-2000 gebieden beschouwd / berekend.

UitgangspuntenVoor het berekenen van de stikstofdepositie in de relevante Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plangebied, is gebruik gemaakt van AERIUS Calculator versie 2019a. In de berekeningen zijn de emissies van NOx en NH3 van de relevante bronnen meegenomen. Het gaat hierbij om:

1. Emissies van vrachtverkeer en mobiele werktuigen in de aanlegfase (realiseren nieuwbouwwoningen)2. De verkeersgeneratie ten gevolge van de nieuwe situatie

Er zijn in het onderzoek twee berekeningen uitgevoerd om de stikstofdepositiebijdrage van het herontwikkelingsplan op de omliggende Natura 2000-gebieden in kaart te brengen, te weten:

de stikstofdepositie ten gevolge van de aanlegfase;stikstofdepositie in de gebruiksfase.

Conclusie

In het onderzoek is een analyse uitgevoerd naar de stikstofanalyse. Hieruit blijkt dat de NOX uitstoot in de toekomstige gebruiksfase 72,1 kg bedraagt en 150,7 kg NOx wordt uitgestoten tijdens de bouwfase (per jaar). De Aerius calculator laat zien dat in zowel de bouw- als gebruiksfase geen sprake is van stikstofdepositie op de Natura-2000 gebieden. Er zijn namelijk geen rekenresultaten, hoger dan 0,00 mol/ha/j.

Voor dit plan is geen vergunning noodzakelijk voor de Wet natuurbescherming.

4.10 Vormvrije m.e.r.Plannen en activiteiten kunnen nadelige gevolgen hebben voor het milieu. In hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in het Besluit milieueffectrapportage is geregeld dat in zulke gevallen een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Er is een m.e.r.-plicht voor plannen (planMER) en een m.e.r.-plicht voor besluiten. Een plan is m.e.r.-plichtig als het plan kaders stelt voor m.e.r.-plichtige activiteiten. Een bestemmingplan (of wijzigingsplan) kan plan m.e.r.-plichtig zijn. Daarnaast kan een plan ook m.e.r.-plichtig zijn als er een concreet (bouw)plan ter uitvoering ligt.

Het Besluit m.e.r. bestaat uit een hoofddeel en vier bijlagen. De vier bijlagen staan aangeduid als de onderdelen A, B, C en D:

Onderdeel A bevat de omschrijving van diverse begrippen die in het Besluit m.e.r. genoemd worden.Onderdeel B is reeds vervallen.Onderdeel C bevat activiteiten, plannen en besluiten waarvoor het doorlopen van een m.e.r. verplicht is.Onderdeel D bevat activiteiten, plannen en besluiten waarvoor het maken van een m.e.r.-beoordeling verplicht is.

De artikelen 7.16 tot en met 7.20a van de Wet milieubeheer zijn voor alle in het Besluit m.e.r. genoemde activiteiten van

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 35 - 42

Page 38: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

de D-lijst van toepassing. Het maakt daarvoor niet uit of het een activiteit onder of boven de D-drempel betreft. Voorafgaand aan de vergunningaanvraag of de ruimtelijke procedure dient een aparte beslissing te worden genomen dat geen MER nodig is. Voor de initiatiefnemer geldt dat hij moet melden dat er sprake is van een vormvrije m.e.r.-beoordeling en er geldt dat hij hiervoor informatie moet aanleveren. Het bevoegd gezag moet vervolgens een formeel besluit nemen dat de initiatiefnemer bij zijn vergunningaanvraag moet voegen.

De procedure is uitsluitend van toepassing op projecten die voorkomen in het Besluit m.e.r.. Indien kan worden aangetoond dat het project geen onderdeel uitmaakt van onderdeel C of D van het Besluit m.e.r., dan is de procedure niet van toepassing.

Beoordeling

In de bijlage van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het de ruimtelijke onderbouwing plan-m.e.r.-plichtig (onderdelen C en D), project-m.e.r.-plichtig (onderdeel C) of m.e.r.-beoordelingsplichtig (onderdeel D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. In de bijlage van het Besluit m.e.r. is in categorie D (11.2), de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject opgenomen. De drempelwaarde voor een formele m.e.r.-beoordeling in het Besluit m.e.r. ligt op:

een oppervlakte van 100 hectare of meer;een aaneengesloten gebied met 2000 of meer woningen;een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer.

Het planvoornemen bevat een activiteit zoals opgenomen in onderdeel D Besluit m.e.r. (realisatie van woningen op een voormalige bedrijfslocatie). De drempelwaarden van 2000 woningen of meer worden niet overschreden.

Plaats van het project

Het plangebied ligt aan de Noldijk te Barendrecht. Het plangebied ligt nabij een Natura 2000-gebied. In subparagraaf 4.9.3 is onderbouwd dat er vanuit het aspect gebiedsbescherming geen belemmeringen zijn voor het plan.

Het plangebied ligt niet of nabij een Natuur Netwerk Nederland gebied.

Een deel van het plangebied ligt binnen de beschermingszone van een waterkering. De dubbelbestemming van deze waterkering met bijbehorende regels blijft gelden waardoor het functioneren van deze kering niet in het geding komt.

Kenmerken potentiële effecten

Uit de beoordelingen en onderzoeken van de omgevingsaspecten in dit hoofdstuk blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de realisatie van het plan.

Er wordt een activiteitenplan voor de Kerkuil opgesteld en een vervolgonderzoek naar de Ransuil uitgevoerd. Deze stukken worden voorafgaand aan de sloop en sanering bij de gemeente overlegd. In de regels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om het te borgen. Dit aspect flora en fauna levert geen belemmering op voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Conclusie

Op basis van de voorgaande vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt geconcludeerd, gelet op de aard en relatieve omvang van het project, de plaats hiervan en de kenmerken van de potentiële effecten, dat er geen negatieve milieugevolgen aan de orde zijn. Daarmee hoeft er geen m.e.r.-procedure te worden doorlopen.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 36 - 42

Page 39: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 AlgemeenOvereenkomstig het bepaalde in artikel 3.1. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden, door middel van de op de verbeelding aangegeven bestemmingen, de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden.

Het bestemmingsplan bestaat uit de juridische bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergeven, met daarbij de randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers en de overheid bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen bindende werking. De toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

Om voldoende rechtszekerheid én flexibiliteit te kunnen bieden, is in het voorliggende bestemmingsplan gekozen voor een globale (flexibele) eindbestemming. Een eindbestemming biedt een directe bouwtitel, wat betekent dat wanneer het bouwplan past binnen de in de bestemming genomen regels, een bouwvergunning (‘omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen’) kan en moet worden afgegeven.

5.2 RegelsDe regels bestaan uit vier hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 Inleidende regelsHoofdstuk 2 BestemmingsregelsHoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de in het plan voorkomende artikelen.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

In Artikel 1 worden een aantal begrippen verklaard, die worden gebruikt in de regels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Daarnaast is het 'Artikel 2 Wijze van meten' opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

In dit hoofdstuk zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden.

Hierna volgt een toelichting per artikel.

Groen

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 37 - 42

Page 40: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Voor de gronden rondom de woonbebouwing is de bestemming ‘Groen’ opgenomen. In de bestemming zijn naast groen- en watervoorzieningen, voorzieningen met een karakter van algemene nut zoals speel- en nutsvoorzieningen en voorzieningen voor langzaam verkeer (voet-, fiets- en ruiterpaden) toegestaan. Om flexibliteit te behouden en het groene karakter van het gebied te waarborgen is geen bestemming 'Verkeer - verblijfsgebied' opgenomen. Daarom is gekozen om voor de aanleg van een verkeersontsluiting en parkeervoorzieningen een aanduiding op te nemen. Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' zijn een verkeersontsluiting en parkeervoorzieningen toegestaan. Uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden gebouwd. Voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan. In de regels zijn nadere voorwaarden gegeven voor de bouw van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Tuin

De gronden rondom het 'Woongebied' zijn bestemd met de bestemming 'Tuin' ten behoeve van de tuinen van de woningen. In de bestemming zijn naast tuinen, ook parkeer, groen, nuts, water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Binnen deze bestemming mag alleen gebouwd worden ten dienste van de bestemming en de aangrenzende bestemming 'Woongebied'. In de regels zijn nadere voorwaarden gegeven voor de bouw van erkers, veranda's, luifels, balkons en overige bouwwerken.

Verkeer

Een kleine strook binnen het plangebied (langs de Noldijk) is bestemd met de bestemming 'Verkeer'. In de bestemming zijn naast verkeersvoorzieningen,ook groen, speel, parkeer, nuts en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Binnen deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen toegestaan ten dienste van de bestemming.

Water

Oorspronkelijk was in het midden van het plangebied een gasleiding voorzien. Echter, deze is niet vastgelegd in het bestemmingsplan 'Zuidrand'. De gasleiding is wel vastgelegd in bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Zwijndrecht. Het is ten behoeve van de ontwikkeling niet wenselijk en niet conform afspraak om midden in het plangebied een gasleiding aan te leggen. Deze leiding zal omgelegd worden en aangelegd worden binnen de bestemming 'Water', die grenst ten westen van het plangebied. Derhalve is de bestemming 'Water' meegenomen als plangebied, maar dit is uitsluitend ten behoeve van de inzichtlijkheid op de verbeelding ten behoeve van de aan te leggen gasleiding. Binnen deze bestemming worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De regeling van de bestemming 'Water' is één op één overgenomen uit het bestemmingsplan 'Zuidrand'.

Woongebied

Daar waar de nieuwe woningen gebouwd gaan worden, is een bestemming 'Woongebied' opgenomen. Er is gekozen voor de bestemming 'Woongebied', omdat het gebied en de ontwikkeling afwijkend is van de woonbestemmingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Zuidrand'. Bestemmingsplan Zuidrand is een gedetailleerd bestemmingsplan, waarin de gronden conserverend zijn vastgelegd conform het huidige gebruik. Ten behoeve van de flexibliteit en invulling van het plangebied is het gebied niet gedetailleerd vastgelegd en is gekozen voor een globale bestemming.

Binnen deze bestemming woningen in de vorm van vrijstaande en twee-aaneen woningen toegestaan. Tevens zijn tuinen, erftoegangswegen, water, fiets- en voetpaden en groenvoorzieningen toegestaan. De hoofdgebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gerealiseerd. Er zijn maximaal 17 woningen toegestaan. In de regels zijn nadere voorwaarden gegeven voor de bouw de hoofdgebouwen. Daarnaast zijn er nadere voorwaarden gegeven voor de bouw van erkers, veranda's, luifels, balkons, bijbehorende bouwwerken, ondergronds bouwen, steigers, boothuizen en andere bouwwerken.

Verder zijn er drie voorwaardelijke verplichtingen opgenomen.

1. De voorwaardelijke verplichting - nader akoestisch onderzoek vloeit voort uit het uitgevoerde akoestisch onderzoek, waarbij sprake is van een normoverschrijding voor de woningen aan de Noldijk. Er zijn nog geen concrete bouwplannen, waardoor de geluidwering van de gevels niet onderzocht kan worden. Derhalve is voorwaardelijke verplichting opgenomen om het vereiste van voldoende geluidwerende gevels te borgen.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 38 - 42

Page 41: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

2. De voorwaardelijke verplichting parkeren borgt de aanleg van voldoende parkeerplaatsen.

2. De voorwaardelijke verplichting ontheffing Kerkuil is opgenomen voor het borgen van mitigerende en/of compenserende maatregelen met het oog op de gunstige staat van instandhouding van de Kerkuil, waarvoor een ontheffing aangevraagd moet worden.

Leiding - Gas

De gronden waar een gasleiding is voorzien, zoals toegelicht onder de bestemming 'Water', zijn bestemd met als 'Leiding - Gas'. In deze bestemming is een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden opgenomen.

Waarde - Archeologie - 2 en Waarde - Archeologie - 4

Ter bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het plangebied zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - 2' en 'Waarde - Archeologie - 4' opgenomen. In deze bestemmingen is een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden opgenomen.

Waterstaat - Waterkering

Ter bescherming van de aanwezige waterkering in het plangebied is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen. In deze bestemmingen is een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

In hoofdstuk 3 worden enkele algemene regels gegeven die gelden voor heel het plangebied en niet bestemming gebonden zijn, zoals de anti-dubbeltelregel. Ook worden algemene gebruiksregels gegeven. Daarnaast worden enkele algemene afwijkingsregels gegeven die de flexibiliteit van het plan vergroten.

In de algemene aanduidingsregels zijn de gebiedsaanduidingen opgenomen, waaronder de 'geluidzone - industrie', 'overige zone - water', 'vrijwaringszone - natuurvriendelijke oever' en de 'vrijwaringszone - straalpad'.

De 'geluidzone - industrie' is opgenomen ten behoeve van de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte van een inrichting.

De gronden met de 'overige zone - water' zijn mede bestemd voor de aanleg van waterhuishoudkundige voorzieningen, Vanwege flexibiliteit bij de aanleg mag onder voorwaarden deze aanduiding van vorm en situatie veranderd worden.

Langs de oever van het Waaltje is een 5 meter brede strook aangeduid met 'vrijwaringszone - natuurvriendelijke oever'. Binnen deze zone worden eisen gesteld aan de aanleg van de oeverconstructie en bouwwerken. Gebouwde erfscheidingen en oeverconstructies, zoals beschoeiingen, zijn hier niet toegestaan.

De 'vrijwaringszone - straalpad' is mede voor de bescherming van de straalverbinding. Ter bescherming van deze straalverbinding is een maximale bouwhoogte van 63 meter toegestaan.

Om te zorgen dat de woningen op een zorgvuldige wijze in het landschap worden ingepast, is in 'Overige regels' een regeling met betrekking tot het beeldkwaliteitsplan opgenomen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregelsIn het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 39 - 42

Page 42: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 40 - 42

Page 43: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheidOp grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de gemeente verplicht bij een procedure waarin bouwplannen zijn opgenomen als aangewezen in artikel 6.12 Wro juncto artikel 6.12 Besluit ruimtelijke ordening, een exploitatieplan vast te stellen. Geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld als het verhalen van kosten anderszins verzekerd is, bijvoorbeeld doordat een anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer.

In artikel 3.1.6 sub i van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld dat inzicht gegeven moet worden over de uitvoerbaarheid van het plan. De ontwikkeling die mogelijk wordt gemaakt met het bouwplan moet (economisch) uitvoerbaar zijn en kunnen worden gerealiseerd.

De realisatie van het bouwplan komt geheel voor rekening en risico van de initiatiefnemer. Er zijn geen gemeentelijke investeringen mee gemoeid. Dit is vastgelegd in de anterieure overeenkomst. Het kostenverhaal is hierin geregeld. De kosten zijn hierdoor anderszins verzekerd. Er hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan besluit het bevoegd gezag geen exploitatieplan vast te stellen zoals geregeld in artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening, omdat de plankosten anderszins verzekerd zijn. Een planschadeovereenkomst maakt deel uit van de anterieure overeenkomst.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 VooroverlegConform artikel 3.1.1. van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Op 24 juli 2020 is het concept ontwerpbestemmingsplan verstuurd naar de overlegpartners. Op 24 juli 2020 is via een E-formulier aanbieden ruimtelijk plan” het concept ontwerpbestemmingsplan bij de provincie Zuid-Holland aangemeld.

De volgende overlegpartners hebben een reactie ingediend:

Provincie Zuid-HollandDCMR Milieudienst RijnmondWaterschap Hollandse Delta (WSHD)Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond (VRR)

De reacties zijn verwerkt in Nota Vooroverleg evenals eventuele wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan als gevolg daarvan. De Nota Vooroverleg is als Bijlage 10 toegevoegd.

6.2.2 ParticipatieDe gemeente hecht grote waarde aan participatie en stimuleert initiatiefnemers om met belanghebbenden in gesprek te gaan. Dit past geheel in het gedachtegoed van de aankomende Omgevingswet. Met participatie in de Omgevingswet wordt bedoeld 'het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen. In het kader van dit plan is in een vroegtijdige stadium met de omwonenden gesproken en zijn de reacties hieronder toegelicht.

Op donderdag 9 mei 2020 is er een mail gestuurd naar alle bewoners die op het plan uitkijken. Deze mail bevatte een kaart van het plan en een brief waarin de desbetreffende informatie over het bestemmingsplan beschreven staat en een uitnodiging voor een telefonisch gesprek over het plan. De omwonenden zijn daarna telefonisch en persoonlijk

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 41 - 42

Page 44: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

benaderd.

De reacties die hieruit zijn voortgekomen zijn voor het overgrote deel erg positief. Een groot deel van deze bewoners is akkoord gegaan met het plan. Door een klein aantal omwonenden zijn er bezwaren aangegeven.

Deze bezwaren betreffen:

de positie van de toegangsweg, inzake inschijnende koplampen en het belemmeren van zicht op de Waal door positie van de nieuwe woning; verminderde privacy door wandelpad achter de woning en nieuwe brug.

Positie toegangsweg en belemmeren van zicht

Dit bezwaar vloeit voort uit de verplaatsing van de woning Noldijk 121. Deze verplaatsing was in eerdere plannen niet voorzien, maar is ontstaan vanuit de gemeentelijke wens voor meer doorzichten vanaf de Noldijk op de Waal. Door deze verplaatsing is de verkaveling aangepast en komt de vervangende woning Noldijk 121 en een toegangsweg voor de deur van twee bewoners te liggen. Dit bezwaar heeft geleid tot een grote aanpassing in het plan, namelijk dat de woning 121 wel wordt gesloopt echter niet meer verplaatst wordt teruggebouwd op de positie aan de dijk tegenover deze 2 bewoners. Eén van deze bewoners heeft schriftelijk aangegeven akkoord te zijn. De andere bewoner heeft niet meer gereageerd.

Verminderde privacy en veiligheid door wandelpad en nieuwe brug

Een bewoner is bang dat een wandelpad achter zijn woning voor minder privacy zal zorgen. Dit betreft een verbinding met het bestaande wandelpad dat wordt aangelegd aan de westzijde van het plangebied. Gemeente heeft in haar beleidstukken het uitgangspunt van een doorgaande route langs de Waal. Dit pad vormt daar onderdeel van en kan daarmee niet vervallen. Er is hier echter sprake van een brede watergang en groen zodat voetgangers op ruime afstand blijven. Door het wandelpad in het plangebied, zal zijn privacy niet verminderd worden. Om de bewoner tegemoet te komen is het wandelpad achter zijn woning zo ver mogelijk in noordoostelijke richting verschoven. Mondeling is aangegeven dat de initiatiefnemer in overleg met de gemeente gaat bekijken hoe de bosschages worden ingericht.

Deze bewoner heeft ook aangegeven te vrezen voor verminderde veiligheid na aanleg van de nieuwe brug tussen het reeds bestaande wandelpad aan de Waal naast/achter zijn woning en het nieuw te realiseren plan. De gemeente is echter van mening dat er haar inziens geen sprake kan zijn van verminderde veiligheid na aanleg van deze brug aangezien middels het hiermee doortrekken van de doorgaande route langs de Waal in het nieuwe plan het bestaande pad minder anoniem(verscholen) maakt hetgeen de veiligheid juist ten goede komt.

Vervolg

Tussen initiatiefnemer en een van de bewoners vindt nog derde afspraak plaats. Dit heeft onder andere betrekking op de gewenste ruilverkaveling.

6.2.3 ZienswijzenHet voorontwerpbestemmingsplan wordt voor de inspraak niet ter visie gelegd. Het ontwerp bestemmingsplan wordt voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd, gedurende deze periode is het voor één ieder mogelijk om een zienswijzen op het bestemmingsplan in te dienen.

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 42 - 42

Page 45: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 46: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 47: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BESTEMMINGSPLANPARQ WAAL

VAN PELT ONTWIKKELT B.V.ontwerpnovember 2020

ruimte voor ideeën

Page 48: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 49: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Parq Waal

Page 50: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Inhoudsopgave

Bijlagen toelichting 3

Bijlage 1 Waterberekening 4

Bijlage 2 Onderzoek externe veiligheid 6

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek 21

Bijlage 4 Bodemonderzoek 70

Bijlage 5 Programma van Eisen & bureauonderzoek archeologie 1059

Bijlage 6 Archeologisch onderzoek 1088

Bijlage 7 Quickscan flora en fauna 1135

Bijlage 8 Nader onderzoek Ransuil 1152

Bijlage 9 Stikstofdepositieberekening 1155

Bijlage 10 Nota Vooroverleg 1176

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 2 - 1183

Page 51: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlagen toelichting

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 3 - 1183

Page 52: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 1 Waterberekening

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 4 - 1183

Page 53: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

134a

135

111

118

105

125

123

124

144b

115

123a

138

119

129

121

117

135a

113a

140a

133

134

150

113

116

123

140

133a

107

128

150a

109

136

144

144a

146

148

126

142

Noldijk

Noldijk

Noldijk

Noldijk

134a

135

121a

111

118

105

125

123

124

144b

115

123a

138

119

129

121

117

135a

113a

140a

133

134

150

113

116

123

140

133a

107

128

150a

109

136

144

144a

146

148

126

142

Noldijk

Noldijk

Noldijk

Noldijk

aan deze tekening kunnen geen rechten worden ontleend

naam

status

opdrachtgever

project

titel

nummer

omschrijving

revisiedatum

gewijzigd door

revisienummer

datum

blad

schaal en formaat

getekend door

revisie

tekening

www.wissing.nl

GTI locatie Noldijk BarendrechtVan Pelt Ontwikkelt bv

Analyse oppervlakteverharding, watertoets102303-R000-00

Concept

9-4-2020

01

1:2000

R. Goud

3

8-9-2020

R.G.

aanpassen o.b.v. sp versie 8

102303-R000-00.DWG

Bestaand Nieuw

N

Parq Waal

Page 54: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 2 Onderzoek externe veiligheid

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 6 - 1183

Page 55: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

EXTERNE VEILIGHEID

NOLDIJK 113 TE BARENDRECHT

Page 56: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapportage externe veiligheid

Noldijk 113 te Barendrecht

Opdrachtgever Wissing Ruimtelijke Denkers

Postbus 37

2990 AA Barendrecht

Rapportnummer 8176.003

Versienummer D1

Status Eindrapportage

Datum 3 april 2020

Vestiging Limburg

Rijksweg Noord 39

6071 KS Swalmen

088 - 5001600

Opsteller Q. Duong, BEng

Paraaf

Kwaliteitscontrole ing. M. de Loos

Paraaf

Kwaliteitszorg Econsultancy werkt volgens een dynamisch kwaliteits- en milieusysteem, zoals beschreven in het kwaliteits- en milieuhand-boek. Ons kwaliteits- en milieusysteem is gecertificeerd volgens de eisen in de NEN-EN-ISO 9001.

Page 57: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

8176.003

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING .................................................................................................................................. 1

2 BELEID EN REGELGEVING ...................................................................................................... 2

2.1 Wet- en regelgeving ......................................................................................................... 2 2.2 Plaatsgebonden Risico ..................................................................................................... 2 2.3 Groepsrisico ...................................................................................................................... 2 2.4 Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) ................................................................ 2 2.5 Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en Regeling Basisnet........................... 3 2.6 Verantwoordingsplicht ...................................................................................................... 3

3 INVENTARISATIE OMGEVING PLANGEBIED ......................................................................... 5

3.1 Buisleiding ........................................................................................................................ 5 3.2 Transport .......................................................................................................................... 6 3.3 Inrichtingen ....................................................................................................................... 6

4 BEPERKTE VERANTWOORDING GROEPSRISICO ............................................................... 9

4.1 Zelfredzaamheid ............................................................................................................... 9 4.2 Bestrijdbaarheid ................................................................................................................ 9

5 SAMENVATTING EN CONCLUSIES ....................................................................................... 10

Page 58: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 1 van 10

1 INLEIDING

Econsultancy heeft van Wissing Ruimtelijke Denkers opdracht gekregen voor het uitvoeren van een

onderzoek naar externe veiligheid voor het plan aan de Noldijk 113 te Barendrecht. Het onderzoek is

uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging voor de realisatie van 16 nieuwbouwwo-

ningen (kwetsbare objecten). In het onderzoek worden de risico’s rondom het plangebied beschouwd.

Het plangebied is in figuur 1.1 weergegeven.

Figuur 1.1 Plangebied

Page 59: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 2 van 10

2 BELEID EN REGELGEVING

2.1 Wet- en regelgeving

Externe veiligheid heeft betrekking op het vervoer en transport van gevaarlijke stoffen en bedrijven

die werken met gevaarlijke stoffen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen via wegen en spoorlijnen wordt

geregeld in het Besluit externe veiligheid transportroutes en de Regeling Basisnet. Voor transport

middels buisleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing. Voor externe

veiligheid staan twee begrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hieronder

worden beide begrippen verder uitgelegd.

2.2 Plaatsgebonden Risico

Het plaatsgebonden risico geeft de kans om te overlijden op een bepaalde plaats als gevolg van een

ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op

die plaats aanwezig is. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er geen nieuwe kwetsbare objecten

aanwezig zijn of geprojecteerd worden binnen de 10-6/jaar-contour (wettelijk harde grenswaarde).

Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6/jaar-contour niet als grenswaarde, maar als een richt-

waarde. Voor de definitie van de begrippen kwetsbare, en beperkt kwetsbare objecten wordt verwe-

zen naar het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

2.3 Groepsrisico

Het groepsrisico geeft de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde om-

vang. Het groepsrisico is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het

groepsrisico wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied

wordt begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald): de afstand waarop nog 1% van

de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.

2.4 Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)

Het Bevb sluit aan op de risicobegrippen zoals deze in het Bevi worden gehanteerd. Concreet bete-

kent dit dat rondom buisleidingen een 10-6/j plaatsgebonden risicocontour zal moeten worden bere-

kend en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van een leiding het groepsrisico

dient te worden verantwoord. Het Bevb is van toepassing op:

hogedruk aardgastransporten (> 16 bar);

brandstofleidingen voor de categorieën K1, K2 en K3 (inclusief brandstofleidingen van Defen-

sie);

overige leidingen met gevaarlijke stoffen zoals aangewezen bij ministeriële regeling. Het be-

treft onder andere CO2 , buteen en chloor.

Het Bevb sluit aan op de risicobegrippen zoals deze in het Besluit externe veiligheid inrichtingen wor-

den gehanteerd. Voor het plaatsgebonden risico wordt een kans op overlijden van 1 op de 1 miljoen

per jaar acceptabel geacht. Concreet betekent dit dat rondom (vaar-)wegen of hoofdspoorwegen een

10-6/jr plaatsgebonden risicocontour zal moeten worden berekend en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen

binnen het invloedsgebied van een leiding het groepsrisico dient te worden verantwoord. Het groeps-

risico voor transportroutes is voorzien van een oriëntatiewaarde, die gesteld is op F∙N2 < 10-2 per jaar,

waarin F de kans per jaar is met N het aantal slachtoffers. Dit is gelijk aan de stippellijn tussen het

gele en rode vlak in figuur 2.1.

Page 60: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 3 van 10

Figuur 2.1 Visualisatie oriëntatiewaarde groepsrisico

2.5 Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en Regeling Basisnet

Vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats over het spoor, over de weg en het water. Om gevaarlijke

stoffen te vervoeren moeten vervoerders zich houden aan veiligheidseisen. Aan transportroutes en de

omgeving nabij deze transportroutes zijn eisen gesteld.

Het Basisnet maakt het mogelijk dat het vervoer van gevaarlijke stoffen blijft plaatsvinden op een ver-

antwoord veilige manier. Het Basisnet is een landelijk aangewezen netwerk voor het vervoer van ge-

vaarlijke stoffen via de hoofdinfrastructuur. De onderliggende infrastructuur valt niet rechtstreeks on-

der het Basisnet, maar hier kan wel aansluiting bij worden gezocht.

Het Bevt bevat de uitwerking van de ruimtelijke component van het Basisnet. Doel van dit besluit is

waarborgen van een basisbeschermingsniveau door te voorkomen dat bij ruimtelijke ontwikkelingen

mensen worden blootgesteld aan een hoger risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen dan

maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. Verder bevat het besluit onder andere regels die strek-

ken tot het inzichtelijk maken van de kans op een ramp met veel slachtoffers en het op een transpa-

rante wijze wegen van het risico ten opzichte van toe te laten ruimtelijke ontwikkelingen.

De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico is gelijk aan de oriëntatiewaarde uit het Bevb.

2.6 Verantwoordingsplicht

In het Bevb en het Bevt is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Bij

deze verantwoordingsplicht dient het bevoegd gezag op een juiste wijze de toename en ligging van

het groepsrisico te verantwoorden en te onderbouwen. Daarbij geeft het bevoegd gezag aan of het

groepsrisico in de betreffende situatie aanvaardbaar wordt geacht. De verantwoordingsplicht van het

groepsrisico dient rekening te houden met de hoogte van het groepsrisico. Bij de verantwoording van

het groepsrisico dient het bevoegd gezag het plan voor te leggen bij de veiligheidsregio.

Volgens het Bevt kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico indien

- het groepsrisico niet hoger is dan 0,1 x de oriëntatiewaarde waarde, of

- het groepsrisico niet meer dan 10% toeneemt en de oriëntatiewaarde niet wordt overschre-

den.

Page 61: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 4 van 10

In de toelichting bij een bestemmingsplan wordt, voor zover het gebied waarop dat plan betrekking

heeft binnen het invloedsgebied ligt van een weg, spoorweg of binnenwater waarover gevaarlijke

stoffen worden vervoerd, in elk geval ingegaan op:

a. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een

ramp op die weg, spoorweg of dat binnenwater, en

b. voor zover dat plan betrekking heeft op nog niet aanwezige kwetsbare of beperkt kwetsbare

objecten: de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien zich op die

weg, spoorweg of dat binnenwater een ramp voordoet.

Indien een bestemmingsplan betrekking heeft op een gebied dat geheel of gedeeltelijk gelegen is

binnen 200 meter van een transportroute, wordt in de toelichting bij dat plan tevens ingegaan:

de dichtheid van personen in het invloedsgebied van de transportroute op het tijdstip waar-

op het plan wordt vastgesteld, rekening houdend met de in dat gebied reeds aanwezige

personen en de personen die in dat gebied op grond van het geldende bestemmingsplan of

de geldende bestemmingsplannen redelijkerwijs te verwachten zijn, en

de als gevolg van het bestemmingsplan redelijkerwijs te verwachten verandering van de

dichtheid van personen in het gebied waarop dat plan betrekking heeft;

het groepsrisico op het tijdstip waarop het plan wordt vastgesteld en de bijdrage van de in

dat plan of besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van

het groepsrisico, vergeleken met de oriëntatiewaarde;

de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die bij de voorbereiding van het plan zijn

overwogen en de in dat plan of die vergunning opgenomen maatregelen, waaronder de

stedenbouwkundige opzet en voorzieningen met betrekking tot de inrichting van de open-

bare ruimte, en

de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en de voor- en

nadelen daarvan.

Page 62: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 5 van 10

3 INVENTARISATIE OMGEVING PLANGEBIED

Met behulp van de risicokaart kan een eerste indruk van de risicobronnen in de omgeving van een

plangebied worden gemaakt. In figuur 3.1 is een uitsnede van de risicokaart weergegeven.

Figuur 3.1 Uitsnede risicokaart

In figuur 3.1 is het plangebied (rood) weergegeven ten opzichte van de risicobronnen. In onderstaan-

de paragrafen worden de genummerde bronnen nader toegelicht.

3.1 Buisleiding Op ruim 275 meter ten noorden van het plan is een waterstofleiding (1) van de beheerder Air Pro-

ducts aanwezig. Op circa 1,5 kilometer is een buisleiding (2) van de beheerder Gasunie Transport

Services aanwezig. In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van de kenmerken van deze leidingen.

Tabel 3.1 Overzicht buisleidingen

nummer leiding beheerder diameter

[inch]

werkdruk

[bar]

inventarisatieafstand

[m]

PR 10-6

[m]

1 GHY_507_H2_Unimills Air Products 6,61 44 35* 10*

2 A-555 Gasunie Transport

Services

6,61 44 70 0

*berekend door DCMR Milieudienst Rijnmond

Omdat het plan buiten de inventarisatieafstand van beide buisleidingen is gelegen en buiten het

plaatsgebonden risicocontour van 10 meter van de waterstofleiding (1), is een kwantitatieve risicoana-

lyse niet noodzakelijk.

1

2

6

9

3

5

4 7

8

Page 63: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 6 van 10

3.2 Transport

Op circa 550 meter ten noordoosten van het plan is de spoorlijn (3) Kijfhoek – Barendrecht gelegen.

In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van het invloedsgebied en het aantal transporten. Gelet op de

afstand tot het plangebied (meer dan 200 meter) is het niet noodzakelijk een kwantitatieve risicoana-

lyse uit te voeren. Vanwege het transport van gevaarlijke stoffen (stofcategorieën A, B2, B3, C3, D3

en D4) moet rekening gehouden worden met een invloedsgebied van 35 tot meer dan 4 kilometer.

Omdat het plangebied binnen het invloedsgebied van een aantal stoffen is gelegen dient een verant-

woording te worden gegeven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.

Tabel 3.2 Overzicht invloedsgebied en aantallen transporten

stofcategorie invloedsgebied [meter] aantal transporten per jaar

A 460 34.440

B2 995 18.650

B3 > 4 km 560

C3 35 151.780

D3 375 12.910

D4 > 4 km 4.590

Ruim 1,1 kilometer ten zuiden van het plangebied is vaarwegroute Corridor Rotterdam – Moerdijk

gelegen. Over deze route vindt transport met gevaarlijke stoffen plaats door middel van zeeschepen.

In tabel 3.3 staan de aantallen transporten gevaarlijke stoffen.

Tabel 3.3 Overzicht

stofcategorie invloedsgebied [meter] binnenvaart (aantal sche-

pen)

zeevaart (aantal schepen)

LF1 35 9.882 9.196

LF2 35 13.958 3.334

LT1 600 146 347

LT2 880 0 0

GF2 65 0 1.046

GF3 90 2.135 902

GT3 1.070 196 38

Vanwege het transport van gevaarlijke stoffen moet rekening gehouden worden met een invloedsge-

bied van 35 tot 1.070 meter. Omdat het plan op ruime afstand is gelegen, worden er geen belemme-

ringen verwacht.

3.3 Inrichtingen

Palletbedrijf J. Staat BV

Pal tegenover het plangebied is het palletbedrijf J. Staat BV (5) gelegen met een opslagplaats van

1.000 m2. De inrichting heeft geen plaatsgebonden risicocontour, omdat er alleen buiten pallets wor-

den opgeslagen en geen gevaarlijke stoffen. Wel is de kans aanwezig dat pallets kunnen branden.

Omdat het om een bestaande situatie gaat, wordt verondersteld dat aan de voorschriften voor buiten-

opslag wordt voldaan zodat een eventuele brand niet te snel overslaat. Een nadere onderbouwing is

daarom niet noodzakelijk.

Barendrecht Ziedewij Op ruim 540 ten noordwesten van het plangebied is de inrichting Barendrecht Ziedewij (6) gelegen.

Binnen de inrichting vindt aardolie- en aardgaswinning plaats. Op 40 meter afstand bedraagt het

plaatsgebonden risico 10-6/jaar. Gezien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot

het uitvoeren van een nader onderzoek.

Page 64: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 7 van 10

Shipcoat B.V.

Op ruim 750 ten zuiden van het plangebied aan de Industrieweg 17 is de Bevi inrichting Shipcoat B.V.

(7) gelegen. De inrichting ligt op korte afstand van de gemeentegrens met Barendrecht. Binnen de

inrichting vindt opslag van verfwaren plaats met een gemiddelde hoeveelheid van 100.000 kilogram.

Verder beschikt de inrichting over een H-ex installatie ter bestrijding van een eventuele brand. Deze

activiteit valt onder de werkingssfeer van het Bevi en Revi. Op 20 meter afstand bedraagt het plaats-

gebonden risico 10-6/jaar en de afstand tot de grens van het invloedsgebied bedraagt 90 meter. Ge-

zien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot het uitvoeren van een nader onder-

zoek.

Emplacement Kijfhoek

Op ruim 600 meter ten oosten van het plangebied is het emplacement Kijfhoek (8) gelegen. Voor het

emplacement Kijfhoek is door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) het ‘Beheersplan

Groepsrisico Kijfhoek’ opgesteld (d.d. april 2012). In dit beheersplan is tevens aangegeven dat het

invloedsgebied circa 1.380 meter bedraagt en wordt bepaald door het falen van een wagen beladen

met waterstoffluoride (toxisch). Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied, maar buiten de PR 10-6

contour van het emplacement. In onderstaand figuur is door de OZHZ de hoogte van het groepsrisico

berekend. Het hoogste groepsrisico bedraagt 0,9 x de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde wordt

hiermee niet overschreden.

Figuur 3.2 Groepsrisico emplacement

De initiatiefnemer is voornemens de huidige woningen en kassen te slopen en hiervoor in de plaats

16 nieuwbouwwoningen te realiseren. Hierdoor zal de hoogte van het groepsrisico ten gevolge van

het voorgenomen plan niet significant toenemen. Het beheersplan geeft ook aan dat naast inzicht in

Page 65: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 8 van 10

het groepsrisico ook aandacht moet worden besteed aan de aspecten zelfredzaamheid en bestrijd-

baarheid. Deze aspecten worden in hoofdstuk 4 nader beschouwd.

Coldstore Wibaco BV

Op ruim 1 kilometer ten noorden van het plangebied is de inrichting Coldstore Wibaco BV (9) gele-

gen. Binnen de inrichting is een ammoniakkoelinstallatie aanwezig. De PR 10-6 contour bedraagt 0

meter. Gezien de ruime afstand tot het plangebied is er geen noodzaak tot het uitvoeren van een

nader onderzoek.

Page 66: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 9 van 10

4 BEPERKTE VERANTWOORDING GROEPSRISICO Calamiteiten op het spoor en het emplacement Kijfhoek waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn,

kunnen leiden tot explosie, fakkelbrand en het verspreiden van toxische wolken. Gelet op de afstand

tussen het plangebied en beide risicobronnen is het toxisch scenario maatgevend.

4.1 Zelfredzaamheid Als gevolg van het falen van een tankwagen met toxische stoffen op de spoorlijn Barendrecht-

Dordrecht en het emplacement geldt dat een toxische wolk zich snel kan ontwikkelen en verplaatsen.

Dit effect is niet zichtbaar voor omwonenden. Zelfredzaamheid in dit scenario is alleen mogelijk als er

tijdig alarmering plaatsvindt en gebouwen geschikt zijn te schuilen. Bewoners zullen via het waar-

schuwings- en alarmeringssysteem (WAS) en NL-Alert worden gealarmeerd om ramen en deuren te

sluiten en eventuele ventilatievoorzieningen uit te schakelen in geval van calamiteiten met toxische

wolken.

4.2 Bestrijdbaarheid In geval van een calamiteit op het spoor en het emplacement moet escalatie zo effectief mogelijk

worden voorkomen en bestreden. Bronbestrijding is bij een toxische vloeistof mogelijk door de vloei-

stof af te dekken of de concentratie te verdunnen met behulp van een waterscherm. Het laatste is

alleen mogelijk als de brandweer tijdig aanwezig is. De meest voorkomende windrichting in Nederland

is zuidwestenwind. Het plangebied is gelegen ten zuidwesten van het spoor en het emplacement.

Verondersteld wordt dat de voorzieningen langs het spoor en het emplacement ter bestrijding van een

toxisch scenario in orde zijn. De verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen ligt niet bij de initiatief-

nemer.

Page 67: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Rapport 8176.003 versie D1 Pagina 10 van 10

5 SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Econsultancy heeft in opdracht van Wissing Ruimtelijke Denkers een onderzoek externe veiligheid

uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van de realisatie van 16

nieuwbouwwoningen. Uit de inventarisatie blijkt dat het plan alleen binnen het invloedsgebied van het

spoor en het emplacement is gelegen.

Door het kleinschalig karakter van de ontwikkeling zal de ontwikkeling niet leiden tot een noemens-

waardige toename van het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied. Hierdoor zal de

voorgenomen ontwikkeling niet resulteren in een toename van het groepsrisico. Verder is ingegaan

op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid bij het maatgevende scenario (toxisch). De onderhavige

ontwikkeling in relatie tot het aspect externe veiligheid ondervindt geen belemmeringen.

Econsultancy

Swalmen, 3 april 2020

Page 68: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 69: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 21 - 1183

Page 70: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk

in Barendrecht

Akoestisch onderzoek wegverkeer

Wissing BV

Page 71: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

www.burodb.nl

[email protected]

Wissing BV

GTI-locatie aan de Noldijk

in Barendrecht

Akoestisch onderzoek wegverkeer

Datum 10 maart 2020

Kenmerk RPT20160764-02

Page 72: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Verklaring en documentatie

Opdrachtgever(s) Wissing BV

Titel rapport NGTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht

Akoestisch onderzoek

Kenmerk RPT20160737-02

Datum publicatie 10 maart 2020

Projectteam opdrachtgever(s) mevrouw M. Tas

Projectteam BuroDB de heer T.S. de Boer

Projectomschrijving Onderzoek naar en toetsing van de te verwachten

geluidsbelasting van verkeer voor het plan 'GTI-locatie'

aan de Noldijk in Barendrecht. Het plan omvat de

realisatie van 17 nieuwe woningen binnen het

invloedsgebied van de Noldijk.

Advies en rapport BuroDB

Adres Eise Eisingastraat 20

Postcode 8801 KG

Plaats FRANEKER

Telefoon +31 (0)6 209 57 903

Website www.burodb.nl

E-mail [email protected]

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem/haar gebruikt worden voor het doel waarvoor het is

opgesteld, met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele

eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij BuroDB.

Page 73: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

1 Inleiding 1

2 Het plan en het wettelijk kader 3

2.1 Wegverkeer 4

2.2 Railverkeer 6

3 Uitgangspunten 8

3.1 Rekenmethodiek 8

3.2 Verkeersgegevens 8

3.2.1 Wegverkeer 8

3.3 Omgevingskenmerken 9

4 Resultaten 12

4.1 Noldijk 12

5 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 18

Bijlagen

1 Items geluidsmodel

2 Geluidsbelasting wegverkeer

Inhoud Pagina

Page 74: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer

1 Inleiding

Voor de realisatie van zeventien nieuwe woningen binnen het plangebied van de

in Barendrecht wordt een bestemmingsplan

zuidwesten van de spoorlijn Rotterdam

figuren 1.1 is de ligging van het plangebied

Figuur 1.1: Locatie plangebied GTI-locatie in Barendrecht

Figuur 1.1: Situering plangebied GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht

locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer

zeventien nieuwe woningen binnen het plangebied van de

bestemmingsplanprocedure doorlopen. Het plangebied is gelegen ten

n van de spoorlijn Rotterdam-Dordrecht, tussen de Noldijk en het water van de Waal.

1.1 is de ligging van het plangebied op luchtfoto's weergegeven.

locatie in Barendrecht

locatie aan de Noldijk in Barendrecht

1

zeventien nieuwe woningen binnen het plangebied van de voormalige GTI-locatie

Het plangebied is gelegen ten

het water van de Waal. In de

Page 75: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 2

De Noldijk is een 60 km/uur-weg en is daarmee gezoneerd volgens de Wet geluidhinder (Wgh). De

nieuwe woningen liggen binnen de invloedssfeer van de weg en voor de ruimtelijke onderbouwing van

het plan is het uitvoeren van akoestisch onderzoek daarom nodig.

In opdracht van Wissing bv heeft BuroDB het voor het plan benodigde akoestisch onderzoek wegverkeer

uitgevoerd. De uitgangspunten en bevindingen van de analyse zijn in deze rapportage beschreven.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 van dit rapport zijn de voor het plan geldende geluidscriteria beschreven. De relatie

tussen het plan, de Wet geluidhinder en de randvoorwaarden voor een goede ruimtelijke ordening zijn

hierbij aangegeven. In hoofdstuk 3 zijn de bij het onderzoek gehanteerde uitgangspunten beschreven.

De resultaten van het onderzoek en de beoordeling daarvan zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Tot slot zijn

in hoofdstuk 5 de conclusies van het onderzoek samengevat.

Page 76: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 3

2 Het plan en het wettelijk kader

Het bestemmingsplan voor de voormalige GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht omvat de bouw van

in totaal zeventien geluidsgevoelige bestemmingen in de nabijheid van een weg en een spoorbaan. De

maximale bouwhoogte van de nieuwe woningen is nog niet aangegeven. Omdat het gaat om vrijstaande,

grondgebonden woningen is uitgegaan van maximaal drie bouwlagen (twee lagen met een kap).

In figuur 2.1 is het schetsontwerp van het plan met daarin de verkaveling van de nieuwe woningen

weergegeven.

Figuur 2.1: Schetsontwerp plan GTI-locatie in Barendrecht (bron: Wissing)

Binnen het plangebied zullen de zeventien grondgebonden woningen worden gerealiseerd. Voor de in

het schetsontwerp aangegeven locaties is het akoestisch onderzoek uitgevoerd.

In het kader van de ruimtelijke procedure voor de gewijzigde bestemming moet de te verwachten

geluidsbelasting op de gevels van de woningen worden onderzocht en getoetst. De te verwachten

geluidsbelasting moet voldoen aan de wettelijke vereisten en aan de voorwaarden van een goede

ruimtelijke ordening.

Volgens het gemeente Barendrecht wordt de Noldijk in de toekomst ingericht als een 30 km/uur-weg en

wordt daarmee de weg aanzienlijk rustiger met verkeer. Ook zal dan geen vrachtverkeer meer gebruik

maken van deze weg. Omdat het besluit tot aanpassing van de maximum snelheid nog niet is genomen

en niet bekend is of dit voornemen ook geldt voor dit deel van de Noldijk, is in dit onderzoek uitgegaan

van de weg met de huidige wettelijke maximum snelheid en de bestaande hoeveelheid vrachtverkeer.

De bij het akoestisch onderzoek gehanteerde verkeersgegevens zijn ontleend aan een recent door

BuroDB uitgevoerde verkeerskundige analyse voor het plan.

Page 77: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 4

Het voor het plan GTI-locatie in Barendrecht uitgevoerde akoestisch onderzoek is in deze rapportage

beschreven. In de volgende paragrafen zijn de voor het plan relevante wettelijke bepalingen beschreven.

Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de bepalingen voor het wegverkeerslawaai en het

railverkeerslawaai.

2.1 Wegverkeer

Zonering wegverkeer

De wet- en regelgeving omtrent het geluid in Nederland is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). In

artikel 74 van de Wgh is bepaald dat zich langs alle wegen een geluidszone bevindt. Uitzonderingen

hierop zijn wegen waarvoor een wettelijke maximum snelheid geldt van 30 km/uur en woonerven.

De breedte van de geluidszone hangt af van het aantal rijstroken waaruit de weg bestaat en van de

ligging van de weg in stedelijk dan wel buitenstedelijk gebied. Doel van de geluidszone is het vaststellen

van de geluidsgevoelige bestemmingen die deel (moeten) uitmaken van het akoestisch onderzoek. In

tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de geldende breedtes van de geluidszone per type weg.

Aantal rijstroken Wegligging binnen stedelijk gebied Wegligging buiten stedelijk gebied

2 200 m 250 m

3 of 4 350 m 400 m

5 of meer n.v.t. 600 m

Tabel 2.1: Overzicht breedte wettelijke geluidszones per wegtype

De Noldijk is een 60 km/uur-weg en ligt buiten de bebouwde kom van Barendrecht. De weg bestaat uit

één rijloper voor twee richtingen en de weg heeft daarmee een wettelijke geluidszone van 250 meter.

Het gehele plangebied van de GTI-locatie ligt binnen deze zone. Het akoestisch onderzoek wegverkeer is

van toepassing op alle woningen van het plan.

Geluidscriteria wegverkeer

De Wet geluidhinder hanteert verschillende grens- en ontheffingswaarden. Binnen het onderhavige plan

gaat het formeel om de situatie: ‘nieuwe woning binnen de zone van een bestaande (of geprojecteerde)

weg’.

De voorkeursgrenswaarde voor nieuwe woonbestemmingen langs een weg, zowel binnen als buiten de

bebouwde kom, is 48 dB (artikel 82 lid 1 Wgh). In geval deze norm wordt overschreden, dan dient eerst

nader onderzoek plaats te vinden naar de mogelijkheden voor het toepassen van geluidsbeperkende

maatregelen. Als het treffen van maatregelen aan de bron en/of in de overdracht niet goed mogelijk is of

niet (volledig) leidt tot het kunnen voldoen aan de norm, dan is ontheffing voor een hogere grenswaarde

een vereiste en mogelijk ook het stellen van (extra) randvoorwaarden aan de geluidwering van de gevels

noodzaak. De maximale ontheffingswaarde in deze buitenstedelijke situatie is 53 dB (artikel 83 lid 1

Wgh).

Page 78: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 5

De voor het plan geldende geluidscriteria zijn weergegeven in tabel 2.2.

Weg Voorkeursgrenswaarde in dB Maximale ontheffingswaarde in dB

Noldijk 48 53

Tabel 2.2: Overzicht geluidscriteria wegverkeer

Geluidsbeperkende maatregelen

Bij geconstateerde overschrijding van de geluidsnormen (of de streefwaarden) dient het akoestisch

onderzoek tevens in te gaan op de mogelijkheden en effecten van geluidsbeperkende maatregelen.

Hierbij geldt de volgende prioriteitsvolgorde:

� bronmaatregelen, zoals verkeers- en wegdekmaatregelen;

� overdrachtsmaatregelen, zoals het vergroten van de afstand tussen de woning en de weg,

schermen en wallen;

� ontvangermaatregelen, zoals toepassing van ‘dove gevels’. Dit zijn gevels zonder te openen delen

die grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte;

� het aanvragen van ontheffing (in combinatie met geluidwering gevels).

Zoals eerder al beschreven is de laatste optie niet aan de orde langs 30 km/uur-wegen. Omdat 30

km/uur-wegen niet gezoneerd zijn is er geen juridische basis voor het verlenen van ontheffing.

Dove gevel(s)

Onder een dove gevel wordt verstaan:

� een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077

bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting

van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede

� een bouwkundig constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn of waarin alleen bij

uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

De geluidsbelasting op een dove gevel hoeft niet te worden getoetst aan de wettelijke normen. Wel moet

een dove gevel voorzien in voldoende geluidwering om te kunnen voldoen aan het in het Bouwbesluit

2012 gestelde maximale binnenniveau.

Het toepassen van één (of meerdere) dove gevels of geveldelen in de woning kan in sommige gevallen

oplossing bieden om een woning op de beoogde locatie te kunnen realiseren. Bij de afweging om al dan

niet een dove gevel toe te passen dient rekening te worden gehouden met de verminderde

gebruiksmogelijkheden en de invloed daarvan op het woon- en leefgenot.

Maximale geluidsbelasting binnen de bestemming

In het Bouwbesluit zijn eisen gesteld ten aanzien van de maximaal toegestane geluidsniveaus binnen

woningen. De (geluidsbelaste) gevels van woningen moeten voldoende geluidsisolerend werken om

hieraan te kunnen voldoen. In het Bouwbesluit is gesteld dat de karakteristieke gevelwering van nieuwe

woningen minimaal 20 dB moet bedragen. Voor de maximale binnenwaarde van verblijfsgebieden in

woningen geldt de norm van 33 dB. De gevelbelasting (geluidsbelasting buiten op de gevel) en de

karakteristieke gevelwering (geluidsisolatie van de gevel) bepalen samen de binnenwaarde.

Page 79: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 6

Om de binnenwaarde te kunnen bepalen moet de geluidsbelasting op de gevel(s) dus altijd bekend zijn.

Bij wegverkeerslawaai dient daarbij te worden uitgegaan van de totale geluidsbelasting (de belasting ten

gevolge van alle aanwezige wegen samen), zonder toepassing van de correctie volgens artikel 110g van

de Wet geluidhinder; de zogenaamde gecumuleerde geluidsbelasting.

Voor de bepaling of er al dan niet nader onderzoek naar de karakteristieke geluidwering van de gevels

nodig is kan voor de gecumuleerde geluidsbelasting de grenswaarde van (33+20=) 53 dB worden

aangehouden als grenswaarde.

2.2 Railverkeer

Zonering railverkeer

De kortste afstand tussen de woningen van het plan en de rand van de spoorbaan tussen Rotterdam en

Dordrecht is circa 575 meter. Deze spoorbaan maak onderdeel uit van het hoofdspoorwegennet en staat

op de geluidplafondkaart Spoor bedoelt in artikel 11.17 van de Wet Milieubeheer.

Voor de spoorlijn zijn zogenaamde geluidproductieplafonds (GPP's) vastgesteld en de spoorbaan heeft

een wettelijk aandachtsgebied (geluidszone). Wanneer een nieuwe geluidsgevoelige bestemming binnen

dit aandachtsgebied mogelijk wordt gemaakt, moet hiervoor akoestisch onderzoek worden uitgevoerd.

De breedte van de wettelijke geluidszone is afhankelijk van de geluidsproductiewaarde van de

spoorbaan ter plaatse van de bouwlocatie. In artikel 1.4 van het Besluit Geluidhinder is een tabel

opgenomen met de geldende zonebreedtes. In figuur 2.2 is deze tabel overgenomen.

Figuur 2.2: Tabel geluidszones spoorwegen (bron: Besluit geluidhinder)

De hoogte van het geluidsproductieplafond is afgeleid uit het geluidregister Spoor van het Ministerie van

Infrastructuur en Waterstaat. Hieruit volgt dat het maatgevende geluidsproductieplafond ter plaatse van

de GTI-locatie (maximaal) 58,6 dB is (zie figuur 2.3).

Page 80: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer

Figuur 2.3: Maatgevende GPP ter hoogte van

Daarmee geldt voor het onderzoeksgebied een

planlocatie ligt in zijn geheel buiten d

geluid van het railverkeer is voor dit plan da

betrekking op het geluid van wegverkeer.

locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer

: Maatgevende GPP ter hoogte van de GTI-locatie in Barendrecht

Daarmee geldt voor het onderzoeksgebied een breedte van de geluidszone van 2

planlocatie ligt in zijn geheel buiten deze geluidszone. Het uitvoeren van akoestisch onderzoek

geluid van het railverkeer is voor dit plan daarom niet nodig. Het onderzoek heeft verder alleen

betrekking op het geluid van wegverkeer.

7

breedte van de geluidszone van 200 meter. De

eze geluidszone. Het uitvoeren van akoestisch onderzoek naar het

Het onderzoek heeft verder alleen

Page 81: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 8

3 Uitgangspunten

3.1 Rekenmethodiek

Het akoestisch onderzoek heeft betrekking op het geluid van wegverkeer. Het onderzoek is gebaseerd

op Standaardrekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG2012). De

berekeningen zijn uitgevoerd met het programma GeoMilieu versie 5.21. Een overzicht van de in het

rekenmodel opgenomen (relevante) items is gepresenteerd in bijlage 1 van dit rapport.

Artikel 3.4 van het RMG2012 (wegverkeer)

In artikel 110g van de Wet geluidhinder is bepaald dat er voor toetsing aan de normen een correctie op

de berekende geluidbelasting mag worden toegepast voor het in de toekomst stiller worden van het

wagenpark. De hoogte van de correctie is vastgelegd in artikel 3.4 van het RMG2012. Hierbij geldt voor

wegen met een representatieve snelheid van 70 km/uur of meer een correctie van -2 dB. Voor overige

wegen geldt een correctie van -5 dB op de berekende geluidsbelasting.

Op 20 mei 2014 is het RMG2012 gewijzigd (Staatscourant jaargang 2014, nr. 10330). De belangrijkste

wijziging betreft de aanpassing van artikel 3.4 waarbij er een tijdelijke verruiming van de aftrek bij

geluidberekeningen voor wegen met een maximum snelheid van 70 km/u of meer is ingevoerd. Voor

deze wegen wijzigt de aftrek op basis van artikel 110g Wgh in:

� 4 dB voor situaties dat de geluidsbelasting zonder aftrek 110g Wgh 57 dB is.

� 3 dB voor situaties dat de geluidsbelasting zonder aftrek 110g Wgh 56 dB is.

� 2 dB voor andere waarden van de geluidsbelasting.

Deze tijdelijke verruiming geldt tot de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet.

Binnen het onderzoeksgebied zijn geen wegen met een maximum snelheid van 70 km/uur of hoger

aanwezig. De tijdelijke verruimde aftrek is hier dan ook niet van toepassing.

Artikel 3.5 van het RMG2012 (wegverkeer)

Conform artikel 3.5 van het RMG2012 is er een aanpassing van de wegdekcorrectie van toepassing,

vooruitlopend op de effecten van invoering van stillere banden en strengere geluidseisen aan

wegvoertuigen. De correctie is van toepassing op wegen met een representatieve snelheid van 70

km/uur of hoger. Binnen dit onderzoek komen deze wegen niet voor en derhalve is deze correctie niet

aan de orde.

3.2 Verkeersgegevens

3.2.1 Wegverkeer

Bron van de gegevens

De bij het onderzoek gehanteerde verkeersgegevens zijn ontleend aan de een recent door BuroDB voor

de Noldijk en omgeving uitgevoerde verkeerskundige analyse. Hierin zijn ondermeer de

verkeersgegevens van de Noldijk beschouwd en voor het planjaar 2030 vastgesteld. Bij het akoestisch

onderzoek is ook uitgegaan van dit planjaar.

Page 82: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 9

Verkeersgegevens

In tabel 3.1 zijn de bij het onderzoek gehanteerde verkeersintensiteiten van de Noldijk weergegeven. Het

betreft de gegevens voor een gemiddelde werkdag. Bij akoestisch onderzoek en toetsing van geluid

dient te worden uitgegaan van de verkeerssituatie volgens een gemiddelde weekdag. Bij dit onderzoek is

één op één uitgegaan van de beschikbare en hogere verkeerscijfers van de werkdag, waarmee is

uitgegaan van een worst case-situatie.

Weg(vak) Situatie Etmaalintensiteit [mvt/etm]

Noldijk Snelheidsregime 60 km/uur 1.074

Tabel 3.1: Overzicht verkeersintensiteiten planjaar 2030

Naast de verkeersintensiteit is de verdeling van het verkeer over de etmaalperioden (dag, avond en

nacht) en over de voertuigcategorieën (aandeel vrachtverkeer) van belang. In tabel 3.2 is de gehanteerde

verkeersverdeling van de Noldijk in de beide beschouwde situaties weergegeven.

Tabel 3.2: Verkeersverdeling Noldijk, situatie 2030

Snelheid

Voor het verkeer op de in het onderzoek beschouwde Noldijk is uitgegaan van de wettelijke maximum

snelheid van 60 km/uur.

3.3 Omgevingskenmerken

Verkaveling

Ten aanzien van de verkaveling van het plan voor de GTI-locatie is uitgegaan van de door Wissing

aangeleverde plantekening (schetsontwerp). Deze tekening, welke is weergegeven in figuur 2.1, dateert

van 24 januari 2020. Ten aanzien van de verkaveling van de omliggende, bestaande gebouwen is

uitgegaan van het BAG1.

Hoogteligging

Het plangebied (maaiveld omgeving) ligt op een hoogte van rond NAP. De Noldijk ligt op een hoogte van

circa één meter boven het omliggende maaiveld. Bij het uitvoeren van de geluidsberekeningen is hiervan

uitgegaan.

1 Basisregistraties Adressen en Gebouwen

Page 83: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 10

Bodemfactor

De bij de berekeningen gehanteerde standaard bodemfactor is 1,0. Daarmee is uitgegaan van een

overwegend geluidsabsorberende omgeving. De oppervlaktes van wegen en water zijn als akoestisch

reflecterende bodemgebieden ingevoerd. Daarbij is een bodemfactor van 0,0 gehanteerd.

Afscherming, reflectie en overdrachtsdemping

De gevels van de binnen het onderzoeksgebied aanwezige en nieuwe bebouwing en andere objecten

hebben een geluidsreflecterende werking. Reflecties, lucht- en bodemdemping zijn volgens de in het

Reken- en Meetvoorschrift aangegeven wijze doorgerekend.

Kruispunten en rotondes

Binnen de invloedsfeer van het plangebied zijn er geen met VRI geregelde kruispunten en/of rotondes

aanwezig. Een toeslag van geluid voor het optrekken en afremmen van het wegverkeer is dan ook niet

aan de orde.

Wegdekverharding wegen

De beschouwde Noldijk heeft een wegdek dat bestaat uit normaal asfalt (Dicht Asfaltbeton). Dit is bij

akoestisch onderzoek het referentiewegdek (type W0). Bij het onderzoek is hiervan uitgegaan.

Toetspunten

De toetspunten voor het berekenen van de geluidsbelasting zijn geplaatst op de (maatgevende) gevels

van de nieuwe woningen. In figuur 3.1 is het overzicht van de bij het onderzoek gehanteerde

toetspunten weergegeven.

Per toetspunt is rekening gehouden met de relevante toetshoogtes. De nieuwe woningen bestaan uit

maximaal drie bouwlagen met geluidsgevoelige ruimten (twee lagen met een kap). De

geluidsberekeningen op de gevels van de woning zijn uitgevoerd voor de drie bouwlagen. Daarbij is

uitgegaan van een toetshoogte van 1,5, 4,5 en 7,5 meter boven plaatselijk maaiveld welke representatief

zijn voor respectievelijk de begane grond, eerste en tweede verdieping van de woningen.

Page 84: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 11

Figuur 3.2: Situering toetspunten bij de nieuwe woningen van plan GTI-locatie in Barendrecht

Page 85: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 12

4 Resultaten

Op basis van de in hoofdstuk 3 beschreven uitgangspunten zijn de geluidsberekeningen voor

wegverkeer uitgevoerd. De berekeningen zijn gericht op het planjaar 2030. In dit hoofdstuk zijn de

resultaten voor het geluid vanaf de Noldijk beschreven. De met het geluidsmodel gegenereerde

berekeningsresultaten zijn voor de beschouwde situaties opgenomen in bijlage 2 van dit rapport.

4.1 Noldijk

De berekende geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de Noldijk ter plaatse van de nieuwe

woningen van het plan is weergegeven in tabel 4.1. Op deze berekeningsresultaten is volgens artikel

110g Wgh een correctie toegepast van -5 dB volgens artikel 110g van de Wgh. De toetspunten met een

geluidsbelasting die voldoet aan de norm zijn in de tabel groen gearceerd. De geconstateerde

normoverschijdingen zijn in de tabel oranje gearceerd.

Toetspunt Toetshoogte [m] Geluidsbelasting [dB]

01_A 1,50 52

01_B 4,50 53

01_C 7,50 52

02_A 1,50 47

02_B 4,50 48

02_C 7,50 48

03_A 1,50 26

03_B 4,50 30

03_C 7,50 31

04_A 1,50 48

04_B 4,50 48

04_C 7,50 48

05_A 1,50 40

05_B 4,50 41

05_C 7,50 42

06_A 1,50 28

06_B 4,50 30

06_C 7,50 32

07_A 1,50 27

07_B 4,50 37

07_C 7,50 38

08_A 1,50 41

08_B 4,50 43

08_C 7,50 43

09_A 1,50 33

09_B 4,50 39

09_C 7,50 40

10_A 1,50 27

10_B 4,50 29

10_C 7,50 30

11_A 1,50 33

11_B 4,50 35

11_C 7,50 36

12_A 1,50 38

12_B 4,50 41

12_C 7,50 42

13_A 1,50 53

13_B 4,50 53

Page 86: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 13

Toetspunt Toetshoogte [m] Geluidsbelasting [dB]

13_C 7,50 53

14_A 1,50 48

14_B 4,50 49

14_C 7,50 48

15_A 1,50 31

15_B 4,50 34

15_C 7,50 35

16_C 7,50 48

17_A 1,50 53

17_B 4,50 53

17_C 7,50 53

18_C 7,50 48

19_A 1,50 30

19_B 4,50 32

19_C 7,50 33

20_A 1,50 48

20_B 4,50 48

20_C 7,50 48

21_A 1,50 52

21_B 4,50 52

21_C 7,50 52

22_A 1,50 46

22_B 4,50 47

22_C 7,50 47

23_A 1,50 27

23_B 4,50 28

23_C 7,50 29

24_A 1,50 46

24_B 4,50 47

24_C 7,50 47

26_A 1,50 51

26_B 4,50 52

26_C 7,50 52

27_A 1,50 46

27_B 4,50 47

27_C 7,50 47

28_A 1,50 26

28_B 4,50 27

28_C 7,50 28

29_A 1,50 46

29_B 4,50 46

29_C 7,50 46

30_A 1,50 39

30_B 4,50 41

30_C 7,50 42

31_A 1,50 39

31_B 4,50 40

31_C 7,50 40

32_A 1,50 26

32_B 4,50 33

32_C 7,50 34

33_A 1,50 37

33_B 4,50 39

33_C 7,50 39

34_C 7,50 39

35_A 1,50 34

35_B 4,50 37

35_C 7,50 38

36_A 1,50 34

36_B 4,50 36

Page 87: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 14

Toetspunt Toetshoogte [m] Geluidsbelasting [dB]

36_C 7,50 37

37_A 1,50 39

37_B 4,50 41

37_C 7,50 42

38_A 1,50 38

38_B 4,50 40

38_C 7,50 41

39_A 1,50 37

39_B 4,50 39

39_C 7,50 40

40_A 1,50 34

40_B 4,50 36

40_C 7,50 37

41_A 1,50 35

41_B 4,50 38

41_C 7,50 39

42_A 1,50 37

42_B 4,50 39

42_C 7,50 40

43_A 1,50 37

43_B 4,50 39

43_C 7,50 40

44_A 1,50 35

44_B 4,50 39

44_C 7,50 40

Tabel 4.1: Geluidsbelasting ten gevolge van de Noldijk, inclusief correctie artikel 110g Wgh

Uit tabel 4.1 volgt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de Noldijk op de woningen van het plan

maximaal 53 dB bedraagt. Daarmee wordt de norm overschreden maar wordt voldaan aan de maximale

ontheffingswaarde. Normoverschrijding treedt alleen op bij de vijf woningen van de eerste

lijnsbebouwing. In figuur 4.1 zijn de gevels van de woningen met een normoverschrijding aangegeven.

Figuur 4.1: Gevels met een normoverschrijding t.g.v. de Noldijk

Page 88: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 15

Bij de vijf woningen langs de Noldijk wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De

normoverschrijding bij deze woningen is 4 of 5 dB. Bij de overige twaalf woningen van het plan wel. De

maximale ontheffingswaarde van 53 dB wordt niet overschreden.

Er is sprake van normoverschrijding en om die reden is nader onderzoek naar de mogelijkheid en

effecten van geluidsbeperkende maatregelen uitgevoerd.

Geluidsbeperkende maatregelen

Bij het toepassen van geluidsbeperkende maatregelen kan in deze situatie worden gedacht aan het

toepassen van een geluidsreducerend wegdek op de Noldijk en/of het plaatsen van geluidsschermen.

Met de toepassing van een stiller wegdek kan een geluidsreductie van circa 3 dB worden gerealiseerd.

Dat is nog onvoldoende voor de geconstateerde normoverschrijding van maximaal 5 dB. De

wegbeheerder, het waterschap Hollandse Delta, is verantwoordelijk voor de weg en zal naar verwachting

het type wegdek niet aanpassen voor de realisatie van dit relatief kleine plan. Deze maatregel wordt

daarom als niet realistisch beschouwd.

Het toepassen van een geluidsscherm in deze situatie stuit voornamelijk op bezwaren van

stedenbouwkundige aard. Geluidsschermen zijn niet passend in dit typisch open landschap. Ook deze

maatregel wordt daarom verder niet beschouwd.

De woningen voorzien van dove gevels op de plaats van de geconstateerde normoverschrijding is een

mogelijkheid. De geluidsbelasting op een dove gevel hoeft niet te worden getoetst aan de wettelijke

normen. Wel moet een dove gevel voorzien in voldoende geluidwering om te kunnen voldoen aan het in

het Bouwbesluit 2012 gestelde maximale binnenniveau.

Het toepassen van dove gevel(s) bij de vijf woningen beperkt de gebruiksmogelijkheden van deze

woningen en heeft een negatieve invloed op het woon- en leefklimaat ervan. Omdat de maximale

ontheffingswaarde niet wordt overschreden, kunnen de woningen, met ontheffing van hogere

grenswaarden, met te openen deuren en ramen (aan de noordwestzijde) worden uitgevoerd.

Aanbevolen wordt daarom om bij de woningen geen gebruik te maken van deze maatregel.

Ontheffing hogere grenswaarde(n)

Aanbevolen wordt om voor de vijf woningen met de geconstateerde normoverschrijding ontheffing van

een hogere grenswaarde aan te vragen. Dit is mogelijk omdat elk van de woningen beschikt over ten

minste één geluidsluwe zijde (de zij- en achtergevels (aan de zuidoostzijde) van de woningen).

Daarbij dient nog wel aangetoond te worden dat de gevels van de woningen en de maximale

geluidsbelasting binnen de woningen voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. Bij de aanvraag

van de omgevingsvergunning voor de woningen dient nader onderzoek naar de benodigde

karakteristieke geluidwering van de gevels te worden uitgevoerd om dit aan te tonen.

Bij het onderzoek geluidwering gevels moet worden uitgegaan van de totale geluidsbelasting van het

wegverkeer, zonder toepassing van correctie(s). Deze zogenaamde gecumuleerde geluidsbelasting van

het wegverkeer is voor de toetspunten van de vijf woningen weergegeven in tabel 4.2 en voor alle

toetspunten weergegeven in de tweede tabel van bijlage 2. Aandachtspunten gelden bij een

geluidsbelasting hoger dan 53 dB. Deze zijn in de tabel oranje gearceerd.

Page 89: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 16

Toetspunt Toetshoogte [m] Geluidsbelasting [dB]

01_A 1,50 57

01_B 4,50 58

01_C 7,50 57

02_A 1,50 52

02_B 4,50 53

02_C 7,50 53

03_A 1,50 31

03_B 4,50 35

03_C 7,50 36

04_A 1,50 53

04_B 4,50 53

04_C 7,50 53

13_A 1,50 58

13_B 4,50 58

13_C 7,50 58

14_A 1,50 53

14_B 4,50 54

14_C 7,50 53

15_A 1,50 36

15_B 4,50 39

15_C 7,50 40

16_C 7,50 53

17_A 1,50 58

17_B 4,50 58

17_C 7,50 58

18_C 7,50 53

19_A 1,50 35

19_B 4,50 37

19_C 7,50 38

20_A 1,50 53

20_B 4,50 53

20_C 7,50 53

21_A 1,50 57

21_B 4,50 57

21_C 7,50 57

22_A 1,50 51

22_B 4,50 52

22_C 7,50 52

23_A 1,50 32

23_B 4,50 33

23_C 7,50 34

24_A 1,50 51

24_B 4,50 52

24_C 7,50 52

26_A 1,50 56

26_B 4,50 57

26_C 7,50 57

27_A 1,50 51

27_B 4,50 52

27_C 7,50 52

28_A 1,50 31

28_B 4,50 32

28_C 7,50 33

29_A 1,50 51

29_B 4,50 51

29_C 7,50 51

44_C 7,50 45

Tabel 4.2: Totale geluidsbelasting wegverkeer, exclusief correctie(s), t.b.v. nader onderzoek geluidwering gevels

Page 90: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 17

Met ontheffing van een hogere grenswaarde (tot maximaal 53 dB) voor vijf woningen en aantoonbaar

voldoende geluidwerende gevels, kan het plan voor de GTI-locatie in Barendrecht, vanuit het oogpunt

van geluid, worden gerealiseerd.

Page 91: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

GTI-locatie aan de Noldijk in Barendrecht, Akoestisch onderzoek wegverkeer 18

5 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Voor de realisatie van zeventien nieuwe woningen op de voormalige GTI-locatie in Barendrecht wordt

een bestemmingsplan opgesteld. De betreffende woningen van het plan zijn gelegen binnen de

invloedsfeer van het geluid van het verkeer op de Noldijk. Om die reden is voor het plan akoestisch

onderzoek uitgevoerd. De te verwachten geluidsbelasting is bepaald en getoetst aan de normen van de

Wet geluidhinder.

Het plangebied ligt buiten de wettelijke geluidszone van de spoorbaan Rotterdam-Dordrecht. Daarom is

onderzoek naar railverkeerslawaai niet nodig.

Uit het akoestisch onderzoek volgt dat met de te verwachten geluidsbelasting van het wegverkeer op de

Noldijk bij vijf van de zeventien woningen de norm van 48 dB overschrijdt. De maximale geluidsbelasting

is 53 dB. Daarmee wordt de maximale ontheffingswaarde van 53 dB niet overschreden.

Het toepassen van bron- en/of overdrachtsmaatregelen is in deze situatie om technische en

stedenbouwkundige redenen niet realistisch. Omdat de maximale ontheffingswaarde niet wordt

overschreden wordt het toepassen van mogelijke dove gevels bij de woningen afgeraden.

Aanbevolen wordt om voor de vijf woningen met de geconstateerde normoverschrijding (eerste

lijnsbebouwing langs de Noldijk) ontheffing van een hogere grenswaarde aan te vragen. Bij de aanvraag

van de omgevingsvergunning dient middels een nader uit te voeren akoestisch onderzoek te worden

aangetoond of/hoe wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 ten aanzien van de maximale

binnenwaarde en de benodigde geluidwering van de gevels.

Met ontheffing van een hogere grenswaarde (tot maximaal 53 dB) en aantoonbaar voldoende

geluidwerende gevels, kunnen de woningen van het plan GTI-locatie in Barendrecht, vanuit het oogpunt

van geluid, volgens plan worden gerealiseerd.

Page 92: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 1:

Items geluidsmodel

Page 93: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 94: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 95: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 96: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. ISO_H ISO M. Hdef. Type Cpl Cpl_W Helling Wegdek V(MR(D)) V(MR(A)) V(MR(N))

weg Noldijk (Ziedewij) 1,00 -- Relatief Verdeling False 1,5 0 W0 60 60 60

Geomilieu V5.21

Page 97: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam V(MR(P4)) V(LV(D)) V(LV(A)) V(LV(N)) V(LV(P4)) V(MV(D)) V(MV(A)) V(MV(N)) V(MV(P4)) V(ZV(D)) V(ZV(A))

weg -- 60 60 60 -- 60 60 60 -- 60 60

Geomilieu V5.21

Page 98: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam V(ZV(N)) V(ZV(P4)) Totaal aantal %Int(D) %Int(A) %Int(N) %Int(P4) %MR(D) %MR(A) %MR(N) %MR(P4) %LV(D)

weg 60 -- 1074,00 6,90 3,10 0,60 -- -- -- -- -- 93,10

Geomilieu V5.21

Page 99: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam %LV(A) %LV(N) %LV(P4) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %MV(P4) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) %ZV(P4) MR(D) MR(A)

weg 97,10 91,00 -- 6,70 2,90 9,00 -- 0,20 -- -- -- -- --

Geomilieu V5.21

Page 100: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam MR(N) MR(P4) LV(D) LV(A) LV(N) LV(P4) MV(D) MV(A) MV(N) MV(P4) ZV(D) ZV(A) ZV(N) ZV(P4)

weg -- -- 68,99 32,33 5,86 -- 4,97 0,97 0,58 -- 0,15 -- -- --

Geomilieu V5.21

Page 101: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam LE (D) 63 LE (D) 125 LE (D) 250 LE (D) 500 LE (D) 1k LE (D) 2k LE (D) 4k LE (D) 8k LE (A) 63 LE (A) 125 LE (A) 250

weg 73,55 82,23 88,26 93,58 100,32 96,82 90,03 79,89 69,10 77,35 82,91

Geomilieu V5.21

Page 102: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam LE (A) 500 LE (A) 1k LE (A) 2k LE (A) 4k LE (A) 8k LE (N) 63 LE (N) 125 LE (N) 250 LE (N) 500 LE (N) 1k LE (N) 2k

weg 89,42 96,69 93,10 86,28 75,63 63,30 72,20 78,37 83,20 89,77 86,31

Geomilieu V5.21

Page 103: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam LE (N) 4k LE (N) 8k LE (P4) 63 LE (P4) 125 LE (P4) 250 LE (P4) 500 LE (P4) 1k LE (P4) 2k LE (P4) 4k LE (P4) 8k

weg 79,54 69,62 -- -- -- -- -- -- -- --

Geomilieu V5.21

Page 104: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel

01 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja04 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja03 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja02 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja37 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

38 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja39 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja40 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja07 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja06 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

05 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja08 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja12 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja11 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja10 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

09 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja16 toetspunt 0,83 Relatief -- -- 7,50 -- -- -- Ja15 toetspunt 0,71 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja14 toetspunt 0,80 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja13 toetspunt 0,90 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

17 toetspunt 0,95 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja20 toetspunt 0,89 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja19 toetspunt 0,85 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja18 toetspunt 0,90 Relatief -- -- 7,50 -- -- -- Ja21 toetspunt 0,74 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

24 toetspunt 0,20 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja23 toetspunt 0,20 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja22 toetspunt 0,59 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja29 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja28 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

27 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja26 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja44 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja43 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja42 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

41 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja33 toetspunt 0,45 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja32 toetspunt 0,32 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja31 toetspunt 0,33 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja30 toetspunt 0,46 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

35 toetspunt 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja34 toetspunt 0,02 Relatief -- -- 7,50 -- -- -- Ja36 toetspunt 0,01 Relatief 1,50 4,50 7,50 -- -- -- Ja

Geomilieu V5.21

Page 105: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Bf

verbinding overig 0,00verbinding regionale weg 0,00Waal waterloop 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 0,00

bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00

bodem 2 - 4 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00bodem 4 - 7 meter 0,00

bodem 0,00bodem 2 - 4 meter 0,00

Geomilieu V5.21

Page 106: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Functie BAG-id Gemeente Jaar AHN-jaar Trust

108 Noldijk 4,91 0,85 Eigen waarde 0 0 0136 Noldijk 4,29 -0,11 Eigen waarde 0 0 0140 Noldijk 2,77 -0,46 Eigen waarde 0 0 0118 Ziedewijdsedijk 6,36 0,72 Eigen waarde 0 0 099 Noldijk 3,34 1,83 Eigen waarde 0 0 0

117 Ziedewijdsedijk 4,80 -0,14 Eigen waarde 0 0 089 Noldijk 4,98 0,50 Eigen waarde 0 0 0107 Noldijk 2,91 2,59 Eigen waarde 0 0 0115 Noldijk 6,75 0,34 Eigen waarde 0 0 0112 Ziedewijdsedijk 4,07 0,77 Eigen waarde 0 0 0

126 Noldijk 7,34 1,10 Eigen waarde 0 0 093 Noldijk 4,60 1,06 Eigen waarde 0 0 0113 Ziedewijdsedijk 4,66 0,74 Eigen waarde 0 0 0

3,36 0,01 Eigen waarde 0 0 0123 Ziedewijdsedijk 3,31 1,64 Eigen waarde 0 0 0

109 Noldijk 2,91 2,59 Eigen waarde 0 0 0112 Noldijk 2,70 2,52 Eigen waarde 0 0 0110 Ziedewijdsedijk 6,38 -0,48 Eigen waarde 0 0 0

3,00 2,60 Eigen waarde 0 0 0 3,55 -0,22 Eigen waarde 0 0 0

3,65 -0,25 Eigen waarde 0 0 0152 Noldijk 6,41 0,93 Eigen waarde 0 0 0

3,21 -0,91 Eigen waarde 0 0 0104 Ziedewijdsedijk 6,16 0,71 Eigen waarde 0 0 0116 Noldijk 4,55 0,30 Eigen waarde 0 0 0

4,46 -0,60 Eigen waarde 0 0 0144 Noldijk 4,63 2,90 Eigen waarde 0 0 0

3,13 -0,80 Eigen waarde 0 0 0134 Noldijk 6,13 -0,43 Eigen waarde 0 0 0133 Noldijk 5,04 0,34 Eigen waarde 0 0 0

99 Noldijk 2,86 -1,56 Eigen waarde 0 0 0144 Noldijk 2,90 5,24 Eigen waarde 0 0 046 Ziedewijdsedijk 3,42 0,25 Eigen waarde 0 0 0124 Noldijk 7,34 1,10 Eigen waarde 0 0 0

3,86 0,94 Eigen waarde 0 0 0

119 Noldijk 6,36 0,57 Eigen waarde 0 0 0 3,29 -0,78 Eigen waarde 0 0 0

144 Noldijk 5,29 0,90 Eigen waarde 0 0 0146 Noldijk 5,31 3,05 Eigen waarde 0 0 0114 Noldijk 2,70 2,52 Eigen waarde 0 0 0

91 Noldijk 4,98 0,50 Eigen waarde 0 0 0 2,98 -0,56 Eigen waarde 0 0 0 2,39 -1,06 Eigen waarde 0 0 0

116 Ziedewijdsedijk 6,36 0,72 Eigen waarde 0 0 0142 Noldijk 5,29 0,90 Eigen waarde 0 0 0

138 Noldijk 4,87 0,45 Eigen waarde 0 0 0 3,94 1,00 Eigen waarde 0 0 0

140 Noldijk 4,87 0,45 Eigen waarde 0 0 0 2,94 0,14 Eigen waarde 0 0 0 3,24 -1,07 Eigen waarde 0 0 0

123 Noldijk 6,51 0,79 Eigen waarde 0 0 0101 Noldijk 5,79 1,38 Eigen waarde 0 0 0148 Noldijk 4,99 0,97 Eigen waarde 0 0 0128 Noldijk 3,94 1,00 Eigen waarde 0 0 0134 Noldijk 5,69 -0,89 Eigen waarde 0 0 0

108 Ziedewijdsedijk 4,54 0,62 Eigen waarde 0 0 0121 Ziedewijdsedijk 4,31 -0,37 Eigen waarde 0 0 0123 Ziedewijdsedijk 5,23 0,08 Eigen waarde 0 0 0119 Ziedewijdsedijk 4,69 -0,72 Eigen waarde 0 0 0106 Ziedewijdsedijk 4,54 0,62 Eigen waarde 0 0 0

129 Noldijk 4,49 1,07 Eigen waarde 0 0 0154 Noldijk 6,41 0,93 Eigen waarde 0 0 0

Geomilieu V5.21

Page 107: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k

108 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80136 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80140 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80118 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8099 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

117 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8089 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80107 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80115 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80112 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

126 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8093 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80113 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80123 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

109 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80112 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80110 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80152 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80104 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80116 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80144 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80134 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80133 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

99 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80144 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8046 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80124 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

119 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

144 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80146 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80114 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

91 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

116 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80142 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

138 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

140 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,800 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

123 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80148 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80128 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80134 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

108 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80121 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80123 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80119 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80106 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

129 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80154 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

Geomilieu V5.21

Page 108: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Functie BAG-id Gemeente Jaar AHN-jaar Trust

2,01 0,76 Eigen waarde 0 0 0117 Noldijk 4,96 0,00 Eigen waarde 0 0 0156 Noldijk 3,86 0,94 Eigen waarde 0 0 0150 Noldijk 4,99 0,97 Eigen waarde 0 0 097 Noldijk 6,65 1,22 Eigen waarde 0 0 0

2,64 -1,13 Eigen waarde 0 0 0125 Ziedewijdsedijk 5,30 2,74 Eigen waarde 0 0 0

3,00 2,60 Eigen waarde 0 0 035 Molenweg 3,54 -0,19 Eigen waarde 0 0 01 Molenwei 0,16 2,32 Eigen waarde 0 0 0

33 Molenweg 0,17 -1,01 Eigen waarde 0 0 0woning Gebouw plan Natuurgoed 'Ziedewij' 8,00 0,00 Relatief 0 0 0woning Gebouw plan Natuurgoed 'Ziedewij' 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 5,00 0,00 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,90 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,95 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,73 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,52 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 8,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 5,00 0,09 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 5,00 0,91 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 5,00 0,88 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,16 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0

gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0gebouw woning nieuwbouw plan 3,00 0,00 Relatief 0 0 0

Geomilieu V5.21

Page 109: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Items geluidsmodelAkoestisch onderzoek

Model: ItemsNoldijk 113 - Barendrecht

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80117 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80156 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80150 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8097 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80125 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,8035 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,801 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

33 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80woning 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80woning 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80gebouw 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

Geomilieu V5.21

Page 110: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

�����������

��� ���������� ���� ������

Page 111: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

NoldijkAkoestisch onderzoek

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: NoldijkGroepsreductie: Ja

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

01_A toetspunt 1,50 52,39 48,63 41,89 52,4701_B toetspunt 4,50 52,49 48,72 41,99 52,5701_C toetspunt 7,50 52,17 48,41 41,68 52,2502_A toetspunt 1,50 47,16 43,42 36,66 47,2502_B toetspunt 4,50 47,44 43,68 36,94 47,52

02_C toetspunt 7,50 47,65 43,89 37,15 47,7303_A toetspunt 1,50 25,71 21,98 15,19 25,7903_B toetspunt 4,50 29,47 25,73 18,96 29,5503_C toetspunt 7,50 31,32 27,58 20,82 31,4104_A toetspunt 1,50 47,47 43,72 36,96 47,55

04_B toetspunt 4,50 47,88 44,12 37,38 47,9604_C toetspunt 7,50 47,92 44,16 37,42 48,0005_A toetspunt 1,50 39,79 36,07 29,27 39,8705_B toetspunt 4,50 41,41 37,67 30,90 41,4905_C toetspunt 7,50 41,78 38,04 31,27 41,86

06_A toetspunt 1,50 27,91 24,20 17,39 28,0006_B toetspunt 4,50 30,29 26,55 19,77 30,3706_C toetspunt 7,50 31,44 27,71 20,93 31,5207_A toetspunt 1,50 26,66 22,86 16,18 26,7407_B toetspunt 4,50 36,61 32,88 26,10 36,69

07_C toetspunt 7,50 37,68 33,92 27,18 37,7608_A toetspunt 1,50 41,32 37,60 30,81 41,4108_B toetspunt 4,50 42,66 38,91 32,15 42,7408_C toetspunt 7,50 43,18 39,43 32,67 43,2609_A toetspunt 1,50 33,24 29,51 22,73 33,32

09_B toetspunt 4,50 38,95 35,21 28,43 39,0309_C toetspunt 7,50 39,87 36,12 29,37 39,9510_A toetspunt 1,50 26,44 22,74 15,92 26,5310_B toetspunt 4,50 28,92 25,19 18,41 29,0010_C toetspunt 7,50 29,79 26,06 19,28 29,87

11_A toetspunt 1,50 33,10 29,38 22,59 33,1911_B toetspunt 4,50 35,36 31,61 24,85 35,4411_C toetspunt 7,50 36,04 32,29 25,54 36,1212_A toetspunt 1,50 37,85 34,13 27,34 37,9412_B toetspunt 4,50 41,32 37,58 30,81 41,40

12_C toetspunt 7,50 42,03 38,28 31,52 42,1113_A toetspunt 1,50 53,33 49,56 42,83 53,4113_B toetspunt 4,50 53,35 49,58 42,86 53,4313_C toetspunt 7,50 52,79 49,02 42,30 52,8714_A toetspunt 1,50 48,41 44,66 37,91 48,49

14_B toetspunt 4,50 48,65 44,89 38,15 48,7314_C toetspunt 7,50 48,38 44,61 37,89 48,4615_A toetspunt 1,50 31,02 27,29 20,50 31,1015_B toetspunt 4,50 33,46 29,71 22,96 33,5415_C toetspunt 7,50 34,65 30,91 24,14 34,73

16_C toetspunt 7,50 48,38 44,60 37,88 48,4617_A toetspunt 1,50 52,95 49,18 42,45 53,0317_B toetspunt 4,50 53,04 49,27 42,55 53,1217_C toetspunt 7,50 52,60 48,83 42,11 52,6818_C toetspunt 7,50 48,01 44,23 37,51 48,09

19_A toetspunt 1,50 29,58 25,86 19,06 29,6619_B toetspunt 4,50 31,62 27,87 21,11 31,7019_C toetspunt 7,50 33,10 29,36 22,60 33,1920_A toetspunt 1,50 47,84 44,09 37,33 47,9220_B toetspunt 4,50 48,22 44,46 37,72 48,30

20_C toetspunt 7,50 48,06 44,29 37,56 48,1421_A toetspunt 1,50 51,75 48,00 41,25 51,8321_B toetspunt 4,50 52,06 48,30 41,56 52,1421_C toetspunt 7,50 51,81 48,04 41,31 51,89

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 112: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

NoldijkAkoestisch onderzoek

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: NoldijkGroepsreductie: Ja

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

22_A toetspunt 1,50 46,29 42,55 35,79 46,3822_B toetspunt 4,50 46,96 43,19 36,45 47,0422_C toetspunt 7,50 46,88 43,12 36,38 46,9623_A toetspunt 1,50 27,18 23,47 16,66 27,2723_B toetspunt 4,50 28,10 24,37 17,59 28,18

23_C toetspunt 7,50 29,40 25,67 18,89 29,4824_A toetspunt 1,50 46,14 42,40 35,64 46,2324_B toetspunt 4,50 46,61 42,85 36,11 46,6924_C toetspunt 7,50 46,56 42,79 36,06 46,6426_A toetspunt 1,50 51,35 47,60 40,84 51,43

26_B toetspunt 4,50 51,84 48,07 41,34 51,9226_C toetspunt 7,50 51,63 47,86 41,13 51,7127_A toetspunt 1,50 45,90 42,16 35,39 45,9827_B toetspunt 4,50 46,57 42,81 36,07 46,6527_C toetspunt 7,50 46,52 42,75 36,02 46,60

28_A toetspunt 1,50 25,86 22,15 15,34 25,9528_B toetspunt 4,50 27,07 23,34 16,56 27,1528_C toetspunt 7,50 27,96 24,21 17,45 28,0429_A toetspunt 1,50 45,45 41,72 34,94 45,5329_B toetspunt 4,50 46,04 42,28 35,54 46,12

29_C toetspunt 7,50 45,96 42,20 35,46 46,0430_A toetspunt 1,50 38,95 35,23 28,44 39,0430_B toetspunt 4,50 40,86 37,11 30,35 40,9430_C toetspunt 7,50 41,51 37,75 31,01 41,5931_A toetspunt 1,50 38,44 34,72 27,93 38,53

31_B toetspunt 4,50 39,47 35,72 28,96 39,5531_C toetspunt 7,50 39,92 36,16 29,41 40,0032_A toetspunt 1,50 26,18 22,45 15,68 26,2732_B toetspunt 4,50 33,32 29,58 22,80 33,4032_C toetspunt 7,50 33,67 29,94 23,16 33,75

33_A toetspunt 1,50 36,61 32,89 26,09 36,6933_B toetspunt 4,50 38,76 35,03 28,25 38,8433_C toetspunt 7,50 39,38 35,64 28,88 39,4734_C toetspunt 7,50 39,09 35,34 28,58 39,1735_A toetspunt 1,50 34,36 30,64 23,84 34,44

35_B toetspunt 4,50 37,23 33,48 26,72 37,3135_C toetspunt 7,50 37,97 34,23 27,46 38,0536_A toetspunt 1,50 33,48 29,77 22,96 33,5736_B toetspunt 4,50 35,75 32,01 25,24 35,8336_C toetspunt 7,50 36,82 33,07 26,32 36,90

37_A toetspunt 1,50 38,84 35,12 28,32 38,9237_B toetspunt 4,50 40,92 37,19 30,41 41,0037_C toetspunt 7,50 41,70 37,96 31,19 41,7838_A toetspunt 1,50 37,88 34,17 27,37 37,9738_B toetspunt 4,50 39,89 36,16 29,38 39,97

38_C toetspunt 7,50 40,64 36,89 30,13 40,7239_A toetspunt 1,50 37,05 33,34 26,53 37,1439_B toetspunt 4,50 39,17 35,45 28,66 39,2639_C toetspunt 7,50 40,08 36,34 29,58 40,1740_A toetspunt 1,50 33,70 29,98 23,18 33,78

40_B toetspunt 4,50 35,86 32,12 25,36 35,9540_C toetspunt 7,50 37,33 33,58 26,82 37,4141_A toetspunt 1,50 35,13 31,41 24,61 35,2141_B toetspunt 4,50 37,65 33,91 27,14 37,7341_C toetspunt 7,50 38,75 35,00 28,24 38,83

42_A toetspunt 1,50 36,54 32,82 26,02 36,6242_B toetspunt 4,50 39,06 35,31 28,55 39,1442_C toetspunt 7,50 39,72 35,97 29,22 39,8043_A toetspunt 1,50 36,69 32,97 26,17 36,77

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 113: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

NoldijkAkoestisch onderzoek

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: NoldijkGroepsreductie: Ja

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

43_B toetspunt 4,50 39,06 35,32 28,55 39,1443_C toetspunt 7,50 39,86 36,12 29,36 39,9544_A toetspunt 1,50 34,85 31,13 24,33 34,9344_B toetspunt 4,50 38,86 35,12 28,35 38,9444_C toetspunt 7,50 39,81 36,06 29,30 39,89

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 114: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Wegverkeer gecumuleerdAkoestisch onderzoekZonder correctie(s)

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)Groepsreductie: Nee

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

01_A toetspunt 1,50 57,39 53,63 46,89 57,4701_B toetspunt 4,50 57,49 53,72 46,99 57,5701_C toetspunt 7,50 57,17 53,41 46,68 57,2502_A toetspunt 1,50 52,16 48,42 41,66 52,2502_B toetspunt 4,50 52,44 48,68 41,94 52,52

02_C toetspunt 7,50 52,65 48,89 42,15 52,7303_A toetspunt 1,50 30,71 26,98 20,19 30,7903_B toetspunt 4,50 34,47 30,73 23,96 34,5503_C toetspunt 7,50 36,32 32,58 25,82 36,4104_A toetspunt 1,50 52,47 48,72 41,96 52,55

04_B toetspunt 4,50 52,88 49,12 42,38 52,9604_C toetspunt 7,50 52,92 49,16 42,42 53,0005_A toetspunt 1,50 44,79 41,07 34,27 44,8705_B toetspunt 4,50 46,41 42,67 35,90 46,4905_C toetspunt 7,50 46,78 43,04 36,27 46,86

06_A toetspunt 1,50 32,91 29,20 22,39 33,0006_B toetspunt 4,50 35,29 31,55 24,77 35,3706_C toetspunt 7,50 36,44 32,71 25,93 36,5207_A toetspunt 1,50 31,66 27,86 21,18 31,7407_B toetspunt 4,50 41,61 37,88 31,10 41,69

07_C toetspunt 7,50 42,68 38,92 32,18 42,7608_A toetspunt 1,50 46,32 42,60 35,81 46,4108_B toetspunt 4,50 47,66 43,91 37,15 47,7408_C toetspunt 7,50 48,18 44,43 37,67 48,2609_A toetspunt 1,50 38,24 34,51 27,73 38,32

09_B toetspunt 4,50 43,95 40,21 33,43 44,0309_C toetspunt 7,50 44,87 41,12 34,37 44,9510_A toetspunt 1,50 31,44 27,74 20,92 31,5310_B toetspunt 4,50 33,92 30,19 23,41 34,0010_C toetspunt 7,50 34,79 31,06 24,28 34,87

11_A toetspunt 1,50 38,10 34,38 27,59 38,1911_B toetspunt 4,50 40,36 36,61 29,85 40,4411_C toetspunt 7,50 41,04 37,29 30,54 41,1212_A toetspunt 1,50 42,85 39,13 32,34 42,9412_B toetspunt 4,50 46,32 42,58 35,81 46,40

12_C toetspunt 7,50 47,03 43,28 36,52 47,1113_A toetspunt 1,50 58,33 54,56 47,83 58,4113_B toetspunt 4,50 58,35 54,58 47,86 58,4313_C toetspunt 7,50 57,79 54,02 47,30 57,8714_A toetspunt 1,50 53,41 49,66 42,91 53,49

14_B toetspunt 4,50 53,65 49,89 43,15 53,7314_C toetspunt 7,50 53,38 49,61 42,89 53,4615_A toetspunt 1,50 36,02 32,29 25,50 36,1015_B toetspunt 4,50 38,46 34,71 27,96 38,5415_C toetspunt 7,50 39,65 35,91 29,14 39,73

16_C toetspunt 7,50 53,38 49,60 42,88 53,4617_A toetspunt 1,50 57,95 54,18 47,45 58,0317_B toetspunt 4,50 58,04 54,27 47,55 58,1217_C toetspunt 7,50 57,60 53,83 47,11 57,6818_C toetspunt 7,50 53,01 49,23 42,51 53,09

19_A toetspunt 1,50 34,58 30,86 24,06 34,6619_B toetspunt 4,50 36,62 32,87 26,11 36,7019_C toetspunt 7,50 38,10 34,36 27,60 38,1920_A toetspunt 1,50 52,84 49,09 42,33 52,9220_B toetspunt 4,50 53,22 49,46 42,72 53,30

20_C toetspunt 7,50 53,06 49,29 42,56 53,1421_A toetspunt 1,50 56,75 53,00 46,25 56,8321_B toetspunt 4,50 57,06 53,30 46,56 57,1421_C toetspunt 7,50 56,81 53,04 46,31 56,89

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 115: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Wegverkeer gecumuleerdAkoestisch onderzoekZonder correctie(s)

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)Groepsreductie: Nee

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

22_A toetspunt 1,50 51,29 47,55 40,79 51,3822_B toetspunt 4,50 51,96 48,19 41,45 52,0422_C toetspunt 7,50 51,88 48,12 41,38 51,9623_A toetspunt 1,50 32,18 28,47 21,66 32,2723_B toetspunt 4,50 33,10 29,37 22,59 33,18

23_C toetspunt 7,50 34,40 30,67 23,89 34,4824_A toetspunt 1,50 51,14 47,40 40,64 51,2324_B toetspunt 4,50 51,61 47,85 41,11 51,6924_C toetspunt 7,50 51,56 47,79 41,06 51,6426_A toetspunt 1,50 56,35 52,60 45,84 56,43

26_B toetspunt 4,50 56,84 53,07 46,34 56,9226_C toetspunt 7,50 56,63 52,86 46,13 56,7127_A toetspunt 1,50 50,90 47,16 40,39 50,9827_B toetspunt 4,50 51,57 47,81 41,07 51,6527_C toetspunt 7,50 51,52 47,75 41,02 51,60

28_A toetspunt 1,50 30,86 27,15 20,34 30,9528_B toetspunt 4,50 32,07 28,34 21,56 32,1528_C toetspunt 7,50 32,96 29,21 22,45 33,0429_A toetspunt 1,50 50,45 46,72 39,94 50,5329_B toetspunt 4,50 51,04 47,28 40,54 51,12

29_C toetspunt 7,50 50,96 47,20 40,46 51,0430_A toetspunt 1,50 43,95 40,23 33,44 44,0430_B toetspunt 4,50 45,86 42,11 35,35 45,9430_C toetspunt 7,50 46,51 42,75 36,01 46,5931_A toetspunt 1,50 43,44 39,72 32,93 43,53

31_B toetspunt 4,50 44,47 40,72 33,96 44,5531_C toetspunt 7,50 44,92 41,16 34,41 45,0032_A toetspunt 1,50 31,18 27,45 20,68 31,2732_B toetspunt 4,50 38,32 34,58 27,80 38,4032_C toetspunt 7,50 38,67 34,94 28,16 38,75

33_A toetspunt 1,50 41,61 37,89 31,09 41,6933_B toetspunt 4,50 43,76 40,03 33,25 43,8433_C toetspunt 7,50 44,38 40,64 33,88 44,4734_C toetspunt 7,50 44,09 40,34 33,58 44,1735_A toetspunt 1,50 39,36 35,64 28,84 39,44

35_B toetspunt 4,50 42,23 38,48 31,72 42,3135_C toetspunt 7,50 42,97 39,23 32,46 43,0536_A toetspunt 1,50 38,48 34,77 27,96 38,5736_B toetspunt 4,50 40,75 37,01 30,24 40,8336_C toetspunt 7,50 41,82 38,07 31,32 41,90

37_A toetspunt 1,50 43,84 40,12 33,32 43,9237_B toetspunt 4,50 45,92 42,19 35,41 46,0037_C toetspunt 7,50 46,70 42,96 36,19 46,7838_A toetspunt 1,50 42,88 39,17 32,37 42,9738_B toetspunt 4,50 44,89 41,16 34,38 44,97

38_C toetspunt 7,50 45,64 41,89 35,13 45,7239_A toetspunt 1,50 42,05 38,34 31,53 42,1439_B toetspunt 4,50 44,17 40,45 33,66 44,2639_C toetspunt 7,50 45,08 41,34 34,58 45,1740_A toetspunt 1,50 38,70 34,98 28,18 38,78

40_B toetspunt 4,50 40,86 37,12 30,36 40,9540_C toetspunt 7,50 42,33 38,58 31,82 42,4141_A toetspunt 1,50 40,13 36,41 29,61 40,2141_B toetspunt 4,50 42,65 38,91 32,14 42,7341_C toetspunt 7,50 43,75 40,00 33,24 43,83

42_A toetspunt 1,50 41,54 37,82 31,02 41,6242_B toetspunt 4,50 44,06 40,31 33,55 44,1442_C toetspunt 7,50 44,72 40,97 34,22 44,8043_A toetspunt 1,50 41,69 37,97 31,17 41,77

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 116: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Wegverkeer gecumuleerdAkoestisch onderzoekZonder correctie(s)

Rapport: ResultatentabelModel: Rekenmodel wegverkeer

LAeq totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)Groepsreductie: Nee

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden

43_B toetspunt 4,50 44,06 40,32 33,55 44,1443_C toetspunt 7,50 44,86 41,12 34,36 44,9544_A toetspunt 1,50 39,85 36,13 29,33 39,9344_B toetspunt 4,50 43,86 40,12 33,35 43,9444_C toetspunt 7,50 44,81 41,06 34,30 44,89

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V5.21

Page 117: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 118: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 5 Programma van Eisen & bureauonderzoek archeologie

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1059 - 1183

Page 119: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

1

Programma van Eisen voor een verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek doormiddel van grondboringen in het plangebied ’17 woningen Noldijk’ te Barendrecht, gemeenteBarendrecht.

OPSTELLERS PvE Datum ParaafInstelling Archeologie Rotterdam (BOOR), afdeling Beheer en Beleid

Opsteller PvE Naam A.V. SchoonhovenAdres Ceintuurbaan 213b

3051 KC RotterdamTelefoon 010-4898515E-mail [email protected]

16-4-2020

Autorisatie PvE(senior archeoloog)

Naam A. CarmiggeltAdres Ceintuurbaan 213b

3051 KC RotterdamTelefoon 010-4898501E-mail [email protected]

16-4-2020

BOOR-PvE nummer 2020019 (gebaseerd op advies A2020081)

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS PLANGEBIED ’17 WONINGEN NOLDIJK’Onderzoeksgebied ’17 woningen Noldijk’Plangebied ’17 woningen Noldijk’Plaats BarendrechtGemeente BarendrechtProvincie Zuid-HollandKaartbladnummer (topogr. kaart 1:25.000) 37H ZuidRD-coördinaten plangebied 97.980/428.257 (NW) 98.980/428.437 (NO)

98.266/428.369 (ZO) 98.048/428.192 (ZW)Ligging en oppervlakte plangebied enonderzoeksgebied (zie bijlagen 1 en 2)

Het plangebied bevindt zich aan de Noldijk teBarendrecht, op het perceel direct ten zuidwesten vande T-splitsing van de Noldijk en de Ziedewijksedijk. Hetperceel is gelegen aan het water (buitendijks). Hetperceel had tot voor kort een industriële functie. Deoppervlakte is iets minder dan 25 hectare.

OnderzoeksgebiedHet onderzoeksgebied voor het bureauonderzoek is hetplangebied. Daar waar voor het bureauonderzoekgegevens van buiten het onderzoeksgebied wordengebruikt, wordt dat in de tekst aangegeven.

Huidig grondgebruik plangebied Het perceel is niet meer in gebruik. Het is het voormaligperceel van GTI Mechanical (Noldijk 113). Hetleegstaand slooppand werd nog gebruikt voorhondentrainingen tot het in februari 2018 vollediguitbrandde.

Onderzoeksmeldingsnummer(artikel 46 Monumentenwet)

Nog niet bekend. De opdrachtnemer draagt zorg voorhet aanvragen van het onderzoeksmeldingsnummervoor dit onderzoek.

Opdrachtgever herinrichting Instelling gemeente Barendrecht

Opdrachtgever opstellen PvE Instelling gemeente BarendrechtNaam de heer R. BelderAdres Postbus 501

Page 120: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

2

2990 EA BarendrechtTelefoon 010-5061723E-mail [email protected]

Uitvoerder Instelling Nog niet bekendNaam -Adres -Telefoon -E-mail -

Bevoegd gezag Instelling gemeente BarendrechtNaam de heer R. BelderAdres Postbus 501

2990 EA BarendrechtTelefoon 010-5061723E-mail [email protected]

Page 121: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

3

1. INLEIDING

Voor het plangebied wordt de ontwikkeling van 17 vrijstaande woningen en gerelateerde infrastructuurvoorbereid. Het is een relatief omvangrijk plan, waarvoor een verkavelingstekening beschikbaar is,maar waarvoor nog geen concreet bouw- en inrichtingsplan bestaat. Gezien de omvang van het plankunnen er bij de realisatie ervan eventueel aanwezige archeologische waarden worden aangetast. Hetbeknopte bureauonderzoek wijst namelijk uit dat het gebied een archeologische verwachting kent,waarbij vaststaat dat de ontwikkeling van het gebied gepaard zal gaan met grondroerendewerkzaamheden. Plaats, aard, omvang en diepte van die werkzaamheden worden hieronderbeschreven (zie Geplande werkzaamheden). De combinatie van archeologische verwachting envoorgenomen werkzaamheden maakt het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoeknoodzakelijk.Archeologie Rotterdam (team Beheer en Beleid) heeft een Programma van Eisen voor de uitvoeringvan een verkennend en karterend veldonderzoek opgesteld. Dit PvE-Boren wordt hierondergepresenteerd; het wordt voorafgegaan door een overzicht van de resultaten van een bescheidenbureauonderzoek.Met nadruk wordt erop gewezen dat het bureauonderzoek en het verkennend en karterendinventariserend veldonderzoek de eerste stappen zijn in het inventariseren van archeologischewaarden in een plangebied. Indien nodig wordt de inventarisatie afgerond met een waarderendinventariserend veldonderzoek. Het resultaat van het inventariserend veldonderzoek is een rapportmet een waardestelling van eventueel aangetroffen archeologische vindplaatsen en een inhoudelijk(selectie-) advies, aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (een selectiebesluit) ten aanzien vande vindplaatsen kan worden genomen. Het archeologisch onderzoek is gericht op zowel eenonbelemmerde inrichting van het gebied, als op een zorgvuldig beheer van het archeologisch erfgoed.

2. RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

2.1 InleidingHet uitvoeren van een bureauonderzoek is de eerste stap in de inventarisatie van archeologischewaarden in het plangebied. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie overbekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Aan de hand hiervan wordt dearcheologische verwachting van het plangebied opgemaakt en wordt een beslissing genomen overhet al dan niet uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek en over de wijze waarop dit moetworden uitgevoerd. De archeologische verwachting wordt door middel van het inventariserendveldonderzoek getoetst.

2.2 Plangebied en onderzoeksgebied bureauonderzoek

2.2.1 PlangebiedHet plangebied bevindt zich aan de Noldijk te Barendrecht, op het perceel dat zich direct tenzuidwesten van de T-splitsing van de Noldijk en de Ziedewijksedijk bevindt. Het perceel is gelegenaan de Waal (buitendijks). Het perceel had tot voor kort een industriële functie. Voor de RD-coördinaten: Zie Administratieve gegevens. De oppervlakte is iets minder dan 25 hectare.

2.2.2 Onderzoeksgebied bureauonderzoekHet onderzoeksgebied voor het bureauonderzoek is het plangebied. Daar waar voor hetbureauonderzoek gegevens van buiten het onderzoeksgebied worden gebruikt, wordt dat in de tekstaangegeven.

Page 122: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

4

2.3 Grondgebruik en verstoringen bodem plangebiedHet perceel is niet meer in gebruik. Het is het voormalig perceel van GTI Mechanical (Noldijk 113),een bedrijf in pijpleidingen. Het leegstaand bedrijfspand (slooppand) werd nog gebruikt voorhondentrainingen tot het in februari 2018 uitbrandde. Het bureauonderzoek heeft geen aanwijzingenopgeleverd voor diepgaande verstoringen van de bodem.

2.4 Geplande werkzaamhedenVoor het perceel is een verkavelingstekening gemaakt dat in hoofdpunten is uitgewerkt. Ter plaatsezullen 17 vrijstaande koopwoningen worden gerealiseerd. Er wordt verder voorzien in het ontgravenvan een aantal watergangen en er wordt de benodigde infrastructuur gerealiseerd. Gedetailleerdebouwtekeningen zijn er nog niet, het is bijvoorbeeld nog niet duidelijk of de woningen kelders krijgen(hoewel wel bekend is dat voor de dijkwoningen hiervoor ook bepaalde restricties zullen gelden).

2.5 AandachtspuntenVoor het onderzoeksgebied zijn de bestaande relevante gegevens geïnventariseerd, waarbij ondermeer is gekeken naar archeologische, geologische en historisch-geografische aspecten. De volgendepunten zijn van belang.

2.5.1 Beleidsinstrumenten

2.5.1.1 AWK BarendrechtDe Archeologische Waardenkaart (AWK) Barendrecht, vastgesteld door de gemeenteraad op 23maart 2009, bestaat uit twee kaarten: de Archeologische Kenmerkenkaart en de hierop gebaseerdeArcheologische Waarden- en Beleidskaart (BOOR 2009). Op de AWK wordt aan de gebieden eenredelijk hoge tot zeer hoge archeologische verwachting toegekend. De zeer hoge verwachting betrefthet gebied direct aan de dijk. De AWK geeft aan dat alle grondwerkzaamheden (inclusief heien) dieeen oppervlakte beslaan van meer dan 100, respectievelijk 200 m2 en tevens dieper reiken dan 50centimeter beneden maaiveld dienen te worden getoetst op de noodzaak van archeologischonderzoek.

2.5.1.2 Bestemmingsplan Barendrecht ZuidrandConform het bestemmingsplan Barendrecht ‘Zuidrand’ geldt voor gebieden met Waarde - Archeologie2 (dijkzone) en Waarde - Archeologie 4 (overige gebied) een bouwregeling en eenomgevingsvergunning voor bouwwerkzaamheden respectievelijk graafwerkzaamheden die dieperreiken dan 0,5 m beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlak beslaan groter dan 100,respectievelijk 200 m².

2.5.1.3 Archeologische Monumentenkaart Zuid-HollandVolgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) Zuid-Holland, opgenomen in kaart 1b(Archeologie waarden) van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (Provincie Zuid-Holland2007), bevinden zich binnen het plangebied geen terreinen van hoge archeologische waarde, geenterreinen van zeer hoge archeologische waarde en geen terreinen van zeer hoge archeologischewaarde (tevens wettelijk beschermd).

2.5.2 Geologische gegevens

2.5.2.1 Geologische gegevens Regio Rotterdam (naar Hijma e.a. 2009, 15-17)Geologische gegevens Regio Rotterdam

Page 123: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

5

De regio Rotterdam is gesitueerd in het West-Nederlandse Bekken, een actief depocentre van hetNoordzeebekken. Vanaf 60.000 jaar geleden waren zowel de Rijn als de Maas actief in het gebied. Deafzettingen van de Rijn en Maas behoren tot de Formatie van Kreftenheye. De overgang van hetlaatste glaciaal (Weichselien) naar het huidige interglaciaal (Holoceen) resulteerde in een veranderingvan het riviertype van ‘vol’ vlechtend gedurende het Laatste Glaciale Maximum (LGM), circa 21.000jaar geleden, naar meanderend in het Midden-Holoceen. Ten noorden en zuiden van het LGM-dal vande Rijn en de Maas vormden zich eolische zanddekken (dekzanden, Formatie van Boxtel, Laagpakketvan Wierden). Tussen 14.500 en 9.000 jaar geleden ontwikkelden zich stroomgordels die de bodemvan het rivierdal verlaagden. Bij vergrote waterafvoer werden dunne lagen siltige klei als leem afgezetin de komgebieden (Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen). Op het moment dat de verlagingvan de overstromingsvlakte tot een eind kwam in het vroege Holoceen en de rivieren volop gingenmeanderen, nam de sedimentatie van de Laag van Wijchen toe. De stroomgordels uit de periodeJongere Dryas - Vroeg-Holoceen worden gekenmerkt door diep ingesneden geulen. Aan denoordoostzijde van de stroomgordels ontstonden tot 15 meter hoge rivierduinen (Laagpakket vanDelwijnen), die gevormd werden door zand dat uit de rivierbeddingen werd geblazen gedurendeperioden van lage waterafvoer (debiet). Een gevolg van vooral het stijgen van de zeespiegel door hetafsmelten van de ijskappen na het LGM was het onderlopen van het Noordzeegebied; de kustzonemet strandwallen en dergelijke verschoof geleidelijk in de richting van de huidige Nederlandse kust.De stijgende zeespiegel had ook gevolgen op land door de daaruit resulterende stijgendegrondwaterstand. Hierdoor ontstonden hier vanaf het Boreaal moerassen waarin zich veen vormde(Basisveen Laag, voorheen Basisveen).Zo’n 9.000 jaar geleden, op de overgang van het Boreaal naar het Atlanticum, kwam het gebied directbinnen de mariene invloedssfeer te liggen. Door de holocene transgressie veranderde het Rijn-Maasriviersysteem in een complex estuarien systeem met frequente stroomgordelverleggingen enverschillende grote zeegaten. De hiermee geassocieerde getijdenafzettingen worden tot hetLaagpakket van Wormer gerekend (voorheen Afzettingen van Calais). Vóór 7.000 jaar geledenmondde de Rijn in de regio Rotterdam uit, maar tussen 7.000 en 2.000 jaar geleden deed de rivier datin de Leidse regio. De Maas mondde gedurende het gehele Holoceen uit in de Rotterdamse regio.Na de forse landwaartse verschuiving van de zone met fluviatiele sedimentatie in het Laat Boreaal -Midden-Atlanticum verminderde de snelheid van de relatieve zeespiegelstijging; sindsdien bleef hetzeeniveau mondiaal gezien ongeveer constant. In de periode na het Atlanticum was het voornamelijkde verdergaande isostatische bodemdaling die bijdroeg aan de relatieve zeespiegelstijging inNederland. Uiteindelijk veranderde na het Midden-Atlanticum het evenwicht tussen het creëren vanbergingsruimte voor het sediment en het aanbod van sediment ten gunste van de laatste en kwameen eind aan de landwaartse verschuiving van de kustafzettingsmilieus. Dit geschiedde diachroonlangs de kust als een gevolg van variaties in sedimentaanbod. In de volgende millennia sloten dezeegaten één voor één: in Zuid-Holland onderbraken alleen het Rijn-estuarium bij Leiden en hetMaas-estuarium bij Rotterdam het strandwallensysteem in het kustgebied. Gedurende het Subboreaalontwikkelde zich een uitgestrekt veenpakket (Hollandveen Laagpakket, Nieuwkoop Formatie,voorheen Hollandveen) tussen de riviertakken, lokaal als oligotrofe hoogveenkussens. De marienetransgressies in het Subatlanticum, met vorming van de Laagpakket van Walcheren (voorheenAfzettingen van Duinkerke), gaan vanaf de Late Middeleeuwen samen met menselijke activiteiten alsontginning en indijking van stukken land en het winnen van veen.

2.5.2.2 Geologische gegevens (omgeving) plangebiedIn 2003 is de nieuwe lithostratigrafische indeling van Nederland ingevoerd (Westerhoff, Wong en DeMulder 2003). In het vervolg van dit PvE wordt echter, vooruitlopend op het ontwikkelen van eenregionale lithostratigrafische indeling van de holocene afzettingen in het Maasmondgebied, uitgegaanvan de oude lithostratigrafische indeling zoals die door de toenmalige Rijksgeologische Dienst in 1975is opgesteld (Zagwijn en Van Staalduinen 1975). Voor de volledigheid wordt wel de van toepassingzijnde term van de nieuwe indeling vermeld.

Page 124: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

6

Afgaande op de Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad Rotterdam Oost 37 Oost(NITG-TNO 1998) en de GeoTop en op door Archeologie Rotterdam in de nabije omgeving van hetplangebied verzamelde aardkundige informatie is de globale opbouw van de bovenste delen van debodem (traject top Pleistoceen - maaiveld) in het gebied als volgt.

De diepere delen van de ondergrond van het plangebied bestaan uit klastische sedimenten, behorendtot de Formatie van Kreftenheye. De top van de formatie ligt in de omgeving van het plangebied opongeveer 15,0 m - NAP (ongeveer 14,0 m - mv). De formatie bestaat uit geulafzettingen(grindhoudend grof zand tot matig fijn zand) die in de regel worden afgedekt door komsedimenten (kleien zandige klei). De komafzettingen worden tot de Laag van Wijchen gerekend. Plaatselijk kunnenechter de komafzettingen ontbreken en rust opgewaaid rivierduinzand (Laagpakket van Delwijnen) opde geulafzettingen.Op de Laag van Wijchen bevindt zich een veenlaag (Basisveen, thans Basisveen Laag). Hierop rusteen dik pakket klastische kom- en oeverafzettingen (Afzettingen van Gorkum, thans Formatie vanEchteld) in de top afgewisseld met veen (Hollandveen, thans Formatie van Nieuwkoop). De kom- enoeverafzettingen worden afgedekt door een dik pakket veen (Hollandveen, thans Formatie vanNieuwkoop).Het plangebied bevindt zich in de strook die gerekend wordt tot het erosiegebied van de Waal. Het isniet helemaal zeker of en, zo ja, tot hoe diep, erosie heeft plaatsgevonden; de Geologische kaart geeftaan dat van de bovengenoemde sequentie in elk geval Hollandveen, Afzettingen van Gorkum enrivierduinen zullen zijn geërodeerd. In een bureauonderzoek dat gebied aan noord- en aan dezuidzijde van de Waal onderzoekt, wordt gesteld dat het niet onmogelijk is dat er zich ookoeverafzettingen (Afzettingen van Tiel) aan de noordzijde van de Waal kunnen bevinden, met anderewoorden dat er lokaal ook sediment kan zijn afgezet in plaats van geërodeerd. En eventuele oeversgeven uiteraard juist potentie voor bewoning en zullen oudere (kansrijke) afzettingen hebben bedekten geconserveerd (Moree 2006; Stronkhorst 2007).

De top van de natuurlijke sequentie bestaat uit een zandig overstromingsdek (Afzettingen van Tiel,thans Formatie van Echteld) dat gevormd is na de overstromingen van de Riederwaard in 1373. Ookna de vorming van de de Zuidpolder (1650) en de Ziedewijdse Polder (1496) kan er nog natuurlijkesedimentatie in het plangebied hebben plaatsgevonden, aangezien het buitendijks gebied betreft,maar dit zal minimaal zijn geweest.

2.5.3 Archeologische gegevens

2.5.3.1 Archeologische ontwikkeling Maasmondgebied

MesolithicumDe oudste aanwijzingen voor menselijke aanwezigheid in de regio Rotterdam dateren uit de eerstemillennia na de laatste ijstijd, het Mesolithicum (9700-5300 voor Chr.). Dit betekent niet dat erdaarvoor geen mensen in deze streken verbleven. De sporen die zij achterlieten zijn echter lastig tetraceren. Het gaat namelijk om overblijfselen van kampjes van jagers, verzamelaars en vissers dieveelal een beperkte omvang hebben en zich kenmerken door een geringe vondstdichtheid. Daarnaastwas de bevolkingsdichtheid laag en worden de lagen waarin hun sporen zijn aan te treffen afgedektdoor eventueel latere pleistocene sedimenten en een 15 tot 20 meter dik pakket holocene zanden,kleien en venen.

Door de zeespiegelrijzing vanaf het einde van de laatste ijstijd zo’n 12.000 jaar geleden als gevolg vanhet afsmelten van de ijskappen veranderde het voorheen droog liggende gebied van de Noordzeegeleidelijk (weer) in een zee. De stijgende zeespiegel had ook gevolgen op land door de daaruitresulterende stijgende grondwaterstand. Hierdoor werd het landschap in West-Nederland in de loop

Page 125: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

7

van de tijd steeds natter. De mensen uit het Mesolithicum benutten de waterrijke streken alsjachtgebied, om plantaardig voedsel te verzamelen en om te vissen. Hun tijdelijke, seizoensgebondenkampementen werden opgezet in het gezamenlijke dal van de oer-Rijn en -Maas, dat geleidelijk aanveranderde in een deltagebied. Ze gebruikten zeker de hoge en droge rivierduinen, gelet opbijvoorbeeld op de nederzettingssporen in Rotterdam Yangtzehaven (Moree en Sier 2014) en eengrafveldje in Rotterdam Beverwaard Tramremise (Zijl e.a. 2011). Het is zeer aannemelijk dat dejagers, verzamelaars en vissers ook op de oevers van waterlopen vertoefden, er zijn echter nog geenvindplaatsen uit een dergelijke landschappelijk situatie bekend.De hogere rivierduinen werden ook later in de prehistorie nog wel als verblijfplaats gebruikt. In deregio Rotterdam zijn bijna alle duinen echter al ver voor de bedijkingen in de Late Middeleeuwengeleidelijk aan volledig afgedekt door jongere natuurlijke afzettingen. Een uitzondering vormt wellichthet rivierduin van Hillegersberg; het lijkt erop dat het zand ter plekke van de top van het duin vóór debouw van de Hillegondakerk tot aan het maaiveld reikte.

NeolithicumMet de komst van een boerenbevolking uit Midden-Europa in Limburg begint in Nederland hetNeolithicum (5300-2000 voor Chr.). In de regio Rotterdam nemen de jagers, verzamelaars en vissersechter maar zeer geleidelijk elementen van dat boerenbestaan over; tot in de Bronstijd (2000-800 voorChr.) wordt een substantieel deel van het voedsel op de traditionele manier verkregen uit de natuur.De eerste sporen van het boerenbestaan in de regio Rotterdam dateren uit het vijfde millennium voorChr. Ze zijn aangetroffen op een rivierduincomplex in Rotterdam Groenenhagen-Tuinenhoven(Meirsman en Peters 2006, Swifterbant-cultuur). Behalve op rivierduinen zijn nederzettingsterreinen uithet Neolithicum te vinden op oevers van kreken en rivieren, bijvoorbeeld in Rotterdam VanGhentkazerne (Lelivelt 2006, Swifterbant-cultuur), Barendrecht Gaatkensplas (Moree 2006,Swifterbant-cultuur), Barendrecht Vrijenburg (Moree, Schoonhoven en Van Trierum 2010, 99-101,Hazendonk 3) en Nissewaard Hekelingen (Modderman 1953 en Louwe Kooijmans 1986, Vlaardingen-cultuur). In het westen van de regio is een vindplaats op een kwelderwal onderzocht, het betreftHellevoetsluis Ossenhoek (Goossens 2009, Vlaardingen-cultuur)

BronstijdUit de Bronstijd zijn zeer weinig vindplaatsen bekend in de regio Rotterdam. De oorzaak moet gezochtworden het ontstaan van een min of meer gesloten strandwallenkust met een steeds nauwerwordende monding van de Maas. Hierdoor vernatte het achter de kust liggende gebied, waarmoerassen zich konden uitbreiden en op grote schaal veengroei optrad. De bewoningsmogelijkhedenin zo’n landschap waren beperkt. De enige bekende nederzettingsterreinen zijn te vinden inBarendrecht Zuidpolder. Ze zijn te dateren in de Vroege en Midden-Bronstijd (Moree e.a. 2011). UitVlaardingen Krabbeplas is het skelet van een man uit de Midden-Bronstijd afkomstig (Van den Broeke1992). Niet ver daarvandaan, van de locatie Vlaardingen De Vergulde Hand, komt een vooralsnog niette duiden structuur van hout uit de Midden-Bronstijd (Eijskoot e.a. 2011, 66-67). Vindplaatsen uit deLate Bronstijd ontbreken tot nu toe in de regio.

IJzertijdIn de IJzertijd (800 voor Chr. - begin jaartelling) raakt de regio Rotterdam weer intensiever bewoond.Nederzettingen zijn dan vooral aan te treffen op de oevers van kreken en riviertjes die het omliggendegebied ontwateren, bewoonbaar en toegankelijk maken.Een mooi voorbeeld van de ontwikkeling van het landschap gedurende de IJzertijd en de plek van demens daarin is te vinden op Putten (Van Trierum 1992). Daar ontwikkelde zich aan het einde van deBronstijd - begin IJzertijd een krekensysteem in een moerasgebied waarin zich in de voorgaandemillennia een dik pakket veen had ontwikkeld. Dat geulenstelsel mondde tussen Spijkenisse enGeervliet in de Maas uit. In de Vroege en Midden-IJzertijd ontwaterde het stelsel aangrenzendestukken veen, die daardoor geschikt werden voor de bouw van boerderijen, het aanleggen van akkers

Page 126: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

8

en het houden van vee. Later, op de overgang van de Midden- naar de Late IJzertijd, gingen degeulen sedimenteren waardoor het veen werd afgedekt door een pakket kleien en zanden. In de LateIJzertijd werden op de oevers van de geulen opnieuw boerderijen gebouwd, maar nu niet meer op hetveen, maar op een klastische ondergrond. Bij Spijkenisse is op Rotterdams grondgebied een dam metduiker uit de Late IJzertijd gedocumenteerd tijd (Rotterdam Hartelkanaal, Van Trierum, Döbken enGuiran 1988, 45-46). De aanleg ervan maakt misschien deel uit van het treffen van voorzieningenwaardoor de eerste aanzet tot de grootschalige ontginningen van het landschap in de Romeinse tijd.

Romeinse tijdIn het gebied ten noorden van de Maas loopt de bevolking aan het eind van de Late IJzertijd, vanaf100 voor Chr., sterk terug (De Bruin 2017, 289-290) en ook ten zuiden van de Maas lijkt dit het gevalte zijn geweest. In het begin van de Romeinse tijd, de eerste decennia na het begin van de jaartelling,is de regio Rotterdam waarschijnlijk slechts spaarzaam bewoond geweest. Vanaf de tweede helft vande eerste eeuw na Chr. neemt het aantal nederzettingen ten noorden van de Maas weer toe. Ze zijngesticht door nieuwkomers in het gebied, die daar later de Cananefaatse gemeenschap gaan vormen(De Bruin 2017, 290-292).De nederzettingsterreinen uit de Romeinse tijd worden aangetroffen op de oevers van kreken enrivieren en in het direct aangrenzende (klei-op-) veengebied. In de Romeinse tijd worden in hetMaasmondgebied de eerste poldertjes aangelegd; gebieden waarin de waterstand kunstmatig kanworden geregeld door voorzieningen als greppels, sloten en dammen met duikers aan te brengen(Moree, Van Trierum en Carmiggelt 2018, 20-21). De eerste dam met duiker werd in 1966 ontdekt inSchiedam, aan de Fokkerstraat (Ter Brugge 2002, 74-75). Door een goede regulering van dewaterhuishouding kon de agrarische productie worden vergroot. Hierdoor kon tegemoet wordengekomen aan de toegenomen vraag naar voedsel als gevolg van het groeien van de bevolking in deRomeinse tijd in het gebied tussen de mondingen van de Maas en de Rijn en langs de Limes met demilitairen in de forten. Op verschillende plaatsen in de regio zijn begraafplaatsen uit de Romeinse tijdbekend. De best onderzochte is die van Spijkenisse-Hartel West (Döbken 1992). Van de ongeveer200 bijgezette individuen was de overgrote meerderheid gecremeerd. Slechts zes personen warengeïnhumeerd: vijf pasgeborenen en een volwassen man.

Middeleeuwen en Nieuwe tijdAan het einde van de derde eeuw na Chr. nam de bevolking in de Rotterdamse regio drastisch af, netals elders in de gebieden in Nederland die onder Romeins gezag hebben gestaan (Heeren 2016).Mogelijk voerden de Romeinen een bewuste ontvolkingspolitiek. Bewoningssporen uit de laat-Romeinse tijd en uit de Vroege Middeleeuwen tot de 8e eeuw zijn in de regio nauwelijks bekend.Pas vanaf de 8e-9e eeuw neemt de bewoning in het weer Maasmondgebied toe, zo blijkt uit historischebronnen en archeologische vondsten. In Vlaardingen stond al in de jaren twintig van de 8e eeuw eenkerk, die net als de bewoning uit deze periode op de westelijke oever van de Vlaarding moet wordengezocht (Hoek 1973). Op de zuidoever van de Maas lag Witla, de exacte ligging van de nederzettingis echter vooralsnog niet bekend. Witla wordt genoemd in de annalen van het in Duitsland gelegenklooster Fulda, nadat de nederzetting in 836 door Vikingen was verwoest (Koch 1970, nummer 5).Verder naar het oosten dateren de oudste in situ gedocumenteerde bewoningssporen langs debenedenloop van de Rotte uit de 10e eeuw (Carmiggelt 2016). Deze kunnen in verband wordengebracht met de nederzetting Rotta, waarvan voor het eerst melding wordt gemaakt in eenschenkingsoorkonde uit 1028 waarin de kerk van Rotta wordt genoemd. In de zone ten zuidendaarvan wijzen geïsoleerde en verspoelde vondsten uit de Karolingische periode erop dat er al enigebewoning in de voorgaande eeuwen in het gebied kan worden verondersteld, verspreid op zowel deoevers van de Rotte als die van de Merwede (Nieuwe Maas). Van de nederzetting Rotta, metvermoedelijk lintbebouwing op beide oevers van de Rotte, zijn op enkele plaatsen in de binnenstadvan Rotterdam resten gedocumenteerd. In deze nederzetting werden zowel agrarische alshandelsactiviteiten ontplooid.

Page 127: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

9

In de 10e eeuw wordt in de regio een aanvang gemaakt met de systematische ontginningen van deveen- en kleigebieden. Ze begonnen kleinschalig en schoven vanaf de Maasoevers op, waarbijgebruik werd gemaakt van natuurlijke kreken en riviertjes. Archeologisch is aangetoond dat debewoning zich langs de zijriviertjes van de Maas in de 9e en 10e eeuw stroomopwaarts verbreidde(IJsselstijn 2016, 37). Door de voortdurende ontwatering daalde het maaiveld in de ontgonnengebieden, waardoor het land kwetsbaar werd voor overstromingen. In de 12e eeuw teisterdenverschillende overstromingen het Maasmondgebied, waarbij ontginningen en nederzettingen alsVlaardingen en Rotta verloren gingen en forse overstromingsdekken werden afgezet (Hoek 1973;IJsselstijn 2016, 37). De overstromingen maken herontginning van het land noodzakelijk, waarbij ookdijken, dammen en sluizen worden aangelegd. De Late Middeleeuwen worden gekenmerkt door eentoenemende bewoningsdichtheid. Langs de ontginningskaden en dijken en op en bij de dammen enontstaan dorpen en steden. De stad Rotterdam zelf ontwikkelde zich vanaf ongeveer 1270, hetmoment dat een dam in de Rotte wordt aangelegd op de plaats van de huidige Hoogstraat(Carmiggelt 2016). In de loop van de 14e eeuw groeide Rotterdam uit tot een marktstadje voor denaaste omgeving en ook daarna bleef het zich voortdurend uitbreiden. In deze tijd werden ookkastelen gebouwd. Rond 1500 lag Rotterdam nog binnen het gebied dat omsloten wordt doorCoolsingel, Blaak, Nieuwe Haven en Goudsesingel. De grote bloei zette in de tweede helft van de 16e

eeuw in, toen de stad uitgroeide tot de tweede handelsstad van Holland. Uit die periode stammen degrote uitbreidingen naar de Maas toe, waardoor de stad haar karakteristieke driehoekige vorm kreeg(Van der Schoor 1999).Binnen de gemeentegrenzen van het huidige Rotterdam ligt, behalve de stad Rotterdam, een reeksvan andere laatmiddeleeuwse bewoningskernen en -linten, bijvoorbeeld Overschie, Delfshaven,Hillegersberg, Kralingen, Hoogvliet, Pernis, Charlois, Katendrecht en Oud-IJsselmonde. De genoemdenederzettingen hebben allemaal een eigen ontwikkeling doorgemaakt (Van der Schoor 2013).

2.5.3.2 Bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebiedIn de nabije omgeving van het plangebied zijn archeologische vindplaatsen bekend uit de LateMiddeleeuwen A en B. Iets verder weg zijn vindplaatsen uit het Neolithicum, de IJzertijd en Romeinsetijd aangetroffen. Een site met resten uit het Mesolithicum/Neolithicum bevindt zich bij Heerjansdam inde gemeente Zwijndrecht.Veel vindplaatsen bevinden zich op oevers aan de zuidzijde van de Waal (vanaf de IJzertijd, maar ookde oudere vindplaatsen die bewaard zijn gebleven onder de oeversedimenten). Aan de noordzijde vande Waal zijn er tot dusver vooral aanwijzingen voor erosie door de rivier, maar ook hier kunnen zichplaatselijk oevers hebben gevormd (Moree 2006; Stronkhorst 2007).

BewoningsgeschiedenisOver de bewoningsgeschiedenis van centraal IJsselmonde in de prehistorie en de Romeinse tijd(begin jaartelling tot 350 na Chr.) zijn gegevens beschikbaar uit de nabije en wijdere omgeving van hetplangebied. Het gaat om vindplaatsen in de gemeente Barendrecht uit het Neolithicum (tot 2000 voorChr. - zie hieronder vindplaatsnummers 1 [in Zuidpolder], 2 [in Polder Binnenland], 3 [in Zuidpolder], 4[in Polder Oudeland], 5 [in Polder Oudeland] en 6 [in Polder Nieuw Reijerwaard]); de Bronstijd (2000-800 voor Chr. - vindplaatsnummer 3); de IJzertijd (800 voor Chr.-begin jaartelling - vindplaatsnummer7 [in Zuidpolder]) en de Romeinse tijd (begin jaartelling-rond 400 na Chr. - vindplaatsnummer 7 [inZuidpolder]). Alle genoemde vindplaatsen zijn gerelateerd aan fossiele stroomgordels (Afzettingen vanGorkum - Formatie van Echteld) of aan fossiele geulen (Afzettingen van Duinkerke - Laagpakket vanWalcheren). Bij Heerjansdam aan de Develweg zijn resten uit het Mesolithicum/Neolithicumaangetroffen in de top van rivierduinafzettingen (Laagpakket van Delwijnen, vindplaatsnummer 12 [inPolder Heerjansdam]).

Page 128: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

10

Rond het jaar 1000 werden de veengebieden op IJsselmonde ontgonnen. Door het graven van slotenwerd het veen ontwaterd waardoor het gebied geschikt werd voor bewoning en landbouw. De oudstemiddeleeuwse bewoningssporen vinden we in het hart van IJsselmonde op een veenondergrond.Vindplaatsen uit de 11e-13e eeuw zijn in het gebied van Rotterdam Zuid, Ridderkerk en Barendrechtonder meer bekend uit Bijdorp (zie hieronder, vindplaatsnummer 8 [in Polder Binnenland]) enVrijenburg (vindplaatsnummer 9 [in Polder Binnenland]). Door het inklinken van de bodem als gevolgvan het ontwateren van het veen kwamen de ontgonnen gebieden zo laag te liggen dat ze op denduur door dijken beschermd moesten worden tegen binnendringend water. Geleidelijk ontstond in hetcentrale deel van IJsselmonde een grote polder, de Riederwaard. De voortgaande klink van hetveengebied zorgde er uiteindelijk voor dat de bewoning daar tot een eind kwam en zich naar hetzuiden, in de richting van de Maas, verplaatste.

De oudst bekende vermelding van de grote, centrale polder Riederwaard dateert uit 1214. In deperiode 1373-1375 gaat de Riederwaard als gevolg van overstromingen verloren. De schade wasenorm: nederzettingen als Pendrecht, Carnisse, West-Barendrecht en Oost-Barendrecht verdronkenen de uitgestrekte ontginningen van de Riederwaard gingen verloren. In de eeuwen die volgden op derampjaren werd het overstroomde land in fasen weer ingedijkt. De Ziedewijdse Polder is kort voor1500 ontstaan, de Zuidpolder rond 1650, zo'n 275 jaar na de ondergang van de Riederwaard.Op luchtfoto’s is in de westelijke delen van de Zuidpolder een 2,5 km lang deel van het dijkenstelselom de Riederwaard als een lichte verkleuring in de akkers zichtbaar. De dijkresten bevinden zich in deondergrond en worden afgedekt door het overstromingsdek dat daar is gevormd tussen 1373 en 1650.In de wijken Waterkant en Havenkwartier in Carnisselande is de dijk onderzocht. Over een afstandvan meer dan 700 meter zijn op en aan de noordzijde van de dijk bewoningssporen, resten vanhouten huizen, kuilen, sloten en greppels, uit de 13e en 14e eeuw aangetroffen (zie bijvoorbeeldvindplaatsnummer 10, hieronder). Zeer waarschijnlijk gaat het om resten van het middeleeuwse dorpCarnisse.Naar het oosten toe is de dijk op luchtfoto’s door de aanwezige bebouwing en de ophogingen van deAchterzeedijk de eventuele voortzetting nog niet aangetoond.Opvallend is echter dat in het gebied ten westen van de Derde Barendrechtse weg het nu bekendestuk dijk op luchtfoto’s vanuit het noordwesten naar het zuidoosten toe min of meer raait op deveronderstelde locatie van ‘Den Ouden Dijck’ bij de haven van Barendrecht. Dit is een in historischebronnen vermeld (en ook op kaarten uit de zeventiende eeuw afgebeeld) eilandje, waarvan wordtaangenomen dat het om een stuk land gaat, eertijds binnen de bedijking van de Riederwaard gelegen,dat gespaard is gebleven bij de overstromingen in de 14e eeuw. Volgens 16e- en 17e-eeuwsegetuigenverklaringen lagen op dit eilandje de resten van de in 1373 verdronken kerk en kerkhof vanBarendrecht. Andere getuigen beweren daarentegen dat de kerk tussen het eilandje en Heerjansdamheeft gestaan. ‘Den Ouden Dijck’ is rond 1650 wellicht opgenomen in de Achterzeedijk.In het zuidoosten van de Zuidpolder zijn in 1993 bij grondwerkzaamheden in de Ziedewijdse kadeonder het middeleeuwse overstromingsdek over een afstand van minimaal 70 meter kuilen met mest,aardewerk, baksteenfragmenten en botmateriaal uit de 14e eeuw aangetroffen (zie hierondervindplaatsnummer 11 [in Zuidpolder]). De archeologische resten worden geïnterpreteerd alsnederzettingssporen en zijn, ook voor wat betreft hun stratigrafische positie, goed vergelijkbaar met devondsten in Carnisselande. Zeer voorzichtig kan worden gesuggereerd dat de vindplaats in verbandkan worden gebracht met de aanwezigheid in dit deel van de Zuidpolder van het tijdens deoverstromingen van 1373-1375 verdronken dorp (Oost) Barendrecht.

Enkele vindplaatsen in de omgeving van het plangebiedIn het onderstaande wordt een kort overzicht gegeven van de relevante gegevens van een aantal minof meer nabijgelegen vindplaatsen; van een aantal is informatie over de stratigrafische positie van dearcheologica voorhanden. De informatie is afkomstig uit BOORIS (=archeologisch informatiesysteemBOOR, nu Archeologie Rotterdam).

Page 129: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

11

Vindplaatsnummer 1BOOR-vindplaatscode 20-126

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer 15628 (terrein van zeer hoge archeologische waarde, het is beschermd als

rijksmonument)

Toponiem Zuidpolder

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 93.285/428.756

Complextype en beschrijving Basiskamp/nederzetting. Uit boorkernen zijn houtskool, as, aardewerk, verbrand en

onverbrand botmateriaal en visresten, verkoold graan, vuursteen (waaronder fragment

van een gepolijste bijl) en natuursteen verzameld.

Het betreft een forse vindplaats op een oeverwal met in ieder geval twee

boven elkaar liggende vondstlagen, gescheiden door een vondstloze laag sediment. In de

bovenste vondstlaag is een grote verscheidenheid aan archeologische indicatoren

aangetroffen. Mogelijk was de locatie ingericht als een basisnederzetting van waaruit de

omgeving werd geëxploiteerd. Gelet op de omvang van bovenste vondstlaag en de

vondstconcentratie is het aannemelijk dat het gaat om een langdurig of zelfs

permanent verblijf van een relatief grote groep mensen.

Datering Midden-Neolithicum14C-datering Materiaal uit bovenste vondstlaag (GrA-20074)

-Uitkomst 5150 ± 50 BP

-2 sigma 4211-3799 cal BC

Stratigrafische positie Het niveau met archeologische resten bevindt zich in situ in de Afzettingen van Gorkum

(Formatie van Echteld), onder veen (Hollandveen, Formatie van Nieuwkoop). De fossiele

stroomgordel van waaruit de oeverwal is gevormd, is mogelijk dezelfde als het fossiele

geulsysteem dat werd aangetroffen tijdens de archeologische inventarisatie in het

plangebied Vrijenburg (BOORvindplaats 20-125, Midden-Neolithicum) en het plangebied

Hordijk-West (BOORvindplaats 13-74, waarschijnlijk Midden-Neolithicum).

Diepteligging De top van het bovenste vondstniveau bevindt zich op 391 cm - NAP.

Soort en jaar onderzoek Booronderzoeken BOOR in 2001 en 2002.

Bron(nen) Moree e.a. 2010 (Bb 6),101-104.

Vindplaatsnummer 2BOOR-vindplaatscode 20-125

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer 16140 (terrein van zeer hoge archeologische waarde)

Toponiem Vrijenburg

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 94.227/430.248

Complextype en beschrijving Onbepaald, het gaat om een vondstniveau met aardewerk, vuursteen, overig natuursteen,

houtskool, overige botanische resten, zoogdierbot en visresten. Grondsporen ontbreken.

Datering Neolithicum, op grond van het aardewerk kan de vindplaats aan de Hazendonk-3 groep

worden toegewezen.14C-datering Verkoold elzenhout uit het vondstniveau (UtC-13791)

-Uitkomst 4789 ± 45 BP

-2 sigma 3653 - 3381 cal BC

Stratigrafische positie De ondergrond van het terrein wordt gevormd door een pakket matig kleiig zand, naar

boven toe overgaand in een sterk kleiig zand, dan wel een sterk zandige klei (Laagpakket

van Wormer). De archeologische waarden bevonden zich in de top van het pakket, op

Page 130: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

12

een diepte van 3,7 tot 4,2 m - NAP. Het geheel werd afgedekt door achtereenvolgens een

laag licht tot matig zandige klei (Laagpakket van Wormer) en een laag veen (Formatie

van Nieuwkoop). De top van de sequentie bestaat uit een pakket kleiig zand met kleilagen

dat in de periode tussen de overstromingen van de Riederwaard in 1373-1375 en de

vorming van de Polder Binnenland in 1483 is gevormd (Laagpakket van Walcheren). Het

overstromingsdek ligt erosief op het veen.

Diepteligging Zie hierboven.

Soort en jaar onderzoek Booronderzoeken RAAP en BOOR gevolgd door proefsleuvenonderzoek BOOR in de

periode 2001-2005.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 6), 99-101.

Vindplaatsnummer 3BOOR-vindplaatscode 20-58

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Zuidpolder

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 94.300/428.900

Complextype en beschrijving Binnen oeverwalsedimenten zijn op vier niveaus archeologische resten aangetroffen. Het

gaat van onder naar boven om een vondstlaag met materiaal dat kan worden toegewezen

aan de Vlaardingen-cultuur, een niveau dat op grond van de aanwezigheid van enig

aardewerk in een verder schijnbaar schone matrix van klei aan de late Klokbeker-cultuur

kan worden toegeschreven, een vondstlaag die gelet op de vondsten in het Laat

Neolithicum en Vroege Bronstijd kan worden gedateerd en een vondstlaag die op grond

van het aardewerk in de Vroege Bronstijd/Midden-Bronstijd kan worden geplaatst.

De bovenste twee cultuurlagen bevatten naast aardewerk veel vondstmateriaal

als bewerkt en onbewerkt bot en gewei, botanische resten, vuurstenen

werktuigen, alsmede afval van vuursteenbewerking en andersoortig natuursteen; tevens

is onder de vondstlagen constructiehout gedocumenteerd. Het betreft in deze gevallen

nederzettingsresten. Bij de twee onderste niveaus vormen de aangetroffen archeologica

de neerslag van een kort verblijf op de oeverwal.

Datering Laat Neolithicum en Vroege/Midden-Bronstijd

Stratigrafische positie De archeologica zijn alle afkomstig uit lichtzandige, soms lichtvenige kleien. De kleien

maken deel uit van een sequentie kleien die tezamen een oeverwal vormen aan de

oostzijde van een geul. Gelet op de datering van de in/op de oeverwal aangetroffen

archeologische sporen, was de geul in ieder geval actief van het Laat Neolithicum tot in

de Midden-Bronstijd. Blijkbaar was in deze periode de ligging van de geul met

oeverwal(len) stabiel. Een belangrijke factor bij het verklaren van de langdurige vaste

ligging, is de samenstelling van de ondergrond in het onderzoeksgebied, die voornamelijk

uit cohesieve kleien en - in de komgebieden - ook venige afzettingen bestaat.

De genoemde sedimenten worden gerekend tot de Afzettingen van Gorkum IV en de

Afzettingen van Tiel 0 (Laagpakket van Echteld). Het onderscheid tussen deze

stratigrafische eenheden is echter kunstmatig, want binnen de opeenvolging van

sedimenten zijn noch (grote) lithologische en genetische verschillen, noch (grote)

tijdhiaten geregistreerd.

De kleien die de oeverwal vormen, worden afgedekt door een pakket zand met kleilaagjes

(Afzettingen van Duinkerke III), gevormd na de overstroming van de Riederwaard (een

grote middeleeuwse waard op IJsselmonde) in 1373. De overstroming heeft de

toenmalige ondergrond geërodeerd. Eventuele afzettingen jonger dan Midden-Bronstijd

en ouder dan 1373 zijn hierdoor verdwenen.

Diepteligging 208 cm - NAP (top vondstlaag Vroege/Midden-Bronstijd) tot 254 cm - NAP

Page 131: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

13

(top vondstlaag Laat Neolithicum/Vroege Bronstijd) tot 311 cm - NAP

(top vondstlaag Vlaardingen-cultuur).

Soort en jaar onderzoek Vondstmelding Historische Vereniging Barendrecht en booronderzoek en opgraving

BOOR in 1997.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 5), 90-93; Moree e.a. 2011 (Bb 7).

Vindplaatsnummer 4BOOR-vindplaatscode 13-85

Archis-waarnemingsnummer(s) 420675

Ligt binnen Monumentnummer 16135 (terrein van hoge archeologische waarde)

Toponiem Hordijkerveld

Plaats IJsselmonde

Gemeente Rotterdam

RD-coördinaten 97.060/432.022

Complextype en beschrijving Onbepaald, het gaat om een niveau met houtskool en verbrand bot.

Datering Neolithicum.14C-datering -

Stratigrafische positie Het vondstmateriaal is aangetroffen op een diepte van 4,80 tot 5,00 m - NAP in een

pakket zandige klei, dat wordt afgedekt door een meer dan een meter dikke laag

lichtzandige, humeuze klei (Afzettingen van Gorkum, thans Formatie van Echteld). De

klastische sedimenten maken deel uit van een zuidwest-noordoost gerichte strook met

stroomgordelafzettingen. Op de Afzettingen van Gorkum bevindt zich een laag veen

(Hollandveen, thans Formatie van Nieuwkoop) waarvan de top is veraard. Het veen

wordt - erosief - afgedekt door een klastische laag, die wordt geïnterpreteerd als een

overstromingsdek. Het dek is ontstaan tussen 1373-1375, de jaren van overstroming van

de Riederwaard, en de periode van vorming van de Polder Oudeland in het tweede kwart

van de 15e eeuw. De basis van het dek bestaat uit zand, de bovenste delen uit klei

(Afzettingen van Duinkerke III, thans Laagpakket van Walcheren).

De fossiele stroomgordel waarbinnen de oeverwal is gevormd, is mogelijk dezelfde als

het fossiele geulsysteem dat werd aangetroffen tijdens de archeologische inventarisatie

in plangebied Zuidpolder (BOORvindplaats 20-126), plangebied Vrijenburg

(BOORvindplaats 20-125, Midden-Neolithicum), plangebied Hordijk-West

(BOORvindplaats 13-74, waarschijnlijk Midden-Neolithicum) en plangebied Hordijkerveld

(BOORvindplaats 13-69, Midden-Neolithicum).

Diepteligging Zie hierboven.

Soort en jaar onderzoek Booronderzoeken BOOR in 2004.

Bron(nen) Meirsman 2004 (Br 203); Moree e.a. 2010 (Bb 6),92-93.

Vindplaatsnummer 5BOOR-vindplaatscode 13-69

Archis-waarnemingsnummer(s) 420344

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Hordijkerveld

Plaats IJsselmonde

Gemeente Rotterdam

RD-coördinaten 97.466/432.154

Complextype en beschrijving Onbepaald, het gaat om een niveau met een redelijke hoeveelheid houtskool.

Datering Midden-Neolithicum14C-datering Houtskool uit vondstniveau op 4,70-4,80 m - NAP.

-Uitkomst 5115 ± 40 BP (GrA-29739)

-2 sigma 3986-3797 cal BC

Page 132: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

14

Stratigrafische positie De houtskool is aangetroffen op een diepte van 4,70 tot 4,80 m - NAP in een pakket

zandige klei, dat wordt afgedekt door een laag lichtzandige, humeuze klei. De klastische

sedimenten maken deel uit van een zuidwest-noordoost gerichte strook met

stroomgordelafzettingen die tot de Afzettingen van Gorkum (thans Formatie van Echteld)

worden gerekend. De Afzettingen van Gorkum worden afgedekt door een laag veen

(Hollandveen, thans Formatie van Nieuwkoop) waarvan de top is veraard. Op het vene

rust een laag klei, die wordt geïnterpreteerd als een overstromingsdek. Het dek is

ontstaan tussen 1373-1375, de jaren van overstroming van de Riederwaard, en de

periode van vorming van de Polder Oudeland in het tweede kwart van de 15e eeuw

(Afzettingen van Duinkerke III, thans Laagpakket van Walcheren).

De fossiele stroomgordel van waaruit de oeverwal is gevormd, is mogelijk dezelfde als

het fossiele geulsysteem dat werd aangetroffen tijdens de archeologische inventarisatie

in plangebied Zuidpolder (BOORvindplaats 20-126), plangebied Vrijenburg

(BOORvindplaats 20-125, Midden-Neolithicum), plangebied Hordijk-West

(BOORvindplaats 13-74, waarschijnlijk Midden-Neolithicum) en plangebied Hordijkerveld

(BOORvindplaats 13-85, Neolithicum).

Diepteligging Zie hierboven.

Soort en jaar onderzoek Booronderzoeken BOOR in 2004.

Bron(nen) Meirsman 2004 (Br 203); Moree e.a. 2010 (Bb 6),88-89.

Vindplaatsnummer 6BOOR-vindplaatscode 13-91

Archis-waarnemingsnummer(s) 413806

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Kamerlingh Onnesweg

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 97.375/431.546

Complextype en beschrijving Onbepaald, het gaat om een niveau met een fragment vuursteen van 2 mm groot.

Datering Mesolithicum of Neolithicum.14C-datering -

Stratigrafische positie Het niveau met het vondstmateriaal bevond zich in de top van rivierduinzand.

Diepteligging Tussen 3,97 en 4,13 m - NAP.

Soort en jaar onderzoek Booronderzoek BOOR in 2008

Bron(nen) Van de Meer en Schilmans 2008 (Br 446).

Vindplaatsnummer 7BOOR-vindplaatscode 20-54

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Zuidpolder

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 94.360/428.755

Complextype en beschrijving Onbekend. In de top van een kleipakket en in de vondstlaag (zie onder) is staand en

liggend hout aangetroffen. Er konden twee parallelle rijen paaltjes met een onderlinge

afstand van 2,90 m worden herkend; tevens zijn nog enkele ‘losse’ paaltjes geregistreerd.

Daarnaast is een grote plank van ongeveer 2 x 0,4 x minimaal 5 cm gevonden. Uit de

configuratie van paaltjes kon vanwege de beperkte omvang van de sleuf geen constructie

worden afgeleid. Een paaltje ‘buiten’ de twee parallelle rijen staken heeft een 14C-datering

van 17 cal BC - 79 cal AD (GrN-25913, 1960 ± 20). Hiermee staat vast dat in ieder geval

Page 133: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

15

een deel van het constructiehout uit de Romeinse tijd dateert. Gelet op de flinke

hoeveelheden aardewerk uit de IJzertijd bestaat de mogelijkheid dat een deel van het

hout in deze periode is te plaatsen. Zeer voorzichtig kan worden gesuggereerd dat

vindplaats 20-54 twee bewoningsfasen kent met nederzettingsterreinen op min of meer

hetzelfde stratigrafische niveau en op zeer korte afstand van elkaar. De terreinen lijken

elkaar te overlappen.

Vindplaats 20-54 werd bedreigd door het graven van de Gaatkensplas, een waterpartij

aan de zuidzijde van de Vinex-locatie Carnisselande. In overleg met de gemeente

Barendrecht is besloten de archeologische waarden te beschermen door de plas

plaatselijk minder diep uit te graven. De verhoogde bodem van de plas is afgedekt met

anti-worteldoek en een laag steengruis om de de archeologica te behoeden voor de

schadelijke werking van wortels van waterplanten en voor het vergraven bij opschoning

van de plas.

Datering Midden-IJzertijd (mogelijk nog eind Vroege IJzertijd) en Romeinse tijd

Stratigrafische positie De ondergrond bestaat uit een humeuze, zandige klei. In de top hiervan bevindt zich de

vondstlaag met materiaal uit het einde van de Vroege IJzertijd of uit de Midden-IJzertijd

en de Romeinse tijd. De laag strekt zich uit over een areaal van maximaal 20 x 30 m. Op

de vondstlaag rust een laag van ongeveer 10 cm dikte, bestaand uit dunne klei- en

zandlaagjes, waarin ook vondsten uit het einde van de Vroege IJzertijd of de Midden-

IJzertijd en Romeinse tijd zijn aangetroffen. Het gaat in dit geval om verspoeld materiaal.

In beide vondstniveaus domineert het materiaal uit de IJzertijd. De locatie wordt afgedekt

door een pakket zandige sedimenten dat tussen de overstroming van de Riederwaard in

1373 en de vorming van de Zuidpolder in 1650 is gevormd (Afzettingen van Duinkerke III,

thans Laagpakket van Walcheren).

Diepteligging -

Soort en jaar onderzoek Vondstmelding Historische Vereniging Barendrecht in 1994, waarneming BOOR in 1996

en booronderzoek en proefsleufonderzoek BOOR in 2000.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 5), 97-98 en 139.

Vindplaatsnummer 8BOOR-vindplaatscode 13-46

Archis-waarnemingsnummer(s) 420338

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Bijdorp VI

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 95.462/430.675

Complextype en beschrijving Waarschijnlijk nederzettingsterrein, het gaat om aardewerk (Andenne, kogelpot in diverse

baksels, Paffrath en Pingsdorf), dierlijk bot, maalsteenfragment en lei.

Datering Late Middeleeuwen A, tweede helft 12e eeuw.

Stratigrafische positie Het vondstmateriaal bevond zich in de top van een pakket veen (Hollandveen, thans

Formatie van Nieuwkoop). Er is echter geen sprake van een duidelijke vondstlaag. Ook

was de top van het veen niet veraard. De grens van het veen met het erop liggende

zandige Afzettingen van Duinkerke III (thans Laagpakket van Walcheren) is scherp.

Mogelijk is de vondstlaag door erosie verdwenen en representeren de vondsten het

dieper in de ondergrond terechtgekomen materiaal.

Diepteligging -

Soort en jaar onderzoek Waarneming BOOR in 1997.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 5), 159.

Vindplaatsnummer 9

Page 134: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

16

BOOR-vindplaatscode 13-39

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer 6588 (terrein van hoge archeologische waarde)

Toponiem Carnisseweg

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 94.670/430890

Complextype en beschrijving Waarschijnlijk nederzettingsterrein, het gaat om aardewerk, houtskool, as en greppels in

de top van een pakket veen.

Datering Late Middeleeuwen, 11e-14e eeuw.

Stratigrafische positie Het vondstmateriaal bevond zich in de top van een pakket veen (Hollandveen,

thans Formatie van Nieuwkoop). Er is echter geen sprake van een duidelijk

herkenbare vondstlaag. Ook is de top van het veen niet veraard. In het gebied is de grens

van het veen met de erop liggende Afzettingen van Duinkerke III (thans Laagpakket van

Walcheren scherp. Mogelijk is een eventuele vondstlaag door erosie verdwenen. De

Afzettingen van Duinkerke III bestaat voor het merendeel uit zandige sedimenten, die

tussen de overstromingen van de Riederwaard in 1373-1375 en de vorming van de

Polder Binnenland in 1483 zijn gevormd.

Diepteligging -

Soort en jaar onderzoek Kartering BOOR in 1991, booronderzoek BOOR in 1999-2000 en proefsleuvenonderzoek

BOOR in 2000.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 5), 144.

Vindplaatsnummer 10BOOR-vindplaatscode 20-49

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer -

Toponiem Zuidpolder

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 94.070/429.100

Complextype en beschrijving Dijk en nederzettingsterrein.

Op luchtfoto’s is het tracé van de dijk over een afstand van 2 km in de Zuidpolder te

vervolgen. Het dijklichaam is ook gedocumenteerd bij ander vindplaatsen, bijvoorbeeld

20-47, 20-51 en 20-52.

De nederzettingssporen maken deel uit van een uitgestrekt complex nederzettingssporen

in het westen van de Zuidpolder op en aan de noordzijde van de dijk. Het gaat mogelijk

om het bij de overstromingen van de Riederwaard in 1373 verdronken dorp Carnisse.

Er is buiten het dijklichaam geen middeleeuwse vondstlaag getraceerd. Mogelijk is deze

gedurende de overstromingen van de Riederwaard in 1373 geërodeerd en resteren daar

van de nederzetting slechts de dieper gelegen grondsporen.

Ter plekke van vindplaats 20-49 bereikt de dijk een maximale dikte van 170 cm. De

oorspronkelijke hoogte is echter niet meer te achterhalen. Als gevolg van laat 14e-

eeuwse overstromingen zijn de bovenste delen van de dijk door erosie verdwenen. De

top reikt nu tot 165 cm - NAP. De ophoging heeft een biconvexe doorsnede. Daar waar

de dijk z'n grootste hoogte bereikt, rust ook de grootste last op de ondergrond. Ter plekke

van het dikste deel van de dijk heeft dan ook de grootste klink van de zool

plaatsgevonden. Over de oorspronkelijke vorm van de bovenste delen zou de vorm van

de zool iets kunnen zeggen. De grootste klink heeft iets ten zuiden van het hart van de

dijk plaatsgevonden. Uit de excentrische inzakking zou een steil zuidelijk en een flauwer

noordelijk talud kunnen worden afgeleid. De morfologie van huidige rivierdijken in acht

Page 135: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

17

genomen, suggereert dit een ingepolderd areaal aan de noordzijde. Dit beeld is in

overeenstemming met de verdere onderzoeksresultaten van vindplaats 20-49 (de

nederzettingssporen liggen aan de noordzijde van de dijk) en met de huidige topografie,

waarbij de ligging van de hoofdstroom in het gebied, de Oude Maas, in essentie niet veel

verschilde met die uit de 14e eeuw.

Datering Late Middeleeuwen B, 14e eeuw (tot 1373).

Stratigrafische positie De dijk is aangelegd op een organo-klastisch pakket, opgebouwd uit afwisselende lagen

(niet venige tot sterk venige) klei en (niet kleiig tot sterk kleiig) veen. Het veen in dit

pakket wordt gerekend tot het Hollandveen (Formatie van Nieuwkoop); de kleien behoren

tot de Afzettingen van Gorkum en tot de Afzettingen van Tiel 0, I en mogelijk III (Formatie

van Echteld). De dijk wordt afgedekt door een ruim 1 m dikke laag zand met kleilaagjes

(Afzettingen van Duinkerke III/Tiel III, Laagpakket van Walcheren), gevormd na de

overstroming van de Riederwaard (een grote middeleeuwse waard op IJsselmonde) in

1373 en voor de herbedijking in 1650/51. Het dijklichaam zelf is opgebouwd uit pakketten

kleikluiten afgewisseld met dunne laagjes rietachtig materiaal. Door het 'inpakken' van de

pakketten kluiten met deze laagjes zal de stabiliteit van de dijkconstructie zijn verhoogd.

Het rietachtig materiaal heeft mogelijk een waterregulerende functie binnen het

opgeworpen kleilichaam.

De stratigrafische positie van de nederzettingssporen is gelijk aan die van de dijk.

Diepteligging -

Soort en jaar onderzoek Boor- en proefsleuvenonderzoek BOOR in 1996.

Bron(nen) Hallewas en Moree 2011 (Bb7); Vindplaats 20-49: Moree e.a. 2002 (Bb 5), 191-192;

vindplaatsen 20-47, 20-50 en 20-52: Moree e.a. 2002 (Bb 5), 189-193.

Vindplaatsnummer 11BOOR-vindplaatscode 20-38

Archis-waarnemingsnummer(s) -

Ligt binnen Monumentnummer 16213 (terrein van hoge archeologische waarde)

Toponiem Ziedewijdse kade

Plaats Barendrecht

Gemeente Barendrecht

RD-coördinaten 97.500/427.735

Complextype en beschrijving Nederzettingsterrein. Het gaat om aardewerk, bot, baksteen en mestkuilen die zich over

een traject van minimaal 70 meter uitstrekten.

Datering Late Middeleeuwen B (13e en 14e eeuw, vóór 1373).

Stratigrafische positie De vondsten en de grondsporen bevonden zich in een venige klei op Hollandveen

(Hollandveen Laagpakket). Het vondstniveau wordt afgedekt door een dik pakket zand

met kleilaagjes waarop een laag vette klei rust. Deze afzettingen zijn gevormd tussen

1373, het jaar waarin de middeleeuwse Riederwaard overstroomde, en het midden van

de 17e eeuw, de periode waarin het gebied werd heringedijkt.

Diepteligging Binnen het areaal van de waarneming bevond de basis van het overstromingsdek van

1373/top venige klei met vondsten en sporen zich op ongeveer 1,1 m - mv (circa

2,4 m - NAP).

Soort en jaar onderzoek De vindplaats is in 1993 ontdekt door de heer T.C. Blinde (Barendrecht) in de sleuf van

een persleiding ter plaatse van de Ziedewijdse kade. Aansluitend zijn door het BOOR de

archeologische waarden en de geologische stratigrafie gedocumenteerd in de sleuf.

Bron(nen) Moree e.a. 2002 (Bb 5), 189.

Vindplaatsnummer 12BOOR-vindplaatscode 21-43

Archis-waarnemingsnummer(s)

Page 136: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

18

Ligt binnen Monumentnummer 6584 (Terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd).

Toponiem Devel II / Develweg

Plaats Heerjansdam

Gemeente Zwijndrecht

RD-coördinaten 99.610/427.490

Complextype en beschrijving Onbekend.

Datering Mesolithicum/Neolithicum

Stratigrafische positie Top rivierduinzand (Formatie van Delwijnen).

Diepteligging -

Soort en jaar onderzoek Booronderzoek ROB (?) in 2000 en RAAP in 2001.

Bron(nen) Hageman 1991, catalogusnummer 83; Van der Velde 2000; Thanos 2000; Moree e.a.

2002 (Bb 5), 139 en 150.

2.5.3.3 Bekende archeologische waarden in het plangebiedIn het plangebied zijn geen archeologische waarden bekend. Er is niet eerder archeologischonderzoek verricht.

2.5.4 Historische gegevens plangebiedHet plangebied maakte in de Late Middeleeuwen deel uit van de Riederwaard, een rondom bedijktgebied dat een groot deel besloeg van het huidige IJsselmonde. In 1373-1375 gaat de Riederwaarddoor overstromingen ten onder, waarna het gebied in fasen wordt herbedijkt. Het plangebied bevindtzich in het buitendijks gebied ten zuiden van de Zuidpolder (1650) en de Zuidewijdse Polder (1496).

Op de kadastrale Minuut van 1811-1832 is te zien dat een groot deel van het perceel was ingerichtdoor een vlasboer, o.a. met ‘bosch-hakhout’ en met water als ‘boesem’ (afwatering richting de rivier).Aan de dijk stonden wat kleinschaliger percelen met woningen en een schuur (Bron: Beeldbank RCE).De Grote Historische topografische Atlas ± 1905 Zuid-Holland, schaal 1:25.000 (Uitgeverij Nieuwland2005) laat een overeenkomstig beeld zien: in het plangebied is alleen bebouwing aan de dijkaanwezig en wel in het uiterste noordwesten.

Het cartografisch en historisch onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de mogelijkeaanwezigheid in het onderzoeksgebied van archeologische waarden.

2.5.5 Bouwhistorische gegevensHet (beknopte) bouwhistorisch onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de mogelijkeaanwezigheid van (ondergrondse) bouwhistorische waarden in het plangebied.

2.5.6 AHNBestudering van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) leverde geen aanwijzingen op voor deaanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied.

2.6 Archeologische verwachtingOp grond van de verworven informatie over de historische situatie, de bodemopbouw in de omgevingen de bekende archeologische waarden in de nabijheid van de plangebieden kan de archeologischeverwachting voor de bovenste 5 meter van de bodem in plangebied ’17 woningen Noldijk’ wordenaangegeven. Van het bodemtraject dieper dan 5 meter beneden het maaiveld is geen of slechts inzeer beperkte mate informatie beschikbaar. Om deze reden kan hiervoor geen archeologischeverwachting worden opgesteld. Voor onderstaande verwachting geldt voor alle periodes dat derelevante bodemlagen gedeeltelijk of geheel kunnen zijn aangetast door erosie van de Waal.

Page 137: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

19

Voor het gehele plangebied geldt dat er een kleine kans is op de aanwezigheid van archeologischesporen uit het Neolithicum/ Bronstijd in de top van stroomgordelsedimenten behorend tot deAfzettingen van Gorkum (thans Formatie van Echteld - onder Formatie van Nieuwkoop) of de top vanhet Laagpakket van Delwijnen, een middelgrote kans op de aanwezigheid van sporen uit de IJzertijden Romeinse tijd in de Afzettingen van Tiel (Formatie van Echteld - op Formatie van Nieuwkoop) eneen middelgrote kans op de aanwezigheid van archeologische sporen uit de Late Middeleeuwen tot1373 in de top van de Afzettingen van Tiel (thans Formatie van Echteld) direct onder hetmiddeleeuwse overstromingsdek (Afzettingen van Tiel, thans Formatie van Echteld). Ter hoogte vande Noldijk is de aanwezigheid van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen (tot 1373) ónderhet overstromingsdek al vastgesteld (Jordanov 2016), maar dit betreft wel gebied dat gelegen is aande noordzijde van de Noldijk, zowel binnendijks, als buiten het aangegeven erosiegebied van deWaal.

Het is lastig een exacte diepte aan te geven waarop de archeologische waarden kunnen wordenverwacht. Afgaand op de resultaten van onderzoeken in de gemeente Barendrecht bevindt de top vankansrijke stroomgordelafzettingen (Formatie van Echteld) zich veelal binnen 5 meter beneden hetmaaiveld. Dit betekent dat de bovenste 5 meter hoogstwaarschijnlijk het meest kansrijke bodemtrajectvormen.

Voor alle genoemde perioden gaat het om nederzettingsterreinen/huisplaatsen en om sporen vaninrichting en agrarische gebruik van het gebied. Voor de Late IJzertijd en Romeinse tijd geldt dat ookconstructies als dammen met duikers in het gebied aanwezig kunnen zijn. Uit de Romeinse tijdkunnen tevens grafvelden worden verwacht (Döbken 1992).De nederzettingsterreinen uit het Neolithicum, Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd en LateMiddeleeuwen A kenmerken zich door het voorkomen van een veelal donkergekleurde, humeuze,vondstrijke ‘vuile’ laag. In het niveau kunnen aardewerk, verbrand en onverbrand bot, natuursteen,bewerkt hout, as, houtskool, fosfaat (niet bij Neolithicum/Vroege Bronstijd) en mest (niet bij LaatNeolithicum/Vroege Bronstijd) en dergelijke voorkomen. Vanaf de Late IJzertijd kunnen ook glas enmetaal worden aangetroffen. In en onder zo’n vondstlaag kunnen zich resten van constructiehoutbevinden. Het vondstmateriaal van nederzettingsterreinen uit de Late Middeleeuwen B is grotendeelsvergelijkbaar met dat van de er aan voorafgaande perioden, maar komt in grotere dichtheden voor.Aan het vondstenlijstje kunnen bouwmaterialen als baksteen worden toegevoegd.

2.7 Aantasting archeologische waardenDe realisering van de nieuwbouw en gerelateerde infrastructuur in het plangebied ’17 woningenNoldijk’ zal gepaard gaan met grondroerende activiteiten. Hierbij kunnen de eventueel aanwezigearcheologische waarden worden aangetast. Dit geldt voor de gehele plangebieden en voorarcheologische waarden uit alle bovengenoemde perioden: Neolithicum/Bronstijd, IJzertijd, Romeinsetijd en Late Middeleeuwen A en B.

2.8 AdviesOp grond van gemeentelijk beleid, de archeologische verwachting van het gebied, alsmede debodemverstorende aard van de werkzaamheden die in het kader van de toekomstige ontwikkeling vande plangebieden zullen worden uitgevoerd, is een verkennend inventariserend veldonderzoeknoodzakelijk naar de aanwezigheid van archeologische waarden uit het Neolithicum/Bronstijd,IJzertijd, Romeinse tijd en Late Middeleeuwen A en B.

Page 138: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

20

3. PROGRAMMA VAN EISEN VOOR HET VERKENNEND EN KARTERENDINVENTARISEREND VELDONDERZOEK

3.1 InleidingDit PvE heeft betrekking op de verkennende en karterende fasen van het inventariserendveldonderzoek in het plangebieden ’17 woningen Noldijk’ te Barendrecht, gemeente Barendrecht. Debeide fasen van onderzoek worden hier gecombineerd om de doorlooptijd van het archeologischonderzoek te verkorten.

In het algemeen heeft de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek tot doel de matevan gaafheid van de bodem in een gebied vast te stellen en inzicht te krijgen in morfologischeeenheden van de begraven oude landschappen, voor zover deze van invloed kunnen zijn op delocatiekeuze in het verleden. Het doel is kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones teselecteren voor de karterende fase van het inventariserend veldonderzoek. Vooruitlopend op eeneventueel waarderend inventariserend veldonderzoek worden gedurende de verkennende enkarterende fasen van het inventariserend veldonderzoek alvast zo veel mogelijk gegevens verzameldom de aard, diepteligging, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van deeventuele archeologische resten te kunnen vaststellen. Hierdoor kan een inschatting worden gemaaktof en zo ja in welke mate bij de toekomstige bodemingrepen in het plangebied archeologischewaarden zullen worden aangetast.

3.2 Onderzoeksgebied verkennend en karterend inventariserend veldonderzoekHet onderzoeksgebied voor het verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek is hetplangebied (er zijn uit voorzorg geen boringen gepland ter plaatse van het uitgebrande slooppand).

3.3 Verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek in het onderzoeksgebiedHet verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek wordt uitgevoerd door het zetten vangrondboringen. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de KNA, versie 4.1 en deRichtlijnen voor het uitvoeren van archeologisch bureauonderzoek en niet-gravend inventariserendveldonderzoek in de gemeente Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis,Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam en Westvoorne, versie 2.9 (september 2019).

Er kunnen volgens het bureauonderzoek vier stratigrafische niveaus met archeologische potentieaanwezig zijn, een en ander afhankelijk van de mate van erosie door de Waal:1. Laagpakket van Delwijnen. Te verwachten archeologische waarden: Mesolithicum en Neolithicum.2. Top stroomgordelafzettingen behorend tot de Formatie van Echteld (onder Formatie van Nieuwkoop, indien aanwezig). Te verwachten archeologische waarden: Neolithicum, eventueel Bronstijd.3. Formatie van Echteld (op Formatie van Nieuwkoop, indien aanwezig). Te verwachten archeologische waarden: IJzertijd en Romeinse tijd.4. Formatie van Echteld direct onder overstromingsdek van na 1373 (ook Formatie van Echteld). Te verwachten archeologische waarden: Late Middeleeuwen.

3.4 Doel boren

Verkennend inventariserend veldonderzoekDoel van het verkennend inventariserend veldonderzoek is het toetsen en eventueel aanpassen vande archeologische verwachting. Tijdens het verkennend inventariserend veldonderzoek wordt debodemopbouw en mate van gaafheid van de bodem in kaart gebracht, om zo de archeologische

Page 139: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

21

potentie van het plangebied vast te stellen.

Karterend inventariserend veldonderzoekHet doel van het karterend inventariserend veldonderzoek is tweeledig:1. De archeologische waarden die bij de verkennende fase zijn getraceerd (verder) in kaart brengen. Indien mogelijk dient een eerste indruk te worden geven van de datering, aard en kwaliteit van deze waarden.2. Verdere archeologische waarden traceren en in kaart brengen. Indien mogelijk dient een eerste indruk te worden geven van de datering, aard en kwaliteit van deze waarden.

3.5 Onderzoeksvragen- Wat is de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied?- Wat is de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied? In hoeverre heeft de Waal voor erosie gezorgd en welke bodemlagen zijn wel (al dan niet geërodeerd) aanwezig en welke zijn niet aanwezig?- Zijn in het plangebied nog stratigrafische niveaus met archeologische potentie aanwezig?- Op welke diepte bevinden deze niveaus zich?- Zijn in het plangebied archeologische waarden aanwezig en kan, indien mogelijk, een eerste indruk

gegeven worden van de datering, aard en kwaliteit van deze waarden?- Is in het plangebied, gelet op de voorgenomen bodemingrepen, vervolgonderzoek noodzakelijk?

3.6 Boorstrategie en methoden

Het inventariserend veldonderzoek wordt uitgevoerd door het zetten van 16 grondboringen(verkennende fase). Voorts worden 4 boringen op voorhand ‘gereserveerd’ om in te zetten in kansrijkezones en of in gebieden waar in de verkennende boringen archeologische waarden zijn aangetroffenom deze (nog) scherper in kaart brengen. Als de karterende boringen niet worden gezet, dan dient dereden hiervoor te worden besproken met (de adviseur van) het bevoegd gezag.De volgende aspecten zijn van belang bij het boren:

De volgende aspecten zijn van belang bij het boren.- De locatie van de boorpunten op de boorpuntenkaart is indicatief. Er kan eventueel met boorpunten worden geschoven als de situatie in het veld hiertoe aanleiding geeft (bebouwing, verharding).- De boringen worden gezet door de Formatie van Echteld en de Formatie van Nieuwkoop tot in de top van de (eventuele) stroomgordelafzettingen behorend tot de Formatie van Echteld, of de duinafzettingen van het Laagpakket van Delwijnen met een maximale diepte van 5 meter - maaiveld.- De onderlinge afstand van boringen in een raai is 30 m.- Mocht na visuele inspectie met behulp van gutsmes in het veld nog twijfel bestaan of archeologische indicatoren in een bepaald bodemtraject al dan niet aanwezig zijn, dan wordt het betreffende stuk boorkern bemonsterd en gezeefd op een zeef met een maaswijdte van 4 mm.- De x-/y-coördinaat van de boorpunten dienen te worden bepaald. Dit kan handmatig (met bijvoorbeeld een meetlint) geschieden, waarbij de meetfout maximaal 1 meter bedraagt.- De z-coördinaat van het boorpunt dient te worden bepaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meettoestel (waterpas, total station, GPS en dergelijke), waarbij de meetfout maximaal 3 cm bedraagt. Bij het vaststellen van de z-coördinaat mag geen gebruik worden gemaakt van het AHN.- Voor het boren dient gebruik gemaakt te worden van een gutsboor met een

Page 140: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

22

binnendiameter van minimaal 2,5 cm. Voor de bovenste - geroerde - bodemtrajecten kan eventueel worden gebruik gemaakt van een edelmanboor.- De boorkernen dienen volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB) of een direct daarvan afgeleide methode te worden beschreven. Hierbij wordt extra benadrukt dat: - De begrenzing van de lagen tot op de cm nauwkeurig dient te worden vastgesteld. De boorkern mag dus niet in trajecten van bijvoorbeeld 10 cm worden beschreven. - De aard van de grenzen dient te worden vastgesteld. Bijvoorbeeld diffuus, geleidelijk, scherp/abrupt, erosief.

3.7 Samenstelling onderzoeksteamBij het verkennend inventariserend veldonderzoek dient zowel het veldwerk, de uitwerking als derapportage te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel waarbij de aantoonbare aanwezigheidvan kennis en ervaring met het werken in holoceen West-Nederland een vereiste is.

3.8 Verslaglegging onderzoekDe resultaten van het verkennend inventariserend veldonderzoek dienen door deopdrachtnemer in de vorm van een conceptrapport aan de opdrachtgever te worden gepresenteerd.De opdrachtgever biedt het concept ter goedkeuring aan het bevoegd gezag aan. Vervolgensverstrekt de opdrachtnemer het goedgekeurde rapport aan de opdrachtgever. Tevens wordt hetrapport gestuurd naar het bevoegd gezag, het BOOR, de Koninklijke Bibliotheek en de Rijksdienstvoor het Cultureel Erfgoed.Ten behoeve van een vlot verloop van de beoordeling van de rapportage dient het conceptrapportvergezeld te gaan van cad- (.dxf/.dwg) of gis-bestanden (.shp/.mif) met de ligging van het plangebied,het onderzoeksgebied en de boorlocaties.Het rapport moet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals die in de KNA, versie 4.1 voor inventariserendveldonderzoek zijn opgesteld. In het rapport komen de volgende, gebruikelijke, aspecten aan de orde:- Het doel van het onderzoek- De onderzoeksmethoden- De resultaten van het onderzoek- Conclusies en aanbevelingenDaarnaast worden aan de rapportage de volgende specifieke eisen benadrukt/ gesteld:- In de boorkernbeschrijvingen dienen tevens de meest relevante interpretaties (met name de onderscheiden stratigrafische eenheden) te worden opgenomen.- De in het veld onderscheiden stratigrafische eenheden dienen (zorgvuldig) te worden beschreven in het rapport.- Voor de onderscheiden stratigrafische eenheden wordt naast de nieuwe terminologie ook de conventionele benaming gebruikt: Afzettingen van Tiel (0, I, II en III), Hollandveen en Afzettingen van Gorkum (I, II, III en IV) en dergelijke.- Met behulp van de boorstaten worden profielen van de verkennende raaien getekend, van de raaien die haaks op de dijk staan de twee meest informatieve.- Om de interpretaties binnen de profielen controleerbaar te maken, worden bij het tekenen de boorstaten in de profielen weergegeven en wordt de (litho)stratigrafische informatie van de boorkernbeschrijvingen goed herkenbaar bij de boorstaten geplaatst.- In de profielen wordt de oxidatie-reductiegrens aangegeven.In het rapport wordt de volgende kaart opgenomen:- Een kaart met de boorpunten, waarop per boorpunt is aangegeven of er archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Tevens dienen de aard van de indicatoren, de diepteligging (ten opzichte van NAP en maaiveld) en het stratigrafische niveau waarop zij zijn gevonden te worden vermeld.

Page 141: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

23

3.9 OverlegIndien de opdrachtnemer af wil wijken van de in dit PvE beschreven aanpak, dient vooraf overleggepleegd te worden tussen de opdrachtnemer, opdrachtgever en het bevoegd gezag.

3.10 TijdpadDirect na het veldwerk dient overleg plaats te vinden tussen de opdrachtgever, opdrachtnemer en hetbevoegd gezag over de verdere aanpak van de planlocatie.Het definitieve rapport zal uiterlijk drie maanden na afronding van het veldwerk worden verstuurd.

Page 142: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

24

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Literatuur

Hageman, R.J.B., 1991: IJsselmonde: een archeologische kartering, inventarisatie en waardering,Rotterdam (BOORrapporten 8).

Hallewas, D.P. en J.M. Moree, 2011: De middeleeuwse bedijking en bewoning van het zuidelijke deelvan de Riederwaard. Archeologisch onderzoek in Barendrecht-Carnisselande op IJsselmonde, in:Carmiggelt, A., M.C. van Trierum en D.A. Wesselingh (red.): BOORbalans 7 Archeologisch onderzoekin de gemeente Barendrecht. Prehistorische bewoning op een oeverwal en middeleeuwse bedijkingen bewoning, Rotterdam, 155-206.

Hijma, M.P., K.M. Cohen, G. Hoffmann, A.J.F. van der Spek en E. Stouthamer, 2009: From river valleyto estuary: the evolution of the Rhine mouth in the early to middle Holocene (western Netherlands,Rhine-Meuse delta), Netherlands Journal of Geosciences - Geologie en Mijnbouw 88-1, 13-53.

Jordanov, M.S., 2016: Plangebied Herinrichting Zuidpolder fase 1.3 in Barendrecht, gemeenteBarendrecht; een archeologische begeleiding, Weesp (RAAP-notitie ‘nummer’, Weesp, conceptversie31 augustus 2016).

Meer, A. van de en D.E.A. Schiltmans, 2008: Barendrecht ‘autobedrijf Noteboom’. Een karterendinventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen, Rotterdam (BOORrapporten 446).

Meirsman, E., 2004: Rotterdam Hordijkerveld fase 2. Een archeologische inventarisatie door middelvan grondboringen, Rotterdam (BOORrapporten 203).

Moree, J.M. 2006: Waalbos, De Boomgaard, Bos Rijsoord en uitbreiding Wevershoek. Eenbureauonderzoek in de gemeenten Ridderkerk, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Barendrecht,Rotterdam, (BOORrapporten 333).

Moree, J.M., A. Carmiggelt, T.A. Goossens, A.J. Guiran, F.J.C. Peters en M.C. van Trierum, 2002:Archeologisch onderzoek in het Maasmondgebied: archeologische kroniek 1991-2000, in: A.Carmiggelt, A.J. Guiran en M.C. van Trierum (red.): BOORbalans 5 Bijdragen aan debewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied, Rotterdam, 87-213.

Moree, J.M., A.V. Schoonhoven en M.C. van Trierum, 2010: Archeologisch onderzoek van het BOORin het Maasmondgebied: archeologische kroniek 2001-2006, in: A. Carmiggelt, M.C. van Trierum enD.A. Wesselingh (red.): BOORbalans 6 Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van hetMaasmondgebied, Rotterdam, 77-240.

Moree, J.M., C.C. Bakels, S.B.C. Bloo, J.T. Brinkhuizen, R.A. Houkes, P.F.B. Jongste, M.C. vanTrierum, A. Verbaas en J.T. Zeiler, 2011: Barendrecht-Carnisselande: bewoning van een oeverwalvanaf het Laat Neolithicum tot in de Midden-Bronstijd, in: Carmiggelt, A., M.C. van Trierum en D.A.Wesselingh (red.): BOORbalans 7 Archeologisch onderzoek in de gemeente Barendrecht.Prehistorische bewoning op een oeverwal en middeleeuwse bedijking en bewoning, Rotterdam, 15-154.

Provincie Zuid-Holland 2007: Handreiking betreffende opstelling van en advisering over ruimtelijkeplannen op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland.

Page 143: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

25

Stronkhorst, M. 2007: Barendrecht Uitbreiding Wevershoek. Een verkennend inventariserendveldonderzoek door middel van grondboringen, Rotterdam (BOORrapporten 365).

Thanos, C.S.I., 2000: Aanvullend Archeologisch Onderzoek in het tracé van deHogesnelheidslijn-Zuid,vindplaats 38 "Develweg", Heerjansdam (intern PAH-rapport).

Velde, H. van der, 2000: AAO Rapport vindplaats 38 Heerjansdam-Develweg.

Westerhoff, W.E., T.E. Wong en E.F.J. de Mulder, 2003: Opbouw van de ondergrond, in: Mulder,E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong (red.): De ondergrond vanNederland, Groningen/Houten, 247-352.

Overige bronnen

Actueel Hoogtebestand Nederland van Rijkswaterstaat en de Waterschappen, opgenomen inBOORIS.

BOOR, 2009: Archeologische Waardenkaart Barendrecht, Rotterdam (vastgesteld op 23 maart 2009).

BOORIS: Informatie Systeem van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (ArcheologieRotterdam).

NITG-TNO, 1998: Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad Rotterdam Oost 37Oost, Haarlem.

Provincie Zuid-Holland: Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Rijnmond(http://chs.pzh.nl; 2002, herziening 2007).

Uitgeverij Nieuwland, 2005: Grote Historische topografische Atlas ± 1905 Zuid-Holland, schaal1:25.000, Tilburg.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, schaal 1:50.000, IWest-Nederland 1839-1859, Groningen.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties/Topografische Dienst, 1990: Grote Provincie Atlas van Zuid-Holland, schaal 1:25.000, Groningen/Emmen.

Page 144: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

26

Bijlagen

Bijlage 1. PvE2020019 Gemeente Barendrecht, 17 woningen Noldijk. Ligging plangebied.

Bijlage 2. PvE2020019 Gemeente Barendrecht, 17 woningen Noldijk. Boorpuntenkaart.

Page 145: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Esri Nederland, Community Map Contributors

95.500

95.500

96.500

96.500

97.500

97.500

98.500

98.500

99.500

99.500

425.00

0

425.00

0

426.00

0

426.00

0

427.00

0

427.00

0

428.00

0

428.00

0

429.00

0

429.00

0

430.00

0

430.00

0

431.00

0

431.00

0

1:30.000Schaal

0 500m

Bijlage 1. PvE2020019 Gemeente Barendrecht, 17 woningen Noldijk. Ligging plangebied.

plangebied

´

Page 146: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

!

!

!

!

!

!

!

!!

!!

!!

!

!

!

9 8

7 6

5 4

3

1

2

15

16

14

1312

11 10

Esri Nederland, Community Map Contributors

98.000

98.000

98.100

98.100

98.200

98.200

98.300

98.300

428.10

0

428.10

0

428.20

0

428.20

0

428.30

0

428.30

0

428.40

0

428.40

0

428.50

0

428.50

0

Bijlage 2. PvE2020019 Gemeente Barendrecht, 17 woningen Noldijk. Boorpuntenkaart..

1:2.000Schaal0 50m´

plangebied! boorpunt

boorraai

Page 147: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 6 Archeologisch onderzoek

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1088 - 1183

Page 148: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend

Veldonderzoek door middel van grondboringen,

verkennende fase, Plangebied Noldijk 113,

Barendrecht, Gemeente Barendrecht

J. Ras

Page 149: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 150: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennende fase, Plangebied Noldijk 113, Barendrecht, Gemeente Barendrecht J. Ras

Page 151: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennende fase, Plangebied Noldijk 113, Barendrecht, Gemeente Barendrecht J. Ras SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek ©SOB Research Heinenoord, september 2020 ISBN/EAN: 978-94-6192-781-1 SOB Research Project nr.: 2770-2006

Page 152: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

1

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennende fase, Plangebied Noldijk 113, Barendrecht, Gemeente Barendrecht Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Planontwikkeling 3 1.2 Archeologisch onderzoek 3 1.3 Opdrachtverlening en fasering 4 1.4 Doel van het onderzoek 5 1.5 Onderzoeksteam 6 2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 7 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek 7 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel 7 2.3 Veldonderzoek 7 2.4 Uitwerking en rapportage 8 3. Archeologisch Bureauonderzoek 9 3.1 Geologische gegevens 9 3.2 Archeologische gegevens 11 3.3 Historische gegevens 13 3.4 Luchtfoto’s 16 3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland 17 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel 17 4. Resultaten veldonderzoek 19 4.1 Inleiding 19 4.2 Booronderzoek 19 4.3 Bodemopbouw 19 4.4 Archeologische indicatoren 20 5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 23 5.1 Samenvatting en conclusies en aanbevelingen 23 Literatuur 25 Verklarende woordenlijst 27 Bijlage 1 Administratieve gegevens 29

Page 153: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

2

Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal 31 Bijlage 3 Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke, klassieke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 33 Bijlage 4 Overzicht Boorgegevens 35

Page 154: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

3

1. Inleiding 1.1 Planontwikkeling Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de bestemmingsplanwijziging voor de bouw van nieuwe woningen en de aanleg van bijbehorende infrastructuur en watergangen, ter plaatse van de voormalige GTI-locatie aan de Noldijk 113 te Barendrecht (Gemeente Barendrecht). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 2.5 hectare. Voor het plangebied is een voorlopig inrichtingsplan opgesteld (zie Afbeelding 4). De te verwachten verstoringsdiepten zijn nog niet bekend. Tevens is het niet bekend of de woningen zullen worden onderkelderd.

Afbeelding 1. De ligging van het plangebied (rode stip) in Nederland. 1.2 Archeologisch onderzoek Op de kaart van het ‘Bestemmingsplan Zuidrand’ 1 wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een zone weergegeven met een archeologische dubbelbestemming (Waarde Archeologie - 4).2 Voor een dergelijke zone geldt op basis van artikel 32 van de bestemmingsplanregels een onderzoeksverplichting wanneer daar in het kader van een bestemmingsplanwijziging of de aanvraag van een omgevingsvergunning bodemverstoringen worden voorzien met een oppervlakte van meer dan 200 m² en met een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld. Ter plaatse van het noordwestelijke en noordoostelijke deel van het plangebied, direct ten zuiden van de Noldijk, wordt eveneens een zone weergegeven met een archeologische dubbelbestemming (Waarde Archeologie - 2).3 Voor een dergelijke zone geldt op basis van artikel 30 van de bestemmingsplanregels een onderzoeksverplichting wanneer daar in het kader van een bestemmingsplanwijziging of de aanvraag van een omgevingsvergunning bodemverstoringen worden voorzien met een oppervlakte van meer dan 100 m² en met een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld.

1 Dit bestemmingsplan is door de Gemeente Barendrecht vastgesteld op 17 februari 2015. 2 Deze dubbelbestemming en de daarbij behorende bestemmingsplanregels zijn gebaseerd op de Archeologische Waarden- en Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht, waarop ter plaatse van dit deel van het plangebied een zone wordt weergegeven met een ‘hoge verwachting’ voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden; zie BOOR, 2008. 3 Deze dubbelbestemming en de daarbij behorende bestemmingsplanregels zijn gebaseerd op de Archeologische Waarden- en Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht, waarop ter plaatse van dit deel van het plangebied een zone wordt weergegeven met een ‘hoge verwachting’ voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden; zie BOOR, 2008.

Page 155: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

4

In het kader van de vergunningprocedure voor de planontwikkeling moest dan ook een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig), verkennende fase, worden uitgevoerd, als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus. Door Archeologie Rotterdam (BOOR) is op 16 april 2020 een Programma van Eisen opgesteld ten behoeve van het verkennend en karterend veldonderzoek door middel van grondboringen.4

Afbeelding 2. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Bron Topografische Kaart: Kadaster Geo-Informatie, 2020. Schaal 1: 25.000. 1.3 Opdrachtverlening en fasering Op basis van de door SOB Research opgestelde offerte (d.d. 19 mei 2020) heeft Wissing B.V. op 11 juni 2020 aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. In eerste instantie is het Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd en is het daarop gebaseerde, gespecificeerde Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Vervolgens is - ter toetsing en ter aanvulling van het Archeologisch Verwachtingsmodel - op 7, 8 en 24 juli 2020 het veldonderzoek (IVO-Overig) uitgevoerd. Daarbij zijn 15 verkennende boringen gezet tot een diepte van maximaal 5.0 meter beneden het maaiveld. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies en het daarop gebaseerde advies, zijn uitgewerkt in een conceptrapport, dat op 29 juli 202 ter beoordeling is voorgelegd aan de Gemeente Barendrecht. Na de ontvangst van de beoordeling van het conceptrapport door de archeologisch adviseur van de gemeente, op 21 augustus 2020, zijn de gevraagde aanvullingen in het rapport verwerkt en is het rapport definitief gemaakt.

4 Schoonhoven, 2020

Page 156: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

5

1.4 Doel van het onderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was om op basis van de bestaande archeologische, historische en geologische informatie de gespecificeerde archeologische verwachting voor deze locatie nader vast te stellen. Daarnaast zijn gegevens verzameld over de (sub-)recente bouwgeschiedenis ter plaatse van het plangebied en is een inventarisatie gemaakt van de als gevolg van de planrealisatie te verwachten bodemverstoringen. Het doel van het verkennend booronderzoek (IVO-Overig) was om deze gespecificeerde archeologische verwachting nader te toetsen en aan te vullen. Het onderzoek was gericht op het in kaart brengen van de bodemopbouw, de kans op de aanwezigheid van archeologische resten en de diepteligging daarvan en de kans dat mogelijk aanwezige archeologische resten als gevolg van de met de planrealisatie samenhangende bodemverstoringen verloren zouden kunnen gaan.

Afbeelding 3. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. De bestaande bebouwing is grijs gemarkeerd. Bron GBKN: Kadaster Geo-Informatie, 2020. Schaal 1: 5.000.

Page 157: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

6

In het kader van het onderzoek dienden de volgende onderzoeksvragen te worden beantwoord: 5 - Wat is de geologische/ bodemkundige opbouw van het plangebied? - Wat is de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied? In hoeverre heeft de

Waal voor erosie gezorgd en welke bodemlagen zijn wel (al dan niet geërodeerd) aanwezig en welke zijn niet aanwezig?

- Zijn in het plangebied nog stratigrafische niveaus met archeologische potentie aanwezig? Op welke diepte bevinden deze niveaus zich?

- Zijn in het plangebied archeologische waarden aanwezig en kan, indien mogelijk, een eerste indruk gegeven worden van de datering, aard en kwaliteit van deze waarden?

- Is in het plangebied, gelet op de voorgenomen bodemingrepen, vervolgonderzoek noodzakelijk?

1.5 Onderzoeksteam Het onderzoek is uitgevoerd door: J. Ras bureauonderzoek en rapportage F. J. H. Kasbergen veldonderzoek, uitwerking gegevens veldonderzoek J. E. van den Bosch eindredactie en interne autorisatie

Afbeelding 4. Voorlopig inrichtingsplan met betrekking tot het plangebied. Bron: Wissing B.V., 2020. 5 Schoonhoven, 2020

Page 158: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

7

2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was het verwerven van informatie, op basis van bestaande bronnen, over bekende of te verwachten archeologische waarden, ter plaatse - of in de omgeving - van het plangebied, om op basis daarvan een gespecificeerde, archeologische verwachting vast te stellen. In het kader van de uitvoering van het Archeologisch Bureauonderzoek zijn diverse archieven geraadpleegd, waaronder de archieven van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis3) en Dans Easy (KNAW), de TNO-GDN (DINO-loket) en het Kadaster Geo-Informatie. Tevens is gebruik gemaakt van het Programma van Eisen dat ten behoeve van het verkennend (en mogelijk ook karterend) Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen is opgesteld.6 Daarnaast is er over het plangebied en de directe omgeving daarvan nadere archeologische en historische informatie vergaard uit meerdere bronnen. Het Archeologisch Bureauonderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de BRL SIKB 4000 Archeologie (versie 4.1) en de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 4.1, Protocol 4002 Bureauonderzoek. 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel Op basis van de bij het Archeologisch Bureauonderzoek verworven informatie is het Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Dit betreft de gespecificeerde archeologische verwachting ten aanzien van de mogelijk aanwezige archeologische vondstcomplexen (mogelijke aard, gaafheid en ouderdom), in relatie tot de geologische ondergrond (mogelijke diepteligging en context). 2.3 Veldonderzoek 2.3.1 Booronderzoek Op basis van het hiertoe opgestelde Plan van Aanpak is ter plaatse van het plangebied het booronderzoek (IVO-Overig, verkennend) uitgevoerd. Dit ter toetsing en aanvulling van het op basis van het bureauonderzoek opgestelde Archeologische Verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de BRL SIKB 4000 Archeologie (versie 4.1, 2018) en de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 4.1, Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek. Er zijn 15 verkennende boringen uitgevoerd. Het centrale deel van het plangebied was verhard met straatklinkers en stelconplaten. Hierdoor kon één boring (Boring nr. 15) niet worden uitgevoerd. Boring nr. 5, 6 en 16 stuitten op ondoordringbaar puin. Boring nr. 7 en 8 stuitten op niet verwijderbare straatstenen. De overige boringen zijn, tot een maximale diepte van 0.5 meter beneden het maaiveld uitgevoerd met een edelmanboor met een diameter van 7 centimeter en zijn vervolgens dieper doorgezet met een gutsboor met een diameter van 3 centimeter, indien mogelijk, tot een maximale diepte van 5.0 meter beneden het maaiveld uitgevoerd. In een aantal boringen werd grof geulzand aangetroffen dat niet kon worden opgeboord. Deze boringen konden niet tot de voorgeschreven diepte van 5.0 meter beneden het maaiveld worden doorgezet. Bij iedere boring zijn de verschillende geologische afzettingen ingemeten ten opzichte van het maaiveld. De NAP-hoogte van het maaiveld en de locaties van de boringen zijn bepaald met gebruikmaking van een GPS (Sokkia Rover GRX1). De maximale onnauwkeurigheid van dit meetsysteem bedraagt +/- 3 centimeter.

6 Schoonhoven, 2020

Page 159: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

8

Door middel van boringen kan de aard en de mate van intactheid van de bodemopbouw worden bepaald en kan inzicht worden verkregen in de geologische opbouw van een gebied. Dit is vooral van belang omdat de bewoningsmogelijkheden in Nederland tot de Romeinse Tijd volledig afhankelijk waren van de landschappelijke situatie. Ook voor wat betreft de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen was er, ondanks de toegenomen mogelijkheden om door middel van bedijking, afdamming of kanalisering het landschap vorm te geven, nog steeds sprake van een sterke relatie tussen het natuurlijke landschap en de mogelijkheden tot bewoning. Booronderzoek is geen valide methode voor het opsporen van archeologische vindplaatsen. Wel kan met een booronderzoek de stratigrafie en de aard van mogelijk archeologisch interessante grondlagen globaal worden bepaald. Soms kunnen ook direct al archeologische indicatoren worden getraceerd. Indicatoren voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen zijn onder meer de aanwezigheid van houtskool, verbrand bot, aardewerkfragmenten, potgruis, vuursteen, puin of verstoorde grondlagen. 2.3.2 Oppervlaktekartering Bij een oppervlaktekartering wordt een terrein onderzocht op de aanwezigheid van archeologische vondsten op het maaiveld. In gebieden waar archeologisch belangrijke lagen op geringe diepte beneden het maaiveld liggen kan het uitvoeren van een oppervlaktekartering zinvol zijn. Vooral recent geploegde akkers bieden goede mogelijkheden voor de toepassing van deze onderzoeksmethodiek. Ter plaatse van het plangebied was ten tijde van het veldonderzoek begroeiing en verharding aanwezig. De uitvoering van een oppervlaktekartering was daarom niet mogelijk. 2.4 Uitwerking en rapportage Na het onderzoek zijn de onderzoeksgegevens uitgewerkt en geanalyseerd. Tevens is een advies opgesteld, op basis waarvan een beslissing kan worden genomen ten aanzien van de noodzaak tot een vervolgonderzoek of een planaanpassing. Ter afronding van het Archeologisch Bureauonderzoek en het Inventariserend Veldonderzoek is het nu voorliggende eindrapport opgesteld. SOB Research hanteert voor dit gebied de klassieke nomenclatuur, zoals deze ook door de Rijks Geologische Dienst is gehanteerd bij het opstellen van de Geologische Kaart van Nederland. De door de Mulder et al. (2003) voorgestelde nieuwe lithostratigrafie biedt geen meerwaarde voor wat betreft de koppeling tussen archeologie en geologie. Integendeel, met name in het Holocene gebied gaat hierdoor de mogelijkheid voor een dergelijke koppeling volledig verloren. Daarnaast is er daarbij ook geen goede koppeling mogelijk tussen het reeds sinds 1950 uitgevoerde archeologisch en geologisch onderzoek en de voorgestelde nieuwe lithostratigrafische terminologie. Tevens ontbreken ook geologische kaarten, waarbij deze terminologie is gehanteerd, zodat een betrouwbare presentatie niet mogelijk is. Het is vanuit haar eigen kwaliteitsborging dat SOB Research, zeker voor wat betreft het Holocene deel van Nederland, de gangbare lithostratigrafie toepast en vooralsnog zal blijven toepassen. Voor een overzicht van de klassieke geologische nomenclatuur en de voorgestelde nieuwe terminologie wordt verwezen naar Bijlage 3. De documentatie is in beheer bij SOB Research. Na de definitieve oplevering van het eindrapport zullen het rapport en de digitale informatie worden aangeleverd aan het landelijke E-depot (Danseasy) en zal het rapport tevens worden gedeponeerd in de database van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis3). Alle kaarten in het rapport zijn zuid (onder) - noord (boven) georiënteerd, of wanneer dat niet het geval is, voorzien van een noordpijl.

Page 160: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

9

3. Archeologisch Bureauonderzoek 3.1 Geologische gegevens 3.1.1 Inleiding Voor het verkrijgen van inzicht in de geologische opbouw ter plaatse van het plangebied en de directe omgeving daarvan, is gebruik gemaakt van de Geologische Kaart van Nederland, 1: 50.000, Blad Rotterdam Oost (37 O).7 Deze door de Rijks Geologische Dienst in 1998 gepubliceerde kaart en de bijbehorende toelichting bieden een gedegen beeld voor wat betreft de geologische opbouw in dit deel van Nederland. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Bodemkaart van Nederland (Archis3/ Alterra) en van de Geomorfologische kaart van Nederland (Archis3/ Alterra) en is het archief van TNO-GDN (DINO-loket) geraadpleegd. Een nadeel bij het gebruik van de kaarten is de relatieve grofschaligheid van de informatie. De informatie is niet bedoeld en ook niet bruikbaar voor een beoordeling op perceelniveau. Wel bieden de kaarten kaders voor een globale inschatting van de geologische en paleogeografische situatie. 3.1.2 Regionale geologische context Het plangebied is gelegen in het perimariene gebied, waar de landschapsontwikkeling tijdens de laatste 15000 jaar vooral is bepaald door de invloed van de Rijn en Maas. Perioden met verhoogde rivieractiviteit (transgressiefasen), waarbij de rivieren zand en klei afzetten tot ver buiten de hoofd- en zijgeulen (Afzettingen van Gorkum), werden afgewisseld door perioden waarin de rivierafzettingen alleen binnen de oeverzones werden afgezet (regressiefasen). Tijdens de laatstgenoemde fasen was ook sprake van veenontwikkeling in de komgebieden (het Hollandveen). Vanaf circa 1000 A.D. was sprake van steeds hogere waterstanden en werden met toenemende regelmaat delen van het gebied getroffen door overstromingen. Vanaf de 12de eeuw werd dan ook begonnen met de bedijking van het gebied. Desondanks vonden er gedurende de Late Middeleeuwen nog vele overstromingen plaats, met name tijdens de stormvloeden die tot dijkdoorbraken leidden. Sommige polders bleven na een dergelijke overstroming lange tijd onder water staan en raakten overdekt met kwelderachtige zand- en kleiafzettingen (Afzettingen van Duinkerke/ Tiel). In de Riederwaard is in de periode na de overstroming van 1373, tot de hernieuwde bedijkingen in 1496 en 1650, nog een overstromingsdek afgezet. Daarna werden hier bij de overstromingen, die nog steeds met regelmaat plaatsvonden, geen afzettingen van betekenis meer afgezet. De watersnoodramp in 1953 kan worden beschouwd als de vooralsnog laatste grote overstroming die deel uitmaakte van deze reeks van overstromingen. Het plangebied ligt buitendijks, ter plaatse van de westelijke oever van de Waal. Het is mogelijk dat hier sprake is van diepgaande erosie onder invloed van de Waal, anderzijds is het mogelijk dat er geen of nauwelijks erosie heeft plaatsgevonden en er juist sprake is van de afzettingen van oeversedimenten. 3.1.3 Geologische opbouw ter plaatse van het plangebied Op de Geologische Kaart van Nederland, 1: 50.000, Blad Rotterdam Oost (37O, zie Afbeelding 5) wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven met de code rD0k. Dat betekent dat hier een bodemopbouw aanwezig is met Afzettingen van Tiel (kom- op geulafzettingen). De geul-Afzettingen van Tiel zijn mogelijk erosief geweest en als gevolg daarvan kunnen het Hollandveen en de Afzettingen van Gorkum deels zijn geërodeerd. Het plangebied ligt ter plaatse van een zone waar ook rivierduinafzettingen kunnen worden aangetroffen.

7 Kok en de Groot, 1998

Page 161: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

10

Direct ten westen van het plangebied wordt een zone weergegeven met de code rF2k. Dat betekent dat daar waarschijnlijk een bodemopbouw aanwezig is met (kom-) Afzettingen van Tiel (afgezet tot circa 1496 A.D., zie paragraaf 3.3), op Hollandveen, op Afzettingen van Gorkum (met inschakelingen van Hollandveen), op (rivier-) Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye.

Afbeelding 5. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Rotterdam Oost (37 O). Schaal 1: 25.000. In het DINO-loket (TNO-GDN) zijn de boorgegevens gearchiveerd van boringen die in het verleden zijn uitgevoerd. In het kader van het onderzoek zijn de gegevens geanalyseerd van één in het DINO-loket gearchiveerde boring, die in het verleden is uitgevoerd op een afstand van circa 250 meter ten noordoosten van het plangebied. Dit betreft Boring nr. B37H1319 die direct ten zuiden van de Noldijk werd uitgevoerd. De ter plaatse van deze boring aangetroffen bodemopbouw komt op hoofdlijnen overeen met de bodemopbouw die op basis van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000 kon worden verwacht. Op basis van de analyse en de interpretatie van de boorgegevens kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van deze boring sprake is van een bodemopbouw met diepreikende (klei- en zand-) Afzettingen van Tiel. Hollandveen, Afzettingen van Gorkum (klei), Basisveen en (zand-) Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye werden tot op een diepte van 7.0 meter beneden het maaiveld (7.9 meter –NAP) niet aangetroffen. Op de Bodemkaart van Nederland (Archis3/ Alterra, zie Afbeelding 6) wordt ter plaatse van het plangebied een blauwe zone weergegeven met de code AK. Dat betreft een zone met ‘kreekbeddingen’. Ter plaatse van het uiterst westelijke deel van het plangebied wordt een groene zone met de code Mn35A weergegeven. Dat betreft een zone met ‘kalkrijke poldervaaggronden; lichte klei’. Op de Geomorfologische Kaart van Nederland (Archis3/ Alterra, zie Afbeelding 7) wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven met bebouwing. Op basis van de niet bebouwde omgeving mag worden aangenomen dat ter plaatse van het plangebied een zone met de code 22R71 ligt. Dat betreft een ‘Getij-kreekbedding, zee-erosiegeul’.

Page 162: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

11

Afbeelding 6. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Bodemkaart van Nederland (Archis3/ Alterra, 2020).

Afbeelding 7. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geomorfologische Kaart van Nederland (Archis3/ Alterra, 2020). 3.2 Archeologische gegevens Voor een overzicht van de reeds bestaande kennis ten aanzien van archeologische vindplaatsen ter plaatse - en in de omgeving - van het plangebied zijn onder meer de Archeologische Waarden- en Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht en het archief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis3) geraadpleegd. Op de Archeologische Waarden- en Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een zone weergegeven met een redelijk hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten (zie Afbeelding 8).8 Archeologische resten kunnen worden verwacht op een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld.

8 BOOR, 2008

Page 163: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

12

Het noordwestelijke en noordoostelijke deel van het plangebied liggen ter plaatse van een zone met een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten. Hier ligt de Noldijk met daarlangs mogelijk bewoningssporen vanaf de Late Middeleeuwen.

Afbeelding 8. De ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Archeologische Waarden- en Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht. Het grootste deel van het plangebied ligt ter plaatse van een zone met een ‘redelijk hoge verwachting’ voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden (de groen gemarkeerde zone). Het noordwestelijke en noordoostelijke deel van het plangebied liggen ter plaatse van een zone met een ‘hoge verwachting’ voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden. Hier ligt de Noldijk met daarlangs mogelijk bewoningssporen vanaf de Late Middeleeuwen. Bron: BOOR, 2008.

Afbeelding 9. De ligging van de in Archis3 geregistreerde archeologische monumenten (niet aanwezig), waarnemingen (gemarkeerd met groene bolletjes, genummerd), in de omgeving van het plangebied (rood omkaderd). Bron: Archis3, 2020.

Page 164: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

13

Op de kaart van Archis3 (het centrale archief voor de bekende archeologische vindplaatsen in Nederland) worden ter plaatse van het plangebied en in de directe omgeving daarvan geen archeologische monumenten weergegeven (zie Afbeelding 9). De overige, op grotere afstand van het plangebied gelegen archeologische monumenten zijn buiten beschouwing gelaten. Ter plaatse van het plangebied werd nog geen geregistreerd archeologisch onderzoek uitgevoerd. In de directe omgeving van het plangebied zijn in het verleden wel geregistreerde archeologische onderzoeken uitgevoerd. Waar deze onderzoeken tot resultaten hebben geleid is op de kaart van Archis3 een archeologische waarneming weergegeven. Op de kaart van Archis3 worden ter plaatse van het plangebied geen archeologische waarnemingen weergegeven. Op deze kaart wordt in de directe omgeving van het plangebied wel een aantal archeologische waarnemingen en vondstmeldingen weergegeven (zie Afbeelding 9). Dit betreft: - Archis-Zaakidentificatie nr. 2230912100. Barendrecht, Graphornlocatie. Hier werden op basis van een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van Grondboringen geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten aangetroffen (zie Afbeelding 9, nummer 1). - Archis-Zaakidentificatie nr. 2835481100. Heerjansdam. Hier werd tijdens baggerwerkzaamheden een aardewerkfragment uit de IJzertijd aangetroffen (zie Afbeelding 9, nummer 2). - Archis-Zaakidentificatie nr. 3073694100. Heerjansdam, Molenweg. Hier zijn resten aanwezig van een laatmiddeleeuws kasteel (zie Afbeelding 9, nummer 3). - Archis-Zaakidentificatie nr. 3975913100. Barendrecht, Herinrichting buitengebied Zuidpolder. Hier werden tijdens een Archeologische Begeleiding sporen van ontginning en bewoning in de Riederwaard vanaf de periode 1000 na Christus aangetroffen. Op basis van het onderzoek is geconcludeerd dat de Noldijk een restant is van de dijk van de Riederwaard en dat vooral direct ten noorden van deze dijk resten van bewoning uit de Late Middeleeuwen kunnen worden verwacht (zie Afbeelding 9, nummer 4). - Archis-Zaakidentificatie nr. 4626456100. Barendrecht, de Zuidpolder. Hier werden tijdens de uitvoering van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten aangetroffen (zie Afbeelding 9, nummer 5). - Archis-Zaakidentificatie nr. 3055339100. Heerjansdam. Hier werd tijdens een Archeologische Begeleiding greppels en sloten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd aangetroffen (zie Afbeelding 9, nummer 6). De overige, op grotere afstand van het plangebied gelegen archeologische waarnemingen en vondstmeldingen zijn buiten beschouwing gelaten. 3.3 Historische gegevens Het plangebied is gelegen op het Eiland IJsselmonde in de voormalige Riederwaard en ligt direct ten noordwesten van de (in 1331 afgedamde) rivier de Waal, direct ten zuidoosten van de Noldijk. De Noldijk is de oostelijke dijk van de Zuiderwijdsche Polder die in 1496 definitief werd bedijkt, nadat de oude Polder Riederwaard uit de 12de eeuw als gevolg van de overstroming van 14 februari 1374 (de Valentijnsvloed) verloren was gegaan en sindsdien onder water had gestaan. Het plangebied ligt buitendijks.

Page 165: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

14

In het kader van de analyse van de historische informatie zijn de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832 en de Topografische Kaart uit 1874 - 1908, 1958, 1973, 1981, 1993, 1995 en 1998 geraadpleegd. Op de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832 wordt ter plaatse van het plangebied geen bebouwing weergegeven (zie Afbeelding 10). Wel lag ter plaatse van het oostelijke deel van het plangebied een afwateringsvliet met een kade. Het plangebied lag ter plaatse van de ‘Waal gronden’. Op de Topografische Kaart uit 1874 - 1908 (zie Afbeelding 11) wordt ter plaatse van het zuidwestelijke deel van het plangebied, direct ten zuiden van de Noldijk, bebouwing weergegeven. Dat betreft waarschijnlijk een dijkhuis dat in de loop van de 19de eeuw is gebouwd. De afwateringsvliet met de kade was inmiddels niet meer aanwezig.

Afbeelding 10. De ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832. Bron: RCE, 2020.

Page 166: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

15

Afbeelding 11. De ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Topografische Kaart uit 1874 - 1908. Schaal 1: 10.000. Op de Topografische Kaart uit 1958 (zie Afbeelding 12) worden ter plaatse van het oostelijke deel van het plangebied bedrijfsgebouwen weergegeven. Deze zullen waarschijnlijk net voor 1958 zijn gebouwd. Deze bebouwing bleef tot in de jaren '90 van de 20ste eeuw aanwezig, maar werd daarna deels vervangen door nieuwe bebouwing (zie Afbeelding 13). Het overige deel van het plangebied bleef tot in de huidige tijd grotendeels onbebouwd. De op de kaart van 1874 - 1908 weergegeven woning ter plaatse van het noordwestelijke deel van het plangebied wordt op deze kaart en op de topografische kaarten van na 1936 niet meer weergegeven. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van grootschalige bodemverstoringen ter plaatse van het plangebied.

Afbeelding 12. De ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart uit 1958.

Page 167: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

16

Afbeelding 13. De ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart uit 1998. 3.4 Luchtfoto’s

In het kader van het onderzoek is een luchtfoto uit 2016 geraadpleegd (Google-Earth; zie Afbeelding 14). Op de luchtfoto is zichtbaar dat er toen ter plaatse van het plangebied bebouwing, verharding, groenstroken en graslanden aanwezig waren. Er zijn op de luchtfoto, als gevolg van de aanwezigheid van begroeiing, bebouwing en verharding geen aanwijzingen zichtbaar voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen ter plaatse van het plangebied. De kwaliteit van deze foto is feitelijk ook onvoldoende voor een gedegen luchtfoto-analyse. Alleen zeer evidente archeologische en/of geologische fenomenen zouden op deze foto kunnen worden waargenomen.

Afbeelding 14. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van een luchtfoto uit 2016.

Page 168: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

17

3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland In het kader van het onderzoek is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) geraadpleegd (zie Afbeelding 15). Het maaiveld ligt ter plaatse van het plangebied op een hoogte van circa 0.0 - 1.0 meter –NAP. Ter plaatse van de lichtgroene zone lijkt sprake te zijn van een subrecente ophoging van circa 0.5 meter. De top van de Noldijk ligt op een hoogte van circa 3.0 meter +NAP.

Afbeelding 15. De ligging van het plangebied (paars omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). De oranje en gele zones betreffen de hoger gelegen zones, de groene en blauwe zones betreffen de lager gelegen zones. Bron: AHN (http://www.ahn.nl), 2020. 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel Ter plaatse van het plangebied kan een bodemopbouw worden verwacht met een opgebrachte verstoorde bovenlaag, op (oever-) Afzettingen van Tiel, op (geul-) Afzettingen van Tiel. Waarschijnlijk is er, indien er sprake is van geulinsnijding, geen sprake meer van de aanwezigheid van intact Hollandveen en Afzettingen van Gorkum. Indien er sprake is van een sequentie van oeverafzettingen is het mogelijk dat er geen Hollandveen is gevormd, maar er wel / sprake is van oudere (oever-) Afzettingen van Tiel en (oever-) Afzettingen van Gorkum. In deze regio kunnen archeologische resten aanwezig zijn uit de periode van het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. In deze regio zijn tot nu toe archeologische resten aangetroffen uit de meeste perioden van het Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen hier worden aangetroffen onder de subrecente ophooglagen, op en in de top van de Afzettingen van Tiel, op een diepte van circa 1.0 meter –NAP. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van bebouwing uit de Nieuwe Tijd, anders dan een huis ter plaatse van het noordwestelijke deel van het plangebied dat daar in de 19de eeuw is gebouwd (en rond 1938 is afgebroken) en de industriële bebouwing die vanaf circa 1950 ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied is gerealiseerd. Op basis van de ligging van het plangebied, direct ten oosten van de in 1496 aangelegde Noldijk, die waarschijnlijk de opvolger was van de 12de eeuwse dijk van de Riederwaard wordt de kans op de aanwezigheid van bebouwingsresten uit deze perioden klein geacht. De kans op andersoortige archeologische resten is wel aanwezig.

Page 169: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

18

Archeologische resten van voor de Middeleeuwen kunnen, indien er sprake is van de aanwezigheid van oeverafzettingen, worden aangetroffen in de sequentie van deze oeverafzettingen. Mogelijke vondstdiepten voor de perioden die voorafgaan aan de Middeleeuwen kunnen op basis van de bij het bureauonderzoek verkregen informatie niet worden bepaald. Voor mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen geldt dat vrijwel alle in deze regio bekende complextypen uit de voornoemde perioden zouden kunnen voorkomen. Het zou immers kunnen gaan om nederzettingsterreinen, activiteitenzones, grafvelden, maar ook om akker- en/of weidegebieden, enz. Over de daadwerkelijke aanwezigheid of de omvang van de hier mogelijk aanwezige archeologische sporen kunnen op dit moment nog geen uitspraken worden gedaan. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van grootschalige bodemverstoringen ter plaatse van het plangebied.

Page 170: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

19

4. Resultaten veldonderzoek 4.1 Inleiding Ten tijde van het booronderzoek (IVO-Overig) was ter plaatse van het onderzoeksgebied verharding en begroeiing aanwezig. De uitvoering van een oppervlaktekartering was hierdoor niet mogelijk. Het maaiveld lag op een hoogte van circa 0.2 - 1.0 meter –NAP. 4.2 Booronderzoek Binnen het onderzoeksgebied dienden, op basis van het Programma van Eisen 9, 16 verkennende boringen te worden uitgevoerd. Er zijn echter 15 verkennende boringen uitgevoerd (zie Afbeelding 16). Het centrale deel van het plangebied was verhard met straatklinkers en stelconplaten. Hierdoor kon één boring (Boring nr. 15) niet worden uitgevoerd. Boring nr. 5, 6 en 16 stuitten op ondoordringbaar puin. Boring nr. 7 en 8 stuitten op niet verwijderbare straatstenen. De overige boringen zijn, tot een maximale diepte van 0.5 meter beneden het maaiveld uitgevoerd met een edelmanboor met een diameter van 7 centimeter en zijn vervolgens dieper doorgezet met een gutsboor met een diameter van 3 centimeter, indien mogelijk, tot een maximale diepte van 5.0 meter beneden het maaiveld uitgevoerd. In een aantal boringen werd grof geulzand aangetroffen dat niet kon worden opgeboord. Deze boringen konden niet tot de voorgeschreven diepte van 5.0 meter beneden het maaiveld worden doorgezet. Omdat er geen aanwijzingen werden aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische waarden zijn er geen karterende boringen uitgevoerd. 4.3 Bodemopbouw Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een bodemopbouw aanwezig is met subrecente puin en/of ophooglagen, op (oever-) Afzettingen van Tiel, al dan niet op of met inschakelingen van (geul-) Afzettingen van Tiel (zie Afbeelding 17, 18 en 19 en Bijlage 4). Ter plaatse van het uiterst westelijke deel van het plangebied is sprake van een onafgebroken sequentie van (oever-) Afzettingen van Tiel. Ter plaatse van met name het centrale deel van het plangebied (Boring nr. 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10) werden subrecente ophooglagen aangetroffen tot een minimale diepte van circa 0.6 meter beneden het maaiveld. Omdat een aantal boringen vanwege de aanwezigheid van ondoordringbaar puin niet kon worden verdiept kon de daadwerkelijke ondergrens van de ophooglagen niet worden vastgesteld. Waarschijnlijk betreft het hier ophogingen met puin en zand gerelateerd aan het realiseren van bebouwing van na 1945. Mogelijk betreft het deels puin van het in 1940 gebombardeerde Rotterdam, en dan met name de Bijenkorf (mondelinge mededeling gebruiker terrein). Ter plaatse van de meeste diep doorgezette boringen werden onder de subrecente ophooglagen kleiafzettingen aangetroffen die kunnen worden geïnterpreteerd als (oever-) Afzettingen van Tiel. Het betreft matig gerijpte klei met schelpgruis en soms organisch materiaal. Deze oeverafzettingen dekken (geul-) Afzettingen van Tiel af die zijn opgebouwd uit matig fijn lichtgrijs zand dat naar onderen toe soms zelfs overgaat in zeer grof zand. Ter plaatse van Boring nr. 14 werden in plaats van zandige geulafzettingen bruine, ongerijpte en matig venige kleiafzettingen aangetroffen, op een diepte van 1.7 – 5.0 meter beneden het maaiveld (zie Afbeelding 18 en Bijlage 4).

9 Schoonhoven, 2020

Page 171: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

20

Dit kan worden geïnterpreteerd als jongere op oudere (oever-) Afzettingen van Tiel (mogelijk op oever- Afzettingen van Gorkum), iets dat overeen lijkt te komen met de locatie van deze boring ter plaatse van de oever van de Waal. Ook ter plaatse van Boring nr. 10 en 13 werden diepreikende, grijze klei-afzettingen aangetroffen, op een diepte van circa 1.45 - 4.70 en 1.70 - 4.50 meter beneden het maaiveld (zie Afbeelding 19 en 18 en Bijlage 4). Ter plaatse van Boring 11 werden onder een op een diepte van 2.3 - 3.5 meter beneden het maaiveld aanwezige zandlaag wederom klei-afzettingen aangetroffen (op een diepte van 3.5 - 4.7 meter beneden het maaiveld; zie Bijlage 4). Ook in deze gevallen zou het kunnen gaan om jongere op oudere (oever-) Afzettingen van Tiel (mogelijk op oever- Afzettingen van Gorkum). 4.4 Archeologische indicatoren

Er werden ter plaatse van de boringen geen archeologische indicatoren aangetroffen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het booronderzoek niet was gericht op het opsporen van archeologische indicatoren. Daarvoor is deze methode niet geschikt. De afwezigheid van archeologische indicatoren in boringen kan dan ook niet worden beschouwd als een indicatie dat er geen archeologische resten aanwezig zijn.

Afbeelding 16. Het plangebied (rood omkaderd) en de locaties van de boringen (rood gemarkeerd, genummerd), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. De locaties van Boorraai 1, 2 en 3 zijn blauw gemarkeerd. Bron GBKN: Kadaster Geo-Informatie, 2020. Schaal 1: 2.500.

Page 172: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

21

Afbeelding 17. Grafische weergave van Boorraai 1.

Afbeelding 18. Grafische weergave van Boorraai 2.

Page 173: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

22

Afbeelding 19. Grafische weergave van Boorraai 3.

Page 174: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

23

5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 5.1 Samenvatting en conclusies en aanbevelingen Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de bestemmingsplanwijziging voor de bouw van 17 nieuwe woningen en de aanleg van bijbehorende infrastructuur en watergangen, ter plaatse van de voormalige GTI-locatie aan de Noldijk 113 te Barendrecht (Gemeente Barendrecht). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 2.5 hectare. Voor het plangebied is een voorlopig inrichtingsplan opgesteld (zie Afbeelding 4). De te verwachten verstoringsdiepten zijn nog niet bekend. Tevens is het niet bekend of de woningen zullen worden onderkelderd. Op de kaart van het ‘Bestemmingsplan Zuidrand’ wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een zone weergegeven met een archeologische dubbelbestemming (Waarde Archeologie - 4). Voor een dergelijke zone geldt op basis van artikel 32 van de bestemmingsplanregels een onderzoeksverplichting wanneer daar in het kader van een bestemmingsplanwijziging of de aanvraag van een omgevingsvergunning bodemverstoringen worden voorzien met een oppervlakte van meer dan 200 m² en met een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld. Ter plaatse van het noordwestelijke en noordoostelijke deel van het plangebied, direct ten zuiden van de Noldijk, wordt eveneens een zone weergegeven met een archeologische dubbelbestemming (Waarde Archeologie - 2). Voor een dergelijke zone geldt op basis van artikel 30 van de bestemmingsplanregels een onderzoeksverplichting wanneer daar in het kader van een bestemmingsplanwijziging of de aanvraag van een omgevingsvergunning bodemverstoringen worden voorzien met een oppervlakte van meer dan 100 m² en met een diepte van meer dan 0.5 meter beneden het maaiveld. In het kader van de vergunningprocedure voor de planontwikkeling moest dan ook een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig), verkennende fase, worden uitgevoerd, als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus. Door Archeologie Rotterdam (BOOR) is op 16 april 2020 een Programma van Eisen opgesteld ten behoeve van het verkennend en karterend veldonderzoek door middel van grondboringen. Op basis van de door SOB Research opgestelde offerte (d.d. 19 mei 2020) heeft Wissing B.V. op 11 juni 2020 aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. In eerste instantie is het Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd en is het daarop gebaseerde, gespecificeerde Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Vervolgens is - ter toetsing en ter aanvulling van het Archeologisch Verwachtingsmodel - op 7, 8 en 24 juli 2020 het veldonderzoek (IVO-Overig) uitgevoerd. Daarbij zijn 15 verkennende boringen gezet tot een diepte van maximaal 5.0 meter beneden het maaiveld. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies en het daarop gebaseerde advies, zijn uitgewerkt in een conceptrapport, dat op 29 juli 202 ter beoordeling is voorgelegd aan de Gemeente Barendrecht. Na de ontvangst van de beoordeling van het conceptrapport door de archeologisch adviseur van de gemeente, op 21 augustus 2020, zijn de gevraagde aanvullingen in het rapport verwerkt en is het rapport definitief gemaakt. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek en het IVO-Overig kunnen de volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: - Wat is de geologische/ bodemkundige opbouw van het plangebied? Ter plaatse van het grootste deel van het onderzoeksgebied is een bodemopbouw aanwezig met diepreikende (geul-)Afzettingen van Tiel, afgedekt door (oever-)Afzettingen van Tiel, afgedekt door subrecent puin en/of ophooglagen. Ter plaatse van het uiterst westelijke deel van het onderzoeksgebied is alleen sprake van (oever-) Afzettingen van Tiel.

Page 175: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

24

- Wat is de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied? In hoeverre heeft de Waal voor erosie gezorgd en welke bodemlagen zijn wel (al dan niet geërodeerd) aanwezig en welke zijn niet aanwezig?

Met uitzondering van de top van het profiel is de bodemopbouw ter plaatse van het plangebied intact. Als gevolg van geulerosie zijn het Hollandveen en grotendeels ook de Afzettingen van Gorkum niet meer intact aanwezig. - Zijn in het plangebied nog stratigrafische niveaus met archeologische potentie aanwezig? Op

welke diepte bevinden deze niveaus zich? Archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen hier worden aangetroffen onder de subrecente ophooglagen, op en in de top van de Afzettingen van Tiel, op een diepte vanaf circa 0.0 - 1.0 meter –NAP. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van bebouwing uit de Nieuwe Tijd, anders dan een huis ter plaatse van het zuidwestelijke deel van het plangebied dat hier in de loop van de 19de eeuw werd gebouwd en de industriële bebouwing die vanaf circa 1950 ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied werd gerealiseerd. Op basis van de ligging van het plangebied direct ten oosten van de in 1496 aangelegde Noldijk, die waarschijnlijk de opvolger was van de 12de eeuwse dijk van de Riederwaard wordt de kans op de aanwezigheid van bebouwingsresten uit deze perioden klein geacht. De kans op andersoortige archeologische resten is er wel (off site-resten). De kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode van vóór de Middeleeuwen wordt, als gevolg van de aanwezigheid van voornamelijk geulafzettingen klein geacht. Dit met uitzondering van de zones rondom Boring nr. 10, 11, 13 en 14 waar mogelijk ook oudere (oeverklei-) Afzettingen van Tiel en zelfs (oeverklei-) Afzettingen van Gorkum aanwezig kunnen zijn. Daar zouden vanaf een respectievelijke diepte van circa 1.45, 3.50, 1.75 en 1.70 meter beneden het maaiveld nog wel archeologische resten uit de periode van het Neolithicum t/m de Vroege Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn (zie Afbeelding 18 en 19 en Bijlage 4). - Zijn in het plangebied archeologische waarden aanwezig en kan, indien mogelijk, een eerste

indruk gegeven worden van de datering, aard en kwaliteit van deze waarden? De kans op de aanwezigheid van relevante archeologische resten wordt klein geacht. Wel kunnen off site-resten uit de Nieuwe Tijd en de Late Middeleeuwen worden aangetroffen. - Is in het plangebied, gelet op de voorgenomen bodemingrepen, vervolgonderzoek

noodzakelijk? Op basis van de onderzoeksgegevens wordt de uitvoering van archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Wel kunnen off site-resten uit de Nieuwe Tijd en de Late Middeleeuwen worden aangetroffen. Dat er ter plaatse van boring nr. 10, 11, 13 en 14 vanaf een diepte van ten minste circa 1.45 - 3.50 meter beneden het maaiveld mogelijk ook oudere oeverafzettingen aanwezig waarin nog wel archeologische resten uit de periode van het Neolithicum t/m de Vroege Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn wordt in dit opzicht niet relevant geacht. Deze afzettingen zullen immers naar verwachting bij de met de planrealisatie samenhangende graafwerkzaamheden niet worden aangetast. Hoewel het heipalenplan nog niet bekend is wordt er van uitgegaan dat de heipalen een relatief beperkte oppervlakte zullen beslaan en dat de afstand tussen de heipalen ook voldoende zal zijn om hier ook in de toekomst nog archeologisch onderzoek uit te kunnen voeren. Het aanbrengen van de heipalen wordt indien dat inderdaad het geval is niet beschouwd als een significante bodemverstoring. Mochten er tijdens de bouwwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt daarvoor op basis van artikel 5.10 van de Erfgoedwet een meldingsplicht. In dat geval dient dit onmiddellijk te worden gemeld bij de archeologisch adviseur van de Gemeente Barendrecht, Archeologie Rotterdam (BOOR).

Page 176: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

25

Literatuur - Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR): Archeologische Waarden- en

Beleidskaart van de Gemeente Barendrecht; Rotterdam: 2008 - Kok, H., en Th. de Groot: De Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Rotterdam

Oost (37 O); Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO (NITG-TNO), Haarlem: 1998

- Mulder, E. F. J. de, M. C. Geluk, I. L. Ritsema, W. E. Westerhof en T. E. Wong: De

ondergrond van Nederland; Groningen: 2003 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): Archeologisch Informatie Systeem

(ARCHIS3); RCE, Amersfoort: 2020 - Schoonhoven, A. V.: Programma van Eisen voor een verkennend en karterend inventariserend

veldonderzoek door middel van grondboringen in het plangebied ‘17 woningen Noldijk’ te Barendrecht, gemeente Barendrecht; Archeologie Rotterdam (BOOR), Rotterdam: 2020

Geraadpleegde internetsites: - http://pdokviewer.pdok.nl - http://www.gemeente-binnenmaas.nl - http://www.hisgis.nl - http://www.ikme.nl - http://www.ruimtelijkeplannen.nl - http://www.topotijdreis.nl - https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer - https://archis.cultureelerfgoed.nl - https://noaa.cultureelerfgoed.nl - https://www.dinoloket.nl/ondergrondgegevens - https://www.google.nl - https://www.nationaalarchief.nl

Page 177: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

26

Page 178: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

27

Verklarende woordenlijst antropogeen door menselijk handelen C14 datering bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch

materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D.

dekzand tijdens het Pleistoceen door de wind afgezette zandafzettingen differentiële klink verschijnsel waarbij zones door geologische of fysische processen laag of

hoog ten opzichte van elkaar komen te liggen; ook wel omgekeerde klink of reliëfinversie genoemd

dy organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in

stilstaand water bezonken erosie verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los

materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door de inwerking van wind, ijs of stromend water

estuarium een min of meer trechtervormige monding van een rivier, die binnen het

bereik van getijdestromingen ligt eutroof veen veen dat is ontstaan in een voedselrijk milieu fluviatiel onder invloed van een rivier geul rivier- of kreekbedding gorzenlandschap gebied dat boven het gemiddelde hoogwaterpeil ligt en pas bij de hoogste

vloeden onderloopt gyttja organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in

stilstaand water bezonken Hollandveen alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering

van het basisveen. De definitie van ‘Hollandveen’ betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8.000 jaar zijn ontstaan

Holoceen jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: circa 10.000 jaar voor Chr.

tot heden) in situ bewaard gebleven binnen de oorspronkelijke context/ locatie; dit met name

met betrekking tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten klink maaivelddaling van veen- en kleigronden door ontwatering, oxidatie van

organisch materiaal en krimp lagunair, lagune ondiepe baai, beschermd tegen open zee door een strandwal of haf marien het milieu waar sedimentatie plaatsvindt die direct wordt beïnvloed door de

zee

Page 179: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

28

meanderen zich bochtig door het landschap slingeren (van waterlopen) mesotroof veen veen, dat in matig voedselrijk milieu is ontstaan modderklei afzettingen in het perimariene gebied, bestaande uit kleiige venen en venige

kleien

moernering veenafgraving, hoofdzakelijk ten behoeve van zoutwinning en de winning van brandstof (turf)

oligotroof veen veen dat is ontstaan in voedselarm, relatief droog milieu oxidatie (traag) verbrandingsproces van organisch materiaal in reactie met zuurstof perimarien het milieu, waarin de sedimentatie wordt beïnvloed door de zee (via het rivier-

en kreekstelsel), maar waar mariene afzettingen van betekenis ontbreken Pleistoceen geologisch tijdperk dat ongeveer 2.6 miljoen jaar geleden begon. De tijd van

de IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigde met het begin van het Holoceen

pollenanalyse statistische studie van stuifmeelkorrels en sporen, die in sedimenten gevonden

worden. Doel is onder meer milieureconstructie regressiefase periode waarin het water zich terugtrekt (als gevolg van een daling van de

zeespiegel, of als gevolg van sluiting van strandwallencomplex) na een transgressiefase

sediment afzetting gevormd door bezinksel of neerslag sondeerijzer lange, dunne metalen 'prikstok', die onder meer wordt gebruikt om

antropogene sporen te op te sporen strandwal een onder directe invloed van de zee ontstane zandrug evenwijdig met de

kustlijn, meestal aan de rand van een strandvlakte strandvlakte een door de directe werking van de zee ontstane zandvlakte langs de kust stroomrug restant van een door zand- en klei-afzettingen verlandde, oude stroomgeul.

Door differentiële klink meestal hoger gelegen dan de omgeving transgressiefase fase waarin de invloed van de zee zich landinwaarts uitbreidt (als gevolg van

stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het strandwallencomplex)

verlandingsklei klei die aan het einde van een transgressiefase wordt afgezet

Page 180: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

29

Bijlage 1 Administratieve gegevens Projectnaam: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend

Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennende fase, Plangebied Noldijk 113, Barendrecht, Gemeente Barendrecht

SOB Research Project nr. 2770-2006 Opdrachtgever: Wissing B.V.

Postbus 37, 2990 AA Barendrecht Contactpersoon: de heer J. Goes Tel.: 0180 - 61 31 44 E-mail: [email protected]

Uitvoerder: SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek Hofweg 13, Heinenoord Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: 0186 - 604 432/ 0575 - 476439 E-mail: [email protected] Website: https://www.sobresearch.nl

Bevoegde overheid: Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Barendrecht Postbus 501, 2990 EA Barendrecht Contactpersoon: de heer R. Belder Tel: 010 - 5061723 E-mail: [email protected]

Archeologisch adviseur van de bevoegde overheid:

Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam Ceintuurbaan 213b, 3051 KC Rotterdam Contactpersoon: mevrouw A. V. Schoonhoven Tel.: 010 - 4898515 E-mail: [email protected]

Aanleiding onderzoek: Bestemmingsplanwijziging. Opdracht: 11 juni 202. Veldonderzoek: 2 juli 2020. Conceptrapport: 29 juli 2020 Definitief rapport: 5 september 2020 Provincie: Zuid-Holland Gemeente: Barendrecht. Plaats: Barendrecht. Toponiem: Noldijk 113. Huidig grondgebruik: Bedrijfsterrein, bebouwing, verharding, begroeiing. Toekomstige situatie: Woonwijk. Kaartblad: 37H Kadastrale gegevens: Kadastrale Gemeente Barendrecht, Sectie D, nummer 3998

en 8414. Geologie: Afzettingen van Tiel (kom- op geulafzettingen), mogelijk ter

plaatse van Boring nr. 10, 11 13 en 14 op (oever-) Afzettingen van Gorkum.

Geomorfologie: Code AK: ‘kreekbeddingen’. Uiterst westelijke deel van het plangebied: code Mn35A: ‘kalkrijke poldervaaggronden; lichte klei’.

Page 181: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

30

Bodemtype: Bebouwing/ oppervlaktewater. Grondwatertrap: Bebouwing/ oppervlaktewater. NAP-hoogte maaiveld: Circa 0.0 – 1.0 meter –NAP. Coördinaten plangebied: Zuidwest:

Zuidoost: Noordwest: Noordoost: Centrum:

98.049/ 428.194 98.266/ 428.369 98.979/ 428.256 98.184/ 428.438 98.121/ 428.301

Oppervlakte plangebied: Circa 2.5 hectare. Oppervlakte onderzoeksgebied: Circa 2.5 hectare. Kaart plangebied: Zie Afbeelding 2 en 3. CMA/ AMK-status: N.v.t. CAA -nr.: N.v.t. CMA -nr.: N.v.t. ARCHIS-Monument nr.: N.v.t. ARCHIS-Vondstmelding nr.: N.v.t. ARCHIS-Waarneming nr.: N.v.t. ARCHIS-Onderzoeksmelding nr.: 4872712100 Deponering: Depothouder:

het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland, voor deze het bureauhoofd van Bureau CVT Postbus 90602, 2509 LP Den Haag Contactpersoon voor de selectie/ de-selectie van vondstmateriaal: De Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zuid-Holland, de heer R. H. P. Proos Postbus 90602, 2509 LP Den Haag Tel.: 070 - 4418445 Mob.: 06 - 18309889 E-mail: [email protected] Deponering vondstmateriaal: Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland Kalkovenweg 23, 2401 LJ Alphen aan den Rijn Depotbeheerder: de heer M. Phlippeau Tel.: 070 - 4417282 Mob.: 06 - 25734759 E-mail: [email protected]

Deponering digitale documentatie: E-depot (https://easy.dans.knaw.nl/ui/home)

Page 182: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

31

Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal

In dit overzicht zijn de geologische en archeologische hoofdperioden weergegeven. De dateringen in de middenkolom (voor en na Chr.) zijn gekalibreerd en bieden de betrouwbaarste dateringen. Bron: RCE, 2014.

Page 183: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

32

Page 184: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

33

Bijlage 3 Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke, klassieke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 Klassieke nomenclatuur Nomenclatuur van De Mulder et al., 2003 Afzettingen van Duinkerke III (a, b) Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke II Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke I (a, b) Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke O Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Hollandveen Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket Basisveen Formatie van Nieuwkoop, Basisveen Laag Afzettingen van Calais IV Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais III Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais II Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais I Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Jonge Duin- en Strandafzettingen Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl Oude Duin- en Strandafzettingen Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)

Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (rivierduinen)

Formatie van Boxtel, Laagpakket van Delwijnen

Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye Formatie van Kreftenheye Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (Afzettingen van Wijchen)

Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen

Afzettingen van Tiel III Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel II Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel I (a, b) Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel O Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum IV Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum III Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum II Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum I Formatie van Echteld

Page 185: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

34

Page 186: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

35

Bijlage 4 Overzicht Boorgegevens

Page 187: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

36

Page 188: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

37

Page 189: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

38

Page 190: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

39

Page 191: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

40

Page 192: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

41

Page 193: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

42

Page 194: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 7 Quickscan flora en fauna

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1135 - 1183

Page 195: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 196: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 197: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 198: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 199: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 200: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 201: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 202: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 203: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 204: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 205: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 206: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 207: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 208: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 209: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 210: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 211: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 8 Nader onderzoek Ransuil

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1152 - 1183

Page 212: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 213: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 214: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 9 Stikstofdepositieberekening

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1155 - 1183

Page 215: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK Bouw- & Milieuadvies B.V.

Daltonstraat 30D

Postbus 3064

3301 DB Dordrecht

088 321 25 10

[email protected]

www.bkbouwenmilieuadvies.nl

BANK NL45ABNA0586840729

KVK 24459961

BTW NL820721141B01

Beoordeling stikstofdepositie

Noldijk te Barendrecht

Opdrachtgever:

Wissing

mevrouw M. Tas

Postbus 37

2990 AA Barendrecht

Projectnummer: 201937

Versienummer: 1.0

Plaats, datum: Dordrecht, 13 maart 2020

Auteur: N. van Wijngaarden, MSc.

Controleur: ing. K. Romijn

Page 216: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 2 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

Inhoudsopgave pagina

1 Inleiding ............................................................................................................................................................................................................ 3 1.1 Aanleiding .............................................................................................................................................................................................. 3 1.2 Wettelijke kader .................................................................................................................................................................................. 4

2 Stikstofdepositie ............................................................................................................................................................................................ 5 2.1 Afstand tot Natura-2000 gebieden ............................................................................................................................................. 5 2.2 Uitgangspunten................................................................................................................................................................................... 5

3 Aanlegfase ....................................................................................................................................................................................................... 6 4 Gebruiksfase .................................................................................................................................................................................................... 7

4.1.1 Verwarming...................................................................................................................................................................................... 7 4.1.2 Verkeersaantrekkende werking ............................................................................................................................................... 7

5 Conclusie .......................................................................................................................................................................................................... 8

Page 217: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 3 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de Noldijk te Barendrecht worden zeventien woningen gerealiseerd. Dit project wordt duurzaam verwarmd

(geen gasaansluiting). Onderstaand is de luchtfoto van het plangebied weergegeven.

figuur 1: projectgebied, plan- en onderzoeksgebied, bron: google maps 2019

Figuur 2: planvoornemen

Gevraagd is om een nadere onderbouwing met betrekking tot de stikstofdepositie van het project op de omlig-

gende Natura-2000 gebieden.

Page 218: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 4 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

Leeswijzer

Onderstaand wordt het wettelijk kader geschetst. In hoofdstuk 2 wordt in gegaan op de stikstofdepositie van het

planvoornemen en in hoofdstuk 3 worden de conclusies beschreven. Als bijlage is het stappenplan weergegeven

van de Rijksoverheid, waarin weergegeven is wanneer er sprake is van een vergunningsplicht.

1.2 Wettelijke kader

Voorheen diende op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) – dat juli 2015 van kracht werd – berekend

te worden of een nieuwe (bouw)activiteit leidde tot een significante toename van stikstofdepositie op Natura

2000-gebieden.

Onder het PAS golden enkele drempel- en grenswaarden die bepaalden of een toename van stikstofdepositie sig-

nificant was en zo ja, of er dan een meldingsplicht of een vergunningplicht gold. Door te rekenen met het voorge-

schreven rekenprogramma AERIUS Calculator werd automatisch met die drempelwaarden rekening gehouden. In

het geval van de meldingsplicht kon de planontwikkeling aanspraak kan maken op benutting van de ontwikke-

lingsruimte die voor een Natura 2000-gebied gold, totdat deze niet meer voorradig was.

Als gevolg van de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 mag het PAS niet meer gebruikt worden als

toestemmingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen die leiden tot een toename van stikstofdepositie op (stikstof-

gevoelige habitattypen in) Natura 2000-gebieden. De drempel- en grenswaarden uit het PAS zijn daarmee ook

niet meer van toepassing. Hierdoor kan een project met een geringe depositietoename van 0,01 mol/ha/jaar al

vergunningplichtig zijn (artikel 2.7 en 2.8 Wnb). Oftewel, ook relatief kleinschalige projecten dienen zorgvuldig op

hun stikstofdepositie getoetst te worden om aan Europese regelgeving te kunnen voldoen (en stand te houden bij

de Raad van State in geval van een beroep).

Sinds de vernieuwing van AERIUS Calculator op 16 september 2019 en 14 januari 2020 kan correct berekend wor-

den of er überhaupt sprake is van stikstofdepositie op een relevant Natura 2000-gebied. Daarbij dient zowel de

bouw/aanlegfase als de gebruiksfase doorgerekend te worden. Zodra er geen rekenresultaten boven de 0,00

mol/ha/j. is er geen belemmering.

Bij een uitkomst van stikstofdepositie boven 0,00 mol/ha/jr. zal verder bepaald moeten worden welke opties er

mogelijk zijn tot het verkrijgen van een vergunning, zie ook de bijlage die hier verder op ingaat.

Disclaimer

De analyse is op 13 maart 2020 uitgevoerd.

Ondanks dat dit rapport met de juiste zorg is opgesteld, geldt dat de berekeningen en conclusies met betrekking

tot de stikstofdepositie zijn gebaseerd op aangeleverde informatie, praktijkervaringen en rekenkundige benade-

ringen. De uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 heeft gevolgen voor de berekening en toetsing van

stikstofdepositie. Om in de nieuwe situatie na de uitspraak een goede toetsing van de vergunningplicht en even-

tuele toenames van stikstofdepositie mogelijk te maken, is de Aerius calculator aangepast. Daarnaast werken be-

voegde gezagen aan een toetsingskader om duidelijk te maken waaraan aanvragen moeten voldoen. Zodra hier-

over meer bekend is, zal worden gecommuniceerd via de website van Bij12 nieuws en de veelgestelde vragen

Toekomstige politieke besluiten en gerechtelijke uitspraken in deze, zorgen ervoor dat de berekening overnieuw

of aangepast moeten worden, waarbij een andere uitkomst mogelijk kan zijn.

Page 219: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 5 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

2 Stikstofdepositie

Nieuwe plannen moeten beoordeeld worden op de mogelijke stikstofdepositie op de nabijgelegen Natura2000

gebieden. Om inzichtelijk te maken, wat de mogelijke stikstofdepositie is, wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de

afstand tot Natura2000 gebieden, het huidige gebruik en toekomstig gebruik (inclusief realisatie).

2.1 Afstand tot Natura-2000 gebieden

In onderstaande afbeelding, zijn de nabij gelegen Natura2000-gebieden weergegeven. De volgende gebieden zijn

in de directe omgeving van het planvoornemen gelegen:

- Oude Maas, op circa 1250 m;

- Kinderdijk, op circa 6.300 m.

Overigens wordt in de AERIUS-berekening de invloed op alle Natura-2000 gebieden beschouwd / berekend.

Figuur 3: Afstand Natura-2000 tot het planvoornemen (bron: https://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/google-

mapszoek2.aspx)

2.2 Uitgangspunten

Voor het berekenen van de stikstofdepositie in de relevante Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plan-

gebied, is gebruik gemaakt van AERIUS Calculator versie 2019a. In de berekeningen zijn de emissies van NOx en

NH3 van de relevante bronnen meegenomen. Het gaat hierbij om:

1. Emissies van vrachtverkeer en mobiele werktuigen in de aanlegfase (realiseren nieuwbouwwoningen)

2. De verkeersgeneratie ten gevolge van de nieuwe situatie

Er zijn in dit onderzoek twee berekeningen uitgevoerd om de stikstofdepositiebijdrage van het herontwikkelings-

plan op de omliggende Natura 2000-gebieden in kaart te brengen, te weten:

1. de stikstofdepositie ten gevolge van de aanlegfase;

2. stikstofdepositie in de gebruiksfase.

Page 220: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 6 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

3 Aanlegfase

Om het planvoornemen te kunnen realiseren zijn er bouwwerkzaamheden noodzakelijk. Daarbij wordt gebruik

gemaakt van machines en zal er de nodige verkeersaantrekkende werking zijn van het bouwverkeer. Daarmee is

de bouwfase aan te merken als stikstofbron voor de omgeving en de omliggende Natura-2000 gebieden (een

jaar).

Vanuit een worst-case benadering is uitgegaan van de gegevens in onderstaande tabel (overschatting van de wer-

kelijkheid). De gegevens in de tabel zijn gebaseerd op gegevens uit een publicatie van TNO1 en aannames van

BK, o.a. het vermogen is gebaseerd op expert judgement door specialisten van BK.

Tabel 1 Overzicht bouwmachines

Onderdeel Eenheden Aantal dagen Totaal inzet in uren /

aantal bewegingen Verbruik l/j Vermogens klasse

Heistelling - funde-

ring 1 8 60 1500 Stage III 130 - 560 kW

Bouwkraan 1 20 160 3200 Stage III 130 - 560 kW

Graafmachine 1 10 80 1200 Stage III 130 - 560 kW

Hoogwerker 1 13 100 600 Stage III 130 - 560 kW

Shovel 1 10 80 640 Stage III 130 - 560 kW

Betonpomp 1 5 40 400 Stage III 130 - 560 kW

Overige machines

(worst-cases) 1 38 300 4500 Stage III 130 - 560 kW

Levering materiaal –

vrachtverkeer 3 per dag 150 900 - Zwaar verkeer

Personenbusjes 5 per dag 150 1500 - Licht verkeer

De deellastfactoren zijn overgenomen uit genoemd TNO-rapport en gelden als default waarden voor gebruik van

het betreffende werktuigen. Deze deellastfactoren zijn ook in AERIUS opgenomen.

De emissies van de mobiele werktuigen zijn gemodelleerd als een oppervlaktebron met de contouren van het

projectgebied. Het totaal aan vrachtwagen- en personenbus bewegingen (gemiddeld 3 resp. 5 bewegingen per

dag uitgaande van een bouwfase van 1 jaar) zijn in AERIUS als wegverkeer gemodelleerd totdat deze “opgaan in

het heersend verkeersbeeld”.

Bovenstaande is opgenomen in de Aerius calculator, hieruit blijkt dat er tijdens de aanlegfase een NOX uitstoot

optreedt van 150,7 kg.

1 J.H.J. Hulskotte, R.P. Verbeek, Emissiemodel Mobiele Machines gebaseerd op machineverkopen in combinatie met brandstof

afzet (EMMA), TNO, 2009

Page 221: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 7 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

4 Gebruiksfase

In de toekomstige situatie is de locatie bestemd voor wonen. Om de toekomstige stikstofdepositie te bepalen is

onderstaand weergegeven welke NOX uitstoot (stikstofoxiden) te verwachten is door de realisatie van het plan-

voornemen.

4.1.1 Verwarming

Aangezien het project aardgasloos wordt uitgevoerd, kan gesteld worden er geen NOX uitstoot wordt veroorzaakt

door CV-installatie’s. Daarnaast zijn op dit moment in de schetsontwerpen, geen open-haarden, hout- of pallets-

kachels toegepast.

4.1.2 Verkeersaantrekkende werking

Voor het bepalen van de rittenberekening is gebruikt gemaakt van de CROW ASVV 2012 publicatie, hierin zijn

kentallen opgenomen voor de verkeersgeneratie per activiteit. Voor de toekomstige situatie is paragraaf 6.3 ge-

bruikt, waarbij sterk stedelijk, rest bebouwde kom is gehanteerd.

Onderstaand zijn deze kentallen vertaald naar daadwerkelijke ritten per dag.

Type woningen of

activiteit

Aantal woon-

eenheden

Verkeersaantrekkende

werking conform CROW

ASVV

Aantal

voertuigen

Type voertuigen

Vrijstaand 17 8,6 ritten per woning 146,2 Licht verkeer

TOTAAL 17 146,2

Bovenstaande is ingevoerd in de Aerius Calculator. Waarbij gekozen is om de verkeersontsluiting te modeleren tot

de A29. De volledige en de locatie van de ontsluitingswegen is opgenomen in de PDF-bijlage van de Aerius-bere-

kening. AERIUS Calculator berekent zelf de emissie op basis van de ingetekende rijlijnen. Het wegverkeer is gemo-

delleerd als ‘verkeer binnen de bebouwde kom’.

Bovenstaande is opgenomen in de Aerius calculator, hieruit blijkt dat er in de gebruiksfase een NOX uitstoot op-

treedt van 72,1 kg per jaar.

Page 222: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 8 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

5 Conclusie

In de vorige hoofdstukken is een analyse uitgevoerd naar de stikstofanalyse. Hieruit blijkt dat de NOX uitstoot in

de toekomstige gebruiksfase 72,1 kg bedraagt en 150,7 kg NOx wordt uitgestoten tijdens de bouwfase (per jaar).

De Aerius calculator laat zien dat in zowel de bouw- als gebruiksfase geen sprake is van stikstofdepositie op de

Natura-2000 gebieden. Er zijn namelijk geen rekenresultaten, hoger dan 0,00 mol/ha/j.

Voor dit plan is geen vergunning noodzakelijk voor de Wet natuurbescherming.

Page 223: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

BK bouw- & milieuadvies

pagina 9 van 9

Noldijk te Barendrecht

Rapportage stikstofdepositie | 201937 | 13 maart 2020

Page 224: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Dit document bevat rekenresultaten vanAERIUS Calculator. Het betreft de hoogstberekende stikstofbijdragen perstikstofgevoelig Natura 2000-gebied, opbasis van rekenpunten die overlappen methabitattypen en/of leefgebieden dieaangewezen zijn in het kader van de Wetnatuurbescherming, gekoppeld aan eenaangewezen soort, of nog onbekend maarmogelijk wel relevant.

De berekening op basis van stikstofemissiesgaat uit van de componenten ammoniak(NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen?Importeer de pdf dan in Calculator. Voor meertoelichting verwijzen wij u naar de websitewww.aerius.nl.

Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een

bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige

documentatie is te raadplegen via:

https://www.aerius.nl/handleidingen-en-leeswijzers.

Berekening Situatie 1

Kenmerken

Samenvatting emissies

Depositieresultaten

Gedetailleerde emissiegegevens

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)

pagina 1/6

Page 225: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie

- -, - -

Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk

Noldijk Barendrecht RxCES6oChce1

Datum berekening Rekenjaar Rekenconfiguratie

14 maart 2020, 17:19 2020 Berekend voor natuurgebieden

Totale emissie Situatie 1

NOx 150,71 kg/j

NH3 < 1 kg/j

ResultatenHectare met

hoogste bijdrage(mol/ha/j)

Natuurgebied

Uw berekening heeft geen depositieresultaten opgeleverd boven 0,00 mol/ha/jr.

Toelichting -

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 2/6

Page 226: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

LocatieSituatie 1

EmissieSituatie 1

BronSector

Emissie NH3 Emissie NOx

BouwfaseMobiele werktuigen | Bouw en Industrie

- 133,50 kg/j

BouwverkeerWegverkeer | Binnen bebouwde kom

< 1 kg/j 17,21 kg/j

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 3/6

Page 227: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Emissie(per bron)

Situatie 1

Naam BouwfaseLocatie (X,Y) 98072, 428277NOx 133,50 kg/j

Voertuig Omschrijving Brandstofverbruik

(l/j)

Uitstoothoogte

(m)

Spreiding(m)

Warmteinhoud

(MW)

Stof Emissie

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

Heistelling 1.500 NOx 16,63 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

Bouwkraan 3.200 NOx 35,48 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

Graafmachine 1.200 NOx 13,31 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

Hoogwerker 600 NOx 6,65 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

shovel 640 NOx 7,10 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

betonpomp 400 NOx 4,44 kg/j

STAGE III A, 130 –560 kW,bouwjaar2006/01, Cat. H

Overige machines(worst case)

4.500 NOx 49,90 kg/j

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 4/6

Page 228: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Naam BouwverkeerLocatie (X,Y) 96391, 428459NOx 17,21 kg/jNH3 < 1 kg/j

Soort Voertuig Aantal voertuigen Stof Emissie

Standaard Licht verkeer 1.500,0 / jaar NOxNH3

2,03 kg/j< 1 kg/j

Standaard Zwaar vrachtverkeer 900,0 / jaar NOxNH3

15,18 kg/j< 1 kg/j

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 5/6

Page 229: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Disclaimer Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan wordenontleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangebodeninformatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is eengeregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.

Rekenbasis Deze berekening is tot stand gekomen op basis van:

AERIUS versie 2019A_20200211_3b24c29c22

Database versie 2019A_20200226_89548b118c

Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie:

https://www.aerius.nl/nl/factsheets/release/aerius-calculator-2019A

RxCES6oChce1 (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 6/6

Page 230: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Dit document bevat rekenresultaten vanAERIUS Calculator. Het betreft de hoogstberekende stikstofbijdragen perstikstofgevoelig Natura 2000-gebied, opbasis van rekenpunten die overlappen methabitattypen en/of leefgebieden dieaangewezen zijn in het kader van de Wetnatuurbescherming, gekoppeld aan eenaangewezen soort, of nog onbekend maarmogelijk wel relevant.

De berekening op basis van stikstofemissiesgaat uit van de componenten ammoniak(NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen?Importeer de pdf dan in Calculator. Voor meertoelichting verwijzen wij u naar de websitewww.aerius.nl.

Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een

bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige

documentatie is te raadplegen via:

https://www.aerius.nl/handleidingen-en-leeswijzers.

Berekening Situatie 1

Kenmerken

Samenvatting emissies

Depositieresultaten

Gedetailleerde emissiegegevens

RjGoyGwfuktA (14 maart 2020)

pagina 1/5

Page 231: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie

- -, - -

Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk

Noldijk Barendrechtgebruiksfase

RjGoyGwfuktA

Datum berekening Rekenjaar Rekenconfiguratie

14 maart 2020, 17:20 2020 Berekend voor natuurgebieden

Totale emissie Situatie 1

NOx 72,13 kg/j

NH3 4,33 kg/j

ResultatenHectare met

hoogste bijdrage(mol/ha/j)

Natuurgebied

Uw berekening heeft geen depositieresultaten opgeleverd boven 0,00 mol/ha/jr.

Toelichting -

RjGoyGwfuktA (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 2/5

Page 232: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

LocatieSituatie 1

EmissieSituatie 1

BronSector

Emissie NH3 Emissie NOx

verkeersaantrekkende werkingWegverkeer | Binnen bebouwde kom

4,33 kg/j 72,13 kg/j

RjGoyGwfuktA (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 3/5

Page 233: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Emissie(per bron)

Situatie 1

Naam verkeersaantrekkendewerking

Locatie (X,Y) 96391, 428459NOx 72,13 kg/jNH3 4,33 kg/j

Soort Voertuig Aantal voertuigen Stof Emissie

Standaard Licht verkeer 146,2 / etmaal NOxNH3

72,13 kg/j4,33 kg/j

RjGoyGwfuktA (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 4/5

Page 234: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Disclaimer Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan wordenontleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangebodeninformatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is eengeregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.

Rekenbasis Deze berekening is tot stand gekomen op basis van:

AERIUS versie 2019A_20200211_3b24c29c22

Database versie 2019A_20200226_89548b118c

Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie:

https://www.aerius.nl/nl/factsheets/release/aerius-calculator-2019A

RjGoyGwfuktA (14 maart 2020)Resultaten Situatie 1

Resultaten

pagina 5/5

Page 235: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Bijlage 10 Nota Vooroverleg

(ontwerp) Parq Waal

NL.IMRO.0489.BPZUR20200004-ON01 1176 - 1183

Page 236: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 1 van 7

NOTA VOOROVERLEG

(CONCEPT ONTWERP) BESTEMMINGSPLAN ‘PARQ WAAL’ 31 augustus 2020 Gemeente Barendrecht

Page 237: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 2 van 7

1. INLEIDING Conform artikel 3.1.1. van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Op 24 juli 2020 is het concept ontwerpbestemmingsplan verstuurd naar de overlegpartners. Op 24 juli 2020 is via een “E-formulier aanbieden ruimtelijk plan” het concept ontwerpbestemmingsplan bij de provincie Zuid-Holland aangemeld. De reacties zijn verwerkt in deze nota evenals eventuele wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan als gevolg daarvan. 2. INSPRAAKREACTIES EN BEANTWOORDING In onderstaande overzicht staan alle vooroverlegreacties inclusief de beantwoording daarop door de gemeente.

Overlegpartner Reactie Beantwoording

Provincie Zuid-Holland

24-7-2020 Samenvatting ingevuld E-formulier ‘Aanbieden ruimtelijk plan’. Conclusie: het bestemmingsplan hoeft niet opgestuurd te worden. Op 21 augustus is echter per e-mail een inhoudelijke reactie ontvangen: 1. Plankaart wijkt af van eerdere tekeningen uit 2015 [2009 -red]. Grootste wijziging is dat het voetpad niet meer over de gehele lengte langs de waal loopt. In plaats daarvan komen tuinen van woningen direct aan de Waal te liggen. 2. Een groene recreatieve oever is destijds één van de voorwaarden waarop de provincie instemde met het plan. 3. Vanuit ruimtelijke kwaliteit wordt vanuit de provincie waarde gehecht

Plankaart gewijzigd (1) De plankaart wijkt inderdaad af van de tekening (van 2009) in de toelichting van het vigerend bestemmingsplan Zuidrand (vastgesteld 17-2-2015, zie BIJLAGE 1). Ruimtelijke kwaliteit Het plan kent nog steeds een groene recreatieve oever en een voetpad dat door het gebied loopt. Deze zijn anders vormgegeven dan de tekening in het bestemmingsplan Zuidrand. De belangrijkste reden voor de wijziging is om meer kwaliteit toe te voegen aan de landschappelijke en recreatieve waarde van het gebied. Het ontwerp uit 2009 was een voortzetting van de structuur van de woningen ten zuidwesten van het plangebied. Het probleem van deze structuur is dat de openbare ruimte een semi-openbaar

Page 238: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 3 van 7

aan de openbaarheid en toegankelijkheid van de oever. 3a. In de toelichting staat onder 2.2 dat de voortzetting van de openbare groene zone langs het Waaltje wordt doorgezet en wordt aangesloten op de woningen aan de zuidwestzijde van het plangebied. Dit zien we in de plantekening niet terug. 3b. De zichtlijnen van de Noldijk naar het Waaltje zijn krap. Deze lijnen worden beperkt wanneer mensen hoge beplanting in hun tuin zetten. 3c. Als de meest zuidwestelijke woning met de diepste tuin zou vervallen, dan zou het zicht op het Waaltje behouden blijven vanaf de kruising Ziedewijdsedijk/Noldijk.

karakter heeft. De entrees zijn smal en het groen en water liggen ‘verstopt’ achter de woningen. Groene recreatieve oever (2) In het huidig ontwerp is het groen anders verdeeld. In tegenstelling tot het ontwerp uit 2009 zijn het groen en het water vanaf de Noldijk beleefbaar. De oever van het Waaltje krijgt over de gehele lengte een natuurvriendelijke inrichting. In de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan is hiervoor een ‘vrijwaringszone natuurvriendelijke oever’ opgenomen. Openbaarheid en toegankelijkheid van de oever (3) De entrees van het plangebied zijn breder vormgegeven. Temeer nu Noldijk 121 is aangekocht en zal worden gesloopt, waardoor vanaf de Noldijk meer zicht ontstaat op het Waaltje. Dit nodigt passanten uit om door het gebied te struinen. De zichtlijn vanaf de Noldijk naar het Waaltje in de tekening van 2009 is beperkter. De woningen staan nu verder van de Noldijk vandaan en er is een brede (weliswaar schuine) zichtlijn vanaf de Noldijk naar het Waaltje. Ongeacht de hoogte van de beplanting op privéterrein blijft deze zichtlijn behouden (3b). Het verwijderen van de meest zuidwestelijke woning in het plangebied heeft enkel effect op de rechte zichtlijn vanaf de Noldijk/Ziedewijdsedijk op het Waaltje als ook de kaveluitgifte hierop wordt aangepast (3c). Dit is qua exploitatie echter geen optie.

Page 239: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 4 van 7

In het ontwerp is bovendien rekening gehouden met aansluiting op bestaande en eventueel toekomstige wandelroutes (bijvoorbeeld plan Natuurgoed Ziedewij aan de overkant van de Noldijk). De wandelroute sluit aan op de wandelroute achter de bestaande woningen ten zuidwesten van het plangebied (3a). Conclusie: Het plan is niet strijdig met provinciale belangen. Door de wijziging zijn de richtpunten die voor de provincie van belang zijn (openbaarheid en toegankelijkheid) beter gewaarborgd dan met het eerdere ontwerp uit 2009.

DCMR Milieudienst Rijnmond

28-7-2020 In de toelichting van het bestemmingsplan ontbreekt nog een toelichting op industrielawaai vanaf rangeerterrein Kijfhoek.

Onderstaande toelichting ontbreekt inderdaad in het ontwerpbestemmingsplan: De beoogde ontwikkeling valt binnen de geluidscontour van Kijfhoek, maar ligt buiten de 50 dB(A) contour. Voor de beoogde ontwikkeling is dan ook geen verder akoestisch onderzoek nodig omdat deze buiten de 50 dB(A) contour ligt. Het aspect industrielawaai vormt geen belemmering voor het voornemen.

Waterschap Hollandse Delta (WSHD)

30-7-2020 Het waterschap heeft geen bezwaren tegen de concept- ontwerpbestemmingsplan, wel wil het waterschap mededelen dat de werkzaamheden voor de uitvoer van het plan vergunningplichtig zijn bij het waterschap.

Het advies is ter kennisgeving aangenomen.

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR)

31-8-2020 Voor het bepalen van het effect en voor het bepalen van maatregelen met betrekking tot zeer kwetsbare bestemmingen wordt uitgegaan van

Het advies is ter kennisgeving aangenomen.

Page 240: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 5 van 7

de 1% letaliteitscontour (LC01) van het worst case scenario. Voor het bepalen van het effect en voor het bepalen van gewenste maatregelen voor (beperkt) kwetsbare bestemmingen wordt de 1% letaliteitscontour van het meest geloofwaardige scenario gebruikt. Omgevingsmaatregelen: 1. De VRR adviseert rondom de ontwikkeling van de woningen zorg te dragen voor toereikende bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen zodat hulpdiensten bij een incident adequaat kunnen optreden. De regionaal vastgestelde ‘Handleiding advies bluswater en bereikbaarheid VRR’ biedt mogelijkheden om daar invulling aan te geven. Organisatorische maatregelen: 2. Draag zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne “Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand”. Doorgaans is schuilen in een (nabijgelegen) gebouw de beste optie; sluit ramen en deuren, schakel het ventilatiesysteem af, blijf weg bij ramen en schuil bij voorkeur in dat deel van het gebouw dat zo ver mogelijk van het incident af is gelegen. Op de website “www.rijnmondveilig.nl” vindt u meer informatie over wat te doen in geval van een incident.

3. WIJZIGINGEN IN HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN NAAR AANLEIDING VAN OVERLEGREACTIES

Page 241: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 6 van 7

In het onderstaande overzicht staan alle wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van het vooroverleg.

Overlegpartner Punt Wijzigingen naar aanleiding van overlegreactie

Provincie Zuid-Holland

1-4 -

DCMR 1 Bij paragraaf 4.6 (geluid) wordt de geluidsbelasting op de nieuwe woning afkomstig van rangeerterrein Kijfhoek nader toegelicht: “Onderzoek en conclusie Het plangebied is gelegen binnen de geluidzone van het rangeerterrein Kijfhoek. De woningen die door middel van dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zijn geluidsgevoelige objecten. Hierdoor is het uitvoeren van akoestisch onderzoek noodzakelijk om aan te tonen dat er wordt voldaan aan de grenswaarde. Op 29 augustus 2012, kenmerk 2012019380 / WB, heeft Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, een vergunning afgegeven voor het rangeeremplacement Kijfhoek. De door de inrichting veroorzaakte geluidsbelasting is in kaart gebracht in een akoestisch rapport van M+P Raadgevende Ingenieurs (M+P.RAIL.08.14.1, d.d. 8 oktober 2010). De beoogde ontwikkeling valt binnen de geluidscontour van Kijfhoek (zie figuur X.X), maar ligt buiten de 50 dB(A) contour. Voor de beoogde ontwikkeling is dan ook geen verder akoestisch onderzoek nodig omdat deze buiten de 50 dB(A) contour ligt. Het aspect industrielawaai vormt geen belemmering voor het voornemen.” Bij deze tekstwijziging wordt ook een kaart gevoegd met daarop de geluidscontouren rond rangeerterrein Kijfhoek.

WSHD 1 -

VRR 1-2 -

Page 242: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin

Pagina 7 van 7

4. BIJLAGEN Bijlage 1: Inrichtingssuggestie GTI-locatie mei 2009 uit de toelichting van het vigerend bestemmingsplan ‘Zuidrand’, vastgesteld 17-2-2015, p.15

Page 243: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 244: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin
Page 245: VAN PELT ONTWIKKELT B.V. BESTEMMINGSPLAN · 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het vigerende bestemmingsplan 'Zuidrand' (vastgesteld 17 februari 2015) en is hierin