pag. 1

Van droom tot

………….werkelijkheid

pag. 2

Altijd al graag piano willen spelen?!

Dan is dit e-book voor jou, want hierin;

- lees je waar je op moet letten bij de aanschaf van

...een piano en een pianokruk (heb je beiden al

…dan kun je gelijk naar pag.7)

- lees je hoe je je weg vindt op al die toetsen

- ga je meteen op de zwarte- en witte toetsen

...spelen

- ontdek je welke muziek jij wilt gaan spelen

- lees je hoe dat zit met de muzieksleutels, de

..noten en de notenbalk

- leg ik je uit hoe akkoorden zijn opgebouwd en ga

…je deze natuurlijk ook spelen

- speel je al een eenvoudig stuk van een notenbalk

… en tot slot…

- lees je hoe je zo snel mogelijk goed leert spelen

pag. 3

Een piano kopen?!

Natuurlijk gaat mijn voorkeur uit naar een echte piano, maar ik

begrijp de overwegingen voor een elektronische. De prijs voor

een elektronische piano is lager (elektronisch vanaf 750,- en een

echte piano vanaf 2.000 euro) en je hoeft deze piano niet 2 x

per jaar te laten stemmen. Een ander voordeel bij een

elektronische piano is voor sommigen dat je een koptelefoon op

kan zetten. Hierdoor kan je spelen wanneer je maar wilt, al is het

midden in de nacht.

Mijn voorkeur gaat uit naar een echte, een akoestische

piano omdat je daarmee echt zelf de toon maakt, je

echte snaren hebt en een mechaniek dat je zelf kan

bespelen. Hierdoor kan je de toon beïnvloeden door

jouw aanslag, kan je grotere verschillen maken tussen

hard en zacht, hoor je een beter resultaat bij het gebruik van de pedalen en

wanneer de stroom uitvalt kan je gewoon lekker door blijven spelen.

Als je besluit om een akoestische piano te gaan kopen kun

je naar een pianozaak gaan of eens op het internet gaan

struinen. Ook bepaal je of je voor een nieuwe of een

tweede hands gaat.

Wanneer je een piano gaat kopen, denk je direct na over 2 zaken:

- waar die komt te staan,

- of je een akoestische piano, laat maar zeggen een echte, of een elektronische wilt

pag. 4

Wanneer je besluit om een tweedehands te gaan kopen komt daar heel wat

meer bij kijken, omdat er dan bepaalde zaken niet in orde kunnen zijn door

slijtage.

Een gebruikte piano kopen! Waar let je op?

Wanneer je een gebruikte piano gaat kopen is het natuurlijk het makkelijkste

wanneer je iemand meeneemt die er verstand van heeft, maar wanneer je die

niet hebt dan staan hieronder een paar punten waar je op kan letten.

- In het stemblok mogen geen scheuren te zien zijn, ook

niet tussen de pinnen, die ijzeren staafjes

- De pinnen horen iets schoon omhoog in het blok te zitten

en de pin moet goed omsloten zijn door het blok

- De hamerkoppen slijten aan de voorkant, waardoor er een

afdruk, een moet kan ontstaan. Hieraan kan je zien wat de

slijtage is en of de afdruk mooi strak is doordat de hamer de

snaren altijd op de zelfde plek raakt. De hamerkoppen

kunnen gereviseerd worden waardoor er weer een heldere en sprankelende

toon ontstaat, maar dit kost je als snel zo’n 1.000 euro.

- De draaipunten van de hamers en dempers zorgen er voor dat deze

onderdelen soepel bewegen. Dit draaipunt moet niet te vast en niet te los

zitten. Wanneer het te vast zit dan kan de kern geoxideerd zijn en loopt alles

traag en wanneer het te los zit kan dit door de slijtage zijn ontstaan.

- In het frame mogen absoluut

geen scheurtjes zitten. Let

hierbij vooral op de plekken

waar het frame smaller wordt in

- De snaren moeten schoon en glad zijn en niet

aangetast zijn door roest, want hierdoor ontstaan

extra zwevingen, wat de kwaliteit van het geluid

beïnvloed.

pag. 5

de hoeken, want dat zijn de kwetsbaarste plaatsen.

- In het klankbord, of de zangbodem moeten geen

scheurtjes of scheuren zichtbaar zijn.

- De pedalen kunnen soms ergerlijk piepen of kraken

doordat ze te los zitten, maar dat kan meestal wel

verholpen worden door een stemmer.

Waar ga je op zitten?

Bij de aanschaf van een kruk moet je rekening houden met

goedkoop-duurkoop. Bij een lage aanschafprijs van ongeveer 70

euro kan het zijn dat je al snel een krakende zitting hebt of

loszittende poten. Wanneer je een goede kruk koopt heb

je daar je hele leven plezier van.

Een kruk die verstelbaar is, die kan draaien van stof of van

leer, een moderne of een antieke?

Wat het belangrijkste is, is natuurlijk dat die lekker zit en dat die verstelbaar is,

want dan kan je hem instellen als je kruk te hoog of te laag blijkt.

Keus genoeg!

pag. 6

Piano en pianokruk staan er?

Dan kan je beginnen?

pag. 7

Verkenning van het klavier

De zwarte toetsen

Je begint met de zwarte toetsen. Als je kijkt naar het klavier zie je groepen van

twee - en groepjes van drie zwarte toetsen.

Speel nu eens alle groepen van 2 zwarte toetsen. Dit kan je met je

rechter- of je linkerhand doen en je kan dit ook met verschillende

vingers doen.

OK de eerste toetsen heb je aangeslagen, dus de eerste stap is gezet.

Dan speel je nu alle groepen van 3 zwarte toetsen.

Gelukt? Dan ga je nu een echt stukje spelen met de zwarte

.toetsen.

Het klavier heeft maar liefst 88 toetsen. Ik kan me

voorstellen, dat je denkt; ‘hoe kan ik daar ooit de weg op

vinden?’

pag. 8

Dichte en open muzieknoten?

= =

In de muziek gebruik je dichte en open noten om de notenwaarde aan te geven.

Hiermee geef je aan hoe lang een noot ten op zichte van de andere duurt.

5 5 4 4 3 3

2

1

Dus één hele noot = 2 halve noten

en één halve noot = 2 kwartnoten.

Hele noot

Halve noot

Kwart noot

Alouette

pag. 9

En dan de witte toetsen Voor de witte toetsen gebruik je de letters van het alfabet A t/m de G om dan

verder te gaan met de A. Wanneer je omhoog gaat, dan ga je verder in het

alfabet en ga je omlaag, dan ga je terug in het alfabet.

De zwarte toetsen heb je gebruikt om je te oriënteren op het klavier. Deze

gebruik je ook om de witte toetsen te vinden. Links van de 2 zwarte toetsen zit

de C-toets en links van de 3 zwarte toetsen zit de F.

De C en de F toets zijn je steunpilaren. Aan de hand van deze toetsen kan je

achter de andere toetsnamen komen.

Op de witte toetsen C t/m G ga je nu het thema ‘Ode to Joy’ van de 9e

Symfonie van L.v. Beethoven spelen met twee handen

C F

E C D F G A B

5 5 4 4 3 3

2

1

pag. 10

Je hebt nu de toetsen C t/m de G gespeeld. Je hebt nu door dat na de G weer

de A komt, maar wist je dat Duitsers wel een H hebben?

De Duitsers hebben wel een H omdat zij de zwarte toets links van zeg maar

onze B, de B genoemd. Wat wij de B noemen is bij de Duitsers de H geworden.

Leuk voordeel hiervan is dat de componist Bach een prachtig stukken heeft

kunnen schrijven gebaseerd op zijn eigen naam, het Bach-motief B-A-C-H.

Speel maar eens op de Duitse manier de toetsen B, A, C en H. Luister er eens

goed naar, want dan herken je het thema wat in bijgevoegd stuk wordt

gespeeld. http://www.youtube.com/watch?v=u-K6YB_nBXk

C D F G A B

Deze zwarte toets noemen de

Duitsers de B

Deze witte toets noemen de Duitsers

de H

E

pag. 11

Welke stijl wil je gaan spelen? Op de piano kan je verschillende stijlen spelen, klassiek, pop, jazz, blues en

filmmuziek. Alle kanten kan je op!

Hieronder heb ik een aantal voorbeelden gezet om eens naar te luisteren wat

er allemaal mogelijk is op de piano.

Oscar Peterson & Count Basie spelen hier - Slow Blues http://www.youtube.com/watch?v=ItutNJRNFRg

Pascal Wintz speelt Sweet Lorraine, een klassieker in de jazz http://www.youtube.com/watch?v=KPDCSu8PDPI Wolfgang Amadeus Mozart: Piano Sonata No. 11 in A major, K. 331 (3/3): III. Alla Turca http://www.youtube.com/watch?v=Yomi0-WL5Pg

My Heart Will Go On uit de Titanic - Filmmuziek http://www.youtube.com/watch?v=7xkzwfTBceI Claude Debussy - Clair de Lune door Claudio Arrau http://www.youtube.com/watch?v=a3jpy1OzWg8

Pirates of the Caribbean door The Piano Guys - Filmmuziek http://www.youtube.com/watch?v=Gsj86mAu95E

Adele - Rolling in the Deep door The Piano Guys - Popmuziek http://www.youtube.com/watch?v=lUjWJSnGVB0

Enrique Granados Valses Poéticos Op. 10 gespeeld door Nélida Sánchez http://www.youtube.com/watch?v=MKu7COYMbZQ

Wat is er veel mogelijk met piano. Misschien weet je al welke stijl jij wilt gaan spelen, maar het kan ook zijn dat je dit nog helemaal niet weet. Dat komt vanzelf en bovendien kan je natuurlijk ook verschillende stijlen spelen. Voor alle stijlen is het handig om noten te kunnen lezen en te weten hoe de akkoorden zijn opgebouwd.

pag. 12

Het lezen van noten Voor het lezen van noten heb je nodig: - een notenbalk met 5 lijnen - muzieksleutels - muzieknoten

De G- of vioolsleutel begint op de tweede lijn van onder en wordt zo genoemd

omdat deze 2e lijn de noot g aangeeft, die weer bij de een specifieke toets g

hoort. (zie hieronder) Deze sleutel wordt veel gebruikt door violisten.

Zo teken je deze bekende sleutel.

De notenbalk

De muzieksleutels

G- of vioolsleutel

F- of bassleutel

De notenbalk heeft niet altijd 5 lijnen

gehad. Gregoriaanse muziek (uit de

middeleeuwen) maakt gebruik van

notenbalken met 4 lijnen.

pag. 13

Deze G- of vioolsleutel wordt veel gebruikt voor de hogere noten die bij het

piano spelen meestal met de rechterhand worden gespeeld.

De F- of bassleutel begint op de 2e lijn van boven en wordt zo

genoemd omdat deze 2e lijn van boven de f aangeeft, die bij een

specifieke f toets hoort (zie hieronder). Deze sleutel wordt veel

gebruikt door basinstrumentalisten zoals de bassist, een basgitarist,

de cellist en ook de mannen die laag zingen, de bassen. Deze F- of bassleutel

wordt dus veel gebruikt voor de lagere noten die bij het piano spelen meestal

met de linkerhand worden gespeeld.

Wist je dat er nog een muzieksleutel is? De C-sleutel die veel

door altviolisten wordt gebruikt en soms door tenoren.

Weer terug naar de G- en de F-sleutel

Bij de G-sleutel geeft deze rode lijn de g-lijn aan

en de noot die daar dwars door heen staat is de g-

noot . Hieraan dankt de G-sleutel zijn naam.

Bovendien als je je vingers op de boven-

en de onderkant van de sleutel legt, dan

verschijnt er een hoofletter G.

Deze groene lijn geeft de f-lijn aan en de noot die

daar dwars door heen staat is de f-noot . Hieraan

dankt de F-sleutel zijn naam.

pag. 14

Welke noot hoort bij welke toets? Hierboven gaf ik al aan dat bij een noot op de notenbalk met een muzieksleutel

ervoor een specifieke toon, dus toets hoort. Wanneer je voor het klavier, de

pianotoetsen, zit dan is de C toets die ongeveer in het midden zit DE Centrale C.

Deze wordt in beide sleutels met een hulplijn aangegeven (zie afbeelding

hieronder).

De G toets rechts van De Centrale C is de g die aangegeven wordt door de g lijn

en de noot daar dwars door heen.

De F toets links van De Centrale C is de f die aangegeven wordt door de f lijn en

de noot daar dwars door heen.

Deze 3 noten met de bijbehorende toetsen leer je eerst, zodat je daarvandaan

de andere noten en toetsen kan bepalen.

Wanneer je naar rechts gaat op het klavier, de pianotoetsen, dan klinken de

tonen steeds hoger en de bijbehorende noten staan dan ook steeds iets hoger

op de notenbalk.

hulplijn

pag. 15

Wanneer je naar links gaat op het klavier, de pianotoetsen, dan klinken de

tonen steeds lager en de bijbehorende noten staan dan ook steeds iets lager op

de notenbalk.

Deze 2 notenbalken worden gecombineerd, waarbij de G-sleutel die hier door

de rechterhand gespeeld wordt boven staat en de F-sleutel die hier door de

linkerhand gespeeld wordt onder staat.

Ben je er klaar voor om Yankee Doodle met 2 handen te spelen?

Hieronder staat de muziek, genoteerd in twee notenbalken met de G-sleutel

voor de rechterhand en de F-sleutel voor linkerhand. Aan de cijfers die erbij

staan, de vingerzetting, kan je zien dat de rechterhand met de duim op de C, DE

Centrale C staat en de linkerduim op de B staat, links van DE Centrale C. De

andere vinger volgens dan vanzelf door ze naast elkaar te plaatsen.

De noten genoteerd op een notenbalk noem je ook wel bladmuziek, dus je gaat

nu Yankee Doodle vanuit de bladmuziek spelen.

Veel succes en natuurlijk plezier gewenst.

C D E F G A B C D E F G A B C

C B A G F E D C B A G F E D C

pag. 16

Spelen van bladmuziek

Nu word het echt een uitdaging, want je gaat zo de Hongaarse Dans van

J. Brahms spelen zonder alle notennamen in de toetsen.

Bovendien zie je in onderstaand stukje ook een maatsoort, een teken dat

aangeeft hoeveel tellen er in één maat komen en welke noot één tel duurt.

Een maat is het gedeelte tussen de 2 maatstrepen.

Maatstrepen

Maten

pag. 17

De maatsoort staat vooraan na de sleutel, aangegeven door 2 cijfers boven

elkaar.

Nu de notennamen er niet meer in staan, raad ik je aan je handen goed te

zetten, op de juiste plek, en dan niet meer aan al die notennamen te denken,

maar meer te kijken naar de beweging van de noten. Gaat de melodie omhoog,

dan ga je naar rechts op het klavier en wanneer de melodie omlaag gaat, dan

ga je naar links op het klavier.

Bovenste cijfer geeft aan hoeveel tellen er in

één maat gaan. Hier zijn dat 4 tellen.

Onderste cijfer geeft aan welke noot

één tel duurt. Hier is dat de kwart

noot.

= hele noot (4 tellen)

= halve noot (2 tellen)

= kwart noot (1 tel)

= achtste noot (½ tel )

pag. 18

Hongaarse Dans van J.Brahms

Je weet nu hoe het zit met de namen van de witte toetsen en de bijbehorende

noten, de notenbalk, de sleutels, maten en maatstrepen, de maatsoort, de

verschillende notenwaarde.

Maar hoe heten nu die zwarte toetsen?

pag. 19

De zwarte toetsen

Voor zwarte toetsen gebruiken we een verhogingsteken # (kruis) en een verlagingsteken b (mol).

Als je een noot ziet met een kruis ervoor, speel je niet de witte toets die bij

die noot hoort maar de dichtstbijzijnde toets rechts. Meestal is dat een

zwarte toets.

Wanneer er een kruis voor een noot staat verandert de naam van die noot.

Bij een kruis krijg je de letters –is achter de notennaam. Dat spreek je uit als

-ies. Een f met een kruis wordt een fis (spreek uit: fies), een d met een kruis

een dis enz.

Als je een noot ziet met een mol ervoor, speel je niet de witte toets die bij die noot hoort maar de dichtstbijzijnde toets links. Ook dat is meestal een zwarte toets.

Bij een mol krijg je de letters –es achter een notennaam. Een b met een mol wordt een bes, een d met een mol een des, enz. Uitzonderingen: een a met een mol wordt niet a-es maar as. Een e met een mol wordt niet e-es maar es.

Cis Dis Fis Gis Ais

Des Es Ges As Bes

Zwarte toetsen hebben dus

eigenlijk twee namen, het

hangt er maar net van af van

welke noot hij is afgeleid.

pag. 20

Wanneer je je hand spreidt dan omvat je hand 6 of zelfs

7 toetsen. Je kan je duim terug verplaatsen of je andere

vingers aan sluiten zodat ze op een andere plaats in de

vijfvingerpositie staan. Op deze foto zie je een toets

tussen je duim en je vinger, dus deze staan niet naast

elkaar. Gespreide handstand

Je weet nu alle toetsen, hun namen en de bijbehorende noten. Hiervoor heb je gelezen dat een piano 88 toetsen heeft. Jij hebt maar 10 vingers en tot nu toe bespeelde je maar een klein deel van het klavier, de pianotoetsen.

Je speelde, zoals je dat noemt, in de vijfvingerpositie, dan staat je hand stil en speel je alleen de toetsen die naast elkaar liggen.

Er zijn een aantal basistechnieken om het hele klavier te bespelen. - Heel je hand verzetten - Spreiden van de hand - Duim onderdoor zetten - Vingers over zetten

Basistechnieken

- Hand verzetten

De meest voor de hand liggende basistechniek is heel je hand te verzetten.

Je verzet hierbij je hand om op een andere plaats binnen de vijfvingerpositie

verder te spelen.

- Spreiden

- Duim onderdoor zetten

pag. 21

Basishouding Duim gaat onder de vingers door Vingers gaan naar de nieuwe positie

Duim gaat onder de vingers door

Basishouding Vingers gaan over de duim Vingers gaan naar de nieuwe positie

Duim gaat onder de vingers door

Je duim onderdoor zetten is een techniek die veel gebruikt wordt.

Hierbij zet je je duim onder de andere vingers door, waarbij je erop

let dat je hand maar iets draait en niet helemaal van positie

verandert.

Wanneer je je duimt speelt gaan de andere vingers over de duim

heen naar hun nieuwe positie.

- Vinger overzetten

Wanneer je je vingers overzet gebruik je je duim als een spil. Hierover kan je je

2e, 3e of zelfs 4e vinger zetten. Ook hier let je op dat je arm en je hand dat ze

iets draaien, maar niet helemaal van positie veranderen.

Tot nu toe speelde je noten aaneengesloten, maar je kan natuurlijk ook één toets overslaan, bv. van de C naar de E of van de F naar de A. Dat zie je in onderstaand stuk, waarbij je de melodie met je rechterhand speelt.

pag. 22

In dit stuk speelde je de melodie met de rechterhand. Je hebt erboven vast wel

die letters zien staan, C, Dm, F. Dit zijn akkoordsymbolen die je met je

linkerhand speelt.

Akkoorden Een akkoord is een samenklank van drie of meer tonen. De meeste muziek die

wordt gemaakt en gespeeld, is gebaseerd op akkoorden.

In de popmuziek en bij veel opwekkingsliederen worden akkoordsymbolen

gebruikt. Als je akkoorden kan spelen, kun je al snel veel nummers meespelen.

Ook de klassieke muziek is gebaseerd op akkoorden. Het is handig als je snel

kunt herkennen op welk akkoorden bepaalde passages zijn gebaseerd. Je kunt

zo een stuk gemakkelijker instuderen dan wanneer je elk nootje apart moet

leren.

De meest voorkomende akkoorden zijn de grote en kleine drieklank of ook wel

majeur en mineur akkoord. Die termen worden door elkaar gebruikt en

betekenen hetzelfde.

Vrede van U

C Dm Dm C G

Am D G

C F

Am

G Am

F G F

3 5 3 4

Hand verzetten

1

4 2 1 2 1

overzetten

4 2 4

Hand verzetten

1 3 2 2

Hand verzetten

1 3 2 1 2 1

overzetten

pag. 23

Hieronder volgt een wat theoretisch stuk waardoor je uiteindelijk zelf allee

akkoorden kan bedenken, omdat je de opbouw ervan begrijpt. Wanneer je zegt

‘phoe, daar heb ik echt geen zin in’ geen probleem. Sla dan dit stuk over naar

blz. waar de belangrijkste akkoorden staan vermeld.

Daar gaat die.

Wanneer je een toets overslaat, zoals je net zag,

bijvoorbeeld van C naar E of van D naar F dan noem je

dat een terts. Een akkoord bestaat uit 2 op elkaar

gestapelde tertsen. Een akkoord bevind zich dan in de

grondligging. De grondtoon, zoals het akkoord

ook heet, ligt dan beneden. Ik noem dit ook

wel ‘de sneeuwpop’.

In de notenbalk ziet dat er zo uit.

Zoals je ziet herken je het gelijk omdat alle noten dwars door de lijn staan of

dat ze er allemaal tussen of tegen de lijnen staan.

Het akkoord kan je nu nog niet bepalen omdat er geen sleutel voor staat.

of

Grondtoon

Wanneer een G-sleutel voor staat zie je dat

de Centrale C zich hier onderaan bevindt,

dus dit is een C-akkoord.

pag. 24

Wanneer je deze akkoorden speelt hoor je dat ze verschillen van karakter.

Waar je een m achter de hoofdletter ziet staan, Dm, Em en Am, zijn de

akkoorden wat droeviger van karakter. In mineur stemming. Het C-, F- en G-

akkoord zijn vrolijker, opgeruimder van karakter.

Hoe dit verschil is te verklaren is wat lastig, maar ik ga toch proberen om dit zo

eenvoudig mogelijk uit te leggen.

Dit verschil ontstaat doordat de verhoudingen van een C en een Dm

verschillen. De tertsen die hier op elkaar gestapeld zijn, verschillen van elkaar.

Je gebruikt hier 2 verschillende tertsen, een grote- en een kleine terts.

Kleine terts: 1½ toonsafstand (bijv. eerste 2 noten van Greensleeves)

Grote terts: 2 hele (of 4 halve) toonsafstanden (zoals in ER IS een kindeke)

Toonafstanden

Wanner je kijkt naar de pianotoetsen dan zit tussen elke toets een halve

toonsafstand, als je de zwarte toetsen meetelt. Als je dus van de c naar de d

gaat, zit daar 2 keer een halve toonsafstand tussen, omdat daar een zwarte

Hiernaast zie je

beide sleutels met

alle akkoorden op

de witte toetsen

C Dm Em F G Am

pag. 25

toets tussen zit. Tussen de e en de f zit maar 1 halve toonsafstand tussen,

omdat daar geen zwarte toets tussen zit.

Wat mij helpt is de zin:

Een halve toonafstand is van wit naar zwart en van zwart naar wit

……………………met uitzondering van E-F en B-C.

Een kleine terts is bijv van de a naar de c (1½ toonsafstand, want van a naar b

=1 dan naar c= 1+ ½ =1½ )

Een grote terts is bijv. van de c naar de e (2 toonsafstanden, want van c naar d

= 1 en van d naar e = 1, dus 1+1=2)

Een majeur akkoord bestaat uit een grote terts + een kleine terts

Een mineur akkoord bestaat uit een kleine terts + een grote terts

½

½

½

1

1

1

Een C-akkoord is een majeur akkoord is dus een

opeenstapeling van een grote terts + een kleine terts.

1½= ½+1=kleine terts

2= 1+1=grote terts

pag. 26

Wanneer je dit begrijpt dan kan je dus; - van een majeur akkoord een mineur akkoord maken - van een mineur akkoord een majeur akkoord maken

Van een majeur akkoord een mineur akkoord maken. Een majeur akkoord bestaat uit een grote- + een kleine terts. Dus om hier een mineur akkoord van te maken maak ik van mijn grote terts een kleine terts waardoor de kleine terts vanzelf een grote terts wordt. De akkoorden die je tot nu toe speelde waren allemaal op de witte toetsen. Voor de zwarte toetsen gebruikte je een voorteken.

De Mol gebruik je om een toon te verlagen

Een Dm-akkoord is een mineur akkoord is dus een

opeenstapeling van een kleine terts + een grote terts.

2= 1+1=grote terts

1½ = 1+½ =kleine terts

C Cm

pag. 27

Van een mineur akkoord een majeur akkoord maken Een mineur akkoord bestaat uit een kleine- + een grote terts. Dus om hier een majeur akkoord van te maken maak ik van mijn kleine terts een grote terts waardoor de grote terts vanzelf een kleine terts wordt. Voor de zwarte toetsen gebruikte je een voorteken

Het kruis gebruik je om een toon te verhogen

F Fm

G Gm

Dm D

pag. 28

Dat waren de basisakkoorden, die je kan gebruiken bij het stukje van blz. 22 Speel alle akkoorden dei hierboven staan nog maar eens een keer en dan alle akkoorden die genoteerd staan bij het stukje van blz. 22. En dan ..(tromgeroffel)..speel je het stukje met 2 handen. De melodie in de rechterhand en de akkoorden in de linkerhand. Natuurlijk kan je niet alles zo spelen, dat vergt enige oefening. Hieronder beantwoord ik 4 vragen die veel gesteld worden door leerlingen die willen beginnen of net begonnen zijn met piano spelen.

Wat is de beste tijd om te oefenen ? DE beste tijd om te oefenen bestaat natuurlijk niet, want ieder persoon is anders en heeft dus zijn eigen voorkeur. Je kunt dus het beste even uit proberen, wanneer jij het lekkerste werkt. Voor de één is dat ’s morgens, maar wanneer je een avondmens bent, dan oefen je ’s avonds het lekkerst. Bovendien moet je natuurlijk ook rekening houden met je dagelijkse activiteiten.

Em E

Am A

pag. 29

Wat ik wel wil aanraden is het te koppelen aan iets wat je altijd doet, bijvoorbeeld eten, de afwasmachine uitruimen of het drinken van een kopje koffie. Het voordeel hiervan is dat er dan een zekere regelmaat ontstaat waardoor jouw lichaam zich er op kan stellen dat je gaat oefenen. Hierdoor kan je beter de stof opnemen, waardoor je sneller resultaat boekt.

Hoe lang moet je oefenen? Een goede vraag en een veel gehoord antwoord is een half uur. Op zich een fantastisch advies, maar zelf heb ik hier wat moeite mee. Het gaat er namelijk niet om hoe lang je oefent, maar hoe je oefent. Liever een kwartier echt geconcentreerd aan de slag, dan een half uurtje een beetje half geconcentreerd oefenen, om je tijd maar vol te maken. In mijn tijd dat ik nog bij J. de Tiège studeerde stond hij erop dat je 6 uur per dag studeerde. Dat is best lang en wat doe je al die tijd. Als oplossing bedacht ik een systeem met 10 fiches. Wanneer ik een stuk foutloos speelde ging er een fiche van links naar recht, net zo lang tot alle fiches rechts lagen. Maakte ik een fout dan gingen alle fiches weer naar links en begon ik weer opnieuw. Niet echt effectief! Jammer dat ik dat later pas inzag. Het gaat er echt om hoe je oefent en wanneer je jouw doel voor die dag gehaald hebt, heb je lang genoeg geoefend ook als dat maar een kwartier is. Natuurlijk wil je daarna dan nog graag jouw favoriete stukken doornemen, waardoor je vanzelf weer wat langer bezig bent. Geniet ervan!

Op welke leeftijd kan je beginnen?

Natuurlijk bestaat er een ideale leeftijd om te beginnen met muziekonderwijs en deze ligt tussen de 4 en de 8 jaar. Bij mij kan je beginnen met 4 jaar of bij voorlijke kinderen met 3 jaar. Er zijn ook docenten die liever willen dat ze al wat kunnen lezen, dus de letters van het alfabet al kennen. Wat mij betreft; die hebben we tijdens

de les spelenderwijs al snel geleerd wanneer dat echt nodig is. In de praktijk kan je dus op elke leeftijd beginnen want het voordeel van vroeg beginnen is dat je soms makkelijker leert, maar wanneer je later begint neem je er meer de tijd voor, omdat je er dan vaak echt voor kiest. Zeker bij volwassenen hoor ik

pag. 30

nog wel eens dat ze altijd al piano wilden leren spelen en dat nu eens zichzelf gunnen.

Kan ik op mijn leeftijd (60) nog wel beginnen? Uit het voorgaande kan je misschien mijn antwoord al raden. Natuurlijk kan je op je 60e nog beginnen. Zo heb ik een leerling die voor haar 60e verjaardag een cadeaubon kreeg voor 10 pianolessen. Genoten heeft ze! En na die 10 lessen is ze heerlijk verder gegaan en dat is nu alweer zo’n 2 jaar geleden. Het grote voordeel van op latere leeftijd nog pianospelen is dat je fysiek actief blijft en dat je hersenen een complete workout krijgen. Want uit onderzoek is gebleken dat bij pianospelen beide hersenhelften zeer actief aan het werk gaan. Op die manier kan je dus beter zaken blijven herinneren, makkelijker nieuwe dingen opnemen en blijf je flexibel. Nu je deze basiskennis kent en weet dat je door regelmatig oefenen steeds beter wordt wil jij natuurlijk graag aan de slag. Zoek eens op het internet naar eenvoudige bladmuziek of ga eens naar de muziekzaak om een eenvoudig boek te kopen.

Want het allerbelangrijkste is natuurlijk dat je het muziek maken..

Gaat Doen en GENIET!

Link om de boeken te bestellen.