Van burcht tot Brialmont

2
Een stadsmuur of een vesting beschermt en omarmt een stad; het is de scheiding tussen stad en platteland, tussen burgers en vreemden. Poorten met een toegangsbrug vormen vaak de enige toegang. Nieuwe vorsten deden bij aanstelling een zogenaamde blijde intrede in een stad, als kennismaking met de lokale bevolking. Stadspoorten en invalswegen zijn vaak de plek voor stedelijke feestcultuur. Optochten en massafeesten brengen burgers samen en bevorderen het aanvaarden van politieke en sociale regels. In de zomer waren wandelingen langs de omwalling, de vesten of in de omliggende velden, erg populair. Deze uitstapjes, soms wel heuse picknicks, leiden naar herbergen buiten de stad. Rijkere burgers hadden vaak een eigen pachthoeve. ‘s Winters ging men schaatsen en sleeën. Sneeuwballen gooien was verboden in de stad! Bij officiële vieringen stapten ambachtslui, schutters en broederschappen door de stad, onder begeleiding van zang. Stadsmuzikanten en speellui zongen en dansten door de straten met reuzen, verklede groepen en ‘tableaux vivants’, opgesteld op praalwagens of op vaste podia. Vaak groeiden deze processies uit tot bonte spektakels… De stad spaarde geld noch moeite om deze feesten luister bij te zetten. Acrobaten, koorddansers, goochelaars, jongleurs, dierentemmers met beren, apen of honden, ridderlijke tweegevechten en watertornooien, verlichting met toortsen, pektonnen, vuurwerk én gratis bedelingen van brood, bier en wijn lokten duizenden deelnemers. Samen drinken en eten aan rijkelijk gedekte tafels waren belangrijke sociale gebeurtenissen. Vaak werden hierbij de gerechten zelf gekleurd, of versierd met veren, parels, goudsnippers of speciaal gemaakte versieringen. Voorbeelden hiervan uit archeologische opgravingen zijn plaketten of patacons uit pijpaarde. Deze werden gebruikt als versiering op taarten, feestbroden en krulkoeken, en vormen een goedkoop en herbruikbaar alternatief voor duur suikergoed. Stoeten in de stad Forten en Linies in Grensbreed Perspectief Patacons lenen een blik op het gevoels- en gedachteleven van de 16 de -eeuwse mens. Naast religieuze thema’s duiken er bij rederijkers rederijkers, kunstenaars en rijke handelaars ook artistieke en intellectuele voorstellingen op. Bij vastenavond en zottenfeesten hoort spot. Zo verwijst de weldoorvoede monnik naar de groeiende haat tegen de kloosterorden. Dergelijke voorstelling kon men uiteraard enkel tonen aan gelijkgezinden. Zo ook voor de politieke boodschappen. De dubbele adelaar met keizerskroon behoort tot een gezagsgetrouwe persoon. Een oranjeboom, geflankeerd door een kolvenier en een boerin, symboliseert de stad en platteland, verenigd rond de vrijheidsboom. Deze gewaagde politieke stellingname is overduidelijk. Beide patacons zijn opgegraven op dezelfde plek. Veranderde de oorspronkelijke eigenaar zijn politieke overtuiging? De stad Antwerpen stapt in een Europees samenwerkingsproject tussen verschillende steden, gemeenten, vzw’s, provincies en diensten van de Vlaamse overheid om de historische verdedigingslinies in de grensstreek van de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Zeeland, Noord- Brabant en Antwerpen op te waarderen. Hierbij zal er zowel aandacht besteed worden aan het internationale, Europese als aan het nationale belang van de forten, linies en versterkte steden. Al dit militair erfgoed, dat een historische bijdrage levert aan het vormen of het behouden van de grens, bieden zowel landschappelijk, cultuurhistorisch als recreatief gemeenschappelijke kansen. Het project zal resulteren in een versterkte samenhang van de hele regio, en de dijken, forten, versterkte steden, verdedigingswerken, kreken en inundatiegeulen in het bijzonder. Het project wordt financieel gedragen door de verschillende partners en een bijdrage van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling, met de provincie West-Vlaanderen als projectverantwoordelijke. De deelname van Antwerpen aan dit project biedt tal van voordelen. Er wordt gewerkt aan een visie voor de stad binnen het groter verband van de omliggende linies. Fort Lillo heeft een unieke ligging aan de Schelde, in het havengebied en nabij de stad. Door de opmaak van een Masterplan wordt het fort op de kaart geplaatst in een ruimer landschappelijk en cultuurhistorisch kader en verbonden met de Staats-Spaanse Linies. Deze liggen in de grensstreek van West-en Oost-Vlaanderen met Zeeland en zijn een aaneenschakeling van meer dan 160 forten, versterkte steden en liniedijken die getuigen van de woelige strijd die geleverd werd van de Tachtigjarige Oorlog tot en met de Spaanse Successieoorlog. Het verlengstuk van deze linies bevind zich in Noord- Brabant. De stad onderzoekt ook de mogelijkheden tot het zichtbaar maken van de resten of het tracé van de Spaanse omwalling. De Artesis Hogeschool werkt een visie uit met betrekking tot de omgang van deze architectuur in openbaar domein. Het heropgebouwde bastion aan de vroegere Keizerspoort in de Parking Nationale Bank krijgt in het grensbrede project de functie van onthaalpoort van de Spaanse omwalling en de linies. Ook de fortengordel rond Antwerpen structureert tot vandaag het landschap en de ruimte. Deze militaire bouwwerken worden nu door hun typische fauna- en florabiotoop een unieke historische én groene trekpleister. Voor Fort 8 in Fort Hoboken werkt de stad aan een Masterplan. In 2009 bestaat de fortengordel 150 jaar, een unieke kans om de forten nog hechter te verbinden. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Europese Unie Van Burcht tot Brialmont Colofon Tekst I Karen Minsaer, Danielle Caluwé, Anne Schryvers, Tim Bellens, Léon Geys- kens, Piet Lombaerde, Johan Veeckman Ism. I Stadsarchief Antwerpen, Stad I Antwerpen-Stadsontwikkeling, MAS I Nationaal Scheepvaartmuseum, Museum Mayer Van den Bergh, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum Wettelijk depotnr.: D/2009/0306/114 Ontwerp I grafisch centrum april 2009 Stad Antwerpen afdeling archeologie Kloosterstraat 15, 2000 Antwerpen Tel/fax: 03/232 92 08 [email protected] http://archeologie.antwerpen.be www.staatsspaanselinies.eu e © Museum Mayer Van Den Bergh Anoniem, De Ommegang op de Meir nabij de Huidevetterstraat, tweede helft 17 de eeuw © MAS | Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum foto: Bart Huysmans Charter van Brabant (Inventaris 2de sectie nr. 66, folio 59) © Algemeen Rijksarchief Fort 8 in Hoboken Fort Lillo

description

 

Transcript of Van burcht tot Brialmont

Page 1: Van burcht tot Brialmont

Een stadsmuur of een vesting beschermt en omarmt een stad; het is de scheiding tussen stad en platteland, tussen burgers en vreemden. Poorten met een toegangsbrug vormen

vaak de enige toegang. Nieuwe vorsten deden bij aanstelling een zogenaamde blijde intrede in een stad, als kennismaking met de lokale bevolking. Stadspoorten en invalswegen zijn vaak de plek voor stedelijke feestcultuur. Optochten en massafeesten brengen burgers samen en bevorderen het aanvaarden van politieke en sociale regels.

In de zomer waren wandelingen langs de omwalling, de vesten of in de omliggende velden, erg populair. Deze uitstapjes, soms wel heuse picknicks, leiden naar herbergen buiten de stad. Rijkere burgers hadden vaak een eigen pachthoeve. ‘s Winters ging

men schaatsen en sleeën. Sneeuwballen gooien was verboden in de stad! Bij officiële vieringen stapten ambachtslui, schutters en broederschappen door

de stad, onder begeleiding van zang. Stadsmuzikanten en speellui zongen en dansten door de straten met reuzen, verklede groepen en ‘tableaux vivants’, opgesteld op praalwagens of op vaste podia. Vaak groeiden deze processies uit

tot bonte spektakels… De stad spaarde geld noch moeite om deze feesten luister bij te zetten. Acrobaten, koorddansers, goochelaars, jongleurs, dierentemmers met beren, apen of honden, ridderlijke tweegevechten en watertornooien, verlichting met

toortsen, pektonnen, vuurwerk én gratis bedelingen van brood, bier en wijn lokten duizenden deelnemers.

Samen drinken en eten aan rijkelijk gedekte tafels waren belangrijke sociale gebeurtenissen. Vaak werden hierbij de gerechten zelf gekleurd, of versierd met veren, parels, goudsnippers of speciaal gemaakte versieringen. Voorbeelden hiervan uit archeologische opgravingen zijn plaketten of patacons uit pijpaarde. Deze werden gebruikt als versiering op taarten, feestbroden en krulkoeken, en vormen een goedkoop en herbruikbaar alternatief voor duur suikergoed.

Wat patacons ons vertellen

Stoeten in de stadForten en Linies in Grensbreed Perspectief

Patacons lenen een blik op het gevoels- en gedachteleven van de 16de-eeuwse mens. Naast religieuze thema’s duiken er bij rederijkers rederijkers, kunstenaars en rijke handelaars ook artistieke en intellectuele voorstellingen op. Bij vastenavond en zottenfeesten hoort spot. Zo verwijst de weldoorvoede monnik naar de groeiende haat tegen de kloosterorden. Dergelijke voorstelling kon men uiteraard enkel tonen aan gelijkgezinden. Zo ook voor de politieke boodschappen. De dubbele adelaar met keizerskroon behoort tot een gezagsgetrouwe persoon. Een oranjeboom, geflankeerd door een kolvenier en een boerin, symboliseert de stad en platteland, verenigd rond de vrijheidsboom. Deze gewaagde politieke stellingname is overduidelijk. Beide patacons zijn opgegraven op dezelfde plek. Veranderde de oorspronkelijke eigenaar zijn politieke overtuiging?

De stad Antwerpen stapt in een Europees samenwerkingsproject tussen verschillende steden, gemeenten, vzw’s, provincies en diensten van de Vlaamse overheid om de historische verdedigingslinies in de grensstreek van de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Zeeland, Noord-Brabant en Antwerpen op te waarderen. Hierbij zal er zowel aandacht besteed worden aan het internationale, Europese als aan het nationale belang van de forten, linies en versterkte steden. Al dit militair erfgoed, dat een historische bijdrage levert aan het vormen of het behouden van de grens, bieden zowel landschappelijk, cultuurhistorisch als recreatief gemeenschappelijke kansen. Het project zal resulteren in een versterkte samenhang van de hele regio, en de dijken, forten, versterkte steden, verdedigingswerken, kreken en inundatiegeulen in het bijzonder. Het project wordt financieel gedragen door de verschillende partners en een bijdrage van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling, met de provincie West-Vlaanderen als projectverantwoordelijke.

De deelname van Antwerpen aan dit project biedt tal van voordelen. Er wordt gewerkt aan een visie voor de stad binnen het groter verband van de omliggende linies. Fort Lillo heeft een unieke ligging aan de Schelde, in het havengebied en nabij de stad. Door de opmaak van een Masterplan wordt het fort op de kaart geplaatst in een ruimer landschappelijk en cultuurhistorisch kader en verbonden met de Staats-Spaanse Linies. Deze liggen in de grensstreek van West-en Oost-Vlaanderen met Zeeland en zijn een aaneenschakeling van meer dan 160 forten, versterkte steden en liniedijken die getuigen van de woelige strijd die geleverd werd van de Tachtigjarige Oorlog tot en met de Spaanse Successieoorlog. Het verlengstuk van deze linies bevind zich in Noord-Brabant.

De stad onderzoekt ook de mogelijkheden tot het zichtbaar maken van de resten of het tracé van de Spaanse omwalling. De Artesis Hogeschool werkt een visie uit met betrekking tot de omgang van deze architectuur in openbaar domein. Het heropgebouwde bastion aan de vroegere Keizerspoort in de Parking Nationale Bank krijgt in het grensbrede project de functie van onthaalpoort van de Spaanse omwalling en de linies. Ook de fortengordel rond Antwerpen structureert tot vandaag het landschap en de ruimte. Deze militaire bouwwerken worden nu door hun typische fauna- en florabiotoop een unieke historische én groene trekpleister. Voor Fort 8 in Fort Hoboken werkt de stad aan een Masterplan. In 2009 bestaat de fortengordel 150 jaar, een unieke kans om de forten nog hechter te verbinden.

Europees Fonds voor Regionale OntwikkelingEuropese Unie

Van Burcht tot Brialmont

ColofonTekst I Karen Minsaer, Danielle Caluwé, Anne Schryvers, Tim Bellens, Léon Geys-kens, Piet Lombaerde, Johan VeeckmanIsm. I Stadsarchief Antwerpen, Stad I Antwerpen-Stadsontwikkeling, MAS I Nationaal Scheepvaartmuseum, Museum Mayer Van den Bergh, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig CentrumWettelijk depotnr.: D/2009/0306/114

Ontwerp I grafisch centrumapril 2009Stad Antwerpen afdeling archeologieKloosterstraat 15, 2000 AntwerpenTel/fax: 03/232 92 08

[email protected]://archeologie.antwerpen.bewww.staatsspaanselinies.eu

Luik 4Kleine foto links boven:Enkel: © Museum Mayer Van Den Bergh,

Foto groot onderaan:Tekst: Anoniem, De Ommegang op de Meir nabij de Huidevetterstraat, tweede helft 17de eeuw © MAS | Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum – foto: Bart Huysmans

Luik 5: niets

Luik 6: Tekst: Charter van Brabant (Inventaris 2de sectie nr. 66, folio 59)© Algemeen Rijksarchief Brussel

© Museum Mayer Van Den Bergh

Anoniem, De Ommegang op de Meir

nabij de Huidevetterstraat, tweede helft 17de eeuw

© MAS | Collectie Nationaal Scheepvaartmuseumfoto: Bart Huysmans

Char

ter

van

Bra

bant

(In

vent

aris

2de

sec

tie

nr. 6

6, fo

lio 5

9) ©

Alg

emee

n Ri

jksa

rchi

ef

Fort 8 in Hoboken

Fort Lillo

Page 2: Van burcht tot Brialmont

Van Burcht over Spaanse omwalling tot Brialmont

De burcht van Antwerpen was door haar ligging aan de Schelde eeuwenlang een belangrijke schakel in de westelijke verdedigingsketen van het Heilige Roomse Rijk. Vandaag zijn het Steen, de burchtmuur, het stratenpatroon en het archeologisch bodemarchief nog de enige getuigen van de middeleeuwse versterking.

Antwerpen duikt al vanaf de vroege middeleeuwen op in historische bronnen, als vicus (wijk), castrum (versterking) of havenplaats. Vermoedelijk op het einde van de 9de eeuw legt men een versterking met aarden wal aan. Vanaf de 10de eeuw groeide de versterking van het markgraafschap Antwerpen uit tot militair bolwerk, met de Schelde als scheidslinie tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. Buiten de aarden omwalling strekte zich de ruienstad uit, omgeven door een watersingel.

Tegen het midden van de 13de eeuw ontstaat een echte havenstad met inwoners die bedrijvig waren in de overzeese handel en de traditionele ambachten. Omstreeks 1410 telde de middeleeuwse stadsomwalling, talrijke uitkijktorens en poorten.

In de jaren ’50 en ’60 van de 20ste eeuw voerde Adelbert Van de Walle belangrijke opgravingen uit in de burchtzone. Hieruit bleek de onschatbare waarde van het bodemarchief, tot op internationaal niveau. De uitzonderlijke bewaringstoestand van de opgegraven houtbouwresten en relicten spreken nog steeds tot de verbeelding.

In 2008-2009 boden drie gelijktijdige bouwprojecten in de burchtzone een uitzonderlijk kans tot grootschalig archeologische onderzoek in de historische kernstad. Het burchtonderzoek omvat opgravingen op drie bouwterreinen die thematisch als één te beschouwen zijn omwille van de ligging binnen de middeleeuwse burcht. De opgravingen leveren informatie over de aanleg van de aarden wal, de bouw van de stenen burchtmuur en de vroegstedelijke bewoning in houtbouw. De nieuwe opgravingen vormen de aanzet tot een grootschalig, interdisciplinair onderzoek, gecoördineerd door de

stedelijke afdeling archeologie.

In het midden van de 16de eeuw werd de bloeiende handelsmetropool bedreigd door Gelderse troepen. Om de bewoners en handelaars beter te beschermen, besliste keizer Karel V tot de bouw van een nieuwe stadsomwalling. Deze versterking, ontworpen door Donato Boni Di Pellizuoli, bestond uit negen bastions, vijf renaissancepoorten, toegangsbruggen, een gracht en een buitengrachtboord. De beste ingenieurs uit die tijd waren Italianen. Zij ontwikkelden het gebastioneerd stelsel, een nieuwe vorm van verdediging met bastions tegen steeds sterker wordend geschut van kanonnen. Er werden kwaliteitsvolle materialen gebruikt en zowel de stadspoorten als de bastionhoeken waren versierd.

Later werd ten zuiden van de stad een citadel toegevoegd. De politieke situatie in de Nederlanden raakte later meer gespannen en onder invloed van Filips II en de hertog van Alva werd de citadel geïntroduceerd als middel om opstandige steden te kunnen controleren. De omwalling werd vervolgens verbonden met de citadel en in latere eeuwen verder uitgebouwd tot een brede versterkingsgordel. Op het einde van de 19de eeuw vormden de Spaanse vesten een belemmering voor verdere stadsuitbreiding en werden wallen afgebroken en grachten gedempt. Ondergronds bleven de fundamenten van de omwalling tot 6 meter diep bewaard.

Tijdens de heraanleg van de leien tussen 2002 en 2006 werd de Spaanse omwalling terug actueel. Ter hoogte van de Nationale Bank leverden opgravingen van de Keizerspoort (Sint-Jorispoort) en bijhorend bastion, brug en buitengrachtboord informatie op over haar bouwtechniek en –geschiedenis. Deze heraanleg zorgde wel voor een aanzienlijke aantasting van de versterking. Het Vlaamse Gewest besliste daarom tot het behoud van een stuk van het opgegraven bastion, dat na demontage werd heropgebouwd in de ondergrondse parking.

Als aanloop naar de geplande heraanleg van de Noorderleien voerde de stedelijke afdeling archeologie onderzoek uit naar de brug en het bastion van de Kipdorppoort. Hieruit bleek de goede bewaringstoestand van deze relicten: de vloeren van de bastionkazematten en het bruggewelf waren bijvoorbeeld nog in perfecte staat. Voor de ontwerpers van de Noorderleien ligt er nu een kans om de historische resten een plaats te geven in de toekomstige aanleg.

Ook in de 19de eeuw onderscheidde Antwerpen zich door de toepassing van nieuwe verdedingstechnieken. De aanleg van de Brialmontomwalling in 1859 kaderde in de West-Europese politiek en de mogelijke dreiging vanuit Frankrijk.

De Belgische regering verklaarde uit politieke, militaire en economische overwegingen Antwerpen tot Nationaal Reduit waar de landsverdediging zich zou concentreren en in oorlogstijd de koning, het parlement en de regering zich zou kunnen terugtrekken. Op vijf jaar tijd werd dit immens grote bouwwerk gerealiseerd.

De Brialmontomwalling bestaat uit de Grote Omwalling en een fortengordel. De bouw van deze vesting met nieuwe verdedigingstechnieken maakte dat in binnen- en buitenland legerofficier en ingenieur Henri-Alexis Brialmont faam verwierf. De huidige Ring rond Antwerpen volgt het tracé van deze belegeringsomwalling met 12 fronten, en monumentale stadspoorten, zoals de Berchemse poort. De omwalling sloot aan op de Schelde via de 16de-eeuwse citadel en het nieuw te bouwen Noordkasteel, van waaruit ook de haven werd beschermd.

De aanleg van de fortengordel volgens de nieuwe strategie van kringverdedigingen rondom de stad en haar buitengebied. Het belang van zo’n fort was groot. In de 19de eeuw was men ervan overtuigd dat forten oninneembaar moesten zijn, vestingen waar het leger zich na een nederlaag zou kunnen terugtrekken om te wachten op versterking. Een andere nieuwigheid was de invoering van de caponniére (een overdekte galerij dwars in de gracht). De forten werden aangelegd in Wijnegem, Wommelgem, Borsbeek, Mortsel, Edegem, Wilrijk (2) en Hoboken en later ook Merksem en twee forten op de linker Schelde oever (Kruibeke en Zwijndrecht).

Vóór het concept van de Brialmontomwalling besliste de legerleiding al om de landsverdediging in Antwerpen te concentreren. Antwerpen werd het Verschanst Kamp of de wijkplaats voor het Belgische leger met verschillende forten rondom de Spaanse omwalling, zoals fort 4 ivan Berchem, gebouwd in 1851. Bij de bouw van de Brialmontomwalling, 10 jaar later, werd al beslist om het fort te ontmantelen en er een Militair Hospitaal te bouwen. Bij de opgravingen naar aanleiding van de herontwikkeling van het Militair Hospitaal zagen de resten van de brug naar het fort terug even het daglicht. Andere opgravingen vonden plaats ter hoogte van de Brialmontomwalling. In 2004 werden bij werkzaamheden aan de ring, net onder de wegberm de archeologische resten onderzocht van het zuidwestelijke verdedigingspunt, onder meer de galerij en de kruitkamer.

Anoniem, Andverpia In Braband , 16de eeuw© MAS I Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum – foto: Bart

Huysmans en Michel Wuyts

© Stadsarchief Antwerpen

© Stadsarchief Antwerpen

© Stadsarchief Antwerpen

© Stadsarchief Antwerpen