V Die KAAP is weer HOLLANDSbodem van een houten vat. En van de Dik Voor Mekaar-radioshow (André van...
Transcript of V Die KAAP is weer HOLLANDSbodem van een houten vat. En van de Dik Voor Mekaar-radioshow (André van...
VAN PLOETERENDEvrijwilligers instraatarme towns-
hips tot steenrijke vast-goedbaronnen in villa’s vanformaat: in Kaapstad wo-nen en werken Nederlan-ders van de meest uiteen-lopende pluimage. Een jaarna het WK voetbal, dat op11 juni 2010 begon, zoch-ten we een aantal landge-noten op in de Zuid-Afri-kaanse ’moederstad’. Heb-ben ze het naar hun zin inhet land dat de wereld eenjaar geleden zo goed heeftleren kennen?
KAAPSTAD, zaterdag’Die Kaap is weer Hollands’, kopten de Kaap-
se kranten vorig jaar. Honderdduizenden inoranje uitgedoste voetbalfans wandelden de ge-zellige ’fanwalk’ van het centrum van KaapstadnaarhetWK-stadion.Bandjes speeldenenover-al was vertier en vermaak. De meeste wande-laarshaddenniet eenskaartjes voordewedstrij-den van het Nederlands elftal en togen naar ca-fés en grote schermen. Bovendien waren demeesten niet Nederlands, maar ’Capetonians’die geheel opgingen in het Oranjefeest.
TA4 zaterdag 11 juni 2011DE TELEGRAAF Exclusief
Tjokvol en stekeblind’Ons programma zit weer
tjokvol’. Vooral op de radio isdeze mededeling vaak te ho-ren. Ze is natuurlijk niet alsdreigement bedoeld, maar zekomt wél zo over. In de prak-tijk blijkt het een vooraan-kondiging voor ‘veel proppen,snel afraffelen’.
Het woord ‘tjokvol’ is deaanleiding tot deze column.Vrijwel niemand die hetwoord gebruikt, realiseertzich dat het van oorsprongeen Engels woord is.
Tjokvol is terug te voerenop het Engelse ‘chock-full’.Dat woord kwam in het oudeEngels al in 1400 voor. Zorond 1880 leenden wij hetwoord vanaf de overkant vande Noordzee. Daar betekende
‘to chock’ iets als ‘stampen,aanstampen’.
Het nieuw geleende woordzorgde aanvankelijk voorverwarring, want zelfs Cou-perus maakte er ‘tjopvol’ van(in zijn verhalenbundel KorteArabesken, 1911). Hij associ-eerde het waarschijnlijk metpropvol. En dan is een foutjegauw gemaakt.
Waarom wij ‘tjokvol’ per semoesten lenen, zal voor eeu-wig een raadsel blijven.‘Tjok-’ geeft een versterkingaan, maar in de leenperiodehádden we al zo veel van dieversterkingen: propvol, bar-stensvol, boordevol.
Veelgebruikt is ook bom-vol, dat ‘vol tot aan het bom-gat’ betekent. Het bomgat was
een sluitgat in de buik of debodem van een houten vat.En van de Dik Voor Mekaar-radioshow (André van Duin)kennen we nog de term nok-vol, aldaar meestal verbasterdtot ‘nokkie-nokkie’.
Overigens zijn versterken-de voorvoegsels in onze taalgemeengoed. Van recentedatum zijn rete-, mega- engiga-.
Zo’n honderd jaar oud zijnloei- (loeihard) en knal- (knal-rood). Een voorbeeld uit demiddeleeuwen is steke-, ineen samenstelling als steke-blind. Uit dezelfde periodestammen ook woorden alsstokdoof en stokstijf. In de-zelfde categorie valt ook stik-donker (héél vroeger geschre-
ven als ‘stockdoncker’).De versterkingen steke-,
stok- en stik- gaan allemaalterug op het woord ‘stok’. Eenvan de oudste voorbeelden inonze taal is ‘stokstil’, waar-mee bedoeld wordt ‘zo bewe-gingloos als een stok’. Deversterkende betekenis ginglater over op andere bijvoeg-lijke naamwoorden. De rela-tie met de stok ging verloren,want stokdoof en stekeblindhebben niks met een stukhout te maken.
Blijft over de vraag, hoe hetdan zit met ‘hartstikke blind’.Nou, dat heeft helemáál nietste maken met stok- of steke-.Het woord ‘hartstikke’ kwamoorspronkelijk uitsluitendvoor in de uitdrukking ‘hart-stikke dood’, d.w.z. gedooddoor een steek in het hart(door een dolk, lans, mes).Later werd ‘hartstikke’ losgebruikt, zonder dood. Daar-om zeggen we nu zonder blik-ken of blozen ‘hartstikkeblind’. We spreken zelfs van‘een hartstikke mooie auto’.
Ik ga u nu ook hartstikkebedanken voor uw aandacht.Met een steek in het hart,want als je de betekenis kent,blijft ‘hartstikke bedankt’maar een rare uitdrukking.
door JOËL ROERIG
In de Afrikaner taal die doornazaten van de HollandseVOC-vaarders wordt gespro-ken betekent ’die Kaap is weerHollands’ dat alles weer goedgaat. Het spreekwoord kwamin zwang nadat de Britten deleiding over de Kaap in 1803weer overdroegen aan de Ba-taafse Republiek. Wie anno2011 zijn oor te luisteren legt inKaapstad, ontdekt al snel datveel landgenoten nog net zoenthousiast zijn over het levenhier als de eerste Hollandersdie in 1652 onder leiding vanJan van Riebeeck voet aan walzetten. We spraken met tienNederlandse Kaapstedelin-gen.
■ De galleriehoudsterThessa Bos timmert met de
Zuid-Afrikaanse ChantalLouw aan de weg met TheFringe Arts, een hippe galeriedie vernieuwende, lokalekunst en design aan de manbrengt.Medio juni opendendedames hun eerste permanentewinkel in de Kloofstraat.
„Ik vind Nederland gewel-dig, hoor!”Bos is geenmopper-Hollander die huis en haardchagrijnig verliet. „Het klinktmisschien zielig, maar ik zaghet gewone leven niet zitten”,vertelt de 33-jarige Haarlemse.Bos werkte enkele jaren voorhet Nederlandse consulaat inKaapstad. „Dat heeft mijn le-ven dramatisch veranderd,vooral door de mogelijkhedenom te netwerken.” Met de „ge-schifte” diplomatieke wereldkreeg ze echter moeite en eind2009 nam Bos ontslag. „Geenidee waar ik het lef vandaanhaalde!” Zonder geld, maarmet een stapel contacten enboordevol enthousiaste ideeënopenden Bos en kunsthistori-ca Louw begin vorig jaar huneerste ’pop-up shops’, die di-rect goed liepen en de opmaatwaren naar een permanentewinkel.
„Het geheim van ons succesis het concept,” zegt Bos, dieartikelen verkoopt van twee-ënhalve euro tot 1500 euro.Trots: „Wij hebben de mooistespullen. Geen kitsch, maarkunst van klassiek geschooldemensen, geïnspireerd doorAfrika, maar geen Afrikaansetaferelen. Jammer genoegwordt hier vaak op de zielig-heidsfactor ingespeeld. Wijhebben ook dingen van hiv-vrouwen liggen, maar datkomt op de tweede plaats. Wezijn er niet voor galeriemen-sen of intellectuelen maarvoor gewone lui zoals jij en ik.”
■ De scheepsbouwerAfrikaanse pinguïns zijn de
bekendste inwoners van mari-nestadje Simon’s Town, feite-lijk een buitenwijk van Kaap-stad. Op een steenworp van debroedende loopvogels ligt eenhaventje waar Michael Bakkerschepen bouwt voor KND Pro-jects Shipyard. Met zijn gezinwoont hij in Houtbaai, waarveel Nederlanders zijn neerge-streken vanwege het dorpse,Scheveningen-achtige karak-ter. „Ik rijd elke dag de schitte-rende rit over Chapman’s Pe-ak naar mijn werk, dat kantoch niet beter!”
Scheepsbouw zit Bakker in
het bloed. Zijn vader werktevan 1958 tot 1997 in de zeiljach-tenbouw in Enkhuizen en Alk-maar. Zoonlief heeft inmid-dels achttien jaar ervaring metde bouw van jachten, bedrijfs-vaartuigen en patrouillesche-pen. De Nederlander kwamaan het roer bij het ambitieuzeZuid-Afrikaanse bedrijfjeKND nadat de grote Hollandsescheepsbouwer Damen hemvanuit Zuid-Afrika wilde te-rugplaatsen naar Nederland.Daar had Bakker geen zin in.„Nu ben ik degene die hier detoko draait.”
Met veel plezier verruildeBakker het strakke pak vanDamen voor een KND-polos-hirtje. Met een team van 34werknemers bouwt Bakkersnelvarende schepen voor deoliesector in West-Afrika. Ko-gelvrij laminaat en glas zijnvereist, want gewapende pira-ten liggen op de loer in landenals Nigeria. KND gaat volgensde Nederlander de strijd metde ’grote jongens’ aan: „Erzijn veel Afrikaanse landendie tegenwoordig per se inAfrika willen kopen. Wij be-wijzen dat Afrika dezelfdekwaliteit kan leveren als Eu-ropa of China.”
■ De grootgrondbezitterWie door de steile straatjes
van de Tamboerskloof rijdt,
ziet vooral dicht opeengepaktegaragedeuren, zware metalenhekken en stadsduiven. Wiedie van combinatieslotenvoorziene façade voorbijgaat,stapt een villawijk in met eenongeëvenaarde blik op de we-reld. Achter de verhoogde ter-rassen en tuinen torent de ma-jestueuze, kilometer hoge Ta-felberg; in de vallei ligt Kaap-stad, verderop in de oceaangloort Robbeneiland.
Robert baron Groeninx vanZoelen laat zich de compli-menten welgevallen. Hij heeftzich vanwege de gezondheidvan zijn vrouw in de Zuid-Afrikaanse Kaap gevestigd eninvesteert in grond, zoals ie-mand van adel betaamt. „Ikheb geïnvesteerd van Pletten-berg tot Sentelina Bay”, ver-telt Groeninx. Zijn huidigeambities zijn niet mals: een ge-heel nieuwe stad voor haven-arbeiders in de Saldanhabaai.Voornaamste sta-in-de-wegvoor de grootschalige ontwik-keling van het gebied zijn dewelgestelde, blanke bewonersvan naburige pittoreske kust-dorpjes als Langebaan en Pa-ternoster. De veelal werklozezwarte en kleurlingenbevol-king snakt echter naar werk.„Ze noemen me een moderneRobin Hood.”
Saldanha is een natuurlijkediepzeehaven, ruim een uurrijden ten noorden van Kaap-stad. Talloze Nederlandse be-drijven zijn op de bagagedra-ger gesprongen van de haven-ontwikkeling in Saldanha, datgrenst aan het nationale parkWest Coast, een belangrijkeoverwinteringsplaats voor Eu-ropese waadvogels. Groeninx’Solar City, zoals de stad op pa-pier heet, moet huisvesting enbanen opleveren én rekeninghouden met het milieu. „Eennieuw dorp, geheel op duurza-me energie.”
■ De consul-generaalVan 1892 tot 1902 was de
overgrootvader van David deWaal consul-generaal in Zuid-Afrika. Meer dan een eeuw la-ter huldigt zijn achterklein-kind diezelfde titel. „Ik had
van jongs af aan altijd veel tedoen met Zuid-Afrika”, ver-telt De Waal in het Nederland-se consulaat in hartje Kaap-stad. „Mijnvaderheefthier ge-werkt en gewoond. Hij is ver-trokken om inNederlands-Indië te gaanvechten en is daar drie jaarkrijgsgevangen geweest.”
Toen de tijd van David deWaal in Afghanistan om wasen de post in Kaapstad voorhet oprapen lag, was de keussnel gemaakt. „Ik vond dittoch al een geweldig land enkende het van vakanties.” Enhet bevalt: „Dit is natuurlijkde mooiste plek ter wereld.Het leven is hier goed. Hetweer is geweldig, de mensenzijn aardig, het is een mooiestad. Ik rijd zelf motor: in eendag ben je bij het strand, debergen en in de halfwoestijnvan de Karoo.”
Het consulaat verwerkt15.000 paspoorten en 45.000 vi-sumaanvragen per jaar. HetWK geldt voor De Waal alshoogtepunt. „Vooral de fan-walk was een groot succes. Tij-dens de halve finale liepen er300.000 mensen naar het stadi-on, het Oranjefeest was mis-schien wel groter dan in tij-dens het EK in Basel.” En dat
helpt: „Het was echte Neder-land-promotie. Het heeftenorm veel goodwill opgele-verd. Daar heb ik nog dagelijksplezier van. Ze waren hier dolop die malle Nederlanders.”
■ De krokettenbakkers„Rinus en ik spreken onder-
ling nog steeds Zeeuws!” Ruim26 jaar geleden verhuisden El-ly en Rinus Stoutjesdijk naarZuid-Afrika en tegenwoordigstaan ze bekend als het echt-paar dat Hollandse productenverkoopt op de zaterdagsemarkt in Kaapstad. „Mijn manwerkte en ik wilde iets te doenhebben”, vertelt Elly in hunhuis in het noorden van destad, dat ook als winkel dienst-doet. „Toen ben ik krokettengaan maken en later kon ik eenstroopwafelmakerij overne-men. Zo is het als hobby be-gonnen.”
Stoutjesdijk verkocht geïm-porteerde Hollandse produc-ten en toen de importeur er-mee stopte, nam ze zelf hetheft in handen. „En nu heb ikeen echte business.” Veel Ne-derlanders, maar ook Zuid-Afrikanen en Duitsers wetenopelke tweedeen laatste zater-dag de weg te vinden naar de
kraam van Hollandia. „Stroop-wafels en erwtensoep zijn ergpopulair, maar ook Conimexen HAK-producten”, verteltStoutjesdijk.
Tegenwoordig zijn koffie-pads van Senseo en Douwe Eg-berts ook enorm in trek bij Eu-ropeanen, die hun apparatenmee hebben gesleept naarZuid-Afrika. „Kroketten zijnook erg aangeslagen in Kaap.”Het WK voetbal was daaromeen hoogtepunt. „Toen warende kroketten niet aan te sle-pen, maar op een gewone za-terdagbaktRinuserookzoweltweehonderd.”
■ De stagebegeleiders„Er is veel
meer trots onderZuid-Afrikanen.”Het WK voetbalheeft positievesporen nagelatenin Zuid-Afrika,vinden KatelijneHamers en Je-roen van Rootse-laar. „Wat mij be-treft, is het posi-tief geweest, ookqua nieuwe infra-structuur”, zegtHamers. „Kloptwel”, vult haarpartnerVanRoot-selaar aan. „Maarveel investeringen in toerismezijn niet terugverdiend en veeldingen zijn sneller duurder ge-worden.”
Op het zonnige terras vanhet Blue Peter hotel in Blou-bergstrand, met uitzicht opRobbeneiland, nippen Ha-
Die KAAPis weer
HOLLANDS
Die KAAPis weer
HOLLANDSmers en Van Rootse-laar aan hun drank-jes. Het stel trok vijfjaar geleden naar deKaap en het stagebu-reau dat ze daar op-zetten voor Neder-landse studentenwasdirect een succes.„Het is de eerste keerdat we een eigen be-drijf hebben”, verteltHamers enthousiast.„Het is heel afwisse-lend.” De meeste stu-denten die de dien-sten van hun bureau4xchange inhuren,zijn meiden. La-chend: „Behalve tij-dens het WK.”
Hamers en VanRootselaar zoeken ge-schikte stageplaat-sen, halen de studen-ten (elk half jaar on-geveer 70) van hetvliegveld, regelen on-derdak en zorgenvoor begeleiding terplekke. „De eerstemaand bellen ze nogals er wat is, maar hetis ongelooflijk hoesnel mensen zelf hunweg vinden”, zegt
Van Rootselaar. „De studen-ten zijn heel verschillend.Sommigen feesten bijna elkenacht in Long Street, anderenzijn serieuzer.” En criminali-teit? Hamers: „Onze studen-ten hebben nooit problemengehad en die halen toch allesuit wat ze maar kunnen beden-ken. Ze gaan ook geregeld fees-ten in townships als Khayelits-ha.”
■ De hulpverleensterCobi de Bonte en Beauty
Sixoka praten niet meer metelkaar. Wie hen allebei wilsprekenwandelt overdevuile,zandpaden van Gugulethu vanhet bakkerijtje van De Bontenaar de kinderopvang vanSixoka. Jarenlang werkten de
Nederlandsevrouw en deZuid-Afrikaansevrouw samen inhet armoedigetownship onderde rook van deluchthaven vanKaapstad, maarnu hebben ze ru-zie.
Tien jaar gele-den kwam DeBonte naar Kaap-stad na een tv-uit-zending over hetopvanghuisBeautiful Gatevan het Friese
Koppel Toby en Aukje Brou-wer. „Ik dacht: die problemenin Afrika zijn zo groot, daarkunnen we toch niets aandoen. En dat denk ik eigenlijknog steeds.” Toch wilde DeBonte iets doen. Ze werktevoor de Brouwers, maar datging mis. „Een kerk in deNoordoostpolder, waar ik van-daan kom, doneerde 1000 gul-den, waarvan ik een huis konkopen. Ik vertelde BeautifulGate niets, want dat hadden zeniet goed gevonden. Sindsdienheb ik een slechte reputatie.”
De Bonte wierf daarna zelffondsen voor aidsprojecten,ontbijtgroepen voor school-kinderen en ander sociaalwerk. „Het was alsof de we-reld verging toen het bestuuruiteenviel. Beauty werd somsboos op mij en het bestuurmisbruikte dat. Ze zeiden: ’Gaterug naar Nederland, voor jekleinkinderen zorgen’.”Waarom De Bonte niet terug-keert naar haar familie, onderwie haar 90-jarige moeder,kan ze niet uitleggen. Inmid-dels probeert ze een bakkerij-tje op te zetten. „We moetenelke dag 500 broden verkopenom de kosten eruit te krij-gen.”
•
• •
•
•
FOTO’S: DETELEGRAAF
•
•